Abalos & Herreros Architecten, Madrid 30.04 - 20.06.2004
Projecten
Gratis tentoonstellingsgids Nederlands / Français / English
Introductie
De tentoonstelling van het in 1984 opgerichte architectenbureau van Inaki Abalos (°1956) & Juan Herreros (°1958) kadert in een eerder stedenbouwkundige context en presenteert een interventie en recente projecten. Door de fascinatie voor massacultuur, industriële technologie, landschappelijke topologie en artificiële fenomenen situeren hun projecten zich vaak tussen twee uitersten: een hybride programma en een pragmatische duurzaamheid. Net zo uiteenlopend zijn ook hun gepresenteerde recente realisaties waaronder een recyclagepark (Valdemingomez-Madrid, 1999), een administratief complex voor een universiteit (Badajoz, 2001), een huis voor een kunstenaar met annex atelier (Villanueva de la Canada-Madrid, 1996-2002), een openbare bibliotheek (Usera-Madrid, 2002) of een sportcomplex (Retiropark, Madrid, 2003). Eind april 2004, wanneer hun tentoonstelling in deSingel staat, zal hun tot nu toe grootste project gerealiseerd zijn, het kust- en ecopark 'Forum' in Barcelona, een onderdeel van een masterplan waarvoor onder anderen Herzog & de Meuron (congrescentrum) en Jean Nouvel (hoteltoren) een bijdrage leverden. Kenmerkend voor de praktijk van Abalos & Herreros is hun interesse in en engagement voor theorievorming. Als auteurs tekenden zij voor meerdere publicaties waaronder ‘Le Corbusier, Skyscrapers’ (Madrid, 1987), ‘Tower & Office. From Modernist Theories to Contemporary Practice’ (Massachussets, 1992) en ‘Natural-Artificial’ (Madrid, 1999). Zij waren gastdocenten aan onder meer Columbia University New York (1995), Architectural Association Londen (1998), Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (1998) en de School of Architecture aan de Princeton University (2004).
1
Introduction
Introduction
L’exposition du bureau d’architectes fondé en 1984 par Inaki Abalos
The exhibition of the work of the architects’ firm set up by Inaki Abalos
(°1956) & Juan Herreros (°1958) cadre dans un contexte d’urbanisme
(b. 1956 and Juan Herreros (b. 1958) in 1984 is set against the back-
antérieur et présente une intervention et des projets récents. De par leur
ground of an earlier urban planning context and presents a spatial instal-
fascination pour la culture de masse, la technologie industrielle, la topolo-
lation and several recent projects. As a consequence of their fascination
gie des paysages et les phénomènes artificiels, leurs projets se situent
for mass culture, industrial technology, landscape topology and artificial
souvent entre deux extrêmes : un programme hybride et une durabilité
phenomena, their projects lie between two extremes: a hybrid pro-
pragmatique. Les réalisations récentes qu’ils présentent sont tout aussi
gramme and a pragmatic sustainability. The recently built projects pre-
disparates : elles comprennent notamment un parc de recyclage
sented here certainly demonstrate this diversity: a recycling centre (
(Valdemingomez-Madrid, 1999), un complexe administratif pour une uni-
Valdemingomez, Madrid, 1999), an administrative complex for a universi-
versité (Badajoz, 2001), une maison d’artiste avec un atelier (Villanueva
ty (Badajoz, 2001), a house for an artist with a studio annex (Villanueva
de la Canada-Madrid, 1996-2002), une bibliothèque publique (Usera-
de la Canada, Madrid, 1996-2002), a public library (Usera, Madrid, 2002)
Madrid, 2002) ou un complexe sportif (Retiroparc, Madrid, 2003). Fin
and a sports complex (Retiro Park, Madrid, 2003). In late 2004, while
avril 2004, au moment où leur exposition sera présentée à deSingel, ils
their exhibition is on at deSingel, their largest project to date will be com-
auront terminé le plus grand projet qu’ils aient réalisé jusqu’à présent, à
pleted: the Forum coastal and ecological park in Barcelona, part of a
savoir l’éco-parc côtier « Forum » à Barcelone, qui fait partie d’un plan
master-plan to which Herzog & Meuron (congress centre) and Jean
directeur auquel ont notamment contribué Herzog & de Meuron (centre
Nouvel (hotel tower) and others have also contributed. A characteristic of
de congrès) et Jean Nouvel (tour d’hôtel). La pratique d’Abalos &
Abalos & Herreros’ method is their interest in and commitment to the
Herreros est caractérisée par leur intérêt pour la théorisation et leur enga-
formulation of theory. They are the authors of several publications includ-
gement dans ce domaine. En tant qu’auteurs, ils ont signé de nombreu-
ing Le Corbusier, Skyscrapers (Madrid, 1987), Tower & Office. From
ses publications, parmi lesquelles on compte « Le Corbusier, Skyscrapers
Modernist Theories to Contemporary Practice (Massachusetts, 1992) and
» (Madrid, 1987), « Tower & Office. From Modernist Theories to
Natural-Artificial (Madrid, 1999). They have been visiting lecturers at
Contemporary Practice » (Massachussets, 1992) et « Natural-Artificial »
Columbia University in New York (1995), the Architectural Association in
(Madrid, 1999). Ils ont été professeurs invités à, notamment, la Columbia
London (1998), the Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (1998) and
University de New York (1995), l’Architectural Association de Londres
the School of Architecture at Princeton University (2004), among others.
(1998), l’Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (1998) et la School of Architecture de l’Université de Princeton (2004).
2
3
Projecten / Projets / Projects
1)
Kust Park Forum 2004 Bouwplaats Barcelona Realisatie 2000-2004 Opdrachtgever Infrastructures 2004 (P+C+P+A), Ajuntament de Barcelona Architecten Iñaki Abalos, Juan Herreros, Pablo Martínez Capdevila en Renata Sentkiewicz, Wouter van Daele, Mario Pascual, Pablo Puertas, David Sobrino, Roger Subirà, Irene Zúñiga ism. Albert Oehlen (kunstenaar) Oppervlakte 117.800 m 2 Project
De verbrandingsinstallatie maakt deel uit van een publiek park dat op zich een onderdeel is van het Forum 2004-complex. In het park vinden we diverse installaties die allemaal te maken hebben met recyclageprocessen (afvalcollector, afkoelingspijplijn voor de verbrandingsoven, rioleringscollector, verwarmingsinstallatie en koelcentrale). Het geheel dat zo ontstaat is een geconstrueerd gemengd landschap, dat in onze visie een uitdrukking is van de culturele complexiteit die vandaag typerend is voor de begrippen natuur en publieke ruimte. Het complex van het Ecopark van de Middellandse Zee bestaat uit een grote hal met airconditioning, gebouwd op basis van een spiraalvormige stalen structuur met daarbovenop een systeem van galerijen voor rondleidingen en een servicegebouw met kantoren, een zaal voor lezingen over ecologie en een tentoonstellingscentrum waar het proces van energieproductie in het Ecopark uitgelegd wordt. Niet alleen het programma – over recycling en over eco4
logische gevoeligheden – maar ook het ontwerp van de constructie – met een diversiteit aan recycleerbare industriële materialen, geminimaliseerde details, groene daken, energetische zelfvoorziening – en het parallelle programma – tentoonstellingscentrum, aula, panoramisch platform … - maken van het geheel een publiek onderzoeksproject naar duurzaamheid en het daarbij horende overwogen gebruik van infrastructuur. Onze strategie voor het geplande complex (park en verbrandingsoven voor het Ecopark) vertrekt voor een deel van een actualisatie van technieken van landschapsvormgeving, waarbij we zoeken naar toenadering en identificatie tussen architecturale constructies en de constructie van een park. Daarbij ligt het voor de hand om gebruik te maken van hybride technologie, om bij de perceptie van het complex kinesthetisch en sequentieel te werk te gaan. Een meervoudige en ingewikkelde ervaring waar de natuurlijke componenten (zee, wind, strand, zon, grasvelden, duinen, heuvels, aanplantingen) ingezet worden als constructiemateriaal en waar de verschillende artificiële componenten geografische ‘accidenten’ vormen, zodat alles zijn articulatie vindt in een systeem van circulatie en rust dat het complex doorkruist en verbindt met de stad, de Middellandse Zee en het reeds bestaande industriële landschap. L’incinérateur fait partie d’un parc public qui est lui-même un élément du complexe Forum 2004. Le parc abrite diverses installations qui sont toutes destinées à des processus de recyclage (collecteur de déchets, système d’incinération et de refroidissement, collecteur d’égout, centrale de chauffage et de refroidissement). Le conglomérat qui en résulte forme un paysage varié, que nous considérons comme une expression de la complexité culturelle acquise aujourd’hui par les notions de nature et de sphère publique.
5
Le complexe de l’Eco Parc de la Méditerranée est constitué d’un grand
sensibilities – but also the constructive design – element made of recycla-
hall climatisé avec une structure vissée en acier, superposé d’un système
ble industrial materials, minimized details, green roofs, energetic self-suf-
de galeries destiné aux visites guidées, et d’un bâtiment de service abri-
ficiency – and the parallel programme – exhibition centre, auditorium,
tant des bureaux, une salle de conférences sur l’environnement et un
viewing platform, etc. -- turn the project into a public investigation into
centre d’exposition expliquant le processus de production de l’Eco Parc.
sustainability and its ‘political’ use of the infrastructures.
Le programme – lié au recyclage et aux nouvelles sensibilités écologiques
Our strategy for the parts of the projected complex (park and incinerator
– mais aussi le plan de construction – matériaux industriels recyclables
in the Eco Park) stems partly from an actualization of landscaping tech-
modulaires, détails réduits au minimum, toits verts, autosuffisance éner-
niques, looking for an approximation and identification between architec-
gétique – et le programme parallèle – centre d’exposition, aula, plate-
tural constructions and the construction of a park which gives a bonus to
forme d’observation … – font du projet une investigation publique sur le
the use of hybrid technologies as well as the kinesthetic and sequential
développement durable et l’utilisation « politique » des infrastructures.
organisation of the perception of the complex. A multiple and intricate
Notre stratégie pour le projet du complexe (parc et incinérateur de l’éco-
experience where the natural components (sea, wind, beach, sun, lawns,
parc) se base en partie sur une actualisation des techniques paysagères et
dunes, hills, plantations) are used as construction materials and where the
essaie d’obtenir une approximation et une identification entre les cons-
different artificial components form geographic accidents, articulating
tructions architecturales et la construction d’un parc, en favorisant l’utili-
everything by means of a system of circulation and rest which crosses the
sation de technologies hybrides ainsi que l’organisation cinesthésique et
complex linking it to the city, the Mediterranean and the existing industri-
séquentielle de la perception du complexe. Une expérience multiple et
al landscape.
d’une grande complexité où les composantes naturelles (la mer, le vent, la plage, le soleil, les pelouses, les dunes, les collines, les plantations) sont utilisées en tant que matériaux de construction et où les différentes com-
2)
posantes artificielles forment des accidents géographiques, le tout étant
Project
articulé par un système de circulation et de repos qui traverse le complexe
Bouwplaats
et le relie à la ville, à la Méditerranée et au paysage industriel préexistant. The incinerator forms part of a public park which by itself is a piece of the Forum 2004 complex. The park houses various installations which all deal with recycling processes (waste collector, incinerator cooling pipeline, sewer collector, area heating and cooling plant). The resulting conglomerate is the construction of a mixed landscape, which we take to be an
Openbare Bibliotheek Usera / Madrid Realisatie 1995-2003 Opdrachtgever Comunidad de Madrid Architecten Iñaki Ábalos, Juan Herreros, Ángel Jaramillo en Rocío Rein, Pablo Puertas, Miguel Kreisler ism. Peter Halley (kunstenaar) Oppervlakte 4.120 m 2
expression of the cultural complexity that the notions of nature and the public sphere have acquired today. The Mediterranean Eco Park complex is formed by a big air-conditioned hall built from a screwed steel structure superimposed by a system of galleries for guided visits and a service building which contains offices, environmental lecture room and an exhibition centre in which the energy producing process in the Eco Park is explained. Not only the programme – associated to recycling and new ecological 6
Een competitie gewonnen met het voorstel van een openbare bibliotheek in de vorm van een toren. Dat is ongetwijfeld een weinig orthodoxe opstelling en een signaal van de culturele identiteit van de omgeving. De gangen, de grote hoogtes en de halfduistere sfeer beheersen de vibraties van het licht dankzij een donke7
re vloer, gesatineerde plafonds en behangpapier dat door Peter Halley ontworpen is. In het meubilair is verlichting ingebouwd, en enkele “scheuren“ in de gevel fragmenteren de relatie met de saaie omgeving tot kleine panorama’s, waardoor die omgeving opnieuw gecomponeerd wordt en ook weer interessant wordt. De essentiële les die we leren in deze voorstadzones, met hun culturele diversiteit en hun bruisende stroom van radicale transformaties, helpt ons bij het definiëren van de architectuur voor nieuwe projecten die een sterke impact moeten hebben op hun omgeving.
