Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Aan
de Deken van de Orde van Advocaten Mr. P.M. Wilmink Bureau van de Orde van Advocaten Postbus 4152 6803 ED Arnhem Nijmegen, 14 april 2013
Kenmerk:
K 13/40
Geachte heer Wilmink, Hierbij mijn reactie (repliek) op het “verweer” van mevr. mr. R. Ester, de bijlage bij uw brief van 9 april 2013. Maar eerst een opmerking: mijn klacht omvat de uitnodiging om samen op details in te zoomen en een klacht voor de Raad van Discipline op te stellen, ik begrijp dat u hier niet op in gaat. 1. Algemeen Haar verweer is niet inhoudelijk. Op geen van de door mij genoemde feiten, gedeeltelijk ondersteund met bijlages, wordt ingegaan. De reactie bevat duidelijke focusveranderingen: a) Het verweer vermeld onder meer algemene juridische werkwijze waarmee ze suggereert dat hierover een meningsverschil is. Ik noem concreet: Deze verschillende visies op feiten en de consequenties daaruit worden door de advocaten weergegeven. Dat is hun taak. De advocaat geeft niet de mening van de wederpartij weer. Echter, hierover is geen verschil van mening, in mijn klacht staat ook nergens iets dat tot deze opmerking aanleiding kan geven. Deze opmerking categoriseer ik als stemmingmakerij. b) Een (tegen)aanval die tegelijk geschiedvervalsing is: Bij gelegenheid van de laatste zitting bij de Rechtbank heeft de heer Gemmeke mij fysiek aangevallen. De bewaking van de rechtbank kon voorkomen dat ik hierdoor schade heb ondervonden. Dit is een stellige beschuldiging van poging tot lichamelijk geweld! Ik hoop, maar verwacht van niet, dat er een video-opname is (graag controleren). Maar ik durf ook te vertrouwen op het geheugen onder meer van mijn advocate. Wat was het werkelijke voorval? Ja, ik was ontzet. Door haar opstoken van mijn kinderen. Hierdoor heb ik ze ruim twee jaar niet meer gezien. Natuurlijk is dit subjectief, het is dan ook geen onderdeel van de klacht. Ja, mijn emotie was zichtbaar en iemand (wie?) heeft de aanwezigheid van een suppoost gevraagd. Ja, na de zitting heb ik haar op de gang aangesproken op een manier die bij PowNews past en de suppoost heeft hier een einde aan gemaakt door zich tussen ons te plaatsen. Niet meer, niet minder. Dus van fysiek is nul-komma-nul sprake, evenals van schade. Opnieuw plaats ik dit in de categorie: stemmingmakerij.
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
c) Mevrouw Ester stelt met “ik dien uitsluitend het belang van mijn cliënte waar te namen” een trivialiteit die niet ter discussie is. Op de belangen van haar cliënten ga ik hieronder gedetailleerd in. Opnieuw: stemmingmakerij. d) Mevrouw Ester stelt: Uit zijn emails en onderhavig schrijven blijkt dat hij zich niet kan neerleggen bij hetgeen door de rechter is beslist. In mijn reactie hierop kies ik voor haar werkwijze: stemmingmakerij (nu ik). Laat ik het herformuleren in: Hij vertrouwde op feiten, regels en ethiek. Een beetje dom, kan er wel om lachen. Toen ik wist dat er getouwtrek tussen mijn cliënte (zijn ex-partner) en hem over de kinderen was, toen greep ik mijn kans. Gewoon haar (mijn cliënte) verzekeren dat haar kinderen geen geld meer zouden krijgen zonder mijn hulp. En daarna … dat heb ik echt handig gedaan, de kinderen waren partij zonder het goed te beseffen. Hun moeder liet ik hun vertegenwoordigen. Ja … ik ken mijn cliënten, hun kinderen. Die heb ik ooit een handje gegeven en tegelijk de machtiging geregeld. Lieve kinderen, zo loyaal naar hun moeder. Fijn die vrijheid die mijn beroep met zich meebrengt zeker als je lekker wraak kan nemen op zo’n vent die het altijd beter weet.
