Actieplan ] Huiselijk geweld en Kindermishandeling 2016 – 2017
2
Inhoudsopgave! Voorwoord&.............................................................................................................................................&3&
HOOFDSTUK)1& INLEIDING!...............................................................................................!4& 1.1& Transformatie:&nieuwe&kansen&................................................................................................&4& 1.2& Leeswijzer&................................................................................................................................&4& HOOFDSTUK)2& LEEUWARDEN!IN!BEELD!..........................................................................!5& HOOFDSTUK)3& 3.1& 3.2& 3.3&
ACHTERGROND!HUISELIJK!GEWELD!EN!KINDERMISHANDELING!..............!6& Risicofactoren&.........................................................................................................................&6& Gevolgen!van!huiselijk!geweld!en!kindermishandeling&........................................................&6& Ontwikkelingen!in!vogelvlucht&...............................................................................................&7&
HOOFDSTUK)4& 4.1& 4.2& 4.3& 4.4& 4.5&
SPOOR!1.!PREVENTIE!..............................................................................!8& Doel&.........................................................................................................................................&8& Belangrijke&spelers&voor&preventie&van&kindermishandeling&en&huiselijk&geweld&...................&8& Preventief&beleid&van&gemeenten.&Wat&gaat&gemeente&Leeuwarden&doen?&........................&11& Resultaten&.............................................................................................................................&14& Acties&.....................................................................................................................................&14&
HOOFDSTUK)5& 5.1& 5.2& 5.3& 5.4& 5.5& 5.6& 5.7&
SPOOR!2.!SIGNALEREN!EN!TOEPASSING!MELDCODE!.............................!16& Doel&.......................................................................................................................................&16& Wet&verplichte&Meldcode&Huiselijk&Geweld&en&Kindermishandeling&....................................&16& Verwijsindex&..........................................................................................................................&18& Aanpak&Voorkomen&Escalatie&................................................................................................&18& Beter&signaleren&en&melden.&Wat&gaat&gemeente&Leeuwarden&doen?&.................................&18& Resultaten&.............................................................................................................................&23& Acties&.....................................................................................................................................&23&
HOOFDSTUK)6& 6.1& 6.2& 6.3& 6.4&
SPOOR!3.!EFFECTIEVE!KETENSAMENWERKING!......................................!26& Doel&.......................................................................................................................................&26& Effectieve&ketensamenwerking.&Wat&gaat&gemeente&Leeuwarden&doen?&............................&27& Resultaten&.............................................................................................................................&28& Acties&.....................................................................................................................................&29&
2
3
Voorwoord Eind 2014 is in gemeente Leeuwarden, net als in alle andere Friese gemeenteraden, de Regiovisie Veilig Thuis vastgesteld. Het doel van de Regiovisie is het voorkomen van geweld en het realiseren van een duurzame veilige situatie voor het gehele (gezins)systeem. Geweld moet zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd en gestopt. In de Regiovisie staan acht uitgangspunten die de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld bepalen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Veiligheid voorop en die van kinderen in het bijzonder Snelle en passende hulp Systeemgericht (integrale aanpak via 1 gezin, 1 plan, 1 coördinator/regisseur) Focus op eigen kracht en sociaal netwerk Lokaal wat kan en boven regionaal wat moet Outreachend Samenwerking tussen domeinen (lokaal/provinciaal en zorg/justitie) vraagt om heldere afspraken 8. Niet weten hoe te handelen is geen reden om niet te handelen In de Regiovisie is de afspraak gemaakt dat alle Friese gemeenten de visie vertalen in een concreet gemeentelijk actieplan huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor u ligt het actieplan van de gemeente Leeuwarden. Hier staat in hoe burgers, direct betrokkenen, organisaties, instellingen en de gemeente zelf vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid de komende jaren gaan doen om tot een duurzame veiligheid van hun burgers te komen. Tijdens de looptijd van dit actieplan (2016-2017) is het verbeterproject “Collectief tegen Kindermishandeling” in Leeuwarden en Weststellingwerf gestart. Het verbeterproject licht twee elementen uit het actieplan uit, om daar in de praktijk mee aan de slag te gaan. Dit zijn 1. het vergroten van de handelingsbekwaamheid van burgers en professionals om sneller te signaleren en te handelen ten aanzien van die signalen (‘handeling en houding’) en 2. goede ketensamenwerking rond gezinnen waar kindermishandeling speelt om veiligheid te creëren, uitgaande van het principe één gein, één plan, één regisseur (‘veerkracht en veiligheid’).
3
4
Hoofdstuk 1
Inleiding De omvang, hardnekkigheid de impact van huiselijk geweld en kindermishandeling vraagt om een stevige aanpak met duurzame oplossingen. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 1 200.000 personen slachtoffer van huiselijk geweld en 119.000 kinderen slachtoffer van 2 mishandeling . Dit is ongeveer één kind per klas. De problematiek is hardnekkig door moeilijk te doorbreken (gewelds)patronen. Kinderen die opgroeien met geweld lopen een groot risico om op latere leeftijd pleger en/of slachtoffer te worden. De slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling ondervinden zowel op de korte als de lange termijn negatieve gevolgen (ontwikkelingsproblemen, hechtingsstoornissen, angst) die hoge maatschappelijke kosten tot gevolg hebben. De slachtoffers doen een groter beroep op (jeugd)gezondheidszorg, hulpverlening, opvang en de inzet van politie en justitie. “Kinderen die getuige zijn van geweld tussen hun ouders, hebben net zo veel kans om 3 gedragsproblemen te ontwikkelen als kinderen die lichamelijk zijn mishandeld” Alle burgers hebben recht om veilig op te groeien en te leven. Dit betekent investeren in preventie, het herkennen van dat signaleren, zorgen dat het geweld direct stopt en dat passende hulp wordt ingezet.
1.1
Transformatie: nieuwe kansen Per 1 januari 2015 hebben gemeenten de verantwoordelijkheid voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, van preventie tot interventie. De decentralisaties van de jeugdhulp, Wmo en de Participatiewet bieden kansen om het sociaal domein meer in samenhang in te richten. Dat vraagt van inwoners, professionals, aanbieders en gemeenten een andere werkwijze en cultuur. Als de veiligheid het toestaat is het uitgangspunt het benutten van de mogelijkheden van de burger en zijn omgeving. Samen met het sociale netwerk worden maatregelen genomen om de veiligheid, ook op langere termijn, te waarborgen. Er wordt niet alleen gekeken naar de hulpvraag van een individu, maar van het hele gezinssysteem. Als blijkt dat hulp nodig is wordt vervolgens gewerkt volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur. Het ondersteuningsplan wordt bij voorkeur samen het gezinssysteem (familiegroepsplan) opgesteld.
1.2
Leeswijzer In dit actieplan staat beschreven hoe gemeenten Leeuwarden uitvoering gaat geven aan de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling voor 2016 en 2017. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de aard en omvang van de problematiek in Leeuwarden. In hoofdstuk 3 staan de recente ontwikkelingen en risicofactoren beschreven. In de hoofdstukken 4,5 en 5 staan de drie sporen uit dit actieplan uitgewerkt: 1. Preventie 2. Signaleren & melden (toepassing Meldcode) 3. Ketensamenwerking
1&Bron:&AMK&jaarverslag&2013& 2&Bron:&Alink,&L.,&IJzendoorn,&R.&van,&BakermansWKranenburg,&M.J.,&Pannebakker,&F.,&Vogels,&T.,&&&Euser,&S.&(2012).& Kindermishandeling&in&Nederland&Anno&2010& 3&Bron:&Augeo&Foundation&,&2015&(http://www.augeomagazine.nl/nl/magazine/9209/774949/inhoud.html)& 4
5
Hoofdstuk 2
Leeuwarden in beeld 4
Er wonen in Leeuwarden 20.184 jeugdigen (0-18 jaar) . Vanuit de gemeente Leeuwarden zijn in 2014 bij het voormalige Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) 324 onderzoeken gedaan, waarbij 572 gemelde kinderen betrokken waren. Sinds 1 januari 2015 is het AMK onderdeel van Veilig Thuis. Er zijn in 2014 716 aanmeldingen binnengekomen bij Directe Hulp bij Huiselijk Geweld (DHHG) vanuit de gemeente Leeuwarden. Dit aantal is 27% van de aanmeldingen bij DHHG uit de Fryslân. Er zijn in de gemeente Leeuwarden 39 huisverboden opgelegd (37% van de 5 huisverboden in de hele regio). 6
GGD Fryslân heeft in 2012 onderzoek gedaan naar huiselijk geweld . Hieruit blijkt dat 12% van de inwoners van de gemeente Leeuwarden voor de leeftijd 19-64 jaar ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Voor heel Fryslân ligt dit gemiddelde op 7 %. Van de 20.184 jeugdigen (tot 18 jaar) in gemeente Leeuwarden, wonen 3.046 in een huishouden met een minimuminkomen. Dat is 15% van alle kinderen in Leeuwarden. Gemiddeld ligt dit percentage op 10%. Van alle 2.411 eenoudergezinnen in Leeuwarden heeft 45% een minimuminkomen. Meer dan de helft van de kinderen die opgroeien in armoede hebben een niet-westerse etniciteit (16% van alle kinderen in Leeuwarden heeft een nietwesterse etniciteit). De wijken Heechterp-Schieringen en Wielenpôlle/Schepenbuurt tellen relatief veel minimahuishoudens. Rond de 40% van deze huishoudens heeft een laag 7 8 inkomen. Volgens onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut zijn Heechterp-Schieringen en Wielenpôlle/Schepenbuurt de wijken met een van de grootste risico’s in de leefomstandigheden voor kinderen in Nederland.
4
&Bron:&armoedeaanpak&gemeente&Leeuwarden&(2014)& &Bron:&verantwoording&Directe&Hulp&bij&Huiselijk&Geweld&(2014).&In&de&meldingen&bij&DHHG&en&bij&het&&voormalige&AMK&zitten& dubbelingen.&& 6 &Bron:&Onderzoek&GGD,&thema&huiselijk&geweld,&2012& 7 &Bron:&Armoede&aanpak&Gemeente&Leeuwarden&“&Kunst&van&het&rondkomen”&(2014)& 8 &Bron:&Kinderen&in&Tel,&Verwey&Jonkerinstituut&databoek&2014.&& 5
5
6
Hoofdstuk 3 3.1
Achtergrond huiselijk geweld en kindermishandeling Risicofactoren Huiselijk geweld en kindermishandeling Armoede en werkloosheid zijn de belangrijkste risicofactoren van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het risico op kindermishandeling is acht keer groter in gezinnen met zeer laag opgeleide ouders. Werkloosheid van beide ouders vergroot het risico op 9 kindermishandeling met bijna vijf keer . Ook eenoudergezinnen, instabiele huisvesting/leefbaarheidsproblemen, psychiatrische- en verslavingsproblematiek en grote gezinnen vormen een verhoogd risico op huiselijk geweld en kindermishandeling. Ouders die zelf als kind mishandeld zijn, lopen een groter risico om hun eigen kind te mishandelen. Vooral de aanwezigheid van combinaties van bovenstaande factoren verhogen het risico op huiselijk geweld en kindermishandeling. “Verslaving van ouders is de meest voorkomende en meest bepalende factor voor fysieke mishandeling en verwaarlozing van kinderen en verdrievoudigt het risico op 10 kindermishandeling” Ouderenmishandeling Bij ouderenmishandeling gaat het behalve om geweld tussen partners ook om geweld door professionals. Het geweld kan enerzijds in huiselijke kring plaatsvinden. Anderzijds kan het geweld ook binnen de professionele setting plaatsvinden. De belangrijkste risico’s zijn: toenemende afhankelijkheid van zorg door lichamelijke en geestelijke achteruitgang, sociaal isolement, intergenerationele geweldsrelaties en ingrijpende gebeurtenissen. Een aandachtspunt bij ouderenmishandeling is het risico op ontspoorde mantelzorg. Als mantelzorgers de zorg voor hun naaste niet meer aan kunnen, lopen ze het risico om te ontsporen in gedrag dat ze zelf ook niet zouden willen vertonen. Door overbelasting, onwetendheid, onkunde, onmacht en/of compassiemoeheid kan een mantelzorger onbedoeld over grenzen gaan.