3)
Recyclagepark Valdemingomez / Madrid Realisatie 1996-1999 Opdrachtgever Vertresa-RWE Process y Ayuntamiento de Madrid Architecten Iñaki Ábalos, Juan Herreros, Ángel Jaramillo en Aurelie Beriot, Ángel Borrego, Cristina Díaz, David Franco, Auxiliadora Gálvez, Rafael Hernández, Efrén García-Grinda, Pablo Martínez, Carmen Izquierdo Oppervlakte 15.000 m 2 Project
Bouwplaats
Un concours remporté grâce au projet d’une bibliothèque publique en forme de tour. Il s’agit là sans aucun doute d’un agencement peu orthodoxe et d’un signal de l’identité culturelle du voisinage. Les halls, les grandes hauteurs et l’atmosphère de semi obscurité contrôlent les vibrations de la lumière grâce à un sol sombre, à des plafonds satinés et à un papier peint conçu par Peter Halley. Les meubles diffusent une lumière artificielle et des « fissures » dans la façade fragmentent la relation avec un environnement maussade en petites vues qui permettent de recomposer un monde intéressant. L’essence que l’on apprend dans ces périphéries urbaines, marquées par la diversité culturelle et vibrantes de transformations radicales, nous aide à définir l’architecture de nouveaux projets qui doivent avoir un grand impact sur leur environnement. A competition won with the proposal of a public library in the shape of a tower. Without doubt this is not a very orthodox arrangement and is a signal of the cultural identity of the neighbourhood. The halls, the great heights and the atmosphere of semidarkness control the vibrations of the light thanks to a dark floor, satinated ceilings and wallpaper designed by Peter Halley. The furniture provides artificial light and some ‘cracks’ in the facade fragmentize the relationship with a dim environment into small views which recompose an interesting world. The essence learned from these urban peripheries, culturally diverse and where radical transformations throb, helps us to define the architecture of new projects in need of a high impact in their environment. 8
Het project maakt deel uit van een aantal initiatieven die bedoeld zijn om een rationeel systeem van afvalbehandeling en -recyclage te ontwikkelen, waarbij ook de gesloten stortplaats geïntegreerd wordt binnen het toekomstige Regionale Park Zuidoost, een van de meest aantrekkelijke projecten van de stad om de sociale en ecologische verschillen tussen noord en zuid te herstellen. Het recyclagepark bestaat uit een heterogeen complex voor afvalselectie en -verwerking, opslagruimte, ateliers en kantoren, allemaal onder een immens groen hellend dak, dat een echo is zowel van de gravitationele aard van het proces als van de oorspronkelijke heuvelflank waarop het gebouw staat, een heuvelflank die 'hersteld’ wordt door de geproduceerde compost te gebruiken. Het volume is omhuld door gerecycleerd polycarbonaat, wat de verschillende elementen van het proces tot een eenheid brengt. Het bevat ook een museumzone met een tentoonstelling die mensen moet aanzetten tot milieubewustzijn. 9
Het groene dak, het polycarbonaat, de lichtgewicht boutenstructuur en de afwerking van de binnenruimte manifesteren die geest. Deze manier van bouwen laat zien dat er vandaag een grotere ecologische betrokkenheid mogelijk is door gebruik te maken van technieken die op de markt verkrijgbaar zijn. Ten slotte zijn er twee complementaire constructies, een voor de verwerking van organisch afval, en het andere voor de controle en het wegen van de vrachtwagens die het terrein oprijden. De twee constructies zijn opgevat als industriële entiteiten die in dialoog gaan met de schaal en de specificiteit van het landschap. Het basisconcept is de aanpassing van het algemene systeem aan de technische en landschappelijke vereisten. De installatie heeft een levensduur van 25 jaar. Na die tijd kan ze omgebouwd worden tot een voorziening voor het Regionale Park, of ze kan worden ontmanteld en de onderdelen gerecycleerd.
me de construction qui témoigne de l’engagement environnemental plus important qui peut être obtenu de nos jours en utilisant les techniques disponibles sur le marché. Le bâtiment se complète de deux autres constructions, l’une destinée à l’élaboration de composés issus de déchets organiques, et l’autre destinée au contrôle et à la pesée des camions qui pénètrent dans l’enceinte. Ces constructions ont toutes deux été traitées comme des entités industrielles qui entrent en dialogue avec l’échelle et la singularité du paysage, en ce sens que le système général a été adapté à ses responsabilités techniques et paysagères. L’installation a une durée de travail de 25 ans. Ensuite, elle pourra être recyclée en équipements pour le Parc Régional ou être démantelée en recyclant ses composantes. The project forms part of a series of interventions intended to arrive at a rational system for treating and recycling rubbish, as well as at the incorporation of the closed tip within the future Southeast Regional park, one of the most attractive ventures of the city for redressing the social and environmental differences between north and south. The recycling plant brings together a heterodox rubbish selecting and processing complex, storage, workshops and offices, all beneath a vast
Le projet fait partie d’une série d’interventions visant à développer un système rationnel de traitement et de recyclage des déchets, ainsi qu’à l’incorporation de la décharge fermée dans le futur parc Régional du Sudest, un des projets les plus attrayants de la ville pour réduire les différences sociales et environnementales entre le nord et le sud. Le centre de recyclage réunit un complexe hétérodoxe de sélection et de traitement des déchets, des entrepôts, des ateliers et des bureaux, tous abrités sous un grand toit incliné de couleur verte qui fait écho à la nature gravitationnelle du processus ainsi qu’au flanc de coteau original sur lequel il repose, un flanc de coteau « recréé » en utilisant le composé produit.
green inclined roof which echoes the gravitational nature of the process as well as the original hillside on which it sits, a hillside ‘put back’ by making use of the compound produced. Its volume is wrapped in recycled polycarbonate, which unifies the different programmes and incorporates a museum area with a display intended to encourage people’s environmental awareness. The green roof, the polycarbonate, the lightweight bolted structure and the set of interior facings manifest this spirit, forming a constructional system that shows the greater environmental commitment that can be currently obtained using techniques available on the market. The building is rounded off with two complementary constructions, one
Le volume est enveloppé de polycarbonate recyclé, qui unifie les différents programmes et inclut un espace muséal dont la présentation vise à encourager la conscience environnementale du public. Le toit vert, le polycarbonate, la structure légère boulonnée et les revêtements intérieurs sont une manifestation de cet esprit et forment un systè-
10
intended for the development of compounds from organic waste, and the second, the control and weighing of the lorries that enter the area. Both have been treated as industrial entities that dialogue with the scale and singularity of the landscape, which are understood to adapt the general system to its technical and landscaping responsibilities. 11
The facility has a working life of 25 years. After that time it can be recy-
The Gordillo Studio is a prismatic, serrated volume that occupies the
cled as an amenity for the Regional Park or be dismantled by recycling its
plot’s only available strip of land and minimizes its presence through the
components.
use of two materials, translucent polycarbonate and xerophilous plantings, which seek the best adaptation to the site, the programme and the client. Using this system, a semi-buried interior is constructed in which
4)
the light has been modeled as a solid, expansive material, the aim being
Studio Gordillo Bouwplaats Villanueva de la Cañada / Madrid Realisatie 1999-2002 Opdrachtgever Luis Gordillo en Pilar Linares Architecten Auxiliadora Gálvez Oppervlakte 328 m 2
to satisfy not only the specific demands of the workspace but also the
Project
creation of an agreeable atmosphere, as austere as it is sensual.
5)
Recyclage- en composteerpark Pinto / Madrid Realisatie 2001-2003 Opdrachtgever Consejería de Gestión y Desarrollo del Medio Ambiente, Comunidad de Madrid Architecten Iñaki Ábalos, Juan Herreros en Renata Sentkiewicz, Wouter Van Daele Oppervlakte 24.925 m 2 Project
Bouwplaats
Studio Gordillo is een prismatisch, zaagvormig volume dat de enige beschikbare strook land van de site bedekt, en het minimaliseert zijn aanwezigheid door het gebruik van twee materialen, doorschijnend polycarbonaat en droogteminnende planten, om optimaal tegemoet te komen aan de site, het project en de klant. Op basis van dit systeem ontstaat een semi-ondergronds interieur waarin het licht gemodelleerd wordt als een solide, expansief materiaal. De bedoeling is dat we zo tegemoetkomen aan de specifieke vereisten van de werkruimte maar ook een aangename sfeer creëren, streng en toch ook sensueel. Le Studio Gordillo est un volume prismatique et en dents de scie qui occupe la seule bande de terre disponible du lieu et minimise sa présence par l’utilisation de deux matériaux, le polycarbonate translucide et les plantations xérophiles, afin de s’adapter au mieux au site, au programme et au client. Sur base de ce système, un intérieur à demi souterrain a été construit, dans lequel la lumière a été modelée comme un matériau solide et expansible, le but étant de satisfaire non seulement aux demandes spécifiques de l’espace de travail, mais également de créer une atmosphère agréable, aussi austère que sensuelle.
12
Het voorgestelde (landschaps)architecturale project wil een unieke en specifieke identiteit creëren, een locatie herscheppen op basis van de drie elementen die het complex vorm geven: de natuurlijke omgeving, met zijn nadrukkelijk uitstekende punt; het artificiële milieu, door de architect gecreëerd; en de industriële processen van het sorteren en recycleren van afval die er deel van uitmaken. Met dat doel hebben we een synergetische opmaak van de individuele elementen voorgesteld, waarbij sommige op andere rusten, wat het effect geeft van wederzijdse afhankelijkheid en eenheid tussen het natuurlijke en het artificiële. Het complex zal het uiterlijk hebben van een uitstekende punt die het omringende vlakke land domineert, en zal bestaan uit twee complementaire hellingen: van op de autoweg zal het eruit13
zien als een natuurlijke heuvel die mensen aanlokt om erop te klimmen naar het Paviljoen dat het tangentieel bekroont. Van in het Paviljoen (een educatief centrum) zal men de oostelijke helling zien, een geleidelijk dalende reeks terrassen als stukjes van een mozaïektuin, die een landschap vormen dat artificieel is, symmetrisch en complementair aan het natuurlijke landschap, en dat men alleen vanuit deze positie zal kunnen ontdekken. Daaronder zullen verschillende verwerkingsvormen de natuurlijke topografie weerspiegelen én de topografie die door de architectuur gecreëerd werd, aangelegd als een lineair geheel van opeenvolgende terrassen, die een echo zijn van de gravitationele aard van het sorteer- en recyclageproces. Om die reden hebben we beslist dat het educatieve centrum niet gescheiden wordt van de andere installaties, maar veeleer boven op het proces komt te staan, zodat men dat proces kan lezen en begrijpen van de aanvoer tot de uiteindelijke opslag van de recycleerbare nevenproducten, in naadloze continuïteit met het bezoekersgedeelte en de natuurlijke omgeving.
cendant graduellement comme un jardin de mosaïque, formant un paysage artificiel, symétrique et complémentaire par rapport au paysage naturel, et que l’on ne peut voir que dans cette position. En dessous, les différentes formes de traitement reproduisent la topographie naturelle et architecturale, en une succession de terrasses linéaires faisant écho au caractère gravitationnel du processus de tri et de recyclage. Pour cette raison, il a été décidé de ne pas séparer le Centre d’Information des autres installations, mais plutôt de le placer au-dessus du processus de recyclage, ce qui permet de le lire et de le comprendre dans son entièreté, depuis la première opération de déchargement jusqu’à l’entreposage final des dérivés recyclables, le tout s’effectuant en parfaite continuité avec l’espace des visiteurs et l’environnement naturel. The architectural and landscaping project presented aims to create a unique and singular identity, a re-founding of the location based on the three elements that go to form the complex: the natural environment, with its emphatic promontory; the artificial environment created by the architecture; and the industrial processes of sorting and recycling the waste accommodated within it. To do this, a synergetic layout of the individual elements has been proposed, with some being supported by others, thus creating an effect of mutual need and natural/artificial unity. The complex will appear as a promontory that dominates the surrounding flatland, and will consist of two complementary slopes: from the highway it will appear as a natural hill inviting people to climb up and reach the
Le projet architectural et paysager présenté ici vise à la création d’une
Pavilion which tangentially crowns it. From inside the Pavilion (an
identité unique et singulière, une recréation du lieu basée sur les trois élé-
Orientation Centre) one will see the eastern slope, a set of terraces that
ments qui forment le complexe: l’environnement naturel, avec son pro-
gradually descend like bits of mosaic garden, forming a landscape that is
montoire marqué; l’environnement artificiel créé par l’architecture; et le
artificial, symmetrical and complementary to the natural one, which is
processus industriel de tri et de recyclage des déchets qui y est installé.
only to be encountered from that position. Below it, the various forms of
Pour ce faire, un agencement synergétique des éléments individuels a été
treatment will replicate the natural topography and that created by the
proposé, certains reposant sur d’autres, ce qui crée un effet de besoin
architecture, laid out in a linear organization of successive terraces that
mutuel et d’unité naturelle/artificielle. Le complexe prend la forme d’un
echo the gravitational character of the sorting and recycling process. Due
promontoire dominant la plaine environnante, et comprend deux pentes
to this, it has been decided not to separate the Orientation Centre from
complémentaires: depuis la grand route, l’ensemble apparaît comme une
the remaining installations, but rather to site it atop that process, thus
colline naturelle invitant les gens à la gravir pour rejoindre le Pavillon qui
allowing one to read and understand it from the first unloading opera-
la couronne, telle une tangente. Depuis l’intérieur du Pavillon (un Centre
tion to the final storing of the recyclable by-products obtained in seam-
d’Information), on peut voir la pente est, un ensemble de terrasses des-
less continuity with the visitors’ area and the natural setting.
