Adoptie Ellard en Detje de Vries> <9 september 2013>
1. Inleiding 2 1.1 Wat is adoptie? 2 1.2 Drempel 2 1.3 Adoptie als noodmaatregel 3 2. De adoptieprocedure 3 2.1 Van het aanvragen tot het verkrijgen van de beginseltoestemming 3 2.2 De fase van bemiddeling 4 2.3 Formaliteiten als het kind in Nederland is 4 3. Pastorale zorg 4 3.1 Welke vorm krijgt die aandacht? 5 3.2 Zorgen en hulp 5 3.3 Na het besluit 5 3.4 Bezoek 7 3.5 Problemen 7 4. Adoptie en doop 8 4.1 Tijdstip doop 8 4.2 Doop pleegkinderen 9 5. Diaconale zorg 9 6. Medische problemen 10 Literatuur 11 Websites 11
© copyright 2013 Praktijkcentrum Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkcentrum
1
1. Inleiding
Een kind aannemen als jou kind. Dat is een bijzonder en uniek proces. Voordat een echtpaar tot adoptie besluit, heeft het veelal al een heel proces achter de rug. Dat kan bijvoorbeeld beginnen bij de verwerking van onvrijwillige kinderloosheid. Kinderloosheid leidt overigens niet automatisch tot adoptie. Sommige echtparen aanvaarden samen en voor elkaar, dat ze met z'n tweeën blijven en richten hun leven daarop in. Andere nemen pleegkinderen1 in hun gezin op, zonder dat ze ouders worden in juridische zin. Weer anderen besluiten een kind in hun gezin op te nemen door adoptie. In al die gevallen kan er tijden gewacht zijn, kunnen diverse medische methodieken beproefd zijn, voordat die uiteindelijke beslissing wordt genomen.
1.1 Wat is adoptie? Wat is eigenlijk adoptie? Kort gezegd: vader en/of moeder worden van een kind dat biologisch niet je kind is. In de meeste gevallen gaat het om kinderen die niet in Nederland zijn geboren.
1.2 Drempel Alleen dat gegeven al betekent dat adoptiefouders - zoals we ze noemen een emotionele drempel hebben te nemen. En dat geldt ook voor de familie om hen heen. Een drempel, omdat het te adopteren kind uit een andere cultuur komt en vaak een andere huidskleur heeft. Het zo naar adoptie toegroeien is een heel eigen, persoonlijk proces van overweging en afweging, waarin de ouders niet alleen hun eigen wensen helder moeten zien te krijgen, maar ook inzicht moeten hebben in de gevolgen die adoptie voor het kind met zich mee kan brengen. Dat proces gaat aan de te volgen formele procedure vooraf. Die adoptieprocedure begint met het aanvragen van een beginseltoestemming bij het Ministerie van Justitie en die eindigt met een uitspraak van de rechter in het land van herkomst van het kind en soms ook van de Nederlandse rechter. Een procedure, die drie tot vijf jaar kan duren. De betrekkelijke zekerheid rond de tijd van iemand die in verwachting is, ontbreekt.
De Generale Synode van Amersfoort-Centrum nam een besluit over het dopen van pleegkinderen. Zie verder onder onderdeel 4. Voor de Acta zie www.kerkrecht.nl 1
2
1.3 Adoptie als noodmaatregel Adoptie is een maatregel van kinderbescherming in een wereld die tot aan de jongste dag de schrijnende gevolgen ondervindt van de zondeval. Adoptie is een noodmaatregel, die om welke reden en tegen welke achtergrond ook, de banden van natuurlijke ouders en van met name de afstandsouder met hun/haar kind doorsnijdt. In principe tegennatuurlijk met alle emoties die daarbij horen. Emoties niet alleen bij de ouder die van het kind afstand doet, maar ook bij het kind zelf, ongeacht de leeftijd waarop het wordt afgestaan, en evengoed bij de adoptiefouders. Tegelijk is adoptie een keihard gegeven, met name in Derdewereldlanden met een voor ons vaak andere cultuur en andere economische omstandigheden.
2. De adoptieprocedure
De adoptieprocedure2 is uiterst zorgvuldig geregeld. Het is een uitwerking van het Haags adoptieverdrag uit 1993. Er zijn negen stappen die in drie fases doorlopen worden. We geven ze kort weer.
