aankomst in Venetië 29 maart 2004
Links het hertogenlijke paleis in Ingolstadt; rechts het uitzicht uit de camper op de camping Fusina aan de oever van de Lagune van Venetië. Aan de horizon ligt de Dogenstad, een kwartietje met de boot. Goede reis! Wat zeg ik: een prachtige en heel voorspoedige reis. Zondag om 07.15 uur het Ried uit. De zomertijd was die nacht een feit dus het was eigenlijk kwart over zes. Bij Arnhem kwam de zon erbij en die heeft mij tot heden niet verlaten. De reis over de Duitse snelwegen levert geen verhaal op. Frankfurt, Neurenberg, het blijft allemaal in de verte, maar Ingolstadt dat het reisdoel voor zondag was, niet. Tegen half vijf reed ik daar de uitgezochte camping op. Aan een fraai watertje met allemaal (zon)dagjesmensen. Ik besloot
als eerste met de Spartamet naar het stadtmitte te fietsen want ik had al allerlei fraaie torens zien staan. Het blijkt een prachtige stad te zijn. Gelegen aan de Donau (mijn eerste kennismaking) hier een breed en snelstromende rivier, is Ingolstadt een echte vestingstad uit de Middeleeuwen. Aan beide zijden van de rivier staan machtige verdedigingswerken, waaronder paardenstallen. In de stad is het hertogelijke paleis uit 1418 bewaard gebleven (zie foto) alsmede fraaie kerken en een dito Raadhuis, mooie straten en pleinen vol met zonaanbiddende terrasbezoekers. Ik vond het mooie dat hier geen barokke gebouwen staan (zoals veel meer in Beieren) maar stoere, kasteelachtige bouwwerken. Dat geldt niet voor het prachtige, vrij nieuwe theater aan de rivier. De Johannespassion stond er op het programma. Maar ik moet nog eten, goed slapen en morgen weer een dag rijden. Ik kan me beheersen en fiets terug. Sneeuwlandschap Ik had het zelf niet gezien maar Marieke had vrijdagavond in het journaal gezien dat het zo gesneeuwd had in Beieren, met name bij München zat het verkeer totaal in de knoop. Vandaag zie ik het resultaat: een schitterend sneeuwlandschap waar de autowegen breed en volkomen droog doorheen 'vloeien'. Vooral na München de west-oost verbinding naar Salzburg langs de voet van de Baierische Alpen is een sprookjelandschap: alles onder de sneeuw en ik met 110 Km per uur er langs! Bij München heerste de ochtendspits maar na het Sudkreuz wordt het steeds rustiger. Dat blijft ook zo tussen de indrukwekkende bergen van Oostenrijk. Met die sneeuw en zon erop: het kan niet mooier. Bij Salzburg verwissel ik de cd van Joost Prinsen voor een strijkkwartet van Mozart. Hij werd hier tenslotte geboren en breng de grootste componist graag een eerbetoon. Maar de eerste tonen hebben nog niet verklonken of de cd slaat over. Oorzaak de beroerde betonnen snelweg. En daar moet je ook nog een vignet voor aanschaffen (€ 7,-). De Tauerntunnel kost extra tol. Logisch dat het hier zo rustig is. In Italië is het zomogelijk nog stiller. Ik heb het gevoel dat ik de enige ben in die kilometers lange tunnels die zich in de Adriatische Alpen aaneen rijgen. Het gaat voorspoedig en tegen half zes zit ik in de Venetiaanse avondspits. En die is hartstikke druk. Mijn navigatie loodst me er voorspoedig doorheen en zo kwam ik in Fusina waar ik dit verhaaltje tik. De laatste
kilometers gaan door een rommelig industrieel landschap (aluminiumindustrie), maar eenmaal aan de oever van de Lagune van Venetië waar de camping ligt: beeldschoon. Ik kijk uit op het water en Venetië. Een kwartiertje varen en de boot ligt bij de camping. Oceaanstomers (zie foto) komen voor mijn raam langs op weg naar de verderop gelegen haven. De avond is al zoel! Morgen wacht Venetië! .
La Venezia 30 maart 2004
Gezicht op Venetië vanaf de campanile van S.Giorgio op het eilandje van die naam. Tot vandaag was La Venezia voor mij gevestigd aan de Nieuweburen in een vreemd hoog gebouw: de wolkenkrabber. De oude heer Talamini had er z'n ijssalon. Het was een oudere man, grauw van kleur met een lichte bochel die enigszins loensde. Hij maakte het lekkerste ijs van mijn jeugd. Volgens mij gebruikte hij melk die net even aangebrand was en draaide het ijs voor iedereen zichtbaar vlakbij de zeer steile trap naar boven. Het was altijd wit! Vandaag heb ik gezien waar die naam vandaan kwam: van Venetië dat in de gelijknamige lagune in de Podelta bij de Adriatische zee ligt. Stralend in de zon komt Venetië langzaam dichterbij als ik met de boot van de camping in ruim twintig minuten overvaar. De mooiste kennismaking zo vanaf het water. Ik heb een driedaags "go-as-you-please" kaartje en mag met elke boot van het openbaar vervoer mee. Ideaal! Als ik bij de Zattere (de aanlegplaats) uitstap en de eerste de beste steeg insla, sta ik al direct bij een hoogtepunt dat ik wil bezoeken: Peggy Guggenheim museum. Maar dat gaat te snel: nu nog even niet... Het is schitterend voorjaarsweer en ik wil eerst zwerven. Om te profiteren van de zonnestand reis ik
eerst met de vaparetto (de varende stadsdienst) naar het Isola di S.Giorgio Maggiore tegenover het Dogenpaleis met de gelijknamige basiliek en campanile. In de kerk groot werk van Tintoretto en fraai ebbenhoutgesneden koorbanken. Dan de klokkentoren op (met de lift). Boven ben ik de enige bezoeker van het fraaiste uitzicht op Venetië (zie foto). Later zie ik een rij van mensen van minstens vijftig meter voor de campanile op het San Marco plein....... De zwerftocht door deze prachtige stad brengt me op heel drukke plekken (San Marcoplein met de basilica S.Marco die sprekend lijkt op een stoomcarroussel) en op afgelegen grachtjes waar ik alleen loop. Het is ongelofelijk wat op deze stad afkomt. Veel gezelschappen: Fransen en Japanners, veel jonge mensen en daar tussendoor beweegt zich de Venetiaan. Maar alles draait hier om het toerisme. Om de twee uur pak ik een cappuccino en sjouw weer verder of vaar een stukje. De eerste kennismaking beviel zeer. Tijdens de lunch aan het Canal Grande heb ik met grote belangstelling naar de gondeliers gekeken. Met die roeispaan en een heel bijzondere houten dol voeren ze drie handelingen uit: een roeibeweging, een stuurbeweging en om heel snel 'op te trekken' wrikken ze zoals onze schippers een vletje met een spaan voortstuwden. Schitterende vaartuigen, die gondels. Morgen wachten bezoeken aan andere hoogtepunten.