14
15
6)
Administratief gebouw, Universiteit Extramadura Bouwplaats Mérida / Badajoz Realisatie 1999-2001 Opdrachtgever Consejería de Educación, Ciencia y Tecnología de la Junta de Extremadura Architecten Iñaki Ábalos, Juan Herreros, Ángel Jaramillo en Uriel Fogué, Jacob Hense, Renata Sentkiewicz Oppervlakte 4.071 m 2 Project
licht en de wind die van de Guadiana komen, een gebouw dat zijn eigenheid vindt doordat het via een gevoelige huid opgenomen wordt in zijn vriendelijke en schaduwrijke omgeving. Le bâtiment proposé est un volume de trois étages, de 15 mètres de profondeur et de 100 mètres de long, avec deux noyaux de communication verticaux surmontés de deux tourelles qui abritent les Bureaux des Départements, et avec un large toit réservé à la faculté d’enseignement. Cet agencement vise non seulement à conférer une flexibilité temporelle au programme administratif complexe, mais également à réorganiser l’espace universitaire qui doit être construit entre l’Avenida Vicente
Het voorgestelde gebouw is een volume van drie verdiepingen, 15 meter diep en 100 meter lang. In twee verticale verbindende schachten met bovenop twee torens, bevinden zich de kantoren van de departementen. Het weidse dak is gereserveerd voor het professorencorps. Deze layout wil niet alleen een flexibele oplossing bieden voor de complexe administratie van de universiteit, maar ook het campusgedeelte organiseren dat moet worden gebouwd tussen de Avenida Vicente Aleixandre en de Guadianastroom. Gezien de harde klimatologische condities is het gebouw ingepakt in een artificieel en natuurlijk dubbel scherm van aanpasbaar lattenwerk, omgeven door een kring van bomen (Ginkos Bilobas), waarbij het ene het andere nabootst qua kleur, en mettertijd ook qua schaal. In de twee torens op het dak bevinden zich relaxatieruimtes voor het onderwijzend personeel, ruimtes die uitgeven op een tuin waarrond een trainingsbaan loopt, zodat een openluchtzone gecreëerd wordt met uitzichten over het laagland van de Guadiana en over de stad. Het algemene doel is dat we een eenvoudig en waardig institutioneel gebouw creëren, uitgaande van een bepaalde gevoeligheid voor het 16
Aleixandre et le Fleuve Guadiana. Etant donné les dures conditions climatiques, le bâtiment est entouré d’un double filtre artificiel et naturel de treillis ajustables et d’arbres disposés en cercle (Ginkos Bilobas), les uns imitant les autres du point de vue de la couleur et, avec le temps, de l’échelle. Sur le toit, deux tourelles abritent des pièces de détente pour le personnel enseignant ; ces pièces donnent sur un jardin entouré d’une piste d’entraînement, un espace en plein air qui offre un panorama sur la plaine de la Guadiana et sur la ville. Le but général est de créer un bâtiment institutionnel simple et adapté qui se base sur une certaine sensibilité à la lumière et aux brises venant de la Guardiana, un bâtiment au revêtement sensible qui se confond avec un environnement charmant et ombragé. The proposed building is a three-storey volume, 15 metres deep and 100 metres long, with two vertical communication cores topped by two turrets which house the Departmental Offices, giving rise to an expansive roof reserved for the teaching faculty. Not only is this layout intended to resolve its complex administrative programme in a flexible way time-wise, but also to reorganize the university area due to be constructed between the Avenida Vicente Aleixandre and the River Guadiana. Given the hard climatic conditions, the building is wrapped in an artificial and natural dual filter of adjustable lattices surrounded by a ring of trees (Gingko Bilobas), each mimicking the other in colour and, with time, in scale. On the roof, two turrets house relaxation rooms for the teaching staff, rooms that open onto a garden surrounded by a training track, thus 17
creating an open-air area with views over the lowlands of the Guadiana and the city. The general aim is to create a simple and appropriate institutional building based on a certain sensitivity to the light and the breezes that come up from the Guardiana, a building resolved by means of a sensitive skin blending in with the amiable and shady surroundings.
7)
Sport paviljoen Retiro park, Madrid Realisatie 1995-2002 Opdrachtgever IMD. Instituto Municipal de Deporte, Ayuntamiento de Madrid Architecten Iñaki Ábalos, Juan Herreros, Ángel Jaramillo en Renata Sentkiewicz, Fermina Garrido Oppervlakte 664 m 2 Project
Bouwplaats
zijn geconstrueerd met latwerk en heggen. Het project wil deze referenties evenaren en zo een hedendaagse visie scheppen op het thema tuinpaviljoen, door een abstracte compositie te gebruiken met vegetatie die geleid wordt op een raster om het gebouw heen. De constructie zal dus een nieuw amalgaam zijn van natuurlijke en artificiële elementen, een plastische compositie die een karakteristieke identiteit zal geven aan dit deel van het park. En dessinant le plan du pavillon du Retiro Parc, nous avions à l’esprit l’image d’une plate-forme de trois mètres de haut environnée d’arbres et entourée de murs translucides qui contiennent un volume à demi souterrain abritant des bureaux, des vestiaires et des zones de rangement sur deux étages, ainsi qu’une salle de gymnastique d’une hauteur de deux étages, illuminée par le haut. Le système de réseaux métalliques proposé pour la façade ne sert pas seulement à protéger les installations, mais
Bij het ontwerpen van het paviljoen voor het Retiropark hadden we het beeld voor ogen van een drie meter hoog platform, omgeven door bomen en ingesloten door doorschijnende muren, met een uitgegraven volume voor kantoren, kleedkamers en opslagruimtes op twee verdiepingen, en een sportzaal over één verdieping, die dus een dubbele hoogte heeft en van boven verlicht wordt. Het systeem met metalen mazen dat we voorstellen voor de gevel moet niet alleen de verschillende voorzieningen beschermen maar ook de groei van vegetatie rondom mogelijk maken, die het hele complex zou omhullen. Bij deze opstelling kan het dak ofwel gebruikt worden als openluchtsportzaal, ofwel als tennisveld. We willen een beeld voortbrengen dat verwijst naar de plantaardige structuren die ontstaan zijn uit een lange traditie van tuinieren, vooral in het Retiropark, waar in het verleden schitterende ruimtes 18
permet également à la végétation de pousser tout autour du bâtiment, enveloppant l’ensemble du complexe. Cet aménagement permet d’utiliser le toit comme salle de gymnastique extérieure ou comme terrain de tennis. Notre volonté est de produire une image similaire à celle des structures de végétation issues d’une longue tradition de jardinage, tradition que l’on retrouve tout spécialement au Retiro Parc, où de magnifiques espaces ont été construits dans le passé avec des treillis et des haies. En visant une émulation par rapport à ces références, le projet a pour but de développer une vision contemporaine du thème du pavillon dans un jardin en utilisant une composition abstraite où la végétation se détache sur l’ossature du bâtiment. La construction est ainsi un nouvel amalgame d’éléments naturels et artificiels, une composition plastique qui confère une identité caractéristique à cette partie du parc. Designing the pavilion for the Retiro Park, we had an image of a threemetre-tall platform in mind, which was surrounded by trees and enclosed by translucent walls that contained an excavated volume for offices, changing rooms and storage zones on two storeys and the single-storey 19
gymnasium which thus had a double height and was illuminated from above. The proposed metal mesh system of the façade would not only provide protection for the facilities but also allow vegetation to grow all around, enveloping the whole complex. This arrangement allowed the roof to be used as either an outdoor gymnasium or a tennis court. We want to produce a similar image to those vegetated structures with a long tradition in gardening, especially in the Retiro Park, where magnificent spaces have been constructed in the past using trellises and hedges. Emulating these references, the project strives to create a contemporary vision of the pavilion theme in a garden by using an abstract composition with the vegetation outlined on the frame work. The construction will
in de stad Las Palmas: op een erg opvallend overgangspunt tussen het historische centrum en de twintigsteeeuwse stadsuitbreiding. Ons voorstel vermeldt ook dat een vorm die gegenereerd wordt door het distribueren van bouwbare volumes ertoe kan leiden dat een openbare plaats teruggeschonken wordt aan de stad. We zorgen voor een mix van publieke/ privé-toepassingen: woonzones – kantoren – bibliotheek – stedelijk informatiecentrum – parkeerplaatsen, die door zijn constructie een collectief gebeuren in de stad creëert.
thus be a new amalgam of natural and artificial elements, a plastic composition that will give a characteristic identity to this part of the park.
On nous réclame un espace urbain. Et aussi la singularité : une singularité dans la solidité et dans l’iconographie de l’objet, et une singularité dans le vide, qui contraste avec l’utilisation massive de l’espace, afin que le site
8)
Woermann puisse jouer un rôle nouveau sur l’Istmo, et afin que l’Istmo
Woerman Plein en toren Bouwplaats Las Palmas, Gran Canaria Realisatie 2001-2004 Opdrachtgever Ferrovial Inmobiliaria Architecten Iñaki Abalos, Juan Herreros en Joaquin Casariego, Elsa Guerra, i.s.m. Albert Oelen (kunstenaar) Oppervlakte 25.967 m 2
puisse jouer un rôle nouveau dans la ville.
