adhd onder controle Leer je kind kalm, betrokken en aandachtig te worden – zonder medicijnen
Stanley I. Greenspan met Jacob Greenspan
Oorspronkelijke titel: Overcoming adhd – Helping Your Child Become Calm, Engaged, and Focused – Without a Pill, Da Capo Press, Cambridge: 2009 Published in arrangement with Da Capo Press, a Member of the Perseus Books Group. Uitgegeven door: Uitgeverij Nieuwezijds, Amsterdam Vertaling: Jan Willem Reitsma, Haarlem Zetwerk: CeevanWee, Amsterdam Omslagontwerp: Studio Jan de Boer, Amsterdam © 2009, 2010, Stanley I. Greenspan en Jacob Greenspan Nederlandse vertaling © 2010, Uitgeverij Nieuwezijds isbn 978 90 5712 310 8 nur 770 Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Counsil (fsc) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.
Inhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Een andere kijk op adhd en add 9 Een allround-benadering 17 De praktijk 27 Activiteiten organiseren en plannen: het motorische systeem 33 De zintuigen organiseren en aandacht geven: sensorische verwerking 52 De rol van emotionele interactie en denken bij het bevorderen van aandacht 59 Beelden en geluiden begrijpen 76 Werken aan eigenwaarde bij kinderen met adhd en add 93 Gezinspatronen 106 De rol van de fysieke omgeving 117 Volwassenen met adhd 126 Hoe bepaal je of aanvullende behandeling of medicatie nodig is? 135
Vragenlijst sensorische verwerking en motorische vaardigheden 137 Dankwoord 151 Verder lezen 152 Adressen 154 Index 159 Over de auteurs 168
1 Een andere kijk op adhd en add
Bij veel kinderen, en ook volwassenen, wordt aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) of zonder hyperactiviteit (add) geconstateerd. Hoewel de schattingen uiteenlopen van 1 procent tot 20 procent, geloven de meeste onderzoekers dat ruim 8 procent van alle kinderen deze stoornis heeft. In Nederland wordt ervan uitgegaan dat 2 tot 4 procent van de schoolgaande kinderen tot 14 jaar adhd heeft (www.balansdigitaal.nl), van de Nederlandse bevolking van 18 tot 44 jaar heeft 2,9 procent ooit in het leven adhd gehad (www.trimbos.nl). In België gaat men uit van 5 tot 8 procent van de schoolgaande jeugd en 4,4 procent van de volwassenen (www.zitstil.be). Tegenwoordig krijgen verreweg de meeste van deze kinderen en volwassenen medicijnen als voornaamste onderdeel van hun behandeling. Sommige kinderen krijgen daarbij extra begeleiding op school en volgen trainingen om impulsief of onacceptabel gedrag te beteugelen. Helaas wordt daarbij maar zelden gekeken naar de onderliggende oorzaken van de problemen met aandacht, concentratie en zelfbeheersing. Kunnen kinderen en volwassenen met add of adhd deze problemen zonder pillen overwinnen? Het antwoord op die vraag luidt voor de overgrote meerderheid zeer zeker ‘ja’. De sleutel ligt in de onderkenning en behandeling van de problemen die ten grondslag liggen aan het aandachtstekort bij ieder kind en iedere volwassene. Verschillende delen van de psyche en hersenen leveren een bijdrage aan het vermogen om aan-
10
adhd onder controle
