1
Hoofdstuk 1: ziekte en gezondheid. A) Ziekte en gezondheid: definities. a) gezondheid: een welbevinden op het fysische (somatisch = lichamelijk, ziekte als dusdanig) mentale en maatschappelijke vlak vb: diarree met examen (psycho somatisch) b) ziekte: afwijking van de normale structuur en/of functie van het lichaam (≠ abnormaal: vb lengte) Etiologie:
leer van de oorzaken van een ziekte
Pathogenese: de studie van de wijze waarop de structuurveranderingen tot stand komen die het kenmerk zijn van ziekte
Verschillende factoren kunnen het ‘normale’ beïnvloeden: -
geslachtsgebonden verschillen:
-
leeftijdsgebonden verschillen: longfunctie (zuurstof opnemen), pols, botmassa.
-
Diurne variatie: hoeveelheid coristol (geproduceerd door bijnier) hoger ‘savond dan ‘smorgens
B)Kenmerken van een ziekte. 1) Etiologie = leer van de oorzaken - bepaald (vb: infectieziekten: griep) - idiopatisch = men kent de oorzaak niet vb: Crohn: chronische ontsteking van de darm Klachten: buikpijn, diarree, fors gewichtsverlies - Iatrogeen: de geneeskunde, arts zelf is de oorzaak (dosis gebonden, idiosyncrasie ≈ allergie) • medische fout (vb links been geamputeerd in plaats van rechts) • onvermijdelijk verschijnsel (vb penicilline-allergie: doodvallen bij toediening penicilline tegen zware keelontsteking → anafylactische shock = direct doodvallen bij toediening) VB -
Geelzucht (= icterus) leverziekte Bij innemen van niet steroïdale antiflogistica. Door infectie door hepatitis A Ontsteking
2 -
maagzweren: kapot gaan van de binnenkant van de maag (zweer is ulcus) • Bulbaire ulcus zweer ter hoogte van de 12-vingerige darm Branderig gevoel, Door te eten voelt het beter Gastritis (ontsteking van het slijmvlies van de maag) • ulcus perforatie, kratertje in de maagwand (zeldzaam), Maagbloeding (aspirine, NSAF) bij langdurige inname
2. Pathogenese = ontstaansmechanisme van een ziekte Hoe is de ziekte ontstaan? -
schadelijke invloed; bv: atoombom, terrein of vatbaarheid, reactiemechanismen: vb: hooikoorts
A.Schadelijke invloeden: 1)Onbekend: vb Prostaatkanker 2)Trauma: vb auto ongeval 3)Infectie: -prion = infectueus eiwitdeeltje in het hersenweefsel dat de verwekker is van zeldzame hersenziektes vb de ziekte van creutzfeld-jacob) 4) Intoxicatie: 1) Chronisch: te veel verzadigde vetten, nicotine, alcohol, drugs… Crimineel: vb arsenicumvergiftiging 2) acuut: - gewild: toxische producten - niet gewild: CO – intoxicatie 5) Overbelasting: Fysische: vb: achillespeesruptuur ten gevolgen van quinolones (antibiotica) Psychologische depressie (depressie = psychische overbelasting gedrukt gemoed) Reactionele/exogene (buiten) depressie: Uitlokkende factor is evident (vb: vriend voor je ogen zien sterven) Endogene depressie(binnen): gemoedstoestand + somatische afwijkingen: vitaal Eetlust daalt (anorexia), eetlust stijgt (boulimie), libido daalt, inslaapstoornissen, doorslaapstoornissen…
3 ! Wat bepaald de vatbaarheid van een persoon in een ziekte? (!!examen!!) -
genetische factoren vb: in de zomer: gras rode ogen erfelijk (familie) Astma
-
omgevingsfactoren (toxische factor in milieu) Niet altijd even duidelijk vb: - asbest = vezel dat goed isoleert, kleine vezels kunnen ingeademd worden
Asbestose:
chronische beroepsziekte waarbij als gevolg van inademing van de vezels van asbest een langzaam voortschrijdende verlittekening van het longweefsel of longvlies plaatsvindt. Asbestose kan aanleiding geven tot het ontstaan van een kwaadaardig gezwel in de longen of longkanker -
leeftijd: vb: varicella, bof, mazelen vooral bij kinderen Pneumonie (longontsteking) bij ouderen (soms dodelijk)
