Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
oktober 2013
Aanpassingen in het bewegingsonderwijs voor kinderen met overgewicht Touwzwaaien/schommelen Touwverhuizen Steunspringen Duikelen rekstok/ringen Koprollen Klimmen Spellen
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
oktober 2013
Inleiding
Eén op de vier Venlose kinderen is te zwaar! (BOS-kompas 2013)
En van elke 35 kinderen lijdt er één aan obesitas. Gevolgen van overgewicht voor kinderen Overgewicht op jonge leeftijd is geen pretje … Op een leeftijd waarop je eigenlijk onbezorgd hoort rond te rennen, wil je lichaam soms niet helemaal meewerken onder de last van de extra kilo’s. Bewegen kost kinderen met overgewicht meer energie, wat als gevolg heeft dat ze eerder afhaken met gym of uit angst niet meedoen met touwtje springen op het schoolplein. Zoals je begrijpt, werkt dit veelal in een vicieuze cirkel.. Zoals hierboven geschetst krijgen dikke kinderen vaak te maken met lichamelijke en sociale problemen. Als gevolg van overbelasting kunnen er klachten ontstaan aan onder andere de voeten, knieën, benen en rug. Maar ook kortademigheid, snurken, hoofdpijn, slaapstoornissen, huidinfecties en een verhoging van het cholesterol zijn voorbeelden van lichamelijke klachten bij kinderen met overgewicht. Op de lange termijn brengt overgewicht bij kinderen nog veel grotere risico's met zich mee. Bijna één op de drie kinderen met overgewicht heeft een verhoogde bloeddruk en loopt aanzienlijk meer kans op het verkrijgen van suikerziekte of hart- of vaatziekte. Uit onderzoek is zelfs gebleken dat volwassenen die als kind overgewicht hadden, een verhoogde sterftekans hebben. Daarnaast kan overgewicht ook van invloed zijn op het sociale leven van kinderen. Dikke kinderen voelen zich vaker buitengesloten en zijn veelal het slachtoffer van pesterijtjes. Bovendien kampen ze meestal met een negatief zelfbeeld doordat ze zich schamen voor hun lichaam. Somberheid, emotionele problemen maar ook gedragsproblemen kunnen het gevolg zijn.
Aandachtspunten voor kinderen met overgewicht tijdens het sporten/bewegen: Als een kind moeilijk of niet mee kan doen met de aangeboden oefenstof zijn de aanpassingen op de volgende pagina’s wellicht een oplossing om het kind toch in hetzelfde vak te laten deelnemen. Met een alternatieve opdracht wordt gewerkt met hetzelfde materiaal of er wordt een aanvulling aangeboden zodat het kind zich niet ‘’anders’’ voelt en met plezier in beweging is. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Plezier in bewegen Succesbeleving maakt het kind sterker Een kind moet zich veilig voelen in de gymzaal Meedoen is belangrijker dan het kunstje Verschil in niveau accepteren en bespreekbaar maken in de groep, samen sporten! Van proberen kun je leren Niet meedoen is erger dan iets anders doen Betrokkenheid bij de activiteit
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
Touwzwaaien/schommelen
Niveaus 1. Schommelen op een plankje, opstappen via de lage kast – bank – grond (evt. afstand vergroten t.o.v. het ophangpunt) 2. Schommelen op twee touwen aan elkaar geknoopt, opstappen via de lage kast – bank – grond (evt. afstand vergroten t.o.v. het ophangpunt) 3. Schommelen op een schoteltje, opstappen via de lage kast – bank – grond (evt. afstand vergroten t.o.v. het ophangpunt) 4. Schommelen op de knoop, opstappen via de lage kast – bank – grond (evt. afstand vergroten t.o.v. het ophangpunt)
Tips! Een schoteltje zorgt voor meer stabiliteit door een groter steunvlak, zo voelt het kind zich veiliger. Het plankje of schoteltje kun je wellicht door de conciërge op school laten maken. Het is van MDF materiaal gemaakt. 2 of 3 schoteltjes en 1 plankje is al genoeg.