3.2
Gevolgen van huiselijk geweld en kindermishandeling Huiselijk geweld is de belangrijke voorspeller van emotionele en psychische stoornissen. Slachtoffers verliezen zelfvertrouwen en krijgen vaker problemen met intimiteit en seksualiteit. Voor slachtoffers bij wie de dader van huiselijk geweld de (ex) partner is, is scheiding het belangrijkste gevolg (bij 85%). Zeker voor kinderen heeft het opgroeien in een onveilige omgeving vaak ingrijpende gevolgen. Emotioneel misbruik en verwaarlozing zijn oorzaken van de ontwikkeling van angst en depressie. Dit kan ook op latere leeftijd ontstaan. Ongeveer 40% van de kinderen die thuis met regelmaat geweld tussen ouders meemaakt, krijgt daardoor posttraumatische klachten.
9
&Bron:&NJI&(http://www.nji.nl/nl/Risicofactoren_kindermishandeling.pdf)&
10
&Bron&Augeo&Foundation&(2014)& 6
7
3.3
Ontwikkelingen in vogelvlucht De aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling is de afgelopen jaren zowel op landelijk als regionaal niveau sterk in ontwikkeling. Hieronder volgt een korte opsomming van de recente ontwikkelingen: •
• •
•
•
•
•
•
•
In 2007 is de RAAK-aanpak (Reflectie- en Actiegroep Kindermishandeling) uitgerold. Kern van de aanpak is dat instellingen op regionaal niveau gezamenlijk werken aan een samenhangende en effectieve aanpak van kindermishandeling. Fryslân heeft deelgenomen aan de RAAK-aanpak; In 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst; De ministeries van VWS en VenJ zijn gestart met het actieplan ‘Kinderen Veilig” (2012-2016). De landelijke Taskforce Kindersmishandeling en Seksueel geweld is gelijktijdig ingesteld om de ministeries, uitvoeringsorganisaties en professionals die met kinderen werken aan te zetten tot actie; Sinds juli 2013 is de Wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. De Meldcode verplicht professionals om de vijf stappen die beschreven staan in de Meldcode toe te passen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. De Kindcheck is een onderdeel van de verplichte meldcode; Opdracht van Ministerie van VWS dat de centrumgemeenten Vrouwenopvang vóór januari 2015 met de gemeenten in hun regio’s één visie formuleren voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling; Gemeenten hebben per 1 januari 2015 de volle verantwoordelijkheid voor de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling gekregen. De verantwoordelijkheid van gemeenten voor de vrouwenopvang en de organisatie van Veilig Thuis staan in de nieuwe Wmo; Per 1 januari 2015 is Veilig Thuis (samenvoeging van het SHG en het AMK) operationeel. Veilig Thuis biedt kansen om huiselijk geweld en kindermishandeling integraal aan te pakken. Gemeenten moeten eens in de vier jaar hun jeugdhulpbeleid vastleggen in een beleidsplan. Medio 2015 zijn het Rijk en de VNG zijn het project 'Collectief tegen Kindermishandeling' gestart. Dit richt zich speciaal op een vernieuwde, betere aanpak van kindermishandeling. Voor dit doel zijn in zes gemeenten samenwerkingsverbanden ingericht. Leeuwarden/Weststellingwerf vormt één deze Collectief-gemeenten; In mei 2015 hebben de wethouders van de centrumgemeenten Vrouwenopvang afgesproken om het initiatief te nemen voor een landelijk dekkend infrastructuur voor multidisciplinaire aanpak van slachtoffers van kindermishandeling, huiselijk en seksueel geweld. Dit wordt MDA (Multidisciplinaire Aanpak) genoemd.
7
8
Hoofdstuk 4
Spoor 1. Preventie Preventie is essentieel om huiselijk geweld en kindermishandeling te voorkomen. Dit kan worden bereikt door de afname van risicofactoren en het versterken van de beschermende factoren. Elke gemeente is verantwoordelijk voor de vormgeving van preventief beleid, ook voor het preventieve beleid ter voorkoming van huiselijk geweld en kindermishandeling. “Vooral in de reguliere hulpverlening ontbreekt nogal eens voldoende kennis over de complexiteit van partnergeweld, kinderen als getuige van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit leidt tot niet-adequate adviezen of het ontbreken van aandacht voor 11 de geweldsproblematiek”
4.1
Doel Het doel van spoor 1 is dat de risicofactoren huiselijk geweld en kindermishandeling afnemen. De gebiedsteams weten wat de risicofactoren zijn voor huiselijk geweld en kindermishandeling en welke wijken hoog scoren op de risico’s. Burgers en professionals weten hoe zij geweld kunnen aankaarten en hulp kunnen inroepen. Handelingsverlegenheid Huiselijk geweld en kindermishandeling speelt zich vaak af in de schaduw van het bestaan. Mensen lopen er niet graag mee te koop en ouders kunnen bang zijn dat hun kinderen worden afgepakt. Vermoedens van mishandeling beginnen vaak bij een zogenaamd 'niet-pluisgevoel'. Dit gevoel wordt door professionals/beroepskrachten en maar ook bij burgers niet altijd voldoende serieus genomen, met het gevolgd dat er wel wordt gesignaleerd maar vervolgens niet wordt gehandeld. Het doorbreken van handelingsverlegenheid vraagt om een andere attitude: meer verantwoordelijkheidsgevoel, verder kijken, zorgen bespreekbaar maken met betrokkenen en collega’s en indien nodig stappen zetten.
4.2
Belangrijke spelers voor preventie van kindermishandeling en huiselijk geweld Vrijwilligers/burgers Burgers en vrijwilligers hebben een belangrijke rol bij het herkennen van kindermishandeling en huiselijk geweld. De kans bestaat dat zij vermoedens hebben van mishandeling, maar dat zij zich niet willen bemoeien met het andermans privéleven. Dit kan worden doorbroken als er sprake is van een informele sociale verbinding tussen ouders/bewoners. Goede voorbeelden van wijkgerichte benaderingen specifiek gericht op preventie van huiselijk geweld zijn “Van Huis Uit” (Den Haag) en Vertrouwenspersonen in de wijk (Arnhem). Voor vrijwilligers heeft Movisie een factsheet opgesteld “Als vrijwilligers zich zorgen maken”.
11
&Onderzoek&naar&kindermishandeling&en&huiselijk&geweld&bij&de&G4,&Verwey&Jonker&(2014)& 8
9
Jeugdgezondheidzorg (JGZ) De taak van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen te bevorderen en te borgen. De JGZ ziet als enige organisatie vrijwel alle kinderen (ruim 95 %) gedurende langere tijd. Daarbij monitort de JGZ diverse aspecten van de ontwikkeling van het kind. Door het hoge bereik en het brede zicht op de ontwikkeling van kinderen kan de JGZ een belangrijke rol spelen bij het voorkomen van kindermishandeling en het tijdig doorverwijzen naar passende hulp. Belangrijk hierbij is dat er een goede verbinding is tussen de JGZ en de gebiedsteams. Onderwijs (PO/VO en kinderopvang) Omdat (bijna) alle kinderen naar school gaan, is de school een belangrijke vindplaats voor signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld. In de onderwijsinstellingen en in de kinderopvang worden kinderen en hun ouders (zeker bij jonge kinderen) dagelijks gezien. De beroepsgroepen die hier werken hebben goed zicht op de ontwikkeling van de kinderen. Scholen en leerkrachten zijn met name belangrijk om verwaarlozing vroegtijdig te signaleren en hierop te acteren. De grootste groep slachtoffers van kindermishandeling betreft namelijk slachtoffers van verwaarlozing. Uit een jeugdpanel-onderzoek van de Nationale jeugdraad kwam naar voren dat kinderen de leraar als belangrijk persoon zien om in vertrouwen te nemen bij kindermishandeling. Er zijn specifieke meldcodes opgesteld voor het PO, VO, MBO en passend onderwijs. De brancheorganisatie Kinderopvang heeft een eigen Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling opgesteld. Gebiedsteams De (nieuwe) gebiedsteams spelen een cruciale rol in de preventie van kindermishandeling en huiselijk geweld. De gebiedsteams werken outreachend, integraal en dichtbij de burgers. Ze bieden laagdrempelige ondersteuning en schalen op wanneer dit nodig is. Bij ondersteuning stelt het gebiedsteam samen met de leden van het gezin een ondersteuningsplan op vanuit het principe van één gezin, één plan, één regisseur waarbij de mogelijkheden van het gezin en sociale omgeving worden benut. Samen met het sociale netwerk worden maatregelen genomen om de veiligheid, ook op langere termijn, te waarborgen. Het gebiedsteam werkt nauw samen met wijkverenigingen, wijkpanels, dorpsbelangen, huisartsen, scholen maar ook buurtbewoners. Doel hiervan is het versterken van de sociale infrastructuur en de sociale cohesie in de wijk. Het vroegtijdig signaleren van problematiek en inzetten op preventie door ‘er op af’ te gaan is nodig om zaken niet te laten escaleren. Door er op tijd bij te zijn kan dure zorg en ondersteuning voorkomen worden. Als de veiligheid van het gezin/huishouden dusdanig in het geding is kan het gebiedsteams expertise inschakelen (door middel van advies) bij Veilig Thuis, de SAVE teams of de Raad voor de Kindermishandeling. In gemeente Leeuwarden zijn 9 gebiedsgerichte teams actief, waaronder een team dat zich specifiek richt op jeugd en gezinnen. Ieder team bestaat uit sociaal werkers. Deze sociaal werkers hebben kennis op alle leefgebieden en zijn expert op verschillende deelterreinen. De sociale wijkteams in Leeuwarden vallen onder de coöperatie Amaryllis dat bestaat uit vijf instellingen: Welzijn Centraal Leeuwarden, Zienn, MEE, en Mienskipssoarch en het regiecentrum Bescherming en Veiligheid.