-
Stress
-
Werking van het immuunsysteem beïnvloed door: *Virale infecties: HIV: immuunsysteem daalt, men kan sterven aan bvb een verkoudheid
Postperfusie syndroom: de symptomen treden pas twee a drie weken na de transfusie vh besmette bloed. Het virus bevindt zich waarschijnlijk in de witte bloedcellen. Om dit te voorkomen zal men dus een transfusie doen van leukocytenvrij bloed C. Reactiemechanismen: - inflammatie +++ ontsteking; plaatselijke reactie van een weefsel op een schadelijke prikkel HBV (Hepatitis B virus) Soa - te sterk reageren leverfalen dood door zelfvernietiging van de lever - Niet sterk genoeg reageren chronische HB Cirrose hepatocellulair carcinoom progressief verdwijnen van de hepatocyten -Neoformatie (nieuwe vorming van cellen, celverdubbeling) te sterk en ongecontroleerde groei kanker Niet sterk genoeg: wondheling is traag
3) Symptomen = uiting van de ziekte. anamnese :
vragen stellen aan patiënt/ voorgeschiedenis van de patiënt
a) Klachten: - subjectieve klachten: asthenie (“gezaag”, aspecifiek) niet te controleren - objectieve klachten Vb1: zwarte urine, gele ogen Icterus (geelzucht) ontstaat door een opstapeling van bilirubine
4 - Aspecifieke uiting van een ziekte - Specifike uiting van een ziekte Syndroom: vb: -
vb: Ik ben moe vb: meikoliek, galkoliek
geheel van symptomen en tekens die samen voorkomen, betere diagnose mogelijk Syndroom van Cushing (overproductie van bijnierschorshormoon ten gevolgen van cortisone) Moon face: dikke nek Obesitas Hypertensie Osteoporose Diabetes melitus Cataract: staar door opstapeling van stoffen in de lens
2.4 Verloop. 1. 2. 3. 4.
Incubatieperiode: Prodromale periode: Acuut verloop: Chronisch verloop:
periode tussen begin van de ziekte en optreden van symptomen aspecifieke tekens van een ziekte, vb koorts en vermoeidheid bij hepatitis meningococcen, meningitis stijgen, dalen, stijgen, dalen,…met exacerbaties (plotse vererging)
Reuma: 1) synovitis reumatoïde artritis (rode, warme, gezwollen, pijnlijke handen) kan lijden tot vervorming van de handen 2) Artrose: sleet op de gewrichten; oorzaak: ouderdom, overbelasting 3) Jicht: gewricht dat rood, warm en gezwollen is; oorzaak: opstapeling van kristallen in het gewricht 4) Reactieve artritis: onder andere sacro ilëitis (vb: na besmetting met bacterie van rauw vlees) 2.5 Prognose.
= het uiteindelijke resultaat van de ziekte en de termijn waarop dit resultaat optreedt - Genezing, - Genezing met sekwelles - Evolutie naar chronische aandoening, vb tbc - Remissie = je denkt dat het weg is, maar jaren later komt de ziekte terug (vb: borstkanker) - Dood op korte of op lange termijn 2.6 Behandeling. Evidence based medicine = aanbieding van behandeling na wetenschappelijk onderzoek (klinische Studies, efficiëntie aangetoond in medische trials: - Placebo = een nepmedicijn, heeft geen werking - gerandomiseerd op voorhand bepaald (600 mensen A en 600 B) Arts mag niet kiezen (niet bevooroordeeld) - Dubbel blind: patiënt en arts weten niet wat de patiënt inneemt.
5 ! Tegengestelde resultaten in wetenschappelijk onderzoek door: -
Significatie: op elke uitspraak in onderzoek kan fout zitten Studiepopulatie: vb. verwerking van medicatie is genetisch bepaald Altijd kans op een fout
Soorten behandelingen: •
Volgens het doel: - Causale behandeling, - Symptomatische behandeling (vb: aspirine bij hoofdpijn na les) - Organotrope behandeling: herstel orgaanfunctie (Vb. kunstmatige beademing, kunstnier) - Proefbehandeling - Experimentele behandeling: ethische commissie.
