Abstracts Deelsessies Deelsessieronde 1 - 11.35 - 12.50
1. Rehabilitatie en jongeren I. Het begeleiden van zwerfjongeren volgens de presentiebenadering: een kijkje in de praktijk van een dynamisch eerste jaar. Het begeleiden van zwerfjongeren volgens de presentiebenadering: Kwintes was tot voor kort bekend met het aanbieden van begeleid woontrajecten voor volwassen mensen met psychiatrische problematiek. Vorig jaar heeft Kwintes besloten ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid op te pakken inzake het begeleiden van jongeren. Naast een begeleid woontraject voor jongeren met psychiatrische problematiek die worstelen met een acceptatieproces rondom hun ziektebeeld en de problemen in de thuissituatie (‘wonen met anderen’), wil Kwintes zich ook bezighouden met het begeleiden van zwerfjongeren. Zwerfjongeren zijn in Flevoland een toenemende groep waar geen gedegen langdurige opvang voor is. Deze groep jongeren krijgen een kans de draad in hun leven weer op te pakken door opvang voor hen te regelen en ze te begeleiden in een speciaal voor hen ingerichte voorziening. Vanwege hun kwetsbaarheid en het gegeven dat de hulpverlening tot nu toe er niet in is geslaagd deze jongeren op de rails te krijgen heeft Kwintes gekozen om deze jongeren te begeleiden volgens een andere aanpak. Gekozen is te werken volgens de presentie theorie. De presentiebeoefening zou je kunnen omschrijven als een praktijk waarbij de hulpverlener zich aandachtig en toegewijd op de jongere betrekt en zo leert zien wat er bij hen op het spel staat, van verlangens tot verdriet, en in aansluiting daarop gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie zou kunnen worden gedaan en wie hij/zij voor die jongere zou kunnen zijn. Er wordt dus niet gewerkt vanuit een vooropgesteld plan, maar vanuit de relatie wordt samen iets opgebouwd. Opgebouwd in vertrouwen zodat er weer een basis gevormd kan worden voor een toekomst waarin perspectieven liggen, hoe klein die ook mogen zijn. De jongeren worden opgevangen in een kleinschalige wooneenheid, een huis in een gewone straat, met 24 uur begeleiding. Dit huis dient als een soort thuis en we streven er als team naar dat dit thuisgevoel ook echt ontstaat. De jongeren zelf hebben hier natuurlijk ook een grote inbreng in. Hoe meer zij het huis eigen maken, hoe meer zij zich verantwoordelijk hiervoor voelen. De opvang zal maximaal twee jaar zijn. De eerste tijd zal worden besteed aan het terugbrengen van rust en vertrouwen en het opbouwen van een relatie. Vervolgens zal er met de jongeren worden gekeken hoe en in welk tempo zij hun leven weer vorm kunnen geven. Na verloop van tijd is het streven dat zij zich gaan voorbereiden op een andere fase in hun leven zoals zelfstandig wonen (eventueel nog met ambulante begeleiding), terug naar de thuissituatie of voor sommigen betekent dit in een langdurige begeleid woontraject gaan wonen, maar voor allen geldt een beter toekomstperspectief. Wij hebben er alle vertrouwen in dat dit project tot een goed project zal worden uitgebouwd. Niet omdat de cijfers zullen laten zien dat ook zwerfjongeren mogelijkheden tot groei hebben, maar omdat de jongeren zelf zullen aangeven dat het hen goed gaat. Dat ze weer vertrouwen hebben gekregen in de maatschappij, maar vooral in zichzelf. Sprekers Sprekers: Kitty van Elst , Anja Holtland, Sherlon Senchi en Linda Knook. Contactgegevens Kwintes Kitty van Elst Willem Bontekoestraat 105 1335 NE Almere
[email protected]
II. Bemoeirehabilitatie Bij Altrecht’s jongvolwassenenafdeling ABC is, in samenwerking met Ypsilon, een experimenteel project uitgevoerd om moeilijk activeerbare schizofreniepatiënten toch te verleiden tot activiteit. Daartoe werden creatieve en vasthoudende psychologiestudenten als buddy’s ingezet. Elk van de zorgvuldig geselecteerde studenten kreeg een cliënt toegewezen. Het grote verschil met andere buddy projecten is dat het initiatief hier niet van de cliënt uitgaat maar van de behandelaar en/of case manager. Zelf als een cliënt zegt dat hij/zij niet wil, dan proberen we het toch, met vriendelijke maar volhardende aandrang. Een ander verschil met andere buddy projecten is dat er (uit particuliere bron) een budget beschikbaar was om de buddy te belonen én om de activiteiten te bekostigen die de buddy met de cliënt ging ondernemen. Onderzoekers van Altrecht hebben het project geëvalueerd, en komen tot de conclusie dat het een succesvol project is. In de workshop wordt de aanpak van het project toegelicht, en ook de uitkomsten van het onderzoek. In een interactief gedeelte van de workshop wordt geïllustreerd welke uitdagingen een bemoeibuddy tegenkomt en hoe die buddy die uitdagingen zou kunnen aanpakken. Sprekers Tom Rusting, afdelingsvoorzitter, Ypsilon Utrecht en initiatiefnemer van het project dat zal worden besproken. Diana Kleijzen, psycholoog en onderzoeker, Altrecht, jongvolwassenen afdeling ABC, Utrecht. Contactgegevens Ypsilon afdeling Utrecht Tom Rusting Heuvellaan 6 3612BA Tienhoven www.ypsilon.org
[email protected] 0346 574285 III. Verlies van sociaal perspectief bij de eerste psychose Verlies van sociale relaties en sociale rollen treedt bij een eerste psychose met name op voorafgaande aan het moment dat de cliënt in behandeling komt. De impact van de eerste psychose bij een jong volwassene waarbij de identiteitsontwikkeling nog in volle gang (zelfbeeld etc) is, is groot. Een half jaar uitval op deze leeftijd betekent gelijk een half jaar achterop raken; zowel wat betreft vrienden en relaties, als in de leer- en arbeidssituatie. Men verliest toekomstperspectief en betrokkene, zijn gezin van herkomst en de maatschappij staan gedurende lange tijd voor grote emotionele en financiële opgaven. Hoewel er op zichzelf zeer effectieve interventies zoals medicatie, cognitieve gedragstherapie en arbeidsrehabilitatie beschikbaar zijn, komen deze onvoldoende tot hun recht komen omdat we de doelgroep niet of onvoldoende bereiken en ze moeilijk in begeleiding houden. Redenen hierbij zijn: vrees voor stigmatisering, een veel te ingewikkelde toegang tot hulp en een hulp die zich niet tot nauwelijks richt op de voor de cliënt belangrijke sociale doelen. In de workshop lichten we toe waar je tegenaan loopt als je bevordering van sociale inclusie als hulpverleningsvisie centraal plaatst en de consequenties die dat heeft aangaande vroegherkenning, verbetering van de toegankelijkheid, het vergroten van de engagement tussen cliënt en hulpverlening en werken conform een rehabilitatie model met meer aandacht voor behoud van sociale rollen in studie en werk, en minder focus op klachten. Sprekers R. Klaassen, adolescentenpsychiater in Rivierduinen R. B. Laport, psychiater in Rivierduinen M. van der Wal, GGZ verpleegkundig specialist in Riverduinen Contactgegevens Rivierduinen Postbus 405 2300 AK Leiden Tel 071 890 65 65 Fax 071 890 65 66
2. Ervaringsverhalen I. Stichting Psy-Café; Onze eigen taal is krachtig! Stichting Psy-Café is een puur cliëntgestuurd initiatief die iedere vierde zaterdag van de maand bijeen komt in Breda. Tijdens die bijeenkomsten in een regulier café worden thema’s besproken, die relatie hebben met herstel. Door middel van onze eigen dialoog willen we samen onze eigen woorden geven aan zaken die ons hebben gevormd, geraakt en beschadigd of versterkt. Die vertellen wij met onze eigen krachtige taal, dus niet die van hulpverleners. Dat is herstellende bezig zijn. Een ieder mag met elkaar in gesprek gaan en dat levert boeiende dialogen op! Ook nodigen wij gastsprekers uit die iets vertellen over hun ervaring, kennis of passies en talent.Er is een vertrouwdheid om jezelf te uiten omdat het in een café is en niet binnen een instelling. We plakken geen stempels op de mensen. Want onze eigen verhaal is niet gek of afwijkend. We vergroten elkaars ervaringskennis. Dat versterkt onszelf en het brengt ons dichter bij elkaar. Workshop Ontstaan van Stichting Psy-Café. Het doel van Stichting Psy-Café en de besproken thema’s. Reactie bezoekers; hoe ervaren zij het Psy-Café? Thema: Onze eigen taal is krachtig! Tijdens de workshop gaan we op zoek naar je eigen taal en verhaal. We willen graag een dialoog en discussie over dit onderwerp! Welke woorden hebben je geraakt en gevormd? Door welke ben je beschadigd en welke hebben je versterkt? Je eigen unieke taal maakt je eigen sterke verhaal, zo word je sterker en gehoord. Dus kom in dialoog met jezelf en anderen! Sprekers John Jongejan (36) is medeorganisator van Stichting Psy-Café. Daarnaast is John lid van het HEE-team en zit in de Herstelwerkgroep. John wordt regelmatig gevraagd om voorlichting te geven over herstel onderwerpen. John is dichter en heeft al twee dichtbundels op de markt gebracht. Hij schrijft columns voor diverse cliëntenbladen en is redactielid van het cliëntenblad LINK. Stefan Putters (30) is medeorganisator en presentator van Stichting Psy-Café Stefan is werkzaam als groenvoorzieningmedewerker bij Karwij en doet de boodschappen voor de boodschappendienst van het DAC. Stefan is lid van het HEE-team en zit in de herstelwerkgroep, daarnaast is hij lid van de stuurgroep van Herstelondersteunende zorg van Carea. Annemiek de Feijter (38) is medeoprichtster en medeorganisator van Stichting Psy-Café. Zij vervult de functie van voorzitter en penningmeester bij Stichting Psy-Café. Annemiek is lid van het HEE-team en zit in de herstelwerkgroep en lid van de werkgroep Herstelondersteunende zorg van Carea. Zij geeft regelmatig gastlessen aan maatschappelijke organisatie’s en aan Avans Hogeschool. Daarnaast zit zij in de klankbordgroep en in de begeleidingscommissie van de gemeente Breda. Annemiek is redactielid van het cliëntenblad LINK en cursusleidster van Herstellen doe je zelf. Ester Dobler (47) is medeoprichtster en medeorganisator van Stichting Psy-Café Zij vervult de functie van secretaris bij Stichting Psy-Café Ester is lid van het HEE-team en zit in de herstelwerkgroep en is lid van de werkgroep herstelondersteunende zorg van Carea. En is cursusleidster van Herstellen doe je zelf. Contactgegevens Stichting Psy-Café Annemiek de Feijter Joris Nempestraat 159 4827 AC Breda
[email protected]
II. Zelfhulp bij verslavingsproblemen: Wat werkt en hoe werkt het? Zelfhulpgroepen bieden mensen die kampen met een verslavingsprobleem en hun omgeving een langdurige ondersteuning in de vorm van lotgenotencontact. Hiermee bieden de groepen een belangrijke aanvulling op de zorg die geboden wordt in instellingen voor GGz- en verslavingszorg. Vaak gaapt er voor cliënten in de verslavingszorg na behandeling in een instelling een ‘zwart gat’ waarbij werk, wonen en dagbesteding, maar ook sociale relaties soms ernstig zijn verstoord. Deelname aan een zelfhulpgroep kan dan een belangrijke stap zijn in het opbouwen van een leven los van drank, drugs of gokken, bijvoorbeeld doordat een zelfhulpgroep een nieuw sociaal netwerk biedt van mensen die niet gebruiken. Maar zelfhulpgroepen kunnen ook los van, vóór en tijdens een behandeling een belangrijke functie vervullen voor verslaafden of hun directe omgeving. Niet alleen mensen die kampen met een verslaving, maar ook de familie en vrienden er om heen hebben behoefte aan ondersteuning bij het opnieuw opbouwen van een leven los van de verslaving, of los van een verslaafde. Zelfhulpgroepen bieden beide groepen mensen (h)erkenning en de mogelijkheid zelf actief te participeren in het eigen herstelproces. Het is een laagdrempelige vorm van ondersteuning die uitgaat van de eigen kracht waarin niet langer het gebruik centraal staat. In Nederland is er nog weinig onderzoek gedaan naar de werking en werkwijze van zelfhulpgeroepen bij verslavingen. Door deze onbekendheid hebben zelfhulpgroepen ook lange tijd min of meer los van de reguliere zorg gefunctioneerd. Ook voor potentiële deelnemers was daardoor niet altijd duidelijk wat zelfhulpgroepen waren. In deze workshop wordt de deksel van de ‘blackbox’ van zelfhulp een stukje opgelicht om zo doende meer zicht te krijgen op de elementen die de slagkracht van zelfhulpgroepen bepalen. Wat gebeurt er precies in een zelfhulpgroep? Waardoor helpt het delen van ervaringen bij het nuchter blijven? Wat is de betekenis van zingeving hierbij? En hoe belangrijk zijn de sociale contacten die je opdoet in een zelfhulpgroep? In de workshop wordt ingegaan op deze en andere vragen. In de workshop staan een aantal steekwoorden die betrekking hebben op de werking van zelfhulp, bijvoorbeeld ‘zingeving’ of ‘relaties’. De steekwoorden komen voort uit een publicatie die verschijnt bij het I&O op basis van interviews met deelnemers aan zelfhulpgroepen. Deelnemers worden (na een korte voorstel ronde) gevraagd kort te verwoorden op welke wijze deze begrippen volgens hen een rol spelen bij zelfhulpgroepen. Na deze voorstelronde en brainstorm zal er een korte inleiding worden gegeven op het onderwerp zelfhulp. Hierin wordt ingegaan op de huidige situatie in Nederland en resultaten uit onderzoek naar zelfhulp. Daarna zal aan de hand van de genoemde steekwoorden een discussie worden gevoerd over zelfhulp, samen met een aantal deelnemers uit verschillende zelfhulpgroepen die voor deze workshop worden uitgenodigd. Zij zullen door het delen van de eigen ervaringen met zelfhulp inzichtelijk maken hoe en waarom zelfhulp werkt bij het opbouwen van een leven na de verslaving en het vormgeven aan een identiteit los van je verslaving, of cliënt zijn. Sprekers C. Muusse, junior wetenschappelijk medewerker reïntegratie en R. Hoppenbrouwer, medewerker I&O, beiden werkzaam bij het Trimbos Instituut, Utrecht. Contactgegevens Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht telefoon 030-2971100 fax 030-2971111
[email protected]
3. ACT en rehabilitatie I. Crisis en rehabilitatie Een crisis komt vaak voor. Wat maakt nu een crisis tot een crisis. Stilgestaan wordt bij de functie van een crisis, hoe verhoudt deze zich tot het ingezette behandel en rehabilitatiebeleid. Wat zegt een crisis ons; cliënten, hulpverleners en sociale steunsysteem. Binnen GGnet, Groenlo/Winterswijk wordt onderzoek gedaan naar effectief crisismanagement. Vraagstelling is, buiten de prevalentie; of er een crisisbeleid ontwikkelt kan worden, dat vraag gestuurd werkt vanuit de behoefte van de cliënt. Praktisch wordt dit uitgewerkt in een Directief Assertief Crisis Team (DACT), dat operationeel is binnen kantoortijden, daarbuiten werkt een bestaand interregionaal crisisteam. Uitgangspunten zijn gelieerd aan de ACT principes, de vraag van de cliënt, de behandelaar en het betrokken steunsysteem. Doelstelling is om te komen tot een effectieve en preventieve interventie, die het behandelbeleid ondersteunt en de rehabilitatie bevordert. Spreker Ludo Teunissen, vanaf 1976 werkzaam binnen diverse psychiatrische zettingen, zowel klinisch als ambulant. Verbonden geweest aan de GG en GD Amsterdam bij de start van het methadonproject. Beleidsmedewerker binnen de licht verstandelijke gehandicapten zorg. Acht jaar als ambulant werker bij Tactus verslavingszorg, zowel reclassering als ambulante behandeling. Momenteel verbonden aan GGnet Groenlo/Winterswijk aan de afdeling Psychose & Support als SPV + VO en dit jaar afstuderend als MaNP te Utrecht. Daarnaast werkzaam in een eigen praktijk voor: Psycho-sociale hulpverlening in Lochem. Contactgegevens GGnet Groenlo/Winterswijk Ludo Teunissen Buitenschans 50 Groenlo
[email protected] 0543-544455 II. Rehabilitatie in een Assertive Community Treatment (ACT)-team; de combinatie van bemoeizorg en groeizorg Zowel in de internationale literatuur (Mueser e.a., 1997) als in de Nederlandse literatuur (van Weeghel, 2005) wordt gepleit voor de invoeging van rehabilitatieprincipes in de werkwijze van ACT-teams. Hoe dat precies gedaan moet worden is echter niet beschreven. In deze workshop wordt een methode geïntroduceerd voor het integreren van een individuele rehabilitatie-techniek in de werkwijze van een ACT-team. Het leerdoel van deze presentatie is toegenomen inzicht omtrent de praktische problemen en mogelijkheden van het invoegen van individuele rehabilitatie in een ACT-omgeving. In het kort komt de verrijking van ACT met rehabilitatie erop neer dat systematisch de wensen en de zelf ervaren problemen van cliënten, en de bemoeizorg-items van de hulpverlening worden nagegaan op de gebieden lichamelijke en geestelijke gezondheid, middelengebruik, wonen, werken, leren, sociale contacten en financiën. Voor interventies die gericht zijn op door cliënten zelf gewilde wensverwerkelijking en probleemoplossing op de gebieden wonen, werken, leren, sociale contacten en financiën biedt de individuele rehabilitatiebenadering een goede techniek Het is daarbij van belang dat cliënten op het ene aandachtsgebied veel verder kunnen zijn dan op het andere. Rehabilitatie betekent dat ook aandacht wordt besteed aan die terreinen die niet direct problematisch zijn maar wel kansen bieden voor de toekomst. Spreker Annet Aalbers, gz-psycholoog in een IMR-team van Bavo Europoort te Rotterdam.
