MI 020-358
Instructie
August 2006
I/A Series®-drukzenders Veiligheidsinformatie
MI 020-358 – Augustus 2006
MI 020-358 – Augustus 2006
Zenderidentificatie
Invensys Systems, Inc. Foxboro MA Verenigde Staten
Een standaard gegevensplaatje wordt getoond in Figuur 1.
FABRICAGEVESTIGING
A
B
C
E
D
F
IDP10-D 12 A 21 E - A 3 11,5 - 42 V dc
2A0125 3625 psi
Figuur 1. Voorbeeld van zenderidentificatie Met de modelcode van het op de zender aangebrachte gegevensplaatje kunnen de elektrische waarden, de drukwaarde en de gevaarlijke omgevingsklasse worden vastgesteld.
Voedingsspanning De juiste voedingsspanning wordt op het gegevensplaatje vermeld. Zie Item C in het voorbeeld in Figuur 1. Zorg dat de zender op de juiste elektrische bron is aangesloten.
1
MI 020-358 – Augustus 2006
Elektrische classificatie De ontwerpcode elektrische veiligheid wordt op het gegevensplaatje gedrukt als onderdeel van de modelcode. Zie Item B in het voorbeeld in Figuur 1. Zie Tabel 1 voor de betekenis van deze code. Het soort beveiliging wordt ook vermeld op het gegevensplaatje. Zie Item D in het voorbeeld in Figuur 1. OPMERKING
Deze zenders zijn ontworpen om te voldoen aan de ATEX-voorschriften voor elektrische veiligheid zoals vermeld in Tabel 1. Voor gedetailleerde informatie of de status van goedkeuringen en certificaties van keuringslaboratoria kunt u contact opnemen met Invensys Foxboro.
Tabel 1. ATEX-specificaties elektrische veiligheid Testlaboratorium, Soorten beveiliging en gebiedclassificatie
Modellen
Ontwerpc ode Elektronische elektrische versie Toepassingsvoorwaarden veiligheid
Temperatuurklasse T6 bij maximale IAP20, IGP20, omgevingstemperatuur IDP10, IDP25, Alle 85°C . IDP50, IMV25, Zie certificaat IMV30, IMV31 ATEX niet-ontvlambaar, KEMA 00ATEX2019 X II 2 GD EEx d IIC, Zone 1. voor elektrische gegevens Temperatuurklasse T6 T85 Zie certificaat IAP10, IGP10, Alle IGP25, IGP50 SIRA 04ATEX1349 voor elektrische gegevens ATEX intrinsiek veilig, IAP10, IAP20, Temperatuurklasse T4 II 1 GD EEx ia IIC, IGP10, IGP20, bij 80 Zone 0 en IGP25, IGP50, D Zie certificaat II 1/2 GD EEx ib IIC, IDP10, IDP25, KEMA 00ATEX1009 X Zone 0/Zone 1. IDP50 voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4 T met bij 80 Versie 4 IAP10, IAP20, Elektronische Zie certificaat ATEX intrinsiek veilig, KEMA 00ATEX1009 X IGP10, IGP20, Module II 1 GD EEx ia IIC, voor elektrische gegevens. IGP25, IGP50, Zone 0 en IDP10, IDP25, Temperatuurklasse T4, II 1/2 GD EEx ib IIC, T met IDP50, IMV25, T103 Zone 0/Zone 1. IMV30, IMV31 Versie 5 Zie certificaat Elektronische SIRA 06ATEX2055X Module voor elektrische gegevens.
2
D
E
MI 020-358 – Augustus 2006
Tabel 1. ATEX-specificaties elektrische veiligheid (Vervolg) Testlaboratorium, Soorten beveiliging en gebiedclassificatie ATEX FISCO veldapparaat intrinsiek veilig; II 1 G EEx ia IIC, Zone 0. ATEX beveiliging n; II 3 GD, EEx nL IIC, zone 2.