Project
Ce projet, qui a eu une grande répercussion politique et publique, a été élaboré pour un concours international. Son intérêt réside dans sa situation géographique dans la ville de Las Palmas, en un lieu de transition très marqué entre le centre historique et les nouveaux quartiers du XXe siècle. Ce projet montre aussi qu’une forme générée par la distribution de volumes constructibles peut donner lieu à une place publique qui est un cadeau pour la ville. L’ensemble abrite un mélange d’éléments publics et privés : des résidences – des bureaux – une bibliothèque – un centre d’in-
De vraag is om een ruimte voor de stad te creëren. Men vraagt ons ook om uniekheid: een unieke soliditeit en iconografie van het object, en uniekheid van de leegte, in contrast met het gemassificeerde gebruik van ruimte, zodat de Woermannsite een nieuwe rol kan spelen op de landengte en de landengte op haar beurt een nieuwe rol kan spelen in de stad. Het gaat om een project met publieke en politieke repercussies, dat voortgevloeid is uit een internationale wedstrijd. Wat ons bij het verdedigen van ons voorstel bijzonder interesseerde, is de locatie van de projectsite
formations municipal – un parking ; sa construction donne lieu à un évé-
20
21
nement collectif pour la ville. A space for the city is required from us. And singularity is also required: singularity in the solid and in the iconography of the object, and singularity in the void, in contrast to the solidified use of space, so that the Woermann site can play a new role on the Istmo, and so that the Istmo can play a new role in the city. It is a project with public and political repercussions resulting from an international competition. Its interest to support this presentation lies in its placement in the city of Las Palmas in a heavily marked point of transition between the historic centre and its 20th-century expansions. It also
states that a shape generated by the distribution of buildable volumes
L’emplacement du site est impressionnant. Situé aux abords de San
can generate a public place as a present to the city. It houses a mix of
Sebastian entre le quartier de Sagüés et le mont Ulïa, c’est un endroit où
public/private programmes: residential – offices – library – municipal infor-
deux paysages – urbain et naturel – se rencontrent. Un toit de couleur
mation centre – car park, which creates by its construction a collective
verte abrite une plage d’hiver, des installations thermales et le rez-de-
event for the city.
chaussée d’un hôtel. Cinq tours d’usages divers traversent ce toit: un hôtel, des logements sociaux et la « Gallery of Wonders » (Galerie des Merveilles): un musée géomorphologique, une cage aux oiseaux géante,
9)
une école de plongée et une plate-forme d’observation. Un couloir ser-
Sagüés, de poort naar het Ulia park Bouwplaats San Sebastian Prijsvraag 2003 Opdrachtgever Ajuntament de Donisti – San Sebastian Architecten Iñaki Abalos, Juan Herreros en Reanta Sentkiewicz, Juanjo Gonzalez Oppervlakte 15.250 m 2
pente autour d’elles, reliant les tours entre elles par un impressionnant
Project
passage aérien qui prend fin à la « Gallery of Wonders » pour réapparaître quelques étages plus haut et relier la tour au poste d’observation des « Whalers » sur le mont Ulía. Un parc naturel a été créé sur le mont Ulía ; il descend jusqu’au toit vert de la plage d’hiver. The site’s location is impressive. Lying on the outskirts of San Sebastian, between the neighbourhood of Sagüés and Mount Ulïa, it forms a place
De locatie van de site is indrukwekkend. Ze ligt aan de buitenrand van San Sebastian, tussen de wijk Sagüés en de Ulíaberg, en twee landschappen komen er samen – het stedelijke en het natuurlijke. Onder een groen dak vinden we een winterstrand, thermische installaties en de benedenverdieping van een hotel. Uit het dak rijzen vijf torens omhoog met verschillende functies: hotel, sociale wooneenheden en de ‘Galerij der Wonderen’: een geomorfologisch museum, een reusachtige vogelkooi, een duikersschool en een uitkijkplatform. Een gang slingert zich om de torens heen en verbindt ze via een indrukwekkende loopbrug die uitkomt op de Galerij der Wonderen en enkele verdiepingen hoger weer te voorschijn komt en de toren verbindt met de observatiepost van de Walvisvaarders op de Ulíaberg. Op die berg is een natuurpark gecreëerd dat naar beneden toe tot aan het groene dak van het winterstrand reikt.
22
where two landscapes meet – the urban and the natural. Under a green roof, a winter beach, thermal installations and the ground floor of a hotel are combined. Through this roof rise five towers with different uses: hotel, social housing and the ‘Gallery of Wonders’: a geomorphological museum, a giant bird-cage, a diving school and a viewing platform. A passageway curls up around them, connecting the towers by an impressive skywalk which ends at the Gallery of Wonders, only to appear again several floors higher, connecting the tower with the Whalers’ lookout post on Mount Ulía. A natural park is created on Mount Ulía which extends downhill as far as the green roof of the winter beach.
23
7 Micromanifesten: Een Nieuw Naturalisme
1. Latente tuin. Het kan alleen als een puriteinse rest van de moderniteit worden gezien dat schoonheid tot op vandaag wordt voorgeschreven op basis van professionele argumenten. Het verlangen om een nieuwe notie van schoonheid te construeren, weg van de trucs waar we ons angstvallig mee blijven behelpen, is precies wat ons werk zin geeft, en wat ruimte schept om een overtuigend actieplan uit te denken. Als we dit uitgangspunt accepteren, zal ons eigen werk transformeren tot een bijzonder reisverslag. Daarmee kunnen we een mentale atlas opbouwen, een imaginaire geografie die iedere plek vanuit deze projectie kan belichten, waarbij het traditionele contextualisme wordt omgekeerd en stilaan, stap voor stap, een latente tuin vorm krijgt. Die visie herinnert misschien wel aan de picturale stroming die ondergronds nog steeds bij ons voortleeft in een reeks namen als Uvedale Price, Frederick Law Olmstedt, Le Corbusier, Bruno Taut, Burle-Marx, Lina Bo Bardi, Robert Smithson, Archigram, Cedric Price en anderen. De fusie tussen natuurlijk en kunstmatig, het opheffen van de disciplinaire grenzen van de architectuur, de kunst, de landschapsvormgeving en het denken, het organiseren van ervaringen als narratieve sequenties, het primaat van het visuele en van de beweging - ook in het immateriële en het onzichtbare de constructie van een publieke ruimte en van een architectuur die nieuwe gevoeligheden reflecteert; dat zijn allemaal ingrediënten die leiden tot een tuin die men ziet of niet ziet, maar zonder welke er geen nieuwe architectuur kan ontstaan maar enkel variaties. Architecten die die tuin willen creëren, hebben niet genoeg aan abstracte modellen en eigennamen, maar moeten ook aan een parallelle cartografie werken die hun projecten belicht door het veroveren van nieuwe
formele referenties, nieuwe symbolen, nieuwe woorden en technieken, die hen in staat stellen om achter zich te laten wat oud is en zijn noodzakelijke aantrekkelijkheid verloren heeft. De protagonist moet zijn/haar publiek opnieuw opbouwen, en de wereld die hij/zij nastreeft. Het reisverslag is samengesteld uit schetsen (werken en projecten), notities, geleende en originele ideeën, namen, beelden, conversaties, een veelheid aan materialen die tot reflectie aansporen en die onze eigen blik genereren. Het werk van de architect kan worden vergeleken met het werk van een tuinman: het kiezen van bepaalde soorten om ze op een georganiseerde manier te zaaien of planten, en daarna de tijd zijn werk goed laten doen.
24
25
2. Niemandsland – braakland / Zones zonder controle. De opheffing van de tegenstelling natuurlijk-kunstmatig die we op iedere schaal zien, vereist een werkplan dat neerkomt op het herdefiniëren via de architectuur van de plaats die de hedendaagse mens inneemt in de wereld. “Niemandsland” staat precies voor die zones waar we bij op een uitzonderlijke wijze een dubbelzinnige toestand aantreffen, een onnauwkeurige definitie in termen van publieke of natuurlijke ruimte. Deze zones hadden vroeger negatieve connotaties maar krijgen nu een nieuwe urbaniteit in de ogen van nieuwe sociale groepen, en ze worden nu ook in die zin gebruikt. Kijk naar het niemandsland voorbij de buitenste voorsteden, kijk naar de manier waarop bijna alle opkomende vormen van socialisatie binnen dat niemandsland geconstrueerd zijn, hoewel (of misschien net omdat) het gedereguleerde omgevingen zijn. De verleiding is groot om de vraag te stellen of ze misschien een metaforisch model bevatten, een bijna-model, dan wel
of we aan hun complement kunnen denken, het afbraakproces, want de term ”braakland” is op zich een fascinerend concept: land dat zijn eigenschappen verloren heeft naarmate de stad naderde, dat gesteriliseerd is alvorens de bezetting begon, maar dat ook een transcendente rol gekregen heeft binnen zijn nieuwe context. We vragen ons af of architectuur op dezelfde manier geconstrueerd zou kunnen worden. 3. Ecomonumentalisme. Het is de gewoonte om aan architectuur te denken in functie van de plaats, vanuit de opvatting dat daar de sleutel ligt om met een project van start te gaan. De laatste decennia zijn veel vormen ontwikkeld van verankering aan de plaats, van een benadering die berust op fenomenologische worteling (‘Anchoring’ is de titel van een belangrijke tekst van Steven Holl), via de invloed van Bergson in het werk van Moneo en het structuralistische effect van de ‘genus loci’ bij Aldo Rossi, tot opvattingen die ontstaan zijn bij de school van Frankfurt (Frampton en zijn contextualisme). De laatste jaren zijn we getuige van een belangrijke accentverschuiving: al maar vaker wordt iedere locatie bekeken als een landschap, hetzij natuurlijk hetzij kunstmatig, en het is niet langer een neutrale achtergrond waartegen sculpturale, artificiële, architecturale objecten min of meer zelfverzekerd afsteken. Het landschap is het belangrijkste aandachtspunt, de focus van de architect geworden. Op die manier, door het standpunt te veranderen, verliest het landschap zijn inertie en wordt het voorwerp van mogelijke transformaties; het landschap is nu ontwerpbaar en het kan artificieel worden. Tegelijkertijd zijn binnen de architectuur processen op gang gekomen - aanvankelijk nog diffuus – waarbij de 26
traditionele definities verloren gaan en waarbij er duidelijk groeiende interesse is voor het mee opnemen van een soort naturalistische voorwaarde, zowel in de geometrische en compositorische als in de bouwkundige planningsaspecten. Daarbij gaat men op zoek naar een leefmilieu-gevoeligheid en een formele complexiteit die beantwoorden aan de nieuwe waarden van onze tijd. De waarde van het project hangt af van de mate waarin het een compleet nieuwe beschrijving geeft van de plaats, en waarin het allereerst een topografie uitwerkt. Deze dubbele beweging van natuur naar project en van project naar natuur roept een ‘ecomonumentale’ conditie in het leven die onverbiddelijk verder gaat dan opportuniteitsargumenten, op een manier die anderen zonder aarzelen ‘de geest van de tijd’ zouden noemen, of ‘het verlangen van een periode’. 4. Wereldmateriaal. De artefact-stad waar we het over hebben, komt ons voor als een amalgaam, een tot dusver onbekend materiaal, een conglomeraat van natuurlijke, artificiële en immateriële elementen of stromingen dat tegelijkertijd poreus en vezelig is, met dichte, stabiele gebieden beladen met geheugen, en ook immense ongelezen gebieden zonder eigenschappen, bijna vloeibaar, samengesteld uit elementen die de band verbreken met de traditioneel nauwkeurige grenzen tussen natuurlijk en artificieel. Mochten wij modernistische architecten zijn, dan zouden we over deze stad denken in morele termen en een hervormingsbeleid voeren. Maar we vinden het veel meer nodig – en als u wilt veel nauwer aansluitend bij de architecturale praktijk – om een poëtisch substraat te vinden in dit magma, om het te begrijpen als iets dat ons uitnodigt 27
om te experimenteren met iets nieuws, iets anders dan dit materiaal; de opheffing van de tegenstelling natuurlijk-artificieel die we op elke schaal zien, vereist een werkprogramma dat niets anders is dan de herontdekking via de architectuur van de plaats van de hedendaagse mens in de wereld.
gaande transformatie van esthetische ideeën in harmonie met de kruisbestuiving tussen onze menselijke landschappen.