Literatuur Mueser, K.T., Drake, R.E. & Bond, G.R. (1997). Recent Advances in Psychiatric Rehabilitation for Patients with Severe Mental Illness. Harvard Rev. Psychiatry, 5:123-137 Weeghel, J. van (2005). ACT en Rehabilitatie: twaalf manieren om een belofte in te lossen. In: Mulder, C.L. & Kroon, H. (Red.) Assertive Community Treatment. Nijmegen: Cure en Care Publishers
4. Stigma I. Media en stigma Zijn ‘protestinterventies´ wel geschikt als het gaat om stigmatiserende boodschappen in de media? Wat levert protest op als ‘Napoleon’ weer opdraaft in een spotje over psychische hulpverlening of ‘Psycho Teddy’ aangekondigd wordt als nieuwste ‘ringtone’? In binnen- en buitenland zijn er succesvolle voorbeelden van ‘mediamonitoring’. Op welke manieren nemen mensen en organisaties in de geestelijke gezondheidszorg de handschoen op tegen ‘de media’? Maar wat vinden journalisten van hun relaties met cliënten, familie, hulpverleners of instanties in de GGz? Hoe komen ze aan achtergrondinformatie en contacten voor interviews? Dat zijn de vragen die in deze presentatie aan de orde komen. Spreker Martin van ’t Klooster is zelfstandig communicatieadviseur en werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Als communicatieadviseur met een ruime praktijkervaring is hij verantwoordelijk geweest voor uiteenlopende communicatietrajecten; onder meer bij de vestiging van projecten in woonwijken, interactieve beleidsontwikkeling en profilering van organisaties, organisatie van evenementen, lobby en mediabeleid. Als (hoofd)redac¬teur heeft hij uiteenlopende magazines, periodieken en producties voor internet/intranet gerealiseerd. Zijn ervaring heef hij opgedaan in opdrachten voor landelijke brancheorganisaties, adviesbureaus en regionale organisaties in de zorg, maar ook bij MKB-bedrijven. Contactgegevens Communicatie met beleid Martin van ’t Klooster Dommeringdreef 76 3562AL UTRECHT
[email protected] II. Indigo, de resultaten In 2006 en 2007 is onder de naam Indigo wereldwijd onderzoek gedaan naar de ervaringen van mensen met de diagnose schizofrenie met discriminatie op het gebied van wonen, werk, familie, sociale relaties en andere levensgebieden. In Nederland hebben het Trimbos-instituut en het Kenniscentrum Rehabilitatie 50 mensen met de diagnose schizofrenie geïnterviewd. In deze workshop worden de resultaten van Indigo gepresenteerd en wordt nader ingegaan op het probleem van stigma en discriminatie. Sprekers Jaap van Weeghel, Directeur, Kenniscentrum Rehabilitatie, Utrecht. Annette Plooij, programmacoördinator, Herstel en Participatie, Kenniscentrum Rehabilitatie, Utrecht. Contactgegevens Kenniscentrum Rehabilitatie Postbus 1203, 3500 BE Utrecht Tel: 030 - 2931626 Fax: 030 - 2936322
III. Arbeid contra stigma Uit een onderzoek onder GGZ-cliënten blijkt dat (ex)cliënten veel belang hechten aan (re)integratie naar (regulier) werk. Mede door een negatieve beeldvorming ondervindt de (ex)cliënt hierbij echter veel hinder. De professionals die in dit proces een belangrijke rol kunnen spelen zijn integratieconsulenten. Ook hun kennis en houding ten aanzien van mensen met een psychiatrische achtergrond kan van bepalende invloed zijn op het succes of falen van een integratietraject. In de workshop gaan we op de vraag: Hoe is die kennis en houding bij de integratieconsulent? Biedt dit aanleiding om de beeldvorming over de psychiatrische cliënt bij te stellen? Zo ja, hoe geef je dergelijke interventies vorm en inhoud? Welke (mate van) effect mag hiervan verwacht worden? Aan de hand van een praktijkvoorbeeld worden deze kwesties besproken en bediscussieerd. Spreker Job van ‘t Veer, Docent Social Work, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Contactgegevens Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Job van ’t Veer Deinumerstraat 22 8913 BM Leeuwarden
[email protected]
5. Relatie hulpverlener/cliënt: dialoog en dilemma I. Dilemmagesprekken In deze workshop staat de dilemmamethode centraal. Deze, inmiddels beproefde, methode wordt in veel (GGZ) organisaties ingezet bij gesprekken over lastige vragen waar medewerkers en cliënten tegenaan lopen. Het is een gespreksinstrument dat helpt om zicht te krijgen op de waarden en normen die het denken en handelen van de verschillende betrokken in een probleemsituatie sturen. Mensen leren vanuit andere invalshoeken te kijken en begrijpen zo elkaar én zichzelf beter. De methode biedt handvatten om de eigen argumenten voor een keuze goed onder woorden te brengen en draagt zo bij aan ‘empowerment’ en professionalisering. In de workshop gaan we in op concrete dilemma’s van de aanwezigen. De dilemmamethode dient daarbij als richtingaanwijzer. Met voorbeelden wordt geïllustreerd hoe een uitweg uit een dilemma gevonden kan worden en in welke situaties dit een geschikt instrument kan zijn. De deelnemers ontvangen een hand-out met een toelichting op de methode. Maximaal 20 deelnemers. Spreker Mariël Kanne (1961) studeerde theologie met hoofdvak normatieve filosofie (Universiteit Utrecht). Zij is als docent ethiek verbonden aan de Opleiding Master Advanced Nursing Practice van de Hogeschool Utrecht, en geeft ook les aan de opleidingen voor GZ-psychologen van de RINO Groep te Utrecht en de Radboud Universiteit te Nijmegen. Daarnaast begeleidt zij managers en professionals in diverse zorgorganisaties bij gesprekken rondom thema’s op het gebied van zorgethiek, kwaliteit en integriteit. Ook is ze lid/adviseur van een aantal ethische commissies. Samen met andere ethici ontwikkelde ze methodieken voor moreel beraad in zorginstellingen. Zij publiceerde o.a. “Waarden en woorden” in: Goed werk. Verkenningen van normatieve professionalisering (SWP, 2008), “Voorbij wij en zij. Dilemma’s bij het inzetten van ervaringsdeskundigen” in Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid van mensen met psychische aandoeningen (SWP 2006) en “Zorgethiek: denken over verantwoordelijkheden en zorgbehoeften” (met M.A. van den Hoven) in Ethiek in praktijk (Van Gorcum, 2003). Contactgegevens Zorgethiek in praktijk / Hogeschool Utrecht Mariël Kanne (V) ’t Hennetje 30 3985 PB Werkhoven
[email protected] www.marielkanne.nl 0343-476088 II. Dialooggesprekken In 2006 heeft zich op de Beschermende Woonvorm van Emergis te Oostburg (Zeeland) een situatie voorgedaan waar het huidige plan van Dialooggesprekken met personeel uit is geboren. De Bewonersraad vroeg zich af of ze een bijdrage zou kunnen leveren aan de verbetering van de kwaliteit van zorg door feedback te geven aan de begeleiding. En hoe doe je dat dan? Want kritiek geven aan een begeleider op het moment dat er iets schort, is voor cliënten vaak te veel gevraagd. Het idee van evaluatiegesprekken ontstond. Met evaluatiegesprekken wordt bedoeld een gesprek met een woonbegeleider waarin deze woonbegeleider feedback krijgt van cliënten op zijn/haar manier van begeleiden. Kern van het gesprek is het respect en de bejegening naar de cliënten door de begeleider. Aan de hand van een vragenlijst wordt een Dialooggesprek gehouden tussen raadsleden en een begeleider. In dit gesprek is ruimte voor zowel complimenten als gratis adviezen. Begeleiders kunnen de ingevulde vragenlijst meenemen naar hun functioneringsgesprek. In december wordt de pilot afgesloten en zijn de eerste gegevens bekend van het onderzoek, dat gelijktijdig wordt gehouden. In het onderzoek wordt gekeken naar de ervaringen van alle betrokkenen en of de Dialooggesprekken daadwerkelijk invloed hebben op de kwaliteit van zorg. Sprekers Christine Kerpestein werkt sinds 1981 bij Emergis. Ze is dus bij de oprichting van (toen nog) Psychiatrisch Ziekenhuis Zeeland betrokken geweest. Als A- en B-verpleegkundige is ze op diverse afdelingen werkzaam geweest. Ze heeft veel plezier beleefd aan het directe cliëntencontact maar had ook last van de beperkingen van een steeds groter wordend instituut. Is actief geweest bij de opzet van zorgboerderijen in Zeeuws-Vlaanderen. Ze was in die tijd gedetacheerd bij een bureau dat zich bezighield met ontwikkelingen op het platteland. In 2005 heeft ze haar diploma HBO-MWD behaald. Sinds april 2006 is ze actief als ondersteuner van diverse cliëntenraden binnen Emergis. Is inmiddels helemaal warmgelopen voor de medezeggenschap en in het bijzonder de emancipatie van cliënten in de psychiatrie. Uit de raden ziet ze veel ideëen en initiatieven ontstaan. Ze ziet het als haar taak om deze zo goed als mogelijk de ruimte en de faciliteiten te bieden zodat zowel raden als individuele raadsleden kunnen groeien en zich ontplooien.
Marcella Krom is een vrouw van 42 jaar, sinds ruim 2 jr wonend in een Beschermende Woomvorm en ben ruim 3 jr in aanraking met een ggz instelling. Voorheen werkend als restaurant-kok, vooral in Amsterdam. Een aantal reizen gemaakt, o.a naar Afrika en binnen Europa. Sinds ze in de BW woont is ze aktief in de Bewonersraad en binnenkort ook in de Centrale Cliëntenraad van Emergis. Graag zou ze in de toekomst als ervaringswerker in de zorg aan de slag gaan. Dit is haar leven in een notedop. De Beschermende Woonvorm van Marcella doet mee in de pilot. Reinald van de Velde woont sinds 1993 in de Beschermende Woonvorm te Oostburg. Hij woont er samen met zijn vrouw Gerrie. Hij gaat vier dagen in de week naar een Zorgboerderij. Ook gaat hij nog regelmatig naar zijn geboortedorp, IJzendijke, waar zijn ouders wonen en hij veel vrienden en kennissen heeft. Hij is al10 jaar lid van de Bewonersraad en vanaf begin van dit jaar voorzitter. In de raad van Reinald is het idee voor de Dialooggesprekken ontstaan. Contactgegevens Emergis, Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg in Zeeland C.D.Kerpestein de Jongestraat 3 4531 GL Terneuzen
[email protected] III. Begeleiders als bondgenoten Hoe kunnen begeleiders die in de GGz actief zijn op de levensdomeinen woon- en werkbegeleiding zich in toenemende mate identificeren met een rol als bondgenoot van de gesympathiseerden? Hoe sluiten zij aan op de leefwereld van de ander? Op welke wijze kunnen relaties zo gelijkwaardig mogelijk worden vormgegeven en hoe kan ervaringskennis hier een belangrijke rol spelen? In deze presentatie worden bevindingen uit de praktijk en onderzoek met elkaar verbonden om de knelpunten en kansen te belichten. In deze 30 minuten durende presentatie worden praktijk en theorie naast elkaar gelegd. Middels een verbinding van kennis uit onderzoek en verhalen uit ’t werkveld neemt het publiek kennis van de uitgewerkte bevindingen. Op het einde van de presentatie is ruimte voor vragen en discussie. Sprekers Simona Karbouniaris is sinds 2005 als Junior onderzoeker actief voor het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. Tijdens haar afstudeerstudie deed zij onderzoek naar de ontwikkelingen rondom Kwartiermaken & Psychiatrie. Momenteel is zij betrokken bij diverse onderzoeksprojecten van het Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning. Eén van de meest actuele thema’s vormt het onderzoek rondom ervaringsdeskundigheid. Daarnaast is zij als gastdocent actief voor de Social Work opleidingen. Florentine de Ruiter (1981) is zich na eigen cliëntervaringen, actief gaan inzetten voor cliënten in de GGz onder meer door te starten met de SPW-BGE opleiding. Zij deed praktijkervaring op bij Altrecht en Symfora. Haar ambities zijn, het verbinden van verleden en heden in het belang van de toekomst; het cultiveren van contact binnen een vereenzamende maatschappij; het present- zijn. Tevens is zij actief als bestuurslid bij de Stichting Cliëntenbelang Soest en als kernteamlid bij de Vakvereniging voor Ervaringswerkers
Contactgegevens Hogeschool Utrecht-Kenniscentrum Sociale Innovatie Simona Karbouniaris Postbus 85397 3508 AJ utrecht
[email protected] 030-2543170
6. Arbeidsrehabilitatie I. Arbeidsrehabilitatie In het Werkcentrum Gered Gereedschap (WGG), werken 67 medewerkers.WGG is gespecialiseerd in het in kaart brengen van arbeidsvaardigheden en het bieden van arbeidstraining. WGG is een arbeidsproject voor iedereen die op zoek is naar meer mogelijkheden op het gebied van werk en arbeidsmatige dagbesteding. WGG bestaat dit jaar 10 jaar en is een succes. In de workshop wordt de werkwijze, doelstelling en resultaten besproken. Spreker Vincent van den Dries, teamleider Beschermende Woonvorm Middelburg en Gered Gereed, Emergis, Middelburg. Contactgegevens Emergis vincent van den dries hof van sint pieter 3 4331 DA Middelburg
[email protected] II. De kracht van de trajectgroep Naast individuele trajectbegeleiding is een trajectgroep opgezet waar ervaringen uitgewisseld en informatie gegeven wordt op het gebied van dagbesteding, werk, studie en relevenat wet/regelgeving. door deelname aan de groep kunnen persoonlijke doelen/ leerplan uitgewerkt worden die gericht zijn op ieders eigen individuele traject. Elke deelnemer is medeverantwoordelijk voor het groepsgebeuren. er wordt samen gekeken naar de kwaliteiten die ieder heeft en hoe die in en voor de groep ingezet kunnen worden. het is voor en met elkaar aan de slag gaan versterkt eht vertrouwen in eigen kunnen. Sprekers Els Luntz en Barbara Glazenmaker, GGZ Buiten Amstel, Amsterdam. Contactgegevens Stichting els Luntz Valeriusplein 18 1075 BH Amsterdam
[email protected] III. Hoe maatschappelijke ondersteuning leidt tot ondersteuning van de maatschappij Midden in Almere ligt het Ooievaarsnest. Dit stadslandgoed is een plaats voor rehabilitatie en arbeidsreintegratie van allerlei kwetsbare groepen uit de samenleving. Arbeidskracht van clienten staat centraal en is de sleutel tot de individuele rehabilitatievraag. De persoonlijke relatie met de werkbegeleider en de zin van het werk voor de omgeving vormen de belangrijkste basis om de arbeidskracht om te zetten in betekenis. Er wordt ingespeeld op de mogelijkheden die de directe omgeving biedt en op vragen uit de directe omgeving. Er ontstaat een verbinding tussen de maatschappij en de eigen mogelijkheden. Zo wordt werken zingeven en betekenisbeleving en leidt maatschappelijke ondersteuning tot ondersteuning van de maatschappij. In een interactieve workshop vragen wij de deelnemers met ons mee te denken over de mogelijkheden van een stadslandgoed voor rehabilitatie en de betekenis die het kan hebben voor maatschappelijke processen. Sprekers Erik van Norel en Janneke Pals Contactgegevens Stichting DAC Almere/Triade E.J. van Norel (M) Muiderweg 10 1351 GJ Almere
[email protected]
7. Kwartiermaken I. Trefpunt De Bilt e.o. – een kwartiermakersproject in de praktijk In treffende praktijkvoorbeelden maakt u nader kennis met het Trefpunt De Bilt e.o. Doelstelling en functies van Het Trefpunt De Bilt • Middels de kwartiermaker het bereiken van een groep “vergeten” mensen die door diverse instanties niet bereikt worden. • Het vormgeven van de functie: kwartiermaken in De Bilt in samenwerking en samenspraak met maatschappelijke-, welzijns- en zorgorganisaties. • Het opzetten en onderhouden van een ontmoetingsplek ter integratie van “vergeten” mensen; • Het toegeleiden van mensen naar bestaande voorzieningen op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Dit gebeurt op diverse locaties waar het gewone dagelijkse leven vorm wordt gegeven in wonen, activiteiten van bedrijven, winkelend publiek en goed vervoer. Op plekken die toegankelijk zijn. Voor de verschillende functies van Het Trefpunt wordt gedacht aan ruimten waar verschillende functies en faciliteiten een plek kunnen krijgen. B.v. een koffiemoment, een kookactiviteit, een computercafé met een ‘bemande’ sociale kaart. Een of twee afgesloten werk/ spreekkamers. Een multifunctionele ruimte om te vergaderen of groepsbijeenkomsten te houden. De kwartiermaker vormt de voorhoede van bijvoorbeeld het zorgloket zodat de aansluiting van zorgaanbod op zorgvraag beter verloopt. Met name daar waar mensen onbereikbaar zijn voor de reguliere hulpverlening en het bestaande aanbod – kan Het Trefpunt een meerwaarde zijn door haar toeleidende functie. Het Trefpunt is een op zichzelf staande organisatie gedragen door de samenwerking van een aantal organisaties die een ontmoetingsplaats en servicepunt wil realiseren voor de integratie van “vergeten mensen”. In het Trefpunt zijn participerende organisaties vanuit hun basisopdracht actief. Het Trefpunt wil er zorg voor dragen dat mensen die bij het Trefpunt hulp vragen, direct geholpen worden, voor zover de competentie en mogelijkheden van de aanwezige professionals dit mogelijk maakt. Sprekers Anke Vergeer is initiatiefnemer van het Trefpunt en is werkzaam als kwartiermaker in De Bilt. Tevens is zij werkzaam bij Kwintes als coördinator Herstel. Fiene van Loock, trainer en adviseur, is verbonden aan het Trefpunt als ondersteuner van de kwartiermaker en het bestuur. Contactgegevens Kwintes Anke Vergeer Postbus 31 3700 AR Zeist 030-6956173
[email protected] II. Nichediversiteit In zijn boek ’Waanzin en natuur. Darwin en de psychiatrie’ pleit de Vlaamse filosoof Andreas De Block vanuit een biologisch (!) geïnspireerde kritische analyse van de ggz voor ’heerlijke nieuwe niches’ als alternatief voor ’het zwaktebod’ van ’de psychiatrische niche’. Wat is de meerwaarde van dit perspectief op ’humane, niches’ voor cliënten en kwartiermakers en kunnen we bevestiging vinden in de praktijk? Doortje Kal zet het conceptuele perspectief van nichediversiteit uiteen en zoekt interactief naar verbinding met ’burgerschapspraktijken’ waar nichediversiteit een rol speelt. Spreker Doortje Kal, onderzoeker, projectleider, Landelijk Steunpunt Kwartiermaken. Contactgegevens Landelijk Steunpunt Kwartiermaken Doortje Kal Tilanusstraat 33-hs 1091 BD Amsterdam
[email protected]
8. Herstelondersteunende zorg I Het project Herstel en Herstelondersteunende Zorg van Zorgnetwerk Carea te Breda Door K. van Aart, J. Dröes, L. Elfers, J. Jongejan, M. Prinsen en G. Wilrycx, mede namens W. Boevink, D. Den Hollander en M. Tiber Het project Herstel en herstelondersteunende Zorg is breed van opzet. Een groot zorgnetwerk wordt in dit project langs verschillende ingangen herstelgericht gemaakt. Het project kent activiteiten voor cliënten (uitgevoerd door het HEE-team) en voor medewerkers (uitgevoerd door HEE in samenwerking met Rehabilitatie ’92 en Storm-rehabilitatie). Daarnaast vervult het management een actieve rol, zijn er veranderingen in de organisatie mee gemoeid en wordt een effectonderzoek verricht.
