A2000. Examenreglement Koninklijke PBNA

A2000

Examenreglement Koninklijke PBNA

Uitgave januari 2014 Van toepassing op PBNA-examens na 1 januari 2014

Indeling van het examenreglement Koninklijke PBNA.

Artikel

Omschrijving Begrippenlijst 1 Algemene bepalingen 2 Reikwijdte van het examenreglement en de deelreglementen 3 Beoordeling examenreglement en deelreglementen 4 Vooropleidingseisen voor toelating 5 Taal 6 Toegang en toelating 7 Regeling van de toetsen 8 Regeling van de centrale examens 9 Regeling van de groepsexamens 10 Regeling van de individuele examens 11 Vrijstelling van het afleggen van toetsen 12 Regeling registratie en terugtrekking 13 Het bijwonen van de toetsen 14 De examencommissie 15 Het examenbureau 16 Toetsopgaven 17 Identificatie 18 Beoordeling en uitslagbepaling van de toetsen 19 Opnieuw afleggen van toetsen 20 Praktijktijd 21 Uitslag van de toets en uitreiking van het toetsbewijs 22 Uitslag van het examen en uitreiking van het diploma 23 Regeling voor het opheffen van een toets 24 Toetsen buiten Europa 25 Toetsen in bijzondere omstandigheden 26 Gevallen van poging tot bedrog en onregelmatigheid 27 Geheimhouding 28 Inzien van het examenwerk 29 Klachten 30 Regeling van bezwaar 31 Regeling van beroep 32 tot en met 35 Slotartikelen Bijlagen 1 tot en met 5

Koninklijke PBNA bv, Postbus 68 3330 AB Zwijndrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Dit is eveneens van toepassing op gehele of gedeeltelijke bewerking van de uitgave.

Examenreglement Koninklijke PBNA (A2000)

pag. 2 van 21

uitgave: januari 2014

Begrippenlijst Beroep

:

protest tegen een beslissing van de examencommissie ingediend bij de directie van PBNA.

Bezwaar

:

protest tegen een beslissing van de examencommissie of een vastgesteld examen- of toets resultaat ingediend bij de examencommissie.

Cesuur

:

onderste grens waarbij aan het examenwerk van een kandidaat nog een voldoende cijfer wordt toegekend, uitgedrukt in procenten van het maximaal aantal te behalen punten of aantal vragen.

Dagelijks bestuur

:

de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. Het dagelijks bestuur zorgt voor de dagelijkse werkzaamheden.

Diploma

:

de verklaring afgegeven na het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen.

Deelreglement

:

aanvulling op het examenreglement, waarin voor een bepaalde opleiding de toetsing zo nauwkeurig mogelijk is beschreven.

Eindtermen

:

de eisen waaraan minimaal moet worden voldaan voor het verkrijgen van een diploma. Het betreft het gemeenschappelijk minimum aan kennis, inzicht en vaardigheden en/of houdingen.

Examen

:

alle benodigde toetsen tezamen vormen het examen. Het met goed gevolg afgelegde examen leidt tot een diploma.

Examenbureau

:

de afdeling binnen PBNA die belast is met de organisatie en het afnemen van de examens.

Examencommissie

:

de commissie die onder verantwoordelijkheid van PBNA is belast met het afnemen van de examens en de organisatie en de coördinatie van de toetsen. De directie van PBNA benoemt de leden.

Examendeskundige

:

de deskundige die onder verantwoordelijkheid van de examencommissie is belast met de beoordeling en samenstelling van de toetsen en het analyseren van de resultaten per kandidaat en per toets. Hij wordt benoemd door de directie van PBNA.

Examensecretariaat

:

het secretariaat en de administratie van de examencommissie;

Examinator

:

de deskundige die onder verantwoordelijkheid van de examencommissie is belast met de samenstelling van de toets en de beoordeling van de door de kandidaten uitgewerkte toets. Hij wordt benoemd door de directie van PBNA.

Kandidaat

:

degene (m/v) die ter deelneming aan een toets is geregistreerd.


pag. 3 van 21


Klacht

:

uiting van ontevredenheid door een relatie buiten PBNA (een kandidaat, een (opleidings)organisatie waarvoor PBNA een examen organiseert). Ontevredenheid ontstaat wanneer de verwachtingen van de relatie niet overeenkomen met zijn ervaringen.

Opleidingsorganisatie

:

organisatie die een opleiding door PBNA laat examineren;

PBNA

:

Koninklijk PBNA B.V.; de examenorganisatie die belast is met het afnemen van de examens.

Practicum

:

het oefenen en/of toetsen van praktische vaardigheden.

Praktijktijd

:

de tijd gedurende welke, ter verkrijging van het diploma, praktijkervaring moet worden opgedaan.

Toegang

:

bevoegdheid tot het afleggen van een toets.

Toelating

:

bevoegdheid tot het volgen van onderwijs.

Toets

:

een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek.

Toetsbewijs

:

het bewijs dat de kandidaat voor een toets is geslaagd met vermelding van het behaalde eindcijfer.