dacht op te brengen. Ieder mens heeft zijn of haar individuele, unieke profiel. In mijn 35 jaar praktijkervaring heb ik mensen uit alle leeftijdsgroepen behandeld die zijn getroffen door adhd en aanverwante stoornissen – van baby’s, peuters en kleuters tot brugklassers, pubers en volwassenen – en daarnaast verschillende onderzoeken verricht. Daardoor heb ik een programma kunnen ontwikkelen dat systematisch de verschillende vermogens versterkt die een bijdrage leveren aan aandacht, en ieder mens in staat stelt om zichzelf te reguleren, zich te concentreren op problemen die moeten worden opgelost, en door te zetten. Op basis hiervan hebben mijn collega’s en ik een andere manier ontwikkeld om naar adhd te kijken. adhd is niet één enkele stoornis, zoals keelontsteking. In tegenstelling tot wat er momenteel door velen wordt gedacht, gaat het niet om één deel van de hersenen of psyche. Er zijn vele wegen die leiden naar de symptomen die we aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit noemen. Bepaalde kinderen die overgevoelig zijn voor visuele indrukken of beelden, geluiden en andere zintuiglijke ervaringen, raken bijvoorbeeld erg snel afgeleid. Andere kinderen hebben precies het tegenovergestelde. Ze hunkeren naar nieuwe beelden, geluiden en aanrakingen en zijn daarom voortdurend in beweging, van het ene ding naar het andere. Weer andere kinderen zijn zo onderreactief op het gebied van beelden, geluiden en zintuiglijke ervaringen in het algemeen dat ze zich terugtrekken in hun fantasiewereld, en daarom onoplettend lijken. Weer andere kinderen zien ‘door de bomen het bos niet meer’ en hebben moeite met overzicht houden. Het plannen en in de juiste volgorde uitvoeren van motorische handelingen is weer een ander probleemgebied voor kinderen met aandachtsproblemen. De manieren waarop deze en andere patronen een specifiek kind kenmerken, vormen de kern van deze nieuwe benadering van adhd en add. Ze staan ook centraal in het programma dat we hebben ontwikkeld. De behandeling wordt steeds afge-
1 • een andere kijk op adhd en add
11
stemd op elk individueel kind en zijn of haar gezin. Deze interventie is gebaseerd op inzicht in zowel de oorzaken van de aandachtsproblemen van het kind als in de problemen die daardoor ontstaan in het dagelijks leven en op school – vanaf de vroege jeugd tot de puberteit –, maar vooral op inzicht in de wijze waarop de gezonde vermogens die concentratie en aandacht mogelijk maken, kunnen worden aangemoedigd en versterkt. De motorische en cognitieve oefeningen en activiteiten die we hebben ontwikkeld, kunnen de vermogens van de psyche versterken. Er is steeds meer bewijs dat wanneer je de vermogens van de psyche vergroot, je ook de fysieke structuur van de hersenen en de hersenfunctie versterkt. Helaas wordt er tegenwoordig maar zelden goed gekeken naar de oorzaken van aandachtsstoornissen. Behandelingen zijn vooral gericht op het verminderen van de zichtbare symptomen.
De aard van aandacht Je kunt aandacht op twee manieren bekijken. De ene opvatting is dat aandacht een eigenschap is van het menselijk zenuwstelsel, en dat je ofwel kunt opletten, of niet. En als je het niet kunt, heb je een zogenaamd stimulantium nodig, zoals Ritalin of Concerta. De andere opvatting over aandacht is dat het een aangeleerd proces is dat uit meerdere onderdelen is samengesteld. Wanneer een baby zich in de eerste levensmaanden op de stem van zijn moeder richt of naar het gezicht van zijn vader kijkt en vervolgens breed glimlacht, is dat het begin van aandacht. Wanneer een peuter haar moeder aan de hand meevoert naar de plank met speelgoed en wijst naar de beer die ze wil hebben, is dat een actief, praktisch, probleemoplossend gebruik van aandacht. Als een kind in het klaslokaal zit te luisteren naar de docent en zijn aanwijzingen opvolgt, en vervolgens zijn hand opsteekt om te vragen om uitleg, is dat wederom een zeer actief, dynamisch, probleemoplossend gebruik van aandacht.
