Beleidsnota ontwikkeling functiemix
O2A5
VOS/ABB Consultancy BV P.P.J.G. Janssen adviseur
april 2010 604083
Inhoud 1.
Inleiding ....................................................................................... 2
2.
Doel .............................................................................................. 4
3.
Visie functiemix........................................................................... 4
4.
Uitgangspunten functiemix in de CAO-PO................................ 5
5.
Huidige stand van zaken ............................................................ 5
6.
Uitgangspunten functiebouwwerk............................................. 6
7.
Functieboek................................................................................. 6
8.
Ontwikkeling functiemix ............................................................. 7
9.
Criteria nieuwe lerarenfunctie .................................................... 8
10.
Promotieprocedure ..................................................................... 9
11.
Taakbeleid ................................................................................... 9
12.
Mobiliteit .................................................................................... 10
13.
Bekwaamheidsdossier.............................................................. 10
14.
Scholing en professionalisering in dienst van de functiemix 11
15.
Evaluatie beleid functiemix ...................................................... 12
16.
Literatuur en beleidsstukken.................................................... 12
17.
Bijlage: Voorbeelden van aanvullende opleidingen ............... 13
a - april 2010
1
1.
Inleiding
In sptember 2009 is het rapport van de nulmeting “Convenant LeerKracht en de functiemix” voor het Bestuur Openbaar Onderwijs Alblasserwaard Vijfheerenlanden (O2A5) opgesteld. Deze nulmeting had tot doel een overzicht te geven van de huidige situatie van het personeelsbestand en –beleid met het oog op de implementatie van de functiemix in de periode tot 2014. Het personeelsbeleid van O2A5 wordt op een innovatieve en pro-actieve wijze vorm gegeven. O2A5 wil dit ook doen bij het realiseren van de functiemix. De algemene directie van O2A5 heeft besloten een werkgroep in te stellen. Deze werkgroep heeft het beleidsvoorstellen ontwikkeld voor de realisering van de functiemix. De samenstelling van de werkgroepgroep was als volgt: • Ben Kennedie • Coralien Franken • Ingrid van Heumen • Ed Linthout • Frank Balk • Maria Klerkx Paul Janssen was als adviseur van VOS/ABB Consulting toegevoegd aan de werkgroep. De leden van de werkgroep hebben actief meegewerkt en gedacht over alle aspecten die te maken hebben met de ontwikkeling van het functiebouwwerk en de functiemix. De taakstelling van deze werkgroep was als volgt: ontwikkel beleidsvoorstellen voor de realisering van de functiemix binnen O2A5, zoals: a. de functie leraar op niveau LB; b. criteria voor promotie naar een andere, hogere lerarenfunctie; c. procedures voor promotie in het kader van de functiemix. 2. leg de voorstellen vast in een beleidsnota voor de algemene directie. 1.
Met dit beleid kan op 1 augustus 2010 de eerste groep leraren worden aangesteld in een hogere functie. In de periode november 2009 tot en met maart 2010 zijn reeds stappen gezet om directeuren en personeelsleden mee te nemen in het proces. In het regio-overleg op 28 januari 2010 is aan de betreffende schooldirecteuren een toelichting gegeven op het proces binnen de scholen. Doel hiervan was: het proces van de functiemix eenduidig uitzetten in de teams. Binnen de school heeft de betreffende directeur een bijeenkomst voor het team georganiseerd over de functiemix. Doel hiervan was: informatie geven over de functiemix, antwoorden formuleren op de kernvragen en meningsvorming m.b.t. concept promotiecriteria. Dit alles is teruggekoppeld aan de werkgroep. De vragen vanuit de teams zijn hierbij in overweging genomen. Er komt informatie voor de teams beschikbaar over de functiemix. Deze startnotitie is geschreven door de werkgroep en gaat in op: • de onderdelen van het (personeels)beleid die aanpassing en/of aanvulling nodig hebben of die ontwikkeld gaan worden;
a - april 2010
2
• • • •
visie en uitgangspunten voor de ontwikkeling van de functiemix, zowel van de CAOpartijen als van O2A5; de streefwaarden functiemix per brinnummer en voor de organisatie als geheel, zowel de CAO-waarden als de streefwaarden die O2A5 zelf gaat hanteren; het invoeringsplan met het tijdpad; (te ontwikkelen) procedures.