Toetsprotocol

:

het gedeelte van een deelreglement waarin zo concreet mogelijk de toetsing wordt omschreven in al haar facetten.

Toetswerk

:

uitwerking van een toets van een kandidaat.

Toezichthouder

:

degene die bij afname van een toets toezicht houdt. Hoeft niet terzake kundig te zijn.


pag. 4 van 21


Artikel 1 Algemene bepalingen Bij dit examenreglement hoort een begrippenlijst, bijlagen en deelreglementen. De begrippenlijst en de bijlagen zijn een onderdeel van dit reglement.

Artikel 2 Reikwijdte van het examenreglement en de deelreglementen 1. Dit examenreglement bevat de algemene bepalingen die van toepassing zijn op de examens van PBNA, danwel de examens die door PBNA worden afgenomen. 2. Voor de opleidingen vermeld in bijlage 1 is een deelreglement vastgesteld met de bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op deze opleidingen naast de bepalingen uit dit examenreglement. 3. Dit reglement is niet van toepassing op de examens Technische Bedrijfskunde (TBK), System Engineer (HBO) , de examens in het kader van de VCA (VGM Checklist Aannemers) , de SOG (SSVV Opleidingen Gids) en de IECEx

Artikel 3 Beoordeling examenreglement en deelreglementen 1. Jaarlijks wordt de inhoud van dit examenreglement en de deelreglementen genoemd in bijlage 1 door de examencommissie getoetst op actualiteit en toepasbaarheid. 2. Deelreglementen kunnen elk op zich vervallen, worden gewijzigd of worden toegevoegd.

Artikel 4 Vooropleidingseisen voor toelating Voor toelating tot een toets kunnen eisen aan de vooropleiding worden gesteld. Deze vooropleidingseisen worden vermeld in het betreffende deelreglement.

Artikel 5 Taal 1. De toetsen worden afgenomen in de Nederlandse taal. 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel kan een andere taal worden gebezigd indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit daartoe noodzaakt. De afwijkingen worden aangegeven in het deelreglement van de betreffende opleiding. 3. Voor anderstalige toetsen geldt dat deze door een beëdigd vertaler zijn vertaald en qua niveau en beoordeling gelijkwaardig zijn aan de Nederlandse toetsen. 4. Indien een kandidaat in een andere taal een toets wenst af te leggen, dient een met redenen omkleed verzoek ten minste drie maanden voor de toetsdatum te zijn ingediend bij de examencommissie.


pag. 5 van 21


Artikel 6 Toegang en toelating 1. Degene die bij een opleidingsorganisatie als cursist is toegelaten, heeft toegang tot de examenvoorzieningen. Aan de toegang zijn de volgende aanvullende voorwaarden gesteld: a. voor de toegang tot bepaalde toetsen kan vereist worden dat andere toetsen met goed gevolg zijn afgelegd; b. cursisten moeten zich op de juiste wijze inschrijven voor elke toets. 2. Degene die uitsluitend tot de examenvoorzieningen wenst te worden toegelaten, kan zich als kandidaat in laten schrijven. Aan die inschrijving zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. de kandidaat moet voldoen aan de vooropleidingseisen voor toelating; b. de kandidaat moet zich op de juiste wijze inschrijven voor elke toets.

Artikel 7 Regeling van de toetsen 1. Iedere toets wordt ten minste eenmaal per jaar afgenomen. 2. De aanmelding voor een toets dient via de PBNA-website of schriftelijk met een aanmeldingsformulier dat door PBNA wordt verstrekt te geschieden. Eventueel hiervan afwijkende afspraken over de aanmelding worden in het betreffende deelreglement opgenomen. 3. Het aanmeldingsformulier moet volledig worden ingevuld. 4. Voor aanvang van de toets ontvangt de kandidaat de volgende bescheiden: a. een examenprogramma, waarop vermeld de duur, de wijze van examineren, de leerstof, alsmede de hulpmiddelen die gebruikt mogen worden. Dit is tevens de bevestiging van de registratie als kandidaat; b. een factuur voor het betalen van het examengeld indien deze niet bij de opleidingskosten zijn inbegrepen. 5. Het examengeld wordt jaarlijks door PBNA vastgesteld.


pag. 6 van 21


Artikel 8 Regeling van de centrale examens 1. De data waarop de toetsen tijdens het centraal examen worden afgenomen, worden door PBNA vastgesteld en bekendgemaakt. 2. Het aanmeldingsformulier dient uiterlijk 6 weken vóór de aanvang van de toets door PBNA te zijn ontvangen. 3. Uiterlijk 4 weken vóór aanvang van de toets ontvangt de kandidaat de bescheiden genoemd in artikel 7 lid 4. 4. Het eventueel verschuldigde examengeld dient uiterlijk 30 dagen na factuurdatum door PBNA te zijn ontvangen. 5. Aan diegene die niet heeft voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 7 lid 2 en 3 en artikel 8 lid 2 en 4, kan de deelneming aan de toets worden ontzegd. 6. Uiterlijk 2 weken vóór aanvang van de toets ontvangt de kandidaat een oproep met datum, tijdstip en locatie van de toets. De kandidaat die 1 week vóór de datum van de toets nog geen oproep heeft ontvangen maar wel in het bezit is van een bevestiging van de registratie, dient zich per omgaande in verbinding te stellen met het examenbureau.