12
adhd onder controle
Verschillen in aandachtsniveau vallen te verwachten in de vroege ontwikkeling. Reeds op een leeftijd van twee tot vier maanden, wanneer baby’s zich beter kunnen draaien en kunnen focussen op het lachende gezicht van hun moeder en luisteren en kirren in reactie op de vrolijke stem van hun vader, kan er verschil optreden in hun vermogen om aandacht vast te houden. Sommige baby’s van acht tot twaalf maanden kunnen maar kort spelletjes met hun ouders doen zoals kiekeboe of met de vormenstoof spelen. Een kind van twee kan steeds heen en weer gaat tussen twee stukken speelgoed en zelfs een sterk afgeleide indruk maken wanneer het met zijn lievelingspop of favoriete autootje speelt. Op hogere leeftijd kan een jong kind voortdurend in beweging zijn, steeds van onderwerp veranderen, en niet in staat zijn om zijn aandacht bij een gesprek of spel te houden. Bij een ander patroon van aandachtsproblemen draait het om uitbarstingen van aandacht, gevolgd door onoplettendheid of ‘hollen of stilstaan’ in de omgang met anderen. Sommige kinderen concentreren zich op hun favoriete speelgoed of eenrichtingsamusement (tv, games en dergelijke), maar vinden het moeilijk om hun aandacht te verplaatsen naar mensen, zelfs wanneer hun moeder of vader hen roept. Soms houden verschillen in aandacht verband met wisselende motivatie, zoals wanneer jonge kinderen wel aandacht kunnen opbrengen voor boeken, speelgoed of alleen spelen, maar minder wanneer ze aandacht moeten opbrengen voor en actief meedoen aan een activiteit die iemand anders kiest, of wanneer er bepaalde regels gelden, zoals tijdens het kringgesprek op school. Het zal vaak van de verdraagzaamheid of verwachtingen van de mensen om hen heen afhangen of aandacht als een probleem wordt ervaren. Zo kun je een kind dat langdurig in zijn eentje speelt ‘onafhankelijk’ en ‘goed opgevoed’ noemen, in plaats van in zichzelf gekeerd. Volwassenen vinden het vaak nodig om elke paar minuten met een andere activiteit te beginnen, omdat ze aannemen dat de aandachtsspanne van jonge kinderen erg kort is.
1 • een andere kijk op adhd en add
13
Ik en veel van mijn collega’s die kinderen behandelen, beschouwen aandacht liever als een dynamisch, actief proces waarbij meerdere delen van het zenuwstelsel tegelijkertijd betrokken zijn. Bij aandacht worden beelden, geluiden en aanrakingen geïnterpreteerd, wordt informatie verwerkt, vindt er planning plaats en worden er handelingen uitgevoerd. Als je informatie tot je kunt nemen, kunt verwerken en begrijpen, en handelingen kunt plannen en uitvoeren op basis van die informatie, ben je behoorlijk aandachtig. Het gaat er niet alleen om dat je stilzit. Er zijn veel getalenteerde mensen die heel druk zijn – ze zijn voortdurend in beweging en aan het wiebelen en draaien – en die toch succesvol zijn als hoogleraar, ingenieur, arts, jurist of kok, én als ouder. De bepalende factor voor wat ik ‘functioneel aandachtig’ noem (dat wil zeggen de omgeving registreren en beheersen), is hoe goed ze kunnen zorgen dat alle vermogens die ik zojuist heb opgesomd soepel met elkaar samenwerken. Wanneer dat het geval is, is iemand aandachtig. Als je aandacht zo opvat, helpt dat om de uiteenlopende problemen te verklaren die ik in mijn werk tegenkom. Van de kinderen die bij mij op consult komen nadat er add of adhd bij hen is geconstateerd, hebben verreweg de meeste problemen met motorische planning en structureren. Ze hebben bijna allemaal moeite met het uitvoeren van een handeling die bestaat uit meerdere stappen in reactie op een gesproken verzoek, visuele informatie of een impliciete eis van de omgeving, bijvoorbeeld het doorlopen van een hindernisbaan. Andere kinderen – niet alle, maar sommige – zijn overreactief op het gebied van aanraking of geluid. Daardoor raken ze overspoeld en zeer snel afgeleid, bijvoorbeeld doordat er op school een kind naast hen zit dat lawaai maakt. Hun overgevoeligheid zorgt ervoor dat ze minder aandacht kunnen opbrengen. Kinderen die ondergevoelig of onderreactief zijn – die een stem op normale sterkte niet registreren of die alleen merken dat je hen aanraakt wanneer je ze stevig vastpakt – zullen ook onoplettend overkomen. Zo kwam er laatst een jongetje bij me.