e) Mevrouw Ester stelt: Reeds jaren zendt de heer Gemmeke mij emails en geschriften. Dat klopt, ik geef immers mensen wel de kans om er samen uit te komen, ik hanteer wel gedragsregel 3: laten we samen rond de tafel gaan zitten. Ja, ik ben duidelijk in het verwoorden van mij mening, maar ik sta wel open voor de ander. Het mag duidelijk zijn dat ik op het “verweer” van mevrouw mr. Ester gedetailleerd en feitelijk ingegaan ben. Mijn vermoeden waarom zij dat niet op mijn klacht doet, maakt onderdeel uit van een ander kader, dat ik buiten deze reactie plaats, zie hiervoor mijn brief aan de Raad van Discipline (bijlage). 2. Belangbehartiging Een goede lezing van mijn klachtschrift en de vermeldde feiten geven aan dat mijn kritiek zich focus op twee zaken: • belangen van haar cliënten niet goed vertegenwoordigen • geen fair play Op de belangen van mijn ex-partner en met name die van mijn kinderen wil ik focussen. Dat waren (zijn) haar cliënten. Wie bepaald wat belangen zijn? In zakelijk of strafrecht is dat misschien eenvoudig te bepalen, in familierecht is dat toch net iets complexer. Is gedragsregel 3 (in de minne schikken), niet vanuit een psychologische gedachte geformuleerd? Is het niet zo dat een (onnodige) strijd schade aanricht aan alle betrokkenen, zeker binnen het familierecht. Ter lering en vermaak adviseer ik eens op de website van de vFAS rond te neuzen. Wie gelooft dat mijn ex-partner een strijd van zeven jaar voor ogen stond? Wie gelooft dat mijn kinderen, als ze straks zelf kinderen hebben, voor ogen stond om voor hun kinderen geen opa te hebben?
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Tijd om concreet te worden en met kosten versus baten te komen van haar activiteiten. Hierbij kan ik uitsluitend objectief over goederen en financiële zaken feiten aandragen. Bij een scheiding speelt meer mee. Hoeveel het financieel waard is de ander een hak te zetten, neem ik niet mee (maar dat doen we in Nederlands recht toch ook niet?). Tijdvak 1: voorjaar 2006 – najaar 2006; de scheiding; wederpartij mijn ex-echtgenote. Bijdrage mevrouw mr. R. Ester: procedure loopt onnodig lang en niet constructief. Na maanden schakel ik mr. Jan van Halder in, ook toen bleef het moeizaam gaan (misschien de moeite waard om Jan als getuige te horen?). Oplossing van de partijen (zonder advocaten): reeds geformuleerd in mijn klacht, in het weekend van 10 september 2006 hebben mijn ex-echtgenote en ik samen de basis van het convenant op gesteld. Deze basis was als bijlage (processtuk) aan mijn klachtschrift toegevoegd, Nu vul ik deze aan met de email aan mr. Jan van Halder en de (korte) discussie over advocaatkosten. Conclusie: Ik zie geen positieve bijdrage van mr. R. Ester aan het belang van haar cliënte gedurende deze periode, wel zie ik de inkomsten van beklaagde. Tijdvak 2, najaar 2007 – mei 2009; de afhandeling boedel; wederpartij mijn ex-echtgenote: Situatie: mijn ex-echtgenote heeft moeite met het nakomen van afspraken en raadpleegt haar advocate, mevrouw mr. R. Ester. 1e fase: deurwaarder dreigementen en dumping van een gedeelte van mijn boedel in mijn voortuin (februari 2008). Ik denk dat Jan van Halder zoiets nooit geadviseerd zou hebben. 2e fase: rechtszitting, ik daag, om zaken recht te zetten. Resultaat een overeenkomst ter zitting, waarbij tegenpartij mij 2000 euro betaalt (ter compensatie van niet geleverde goederen) en de verplichting aan haar cliënte om 700 euro studiebijdrage per maand te betalen (net als ik deed, we hebben gelijke draagkracht). Opnieuw een overeenkomst waarbij ik echt niet weet welk voordeel mijn ex-partner heeft gehaald. Wel is er twee jaar strijd geweest, die onze kinderen hebben mogen waarnemen. Conclusie: Er is geen financieel gewin, zelfs aanzienlijk verlies, er zijn verplichtingen voor haar cliënte en opnieuw heeft beklaagde duidelijke inkomsten. Tijdvak 3, juni 2010 – heden; studie bijdrage