J. Dröes
L. Elfers
Achtereenvolgens worden gepresenteerd: 1. de hoofdlijnen en rationale van het project (Kees van Aart) 2. de HEE-activiteiten voor cliënten (Madeleine Prinsen) 3. de scholing voor medewerkers (Lenneke Elfers en Jos Dröes) 4. opzet en plaats van het onderzoek (Greet Wilrycx) Herstelondersteunende zorg sluit aan bij het verhaal van de cliënt. Zo’n verhaal wordt neergezet door John Jongejan Door de presentaties hopen we vooral te laten zien dat een verandering in de richting van herstelondersteunende zorg een verandering is die wortelt in alle niveaus en in alle geledingen van een organisatie. Speciale aandacht besteden we aan de activiteiten voor en door cliënten zelf, aan de eerste cursus herstelondersteunende zorg (een coproductie van ervaringsdeskundigen en professionals) het wetenschappelijke evaluatie onderzoek en aan het “ambassadeursoverleg” waarin een aantal medewerkers en cliënten vier à vijf keer per jaar bijeen komt om uit te wisselen wat er leeft binnen het zorgnetwerk rondom Herstel. Zij horen in de wandelgangen luisteren hoe het er aan toe gaat, ontwikkelen nieuwe activiteiten en maken die kenbaar. Zij vervullen een belangrijke rol bij de implementatie en borging van herstel en herstelondersteunende zorg. Sprekers Kees van Aart, manager van zorgnetwerk Carea in de regio Breda , leidt het project. Hij is van oorsprong psychiatrisch verpleegkundige. Hij heeft zich gedurende zijn loopbaan vooral toegelegd op het verbeteren van de situatie van langdurige zorgafhankelijke cliënten, zowel binnen als buiten de verblijfspsychiatrie.
J. Jongejan
Jos Dröes is psychiater bij Bavo-Europoort en hoofdopleider bij de Stichting Rehabilitatie 92. Hij heeft lange tijd gewerkt in de langdurige zorg en is nauw betrokken bij de ontwikkeling van herstelondersteunende zorg.. Lenneke Elfers is ervaringsdeskundige, lid van het HEE-team en coördinerend begeleider bij de Pameijer in Rotterdam
M. Prinsen
John Jongejan is lid van het HEE-team, medeorganisator van Stichting Psy-Café. en zit in de Herstelwerkgroep. John wordt regelmatig gevraagd om voorlichting te geven over herstel onderwerpen. John is dichter en heeft al twee dichtbundels op de markt gebracht. Hij schrijft columns voor diverse cliëntenbladen en is redactielid van het cliëntenblad LINK. Madeleine Prinsen is werkzaam voor het HEE-team, Trimbos Instituut en gedetacheerd bij GGZ regio Breda, Zorgnetwerk Carea.
K. Van Aart
G. Wilrycx
Greet Wilrycx is klinisch psycholoog/psychotherapeut bij zorgnetwerk Carea (GGZ Breburg groep) en tevens werkzaam als onderzoeker binnen Carea, verbonden aan Tranzo, onderzoeksafdeling van de universiteit van Tilburg. Contactgegevens J Dröes Stichting Rehabilitatie ‘92 Westersingel 94 3015 LC Rotterdam
9. Soziale relaties I: Project: Zorg voor beter Aansluiting vinden: Over hulp aan mensen met psychiatrische beperkingen bij het verbeteren van hun sociale netwerken Mensen die cliënt zijn van de GGZ hebben dezelfde wensen als andere burgers. Ook zij “horen” er graag “bij”, maar hebben daar vaak meer ondersteuning bij nodig dan anderen. Vaak komen hulpverleners er niet aan toe om de wensen van hun cliënten op genoemde gebieden daadwerkelijk op te pakken en hun te helpen die wensen te realiseren. Om hier samen met de praktijk iets aan te doen, voert het Trimbos-instituut samen met Vilans het “zorgvoorbetertraject Sociale participatie” uit (zie voor meer informatie www.zorgvoorbeter.nl). Zo’n 30 teams, zowel uit de GGZ als de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking, zijn begonnen aan dit traject en helpen gedurende een jaar een deel van hun cliënten bij het realiseren van hun individuele doelen op het gebied van sociale contacten om zo hun sociale netwerk te verbeteren. In november 2007 is de helft van deze “verbeterteams” gestart; in maart 2008 de andere helft. Tijdens de sessie leggen we uit hoe de zorgvoorbetermethode werkt. We beschrijven de gekozen lokale doelen en vooral de eerste resultaten. In november 2008 rondde de eerste helft van de betrokken teams het verbeterjaar af, met opmerkelijk positieve resultaten! Een van de teams vertelt hoe het was om aan zorgvoorbeter mee te doen. Verder is er ruimte voor discussie, bv. belemmerende en bevorderende factoren; het nut van zorgvoorverbeter, verdere mogelijkheden om sociale netwerken van cliënten uit de GGZ te verbeteren, het ‘borgen’ van de opgedane kennis, etc. Sprekers / Opbouw Inleiding (H. Michon (spreker)/ A. Hendriksen)* Presentatie door een van de deelnemende teams: HVO Querido (o.a. Jan Jumelet)** Discussie / vragen * Kernteam: W. Calis1; A. Hendriksen-Favier3, H. Michon3 (projectleiding); J. Oosterom1; A. Wibaut4; G. de Wilde2. Coördinatie: S. van Rooijen3. 1. Vilans, Utrecht; 2. Adviseur; 3. Trimbos-instituut, Utrecht; 4. Vilans / adviseur ** Verbeterteam: HVO Querido; projectleider Jan Jumelet (beleidsmedewerker). Financier: ZonMw. Contactgegevens Trimbos-instituut Dr. H. Michon sr. wetensch. medewerker Postbus 725 3500 AS Utrecht tel. 030 - 2959 217
[email protected]
10. Sociale relaties III: Relatiebemiddeling I. Van doodlopende weg tot liefdespad Klikt’t: Vergroot je kans om diegene te ontmoeten waar je al lang naar zoekt. Klikt’t is een contact- en relatiebemiddelingsbureau dat zich inzet voor mensen met psychiatrische klachten en/of een verstandelijke beperking in de hele provincie Utrecht. De sociale psychiatrie is de laatste jaren vooral gericht op rehabilitatie. Mensen worden begeleid naar vormen van wonen, werken, leren, dagbesteding en sociale contacten. Over het algemeen ontbreekt ondersteuning “op maat” als het gaat om het aangaan van een relatie. Seksualiteit en intimiteit blijven vaak onbesproken. De mensen in de doelgroep blijken vaak niet in staat zelfstandig contacten aan te gaan en te behouden. Veel psychiatrische beperkingen gaan gepaard met contactarmoede. Steeds meer mensen met chronische psychiatrische problematiek wonen zelfstandig of in een beschermde woonvorm. Veel van deze mensen wonen en leven geïsoleerd. Hun sociale netwerk is beperkt. Tegelijkertijd wordt dikwijls op indringende wijze het gemis aan sociaal contact en/of aan een intiemere persoonlijke relatie ervaren. Net als voor ieder ander geldt dat er behoefte bestaat aan acceptatie, bevestiging, aandacht en seksualiteit. Als gevolg van de psychiatrische problematiek zijn de mensen binnen de doelgroep menigmaal niet in staat om op eigen initiatief dergelijke contacten aan te gaan c.q. te ontwikkelen. Een grote mate van eenzaamheid is het gevolg. Klikt’t probeert mensen met een psychiatrische of verstandelijk beperkte achtergrond met elkaar in contact te brengen om samen activiteit of hobby te ondernemen, vriendschappen aan te gaan en soms zelfs een relatie. Klikt’t is in april 1997 als zelfstandige stichting opgericht. Twee hulpverleners waren de initiatief nemers. De motivatie kwam voort uit het feit dat de bestaande hulpverlening niet gericht was op het begeleiden van mensen betreffende het aangaan van relaties. Cliënten werden vaak doorverwezen naar bestaande clubs, bureau’s of inloopcentra. Uit ervaringen van cliënten bleek dat dit bijna altijd uitliep op teleurstelling. Uit eigen ervaringen, peilingen onder hulpverleners en een kleinschalige behoeftenpeiling in diverse regionale kranten kwam naar voren dat er bij mensen met een psychiatrische handicap sprake was van verschillende behoeften. • Eén of enkele malen per week gezamenlijk met anderen iets ondernemen. • Op gezette tijden een gezelligheidscontact met één of meerdere anderen hebben. • Een persoonlijke en vertrouwelijke relatie aangaan met iemand anders zonder dat er seksualiteit aan te pas komt. • Een persoonlijke en vertrouwelijke relatie aangaan met iemand anders waarbij ook ruimte is voor seksualiteit. Het eerste met Klikt’t contact is telefonisch, vaak op advies van een hulpverlener of na het lezen van de folder. Er wordt dan een afspraak gemaakt voor een intakegesprek. Bekeken moet worden welke betekenisvolle contacten redelijkerwijs haalbaar zijn. Gezien de doelstelling van Klikt’t is het van belang om op de hoogte te blijven van het al- dan niet welbevinden van de cliënt. Daarom is het noodzakelijk om een aantal keer per jaar telefonisch contact te hebben. De bemiddelaars hebben steeds een actieve houding in het contact zoeken met de cliënt. Omdat veel mensen uit de doelgroep een enorme drempel ervaren betreffende activiteiten buitenshuis organiseert Klikt’t regelmatig activiteiten die gericht zijn op ontmoeting. Door het bezoeken van de contactactiviteiten leren mensen hun beperkingen en hun grenzen kennen in het aangaan van contact maar juist ook hun mogelijkheden. Bij de door Klikt’t georganiseerde contactactiviteiten werkt de aanwezigheid van een bemiddelaar drempelverlagend en dit onderstreept opnieuw de noodzaak van het onderhouden van het cliëntencontact. Ervaring leert dat het zetten van kleine stappen bij het aangaan van contacten het beste werkt en dat impulsieve, snelle afspraken ook schade aan kunnen richten. De contactbemiddelaars moeten soms het enthousiasme van mensen wat temperen om teleurstelling te voorkomen. Sprekers Yvon van Baalen, Altrecht Talent, locatie ‘t Kluster, Nieuwegein. Contactgegevens Klikt’t Vredebestlaan 23 3431 CG Nieuwegein Telefoon: 030 – 604 43 59 of 06 – 182 92 969 Dinsdag van 12 tot 19 uur en vrijdag van 9 tot 16 uur Website: www.klikt-t.nl Email:
[email protected]
II. Stichting Vriendstap.nl: Ontmoetingsplaats op Internet voor Mensen met Psychische Problemen Vriendstap bestaat sinds 2004 en heeft inmiddels 750 inschrijvingen uit Nederland en België Leden kunnen via de site anoniem E-mail met elkaar uitwisselen zonder dat wederzijdse E-mail adressen of andere gegevens vrijgegeven worden. Verder kunnen zij anoniem chatten en communiceren via het Vriendstap forum. De stichting brengt deelnemers enkel in contact met elkaar, zij bemiddelt niet actief. De website werd ontwikkeld om het de genoemde doelgroep makkelijker te maken vriendschappen en relaties aan te knopen. Het motto van Vriendstap is zelfbeschikking.Leden bepalen zelf welke persoonlijke gegevens op de website komen te staan. Verder kunnen zij zelf in het leden bestand kijken en zelf bepalen met wie zij contact willen leggen. Vriendstap oprichtster Hetty Pronk, psychiater werkzaam bij de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven zal de presentatie geven. Zij zal ingaan op de behaalde resultaten in de afgelopen 4 jaar en de ervaringen die opgedaan zijn door Vriendstap leden en medewerkers. Spreker Hetty Pronk, psychiater werkzaam bij de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven. Contactgegevens H.A.Pronk-Verweij Postbus 230 5680 AE Best www.vriendstap.nl
[email protected]
11. MSS I: MSS en de WMO I. Lokale versterking, positie cliënten in WMO-raad De WMO is er voor iedereen en beoogt deelname aan de samenleving. Maar ook eigen verantwoordelijkheid. Op het eerste gezicht lijkt dit een contradictie, waar het kwetsbare burgers betreft, waaronder mensen uit de GGz. Vraag is dus: hoe kunnen deze twee zaken met elkaar verenigd worden? Hoe kan de WMO bijdragen aan de rehabilitatie van mensen met een GGz-achtergrond, zodat zij volwaardig kunnen meedoen in de samenleving? N.b.: De visie op deze materie is (grotendeels) die van cliënten. Zij weten immers zelf het beste wat zij nodig hebben voor hun herstel en rehabilitatie. In de lezing wordt eerst het probleem in een breed kader geschetst. Hoe kijken gemeenten en hulpverlenende instanties tegen maatschappelijke participatie aan? En hoe zien cliënten dit? Hoe kunnen de verschillende visies gecombineerd worden, om er een doelgerichte aanpak uit de destilleren? Vervolgens zal toegespitst worden op mogelijke ‘oplossingen’; praktijkvoorbeelden van hoe het op diverse plaatsen in het land gaat. Aspecten die aan de orde (kunnen) komen: • Hoe kan een goed functionerend Maatschappelijk Steunsysteem bijdragen aan de rehabilitatie van cliënten? • Welke rol speelt stigmatisering in dit hele verhaal? Spreker Eleonoor Willemsen, projectleider, Programma Lokale versterking, GGZ WMO, Hoogkarspel. Contactgegevens Programma Lokale Versterking GGz WMO Eleonoor Willemsen-de Boevère Anemonenlaan 14 1616 XR Hoogkarspel
[email protected] II. Geen praktijk zonder bezielend beleid, hoe gemeenten kwartier kunnen maken In de regio Breda worden maatschappelijke steunsystemen (MASSen) ontwikkeld, met en onder regie van de gemeenten. In alle gemeenten zijn onderdelen van maatschappelijke steunsystemen gerealiseerd. Naast de financiering van de MASS functionarissen worden ook steeds meer activiteiten vanuit Wmo middelen bekostigd. Een voorbeeld is de gemeente Oosterhout waar inmiddels een sluitend netwerk voor complexe problematiek en bemoeizorg, een volwaardige inloopvoorziening, vriendendienst en kwartiermakersactiviteiten zijn gerealiseerd. Uniek is de structurele wijze waarop de ontwikkelingen verankerd zijn in gemeentelijk beleid van diverse afdelingen (sport, welzijn, cultuur, onderwijs, sociale zaken en werkgelegenheid, gezondheid, bouwen enz.). De gemeente bekostigt rechtstreeks vanuit het Wmo budget de inloopvoorziening en het kwartiermaken. In de presentatie kan de deelnemer ervaren hoe procesmatige ontwikkeling en inbedding in de gemeente de kracht van de concrete uitvoering kan versterken. De presentatie zal door werkers in het veld (GGZ, welzijn, woningbouw), ervaringsdeskundigen en een vertegenwoordiger van de gemeente uitgevoerd worden. Het accent bij de presentatie van activiteiten wordt gelegd bij het kwartiermaken en het kwartiermakersfestival dat voor de 2e keer in de gemeente gehouden wordt (oktober 2008). Presentatie waarin de ontwikkeling van de relatie GGZ gemeente en de ontwikkeling van de activiteiten in de praktijk (ic. het kwartiermakersfestival) parallel worden geschetst en getoond. Aan het woord komen een beleidsmaker, uitvoerenden en ervaringsdeskundigen die hun eigen kijk op de ontwikkeling toelichten en kunnen aangeven waar de verschillende werkenden elkaar raken. Sprekers Gertie Linssen, Dominique Leenders, een vertegenwoordiger van de Gemeente en een ervaringsdeskundige. Contactgegevens GGZ Regio Breda Gertie Linssen Baronielaan 18 4818 PE Breda
[email protected]