14
adhd onder controle
Ik sprak ruim vijf minuten op normaal volume tegen hem voordat hij eindelijk opkeek van zijn computerspelletje en mij zag. Ik liet het een tijdje op zijn beloop, omdat ik wilde weten hoe sterk hij zich kon afsluiten en hoe onderreactief hij was. Tijdens onze sessie ontdekte ik dat ik steeds direct zijn aandacht kon trekken door harder te gaan praten. Maar als ik met mijn normale stemvolume tegen hem sprak, sloot hij me in wezen buiten. Toen we zijn voorgeschiedenis doornamen, bleek dat meerdere van zijn zintuigen onderreactief waren. Kinderen met prikkelhonger – of ze nu onderreactief zijn of niet – zijn voortdurend op zoek naar meer aanrakingen, meer beelden, meer geluid, meer beweging, en daarom zijn ze zeer actief, snel afgeleid en onoplettend. Dit zijn bij uitstek de kinderen bij wie adhd wordt geconstateerd. Andere kinderen bij wie adhd wordt vastgesteld, hebben moeite met informatie verwerken en structureren. Als je zegt: ‘Ik wil dat je naar boven gaat, je schoenen aandoet, naar beneden komt en je jas aantrekt, want we gaan uit eten’, kan hij (voor het gemak spreken we in dit boek over ‘hij’) alleen het eerste deel van die reeks verwerken (‘Ik wil dat je naar boven gaat’) en vergeten wat hij vervolgens moet doen. Zijn moeite met het structureren van informatie maakt het lastig voor hem om ingewikkelde gesproken opdrachten te onthouden. Hij zal erg onoplettend overkomen, omdat hij onderweg naar zijn kamer zo wordt afgeleid door een stuk speelgoed, dat hij vergeet waarom hij ook alweer naar boven was gegaan. Om handelingen te plannen en in de juiste volgorde uit te voeren en problemen op te lossen, heb je zogenaamde ‘executieve functies’ nodig. Die zijn verwant aan motorische planning en structureren en ook aan structureren en probleemoplossing met behulp van ideeën. Je kunt de executieve functies beschouwen als het vermogen van het kind om informatie in zich op te nemen via de zintuigen, die informatie te verwerken, en die informatie vervolgens te gebruiken bij een reeks handelingen die dienen om een probleem op te lossen. Vooral het
1 • een andere kijk op adhd en add
15
laatste gedeelte van de executieve functies – het plannen en structureren, dus in de juiste volgorde zetten van daden of woorden – merken we op, maar die hangen weer samen met de eerste twee stappen. Ook andere problemen, zoals beperkt visueel-ruimtelijk inzicht, kunnen een rol spelen bij aandachtsproblemen. Een kind dat geen overzicht heeft, kan naar boven gaan om zijn schoenen te zoeken, maar niet weten hoe hij daar systematisch naar zijn schoenen moet zoeken, omdat hij geen mentaal beeld van zijn kamer heeft. Daarom gaat hij bij zijn bed zoeken, maar vindt hij daar niets. Vervolgens raakt hij afgeleid omdat het geen voorstelling heeft van de andere plekken waar de schoenen zouden kunnen liggen. Deze voorbeelden maken wel duidelijk dat de diagnose add of adhd helemaal niet zo eenvoudig te stellen is. Onoplettendheid is het zichtbare symptoom, maar het probleem is geworteld in onderliggende elementen zoals motorische planning en structureren, overreactiviteit en visueel-ruimtelijke problemen.
Culturele verwachtingen Over de oorzaken van ad(h)d bestaan verschillende theorieen. Sommige onderzoekers hebben onlangs gesteld dat het niet meer is dan een normaal verschil tussen individuen, dat vroeger een evolutionair voordeel bood aan mensen die in hun omgeving zeer actief en reactief moesten zijn. Uiteraard kan het een bezoeking zijn om in een klaslokaal te zitten, waar je stil moet zitten aan een tafeltje, je aandacht moet richten op de docent, alles in je moet opnemen wat hij zegt, en daarover nadenken terwijl jij iemand bent die alles opmerkt en de behoefte heeft om elke paar minuten op te springen om dingen te gaan ontdekken. Omdat bij veel meer jongens dan meisjes adhd wordt vastgesteld, is dit verschil wel toegeschreven aan onze lange evolutionaire geschiedenis. Het was de rol van de man
16
adhd onder controle
om te gaan jagen in een gevaarlijke omgeving, zodat hij elke dag voedsel voor zijn gezin kon verzamelen. In de moderne geïndustrialiseerde samenleving ligt steeds minder nadruk op activiteiten in de buitenlucht en wordt meer verwacht op het gebied van stilzitten, je concentreren en aandacht opbrengen in een klaslokaal of op kantoor. Zelfs amusement en spelletjes zijn tegenwoordig passiever, zoals zittend gamen achter de computer. Het is duidelijk dat culturele verwachtingen en kansen moeten worden meegenomen in een definitie van adhd. Zoals we later uitvoerig zullen bespreken, is een van de doelstellingen van dit boek om kinderen te helpen om flexibel en passend om te gaan met de eisen die verschillende omgevingen aan hen stellen, zoals je zeer actief opstellen en op alle signalen letten, maar ook georganiseerd zijn tijdens sporten, dansen of kamperen; en je gerichter concentreren en rustig zijn tijdens het luisteren naar een docent die een verhaal vertelt of opdrachten geeft. Er wordt ook gedacht dat bepaalde zenuwbanen een rol spelen bij adhd – biologische aanleg dus. Volgens recent neurowetenschappelijk onderzoek spelen de frontaalkwabben van de hersenen een rol bij adhd – met name de prefrontale cortex – terwijl fundamentele problemen rond veel executieve functies (zoals structureren en plannen) in de prefrontale cortex en de frontaalkwabben ‘huizen’. Andere onderzoekers beweren dat ook het cerebellum een rol speelt. Dit onderzoek is nog bezig. Maar welke kant het ook uitgaat: kinderen met deze diagnose kunnen hun voordeel doen met een zorgvuldige analyse van hun persoonlijke profiel en aandacht voor de sterke en zwakke punten die ten grondslag liggen aan hun hyperactiviteit of aandachtstekort. In de volgende hoofdstukken beschrijven we manieren om hiervoor een programma samen te stellen.