kinderen; wederpartij mijn kinderen Hier gaat het vooral om, zaken worden extremer en duidelijker. Mij blijkt dat er geen controle is op dit soort gedrag, immers ik heb her-en-der signalen afgegeven, zonder resultaat. Mr. R. J. Hoekstra spreekt dan over “angel en antenne”. Ik vul mijn klachtschrift aan met de volgende feiten over de studiebijdrage. • Zomer 2009 stop ik met betalen aan mijn oudste dochter, ik verzoek haar eerst zaken uit te leggen (ze is naar mij niet eerlijk); • Mei 2010, het contact met mijn jongste is plotseling verslechterd en ik vermoed een reden. Ook haar verzoek ik eerst zaken uit te leggen voordat ik door ga met betalen (en spaar de bedragen op een rekening); • Dit conflict, dat haar bron bij mij ex-echtgenote heeft, wil ik voor mijn kinderen graag opgelost hebben en ik vraag mr. Joan van Vliet als mediator op te treden, beklaagde weet dit;
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Het antwoord op die vraag komst snel indirect, ik krijg een deurwaarderbevel voor een zitting op 12 juli 2010. Dochters tegen vader; • Dus na een jaar besluit mij oudste (toen 22 jaar) zelfstandig (?) dat ze nu wel geld wil zien en vindt dit de aangewezen weg. Is dat zonder enige beïnvloeding, of weer uitsluitend mijn ex-partner, zo snel? • Na de zitting en deurwaarder bevel (in klacht beschreven, zonder vooraankondiging e.d.) betaal ik een half jaar onder protest en stel dat ik tegen de beslissing in beroep ga; • Januari 2011, ik stop met betalen (en ga weer voor hun sparen). Er gebeurt niets, waarom niet?; • Januari 2012, zitting om de uitspraak nietig te verklaren, de kinderen verklaren dat ze mijn geld niet willen hebben (had eerder en zonder zitting gekund, maar met dat idee kwam hun advocate niet). Omdat de onjuist verkregen verplichting verviel, betaalde ik direct na de zitting een deel van het gespaarde bedrag. De kinderen storten deze per direct terug (waren boos, wat ik wel kan begrijpen); • Januari 2013, ik maak opnieuw geld over, eerst aan mijn oudste, wat later aan de jongste. De bedragen komen niet terug. Volgens mij beginnen ze langzaam zaken in te zien. Ik betaal nu de helft en spaar de helft. Mijn conclusie, de kinderen zijn geronseld, gemangeld en financieel benadeeld. Heb ik daarin een rol gehad? Ja zeker. Ik heb mij niet laten chanteren, ik heb bewust het risico genomen dat ik mijn kinderen levenslang niet meer zou zien. Voor mij een klein risico omdat ik geloof dat leugens niet duurzaam zijn. In familie”recht” lijkt dit regelmatig te gebeuren, ondanks alle voorlichting van de vFAS dat zoiets niet goed is voor partijen en niet duurzaam. Op dit moment heb ik op rekening ING 1364529 een bedrag staan van 18116,60 euro; dat groeit maandelijks met de ingehouden (en geïndexeerde) studiebijdrage. Het geld wacht op mijn kinderen (zie bijlages). Conclusie: Nu is er met zekerheid alleen nadeel van de cliënten van beklaagde ( mijn kinderen) en opnieuw heeft ze inkomsten. Geschonden gedragsregels heb ik genoemd in mijn klachtschrift, dat ze tevens elke gedachte van de vFAS met voeten heeft getreden is waarschijnlijk niet aan het tuchtrecht. •
3. Motivatie Hoewel tuchtrecht geen strafrecht is, kan het wel goed zijn om bij motivatie voor gedrag stil te staan. In tegenstelling tot een O.M. ben ik niet in staat geweest een aantal zaken te laten onderzoeken door deskundigen, hiermee is mijn visie op mogelijke motivatie behoorlijk speculatief, ik besef dat. Het is aan u hoe mijn visie interpreteert. In voorjaar 2006 heeft zij mijn ex-echtgenote vertegenwoordigd. In eerste instantie had ik geen advocaat en ik heb alle brieven van haar beantwoord en gevraagde stukken (o.a. testamenten) geleverd. Ontvangstbevestiging, antwoord op vragen van mij, gevraagde stukken, er komt niets terug. Dus communicatie is één richting, dwangmatig van toon. Mag dat, ja dat mag toch. Maar of dat slim is in echtscheidingszaken?