Artikel 9 Regeling van de groepsexamens 1. De toetsen van de groepsexamens worden vastgesteld in overleg tussen PBNA en de organisatie die een groepsexamen wil hebben afgenomen. 2. PBNA dient uiterlijk 2 weken vóór aanvang van de toets van de organisatie van iedere kandidaat een aanmeldingsformulier of een lijst van alle kandidaten met de vereiste gegevens te hebben ontvangen. 3. De organisatie ontvangt onverwijld een bevestiging van de registratie van de kandidaten. 4. Het examengeld dient uiterlijk 30 dagen na factuurdatum door PBNA te zijn ontvangen. 5. Aan de organisatie die niet heeft voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 7 lid 2 en 3 kan de organisatie van de toets worden ontzegd.

Artikel 10 Regeling van de individuele examens 1. De toetsen van de individuele examens worden tijdens kantooruren van maandag tot en met vrijdag afgenomen, behoudens dagen die door PBNA worden vastgesteld. 2. De toetsen kunnen schriftelijk op het kantoor van PBNA worden afgelegd en bij een aantal toetsen tevens via een PC in één van de toetscentra in Nederland. 3. Het aanmeldingsformulier voor het schriftelijke examen dient uiterlijk 2 weken vóór aanvang van de toets door PBNA te zijn ontvangen. Aanmelding voor een examen via de PC geschiedt online; kandidaten worden hier tijdens de opleiding over geïnformeerd. 4. De kandidaat ontvangt onverwijld de bescheiden genoemd in artikel 7 lid 4 en een oproep. 5. Het examengeld dient uiterlijk 30 dagen na factuurdatum door PBNA te zijn ontvangen. 6. Aan diegene die niet heeft voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 7 lid 2 en 3 , kan de deelneming aan de toets worden ontzegd.


pag. 7 van 21


Artikel 11 Vrijstelling van het afleggen van toetsen 1. De examencommissie kan op verzoek van een kandidaat op basis van vooropleiding en/of ervaring vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer toetsen.

Artikel 12 Regeling registratie en terugtrekking 1. Iedereen die de vereiste bescheiden bedoeld in artikel 7 lid 2 en 3 heeft ingezonden, aan wie de registratie voor de toets door PBNA is bevestigd, mag aan de toets deelnemen. 2. De kandidaat die zich wenst terug te trekken van de toets, maakt dit schriftelijk kenbaar aan het examenbureau. 3. Indien een kandidaat zich terugtrekt, kan PBNA het door hem reeds betaalde examengeld, geheel of gedeeltelijk restitueren. Voor de regeling hiervan wordt verwezen naar de Algemene voorwaarden KONINKLIJKE PBNA B.V.

Artikel 13 Het bijwonen van de toetsen De examencommissie kan, al of niet naar aanleiding van een daartoe strekkend verzoek, aan anderen dan de leden van de examencommissie en de vertegenwoordigers van PBNA die met de organisatie van de examens zijn belast, het recht verlenen de toetsen bij te wonen.

Artikel 14 De examencommissie 1. PBNA stelt voor de examens waarop dit reglement betrekking heeft een examencommissie in. 2. De examencommissie wordt bijgestaan door het examensecretariaat, het examenbureau, examendeskundigen, examinatoren en toezichthouders. 3. De statuten van de examencommissie zijn vermeld in bijlage 2.


pag. 8 van 21


Artikel 15 Het examenbureau 1. De organisatie en de administratieve afhandeling van de examens worden uitgevoerd door het examenbureau. 2. Het examenbureau verricht daartoe alle voorbereidende werkzaamheden die nodig zijn om de examens goed te laten verlopen. 3. Het examenbureau draagt er zorg voor dat het examen wordt afgenomen op een locatie die voldoet aan de door de examencommissie gestelde richtlijnen voor wat betreft geluidsisolatie, ventilatie, verlichting en verwarming en bij praktijkexamens de benodigde apparatuur. 4. Het examenbureau draagt er zorg voor dat voldoende examenmiddelen aanwezig zijn op de examenlocatie.

Artikel 16 Toetsopgaven 1. De wijze waarop toetsen worden afgenomen, wordt vastgelegd in het betreffende deelreglement. De toetsen hebben betrekking op de leerstof die omschreven is in het betreffende deelreglement. 2. De secretaris van de examencommissie ziet er op toe dat de toetsopgaven onder de vereiste geheimhouding worden vermenigvuldigd. 3. De secretaris van de examencommissie ziet er op toe dat de toetsopgaven met de vereiste geheimhouding worden bewaard tot vlak vóór aanvang van de toetsen. 4. Op de couverts wordt aangegeven: a. de inhoud waarop de toets betrekking heeft; b. de datum en het tijdstip waarop de toets aan de kandidaten zal worden voorgelegd; c. de tijd die voor de betreffende toets beschikbaar is. 5. De couverts worden onder verantwoordelijkheid van de examencommissie geopend.