9
10
huisartsen/verpleegkundigen/consultatiebureaus Huisartsen zijn vanuit de eerstelijns zorg in staat om vroegtijdig signalen op te pikken. In 2013 waren slechts 2,7% van de adviesvragen en 1,6% van de meldingen voor onderzoek bij het AMK afkomstig van huisartsen. Een arts heeft de wettelijke plicht om alles wat hij beroepsmatig te weten komt, voor zich te houden. Dit beroepsgeheim is een belangrijke voorwaarden voor de vrije toegang tot de zorg en beschermt de privacy van patiënten. De wet biedt artsen echter, bij vermoedens van kindermishandeling, de ruimte om hun beroepsgeheim te doorbreken als dat nodig is om kindermishandeling te stoppen of te laten onderzoeken. Dit gebeurt echter mondjesmaat. Verloskundigen en consultatiebureaus komen dagelijks in aanraking met (toekomstige) ouders en hun kinderen. Een verloskundige heeft tijdens de zwangerschap zijn er gemiddeld 10 contactmomenten. Bovendien komt de verloskundige tijdens de zwangerschap, bij de bevalling en/of in de kraamtijd bij de cliënt thuis. Zo krijgt de verloskundige een beeld van de thuissituatie van de cliënt en van de omgang met de baby. De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) heeft gebaseerd op de landelijke Meldcode, een eigen Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. De KNOV (Koninklijke Nederlandse Organisatie voor Verloskundigen) heeft een Meldcode ontwikkeld gebaseerd op de landelijke Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Ouderenzorg, thuiszorg en wijkverpleging Ouderenzorg en de thuiszorg actief in Leeuwaren hebben een rol in het voorkomen en signaleren van ouderenmishandeling. Ouderenmishandeling is vaak omgeven door schaamte en wordt daarom onvoldoende herkend en naar gehandeld. Ook wordt ouderenmishandeling niet geregistreerd. Er zijn diverse preventie programma’s ouderenmishandeling ontwikkeld, zoals trainingen voor verzorgenden, verpleegkundigen en medici om ouderenmishandeling beter te leren signaleren en de meldcode te hanteren. Voorbeeld is E-learningmodule 12 “ouderen in veilige handen” . Deze module is bewezen effectief. Ook is er Praktijkhulp voor 13 vrijwilligers ontwikkeld . Woningbouw Woningcorporaties leveren een steeds belangrijker bijdrage aan het veiliger maken van de woonomgeving. Medewerkers van woningbouwcorporaties zijn veelal de ogen en oren in de buurt. Zij nemen allerlei zaken waar, die (mits goed geschoold en getoetst) kunnen leiden tot vroegsignalering van huiselijk geweld en kindermishandeling. Op het moment dat zij signalen hebben, zouden zij die moeten bespreken met de gebiedsteams.
12
&http://www.han.nl/onderzoek/werkveld/projecten/signaleringWouderenmishandeling/.& &http://www.verweyWjonker.nl/doc/2015/310515%20Vrijwilligers%20tegen%20ouderenmishandeling%20W %20Interactieve%20handreiking.pdf&
13
10
11
4.3
Preventief beleid van gemeenten. Wat gaat gemeente Leeuwarden doen? 1. Armoede en scholingsbeleid Armoede en werkloosheid zijn de belangrijkste risicofactoren voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze risico’s worden vaak onderschat (Kinderombudsman, 2014). In de gemeentelijke armoede-aanpak “De Kunst van het Rondkomen” heeft gemeente Leeuwarden het advies van de kinderombudsman opgevolgd om een meer preventieve integrale aanpak die zich richt op de oorzaken van armoede in te zetten. In Leeuwarden onderscheiden we de volgende speerpunten; werk/participatie, gezondheid/sport, duurzaamheid/wonen, onderwijs/kinderen, netwerk/fondsen. Focus van het armoedebeleid ligt op langdurige armoede en kinderen. Armoede is een probleem waar tal van organisatie bij betrokken zijn. Samen met sociale wijkteams, scholen, woningcorporaties, zorgverzekeraars, en vrijwilligersorganisaties wordt armoede aangepakt. Veel problemen van mensen zijn direct of indirect terug te leiden naar de mate van participatie. a. Rol gebiedsteams De gebiedsteams hebben de taak om burgers de activeren (tot werk, vrijwilligerswerk, buurtactiviteiten). Vanaf 1 juli 2015 worden inwoners in de gemeente Leeuwarden in het kader van de participatiewet die moeilijk aan het werk komen, uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met gebiedsteam. Er wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn en vervolgens wordt een plan van aanpak opgesteld. De gebiedsteams hebben een belangrijke signalerende rol bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. b. Kindpakket Het Kindpakket geeft kinderen binnen de gemeente Leeuwarden de mogelijkheid om mee te kunnen doen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten op het terrein van school, sport en cultuur. Sinds 1 juli 2014 heeft gemeente Leeuwarden het Kindpakket geïntroduceerd. Het Kindpakket is een samenwerkingsinitiatief van Stichting Leergeld, Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, de sociale wijkteams en de gemeente Leeuwarden. Het Kindpakket is bedoeld voor kinderen van 4 tot 18 jaar waarvan de ouders onder het sociaal minimumloon hebben. c. Integrale Kind Centra De Kinderombudsman meldt dat scholen in het basis- en voortgezet onderwijs te weinig rekening gehouden met armoedeproblematiek. Als gemeente willen we actiever onze kennis en expertise over armoede met onderwijsinstellingen delen. De komende jaar wordt doorgegaan met de doorontwikkeling van de Integrale Kind Centra (IKC). Dit is een integrale voorziening voor kinderen van 0-12 jaar waarin onderwijs, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en welzijnsactiviteiten voor kinderen zijn samengevoegd. De samenwerking vindt plaats op wijk/buurt niveau. Via het IKC zijn kinderen goed in beeld, waardoor signalen bij vermoedens van kindermishandeling sneller worden opgemerkt en opgepakt. Dit voldoet aan onze wens om vroeg te signaleren en samen te werken met meerdere partijen die betrokken zijn rondom de leefwereld van kinderen. De signalen die het IKC en voortgezet onderwijs oppikken over armoede worden doorgegeven aan de sociale wijkteams. Zij spelen hierin samen met ouders, kinderen, het eigen netwerk en maatschappelijke organisaties op in. 11
12
d. VVE (Vroeg- voorschoolse educatie) Bij VVE gaat het om het stimuleren van de cognitieve, motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Voorschoolse educatie is ontwikkeld voor kinderen van twee tot vier jaar en wordt in Leeuwarden in zogeheten speelleergroepen gegeven. Alle Leeuwarder peuters in de leeftijd van 2.5 – 4 jaar kunnen hier gebruik van maken. Deze speelleergroepen vallen onder de kinderopvang. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie. Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van de basisschool, voor kinderen van vier tot zes jaar. Het gaat dan om het ontwikkelen van motoriek, taalvaardigheid, ruimtelijk inzicht en samenwerken. De gemeente is verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie. VVE helpt kinderen uit een weinig taal stimulerende omgeving om een goede start te maken in het onderwijs. Het aantal aanmelding voor VVE is het afgelopen jaar sterk gestegen door een brede doelgroepbenadering in de gemeente Leeuwarden. e. Ondersteuning in de kinderopvang Kinderopvangcentra hebben behoefte aan een efficiënte zorgstructuur, aandacht voor en ondersteuning van “doelgroepkinderen’ en begeleiding van de pedagogische medewerkers die met hen werken. Gemeente Leeuwarden heeft plannen om onderzoek te doen in een aantal speelleergroepen met doelgroepkinderen om na te gaan wat de medewerkers nodig hebben om goede ondersteuning te verlenen. Onderdeel hierin is het leren signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld. 2. Vroeg-signalering van schuldenproblematiek De gemeente Leeuwarden zet samen met haar partners schuldenproblematiek eerder signaleren en inzetten op preventie. Eind 2014 heeft de gemeente Leeuwarden samen met Amaryllis, WoonFriesland, Elkien, Essent, Vitens en De Friesland Zorgverzekeraar het convenant `Iedereen financieel fit!' ondertekend. Met de ondertekening van dit convenant verplichten partijen zich tot een gezamenlijke inspanning en verantwoordelijkheid met betrekking tot de hulp- en dienstverlening aan inwoners van de gemeente Leeuwarden met achterstanden op het gebied van huur, gas, elektriciteit, water en de zorgverzekering. 3. Gebiedsanalyse op basis van risicofactoren In de Regiovisie is afgesproken dat alle Friese gemeenten hun risicogroepen- en gebieden in kaart brengen. Op die manier krijgen gemeenten zicht op de groepen en gebieden in de gemeente waar een grotere kans op huiselijk geweld en kindermishandeling aanwezig is als gevolg van risicofactoren. Om zicht te krijgen op het aantal risicogezinnen binnen een gemeente op kindermishandeling is de Jeugdmonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek te raadplegen (http://jeugdmonitor.cbs.nl/nl-nl/). Hierin staat informatie op zoals jongeren in armoede of ouders die het gevoel hebben de opvoeding van hun kinderen niet aan te kunnen. 4. Checklist Preventie Kindermishandeling 14 Er is een checklist Preventie Kindermishandeling opgesteld voor gemeenten door het Nederlands Jeugd Instituut en de Augeo Foundation gebaseerd op wetenschappelijke 14
&Ontwikkeld&door&Augeo,&de&Bernard&van&Leer&Foundation&en&Stichting&Kinderpostzegels,& gemeentenaanpakkindermishandeling.nl& 12
13
literatuur en op ervaringen die gemeenten van 2003 tot 2010 hebben opgedaan met de RAAK-aanpak (Reflectie en Actie rondom de Aanpak Kindermishandeling). Fryslân heeft deelgenomen aan de RAAK projecten. De checklist helpt gemeenten om hun preventiebeleid effectiever in te richten. Hieronder staan de 10 punten kort beschreven. De uitgebreide checklist is te vinden op de website: http://gemeenteaanpakkindermishandeling.nl/
Checklist Preventie Kindermishandeling voor gemeenten: 1. Screening tijdens zwangerschap op verhoogde risico’s voor kindermishandeling zoals alcohol en drugsverslaving en partnergeweld. 2. Voorlichting geweldloos opvoeden voor ouders 3. Voorlichting Shaken Baby Syndroom. Jonge ouders worden voorgelicht over het (omgaan met) huilgedrag van baby’s en de risico’s van het schudden van je baby. 4. Opvoedproblemen signaleren. Met alle ouders die de jeugdgezondheidszorg bezoeken wordt met hulp van goede gespreksprotocollen en screeningslijsten gesproken over opvoed- en opgroeizorgen. 5. Opvoedondersteuning bieden 6. Voorlichting voor alle kinderen op school over misbruik en mishandeling 7. Training voor professionals. De professionals waarmee ouders en kinderen veel contact hebben zijn getraind in het signaleren van kindermishandeling volgens de Meldcode. 8. Psycho-educatie na huiselijk geweld. Alle kinderen die getuige of slachtoffer zijn van huiselijk geweld en waarbij politie of en/of het Veilig Thuis betrokken zijn, krijgen ten minste psycho-educatie aangeboden. 9. Hulp voor kinderen in de (vrouwen)opvang. Kinderen in de vrouwen- en maatschappelijke opvang krijgen begeleiding en hulp voor hun eigen problemen. 10. Publieksvoorlichting. Inwoners weten waar zij in hun gemeente terechtkunnen voor advies wanneer zij zich zorgen maken over een kind of gezin. Ze weten ook waar ze zelf (opvoed)advies kunnen krijgen.