Per onderdeel wordt aangegeven wat er moet gebeuren en, indien mogelijk, wie voor de uitvoering ervan verantwoordelijk is.
a - april 2010
3
2.
Doel
Het doel van deze nota is om het beleid voor de ontwikkeling van de functiemix en het functiebouwwerk voor de scholen van O2A5 vast te leggen. Dit wordt gebruikt als basis om de functiemix binnen de scholen vorm te geven.
3.
Visie functiemix
O2A5 heeft in het strategisch beleidsplan 2010-2013 de visie en doelstellingen van het personeelsbeleid omschreven. Deze zijn als volgt. Personeel Mensen vormen het kapitaal van de organisatie. Investeren in kennis en vaardigheden is daarom nodig. Personeelsbeleid moet van twee kanten worden bekeken: enerzijds de organisatiebelangen en anderzijds de individuele belangen van de werknemers binnen die organisatie. Personeelsbeleid moet er voor zorgen dat werken bij O2A5 de mogelijkheden heeft en geeft om op alle niveaus het werk met plezier uit te oefenen. Wij willen een aantrekkelijke werkgever worden, met kwalitatief goed personeel. Goed werkgeverschap voorkomt problemen bij krapte op de arbeidsmarkt. BIJ DE TIJD Personeelsbeleid is proactief en actueel. OPEN Wij bieden actief mogelijkheden voor mobiliteit waardoor leerkrachten een bredere en open blik krijgen. Wij bevorderen het geven en ontvangen van feedback. Hierdoor wordt zelfreflectie bevorderd. BOEIEND Onderwijsgevenden maken het werken in het onderwijs aan kinderen uitdagend. De leeromgeving is inspirerend. PASSEND Onderwijs wordt op een passende wijze afgestemd op de behoeften van alle leerlingen. De onderwijsgevende is verantwoordelijk voor een passende leeromgeving De ontwikkeling van de functiemix past binnen deze visie en doelstellingen. O2A5 heeft de volgende visie geformuleerd op de ontwikkeling van de functiemix: 1. De functiemix heeft een toegevoegde waarde voor de kwaliteit van het onderwijs. 2. De (ontwikkeling en identiteit van de) school is het uitgangspunt van handelen, ook voor de functiemix. 3. In het primair onderwijsproces is de leraar LA de basis voor kwalitatief goed onderwijs. 4. Leraren LB denken en werken mee op het gebied van onderwijskundig beleid. Ze hebben een innoverende en initiërende rol. De leraar LB is een breed inzetbare leraar, die beleidsmatige werkzaamheden in zijn takenpakket heeft. 5. Directeuren van de school geven aan als integraal schoolleider op welke (onderwijskundige) beleidsterreinen leraren op LB-niveau nodig zijn. Ze hebben een nadrukkelijke (eigen) rol bij de ontwikkeling van de functiemix binnen de school.
a - april 2010
4
6.
Basisvoorwaarde voor de leraar op LB-niveau zijn de criteria en het competentiemodel dat voor O2A5 is vastgesteld.
4.
Uitgangspunten functiemix in de CAO-PO
In de CAO-PO staat dat de werkgever uiterlijk per 1 augustus 2014 de volgende functiemix voor leraren dient te realiseren: • In het basisonderwijs op bestuursniveau: − LA functies 58% − LB functies 40% (waarvan op brinnummerniveau 30%) − LC functies 2% Het percentage LC-functies in het basisonderwijs kan door het bestuur met instemming van de PGMR worden omgezet in LB-functies. Voor de functie van leraar geldt de volgende definitie: Een leraar is diegene die voldoet aan de eisen van de WPO/WEC en de Wet BIO, die pedagogische en didactische verantwoordelijkheid draagt voor een groep leerlingen en die voor de helft of meer van de 930 lesuren per schooljaar (deeltijders naar rato) lesgeeft. Om in aanmerking te komen voor een hogere leraarfunctie dient de werknemer te voldoen aan de kenmerken behorende bij FUWA PO en de voorbeeldfuncties zoals door de CAOPO partners in de cao zijn vastgesteld. In de beschrijving van de leraar LB voor het basisonderwijs worden in ieder geval de volgende onderdelen opgenomen: • een werk en denkniveau HBO+ door: relevante cursussen, master-classes, HBOmasters of een EVC-bewijs afgegeven door een gecertificeerde aanbieder; in aansluiting op de Kwaliteitsagenda primair onderwijs onder andere op de deelgebieden rekenen en taal, zorg en achterstand; • (mede)verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van, het uitdragen van en verdedigen van onderwijskundig beleid; • het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren.
