Adobe Photoshop CS. Tips en trucs van de experts

Adobe Photoshop CS Tips en trucs van de experts

i

ADOBE PHOTOSHOP CS

Tips en trucs van de experts Inhoud F-stop-correcties

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1

Metallic tekst maken Rook

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7

Het magische spiegeleffect creëren Creatief foto’s uitsnijden Lichtflits!

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19

Totale contrastregeling met twee afbeeldingen Tekenen met digitaal licht Houtsneden

. . . . . . . . . . . . . . . .23

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30

Fotofilters toepassen

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34

Gif-animatie: veegeffect Werken met Vage lens Door een glas kijken Regendruppels

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49

Op de volgende pagina’s doen Photoshop-experts in fotografie, grafische vormgeving, video en webdesign een aantal van hun favoriete tips uit de doeken. Kijk voor meer tips over Adobe® Photoshop® en Adobe ImageReady® op het Photoshop Expert Center: http://studio.adobe.com/expertcenter/photoshop.

Adobe, het Adobe-logo, Photoshop en ImageReady zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., dat is gedeponeerd in de Verenigde Staten en andere landen. Flash is een handelsmerk van Macromedia, Inc. ©2003 Adobe Systems Incorporated.

1

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS

F-stop-correcties Bruce Fraser Afkomstig uit Real World Photoshop, door David Blatner en Bruce Fraser. Bruce Fraser is medeauteur van de veelgeprezen Real World Photoshop-serie en van Real World Color Management, beide van Peachpit Press.

Het instellen van f-stop-stappen is een eenvoudige manier voor het aanpassen van de belichting via de diafragmawaarden, wat voor fotografen heel gebruikelijk is. Deze techniek is gebaseerd op de laagovervloeimodi Raster en Vermenigvuldigen die bij een dekking van 38% een effect teweegbrengen dat erg lijkt op het lichter of donkerder maken met één volledige f-stop. (Bij halve f-stops gebruikt u 19% dekking, bij eenderde f-stop 13%, enzovoort.) In dit voorbeeld maken we de afbeelding donkerder met één stop.

1. Een f-stop-correctielaag maken. Als u werkt met een samengevoegd bestand, dupliceert u de achtergrondlaag met de optie Laag dupliceren uit het menu Laag. Als u werkt met een gelaagd bestand, maakt u een nieuwe laag door Nieuw > Laag te kiezen in het menu Laag en vervolgens te drukken op Command-Option-Shift-E (Mac) of Ctrl-Alt-Shift-E (Windows) om de inhoud van alle zichtbare lagen samen te voegen in de nieuwe laag terwijl de onderliggende lagen intact blijven.

2. Globale f-stop-correctie toepassen. Selecteer de nieuw gevormde laag in het palet Lagen en stel vervolgens de overvloeimodus in op Vermenigvuldigen en de dekking op 38%. Hierdoor wordt de afbeelding globaal donkerder gemaakt met één stop.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 2 F-stop-correcties

3. Laagmasker toevoegen. Bij de globale correctie wordt een gedeelte van de begroeiing langs de waterlijn te donker. Als u de correctie plaatselijk wilt tegenhouden, moet u eerst een laagmasker toevoegen door Laagmasker toevoegen te kiezen in het menu Laag. In dit geval hebben we gebruikgemaakt van de optie Alles tonen. Als u een klein gebied wilt corrigeren, kiest u de optie waarvoor het minst hoeft te worden getekend. Het is makkelijker om Alles verbergen te kiezen en de correctie te tekenen dan Alles tonen te kiezen en vervolgens de correctie te verwijderen. Als u een laagmasker toevoegt, wordt dit automatisch geladen in het palet Kanalen, en worden de achtergrond- en voorgrondkleuren automatisch ingesteld op Zwart-wit voor het bewerken van het laagmasker.

4. De correctie beperken. Stel de voorgrondkleur in op zwart, en gebruik de gereedschapset voor penselen voor het instellen van een penseel met een zachte rand. Vervolgens verwijdert u de correctie uit de gebieden waar u deze niet wilt toepassen. In dit geval hebben we getekend met een dekking van 33% om de correctie langs de waterlijn te verminderen met 1/3-stop.

5. Experimenteren. Met deze techniek kan eindeloos worden gevarieerd. Wanneer u de correctie tot het gewenste gebied van de afbeelding hebt beperkt, kunt u de sterkte ervan variëren door de dekking van de laag te wijzigen. Als u bijvoorbeeld besluit dat u een correctie van twee stops nodig hebt, verhoogt u de dekking van 38% naar 76%. U kunt ook experimenteren met verschillende technieken voor het beperken van de correctie. Als het gebied dat moet worden gecorrigeerd of het gebied dat moet worden beschermd, gemakkelijk kan worden geselecteerd, kunt u de selectie maken voordat u het laagmasker toevoegt. Gebruik hiertoe respectievelijk de opties Selectie tonen of Selectie verbergen. Als u de correctie wilt beperken tot een specifiek toonbereik, kunt u de opties van Overvloeien als gebruiken in het dialoogvenster Laagstijlen om de correctie te beperken tot het gewenste toonbereik. Voor kleine plaatselijke correcties kunt u met het Historiepenseel de bron instellen op de huidige staat van de afbeelding en de penseelmodus instellen op Raster of Vermenigvuldigen. Deze methode is vooral handig bij het aanbrengen van fijne correcties waarbij het Historiepenseel is ingesteld op een zeer lage dekking tussen 3% tot 10%.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 3 Metallic tekst maken

Metallic tekst maken Bert Monroy Afkomstig uit het maandelijkse programma Screen Savers van Bert Monroy op TechTV. Bert Monroy wordt beschouwd als een pionier op het gebied van digitale kunst. Hij is de medeauteur van het allereerste boek over Photoshop. Bert Monroy is een erkend vormgever, docent, spreker en auteur van een groot aantal boeken.

Het effect dat in deze oefening wordt toegepast, wordt net zo vaak gebruikt als de slagschaduw. Metallic tekst komt voor in advertenties voor auto’s, op cd-hoesjes en in filmlogo’s. Kijk maar eens in een tijdschrift en u zult talloze voorbeelden aantreffen. Deze oefening bevat veel tussenliggende stappen. Bedenk dat niet het eindresultaat maar vooral de stappen van belang zijn. De stappen zijn met een kleine aanpassing zoals het gebruik van een andere kleur, ook toepasbaar voor vele andere situaties.

1. Nieuw bestand maken. Maak een Photoshop-bestand dat groot genoeg is voor het volledige logo dat u wilt maken.

2. Verloop toevoegen. Voeg een Lineair verloop toe van boven naar beneden met het gereedschap Verloop en kies de gewenste kleuren.

Zelfstudie


3. Tekst toevoegen. Voer met het gereedschap Horizontale tekst de naam in die u voor het logo wilt gebruiken.

4. Tekst verdraaien. In de optiebalk Tekst klikt u op het pictogram Verdraaide tekst maken. Hier kunt u het gewenste effect en de hoeveelheid kiezen. Ik heb gekozen voor het effect Omhoog met een laag percentage bij Buigen. Klik op OK.

5. Pad maken. Maak een pad van de tekst met Laag > Tekst > Tijdelijk pad maken. U vindt het nieuwe pad onder het palet Paden. De oorspronkelijke tekstlaag kan nu worden verwijderd of uitgeschakeld. Met behulp van Direct selecteren past u het pad aan aan elke gewenste vorm. Er kunnen extra punten worden toegevoegd voor het maken van vervormingen, zoals het verlengde gedeelte van de "C".

Zelfstudie


6. Pad vullen. Wanneer u het pad hebt voltooid, maakt u een nieuwe laag en vult u het pad met een kleur. Dit kan op verschillende manieren. Het gemakkelijkst is om op de knop Pad vullen te klikken onder in het palet Paden. Het maakt niet uit welke kleur u gebruikt omdat deze later weer wordt overschreven.

7. Slagschaduw toevoegen. Dubbelklik (Mac) of dubbelklik met Alt ingedrukt (Windows) op de laag met het logo in het palet Lagen om het dialoogvenster Laagstijl te openen. De stappen 7 tot en met 10 worden uitgevoerd via dit dialoogvenster. Kies Slagschaduw in het dialoogvenster Laagstijl. Pas deze naar wens aan.

8. Schuine kant en reliëf toevoegen. Klik op Schuine kant en reliëf. Kies Gegraveerd - hard als techniek en verhoog de Diepte.

9. Verloopbedekking toevoegen. Selecteer Verloopbedekking Klik op het verloop om de Verloopbewerker te openen. Kies het verlooptype dat overeenkomt met de reflecties die worden gebruikt in de metallic tekst. Wanneer u een bepaald verloop kiest, verschijnt dit in het venster Verloopbewerker. U kunt nu het verloop naar wens aanpassen. Als u klikt op de verfvakken onder het verloop, kunt u de positie wijzigen of een andere kleur kiezen in het instellingsgebied. Als u onder het verloop klikt op een plek waar geen vak is, wordt automatisch een nieuw vak ingevoegd. Met de vakken boven het verloop regelt u de dekking.

Zelfstudie


10. Hoek aanpassen. Wanneer u het gewenste verloop hebt, klikt u op OK om de Verloopbewerker te sluiten. In het dialoogvenster Laagstijl past u nu de hoek aan, zodat het verloop het logo onder de juiste hoek doorsnijdt voor het simuleren van de reflecties in het metaal.

