2015 - 08 de sedert 1 januari 2013 beoogde beperking van de medische vrijstelling niet bereikt wordt.
INHOUD
Acupunctuur bij de huisarts............................................. 1 Uitlokken ..................................................................................... 2 BTW over privégebruik auto: de rit gaat verder.. 3 Verlegde btw of niet – Wat doet u eigenlijk precies voor mij? .................................................................... 4 Dubbel parkeren..................................................................... 6 Fiscale eenheid btw, de holdingresolutie van 1991 ............................................................................................... 7 Maatschappelijk werk is vrijgesteld!........................... 8
Niet de uitspraak zelf is bijzonder, de weg daar naar toe wel. Het feitencomplex is duidelijk. Belanghebbende is afgestudeerd als arts en als zodanig ingeschreven in het BIG register. Belanghebbende heeft daarnaast diverse opleidingen, nascholingen en cursussen met goed gevolg voltooid. Belanghebbende is tevens lid van een beroepsvereniging. Tussen belanghebbende en de Belastingdienst is uiteindelijk in geschil in hoeverre de diensten van belanghebbende behoren tot het gebied van deskundigheid van het beroep van arts en onderdeel vormen van de opleiding waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Wet BIG. Kort
MEDISCHE VRIJSTELLING
gezegd, het hof toetst de deskundigheids- en de opleidingseis. Ik beperk mij hierna tot de
ACUPUNCTUUR BIJ DE HUISARTS
deskundigheidseis.
Hof Den Bosch vernietigt in haar uitspraak van 11 september 2015 (nummer 14/00971) de eerdere
Ten aanzien van de deskundigheidseis overweegt
uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Hof Den Bosch het volgende. De wetgever heeft voor
van 16 september 2014 (nummer AWB 14/1866). De
de vraag wat het gebied van deskundigheid van een
(huis)arts die in het kader van zijn handelingen als
arts is, aangesloten bij hetgeen is bepaald bij of
arts acupunctuur toepast, kan over zijn volledige
krachtens de Wet BIG. Onder de deskundigheid van
handelingen de medische vrijstelling als bedoeld in
de arts wordt gerekend handelingen - het
artikel 11, eerste lid, letter g, ten eerste Wet OB
onderzoeken en het geven van raad daaronder
toepassen. Een zoveelste voorbeeld waaruit blijkt dat
begrepen - welke rechtstreeks betrekking hebben op
2 een persoon en als doel heeft om hem van een ziekte te genezen, hem voor het ontstaan van een ziekte te behoeden of zijn gezondheidstoestand te beoordelen. De acupunctuurbehandelingen van belanghebbende zijn, diensten die de diagnose, de behandeling en, voor zoveel mogelijk, de genezing van ziekten of gezondheidsproblemen als ook de bescherming, het behoud of het herstel van de gezondheid van de mens tot doel hebben. Het Hof is van oordeel, dat het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst in de zin van de Wet BIG niet is beperkt tot het gebied waarvoor de arts de BIG-opleiding heeft genoten. De opleiding tot arts is een basisopleiding. Daarnaast verricht de arts veel handelingen die niet zijn aangeleerd in deze basisopleiding. Het Hof merkt
UITLOKKEN Op 1 juli 2015 is het nieuwe protocol AAFD ingegaan. Hierin staan regels voor het aanmelden en afhandelen van fiscale delicten. Uit het protocol maak ik op dat Belastingdienst, FIOD en Openbaar Ministerie sneller dan voorheen de keuze maken voor een strafrechtelijke afhandeling. Het protocol lijkt groot belang aan te hechten om ook personen die actief of passief meewerken aan fraude aan te pakken. De reden hiervoor is volgens het protocol dat de Belastingdienst ons als adviseurs (vergaande) faciliteiten toekent of met ons afspraken maakt over horizontaal toezicht. We zijn dan ook als adviseurs bevoorrechte mensen; over welke vergaande faciliteiten ik beschik, moet ik overigens nog ontdekken.
acupunctuurbehandelingen als aanvullend aan op de (voor de omzetbelasting vrijgestelde) reguliere behandelwijzen van artsen. Er is namelijk gewaarborgd dat de acupunctuurbehandelingen van (minstens) een gelijk niveau zijn als de door de artsen verleende diensten, die zijn vrijgesteld voor de omzetbelasting. Zolang de bijkomende (paramedische) handelingen door een reguliere BIG-er de reguliere behandelwijze niet in de weg staan, mag de BIG-arts er “iets” naast doen, waarbij de kwaliteit niet wordt bepaald door de kwaliteit van het paramedische handelen, maar door de kwaliteit van het optreden als BIG-er. De niet BIG paramedicus vindt steun in andere jurisprudentie (zie btw-update 2015-06) in zijn strijd om onder de vrijstelling te vallen. De uitspraak van Hof Den Bosch kan voor deze beroepsgroepen niet worden uitgelegd als een steuntje in de rug en is daarmee als een stap terug in de tijd.