5.
Huidige stand van zaken
Om de huidige stand van zaken ten aanzien van het strategisch, financieel en personeelsbeleid in kaart te brengen is door VOS/ABB in september 2009 een nulmeting uitgevoerd. Graag verwijzen wij naar dit rapport. Door het convenant Leerkracht en de functiemix is het niet meer de vraag óf functiedifferentiatie wordt toegepast maar hóe. Naast een loopbaanperspectief voor leraren in de scholen gaat het ook om de toedeling van specifieke taken voor de leraar op functieniveau LA en LB, die momenteel nog in de enige lerarenfunctie basisonderwijs zijn opgenomen. Op basis van de bevindingen in de uitgevoerde nulmeting worden de volgende aspecten van het personeelsbeleid ontwikkeld of aangevuld. 1. Functieboek Het functieboek van O2A5 wordt aangevuld met nieuwe functies. a - april 2010
5
2.
3.
4.
5.
6.
Gesprekkencyclus Er worden reeds vanaf schooljaar 2007-2008 structureel functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd met alle personeelsleden. Zie de regeling voor functionerings- en beoordelingsgesprekken O2A5. Mobiliteit Als gevolg van de invoering van de functiemix krijgt mobiliteit binnen de scholen van O2A5 een andere dimensie. Leraren krijgen de mogelijkheid om een andere lerarenfunctie (niveau LA of LB) te vervullen op een andere school. Afhankelijk van de situatie, de behoefte en de mogelijkheden worden leraren mobiel. Dit kan leiden tot verplichte of vrijwillige mobiliteit. Zie hiervoor het mobiliteitsbeleid van O2A5. Scholingsbeleid Bij de nieuwe functies, die in het kader van de functiemix worden vastgesteld, geldt dat het werk en denkniveau kan worden bereikt door het volgen van cursussen, master(class) opleidingen en andere scholingsactiviteiten. Voor O2A5 wordt scholingsbeleid vastgesteld, waarmee leraren zich kunnen professionaliseren en ontwikkelen. Taakbeleid Het taakbeleid wordt geanalyseerd in het kader van de functiemix en aangepast aan de andere opbouw van de functie van leraar. Bepaalde taken kunnen qua niveau aan de LA- , LB-functie gekoppeld worden. Dit vraagt om een nadere uitwerking.
Uitgangspunten functiebouwwerk
Voor de scholen van O2A5 gelden de volgende uitgangspunten voor de ontwikkeling van het functiebouwwerk. Het functiebouwwerk met de (nieuwe) lerarenfuncties: 1. Biedt ontwikkelmogelijkheden voor leraren, maar promotie is niet per definitie een promotie ‘uit de klas’; 2. Gaat ervan uit de goede leraar te behouden voor het primaire onderwijskundig proces; 3. Is toekomstbestendig, flexibel en effectief; 4. Kent organieke functies (dit wil zeggen dat een functie gebaseerd is op de behoefte en de doelstellingen van de organisatie en niet persoonsgebonden is); 5. Gaat uit van werkgeverschap, dat bij de tijd, open, boeiend en passend is; 6. Is gebaseerd op de bestuursaanstelling van werknemers; 7. Past binnen de mogelijkheden van de vastgestelde begroting op bestuursniveau en schoolniveau.
7.
Functieboek
Het functieboek van O2A5 wordt aangevuld met de nieuwe lerarenfuncties en de functie van (bovenschools) intern begeleider. O2A5 kiest ervoor om de functie leraar op niveau LB wel in te voeren, maar de functie leraar op niveau LC (vooralsnog) niet. De reden hiervoor is tweeledig: • O2A5 heeft veel kleine scholen, waarbij de keuze wordt gemaakt om meer LBfuncties te realiseren; • O2A5 wil eerst de functie leraar LB zorgvuldig implementeren binnen de teams.
a - april 2010
6
Voor het actuele functiebouwwerk verwijzen wij naar het functieboek van O2A5.