Artikel 17 Identificatie 1. De kandidaat toont desgevraagd tijdens de toets de aan hem toegezonden oproep. 2. De kandidaat identificeert zich met een origineel identiteitsbewijs. Als zodanig worden aangemerkt: a. een geldig paspoort; b. een geldige Europese identiteitskaart; c. een geldig rijbewijs; d. een geldig identiteitsbewijs Asielzoekers (W-document) e. een geldig Nederlands vreemdelingendocument. 3. Indien de kandidaat niet in staat is het bedoelde bewijs te tonen, kan hem/haar het recht tot deelname of verdere deelname aan de toets worden ontzegd.


pag. 9 van 21


Artikel 18 Beoordeling en uitslagbepaling van de toetsen 1. De waardering van het toetswerk van een kandidaat wordt verkregen door beoordeling door een examinator of door beoordeling verkregen door geprogrammeerde, mechanische dan wel handmatige correctie conform de vooraf gestelde beoordelingscriteria en beoordelingsnormen. Op de beoordeling zijn in ieder geval de regels van toepassing zoals vermeld in bijlage 3. 2. Het eindoordeel over de kennis van de kandidaten wordt uitgedrukt in één van de cijfers van 10 tot en met 1. 10 = uitmuntend 5 = bijna voldoende 9 = zeer goed 4 = onvoldoende 8 = goed 3 = zeer onvoldoende 7 = ruim voldoende 2 = slecht 6 = voldoende 1 = zeer slecht 3. De examinator geeft een waardering die ligt tussen 0 en 100 punten. 4. Hij verstrekt een lijst van de toegekende waarderingen per kandidaat en per toets, alsmede – zo nodig – de daarbij behorende motivering, aan de examencommissie. 5. De cesuur van een toets bedraagt 55 % van het aantal te behalen punten. Een hogere cesuur kan worden vastgesteld en wordt vastgelegd in het betreffende deelreglement. 6. a. Het dagelijks bestuur stelt voor de toetsen die uit meerkeuzevragen bestaan een eventueel afwijkende cesuur vast. b. De examencommissie stelt per toets voor iedere kandidaat het eindcijfer vast, waaraan de betekenis wordt toegekend zoals aangegeven in het tweede lid van dit artikel. 7. Teneinde de beoordeling ‘geslaagd’ te verkrijgen, moet een kandidaat een eindcijfer van ten minste 6 hebben behaald. 8. Zowel de leden van de examencommissie als de examendeskundigen en examinatoren doen geen mededeling over toegekende eindcijfers behoudens aan de examencommissie en PBNA.

Artikel 19 Opnieuw afleggen van toetsen 1. Het is de kandidaat toegestaan een toets opnieuw af te leggen, ongeacht de hoogte van het daarvoor behaalde eindcijfer, indien PBNA de toets nog niet heeft opgeheven. 2. Het bij de laatst afgelegde toets behaalde eindcijfer treedt in de plaats van het oorspronkelijk daarvoor behaalde cijfer. 3. Nadat de kandidaat een toets opnieuw heeft afgelegd, wordt het eindcijfer opnieuw getoetst aan het bepaalde in artikel 18, zevende lid.

Artikel 20 Praktijktijd 1. Voor het verkrijgen van een diploma kunnen aanvullende eisen ten aanzien van de praktijktijd worden gesteld. 2. De beoordeling van de praktijktijd geschiedt door de secretaris van de examencommissie aan de hand van de door de kandidaat ingeleverde en door de werkgever(s) ondertekende praktijkverklaring(en). De secretaris van de examencommissie tekent de praktijkverklaring(en) voor akkoord.


pag. 10 van 21


Artikel 21 Uitslag van de toets en uitreiking van het toetsbewijs 1. De uitslag van de toets wordt vastgesteld door de examencommissie. 2. De examencommissie stelt aan de hand van het bepaalde in artikel 18 vast welke kandidaat is geslaagd en welke is afgewezen. 3. De uitslag van de toets wordt binnen 6 weken schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. 4. De kandidaat ontvangt, nadat hij een toets met goed gevolg heeft afgelegd, een toetsbewijs. 5. Het toetsbewijs wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. 6. Toetsbewijzen hebben een onbeperkte geldigheidsduur. 7. In afwijking van lid 6 van dit artikel kan een kortere geldigheidsduur gelden indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit daartoe noodzaakt. Deze kortere geldigheidsduur wordt vastgelegd in het betreffende deelreglement.