Modellen IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IDP10 IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IGP25, IGP50, IDP10, IDP25, IDP50
Ontwerpc ode Elektronische elektrische versie Toepassingsvoorwaarden veiligheid F
Temperatuurklasse T4, Ta = -40 tot +80
Temperatuurklasse T4 bij 80 D T6 bij 40°C. Zie certificaat KEMA 00ATEX1060 X voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4 bij T met 80 Versie 4 IAP10, IAP20, Elektronische T6 bij 40°C. Zie certificaat KEMA 00ATEX1060 X IGP10, IGP20, Module voor elektrische gegevens. ATEX beveiliging n; II 3 IGP25, IGP50, GD, EEx nL IIC, zone 2. IDP10, IDP25, Temperatuurklasse T4, T met IDP50, IMV25, T85 IMV30, IMV31 Versie 5 Zie certificaat Elektronische SIRA 06ATEX4056X Module voor elektrische gegevens. ATEX FNICO IAP10, IAP20, Temperatuurklasse T4 veldbeveiliging ‘n’ voor IGP10, IGP20, F bij 80 II 3 G EEx nL IIC, Zone 2. IDP10 ATEX meerdere Zie noot (a) certificaties, ia en ib, en n. IAP10, IGP10, D en T Zie voor bijzonderheden IGP25, IGP50 codes E en N. IAP20, IGP20, Zie noot (a) IDP10, IDP25, D ATEX meerdere IDP50 certificaties, ia en ib, d en n. IAP20, IGP20, Zie noot (a) Zie voor bijzonderheden IDP10, IDP25, codes E, D en N. T IDP50, IMV25, IMV30, IMV31 ATEX meerdere Zie noot (a) certificaties, ia en ib, d en n. IAP10, IGP10, D en T Zie voor bijzonderheden IGP25, IGP50 codes E, D en N.
E
N
M
P
(a) Gebruikers dienen slechts één beveiligingssoort (ia en ib, d of n) permanent te markeren (af te vinken in rechthoekig blok op het gegevensplaatje). Deze markering kan niet worden gewijzigd als hij eenmaal is aangebracht. Zie Item D in het voorbeeld in Figuur 1.
3
MI 020-358 – Augustus 2006
Entiteitsparameters Voor Ontwerpcode E elektrische veiligheid De entiteitsparameters voor het voedings- en outputcircuit (aansluitingen + en -) in het type explosiebeveiliging intrinsieke veiligheid EEx ia IIC, alleen voor aansluiting aan een gecertificeerd intrinsiek veilig circuit met de volgende maximale waarden zijn: Elektronische versie D en versie T (met Versie 4 Firmware)
Ui = 30 V Ii = 110 mA Pi = Zie de tabel hieronder Maximale Pi (W)
0.8 0.5 0.7 0.5
Maximale omgevingstemperat Temperatuurklasse uur (°C)
T4 T5 T5 T6
80 89 40 40
Elektronische Versie T (met Versie 5 Firmware)
Ui = 30 V Ii = 110 mA Pi = 800 mW Elektronische versie F
Ui = 17,5 V Ii = 380 mA Pi = 5,32 W
PED-certificatie Invensys Foxboro biedt de PED-certificering (geharmoniseerde richtlijn van de Europese Gemeenschap voor drukapparatuur) alleen bij zenders die besteld zijn met selecties voor ATEXontwerpcodes elektrische veiligheid. Zenders met PED-certificering hebben een CE-merk op het gegevensplaatje waarop ook het PED-nummer 0575 vermeld staat.
Drukwaarde De maximale werkdruk (PS of MWP) voor de zender wordt vermeld op het gegevensplaatje. Zie Item F in het voorbeeld in Figuur 1.
4
MI 020-358 – Augustus 2006
Het gegevensplaatje van geflensde niveauzenders en zenders met geflensde drukafdichting vermeldt de MWD als het drukbereik van de zender de beperkende factor is. Dit plaatje vermeldt ook "Flenswaarde" als de flenswaarde de beperkende factor is. De MWD voor de geflensde afdichting vindt u op het plaatje met afdichtingsgegevens. Zie Figuur 2. MWP: 275 psig bij 38 MODELCODE: FSFPS-A2S0E313B LET OP: ALS VERBINDINGEN WORDEN VERBROKEN, VERVALT DE GARANTIE CONTROLEER OF DE VULVLOEISTOF VEILIG MET PROCESMEDIUM KAN WORDEN GEMENGD AFDICHTING HOGE ZIJDE HOGE ZIJDE VLOEISTOF, DC200, 10 cSt SILICONE TEMP. BEREIK -40°C TOT 232°C (-40°F TOT 450°F) MATERIAAL 316 SS DAT IN AANRAKING KOMT MET HET PROCESMEDIUM
Figuur 2. Voorbeeld van plaatje met afdichtingsgegevens Wanneer u zenders met draad-, in-line zadellas-, of sanitaire drukafdichting gebruikt, dient u de MWD van de zender op het plaatje met zendergegevens te vergelijken met de MWD van de afdichtingen op de plaatjes met afdichtingsgegevens, en de laagste waarde te gebruiken als MWD voor het systeem. Het is mogelijk dat op de plaatjes met afdichtingsgegevens niet de MWD voor uw procestemperatuur wordt vermeld. Gebruik waar nodig de volgende gegevens en industrienormen om de maximaal toegestane druk voor uw toepassing te bepalen.