8.
Ontwikkeling functiemix
Voor de realisering van de functiemix binnen de scholen van O2A5 gelden de volgende uitgangspunten: • De afspraken uit de CAO-PO zijn leidend; • De jaarlijks te realiseren functies voor leraar LB passen binnen de beschikbaar gestelde bekostiging; • Er wordt (vooralsnog) geen functie leraar LC ingevoerd. • De te realiseren percentages voor LB-functies op bestuursniveau is leidend; • Scholing en professionele ontwikkeling krijgen een extra impuls om leraren de mogelijkheid te geven naar een LB-functie te groeien; • Alle leraren worden periodiek beoordeeld conform de vastgestelde gesprekkencyclus; • De functie leraar LB krijgt binnen O2A5 vorm door onder andere het accent te leggen op: o Leraarschap met een specialisme; o Onderwijskundige beleidsondersteuning; o Innovatief onderwijskundig beleid; o Ondersteuning leerlingenzorg (taken interne begeleiding) o Coördinerende taken binnen een bouw. Dit krijgt vorm door binnen de school te werken met een beleidsontwikkelteam, waar de leraar LB en de directeur deel van uitmaken. Voor het realiseren van de LB-functies binnen de scholen van O2A5 geldt conform de CAO-PO jaarlijks op 1 augustus de volgende opbouw: Basisonderwijs Jaar 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal functies leraar LB op: Bestuursniveau Niveau brinnummer1 8% 6% 19% 12% 27% 18% 35% 24% 46% 30%
Het beschikbare budget wordt gebruikt om meer LB-functies te realiseren, omdat de LCfunctie vooralsnog niet wordt ingevoerd. Dit is reeds in de tabel verwerkt. Op basis van een centraal akkoord over oplossingen voor knelpunten van kleine scholen2 mag een aangepast invoeringstraject voor de functiemix worden gehanteerd. Concreet betekent dit voor O2A5: • Voor grote scholen (met 150 leerlingen of meer): realisering functiemix per 1 augustus 2010; • Voor kleine scholen (met 150 leerlingen of minder): realisering functiemix vanaf 1 augustus 2011 of later.
1
Dit zijn de minimaal te realiseren percentages op schoolniveau (brinnummer). De berekening hiervan gebeurt op een andere wijze dan de percentages op bestuursniveau. 2 Zie hiervoor de website www.poraad.nl .
a - april 2010
7
9.
Criteria nieuwe lerarenfunctie
De nieuwe lerarenfunctie op niveau LB is beschikbaar voor een leraar, die: • Voldoet aan de eisen van de WPO/WEC en de wet BIO; • Pedagogische en didactische verantwoordelijkheid draagt voor een groep leerlingen en; • Voor minimaal 50% van de 930 uur per schooljaar (deeltijders naar rato) lesgevende taken heeft. De leraar kan binnen de scholen van O2A5 in aanmerking komen voor een LB-functie als deze daarnaast aantoonbaar: 1. HBO+ werk en denkniveau heeft, aan te tonen door: a. het volgen van een aanvullende (onderwijskundige) opleiding zoals een master opleiding, masterclass of post HBO-opleiding en is afgerond met een diploma van een erkend opleidingsinstituut (zie de lijst met voorbeeld opleidingen in de bijlage); Indien de betrokken leraar nog geen opleiding heeft afgerond kan het bevoegd gezag besluiten dat met de leraar resultaatgerichte scholingsafspraken worden gemaakt, die worden vastgelegd in een scholingscontract. b. een EVC bewijs afgegeven door een gecertificeerde aanbieder; c. een ontwikkelassessment met een positief resultaat; 2. (Mede) verantwoordelijkheid draagt voor de ontwikkeling van, het uitdragen van en het verdedigen van het onderwijskundig beleid; 3. Behoeften tot vernieuwing van het onderwijs signaleert, analyseert en hiervoor concepten aanlevert; 4. Collega’s coacht, mentor en vraagbaak is; 5. Coördineert of leiding geeft; 6. Ervaren leraarschap laat zien (kwaliteit van de lesgevende taak, aan te tonen met de SBL competenties voor de leraar); 7. Vakspecifieke kennis heeft; 8. Een brede oriëntatie heeft op de schoolorganisatie. De eerste drie criteria liggen vast in de afspraken van de CAO-PO. Voor de beoordeling van bovenstaande criteria worden de volgende instrumenten gebruikt: 1. bekwaamheidsdossier (o.a. met scan lerarencompetenties) 2. sollicitatiegesprek 3. klassenbezoek 4. assessment (indien dit wordt afgesproken) Voor de toepassing van de criteria en de instrumenten wordt onderstaand schema gehanteerd. Criterium
1
HBO+ werk en denkniveau
2
Verantwoordelijkheid draagt voor het onderwijskundig beleid Vernieuwing van het onderwijs
Instrument om criterium meetbaar te maken Leraar Benoemingsadviescommissie Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek of assessment
3
a - april 2010
Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek
8
4 5 6
Collega’s coacht, mentor en vraagbaak Coördineert of leiding geeft Ervaren leraarschap
7 8
Vakspecifieke kennis Brede oriëntatie op de schoolorganisatie
Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek Scan maken met als Klassenbezoek minimum niveau ervaren op 7 competenties Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek Bekwaamheidsdossier Sollicitatiegesprek
De vastgestelde criteria vormen de basis, voordat er sprake is van promotie naar een LBfunctie. Daarnaast geldt dat een leraar alleen in een LB-functie kan worden benoemd, indien dit past binnen de behoefte en formatie van de school. Een leraar, die in een functie leraar LB wordt benoemd is dit voor de volledige aanstellingsomvang gedurende de week.
10.
Promotieprocedure
Om promotie mogelijk te maken geldt de volgende procedure. Het bestuur bepaalt de formatieruimte voor lerarenfuncties op LB niveau en informeert de schooldirecties hierover. De directeur bepaalt de inhoudelijke behoefte aan LB-functies voor de school en legt dit vast in het formatieplan voor het komende schooljaar. Vervolgens stelt de directeur de formatieruimte LB-functies voor de school beschikbaar en maakt dit kenbaar binnen het team en eventueel in tweede instantie op bestuursniveau. 1.
Sollicitatieprocedure. De sollicitatieprocedure wordt toegepast bij de invulling van nieuwe lerarenfuncties voor leraren met specialismen en/of beleidsondersteunende taken. Per school wordt bekend gemaakt in welke omvang in de periode van 2010 tot 2014 de LB-functies worden opengesteld. Vervolgens worden personeelsleden uit het eigen team uitgenodigd om op deze nieuwe functie te solliciteren. De functieomschrijving van de nieuwe functie alsmede de promotiecriteria vormen ingrediënten voor de sollicitatieprocedure. Voor de sollicitatieprocedure op schoolniveau wordt een benoemingsadviescommissie, die bestaat uit: − De schooldirecteur; − Een lid van het bovenschools managementteam of een collega-directeur. Deze doen een voordracht aan het bevoegd gezag.
11.
Taakbeleid
Zowel de leerkracht LA als de leerkracht LB heeft naast lesgevende taken, taken in het kader van taakbeleid. Aan de hand van het jaarplan bepaalt de directeur de uit te voeren taken in het komende schooljaar. Verdeling in taken zal naar niveau worden toebedeeld aan een leerkracht LA of een leerkracht LB, zodat de doelstellingen in het jaarplan worden gerealiseerd. Van de leerkracht LB zal nadrukkelijk meer gevraagd worden op beleidsniveau en/of op het gebied van zijn of haar specialisme. a - april 2010
9
Dit krijgt vorm door binnen de school te werken met een beleidsontwikkelteam, waar de leraar LB en de directeur deel van uitmaken.
12.