5. Hybride techniek, mestiesstijl. De gevoeligheid voor natuurgeoriënteerde benaderingen heeft de technische paradigmata beïnvloed, waarbij de interesse is verschoven van hightech-experimenten, ongetwijfeld een overblijfsel van de moderne geest, naar hybride modellen waar de nadruk is komen te liggen op de interactie tussen natuurlijke materialen – massief en energetisch inert - versus gesofisticeerde artificiële materialen, licht en energetisch actief – die zich makkelijk laten aanpassen aan variaties in de omgeving, en waarbij composietsystemen tot stand komen waar de eerstgenoemde zorgen voor het accumuleren en reduceren van uitwisseling, terwijl de laatstgenoemde fungeren als generatoren die energetische grondstoffen aanboren. Dit nieuwe technologische model houdt een verschuiving in van de aspecten van materiële organisatie – massaproductie, vereenvoudigde montage, tijd- en kostenoptimalisatie enz. – naar de rationele organisatie van de energie die verbruikt wordt bij het produceren en instandhouden van het gebouw. Die verschuiving stelt ons in staat om ‘systemen’ niet te concipiëren vanuit het perspectief van de coherentie en eenheid in de materialen, maar wel in termen van hun coherentie in verband met het leefmilieu. Dat opent de weg naar experimenten waarbij de coherente mengeling van heterogene materialen een nieuw visueel kenmerk wordt. Dat hybride materialisme impliceert een diep-
6 Een nieuwe natuurlijkheid. Paradoxale conclusie: een nieuwe natuurlijkheid zonder natuurlijke referenties. Hoe is het gebruik van het begrip ‘natuurlijk’ in de omgangstaal tot stand gekomen? Het woord ‘natuurlijk’ als adjectief of bijwoord kon waarschijnlijk niet door zoveel talen in zijn huidige betekenis gebruikt worden zolang de natuur niet naar mensenhand was gezet, begrepen, onderworpen aan taxonomische classificaties, die een redelijke verklaring gaven van iets dat voordien opgevat werd als een onbevattelijk, dreigend mysterie; tot de natuur kon worden beschouwd als een entiteit op zich die het weergeven waard was, tot er een zekere kosmogene ordening gevat werd in een picturaal concept, als gevolg van veelvuldige reizen, die zorgden voor de nodige afstand en het vereiste observatievermogen. Dat is een aanvaardbare hypothese, ze hoeft geen verder betoog, want ze stelt ons in staat om ons een nieuwe natuurlijkheid voor te stellen die te voorschijn komt uit de diepe ambiguïteit waarmee de natuur zich aan ons presenteert als onderwerp van kennis en esthetische ervaringen. Het is een hybride, transgeen, entropisch, gehumaniseerd conglomeraat dat verward wordt met zijn vroegere vijand, het kunstmatige, heel dicht verweven met de politieke ruimte, een afspiegeling van wat ooit publieke ruimte was, een turbulent, vloeiend, wisselvallig magma. Willen we een licht werpen op deze uitdijende naturalistische kijk, dan ligt de sleutel misschien bij de reizen die nog moeten worden ondernomen, bij de duistere zones van de atlas van het picturale, de constante continenten die geen
28
29
30
31
weet hebben van de trajecten die ze samenhouden. En nieuwe natuurlijkheid moet beginnen met het integreren van die zones, door ze tot leven te wekken en ze een stem te geven, met de vraag om een architectuur die even zinvol kan zijn in Lagos en Quito als in New York of Düsseldorf, en die in staat is om een onmiddellijke, eengemaakte zin voor schoonheid uit te drukken, iets wat nooit kan worden beschouwd als beledigend of arrogant. Wie kan vandaag beweren zoiets te hebben verwezenlijkt? Maar misschien kan deze vruchtbare reis alleen maar ondernomen worden in een richting tegengesteld aan de traditie, vanuit die duistere gaten naar ons toe, vandaag gereïncarneerd in de nieuwe inheemse volkeren die leven in een andere vorm van wilde natuur. Die reizen zijn misschien al wel begonnen, en toch zijn we nog altijd niet in staat om ze te begrijpen, want we zijn nog altijd objecten en nog geen subjecten van een toekomstige turbulente schoonheid. 7. Eindnota. Als we overwegen wat een hyper-verweven wereld betekent voor de architectuur, zullen we kunnen begrijpen waar economie en ecologie met elkaar verbonden zijn, niet alleen etymologisch (oikos, het beheren van huishoudelijke middelen) maar ook esthetisch. Zij die zichzelf vandaag zien als avant-gardisten, of in elk geval als nostalgici, stellen zich voor dat planningsmethodes dankzij de nieuwe technologieën toegang krijgen tot pseudo-wetenschappelijke procedures en vormen die gepaard gaan met een gesofisticeerde vrijheid. Globalisering lijkt maar in één richting te werken, van rijk naar arm: de overheersing van de ene groep door de andere wordt alleen maar versterkt. Vanuit andere invalshoeken bekeken is de connectiviteit van de wereld voor ons alleen van belang als we ze ons 32
kunnen voorstellen als tweerichtingsverkeer, als het opbouwen van een wederzijdse blik. Daardoor kan de betekenis van technisering opnieuw worden gedefinieerd in termen van manieren om architectuur te ontwerpen. We beginnen nog maar pas in te zien dat een hybride techniek, een gecombineerde esthetica en een nieuwe soort natuurlijkheid ons in de richting leiden van emoties die van een veel diepere eenvoud zijn dan wat we tot nu toe gekend hebben (en wat door de media gepropageerd wordt). In een context van globale interconnectiviteit glippen de traditionele normen ons door de vingers, als we geconfronteerd worden met eindeloos diverse schaalverhoudingen en gesprekspartners met uiteenlopende interesses. Of als we een geslaagd idee zien, succesvol gerealiseerd met vrijwel geen middelen, alsof de architectuur er zich niet mee gemoeid heeft, alsof zich een nieuwe visie op de wereld begint te ontvouwen, alsof er geen nationaliteiten meer bestaan, geen culturen, geen eerste of derde wereld: er is alleen maar de zuivere transmissie van een hedendaagse schoonheid die al de rest ver achter zich laat in de tijd. Wij zijn op zoek naar een architectuur die tijd en ruimte transcendeert, die ons overrompelt in haar eenvoud, haar universaliteit, haar trefzekerheid, haar lage kost en haar intensiteit. Dat is de tuin die we zich voor onze ogen zien ontvouwen en dat is de emotie die we willen vatten.
33
7 Micromanifestes: Un Nouveau Naturalisme
1. Jardin Latent. Un reste puritain de modernité : voilà la seule façon
position entre le naturel et l’artificiel que l’on retrouve à toutes les échel-
dont on peut comprendre qu’aujourd’hui encore, le mot « beauté » soit
les réclame un programme de travail qui n’est autre que la redécouverte,
proscrit des discussions professionnelles. La simple affirmation du désir de
via l’architecture, de la place de l’homme contemporain dans le monde.
construire une nouvelle notion de beauté, loin des trucages auxquels
Les « domaines d’impunité » sont ces zones d’exception de condition
nous nous soumettons méticuleusement, est exactement ce qui donne
ambiguë, dont on ne sait exactement si elles sont des espaces publics ou
sens à notre œuvre et permet d’imaginer un plan d’action convaincant. Si
privés. Des zones autrefois négatives, dotées d’une nouvelle urbanité
nous acceptons cette proposition, l’œuvre personnelle va se transformer
grâce au regard et aux pratiques des nouveaux sujets sociaux. Voyez les
en un carnet de voyage singulier avec lequel on pourra construire un
terrains vagues au-delà des grandes banlieues, voyez la façon dont
atlas mental, une géographie imaginaire capable d’éclairer chaque lieu,
presque toutes les formes émergentes de socialisation ont été construites
en inversant de ce fait le contextualisme traditionnel et en donnant
sur ces terrains vagues, même que (ou justement parce que) ce sont des
forme, pas à pas, à un jardin latent. Cette vision des choses peut rappeler
territoires déréglementés. Nous sommes tentés de nous demander s’ils
la veine « pinteresque » qui survit, avec des noms tels que Uvedale Price,
pourraient contenir un modèle métaphorique, un quasi-modèle, ou s’il
Frederick Law Olmsted, Le Corbusier, Bruno Taut, Roberto. Burle-Marx,
est possible de se représenter leur complément, la dé-édification, vu que
Lina Bo Bardi, Robert Smithson, Archigram, Cedric Price et bien d’aut-
le terme de “terrain vague” incarne un concept fascinant: un terrain qui
res… La fusion entre la nature et l’artifice, la dissolution des limites disci-
a perdu ses attributs tandis que la ville approche, stérilisé avant d’être
plinaires de l’architecture, l’art, l’aménagement des paysages et la pen-
occupé, mais auquel on a aussi donné un rôle transcendantal dans son
sée, l’organisation d’expériences en tant que séquences narratives, la pri-
nouveau contexte. Nous nous demandons si l’architecture pourrait être
mauté du visuel et du mouvement, aussi dans l’immatériel et l’invisible, la
construite de la même manière…
construction d’un espace public et d’une architecture qui reflètent de nouvelles sensibilités sont des ingrédients qui conduisent à un nouveau
3. Ecomonumentalisme. Nous avons pris l’habitude de penser à l’archi-
jardin, qui sera vu ou non ; mais sans cela, il ne peut pas y avoir de nou-
tecture en termes de lieu, en pensant que c’est là que réside la clef de
velle architecture, seulement des variations.
notre capacité à s’attaquer au projet. De nombreuses formes d’ancrage
Celui ou celle qui imagine tout cela ne doit pas uniquement se nourrir
dans le lieu ont été développées durant les dernières décennies, de celles
d’avis abstraits et de noms de famille, mais doit construire une cartogra-
qui impliquent une racine phénoménologique (« Anchoring » (ancrage)
phie parallèle qui éclaire ses projets en conquérant de nouvelles référen-
est le titre d’un texte important de Steven Holl), en passant par l’influen-
ces formelles, de nouveaux symboles, de nouveaux mots et des nouvelles
ce de Berson dans l’œuvre de Moneo et l’effet structuraliste du « genus
techniques qui lui permettront d’abandonner les anciens qui n’avaient
loci » chez Aldo Rossi, à des attitudes nées à l’école de Francfort
pas l’attrait nécessaire. Le protagoniste doit reconstruire son public et le
(Frampton et son contextualisme). Ces dernières années, nous avons
monde auquel il aspire. Son carnet comprendra des croquis (œuvres et
assisté à un changement important : chaque lieu a commencé à être
projets), des notes, des idées empruntées et originales, des noms, des
regardé comme un paysage, qu’il soit naturel ou artificiel, et il a cessé
images, des conversations, des matériaux multiples qui réfléchissent sur
d’être un arrière-fond neutre sur lequel se découpent des objets plus ou
eux-mêmes et qui génèrent notre propre regard. L’œuvre de l’architecte
moins résolument sculpturaux, artificiels, architecturaux. Au lieu de cela, il
est assimilée à celle d’un jardinier :
est devenu le principal objet d’intérêt, le point de mire de l’architecte. De
choisir des espèces et les semer de manière organisée, en espérant que le
cette manière, grâce au changement de point de vue, le paysage a perdu
temps fera du bon travail.
son inertie et est devenu le sujet de possibles transformations ; le paysage peut être conçu et devenir artificiel.
2. Décampagnisation / Domaines d’Impunité. La dissolution de l’op34
En même temps, l’architecture a entamé des processus d’abord diffus 35
impliquant la perte d’une définition traditionnelle, où nous rencontrons
tique – et les matériaux artificiels hautement sophistiqués – légers et
un intérêt clairement croissant pour inclure un type de condition natura-
actifs du point de vue énergétique – sensibles aux variations environne-
liste dans les aspects géométriques, de composition mais aussi de cons-
mentales, donnant lieu à des systèmes composites où les premiers sont
truction, tout cela s’inscrivant dans le cadre d’une recherche de sensibilité
responsables de l’accumulation et de la réduction des échanges, alors
environnementale et de complexité formelle qui répond aux nouvelles
que les seconds jouent le rôle de générateurs, en capturant les ressources
valeurs de notre société. Le projet est validé pour autant qu’il construise
d’énergie.
une redéfinition totale du lieu; qu’il propose en premier lieu l’invention
Ce nouveau modèle technologique implique un passage des aspects d’or-
d’une topographie. Ce mouvement dual de la nature vers le projet et du
ganisation matérielle — production de masse, assemblage simplifié, opti-
projet vers la nature ressuscite ainsi une condition « écomonumentale »
misation du temps et du coût, etc. — à une organisation rationnelle de
qui commence à se développer inexorablement au-delà de tout argument
l’énergie consommée durant la production et l’entretien du bâtiment. Ce
d’opportunité, d’une manière que d’autres n’hésiteraient pas à qualifier
changement nous permet maintenant de concevoir des « systèmes »,
d’ « esprit du temps » ou de « désir d’une période ».
non pas en partant de la perspective de la congruence et de l’unité des matériaux, mais plutôt en termes de congruence environnementale, ce
4. Matériau Mondial. Cet artéfact urbain dont nous parlons nous appa-
qui ouvre la voie à des expériences dans lesquelles le mélange congruent
raît comme un amalgame, un matériau inconnu jusqu’ici, un conglomérat
de matériaux hétérogènes devient une nouvelle caractéristique visuelle.
d’éléments ou de flux naturels, artificiels et immatériels qui sont en même
Ce matérialisme hybride implique une transformation profonde des idées
temps poreux et fibreux, avec des surfaces denses et stables dotées d’une
esthétiques en harmonie avec le métissage de nos paysages humains.
mémoire, et de vastes surfaces non encore lues sans aucune qualité, presque liquides, faites d’éléments antithétiques qui ont rompu le lien
6. Un Nouveau Naturalisme. Conclusion paradoxale: un nouveau natu-
avec la précision des limites traditionnelles entre le naturel et l’artificiel. Si
ralisme sans références naturelles. Comment l’utilisation familière du
nous étions des architectes modernistes, nous considérerions cette ville
terme « naturel » est-elle née ? Le mot “naturel” ou “naturellement” ne
dans des termes moraux et nous produirions des politiques réformistes.