11. Omlijning toevoegen. Kies tenslotte Omlijnen om een rand aan het logo toe te voegen. Klik op OK om het dialoogvenster Laagstijl te sluiten. U bent nu klaar.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 7 Rook

Rook John Paul Caponigro Afkomstig uit de Adobe Photoshop Master Class (Adobe Press) door John Paul Caponigro. John Paul Caponigro is een internationaal erkend grafisch vormgever. Hij geeft vaak tentoonstellingen, lezingen en workshops. Hij werkt onder andere voor Adobe, Canon, Epson, Apple, Imacon, Gretag-MacBeth, Sony en Kodak. Meer informatie vindt u op www.johnpaulcaponigro.com.

Rook wordt gebruikt bij gewijde ceremoniën. Het wordt gebruikt om iets zuiverder te maken. Het heeft verwantschap met de spirituele wereld. Rook maakt adem zichtbaar. Het geeft gevaar aan. Er gaat vuur aan vooraf. Rook duidt op verontreiniging. Het doet de adem stokken. Rook is een krachtig symbool. In een compositie is rook uiterst flexibel. Rook kan dik of dun zijn, zwaar of diffuus, omvattend of verspreid, eenvoudig of complex. U kunt een lijn tekenen in elke richting, waardoor twee voorwerpen met elkaar worden verbonden of de aandacht op een nieuw punt gevestigd wordt. U kunt letterlijk de aandacht vestigen op elk punt in een afbeelding langs elk willekeurig pad. Door de complexiteit en veelzijdigheid in rookeffecten beschikt u over een uitermate grote artistieke vrijheid zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de realiteit. Met dat in het achterhoofd, is het van belang dat u het verschijnsel rook in de werkelijke wereld goed bestudeert, als u van plan bent dit effect in uw werk op te nemen. In de manier waarop rook kringelt, zit logica. Rook is dichter en energieker dichter bij de bron, meer diffuus en kalmer verder ervandaan. Rook deint, draait en kringelt in golvende bogen, waarbij zelden een scherpe draai wordt gemaakt. Rook kan snel of langzaam uitwaaieren, maar gaat bijna nooit omlaag; gewoonlijk stijgt rook op. Ik vind het ongelooflijk dat zo’n complex verschijnsel zo gemakkelijk met behulp van Photoshop kan worden nagemaakt.

Zelfstudie


1. Een lijn tekenen en vervormen. U begint met een zwarte achtergrondlaag en gebruikt het Penseel om op een nieuwe laag een witte lijn te tekenen in een laagset met de naam Rook. Vervorm vervolgens de lijn. Gebruik het gereedschap Natte vinger om gedeelten van de witte lijn eruit te trekken of te duwen, te kronkelen of te verdraaien totdat het gewenste effect is bereikt. Hoe meer u de lijn vervormt des te meer deze vervaagt. Gebruik het Historiepenseel om naar wens de vervorming van bepaalde gebieden ongedaan te maken.

2. Het effect verfijnen. Gebruik Uitvloeien (Filter > Uitvloeien) om verdere vervormingen te maken. In tegenstelling tot het gereedschap Natte vinger vervaagt bij Uitvloeien de vervorming niet. Gebruik bij Uitvloeien het gereedschap Reconstrueren om bepaalde vervormingen te herstellen. In tegenstelling tot het Historiepenseel kunt u met het gereedschap Reconstrueren een overgangsstatus kiezen tussen niet-vervormd en geheel vervormd.

Zelfstudie


3. Een ingewikkelder effect opbouwen. Herhaal de vervorming zo vaak als nodig is, waarbij u de verschillende elementen op afzonderlijke lagen houdt.

4. De elementen opnieuw rangschikken. Gebruik het gereedschap Verplaatsen om geselecteerde elementen opnieuw te rangschikken. Gebruik Vrije transformatie (Bewerken > Vrije transformatie) om de geselecteerde elementen te schalen of te vervormen.

5. Een krans maken. Schakel de achtergrond laag uit. Maak een nieuwe laag en plaats deze onder in de laagset Rook. Houd Alt en Ctrl (Windows) of Option en Command (Mac OS) ingedrukt en selecteer Verenigen; zichtbaar. Hiermee wordt alle zichtbare informatie van meerdere lagen gekopieerd naar de doellaag, zonder dat de afbeelding wordt samengevoegd. Gebruik het filter Gaussiaans vervagen om deze laag te vervagen. Verminder de dekking naar wens. Herhaal indien nodig.

Zelfstudie


6. Ruis toevoegen als extra. Maak boven op de laagset Rook een nieuwe laag gevuld met 50% grijs die is ingesteld op de modus Bedekken. Filter de laag vervolgens met Ruis of Korrel. Verminder de dekking en verzadiging naar wens.

7. Het effect naar een nieuwe bestemming importeren. U kunt de laagset Rook slepen en neerzetten in een nieuwe bestemming. Pas de positie en dekking naar wens aan. Verdere vervorming kan nodig zijn. Elementen binnen één laagset kunnen worden verschoven en opnieuw gecombineerd voor het creëren van meerdere effecten met een verschillend uiterlijk.

8. Conclusie. Voor een extra realistische uitstraling kunt u deze effecten combineren met foto’s van rook. Een bestand met rook gefotografeerd tegen een zwarte achtergrond geeft u snel een extra element (hoewel het een element is met een grote mate van complexiteit) voor het uiteindelijke effect. Start met de foto, laad een kanaal van de foto als een selectie (klik op het pictogram voor selectie in het palet Kanalen), gebruik een selectiegereedschap om de resulterende selectie naar de gewenste bestemming te slepen en neer te zetten, maak een nieuwe laag, voeg een laagmasker toe en vul de laag met wit. Schaal, vervorm en verminder de dekking van dit laagmasker; kortom pas de laag naar wens aan. Experimenteren is hierbij niet alleen gewenst, het is nog erg leuk ook. U raakt al snel in de ban van de rook. En dankzij die betovering zult u zien dat uw afbeeldingen meer zeggingskracht krijgen.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 11 Het magische spiegeleffect creëren

Het magische spiegeleffect creëren Rick Sammon Afkomstig uit een van de 107 lessen in Rick Sammon’s Complete Guide to Digital Photography, zijn 22e boek. Rick Sammon is de gastheer van de Digital Photography Workshop op de DIY-zender en vervult een gastrol bij de Canon Photo Safari op Outdoor Life Network. Rick schrijft ook wekelijks een fotocolumn voor de Associated Press en geeft wereldwijd workshops over digitale fotografie. Zie www.ricksammon.com.

"Het wordt allemaal met spiegels gedaan" is een populaire uitdrukking bij professionele goochelaars. Tegenwoordig maken vormgevers in de digitale fotografie ook gebruik van allerlei spiegels voor het creëren van magische effecten op het beeldscherm. In principe is een spiegelafbeelding een afbeelding waarbij één kant van een kader geheel wordt gespiegeld (gereflecteerd) op de tegenoverliggende kant van het kader; naast elkaar of van boven naar beneden. In Photoshop maken we gebruik van Canvasgrootte, kopiëren en plakken om het effect te creëren. Zo eenvoudig is het! Deze spiegelafbeelding van een zonsopgang op een bergtop in China (waar helemaal geen meer is) is een van de vele spiegelafbeeldingen die ik met plezier heb gemaakt. Prachtig! Laten we eens kijken hoe gemakkelijk je in Photoshop zo’n magisch spiegeleffect kunt creëren.

1. Beginnen met een beeld. De eerste stap is een foto, of beter gezegd, een visie van uw uiteindelijke spiegelafbeelding. Ik begon met een foto van een zonsopgang die ik heb genomen op een bergtop in China. In feite gebruik ik een kopie van de afbeelding, omdat ik nooit mijn originele bestanden bewerk. Een goede gewoonte!

2. Het dialoogvenster Canvasgrootte openen. In Photoshop kunt u de canvasgrootte (het feitelijke werkgebied) van een afbeelding vergroten door Afbeelding > Canvasgrootte te kiezen. In deze schermafdruk zien we de werkelijk grootte van mijn originele afbeelding. Wanneer we het dialoogvenster Canvasgrootte de eerste keer openen, is het middelste vakje bij Plaatsing gemarkeerd.

Zelfstudie


3. Canvasgrootte aanpassen. De volgende stap is het vergroten van de Canvasgrootte (wederom het werkelijke werkgebied). We vergroten de Canvasgrootte door het middelste hokje naar een van de andere hokjes te verplaatsen, en vervolgens een nieuwe hoogte en/of breedte in te typen. Omdat ik de hoogte van de Canvasgrootte wilde vergroten aan de onderkant van mijn foto, heb ik het middelste vakje verplaatst naar het bovenste hokje in het midden. Vervolgens heb ik de nieuwe Canvasgrootte ingevoerd, die voor het gebruiksgemak iets meer was dan de dubbele hoogte van mijn originele foto. Nadat ik de hoogte van de afbeelding ongeveer had verdubbeld, zag mijn nieuwe werkgebied (nieuwe Afbeeldingsgrootte) er als volgt uit.

4. Een omgedraaide afbeelding van het origineel maken. Een omgedraaide afbeelding van het origineel is snel gemaakt. Selecteer met het selectiekader het originele afbeeldingsgebied, in dit geval de zonsopgang. Kies vervolgens Bewerken > Kopiëren. Ga daarna naar Bestand > Nieuw. Wanneer het nieuwe document is gemaakt, heeft dit precies dezelfde grootte als de gekopieerde afbeelding. Ga nu naar Bewerken > Plakken. De afbeelding wordt geplakt in het nieuwe document, op een nieuwe laag. Als u de afbeelding wilt omdraaien (verticaal in dit geval), gaat u naar Bewerken > Transformatie > Verticaal omdraaien. De afbeelding wordt nu omgedraaid.