III. MMS Den Haag, zorg dat je er bij komt Het Maatschappelijk Steunsysteem (MSS) Den Haag is een samenwerkingsverband van verschillende aanbieders uit de geestelijke gezondheidszorg, Beschermt wonen voorzieningen, Maatschappelijke opvang, arbeidsreïntegratie bureaus, sociaal-culturele Welzijns activiteiten en dagbestedings voorzieningen. Gezamenlijk zoeken zij naar mogelijkheden aan de hand van vragen uit de doelgroep langdurig zorgafhankelijke op het gebied van dagbesteding, arbeid, scholing, huisvesting, financiën en zorg. De doelgroep kenmerkt zich door het feit dat we praten over mensen met een veelal psycho sociaal probleem en/of een psychiatrische achtergrond die vereenzamen in hun woonomgeving . De doelgroep is in de verschillende wijken en randgemeenten van Den Haag woonachtig zowel zelfstandig als binnen de diverse organisaties. Het betreft hier mensen vanuit verschillende leeftijdscategorieën maar ook bedienen we mensen met diverse etnische achtergronden en ziektebeelden Het samenwerkingsverband tussen de diverse organisaties zorgt voor een continue levendige sociale kaart. Onderlinge netwerken staan centraal. Maar bovenal de vraag van de doelgroep is uitgangspunt van het overleg in de zogehete “werktafel”. Dit draagt ertoe bij dat er kwartier gemaakt wordt voor de doelgroep en er middels warme overdrachten mensen snel bedient worden naar verschillende aanbieders zodat hun vragen beantwoord worden en men weer deel uit kan gaan maken van de buurt of een club. Mochten er veel vragen bekend worden waar geen antwoord of mogelijkheden voor zijn heeft het MSS een signalerende en initiërende rol. Doelgroep; We spreken over mensen die langdurig zorgafhankelijk zijn hierbij kun je denken aan mensen die dagelijks maar ook 1 x per jaar contact hebben met een hulpverlener. Echter de gemene deler van de doelgroep is het feit dat men in de thuissituatie dreigt te vereenzamen en zoals we dat in Den haag noemen, achter de geraniums verdwijnen. Sprekers Els Dreijer, Programma Coördinator, MSS Den Haag Barbara Cornelissen, Programma Coördinator, MSS den Haag Contactgegevens Programma Coördinator MSS Den Haag Els Dreijer Oude Haagweg 357 2552 ES Den haag 070-3917127
[email protected]
12. Rehabilitatie en outcome monitoring I. Diseasemanagement en Routine Outcome Assessment bij beleidsprioritering en dagelijkse praktijkvoering Door middel van zorgprogrammering wordt een brug geslagen tussen behandeling en rehabilitatie van mensen met een psychotische aandoening. In een zorgprogramma herkennen we alle noodzakelijke zorgfuncties, zonder drempels tussen voorzieningen en alle interventies worden flexibel aangeboden. Diseasemanagement gaat nog een stap verder en inventariseert zorgbehoeften ten behoeve van het jaarlijkse behandel- en rehabilitatieplan. Werkwijze: diseasemanagement is op groepsniveau door een jaarlijkse screening van alle patiënten (n=550) behulpzaam bij de detectie van risicogroepen die voor preventie of behandeling in aanmerking komen. Voorts kunnen uit de geaggregeerde gegevens beleidsprioriteiten gesteld worden op de terreinen wonen, werken, dagbesteding en relaties. De resultaten worden teruggekoppeld naar behandelaars en begeleiders. De resultaten van de jaarlijkse screening worden in het EPD opgenomen en leiden tot suggesties voor interventies, in automatisch, tot een brief met verslag aan de ketenpartners (www.phamous.eu). Sprekers Dr. C.J. Slooff is psychiater bij GGZ Drenthe en UMC Groningen en ijvert sinds jaren voor de verbetering van de schizofreniezorg. Hij participeert in de Schizofreniestichting - kenniscentrum voor zorg en beleid -. Mevrouw I.M. Lako is neurobioloog en als clinical research assistent werkzaam bij het UMC Groningen. Contactgegevens GGZ Drenthe Postbus 30.007 9400 RA Assen
[email protected] 0592 33 48 83 II. De Utrechtse Zorgmonitor; ervaringen met monitoring van mensen met psychotische stoornissen In de regio Utrecht worden jaarlijks cliënten met psychotische klachten uitgenodigd voor een vraaggesprek over hun behoefte aan hulp. In dit gesprek kunnen ze vertellen welke hulp en ondersteuning ze denken nodig te hebben. Ook kunnen cliënten aangeven of ze tevreden zijn met de begeleiding die ze nu krijgen. Daarnaast wordt informatie verzameld bij de centrale hulpverleners over het functioneren van cliënten en over de door hulpverleners gesignaleerde zorgbehoeften. Het streven is cliënten in de regio Utrecht jaarlijks te blijven interviewen ook als ze van zorginstelling veranderen. De gegevens worden gebruikt ten behoeve van instellingsbeleid en wetenschappelijk onderzoek. Een ander doel is de informatie te gebruiken om de individuele afstemming van zorgbehoeften en zorgaanbod te verbeteren. De centrale hulpverleners ontvangen daartoe een digitaal feedback rapport van het cliënteninterview. De bedoeling is dat begeleider en cliënt samen de resultaten bespreken en nagaan waar de afstemming van het zorgaanbod op de behoeften verbeterd kan worden. Tijdens de workshop wordt uitleg gegeven over de zorgmonitor en inzicht geboden in de eerste uitkomsten. Vervolgens wordt aan de hand van casuïstiek besproken hoe de informatie gebruikt kan worden om de afstemming van het zorgaanbod op de behoeften te verbeteren en wat daarmee de ervaringen zijn. Wilma Swildens (dr) is sociaal wetenschapper is als senior wetenschappelijk onderzoeker werkzaam bij Altrecht GGZ divisie Willem Arntsz. Ze doet onderzoek naar rehabilitatie, maatschappelijke ondersteuning en zorg voor mensen met langdurige psychiatrische beperkingen. Carlos F. Croes, GZ-psycholoog, werkt bij Altrecht, Divisie WA, afdeling SPB Utrecht als ambulante en klinische behandelaar. Vanaf 2002 (eerst bij Parnassia en GGZ Drenthe) werkzaam in de zorg bij psychosen gericht op behandeling, diagnostiek en onderzoek. Barbara Gramsma MSc is (neuro)psycholoog en momenteel als onderzoeksmedewerkster werkzaam bij Altrecht GGZ, divisie Willem Arntsz. Haar voornaamste werkzaamheden liggen bij de Utrechtse Zorgmonitor, gericht op het in kaart brengen van zorgbehoeften, probleemgebieden en tevredenheid Tom van Wel, gz-psycholoog en medisch socioloog, werkt sinds 1988 als psycholoog en onderzoeker met mensen met psychoses, zoals met ouderen, cliënten van lang¬verblijf¬afdelingen en cliënten van een sociaal-psychiatrisch behandelcentrum. Hij promoveerde in 2002 op milieurehabilitatie. Werkt thans met jongeren met een psychotische stoornis, bij ABC (onderdeel van Altrecht Willem Arntsz) te Utrecht. Is als docent/consulent verbonden aan St. Rehabilitatie ’92 te Rotterdam. Contactgegevens Altrecht, divisie Willem Arntsz W. Swildens Lange Nieuwstraat 119 3512 PG UTRECHT
[email protected]; 030-2344339
13. rehabilitatie en ouderen I. Op zoek naar talent in de ouderenpsychiatrie Een workshop over de klinische vervolgbehandeling voor ouderen, waarbij activiteitenbegeleiding en verpleging u deelgenoot maken van hun zoektocht om begrippen als talent, milieus e.d. te koppelen aan de individuele herstelprocessen van de oudere clienten (gaan we weer allemaal gezellig kleien?) Een interactief programma waar de deelnemer letterlijk wordt gevraagd de rol van client aan te nemen. U wordt uitgenodigd in een sfeer van de ouderenpsychiatrie zoals we hem kennen, maar wil de client dit nog wel? Sprekers Mieke van Boxtel, Co Okhujsen, Marjolein Zwart, Kees Wijlaars en Thamar Pijl. Contactgegevens Altrecht Mieke van Boxtel Dolderse weg 164 3734 BN Den Dolder
[email protected] 030-2256320 II. Metgezel, meer dan een luisterend oor Vergezellen een maatjesproject voor ouderen met psychische die in een isolement zijn geraakt en zich eenzaam voelen. De maatjes worden betaald omdat eerder contact met een vrijwillig maatje niet van de grond komt. Het op bezoek gaan en aanwezig zijn bij iemand thuis of samen op pad gaan wanneer iemand dat wil. Er is een korte film en informatie hoe het loopt. In december is bekend of de metgezellen vanuit de WMO betaald gaan worden. Sprekers Sprekers: Marion Ammeraal en Monique van Kempen Contactgegevens Stichting Buitenamstel Geestgronden Marion Ammeraal Valeriusplein 9 1075 BG Amsterdam
[email protected]
14. Varia I I. De modeshow; weer een voorbeeld van een geslaagd wmo- arrangement Tijdens deze workshop wordt u getrakteerd op een film waarin getoond wordt wat de directe aanleiding was van de eerste wmo- modeshow in Almere –Haven die eind 2007 tot stand kwam, hoe deze werd voorbereid en gelopen. Ook laat deze film zien welk effect de modeshow had op de doelgroep (mensen met langdurige psychiatrische problematiek), de wijkbewoners waar de modeshow plaatsvond, de mensen van het kledingloket van de diaconie, de leerlingen en docenten van een middelbare school (Meergronden) en op de medewerkers en bezoekers van een emancipatiecentrum (Avanti) waar de modeshow gehouden werd. De workshop begint met een korte inleiding, gevolgd door de film over de modeshow. Na het afspelen van de dvd is er de mogelijkheid om vragen te stellen. U kunt uw vragen ook opschrijven voorzien van uw e-mailadres. • De film werd gemaakt door mensen uit de doelgroep met ondersteuning van een beroepskracht. • Kosten van het gehele arrangement: 100€ plus twee keer rijden met een busje en de dvd’s ad 10€ per stuk voor de deelnemers • Deelnemende organisaties in Almere: DAC Stedenpunt, Kledingloket Almere, Avanti, de Meergronden ,Telegraaf, Almere Vandaag, Nanne Verburg (filmer en fotograaf van het DAC-tijdschrift), Buurtcentrum De Schoor. • De regionale pers heeft aan dit arrangement veel aandacht besteed. • Voor de volgende modeshow, 3 december a.s., is al een wachtlijst voor de modellen. U bent ook daar welkom. Spreker Hilleke Linthorst werkt sinds september 2006 als coördinator van Dag Activiteiten Centrum “Het Stedenpunt” in Almere t.b.v. mensen met een langdurige psychiatrische stoornis; onderdeel van St. Kwintes Sinds mei 2007 is ze, in het kader van de wmo, ook kwartiermaker van Kwintes in Almere Haven. Dat doet ze met en voor de genoemde doelgroep. In deze periode heeft ze ongeveer 15 nieuwe collectieve arrangementen ontwikkeld, waaronder de modeshow. Inmiddels schoolt ze ook Kwintes-medewerkers in de wmo- werkwijze. Tot november 2006 werkte ze, bijna 20 jaar, als antropoloog en later ook als veldwerker in vnl. Bolivia. Daar tilde ze samen met de lokale bevolking en organisaties met veel plezier en succes menig project van de grond. Projectmatig samenwerken met mensen aan ontwikkeling is haar passie. Daarnaast gaf ze les in antropologie aan de 2 universiteiten van La Paz en leidde ze er onderzoeken. Contactgegevens St. D.A.C. van St. Kwintes Hilleke Linthorst DAC STEDENPUNT Kampenweg 3 1324 SB Almere
[email protected] 036-5336424/ 0612902386 II. Werkpaarden en luxepaarden als hulpverlener Wat kan een paard wel waar hulpverleners moeite mee hebben om clienten in beweging te krijgen. Als equitherapeut en rehabilitatiedocent zoek ik samen met de client naar ingangen die in de reguliere hulpverlening moeilijk gevonden worden. Door middel van beeldmateriaal en ervaringen van cliënten een dialoog en een kritische blik over het handelen van hulpverleners. Spreker Lucian Voet, dagbestedingsconsulent, Emergis, Goes Contactgegevens Lucian Voet Emergis postbus 253 4460 AR Goes
[email protected] 0113267530
III. Empowerment fotografie: het fotograferen van thema’s van alledag Het fotograferen van thema’s op een doelgerichte manier kan aspecten van het leven aan het licht brengen die anders onopgemerkt blijven omdat ze ‘verstrooid’ zijn of tegenstrijdig lijken met issues die meer op de voorgrond staan. Empowerment fotografie schept een ruimte voor intuïtie en creativiteit, maar hebben ook altijd een doel: “wat willen we zichtbaar maken? Wat willen we aantonen voor onszelf en anderen? Wat willen we koesteren en versterken?”. Het foto-instrument baseert zich op het ontdekken aan de hand van eigen foto’s van wat iemand waardevol vindt in zijn leven om vervolgens een toekomstwens te formuleren en te bedenken hoe deze verwerkelijkt kan worden. Belangrijke thema’s van empowerment die we tegenkomen in de rehabilitatie in de GGZ zijn het aanspreken van emotionele betrokkenheid van mensen op belangrijk geachte zaken, het integreren en verankeren er van in hun psychosociale identiteit en het zichtbaar maken, de expressie van de betrokkenheid. Dit zijn precies dezelfde aspecten die bij empowerment fotografie aan de orde zijn. Zo zal het foto-instrument mensen zich bewust maken van wat ze waardevol in hun leven vinden om vervolgens dat te verbinden met toekomstwensen en wat ervoor nodig is om die te realiseren. Het organiseren van een tentoonstelling bewerkstelligt een presentatie waarbij mensen aangesproken kunnen worden op datgene wat ze laten zien. Bewustwording, (re)presentatie en expressie liggen hier in elkaars verlengde. Tijdens het proces werkt de cliënt aan zijn eigen identiteit en heeft hierin zelf de leiding. De begeleiding van de fotogroep empowert de cliënt niet, maar faciliteert, ondersteunt, spiegelt en bemoedigt. Spreker Ik ben Jan Sitvast en ik werk als onderzoeker bij GGNet, een GGZ-instelling in het oosten des lands. Ik ben van huis uit verpleegkundig specialist en historicus. Ik heb de fotomethodiek ontwikkeld omdat ik vind dat het verhaal van de mens centraal moet staan in de zorg, niet als informatiebron voor diagnostiek maar als een zoektocht naar identiteit waarin iemand gehoord en erkend moet worden. Het foto-instrument is een hulpmiddel daarbij. Ik hoop in 2009 aan de Universiteit van Maastricht op dit onderwerp te promoveren. Contactgegevens GGNet Jan Sitvast Vordenseweg 12 7230 GC Warnsveld
[email protected] 0575-580939
15. Rehabilitatie en de ouderrol I Ontwikkeling van de ouderrol als onderdeel van het herstelproces Binnen de familie- en gezinsrelaties is, voor mensen die kinderen hebben, de ouderrol een van de belangrijkste rollen. Tijdens het herstelproces bij psychiatrische beperkingen kan het contact met eigen kind(eren) cruciaal zijn. Er is een onderscheid in de groep ouders die met hun kind (eren) in een gezin wonen en de ouders die apart van hun kind wonen. In het laatste geval woont het kind dan bijvoorbeeld in een pleeggezin of bij de ex-partner. In alle gevallen blijken er ontwikkelingen mogelijk te zijn om het ouderschap op een unieke manier vorm te geven. In deze workshop wordt nader ingegaan op rehabilitatie in de ouderrol. Achtergronden van ouders met psychiatrische beperkingen worden toegelicht. Vervolgens wordt de methodiek “Ouderschap met succes en tevredenheid” op basis van de Individuele Rehabilitatie Benadering (Boston model) uiteengezet. Deze methodiek wordt op diverse locaties in het land geëvalueerd waarbij de effectiviteit wordt onderzocht met betrekking tot de tevredenheid die de ouder ondervindt, het succes dat wordt geconstateerd door de omgeving, de ontwikkelingen in de empowerment en de kwaliteit van leven. Bij voldoende effectiviteit zal deze methodiek verder bij instellingen worden geïmplementeerd en worden overgedragen aan ouders die er zelf mee willen werken. Spreker P.C. van der Ende is Senioronderzoeker bij het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen. Hij studeerde in Leiden Klinische Psychologie en Onderzoeksmethoden. Het project over ouderschap is in het jaar 2004 gestart. Daarnaast werkte hij de afgelopen jaren aan een onderzoek rondom de Implementatie van Rehabilitatie in de GGz van Zuidwest Friesland. Contactgegevens Lectoraat Rehabilitatie P.C. van der Ende Zernikeplein 23 9747AS Groningen