pouvait sans doute pas être utilisé dans son sens actuel dans un si grand
Toutefois, nous pensons qu’il est bien plus nécessaire, et, pourrait-on dire,
nombre de langues avant que la nature ne soit domestiquée, comprise,
plus étroitement lié à la pratique de l’architecture, de trouver un substrat
soumise à des organisations taxonomiques qui expliquaient de manière
poétique dans ce magma, de le considérer comme une invitation à expé-
raisonnable ce qui était auparavant interprété comme un mystère non
rimenter du neuf, quelque chose de différent de ce matériau ; la dissolu-
appréhensible et menaçant; avant qu’elle ne puisse être vue comme
tion de l’opposition entre le naturel et l’artificiel qui peut être observée à
digne d’être représentée, et qu’un concept pictural ne soit superposé à
toutes les échelles implique un programme de travail qui n’est autre que
un certain degré d’organisation cosmogonique grâce à de nombreux
la découverte par l’architecture de la place de l’homme contemporain
voyages qui prodiguaient la distance et la capacité d’observation néces-
dans le monde…
saires. Voilà une hypothèse plausible qui ne nécessite pas de ratification. Le simple fait de la mentionner nous permet d’imaginer un nouveau
5. Technique Hybride, Style Mestizo. La sensibilité envers les politiques
naturalisme qui naît de l’ambiguïté profonde suivant laquelle la nature est
axées sur la nature a influencé les paradigmes techniques, et les centres
présentée comme un sujet de savoir et d’expérience esthétique, un
d’intérêts sont passés des expérimentations dans le domaine de la haute
conglomérat hybride, métissé, entropique, humanisé qui est confondu
technologie, sans aucun doute un résidu de l’esprit moderne, à des
avec son ancien ennemi, l’artifice, étroitement inséré dans l’espace poli-
modèles hybrides, où l’accent a commencé à être mis sur l’interaction
tique, une réplique de ce qui fut un jour un espace public, un magma
entre les matériaux naturels – massifs et inertes du point de vue énergé-
turbulent, fluide, aléatoire. Peut-être la clef permettant d’éclairer ce
36
37
regard naturaliste en expansion peut-elle être trouvée dans les voyages à
Globalement liés, les canons traditionnels nous glissent entre les doigts
entreprendre, dans les zones sombres de l’atlas du pictural, dans ces
lorsque nous sommes confrontés à des échelles et à des interlocuteurs
continents perpétuels non reliés à la série de routes qui le maintient
d’une diversité et d’un intérêt infinis. Lorsque nous voyons une idée bien
ensemble. Un nouveau naturalisme devrait commencer par intégrer ces
trouvée, réalisée avec bonheur avec presque rien, comme si l’architecture
zones, par les faire vivre et leur donner une voix, en exigeant des archi-
n’y avait pas mis son grain de sel, comme si une nouvelle vision du
tectures qui aient autant de sens à Lagos et à Quito qu’à New York ou à
monde commençait à se révéler, il n’y a plus ni patries, ni cultures, ni
Düsseldorf, capables d’articuler un sentiment de beauté immédiat et uni-
pays industrialisés et tiers-monde : il n’y a que la pure transmission d’un
fié, quelque chose que l’on ne puisse jamais considérer comme insultant
beauté contemporaine qui laisse tout le reste loin derrière elle, d’un point
ou arrogant. Qui peut prétendre avoir réussi une telle chose aujourd’hui ?
de vue temporel. Nous recherchons une architecture qui transcende le
Mais peut-être ce voyage fructueux peut-il seulement être entrepris dans
temps et l’espace, qui nous prenne par surprise en étant simple, univer-
le sens inverse de la tradition, de ces trous noirs vers nous, maintenant
selle, bien trouvée, économique et intense. Tel est le jardin que nous
réincarnés dans de nouveaux peuples indigènes d’une forme différente
voyons s’étendre devant nous, telle est l’émotion que nous voulons cap-
de nature sauvage. Ces voyages ont peut-être déjà commencé et nous
turer.
sommes toujours incapables de les comprendre, maintenant objets et non sujets d’une beauté turbulente à venir. 7. Note Finale. Si nous considérons ce qu’un monde hyper connecté signifie pour l’architecture, nous serons capables de saisir à quel point l’économie et l’écologie sont liés, non seulement d’un point de vue étymologique (oikos, gérer les ressources domestiques), mais aussi d’un point de vue esthétique. Ceux qui se considèrent actuellement comme des avant-gardistes, ou de toute façon comme des nostalgiques, ont imaginé que les nouvelles technologies ouvriraient des méthodes de planification pouvant donner lieu à des procédures pseudo-scientifiques et à des formes associées avec une liberté sophistiquée. La globalisation semble n’avoir lieu que dans une seule direction, des riches vers les pauvres: une simple intensification de la domination des personnes habituelles sur les autres. Vu sous d’autres angles, la connectivité du monde ne nous intéresse que si elle peut être imaginée dans deux directions, comme une construction d’un regard mutuel à travers lequel reconsidérer le sens de la technification dans les façons de penser l’architecture. Nous venons seulement de commencer à comprendre qu’une technique hybride, une esthétique combinée et un naturel d’un nouveau type nous menaient vers des émotions d’une simplicité beaucoup plus profonde que celle que nous connaissions jusqu’à présent (et que promotionnaient les médias). 38
39
7 Micromanifestos : A New Naturalism
1. Latent Garden. Only as a puritan remnant of modernity can it be
cisely the zones where, as an exception, we find this ambiguous condi-
understood that even today the word beauty is proscribed from profes-
tion with such an imprecise definition as public or natural spaces.
sional arguments. The simple statement of the desire to construct a new
Formerly negative zones, endowed with a new urbanity by the gaze of
notion of beauty, remote from the tricks that we meticulously tend our-
the new social subjects and their practices. Look at the wasteland beyond
selves, is exactly what gives sense to our work and gives way to imagin-
the outer suburbs, look at the way that almost all the emerging forms of
ing a convincing action plan. If we accept this proposal our own work
socialisation have been constructed in these wastelands although (or pre-
will transform into a singular travel notebook with which one can build a
cisely because) they are deregulated territories. We are tempted to ask
mental atlas, an imaginary geography able to illuminate each place from
whether they might contain a metaphoric model, a near-model, or
this projection, thereby inverting traditional contextualism and giving
whether it is possible to think of their complement, the de-edification,
shape, step by step, to a latent garden. This vision may remind us of the
given that the term ‘wasteland’ embodies a fascinating concept: land
Pinteresque underground survivor, engaging names such us Uvedale
that has lost its attributes as the city approaches, sterilised before pro-
Price, Frederick Law Olmsted, Le Corbusier, Bruno Taut, Roberto Burle-
ceeding with the occupation, but also given a transcendental role in its
Marx, Lina Bo Bardi, Robert Smithson, Archigram, Cedric Price and oth-
new context. We ask ourselves whether architecture could be constructed
ers… The fusion between nature and artifice, the dissolution of the disci-
in the same way…
plinary limits of architecture, art, landscaping and thinking, the organisation of experiences as narrative sequences, the primacy of the visual and
3. Ecomonumentalism. We have got used to thinking of architecture in
of movement, also in the immaterial and the invisible, the construction of
terms of place, believing that it holds the keys to our ability to tackle the
a public space and architecture which reflects new sensibilities, are ingre-
project. Many forms of anchorage to the location have been developed in
dients that lead to a new garden that is seen or not seen, but without
recent decades, from those involving the phenomenological root
which there can be no new architecture but only variations.
(‘Anchoring’ is the title of an important piece of writing by Steven Holl),
Anyone who imagines this must not only draw on abstract announce-
via the Bersonian influence in Moneo’s work and the structuralist effect
ments and last names but must build a parallel cartography that illumi-
of the ‘genus loci’ in Aldo Rossi, to attitudes that arose at the Frankfurt
nates his projects by conquering new formal references, new symbols,
school (Frampton and his contextualism). In recent years we have wit-
new words and techniques that allow him to abandon the old ones that
nessed an important shift: every location has started to be regarded as a
lack the necessary attraction. The protagonist must rebuild his audience
landscape, either natural or artificial, and has ceased to be a neutral
and the world to which he aspires. The notebook is composed of sketch-
background on which more or less decidedly sculptural, artificial, architec-
es (works and projects), notes, borrowed and original ideas, names,
tural objects stand out. Instead, it has become the primary interest, the
images, conversations, multiple materials that reflect upon themselves
focal point of the architect. In this way, by changing the point of view,
and that generate our own gaze. The architect’s work is assimilated into
the landscape loses its inertia and becomes the subject of possible trans-
the work of a gardener:
formations; it is the landscape that can be designed and become artificial.
Choosing species and sowing them in an organized way, hoping that
At the same time, architecture has begun initially diffuse processes involv-
time will do its work well.
ing the loss of the traditional definition, in which there is an obviously growing interest in including a naturalistic type of condition in the geo-
2. Decountrified / Areas of Impunity. The dissolution of the natural-
metric and compositional as well as the constructive aspects, all part of a
artificial opposition we can see on every scale requires a works pro-
search for environmental sensitivity and formal complexity which
gramme, which is nothing but the rediscovery through architecture of the
responds to the new values of our society. The project is validated insofar
contemporary human position in the world. ‘Areas of impunity’ are pre-
as it constructs a complete redescription of the place; as it primarily pro-
40
41
poses the invention of a topography. This dual movement from nature to
gruence and unity in the materials, but rather in terms of their environ-
the project and from the project to nature thus resuscitates an ‘ecomonu-
mental congruence, thus opening the way to experiments in which the
mental’ condition which is beginning to push inexorably beyond any
congruous mixture of heterogeneous materials becomes a new visual fea-
argument of opportunity, in a way that others would not hesitate to call
ture. This hybrid materialism implies a profound transformation of aes-
‘the spirit of the times’ or ‘the desire of a period’.
thetic ideas in harmony with the crossbreeding of our human landscapes.
4. World Material. This artefact-city we are talking about appears to us
6. A New Naturalism. Paradoxical conclusion: a new naturalism with no
as an amalgam, a hitherto unknown material, a conglomeration of natu-
natural references. How did the colloquial use of the term ‘natural’ arise?
ral, artificial and immaterial elements or flows which at the same time is
The word ‘natural’ or ‘naturally’ probably could not be used in its present
porous and fibrous, with dense stable areas laden with memory and vast
sense in so many languages until nature was domesticated, understood
unread areas lacking qualities, almost liquid, made up of antithetical ele-
and subjected to a taxonomic organisation which gave a reasonable
ments that have broken the link with the precision of traditional limits
explanation to something which was previously construed as an incom-
between natural and artificial. If we were modernist architects, we would
prehensible, threatening mystery; until it could be contemplated as wor-
think of this city in moral terms and would produce reformist policies.
thy of representation, and a picturesque concept was superimposed on a
However, we think it is much more necessary and, if you wish, more
certain degree of cosmogenic organisation as the effect of multiple jour-
closely linked to architectural practice, to find a poetic substratum in this
neys that provided the necessary distance and capacity for observation.
magma, to understand it as something that is inviting us to experiment
This is a plausible hypothesis which needs no ratification. Its mere men-
on a new thing, other than this material; the dissolution of the natural-
tion allows us to imagine a new naturalism arising from the profound
artificial opposition we can see on every scale involves a works pro-
ambiguity in which nature is presented as the subject of knowledge and
gramme which is nothing other than the discovery through architecture
aesthetic experience, a hybrid, crossbred, entropic, humanised conglom-
of the contemporary human position in the world…
erate that is confused with its former enemy, the artifice, tightly wound into the political space, a carbon copy of what was once public space, a
5. Hybrid Technique, Mestizo Style. Sensitivity towards nature-oriented
turbulent, flowing, random magma. Perhaps the key to the illumination
policies has influenced the technical paradigms, with interest shifting
of this expanding naturalistic gaze is to be found in the journeys yet to
from high-tech experiments, no doubt a residue of the modern spirit,
be taken, the dark zones of the atlas of the picturesque, those constant
towards hybrid models in which the accent has begun to be placed on
continents unconnected to the set of routes that hold it together. A new
the interaction between natural materials — massive and energetically
naturalism should begin by integrating these zones, bringing them to life
inert and highly sophisticated artificial materials —light and energetically
and giving them a voice, demanding architectures that can be equally
active, which respond sensitively to environmental variation, giving rise to
meaningful in Lagos and Quito as in New York or Düsseldorf, capable of
composite systems in which the former are responsible for accumulating
articulating an immediate, unified sense of beauty, something which
and reducing exchanges while the latter act as generators, capturing
could never be considered insulting or arrogant. Who can claim to have
energy resources.
achieved such a thing today? But perhaps this fruitful journey can only be
This new technological model implies a shift from the aspects of material
taken in the opposite direction from tradition, starting from these dark
organisation —mass production, simplified assembly, time and cost opti-
holes and moving towards us, now reincarnated in the new indigenous
misation etc. — towards the rational organization of the energy con-
peoples of a different form of wild nature. These journeys may well have
sumed during both the production and upkeep of the building. This shift
begun already and we are still incapable of understanding them, now the
now enables us to conceive ‘systems’, not from the perspective of con-
objects and not the subjects of a turbulent beauty to come.