Drukafdichting PSFLT Tabel 2. Maximaal toegestane druk van drukafdichting PSFLT Procesaansluitflens ANSI-klasse 150 (a)
ANSI-klasse 300 (a)
ANSI-klasse 600 (a)
DIN- artikelnummer 10/16
(b)
Procestemperatuur 100°F 200°F 300°F 450°F 100°F 200°F 300°F 450°F 100°F 200°F 300°F 450°F 50°C 100°C 150°C 250°C
Maximale werkdruk (c)
Koolstofstaal (d) 285 psig 260 psig 230 psig 185 psig 740 psig 675 psig 655 psig 618 psig 1480 psig 1350 psig 1315 psig 1235 psig 16 bar 16 bar 14,5 bar 11 bar
316L Roestvrij staal (e) 275 psig 240 psig 215 psig 183 psig 720 psig 620 psig 560 psig 498 psig 1440 psig 1240 psig 1120 psig 993 psig 16 bar 16 bar 14 bar 10,5 bar
5
MI 020-358 – Augustus 2006
Tabel 2. Maximaal toegestane druk van drukafdichting PSFLT (Vervolg) Procestemperatuur
Procesaansluitflens DIN-artikelnummer 10/40 en artikelnummer 25/40 (b)
Maximale werkdruk (c)
50°C 100°C 150°C 250°C
Koolstofstaal (d) 40 bar 40 bar 37,5 bar 32 bar
316L Roestvrij staal (e) 40 bar 35 bar 33,5 bar 30 bar
(a) ANSI-flenzen volgens ASME/ANSI B16.5-1988 (b) DIN-flenzen volgens BS4504. (c) Flenswaarde uitsluitend temperatuur/druk; afdichtingstemperatuurwaarden kunnen lager zijn; zie Tabel 9. (d) ASME/ANSI materiaalgroep 1.1; lineaire interpolatie acceptabel. (e) ASME/ANSI materiaalgroep 2.2; lineaire interpolatie acceptabel.
Drukafdichtingen PSFPS en PSFES Tabel 3. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSFPS en PSFES Procesverbinding flens
Maximale werkdruk Procestemperatuur
ANSI-klasse 150 (a)
ANSI-klasse 300 (a)
ANSI-klasse 600 (a)
DIN artikelnummer 10/16
6
(b)
100°F 200°F 400°F 500°F 600°F 100°F 200°F 400°F 500°F 600°F 100°F 200°F 400°F 500°F 600°F 50°C 100°C 150°C 200°C 300°C
(c)
Koolstofstaal (d)
316L Roestvrij staal(e)
285 psig 230 psig 200 psig 170 psig 140 psig 740 psig 675 psig 635 psig 600 psig 550 psig 1480 psig 1350 psig 1270 psig 1200 psig 1095 psig 16 bar 16 bar 14,5 bar 13 bar 9 bar
275 psig 240 psig 195 psig 170 psig 140 psig 720 psig 620 psig 515 psig 480 psig 450 psig 1440 psig 1240 psig 1030 psig 955 psig 905 psig 16 bar 16 bar 14 bar 12 bar 9 bar
MI 020-358 – Augustus 2006
Tabel 3. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSFPS en PSFES (Vervolg) Maximale werkdruk
Procesverbinding flens
Procestemperatuur
DIN-artikelnummer 10/40 en artikelnummer 25/40 (b)
(c)
50°C 100°C 150°C 200°C 300°C
Koolstofstaal (d)
316L Roestvrij staal(e)
40 bar 40 bar 37,5 bar 35 bar 28 bar
40 bar 35 bar 33,5 bar 32 bar 28 bar
(a)ANSI-flenzen volgens ASME/ANSI B16.5-1988 (b)DIN-flenzen volgens BS4504. (c)Flenswaarde uitsluitend temperatuur/druk; afdichtingstemperatuurwaarden kunnen lager zijn; zie Tabel 9. (d)ASME/ANSI materiaalgroep 1.1; lineaire interpolatie acceptabel. (e)ASME/ANSI materiaalgroep 2.2; lineaire interpolatie acceptabel.
