Adobe Photoshop 7.0 Workshop 2
MicDigital
In deze tweede Workshop gaan we met lagen leren werken. We gaan in deze Photoshop Workshop leren omgaan met het werkgebied. De beste manier om het werkgebied te verkennen is erin werken. We gaan een eenvoudige collage maken. Dus een deel van een foto op een andere achtergrond plakken zonder dat je kan zien dat deze foto bewerkt is. Dit is maar één voorbeeld van hoe je een figuur kan uitknippen. In Photoshop kan je op verschillende manieren een figuur uitknippen en op een andere achtergrond plakken. We zullen dit nog zien in ’t verdere verloop van deze cursus. We gaan ook leren omgaan met lagen (layers) omdat deze lagen eigenlijk de basis vormen van Photoshop. We bouwen onze foto laag voor laag op tot één geheel. Elke laag kan je dan later nog afzonderlijk bewerken.
1. De foto’s binnenhalen Open Photoshop Ga naar je bestandenbrowser aan de rechterkant van je werkgebied
En blader naar de foto’s die we gaan bewerken. Open de foto kerk.jpg door erop te dubbelklikken. Laat de foto in een venster staan, dus niet full screen. Dit gaat de achtergrond van onze collage worden. Ga terug naar je bestandenbrowser en dubbelklik op de foto jolien.jpg om deze eveneens te openen. Schuif deze foto zo dat je beide foto’s kan zien. (pas de vensters desnoods aan)
2 2. Een selectie maken en kopiëren.
Klik in je Gereedschapsset (Toolbox) op de lasso, of L op je toetsenbord. Trek nu een selectie rond het meisje. Dit komt niet zo nauw, we gaan ’t later toch aanpassen. Dus een ruwe selectie rond het meisje tot je terug bij je vertrekpunt komt. (Zie fig.)
Klik in je gereedschapskist op het Verplaatsgereedschap of V op je toetsenbord. Zorg dat je beide foto’s kan zien. Sleep de selectie van het meisje naar de achtergrondfoto kerk.jpg en laat los. Je selectie wordt nu gekopieerd naar de achtergrondfoto. (zie fig.)
Zorg dat je beide foto’s kan zien om te slepen.
3 Klik terug op de foto van het meisje en sluit deze. Dit hebben we niet meer nodig.
Foto niet opslaan klikken. Sleep je afbeeldingsvenster nu schermvullend en zoom in op de gehele foto. Plaats het meisje links onderaan in de hoek op de achtergrondfoto van de kerk. (zie fig.)
Zorg dat de benedenrand gelijk komt met de onderzijde van de achtergrondfoto.
3. Een laagmasker toevoegen Kijk nu naar het lagenpalet. Daar zie je twee lagen, de achtergrond en laag1, het meisje. De laag van het meisje is geselecteerd. Als dit niet zo is klik je hierop. We gaan hier nu een laagmasker toevoegen. Klik op het laagmasker toevoegen icoon in het lagenpalet.
4 Er komt naast je foto een laagmasker bij. (zie fig.) Je kan dit laagmasker selecteren door erop te klikken.
4. Laagmasker bewerken. Klik nu in je gereedschapskist op Borstel of B op je toetsenbord. Selecteer nu in je optiebalk (eigenschappenbalk) een borstel met zachte rand en ongv. 35 pixels. Schuif naar beneden om de juiste borstel te vinden. (Zie fig.)
Klik in je gereedschapsset op voor- en achtergrond instellen. (onderaan je gereedschapsset) Klik op het pijltje naast de vierkantjes om de voor en achtergrond kleur te wisselen. De voorgrondkleur (borstelkleur) moet zwart zijn.
Is dit een andere kleur, door bv. een vorige bewerking, klik dan in het vierkant en stel zwart in. Zoom met de Navigator in op het hoofd van het meisje. Zodat je prettig en nauwkeurig kan werken.
5 We gaan nu de randen rond de figuur wegvegen. Je zal zien dat je als je langs het hoofd borstelt de achtergrond van de kerk terugkomt. Je borstelt als het ware de overbodige randen weg. Dit komt doordat je in het Laagmasker schildert.
Ga voorzichtig langs de figuur zonder deze te raken. Blijf een maar millimeter van de figuur af. Je zal zien dat deze borstel met zachte randen, de rand ietsje transparant maakt. Ga volledig rond ’t meisje.
5. Bewerking ongedaan maken. Historie Laat je borstel soms eens los en begin dan verder. Zo heb je meerdere herstelpunten. Als je dan per ongeluk toch een stukje van het hoofd wegveegt kan je deze bewerking ongedaan maken. Je kan herstellen in het Historiepalet.
Telkens je de muisknop loslaat maak je een herstelpunt aan. Hoe meer je borstelt , hoe meer herstelpunten je hebt. Dit kan soms makkelijk zijn bij een latere bewerking van de foto als je naar een herstelpunt kan terugkeren. Van iedere handeling maakt Photoshop een herstelpunt aan. ( tot 20 stappen terug)
6. Lagen onzichtbaar maken Klik nu eens in het lagenpalet op het oog naast de achtergrond. Deze achtergrond verdwijnt dan en je kan perfect zien waar je gebleven bent in de laag van het meisje.
Werk hier nauwkeurig verder. Verklein desnoods je borstel in de optiebalk. En zoom dieper in. Druk om je afbeelding te schuiven op de spatiebalk en schuif de foto met het handje.
6
Als je hiermee klaar bent heb je nog een dunne zwarte rand rond het meisje. Deze gaan we later wegwerken.