Artikel 22 Uitslag van het examen en uitreiking van het diploma 1. De uitslag van het examen wordt vastgesteld door de examencommissie. 2. De uitslag van het examen wordt binnen 6 weken schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. 3. Aan de kandidaat die voor alle tot de opleiding behorende toetsen is geslaagd, wordt een diploma uitgereikt. 4. Het diploma wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie. 5. Diploma’s hebben een onbeperkte geldigheidsduur, tenzij anders staat vermeld in het deelexamenreglement

Artikel 23 Regeling voor het opheffen van een toets 1. Indien een opleidingsorganisatie waarvoor PBNA examens afneemt besluit tot het opheffen van een toets, doet de directie hiervan onverwijld mededeling aan de directie van PBNA, de voorzitter van de examencommissie, alsmede aan alle betrokken cursisten. 2. PBNA geeft, na een opheffing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, aan de op het moment van de opheffing reeds geregistreerde kandidaten de gelegenheid om alsnog minimaal tweemaal de toets af te leggen.

Artikel 24 Toetsen buiten Europa 1. De kandidaat die woonachtig is binnen Europa en wil deelnemen aan een centraal of individueel examen, dient de toets in Nederland af te leggen. 2. De kandidaat die de toets buiten Europa wenst af te leggen, richt zich 3 maanden voorafgaande aan de examenperiode, met een verzoek dienaangaande tot de examencommissie. 3. De examencommissie zal onderzoeken of het mogelijk is de toets te organiseren.


pag. 11 van 21


Artikel 25 Toetsen in bijzondere omstandigheden 1. Een gehandicapte kandidaat is gerechtigd een toets af te leggen op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden die de lichamelijke of zintuiglijke gesteldheid van de kandidaat biedt. De afwijkende toetsvorm moet voldoen aan de toetstechnische eisen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Het niveau en de doelstellingen van de afwijkende toetsvorm mogen niet anders zijn dan de beoogde doelstellingen en het niveau van de oorspronkelijke toets. 2. In bijzondere gevallen kan ter beoordeling van de examencommissie de mogelijkheid worden geboden de toets in huizen van bewaring, ziekenhuizen, aan boord van schepen en dergelijke af te leggen. 3. In de gevallen genoemd onder lid 1 en 2 van dit artikel dient de kandidaat zich 3 maanden voorafgaande aan de examenperiode, met een met redenen omkleed verzoek te wenden tot de examencommissie. 4. Indien het verzoek wordt ingewilligd, worden de bepalingen van dit reglement zo veel mogelijk in acht genomen.

Artikel 26 Gevallen van fraude, poging tot bedrog en onregelmatigheid 1. De kandidaat die zich op enigerlei wijze vóór, tijdens of na de toets aan fraude, een poging tot bedrog schuldig maakt of op andere wijze onregelmatigheden veroorzaakt, kan van deelname c.q. van verdere deelname aan de toetsen tijdens de betreffende examenperiode worden uitgesloten. 2. In het verslag van de examenzitting wordt van de geconstateerde overtreding melding gemaakt. 3. Indien de poging tot bedrog of onregelmatigheid wordt ontdekt, wordt er gewerkt volgens protocol “Fraude bij een PBNA-examen door een kandidaat” , vermeld in bijlage 5. 4. Indien fraude, de poging tot bedrog of onregelmatigheid wordt ontdekt, kan de examencommissie de kandidaat het toetsbewijs en/of diploma onthouden of het reeds uitgereikte toetsbewijs en/of diploma terugvorderen. 5. De kandidaat kan door de examencommissie worden gehoord. 6. De door de examencommissie genomen beslissingen worden vastgelegd in het verslag van de eerstvolgende vergadering van de examencommissie. 7. De door de examencommissie genomen beslissingen worden, met redenen omkleed, aan de kandidaat medegedeeld. Indien de werkgever het examen betaalt, wordt de werkgever ook geïnformeerd..

Artikel 27 Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van de gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.


pag. 12 van 21


Artikel 28 Inzien van het examenwerk 1. Kandidaten hebben het recht hun examenwerk in te zien, als zij hiervoor een onvoldoende hebben behaald. 2. Kandidaten die hun werk willen inzien, kunnen binnen 4 weken na de dag waarop de uitslag is bekendgemaakt een verzoek indienen bij PBNA. 3. Kandidaten moeten zich legitimeren met een geldig legitimatiebewijs (zie art. 17) 4. Derden mogen het toetswerk niet inzien. 5. Tijdens het inzien van het examenwerk door een kandidaat is te allen tijde een functionaris van PBNA aanwezig. 6. De duur van de inzage is maximaal 60 minuten. 7. Er mogen geen aantekeningen, foto’s of kopieën worden gemaakt. 8. Tijdens de inzage kan er niet worden gediscussieerd over het resulaat of de inhoud van het examen. 9. Een kandidaat kan schriftelijk bezwaar aantekenen ten aanzien van het inhoud van het examen of de beoordeling van zijn/haar toetswerk. 10. Het inzien is alleen mogelijk in het kantoor van PBNA.