Drukafdichtingen PSFAR en PSFAD Tabel 4. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSFAR en PSFAD Procesverbin dingsflens Procestemperatuur (b)
ANSIkoolstofstaal
ANSIroestvrijstaal
-20°F 100°F 200°F 300°F 400°F 500°F 580°F -20°F 100°F 200°F 300°F 400°F 500°F 580°F
Drukwaarde in psig (a) Klasse 150
Klasse 300
Klasse 600
Klasse 1500
285 285 260 230 200 170 146 275 275 240 215 195 170 146
740 740 675 655 635 600 560 720 720 620 560 515 480 456
1480 1480 1350 1315 1270 1200 1120 1440 1440 1240 1120 1030 955 915
3705 3705 3375 3280 3170 2995 2785 3600 3600 3095 2795 2570 2390 2280
(a)De maximale werkdruk voor de onderste behuizingen van niet-metaal-PTFE en PVC is 150 psig, ongeacht het hogere toegestane flensdrukbereik. (b)Uitsluitend flenswaarden voor temperatuur en druk; afdichtingstemperatuur kan lager zijn afhankelijk van behuizing en vulvloeistof; zie Tabel 9.
7
MI 020-358 – Augustus 2006
Drukafdichtingen PSTAR en PSTAD Tabel 5. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSTAR en PSTAD Boutcode “S” 5 cm (2 inch) en 7,5 cm Procestemperatuur (3 inch) 20°F 100°F 200°F 300°F 400°F 500°F 580°F
1250 1250 1075 975 900 835 803
Boutcode “C”
10 cm (4 inch)
5 cm (2 inch) en 7,5 cm (3 inch)
10 cm (4 inch)
750 750 645 585 540 500 481
2500 2500 2150 1950 1800 1670 1606
1500 1500 1290 1170 1080 1000 963
Afdichtingstemperatuur kan lager zijn afhankelijk van behuizing en vulvloeistof; zie Tabel 9.
De drukwaarde is afhankelijk van de membraangrootte en het boutmateriaal. De membraangrootte en het boutmateriaal worden aangegeven in het modelnummer van de drukafdichting, dat te vinden is op de drukafdichting. Zie het volgende voorbeeld: PSTAR-B32USSS1SAC14C BOUTCODE GROOTTE MEMBRAAN (IN)
Drukafdichtingen PSISR en PSISD De maximale werkdruk is equivalent aan die van een nominale schedule 40-pijp van 5 of 7,5 cm, zoals vastgelegd in de ASME/ANSI-normen.
Drukafdichtingen PSSCR en PSSCT De maximale werkdruk van de afdichtingsprocesaansluiting is afhankelijk van de kleminrichting die wordt gebruikt. Raadpleeg de Tri-Clover Tri-Clamp-normen voor het bepalen van de maximaal toegestane druk van het klemsysteem dat u gebruikt.
Afdichtingen PSSSR en PSSST (inspudding sanitaire tank) De maximale werkdruk voor de mini-tankinspudding-afdichting is 1,55 MPa bij 120°C (225 psi bij 250°F). Die voor de gewone tankinspudding-afdichting bedraagt 1,38 MPa bij 120°C (200 psi bij 250°F).
8
MI 020-358 – Augustus 2006
Oorsprongcode De oorsprongcode geeft het fabricagegebied en het jaar en de week van fabricage aan. Zie Item E in het voorbeeld in Figuur 1. In het voorbeeld betekent 2A dat het product is geproduceerd op de afdeling Meet- en regeltechniek, 01 dat het fabricagejaar 2001 is en 25 dat het product in week 25 van dat jaar is gemaakt.
