Adviezen m.b.t. Autocad tekeningen voor gebruik in IOS 1
Aandachtspunten bij het tekenen
De volgende adviezen maken de tekeningen niet alleen beter hanteerbaar voor IOS, maar komen de onderhoudbaarheid van de plannen in het algemeen ten goede. Leg vooraf afspraken vast i.v.m. nulpunten en tekeneenheden (schaal). Hiermee kan onnodige complexiteit en extra werk voorkomen worden indien gegevens moeten gecombineerd worden van verschillende tekeningen (vb. verschillende verdiepingen van een gebouw) of indien tekeningen omwille van wijzigingen moeten vervangen worden. Maak gebruik van layers om gelijkaardige informatie te groeperen. De informatie kan dan later gefilterd worden om de specifieke informatie die men wenst op een bepaald ogenblik en/of in een bepaalde toepassing (IOS) optimaal te visualiseren en gemakkelijk terug te vinden. Gebruik indien mogelijk autocad blokken om fysieke objecten voor te stellen (vb. aanwezige toestellen, signalisatieborden, …). Gebruik deze blokken zo consistent mogelijk. Voeg attributen toe aan de blokken om identificatiecodes in op te slaan indien deze informatie voor handen is. IOS kan deze gebruiken om bij het inlezen van een nieuwe DXF na aanbrengen van wijzigingen onderscheid te maken tussen nieuwe, verplaatste en reeds gekende objecten. Zorg er zoveel mogelijk voor dat fysieke objecten die voorgesteld worden door lijnen en figuren uit 1 figuur of lijn bestaan. Gebruik bijvoorbeeld polylijnen voor een brandmuur in plaats van 2 of meer afzonderlijke lijnen. Zorg er zoveel mogelijk voor dat lijnen en figuren die verschillende fysieke objecten voorstellen te herkennen zijn. Dit kan het best door het gebruik van layers (vb. een layer voor binnenmuren, een layer voor buitenmuren, een layer voor brandmuren, …), maar ook consistent gebruik van kleuren en lijntypes zijn hierbij heel nuttig. Herkenbaarheid betekent hier niet alleen herkenbaar voor mensen die de tekening bekijken maar ook herkenbaar voor geautomatiseerde systemen zoals IOS. (Vb. Verschillende schakeringen van een zelfde kleur die door elkaar gebruikt werden veroorzaken geen problemen voor mensen die een tekening bekijken, maar kunnen wel problemen veroorzaken voor een geautomatiseerd systeem omdat deze gewoon verschillende kleuren ziet). Geef layers en blokken een betekenisvolle naam en zorg dat de inhoud consistent is (en blijft) met de naam. Dit kan heel wat zoekwerk besparen, zowel voor tekenaars als voor IOS-gebruikers.
IOS-International nv/sa
Wetenschapspark 5, B-3590 Diepenbeek tel. +32 (0)11 20 10 51, fax. +32 (0) 11 20 10 43 e-mail
[email protected]; website www.iosint.be
Pag. 1
2
Aanmaken van een DXF voor gebruik in IOS
Indien U een tekening wil importeren in IOS, dan moet deze in een DXF-formaat weggeschreven worden. Deze DXF dient aan volgende vereisten te voldoen : De DXF mag geen externe referenties (verwijzingen naar andere tekeningen of naar blokken in andere tekeningen) bevatten. IOS zal de DXF wel importeren maar de externe referenties negeren. Gebruik de “Xref Manager” in autocad (menu-item “Xref Manager…” in het menu “Insert”) om de informatie van de externe bestanden naar deze tekening te kopiëren (d.m.v. de knop “Bind”). Zorg dat er zich geen objecten bevinden buiten de viewextents van de tekening. Deze objecten worden mee ingelezen in IOS en beïnvloeden de zoom-all functie. Let op voor lichte kleuren. In Autocad wordt standaard op een donkere achtergrond getekend. Lichte kleuren zijn dan goed zichtbaar. IOS verkiest om net zoals op papier op een witte achtergrond te werken. Hierop kunnen de betreffende objecten dan slecht zichtbaar zijn. Witte lijnen