Zelfstudie


5. Het magische spiegeleffect creëren. Voor het creëren van het magische spiegeleffect, gebruikt u het gereedschap Verplaatsen en sleept u de omgedraaide afbeelding naar het lege gebied van de originele afbeelding. Lijn de beide afbeeldingen nu zorgvuldig uit zodat ze er perfect gespiegeld uitzien. Als u vervolgens de afbeelding wilt samenvoegen, gaat u naar Lagen > Samenvoegen.

6. Conclusie. Extra leuk bij sommige verticale spiegelafbeeldingen (u kunt ook horizontale spiegelafbeeldingen maken) is het creëren van het effect waarbij de originele afbeelding wordt gereflecteerd in water. Dit gaat als volgt in zijn werk. Selecteer het gespiegelde gedeelte van de afbeelding (onderste helft) met gebruik van het selectiekader. Ga nu naar Filter > Vervorm > Oceaanrimpel. Speel met de opties Grootte rimpel en Vervorming rimpel totdat u tevreden bent met het effect. Klik op OK. Ga nu naar Selecteren > Deselecteren om de selectie van het gebied waarop u het filter Oceaanrimpel hebt toegepast ongedaan te maken. Gebruik tenslotte het gereedschap Uitsnijden om de afbeelding naar wens te verkleinen. De meeste professionals zijn het erover eens dat Photoshop niet alleen een verandering teweeg heeft gebracht in de manier waarop we foto’s maken, maar ook in de manier waarop we alle mogelijkheden van afbeeldingen zien. U weet nu hoe u een magisch spiegeleffect kunt toepassen en zult op uw toekomstige reizen vast allerlei prachtige, potentiële spiegelafbeeldingen ontdekken. Veel succes!

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 14 Creatief foto’s uitsnijden

Creatief foto’s uitsnijden Ben Willmore Afkomstig uit Adobe Photoshop 7 Studio Techniques door Ben Willmore en uit www.digitalmastery.com. Ben Willmore is al vanaf het allereerste begin betrokken bij digitale beeldverwerking. Hij brengt zijn kennis over door middel van lezingen, congressen, boeken, tijdschriftartikelen, tips, video’s en leermiddelen op cd.

Met deze techniek wil ik u laten zien hoe ik de gescande afbeeldingen gebruik of hoe ik teken met artistieke penselen om foto’s creatief uit te snijden. Waarschuwing: deze techniek werkt verslavend. Nadat u deze techniek een aantal keren hebt gebruikt, vindt u rechthoekige foto’s wellicht saai.

1. Een afbeelding met een hoog contrast scannen. U kunt elke afbeelding gebruiken die vooral uit zwart en wit bestaat (en niet te veel tinten ertussenin). U kunt zo’n afbeelding maken door inkt op waterverfpapier te morsen en dit vervolgens te scannen. Maar voor dit voorbeeld heb ik gebruikgemaakt van een grote kwast die ik in zwarte inkt heb gedoopt om daarmee op waterverfpapier de afbeelding te maken. Toen de inkt helemaal droog was, heb ik het vel als een grijswaardenafbeelding gescand. U kunt ook in een grijswaardendocument tekenen met een van de creatieve penselen onder in het palet Penselen in plaats van een afbeelding te scannen. Maar ik vind het resultaat met gescande afbeeldingen veel beter.

Zelfstudie


2. Een laagmasker toevoegen. Nu gaan we de afbeelding voorbereiden die we willen uitsnijden. Hiertoe opent u een foto die u wilt gaan gebruiken, dubbelklikt u op de achtergrondlaag om de naam ervan te wijzigen en kiest u vervolgens Laag > Laagmasker toevoegen > Alles tonen. De laag krijgt nu twee miniaturen in het palet Lagen. De rechterminiatuur is het laagmasker dat u zojuist hebt gemaakt.

3. De afbeelding in het masker plakken. Nu gaan we de gescande afbeelding in dit laagmasker zetten. Open de gescande of getekende afbeelding en kies Selecteren > Alles en vervolgens Bewerken > Kopiëren. Ga naar de afbeelding die u wilt uitsnijden. Houd Option (Mac) of Alt (Windows) ingedrukt en klik op de voorvertoning van het laagmasker in het palet Lagen om dit in het hoofdscherm te openen en kies vervolgens Bewerken > Plakken. Als de geplakte afbeelding veel te groot of te klein is in vergelijking met het document waarin u deze hebt geplakt, kiest u Bewerken > Vrije transformatie en trekt u aan de hoeken om de afbeelding te schalen.

Zelfstudie


4. Het masker omkeren. In een laagmasker worden de zwarte gebieden van de laag verborgen, terwijl de witte gedeelten worden weergegeven. Dit betekent dat nu het grootste gedeelte van de foto wordt verborgen. Kies daarom Afbeelding > Aanpassingen > Omkeren om van de afbeelding een negatief te maken. Dit zorgt ervoor dat de laag alleen aan de randen wordt verborgen.

5. Het masker aanpassen. Nu gaan we de primaire gebieden van deze afbeelding zuiver zwart en zuiver wit maken; anders kunt u door het midden van de afbeelding heenkijken (grijs =halfdoorzichtig). Hiertoe kiest u Afbeelding > Aanpassingen > Niveaus en trekt u aan de regelaars linksboven en rechtsboven totdat het midden van de gescande afbeelding effen wit is en de rand van de afbeelding effen zwart.

Zelfstudie


6. Het resultaat bekijken. Nu gaan we bekijken wat voor invloed dit op de afbeelding heeft. Houd Option (Mac) of Alt (Windows) ingedrukt en klik op het laagmasker in het palet Lagen om het masker te verbergen en de afbeelding weer te geven. De foto wordt weergegeven binnen de uitgesneden vorm van de inkt in de gescande afbeelding.

7. Structuur maken. We kunnen het nog interessanter maken door structuur aan de foto toe te voegen. Omdat we als laatste de gescande verf hebben gekopieerd, kunnen we nu met Bewerken > Plakken een nieuwe laag maken die de originele scan bevat. Als u de afbeelding de eerste keer dat u deze hebt geplakt, hebt geschaald, kiest u vervolgens Bewerken > Transformatie > Opnieuw om deze versie met dezelfde hoeveelheid te schalen. Hierna kiest u Filter > Stileer > Reliëf. Gebruik de standaardinstellingen en klik op OK.

Zelfstudie


8. Structuur toepassen. U past nu de structuur toe die het filter Reliëf uit de afbeelding heeft getrokken door het menu Overvloeimodus boven in het palet Lagen te wijzigen van Normaal naar Fel licht en vervolgens Laag > Uitknipmasker maken te kiezen. Als hierdoor niet genoeg structuur wordt toegevoegd, kiest u Filter > Structuur > Structuurmaker voor de laag waarop u reliëf aanbrengt.

9. De foto verlevendigen. Als u nog meer effecten wilt, klikt u op de laag die de foto bevat (niet de structuur) en experimenteert u met de opties in het menu Laag > Laagstijl (ik ben gek op Slagschaduw en Schuine kant en reliëf). Het neemt slechts een uurtje in beslag en een bezoekje aan de handvaardigheidswinkel en u kunt werkelijk tientallen creatieve uitsnijdvormen maken. U hoeft er geen vormgever voor te zijn. Welnee, mors gewoon wat inkt op het papier: het ziet er veel interessanter uit dan een rechthoekige uitsnijding. Ik kan nauwelijks een tak tekenen en kijk eens naar het resultaat van mijn werk. Omdat de creatieve penselen van Photoshop kunnen worden gebruikt als vervanging voor alle handvaardigheidsartikelen, zijn de mogelijkheden werkelijk eindeloos.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 19 Lichtflits!

Lichtflits! Richard Harrington Een samenvatting van "Photoshop for Nonlinear Editors", ISBN 1-57820-209-4, Copyright © 2003, CMP Media LLC. Alle rechten voorbehouden. Richard Harrington is een ervaren vormgever op het gebied van bewegende beelden en de eigenaar van RHED Pixel (www.RHEDPixel.com), een bedrijf voor visuele communicatie. Harrington is in het bezit van verschillende certificaties uit de sector: Apple Certified Trainer, Avid Certified Instructor en twee Adobe Certified Expert certificaten.

Zoekt u een manier om een logo of tekst te verlevendigen? De twee meest gebruikte technieken om een logo in het oog te doen springen, zijn een oplichtende rand of een slagschaduw. Dit is gebaseerd op het principe van tekst op een patroon, dat ervan uitgaat dat een object met een contrasterende rand veel gemakkelijker te zien is op een drukke of bewegende achtergrond. Maar waarom zouden we gewoon doen? Door gebruik te maken van tegenlicht in een afbeelding, kunnen we dit dramatisch tegen de achtergrond doen uitkomen. Deze techniek werkt met bijna elk logo of elke tekst.

1. Het logo plaatsen. Plaats het logo waar u het op het scherm wilt hebben. Let erop dat u gebruikmaakt van een gebied met titelbeveiliging als u met videobestanden werkt. Gebruik de uitlijngereedschappen om het logo zo nodig te centreren. Opmerking: u kunt een nieuw document openen waarbij de hulplijnen voor actie- en titelbeveiliging worden getoond. Kies Bestand > Nieuw en kies vervolgens een vooraf ingesteld videodocument dat compatibel is met de standaard die wordt toegepast door uw videobewerkingssysteem.

Zelfstudie


2. De logolaag dupliceren. Maak een kopie van het logo door de laag te dupliceren: kies Laag > Laag dupliceren. Geef de gedupliceerde laag de naam Licht 1. Plaats de kopie boven op het originele logo.

3. De afbeelding opblazen! Pas Radiaal vaag toe op de gedupliceerde laag (Filter > Vervagen > Radiaal vaag). Stel de hoeveelheid in op 100, de vervagingsmethode op Zoomen en de kwaliteit op Goed. Klik op OK.