Grenswaarden werktemperatuur De grenswaarden van de werktemperatuur van de elektronica bedragen -40°C en +85°C (-40°F en +185°F). De grenswaarden zijn -40°C en +75°C (-40°F en +167°F) voor IAP10-, IGP10-, IGP25- en IGP50-zenders met ATEX-certificatie van niet-vlambaarheid. Zorg dat de zender binnen dit bereik wordt gebruikt. De grenswaarden van de werktemperatuur van het sensorlichaam worden bepaald door de vulvloeistof van de sensor. Het dekselmateriaal, het materiaal van de sensormembraan en de vulvloeistof worden aangegeven door twee tekens in de modelcode op het gegevensplaatje. Zie Item A in het voorbeeld in Figuur 1. Zie ook Tabel 6 en Tabel 7 voor een uitleg van dit deel van de code en Tabel 8 voor het bepalen van de grenswaarde van de sensorlichaamtemperatuur. In het getoonde voorbeeld, IDP10-D12A21E-A3, geeft het getal 12 aan dat de vulvloeistof in Tabel 6 silicone is. Tabel 8 geeft aan dat de grenswaarden van de temperatuur van de silicone -46°C en 121°C (-50°F en 250°F) bedragen. Tabel 6. Uitleg van modelcode voor zenders IDP10, IAP20, IGP20, IDP25, IDP50, IMV25 en IMV30 Code 10 11 12 13 16 17 20 21 22 23 2G 24 25 26 27 34 35 46
Dekselmateriaal Staal Staal Staal Staal Staal Staal 316 ss 316 ss 316 ss 316 ss 316 ss 316 ss 316 ss 316 ss 316 ss Monel Monel Hastelloy C
Materiaal van de sensormembraan Co-Ni-Cr Co-Ni-Cr 316 ss 316 ss Hastelloy C Hastelloy C Co-Ni-Cr Co-Ni-Cr 316 ss 316 ss 316 ss, verguld Monel Monel Hastelloy C Hastelloy C Monel Monel Hastelloy C
Vulvloeistof Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone 9
MI 020-358 – Augustus 2006
Tabel 6. Uitleg van modelcode voor zenders IDP10, IAP20, IGP20, IDP25, IDP50, IMV25 en IMV30 (Vervolg) Materiaal van de Code Dekselmateriaal sensormembraan 47 Hastelloy C Hastelloy C 48 Hastelloy C Tantalum 49 Hastelloy C Tantalum 78 PVDF-inzetstuk Tantalum 79 PVDF-inzetstuk Tantalum F1 F2 F3 F4 S1 S2 S3 S4 n.v.t. - gebruikt met drukafdichting S5 S6 SA SB SC SD SE SF
Vulvloeistof Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Inert Silicone Inert Silicone Inert
Tabel 7. Uitleg van modelcode voor zenders IAP10, IGP10, IGP25 en IGP50 Materiaal van de Code Procesverbindingsmateriaal sensormembraan 20 316L ss Co-Ni-Cr 21 316L ss Co-Ni-Cr 22 316L ss 316L ss 23 316L ss 316L ss 24 15-5 ss 15-5 26 Inconel X-750 Inconel X-750 28 13-8Mo ss 13-8Mo ss 30 316L ss Hastelloy C 31 316L ss Hastelloy C 32 Hastelloy C Hastelloy C
10
Vulvloeistof Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Geen Geen Geen Silicone Fluorinert Silicone
MI 020-358 – Augustus 2006
Tabel 7. Uitleg van modelcode voor zenders IAP10, IGP10, IGP25 en IGP50 (Vervolg) Materiaal van de Code Procesverbindingsmateriaal sensormembraan 33 Hastelloy C Hastelloy C TA 316L ss 316L ss T2 316L ss 316L ss T3 316L ss 316L ss TB 316L ss Hastelloy C T4 316L ss Hastelloy C T5 316L ss Hastelloy C M1 316L ss 316L ss M6 316L ss 316L ss M9 316L ss 316L ss PX 316L ss 316L ss PZ 316L ss 316L ss PA 316L ss 316L ss PB 316L ss 316L ss PC 316L ss 316L ss PD 316L ss 316L ss PE 316L ss Hastelloy C PF 316L ss Hastelloy C PG 316L ss Hastelloy C PH 316L ss Hastelloy C PJ 316L ss Hastelloy C D1 D2 S3 n.v.t. - gebruikt met drukafdichting S4 SC SD
Vulvloeistof Fluorinert Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Neobee Silicone Silicone Silicone Silicone Silicone Silicone Silicone Silicone Silicone Silicone Fluorinert Silicone Fluorinert Silicone Inert
Tabel 8. Werkingstemperaturen sensorbehuizing voor de modellen in tabel 6 en 7 Beperkende factor Vulvloeistof van silicone Vulvloeistof van fluorinert Vulvloeistof van Neobee PVDF-inzetstukken