Mobiliteit
Per 1 augustus 2014 moet per school minimaal 30% van de leerkrachten in een LBfunctie zijn benoemd. Zoals is vastgesteld bij de promotieprocedure krijgen eerst leerkrachten de mogelijkheid om op de eigen school te solliciteren naar de functie leerkracht LB. Is de invulling van de LB-functie(s) vanuit het eigen team niet gerealiseerd, dan wordt de LB-functie bestuursbreed opengesteld. Als binnen het team de doorstroom van een leerkracht LA naar een LB-functie niet succesvol is verlopen, zal een leerkracht LA moeten mobiliseren om de benoeming van een leerkracht in een LB-functie mogelijk te maken. De vastgestelde formatie op schoolniveau en bestuursniveau is en blijft namelijk uitgangspunt en wordt niet overschreden. Conform het mobiliteitsbeleid zal de directeur eerst binnen zijn team informeren of er een leerkracht op een andere school binnen het bestuur wil gaan werken, rekening houdend met de plaats die is opengevallen. Dit is de vrijwillige mobiliteit. Is er geen vrijwilliger beschikbaar, dan ontstaat verplichte mobiliteit waarbij de directeur de taak heeft een personeelslid aan te wijzen voor onvrijwillige overplaatsing op basis van het afspiegelingsbeginsel.
13.
Bekwaamheidsdossier
Het bekwaamheidsdossier is volgens de wet op de Beroepen in het Onderwijs (wet BIO) een instrument voor de kwaliteit van de leraar. De scholen van O2A5 willen dit ook als een kwaliteitsimpuls inzetten bij de realisering van de functiemix. Leraren van O2A5 tonen met hun bekwaamheidsdossier vanaf 2010 aan of aan de promotiecriteria voor een andere, hogere leraarsfunctie wordt voldaan. Hiermee wordt nadrukkelijk aan de leraar een actieve rol gegeven. Daarnaast kunnen leraren hiermee hun professionele ontwikkeling vastleggen. Alle leraren binnen de scholen van O2A5 vullen vanaf 2010 hun bekwaamheidsdossier. De verantwoording hiervan vindt plaats tijdens het functionerings- of beoordelingsgesprek. In het bekwaamheidsdossier worden de volgende aspecten opgenomen. 1. Diploma’s, getuigschriften, (EVC)certificaten 2. Akte van benoeming 3. Loopbaanbeschrijving, curriculum Vitae(CV) 4. Functieomschrijving 5. Verslagen van diverse gesprekken( Functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken, voortgangsgesprekken) 6. Verslagen van klassenbezoeken 7. POP (persoonlijk ontwikkelplannen) 8. Competentiescan 9. Eigen aantekeningen 10. Normjaartaak
a - april 2010
10
De leraar is eigenaar van het bekwaamheidsdossier en verantwoordelijk dat dit wordt onderhouden. De directies van de beide scholen van O2A5 gaan de professionele ontwikkeling van leraren faciliteren middels het scholingsbeleid.
14.
Scholing en professionalisering in dienst van de functiemix
Scholingsbeleid Veranderend onderwijs heeft sterke behoefte aan bij- en nascholing. Het voeren van scholingsbeleid moet vanzelfsprekend zijn in een professionele schoolorganisatie en is een belangrijk onderdeel van goed personeelsbeleid. De directeuren binnen O2A5 hebben het verzoek neergelegd om kaders te formulieren voor het scholingsbeleid. In 2008 is het scholingsbeleid vastgesteld en dit wordt nu in de praktijk toegepast. Dat betekent dat de ontwikkelingsdoelen door de school in het jaarplan zijn vastgesteld. De benodigde professionalisering wordt in teamverband en op individueel niveau gerealiseerd. Een zorgvuldige afweging tussen de professionele ontwikkelingswensen van de werknemer en de ontwikkelingsdoelen van de organisatie vindt plaats tijdens het functioneringsgesprek. De uitkomst wordt vastgelegd in het Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP). Strategisch beleidsplan Met de ontwikkeling van het meerjarig strategisch beleidsplan O2A5 zijn belangrijke strategische beleidskeuzes geselecteerd. Er is geformuleerd wat we willen bereiken, hoe we dit gaan doen en wanneer we tevreden zijn. Onder meer is de volgende keuze gemaakt. Professionalisering van mens èn organisatie is