•
Volgens de methode - Gentransfer: menselijk gen inplanten in adenovirus (= vector), dit gaat zich innestelen in de lever, om zich in het lichaam te vermengen moet het zijn gen aanbieden, zo kan het juiste gen gemaakt worden. Na drie weken maakt dit virus zichzelf kapot veiligheid - psychotherapie: vb. hyperventilatie -> ademen in een zakske - Fysische behandeling, (Vb. kinesitherapie) - Heelkundige behandeling, (vb. overplanten van organen) - Medicatie. (toedienen van chemische stoffen)
C) Homeostasis 1) Homeostasis
intern milieu van het lichaam constant houden
Bepaalde parameters binnen bepaalde grenzen houden Controlemechanismen: - Negatieve feedback, - Positieve feedback Negatieve feedback: Controlesysteem dat bedoeld is om een poging tot verandering in het interne milieu vie regelingsmechanismen teniet te doen Vb. Regelsysteem van de ademhaling -> PCO² stijging stimuleert ademspiere
6 Positieve feedback: Controlesysteem bedoelt om een poging tot verandering in het interne milieu te versterken. Vb. Mechanisme van de ovulatie 2) Adaptatie. = aanpassen aan veranderende omstandigheden om te kunnen overleven - Adaptatie van species en groepen: vb selectiedruk bij vlinders - Adaptatie van individu * Fysiologisch antwoord: Bruinen UV-stralen bij mensen met weinig melanine melanoom (Huidkanker)
* Gedragsantwoord: Beven als reactie op koude, * Groeiantwoord: Groeien door meer voedsel
D) Verouderen -
Slijtagetheorie:
Regelmatig gaan cellen kaot en moeten er nieuwe cellen bijgemaakt worden, maar bij deling kunnen er fouten optreden: - celbeschadiging - oncogene veranderingen - Geprogrammeerde dood: apoptose vs necrose - Apoptose: deel van onze cellen zijn geprogrammeerd om te sterven, - Necrose: dood door uitwendige invloeden (trap tegen knie)
E) Klonen =
moedercel waaruit groep van cellen ontstaat die allen genetisch identiek hetzelfde zijn en genetisch hetzelfde zijn als de moeder
Dolly = eerste kloon (schaap)
F) Dood. Vroeger: dood = ophouden van ademhaling en kloppen van het hart cardiorespiratoire dood Nu: dood = geen hersenactiviteit meer
7 Hersendood: Criteria
Pseudo dood
- Er moet een oorzaak zijn - uitsluiten dat patient intoxicatie vertoont - Hypothermie (lang blijven reanimeren als je bvb iemand uit de zee haalt), - Geen spontane ademhaling, - Hersenreflexen: ● pupilreflex (pupillen open = mydriasis) Lichtstijf (pupillen reageren niet meer op licht), • corneareflex (papiertje in oog steken en niet reageren), • vestibulo – oculair reflex (bij koud water in oor ogen draaien in die richting = nystagmus) - EEG (encephalogram): meten van hersenactiviteit, - Arteriografie: om bloedvaten te bestuderen, bloedtoevoer naar hersenen controleren (carotiden), - Perifere reflexen mogen er zijn (bvb: kniepeesreflex) - Angiogram: contraststof wordt door het lichaam gepompt maar stopt in de hersenen
Belgische orgaandonatie. ! Principe van veronderstelde toestemming (iedereen is donor tenzij uitdrukkelijk geweigerd) • in Nederland toestemming van familie vragen direct na de dood (80% neen), • in België is er geen toestemming nodig geen donorkaart nodig Doodsoorzaken in Vlaanderen. Ongeval - Jongeren = trauma Zelfmoord - Middelbare leeftijd: kanker Myocard infarct - ouder dan 65 jaar cardiovasculair Cardiovasculair accident
8
Hoofdstuk 2: oorzaken van ziekten. 1. Congenitale ziekten. = afwijkingen vastgesteld bij de geboorte OORZAKEN: -
Niet altijd erfelijk Ze kan het gevolg zijn van milieufactoren die het embryo aantasten of een combinatie van genetische en milieufactoren
1.1 Erfelijke ziektes ! Wat is de pathogenese van erfelijke ziektes ? m.a.w. hoe ontstaat schade aan erfelijk materiaal ? -
Ioniserende schade Virussen -> veroorzaken verschuivingen in genetisch materiaal Chemicaliën geneesmiddelen
vb. Hepatitis B
1.1.2. Chromosomale afwijkingen. A. Pathogenese.(ontstaan) ioniserende stralen (bvb Tsjernobil), virussen (bvb: hepatitis B – virus: incorporeert in ons genetisch materiaal) Chemicalia (bvb. Leven in de buurt van fabrieken) Geneesmiddelen: cytostatica (bvb. Baksters)
• • • •
B. Soorten afwijkingen. •
Numerieke afwijkingen. = afwijkingen naar het aantal chromosomen monosomie: = een chromosoon waarvan er maar 1 voorkomt i.p.v. 2 - 1 sekschromosoom tekort bvb. Turner XO - autosomen: cel is onleefbaar en komt niet voor Trisomie: = 3 chromosomen i.p.v. 2 - drie sekschromosomen binnen een paar bvb. XXY - autosome chromosomen mongolisme