Gemeente Leeuwarden gaat op basis van bovengenoemde 10 punten na in hoeverre zij een hun preventiebeleid kindermishandeling (on)voldoende hebben ingericht om een veilige omgeving voor kinderen te realiseren. 5. Monitor Aanpak Kindermishandeling van het NJI (Nederlands Jeugd Instituut) Gemeenten kunnen de effecten van hun beleid volgen met de Monitor Aanpak Kindermishandeling van het NJI (Nederlands Jeugd Instituut). In de monitor kunnen gemeenten gegevens vinden over de omvang en aard van kindermishandeling in de eigen gemeente(n), over welke instanties kinderen uit de gemeente(n) hebben gemeld, welke gezinsproblematiek hierbij speelde en wat het vervolg is geweest op de melding. Daarnaast wordt de aanpak beoordeeld (basis hiervoor is de eerder genoemde checklist) en vergeleken met de gegevens van andere gemeenten. Op grond van de scores krijgen gemeenten suggesties om de aanpak te verbeteren. Deze Monitor Aanpak Kindermishandeling wordt op korte termijn uitgebreid met huiselijk geweld. Gemeente Leeuwarden sluit aan de monitor en bespreekt de uitkomsten jaarlijks met het NJI en Movisie om tot verbeteracties te komen. 13
14
6. Voorlichting Kindermishandeling vindt vaak in huiselijke kring, door ouders, familie of kennissen plaats. Voor kinderen is het belangrijk zij weten waar de grenzen liggen en dat zij het bespreekbaar durven te maken. Voor schoolgaande kinderen zijn lespakketten beschikbaar met informatie over seksueel misbruik, fysiek mishandeling en pesten. Leeuwarden gebruikt de LEJA om in overleg met de onderwijspartners en de kinderopvang afspraken te maken over voorlichting aan kinderen over kindermishandeling en het vergroten van de weerbaarheid van kinderen. Voor volwassenen is het van belang waar zij terecht kunnen met hun vragen over kindermishandeling en huiselijk geweld. De landelijke publiekscampagne is hier een goed voorbeeld van. In het najaar 2015 is de regionale campagne van Veilig Thuis van start gegaan. Gemeente Leeuwarden zal hier actief aan deelnemen. 4.4
Resultaten • Leeuwarden zet in op armoedebestrijding; • De gebiedsteams hebben als speerpunt om burgers op de onderste treden van de participatieladder te activeren; • Risicogroepen en risicogebieden zijn in beeld bij de lokale gebiedsteams. Gemeenten hebben een gericht preventiebeleid ingezet op basis van risicofactoren. • Iedere burger, zowel volwassene, als kind, weet welke laagdrempelige manieren er zijn om geweld aan te kaarten en/of hulp in te roepen. Zij weten ook waar zij zelf (opvoed) advies in kunnen winnen.
4.5
Acties In deze alinea staan de acties die ingezet zouden moeten worden om de resultaten beschreven in paragraaf 4.4 te realiseren inclusief de planning.
Preventie Onderwerpen: Armoede- en scholingsbeleid
Vroegsignalering schuldenproblematiek
Planning 2015/2016: • Per 1 juli 2015 worden werkloze inwoners uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek met het gebiedsteam • Kindpakket: Financiële ondersteuning voor kinderen in minimahuishoudens om deel te nemen aan sport, of kunstbeoefening (loopt tot 2017); • Doorontwikkeling van de Integrale Kind Centra (IKC); • Onderzoek op aantal speelleergroepen naar ondersteuning van doelgroepkinderen • Vroeg- en voorschoolse educatie na indicatie van JGZ (bij indicatie lage opleiding ouders, hoge score op vragenlijst “stevig ouderschap) • In iedere wijk is een buurtsportcoach actief; 2015/2016: • Convenant vroegsignalering bij schuldenproblematiek is van kracht (met Amaryllis, woningbouwcoöperatie, drinkwaterbedrijf, energiebedrijf en zorgverzekeraar). Gemeente Leeuwarden gaat of het convenant goed wordt nageleefd en of verbeteringen nodig zijn. 14
15
Gebiedsanalyse
2016: •
Gemeente Leeuwarden benoemt een ambtenaar met het dossier: huiselijk geweld en kindermishandeling. Die heeft kennis van: o De armoedeaanpak van Leeuwarden “de kunst van her rondkomen” en 15 “effectief kindgericht armoedebeleid” (Kinderombudsman, maart 2014) o factsheet ‘riscofactoren en beschermende factoren kindermishandeling’ 16 (NJI) 17 o factsheet ‘huiselijk geweld’ (Movisie) 18 o factsheet ouderenmishandeling “ontspoorde zorg” (Movisie)
2016: •
Checklists + monitoring
Voorlichting kinderen
Voorlichting volwassenen
Gemeente Leeuwarden en gebiedsteams kennen de risicofactoren huiselijk geweld (waaronder ouderenmishandeling) en kindermishandeling • Gemeente Leeuwarden doet een gebiedsanalyse op basis van de risicofactoren • Op basis van uitkomsten van de gebiedsanalyse wordt geïnventariseerd welke kennis/expertise per gebiedsteams extra nodig is. Vanaf 2016: • Jaarlijkse wordt de Checklist “Preventie Kindermishandeling” op de 10 punten nagelopen met relevante organisaties (JGZ, Opvoedpunt, gebiedsteams) • Gemeente Leeuwarden sluit aan op de monitor kindermishandeling van het NJI en komt op basis van de uitkomsten tot verbeteracties 2016: Basisscholen en Voorgezet onderwijs in Leeuwarden worden gestimuleerd om deel te nemen aan voorlichtingsprogramma’s voor kinderen over kindermishandeling. Dit punt komt jaarlijks terug op de agenda van de LEJA. Voorbeelden van voorlichtingsprogramma’s zijn: 19 • “STUK” is een theaterstuk om KM bespreekbaar te maken 20 • Het Klokhuis’: lespakket over KM voor groep 7 en 8 21 • ‘Safe You Safe Me’: voor het basis- en speciaal onderwijs • ‘Marietje Kessels’: een lesprogramma fysieke en mentale weerbaarheid voor 22 groep 7 en 8 23 • ‘Rots en Water’ een lesprogramma weerbaarheid en sociale competenties voor PO en VO 2015/2016: • Samenwerkingen en afstemmen communicatieactiviteiten van Veilig Thuis.
15
&http://www.dekinderombudsman.nl/ul/cms/fckuploaded/& &http://www.nji.nl/nl/Risicofactoren_kindermishandeling.pdf& 17 &http://www.huiselijkgeweld.nl/doc/feiten/factsheet_huiselijk_geweld_november_2013.pdf& 18 &https://www.movisie.nl/sites/default/files/Factsheet%20Ouderenmishandeling%20W%20IV%20Ontspoorde%20zorg.pdf& 19 &https://www.movisie.nl/tools/stukWlespakketWoverWkindermishandeling& 20 &http://kindermishandeling.hetklokhuis.nl/voorWscholen/faq/& 21 &http://safeyousafeme.veiligheid.nl/csi/sysm.nsf& 22 &http://www.marietjekessels.com/& 23 &http://www.rotsenwater.nl/& 16
15
16
Hoofdstuk 5
Spoor 2. Signaleren en toepassing Meldcode Hoe eerder huiselijk geweld en kindermishandeling wordt gesignaleerd, des te sneller kan worden ingegrepen. Voor het tijdig signaleren is het van belang dat professionals in het lokale veld deskundig zijn om de aanwezige signalen te herkennen en bekwaam zijn om het gesprek met betrokkenen hierover aan te gaan. Hiervoor is nodig dat wordt geïnvesteerd in de expertise in het voorveld. Dit kan door enerzijds het investeren in de opbouw van deskundigheid bij de professionals en anderzijds door de expertise over huiselijk geweld en kindermishandeling vanuit gespecialiseerde instellingen naar voren te halen. “45% van de professionals voelt zich onvoldoende toegerust om goed om te gaan met vermoedens van kindermishandeling. Professionals die getraind zijn in het signaleren en handelen volgens de Meldcode, komen 3 keer vaker in actie bij vermoedens van 24 kindermishandeling”
5.1
Doel Professionals weten signalen te herkennen en er adequaat op te reageren. De Meldcode (waaronder de Kindcheck) is structureel ingebed in de organisatie en de werkpraktijk van professionals. Zorgsignalen over kinderen worden afgegeven in de Verwijsindex
5.2
Wet verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Sinds juli 2013 is de Wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. De Meldcode verplicht professionals om bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling, de 5 stappen van de Meldcode toe te passen. De Meldcode is ingevoerd omdat professionals vaak te lang wachten met handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling.
De vijf verplichte stappen van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling: 1. In kaart brengen van signalen 2. Overleggen met een collega en eventueel raadplegen van Veilig Thuis 3. Gesprek met de cliënt 4. Wegen van het geweld of de kindermishandeling 5. Beslissen: hulp organiseren of melden bij Veilig Thuis De Meldcode is van toepassing op ongeveer 1 miljoen professionals die werkzaam zijn in de jeugdhulp, gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning en justitie. Onder de Wet verplichte Meldcode vallen de volgende beroepsgroepen: •
Gezondheidszorg: bijv. artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, tandartsen, fysiotherapeuten, kraamzorg en geestelijke gezondheidszorg psychologen;
•
Onderwijs en kinderopvang: bijv. onderwijspersoneel, en leerplichtambtenaren, personeel kinderdagverblijf en peuterspeelzalen, en gastouders;
•
Maatschappelijke ondersteuning: bijv. algemeen maatschappelijk werkers, (thuis) zorgmedewerkers, welzijnswerkers en personeel in de sport, MEE consulenten en
24
&Augeo,&2015& 16
17
jongerenwerkers; •
Jeugdhulp/VT/GI’s: bijv. medewerkers Veilig Thuis, Regiecentrum Veiligheid en Bescherming, gedragswetenschappers en medewerkers van jeugdhulpaanbieders;
•
Justitie: bijv. medewerkers Veiligheidshuis, reclasseringswerkers en groepswerkers van de justitiële jeugdinrichtingen.