dé uitdaging die zal worden aangegaan. Op alle niveaus binnen O2A5 moet leren centraal staan. In de periode 2010-2013 wordt een breed scholingsaanbod aangeboden. Leerkrachten kiezen niet vrijblijvend hun nascholing uit het aanbod van de regio academie en O2A5, maar gerelateerd aan O2A5-beleidsterreinen en schoolspecifieke ontwikkelingsvragen en persoonlijke groei. Ook wordt gekozen om in de periode 2010-2011 leerkrachten binnen O2A5 de mogelijkheid te bieden om kennis te delen door het ontwikkelen van kenniskringen, geleid door specialisten van O2A5. (bron: Bij de tijd 2010-2013, Strategisch Beleidsplan O2A5) Scholing in dienst van versterking onderwijs kwaliteit De juiste scholing levert een bijdrage aan de ontwikkeling van individuele competenties. Door de juiste scholing kan tegelijkertijd worden ingespeeld op de ontwikkelingen in het onderwijs, zowel onderwijsinhoudelijk als gericht op een mogelijk nieuwe functie. De reeds doorlopen ontwikkeling ten aanzien van scholing binnen O2A5 leidt tot de introductie van het bekwaamheidsdossier. Met bekwaamheidsdossier toont de werknemer aan dat de bekwaamheid wordt bijgehouden en wordt de professionele ontwikkeling vastgelegd. De invulling van het strategisch beleidsplan O2A5 in het kader van scholing dient de verbetering van de onderwijskwaliteit en het verwerven van compententies en
a - april 2010
11
bekwaamheden van leerkrachten. Met de ontwikkeling van het instrument Functiemix ontstaat eveneens de mogelijkheid door te groeien naar leerkracht LB.
15.
Evaluatie beleid functiemix
Gedurende de periode 2010 tot en met 2014 vindt er jaarlijks een overleg plaats met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad om dit beleid te evalueren en zonodig bij te stellen. Er wordt geëvalueerd op de volgende punten: 1. de cijfermatige doelstellingen voor de te behalen percentages LB-functies; 2. het functiebouwwerk; 3. de promotiecriteria; 4. de promotieprocedure; 5. de investering in scholing en professionele ontwikkeling van de leraren.
16.
Literatuur en beleidsstukken
1. 2.
CAO voor het primair onderwijs Rapport nulmeting functiemix, VOS/ABB Consulting, september 2009
a - april 2010
12
17.
Bijlage: Voorbeelden van aanvullende opleidingen
Post-HBO-opleiding Coördinator taal De opleiding heeft als doel leerkrachten uit de basisschool te scholen voor de taak van Coördinator Taal in de eigen school of bovenschools. Door een van de teamleden deze taak te laten vervullen wordt beoogd de kwaliteit van het taalonderwijs op de school t Post-hbo opleiding Rekencoördinator Als leerkracht in het basisonderwijs heeft u affiniteit met het vak rekenen. Steeds meer blijkt u binnen uw organisatie daarop ook aangesproken te worden. U zou eigenlijk best meer met dit vak binnen uw school willen doen: beleid uitzetten zodat het rekenonderwijs in het geheel op een hoger plan komt. Dit aan te sturen en te coördineren ziet u als een uitdaging. De Rekencoördinator kan een wezenli Post-hbo opleiding Bouwcoördinatoren (Management Ontwikkeltraject 1) U wilt uw kennis en vaardigheden uitbreiden op het terrein van het middenmanagement. Of: u bent of wordt (bouw-)coördinator bij u op school en vindt het belangrijk voldoende toegerust te zijn voor het leiding geven aan anderen. Of: u zoekt een opleiding waarin u samen met anderen uw ervaring kunt delen en van die van anderen kunt leren. Master Leren & Innoveren Wilt u als leraar een voortrekkersrol vervullen om onderwijs te vernieuwen en te verbeteren? Dan is de Master Leren & Innoveren iets voor u. De Master Leren & Innoveren is bedoeld voor uitstekende leraren die hun bekwaamheid willen verdiepen. De opleiding is voor zowel leraren uit het primair en voortgezet onderwijs als leraren uit de beroeps- en volwasseneneducatie. Voorwaarde 2 jaar werkervaring Informatieadviseur onderwijs en ICT Nu is het moment aangebroken om ICT daadwerkelijk in het onderwijs te implementeren. Dit