9 Structurele afwijkingen.
•
deletie: een stuk vh chromosoom is niet goed overgeschreven en dat valt weg translocatie: van ene chromosoom naar het andere 1.1.3. Single gen defect. = afwijking in 1 gen: transgene muizen (1 gen verwijderen of inbrengen voor de geboorte) A. Wijze van overerving. - Autosomaal overerving - Recessieve overerving - X-gebonden vb Hemofilie geen stollingsfactor VII (meestal bij manne) Homozygoot van beide ouders gekregen, Heterozygoot Alleen van vader of moeder gekregen -
Hemochromatose (recessief) te hoge opname van ijzer in de darm Komt alleen tot uiting als het gen zowel via vader als moeder overgeërfd wordt • Fe gaat neerslaan in de Lever leverkanker, Pancreas suikerziekte, Testes impotentie Door aderlatingen (bloed geven) kan men zorgen dat de ziekte niet tot uiting komt Bij vrouwen komt de ziekte zeker niet tot uiting omwille van het bloedverlies bij de menstruatie B. Pathogenese Wanneer een single gen defect aanleiding geeft tot een stoornis in de aanmaak van een enzyme kan dit aanleiding geven tot: 1. 2. 3. 4.
opstapeling van een toxische precursor opstapeling van een toxisch secundair product afwezigheid vh normale eindproduct verlies van negatieve feedback controle
Maar de stoornissen in synthese van één proteïne leiden niet altijd tot stoornissen in het enzyme,maar eventueel ook tot stoornissen in andere proteïnen zoals bv 1. stoornis in circulerende proteïne in het plasma 2. stoornis in receptor proteïnen met bv gestoorde transportsysteem als gevolg
10 I Stoornissen in het metabolisme ten gevolgen van deficiëntie van enzyme. 1.opstapeling van toxische precursors) Vb. Galactosemie Lactose (melkzuur) galactose ↑ (te hoge concentratie in bloed)+ gul … Symptomen bij zuigeling die zo’n melk krijgt: • • • • •
Afwezigheid van het enzyme dat galactose omzet in glucose teveel galactose in bloed opstapeling in lever icterus (geelzucht) Hepatomegalie (grote lever) Braken en diarree, Cataract (opstapeling in ooglens), staar Mentale retardatie
1. Phenylketonurie(opstapeling van toxisch sec product) Phenylalanine-> tyrosine ( in afwezigheid van het enzyme) Gevolg:
-
hypertonicitiet
-
Tremor (bibberen):- rusttremor: zitten en bibberen, vb stoppen met alcohol - Intentionele: zenuwachtig en dan bibberen
-
Epilepsie vallende ziekte Grand mal: ledematen bewegen, op tong bijten, schuim, controle kwijt over faeces en urine, bewustzijnsstoornissen) Partiële: 1 gedeelte (bvb alleen arm) Absences: voor zich uit zitten te staren (enkele min) geen contact met omgeving
-
Albinisme: melaninetekort
-
Spraakmoeilijkheden
-
Mentale retardatie
2. Congenitale hypothyroidie: - Afwezigheid van negatieve feedbackcontrole - Te traag werken van de schildklier (te weinig schildklierhormoon) Negatieve feedback valt weg Schildklier groeit en er ontstaat een krop in de keel Klein gestalte, dikke tong, mentale retardatie Hormonen toedienen is de oplossing
11
Thyroïd stimulerend hormoon
Hypothyroidie: TSH ↑, T3T4 ↓ Traag, koud hebben, haaruitval, gewichtstoename Hyperthyroidie: TSH ↓, T3T4 ↑ Palpaties (hart te snel slaan), dun, snel zweten, diarree, fijne tremor, afvallen, Blinkende ogen Radioactief jood toevoegen schildklier gaat afbreken. II.Stoornissen in circulerende proteïnen in plasma. Hemofilie A = (geen stollingsfactor VIII) Hematomen (bloeduitstorting in grote mate), petechieën (bloeduitstorting ter hoogte van capillairen) Factoren nodig voor wondheling: -
Stollingsfactor VIII: verschillende proteïnen die zz activeren, Bloedplaatjes: fibrinogeen fibrine(=EW draden) in deze draden gaan de bloedplaatjes zich nestelen Endotheel: binnenkant van bloedvaten, helpen tot vorming van trombus
III. Stoornissen in receptor proteïnen. Familiale hypercholesterolemie: de opname van cholesterol in de cel verstoord met als gevolg: 1.Geen probleem voor de cel want deze gaat dan zelf cholesterol produceren 2.Sterke toename LDL in serum. De LDL worden opgenomen in ‘foamcellen’ die op allerhande plaatsen opstapelen: xantoma’s(=gelige verhevenheid op de huid) en xanthelasma’s.Als gevolg kan verhoogde cholesterol in het serum, treedt coronaire artheromatose op. Het serumcholesterol is bij de heterozygoten 2 tot 3 maal verhoogd en bij de homozygoten 6 tot 10 maal. Deze patiënten sterven meestal op jonge leeftijd ten gevolge van een hartinfarct.