Organisaties die onder de wet Meldcode vallen, dienen een eigen Meldcode zelf vast te stellen, waarbij zij gebruik kunnen maken van het basismodel Meldcode die te downloaden is op www.meldcode.nl. Tevens zijn de organisaties verantwoordelijk voor de toepassing van de Meldcode onder de professionals en dat de daarvoor benodigde kennis op peil wordt gehouden. Voorbeelden van Meldcodes zijn te vinden op de site van het ministerie van 25 VWS . Kindcheck Een verplicht element van de Meldcode is de Kindcheck. De Kindcheck is bedoeld voor professionals die met volwassenen (ouders) werken. De Kindcheck houdt in dat de professional nagaat of er kinderen onder de zorg van de volwassen cliënt staan en of kan worden vastgesteld dat de kinderen veilig zijn. Bij zorgen is de professional verplicht de stappen van de Meldcode te doorlopen. De Kindcheck is dus bedoeld voor professionals die werken met volwassen cliënten zoals professionals werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg, medewerkers sociale diensten van gemeenten (armoedeproblematiek) maatschappelijke ondersteuning en de justitiële instellingen. De Kindcheck is onderdeel van de Meldcode. De Kindcheck is toegevoegd aan de Wet Meldcode om meer kinderen in beeld te brengen die het risico lopen mishandeld of verwaarloosd te worden. Voor behandelaars betekent dit dat je, bij zorgen over een volwassen cliënt of patiënt, moet nagaan of hij/zij zorg draagt voor minderjarige kinderen. En of deze kinderen wel veilig zijn. Ook als je deze kinderen niet zelf ziet of behandelt.
“De bekendheid van de Kindcheck bij huisartsen is 41%. Van de respondenten (artsen) die 26 bekend zijn met de Kindcheck, geeft 40% aan de Kindcheck nooit toe te passen” Aandachtsfunctionarissen Stap 2 van de Meldcode is het consulteren van een deskundige collega. Dit impliceert dat specifieke deskundigheid binnen de organisaties die onder de Meldcode vallen, aanwezig moet zijn. Deze persoon wordt ook wel een ‘aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling’ genoemd. Een aandachtsfunctionaris is aanspreekpunt voor collega’s, houdt de regie bij de aanpak van zorgelijke situaties en zorgt voor de implementatie en borging van de Meldcode in de organisatie.
Deskundigheidsbevordering van aandachtfunctionarissen wordt landelijk georganiseerd door 25
&http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huiselijkWgeweld/documentenWenW publicaties/richtlijnen/2012/03/19/voorbeeldenWmeldcodeWhuiselijkWgeweldWenWkindermishandeling.html& 26 &Onderzoek&naar&toepassing&Meldcode&bij&artsen&(BMC,&2015)& 17
18
de Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling/Huiselijk geweld (LVAK). De LVAK biedt trainingen en na- en bijscholing. De aandachtsfunctionarissen kunnen lid worden van deze vakgroep. Organisaties kunnen ook in aanmerking komen voor een Keurmerk Meldcode. Dit keurmerk wordt door het LVAK in samenwerking met Registerplein afgegeven. “Uit onderzoek blijkt dat het aangaan van het gesprek met betrokkenen en/of ouders (stap 3 uit de Meldcode) in de praktijk lastig te zijn. Artsen zijn onzeker over hun vermoedens, omdat ze het gesprek te confronterend vinden of omdat ze denken over onvoldoende expertise te 27 beschikken om het gesprek te voeren” 5.3
Verwijsindex Leerkrachten, hulpverleners en andere professionals die zich zorgen maken over een kind of jongere geven een signaal af in de Verwijsindex. Voor de betrokken professionals is in de Verwijsindex in één oogopslag te zien welke andere hulpverleners een signaal hebben afgegeven in de Verwijsindex. Vervolgens bespreken zij hoe ze de best passende hulp kunnen bieden aan de jongere/gezin. De Verwijsindex zorg voor informatie-uitwisseling tussen instellingen en een betere samenwerking/afstemming. In de Verwijsindex staat geen inhoudelijke informatie over het kind/gezin. In Verwijsindex zijn 1441 signalen afgegeven voor kinderen die ingeschreven staan in de gemeente Leeuwarden. Ongeveer een kwart van de ingebrachte signalen veroorzaakten een nieuwe match. Van een match is sprake wanneer over een jeugdigen twee of meerdere keren een ‘melding’ is gedaan in de Verwijsindex. Bij een match wordt er vervolgens een signaal gezonden naar alle meldingsbevoegden die de betrokken jeugdige hebben gemeld: een email over de betrokkenheid van dezelfde gemelde jeugdige. Zij kunnen dan contact met elkaar opnemen en onderling inhoudelijke informatie uitwisselen. Dit gebeurt echter niet in alle gevallen. Eind 2015 worden nieuwe convenanten getekend met de (nieuw) aangesloten organisaties (waar de regio subsidie/inkooprelaties mee heeft afgesloten in het kader van de Jeugdwet)
5.4
Aanpak Voorkomen Escalatie De gebiedsteams hebben in Leeuwarden bij sociale problemen de regie over casus en proces. Bij complexe domein overstijgende problematiek en stagnerende samenwerking tussen organisaties, wordt de casus ‘opgeschaald’ en neemt het Veiligheidshuis de regie van het proces over. De casusregie blijft bij het gebiedsteam. Het Veiligheidshuis roept de professionals van alle betrokken organisaties aan tafel voor een zogeheten maatwerkoverleg. Werkt dat overleg uiteindelijk ook niet, dan roept de manager van het Veiligheidshuis de managers van de betrokken hulporganisaties bij elkaar. Zodra er duidelijke afspraken over ieders taken zijn gemaakt, kan er weer worden afgeschaald. We hebben AVE het afgelopen driekwart jaar in Leeuwarden tien keer ingezet.
5.5
Beter signaleren en melden. Wat gaat gemeente Leeuwarden doen? 27
&BMC&onderzoek&Meldcode&onder&artsen,&juni&2015.&Meerderheid&van&de&respondenten&uit&het&onderzoek&zijn&huisartsen.& 18
19
1. Meldcode als subsidievoorwaarde Aangezien de Meldcode is gericht op kwaliteit van dienstverlening is het mogelijk om deze voorwaarde in de subsidie en inkoopvoorwaarden op te nemen. Gemeente Leeuwarden neemt in de subsidie/inkoopvoorwaarden de volgende punten op: • scholingbeleid van instelling in de toepassing van de Meldcode (waaronder scholing van nieuwe medewerkers) • toepassing Kindcheck • benoemen en rol van aandachtsfunctionarissen (dekundige) per instelling 2. Invulling toezichthoudende rol toepassing wet Meldcode Gemeente Leeuwarden heeft een rol als toezichthouder van de toepassing van de Meldcode op organisaties die actief zijn op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning en kinderopvang, zoals jongerenwerk, maatschappelijke opvang, welzijnswerk, maatschappelijk werk en huishoudelijke hulp. Daarnaast is de gemeente zelf verantwoordelijk voor het toezicht op de implementatie Meldcode bij de leerplichtambtenaren. De landelijke inspecties oefenen toezicht uit op hun “eigen” sectoren. Vrijwilligersorganisaties vallen niet onder de Wet Meldcode. Gemeente Leeuwarden gaat met de instellingen die onder de Wet Meldcode vallen en waar Leeuwarden een subsidie of een inkooprelatie geeft, tijdens de voorgangsgesprekken/kwartaalbesprekingen structureel de volgende vragen stellen: • Is er binnen de organisatie een Meldcode opgesteld? • Wat doet de instelling concreet om de kennis en het gebruik van de Meldcode bij de medewerkers te bevorderen? • Zijn er aandachtsfunctionarissen (of deskundigen) benoemd? Hoe wordt deze rol ingevuld? Zijn ze lid van de Landelijke Vakgroep Aandachtsfunctionarissen? • Op welke wijze wordt de Kindcheck toegepast? 3. Deskundigheidsbevordering Meldcode Op de landelijke databank van het ministerie van VWS “bij- en nascholing Meldcode huiselijk 28 geweld en kindermishandeling” zijn meerdere trainingen te vinden . De Augeo Academy biedt E-learning training voor huisartsen, thuiszorg, kinderopvang, PO, VO, GGZ etc. Leerplichtambtenaren Leerplichtambtenaren zijn verplicht te werken met de Meldcode. Dit betekent dat zij een eigen Meldcode op moeten stellen. Daarnaast is het aan te bevelen dat gemeenteambtenaren die in het kader van de Wmo of de Jeugdwet veel in contact staan met cliënten (zoals jongerenwerkers en loketmedewerkers) ook te trainen in de Meldcode. Vrijwilligers Het is geen verplichting om als vrijwilligersorganisatie de Meldcode te implementeren. Movisie heeft een folder uitgebracht die ingaat op de rol die een vrijwilliger en het bestuur van vrijwilligersorganisaties hebben als het gaat om de veiligheid in de thuissituatie van leden, 28
&http://www.huiselijkgeweld.nl/dossiers/databank_bij_en_nascholing_meldcode& 19
20
cliënten of deelnemers. Zie link https://www.movisie.nl/publicaties/vrijwilligers-zich-zorgenmaken. Belangrijk advies in de folder is het benoemen van een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling bij vrijwilligersorganisaties (een betaalde medewerker of iemand uit het bestuur), en dat dit intern wordt gecommuniceerd. Zo weten vrijwilligers bij wie zij binnen de organisatie terecht kunnen met hun zorgen en hun vragen. Gemeente Leeuwarden gaat het gesprek aan met de vrijwilligersorganisaties aan en bespreekt per organisatie wat de best passende wijze is om het onderwerp huiselijk geweld en kindermishandeling in de organisatie te borgen. Op het Platform Vrijwilliger Thuishulp (gezamenlijk overleg tussen alle vrijwilligersorganisaties in Leeuwarden) staat het agendapunt “huiselijk geweld en kindermishandeling” geagendeerd (eind 2015). Onderwijs en kinderopvang Leerkrachten spelen een belangrijke rol om signalen van kindermishandeling tijdig te herkennen en vervolgens de Meldcode toe te passen. De leerkracht signaleert en intervenieert. Indien nodig kan de leerkracht anderen inschakelen voor advies of handelingsplanning, zoals collega-leerkrachten, de intern begeleider, de (preventief) ambulant begeleider, de schoolmaatschappelijk werker, de jeugdverpleegkundige of de jeugdarts. Meestal is het zorgteam op school de plaats waar deze experts elkaar ontmoeten. Voor complexere problematiek kunnen de meeste scholen beschikken over een bovenschools zorgen adviesteam (ZAT). Het NJI heeft meldcodes voor het PO, VO en speciaal VO opgesteld, zie link http://www.zat.nl/eCache/DEF/1/26/194.html. Stichting Augeo biedt e-learning modules aan voor onderwijsprofessionals (leerkrachten, intern begeleiders en schoolleiders) om signalen van kindermishandeling beter te leren kennen. Op de LEJA zal jaarlijks (bijvoorbeeld in de week tegen kindermishandeling, week 41) het onderwerp Kindermishandeling en huiselijk geweld op de agenda komen. Met de scholen en kinderopvang in Leeuwarden wordt gekeken hoe knelpunten die er zijn in de toepassing van de Meldcode. Aan alle scholen (PO en VO) in Fryslân is vanuit Veilig Thuis het aanbod gedaan om voorlichting te geven over de Meldcode. Huisarts(praktijken) Pilot POH-Jeugd (Praktijk Ondersteuner Huisarts-Jeugd) Sinds april 2015 loopt de pilot POH-Jeugd bij drie gezondheidscentra in Leeuwarden (Bilgaard, Aldlân en het Gezondheidscentrum Bonnehûs). De ligt op het vroeg signaleren en behandelen van psychosociale problemen bij kinderen. De Praktijkondersteuners-Jeugd gaan zetten zich ook in voor een goede samenwerking tussen de huisartsen en de wijkteams. Naast de huisartsenpraktijken en de gemeente Leeuwarden, wordt er ook nauw samengewerkt met de GGD (jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen), GGZ-Friesland (Kinnik) en de wijkteams. Na een jaar worden de resultaten bekeken. Het streven is om m.i.v. januari 2016 in nog drie huisartsenpraktijken met Praktijkondersteuners-Jeugd te gaan werken. Het is de bedoeling om uiteindelijk bij huisartsenpraktijken in alle wijken van de gemeente Leeuwarden met Praktijkondersteuners-Jeugd aan het werk te laten gaan. Het thema huiselijk geweld en kindermishandeling zal als thema waar de Praktijkondersteuner-Jeugd aandacht voor moeten hebben, worden benadrukt. Het zal m.i.v. 2016 als onderwerp van de monitor worden toegevoegd. 20