het geweldige Venetië 1 april 2004
een transportboot vervoert zoals vroeger de 'karrieder' alle pakketten . Hier gaat het om computers en printers die in de hele stad worden afgeleverd. Rechts: om de twee uur even een espresso of een cappucini. Donderdag 1 april is mijn laatste dag in Venetië, mèt gisteren een dag van veel koppen kijken. Koppen op de schilderijen van beroemdheden als Caravaggio, Titiaan, Tintoretto in de kerk Santa Maria della Salute, het museum de Gallerie dell'Accademia, maar vooral ook op straat! Wat een mensen met interessante koppen. Ga op een bankje zitten en geniet. Vandaag waren er plotseling heel veel Amerikanen (de eerste twee dagen bijna niet) en wat bleek. In de haven voor cruiseschepen ligt een bakbeest uit Hamilton, USA. Het schip is hoger dan welke toren in Venetië ook, op de campanile van het Piazza San Marco na. Die is bijna 100 meter hoog. Nu ik dit schrijf kijk ik uit op de als
kermisattractie verlichte schuit die de skyline van V. bederft. Woensdag ben ik toch het interieur van de stoomcarrousel (Basillica di San Marco) gaan bekijken. Het is imponerend maar te veel van alles. De mozaïeken (4000 m2) die alle koepels bedekken hebben een byzantijnse oorsprong; de vier bronzen paarden komen uit Constantinopel. De Kruistochten omstreeks 1200 leverden letterlijk goud op. En later klagen dat Napoleon veel sieraden meenam en omsmolt. Je raakt een beetje overvoerd van de vele bijbelse voorstellingen hoe mooi ook geschilderd. Ik heb meer genoten van de verzameling van Peggy Guggenheim. Schitterend werk van Mondriaan (het figuratieve prachtstuk duinen in Zeeland, maar ook het abstracte de Zee en een Compositie) Malevitsj, Picasso en hele mooie sculpturen. Als toegift daar een tijdelijke tentoonstelling De eeuw van Michelangelo met tekeningen van deze grootste kunstenaar en van Rafael en Leonardo da Vinci. Het zijn alle studies voor schilderijen en fresco's. Je staat met je neus bovenop de fabelachtige tekentechniek van deze mannen. Net als Dali ligt Peggy G. in haar eigen museumtuin begraven. Naast haar hondjes! Nog een graf bezocht. In de kerk Santa Maria Gloriosa dei Frari ligt op een onopvallende plaats Claudio Monteverdi, de fameuze componist, begraven. Maar naast alle kunst is V. vooral een geweldige, schitterende stad. Dat je drie dagen geen auto ziet, zelfs geen fiets is bijna ondenkbaar. Alle vervoer per boot, heerlijk. Laten we in Leeuwarden het gezeur over parkeren bij het stadhuis oplossen door de Eewal tot en met het Heerenwaltsje uit te graven. Dan krijgt Tjerk Visser z'n spullen met de transportboot en leggen zijn klanten aan bij de Lange Pijp. We moeten echt veel meer gaan varen in Leeuwarden nu de Blauwe Diamant geslepen is. Openbaar vervoer door de singelgrachten en een snelboot door de Dokkumer Ee naar de Kenniscampus. De transportboot die ik vastlegde deed heel erg denken aan de bodedienst van het Oldehoofsterkerkhof. De vrachtrijder nog even vervangen door een schipper. Gondels hoeft niet, die horen hier in Venetië! Vrijdag naar Bologna.
Bologna knooppunt tussen noord en zuid 2 en 3 april 2004
Kijk nu eens naar die curieuze torre Garisenda: 3,22 uit het lood naast z'n bijna 100 meter hoge collega . Drukte op het eeerste perron van het spoorstation van Bologna dat in de jaren tachtig werd getroffen door een bomaanslag. Het is een drukke stad, Bologna. Zeer druk. Zaterdagmiddag om zes uur winkelen er tienduizenden. De warenmarkt is in volle gang. Alle cafe's zijn druk beklant. Om zeven uur nog geen verandering (vgl de Nieuwestad om deze tijd!). Het zijn allemaal Italianen; ik heb geen toerist gezien. Het is prachtig voorjaarsweer maar Bologna heeft dat niet eens nodig. De kilometers lange winkelstraten die in een stervorm naar het Piazza Maggiore leiden hebben alle arcaden. Of het nu regent of de zon onbarmhartig
schijnt, je bent hier altijd beschermd. Vlak bij het centrale plein staan de twee wonderlijkste torens die ik ooit heb gezien. Het zijn de torri pendenti, de scheve torens. Ze staan praktisch tegen elkaar aan en niet eens op een plein maar op een soort kruispunt. De hoogste toren heeft iets weg van de Brandaris, maar dan uitgerekt tot bijna 100 meter. Bovenop staat ook een soort lantaarn die makkelijk voor vuurtorenlamp kan doorgaan. De kleinste toren lijkt tegen de lange te leunen. Deze Garisenda staat hartstikke scheef. Gebouwd in de elfde eeuw tot een hoogte van 60 meter moest de toren in de veertiende eeuw worden verlaagd tot de huidige 48 meter wegens ongelijke verzakking. Hij staat nu 3,22 meter uit het lood! (vgl de Oldehove is 38,75 hoog en staat 1,68 m uit het lood). De stad heeft een Middeleeuws stadspatroon en is prachtig bewaard. Tot de verdedigingsmuur en poorten aan toe. Bologna is nog altijd het knooppunt van Italië. Alles (autoverkeer, treinen en goederen) wat van noord naar zuid moet passeert deze stad. Prachtig gelegen in de laagvlakte en op de grens van de Apenijnen. Dat zie je deze zaterdag namiddag ook op het treinstation. Een ongelofelijke drukte. Ik was even een kijkje op het station wezen nemen omdat in de jaren tachtig gebouw en perrons doelwit waren van een enorme bomontploffing. Vergelijkbaar met Madrid vielen hier ook tientallen doden en honderden gewonden. Ik zag er in Rotterdam een film over, vandaar! Interessant was verder de enorme bakstenen San Petronio kerk aan het plein. Zoals wij gietbetonnen woningen bekleden met een bakstenen muur zo zou deze kathedraal van baksteen bekleed worden met marmer. Maar het geld raakte schaars en tenslotte op. En zo is alleen de onderste laag (fraai) bekleed, maar de bovenkant is ruw en lelijk. Bologna heeft grote tentoonstellingshallen en elke week is hier wel een andere beurs. Dit weekend is parfumerie aan de beurt. En omdat deze camping 'Campinghotel Bologna Citta' vlakbij de hallen ligt logeren hier nogal wat deelnemers. Ook zijn hier, net als in Venetië, weer een flink aantal Nederlandse handelaren met hun familie in kolossale caravans. Voor een deel hebben ze Duitse kentekens (zoals ik ze vorig jaar ook al in Barcelona zag) wat er op duidt dat ze net over de grens (Kleve is populair) wonen.