2.1 Van het aanvragen tot het verkrijgen van de beginseltoestemming Na het indienen van het aanvraagformulier wordt de aanvraag getoetst. Je kunt toegelaten worden tot de adoptieprocedure als je voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot je burgerlijke staat en je leeftijd. Alleen gehuwden kunnen samen een kind adopteren uit het buitenland3. De maximumleeftijd is 41 jaar; een aanvrager die ouder is (in uitzonderingen tot 44 jaar) kan alleen een kind adopteren dat op het moment van voorstellen 2 jaar of ouder is. Na het toetsen van de aanvraag zijn er zes voorlichtingsbijeenkomsten, die de adoptiefouders helpen een goede keuze te maken en ervaringen uit te wisselen. De laatste stap in deze fase is de beginseltoestemming. Die wordt verstrekt door het ministerie van justitie na advies van de raad voor de Kinderbescherming. Deze raad geeft advies na een serie van vier gesprekken over de geschiktheid van het gezin om een kind te adopteren. Het rapport 2
Zie voor een uitgebreide beschrijving www.adoptie.nl/adoptieprocedure/stapvoorstap/index.htm 3
Alleenstaanden en samenwonenden kunnen ook een kind adopteren, maar dan is er sprake van een een-ouderadoptie. Gehuwden en samenwonenden van het zelfde geslacht kunnen wel weer samen een Nederlands kind adopteren. Dit artikel gaat uit van de in ieder geval binnen de kerken meest voorkomende situatie.
3
speelt ook een rol in het land van herkomst van het te adopteren kind: aan de hand daarvan wordt gekeken welk gezin het beste bij het kind past.
2.2 De fase van bemiddeling In de fase van bemiddeling wordt gezocht naar de meest geschikte ouder voor een kind dat voor adoptie in aanmerking komt. Bij volledige bemiddeling gebeurt dat door de vergunninghouder, die zijn eigen richtlijnen en criteria hanteert. Hij kan daarom ook afzien van bemiddeling. Als je een kind wilt adopteren uit een land dat niet aangesloten is bij het Haags Adoptieverdrag, kun je kiezen voor deelbemiddeling: je legt via een eigen contact de basis voor een adoptie. Daarna, als er sprake is van een goede match, wordt het kind voorgesteld aan de aspirant adoptieouders. Zij krijgen daarbij alle informatie die nodig is. Ze krijgen ook enige bedenktijd om over het voorstel te beslissen. Meestal accepteren ze het voorstel. Daarna kunnen ze afreizen om het kind op te halen. Ook in deze vindt nog een controle plaats of aan alle voorwaarden is voldaan, voordat het kind definitief aankomt in het Nederlandse gezin. Als het uit een land komt, dat aangesloten is bij het Haags adoptieverdrag, is de buitenlandse adoptie-uitspraak meteen erkend. Als het uit een ander land komt, moet een machtiging tot voorlopig verblijf afgegeven worden
2.3 Formaliteiten als het kind in Nederland is Het kind komt uit een land dat aangesloten is bij het Haags Adoptieverdrag: de adoptie in Nederland is automatisch erkend. Het kind kan aangemeld worden bij de afdeling bevolking van de burgerlijke gemeente. Het kind komt uit een land dat niet aangesloten is bij het Haags Adoptieverdrag: er is meer nodig. Het begint bij de vergunning tot verblijf, en houdt ook de erkenning van de buitenlandse adoptie in. In het land zelf is geen adoptie uitgesproken: dan moet in Nederland eerst het gezag erkend worden en volgt daarna een Nederlandse adoptieprocedure.
3. Pastorale zorg
Liefdevol en respectvol zijn kernwoorden die typerend horen te zijn in alle pastorale zorg, dus ook in de zorg en aandacht voor kinderloze echtparen in het algemeen4 en voor adoptiefouders in het bijzonder.
4
Zie het artikel over ongewenste kinderloosheid
4
Liefdevol omdat in heel veel gevallen echtparen een moeilijke tijd van verwerking en aanvaarding van ongewenste kinderloosheid achter de rug hebben.