21
9 minuten praktijkconsult bij huisarts Het blijkt moeilijk te zijn huisartsen actief bij het onderwerp kindermishandeling en huiselijk geweld te betrekken. De 9 minuten praktijk is een laagdrempelige manier om huisartsen te benaderen. Het idee gaat uit van een bezoek door een medewerker van Veilig Thuis tijdens het spreekuur en binnen de periode (ca 9 minuten) dat een consult tijdens het spreekuur duurt. Op het bezoek heeft als doel: • Kennismaking. Weten wanneer en hoe ze elkaar kunnen vinden; • Huisartsen worden geïnformeerd over het herkennen van HG/KM; • We worden handvatten geboden op welke wijze zij hun signalen; bespreekbaar worden gemaakt met patiënt (gesprekstechnieken) en wat vervolgstappen kunnen zijn. 4. Vrijwilligers Academie De provincie Fryslân heeft het initiatief genomen om een Vrijwilligers Academie op te starten. Partoer heeft de opdracht gekregen om dit uit te voeren. Naar verwachting gaat het najaar 2015 de Vrijwilligers Academie van start. De Vrijwilligers Academie biedt cursussen en training aan voor vrijwilligers. De organisaties die betrokken zijn bij de Academie zijn professionele welzijnsinstellingen (zoals Doarpswurk, Miks Welzijn, WELLZO) die hun aanbod aan opleidingen aan (lokale) vrijwilligersorganisaties beschikbaar willen stellen. Gemeente Leeuwarden gaat met de initiatiefgroep van de Academie in gesprek over het opnemen van een training over het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. 5. Aandachtsfunctionarissen Van belang is om binnen de organisaties de resultaten van deskundigheidsbevordering te borgen. Dit kan in de vorm van een aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling. De wet verplicht organisaties om deskundigheid over de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling bij hun medewerkers op te bouwen en op peil te houden. Vanuit het ministerie van VWS wordt geadviseerd om een aandachtsfunctionaris aan te stellen en op te leiden. Op dit moment is nog onvoldoende inzichtelijk of alle relevante organisaties in Leeuwarden aandachtsfunctionarissen hebben aangesteld en getraind en hoe dit functioneert. De Friese gemeenten nemen gezamenlijk het initiatief om de aandachtsfunctionarissen HG/KM uit hun gemeenten of regio, uit verschillende organisaties bij elkaar te brengen door jaarlijks een bijeenkomst te organiseren. Hierdoor leren de verschillende beroepsgroepen elkaar niet alleen beter kennen maar ontstaat er ook een netwerk rond de aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld door alle ketens heen. Bijeenkomst kan samengaan met jaarlijkse week tegen de kindermishandeling die in het najaar wordt georganiseerd. 6. Gebiedsteams a. Meldcode Ook sociale wijkteams vallen onder de Wet verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, en dienen de kindcheck toe te passen. Gebiedsteams doen er goed aan om zelf een Meldcode op basis van het basismodel op te stellen. Dan sluit de Meldcode aan op de werkwijze van het team. 21
22
b. Deskundigheidsbevordering Het vraagt deskundigheid om signalen op te vangen, te overleggen met betrokkenen en te beslissen over wel of niet melden. Bovendien vragen sommige vormen van geweld, zoals eergerelateerd geweld, om specialistische kennis. Voor de borging van alle expertise over huiselijk geweld en kindermishandeling zal de gemeente Leeuwarden afspraken maken met Amaryllis; dit zal gebeuren via een specialist/specialisten (aandachtsfunctionaris) op dit terrein. In provinciaal verband is de afspraak gemaakt dat de specialist/aandachtsfunctionarissen van de gebiedsteams getraind worden door de Landelijke Vakgroep van Aandachtsfunctionarissen Kindermishandeling/Huiselijkgeweld (LVAK). Zij kunnen ook lid worden van deze vakgroep. SDF financiert voor twee jaar het lidmaatschap. Voor deskundigheidsbevordering voor het gehele gebiedsteam bestaat een e-learning module over veiligheid, verdiepende e-colleges, actuele updates aangeboden door de Augeo Academy. Fryslân financiert voor alle gebiedsteamleden voor twee jaar het lidmaatschap aan de Augeo Academy. Medisch Centrum Leeuwarden Het Medisch Centrum Leeuwarden zet zich sterk in voor de aanpak van kindermishandeling. Gemeente Leeuwarden juicht de aanpak van MCL toe, en ziet hun werkwijze als voorbeeld voor de wijze waarop de medische sector omgaat met vermoedens van kindermishandeling. •
•
•
Het MCL hanteert de richtlijn dat bij binnengekomen patiënten met een alcoholverslaving, een drugsverslaving, een psychiatrische ziekte en personen die een zelfmoordpoging hebben gedaan wordt nagegaan of er kinderen betrokken zijn. Dit wordt ook gedaan indien er risicofactoren worden gesignaleerd tijdens de zwangerschap (zoals ernstige ziekte, verslaafd, dakloos). Kortom de wettelijk verplichte Kindcheck wordt toegepast. Indien kinderen betrokken zijn, wordt door het MCL standaard een melding gedaan bij Veilig Thuis. Deze werkwijze wordt toegepast binnen alle afdelingen van het ziekenhuis. In het voorjaar van 2016 zal de melding naar Veilig Thuis digitaal gaan plaatsvinden. Het MCL heeft een eigen e-learning module ontwikkeld voor de verschillende afdelingen van het medisch centrum voor de toepassing van de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Iedere medewerker van het MCL die direct in contact staat met patiënten wordt geschoold in deze module. De scholing start het najaar van 2015. In 2014 deed het MCL bij het voormalige AMK 165 meldingen over vermoedens van kindermishandeling.
Verbeterproject: “Collectief tegen Kindermishandeling 2015-2017”: Verbeterpunt “Handeling & houding” richt zich op het handelingsbekwamer krijgen van inwoners, vrijwilligers, professionals maken in het signaleren en melden van kindermishandeling. De nadruk ligt hierbij op professionals werkzaam in de voorschoolse opvang, het primair onderwijs, huisartsen, de (vrijwilligers van) sportverenigingen en burgers. 22
23
Het doel is om een community vorm te geven binnen een specifiek gebied/wijk/buurt in Leeuwarden, waarin een cultuur ontstaat waarin de (sociale) veiligheid van kinderen bespreekbaar is.
5.6
Resultaten 29 • Professionals die onder de Meldcode vallen zijn getraind in het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling en zijn in staat om vervolgens adequaat te handelen. Voor vrijwilligers wordt hier ook aandacht aan besteed; • Instellingen die onder de Meldcode vallen hebben: o Een eigen Meldcode o Passen de kindcheck toe o Hebben een aandachtsfunctionaris • Leeuwarden actief toe op de naleving van de wet verplichte Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling waar zij subsidie/inkoop relaties mee hebben en hun leerplichtambtenaren. • Borging van de deskundigheid huiselijk geweld en kindermishandeling binnen de gebiedsteams, door benoemen, trainen van een specialist functionaris per gebiedsteam en jaarlijkse nascholing. • Stimulatie van toepassing Meldcode bij onderwijs, kinderopvang en huisartsen
5.7
Acties
Signaleren/melden Onderwerpen: meldcode in inkoopcontract/subsidiebeschikking
Actieve gemeente toezichts- en toetsingsfunctie op toepassing Meldcode
Planning Vanaf 2016: • Subsidievoorwaarden voor instellingen die onder de Meldcode vallen: toepassing en borging van de Meldcode waaronder een scholingsplan (nieuwe medewerkers), Kindcheck en aandachtsfunctionaris. Vanaf 2017: • In de inkoopcontracten (bestekken)/heeft Leeuwarden de toepassing en borging van de Meldcode waaronder de Kindcheck en de aandachtsfunctionaris opgenomen. Vanaf 2016 • Gemeente Leeuwarden toetst jaarlijks of wordt voldaan aan de voorwaarden van de invoering van de Meldcode bij hun ingekochte/gesubsidieerde hulp
29
Professionals&in&gezondheidszorg,&onderwijs&en&kinderopvang,&maatschappelijke&ondersteuning,&jeugdhulp&en®iecentrum,& jusitie.&
& 23
24
Aandachtsfunctionarissen (sectorbreed)
Eind 2016 + 2017: • Organisatie en deelname jaarlijkse bijeenkomst voor alle aandachtsfunctionarissen/specialisten HG/KM (in Leeuwarden of regio-breed)
Gebiedsteams
2016: • Gebiedsteams stellen hun eigen Meldcode op • De gebiedsteams zijn/worden getraind in de Meldcode • Gebiedsteams worden gestimuleerd om gebruik te maken van de 30 Meldcode app voor professionals • Gemeente Leeuwarden maakt afspraken met Amaryllis over specialisme op gebied van HG/KM; lidmaatschap Landelijke vakgroep Aandachtsfunctionarissen KM/HG en trainingen • Gemeente Leeuwarden maakt afspraken met Amaryllis over de online scholing van de gebiedsteams vanuit de Augeo Academy • Gebiedsteams worden gestimuleerd gebruik te maken van de applicatie Slim Telefoonboek (ontwikkeld door Fryslân) met info over de gecontracteerde jeugdhulp, incl tarieven en wachtlijsten (wordt begin 2016 gelanceerd) 2016: • De factsheet “Als vrijwilligers zich zorgen maken” (Movisie) wordt onder vrijwilligersorganisaties verspreid • Gemeenten Leeuwarden stelt voor om binnen Vrijwilligers Academie een training over het signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling op te nemen 2016: • Met relevante vrijwilligersorganisaties worden afspraken gemaakt op welke wijze over hoe bepaalde elementen van de Meldcode toegepast kunnen worden. Bijvoorbeeld: o Beschikbaar stellen digitale Meldcode o Training voor een bestuurslid o Stimuleren advies functie VT o Afspraken maken wie in organisatiecontact legt met VT 2016: • Training leerplichtambtenaren en relevante gemeenteambtenaren (die in direct contact staan met burgers)
Deskundigheidsbevordering vrijwilligers
Deskundigheidsbevordering leerplichtambtenaren
Deskundigheidsbevordering beroepskrachten in het onderwijs en kinderopvang
30
Vanaf 2016: • Jaarlijks terugkerend agendapunt op de LEJA (incl het voorlichten van kinderen over KM op scholen) • Scholen (PO/VO) worden gestimuleerd gebruik te maken van de voorlichting van Veilig Thuis in toepassing van de meldcode
&https://itunes.apple.com/nl/app/meldcode/id431602913?mt=8& 24
25
Deskundigheidsbevordering Huisartsen(praktijken)
Vanaf 2016 • POH Jeugd krijgt als extra aandachtsgebied het signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling • Jaarlijkse terugkerend agendapunt op ROS. 2016 • 9 minuten praktijk consult bij de huisartsen (onderdeel van het verbeterproject “collectief tegen kindermishandeling”) • Uitrol van POH Jeugd
Verwijsindex risicojongeren
Vanaf 2015 • toepassing van de VIR is opgenomen in de (nieuwe) inkoop en subsidierelaties • Eind 2015 vernieuwde convenanten worden getekend met (nieuwe) partijen.