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
oktober 2013
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
oktober 2013
Touwverhuizen
Niveaus 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Zittend op de hoge kast kan het kind gaan zitten op de schotel Zittend op de hoge kast kan het kind gaan staan op de schotel Staand op de hoge kast kan het kind gaan staan op de schotel e Staand op de hoge kast kan het kind gaan staan op de schotel en vervolgens verhuizen naar de 2 schotel Met het touw aan de korte zijde van de kast omhoog klimmen, zet de voeten in de openingen van de kast Met het touw aan de lange zijde van de kast omhoog klimmen
Tips! Een schoteltje zorgt voor meer stabiliteit bij het staan. De kinderen met een hoger niveau kunnen eventueel aan de andere kant beginnen met touwverhuizen. Zo voorkom je een lange wachtrij. Een kast onder de touwen zorgt voor een veiliger gevoel. Het afstappen is makkelijker.
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
Klimmen
Niveaus Jezelf erdoor heen laten zakken en hangen aan een sport is vaak moeilijk voor kinderen met overgewicht.
1. Laat het kind omhoog klimmen zover als ze durven 2. Laat het kind omhoog en omlaag klimmen en de vervolgens door de 2 sport op de mat landen 3. Laat het kind omhoog en omlaag klimmen en de vervolgens door de 3 sport op de lage kast landen 4. Laat het kind omhoog en omlaag klimmen en de vervolgens door de 4 sport op de lage kast landen 5. Laat het kind omhoog en omlaag klimmen en de vervolgens door de 3 sport op de dikke mat landen
Tips! Een kastdeel onder het wandrek plaatsen zorgt ervoor dat het kind door een hogere sport durft te gaan. Om kracht op te bouwen kan het kind eventueel aan de achterkant van een schuin wandrek zijwaarts klimmen. We hebben het in dit document niet over angsten maar over kinderen met overgewicht die niet in staat zijn om het reguliere programma mee te draaien. Iets niet kunnen gaat vaak gepaard met angst. Dwing een kind niet maar werk met haalbare doelen. Zorg voor succeservaring!
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
oktober 2013
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
oktober 2013
Duikelen aan de rekstok
Tips! Hoe bied je hulp bij het onderdeel duikelen? Pak met 1 hand de pols vast en met de andere hand de enkel van het kind en breng de voet naar de onderkant van de rekstok toe. Je ondersteunt eventueel de onderrug bij het achterover duikelen. Bij het voorover duikelen wisselen de handen van de hulpverlener van functie.
Bij het achterover duikelen kan er achter de rekstok een kast of reutherplank in een trapezoïde geplaatst worden. Het kind kan via de kast of reuterplank omhoog lopen en de duikelbeweging makkelijker maken. Als voorover duikelen pijn doet kan een isolatiebuis om de rekstok helpen.
Niveaus Voor zwaarlijvige kinderen is duikelen vaak moeilijk en soms onhaalbaar. Aan gebogen armen hangen kunnen ze meestal niet. Hoe kun je het kind op een plezierige manier mee laten doen?
1. Een kind gaat liggen op een matje en trekt zich op aan een lage rekstok (kracht opbouwen) 2. Al hangend aan de rekstok loopt het kind via de kast omhoog en brengt de voeten omhoog. Het kind duikelt achterover (alsof je een bal boven je hoofd wegtrapt; omhaal) 3. Al hangend aan de trapezoïde loopt het kind via de reutherplank omhoog, vervolgens plaats hij een voet onder tegen de rekstok aan en duikelt achterover. 4. Vanuit niveau 3 kun je terug duikelen naar beginpositie (voorover duikelen)
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
Duikelen aan de ringen
Niveaus Voor zwaarlijvige kinderen is duikelen vaak moeilijk en soms onhaalbaar. Aan gebogen armen hangen kunnen ze meestal niet. Hoe kun je het kind op een plezierige manier mee laten doen? 1. Een kind gaat liggen op een matje en trekt zich op aan de ringen (kracht opbouwen) 2. Al hangend aan de ringen of trapezestok loopt het kind via de kast omhoog en brengt de voeten naar boven toe. Het kind duikelt achterover (alsof je een bal boven je hoofd wegtrapt; omhaal) 3. Vanuit niveau 3 kun je terug duikelen naar beginpositie (voorover duikelen)
Tips! Voor het gewoon voorover duikelen kun je de trapezestok gebruiken, dit is moeilijk! De kast kan ook in de lengte geplaats worden zodat het kind via de openingen van de kast naar boven kan lopen. Dit zorgt voor meer grip en ondersteuning.