4. Opvullen. Laad de standaardkleuren door op D te drukken. Laad de laag met de naam Licht 1 door Cmd (Mac OS) of Ctrl (Windows) ingedrukt te houden en te klikken op de miniatuur in het palet Lagen. Vul de selectie door op Option + Delete (Mac OS) of Alt + Delete (Windows) te drukken. Maak de selectie van de laag ongedaan door Selecteren > Deselecteren te kiezen.

Zelfstudie


5. De selectie vergroten. Herhaal de cyclus van vervagen/laden/vullen totdat de stralen de gewenste lengte hebben. U kunt het laatste filter nogmaals toepassen door Filter > Radiaal vaag te kiezen (de bovenste menuopdracht). Hierdoor wordt het laatste filter toegepast met de waarden die daarvoor als laatst zijn gebruikt. In het voorbeeld (dat afkomstig is van een videobestand) heb ik de cyclus drie keer herhaald om dit effect te bereiken. Afhankelijk van de resolutie van de compositie moet u de combinatie vaker of minder vaak toepassen.

6. Inkleuren. Op de vervaagde laag met de naam Licht 1 past u de laagstijl Kleurbedekking toe door Laag > Laagstijl > Kleurbedekking te kiezen. Selecteer de gewenste kleur en pas de dekking naar wens aan. U krijgt een real-time voorvertoning van het werk te zien als u het vak Voorvertoning hebt ingeschakeld. Klik op OK.

Zelfstudie


7. Bouwen. Plaats de laag met de gloed, Licht 1, achter het logo door de laag in het palet Lagen onder de laag met het logo te slepen, zodat de stralen erlangs schieten. U kunt een achtergrond achter het logo plaatsen. U kunt er ook voor kiezen om er een extra laag met stralen bovenop te plaatsen. Pas de dekking aan zodat het lijkt alsof de kleur rondom het logo is gewikkeld.

8. Samenstellen (optioneel). Als u de afbeelding in een videotoepassing wilt opnemen, moet u een alfakanaal maken om de transparantie van de gloed op te slaan: Schakel het pictogram Zichtbaarheid uit voor alle lagen die u niet wilt opnemen in het alfakanaal. Maak vervolgens een nieuwe (lege) laag en zorg ervoor dat deze is geselecteerd. Kies Verenigen; zichtbaar in het submenu van het palet Lagen terwijl u Option (Mac OS) of Alt (Windows) ingedrukt houdt. De resulterende laag bevat alle samengevoegde elementen en de originelen blijven onveranderd. Houd Cmd (Mac OS) of Ctrl (Windows) ingedrukt en klik op de miniatuur van deze nieuwe laag om de selectie te laden en schakel vervolgens het pictogram Zichtbaarheid van deze laag uit. Ga naar het palet Kanalen en klik op het pictogram Selectie opslaan als kanaal onder in het palet. Wanneer het alfakanaal is gemaakt, kunt u de selectie opheffen door Selecteren > Deselecteren te kiezen. In het palet Lagen schakelt u de achtergrondlaag in en vult u deze met dezelfde kleur als de gloed. Dit zorgt ervoor dat u duidelijke randen krijgt in het alfakanaal doordat er geen overbodige kleurgegevens in de oplichtende gebieden voorkomen. Zorg dat er slechts één alfakanaal in het document staat. Kies vervolgens Bestand > Opslaan als en sla een kopie van het bestand op in een indeling die door het NLE-systeem wordt herkend, zoals PICT of TARGA. Let erop dat het vakje Opslaan: Alfakanalen is ingeschakeld zodat het alfakanaal wordt ingesloten.

9. Conclusie. Dit is een van de vele technieken voor het verbeteren van logo’s en tekst voor videobeelden uit het boek Photoshop for Nonlinear Editors van Richard Harrington.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 23 Totale contrastregeling met twee afbeeldingen

Totale contrastregeling met twee afbeeldingen George DeWolfe Afkomstig uit Digital Fine Print Workshop door George DeWolfe. www.georgedewolfe.com. George DeWolfe is hoofdredacteur van de tijdschriften Camera Arts en View Camera. Hij geeft over de hele wereld workshops in digitale fotografie. Hij heeft gestudeerd met Ansel Adams en Minor White en heeft een doctoraaldiploma in de fotografie behaald aan het Rochester Institute of Technology. Zijn afdrukken maken deel uit van vooraanstaande nationale collecties en privécollecties.

Contrast is het ultieme technische probleem bij fotografie. Bij de traditionele wijze van foto’s afdrukken is de belangrijkste beperkende factor het bereik van het papier, of 5 f-stops bij details van hooglicht naar schaduw. Om deze reden werd het Zonesysteem bedacht, zodat de belichting en ontwikkeling van het negatief konden worden aangepast aan de afdruk. In de donkere kamer gebruikt men ook verschillende papiersoorten met contrastgradaties of verschillende instelbare contrastfilters voor het afstellen van het contrast. In Photoshop maak ik gebruik van de volgende techniek voor het corrigeren en aanpassen van het algehele contrast van digitale afbeeldingen. De techniek werkt met twee digitale bestanden die afkomstig zijn van een digitale camera op een statief. De ene afbeelding is genomen voor de hooglichten en de andere voor de schaduwen. De twee afbeeldingen worden in het palet Lagen met behulp van Laagmasker en Curven tot een naadloze afbeelding gecombineerd die de hooglichten van de ene afbeelding en de schaduwen van de andere afbeelding bevat. En verder een goede mix van middentoonwaarden.

1. De twee afbeeldingen combineren en uitsnijden. Open zowel de onderbelichte als de overbelichte afbeelding in Photoshop. Klik op de onderbelichte afbeelding en sleep deze (met het gereedschap Verplaatsen terwijl u Shift ingedrukt houdt) boven op de overbelichte afbeelding. De onderbelichte afbeelding wordt nu op een laag boven de overbelichte afbeelding (die hiermee de achtergrond wordt) geplaatst. Selecteer Laag 1 in het palet Lagen, stel de overvloeimodus in op Verschil en lijn de twee afbeeldingen indien nodig uit met het gereedschap Verplaatsen.

Zelfstudie


Snij de afbeeldingen nu bij. Door de afbeelding al in de eerste stap bij te snijden, zorgt u dat de afbeeldingen uitgelijnd blijven ook als u Laag 1 een heel klein beetje verschuift. Sla de afbeelding op (Bestand > Opslaan als) als Combo en sluit de 2 originele afbeeldingen zonder deze op te slaan. Ga terug naar de overvloeimodus Normaal.

2. Laagmasker maken en de achtergrondlaag erin plakken. In Combo maakt u een laagmasker (Laag > Laagmasker toevoegen > Alles tonen) op Laag 1. Selecteer de achtergrondlaag (Selecteren > Alles) en kopieer deze (Bewerken > Kopiëren). Houd Option (Mac) of Alt (Windows) ingedrukt en klik op het laagmasker (het documentvenster wordt nu wit weergegeven). Plak de achtergrondlaag (Bewerken > Plakken) in het laagmasker. De laag wordt geplakt als een Zwart-witmasker.

3. Een nieuw venster maken. Ga naar Venster > Ordenen > Nieuw venster voor Combo.psd om de effecten van het masker te bekijken. Omdat u met het masker werkt, krijgt u niet de werkelijke afbeelding te zien. Daarom maakt u het nieuwe venster.

Zelfstudie


4. Het masker vervagen. Klik op het laagmasker en kies Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen voor het masker met een straal van 5–50 pixels. U moet net voldoende vervagen om alle structuur en details te verwijderen.

5. Het maskercontrast aanpassen met curven. Selecteer Afbeelding > Aanpassingen > Curven en pas het contrast en de helderheid van het masker aan tot de afbeelding in het nieuwe venster er correct uitziet. Gebruik hier niet de aanpassingslaag voor curven omdat u nog steeds werkt aan het laagmasker. Sluit het nieuwe venster nadat u de Curven hebt aangepast.

Zelfstudie


6. De afbeelding samenvoegen. Maak de selectie ongedaan en voeg de afbeelding samen (Laag > Eén laag maken).

7. Conclusie. Het mooie van Photoshop is dat we veel meer kunnen sleutelen aan het algehele contrast dan bij traditionele foto’s, omdat we gebruik kunnen maken van zowel zwart-wit- als kleurenfoto’s. Met deze techniek bent u vrijer in het fotograferen en kunt u met gemak extreme lichtsituaties vastleggen.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 27 Tekenen met digitaal licht

Tekenen met digitaal licht Dave Montizambert Afkomstig van de zelfstudie-cd Digital Light Painting van www.softwarecinema.com door Dave Montizambert. Dave Montizambert is een succesvol reclamefotograaf. Hij geeft internationale trainingen en schrijft boeken over digitale fotografie. www.montizambert.com

Tekenen met digitaal licht is een krachtige Photoshop-techniek die kan worden gebruikt om levenloze afbeeldingen tot kunststukjes te verheffen. In feite is dit het digitale equivalent van de fotografische lichttechniek 'tekenen met licht'. Tekenen met licht moet in een betrekkelijk donkere omgeving worden uitgevoerd zodat met een kleine handbediende lichtbron lichtenergie op het onderwerp kan worden geworpen gedurende een lange belichting. Dit kunstzinnige lichteffect werkt goed bij onderwerpen die stilstaan, maar schiet te kort bij bewegende onderwerpen zoals mensen. Het tekenen met licht van mensen levert vaak statische resultaten op. Tekenen met digitaal licht heeft grote voordelen ten opzichte van tekenen met licht. Het is geen 'blindelings eenrichtingsproces': het tekeneffect is meteen zichtbaar, u kunt het steeds aanpassen en u hoeft niet in het donker te zitten werken. Deze techniek werkt het best met een vlakke belichting. Frontaal licht is dus het meest geschikt. Alle hooglichten en schaduwen worden gemaakt in Adobe Photoshop.