Nadat ik het protocol heb gelezen, zie ik de uitspraak van Rechtbank Zeeland-Brabant (19 augustus 2015, nr. AWB 14/4077). Deze uitspraak heeft een link met het protocol AAFD. Waar gaat deze uitspraak over? Deze uitspraak gaat over een particulier die zonnepanelen in april 2013 heeft aangeschaft. Na het Fuchs-arrest (HvJ 20 juni 2013, nr. C-219/12) meldt hij zich in juli bij de Belastingdienst om te vragen hoe hij de btw op de zonnepanelen kan terugkrijgen. De medewerkers van de Belastingdienst meldden hem dat hij nog even geduld moet hebben: de Belastingdienst reikt geen btw-nummers (en daarmee dus btw-aangiften) uit totdat het Ministerie van Financien een besluit heeft genomen. De particulier leest deze informatie ook op de website van de Belastingdienst. Na het besluit van 25 september 2013 krijgt hij uiteindelijk pas in oktober 2013 de mogelijkheid om btw terug te vragen. De teruggaaf wijst de inspecteur af. Motivering: de particulier had
AD FRUIJTIER
zich voor 1 augustus 2013 moeten melden als
3 ondernemer. Ik ben overigens benieuwd hoe de
overigens niet of de betreffende
inspecteur dit aan de zonnepanelenexploitant heeft
zonnepanelenexploitant heeft gekozen voor
meegedeeld: u heeft gebeld, maar zich niet gemeld.
horizontaal toezicht. Stel dat hij hiervoor heeft gekozen: zou zijn vertrouwen een deuk hebben
Ik zal u niet vermoeien met alle formele regels.
opgelopen? Zoals ik al eerder heb geschreven in
Eigenlijk doet het er ook niet toe hoe deze regels
eerder bijdrage voor BTW Update: horizontaal
luiden; deze zonnepanelenexploitant moet gewoon
toezicht wordt een succes als je gedrag toepast dat
recht hebben op een teruggaaf. Dat beslist de
horizontaal toezicht uitlokt.
rechtbank dan ook. Zij beslist dat “de wijze waarop de Belastingdienst heeft gehandeld in combinatie met
LUCAS BLOM
het strikt vasthouden van de vervaltermijn de facto heeft gezorgd voor een systematische belemmering PRIVE GEBRUIK AUTO
van het recht op aftrek”. Deze belemmering merkt de rechtbank aan als onrechtmatig.
BTW OVER PRIVÉGEBRUIK AUTO: DE RIT GAAT Met andere woorden: er is sprake van het uitlokken
VERDER
van verkeerd fiscaal handelen. Indien iemand
Al enkele jaren lopen er procedures over de heffing
opzettelijk uitlokt dat iemand een onjuiste of
van btw over het privégebruik van ter beschikking
onvolledige aangifte doet, begaat hij een strafbaar
gestelde auto’s. De Hoge Raad heeft hier op 11
feit. Voorwaarde daarbij is overigens wel dat men
september 2015 een belangrijke uitspraak over
voldoet aan het strekkingsvereiste (het dient er toe te
gedaan (nr. 14/02014).
strekken dat er te weinig belasting wordt geheven). De Belastingdienst, het Ministerie of de
Een accountants- en advieskantoor stelde door haar
staatssecretaris zullen dan ook niet snel een
gehuurde personenauto’s ter beschikking aan haar
strafbaar feit begaan. In ieder geval niet in deze
werknemers. De werknemers betaalden daarvoor
casus; het gaat immers om een teruggaaf. Maar…
een niet-symbolische eigen bijdrage. Er werd geen
als we als samenleving meer handelen willen laten
kilometeradministratie bijgehouden. De discussie bij
toetsen aan fiscale strafrechtregels (zie protocol
de Hoge Raad ging er onder andere over of het
AAFD), dan stel ik voor dat we het strekkingsvereiste
kantoor kon volstaan met het afdragen van
maar schrappen. In dat geval kunnen we ook het
omzetbelasting over de ontvangen eigen bijdragen.
handelen van onze tegenpartij toetsen aan het fiscale
Dit zou goedkoper zijn dan het standpunt van de
strafrecht. Zij beschikken immers - net als wij - ook
Belastingdienst, namelijk dat het Besluit Uitsluiting
over vergaande faciliteiten.