Artikel 29 Klachten 1. Een kandidaat, zijn of haar vertegenwoordiger of een organisatie waarvoor PBNA een examen organiseert kan klagen over de organisatie van een toets. 2. De klachten van organisatorische aard kunnen binnen 4 weken na afname van de toets schriftelijk kenbaar worden gemaakt aan het examenbureau. 3. Klachten worden afgehandeld conform de betreffende kwaliteitsprocedure van PBNA.

Artikel 30 Regeling van bezwaar 1. Een kandidaat kan tegen de uitslag van een toets of examen als bedoeld in artikel 11, 20, 21 en 22 schriftelijk bezwaar aantekenen bij de examencommissie. 2. De kandidaat stuurt het bezwaarschrift aan de secretaris van de examencommissie. De secretaris voorziet het bezwaarschrift van een dagstempel en stuurt het bezwaarschrift onverwijld aan de examencommissie. De dagstempel toont de datum waarop het bezwaar is ingediend en is doorslaggevend voor de termijnbepaling van lid 4 en 5 van dit artikel. 3. Het bezwaarschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener, b. datum van indiening, c. omschrijving van de maatregel of beslissing waartegen bezwaar wordt ingediend (een kopie van de maatregel of beslissing meesturen), d. motivering van het bezwaar. 4. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt 1 maand. De termijn vangt aan met ingang van de dag waarop de maatregel of beslissing is bekendgemaakt. 5. De examencommissie beslist zo mogelijk binnen 1 maand na indiening van het bezwaar. De examencommissie kan de termijn tweemaal verlengen, iedere keer met maximaal 1 maand.


pag. 13 van 21


6. Indien de kandidaat in het gelijk wordt gesteld, ontvangt hij de aan PBNA betaalde kosten voor inzage terug.

Artikel 31 Regeling van beroep 1. Een kandidaat kan tegen een uitspraak op het bezwaar beroep aantekenen bij de directie van PBNA. 2. De kandidaat stuurt het schriftelijke beroepschrift aan de secretaris van de examencommissie. De secretaris voorziet het beroepschrift van een dagstempel en stuurt het beroepschrift onverwijld aan de directie van PBNA. De dagstempel toont de datum waarop het beroep is ingediend en is doorslaggevend voor de termijnbepaling van lid 5 en 6 van dit artikel. 3. De secretaris bevestigt binnen 1 week schriftelijk de ontvangst van het beroepschrift. 4. Het beroepschrift houdt in: a. naam en adres van de indiener, b. datum van indiening, c. omschrijving van het bezwaar waartegen beroep wordt aangetekend (een kopie van de uitspraak van de examencommissie op het bezwaar meesturen), d. motivering van het beroep. 5. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt 1 maand. De termijn vangt aan met ingang van de dag waarop de uitspraak van de examencommissie op het bezwaar is bekendgemaakt. 6. De directie van PBNA beslist zo mogelijk binnen 1 maand na indiening van het beroep. De directie kan de termijn tweemaal verlengen iedere keer met maximaal 1 maand. 7. Door de directie van PBNA vastgestelde beroepsgronden zijn: a. er is strijd met een algemeen verbindend voorschrift, b. bevoegdheid is aangewend voor een ander doel dan gegeven, c. bij afweging van de betrokken belangen is het aangevochten standpunt niet in redelijkheid bepaald, d. er is strijd met een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. 8. De uitspraak van de directie is bindend.


pag. 14 van 21


SLOTARTIKELEN Artikel 32 De kandidaat houdt zich tijdens de toets aan de voorschriften zoals vermeld in de bij dit reglement behorende bijlage 4.

Artikel 33 1. Een volledig stel toetsopgaven met de bijbehorende beoordelingsnormen en het toetswerk wordt door PBNA gedurende 6 maanden bewaard en zoveel langer als een eventuele beroepsprocedure duurt die is ingesteld met betrekking tot een toets. 2. Van iedere kandidaat wordt een lijst met de behaalde eindcijfers alsmede de uitslag van de toets als bedoeld in artikel 18 en de praktijkverklaring als bedoeld in artikel 20 in het archief van PBNA bewaard tot het moment dat aan de kandidaat het diploma is uitgereikt. 3. Van iedere kandidaat die is geslaagd voor een examen, wordt een lijst met de behaalde eindcijfers 5 jaar in het archief van PBNA bewaard.

Artikel 34 1. PBNA benoemt de toezichthouders. 2. Het examenbureau draagt er zorg voor dat op een examenlocatie ten minste één toezichthouder aanwezig is. Bij meer dan 50 kandidaten is er per 50 kandidaten één extra toezichthouder aanwezig.

Artikel 35 In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter van de examencommissie, zo mogelijk na overleg met de leden van de examencommissie. Het examenreglement en de deelreglementen zijn goedgekeurd door de examencommissie en vastgesteld door de directie van PBNA. Dit reglement kan worden aangehaald als: Examenreglement Koninklijke PBNA.


pag. 15 van 21


BIJLAGE 1 Overzicht van actuele Deelreglementen

Kijk op: www.pbna.com/overige-examens/reed-business-opleidingen/landelijke-her-examens/deelreglementen-reed-business-opleidingen/


pag. 16 van 21


BIJLAGE 2

Statuten voor de examencommissie Artikel 1 Doel De examencommissie heeft tot doel het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de examens van PBNA.