3.1 Welke vorm krijgt die aandacht? Het getuigt van goede zorg om in een huwelijk waarin na twee of drie jaar geen kinderen zijn geboren, te vragen of er enige moeite bestaat met het feit dat het echtpaar geen kinderen heeft, en of dat echtpaar bereid is om over die moeite te praten. We formuleren dat bewust zo voorzichtig, om het betrokken echtpaar niet nieuwsgierig te benaderen, maar alle ruimte te geven op dit punt verder te willen of juist (nog) niet. Daar komt bij dat die vraag moet passen in een gesprek en niet plompverloren aan het eind van een huisbezoek moet worden gesteld! Dat vraagt tact en wijsheid: je moet het onderwerp aan de orde durven stellen, maar wel op een zorgvuldige wijze. We zijn in het algemeen als mensen en helaas soms ook als christenen snel in het vellen van een oordeel over mensen die in een dergelijke situatie verkeren, in plaats van met de mensen te spreken die het aangaat.
3.2 Zorgen en hulp Als op die manier echte zorg wordt verleend, ontstaat (of kan ontstaan) de ruimte om hulp te bieden bij verwerking en gemis, om te voorkomen dat een echtpaar in een isolement dreigt te geraken, maar ook bij het afwegen van alternatieven van gezinsvorming, zoals adoptie. Adoptie mag geen al te haastige, welhaast paniekerige stap zijn 'om maar kinderen te hebben en mee te tellen’! Dit geldt ook in andere situaties. Het is daarom goed dat een pastor naar beweegredenen informeert van de voorgenomen adoptie. Eén van de motieven kan en mag natuurlijk ook gewoon zijn: het verlangen naar een kind. Maar is er daarbij sprake van idealisme of van realisme? Is de drijfveer de zorg voor het kind? Zijn beide ouders ervan overtuigd dat adoptie de voor hen aangewezen weg is? In deze ‘biologische situatie’ wordt dan ook doorgevraagd. Het is goed als ook de pastor zich dat realiseert. Dit betekent nog niet dat de pastor de situatie gaat beoordelen. Dat moet hij of zij juist vermijden. Door deze vragen helpt hij de adoptief-ouders helderheid te krijgen over hun eigen motieven.
3.3 Na het besluit Als het besluit tot adoptie eenmaal is genomen en de procedure gaat lopen, komt die zorg in een andere fase terecht. Alleen al (even) informeren ‘hoe het met de procedure staat’ kan voldoende zijn. Vooral ook omdat de 5
procedure lang kan duren. Veelal is het besluit van de ouders dan ook in de gemeente bekend, zodat vanuit de gemeente of wijk belangstelling voor de voorgenomen adoptie zinvol kan zijn. Het moment dat het kind in Nederland komt, heeft vaak de belangstelling en nieuwsgierigheid van velen.
6
3.4 Bezoek Het is goed te beseffen als predikant, ambtsdrager en gemeentelid, dat het echtpaar niet overlopen wordt met bezoek. Juist in de beginfase is het belangrijk dat het kind zich leert thuis voelen in het andere land en het gezin, zeker als het kind al iets ouder is. Het gaat er in de eerste plaats om, hechting en veiligheid te bieden aan het kind. Als het kind een handicap heeft en om welke reden dan ook medische zorg nodig heeft, vraagt die problematiek om adequate zorg en belangstelling. Het kan zinvol zijn dat de ouders zelf in het plaatselijke kerkblad of alleen in hun wijk iets vertellen over de adoptie, het kind en het land van herkomst. Verder moet bedacht worden dat een klein of groter kind als het ware op (zeer) jonge leeftijd een soort rouwproces doormaakt, omdat het gescheiden wordt van (de) natuurlijke ouder(s) of verzorger(s). Mede afhankelijk van de omstandigheden waaronder het kind ter adoptie is afgestaan, leidt dit tot goede of minder goede hechting aan de nieuwe ouders. In negatieve zin kan dit leiden tot psychische of andere problematiek bij het opgroeien.