Aftrek Omzetbelasting (BUA) diende te worden toegepast.
Maar in hoeverre is de Belastingdienst onze tegenpartij? De Belastingdienst wil graag dat wij
Volgens de Hoge Raad heeft als uitgangspunt te
kiezen voor horizontaal toezicht. Horizontaal toezicht
gelden dat belanghebbende aannemelijk dient te
is gebaseerd op vertrouwen. In deze zaak blijkt
maken in hoeverre zij ter zake van het gebruik van de
4 personenauto’s op de voet van artikel 15, lid 1, van
een auto gezien als een fictieve dienst op grond van
de Wet OB 1968 recht heeft op aftrek van haar in
artikel 4, lid 2, onderdeel a, Wet OB 1968. Indien er
rekening gebrachte omzetbelasting.
wel een eigen bijdrage wordt gevraagd, dan wordt de btw geheven over de eigen bijdrage. Is deze eigen
In hoger beroep had belanghebbende gesteld dat de
bijdrage niet marktconform, dan wordt de vergoeding
eigen bijdragen ten minste gelijk zijn aan de door
verhoogd naar een wel marktconform bedrag, de
belanghebbende gedragen kosten van het
zogeheten normale waarde.
privégebruik door de werknemers zodat haar volledig recht op aftrek toekomt. Aangezien belanghebbende
Er lopen momenteel nog vier proefprocedures bij de
het recht op aftrek van btw aannemelijk dient te
Hoge Raad over de regeling die geldt met ingang van
maken, kon belanghebbende voor het Hof niet
1 juli 2011. Het is de verwachting, dat de Advocaat-
volstaan met die stelling. Aangezien belanghebbende
Generaal in deze zaken voor het einde van 2015 een
voor haar stelling voor het Hof onvoldoende
conclusie zal nemen. Belangrijke geschilpunten in
bewijsmiddelen had ingebracht, is zij niet geslaagd in
deze proefprocedures zijn of de Belastingdienst de
het leveren van voldoende bewijsmiddelen.
normale waarde mag toepassen of dat er ook voor de periode vanaf 1 juli 2011 gebruik mag worden
Wil men derhalve van toepassing van het forfait af,
gemaakt van statistische gegevens. Het blijft daarom
dan zal men dit zelf dienen aan te tonen. Een km-
de moeite waard om bezwaar te maken tegen de
administratie lijkt het veiligste totdat de Hoge Raad
voldoening van btw over het privégebruik van de
anders beslist. Op dit moment loopt er een procedure
auto. In de praktijk gaat het dan om het maken van
bij de Hoge Raad voor de periode vanaf 1 juli 2011
bezwaar tegen het op aangifte voldane bedrag over
over de vraag of mag worden aangesloten bij
het laatste tijdvak van 2015.
statistische gegevens. DICK ROEMELING De Hoge Raad verwierp het standpunt van het VERLEGGING
kantoor, dat er alleen btw hoefde te worden voldaan over de ontvangen eigen bijdragen. Op grond van de Nederlandse wetgeving en de btw-richtlijn gaat het
VERLEGDE BTW OF NIET – WAT DOET U
BUA voor. Nederland mag gebruik maken van een
EIGENLIJK PRECIES VOOR MIJ?
overgangsbepaling zoals deze is opgenomen in het
Als een ondernemer een factuur ontvangt van een
BUA.