42
43
7. Final Note. If we consider what a hyper-connected world means for architecture, we shall be able to grasp the point at which economy and ecology are linked, not only etymologically (oikos, the husbanding of domestic resources), but also aesthetically. Those who today see themselves as avant-gardists, or at least as nostalgists, have imagined that the new technologies would open up planning methods to pseudo-scientific procedures and forms associated with a sophisticated freedom. Globalization seems to occur in one direction only, from the rich to the poor: a mere intensification of the dominion of the usual people over others. Looked at from other angles, the connectivity of the world only interests us if it can be imagined in two directions, as the construction of a mutual gaze by which to rethink the meaning of technification in ways of imagining architecture. We have only begun to understand that a hybrid technique, a combined aesthetic and a naturalness of a new type lead us in the direction of emotions of a much profounder simplicity than the ones we have known until now (and which the media promoted). Globally connected, the traditional canons slip from our fingers when confronted with scales and interlocutors of infinite diversity and interest. When we see a felicitous idea, felicitously realized with almost nothing, as if architecture had not been putting its oar in, as if a new vision of the world were beginning to unfold, there are no fatherlands, or cultures, or first or third world: there is the pure transmission of a contemporary beauty that leaves all the rest way behind, time-wise. We seek such an architecture which transcends time and space, which takes us by surprise by being simple, universal, felicitous, cheap and intense. That is the garden we see spreading before us and that is the emotion we want to capture.
44
45
Werken in de tentoonstelling / Oeuvres / Works
1) Kustpark Forum, 2004, Barcelona, 2000-2004 • mozaïek voor plein, 5 panelen, elk 200 x 300 cm, ontwerp Albert Oehlen, 2003 • projectie ‘Xurret’-bank, animatie Marta Male Alemany en Luis Cabrejas • situatieplan, 119 x 84 cm • PEP1, stoel, 75 x 75 x 75 cm, 2004, productie Santa & Cole, Barcelona • PEP2, chaise longue, 75 x 75 x 130 cm, 2004, productie Santa & Cole, Barcelona • PEP3, divan, 75 x 75 x 215 cm, 2004, productie Santa & Cole, Barcelona 2) Openbare bibliotheek, Usera - Madrid, 1995-2003 • schets, 200 x 300 cm, 1995 • 4 aanzichten, elk 130 x 195 cm, foto María Bleda en José María Rosa • behangpapier, 4 van 8 versies, elk 270 x 1200 cm, ontwerp Peter Halley • doorsnede en plattegrond, 119 x 84 cm 3) Recyclagepark Valdemingómez - Madrid, 1999 • toegangspoort, 130 x 260 cm, foto Jordi Bernado • binnenzicht, 130 x 260 cm, foto Jordi Bernado • binnenzicht, 130 x 161 cm, foto Luis Asín • omgevingszicht, 130 x 281 cm, foto María Bleda en José María Rosa • plattegrond - doorsnede, 119 x 60,5 cm 4) Studio Gordillo, Villanueva de la Cañada - Madrid, 1999-2002 • zicht op het dak, 130 x 90 cm, foto María Bleda en José María Rosa • gevel, 2 panelen, elk 130 x 277 cm, foto María Bleda en José María Rosa • patio, 130 x 195 cm, foto María Bleda en José María Rosa • doorsnede, 119 x 60,5 cm 5) Recyclage- en composteerpark, Pinto - Madrid, 2001-2003 46
• • • • • •
binnenzicht, 200 x 300 cm, foto Luis Asín zicht op het dak, 200 x 300 cm, foto Jordi Bernado zicht op het dak, 130 x 268 cm, foto Luis Asín opslagruimte, 130 x 268 cm, foto Luis Asín binnenzicht, 130 x 165 cm, foto Jordi Bernado doorsnede - situatie, 119 x 40,5 cm
6) Administratief gebouw, universiteit Extramadura, Mérida Badajoz, 1999-2001 • schets, 200 x 300 cm, 1999 (samen met schets voor prijsvraag metrohaltes, León) • binnenzicht, 130 x 165 cm, foto María Bleda en José María Rosa • uitzicht van op het dak, 130 x 195 cm, foto María Bleda en José María Rosa • gevel, 2 panelen, elk 130 x 277 cm, foto María Bleda en José María Rosa • doorsnede - plattegrond, 119 x 84 cm 7) Sportpaviljoen, Retiropark - Madrid,1995-2002 • gevel, 130 x 260 cm, foto María Bleda en José María Rosa • binnenzicht, 130 x 260 cm, foto María Bleda en José María Rosa • doorsnede - plattegrond, 119 x 84 cm 8) Woermanplein en -toren, Las Palmas, Gran Canaria, 2001-2004 • impressie van glazen gevelplaten, 2 panelen, elk 200 x 300 cm • mozaïek voor plein, 2 panelen, elk 200 x 300 cm, ontwerp Albert Oehlen • doorsnede - plattegrond, 119 x 60,5 cm 9) Sagüés, poort naar het Uliapark, San Sebastián, 2003 • wedstrijdproject, computeranimatie Luis Cabrejas 10) 7 micromanifesten • 4 panelen, elk 200 x 300 cm (eerste publicatie in ‘2G’, nr 22, 2002) 11) Powerpoint • projectie van actuele projecten, 1996-2003 47
Biografie / Biographie / Biography
Iñaki Abalos & Juan Herreros Iñaki Abalos (°1956, San Sebastian) en Juan Herreros (°1958, Madrid) werken samen sinds 1984; ze zijn hoofd- en eerstaanwezend docent aan de Architectuurschool van Madrid, waar ze in de periode 1984-1988 ook lesgevers bouwkunde waren. Ze zijn de auteurs van "Le Corbusier. Wolkenkrabbers", "Toren en kantoor", en "Natuurlijk - Artificieel". Hun werk, dat verschillende keren bekroond werd, is gecompileerd in een monografie gepubliceerd door Gustavo Gili. Het is besproken in gespecialiseerde tijdschriften en te bekijken geweest bij individuele en collectieve tentoonstellingen. Ze hebben deelgenomen aan verschillende workshops en internationale seminars, en zijn benoemd tot "Buell Book Fellows" en "Visiting Teachers" bij de Columbia University van New York in 1995, en tot "Diploma Unit Masters" van de Architectural Association of London in 1998. Ook zijn ze "Professeurs Invités" aan de EPF voor Architectuur in Lausanne. In 2004 zijn ze begonnen met een doceeropdracht als “Visiting Professors” van het Labatut Professoraat van de Princeton University School of Architecture. Sinds 1992 leiden en coördineren ze de Liga Multimedia Internacional (LMI), een organisatie die wil bijdragen tot de vereenvoudiging en intensivering van de artistieke praktijk. Iñaki Abalos (°1956, San Sebastian) et Juan Herreros (°1958, Madrid) travaillent ensemble depuis 1984; ils sont directeurs et professeurs de l’Ecole d’Architecture de Madrid où ils ont aussi enseigné la construction pendant la période 1984-1988. Ils sont les auteurs de "Le Corbusier. Skyscrapers", "Tower and Office", et "Natural - Artificial". Leur œuvre, qui a été primée à plusieurs reprises, est compilée dans une monographie publiée par Gustavo Gili, a fait l’objet de critiques dans des magazines spécialisés et a été présentée dans des expositions individuelles et collectives. Ils ont participé à plusieurs ateliers et séminaires internationaux en tant que "Buell Book Fellows" et "Professeurs Invités" à la Columbia University, New York, en 1995, que "Diploma Unit Masters" à l’Architectural Association de Londres en 1998, et que "Professeurs Invités" à l’EPF d’Architecture de Lausanne. En 2004, ils ont commencé à donner cours à la Princeton University School of Architecture en tant que “Professeurs Invités” de la chaire Labatut. Depuis 1992, ils dirigent et coordonnent l’International Multimedia League (LMI), une organisation qui veut contribuer à la simplification et à l’intensification de la pratique artistique.
48
Iñaki Abalos (°1956, San Sebastian) and Juan Herreros (°1958, Madrid) have worked together since 1984; they are the Head and Senior Lecturers at the Architecture School in Madrid where they were also tutors in Construction from 1984 to 1988. They are the authors of Le Corbusier. Skyscrapers, Tower and Office, and Natural - Artificial. Their work, which has been awarded prizes on several occasions, is collected in a monograph published by Gustavo Gili, has been reviewed by specialized magazines and has been shown in individual and group exhibitions. They have taken part in several workshops and international seminars and were Buell Book Fellows and Visiting Teachers at Columbia University, New York, in 1995, and Diploma Unit Masters at the Architectural Association in London in 1998, as well as Professeurs Invites at the EPF of Architecture at Lausanne. In 2004 they started teaching as Visiting Professors at the Labatut Professorship at Princeton University School of Architecture. Since 1992 they have been directing and coordinating the International Multimedia League (LMI), which is an organization dedicated to contributing to the simplification and intensification of artistic practice. Marta Malé Alemany werkt als zelfstandig architecte en consultant digital ontwerp- en productieprojecten. Haar studio legt zich vooral toe op de conceptuele en materiële mogelijkheden die ontstaan bij het gebruik van digitale technologie voor de productie van architectuur. Ze heeft veel gedoceerd en geschreven over digitale fabricage en schrijft momenteel een boek over dat onderwerp voor Testo&Imagine/Birkhäuser. est architecte indépendante et conseillère en production de projets digitaux. Son studio met l’accent sur les opportunités conceptuelles et matérielles qui émergent de l’utilisation de technologies digitales dans la production architecturale. Elle a donné de nombreuses conférences et a beaucoup écrit sur le thème de la fabrication digitale. Elle travaille actuellement à un livre sur ce sujet pour Testo&Imagine/Birkhäuser. practices as an independent architect and digital design-production consultant. Her studio focuses on the conceptual and material opportunities that emerge from the use of digital technologies for the production of architecture. She has lectured and written extensively on digital fabrication, and is currently working on a book about this subject for Testo&Imagine/Birkhäuser.