[email protected] 050 5953370 www.pcvanderende.nl www.ouderschap-psychiatrie.nl II. De wens om ouder te zijn en het belang van kinderen. De medewerkers, casemanagers, behandelaren, trajectbegeleiders in de ambulante teams van de psychosebehandeling in Utrecht leveren zorg aan cliënten, gericht op problemen en klachten die een oorsprong vinden in de psychiatrische problematiek. Daarnaast ondersteunen zij hun cliënten bij het realiseren van wensen op de rehabilitatie levensgebieden, wonen, werken, leren, recreëren en sociale contacten. Financiële, maatschappelijke ondersteuning, woon en arbeidsrehabilitatie (IPS) zijn inmiddels verankerd in de werkwijzen binnen de zorg. In toenemende mate zien casemanagers en behandelaren cliënten in hun gezinssituatie. Zij zien hen kinderen opvoeden en verzorgen in meer en mindere mate met succes en naar tevredenheid. Regelmatig horen zij de wens van ouders om de ouderrol goed te vervullen. Tegelijkertijd zien zij soms door hun aanwezigheid in de gezinnen, problemen in de relaties tussen ouders en kinderen. Steeds vaker wordt er een beroep gedaan door ouders op ondersteuning in de opvoeding, steun wordt gevraagd bij het voorkomen van ondertoezichtstelling of bij dreiging van het ontnemen van de gewenste ouderrol. Tegelijkertijd wordt appel vanuit bureau jeugdzorg en maatschappij gedaan om informatie over problemen tijdig te melden. Medewerkers hebben behoefte aan deskundigheidsbevordering voor vele nieuwe vragen op dit rehabilitatieterrein, hoe kunnen vaardigheden als ouder worden ontwikkeld? Hoe om te gaan met observaties door de outreachende zorg van de huidige gezinsverhoudingen? Wat te doen als andere partijen in de keten van zorg belang of zelfs recht op hebben op de verworven informatie? Is er hier sprake van belangenconflicten? Maar ook hoe worden de verschillende vaardigheden en kennis van de verschillende instellingen samengebracht om de wensen van ouders en een geslaagde opvoeding te realiseren? Casuïstiek is uitgewisseld met Bureau Jeugdzorg, Altrecht jeugd, GGD. Kennis over hechting is gedeeld, de weg naar elkaar is gevonden, samenwerking wordt gewenst. We presenteren casuïstiek en voorbeeld van verbetering van vaardigheden, verbetering van samenwerking. We willen graag een discussie over het vervolg van samenwerking, hoever kan onze bijdrage uit de GGZ reiken aan rehabilitatie en preventie in ouderrollen, hebben we daarvoor specialisaties nodig, nieuwe interventies, of is juist een intensiever integreren in samenwerking van rehabilitatie behandeling en jeugdzorg een voorwaarde voor succesvolle ouders?
Korte inleiding op de thematiek met behulp van casus uit SPB Utrecht. Een beeld van specifiek benodigde en ondersteunende interventies wordt getoond middels Video. Discussie met medewerkers Altrecht SPBU, Jeugd, de zorglijn Multi-problem van Altrecht Kind, Jeugd en gezin bureau Jeugdzorg, behandeling aan de hand van stellingen Sprekers Ferdinand van Gendt, Wijna Geers en Albert van Keijzerswaard leiden de workshop, uit de zaal zullen medewerkers van Altrecht Jeugd een bijdrage leveren Contactgegevens Drs. Albert van Keijzerswaard, verplegingswetenschapper, is teammanager ambulante teams SPB Utrecht.
[email protected] Altrecht, divisie Willem Arntsz Afdeling SPB Utrecht Lange Nieuwstraat 119, 3512 PG Utrecht 030-2308848/0612885409 Ferdinand van Gendt, casemanager ambulante teams
[email protected] Altrecht, divisie Willem Arntsz Afdeling SPB Utrecht Lange Nieuwstraat 119, 3512 PG Utrecht 030-2308848/0612885409 Wijna Geers, Casemanager ambulante teams SPB Utrecht
[email protected] Altrecht, divisie Willem Arntsz Afdeling SPB Utrecht Lange Nieuwstraat 119, 3512 PG Utrecht 030-2308848/0612885409
Deelsessieronde 2 - 14.20 - 15.35
16. Rehabilitatie en jongeren I. De knop om in Amsterdam, een samenwerkingsverband in Amsterdam. De ontwikkeling van een stedelijk Vroeg Interventie Programma voor jongeren met een eerste psychose onder regie van de Adolescentenkliniek AMC de Meren heeft geleid tot een samenwerkingsverband tussen de verschillende GGZ instellingen in de stad, de gemeente DWI het UWV met het doel om zoveel mogelijk ruimte te geven aan deze jongeren de verschillende programma’s in de stad te volgen. Onlangs resulteerde dit in een symposium, een handig boekje en een website www.deknopom.net. In de workshop komt de geschiedenis en de ontwikkeling van de werkgroep, de onderlinge integratie en samenwerking en het belang van goede en vaste contacten met de GGZ-DWI en UWV aan de orde. Wat is er al gerealiseerd en waar werken we nog verder aan. Presentatie van de doelgroep patienten,de probleemstelling, uitleg geschiedenis werkwijze. Bespreking van het verschil tussen de eisen die de aanbieders van de programma’s stellen en de verwachtingen waaraan de deelnemers realistisch gesproken kunnen voldoen. Hoe overbrug je deze verschillen? De bedoeling in de workshop is om herkenning en suggesties bij de deelnemers te vragen. Medewerkers: Debby Kamstra, Bob Tijmensma, Marjon Ammeraal Wim Jansen Contactgegevens Wim Jansen (M) Adolescentenkliniek AMC de Meren Meibergdreef 5 1105 AZ Amsterdam
[email protected] 020--8913748
II. Jongeren die problemen hebben, moeten meer zelfsturing krijgen ACT (Assertive Community Treatment) team jeugd van jongeren, met psychosociale- en psychiatrische problemen tussen de 12 en 24 jaar. Het gaat om de doelgroep jongeren die hun weg naar reguliere hulpverlening niet weten te vinden, dan wel niet weten vast te houden. Door de complexe problematiek die zich in meerdere levensgebieden uitbreidt sluit het regulier aanbod meestal niet aan. De kern van ACT is dat de begeleiding, zorg- en hulpverlening aan de jeugdige plaatsvindt op meerdere levensgebieden tegelijk (praktische hulp, maatschappelijke ondersteuning, dagbesteding, woonondersteuning, psychiatrische zorg, gezinsbegeleiding, schoolondersteuning en wat er verder nodig is) én op plaatsen waar de jeugdige zich bevindt. Dit zal in de regel hun school of stageplaats zijn maar ook thuis of in andere milieus. Hierbij wordt ondersteuning, begeleiding en behandeling gerealiseerd middels een teamaanpak om ervoor te zorgen dat alles ook daadwerkelijk op elkaar afgestemd blijft en gerealiseerd kan worden. Bij het verlenen van de benodigde ondersteuning, begeleiding en behandeling houdt het ACT-team alles in eigen hand. Het gebrek bij de jeugdigen aan probleembesef, een bepaalde hulpvraag, een bepaalde lijdensdruk en mogelijk zelfs motivatie vraagt om een aanpak die aansluit bij de beleving van de jongeren. Er is wel degelijk nood, maar die ervaren ze vooralsnog alleen op praktische levensgebieden. De huidige vijf teams zijn gepositioneerd in verschillende leefgebieden van de jongeren. Er is een team gestationeerd in een buitenschoolse Reboundcentre, in het Albedacollege, een VMBO school, in een wijkcentrum in een achterstandwijk en in een centrum waar “Brede school” activiteiten worden ontwikkeld. Dit stelt andere eisen aan de: Sprekers Addy Venderbos werkt met betrokkenheid en enthousiasme als ervaringsdeskundige in een ACT Jeugd team bij Bavo-Europoort in Rotterdam Hij heeft de ervaringsdeskundige opleiding met succes afgerond in de richtingen Rehabilitatie en Presentie. Verder is hij betrokken bij de stichting Rehabilitatie’92 in de werkgroep ‘ rehabilitatie in de verslavingszorg’. Hij heeft vanuit zijn ervaringsdeskundigheid als geen ander geleerd de regie in eigen hand te nemen met alle gevolgen van dien! Hij zal zijn ervaringsdeskundigheid spontaan delen en de deelnemers positieve feedback geven om hun kennis en vaardigheden te verbeteren. Vanessa Umboh werkt sinds twee jaar in een team in het Oude Noorden. Een droom die zij al jaren koesterde. Voorheen werkte ze bij P&O en volgde het opstarten van ACT Jeugd vanaf het eerste moment. Ze heeft dan ook geen moment getwijfeld toen ze bij de uitbreiding de kans kreeg in te stappen en een opleiding te volgen voor maatschappelijk werker. Vanesse zal in de workshop haar eigen ontwikkeling met de deelnemers delen en met Rob proberen verbinding te leggen tussen de opzet en werkwijze van ACT Jeugd, en de bijbehorende personele aansturing. Rob Zimmermann A/B verpleegkundige en al 20 jaar manager in de onderkant van de psychiatrie, zoals hij dat noemt. Sociale Psychiatrie is de gangbare benaming. Het is echter niet de wereld van de glamour en de enkelvoudige psychische/psychiatrische problematiek waar de resultaten snel zichtbaar worden. Laat staan als je als jongere hulp wilt bij de financieel probleem, je van school bent gestuurd en je ruzie met je ouders hebt, je niets wilt weten van je drugsgebruik en zeker niet “gek” bent. De ACT Jeugd aanpak sluit naadloos aan bij zijn visie en werkwijze. Rob zal proberen de workshop te leiden……….met als motto dat “sturing of planning dingen niet laat gebeuren, mensen dingen laten gebeuren” Contactgegevens Bavo-Europoort Rob Zimmermann K.P. van der Mandelelaan 20 3006 AL Rotterdam www.bavo-europoort.nl
[email protected]
17. Ervaringskennis I Begeleiders in de GGZ met ervaringsdeskundigheid (BGE) Sinds 2004 biedt het ROC Zadkine in Rotterdam een reguliere opleiding op SPW4-niveau tot Begeleider in de GGz met Ervaringsdeskundigheid: de BGE-opleiding. Aan het begrip ervaringsdeskundigheid ligt het idee ten grondslag dat ervaring met een psychiatrische aandoening en met GGZ-hulpverlening behalve leed ook kennis en inzicht op kan leveren. Het betreft niet alleen reflectie op de eigen problematiek en het eigen levensverhaal (individuele kennis), maar ook verbreding van de individuele kennis en inzichten naar een collectief niveau (ervaringskennis). Hoewel de aard van de ondersteuning door een BGE-er verschilt naar gelang de rol van de begeleider in het GGZ-team, is een belangrijke component het bieden van sociale ondersteuning of peer support aan cliënten. Peer support wordt gekenmerkt door een wederzijds begrip dat ontstaat door gedeelde ervaringen van emotionele en geestelijke pijn. De bejegening van begeleiders met ervaringsdeskundigheid ten opzichte van cliënten verschilt van die van andere hulpverleners: zij zijn toegankelijker en respectvoller naar cliënten en hanteren vaak wat flexibeler grenzen dan hun niet-ervaringsdeskundige collega’s. Sprekers Nicole van Erp (socioloog) werkte als onderzoeker bij de Radbouduniversiteit Nijmegen en het NIVEL. Sinds 1997 is zij werkzaam bij het programma Reïntegratie van het Trimbos-instituut. Zij heeft zich de afgelopen jaren vooral beziggehouden met onderzoek op het terrein van Supported employment (IPS), begeleid leren, dagbesteding en ervaringsdeskundigheid. Annemieke Hendriksen (orthopedagoog) is begonnen in de jeugdhulpverlening en werkt sinds 2007 als junior wetenschappelijk medewerker bij het programma Reïntegratie van het Trimbos-instituut. Zij houdt zich met name bezig met de thema’s herstel en sociale participatie van cliënten in de langdurende zorg. Mirjam Schenkel-Verveer (BGE-er in opleiding) werkt sinds 2004 bij het Cliënten Belangen Bureau, het CBB, in Dordrecht. Zij heeft eerder de PABO afgerond. Wat haar inspireert is dat kwetsbaarheid omgezet kan worden in kracht. Zij wil mensen aanmoedigen om hun ervaringsdeskundigheid ook in kleine kring in te zetten. Zij heeft afgelopen zomer een korte stage in Cardiff in Wales gedaan om te onderzoeken hoe daar met ervaringsdeskundigheid wordt omgegaan. Marjo Boer (begeleidingskundige) werkt als opleider en supervisor bij de SPW/BGE4 opleiding van het ROC Zadkine. Sinds 1998 geeft ze les aan ervaringsdeskundigen in de GGz en verslavingszorg. In 2006 heeft ze kwalitatief onderzoek gedaan naar een lesprogramma ervaringsdeskundigheid in de SPW/BGE. Zij houdt zich breed bezig met empowerment in beroepsonderwijs en leidt tevens supervisoren op. Contactgegevens Trimbos-instituut Nicole van Erp Postbus 725 3500 AS Utrecht
[email protected] 030-2959238 II. Welke taal spreken we? lezing/presentatie vanuit ervaringsdeskundigheid en jaren praktijkervaring over verschillende taal en sociale codes die als ervaringsdeskundige tegenkomt in voorlichting, directe zorg, beleidssetting, opleidingssetting. verhalende lezing met visuele ondersteuning. Over taal van clienten,professionele taal. Over ervaringsdeskundigeheid tov wetenschap, klinische kaders, hulpverleners taal en taal van de beleving. Wat doet die taal? Begrippen: priming, conditionering, pygmalion-, galatea-effect, selffullfillingprophecy. Spreker Daan Schinning, GGzE, Eindhoven Contactgegevens GGzE Schinning D boschdijk 771 5600 AX Eindhoven
[email protected] 040-2970170
III. Verloren jaren, de onmisbaarheid van ervaringsdeskundigen Vera Jirak (ervaringsdeskundige bij ACT-Vrouwen) en Faiza Oemed (ervaringsdeskundige bij ACT/ Verslaving&Psychose) geven vanuit hun eigen ervaringen weer, als werker en als client, wat individuele werkers maar ook teams kunnen doen om clienten veel beter te kunnen begrijpen en ondersteunen. Faiza Oemed spreekt (leest voor) over haar eigen ervaring met schizofrenie en visie op rehabilitatie en over de relatie met de hulpverlening hierbij. Vera Jirak spreekt (leest voor) over de meerwaarde van het contact tussen clienten en ervaringsdeskundigen in het rehabilitatieproces. Medewerkers Vera Jirak en Faiza Oemed Contactgegevens JellinekMentrum, ACT-Vrouwen Vera Jirak Sarphatistraat 8-14 1017 WS Amsterdam
[email protected]
18. Rehabilitatie en leren Openheid over je psychiatrisch heden en verleden Een veel voorkomend dilemma voor mensen met een psychiatrische beperking in sociale relaties, is de beslissing of je wel of niet openheid geeft over je psychiatrisch heden of verleden. Vragen waar mensen mee kunnen worstelen, zijn: • • • • • •
Heb ik baat bij openheid? Wie vertel ik het en waarom? Wat zijn de nadelen van openheid? Word ik de hele tijd gestigmatiseerd als “psychisch ziek”? Wat, als mensen er achter komen? Wat zullen ze van me denken?