dienstverlener die in het buitenland is gevestigd, dan bevat die factuur vaak geen btw. De btw wordt in
De procedure ging over de jaren 2008 en 2009. Toen
dergelijke situatie doorgaans geheven van de
gold er nog een aftrekbeperking welke is opgenomen
afnemer onder toepassing van de zogenoemde
in het BUA. Met ingang van 1 juli 2011 zijn de regels
verleggingsregeling. Voordat men toekomt aan die
voor de behandeling van het privégebruik van auto’s
verleggingsregeling, moet men echter eerst bepalen
voor de btw gewijzigd. Indien er geen eigen bijdrage
of wel sprake is van een met btw belastbare
wordt gevraagd, wordt het ter beschikking stellen van
prestatie. Immers, als een dienst is vrijgesteld van
5 btw, dan geldt die vrijstelling net zo goed voor de
van groot belang dat belanghebbende formeel
door buitenlandse dienstverleners verrichte diensten.
verantwoordelijk blijft voor de transactie, de AFM
In zulke situaties dient de afnemer te bepalen wat
vergunning heeft en de clearing-instantie aanwijst.
voor diensten hij afneemt en hoe die in Nederland
Dat zijn dus punten om in de gaten te houden bij het
voor de btw worden gekwalificeerd. Dat kan heel
beoordelen van vergelijkbare prestaties voor
lastig zijn!
toepassing van de vrijstelling. Maar hoe ver gaat dat? Wanneer is er dan nog sprake van “kenmerkende en
Een geval waarin over de kwalificatie van de dienst
essentiële” elementen? Het is immers altijd de
van een derde moest worden geoordeeld, was aan
afnemer die de vergunning zal moeten hebben en
de orde in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak
ook de verantwoordelijkheden jegens zijn klanten zal
van Hof Amsterdam van 23 juni 2015 (gevoegde
hebben. De facto lijkt het er dan op dat alles dat
zaken met nummers 14/00325 en 14/00326). In deze
wordt uitbesteed, belast zou zijn. Zouden dan onder
zaak gaat het om een in Nederland gevestigde
deze visie ook niet de zaken uit de EU-jurisprudentie
exploitant van een handelsplatform. Via het platform
(denk aan SDC en CSC) heel anders uitgepakt zijn?
kunnen (particuliere en professionele) beleggers in diverse beleggingsproducten handelen.
Het Hof geeft ons ook nog een overweging ten
Belanghebbende heeft het volledige platform
overvloede. Zelfs als de prestaties in deze zaak
ingehuurd bij een derde. Het gaat dan om zowel de
kenmerkend en essentieel zouden zijn, zou de inkoop
hard- als de software. De software is volledig voor
toch nog tot btw-heffing leiden. Volgens het Hof is
belanghebbende op maat gemaakt. De eigenaar van
namelijk vanuit btw optiek sprake van één dienst door
het platform is de grootste beursonderneming ter
de beursonderneming, maar dat die dienst twee op
wereld en exploiteert zelf ook een aantal beurzen,
zichzelf bezien zelfstandige prestaties behelst (het
clearing houses en bewaarinstellingen. Kortom, een
handelsplatform ter beschikking stellen en het de
onderneming die volledig in staat is om een
facto volledig uitvoeren van de activiteiten via het
handelsplatform te beheersen.
platform), welke beiden even belangrijk zijn. Deze ene totale dienst met twee zelfstandige onderdelen is
De vraag die zich voordoet is of de diensten van de
ook niet van btw-heffing vrijgesteld.
beursonderneming voor belanghebbende, zijn aan te merken als van btw vrijgestelde handelingen inzake
Arme ondernemer die dit soort diensten afneemt en
effecten of de bemiddeling bij de handel in effecten.
moet bepalen of hij al dan niet btw moet aangeven….
In dat geval hoeft belanghebbende immers geen (verlegde) btw aan te geven over de inkoop van deze diensten. Om dit te beoordelen moet met name worden gekeken of de kenmerkende en essentiële elementen van die handelingen inzake effecten worden verricht. Dat is altijd een lastig onderzoek. Hoewel in feite nagenoeg alle activiteiten zijn uitbesteed door belanghebbende, acht het hof het
RICK FRANCKE
6 ONROERENDE GOEDEREN
bijkomende service. Deze dienst deelt in het lot van de hoofddienst (toegangsverlening tot het park),
DUBBEL PARKEREN
waardoor het verlaagde tarief op de gehele omzet
Het is niet alleen groot, Duits en boven de norm,
van toepassing is. Ondertussen is bekend dat hoger
maar overkomt je bovendien op een zonnige
beroep is aangetekend tegen de uitspraak van de
zaterdagmiddag. Staat ‘ie dubbel geparkeerd en
rechtbank.