12 IIII. Stoornissen in enzymen die verantwoordelijk zijn voor metabolismen van geneesmiddelen. Vb: cholinesterase deficiëntie Anesthesie = pijnstillers geven MAAR bij hoge dosis ademhaling stopt oplossing: - intuberen: longen opblazen amare: om reactie tegen te gaan om buis uit kel te weren - hartmassage, beademing 1.2 In utero verworven ziekten. -
Congenitale rubella( = rode hond)
Indien de moeder rubella krijgt in de eerste maanden van de zwangerschap zijn er gevolgen vr kind • • • •
Doofheid, Cataract: staar, Mentale retardatie, VSD = ventrikel septum defect
Multifactorieel aandoening: aangeboren aandoeningendie het gevolg zijn van een combinatie van factoren Vb. Spina Bifida (defecte sluiting vd wervelboog)
2.Verworven ziekten 2.1 infectieziekten = ziekten veroorzaakt door een infectie met een macro-organisme: Virus, bacterie, schimmels, protozoa, meercellige organismen 2.1.1
Virus. = een obligaat intracellulaire parasiet omdat een virus niet beschikt over organellen die replicatie toelaten en dus gebruik maken de ‘replicatie organellen’ van de gastheer Bacteriofaag = doden van bacteriën
Virus:
Infectieziekte: ziekte door micro organismen
13 Soorten: DNA virus: Weerstandige virussen, erg besmettelijk, kan buiten gastheer enkele dagen leven, • • • •
Herpes simplex (koortsblaasje): kan terug opkomen bij verzwakking Van het immuunsysteem. Herpes labialis: (SOA) ‘koortsblaasjes’ aan geslachtsdelen. Epstein – Barr virus (=klierkoorts): langdurige vermoeidheid, algemene asthenie, (asthenie= zich niet goed voelen). Hepatitis B virus (SOA): verwekker van geelzucht, kan kanker veroorzaken Cirrose (bij teveel drinken) Hepato cellulair carcinoom (zeldzame kanker)
o RNA virus •
•
Influenzavirus (koorts, prikkeling van bovenste luchtwegen) Bij ouderen: Pneumonie: perifere bronchiën, Bronchitis: acuut, op grote luchtwegen Hepatitis C virus: pas na 20 jaar problemen (in het begin geen pijn): Leverkanker, levercirrose.
o Retrovirussen: reverse transcriptase (RNA DNA) • HIV : kan men stabiliseren door cocktails, o Dragers: nog niet ziek o AIDS 2.1.2 Bacterie. A) Definitie = organisme met - een primitieve kern, - geen mitochondriën, (dient voor energievoorziening) - Wel ribosomen, zorgen vr aanmaak van de EW - geen kernmembraan, - geen endoplasmatisch reticulum, - Rigide celwand.