Emile Gemmeke De Geerkamp 1014 6545 HB Nijmegen 024-3739514 /
[email protected]
Toegegeven mijn antwoorden waren inhoudelijk en terechtwijzend. Wie kaats mag toch de bal verwachten? Veelal voorzien met de opmerking dat ik graag in een dialoog de zaken netjes regelde. In juni 2006 heeft zij een eenzijdig verzoekschrift bij de Rechtbank Arnhem ingediend, wat de Rechtbank op basis van gebrek aan gezamenlijk ouderschapsplan volgens mij niet ontvankelijk had moeten verklaren. De rechtbank deed dit niet, ook niet na mijn opmerking hierover (werd gemakshalve als verweer geïnterpreteerd). Ik verwacht dat het mevrouw tegengevallen is dat ze niet over mij heen kon walsen. En zeker toen ze met de onderhandse overeenkomst tussen mijn ex-echtgenote en mij buitenspel werd gezet (uitwerking convenant werd Jan van Halder gegund, niet zonder reden). Dit heeft haar inkomsten gescheeld. 4. Conclusie Hoewel ik met herhaling de inkomsten van beklaagde noem wil ik niet stellen dat dit haar enige “drive” is geweest. Ik sluit niet uit dat ze, in den beginne, geloofd heeft dat ze het beste deed voor mijn ex-echtgenote. Dit is overigens is anders dan uw uitlating: “uw ex-echtgenote heeft dit gewild”. Een professionele advocate schat de objectieve situatie in en vandaaruit haalbaarheid. De fouten tijdens de eerste periode kan ik goed begrijpen, maar er is niet van geleerd. Tweede periode werd het gedeeltelijk eigenbelang (revanche) en hiermee tendeerde tot verwijtbaar gedrag. Voor mij tot ver over die grens, maar mijn waarden en normen zijn hoger dan die van juristen (ik durf die discussie aan). Gedrag in de derde periode is buiten proporties, in 2010 hadden mijn kinderen gescheiden ouders die problemen met elkaar hadden en ze stonden er tussen. Wat hebben ze nu en wie zal er op termijn de meeste psychische gevolgen van hebben? In termen van aangerichte schade, is het goed om alsnog echt onderzoek in te stellen naar wat er gebeurd is en waarom. Dan stel ik voor dat dit niet door u gedaan wordt maar door tenminste een jeugdpsycholoog. Die kan oordelen over de communicatie tussen beklaagde en mijn kinderen. Wat was de oplossing geweest vanaf dag één? Braaf de gedragsregels volgen, die zijn zo slecht nog niet. Als u of de Raad van Discipline ter verder lezing en vermaak nog wil inzomen, mijn archief is redelijke geordend en mijn geheugen ook. Voor als feiten interessant worden … met vriendelijke groet,
Emile Gemmeke (digitale versturing zonder ondertekening) Bijlagen: Verstuurd:
brief Raad van Discipline / email Jan van Halder / overzichten ING per post (in tweevoud) / per email aan eerder gebruikte verzendlijst