1. De afbeelding donkerder maken. Open een correct belichte versie van de afbeelding en kies vervolgens Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Curven. Om het contrast van de afbeelding donkerder en vlakker te maken, worden twee punten van de samengestelde curve gewijzigd. Sleep de hooglichtwaarde 255 die aan het boveneinde van de curve staat, naar beneden naar 107. Verlaag waarde 64 (het 25%-punt vlakbij de onderkant van de curve, de zogeheten 1/4-toon), naar waarde 14. Deze getallen verschillen per afbeelding.

Zelfstudie


2. Het laagmasker tekenen. Klik op het laagmasker Curven in het palet Lagen. Kies zwart als de voorgrondkleur en teken met een lage instelling voor stroom over de afbeelding met het airbrushkenmerk dat u voor het penseel hebt geselecteerd. Zo bereikt u een geleidelijke toename van zwart in de geselecteerde gebieden. Deze zwarte gebieden verbergen de invloed van de donkerder makende curve, zodat de normale belichting van de laag met de achtergrondafbeelding erdoorheen komt. Om het ingetekende licht van een zachte rand te voorzien, heb ik 5% of minder stroomdruk voor de airbrush gebruikt voor een geleidelijke opbouw. Met deze tekentechniek met digitaal licht lijkt het alsof u licht rechtstreeks op het onderwerp tekent!

3. Extra effecten. U ziet dat het digitaal tekenen de afbeelding een spookachtig, ongrijpbaar uiterlijk geeft. Ik voeg gewoonlijk het volgende toe om deze indruk nog te versterken: Verzachten: Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen > Straal. Ik heb gebruikgemaakt van 7 pixels bij deze afbeelding van 2587x1896 pixels. Het korreleffect: Filter > Ruis > Ruis > Hoeveelheid 21 > Distributie: Gaussiaans > Monochromatisch. Het blauwrode kleurverschuivingseffect: maak een nieuwe aanpassingslaag met Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Curven. In het dialoogvenster Curven selecteert u het rode kanaal. Sleep 194 naar 208, 128 naar 160 en 64 naar 88. Selecteer het blauwe kanaal en sleep 125 naar 153.

Zelfstudie


4. Conclusie. Tekenen met digitaal licht is een stukje fotografische geschiedenis in ontwikkeling. Hiermee wordt Adobe Photoshop van een nabewerkingsproduct een belichtingshulpmiddel. We nemen digitale beelden van de onderwerpen, openen deze rechtstreeks in Photoshop en gaan met licht tekenen terwijl het onderwerp aanwezig is en de set nog niet is afgebroken. Compromissen worden overbodig omdat u de set, het onderwerp of de belichting kunt bijstellen en het beeld zonodig opnieuw kunt vastleggen. Tekenen met licht op mensen in Adobe Photoshop is een uitstekend voorbeeld van het digitaal verbeteren van een traditionele techniek. Hiermee hebt u complete vrijheid bij het vastleggen van bewegende, ademende onderwerpen met al hun verschillende stemmingen en uitdrukkingen, en kunt u nog steeds een schilderachtig lichteffect bereiken. Ik kies niet meer zo gauw voor tekenen met licht op de traditionele manier nu ik een superieur product kan maken met veel minder moeite en in veel minder tijd.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 30 Houtsneden

Houtsneden Sherry London Afkomstig uit Sherry London’s online Photoshop-cursussen van Education to Go (http://www.ed2go.com). Sherry London (http://www.sherrylondon.com) is de auteur van talloze boeken over Photoshop, Illustrator, Painter en After Effects, waaronder Photoshop 7 Magic dat zij samen met Rhoda Grossman schreef. Sherry London schrijft ook voor Photoshop User magazine en geeft online Photoshop-cursussen voor Education to Go (http://www.ed2go.com).

De houtsnede is altijd populair. Het is een veelgebruikte techniek in Illustrator, maar ook in Photoshop snel en goed uit te voeren. Er zijn vele manieren om deze techniek aan te passen en toe te voegen, maar hier volgt een standaard houtsnede-afbeelding waarbij een foto als basisafbeelding is gebruikt.

1. De afbeelding voorbereiden. Kies Afbeelding > Dupliceren > OK om een kopie te maken van de originele afbeelding. Werk nooit met het origineel, maar uitsluitend met een kopie. Sluit nu de originele afbeelding en laat de kopie geopend.

Zelfstudie


2. De lagen voorbereiden. Sleep de achtergrondlaag van de afbeelding naar het pictogram Nieuwe laag maken onder in het palet Lagen. De nieuwe laag krijgt de naam Achtergrond kopie. Dubbelklik op de laagnaam in het palet Lagen en vervang de standaardnaam door Houtsnedelaag.

3. De overvloeimodus wijzigen. Wijzig de overvloeimodus van de laag Houtsnede van Normaal naar Vermenigvuldigen door op Normaal boven in het palet Lagen te klikken en Vermenigvuldigen te selecteren in de vervolgkeuzelijst. De afbeelding ziet er donker uit, maar doordat de modus nu is veranderd in Vermenigvuldigen, kunt u de filters en de opdrachten die u gaat gebruiken beter zien.

4. Hooglichten toepassen. Kies Filter > Overige > Hooglichten en stel de straal in op 1,6. Klik op OK. Ik maak steeds gebruik van deze instelling omdat er veel details in de afbeelding bewaard blijven. Vanwege de modus Vermenigvuldigen ziet u het filter Hooglichten niet echt op de afbeelding, maar het filter heeft van de Houtsnedelaag een grijswaardenafbeelding gemaakt met een laag contrast.

Zelfstudie


5. De laag Houtsnede omzetten in zwart-wit. Kies Afbeelding > Aanpassingen > Drempel. De standaarddrempelwaarde is 128. U kunt deze waarde accepteren, maar ik breng de hoeveelheid zwart op de afbeelding meestal terug tot maximaal 127. Sleep de schuifregelaar Drempelwaarde naar 127 en klik op OK. Met deze stap wordt het uiterlijk van de houtsnede in feite gemaakt. Met de overvloeimodus Vermenigvuldigen kunt u het resultaat op de afbeelding bekijken. Hoe lager u de Drempelwaarde kiest, des te minder "houtsnede" u te zien krijgt.

6. De achtergrond vervagen. Maak de achtergrondlaag actief door op dit pictogram te klikken in het palet Lagen. Kies Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen met een straal van 6,3. Klik op OK. Pas deze instelling aan aan uw eigen voorkeuren en ga daarbij uit van de gewenste hoeveelheid zachtheid en de afmetingen van de afbeelding. Bij afbeeldingen met grotere afmetingen is een grotere straal nodig om dezelfde hoeveelheid zachtheid te verkrijgen.

Zelfstudie


7. Conclusie. Bij deze techniek zijn veel aanpassingen mogelijk. U kunt de afbeelding in de achtergrond geheel wijzigen omdat de houtsnede de afbeeldingsdetails levert. U kunt de opdracht Niveaus gebruiken om de achtergrond lichter te maken als deze te donker is. U kunt de instelling van het filter Hooglichten variëren zodat de houtsnede minder details krijgt. Ik gebruik regelmatig het filter Filter > Ruis > Stof & krassen met een straal van 20 en een drempel van 0 in plaats van het filter Gaussiaans vervagen. Op veel afbeeldingen geeft Stof & krassen een beter resultaat dan het filter Gaussiaans vervagen als u de originele afbeeldingskleuren wilt behouden. U kunt fijnere details creëren door de techniek toe te passen op een afbeelding die groter is dan u nodig hebt en vervolgens de opdracht Afbeelding > Afbeeldingsgrootte gebruiken om het aantal pixels van de afbeelding te wijzigen naar een kleinere afmeting. Bij de afbeelding die hieronder wordt getoond, zijn al deze wijzigingen doorgevoerd. U kunt tenslotte alle stappen opslaan als een handeling die u met één klik kunt toepassen.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 34 Fotofilters toepassen

Fotofilters toepassen Katrin Eismann www.photoshopdiva.com. Katrin niet alleen vormgever, maar ook trainer en auteur. Ze haalde haar kandidaats in Photographic Illustration aan het Rochester Institute of Technology en haar doctoraal in Design aan de School of Visual Arts. Ze was ook medeauteur van Web Design Studio Secrets, Adobe Photoshop Studio Secrets, Real World Digital Photography en schreef Photoshop Restoration and Retouching. Ze werkt momenteel aan een nieuw boek: Photoshop Masking & Compositing.

Hoe vaak gebeurt het niet dat u uw foto’s ophaalt bij de fotowinkel en u onaangenaam wordt verrast door de kleur? U weet bijna zeker dat het gefotografeerde landschap niet zulke blauwe schaduwen had of dat het licht in de kamer niet oranje was toen u de foto’s nam. Voor uw ogen is licht neutraal, dat wil zeggen al het licht wordt naar wit toe uitgebalanceerd. Een kleurenfilm past zich echter niet aan het licht aan maar legt het licht vast zoals het werkelijk is. Op een heldere, zonnige dag zijn de schaduwen bijvoorbeeld blauw (zoals u ziet aan de linkerkant van afbeelding 1). Bij foto’s die zijn genomen onder tl-verlichting ziet alles er groen uit (zoals u ziet aan de linkerkant van afbeelding 2). Professionele fotografen maken gebruik van filters voor kleurconversie en het in balans brengen van licht tijdens het maken van kleurenfoto’s. Dit wordt gedaan om ongewenste kleurzwemen te compenseren die kunnen optreden op bepaalde uren van de dag, op grotere hoogte, of bij kunstlicht. Bovendien gebruiken fotografen fotofilters om kleuren warmer of koeler te doen lijken en zo op subtiele wijze de stemming of de kleurweergave van de foto te verbeteren.