Op de Spartamet ben ik in een kwartier in hartje stad. Zo kan ik boodschappen doen en overal al fietsend een kijkje nemen. Twee dagen Bologna, zondag ga ik door naar Lucca en via Pisa naar Florence.
Lucca en Pisa op een dag 4 april 2004
Twee steden op een dag bekijken, kan dat? Ja dat kan. Van Bologna is het niet ver naar Lucca. In Lucca is parkeerruimte genoeg op zondag en neem ik de hele zondagmorgen om deze voormalige hoofdstad van Toscane te bekijken. En dat gaat op de fiets. De stad is geheel omringt door een verdedigingswerk wat nog het meest lijkt op dat van Dokkum alleen breder en geheel voorzien van een fiets/wandelpad. Vier en een halve kilometer en je bent rond. De Middeleeuwse binnenstad laat zich prachtig bewonderen vanaf de fiets. Samen met 'sjokkers', gezinnen en veel fietsers en groepen die worden rondgeleid is het een groot genoegen in de voorjaarszon. Vervolgens de stad verkend. Twee buitengewoon aardige dingen: er is een zuiver ovaal plein met huizen rondom en vier toegangspoorten dat z'n oorsprong vindt in een Romeins amfitheater. Het werd afgebroken en het marmer elders gebruikt maar op het exacte grondvlak ontstond bebouwing. Het tweede is een prachtige bakstenen toren waarop 18 volwassen steeneiken staan! Op veertig meter hoogte. Van Lucca naar Pisa loopt een spectaculaire weg met enig 'haarspeltbochtenwerk'. Peter wees me daar op. Dus dat heb ik met de videocamera op het dashboard maar even vastgelegd. Pisa was de vanzelfsprekende volgende stad. Ik sta hier op een aardige camping om maandag of dinsdag door te reizen naar Florence. Dus zijn de middag en de avond voor Pisa. Deze stad is veel meer dan de scheve toren, die er overigens prachtig bijstaat en duizenden bezoekers trekt. Ook veel zondagvierende Italiaanse dagjesmensen. Ik laat de foto's maar even in mijn laptop want iedereen kent die scheve toren nu wel! Het lijkt overigens wel of iedereen een digitale camera heeft. Het is natuurlijk ook hartstikke handig als je even wilt controleren of je verloofde dat rare standje om de scheve toren z.g. te stutten wel juist uitvoerde.....
Maar Pisa is veel meer. Het heeft prachtige kades met kleurrijke bebouwing langs de brede rivier de Arno. De stad heeft de gebruikelijke grote collectie kerken en daar draaide het in de Middeleeuwen allemaal om. Dat heeft al die steden hier gemaakt tot wat ze vandaag nog zijn. Ik vind de marmer beklede exemplaren mooi zoals op het grasland Campo di Miracolo met het ronde baptisterium (dat veel lijkt op de Radcliff Camera in Oxford waar ik met vader was), de dom en de campanile (de beroemde scheve). Maar het meest houd ik toch van die bakstenen torens en gebouwen die Berlage inspireerden tot zijn Beurs in Amsterdam. Die hoop ik in Florence te vinden. PS Ik heb de oplossing voor de bebouwing van het Zaailand ten behoeve van het Fries Museum: maak een rechthoekig gebouw dat weer een plein omsluit. Aan het Ruiterskwartier en het Zaailand en ook aan de kopse kanten is het gebouw gesloten met vier doorgangen; er ontstaan dan echte straten. Binnen staat het gebouw op arcaden die het nieuwe plein insluiten. De grootte is ongeveer, schat ik, gelijk aan het Plaza Major in Salamanca. Kijk maar of het kan.