zijn normaal geen probleem omdat die net zoals op de afdrukken van autocad zelf automatisch zwart worden in IOS. Laat alle aanwezige blokken intact. Explodeer ze niet. Alle informatie die IOS nodig heeft moet in de model-space te vinden zijn. Alles wat in paper-space zit (meestal bladkader en titelhoek die in IOS niet gewenst zijn) wordt door IOS genegeerd. Indien er layers zijn die gemarkeerd zijn als niet “plotable’, zal de erop aanwezige informatie niet zichtbaar zijn in IOS. In de meeste gevallen is dit informatie die niet nodig is in IOS en is er dus geen probleem. Beperkingen van IOS : IOS werd getest met DXF-bestanden van Autocad 13 tot Autocad 2004. Over eventuele oudere of nieuwere versies kunnen we dus geen uitspraken doen, maar indien er problemen geconstateerd worden willen wij dat graag weten. IOS ondersteunt niet alle 3D-objecten, maar wel 3D transformaties op 2D objecten en blokken. (Vb. cirkels die gedraaid werden rond X of Y-as en in bovenaanzicht er uit zien als een ellips komen dus ook in IOS te voorschijn als een ellips. Een 3D polyline zal door IOS genegeerd worden, een 2D polyline die in 3D verplaatst of geroteerd werd zal wel herkend worden.) IOS ondersteund geen maataanduidingen en geen arceringen. Deze worden door IOS genegeerd. Splines hebben in autocad veel mogelijkheden. IOS ondersteund wel splines, maar niet alle mogelijkheden er van. In sommige gevallen geeft IOS een benadering weer van de spline.
IOS-International nv/sa
Wetenschapspark 5, B-3590 Diepenbeek tel. +32 (0)11 20 10 51, fax. +32 (0) 11 20 10 43 e-mail
[email protected]; website www.iosint.be
Pag. 2
3
Gewenste plannen en gewenste informatie op de plannen voor IOS Fire
Indien het gaat om gebouwen die uit verschillende verdiepingen bestaan, dient er per verdieping een bestand aangeleverd te worden. Het nulpunt en de schaal zijn bij voorkeur dezelfde. Met betrekking tot het klaarmaken van de bestanden voor uw bedrijf in het bijzonder, zouden wij U willen vragen ons volgende tekeningen aan te leveren : Het volledige site plan, waarop alleen de buitenomgeving, de contouren van de gebouwen (geen binnenmuren) en de benamingen van de verschillende sectoren of gebouwen zijn weergegeven (in gevectoriseerde vorm) of waarop deze gegevens kunnen afgezonderd worden door layers uit te schakelen. Het volledige site plan op niveau 0, waarop zowel de contouren als de binnenmuren van de gebouwen zijn weergegeven ) of waarop deze gegevens kunnen afgezonderd worden door layers uit te schakelen. (Eventuele lokaalbenamingen dienen inbegrepen te zijn). Indien de gebouwen uit meerdere verdiepingen bestaan : Het volledige site plan op niveau 1, resp. 2, enz. waarop zowel de contouren als de binnenmuren (op niveau 1, resp. 2, enz.) van de gebouwen zijn weergegeven (eventuele lokaalbenamingen dienen inbegrepen te zijn). De inplanting van de lokalen op niveau 1, resp. 2, enz. dient te corresponderen met hun werkelijke ligging t.o.v. de onderliggende lokalen. 4
Mogelijke problemen
Probleem Bij het toevoegen van een verdieping in IOS, blijkt de tekening verschoven te zijn t.o.v. de onderliggende verdieping Oplossing Gebruik de nulpunt-tool van IOS om andere wel overeenstemmende nulpunten aan te geven. Probleem Na het inlezen van een tekening in IOS, blijkt IOS een verkeerde veronderstelling gemaakt te hebben betreffende de tekeneenheid in autocad en klopt de schaalaanduiding van IOS niet. Je kan dan manueel herkalibreren, maar dat is niet nauwkeurig. Oplossing Als je rechts klikt op de tekening vind je in het contextmenu in het submenu “achtergrond” een menu-item “kalibreren”. Via dit menu-item kun je aangeven