Artikel 2 Benoeming van de leden van de examencommissie 1. De voorzitter en de leden van de examencommissie genoemd in artikel 3 lid 1, sub a en c worden benoemd door de directie van PBNA voor een periode van 3 jaar. Herbenoeming is mogelijk. 2. Het lidmaatschap eindigt onmiddellijk, indien de voorzitter of het betreffende lid geen vertegenwoordiger meer is van de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde instantie. 3. De Examencommissie kiest één van haar leden tot voorzitter.

Artikel 3 Samenstelling van de examencommissie 1. De examencommissie is samengesteld uit: a. een voorzitter (vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven); b. een secretaris/vice-voorzitter; c. minimaal twee vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven; d. een vertegenwoordiger namens de directie van Reed Business Opleidingen; 2. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter en de secretaris.

Artikel 4 Taken van de examencommissie De examencommissie heeft de volgende taken: a. toezicht houden op de organisatie van de toetsen en de examens; b. het uitoefenen van toezicht op de naleving van het examenreglement; c. het vaststellen van vraagstukken en selecties op basis van de door de examendeskundigen verrichte beoordelingen; d. het bijwonen van de toetsen en het toezien op een geordend verloop daarvan; e. het vaststellen van de examenresultaten op basis van de door de examendeskundigen verrichte analyses; f. het nemen van beslissingen naar aanleiding van bezwaarschriften.


pag. 17 van 21


Artikel 5 Taken van voorzitter en de vice-voorzitter 1. De taken van de voorzitter zijn: a. representatie van de examencommissie; b. in samenwerking met de secretaris vergaderingen beleggen, voorstel agenda samenstellen en de vergadering voorzitten; c. controle op de uit vergaderingen voortvloeiende acties. 2. De vice-voorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid of ontstentenis.

Artikel 6 Taken van de secretaris De taken van de secretaris zijn: a. in samenwerking met de voorzitter vergaderingen beleggen en een voorstel voor de agenda samenstellen; b. de vergaderingen verslaan en het distribueren van de notulen; c. toezien op de uit vergaderingen voortvloeiende acties; d. archiveren van alle gegevens, correspondentie en documenten van de examencommissie; e. opstellen van de concept evaluaties en rapportages, het waar vereist verzorgen van de correspondentie met de kandidaten, PBNA, examencommissie en andere belanghebbenden, e.e.a. ter goedkeuring van de examencommissie. f. het optreden als vice-voorzitter bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter.

Artikel 7 Werkwijze van de examencommissie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

10.

De examencommissie vergadert ten minste tweemaal per jaar. De vergaderingen worden voorgezeten door de voorzitter. Het secretariaat van de examencommissie wordt verzorgd door de secretaris. De secretaris stuurt ten minste 7 dagen voor de aanvang van een vergadering tezamen met de convocatie de agenda van de vergadering uit naar de leden. De examencommissie kan zich laten adviseren door Examendeskundige(n) Een vergadering heeft alleen rechtskracht, indien een meerderheid van de leden aanwezig is. Besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Van iedere vergadering worden notulen bijgehouden, die tijdens de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld. De secretaris archiveert de notulen gedurende 5 jaar. Een vergadering kan op verzoek van een van de leden met goedkeuring van de voorzitter telefonisch plaatsvinden. Besluiten voortvloeiend uit dit telefonisch overleg dienen in de eerstvolgende zitting van de examencommissie te worden bekrachtigd. Een vergadering kan op verzoek van een van de leden met goedkeuring van de voorzitter schriftelijk plaatsvinden. Besluiten voortvloeiend uit dit schriftelijk overleg dienen in de eerstvolgende zitting van de examencommissie te worden bekrachtigd.


pag. 18 van 21


BIJLAGE 3 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Elke kandidaat wordt objectief beoordeeld. Elke kandidaat wordt aan de hand van dezelfde normen op gelijke wijze beoordeeld. Elke kandidaat wordt beoordeeld aan de hand van vooraf vastgestelde beoordelingscriteria. Kandidaten moeten op de hoogte zijn van de normering die bij de beoordeling wordt gebruikt. Examinatoren moeten hun beoordeling kunnen motiveren. De beoordeling moet consistent zijn en in overeenstemming met de beoordelingscriteria.