verder geen vrije plek meer te bekennen. Gelukkig zijn binnen een ander verband twee uitspraken
Op 21 september 2015 werd een uitspraak
gepubliceerd met betrekking tot parkeren.
gepubliceerd van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2015:3523) met betrekking tot de
Op 11 september 2015 verscheen van Rechtbank
verhuur van garageboxen (belast of vrij). De
Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2015:5775) een
belanghebbende verhuurt garageboxen en is daarbij
parkeerkwestie in relatie tot combinatie van prestaties
van oordeel dat de box gebruik wordt als bergruimte.
en het toepasselijke tarief. Belanghebbende is
Daarmee ontkent de belanghebbende dat sprake is
beheerder van een natuurpark. Behalve toegang
van (belaste) verhuur van parkeerruimte voor
verlenen aan bezoekers en auto’s (aangegeven
voertuigen. De Belastingdienst legt vervolgens een
tegen het 6%-tarief), biedt zij ook parkeerplaatsen
naheffingsaanslag op. Het hof verwijst naar de
aan bij de drie ingangen van het park (aangegeven
bepaling in de overlegde huurovereenkomsten,
tegen het algemene tarief). Tegen de voldoening van
waarin is opgenomen dat de garageboxen uitsluitend
btw over de omzet van parkeerplaatsen maakt
zijn bestemd om te worden gebruikt als
belanghebbende bezwaar. Hij stelt dat het verlaagde
garage/bergruimte. Contractueel is niet uitgesloten
tarief van toepassing is. Als argument geeft hij aan
dat het als parkeerruimte wordt gebruikt, maar ook
dat parkeren een bijkomende dienst is bij het
niet is uitgesloten dat het voor andere doeleinden
verlenen van toegang tot het park. De inspecteur
mag worden aangewend. In navolging van de
gaat echter uit van het algemene tarief en beschouwt
rechtbank geeft het Hof aan dat ervaringsregels in
parkeren als een afzonderlijke prestatie. De
het maatschappelijk verkeer leren dat garageboxen
rechtbank oordeelt dat aannemelijk is geworden dat
veelal worden gebruikt voor andere doeleinden dan
er voor het publiek geen afzonderlijk belang staat bij
het stallen van voertuigen. In tegenstelling tot de
het parkeren op de parkeerplaatsen van
rechtbank verbindt het Hof daaraan de consequentie
belanghebbende. Dit hangt samen met de decentrale
dat garageboxen onroerende zaken zijn die naar hun
ligging van de parkeergelegenheden ten opzichte van
aard gebruikt kunnen worden voor meerdere
omliggende dorpen. Bovendien exploiteert
doeleinden en derhalve multifunctioneel zijn. In het
belanghebbende de parkeerplaatsen slechts met het
besluit ‘Levering en verhuur onroerende zaken’ van
doel de bezoekers optimaal te laten genieten van het
2009 is bepaald dat de verhuur van dergelijke
park. Gezien de relatief zeer lage vergoeding voor
multifunctionele ruimten die primair voor andere
het parkeren alsmede de beleving van de modale
doeleinden (kunnen) worden gebruikt dan voor het
consument, ziet de rechtbank het parkeren bij de
parkeren van voertuigen, eigenlijk geen verhuur van
ingang van het park als een aantrekkelijke
parkeerruimte vormt. De belanghebbende kan, omdat
7 sprake is van dergelijke “andere doeleinden dan voor
ten aanzien van de economische activiteiten als ten
het parkeren van voertuigen” en bovendien
aanzien van de beleggingsactiviteiten van de groep.
contractueel gebruik als bergruimte is toegestaan,
Het hof oordeelde (nadat vastgesteld werd dat
vertrouwen ontlenen aan het hiervoor genoemde
partijen daar geen geschil over hadden!!), dat op
besluit. Het Hof vernietigt de uitspraak van de
grond van de holdingresolutie en op grond van het
rechtbank. Onbekend is of tegen deze uitspraak
gelijkheidsbeginsel sprake is van een fiscale eenheid.
cassatie wordt ingesteld; de termijn loopt nog. Wel kan deze zaak voor RB-leden de aanleiding vormen
De Hoge Raad stelt vast dat partijen wel een geschil
om de huurovereenkomsten van garageboxen en
hadden en dat tevens het beroep op het
btw-behandeling daarvan tegen het licht te houden.