Deze vragen komen bij alle levensgebieden voor. In de workshop wordt, gerelateerd aan het levensgebied leren, het thema besproken en wordt een oefening gedaan. Spreker Lies Korevaar, Lector Rehabilitatie, Hanzehogeschool, Groningen. Contactgegevens Hanzehogeschool Groningen/Lectoraat Rehabilitatie Lies Korevaar Zernikeplein 23 9747 AS Groningen
[email protected] 050-5953284
19. Burgerschap I. Wat is burgerschap? Een pleidooi voor een relationele benadering In de rehabilitatie is burgerschap een belangrijk begrip. Maar wat bedoelen we er eigenlijk mee? Wat is een burger, ben je dat vanzelf, of moet je er één worden? En hoe zou dat dan moeten? In deze presentatie laat ik zien dat veel gangbare invullingen van burgerschap eenzijdig gericht zijn op het ontwikkelen van cliënten tot burgers, bij een beweging vanuit de psychiatrisch ziekenhuizen naar de ‘gewone wijk’. Hoe deze burgers zich verhouden tot andere burgers, en wat de samenleving zou kunnen doen om deze nieuwe burgers welkom te heten blijft daarbij onderbelicht. Daarmee wordt het wel erg hard werken voor cliënten om zich aan te passen aan een maatschappij die zelf niet verandert en normen met zich meebrengt die voor cliënten meestal nadelig uitvallen. In de presentatie probeer ik een alternatief te ontwikkelen dat ruimte biedt om aan deze bezwaren tegemoet te komen: relationeel burgerschap. Burgerschap is dan niet een eigenschap, verantwoordelijkheid of positie van een individu, maar de uitkomst van een proces dat mensen samen vormgeven in hun poging om samen te leven. Spreker Jeannette Pols studeerde filosofie en psychologie en is werkzaam in de medische ethiek. Haar proefschrift gaat over idealen in de langdurige GGZ. Contactgegevens AmC, Amsterdam Afdeling Huisartsgeneeskunde Sectie Medische Ethiek Postbus 22700 1100 DE Amsterdam Tel. 020-5667957 Email:
[email protected] II. Burgerschap voor mensen met een psyciatrische beperking Huidige burgerschapsconcepten draaien om autonomie en zelfstandigheid. Ze lijken psychiatrische patiënten vooral uit te sluiten en veronachtzamen de verantwoordelijkheden van medeburgers in de zorg voor mensen met psychiatrische beperkingen. In mijn onderzoek bekijk ik hoe het burgerschap van mensen met een psychiatrische beperking een vorm kan krijgen die dit probleem overkomt. Dit doe ik door op etnografische wijze het dagelijks leven van cliënten van een GGZ instelling in Zuid-Limburg te onderzoeken. Het doel van dit project is het succesvol burgerschap van psychiatrische patiënten te bevorderen. Het onderzoek beoogt zo dicht mogelijk tegen de dagelijkse praktijk van het leven van psychiatrische patiënten aan te kruipen. Daarom is qua methode gekozen voor participerende observaties en interviews. Speciale aandacht wordt geschonken aan de interacties waar mensen met ernstige psychiatrische beperkingen (proberen te) participeren in de samenleving. Hierbij wordt gevraagd naar hun persoonlijke ervaringen en naar die van hun relaties. Spreker mw. S.T.C. Ootes, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam. Contactgegevens Academisch Medisch Centrum (AMC/UvA) Afdeling Huisartsgeneeskunde, Postbus 22700 C. Ootes 1100 DE Amsterdam
[email protected] 020-5663065
III. UTOPIA, een dag uit het leven van RIBW-cliënten UTOPIA (Uit & Thuis, Onderzoek naar de Participerende Instellingen van de RIBW Alliantie) is een longitudinaal onderzoek dat gericht is op het vergroten van het inzicht in woonzorg zoals die door de 22 zelfstandige RIBW’s geboden wordt. In de eerste fase van UTOPIA zijn ondermeer het cliëntenbestand (o.a. in termen van geslacht, leeftijd en diagnose), productiegegevens en personeelsbestand per RIBW geïnventariseerd. In de tweede fase, die loopt van september 2007 tot en met juli 2008, zijn steekproefsgewijs ruim 600 cliënten geïncludeerd. Deze cliënten worden meer in detail onderzocht op functioneren, zorgbehoefte en kwaliteit van leven. Dit vindt plaats middels het invullen van een (selfreport) vragenlijst, een mondeling interview met een onderzoeker en een schriftelijke beoordeling door de begeleider. Om daarnaast inzicht te krijgen in het maatschappelijk steunsysteem van RIBW- cliënten houden zij een week lang een dagboek bij. Hierin wordt per dagdeel beschreven welke activiteiten zij ondernemen, waar ze dit doen en met wie. Ook wordt iedere dag geregistreerd of er contact is geweest met de RIBW-begeleider en zo ja, wat de aard, vorm en duur van het contact is. Ten slotte wordt gevraagd een waardering te geven voor de dag middels een rapportcijfer en een toelichting op dit cijfer. Op deze manier kan de omvang van het maatschappelijk steunsysteem vastgesteld worden en de rol die de RIBW daar in speelt. Tijdens de presentatie zullen de resultaten van de door cliënten ingevulde dagboeken centraal staan. Ook zal aandacht worden besteed aan andere uitkomsten van het onderzoek die raakvlakken hebben met het thema sociale relaties en burgerschap. Sprekers C. de Heer-Wunderink, A.D. Caro-Nienhuis, E. Visser, S. Sytema, D. Wiersma Contactgegevens RIBW Alliantie De Werf 15 III 2544 EH Den Haag tel. 070 - 321 02 14 email:
[email protected]
20. Relatie hulpverlener/cliënt in rehabilitatietrajecten De verbonden professional In deze workshop wordt ingegaan op de sociale relatie tussen hulpverlener en client, als basis voor goede ondersteuning. Deze relatie wordt gekenmerkt door een aantal begrippen zoals betrokkenheid, nabijheid, aandacht,verbondenheid en dialoog. Deze begrippen staan centraal in zowel de presentiebenadering van Baart en de methodiek van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen van Wilken en Den Hollander. In deze workshop wordt besproken hoe deze begrippen sturend kunnen zijn voor de professional en hoe zij handen en voeten gegeven kunnen worden in de praktijk. Eveneens zal de stelling verdedigd worden dat de hulpverlener deel uit maakt van het sociaal netwerk van de client, en er niet buiten staat. Op deze wijze staat hij niet alleen dichter bij de client, maar kan hij deze ook beter ondersteunen bij sociale participatie. Werkwijze Inleiding; praktijkvoorbeelden; dvd-fragmenten; discussie / uitwisseling van ervaringen tussen de deelnemers aan de workshop. Sprekers Martijn Castricum, Jock Hartnagel en Judith Klamer. Contactgegevens Storm Rehabilitatie / RINO Groep D. den Hollander Postbus 347 3500 AH Utrecht
[email protected] 030 2308480
21. Sociale relaties in de IRB I. Verbeteren en uitbreiden van je sociale netwerk In deze workshop wordt de nieuwe IRB-module verbeteren en uitbreiden van je sociale netwerk gepresenteerd. In de literatuur wordt dikwijls aangegeven dat cliënten met psychiatrische problematiek veel onvervulde behoeften hebben op dit gebied. Deze module heeft de vorm van een werkboek dat door de cliënt en zijn of haar hulpverlener kan worden doorgewerkt. Afhanklijk van de vraag en de behoeften van de cliënt kunnen delen van het werkboek worden overgeslagen. De module omvat drie belangrijke onderdelen namelijk het analyseren van het sociale netwerk, het stellen van concrete doelen en het ontwikkelen van vaardigheden en hulpbronnen om deze doelen te bereiken. Bij het analyseren van het sociale netwerk wordt gebruik gemaakt van gedachten uit de sociale netwerkbenadering. Door reflectie op zijn of haar huidige netwerk krijgt de cliënt duidelijker in beeld wat hij mist. Het stellen van concrete doelen houdt in dat de cliënt bepaalt of hij relaties met een persoon, een groep of een vereniging wil verkrijgen of wil behouden. In het laatste deel onderzoeken de cliënt en de hulpverlener welke vaardigheden en hulpbronnen de cliënt nodig heeft om zijn doelen te bereiken. Voor het leren van vaardigheden en het kiezen, verkrijgen of gebruiken van hulpbronnen zijn de standaard-IRB interventies beschikbaar. Sprekers Jos Dröes is psychiater bij Bavo-Europoort en hoofdopleider bij de Stichting Rehabilitatie 92. Adriane Keldenich is als rehabilitatiewerker verbonden aan het Rehabilitatiecentrum Zevenkamp van Bavo-Europoort en als docent aan de Stichting Rehabilitatie ‘92 Contactgegevens Stichting Rehabilitatie ‘92 J. Dröes Westersingel 94 3015 LC Rotterdam
[email protected] www.rehabilitatie92.nl II. Sociale netwerkanalyse Besproken wordt een instrument om het sociaal netwerk van clienten en kaart te brengen en te analyseren. Doel is om met de client interventies te vinden die het sociaal netwerk kunnen versterken presentatie van de sociaal netwerkanalyse, wijze van afname en bespreking. Daarna een oefening. Sprekers Gerard Driedonks en John van der Meer Contactgegevens Altrecht G. Driedonks Oude Arnhemseweg 260 3705 BK Zeist
[email protected] 030-6965100
22. MSS II I. MMS Eindhoven, ‘Buitengewoon’ In de MSS-projecten willen we woonomgevingen ‘geschikt maken’ voor kwetsbare mensen met psychosociale en psychiatrische beperkingen , zodat ze er normaal kunnen leven en zich er ook thuis voelen. Dat kan als de cliënten daar zelf energie in steken, als de wijk voldoende openstaat voor deze mensen en er een netwerk is waar ze op kunnen terugvallen. Dat netwerk kan overal uit bestaan: een cafeetje om te biljarten, de buurman die een oogje in het zeil houdt, een vrijwilligersclub, de buurvrouw waar een cliënt koffie kan drinken, een goede bereikbaarheid van de professionele hulpverlening en maatschappelijke diensten. Van 2005 tot eind 2007 is in het kader van zorgvernieuwing in de wijken en dorpen Woensel-West (Eindhoven), Geldrop en Bladel een Maatschappelijk Steunsysteem tot stand gebracht. Kwartiermaken en de inzet van ervaringsdeskundigheid worden gecombineerd in een wijk/dorpgerichte benadering. Uitbreiding naar andere delen van de regio, zoals Stratum (Eindhoven), Veldhoven, Valkenswaard, Cranendonk is in de loop van 2007 gestart. Plannen zijn gemaakt voor de Eindhovense (kracht)wijken Doornakkers en Bennekel. In het kader van de regionale agenda OGGZ wordt de ontwikkeling van Maatschappelijke Steunsystemen in SRE verband onderschreven. Maar hoe doe je dat nu? Wat zijn de ervaringen? Wat hebben we geleerd? En wat zijn de resultaten? Sprekers Hanneke Henkens, Kwartiermakers en ervaringsdeskundigen. Contactgegevens GGz Eindhoven Hanneke Henkens Postbus 909 5626 AB Eindhoven
[email protected] II. MMS Alkmaar, ´Ook meedoen, gewoon doen!´ Moet de GGZ wel zorg dragen voor een Maatschappelijk steunsysteem? Is de definitie die tot nu toe gebezigd wordt over een maatschappelijk steunsysteem nog wel actueel? Maatschappelijke steunsystemen worden in Nederland op uiteenlopende manieren ingevuld. Uiteindelijk gaat het bij allen om inclusie, om de sociale participatie van mensen met een beperking te bevorderen. Maar waar begin je? Bij het maatschappelijk ondernemen? Kwartier maken? Stigmabestrijding? GGZ-NHN doet mee aan een transitieproject. Eén van de projecten gaat over het Maatschappelijk steunsysteem. De uitgangspositie van transitie is: de doelstelling om een Fundamentele omslag in denken en doen met onderliggende structuur, cultuur en werkwijze te creëren. Jeroen is 32 jaar, na studie aan TH Delft , heeft hij enkele psychoses doorgemaakt. Nu is hij herstellende. Hij leert om te gaan met zijn ziekte, hij probeert weer een plek in de samenleving te vinden. Hoe doet hij dat, van welk aanbod maakt hij gebruik. Is het aanbod wat de GGZ heeft ontwikkeld nu een aanvulling of juist een hindernis in zijn ontwikkeling? Gaan wij nu Jeroen op handen en voeten dragen (zie cartoon), of is een andere inzet vereist? Afgelopen jaar en komende jaar hebben we ons bezig gehouden met deze materie en zijn op bescheiden schaal bezig te experimenteren met een andere vorm van MSS. In deze workshop willen wij u op de hoogte stellen van deze nieuwe gedachten en met u in discussie gaan. Sprekers Henk-Willem Klaassen is werkzaam als sociaal psychiatrisch verpleegkundige en projectmedewerker MSS bij GGZ NHN. Rehablitiatie, herstel, familie, samenwerken met maatschappelijke instellingen zijn missies waar hij veel mee bezig is. Tussen 2002-2005 is hij betrokken geweest bij het opzetten van een MSS in Zaanstreek/Waterland. Marianne van Eijk is deels werkzaam als sociaal psychiatrisch verpleegkundige bij een FACT-team en deels werkzaam als projectmedewerker MSS bij GGZ-NHN. Sinds de opkomst van rehabilitatie is zij in het ambulante circuit gaan werken en zich in toenemende mate gaan bezig houden met kwartiermaken. Contactgegevens Henk-Willem Klaassen Drechterwaard 100 1824 DX Alkmaar
[email protected] Marianne van Eijk
[email protected]
III. MMS Utrecht, resultaten voor psychiatrische cliènten Vanaf 2000 wordt in de stad Utrecht systematisch gewerkt aan een programma Maatschappelijk Steunsysteem (MSS) voor mensen met langdurige psychiatrische problemen. Verbeteringen zijn bewerkstelligd op het gebied van wonen, sociale contacten, werken en begeleid leren, herstelgerichte ondersteuning en informatie. Onderzoek is gedaan naar het gebruik van MSS-voorzieningen op deze terreinen en naar de resultaten voor cliënten. Hiervoor werd ondermeer een cohortstudie uitgevoerd (2 metingen; follow-up na 18 maanden) bij een steekproef van 230 clienten. De onderzoeksvragen waren: (1) of cliënten van de maatschappelijke ondersteuning profiteren,(2) of met dit aanbod beter wordt voorzien in de diverse zorgbehoeften van cliënten en (3) wat resultaten zijn in termen van functioneren en kwaliteit van leven. De uitkomsten van onderzoek naar maatschappelijke steunsystemen en meer specifiek van het Utrechtse onderzoek worden gepresenteerd. Afgesloten wordt met conclusies ten aanzien van de ontwikkeling van maatschappelijke steunsystemen en vervolgonderzoek op dit terrein. Sprekers Wilma Swildens, Agnes Blom, Barbara Gramsma, Irene de Graaff Sprekers Altrecht Wilma Swildens Lange Nieuwstraat 119 3512 PG Utrecht
[email protected] 030-2308820
23. Herstelondersteunende zorg II I. Herstel in Nieuw Zeeland, ervaringen naar aanleiding van een studiereis Vanuit verschillende invalshoeken zullen de vier sprekers opvallende aspecten van de herstelgerichte Ggz in Nieuw Zeeland presenteren. De sprekers zijn zowel mensen met- als zonder ervaringsdeskundigheid. Zij zijn werkzaam op uiteenlopende terreinen (herstel, cliënten-belangenbehartiging, management, rehabilitatie, onderwijs) en de presentaties zullen gekleurd zijn door hun specifieke achtergrond en belangstelling. Vier presentataties over verschillende aspecten van de Nieuw Zeelandse herstelgerichte Ggz. Mogelijk geïllustreerd met Powerpoint-beelden. Indien mogelijk en gewenst mogelijkheid tot het stellen van vragen na elke presentatie of aan het einde van het symposium. Medewerkers: Cees Witsenburg, Marianne van Bakel, Tijs Huisman, Kees van Aart Contactgegevens Rehabilitatie ’92 en Bavo-Europoort Cees Witsenburg Wisselspoor 235 2908 AD Capelle aan den IJssel