met een omweg naar Florence 6 april 2004
Bij stom toeval kom ik in Pisa in Theater Rosso in een TV opname terecht. Niemand stoort zich aan mijn persoontje. Rechts vier torens van de bestaande twaalf (van de oorspronkelijke 72!) in San Gimignano. Wat een (in)drukke dag! Maandag nog een nacht in Pisa gebleven want het bleek toch niet mogelijk twee steden op een dag te doen. Pisa was niet compleet met de buitenkant. Ik moest de Dom (bij de scheve campanile) toch van binnen zien en ook het Battistero en het Camposanto. Zonder hier op de details in te gaan, was het schitterend. En in de stad raakte ik nog verzeild in een TV opname. Bij stom toeval keek ik door een achterdeur in het Theater Rosso dat momenteel leeg staat in afwachting van een restauratie. Ik op het felle licht af: er werd een TV programma opgenomen. Een pracht van een
schouwburgje: rondom en vier hoog loges voor steeds vier personen. In de zaal en op het toneeltje was een hele set gebouwd, uitgelicht en bevolkt met acteurs, zangers etc. Harstikke leuk om er bij te zijn en niemand die me een strobreed in de weg legde. Italie, iedereen is er zo relaxed, ondanks de drukke gebaren en -taal. Maar vandaag, dinsdag 6 april gaat het wel verder. Heb een rondrit gepland met Florence als einddoel. Eerst gaat het richting zee. Tenslotte moet ik zand meenemen voor Anton Groenewoudt. Ik ga eerst naar de tufstenen kerk van San Piero a Grado uit de 11 e eeuw. Het was een pleisterplaats voor pelgrims richting Rome. Nu midden in de groene wereld. Geweldig. Dan naar Marina di Pisa waar de rivier de Arno in de Thireense zee stroomt. Er staat een harde wind. Ik besluit met de videocamera de ruwe zee maar even vast te leggen. Ik volg de kustweg. Kom in Livorno (dat ik kende als slasaus) met een belangrijke haven met veel Ferrieboten. Voort gaat het langs een aantrekkelijke kustweg tot Cecina waar de S 68 naar het oosten begint. Die moet ik hebben. Hieraan liggen Volterra en San Gimignano en die staan op het programma. Voor het eerst rijd ik nu door dat prachtige Toscaanse landschap dat ik van plaatjes ken. Geweldig; ik heb geprobeerd de rit met de videocamera vanaf het dashboard vast te leggen. Straks ga even kijken hoe de opnamen zijn geworden. Ik kan wel webpagina's vol schrijven over de Etruskische Akropolis van Volterra (fundamenten uit de derde en tweede eeuw voor Christus) de poort, het Romeins theater. Prachtige hoog gelegen en te bereiken via veel haarspeldbochten (video). Maar verder gaat het weer (na een heerlijke lunch). De landschappen worden zomogelijk nog mooier op weg naar San Gimignano. Dat is de stad die ooit 72 torens had en nu nog twaalf (ook imponerend). Het had allemaal te maken met de twisten tussen adellijke families. De ene bouwde er een nog hogere toren dan de concurrentie. Maar kwam deze aan de macht dan liet ze de bestaande toren decimeren en bouwde zelf de grootste. Nou daar is het nodige van te zien. Zeer druk bezocht maar geen onplezierige sfeer. Via Poggibonsi (waar als ik het goed heb Luciano Pavarotti vandaan komt) gaat het dan aan de leidraad van de navigatiejuffrouw naar de camping in Florence. Het gaat feilloos. De camping Michelangelo is zeer druk en ik slaag er met grote moeite in om een plekje te vinden. De hooggelegen camping op de zuidoever van
de Arno geeft een magnifiek uitzicht op heel Florence. Van hier zie ik dat drie belangrijke torens in de steigers staan: Palazzo Vecchio, de Dom voor een deel en nog een derde kerktoren. Jammer maar helaas. Morgen ga ik Florence ontdekken!
een onverwachte ontmoeting 7 april 2004
De rivier de Arno ter hoogte van de Ponte Vecchio. In 1966 zette de rivier na 53 dagen regen de stad blank waarbij veel kunst en boeken bijna onherstelbaar beschadigd werden. rechts: de leukste straatmuzikant zag en hoorde ik gisteren in San Gimignano. Florence, de kunststad, de hoofdstad van Toscane wordt minstens zo druk bezocht als Venetië. Wat hier aan buitenlanders maar ook aan Italiaanse schoolklassen rondloopt, je heb het nog nooit zo gezien. De stad maakt een overweldigende indruk en het zal nog heel moeilijk worden niet te verdrinken in de overvloed. Vandaag heb ik een eerste kennismaking gedaan: lekker rondsjouwen nadat ik op de Spartamet met een rotvaart van de heuvel waar de (ook overvolle) camping ligt zo de stad ben komen binnenrollen.
En wie kom ik zo'n beetje als eerste tegen? Beatrix! In een winkelstraat met winkels als Cartier en Gucci zag ik ineens een bekend gezicht. Bekende haardos, weliswaar een bril op en met een kortharige terriër aan de lijn in gezelschap van een aantal dames. Ik dacht verrek de koningin. Ik heb het gezelschap aan mij voorbij laten trekken en ja hoor, Laurentien behoorde ook tot het winkelende groepje waar drie ontspannen veiligheidsmensen achteraan sjouwden. Even helemaal weg.....na een paar hectische weken. Zo heeft ieder z'n reden om hier te zijn. Het is vandaag voor het eerst buiig weer. Onweer en felle opklaringen wisselen elkaar af. Maar de parapluie helpt. Ik word wel een beetje somber van de rij van honderden meters bezoekers voor het Uffizi museum en ook bij de Dom staan ze de deur uit. 's kijken of ik op een heel vroeg uur minder mensen tref. Maar de stad is onovertroffen mooi en vol van heerlijke koffiebarretjes en trattoria. Toch ook redelijk wat politie op straat met komische witte helmen van plastic en wijde jassen bij het middel ingesnoerd, maar heel vriendelijk. Vandaag laat ik het bij de buitenkant te meer omdat er weer een flinke onweersbui dreigt. Met de Spartamet ben ik in tien minuten weer boven. Droog! Morgen Florence in de diepte.
de binnenkant van Florence 9 april 2004
De omgang van de kerk Santa Croche. Een groot complex met tal van grafmonumentten. rechts de David van Michelangelo zoals die in kopie staat op het gelijknamige plein naast de camping met een riant uitzicht op Florence. Donderdag en vandaag Florence van binnen gezien. Dat was vandaag ook wel nodig omdat het de hele dag spoelde. Dus met de bus naar de stad terwijl ik gistermiddag nog zo'n twintig kilometers langs de Arno en door de stad had gefietst. Donderdagmorgen stond ik om kwart over acht 's morgens al in een fikse rij voor de kassa van de Galleria degli Uffizi, Florence's belangrijkste museum en wereldberoemd. De deuren gingen om half negen open en om negen uur was ik binnen! Twee kolossale gebouwen met een luchtbrug
ertussen en vol met bekende werken die je als plaatjes kent. De Venus van Botticelli, de Venus van Titiaan, schilderijen van Michelangelo, Rafael, Da Vinci maar het mooiste vond ik een portret van een Florentijnse hertog op een tweeluik uit 1465 door Piero della Francesca. Het gezicht wordt ongenadig uitgebeeld; hij draagt een felrode tuniek en een dito hoed. Op de achtergrond het Toscaanse landschap zoals dat nu nog is. Er zijn ook veel beelden, vooral uit de oudheid en in Rome opgegraven. De leden van de familie De Medici kochten ze daar en lieten ze naar Florence overbrengen. Om twaalf uur was mijn kop vol. Een frisse neus, espresso en lunch. Ik bewaar de "Accademia" voor een volgende keer. Het beroemdste beeld ter wereld, David van Micheangelo staat daar, maar elders in de stad staan twee exacte kopieën. Bij het Palazzo Vechio staat er een, nu midden in de steigers, maar ook op het naast de camping gelegen Piazza Michelangolo staat er een (foto). Verder vandaag in de kerk Santa Croce (heilige kruiskerk). Fresco's van Giotto en veel tombes van belangrijke Italianen. De kerk doet dienst als een soort Pantheon. Michelangelo ligt hier begraven onder een tombe van Vasari. Galileo ligt hier maar ook Machiavelli en Rossini. Er zijn herinneringsmonumenten voor Dante (wiens kerkje ik elders bij toeval ook bekeek) en Marconi. Een imposante kerk met een fraaie omgang. Omdat het aan het eind van deze Goede Vrijdag eindelijk droog werd ben ik nog even de heuvel achter de camping opgeklommen (om nog wat foto's van de stad te maken) en te kijken naar de kerk San Miniato al Monte die over heel Florence uitkijkt. De oorsprong ligt al rond het jaar 1000 toen de Benediktijner monniken uit Cluny zich hier vestigden tot de dag van vandaag wonen hier Benediktijners in het bijbehorende klooster. Als ik de kerk om zes uur binnen stap is hier een Heilige Mis voor Goede Vrijdag aan de gang. Bovendien gezongen in het Latijn. Er zijn zo'n twee honderd kerkgangers, schat ik. Het is indrukwekkend. Met die Gregoriaanse klanken in de oren zal ik afscheid nemen van Florence en morgen doorreizen naar Siena. Maar in deze stad kom ik vast terug.