in welke eenheid de tekening getekend werd. Probleem Bij het inlezen van een tekening in IOS, blijken bepaalde delen van de tekening te ontbreken. Oplossing Kijk na of in IOS de juiste layers aan staan (menu item “DXF achtergrond/Lagen tonen/verbergen” in het contextmenu van de tekening). Niet alle tekenelementen worden door IOS ondersteund. Meestal gaat het dan om informatie die voor IOS niet nodig is (vb. arceringen, maataanduidingen) en is er dus niet echt een probleem. Zie hiervoor ook het bovenvermelde punt “Beperkingen van IOS”. IOS-International nv/sa
Wetenschapspark 5, B-3590 Diepenbeek tel. +32 (0)11 20 10 51, fax. +32 (0) 11 20 10 43 e-mail
[email protected]; website www.iosint.be
Pag. 3
Kijk na of de betreffende elementen in autocad in een layer zitten die “plottable” is en kijk ook na of ze niet in de paperspace zitten in autocad. Kijk na of ze niet in een lichte kleur getekend zijn in Autocad. Kijk na of het geen delen betreft die via een externe referentie in de tekening uit een andere tekening moeten komen. Gebruik de “Xref Manager” in autocad (menu-item “Xref Manager…” in het menu “Insert”). Je krijgt dan een lijst van externe referenties. Selecteer ze achtereenvolgens en klik op de knop “Bind” om de gegevens van de externe referenties in de huidige tekening te kopiëren en maak een nieuwe DXF van de resulterende samengevoegde tekening.
IOS-International nv/sa
Wetenschapspark 5, B-3590 Diepenbeek tel. +32 (0)11 20 10 51, fax. +32 (0) 11 20 10 43 e-mail
[email protected]; website www.iosint.be
Pag. 4
Adviezen m.b.t. Autocad tekeningen voor gebruik in IOS (in optie) Specifieke diensten: vanuit DXF nieuwe IOS-objecten creëren DXF-bestanden kunnen gebruikt worden als achtergrond tekening in IOS, maar IOS laat veel meer toe met DXF-bestanden. We kunnen uit de inhoud van de DXF informatie halen om automatisch een aantal objecten in IOS aan te maken en zelfs om gegevens over die objecten in te vullen in onze databank. Een specifieke xml file kan hiervoor ontwikkeld worden Vanuit de klant worden volgende gegevens verwacht: •
een representatief plan o Dxf-formaat o Alle benodigde blokken komen voor in de dxf
•
Bibliotheek van blokken in Autocad o lijst (word of excel) van de namen van de blokken die omgezet moeten worden naar IOS o lijst (word of excel) van de omschrijvingen bv. identificatiecode (attributen die gedetecteerd worden in Autocad)
•
IOS is in staat polygonen te detecteren. Lokalen en brandmuren (of alle andere elementen die men wil omvormen naar IOS-elementen – met uitzondering van de elementen die d.m.v. pictogrammen zullen voorgesteld worden) dienen getekend te worden d.m.v. polylijnen, of d.m.v. perfect op elkaar aansluitende lijnen (vormen die niet perfect gesloten zijn, kunnen niet gedecteerd worden). Ook hier is het van groot belang elke groep van elementen die men wil visualiseren in een aparte laag onder te brengen. Voor de opmaak van interventie- en/of evacuatieplannen, dienen volgende elementen (voor zover men de wens heeft ze te vertalen naar IOS-elementen) reeds als aparte eintiteiten getekend te worden op CAD-nivo : o Lokalen o Liften o Trappen en/of traphallen o Brandwerende muren o Trappen en/of traphallen o Evacuatieroutes en/of circulatiezones o Belemmerende uitrustingen o Belemmerde zones
Opgelet! • Het plan dient wel degelijk representatief zijn. Alle plannen die in aanmerking komen voor deze IOS functie, dienen uniform opgesteld te zijn. •
De lijst van namen en omschrijvingen dient gestaafd te worden met de lijst van IOS pictogrammen. Enkel die pictogrammen die overeenkomen met de IOS pictogrammen, kunnen omgezet worden.