Kan een kind echt niet duikelen dan kan het toch deelnemen aan deze activiteit door in laaghangende ringen te gaan staan. Leuk om bijvoorbeeld letters uit te beelden (andere leerlijn: balanceren).
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
oktober 2013
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
oktober 2013
Steunspringen
Tips! Een kind met overgewicht heeft vaak te weinig springkracht om over de bok te komen. Naast de bok kan het kind met hazensprongen over de bank gaan (dit voorkomt opstoppingen bij bijvoorbeeld circuit vorm. Het stijgende vlak maakt het steeds moeilijker. Bij het steunspringen is het vaak makkelijker om het kind mee te laten doen. Bijv. tussen twee kasten door springen met aan beide kanten een steunvlak.
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
Koprol
Tips! Een kind met overgewicht kan fysiek gezien soms moeilijk een koprol maken. Met een dikke buik is het moeilijk om gehurkt te zitten, ook de handen op de grond plaatsen wordt bemoeilijkt. Dit geeft een onveilig gevoel om in de breedte as te rollen. Laat het kind om de lengteas draaien (boomstam rol) Omdat de boomstam rol veel plaats in beslag neemt kan dat voor oponthou zorgen. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een alternatieve opstelling. Zie foto 2.
Het schuine vlak naar beneden maakt het makkelijker om tot rollen te komen.
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)
oktober 2013
Workshop “Hoe ga je om met kinderen met overgewicht in je gymles?”
Studiemiddag Goed Bewegen aan de Basis
oktober 2013
Spellen
Aanpassingen tikspellen: Vaak getikt? - Geef deze kinderen een extra vrijplaats. - Getikt > 1 pion plat leggen en je mag weer meedoen! - Bij 5 pionnen om, mag de tikker een nieuwe tikker aanwijzen. NB niet 2x achter elkaar hetzelfde kind tikken! - Je kunt ook afspreken dat het kind zelf 3 pionnen krijgt en als deze om zijn, dat hij dan pas de pionnen van de tikker plat legt. De tikker kan moeilijk andere kinderen tikken?
Tips! Laat kinderen NOOIT teams/partijen kiezen! De kinderen die minder goed zijn zullen als laatste gekozen worden!
- kleiner veld - hulptikker - vrij plaatsen weghalen - kinderen opdrachten geven, bijvoorbeeld hinkelend “wegrennen” voor de tikker - als je werkt met pionnen, wissel je bij deze tikker i.p.v. na 5 omgedraaide pionnen al bij 3 pionnen.
Kinderen mogen als ze af zijn even aan de kant zitten, maar het is beter om te kiezen voor spelregels waarbij de kinderen altijd mee kunnen blijven doen!
Tips balspellen: 1. zodra deze kinderen de bal hebben mag er geen druk op de bal gegeven worden, houd afstand en druk na 3 seconden 2. het kind kan gaan keepen; maar vaak krijgen ze op hun donder als ze ballen doorlaten. Door ze mee te laten doen als ”veldspeler” én ze krijgen geen druk op de bal, dan kan het team er positief gebruik van maken! 3. bij pionnen voetbal mag iedereen altijd mee blijven doen, ze zijn bijvoorbeeld wel hun pion kwijt (doordat deze is omgeschopt) maar blijven meedoen om bij een ander kind een pion om te schieten en deze in hun bezit te nemen. 4. maak meerdere vakken en maak groepjes van gelijk niveau (veel balcontact en veel succesbeleving voor iedereen!)
Workshopleiders: Anne Bijlmakers en Anita Bergmans (combinatiefunctionarissen gemeente Venlo)