[email protected] 010 2862500 II. Herstelgerichte zorg kan niet zonder psychiater Hoe krijg je een ‘verblijfsafdeling’ in beweging? Met de rehabilitatiescholing achter de rug en een nieuwe behandelaar op de afdeling zijn wij de afgelopen 8 jaar dit trajekt ingegaan. Uitgaan van de wens blijkt niet altijd eenvoudig. Soms is er geen wens, soms een onmogelijk lijkende wens. Rouw, hospitalisatie, maar ook medicatie kunnen blokkades zijn. Hoe ga je dan verder? Het begint altijd met relatieopbouw: praten, maar vooral ook vragen. Daarna moet je soms stimuleren, soms verleiden maar soms ook (voor het eerst) gaan praten met mensen over hun ziekte. Soms moet je eerst inzetten op een verdere ( medicamenteuze) behandeling, waarna er pas ruimte komt voor verdere ontwikkeling. Wij zagen dat in veel gevallen zowel rehabiliteren als voortgaand behandelen noodzakelijke elementen zijn om clienten te ondersteunen bij hun herstel. Dit vraagt om een nauw betrokken zijn van een behandelaar/psychiater bij het rehabilitatieproces. Een aantal voorwaarden zijn hierbij nodig. Relatieopbouw vraagt om een bijzondere attitude bij clienten die al langdurig in zorg zijn en vaak weinig verwachtingen meer hebben van de hulpverlening. Authenticiteit met professionaliteit, een accepterende grondhouding, zijn kernbegrippen hierbij. Ook de relatie met familie van de clienten, vraagt de nodige inzet; zij zijn vaak gedemotiveerd geraakt en soms zelfs volledig uit beeld verdwenen. Naast de aandacht voor de individuele relatieopbouw met clienten is het afdelingsklimaat een belangrijke faktor in het proces. Bovenstaande thema’s zullen we in de workshop verder toelichten, aan de hand van persoonlijke ervaringen en casuistiek. Sprekers Fryda Evertse is sinds 2001 als psychiater werkzaam bij GGZinstelling Emergis in Zeeland, sektor langdurige zorg en wonen. Zij is behandelaar van afdeling 30-32, een rehabilitatieafdeling, op het terrein van Emergis in Kloetinge en daarnaast werkzaam als psychiater van het ambulante team langdurige zorg in de regio Vlissingen. Verder is zij is betrokken bij de ontwikkeling van het zorgprogramma psychotische stoornissen van Emergis en is zij momenteel voorzitter van de medische staf. Wilma van Hoorn is werkzaam op afdeling 30-32 sinds 1999. Eerst als verpleegkundige en vanaf 2004 als seniorverpleegkundige. Een belangrijke taak hierin is zorginhoudelijk aansturend en bewaken van kwaliteit van zorg. Daarnaast geeft ze Cognitieve Gedragtherapie aan een aantal cliënten van 30-32. Gert-Jan Wouters is sinds 2000 werkzaam als verpleegkundige bij Emergis, waarvan anderhalf jaar op de crisisafdeling en zesenhalf jaar op 30-32. Naast de gebruikelijke taken als verpleegkundige is hij rehabilitatiecoach. Contactgegevens Emergis Postbus 253 4460 AR Goes
[email protected] 0113267530
24. Sociale relaties II: Levenskunstenaars Speeddate met levenskunstenaars Vijf ervaringsdeskundigen vertellen hun eigen verhaal hoe ze hun leven na een psychiatrische diagnose en opname of behandeling vorm hebben gegeven. De cruciale succesfactoren om de eigen verantwoordelijkheid weer terug nemen, het succesvol opbouwen van een nieuw netwerk aan sociale contacten en een zinvolle nieuwe invulling geven aan hun leven zijn de drie peilers van de ervaringen. De ervaringsdeskundigen hebben allemaal de cursus “Werken met eigen ervaringen” gevolgd en sommigen ook vervolgcursus de “Ervaringsdeskundigen trainen hulpverleners” bij de Zorgvragers Organisatie GGZ Midden-Holland (ZOG MH). De groep wordt verdeeld in subgroepjes van 5 deelnemers.Gedurende 15 minuten vertelt de ervaringsdeskundige aan de subgroep het eigen verhaal en er is alle ruimte om met elkaar in gesprek te gaan, ondersteund door stellingen. De subgroepen bezoeken tijdens deze deelsessie in totaal 4 ervaringsdeskundigen. Deze speed date brengt je in contact met vier echte levenskunstenaars. Spreker Odette Hensen, teamcoördinator, Zorgvragers Organisatie GGZ Midden Holland, Gouda. Contactgegevens Zorgvragers Organisatie GGZ Midden Holland Petra van Buren Hoge Gouwe 65 2801LC Gouda
[email protected] 0182-519060
25. Sociale relaties IV: Volgens Liberman I. Zijn relaties te leren? Naast het presenteren van de module Omgaan met sociale relaties en intimiteit gaan we in deze drie sublezingen in op bevindingen in de VG-sector en de forensische psychiatrie met verschillende doelgroepen cliënten. centrale vraag daarbij is: zijn relaties te leren? Daarbij wordt ook ingegaan op functionele beperkingen en de rol die vaardigheidstraining kan hebben in het ”omzeilen” daarvan. In drie lezingen wordt uiteindelijk deze centrale vraag beantwoord. Sprekers Helma Blankman en Mirjan van der Reijt Contactgegevens Stichting Liberman Modules/RINO Helma Blankman Saal van Zwanenbergweg 11 5026 RM Tilburg
[email protected] II. Liberman, sociale relaties en intimiteit Mensen met een psychiatrische en/of psycho-sociale achtergrond hebben vaak moeite met het aangaan en onderhouden van sociale relaties. Met name wanneer het gaat om contact maken, en het oplossen van problemen binnen sociale en intieme relaties. Het doel van Libermantrainingen is het ontwikkelen van vaardigheidstrainingen voor mensen met psychiatrische beperkingen, zodanig dat zij een zo zelfstandig mogelijk leven kunnen leiden. De module Omgaan met Sociale relaties en Intimiteit richt zich op het aangaan en onderhouden van relaties en het ontwikkelen van intimiteit en seksualiteit met anderen. Veel mensen uit de doelgroep lopen vaak tegen problemen aan, zoals het niet goed kunnen hanteren van symptomen en gebrekkige vaardigheden om problemen in contacten en relaties op te kunnen lossen. Na een korte introductie over de werkwijze van de training, zal het accent in de workshop liggen op het inzichtelijk maken van de module. Dit gebeurt dmv herhaling en rollenspel, waarbij de deelnemers in de workshop zelf kunnen ervaren wat een Libermantraining inhoudt. De module bestaat uit 2 delen, het eerste gedeelte gaat over sociale relaties, het tweede gedeelte over intimiteit. Aan de hand van casusbeschrijvingen uit beide gedeeltes wordt een bestaande groep nagebootst. Daarbij wordt van de deelnemers aan de workshop een actieve participatie verwacht. Zoals gebruikelijk in de Libermanmodules wordt positieve feedback gegeven. Daarbij worden de deelnemers aan de workshop actief betrokken. Spreker Janneke Pals werkt al lang met veel plezier in de geestelijke gezondheidszorg. Ze is begonnen als ergotherapeut bij de HVO Querido Stichting. Na het volgen van de opleiding Sociodrama bij Joke Meillo gaf zij vele sociodrama en later ook sociale vaardigheidstrainingen. Vanaf 2003 geeft zij de Liberman training Omgaan met Werk. Vanaf 2005 is zij in dienst van St.Dagbesteding Almere als coördinator van één van de vestigingen en coördinator van het trajectbureau Over Drempels. Dit trajectbureau begeleidt mensen uit de doelgroep bij hun wens richting scholing en werk. Naast coördinerende taken en trajectbegeleiding heeft zij de Liberman trainingen geïntroduceerd in Almere, waar nu met veel enthousiasme de trainingen Omgaan met vrije Tijd, Omgaan met werk en Omgaan met Sociale relaties en intimiteit als aanvulling op dagbesteding en trajectbegeleiding worden aangeboden.
Nynke Louwes is afgestudeerd beeldend therapeute. Na haar studie is ze gaan werken bij Stichting DAC Almere (dagbesteding voor mensen met een psychiatrische achtergrond). Daar is ze bezig geweest met het opzetten van verschillende cursussen en trainingen zoals de sociale vaardigheidstraining, theatertraining en de fotografiecursus. Uiteindelijk groeide de behoefte naar verdieping in het bestaande cursusaanbod. De Libermanmodule Omgaan met Sociale relaties en intimiteit bleek goed binnen het aanbod te passen. De kracht van de trainingen zit hem vooral in het feit dat er gekeken wordt naar welke mogelijkheden van de cliënt er vesrsterkt kunnen worden. Momenteel is zij werkzaam bij de Jellinek(verslavingszorg) als groepswerker, waar ze onder andere de sociale vaardigheidstraining geeft. Contactgegevens st. DAC Almere Janneke pals Pieter Kuhnweg 24 1336HK Almere
[email protected] 036-5214955
26. Empowerment I. Strengthsmodel Het strengthsmodel (Rapp & Goscha, 2006; Wilken, 2004) is een uitwerking van de herstelbenadering. Er zijn 6 uitgangspunten: 1. Mensen hebben het vermogen om te herstellen, hun leven in eigen hand te nemen en te veranderen. 2. De aandacht is gericht op individuele krachten, niet op tekorten. 3. De cliënt wordt gezien als degene die de richting van hulpverleningsrelatie bepaalt. 4. De relatie tussen hulpverlener en cliënt is essentieel en komt op de eerste plaats. 5. Er wordt bij voorkeur in de gewone wereld gewerkt. 6. De omgeving wordt gezien als een oase van hulpbronnen. Hèt kernpunt is misschien wel dat cliënten niet behandeld worden, omdat ze bepaalde psychiatrische problemen hebben, maar dat ze gewoon hun leven willen leiden en daar de nodige hulp bij krijgen. Psychiatrische hulpverlening kan daar dan een onderdeel van zijn. Het model kent maar een paar formulieren en doet verder een sterk beroep op de vaardigheden van de hulpverlener. Die ontwikkelt zich ook steeds en wordt voortdurend coachend gesteund. Het belangrijkste formulier is het ‘strenghts-assessment’. Dit is een weerslag van welke mogelijkheden de cliënt had en heeft, waar hij/zij naartoe wil en wat daar dan voor moet gebeuren. Het is geen statisch formulier, maar net als de cliënt altijd in ontwikkeling. Tijdens de deelsessie willen we de verschillende kanten van het model duidelijk maken door samen met de deelnemers zo’n strenghts-assessment centraal te stellen. We vormen voor even een team en gaan samen onze collega ondersteunen in de samenwerking met diens cliënt. Sprekers Jean Keizer (1957) werkt bij Emergis. Hij is van huis uit B-verpleegkundige en heeft lang gewerkt op afdelingen voor langdurige-zorg-cliënten. Hij is inmiddels ggz-verpleegkundig specialist en is o.a. coördinator van een ACT-team. Hij ondersteunt dit jaar een klinisch team in het toepassen van het strengthsmodel. Toon van Meel (1959) werkt bij Emergis. Is B-verpleegkundige en werkt sinds 1982 binnen de sector langdurige zorg en wonen(LZW) van deze Zeeuwse GGZ instelling. Hij is hoofd van de 7 klinische afdelingen van de sector LZW en daarnaast SRH coach. Contactgegevens Emergis Toon van meel Oostmolenweg 101 4481PM kloetinge
[email protected] II. Shared Decisionmaking In het kader van recovery of herstel is het noodzakelijk dat de cliënt zijn/haar regie t.a.v. behandeling mee vorm kan geven. SDM biedt de mogelijkheid voor de hulpverlener en de cliënt om beide hun expertise te benutten bij het vaststellen van de behandeling waarbij het herstel proces van de cliënt richtinggevend is.In de VS zijn eerste positieve ervaringen opgedaan met SDM (Deegan en Drake, Deegan,Rapp e.a.). Mbv een computer vult de cliënt vooraf aan gesprek met psychiater iedere keer in welke onderwerpen hem bezig houden. Indien nodig ondersteunt door een ervaringswerker. Leidt tot 1 A4 met belangrijke onderwerpen en meet voortgang Sprekers Michiel Bähler en Henk Oosterveld, GGZ NHN, Heilo. Contactgegevens GGZ-NHN Michiel Bähler Postbus 18 1850 BA Heiloo
[email protected]
27. Aan het werk met IPS I. Gewoon werk zoeken? Over de effectiviteit van Individuele Plaatsing en Steun (IPS) en enige eerste bevindingen in de Nederlandse IPS effectstudie (‘scion’) Internationale studies laten duidelijk zien dat het arbeidsrehabilitatiemodel Individuele Plaatsing & Steun model (IPS) effectief is. Maar werkt IPS ook in Nederland? In Nederland is een studie gestart om inzicht te bieden in de (kosten)effectiviteit van deze interventie op de middellange termijn (2,5 jaar). IPS beoogt mensen met langdurige psychiatrische problematiek effectief te helpen bij het zoeken naar, en het behouden van regulier betaald werk. IPS onderscheidt zich o.a. van de gangbare arbeidsrehabilitatie door de focus op het snel zoeken naar regulier betaald werk, de langdurige ondersteuning - ook na het vinden van werk - en de integratie van de arbeidsbegeleiding met de behandeling en overige begeleiding. Opzet: een gerandomiseerde gecontroleerde (kosten)effectiviteitsstudie naar IPS (‘scion’) waarbij deelnemers die begeleiding naar betaald werk wilden gerandomiseerd werden naar een IPS-traject of een meer gangbaar arbeidsrehabilitatie-traject. De studie loopt bij vier GGZ instellingen: Adhesie GGZ (Almelo-Deventer), BAVO-Parnassia (Rotterdam e.o.), GGzE (Eindhoven e.o.) en Lentis/UMCG (Groningen). Belangrijkste uitkomstmaat is het al dan niet verkrijgen van betaald werk. Daarnaast wordt gekeken naar kosten en mogelijke effecten op kwaliteit van leven, zelfwaardering en functioneren. De studie volgt deelnemers 6, 18 en 30 maanden na de start. 151 deelnemers zijn ingestroomd in de periode november 2005 - november 2007. Op dit moment zijn alle deelnemers die aan de studie wilden blijven deelnemen, zes maanden gevolgd. In de presentatie gaan we eerst in op de effectiviteit van IPS in het algemeen, inclusief nieuwste bevindingen hierin. Daarna komen de eerste bevindingen van de scion-studie aan bod. Onderzoeksteam: L. Aerts1; J.T. van Busschbach (projectleiding)1; N. van Erp2; H. Kroon2; H. Michon (projectleiding; presentatie) 2; D. Stant3; J. van Weeghel (advies)4; D. Wiersma1 1. RGOc-UMCG; 2. Trimbos-instituut; 3. Vakgroep Epidemiologie UMCG 4. Kenniscentrum Rehabilitatie. Spreker Harry Michon, senior wetenschappelijk medewerker, Trimbos Instituut, Utrecht. Contactgegevens Trimbos-instituut Dr. H. Michon sr. wetensch. medewerker Postbus 725 3500 AS Utrecht tel. 030 - 2959 217
[email protected] RGOc Dr. J.T. van Busschbach sr. onderzoeker Postbus 30.001 (UMCG, CC 72) 9700 RB Groningen 050 - 3612 069
[email protected]
II. IPS in de praktijk Veel mensen met langdurige psychische beperkingen willen graag werken. Maar het vinden van een passende baan in een reguliere werkomgeving valt in de praktijk niet mee. Sinds vijf jaar is er in Nederland een uit de Verenigde Staten afkomstig programma, Individual Placement and Support. Individuele Plaatsing en Steun (IPS in het Nederlands) is de methode voor arbeidsrehabilitatie waarvan de effectiviteit duidelijk is aangetoond, niet alleen in de Verenigde Staten maar ook in Europese landen. In Nederland is IPS opgenomen in de multidisciplinaire richtlijn voor schizofrenie. Het IPS-model heeft zeven kenmerken: • regulier, betaald werk is het centrale doel • er wordt snel en gericht naar een baan gezocht uitgaande van ‘place, then train” • de voorkeuren van de cliënt staan centraal. • arbeidsintegratie is onderdeel van de ggz-hulp, de IPS-trajectbegeleider maakt deel uit van een ggz-team • er wordt langdurige ondersteuning geboden, zowel aan de cliënt als aan zijn werkgever • er vindt doorlopend systematische inschatting van arbeidsmogelijkheden plaats. • cliënten krijgen advies en ondersteuning bij uitkeringskwesties die zich kunnen voordoen bij werkhervatting De overheersende filosofie van IPS is dat ieder mens met een beperking in staat is om gewoon betaald werk te verrichten. Bij IPS worden mensen zo lang als nodig ondersteund bij het vinden en behouden van banen die hun persoonlijke interesses, kwaliteiten en motivatie aanspreken. Het doel van IPS is het vinden van een natuurlijke aansluiting tussen de kwaliteiten en ervaringen van de cliënt en de kenmerken en vereisten van een reguliere baan. IPS is in Nederland inmiddels niet onbekend. Langzamerhand wordt IPS op veel plaatsen, vaak nog bescheiden, toegepast. De toepassing staat centraal in deze workshop. Aan de hand van een casus worden thema’s gepresenteerd die, zo leert de huidige praktijk, regelmatig vragen oproepen bij degenen die actief betrokken raken bij IPS. In dit verband valt te denken aan de samenwerking met het GGZ team of het benutten van en rekening houden met de belangen van de werkgever. Het is de bedoeling dat het een interactieve workshop wordt waarin vragen het uitgangspunt vormen en met elkaar en onder begeleiding van twee ervaren IPS trajectbegeleiders van gedachten gewisseld wordt. Sprekers De workshop wordt geleid door Susan Lensink en Ellen Otto, beiden werkzaam als IPS trajectbegeleider respectievelijk bij Odibaan/ Parnassia Bavo Groep onderdeel Dijk en Duin en bij Stichting WNK voor GGZ NHN. In verband met afwezigheid van Marja Halters, ervaren IPS-trajectbegeleider werkzaam bij GGZ Eindhoven, willen we doorgeven dat Marja geconsulteerd kan worden in geval van vragen tel. 06-51899785 of mailen naar mta.