de mooiste Middeleeuwse stad: Siena 11 april 2004
Als zwaluwnesten zitten de huizen van Siena tegen de vele heuvels geplakt. De toren van het Palazzo Pubblico steekt er bovenuit. rechts: je loopt door een mooie straat en ineens ligt daar ergens in de diepte het Piazza del Campo. Door een van de poorten kom je er binnen. Siena is de mooiste, want gaafste Middeleeuwse stad van Italië. De camping ligt hoog in het noorden met een fraai uitzicht op de stad. Op de fiets ben je er zo, maar voor de terugreis moet je wel zorgen dat er benzine in de tank van de Spartamet zit. Dat ontkwam mij en dus moest ik zaterdagmiddag een flink end teruglopen! En in Siena moet je ook al flink lopen: de stad is op een aantal heuvels gebouwd en geen enkele straat ligt meer dan vijfentwintig meter waterpas. Zoals ik het centrum binnenkwam kreeg ik sterk de
indruk dat de straten rivieren met zijtakken waren. Ik liep over de "hoofdstroom" en steeds liepen er zijstraten naar beneden af. Soms heel steil. De stad is geheel ommuurt met poorten. Het eigenlijke centrum is dan de Piazza del Campo die heel diep ligt. En ook daar is geen sprake van waterpas. Het plein heeft de vorm van een halve cirkel. De hoogtelijnen vormen een kom en het plein is bestraat in negen taartpunten die op het diepste punt bijeen komen in een soort monumentale put. Daar staat het schitterende Palazzo Pubblico, het stadhuis zeg maar. Ik zou het hier wel eens pijpenstelen willen zien regenen, maar 'helaas', het is prachtig weer. Dit beroemde Il Campo is twee keer per jaar (en dat al 700 jaar) het toneel van de Palio. Een race tussen 10 (van de 17 bestaande) contrades. De 10 wijken die bij loting zijn aangewezen brengen een ongezadeld paard met berijder in de race die gaat over drie rondjes langs de randen van Il Campo. Dat duurt ongeveer 90 seconden maar de voorbereidingen vergen weken van processies, feesten, muziek, vendelzwaaien en gezamenlijke maaltijden op straat. Het lijkt me geweldig maar de twee Palio's zijn in juli en augustus en dan ben ik hier niet meer. Voor de Domkerk moet je weer flink klimmen. Deze prachtkerk ligt op het hoogste punt van de Middeleeuwse stad en torent boven alles uit. Waar in Pisa de drie onderdelen los van elkaar staan zo is in Siena de Dom een gebouw met de klokkentoren en de doopkapel. Geheel bekleed met afgewisslend stroken wit en zwart marmer en een rijk versierde voorgevel. En dat allemaal uit de dertiende eeuw! Oorspronkelijk zou op deze plaats een Romeinse Minervatempel hebben gestaan. Heel aardig vond ik dat binnen de stadsmuren nog een Il Campo ligt. In eenzelfde soort kom ligt het voetbalstadion van de SV Siena. Pal tegen het centrum aan. Toen zaterdagmiddag de wedstrijd tegen Sampdoria was afgelopen kwam het voetbalpubliek, met spandoeken en sjaals de drukke winkelstraten in. Ze hadden overigens weinig praats, dus ik denk dat Siena heeft verloren. Het is op de camping zeer gezellig. Veel Italiaanse families vieren de paasdagen met een paar dagen campergenoegens. Er wordt gebarbecued en gedronken en kinderen vermaken zich op de hoog en laag gelegen paden en veldjes. Er zijn trouwens ook heel wat fietsers die 's avonds hun tent hier komen opzetten en de volgende morgen al weer vroeg op pad
zijn. Daar moet je een flinke ausdouwer voor hebben. Paasmaandag ben ik hier ook nog en dan gaat het verder zuidwaarts.