Temperatuurlimieten -46°C en +121°C (-50°F en +250°F) -29°C en +121°C (-20°F en +250°F) -18°C en +204°C (0 en 400°F)(a) -7°C en +82°C (20°F en 180°F)
(a)Bij procesverbinding
11
MI 020-358 – Augustus 2006
Voor zenders met drukafdichtingen worden de grenswaarden van de temperatuur aangegeven in Tabel 9. De vulvloeistofcode is te vinden in de modelcode voor de drukafdichting, zoals aangegeven in de volgende voorbeelden (de code voor de vulvloeistof is vetgedrukt en onderstreept): PSFLT PSFPS en PSFES PSFAR PSFAD PSTAR PSTAD PSISR PSISD PSSCR PSSCT PSSSR PSSST
PSFLT-B2S0153 PSFPS-A2S01334E PSFAD-D232SSS2SBC13M PSFAD-D232SSS2SBC1 PSTAR-B32USSS1BCC34F PSTAR-B32USSS1BCC3 PSISR-A23JSSS1SC14M PSISD-A23JSSS1SC1 PSSCR-D21S354H PSSCT-B21S55 PSSSR-B4S2354H PSSST-B4S255
Tabel 9. Vulvloeistof voor afdichting en grenswaarden werktemperatuur Temperatuurlimieten Direct verbonden(a,b) PSFLT, PSFAD, PSTAD, PSISD, Code Vulvloeistof PSSCT, PSSST -40°C en +204°C (-40°F en 1 DC200, 10cS, silicone +400°F) -59°C en +82°C (-74°F en 2 FC77-fluorinert +180°F) 3 DC200, 3cS, silicone -40°C en +149°C (-40 en +300°F) 4 DC704-silicone (HTF) 0°C en +204°C (32°F en 400°F) 5 Neobee -18°C en +204°C (0°F en 400°F)
Op afstand verbonden(b) PSFPS, PSFES, PSFAR, PSTAR, PSISR, PSSCR, PSSSR -40°C en +232°C (-40°F en +450°F) -59°C en +82°C (-74°F en +180°F) -40°C en +149°C (-40 en +300°F) 0°C en 304°C (32°F en 580°F) -18°C en +204°C (0°F en 400°F)
(a) Beperkt tot 204°C (400°F) maximum ongeacht vulvloeistof door maximum temperatuurlimieten van de zender. (b) Drukafdichtingen PSFAR, PSFAD, PSTAR, PSTAD, PSISR en PSISD met PTFE-pakkingen zijn beperkt tot 60
Materiaal dat met het procesmedium in aanraking komt Raadpleeg Tabel 6 om te kunnen bepalen of het materiaal van de procesbehuizing en dat van de sensormembraan geschikt is voor het proces. Bij zenders met drukafdichtingen wordt het volgende materiaal gebruikt:
12
MI 020-358 – Augustus 2006
Drukafdichtingen PSFLT, PSFPS en PSFES Tabel 10. Drukafdichting PSFLT, PSFPS en PSFES-materialen Materiaalcode S C T
Materiaal 316L ss Hastelloy C Tantalum
De codes voor het materiaal dat in aanraking komt met het procesmedium, worden vermeld in de modelcode van de drukafdichting, dat op de drukafdichting is te vinden. Zie het volgende voorbeeld: PSFLT-B2S0153 AFDICHTINGSMATERIAAL DAT IN AANRAKING KOMT MET HET PROCESMEDIUM
Drukafdichtingen PSFAR, PSFAD, PSTAR, PSTAD, PSISR en PSISD Tabel 11. Materiaal van de onderste behuizing van drukafdichting Materiaalcode
Materiaal
S K C T E L M N G P
316L ss Koolstofstaal Hastelloy C Tantalum laag Titanium klasse 4 Inconel 600 Monel 400 Nikkel 200 Met glas gevuld PTFE Polyvinylchloride
Tabel 12. Membraanmaterialen van drukafdichtingen Materiaalcode S C T E L M N
Materiaal 316L ss Hastelloy C276 Tantalum Titanium klasse 2 Inconel 600 Monel 400 Nikkel 200
13
MI 020-358 – Augustus 2006
Tabel 13. Pakkingmateriaal voor drukafdichting Materiaalcode
Materiaal
S 3 T B V G T
Organische vezel met nitrilbinder 316 ss met bladzilver ptfe Buna N Viton Grafoil Hastelloy C met bladzilver
De materiaalcodes worden vermeld in de modelcode van de drukafdichting, dat op de drukafdichting is te vinden. Zie het volgende voorbeeld: PSFAR-D232SSS1SA01A PAKKINGMATERIAAL MEMBRAANMATERIAAL MATERIAAL VAN DE ONDERSTE BEHUIZING
Drukafdichtingen PSSCR Tabel 14. Membraanmaterialen drukafdichtingen PSSCR Materiaalcode S C
Materiaal 316L ss Hastelloy C276
De codes voor het membraanmateriaal worden vermeld in de modelcode van de drukafdichting, dat op de drukafdichting is te vinden. Zie het volgende voorbeeld: PSSCR-D21S354H MEMBRAANMATERIAAL
Het behuizingmateriaal is 316 ss. De pakking wordt door de gebruiker verstrekt.