gelijkheidsbeginsel niet was onderbouwd. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat de holdingresolutie
Hoewel parkeren zo oud is als de uitvinding van het
vereist dat de betrokken holding zich in sterke mate
wiel, zijn binnen de btw dus nog steeds
bezig houdt met de besluitvorming binnen het
ontwikkelingen te melden als het gaat om parkeren.
concern en dat deze holding volledig in dienst staat van het totaal van de bedrijfsvoering van de gelieerde
GIJS OTTEN
werkmaatschappij(en). Zodanige aan een holding gestelde voorwaarden zijn overigens niet FISCALE EENHEID
onverenigbaar met het bepaalde in artikel 11 van BTW-richtlijn 2006. Opgemerkt zij nog dat artikel 11
FISCALE EENHEID BTW, DE
van BTW-richtlijn 2006 niet kan worden geacht
HOLDINGRESOLUTIE VAN 1991
rechtstreekse werking te hebben die de
Zomaar twee zaken waarbij de holdingresolutie van
belastingplichtigen in staat stelt zich tegenover hun
1991 (VB91/347) een rol speelt: één bij de Hoge
lidstaat op deze bepaling te beroepen ingeval de
Raad (NL:HR:2015:2498) en één bij Hof Arnhem-
wetgeving van hun lidstaat niet verenigbaar is met die
Leeuwarden (NL:GHARL:2015:6335).
bepaling en evenmin in overeenstemming ermee kan
Hoge Raad
worden uitgelegd.
In deze zaak gaat het om een holding (B) met twee dochtervennootschappen A (belastingadviespraktijk)
De Hoge Raad verklaart de cassatie gegrond en
en C (belegging in OG-vennootschappen). X
verwijst de zaak door naar het Gerechtshof
(natuurlijk persoon) is in dienst van A. A verricht
Amsterdam.
(betaalde) diensten aan D (een belastingadviespraktijk waar A een
Hof Arnhem-Leeuwarden
minderheidsbelang in heeft). Het verzoek om
Deze zaak betreft een holding met één actieve en
vaststelling van een FE tussen A en B werd door de
twee slapende werkmaatschappijen. De holding heeft
inspecteur afgewezen wegens het ontbreken van
een auto aangeschaft en deze ter beschikking
ondernemerschap bij B. Het Hof oordeelde dat de
gesteld aan haar bestuurder. De holding verricht
door B verrichte activiteiten beleidsbepalend voor de
werkzaamheden in het belang van de
structuur waren en B daardoor meer werkzaam was
werkmaatschappij, maar brengt daarvoor geen
8 VRIJSTELLING
vergoeding in rekening. Als zodanig is geen sprake van een onderneming in de zin van de btw. De btw op de aanschaf van de auto wenst zij terug te ontvangen. Belanghebbende stelt dat sprake is van een fiscale eenheid tussen de holding en de werkmaatschappij.
MAATSCHAPPELIJK WERK IS VRIJGESTELD In deze bijdrage sta ik om een tweetal redenen stil bij de vrijstelling voor diensten die nauw samenhangen met maatschappelijk werk en de sociale zekerheid: 1. de conclusie van AG Bot inzake de Belgische
Het Hof oordeelde als volgt: “Vaststaat dat [H] bestuurder is van belanghebbende en dat belanghebbende op haar beurt bestuurder is van [E] BV. [H] heeft geen (rechtstreekse) arbeidsrechtelijke relatie met [E] BV. Gelet daarop acht het Hof
zaak Les Jardins de Jouvence SCRL van 9 juli 2015 (“LJJ”); 2. het besluit van de staatssecretaris van Financiën inzake het vrijstellen van wijkgericht werken van 3 september 2015.
aannemelijk dat [H] de genoemde handelingen ten behoeve [E] BV namens belanghebbende, uit hoofde van haar bestuursfunctie, verricht. De omschreven handelingen zijn naar het oordeel van het Hof sturende en beleidsbepalende handelingen als bedoeld in de holdingresolutie. De handelingen vertonen een nauwe samenhang met de ondernemersactiviteiten, zodat belanghebbende een wezenlijke economische functie vervult ten behoeve van [E] BV. Alsdan is sprake van de vereiste “nauwe verbondenheid in economisch opzicht”.