Assisi vooral bedevaartsoord voor Italianen 14 april 2004
Links de bovenkerk van de Basillica di San Francesco in Assisi die in 1997 werd getroffen door een aardbeving waarbij ook fresco's werd beschadigd. Je ziet er inmiddels niets meer van. Rechts de Minerva tempel uit de eerste eeuw van onze jaartelling. De derde dag in Siena viel tegen. Niet de stad natuurlijk, dat blijft de mooiste Middeleeuwse stad; maar het weer. Paasmaandag is het niet droog geweest. Dat kwam Geert Mak's In Europa zeer ten goede want in een dag kun je lekker doorlezen. Dindag de zaak opgepakt en koers gezet naar Perugia en Assisi. Bij het grote Lago Trasimeno begon het opnieuw te regenen en ik besloot Perugia voor een volgende keer te bewaren en door te rijden naar Assisi. De camper op een busstrook geparkeerd, de
parapluie op en klimmen maar. Want dat Assisi ligt tegen een bergwand geplakt met heel veel hoog en laag. De stad wordt beheerst door de Basillica di San Francesco: de kerk gewijd aan de heilige Franciscus die hier werd geboren (1181) en heel veel goede werken verrichte. Hij werd 45 jaar oud en hier begraven. Al twee jaar na zijn dood werd hij heilig verklaard. De basiliek en een klooster werden vanaf 1228 rond zijn graf gebouwd. Enige tientallen jaren later werd er nog een kerk bovenop gezet. Een zeer imponerend complex. De bovenkerk werd in 1997 zwaar beschadigd door een aardbeving waarbij ook vier mensen omkwamen. De wereldberoemde fresco's van Giotto zijn gelukkig niet verloren gegaan. Wel beschadigd maar alles is inmiddels hersteld. In die fresco's, het zijn er 28, schilderde Giotto het leven van Franciscus. Het is eigenlijk een stripverhaal avant-lalettre en het is schitterend. Met name de blauwe en groene kleuren 'spatten' van de wanden. En ze zijn van 1290-1295! Ook de benedenkerk die laag is en ook vol fresco's maakt veel indruk en een bezoek is niet compleet zonder even af te dalen in de crypte waar de sarcofaag met Franciscus prachtig centraal staat. Franciscus is de beschermheilige van Italie en voor veel katholieken duidelijk een bedevaartsoord. En natuurlijk busladingen vol cultuurtoeristen, waaronder een Nederlandse. Veel Nederlanders zie ik op de campings trouwens niet. Assisi heeft op 3 KM een fraaie camping waar ik twee nachten blijf. Vandaag, woensdag was het droog, eeerst mistig en later wat zon. Warm is het niet: een graad of 12 maar geen wind. Vanmorgen ben ik naar het hoogste punt geklommen. Daar staat de Rocco Maggiore, een deels verwoest kasteel maar te beklimmen en te bekijken. Indrukwekkend uitzicht. In de stad is verder nog, heel mooi, een puntgave gevel van een Romeinse tempel te zien. Ben je net gewend aan jaartallen als 1200, 1300 en 1400 en dan moet je in gedachten weer terug naar het jaar 0. Deze Minervatempel op de plaats waar ook het Forum was, dateert uit de eerste eeuw na Chr. Voor een espresso betaalde ik voor het eerst € 0,75 terwijl het overal voor 80 centen wordt geleverd. Ze smaken overal voortreffelijk! In Siena rekende de camping maar twee overnachtingen terwijl ik er drie had gestaan. Ik heb het maar zo uitgelegd dat ze de regendag niet telden......
Donderdag gaat de reis naar Rome, hier zo'n 160 KM vandaan. Op naar nog meer onvergetelijke indrukken.
Rome de eeuwige, maar natte stad 16 april 2004
Hier het Pantheon, een Romeinse tempel van 1900 jaar oud; nu een kerk. Het enige daglicht maar ook het hemelwater, zo heb ik kunnen constateren, komt door dit 'oculus' van 9 meter in doorsnee naar binnen. Zolang ik van het bestaan van het Pantheon in Rome afweet, wilde ik dit bouwwerk zien en met name het oculus, het ronde gat in de koepel dat het enige daglicht binnenlaat. Want hoe zat het dan met regen? Vrijdagmiddag (16 april) kon ik het met eigen ogen zien want het spoelde van de regen in Rome. En jawel hoor: in een grote cirkel in het midden op een prachtige marmeren vloer viel de regen even onbarmhartig neer als buiten! De camping verzorgt een shuttle bus verbinding met Vaticaanstad en omdat regen voorspeld werd pakte ik
deze bus. Plu mee en wat kan je gebeuren. De bus deed een half uur over vier kilometer; dat moet straks op de Spartamet sneller kunnen. Maar goed ik stond om tien uur in de Eeuwige Stad en kwam via trappen bij het Vaticaan-museum uit. Het begon zachtjes te motteren. Langs de gehele muur van Vaticaanstad van de museumingang tot de zuilengang van het Sint Pieterplein (ik schat 1 KM) stond een rij mensen! Dit was andere koek dan bij het Uffizi in Florence. Museumbezoek uitgesteld. Eerst de Sint Pieter dan maar. Tjonge jonge wat een mensen zijn er op de been. Weer een rij. We worden allemaal gefouilleerd voordat we in de volgende rij mogen aansluiten en tenslotte de kerk binnen mogen. Onbeschrijfelijk groot, de grootste kerk van het Christendom en misschien wel 10.000 mensen binnen. Loop er wat verdwaasd in rond; zie de bronzen deuren die maar eenmaal in de 25 jaar opengaan, zie de Piéta van Michelangelo, het Petrusbeeld van Bernini waarvan de voeten door de gelovigen worden gekust! Ik sluit me af en toe aan bij een groep die wordt rondgeleid. Sommige groepen (Japanners vaak) zijn goed toegerust. Ze hebben allen een ontvangertje met een oortelefoon waardoor ze de zender van de rondleider kunnen ontvangen. Het baldakijn van de paus van Bernini, het zal wel. Voor de Sint Pieter staat ook een baldakijn dat kijkt naar duizenden stoeltjes. Tussen de zuilengalerijen is het plein een groot openluchttheater. Maar er is helaas geen voorstelling. Indrukwekkend is wel de koepel naar een ontwerp van Michelangelo. Van binnen en van buiten (120 meter hoog). Je kunt 'm beklimmen maar het aanbevolen uitzicht op de stad komt vandaag niet tot z'n recht. Na de San Pietro trek ik de stad in. Het regent voortdurend maar de parapluie houd me relatief droog. Over een Tiberbrug de stad in op zoek naar een paar monumenten die ik wil "meenemen" vandaag. Het Pantheon is m'n eerste doel. Het praktische pocketgidsje met kompas komt me nu heel goed van pas. Wat een indrukwekkend gebouw is dit gebouw met een koepel van 43,3 meter met dat gat van 9 meter doorsnee en de voorhof met pilaren. 1900 jaar oud. Indrukwekkend ook de tekst met die grote letters in inderdaad Romeins lettertype dat Marcus Agrippa dit heeft gebouwd. Het spoelt maar ik maak een foto vanonder de plu en zit een half uurtje binnen op een bank. Deze oude tempel maakt grote indruk. Daarna bezoek ik de Trevifontein, breng een uur door in de boekhandel Feltrinelli aan de voet van de zuil van
Marcus Aurelius bij het parlement, waar ook cd's en dvd's te koop zijn. Er staan heerlijke fauteuiltjes en er is een koffiebar in de kelder. La Meglio Giuventu is er op een 3-dvd's te koop maar slechts in het Italiaans. Zelfs geen enkele ondertiteling in een andere taal. Jammer. Terug naar de bus sjouw ik door buitengewone interessante straten en over pleinen, waarvan ik 's avonds in de boeken lees dat het een van de aantrekkelijkste gebieden van Rome betreft. Maar ik heb te kampen met stromen water die als rivieren over de kinderkopjes klateren. Zo ontgaat me het Piazza Navona met z'n mooie Berninifontein terwijl ik er toch overheen gekomen moet zijn. Komt later allemaal goed. Als het weer droog is. Maar vandaag (zaterdag) spoelt het weer (nog) en wordt het pas tegen het eind van de middag beter. Ik hoop dat ik het ergste nu gehad heb, dan kan ik tenminste op de fiets!