49
Luis Asín is fotograaf. Hij is geboren in Madrid en heeft het beroep geleerd in Californië. Hij combineert zijn meest persoonlijke creatieve activiteiten met architectuurfotografie, en maakt geen onderscheid tussen de twee werelden. Hij heeft verschillende boeken gepubliceerd. est photographe. Né à Madrid, il a appris sa profession en Californie. Il combine ses activités créatives les plus personnelles avec de la photographie architecturale sans faire de distinction entre les deux mondes. Il a publié plusieurs livres. is a Madrid-born photographer who learned his profession in California. He combines his most personal creative activity with architectural photography, with no distinction between the two worlds. He has published various books. Maria Bleda & Jose Maria Rosa zijn fotografen uit Valencia. Hun werk is gebaseerd op de antropolitieke waarden van het landschap. Ze hebben met hun foto’s deelgenomen aan zowel individuele als collectieve tentoonstellingen in Europa en de VS, en ze maken deel uit van belangrijke collecties in Spanje. sont des photographes installés à Valence. Leur œuvre se base sur les valeurs anthropologiques du paysage. Leurs photos ont été présentées dans des expositions individuelles et collectives en Europe et aux EtatsUnis et font partie d’importantes collections en Espagne. are photographers based in Valencia. Their work is based in the anthropolitical values of the landscape. Their photos are exhibited in both individual and collective exhibitions in Europe and the USA and form part of important collections in Spain. Jordi Bernadó is geïnteresseerd in fotografie als een manier om na te denken over de stad, architectuur en urbanisme, en ook in fotografie als op zichzelf staande discipline en als vorm van kennis. In verband met deze vorm van research krijgt hij opdrachten om te fotograferen in steden en op andere plaatsen op de hele wereld. s’intéresse à la photographie en tant que moyen de penser la ville, l’architecture et l’urbanisme, et en tant que discipline et forme de savoir. Dans 50
cette optique, il reçoit des commandes pour prendre des photos dans des villes et des lieux du monde entier. is interested in photography as a way to think about the city, architecture and urbanism and also photography as a discipline in itself as a form of knowledge. In this form of research he receives commissions to take pictures in cities and other locations all over the world. Luis Cabrejas is architect. Zijn professionele activiteiten spelen zich af in een multidisciplinaire omgeving met architectuur, de virtuele weergave ervan, animatie en multimediadesign. Zijn werk werd tentoongesteld op de Biënnale van Sao Paulo, de Architectuurbiënnale van Chili en de Architectuurbiënnale van Venetië. est architecte. Son activité professionnelle se développe dans un climat multidisciplinaire incluant l’architecture, sa représentation virtuelle, l’animation et la conception multimédia. Son œuvre a été présentée à la Biennale de Sao Paulo, à la Biennale de Chile de Arquitectura et à la Biennale de l’Architecture de Venise. is an architect. His professional activity takes place in a multidisciplinary environment which includes architecture, its virtual representation, animation and multimedia design. His work was presented at the Sao Paulo Biennale, the Chile Architectural Biennale and also the Venice Architectural Biennale. Peter Halley is kunstenaar. Zijn werken worden geëxposeerd in belangrijke collecties en musea op de hele wereld. Hij is ook uitgever van het tijdschrift index, essayist en professor aan Yale University. Hij woont en werkt in New York. est artiste plastique. Ses œuvres sont exposées dans des collections et musées importants du monde entier. Il est également directeur de la revue « index », essayiste et professeur à l’Université de Yale. Il vit et travaille à New York. is an artist. His works are on show in major collections and museums around the world. He is also the editor of index magazine, an essayist and professor at Yale University. He lives and works in New York.
51
Werk overzicht / Aperçu de l’oeuvre / survey of work
Albert Oehlen is kunstenaar. Zijn werken zijn wereldwijd te zien in grote musea en collecties. Hij woont en werkt in Duitsland en Zwitserland. est artiste plastique. Ses œuvres sont exposées dans des collections et musées importants du monde entier. Il vit et travaille en Allemagne et en Suisse. is an artist. His works are on show in major museums and collections worldwide. He lives and works in Germany and Switzerland.
Projecten / Projets / Projects 1986 1989 1991 1993 1994 1997 1997 1999 1999 1999 2000 2001 2002 2003
Planning van de Plaza Castilla. Madrid Planning van de Diagonal. Barcelona Duinpark in Doñana. Huelva Kanalisering van de Guadalhorce-stroom. Málaga Geïndustrialiseerde wooneenheden AH Architekturforum. Bonn, Germany Green House, Pozuelo. Madrid AVE Treinstation en knooppunt. Zaragoza De Mirador: toren voor gemengd gebruik in de baai van Algeciras, Cádiz Kuststation in Salerno. Italië Landschapsrecuperatie en educatief centrum in het stortterrein van Valdemingomez. Madrid Gerechtscomplex. Aken, Duitsland Planning van de South Bank. Londen, UK Internationale Beurscompetitie van Barcelona The New Museum, New York Max-Reinhardt-Platz. Salzburg, Oostenrijk
Realisaties / Réalisations / Realizations 1986-87 1988-90 1988-92 1989 1990-91 1991-1998 1992-1995 1994-1996 1996-1999 1997-1999 1997-2004
1998-2000 1999-2001
52
Drie installaties voor waterbehandeling. Villalba, Guadarrama, Majadahonda Twee sporthallen. Simancas, Valladolid 52 wooneenheden bij de M-30. Madrid Kantoorgebouw voor RENFE. Fuencarral, Madrid Kantoorgebouw voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Madrid Park Europa (455 wooneenheden), Palencia Stadhuis en Cultureel Centrum. Cobeña, Madrid Huis Gordillo. Villanueva de la Cañada, Madrid Recyclage-installatie stedelijke stortplaats Valdemingomez. Madrid Stadshal en hoofdplein, Colmenarejo. Madrid Herkwalificatie van openbare ruimte in Ramos. Río de Janeiro in samenwerking met Eduardo Horta en Hector Vigilecca Studio Gordillo. Villanueva de la Cañada, Madrid Administratiegebouw voor de Universiteit van Extremadura. Mérida 53
1995-2002 1998-2002 2000-2003 2001-2003 2002-2003 2002-2004
Openbare bibliotheek in Usera. Madrid Centrum voor milieueducatie en kantoren. Arico, Tenerife Sportpaviljoen in El Retiro-park. Madrid Biomethaniseer- en composteerinstallatie, Pinto. Madrid Kantoren en showrooms Área. Madrid Eengezinswoning “Marina Collazo”
1994 1995
1997 1999 2000
Onder constructie / en construction / Under construction 2000 2001-2004 2001-2004 2001-2004
2002-2004 2002-2003 2003-2004 2003-2005 2003-2005 2003-2005
2003-2005
Kustpark, Forum 2004. Barcelona Ecoparc del Mediterrani, Barcelona Toren Woermann woonvoorzieningen, kantoren, openbare uitrusting en Plaza. Las Palmas de Gran Canaria Vier bio-klimatologische torens voor gemengd gebruik in Salburúa Fens. Vitoria-Gasteiz Appartementsgebouw. Madrid Wooneenheden, openbare uitrusting en groene zone in Es Pil·Lari. Palma de Mallorca Casa Luna. Chili, eengezinswoning in samenwerking met Jose Riesgo. Chili 350 eenheden ontwikkeling jeugdhuisvesting. Barcelona Laboratorium voor de Universiteit van Puerto Rico, in samenwerking met Field design, Stan Allen en James Corner. New York Art Gallery. Miami
Monografien / Monographies / Monographs 1993 2002 2004
1991 1993
1995 1996
1988 1991 1992 1993
“Le Corbusier. Rascacielos“. Ayuntamiento de Madrid, herdruk in 1997 door EXIT.LMI “Iñaki Abalos y Juan Herreros. Seis proyectos (19871990)“. COAM, Madrid “Técnica y Arquitectura en la Ciudad Contemporánea. 1950-1990“. Nerea, Madrid “Abalos&Herreros“. Gustavo Gili, Colección Monografías de Arquitectura Contemporánea, Barcelona 54
“Abalos & Herreros”, GG, Gustavo Gili, Barcelona “Abalos&Herreros”, 2G Nº 22, Gustavo Gili, Barcelona “NoMad, Cero9, Abalos&Herreros”, El Croquis Nº 118 El Croquis Editorial, El Escorial
Tentoonstellingen / Expositions / Exhibitions
1994 Publicaties van / Publications de / Publications by Abalos & Herreros
“Exit”. Departamento de Proyectos de la ETSAM en Liga Multimedia Internacional, Madrid “Las Afueras: 6 Ensayos sobre la Condición Metropolitana". EXIT. Comunidad de Madrid y Liga Multimedia Internacional, Madrid “Areas de Impunidad". Actar. Barcelona “Natural Artificial”. EXIT Editores. Liga Multimedia Internacional, Madrid “Reciclando Madrid/Recycling Madrid”. Editorial Actar. Barcelona “Tower & Office“ M.I.T. Press, Boston, 2002 “La Buena Vida”. Editorial Gustavo Gili. Barcelona, Engelse uitgave “The Good Life”, 2002; Portugese uitgave “A Boa Vida”, 2003
1996
1997
“Seis Proyectos”, Colegio Oficial de Arquitectos de Madrid / solo “Architektur”, Gallerie Max Hetzler en Gallerie Philomena Magers, Keulen “Enseña tus heridas”, Entorno Experimental de Actividades Artísticas, Madrid “Light Construction”, MoMA, New York (curator: Terence Riley) “Areas de Impunidad”, Facultad de Arquitectura de Montevideo / solo “Presentes y Futuros“, UIA/Centre de Cultura Contemporáne, Barcelona (curator: Ignasi Solá-Morales) “Less is More”, UIA/Colegio Oficial de Arquitectos de Cataluña, Barcelona (curatoren: Josep María Montaner & E. Savi) “Concursos”, Museo de Arte Moderno, Bogotá / solo 55
1997 1998
1999 2000
2000 2001 2002 2003 2002-2004 2004 2004
“Nuevos Territorios“, Nuevos Paisajes, MACBA, Barcelona (curator: Eduard Bru) “Fabrications/Fabrications“, MACBA, MoMA, Wexner, SFMoMA (curatoren: Xavier Costa, Terence Riley, Mark Robbins, Aaron Betsky) “Arquitectura para Cultura”, IV Bienal Internacional de Arquitectura de Sâo Paulo. “Abalos & Herreros: reciclando/recycling Madrid”, Colegio Oficial de Arquitectos de Cataluña, Barcelona (reizend) / solo Spaans Paviljoen & E-City, Biennale van Venetië “Archilab”, 3e Rencontre Internationale d´Architecture d´Orléans. “New Trends of Architecture 2002”, Tokio, Rijsel, Graz “Abalos & Herreros: contemporary techniques = a new landscape”, AA School, London / solo “El Jardín de las Delicias”, Biënnale van Venetië “Abalos & Herreros, architecten, Madrid”, deSingel, internationaal kunstencentrum, Antwerpen / solo “Abalos & Herreros: contemporary techniques = a new landscape” Illinois Institute of Technology, Chicago / solo
2002
Prijs voor architectuur van de groep XIV Dragados van de stichting CEOE voor Recyclagepark Valdemingomez / Madrid Finalist: Mies van der Roheprijs voor Recyclagepark Valdemingomez / Madrid COAM-prijs 2000 voor Studio Gordillo, Madrid
Contact / Contact / Contact Abalos & Herreros Gran Vía, 16 – 3º centro 28013 Madrid Spain T: +34 915 234 404 F: +34 915 234 553 E:
[email protected] www.abalos-herreros.com
Prijzen / Prix / Awards 1988
1991
1997
1999
Prijs voor architectuur en stadsontwerp van het regiobestuur van Madrid, voor de tentoonstelling “Le Corbusier. Rascacielos” Prijs voor architectuur en stadsontwerp van het regiobestuur van Madrid, voor administratief gebouw RENFE, Madrid COAM-architectuurprijs voor administratief gebouw RENFE, Madrid COAM-architectuurprijs voor Gordillo Huis, Madrid Prijs van de stad Madrid voor Gordillo Huis, Madrid Prijs van de stad Madrid voor 52 woonunits langs de snelweg M-30 Prijs van de Ajuntament de Barcelona Architectuurprijs stadsbestuur Madrid voor Recyclagepark Valdemingomez / Madrid COAM Architectuurprijs voor Recyclagepark Valdemingomez / Madrid 56
57
Colofon / Colophon / Imprint
Deze publicatie verschijnt naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Abalos & Herreros, Architecten, Madrid’, van 30 april tot en met 20 juni 2004 in deSingel internationaal kunstcentrum, Antwerpen. Cette publication paraît dans le cadre de l’exposition ‘Abalos & Herreros, Architecten, Madrid’, du 30 avril au 20 juin 2004 au centre d’art international deSingel, à Anvers. This publication appears on the occasion of the ‘Abalos & Herreros, Architecten, Madrid’ exhibition held at deSingel international arts centre, Antwerp, from 30 April to 20 Junel 2004.
Uitgever / Editeur / Publisher: deSingel internationaal kunstcentrum, Antwerpen Algemeen directeur / Directeur général / General Director: Jerry Aerts Programma tentoonstellingen en curator / Programme des expositions et commissaire / Exhibition programmer and curator: Moritz Küng Teksten / Textes / Writers: Studio Abalos & Herreros, Moritz Küng Realisatie tentoonstelling, redactie en vormgeving / Réalisation de l’exposition, rédaction et mise en page / Exhibition production, editing and design: deSingel Druk / Impression / Printer: Fotogravure Godefroit Oplage / Tirage / No. of copies: 800 ex Met dank aan / Remerciements / With thanks to: Acesinh, Madrid ; IRPEN, Barcelona ; Santa & Cole, Barcelona © 2004 deSingel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of welke andere wijze ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Tous droits réservés. Aucune partie de cette publication ne peut être reproduite, mise en mémoire dans un fichier de données automatisé, ou rendue publique par impression, par photocopie ou par quelque procédé que ce soit, sans l’autorisation préalable de l’éditeur. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopy, recording or any other information storage and retrieval system, without prior permission in writing from the publisher.
59