IOS-International nv/sa
Wetenschapspark 5, B-3590 Diepenbeek tel. +32 (0)11 20 10 51, fax. +32 (0) 11 20 10 43 e-mail
[email protected]; website www.iosint.be
Pag. 5
Vanuit DXF nieuwe IOS-objecten creëren Dit gebeurt d.m.v. een xml-bestand waarin gedefinieerd wordt welke blokken in de DXF overeen komen met welke objecttypes (en pictogrammen) in IOS. • DXF blokken Momenteel kunnen we in het xml-bestand voor elk blok in DXF definieren naar welk IOSobject het geconverteerd moet worden. We kunnen 2 IOS-objecttypes specifieren indien een verschillend object moet gekozen worden in IOS indien het blok in de DXF gespiegeld werd (voorbeeld ; nooduitgang naar rechts en nooduitgang naar links). We kunnen specifieren of het icoon in IOS moet gedraaid worden, overeenkomstig met de richting waarin het blok in de DXF-tekening gedraaid werd. • DXF attributen Indien de blokken in de DXF-tekening van attributen voorzien zijn (zoals een identificatiecode) kunnen we specifieren dat deze gebruikt worden om eigenschappen van het IOS-object in te vullen. Er is ook voorzien dat indien er een attribuut is dat de parent-locatie aangeeft (lokaal, verdieping, …) het object in IOS automatisch aan die locatie gekoppeld wordt. We kunnen hierbij specifieren of betreffende parent-locatie mag gecreerd worden indien ze niet gevonden wordt in IOS. Vanuit DXF IOS-objecten toevoegen en/of bijwerken Er zijn ook reeds enkele parameters voorzien in het configuratie bestand om toe te laten om IOS bij te werken door opnieuw informatie op te halen uit een bijgewerkte DXF. Er worden dan eventueel objecten toegevoegd, maar indien mogelijk kan ook een reeds aangemaakt object in IOS bij gewerkt worden. • Criteria voor zoeken naar reeds bestaande objecten in IOS Per objecttype kan een attribuut (en een overeenkomstige eigenschap in IOS) gespecifieerd worden die gebruikt wordt als unieke sleutel om objecten te herkennen. Per objecttype kan een afstand gespecifieerd worden waarbinnen een bestaande object als overeenkomstig kan beschouwd worden. • Parameters om aan te geven wat mag bijgewerkt worden Per objecttype in het configuratiebestand kan gespecifieerd worden of al dan niet nieuwe objecten mogen aangemaakt worden. Indien dit niet toegelaten is, wordt enkel getracht bestaande objecten bij te werken. Per objecttype wordt gespecifieerd of het object eventueel moet verplaatst worden. Er kan een minimaal en een maximaal verschil ingesteld worden voor de gevonden posities. De positie van een object op de tekening wordt dan enkel bijgewerkt indien het verschil binnen het aangegeven bereik valt. • Zelfde object op meerdere tekeningen Indien een object op meerdere tekeningen voorkomt (vb. meerdere gebouwen van een zelfde site) en er is een attribuut beschikbaar dat als unieke sleutel gebruikt wordt, dan zal op de eerste tekening een master-representatie voor het object aangemaakt worden en op de 2de tekening een shortcut naar hetzelfde object. IOS-International nv/sa
Wetenschapspark 5, B-3590 Diepenbeek tel. +32 (0)11 20 10 51, fax. +32 (0) 11 20 10 43 e-mail
[email protected]; website www.iosint.be
Pag. 6