Rome by bike 19 april 2004
Het Forum Romanum brengt het antieke Rome in beeld. Er wordt nog steeds archeologisch onderzoek gedaan: een onuitputtelijke bron. Zondag was er bij het Colosseum een optocht van Romeinen uit dat roemrijke Rome. Zondag ziet het er allemaal goed uit. Een waterig zonnetje, niet al te veel verkeer op de Via Aurelia de drukke invalsweg waaraan de Roma camping ligt: ik neem de fiets. En wat een genoegen. Waar de bus er gisteren een half uur over deed rijd ik nu binnen vijf minuten over een brug over de Tiber en ben in de binnenstad. Het was wel heuvelaf, dus terug zal het meer tijd vergen. Ik besluit, nu de zon echt doorzet het Forum Romanum op te zoeken. Op naar het Piazza di Venezia. Aan de voet van het Capitool zet ik de
Spartamet aan een verkeerspaal en bestijg de heuvel. Niet alles is mooi in Rome: het protserige gebouw dat Vittoro Emanuele II in herinnering moet houden, is uitgesproken lelijk. Dat geldt eigenlijk ook wel een beetje voor het verguld bronzen ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius. Het paard is wanstaltige groot, de keizer uitvergroot. Het is een copie, het echte beeld staat in het museum wegens luchtvervuiling. Aan de rand van de heuvel heb ik een schitterend uitzicht op het Forum Romanum (foto) een grote collectie bouwwerken en fundamenten die het antieke Rome in herinnering houden. Indrukwekkend om doorheen te wandelen. Ik beklim de Palatino, de tweede heuvel hier, omdat mijn Lancia Ypsilon van het type Palatino is. Inderdaad wonderschoon en een prachtige uitzichtplek o.a. op Circus Maximus. Nu onder triomfbogen door en langs tempelzuilen naar het Colosseum. Ik bezoek het gebouw op alle niveaus (ook hier weer detectiepoortjes). Weer buiten wacht me een verassing: er begint hier een optocht van de Senaat en het Volk van Rome! Een paar honderd Romeinen beelden in prachtige kostuums de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk uit in een lange optocht. Ik zie de keizer voorbij komen, leden van de Senaat, gladiatoren, Vestaalse Maagden en veel troepen met mannen zoals we die kennen van de schoolplaten. Prachtig: zonnetje erop, Colosseum als achtergrond. Het stadswapen van Rome heeft nog altijd de vier letters op een rood schild: SPQR, die je hier overal ziet. Senatus, Populus que Romanum. En ik heb ze allemaal in optocht aan me voorbij zien trekken. Ik fiets (al of niet met het motortje aan) het hele centrum van Rome door. Stop relematig, zet de fiets weg en loop: prachtig gaat dat. Ik ben bij de Spaanse trappen, bezoek een deel van de Mis in de Franse kerk die daar bovenaan staat. Drink koffie in het beroemde Café Greco en maak een lange wandeling door de wijk die ik vrijdag door de regen visueel miste. Terug op de camping heb ik nog een was gedraaid die in moderne machine's zo klaar was (inclusief drogen). Maandag is het weer somber en ik besluit nu een dagje openbaar vervoer te 'draaien'. Een dagkaart voor bus en metro kost maar € 4,-. Zo kan ik de uiterste randen van de stad bezoeken. Eerst naar het Piazza del Popolo en (met een zonnetje) een wandeling in het schitterende park Villa Borghese. De musea zijn dicht (maandag). Dan met de metro naar de Basilica di San Giovanni in Laterano. Ik wandel er over de Via Appia
naar toe, kom via de stadspoorten hier in de oude stad en bij de zeer grote kerk. Tegen twee uur begint het weer te motteren, een kwartier later spoelt het en dat zal de rest van de dag zo blijven. Nu heeft de lijnbus naar de camping even meer tijd nodig om van Vaticaanstad naar de camping te komen: ik zit een uur en drie kwartier in de bus! Een ongelofelijke chaos geeft de avondspits hier. De inschakeling van verkeersagenten kan de verkeerstroom (negen rijen naast elkaar op de Via Aurelia) niet verbeteren. Zo krijg je echt waar voor je geld in het openbaar vervoer. Morgen het Vaticaanmuseum.