proces vindt niet vanzelf plaats, maar moet planmatig aangestuurd worden door een professional binnen de school. Te vanzelfsprekend wordt dan altijd gedacht aan de ICTcoördinator. Echter, om het veranderings- en implementatieproces goed uit te stippelen, te leiden, collega’s op de werkplek te coachen en ICT-g Coaching in het Onderwijs In veel beroepsgroepen is het coachen van medewerkers een gebruikelijke vorm om professionals te ondersteunen in hun ontwikkeling. De laatste jaren groeit ook in het onderwijs het besef dat coaching een zeer waardevol instrument is om de medewerkers en dus de organisatie verder te professionaliseren. Master Pedagogiek U bent in het bezit van een Onderwijsbevoegdheid in en PO, VO, werkzaam in het PO, VO of het beroepsonderwijs en overweegt uw loopbaan een nieuwe impuls te geven. Dan is dit een uitstekend moment om aan de masteropleiding Pedagogiek te beginnen. Met name de differentatie Leren & Innoveren biedt de mogelijkheid tot verdieping en verbreding om op basis daarvan uw loopbaan een nieuwe impuls te geven. Master Special Educational Needs (Master SEN) Wilt u zich ontwikkelen als professional in ‘passend onderwijs´? Kies dan voor de master Special Educational Needs. We bieden de leerroutes voor remedial teachers, zorgcoördinatoren, dyslexiespecialisten, specialisten zeer moeilijk lerende/opvoedbare leerlingen, autismespecialisten en coaches. a - april 2010
13
Opleiding tot Gedragsspecialist in het Primair Onderwijs - Behandeling Op basis van hetgeen geleerd is in de Opleiding tot Gedragsspecialist – Diagnose bekwaamt u zich in deze eenjarige opleiding in het opzetten en uitvoeren van handelingsplannen, gebaseerd op de individuele hulpverleningstheorie die voor het kind is opgesteld. Daartoe verdiept u zich in verschillende methoden van behandeling, gericht op het denken, voelen en doen. Het toepassen van de bijbehorende, veelal uitgebreide behandelingstechnieken maakt u zich meester. Professionalisering en ondersteuning van collega’s in de school komt nadrukkelijk naar voren. In combinatie met het certificaat Gedragsspecialist - Diagnose geeft het certificaat van deze opleiding recht op het certificaat Gedragsspecialist in het Primair Onderwijs. Master Leren en Innoveren Vernieuwing in de school vindt plaats in een gezamenlijk leerproces. Om dit leerproces te initiëren en te leiden, zijn bijzondere kwaliteiten nodig. De MLI is bedoeld voor talentvolle, excellente leraren die in de scholen een voortrekkersrol willen vervullen. Als voortrekker ben jij een inspiratiebron voor collega’s en een aanspreekpunt voor het management van de school. Lees meer op website www.lereneninnoveren.nl De masteropleiding Gedragsspecialist In de master Gedragsspecialist doet u kennis op van sociaal-emotionele ontwikkeling, gedragssproblematiek en psychopathologie. Dit stelt u (nog) beter in staat oplossingen te bedenken voor lastige situaties. U leert nadrukkelijk te kijken naar competenties en naar wat er wel goed gaat/ging in de (onderwijs-)situatie van de leerling. Post HBO opleiding ICT-coördinator U verwerft tijdens deze opleiding competenties met betrekking tot: Advisering over ICT op de school aan de directie/het bestuur. Onderwijsinhoudelijke ondersteuning van leraren. Management en organisatorische vaardigheden die nodig zijn voor het opzetten, uitvoeren en evalueren van ICT-projecten op de school. Alle competenties richten zich op de onderwijsinhoudelijke doelstelling van ICT-gebruik Master Onderwijswetenschappen De masteropleiding Onderwijswetenschappen is speciaal bedoeld voor mensen die werkzaam zijn in het onderwijs. Het combineren van studeren en werken wordt optimaal ondersteund door het tijd-, en plaatsonafhankelijk onderwijs van de Open Universiteit. U professionaliseert u zelf en levert een kwalitatieve bijdrage aan het onderwijs van uw instelling.
BRON: http://www.zoekso.nl
a - april 2010
14