2 Een allround-benadering
Het programma dat we gaan beschrijven voor adhd, add en allerlei andere vormen van aandachtsproblemen, inclusief problemen die niet eens volledig voldoen aan de criteria voor adhd of add, is gericht op het versterken van alle afzonderlijke vermogens die de aandacht, oplettendheid en concentratie bevorderen. Bij deze benadering worden geen medicijnen gebruikt. Er is een kleine groep kinderen en volwassenen die baat hebben bij medicijnen, maar je kunt heel veel doen voordat je serieus medicijnen gaat overwegen. Ik hanteer in mijn praktijk altijd een proefperiode van zes tot twaalf maanden voor deze allround-benadering voordat ik overweeg om een patiënt te verwijzen voor psychofarmaca. Naar mijn mening is deze proefperiode de belangrijkste eerste stap. Deze sluit het gebruik van medicijnen niet uit, maar door adhd en add op een allround-manier te benaderen, wordt duidelijk dat er veel kinderen zijn die helemaal geen pillen nodig hebben. Als er in het kader van onze allround-benadering op een bepaald moment medicijnen worden voorgeschreven, is dat doorgaans een lage dosering en voor een korte periode. Als we een aantal van de vermogens die verband houden met aandachtsproblemen kunnen versterken, maar het kind evengoed blijft kampen met bepaalde problemen, dan kan een lage dosis medicijnen gedurende een korte periode goede diensten bewijzen, totdat de andere vermogens zich zodanig hebben ontwikkeld dat het kind volledige concentratie en aandacht kan opbrengen.
18
adhd onder controle
Een van mijn zorgen over medicijnen, afgezien van bekende bijwerkingen als onrust, slapeloosheid en overgewicht, is dat ze veel kinderen beperken in hun emotionele spectrum, in hun percepties. Hun creativiteit of gevoel voor humor neemt soms af. Ook al kunnen ze zich beter concentreren, de medicijnen versmallen hun blikveld. Daarmee wil ik niet zeggen dat er geen kinderen zijn die medicijnen nodig hebben. Maar in de regel adviseer ik om ten minste een half of heel jaar te werken aan de onderliggende kernproblemen en te zien hoeveel vooruitgang je kunt boeken voordat je medicijnen overweegt. Als je in het eerste halfjaar vooruitgang begint te boeken met deze kernproblemen, en ziet dat je kind beter kan opletten en zich concentreren, dan verloopt diens ontwikkeling op een gezondere manier.