[email protected] Contactgegevens Kenniscentrum Rehabilitatie Riet Lochy Da Costakade 45 Postbus 1203 3500 BE Utrecht
[email protected] 030 2971125
28. Rehabilitatie en familie I. Familieparticipatie in de langdurige zorg Momenteel doen we een behoefte-onderzoek naar uitbreiding van familieparticipatie bij clienten die beschermd wonen of ambulante woonbegeleiding ontvangen. Vanuit de gedachte dat clienten, familie en vrienden het belangrijk vinden betrokken te zijn bij het leven van de client. Ons doel is de participatie te bevorderen en actief te ondersteunen. Werkwijze • Presentatie van het onderzoek en eventuele vervolgacties. • Discussie over de rol van familie in de begeleiding en de wens van de cliënt. Spreker Jannine van Schothorst, beleidsmedewerker cluster Care, Eleos, Nieuwegein Contactgegevens Eleos Jannine van Schothorst Villawal 5-7 3432 NX Nieuwegein
[email protected] 030-6008540 II. Triade cliënt-familie-hulpverlener Langere tijd is de familie tenauwernood betrokken in de behandeling van hun familielid. In de workshop zullen we achtergronden hiervan aangeven, en ook lijnen presenteren van een samenwerkingsmodel, dat verder gaat dan participatie Sprekers Jos Pieters, Jean Knooren en Henk Fox. Contactgegevens henk fox (M) GGze familie als bondgenoot postbus 909 5600 AX Eindhoven
[email protected] 040 2970936 III. De triadekaart in de praktijk Familieleden zijn voor veel mensen een belangrijk bron van sociale contact en steun. Dit geldt ook voor mensen die geconfronteerd worden met ernstige psychiatrische problematiek. Bij langerdurende problematiek worden familieleden soms de belangrijkste bron van sociaal contact buiten de GGz en degenen die het meest continuïteit en informele ondersteuning bieden. Binnen de hulpverlening wordt de meerwaarde en noodzaak van familie-inbreng steeds meer erkend (bv in de Richtlijn Schizofrenie; de Modelregeling). Echter veelal nergens is vastgelegd welke rol de familie te spelen heeft bij de zorg, laat staan welke ondersteuning ze zelf nodig heeft om die rol ook effectief te kunnen spelen. Binnen Ypsilon, de vereniging voor familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose is een kaart ontwikkeld aan de hand waarvan familieleden en andere naasten samen met cliënt en hulpverleners kunnen bespreken welk aandeel een ieder heeft in de zorg of zou willen hebben. Deze zogenaamde Triadekaart wordt in een pilot van tweemaal een half jaar onderzocht door het Rob Gielonderzoekcentrum bij vier zorginstellingen: GGZ Drenthe, Altrecht GGZ, het Kick Wilstracomplex/Triade en Parnassia.
Sprekers Bert Stavenuiter is directeur van Ypsilon, vereniging voor familieleden en betrokkenen van mensen met schizofrenie of een psychose. Kerstin Wolters is als onderzoeker verbonden aan het Rob Gielonderzoekcentrum (RGOc). Hannie Boumans is lid van Ypsilon en is als medewerker verbonden aan het onderzoeksteam. Jooske van Busschbach is senioronderzoeker bij het RGOc. Heleen Schönau is werkzaam bij Ypsilon en is projectleider voor de implementatie van de Triadekaart. Contactgegevens Ypsylon Bert Stavenuiter, Heleen Schönau, Hannie Boumans Prins Bernhardlaan 177 2273 DP Voorburg Tel 088-0002120
[email protected] RGOc/UCP/UMCG Kerstin Wolters, Jooske van Busschbach Postbus 9700 , CC72 9700 RB Groningen 050-3612079
[email protected]
29. Varia II I. Rehabilitatie in de verslavingszorg In de verslavingszorg is rehabilitatie vanouds een belangrijk thema. Naast het verminderen of staken van het gebruik spelen immers het hervinden van de eigen identiteit het ontwikkelen van zinvolle activiteiten en het maken van een nieuwe start op de gebieden wonen, werk, leren en sociale kontakten een grote rol. Het idee is dat mensen alleen van hun verslaving afkomen of er beter mee omgaan wanneer ze hoop hebben op een beter of zinvoller leven, dat andere zaken en andere gebieden in het leven belangrijker worden. Rehabilitatie is zo een belangrijke opstap naar herstel. In de presentatie wordt een onderwerp uit de training Zorg voor Zin uitgelicht. De plaats en het gebruik van de Individuele Rehabilitatie Benadering in het vijf fasen model van Prochaska en DiClemente (motivatie tot gedragverandering)worden nader uit gewerkt. In elke fase is voor Rehabilitatie wel een plaats. Spreker Ton Verspoor is rehabilitatiedeskundige bij GGZ De Grote Rivieren en is als docent verbonden aan St. Rehabilitatie 92. Contactgegevens St.Rehabilitatie92
[email protected] GGZ De Grote Rivieren
[email protected] II. Empowerment Ervaringsdeskundige en medewerker empowerment willen deelnemers van deze workshop laten kennismaken met de cursus empowerment. Citaat van cursist; deze bezinningscursus gaat over het hier en nu en je kwaliteiten. Het is een kadootje aan jezelf Middels duo presentatie door een ervaringsdeskundige en medewerker, en een oefening uit de praktijk, zal de deelnemer kunnen ”proeven” van de cursus empowerment. Waarna we met elkaar in gesprek kunnen gaan. Spreker Dominique Leenders Contactgegevens GGZ Regio Breda Sector dagbesteding, arbeid en educatie D.Leenders Bastionstraat 1 4817 LD Breda
[email protected]
30. IRB, kwaliteit en uitkomsten I. Succes in de rehabilitatie bevorderen Vanaf 1992 is de Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB) ingevoerd bij een groot deel van de Nederlandse GGZ-instellingen. Begin 2003 startte het eerste gerandomiseerde, gecontroleerde effectonderzoek naar de IRB bij vier instellingen: Altrecht (Utrecht), de Bavo-RNO groep (Rotterdam), GGZ Eindhoven en Lentis (Groningen). De hoofdvraag was of de RB effectiever is dan gebruikelijke rehabilitatie in het realiseren van cliëntdoelen op het gebied van wonen, werken, leren, dagbesteding of sociale contacten. 157 cliënten in de langdurige psychiatrische zorg die wensen tot verandering hadden op genoemde gebieden namen deel aan deze studie. De helft van de cliënten werd na randomisatie bij hun toekomstwensen begeleid door in de IRB getrainde begeleiders, de overigen kregen ‘rehabilitatie as usual’. Uit analyses na een en na twee jaar blijkt o.a. dat cliënten die IRB ontvingen er vaker in slagen om hun doel naar hun eigen oordeel “volledig” te realiseren, dan cliënten die andere rehabilitatie ontvingen. De gevolgde IRB methode blijkt daarop van invloed. Maar welke eventuele andere aspecten in de hulpverleningsrelatie hebben eveneens een impact op het succesvol realiseren van doelen door cliënten? Tijdens de workshop wordt ingegaan op deze vraag. Daarbij wordt o.a. specifiek aandacht besteed aan de invloed van de werkrelatie van hulpverleners met cliënten en de mate waarin hulpverleners een rehabilitatiegerichte attitude hebben. Tijdens de workshop worden allereerst in een korte presentatie het onderzoek naar de effecten van de IRB na twee jaar en de belangrijkste resultaten uiteengezet. Vervolgens wordt het publiek gevraagd om aan te geven wat men denkt dat voorspellers zijn van het al dan niet bereiken van de doelen. Aansluitend worden de bevindingen op dit punt weergegeven. In een tweede deel van de workshop wordt aan de hand van casuïstiek geïllustreerd wat succesfactoren zijn voor het bereiken van de doelen; zowel aspecten die inherent zijn aan de IRB als andere aspecten. Deelnemers worden uitgenodigd om te discussiëren over de vraag wat er in het rehabilitatieaanbod verbeterd kan worden, welke trainingen van belang kunnen zijn om succes te bevorderen en wat er voor andere manieren zijn waarop lering getrokken kan worden uit het onderzoek. Sprekers Dr. Jooske T. van Busschbach, pedagoge, is als senioronderzoeker werkzaam bij het Rob Gielonderzoekcentrum, Universitair Centrum Psychiatrie, UMCG. Drs. Albert van Keijzerswaard, verpleegwetenschapper, is teammanager ambulante teams SPB Utrecht. Dr. H. Michon, psycholoog, is senior wetenschappelijk medewerker bij het Trimbosinstituut. Dr. Wilma Swildens, sociaal wetenschapper is als senior wetenschappelijk onderzoeker werkzaam bij Altrecht GGZ divisie Willem Arntsz. Contactgegevens J.T. van Busschbach RGOc/UCP/UMCG Postbus 9700 , CC72 9700 RB Groningen 050-3612069
[email protected] A. van Keijzerswaard Altrecht, divisie Willem Arntsz Lange Nieuwstraat 119, 3512 PG Utrecht 030-2308848/0612885409
[email protected] H. Michon Trimbosinstituut Postbus 725 3500 AS Utrecht 030-2971100
[email protected] W. Swildens Altrecht, divisie Willem Arntsz Lange Nieuwstraat 119, 3512 PG Utrecht 0530-2344339
[email protected]
II. Kijk op IRB kwaliteit Ondanks enthousiasme en wetenschappelijk bewijs blijken te vaak getrainde medewerkers de irb niet (meer) toe te passen. Dit heeft deels te maken met het vastlopen van trajecten met cliënten en deels met het feit dat de medewerkers niet ervaren dat het uitvoeren van rehabilitatietrajecten écht van hen verwacht wordt. KIK is een methode om over de schouder van de rehabilitatiewerker mee te kijken. Dit meekijken gebeurt aan de hand van de gespreksverslagen van de irb-trajecten. Het eerste doel van dit meekijken is om de rehabilitatiewerker individueel commentaar te geven op een wijze dat deze medewerker er direct iets aan heeft. Het tweede doel is om de kwaliteit van de irb-trajecten te beoordelen. Met dit beoordelen wordt via een score voor de betreffende medewerker en voor het management het kwaliteitsniveau van de irb-trajecten inzichtelijk. KIK dient niet eenmalig maar regelmatig te worden toegepast. Daarmee wordt het mogelijk om het traject in te zetten dat de rehabilitatiewerker inzake zijn eigen irb-deskundigheid volgt. Kortom: de rehabilitatiewerker voert niet alleen irb-trajecten met cliënten uit maar hij zit zelf ook in een ontwikkelingstraject inzake zijn eigen irb-kennis en irb-vaardigheden. Naast KIK dient er daarom structureel irb-werkbegeleiding beschikbaar te zijn waar de rehabilitatiewerker casuïstiek kan inbrengen en zijn irb-kennis kan vergroten. In deze workshop beschrijven we de KIK-procedure en onze ervaringen van 1½ jaar ermee. Speciale aandacht is er voor het omgaan met de weerstand ertegen (via een oefening). Organisatorische randvoorwaarden komen ook aan bod. Spreker Tom van Wel, gz-psycholoog en medisch socioloog, werkt sinds 1988 als psycholoog en onderzoeker met mensen met psychoses, zoals met ouderen, cliënten van lang¬verblijf¬afdelingen en cliënten van een sociaal-psychiatrisch behandelcentrum. Hij promoveerde in 2002 op milieurehabilitatie. Werkt thans met jongeren met een psychotische stoornis, bij ABC (onderdeel van Altrecht Willem Arntsz) te Utrecht. Is als docent/consulent verbonden aan St. Rehabilitatie ’92 te Rotterdam. Fred Marquenie, verpleegkundige, werkte jaren in de langdurige zorg. Is betrokken bij innovaties, in het bijzonder rehabilitatie. Is sinds 2002 afdelingsmanager van ABC – Centrum rehabilitatie en behandeling voor jongeren met een psychotische stoornis (onderdeel van Altrecht Willem Arntsz) te Utrecht. Contactgegevens ABC (onderdeel van Altrecht Willem Arntsz) Fred Marquenie ABC-straat 8 3512 PX Utrecht
[email protected] 030-2399070
Het Kenniscentrum Rehabilitatie