25
26
Hoofdstuk 6
Spoor 3. Effectieve ketensamenwerking In Fryslân wordt al jaren hard gewerkt aan de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn verschillende initiatieven genomen om expertise te bundelen waardoor snel integraal onderzoek kan plaatsvinden. Het resultaat is een goede samenwerking tussen de medische sector, hulpverlening, politie/OM. De werkwijze Directe Hulp bij Huiselijk Geweld (DHHG) het Multi disciplinair Centrum Kindermishandeling (MDC-K) en het Veiligheidshuis zijn hier goede voorbeelden van. De komende jaren is het belangrijk om de huidige samenwerking te versterken ,en Veilig Thuis goed te positioneren en de samenwerking met de gebiedsteams optimaal vorm te geven.
6.1
Doel Optimale samenwerking tussen ketenpartners en betrokkenen op alle onderdelen van aanpak kindermishandeling en huiselijk geweld (hulp, zorg en veiligheid). De continuïteit van hulp is geborgd. Hiervoor is het nodig dat werkprocessen tussen organisaties op elkaar zijn afgestemd en wordt gehandeld vanuit een gezamenlijke visie op veiligheid. Transitie: helderheid rol, regie, werkprocessen Bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is een groot aantal organisaties en 31 samenwerkingsverbanden betrokken die op lokaal niveau actief zijn (zoals gebiedsteams, onderwijs, jeugdgezondheidszorg etc) of op (boven)regionaal niveau (zoals Veilig Thuis, RvdK, Veiligheidshuis, Politie, OM en specialistische aanbieders). Er zullen afspraken gemaakt moeten worden over hun rollen, verantwoordelijkheden, regie bij op- en afschaling en informatie-uitwisseling tussen de ketenpartners. Het is van belang dat de ketenpartners op de hoogte zijn met de opschalingsstructuur van de Aanpak Voorkomen van Escalatie (AVE). In de AVE staat wie regie heeft en op welke momenten wordt op- en afgeschaald. Met de AVE wordt een dreigende escalerende situatie voorkomen en of beëindigd. Van belang is dat ketenpartners bekend zijn met de protocollen zoals het protocol Calamiteiten Jeugdigen en het Protocol Maatschappelijke onrust Transformatie: werken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid Naast de bovengenoemde praktische aspecten (de transitie) bestaat er nog een belangrijk cultuur aspect (de transformatie). De transformatie gaat over de ontwikkeling van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheidsgevoel voor duurzame veiligheid bij alle betrokken organisaties. Dit betekent dat er gewerkt moet worden vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid om gezamenlijk het probleem op te pakken. Hiervoor is nodig dat professionals elkaars expertise op waarde schatten, elkaar consulteren, dat er sprake is van wederzijds vertrouwen, transparantie, en bereidheid om met elkaar mee te denken. Dit zal ertoe leiden dat professionals vanuit verschillende organisaties elkaar snel weten te vinden en handelen vanuit een gemeenschappelijke visie. Hierdoor loopt het hulpverleningstraject
31
&Een&overzicht&van&de&betrokken&partijen&en&samenwerkingsverbanden&is&opgenomen&in&bijlage&2& 26
27
vloeiend in elkaar over, worden gezinnen niet te vroeg losgelaten, en zullen burgers niet meer het gevoel hebben dat ze van het kastje naar de muur worden gestuurd. 6.2
Effectieve ketensamenwerking. Wat gaat gemeente Leeuwarden doen? 1. Regievoering Duidelijk moet zijn wie in welke fase de regie heeft en wat deze regie betekent. Regievoering is belangrijk voor het maken van sluitende afspraken voor een geïntegreerde aanpak, waarbij de continuïteit van zorg voorop staat. Dit betekent zo min mogelijk overdrachtsmomenten, korte lijnen en de regie zo spoedig mogelijk weer beleggen bij de gebiedsteams. Het principe van één gezin, één plan, één casusregisseur is hierbij leidend. Sociaal Domein Fryslân heeft een schematische weergave van de routing van de zorgsignalen vanuit het lokale veld (gebiedsteams) opgesteld, zie bijlage 4. Er worden door Sociaal Domein Fryslân protocollen opgesteld over regie, werkprocessen en op- en afschalen waarbij veiligheid van kinderen een rol speelt. 2. Integrale planvorming Bij huiselijk geweld en kindermishandeling spelen vaak meerdere problemen een rol, zoals financiële problemen, huisvestingsproblemen, verslavings- en GGZproblematiek. Daarom is het van belang dat er een integrale aanpak ontstaat op alle facetten van de problematiek en dat er multidisciplinair wordt gewerkt. De gebiedsteams zijn samen met de ouders verantwoordelijk voor het opstellen van een ondersteuningsplan. Het ondersteuningsplan is eigendom van de cliënt, ook wanneer een specialist wordt geconsulteerd of ingezet. De deelplannen van specialistische hulp en/of Veilig Thuis zijn onderdeel van dit ondersteuningsplan, ook in het geval van beschermingsregie, een OTS en/of jeugdreclassering. Van belang is dat de lokale gebiedsteams in Leeuwarden samen met de regionale partners de plannen opstellen. Integrale planvorming is een punt van nadere uitwerking tussen Amaryllis en de (boven)regionale voorzieningen. 3. Informatie-uitwisseling Informatiedeling tussen ketenpartners draagt bij aan een goede inschatting van de veiligheidssituatie. Aan de andere kant moet de privacy van betrokkenen worden geborgd. De professional moet de afweging maken tussen enerzijds de bescherming van persoonsgegevens en anderzijds de borging van de veiligheid van betrokkenen. Onduidelijkheid, onzekerheid en angst weerhoudt professionals bij het delen van informatie bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit komt door (tegenstrijdige) wetgeving, protocollen en beroepscodes. Het gebrek aan zicht op wat wel en niet kan, leidt tot terughoudend bij het delen van informatie. Dit kan leiden tot een onvolledig beeld van de veiligheidssituatie. De ministeries van VWS en VenJ hebben een gratis app 'Info Delen' uitgebracht met hierin de spelregels rond het zorgvuldig delen van informatie tussen hulpverleners, Veilig Thuis, de GI’s en de Raad voor de Kinderbescherming. 4. Tegengaan onnodige regeldruk Een belangrijke doelstelling van de nieuwe Jeugdwet is de vermindering bureaucratie, waardoor professionals meer ruimte krijgen om passende hulp in te kunnen zetten en onnodige vertraging in het werkproces kan worden voorkomen. Bureaucratische processen kunnen ontstaan bij de overdracht van de ene naar een nadere organisatie. Daarom is het van 27
28
belang dat een fluïde overgang van gebiedsteams naar GI’s/Veilig thuis (en terug) is van belang. Protocollen en richtlijnen zouden deze fluïde overgang moeten ondersteunen (en niet in de weg moeten zitten). Om onnodige regeldruk in de uitvoering te voorkomen zullen bestaande protocollen kritisch tegen het licht moeten worden gehouden, Dit kan het beste worden gedaan op het niveau van de professionals van de gebiedsteams en de GI’s/Veilig Thuis. Verbeterproject: “Collectief tegen Kindermishandeling 2015-2017”: Het verbeterpunt Veiligheid & Veerkracht richt zich op de aanpak om de veiligheids-en zorgketen met elkaar te verbinden vanuit het principe van één kind/gezin, één plan, één regisseur. De vier bovengenoemde actiepunten komen terug in dit speerpunt van het verbeterproject kindermishandeling.
6.3
Resultaten Algemeen in de keten: • Transitie: o Duidelijkheid taakopvatting, rollen en verantwoordelijkheden; o Er is duidelijkheid over wie de regie heeft gedurende hele proces (preventie, signaleren, hulp/herstel/nazorg ) en wat deze regie praktisch inhoudt; o Er is duidelijkheid welke organisatie wanneer een ondersteuningsplan (eventueel met veiligheidsplan) opstelt; o Duidelijkheid over privacy- en registratiebeleid; Gebiedsteams in Leeuwarden weten welke informatie in welke context uitgewisseld kan en mag worden; o Herhalingsmeldingen bij VT (nadat een zaak is afgesloten) nemen met 10% af. Dit is een verantwoordelijkheid van alle betrokken partners. • Transformatie: o Gebiedsteams en hun partners werken vanuit een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid in de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling: Zij weten elkaars expertise op waarde in te schatten en elkaar in te zetten, wanneer nodig; o Goede samenhang tussen het vrijwillig, drang- en dwangkader o Zo min mogelijk onnodige regeldruk vanuit het perspectief van de cliënt.
28
29
6.4
Acties
Ketensamenwerking Werkafspraken tussen gebiedsteams met ketenpartners
Planning Vanaf 2016: • Gebiedsteams weten wanneer en hoe zij de volgende organisaties in kunnen schakelen: Veilig Thuis, SAVE, Raad, Veiligheidshuis, specialistische hulpaanbieders • Gebiedsteams kennen de verschillende rollen en verantwoordelijkheden en weten wanneer zij moeten opschalen en wanneer er wordt afgeschaald. • Duidelijkheid bij de gebiedsteams over regie (bij drang en dwangzaken) ook over het hulpverleningsplan • Gebiedsteams en GI’s bekijken gezamenlijk kritisch de bestaande protocollen, om onnodige regeldruk tegen te gaan • De app “info delen” over spelregels informatiedeling bij signalen van KM wordt onder de aandacht gebracht bij de leden van de gebiedsteams. _______________________________________________________ Fryslân (Sociaal Domein Fryslan) ondersteunt Leeuwarden om tot werkafspraken te kunnen tussen de gebiedsteams en de ketenpartners (VT, SAVE, Veiligheidshuis, etc)
29
30
Bijlage 1. Overzicht (niet uitputtend) preventieve programma’s & Risico’s tijdens zwangerschap
Alle vrouwen die op hoog risico worden gescreend krijgen het programma ‘stevig ouderschap prenataal’ aangeboden en/of worden uitgenodigd op spreekuur van verpleegkundigen
Voorkomen Shaken Baby’s
Tijdens eerste huisbezoek door jeugdverpleegkundige worden ouders
syndroom
geadviseerd over huilende baby’s’. Indien nodig kan verpleegkundige een huisbezoek brengen of een pedagoog inzetten.