laatste dag Rome hoogtepunt 21 april 2004
Dit indrukwekkende trappenhuis van het Vaticaans Museum leidt naar de uitgang en is zeer fotogeniek. Vanuit een zonovergoten Pompeï schrijf ik hier over de laatste dag in Rome. Door het bezoek aan het Vaticaans Museum en de Sixtijnse kapel, gistermorgen en het prachtige weer dat 's middags doorzette, was deze dinsdag een hoogtepunt. De musea die tot het Vaticaan behoren zijn waanzinnig uitgebreid. In totaal kun je er acht kilometer bereiken zonder een route dubbel te nemen! Alles is exorbitant. Of je nu de enorme gangen vol beelden, de bibliotheek met ontelbaar veel boeken waaronder de oudste ter wereld, de Egyptische verzameling, de beeldentuin of de Rafaël-zalen in de voormalige pauselijke vertrekken ziet, je twijfelt aan je opnamevermogen. En dan moet de Pinacotheek (schilderijen) en de werkelijk schitterende Sixtijnse kapel nog komen. Dit wordt niet voor niets beschouwd als het hoogtepunt van beeldende kunst in de wereld. Wat die Michelangelo hier op het plafond heeft geschilderd en 20 jaar later op de achterwand (het Laatste Oordeel) is van een grote schoonheid. Met name de scheppingstaferelen op het plafond ogen zeer modern in prachtige kleuren en ongelofelijk perspectief. Het is hetzelfde als met Rembrandt, ook diens beste werk zou zo uit onze tijd kunnen stammen. Fresco's boden die kunstenaars fabelachtige technieken. Een ding is jammer in de Sixtijnse kapel. De onderste muur is beschilderd met
z.g. gordijnen. Dat lijkt nergens op. Had ze gewoon wit gehouden en de hogere fresco's waren nog beter tot hun recht gekomen. Toen ik weer buiten stond was het prachtig weer en zo kon ik op de fiets nog heerlijk verder de binnenstad in. Een paar jongens bij hun scooter spraken mij aan over de Spartamet (die toch al wat opzien baart) en vertelden dat er vroeger in Italië een fiets met hulpmoter heeft bestaan die Mosquito heette. Mijn fiets is dus voortaan een mosquito. In de avondspits door de files naar het Internetcafe en de camping. Het ging voortreffelijk. Vandaag ben ik verder gereisd richting Napoli. Ten Zuiden van Rome reed ik weer door prachtige landschappen en er lag sneeuw op de toppen (ruim 2100 meter) van de Abruzen. Ik zit nu op de camping Zeus met uitzicht op de Vesuvius, onder de sinaasappelbomen die in bloei staan (witte bloemen). Hij ligt pal naast het antieke Pompeï dat ik morgen ga bezoeken. Verder is hier op 50 meter een station met een treinverbinding met Napoli en Sorrento. Een driedaags "go as you please ticket" is verkrijgbaar dat toegang geeft tot alle hoogtepunten en tot het openbaar vervoer. Ideaal. Met de fiets al even naar de Auchun geweest en in een nieuwe korte broek heerlijk in de zon gezeten. Wat is dat Italië mooi.
Napels is pas echt Italië 22 april 2004
Twee gezichten van Napels: links rijk en riant gelegen met de Vesuvius als allesoverheersende vulkaan en rechts de zijstraten van de grote boulevards leveren direct dit beeld op. Donderdag 22 april is Napels aan de beurt. Onder een stralend zonnetje in de trein die een metro blijkt te zijn. Ruim een half uur en dan duikt het treinstel
onder de grond om bij "Garibaldi" aansluiting te geven op alle stadsbussen en andere metrolijnen. Ik besluit te lopen naar het Archeologisch museum om kennis te maken met deze stad. Het is er enorm druk, mensen en verkeer. Chaotisch is een woord dat hier van toepassing is. Verder is alles enigszins goor. Alle panden behoeven een opknapbeurt. Straatjes tussen de hoofdstraten zijn direct smal en hoog en maken de indruk dat je meteen in een achterbuurt bent. Maar natuurlijk wel een heel schilderachtige achterbuurt. Er wordt veel op straat verkocht. Pakken papieren zakdoekjes, gasaanstekers, dat soort dingen. Er wordt veel gebedeld, dat geldt voor heel Italië. En waarom je de ene bedelaar wel wat geeft en de ander niet, ik weet het niet. Er is weinig straatmuziek. Wel in de trein en metro komt er af en toe een accordeonspeler voorbij. Bij de meeste stoplichten staan mensen die de ramen van de wachtende auto's willen wassen! Italië kent ook een heel groot aantal illegalen, vaak per boot overgestoken vanaf de Balkan. Verkiezingsaffiches met Berlusconi zeggen dat men het percentage drastisch terug wil brengen. Ik bezoek eerst het Nationaal Archeologisch museum dat een enorme schat Griekse, Romeinse, Etruskische en Egyptische beelden, mummies, mozaïeken bezit. Ik kom vooral als voorbereiding voor het bezoek aan Pompei omdat de kunstschatten van de stad die in 79 na Chr door de lavastromen van de Vesuvius werd bedolven hier zijn te bekijken. De mooiste mozaïeken, vloeren en wanden, fresco's uit de huizen en tempels en duizenden voorwerpen uit Pompei staan hier opgesteld. Indrukwekkend. Dan weer Napels in. Er zijn verschillende tandradbanen naar de hoger gelegen stadsdelen. Met de Funicolari (kennen we nog het door de Nederlandse Napolitaan Willy Alberti gezongen Funicoli, funicolar?) kom ik bij het Castel San Elmo, een enorm fort. Omgebouwd tot congresaccommodatie met magnifieke uitzichten op de Golf van Napels en de Vesuvius. Er is een groot congres aan de gang waar ik midden in beland want het is net middagpauze. Het blijkt om cardiologen te gaan die allemaal even een sigaretje willen roken op het dak. Het clichébeeld dat medisch specialisten vaak zelf wel paffen maar het hun patiënten sterk ontraden klopt weer. Fraaie foto's kunnen maken al is het natuurlijk wel een beetje nevelig (altijd bij dit weer). Met een busje gaat het, na een lunch met uitzicht, weer naar beneden. Nu merk ik goed dat de gehele stad geplaveid is met keitjes. Het busje racet erover en horen en zien vergaat je. Die
bussen gaan vast niet langer dan een jaar mee: alles rammelt los. Terug in de benedenstad is het geweldig zwerven, regelmatig een espressootje. Met de metrolijn terug naar Pompei dat ik morgenvroeg ga bezoeken. Bij de camper nog heerlijk in de avondzon.
ik breek de reis naar Italië af 27 april 2004
Met Ed en Diny Bosloper in het natuurgebied rond de Bouwepet onder Gytsjerk in oktober 2003. Vandaag bereikt mij het bericht dat mijn vriend Ed Bosloper en zijn zwager Aart Advocaat zijn omgekomen bij een vliegramp. Zondagmiddag vertrokken zij met Aart's vliegtuig voor een reis naar Spanje. De eerste stop zou in Macon, Frankrijk zijn. Daar wonen Peter en Mary, vrienden van Ed en Diny. Bij de landing kwam het vliegtuig in een luchtzak terecht, klapte tegen de grond en verongelukte. Beide vrienden die al vier prachtige vliegreizen samen maakten, overleefden de klap niet. Dit nieuws heeft mij zo aangegrepen dat ik mijn verblijf in Italië afbreek. Ik ga naar huis.