3.5 Problemen Het voert te ver om op die problemen in het kader van dit hoofdstuk in te gaan. In zijn algemeenheid kan gezegd worden dat adoptie niet het hoofdprobleem is, maar het afgestaan of verlaten zijn van het kind door de natuurlijke ouders. Er kan sprake zijn van hechtingsproblematiek. In extreme vorm is dan sprake van het zogenaamde Geen Bodemsyndroom. Dit syndroom betekent dat kinderen door hun ervaringen zich niet of heel moeilijk kunnen hechten aan hun nieuwe ouders. Hoewel adoptiefouders hierin elkaar kunnen opvangen en in het adoptieland goede hulpverleningsmogelijkheden zijn, is zorg en belangstelling van de omgeving, waaronder predikant en andere ambtsdragers, nodig. Ook adoptiekinderen worden groter en groeien op. Hoewel in Nederland zich een multiraciale samenleving ontwikkelt, is er kans op discriminatie. Juist in de christelijke omgeving mag hiervan geen sprake zijn en ligt er een taak voor ouders, school en misschien ook voor ambtsdragers, omdat het gaat om de onderlinge omgang. In de pubertijd – en/of al daarvoor - en volwassenheid komen vroeg of laat de vragen over de 'roots' oftewel de wortels (‘waar kom ik vandaan’). Ook in dat proces kan pastorale zorg en hulp nodig zijn.
7
4. Adoptie en doop
De benadering van adoptiefouders moet in dit alles ook respectvol zijn. Over adoptie wordt nu eenmaal niet gelijk gedacht. Dat blijkt ook uit de vroegere discussie hierover binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) of adoptie op zich wel als instrument van gezinsvorming in christelijke gezinnen toelaatbaar is. De synode van Hattem van 1972 besliste hierover uiteindelijk positief. Dit besluit is bevestigd door de synode van Arnhem 1981. Dat er verschillend gedacht wordt over adoptie is een feit waar we niet omheen kunnen. Voor een goede discussie is het daarom zinvol het bijbelse beeld van adoptie op ons te laten inwerken. Wij allen zijn immers door God de Vader door middel van zijn Zoon Jezus Christus als kinderen geadopteerd; wij zijn aangenomen kinderen (Zondag 13). Door adoptie roept God op zijn unieke wijze velen van verre in de lichtkring van zijn verbond. Ds. Packer heeft dat bijbelse beeld op treffende wijze toegelicht en beschreven in hoofdstuk 19 van zijn boek ‘God leren kennen’.
4.1 Tijdstip doop Ook is lang gediscussieerd over de vraag op welk tijdstip geadopteerde kinderen nu eigenlijk gedoopt behoren te zijn. Uiteindelijk besloot de synode van Leusden (1999) om: de uitspraak van de GS Groningen-Zuid 1978 (Acta art. 389) - “aan in het buitenland geadopteerde kinderen behoort de doop niet te worden bediend, voordat zij naar Nederlands recht wettig zijn geadopteerd”, gehandhaafd door de GS Heemse 1984/1985 (Acta art. 60) en door de GS Berkel en Rodenrijs 1996 (Acta art. 39), - vervallen te verklaren;
uit te spreken dat aan buitenlandse kinderen die in Nederland door gelovige ouders in hun gezin worden opgenomen ter adoptie, na hun aankomst in Nederland het recht op de doop toekomt.
De synode van Zuidhorn nam mogelijk misverstand weg in de volgende uitspraak: “Een buitenlands kind dat volgens de daarvoor door de Nederlandse overheid wettelijk voorgeschreven procedure in verband met of met het oog op adoptie in een gezin van gelovige ouders is opgenomen, heeft na aankomst in Nederland een vaste plaats in dat gezin gekregen; daarom heeft het vanaf dat moment het recht op de doop. “(art. 34) Dit besluit van Zuidhorn is weer aangevuld door de synode van AmersfoortWest. Die deed een uitspraak over het tijdstip van de doop van geadopteerde Nederlandse kinderen:
8
a) het besluit van de Generale Synode van Arnhem 1981, Acta art. 79, besluit 2b inclusief grond 2 te bevestigen en als volgt te formuleren: de doopbediening van in Nederland geboren kinderen die zijn afgestaan ter adoptie en door gelovige ouders in hun gezin ter adoptie worden opgenomen kan pas geschieden wanneer de adoptie door de laatste rechterlijke uitspraak definitief is geworden; b) als uitzondering op die regel te bepalen dat de doopsbediening eerder kan plaatsvinden wanneer gelovige natuurlijke ouder(s) daarom vragen. Deze doopvraag door de ouder(s) moet wel schriftelijk worden bevestigd en zo geverifieerd kunnen worden door de kerkenraad van de aspirant-adoptiefouders.