7. Bestand opslaan We gaan eerst onze foto al opslaan zodat we ons werk niet verliezen bij eventuele problemen of stoompannen. Klik in de menubalk op: Opslaan als en sla je foto op als les2.PSD We slaan nog niet in JPG op omdat we onze foto nog willen bewerken per laag. In JPG kan je niet meer per laag bewerken . kies daarom altijd voor PSD en zorg dat de lagen aangevinkt staan.
Nu kan je altijd terug naar de lagen als er iets mis zou lopen.
7 8. Nauwkeurige afwerking door transparantie borstels. Klik terug op je borstel in de gereedschapsset. En om nauwkeurig te werken verklein je de borstel en klik je in je Optiebalk van de borstel op Dekking en verklein deze tot ongeveer 30 %
Borstel nu voorzichtig langs de figuur van het meisje. Hiermee verwijder je de rand rondom de figuur volledig en maak je de pixels van de figuur wat transparant, zodat ze straks samenvloeien in de pixels van de achtergrond van de kerk. Klik als je klaar bent het oog (zichtbaarheidlaag) naast de achtergrond terug aan. En zoom terug uit om het resultaat te bekijken. Werk eventueel nog iets bij. En zet je borsteldekking terug op 100 %.
9. Afbeelding verschalen. We gaan de afbeelding van het meisje wat groter maken. Selecteer het meisje door erop te klikken. Houd de shift-toets ingedrukt terwijl je het rechter boven hoekpunt diagonaal naar rechts boven sleept tot ze groot genoeg is. De shift toets dient om vervormingen tegen te gaan. (Zie fig.)
Als de grootte van de afbeelding goed is, druk je na het slepen op Enter om de verschaling toe te passen.
8 10. Achtergrond wazig maken. Nu gaan we de achtergrond aanpassen aan de figuur. Als je een foto neemt is ofwel de voorgrond scherp ofwel de achtergrond. Nu zijn beide scherp en dit beeld is dus onrealistisch. (focussing) We gaan daarom de achtergrond ietsje waziger maken zodat de foto echter overkomt. Selecteer in je lagenpalet de achtergrond door erop te klikken. Sleep dit nu naar nieuwe laag. Als je sleept gaat het handje dicht en je kopieert de afbeelding in een nieuwe laag. Je hebt nu een kopie van je achtergrond, die we gaan bewerken.
Zorg dat deze kopie van de achtergrond geselecteerd is. Klik nu in je menubalk op Filter, Vervagen, Gaussiaans vervagen…
Stel de waarde van ongeveer 3 in met de schuifregelaar. Je kan het effect zien op het origineel. Druk op OK. De achtergrondfoto is nu waziger dan de voorgrond. De focussing komt echter over. Sla je foto weer op als veiligheid.
9 11. Afbeelding aanpassen met Curven. Nu gaan we de achtergrond aanpassen aan de voorgrond. Ze is te licht en te fel. We gaan dit aanpassen met curven. Laat de achtergrondkopie geselecteerd in je lagenpalet. Klik in je menubalk op Afbeelding, aanpassingen, Curven…
Zet dit curvenvenster zo dat je de foto kan zien.
Pak de curvelijn in het midden vast en sleep deze naar beneden tot je afbeelding mooi is. Je foto wordt donkerder en krijgt meer verzadiging… Klik op OK. Met deze Curven kan je heel wat foto’s verbeteren. We gaan deze Curven nog dikwijls gebruiken in fotobewerking. Je kan dit Curvenvenster ook oproepen langs de menublak, Afbeelding, Aanpassingen, Curven… of Ctrl +L op je toetsenbord. Beroepsfotografen, kranten en weekbladen lay-outredacties gebruiken deze curven voor iedere foto te verbeteren. Geen enkele foto komt zomaar in de krant zonder dat de curven van de afbeelding bewerkt zijn.
12. Kleurbalans aanpassen Nu gaan we de kleur van deze achtergrondkopie aanpassen. Klik in je menubalk op Afbeelding, Aanpassingen, Kleurbalans. Zorg dat de Middentonen geselecteerd zijn. En zet bv. de volgende waarden door met de schuifregelaars te schuiven. Cyaan – Rood: + 6 ,bovenste regelaar Margenta – Groen: - 25 Middelste regelaar. Geel – Blauw: +22 Onderste regelaar.
Schuif de kleurbalans zo totdat je een achtergrond hebt die naar jou wens is, en de juist kleur heeft. Als de kleuren overeenstemmen met de voorgrondkleuren klik dan op OK.
13. Voorgrondfiguur aan achtergrond aanpassen.
10
Nu gaan we ook de foto van het meisje aanpassen. Klik nu in je lagenpalet op de thumbnail van het meisje om deze te selecteren.
Klik in je menubalk op Afbeelding, aanpassingen, Curven… en sleep deze ook iets naar beneden, zoals je dit met de achtergrond hebt gedaan.
Klik op OK als de voor en achtergrond gelijk van toon zijn.
14. Nieuwe aanpassingslaag. We gaan de gehele foto nu een warmere toon geven. Klik in je Lagenpalet op Nieuwe aanpassingslaag.
11 Selecteer Curven…
Selecteer als kanaal: Rood Duw de curve een klein beetje naar boven om de rode kleur wat te boosten, Feller te maken. Hiermee kan je kleuraanpassingen doen. We gaan deze Curven nog dikwijls gebruiken in Photoshop. Klik op OK als de foto goed is naar believen.
Je compositie is klaar. Sla je foto nu op. En sla daarna je foto ook op als JPG. Onder een andere naam. Bv les2kopie.jpg
MicDigital 2004