Diensten die nauw samenhangen met maatschappelijk werk zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, letter f van de Wet OB’68. Het betreft hier de sociaal-culturele vrijstelling met een in Nederland bijzondere erkenningssystematiek. Deels zijn bepaalde activiteiten “als zodanig” aangewezen en aldus vrijgesteld (categorieën) en deels is er een erkenningsregeling van individuele belastingplichtigen op aanvraag. De prestaties dienen in ieder geval als diensten die nauw samenhangen met maatschappelijk werk te worden aangemerkt. Onder
Uit beide zaken blijkt dat de “sturende en beleidsbepalende handelingen”, zoals beschreven in de holdingresolutie, er toe kunnen leiden dat de holding tezamen met de werkmaatschappij een fiscale eenheid kan vormen. Voorwaarde is wel dat er een wezenlijke invulling wordt gegeven aan deze sturende en beleidsbepalende activiteiten. De holding zal zich in sterke mate moeten bezighouden met de besluitvorming binnen het concern en zich feitelijk in dienst moeten stellen van het totaal van de bedrijfsvoering van de gelieerde vennootschappen.
maatschappelijk werk dient te worden verstaan “het bieden van hulp aan behoeftige personen”. Dit mag gelet op het doel van de vrijstelling (aldus goedkoper maken en bijgevolg toegankelijker maken voor particulieren) niet te beperkt worden opgevat (Bot in LJJ, punten 36 en 37). De behoefte tot het verkrijgen van deze hulp kan fysiek, geestelijk of economisch zijn (HvJ EU inzake Kügler, C-141/00), en wordt gekenmerkt door de individuele beoordeling daarvan (Bot in LJJ, punt 38). Bot wijst erop dat de diensten nauw moeten samenhangen met maatschappelijk werk zodat zij als nevenprestaties geleverd moeten
HARRY HENDRIKS
worden bij een hoofdactiviteit.
9 In de zaak LJJ bestaat de hoofdactiviteit uit het
In deze beleidsregel worden prestaties
leveren van woonruimte (assistentiewoningen) met
onderscheiden, waaronder “wijkgericht werken”.
daarbij verplichte en vrijwillige af te nemen diensten
Daaronder wordt verstaan: “activiteiten die niet direct
(huishoudelijke en persoonlijke verzorging,
te koppelen zijn aan een individueel zorgtraject van
maaltijdverstrekkingen, vervoer op afroep en een
een patiënt en zijn te kenschetsen als het verbinden
alarmmeldsysteem).
van het medische en sociale domein waarbij signaleren, regisseren en coördineren de kern
Bot twijfelt er niet aan dat de door LJJ aangeboden
vormen. Vervolgens bevat de richtlijn
diensten nauw samenhangen met maatschappelijk
maximumtarieven per uur voor gezondheidszorg-
werk voor zover het betreft de bewoners van de
prestaties, advies, instructie en voorlichting. Voor
assistentiewoningen. Indien dezelfde diensten
“wijkgericht werken” en “onderlinge dienstverlening”
worden geleverd aan andere dan bewoners van
geldt een vrij tarief.
assistentiewoningen zal de vrijstelling niet van toepassing zijn omdat er dan geen sprake is van
Per 1 januari 2015 is verpleging en verzorging
nauw samenhangende diensten. Die gedachte staat
overgeheveld van de AWBZ naar de
naar mijn mening op gespannen voet met het eerdere
Zorgverzekeringswet met als doel om de zorg dicht
oordeel van het HvJ inzake Kügler waarbij
bij andere eerstelijnszorg en het sociale domein te
thuiszorgdiensten (algemene verzorging en
brengen. Samen met de huisartsenzorg moet de
huishoudelijke hulp) onder de vrijstelling werden
verpleging en verzorging erop gericht zijn om mensen
gebracht. Het is afwachten welk oordeel het HvJ
zo lang mogelijk thuis te helpen. Voor de tarieven die
hierover heeft.
wijkverpleegkundigen sinds 1 januari 2015 voor “wijkgericht werken” en “onderlinge dienstverlening”
De staatssecretaris heeft op 10 juli 2015 in de
ontvangen, meent de Belastingdienst dat de
beantwoording van vragen in de Tweede Kamer blijk
vrijstelling voor gezondheidszorg niet van toepassing
gegeven van gevoel voor “onredelijke en onbedoelde
is en heft 21% btw op deze vergoedingen. Op 10 juli
effecten” die binnen het btw-systeem optreden als op
2015 geeft staatssecretaris Wiebes aan dat hij deze
andere gebieden regelgeving dwingt tot een
kwestie oplost; “dit kan niet de bedoeling zijn!”.