B) Pathogenese - Via invasie (abves) - Via toxines die ze produceren
14 C) Soorten. 1. Vorm - Coccen. bolvormig vb. Stafylokok, Streptokok
- Bacillen staafvormig - E. coli: salmonella (buikpijn, 40°koorts, diarree,delirium,..) - Listeria monocytogenes Rauwe melk meningitis - Legionella: zware vorm van longontsteking. Verspreiding via aërosol/ via de airconditioning - Spirillen - Treponema pallidum/ druiper Syfilis (SOA): urethra ontsteking Kenmerken van een SOA: -vocht uit de urethra( kan ook symptoom zijn van ene blaasontsteking) -zweertjes op vagina en penis(ulceratis) - Lyme borreliosis Besmetting door tekenbeet huiduitslag Gyrlandyform reuma, hersenvliesontsteking, rood, gezwollen knie. - Leptospirosis icterohemonhagica Ten gevolgen van rattenurine Geel, bloeding in de spieren 2. Anaërobe: clostridium tetani Tetanus = algemene verstijving van de spieren Gaat ook de ademhalingsspieren verlammen 3.Myobacterie: TBC Bacterie die voornamelijk de longen aantast (besmettelijk!) 4.Mycoplasma pneumonia: geen rigide wand
15 5.Chlamydia trachomatis (SOA) In uitscheiding van de vrouw Behandeling: Antibiotica: men moet dit gericht gebruiken Meest geschikte gramkleuring Antibiogram gebruiken Soorten antibiotica: - Bacterocide rechtstreeks bacterie dodend - Bacterostase bacterie verlammend/verzwakkend 2.1.3
Schimmels Kenmerken: kernmembraan, ribosomen, mitochondriën, endoplasmatisch reticulum Verwekkers van ziekte bij mensen: - Aspergilus fumigatus: pneumonie - Candida albicans: vagnitis -
2.2 Ziekten veroorzaakt door fysische agentia a) Traumata
vb verkeersongeluk
b) Blootstelling aan warmte of koude 1)Hyperthermie Inspanningsgebonden: Zweet of shock bij actieve mensen, te weinig vocht, blodvaten gaan helemaal open, prioritei op bep organen , bloedruk stijgt daalt, pols stijgt warme shock Preventie:
1. Water innemen! 2.Training s'morgens 3.Geen alcohol vooraf
Geen zweet bij bejaarde mensen, geen afkoeling van het licht, leidt tot dood (zon = bron v Vit)
16 2)Hypothermie Fases: - excitatie fase: 35°- 33°: spieractiviteit vr stijging temp - adynamische fase: 33°- 30°: spierstijfheid - paralytiche fase: <30°: bewusteloos Remedies: Horizontaal uit water halen zo volgt er geen bloeddrukdaling Tekort aan bloed in het hart Zo ook bij bewusteloos vallen van een persoon steeds de benen omhoog leggen zodat er voldoende bloed in het hart stroomt Persoon niet teveel activiteiten laten verrichten Anders lactaat ten gevolgen van anaëroob metabolisme Hartstilstand Persoon zeer voorzichtig behandelen: lichte stoot kan ventrikelfibrillatie veroorzaken Orthostatisme: draaien als je te snel rechtstaat, tekort aan perfusie van zuurstof rijk bloed 3)Hoogteziekte 1) Acute hoogteziekte > 3000m - Longoedeem (oedeem = opstapelen van vocht buiten de bloedvaten) dyspnee + rozig sputa - hersenoedeem hersenen worden samengeduwd (CT-scan om bloeding te zien) < 2500m
nausea, malaise, braken, dyspnee
Subduraal hematoom: je stoot je hoofd bloeding in de hersenen dit kan niet weg Hersenen + hersenstam platduwen Hersenen werken niet meer goed dood - vreemd doen, enkele uren na de stoot, - projectiel braken braken zonder nausea - pupilgrootte is groter of kleiner aan de rechter dan aan de linkerkant: oniocory Trepanatie: gat in de schedel maken om de druk af te laten Maatregelen voor het bergbeklimmen: - Traag!! < 1000m per dag - Veel eten en drinken, (best warm vocht) - Diamox (plaspilletje) = diureticum (preventief innemen) Nevenwerking: parestesiën (tintellingen) in handen en voeten, Probleem je moet veel plassen 2) Chronische hoogteziekte Op grote hoogte: P O2 daalt en P CO2 stijgt Normaal hyperventileren, maar die reflex valt weg Te weinig O2 in het bloed
17
4) elektrocutie:elektrische shock -brandwonden -hartritmestoornissen