1. Welk filter gebruiken en wanneer. De fotofilters voor aanpassingslagen in Photoshop bootsen de filters na die professionele fotografen gebruiken voor het corrigeren van verschuivingen en aantastingen van de kleurtemperatuur. De twee voornaamste typen filters voor kleurcompensatie zijn bedoeld om kleuren warmer of koeler te doen lijken. De filters om kleuren warmer te doen lijken zijn oranje tot geelbruin van kleur en verwijderen blauwe en groenblauwe kleuren. De filters om kleuren koeler te doen lijken zijn blauw van kleur en verwijderen rood, groen en geel.

Zelfstudie


Het filter 85 is een filter om kleuren warmer te maken. Het is geelbruin van kleur en wordt gebruikt voor het accentueren van de warme kleuren van een zonsopgang of -ondergang en het verrijken van de kleurtonen van de huid. Het filter 81 is een milder filter om kleuren warmer te maken. Het is lichtgeelbruin van kleur en wordt gebruikt voor het verwijderen van blauwe tonen in foto’s die zijn genomen op een bewolkte dag of voor het verwijderen van blauwe schaduwen in een zonnig landschap. Dit filter is ook uitermate geschikt om warmte toe te voegen aan portretten. Het filter 80 is een filter om kleuren koeler te maken. Het is blauw van kleur en wordt gebruikt voor het corrigeren van foto’s met een sterk gele of oranje kleurzweem die is veroorzaakt doordat foto’s zijn genomen bij kunstlicht of kaarslicht. Het filter 82 is een milder filter om kleuren koeler te maken. Het wordt gebruikt om aan watervallen of sneeuw een enigszins blauwe gloed te geven, waarmee de koelte van het onderwerp wordt benadrukt.

2. Schaduwen neutraal maken. De foto van de Portugese kerk werd genomen op een heldere herfstmiddag en zoals u kunt zien zijn de schaduwen te blauw en onaantrekkelijk koel. Ter compensatie heb ik gebruikgemaakt van de fotofilteraanpassingslaag van Photoshop. Klik op Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Fotofilter. Klik op het keuzerondje Filter en selecteer het warme filter (81) om de blauwe schaduwen te neutraliseren. Pas de schuifregelaar voor dichtheid aan. In dit geval heb ik een dichtheid van 20% gebruikt. Door de overvloeimodi te wijzigen kunt u het kleurcorrectie-effect accentueren en door de overvloeimodus op Bedekken, Zwak licht of Fel licht te zetten, kunt u heel snel uitstekende resultaten behalen, zoals u hier ziet. Van links naar rechts: geen correctie, 81 met 20% dichtheid en 81 met 20% dichtheid ingesteld op de overvloeimodus Zwak licht.

Zelfstudie


3. Tl-verlichting corrigeren. foto’s die zijn genomen in een kantoor of een museum krijgen vaak een groen waas, dat wordt veroorzaakt door de tl-verlichting. U kunt aangepaste fotofilters maken voor het corrigeren van belichting die problemen geeft. Neem een kleurmonster van de foutieve kleur (in dit voorbeeld de kleur groen). Maak een nieuw document van 10 bij 10 pixels en vul dit met de kleur van het kleurmonster. Kies Afbeelding > Aanpassingen > Omkeren. Ga terug naar de afbeelding met de foutieve kleur en kies Laag > Nieuwe aanpassingslaag > Fotofilter. Klik op het keuzerondje Kleur, klik op het kleurvierkantje en gebruik de Kleurkiezer om een monster te nemen van de omgekeerde kleur van het 10 bij 10 pixelbestand en klik vervolgens op OK.

4. Conclusie. Al met al bieden de fotofilters van Photoshop u een subtiele mogelijkheid tot het verbeteren van afbeeldingen. Omdat fotofilters aanpassingslagen van de afbeelding zijn, hebt u bovendien het voordeel dat u de sterkte ervan kunt aanpassen via de dekking en de overvloeimodi, en kunt u met laagmaskers regelen waar de correcties moeten worden toegepast. We zeggen niet dat u expres slechte foto’s neemt, maar nu kunt u foto’s verbeteren die niet zo goed uit de verf zijn gekomen.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 37 Gif-animatie: veegeffect

Gif-animatie: veegeffect Michael Baumgardt Michael Baumgardt is Duitslands meest gerespecteerde en bekendste schrijver op het gebied van webontwerp en desktop publishing. Hij heeft ruim 17 boeken in Duitsland en de VS uitgebracht en is een van de grootste experts op dit gebied. Zijn boek "Web Design with Photoshop" wordt beschouwd als het standaardwerk over dit onderwerp. Dit boek is over de hele wereld uitgebracht en vertaald. Veel technieken die hij heeft ontwikkeld, worden vandaag de dag gebruikt door webontwerpers en met Photoshop toegepast.

Wilt u een banner maken die de aandacht van de kijker trekt? Een van de gemakkelijkste manieren waarop dit kan worden gedaan, is het vegen tussen twee afbeeldingen. Met deze techniek wordt het bestand niet veel groter dan bij gewoon afwisselende afbeeldingen.

1. Een laagset maken. Voor het werken met deze techniek moeten alle lagen in laagsets staan. Voor elk veegeffect hebt u één laagset nodig. Als u wilt terugvegen naar de eerste afbeelding, moet u de eerste laagset kopiëren met behulp van de opdracht Laagset dupliceren in het popup-menu van het palet Lagen.

2. Laagmaskers toevoegen. Alle laagsets (met uitzondering van de onderste) moeten een laagmasker krijgen. Selecteer de laagset en klik op het laagmaskerpictogram onder in het palet Lagen.

Zelfstudie


3. De laagmaskers ontkoppelen. De truc achter het maken van een veegeffect is dat u het laagmasker onafhankelijk van de inhoud laat bewegen. Hiertoe moeten het laagmasker en de laag worden ontkoppeld. Klik op het kettingpictogram tussen de laag en het laagmasker.

4. Het eerste laagmasker vullen. De volgende stap is het transparant maken van de lagen door het laagmasker te vullen met 100% zwart, waardoor de inhoud geheel wordt gemaskeerd. Begin met de bovenste laag (zodat u daadwerkelijk kunt volgen wat er gebeurt) en selecteer het laagmasker door er op te klikken en het vervolgens te vullen met het Emmertje of gebruik Bewerken> Vullen.

5. Het tweede laagmasker vullen. Selecteer het tweede laagmasker en vul het met zwart. De onderste laag wordt nu zichtbaar omdat de twee laagsets erboven laagmaskers hebben die transparant zijn. Open het palet Animatie (Venster > Animatie) en maak een nieuw frame in het palet Animatie. Het is belangrijk dat het tweede frame in het palet Animatie actief blijft voordat u verdergaat met de volgende stap. Als het frame niet actief is, klikt u er op en gaat u door naar de volgende stap.

Zelfstudie


6. Het laagmasker animeren. Klik op het laagmasker van de tweede laagset (in dit voorbeeld is dat de middelste) en ga naar het gereedschap Verplaatsen in het gereedschapspalet. U kunt nu het laagmasker verplaatsen terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt (om alleen horizontaal te verplaatsen). Nog gemakkelijker is het om Shift ingedrukt te houden en op de pijltjestoets naar rechts te drukken totdat het laagmasker helemaal naar rechts is verplaatst.

7. Het tweede laagmasker verplaatsen. Selecteer het laatste frame (in het venster Animatie) en maak twee extra hoofdframes door te klikken op het pictogram Nieuw frame onder in het palet Animatie. Selecteer het laatste frame voordat u doorgaat en selecteer vervolgens het laagmasker van de bovenste laag in het palet Lagen. Ga opnieuw naar het gereedschap Verplaatsen en gebruik de pijltjestoets om het masker naar rechts te verplaatsen. Tijdens dit proces moet de onderste laag geleidelijk aan weer zichtbaar worden.

Zelfstudie


8. Frames tussenvoegen. Voor het creëren van de animatie moet u nu de frames tussen de frames maken. Dit doet u met de opdracht Tussenvoegen waarmee de frames automatisch worden ingevoegd. Selecteer de eerste twee frames en gebruik vervolgens de opdracht Tussenvoegen in het popup-menu van het palet. Elk aantal frames kan worden ingevoegd, maar over het algemeen worden 10 tot 20 frames gebruikt.

9. Frames tussenvoegen voor de laatste twee hoofdframes. Selecteer de laatste twee hoofdframes en herhaal dezelfde procedure. Hierdoor wordt de lus voltooid en als u inderdaad wilt dat de animatie een lus maakt, selecteert u Altijd in het palet Animatie.

10. De vertraging instellen en de animatie uitvoeren. U wilt waarschijnlijk dat de animatie even pauzeert na elk veegeffect. Selecteer het laatste frame nadat de veeg is voltooid en wijzig de vertraging naar 2 seconden. Selecteer vervolgens het allerlaatste frame in de animatie en stel dat ook in op 2 seconden. Als u de animatie wilt bekijken, klikt u op de knop Afspelen. U kunt de animatie het best bekijken in de browser door op de knop Voorvertoning in standaardbrowser in de gereedschapset te klikken, omdat u alleen dan een nauwkeurig idee krijgt van hoe snel de animatie wordt afgespeeld.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 41 Werken met Vage lens

Werken met Vage lens Martin Evening Martin Evening is een in Londen woonachtige reclamefotograaf en een expert op het gebied van fotografie en digitale beeldbewerking. Evening is in Londen welbekend vanwege zijn werk in de mode- en modellenwereld en tevens als schrijver van Adobe Photoshop for Photographers.