Zeven hoofddoelen In de volgende hoofdstukken bespreken we alle onderdelen van onze allround-interventie voor add en adhd in detail. Ik geef alvast een kort overzicht. 1. De motoriek verbeteren. Hierbij werken we aan het fundamentele vermogen van het kind om op een gezonde, bij zijn leeftijd passende manier zijn zenuwstelsel te gebruiken en zijn lichaam onder controle te houden. Hierbij gaat het om evenwichtsgevoel, coördinatie, beweging, de integratie van linkeren rechterlichaamshelft, hand-oogcoördinatie, fijne en grove motoriek, enzovoort. 2. Het kind helpen om zijn handelingen en gedachten te plannen en structureren. Zoals ik al zei, hebben vrijwel alle kinderen met aandachtsproblemen moeite met structureren. Zulke kinderen vinden het moeilijk om mee te doen aan een spelletje schatzoeken met een reeks aanwijzingen, of een hindernisbaan te door-
2 • een allround-benadering
19
lopen waarin ze meerdere motorische handelingen op volgorde moeten uitvoeren. Als ze ouder zijn, zijn ze wellicht niet in staat om zich te houden aan de ingewikkelde voorschriften voor het schrijven van een opstel. Bij motorische planning en structureren, en bij structureren in het algemeen, speelt ook verbaal structureren een rol, evenals reageren op visuele signalen en visueel structureren. 3. De reactie van een kind afstemmen op prikkels. Veel kinderen met adhd of add ondervinden problemen bij het verwerken van prikkels. Sommigen hebben prikkelhonger, terwijl anderen juist sensorisch overreactief zijn – in elk geval voor bepaalde prikkels – en voortdurend worden afgeleid door de prikkels in hun omgeving. Sommige kinderen zijn overreactief op beweging van hun eigen lichaam, zodat door de ruimte bewegen op een schommel hen te sterk prikkelt. Of ze hebben juist een grote behoefte aan springen, ronddraaien, wiebelen en dansen. Hierbij gaat het dus om het unieke profiel van een kind. Het doel is om te leren hoe het kind op een meer gepaste manier kan reageren op zintuiglijke ervaringen en daarbij kalm en aandachtig kan blijven. 4. Reflectief denken. Het vierde doel is om kinderen te helpen om hun intellectuele vermogens verder te ontwikkelen. We helpen een kind om vorderingen te maken van nadenken over zijn daden tot echte zelfreflectie. Iemand die reflectief denkt, kan zeggen: ‘Jee, dat is een lastige opgave voor mij. Laat ik mezelf maar een paar geheugensteuntjes geven.’ Mensen die reflectief kunnen denken, weten wat hun sterke en zwakke punten zijn en kunnen hun plannen daarop afstemmen. Dit vermogen ondersteunt de concentratie, oplettendheid en aandacht bij alle activiteiten thuis en op school. 5. Zelfvertrouwen opbouwen. Bij velen die zich niet in staat voelen om hun aandacht en activiteitsniveau te sturen, kan angst
20
adhd onder controle
ervoor zorgen dat ze nog sneller afgeleid raken en vergeetachtig worden. Wanneer je in de rats zit over een werkstuk of over je huiswerk, is het gemakkelijk om je kop in het zand te steken. Zoals een kind tegen me zei: ‘Ik zet het gewoon uit mijn hoofd en denk er niet aan. Ik denk gewoon aan de boom die buiten staat. Ik denk over wat ik nu aan het doen ben. Ik denk niet aan morgen. Ik denk niet aan het proefwerk.’ Moeite met aanwijzingen opvolgen en opletten kan ervoor zorgen dat een kind zich schuldig voelt en denkt dat het niets kan. Daarom moet elke allround-benadering een kind het gevoel bezorgen dat het wél iets kan en dingen zelf in de hand heeft. 6. De gezinsdynamiek verbeteren. De gezinsdynamiek levert een belangrijke bijdrage, niet alleen aan het leren omgaan met emoties, maar ook aan de manier waarop mensen al hun andere vermogens ontwikkelen. Neem nu het vermogen tot reflectief denken. Wanneer een kind van drie of vier ‘Mama, ik wil naar buiten’ zegt, en de moeder zegt ‘ja’ of ‘nee’, dan moedigt ze het denken niet aan. Maar als vader of moeder vraagt waarom het kind naar buiten wil, moet het opeens een logisch antwoord geven. Dan zegt het bijvoorbeeld: ‘Omdat ik wil spelen.’ ‘Waarom wil je dan buiten spelen, in plaats van binnen?’ ‘Omdat de glijbaan buiten staat.’ In sommige gezinnen gebeurt dit vanzelf, en in andere niet. Ook het vermogen om de juiste volgorde te bepalen of structuur aan te brengen, wordt beïnvloed door de gezinsdynamiek. Als vader of moeder in de buurt is om bij de hand te pakken en mee te voeren naar de koelkast of om samen met een kind een uitgebreide treinbaan neer te zetten, bevordert dat het vermogen om te structureren en zich langdurig te concentreren. Een kind, zelfs een snel afgeleide peuter, zal door die oefening in structureren en concentratie beter leren opletten. De gezinsdynamiek, het geduld van de ouders, en de wijze waarop ze met hun kinderen omgaan, kunnen er dus in belangrijke mate aan bijdragen dat een kind leert om aandachtig te zijn.