Drukafdichtingen PSSCT Het behuizingmateriaal is 316 ss. Het membraanmateriaal is 316L ss. De pakking wordt door de gebruiker verstrekt.
Drukafdichtingen PSSSR en PSSST Het behuizingmateriaal is 316 ss. Het membraanmateriaal is 316L ss. Het pakkingmateriaal is EPDM. 14
MI 020-358 – Augustus 2006
Waarschuwingen Algemene waarschuwing ! WAARSCHUWING Zenders dienen te worden geïnstalleerd conform alle ter plekke van toepassing zijnde installatieregels, zoals vereisten voor gevaarlijke gebieden, codes van de elektrische bedrading en codes voor werktuigbouwkundige pijpen. Personen die betrokken zijn bij de installatie dienen deze codevereisten te kennen om ervoor te zorgen dat de installatie optimaal gebruik maakt van de veiligheidsvoorzieningen die in de zender zijn aangebracht.
ATEX-waarschuwingen ! WAARSCHUWING Apparaten die zijn aangeduid als Category 1-apparatuur en die worden gebruikt in gevaarlijke gebieden waarvoor deze categorie is vereist, dienen zodanig te worden geïnstalleerd dat de versies met een behuizing van een aluminiumlegering zelfs in uitzonderlijke gevallen geen ontbrandingsbron kunnen vormen ten gevolge van stoten en wrijving. ! WAARSCHUWING Installeer ATEX-gecertificeerde zenders in overeenstemming met de vereisten van de EN 60079-14-norm. ! WAARSCHUWING Om een zender met meerdere goedkeuringen te installeren, dient u het certificatielabel in het aankruisvak permanent te markeren om het geïnstalleerde goedkeuringstype te onderscheiden van de ongebruikte goedkeuringstypen. De zender kan na installatie niet opnieuw worden geïnstalleerd met een ander goedkeuringstype. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen schaadt de explosieveiligheid.
Waarschuwing explosieveiligheid/niet-ontvlambaarheid en behuizing ! WAARSCHUWING Om explosies te voorkomen en om de explosieveiligheid/niet-ontvlambaarheid en de beveiliging tegen ontbranding door stof te waarborgen, dient u niet-gebruikte openingen af te sluiten met de meegeleverde plug voor metalen buizen. Deze plug moet minimaal vijf volledige slagen worden vastgedraaid. De behuizingsdeksels met schroefdraad moeten worden aangebracht. Draai de deksels zodat de O-ring in de behuizing wordt vastgezet en draai deze daarna met de hand verder aan totdat het metaal van het deksel in contact komt met dat van de behuizing.
15
MI 020-358 – Augustus 2006
Als de elektronicabehuizing om de een of andere reden wordt verwijderd, dient deze volledig met de hand te worden aangedraaid. Draai daarna de stelschroef totdat deze uit de bodem komt en draai deze vervolgens 1/8 slag terug. Vul de uitsparing voor de stelschroef met rode lak (Foxboro-artikelnummer X0180GS of vergelijkbaar). U kunt de behuizing daarna een volledige draai tegen de wijzers van de klok in draaien voor een optimale toegang voor het afstellen.
Intrinsiek veilig en type n-waarschuwing ! WAARSCHUWING Omdat Invensys Foxboro geen onderhoud op werkende machines voorschrijft, dient u, alvorens onderhoud uit te voeren, de stroom uit te schakelen om ontbranding in ontvlambare omgevingen te voorkomen, tenzij de omgeving als niet-gevaarlijk is gecertificeerd.
Type n-waarschuwing ! WAARSCHUWING Op zenders die zijn gecertificeerd voor ATEX-beveiliging n, CSA-klasse I, divisie 2 of FM niet-ontvlambaar voor klasse I, divisie 2, dienen de huisdeksels met schroefdraad te worden aangebracht.