5) Toename van atmosferische druk Caissonziekte = duikersziekte Patm en oplosbaarheid stikstof in bloed stijgen met de diepte Bij te snel stijgen komt opgeloste stikstof vrij in het bloed Gasbellen
! Wat zijn de gevaren vh nemen van epo ? We hebben dit nodig om op hele hoge hoogte te functioneren maar kan als men het toedient op sportvak leiden tot pulmonale hypertensie 2.3 Intoxicaties 2.3.1
Acute - crimineel, - Accidenteel: Paracetamol (vb daftalgan, perdolan) vorm van zelfmoord Grote hoeveelheden zijn slecht voor lever leverziekte
2.3.2
CO intoxicatie bij slechte verbranding (te weinig zuurstof) REUKLOOS! CO gaat zich aan de hemoglobine binden in plaats van de O2 Geen O2 meer in bloed Symptomen: hoofdpijn Zo snel mogelijk in zuurstofrijke omgeving brengen Niet genoeg naar zuurstoftank in ziekenhuis
Chronische 2.3.2.1 Roken 30% van de bevolking rookt, vertegenwoordigt 20% van alle doden in België. a)Pathogenese:
-
teer schade aan DNA kanker, CO productie Nicotine = neurotoxisch en veroorzaakt gewenning
b) Gevolgen: Roken kan op de longen twee effecten hebben • Cronische bronchitis COLD = chronic obstructive lung disease
•
Bronchiën geïrriteerd infectie verstopping Bronchitis, Onvoldoende lucht: piepend geluid (zoals astma) één seconde waarde daalt emfyseem = kapot gaan van longweefsel Grote gaten ( zeer grote thorax) Vullen zich met lucht stikken Vitale capaciteit daalt
18
bronchuscrcinomen keel, mond, slokdarm en blaaskanker
Maagzweren (ulcus) Pijn, minder eten, bloed opgeven
Cardiovasculaire complicaties Samenklitten van de bloedplaatjes ischemie Infarct !!! CVA
cerebro vasculair accident Deel van de bloedvoorziening in de hersenen valt weg Hemibeeld: kunnen arm en been (contra lateraal) niet goed bewegen, Faciale verlamming ogen niet goed sluiten, mond zakt langs 1 kant weg Risicofactoren: • arteriële hypertensie, hoge BD • Pil, • roken
!!!!! perifere arteriosclerose
Claudicatio intermittens: onvoldoende bevloeiing van de onderste ledematen Aderverkalking ter hoogte van de benen Pijn stopt als je stopt, begint terug als je terug begint te lopen Benen amputeren door gangreen
Zwangerschap te klein geboren,… Depressies, Motoriek beïnvloed Afname efficiënte medicatie
2.3.2.2 Alcohol A. drinkpatronen 20% heeft problemen, 5% is verslaafd -
-
- Sociaal alcoholgebruik, - Alcoholmisbruik: de hoeveelheid alcohol die voor een persoon leidt tot -emotioneel:depressie , angst -sociaal: echtscheiding,;werkloosheid en verkeersongevallen -fysisch: vb levercirrose - Alcoholverslaving: essentieel is hierbij het optreden van onthoudingssymptomen en tolerantie. Vb zweten, agitatie, tremor B. verwikkelingen o Fysische gevolgen: zweten, beven, slapeloosheid, pyrosis = maagzuur, jicht, reductie libido, obesitas, infertiliteit, polyneuropathie=verschillende zenuwziekten,alcoholische cardiopathie = heartfailior, chronische pancreatitis, levercirrose, myopathie = spierziekte
19
o Psychische verwikkelingen Delirium tremen: - hallucinaties (auditieve, visuele en tactiele) epilepsie hersenbeschadiging Korsakov syndroom: alcoholische hersenbeschadiging: veralgemeende intellectuele achteruitgang bij langdurige alcoholverslaving
2.3.2.3 Drugs. A. Soorten a)onderdrukking van het psychisch functioneren b)stimuleren van het psychisch functioneren c)hallucinogene stoffen B.basisprobleem van verslaving -
onderschatten (‘het is maar een jointje’) overschatten (‘mij overkomt dat niet’) producten met een sterk en kort effect leiden het snelste tot verslaving