4.2 Doop pleegkinderen Een heel nieuwe zaak kwam naar voren op de synode van Amersfoort door de vraag of ook pleegkinderen gedoopt zouden kunnen worden. Het gaat dan om kinderen die duurzaam in een gezin geplaatst zijn. De synode besloot daarover het volgende: Besluit 1: De synode besluit uit te spreken: de doop wordt aan kinderen in duurzame pleegsituaties op aanvraag van de pleegouders bediend onder de volgende voorwaarden: a) er is sprake van een pleegsituatie die door de Nederlandse wet is geregeld; b) in het hulpverleningsplan is sprake van een toekomstperspectief waarbij het pleegkind in het pleeggezin zal blijven; c)
de ouders dienen toestemming te geven. Indien de ouders geen ouderlijk gezag meer uitoefenen, hoeft de mening van ouders niet doorslaggevend te zijn, maar zal het oordeel van die instantie die het gezag uitoefent het zwaarst mogen wegen;
d) indien ouders aan pleegouders vragen hun kind te laten dopen, wordt de doop bediend zodra deze doopaanvraag door ouders -ter verificatie door de kerkenraad- schriftelijk wordt bevestigd; e) in het bepalen van de leeftijd tot welke kinderen kunnen worden gedoopt, zullen de kerkenraden handelen naar het geldende kerkrecht en naar analogie van andere praktijksituaties waarbij zal worden aangesloten bij het in Nederland geldende recht.
5. Diaconale zorg
Alles wat onder pastorale zorg is opgemerkt, geldt in feite ook voor de diakenen. Maar er is ook een specifieke diaconale zaak, want adoptie kost geld, veel geld. Let wel, niet in de zin dat je een kind 'koopt'; het gaat bijvoorbeeld om kosten van de procedure, de bemiddelende instantie en reis9
en verblijfkosten. Dat kan een probleem zijn voor echtparen. In principe mag geld geen belemmering zijn om te gaan adopteren. Diakenen doen er goed aan - op aangeven van een pastor of uit eigen initiatief (afhankelijk van de concrete situatie) - hiernaar te informeren, omdat adoptiefouders vaak niet als eerste financiële problemen op dit punt zullen aankaarten. Gezamenlijk kunnen eventuele mogelijkheden van financiering worden besproken.
6. Medische problemen
Ook kunnen er zaken spelen na aankomst van het kind, zoals medische problemen (huid- en darmproblemen, licht operabele problemen als hazenlip, oogafwijkingen, klompvoetjes); verder kunnen er medische kosten zijn, die niet altijd worden gedekt door de ziektekostenverzekering. En later wellicht video-interactieve begeleiding: een project om door middel van videotraining het kind zich goed te laten hechten aan de nieuwe ouders. Adoptie heeft verschillende kanten. Het is een dankbare taak te zorgen voor kinderen van wie de toekomst zonder adoptie vaak donker is; de taak kan ook moeilijk zijn door problemen die adoptie met zich meebrengt. Maar hoe dan ook: in veel gevallen geeft adoptie kleur aan onze samenleving….!
Ellard en Detje de Vries te Zwolle ouders van twee geadopteerde kinderen (dit artikel is in 2006 herzien, met name op het punt van de procedure. Het is aangevuld met de nieuwste besluiten van de Generale Synode over doop en adoptie.)
10
Literatuur
Brodzinsky, David, Geadopteerd, een leven lang op zoek naar jezelf, inleiding René Hoksbergen, uitgave 1992, ISBN 90 263 1481 7 Doekes, prof. dr. L. en Lok, ds. P., Doop en adoptie, uitgave 1970 Dorp-Stolk, drs. P.P. van en Visser, W., Adoptie, een christelijke handleiding bij beslissing, procedure en opvoeding, in de serie Praktisch & Pastoraal, uitgeverij J.J.Groen en Zoon 1993, ISBN 90-5030-265-3 Packer, J.J., God leren kennen, pagina's 178-204: kinderen van God, uitgave 1995, ISBN 90-6318-068-3
Websites
www.adoptie.nl www.adoptietrefpunt.nl (met veel literatuurverwijzingen) www.rijksoverheid.nl; zoeken op de term adoptie geeft de informatie over de huidige wettelijke regelingen.
11