Drukwaarschuwingen ! WAARSCHUWING Wanneer de zender wordt geïnstalleerd, dienen de verbindingsbouten te worden aangehaald tot 61 N•m (45 ft•lb); aftappluggen en optionele ontluchtingsschroeven dienen te worden aangehaald tot 20 N•m (15 ft•lb). Zie Figuur 3.
16
FIELD TERMINALS
MI 020-358 – Augustus 2006
+
AFTAPPLUG ONTLUCHTINGSSCHROEF
PROCESVERBINDINGSBOUTEN
L-H
OPTIONELE ONTLUCHTINGSSCHROEF OF AFTAPPLUG
Figuur 3. Drukverbindingen ! WAARSCHUWING Als er een sensor wordt vervangen of als procesbehuizingen worden gedraaid voor ontluchting, dienen de pakkingen en de dekselbouten (zie Figuur 4 en 5) te worden aangehaald tot 100 N•m (75 ft•lb) in meerdere gelijke stappen. Wanneer optionele 316 ss-bouten zijn voorgeschreven (optie B1) bedragen de aanhaalmomenten 66 N•m (50 ft•lb) . Een druktest is vereist. Voer een hydrostatische test uit met een vloeistof en volg daarbij de juiste procedures voor hydrostatische tests. Voer een druktest uit op de procesbehuizing door een hydrostatische druk van 150% van de maximale statische en overbelastingsdrukwaarde op beide zijden van het procesbehuizings-/sensorgeheel tegelijk toe te passen via de procesaansluitingen. Houd de druk gedurende één minuut aan. Er mag geen testvloeistof lekken door de pakkingen.
17
MI 020-358 – Augustus 2006
PROCESBEHUIZING
SENSOR
PROCESBEHUIZING
PAKKINGEN
DEKSELBOUTEN
Figuur 4. Sensor vervangen
PAKKING
PROCESBEHUIZING
PVDF-INZETSTUK
BOTTOMWORKS WITH PROCESS CONNECTOR CODE 7
DEKSELBOUTEN SENSOR
Figuur 5. Sensor vervangen (PVDF-inzetstukken)
18
MI 020-358 – Augustus 2006
Waarschuwing procesvloeistof ! WAARSCHUWING Bij het demonteren van procesinsluitingsonderdelen dienen de volgende maatregelen te worden getroffen: 1. Zorg ervoor dat de procesvloeistof niet onder druk staat en geen hoge temperatuur heeft. 2. Zorg voor adequate voorzorgmaatregelen bij lekkage of morsen van giftige of anderszins gevaarlijke vloeistoffen. Volg de aanbevelingen uit het gegevensblad voor materiaalveiligheid.
Waarschuwing: Afdichtingsvulvloeistof ! WAARSCHUWING Hoewel de hoeveelheid afdichtingsvloeistof klein is, moet u er zeker van zijn dat de vulvloeistof veilig met de procesvloeistof kan worden gemengd.
Waarschuwing onderdelen vervangen ! WAARSCHUWING Dit product bevat onderdelen met eigenschappen die kritisch zijn voor de veiligheid. Gebruik geen vervangende onderdelen. Vervang onderdelen uitsluitend met identieke door de fabrikant geleverde onderdelen. Het gebruik van vervangende onderdelen kan afbreuk doen aan de elektrische veiligheid van deze apparatuur en de geschiktheid ervan voor toepassing in gevaarlijke omgevingen.
19
MI 020-358 – Augustus 2006
DATUM VAN UITGAVE JUL 2001 AUG 2001 SEP/OKT 2003 AUG 2006 Verticale lijnen rechts van tekst of illustraties geven gedeelten aan die op de laatste uitgiftedatum zijn gewijzigd. 33 Commercial Street Foxboro, MA 02035-2099 Verenigde Staten van Amerika http://www.foxboro.com Binnen VS: 1-866-746-6477 Buiten VS: +1-508-549-2424 of neem contact op met uw plaatselijke Foxboro vertegenwoordiger. Fax: (508) 549-4999
Invensys, Foxboro, FoxCom, en I/A Series zijn handelsmerken van Invensys plc, diens dochterbedrijven en andere gelieerde ondernemingen. Andere merknamen zijn mogelijk handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
Copyright 2001-2006 Invensys Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in de VS
0806