pag. 19 van 21


BIJLAGE 4 1. De kandidaat ontvangt op het aangegeven tijdstip op zijn plaats in de zaal de toetsopgave. Hij is verplicht aan de hand van de oproep telkens te controleren of hij de voor hem bestemde toetsopgave heeft ontvangen. Mocht dit niet het geval zijn, dan dient hij zelf om de juiste toetsopgave te vragen. De controle tijdens de toets wordt uitgeoefend door de examencommissie en/of namens haar door toezichthouders. 2. De kandidaat is vrij in de keuze van de volgorde waarin hij de vraagstukken uitwerkt, tenzij een andere instructie is opgegeven. Het nummer van het vraagstuk moet duidelijk worden aangegeven. 3. De uitwerkingen moeten op het door de examencommissie verstrekte papier worden gemaakt. 4. Op elk ingeleverd blad moeten voorkomen: a. het registratienummer en de naam van de kandidaat; 5. b. Schriftelijke toetsen moeten met een balpen worden gemaakt. Tekenwerk kan in potlood worden uitgevoerd, tenzij uitdrukkelijk het gebruik van inkt is voorgeschreven. Bij toetsen in meerkeuzevorm dient gebruik te worden gemaakt van een HB-potlood. 6. Het einde van de tijd die voor elke toets is uitgetrokken, wordt aangegeven door een signaal. Kandidaten die eerder gereed zijn, mogen bij de centrale examens niet eerder dan na 30 minuten na aanvang van de toets de zaal verlaten. 7. De kandidaat levert de hem beschikbaar gestelde toetsopgave en de eventueel gemaakte aantekeningen tezamen met het door de kandidaat gemaakte toetswerk na het onder punt 6 bedoelde signaal in. Indien de kandidaat verzuimt om zowel de examenopgave als al het ontvangen uitwerkpapier in te leveren, wordt de toets ongeldig verklaard. 8. Het is de kandidaten verboden in de examenzaal met elkaar te praten, elkaars werk te bekijken of van elkaar iets te lenen zonder toestemming vooraf van de examencommissie of een toezichthouder. Roken is in de zaal verboden. 9. De kandidaat mag zich tijdens de toets uitsluitend met toestemming van de examencommissie of een toezichthouder uit de zaal verwijderen. 10. In de meegebrachte toegestane hulpmiddelen mogen géén aantekeningen en dergelijke zijn aangebracht, behalve indien een andere schriftelijke instructie is verstrekt. 11. Draagbare audio-, videoapparatuur, computers, organizers en/of communicatiemiddelen (mobiele telefoons, semafoons, buzzers e.d.) zijn in de examenzaal verboden. 12. Het is toegestaan tijdens het afleggen van een toets apparatuur te gebruiken die uitsluitend geschikt is voor het uitvoeren van rekenkundige bewerkingen. 13. De kandidaat dient de instructies die worden gegeven door de examencommissie of een toezichthouder op te volgen.






pag. 20 van 21


BIJLAGE 5 

Protocol “Fraude bij een PBNA examen door een kandidaat” Inleiding Een kandidaat kan zich vóór, tijdens of na de toets aan fraude, een poging tot bedrog schuldig maken. Fraude die niet in relatie staat tot het examen valt buiten dit kader. Vormen van fraude Voorbeelden van vormen van fraude door een kandidaat zijn:  (delen van) het examenwerk niet inleveren en beweren het wel ingeleverd te hebben;  examenwerk van een ander inleveren;  gebruik maken van ongeoorloofde hulpmiddelen (materialen, digitaal);  tijdens een examen afkijken of overleggen met anderen;  tijdens een examen gelegenheid geven tot afkijken;  aanwijzingen krijgen/geven bij toiletbezoek;  identiteitsfraude, dat wil zeggen dat de kandidaat niet zijn/haar eigen identiteitsbewijs aanbiedt;  overige vormen van fraude en bedrog.

Werkwijze bij geconstateerde fraude bij PBNA-examens  Indien een toezichthouder waarneemt dat een kandidaat zich schuldig maakt aan een frauduleuze handeling/onregelmatigheid stelt hij de betreffende kandidaat hier onmiddellijk van in kennis.  De kandidaat wordt, als het enigszins mogelijk is, in staat gesteld om het werk af te maken. Dit om beroepsprocedures niet in de weg te staan.  De kandidaat krijgt een nieuw antwoordblad.  Op het oorspronkelijke blad wordt een melding van fraude aangetekend. Om te voorkomen dat de kandidaat iets kan uitwissen, wordt dit blad direct ingenomen.  Het examenwerk van betreffende kandidaat wordt na het examen separaat opgeslagen en wordt NIET beoordeeld.  De surveillant maakt van het geconstateerde melding op het proces verbaal.  Na afloop van het examen wordt secretaris van de examencommissie van het voorval mondeling en/of schriftelijk in kennis gesteld.  De secretaris informeert de examencommissie en stelt een onderzoek in, waarbij de verschillende betrokkenen kunnen worden gehoord.  Nadat het onderzoek is afgesloten, neemt de examencommissie een beslissing.  De kandidaat (en zijn werkgever) worden schriftelijk van de beslissing van de examencommissie in kennis gesteld. De kandidaat wordt vanzelfsprekend gewezen op de beroepsmogelijkheid.

* dit protocol is afgeleid van het Protocol fraude 2009 van de VO-raad


pag. 21 van 21


A2000. Examenreglement Koninklijke PBNA

Recommend Documents