2 • een allround-benadering
21
7. Een gezonde omgeving. De fysieke omgeving van het kind is ook van wezenlijk belang. Zo zal een omgeving met veel lawaai en drukte een overreactief kind waarschijnlijk overspoelen, waardoor het snel afgeleid raakt. We hebben ook ontdekt dat giftige stoffen, niet alleen lood – een bekende gifstof – maar ook andere, de zogenaamde ‘endocrine-verstoorders’, en nog meer stoffen die schadelijk zijn voor de werking van het zenuwstelsel, in de voeding en de fysieke omgeving aanwezig kunnen zijn. Daarbij kun je denken aan de invloed van verfdampen of andere producten die een kind kan opeten of inademen, die zijn prikkelbaarheid of afleidbaarheid kunnen vergroten.
De rol van ouders en verzorgers In latere hoofdstukken zullen we voorbeelden geven van manieren waarop ouders en verzorgers kunnen bijdragen aan elk van deze zeven aspecten van een allround-benadering. Maar eerst willen we het hebben over een paar algemene aspecten van de omgang tussen volwassenen en kinderen die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan aandachtsproblemen, en hoe je die constructiever kunt maken. Sommige baby’s en kinderen lijken alleen te communiceren in de vorm van korte, telegrafische uitbarstingen, en niet in een lange reeks signalen over en weer. Sommige ouders reageren op deze korte, op zichzelf staande uitingen door net zo gefragmenteerd te worden als het kind. Ze springen van de hak op de tak in de communicatie met hun kind, en proberen geen langere ‘gesprekken’ te voeren. Sommigen raken daardoor gefrustreerd en laten het kind dan maar alleen spelen. Andere ouders proberen het kind op een overdreven manier te controleren, wat ervoor kan zorgen dat het kind rigide wordt. Zo’n kind lijkt zich te concentreren, maar er is geen echte, gezamenlijke aandacht – geen spontane dialoog, geen werkelijke
22
adhd onder controle
betrokkenheid van het kind. Aandacht afdwingen kan leiden tot woede-uitbarstingen of opstandigheid die een eind maken aan eventuele gezamenlijke activiteiten. Zowel de afwijkingen in de natuurlijke ontwikkeling van een kind als de eigenschappen van de verzorger (inclusief bijkomende problemen van de verzorger zelf) kunnen zorgen voor het ontstaan van een dergelijk patroon. Het ontbreken van consequente mogelijkheden voor communicatie en interactie met volwassenen kan ervoor zorgen dat kinderen in zichzelf gekeerd raken of zich verliezen in hun eigen interesses en minder aandacht hebben voor anderen. Diezelfde kinderen kunnen echter gemakkelijk worden uitgedaagd tot interactie en concentratie als dat gebeurt in een rustige omgeving in een kleine groep, met een geduldige ouder of docent. Zoals we al eerder hebben gezegd, kan aandachtstekort ook verband houden met angst en vermijdingspatronen. Chaotische gezinnen, of gezinnen waarin harde en negatieve kritiek op elkaar wordt gegeven, kunnen beslist invloed hebben, en ervoor zorgen dat kinderen zich terugtrekken en depressief worden. Wanneer het gezin en de verzorgers het kind veel mogelijkheden bieden voor zelfregulering, interactie en betrokkenheid, wordt het aandachtstekort bij het kind meestal veroorzaakt door een of meerdere onderliggende problemen met het verwerken van zintuiglijke ervaringen, motorische planning en structureren, intellectuele vaardigheden en de fysieke omgeving van het kind. Die worden in de volgende hoofdstukken allemaal besproken. Als je gaat werken aan de versterking van elk van deze gebieden, is het zinvol om algemene principes te hanteren. Allereerst is het belangrijk om bij het spelen met een kind of bij het betrekken van een kind bij een gezamenlijke activiteit, je te voegen naar het tempo van het kind. Als het actiever is, probeer dan met het kind mee te bewegen. Als het langzamer is, en een meer afwezige indruk maakt, ga dan mee in zijn trage ritme.