Op deze foto ziet u een tafel met een plant erop op een balkon tegen een tropische achtergrond. Ik ga proberen om alles op de achtergrond minder scherp te maken. Als ik het filter Gaussiaans vervagen gebruik, kan ik de achtergrond gemakkelijk vervagen, maar is het totale resultaat niet erg overtuigend. Ik wil hier het filter Vage lens introduceren, dat nieuw is in Photoshop. Met het filter Vage lens is het nu mogelijk realistische vervagingen te maken waarbij bepaalde gebieden van de afbeelding eruitzien alsof ze expres niet zijn scherpgesteld.

1. De omtrek bepalen. Om te beginnen heb ik de pen in Photoshop gebruikt voor het tekenen van een penpad rondom de bladeren van de plant en de tafel. Ik heb het tijdelijke pad opgeslagen als een nieuw pad en vervolgens het opgeslagen pad geconverteerd naar een selectie. Daarna heb ik de selectie omgekeerd om het buitenste gebied te selecteren door in het menu Selecteren de optie Selectie omkeren te kiezen. De selectie is vervolgens gedoezeld met 2 pixels. Met de selectie nog steeds actief heb ik Nieuw > Laag via kopiëren in het menu Laag gebruikt (Command/Ctrl-J) om het geselecteerde gebied te kopiëren en te plaatsen op een afzonderlijke, nieuwe laag boven de achtergrondlaag.

Zelfstudie


2. Een dieptemasker maken. Ik heb het penpad opnieuw geladen als een selectie en op de knop Selectie opslaan als kanaal geklikt in het palet Kanalen. Hiermee wordt een nieuw alfakanaal gemaakt. Vervolgens heb ik nog een penpad getekend voor het bepalen van de omtrek van de tafelrand min het gedeelte waar de lijnen van de bloempot en de tafel samenvallen en ook dit naar een selectie geconverteerd. Met het alfakanaal actief heb ik het gereedschap Verloop ingesteld op zwart als voorgrondkleur, de knop Gespiegeld verloop geselecteerd in de gereedschapsoptiebalk en het gereedschap Verloop ingesteld op de overvloeimodus Raster. Het resulterende alfakanaal kan worden gebruikt als dieptetoewijzing voor het filter Vage lens.

3. Het dialoogvenster Vage lens. Vervolgens heb ik de gekopieerde laag in het palet Lagen actief gemaakt en in het menu Filter Vervagen > Vage lens gekozen. In het gedeelte Diepte toewijzen ziet u dat het zojuist gemaakte alfakanaal is geselecteerd als de bron. De waarde bij Brandpuntsafstand vervagen correspondeert met de pixelwaarde van het dieptetoewijzingsmasker. In dit voorbeeld waarbij de waarde is verminderd, past het filter geleidelijk aan meer vervaging toe op de afbeelding op basis van de toongradatie binnen het alfakanaal dat hier is geselecteerd. In principe wordt de dieptetoewijzing gebruikt voor het maken van een zeer geringe velddiepte waarbij de scherpstelling vermindert zowel achter als voor de plant.

Zelfstudie


U ziet ook de heldere hooglichten in het dialoogvenster Voorvertoning. Deze zijn te zien als irisvormige hooglichten die u kunt instellen in het gedeelte Iris. Kies een vorm voor de iris in het menu Vorm en stel vervolgens de regelaars eronder in om de afmetingen, kromming en rotatie aan te passen. Om te bepalen waar de hooglichten versterkt moeten worden weergegeven, stelt u de drempel bij Spiegelende hooglichten in op een waarde die iets lager is dan 255 en past u de helderheid aan om het gewenste effect te krijgen.

4. Conclusie. Als u het uiteindelijke resultaat vergelijkt met de originele afbeelding ziet u dat de vervaagde achtergrond er zeker overtuigender uitziet. Door de heldere lucht lijkt het licht rondom de stammen van de palmbomen te flakkeren en de heldere hooglichtpunten in de afbeelding zijn versterkt tot onscherpe iris-vormen. Door de dieptetoewijzing lijken gedeelten van tafel ook enigszins onscherp.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 44 Door een glas kijken

Door een glas kijken Doc Baumann Afkomstig uit "DOCMA - Doc Baumanns Magazin für digitale Bildbearbeitung", online editie, herfst 2003. Doc Baumann is een bekend schrijver, journalist, Photoshop-vormgever en kunstwetenschapper in Duitsland. Hij houdt zich al sinds 1984 bezig met digitale vormgeving en heeft er vanaf 1987 over geschreven. In 2002 is hij begonnen met een eigen tijdschrift.

Hieronder wordt een techniek besproken waarbij een glazen voorwerp digitaal wordt toegevoegd in de voorgrond en het lijkt alsof het voorwerp deel uitmaakt van de originele foto. De truc is het glas zorgvuldig te fotograferen, waarbij u let op de glans en de schaduwen. Vervolgens maakt u het glas transparant en vervormt u de foto zodat u door het glas kunt kijken. Het resultaat ziet er overtuigend uit, al is het optisch dan niet correct.

1. Het glazen voorwerp fotograferen. Fotografeer het glas in de voorgrond met een middelgrijze achtergrond, niet met wit. Gebruik een belichting waarbij het glas een driedimensionaal, glanzend uiterlijk krijgt. Probeer het oppervlak van het glas helderder te maken dan de vlakke gedeelten waar u uiteindelijk de achtergrond doorheen ziet.

2. Een masker maken. Gebruik een willekeurig gereedschap om een selectie van het voorwerp te maken. Ik heb met het penseel en het Snelmasker gewerkt om de selectie te verfijnen. Sla de selectie op in een nieuw kanaal met Selecteren > Selectie opslaan.

Zelfstudie


3. Een vervormingsstructuur maken. Dupliceer het document met Afbeelding > Dupliceren en converteer het naar de grijswaardenmodus (Afbeelding > Modus > Grijswaarden). Laad de selectie van het glazen voorwerp (Selecteren > Selectie laden), keer de selectie om met Selecteren > Selectie omkeren en vul de selectie met 50 procent grijs. Maak de selectie van het glas ongedaan (Ctrl+D op Windows, Cmd+D op de Mac) en pas vervolgens het filter Gaussiaans vervagen toe (Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen) met een kleine straal om de afbeelding zachter te maken. Sla de afbeelding op als een .psdbestand. U gebruikt het bestand later als een vervormingsstructuur voor het glas.

4. De achtergrondfoto voorbereiden. Open een afbeelding die u wilt gebruiken als achtergrond. Als u de illusie van diepte wilt versterken, vervaagt u de achtergrondafbeelding een beetje. Kies Filter > Vervagen > Gaussiaans vervagen en stel de regelaar Straal in op de gewenste hoeveelheid vervaging. Voor een juist perspectief van het voorwerp heb ik een houten vlak eronder toegevoegd.

Zelfstudie


5. De compositie samenstellen. Houd de achtergrondafbeelding geopend. Laad het masker in de originele glasfoto als een selectie (Selecteren > Selectie laden). Kies Bewerken > Kopiëren en kies in de achtergrondafbeelding Bewerken > Plakken om het glas voor in de achtergrondafbeelding te plakken.

6. De overvloeimodus van de glaslaag instellen op Fel licht. In het palet Lagen selecteert u de laag met het glas erop en kiest u Fel licht in het menu Overvloeimodus. Gewoonlijk krijgt u een goed resultaat door de glaslaag in te stellen op Fel licht, maar u kunt het resultaat verfijnen door middel van de opties voor overvloeien. In het palet Lagen dubbelklikt u op de miniatuur in de glaslaag om het dialoogvenster Laagstijl te openen. Onder in het dialoogvenster Laagstijl kunt u de waarderegelaars verplaatsen om verfijningen aan te brengen. Druk op Alt (Windows) of Option (Mac) om de regelaars te splitsen en het bereik van de waarden voor overvloeien in te stellen.

Zelfstudie


7. Het glas een groene tint geven. Als u het glas een tint wilt geven, dupliceert u de laag door Laag > Laag dupliceren te kiezen. In het palet Lagen selecteert u het pictogram Transparante pixels vergrendelen en vult u het voorwerp vervolgens met de gewenste kleur. Stel de overvloeimodus van de laag in op Bedekken en verminder de dekking totdat de afbeelding er realistisch uitziet.

8. Het glas vervormen. Selecteer in het palet Lagen de achtergrondlaag en kies Filter > Vervorm > Glas. Onder Structuur selecteert u Structuur laden en opent u de structuur die u hebt voorbereid in stap 3. Begin niet met een selectie! Schalen moet op 100 procent worden ingesteld. Pas de instellingen voor vervorming en vloeiendheid aan tot u tevreden bent met het resultaat. Probeer of de optie Negatief een beter effect oplevert. U kunt ook het voorwerp laden als een selectie op de achtergrondlaag en experimenteren met het filter Verplaats.

Zelfstudie


9. Ongewenste vervorming verwijderen. Het filter Glas geeft vaak vervormingen aan de randen. Verwijder deze vervormingen door het voorwerp te laden als een selectie op de achtergrondlaag, de selectie om te keren en een positie in het palet Historie te kiezen voor het gebruik van het filter. Vul tenslotte de selectie met de historiestaat.