bepaalde wijze van financiering van activiteiten op het gebied van maatschappelijk werk en de
Deze oplossing zal wettelijk een plaats vinden in de
gezondheidszorg.
aangewezen categorieën van diensten (post b-24) en vooruitlopend daarop wordt reeds goedgekeurd, in
In beleidsregel BR/CU 7123 van de Nederlandse
het besluit van 3 september 2015, dat deze prestaties
Zorgautoriteit (“NZa”) is vastgelegd op welke wijze de
zijn vrijgesteld van btw.
NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om de tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen
Ik meen dat de vorm waarin prestaties worden
voor verpleging en verzorging alsmede voor
omschreven en tarieven worden vastgesteld binnen
intensieve kindzorg als omschreven bij of krachtens
de beleidsregel van NZa niet vanzelfsprekend ook
de Zorgverzekeringswet.
zouden leiden tot zelfstandige prestaties binnen het
10 btw-stelsel. Zo zijn er prestaties binnen de beleidsregel benoemd die naar mijn mening binnen
COLOFON REDACTIE: MR. LUCAS BLOM AA RB
het btw-stelsel nimmer als zelfstandige prestaties in
(HOOFDREDACTEUR) ¢ PAUL CRAMER RB ¢
aanmerking zouden worden genomen. Deze
MR. RICK FRANKE LL.M. RB ¢ MR. AD FRUIJTIER
“onzelfstandige” prestaties volgen dan het btw-regime van de prestatie waarmee zij onlosmakelijk zijn
RB ¢ HARRY HENDRIKS RB ¢ MR. GIJS OTTEN RB ¢ MR. DICK ROEMELING RB
verbonden.
In ieder geval is de oplossing van staatssecretaris Wiebes sluitend en kan geen discussie ontstaan over welke prestaties zelfstandig zijn en of daarbij een
Btw Update is een uitgave van de specialistengroep btw voor het Register Belastingadviseurs en verschijnt 10x per jaar op het RB Ledennet. Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met het RB via
[email protected].
vrijstelling van toepassing is. Dat die oplossing past binnen de vrijstelling van artikel 11, (1) f van de Wet OB’68 ligt voor de hand. Zie de eerdere uitwerking van de conclusie van AG Bot inzake de Belgische assistentiewoningen. Daarbij past echter de kanttekening die ik eerder maakte.
Deze situatie lijkt erg veel op die van de ketenzorg in Nederland; een wijze van organiseren vanuit het
De informatie in Btw Update heeft een signalerend karakter, is niet bedoeld als advies en de ontvanger/gebruiker kan hieraan geen rechten ontlenen. Ondanks de zorgvuldige samenstelling van de inhoud van Btw Update kan het RB en de betrokken btw-specialisten geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor schade, direct dan wel indirect, tengevolge van eventuele fouten, vergissingen of onvolledigheden van de aangeboden informatie.
VWS-domein van de multidisciplinaire zorg in de eerstelijn. Ook in die gevallen stelt de Belastingdienst dat de tarieven die worden ontvangen voor andere diensten dan de gezondheidzorgdiensten aan individuele patiënten, belast zijn met btw. Hoewel de situatie niet geheel vergelijkbaar is, zal staatssecretaris Wiebes desgevraagd ongetwijfeld dezelfde conclusie trekken, “dit kan niet de bedoeling zijn”. In het licht van die veronderstelling roep ik hem dan ook dringend op een vergelijkbare maatregel te treffen voor de ketenzorgorganisaties. Mevrouw Wolbert van de PvdA kan weer nieuwe vragen stellen! PAUL CRAMER
Btw Update kan verwijzen naar andere websites of andere bronnen. Het RB heeft geen controle of zeggenschap over zulke andere websites en bronnen en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de beschikbaarheid, de inhoud en de veiligheid daarvan, noch voor eventuele inbreuken op auteursrechten of andere intellectuele eigendomsrechten via zulke websites of bronnen. Het is de ontvanger/gebruiker van Btw Update niet toegestaan deze te vermenigvuldigen, te distribueren, te verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van het RB.