Vroegtijdig onderkennen gedrag
Het vroegtijdig onderkennen van ontwikkelingsproblematiek en/of
en ontwikkelingsproblematiek
gedragsproblematiek bij kinderen van 0-7 jaar en in een zo vroeg mogelijk stadium hulp verlenen aan kind en ouder(s)/verzorgers.
Training van professionals in de
VT, Fier, GGD en Regiecentrum trainen professionals in de gebiedsteams in
gebiedsteams in de Meldcode
de Meldcode.
Kinderen met ouders met
VNN biedt in samenwerking met GGZ Fryslân voor kinderen van verslaafde
verslaving- of psychische
ouders en ouders met een psychische aandoening een drietal groepen aan.
problematiek
De groepen worden ingedeeld naar leeftijd. Er is een Doe-praatgroep (8 - 12 jaar), een Pubergroep (12 - 15 jaar) en een Jongerengroep (16 - 23 jaar).
Voorkomen problemen bij
•
echtscheidingen
Training gericht op kinderen van gescheiden ouders. Door middel van een spel en praatgroep leren zij beter om te gaan met de veranderde gezinssituatie (training KIES) (Fier)
Psycho-educatie kinderen na
•
huiselijk geweld
Het Kindspoor hanteert een systeemgerichte benadering, waarbij het perspectief van het kind centraal staat. Het Kindspoor biedt kortdurende hulpverleningstrajecten (Fier)
•
Jongerenspoor biedt begeleiding aan jongeren tot en met 23 jaar (en aan hun ouders) die te maken hebben (gehad) met geweld in afhankelijkheidsrelaties of risico lopen om in zo'n situatie terecht te komen (Fier)
Voorkomen opvoedproblemen
•
Maximaal 4 huisbezoeken (Triple P) door jeugdverpleegkundige (basis pakket)
•
Telefonisch spreekuur door een pedagoog
•
De inloopspreekuren door pedagoog (vinden plaatst op consultatiebureaus, scholen, peuterspeelzalen en huisartsenpraktijken)
•
Pedagogische thuisbegeleiding door pedagoog (aanvullend pakket)
•
Video Interactie begeleiding door pedagoog, thuissituaties worden gefilmd en besproken, methode van Video Interactie Begeleiding (aanvullend pakket)
30
31
Bijlage 2. Partijen betrokken bij de hulp na huiselijk geweld en/of kindermishandeling Burgers (kinderen, ouders,
Burgers hebben een rol op alert te zijn op signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld, om andere burgers
volwassenen, vrijwilligers)
aan te spreken op hun gedrag en signalen door te geven aan professionals. Bij burgers waarbij de risico’s op HG/KM hoog zijn worden door de gebiedsteams ondersteund, waarbij wordt uitgegaan van het eigen zelfoplossend vermogen.
Gebiedsteams
In Fryslân zijn er totaal 57 gebiedsteams. Iedere Friese gemeenten heeft één of meerdere gebiedsgerichte teams. De teams variëren van samenstelling (inhoudelijk en in aantallen), doelgroep en geografisch bereik. Van deze 57 teams zijn er 11 jeugdteams.
Veilig Thuis (VT):
VT adviseert zowel burgers als professionals over wat te doen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. VT neemt meldingen in ontvangst en zorgt voor snelle triage (taxatie en beoordeling). Indien nodig voert VT onderzoek uit en zorgt voor toeleiding naar passende hulpverlener of naar politie/OM/Raad voor de kinderbescherming. Wanneer sprake is van een direct veiligheidsrisico kan VT direct opschalen door het in gang zetten van een onderzoek van de Raad voor de Kindermishandeling naar de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel. VT speekt met partijen af wie de verantwoordelijkheid heeft voor het formuleren van een veiligheidsplan. Zoveel mogelijk wordt dit bij het lokale veld neergelegd. Tevens zorg Veilig Thuis Fryslân ervoor dat bij het opstellen van de integrale analyse met alle betrokkenen bij de casus wordt gesproken. Veilig Thuis is de voorzitter van de beschermingstafel.
SAVE
Sinds eind 2014 zijn in drie gemeenten SAVE-teams (Samenwerken aan Veiligheid) pilots gestart (Leeuwarden, Sudwest Fryslân en Heerenveen). De SAVE professionals (Regiecentrum Bescherming en Veiligheid, William Schrikker Groep en het Leger des Heils) werken samen met de lokale gebiedsteams. Aanpak is gericht op situaties waar sprake is van ernstige ontwikkelingsbedreiging van jeugdigen in gezinnen die niet gemotiveerd zijn of niet in staat zijn om hulp te accepteren. Het doel is om de ontwikkelingsbedreiging op te heffen. De methodieken Signs of Safety en Delta zijn hierin leidend. Werkzaamheden van SAVE zijn: 1)
Advies en uitgebreid advies (ondersteuning) aan de gebiedsteams
2)
Begeleiding zonder kinderbeschermingsmaatregel (Beschermingsregie)
3)
Begeleiding met kinderbeschermingsmaatregel (JB, JR, Voogdij) 31
32
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming is een onafhankelijke partij die een kinderrechter kan verzoeken om een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. Sinds januari 2015 kunnen de gebiedsteams direct advies vragen bij de Raad. Daarnaast kan het gebiedsteam een verzoek tot onderzoek (VTO) aanvragen bij de Raad. Dit advies of het VTO worden met de Raad besproken aan de Jeugdbeschermingstafel. Bij crisismeldingen door derden informeert de Raad het betrokken gebiedsteam. Het betrokken gebiedsteams is verantwoordelijk voor de continuïteit van hulp, ook tijdens het raadsonderzoek. De Raad beschikt over een Adviesteam waar allerlei vragen over veiligheid van kinderen voorgelegd kan worden door de lokale teams.
Politie/OM
De politie is verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde en veiligheid. In situaties waarin er sprake is van direct gevaar voor de veiligheid van betrokkenen grijpt de politie actief in. De politie kan bij zowel strafrechtelijke, als bestuursrechtelijke acties een bijdrage leveren aan het herstel van die veiligheid. Zo is het mogelijk om mensen aan te houden en ze voor kortere of langere periode vast te houden (strafrechtelijk). Als er door de burgemeester een tijdelijk huisverbod worden opgelegd (bestuursrechtelijk), wordt daarbij ook altijd de politie ingezet. Vanaf 1 juli 2015 doet de politie alle meldingen over HG/KM bij Veilig Thuis.
Reclassering
De Reclassering adviseert het Openbaar Ministerie bij volwassen daders over aanpak die de kans op recidive zo klein mogelijk maakt en begeleidt in de meeste gevallen de dader na de OM-afdoening of het rechterlijk vonnis.
ZSM (Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel
In deze aanpak werken het Openbaar Ministerie, de politie en verschillende hulpverleningsinstanties intensief
Samen en Samenlevingsgericht
samen om strafzaken sneller af te kunnen doen. Na aanhouding van een verdachte wordt zo spoedig mogelijk
Mogelijk)
besloten over een afdoeningstraject. VT is bij HG/KM de contactpersoon voor ZSM.
Aanbieders van specialistisch hulp
De aanbieders van regionaal ingekochte (specialistische) hulp, zoals Jeugdhulp Friesland, VNN, Fier, GGZ Friesland bieden hulp voor de slachtoffers van HG/KM aan.
Veiligheidshuis
Het Veiligheidshuis Fryslân is een netwerksamenwerking tussen justitiële partners, zorgpartners en gemeenten. Het Veiligheidshuis valt onder verantwoordelijkheid van alle Friese gemeenten met als doelstelling het voorkomen en verminderen van (ernstige) overlast, geweld, criminaliteit en maatschappelijke onrust. Dit door een combinatie van repressie, bestuurlijke interventie en zorg. Het Veiligheidshuis richt zich op mensen die: • de openbare orde en veiligheid in een gemeente buitensporig aantasten; • complexe problemen op meerdere leefgebieden hebben; 32
33
• in aanraking (dreigen te) komen met dwang en drang. Het gaat naar schatting om 0,5% van de Friese huishoudens. Het percentage is klein, de impact die deze groep op de maatschappij heeft, is daarentegen groot. Als de oplossing voor veiligheidsproblematiek de (kern)taken van een organisatie, keten of samenwerkingsverband overstijgt, en reguliere inzet onvoldoende resultaat brengt, dan kan een beroep op het Veiligheidshuis worden gedaan. Het Veiligheidshuis vormt het sluitstuk in de ketenoverstijgende samenwerking. MDC-K (Multi Disciplinair Centrum
De MDCK partners (GGZ, Fier, politie, regiecentrum, MCL) dragen zorg voor een snelle en integrale benadering
Kindermishandeling)
van casussen met betrekking tot kindermishandeling waar zowel hulpverlening, justitie politie als het ziekenhuis betrokken zijn of casussen die al hele lang spelen. Binnen 2 weken ligt er een plan van aanpak en binnen vier weken is de hulpverlening in gang gezet. Het hele gezin wordt tot het einde gevolgd en gezien als gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Het uitgangspunt is dat de hulpverlening verder wordt opgepakt door reguliere organisaties en samenwerkingsverbanden en dat deze de resultaten van de hulpverlening weer terug koppelen aan het MDCK.
DHHG (Directe Hulp bij Huiselijk
DHHG is het samenwerkingsverband van hulpverleningsorganisaties, politie en Justitie in Friesland dat de
Geweld)
meldingen huiselijk geweld van de politie in behandeling neemt, die binnen komen via Veilig Thuis. Uitgangspunten van de hulp zijn: snel, outreachend en systeemgericht volgends de visie één systeem, één plan, één hulpverlener. De hulp is gericht op het stoppen van het geweld en het voorkomen van nieuwe incidenten. De hulpverlener neemt binnen 24 uur na aanmelding contact op met de cliënt. Vanaf 1 juli 2015 worden de politiemeldingen niet meer bij DHHG gemeld maar bij Veilig Thuis.
Centrum Seksueel Geweld
Centrum Seksueel geweld Is een samenwerkingsverband dat er op gericht is direct (binnen 72 uur) hulp te bieden aan slachtoffers (kinderen en volwassenen) van acuut seksueel geweld. Via een systeem van watchfull waiting wordt gemonitord of slachtoffers geen problemen ontwikkelen zoals een post traumatische stress stoornis. Als dit het geval is, kan er direct behandeling aangeboden worden waardoor uitval op school en werk wordt voorkomen.
Spoed4jeugd
Spoed4Jeugd biedt in Friesland spoedeisende (jeugd)hulp in crisissituaties die worden veroorzaakt door gedragof opvoedproblemen, gezinsproblemen of psychische problemen. Er zijn 4 organisaties bij betrokken (regiecentrum, JH Friesland, Kinnik kind en Jeugd GGZ, Tjallingahiem voor expertise van lvb) 33
34
Bijlage 3. Zorgrouting vanuit lokale domein
34