10. Het glas is voltooid. Dit is het uiteindelijke resultaat. Hoewel de vervormde achtergrond er niet helemaal hetzelfde uitziet als wanneer u echt door dit glas zou kijken, zal het de meeste kijkers niet opvallen. Het is goed genoeg voor een overtuigende compositie.

Zelfstudie

ADOBE PHOTOSHOP CS TIPS EN TRUCS 49 Regendruppels

Regendruppels Greg Vander Houwen Afkomstig van de website http://www.photoshoptechniques.com. Greg Vander Houwen is de bedenker van PhotoshopTechniques.com. Hij is een van Adobe’s 'Digitale meesters' en lid van de 'Magnificent 7' van Adobe. Hij is een kunstenaar in hart en nieren en illustrator van beroep. Zijn werk kunt u zien op http://www.netcandy.com/interact/.

Ik was aan het experimenteren met de geavanceerde functies van het dialoogvenster Laagstijlen en ontdekte daarbij een paar zeer handige technieken die kunnen worden toegepast bij het maken van transparantie-effecten. De reeks voor dit 'watereffect' is helemaal met één laagstijl gevormd. Wanneer de reeks eenmaal klaar is, kan deze worden opgeslagen en toegepast op elke laag waarin een dekking met harde randen tegen een transparant veld voorkomt. Dit houdt ook in dat u kunt tekenen op de gestileerde laag en een 'live' effect teweeg kunt brengen dat mooi is om naar te kijken. Aanbevolen specificaties voor lettertypen en document: Bij de techniek wordt gebruikgemaakt van een aantal op pixels gebaseerde filters en op punten gebaseerde lettertypen. Daarom zijn deze specificaties belangrijk bij het vervaardigen van het effect. Afbeeldingsspecificaties: 1117 x 865 pixels bij 266 dpi, RGB-kleuren. Lettertypespecificaties: Present, Regular, 60-punts.

1. Een nieuwe laag toevoegen boven de laag die u nat wilt maken en een eerste druppelvorm tekenen. Ga nu naar Laag > Nieuw > Laag... en klik op OK of klik op het pictogram Nieuwe laag maken onder in het palet Lagen. Hierdoor wordt Laag 1 gemaakt. Druk op (D) voor standaardkleuren zodat zwart het voorgrondkleurvakje wordt. Activeer het Penseel (B) en stel dit in de optiebalk in op 19 pixels, harde randen, Normaal, Dekking 100%. Teken nu een beetje zwart op Laag 1 en kronkel een beetje met het penseel tijdens het tekenen. Dit wordt de eerste vorm die we gaan gebruiken om de laagstijl op te bouwen.

Zelfstudie


Activeer het gereedschap Zoomen (Z) en klik op de verfdruppel om in te zoomen voor een beter beeld.

2. Laagstijl samenstellen door de vuldekking te verminderen. Dubbelklik op de miniatuur van Laag 1 in het palet Lagen om het dialoogvenster Laagstijl te openen. Ga naar het gedeelte Geavanceerd overvloeien en wijzig de vuldekking in 3%. Hierdoor wordt de dekking van de vulpixels verminderd, maar blijft de vorm van de tekening op de laag behouden. Opmerking: door deze stap verdwijnt het zwart dat u op Laag 1 hebt getekend bijna helemaal.

3. Een kleine, intense slagschaduw toevoegen. Klik op de naam van de Slagschaduw (niet het selectievakje) in de lijst met effecten aan de linkerkant van het dialoogvenster. In het gedeelte Slagschaduw aan de rechterkant stelt u Dekking in op 100%, wijzigt u Afstand in 1 px en Grootte in 1 px. In het gedeelte Kwaliteit klikt u op de kleine pijl-omlaag aan de rechterkant van de miniatuur Contour en selecteert u de Gaussiaanse curve. Dit is de curve die eruitziet als een zachte glooiing (S).

4. Een zachte interne schaduw toevoegen. Klik op de naam Schaduw binnen in de lijst met effecten aan de linkerkant van het dialoogvenster. In het gedeelte Structuur stelt u Overvloeimodus in op Kleur doordrukken, Dekking op 43% en Grootte op 10 px.

Zelfstudie


5. Een extra interne schaduw toevoegen rondom de rand van de vorm. Klik op de naam Gloed binnen in de lijst met effecten aan de linkerkant van het dialoogvenster. In het gedeelte Structuur stelt u Overvloeimodus in op Bedekken, Dekking op 30% en het kleurvakje op zwart. U wijzigt het kleurvakje door er op te klikken om de Kleurkiezer te openen, de cursor naar zwart te slepen en vervolgens op OK te klikken.

6. Een hooglicht en interne gloed toevoegen aan de vorm. Klik op de naam Schuine kant en reliëf in de lijst met effecten aan de linkerkant van het dialoogvenster. Stel Techniek in het gedeelte Structuur in op Gegraveerd - hard, Diepte op 250%, Grootte op 15 px en Zachter maken op 10 px. Stel in het gedeelte Schaduw de optie Hoek in op 90, Hoogte op 30 en Dekking bij Modus markeren op 100%. Stel vervolgens de Schaduwmodus in op Kleur tegenhouden, het kleurvakje op wit en Dekking op 37%. Hiermee is de laagstijl compleet. Druk echter nog niet op OK.

Zelfstudie


7. Deze laagstijl opslaan voor toekomstig gebruik. Klik op de knop Nieuwe stijl aan de rechterkant van het dialoogvenster Laagstijl. Hiermee opent u een dialoogvenster waarin u deze laagstijl kunt benoemen en op OK kunt klikken om de laagstijl op te slaan. Opmerking: nadat u de laagstijl hebt opgeslagen, vindt u deze terug op de laatste miniatuurpositie onder Venster, Stijlen. Klik nu op OK om het dialoogvenster Laagstijl te sluiten. Klik in het palet Lagen op de pijl naast het pictogram Laagstijl (f) om de stijl te verbergen. Opmerking: u kunt nog meer druppels op Laag 1 tekenen. Controleer of het Penseel (B) actief is en teken waar u druppels wilt hebben. U kunt ook gebruikmaken van het Gummetje om bestaande druppels te bewerken of te verwijderen.

8. Een tekstlaag aan het document toevoegen. Activeer het gereedschap Tekst (T). Klik in de optiebalk boven aan het scherm op de paletknop om het palet Teken te openen. Selecteer het lettertype in het palet Teken. Stel de kleur in op zwart. Klik vervolgens op het tabblad Alinea en klik op de knop Tekst centreren linksboven in het palet. Klik nu in het midden van het document en voer de tekst 'Regendruppels' in. Als u de tekst wilt verplaatsen, zet u de cursor onder de tekst tot deze verandert in een verplaatsingspictogram en klikt en sleept u. Als u de tekst wilt toepassen, klikt u op het vinkje rechtsboven in de optiebalk of drukt u op Enter (Mac) of Ctrl-Enter (Windows). Hierdoor wordt de tekstlaag Regendruppels gerenderd.

9. Een nieuwe, witte laag toevoegen onder de tekstlaag en deze vervolgens samenvoegen met de tekstlaag. Terwijl de tekstlaag Regendruppels actief is, maakt u een nieuwe laag eronder door Command (Mac) of Ctrl (Windows) ingedrukt te houden en op het pictogram Nieuwe laag maken onder in het palet Lagen te klikken. Hiermee maakt u Laag 2. Vul Laag 2 met wit door op (D) te drukken om de standaardkleuren te laden. Ga vervolgens naar Bewerken, Vullen, Achtergrondkleur of druk op Command-Delete (Mac) of Ctrl-Backspace (Windows) om de laag te vullen met de achtergrondkleur. Klik op de laag Regendruppels om deze te activeren. Ga naar Laag, Verenigen; omlaag of druk op Command-E (Mac) of Ctrl-E (Windows). Hierdoor wordt de laag Regendruppels verwijderd en omlaag verenigd met Laag 2.

Zelfstudie


10. De rand van de verenigde laag met een filter ruwer maken. Terwijl Laag 2 actief is, gaat u naar Filter, Pixel, Kristal. Stel de Celgrootte in op 10 en klik op OK.

11. De ruwer gemaakte tekst/afbeelding vervagen. Terwijl Laag 2 actief is, gaat u naar Filter, Vervagen, Gaussiaans vervagen. Stel in het dialoogvenster de straal in op 5,0 pixels en klik op OK.

12. De rand van de zachter gemaakte tekstafbeelding harder maken door contrast toe te voegen. Terwijl Laag 2 actief is, kiest u Afbeelding > Aanpassen > Niveaus. In het dialoogvenster Niveaus stelt u de Invoerniveaus in op 160, 1,00 en 190 en klikt u op OK.

Zelfstudie


13. Een selectie laden van de tekst/afbeelding en de witte gebieden verwijderen. Als u een selectie wilt laden van Laag 2, drukt u op Command-Option-~ (Mac) of Ctrl-Alt-~ (Windows). U kunt dit ook doen door op het tabblad Kanalen te klikken en vervolgens te klikken op het pictogram Kanaal als selectie laden onder in het palet. De selectie wordt geladen met de geselecteerde witte gebieden. Druk op Delete (Mac) of Backspace (Windows) om de witte gebieden rondom de zwarte tekst te verwijderen. Maak nu de selectie ongedaan door Selecteren > Deselecteren te kiezen.

14. De opgeslagen laagstijl toepassen op de zwarte tekstlaag. Terwijl Laag 2 actief is, gaat u naar Venster, Stijlen om het palet Stijlen te openen. Zoek de opgeslagen stijl Regendruppels onder in de lijst met miniaturen en klik er op om de stijl toe te passen op Laag 2.

Zelfstudie

Adobe Photoshop CS. Tips en trucs van de experts

Recommend Documents