a) Psycholeptica (onderdrukkend) - slaapmiddelen: mogadon Benzodiapines verslaving (werkt zeer lang, sterk) Relatief - kalmeermiddelen: Valium, Onschuldig - Stilnoct: werkt kort (lage halfwaardetijd) - Alcohol - Opiaten (pijnstillers) dolantine/dipidolor (ook voor kankerpatiënten) • afkomstig van papaver • eigenschappen: sterk pijnstillend, euforisch vb: morfine, codeïne, perdolan, methadon, heroïne Codeïne mag niet meer gebruikt worden in geneesmiddelen omwille van de verslavende werking Heroïne (kort effect) intraveneus (met naald in ader) niet steriel • HIV, • HBV, • HCV 85% o Samen immuniteit weg snel dood -Neveneffecten: obstipatie + miosis (oogpupillen vernauwd mydriasis) Coma via cocktail, vergissen van dosis, een te sterke concentratie - mortaliteit: 25% na 10- 20 jaar
20 b) Psycho – analeptica (stimulerend) I)
Amfetamines Captagon: slecht een tijdelijk verbeterend effect Probleem: heel sterk stimulerend product bij wielrenners gebruikt
Gevolgen: o Fysiologische uitputting met cardiovasculaire shock o Paranoia, manisch depressief o Onverantwoorde risico’s, onnauwkeurigheid II)
Cocaïne Van de cocaplant IV infectievirus, HIV, HCV, HBV Roken: longschade Snuiven Leidt tot polydruggebruik
c)Hallucinogene stoffen (geestverruimend) - LSD, peroraal innemen - Cannabis (neveneffecten korte termijn geheugen neemt af, vertraging en denken en reageren) - Ecstasy allergische reactie mogelijk Aanleiding tot andere producten Stuipen/hartstilstand/verlies v realiteitszin
21 2.4 Metabole ziektes (belangrijk!!) - 2.4.1 diabetes mellitus (DM) Alvleesklier produceert te weinig insuline β cellen functioneren niet goed Je laat je eigen cellen los op deze cellen geen insulineproductie meer Hoe bepalen? C – peptiden ↓ Glucagon toedienen waardoor het c peptide zal stijgen Oplossing Insuline Hypoglycemie: zweterig honger coma
type 1: juveniele diabetes: - bij jonge mensen, - C – peptide stijgt niet bij toevoeging glucagon; te weinig insuline Type 2: maturity onset diabetes: - BMI stijgt insulineresistentie - insuline past op celreceptor en opent die cel zodat de suikers eruit kunnen. - te hoge glycemie, teveel een insuline.
Behandeling: - type 1 insuline toedienen, - type 2 producten toedienen voor het stimuleren van β cellen Symptomen en verwikkelingen Voetulcera kan leiden tot amputatie voeten Dorst en veel wateren Retinopathie: men wordt blind Nefropathie: nierschade kunstnier (hemodialyse) Macro en micro angiopathie Stoornis in grote bloedvaten: te weinig bevloeiing van de voet zweren afsterven Veroorzaakt polineuropathie gestoorde bezenuwing gangreen 2.4.2 Atherosclerose Slagadervervetting door cholesterol + kalk Hypercholesterolemie: o CVA o Myocardinfarct o Claudicatio gangreen !!! Risicofactoren: - arteriële hypertensie (AHT), - roken, - hoge cholesterol, - obesitas (BMI >30) - Veel verzadigde vetten eten (vlees) - Onvoldoende lichaamsbeweging
22 4.2.3 Hemochromatose. Meest voorkomende genetische leveraandoening Genmutatie (homozygoot ziekte) (heterozygoot: drager van de ziekte) Te hoge opname van ijzer in darm Aantasting organen Oplossing bloed aftappen
Hoofdstuk 4: mechanismen van ziekten. 1. Inflammatie of ontsteking. 1.1 Definitie Inflammatie is de lokale reactie van levende wezens op beschadiging. 1.2 Verwekkers De weefselbeschadiging kan het gevolg zijn van inwerking van verschillende fysische agentia - Fysische agentia, kogelwond - Chemische agentia zelfmoord: ontstopper (slokdarm kapot) - Biologische of levende agentia schimmel - Immunologische agentia antigeen – antilichaam reacties Mediatoren: stoffen die inflammatie in gang steken en volhouden: Vb: Prostaglandine inhibitoren Gevolg: neveneffecten, leverontsteking, maagzweren, maagbloedingen A) Acute inflamatie 1) Symptomen. Al deze voorgaande processen leiden tot lokale symptomen van inflammatie
Rubor (roodheid) ten gevolgen van vasodilatatie. Vb: rode neus bij dronkenschap door uitzetting van de bloedvaten Calor is warmte ( vasodilatatie) Tumor (ophoping, zwelling) door exsudatie Dolor is pijn (prostaglandines komen daar en veroorzaken pijn) Functio laesa is functieverlies ten gevolgen van pijn, weefselbeschadiging vb immobiliteit van de spieren
23 B) Necrose beperkte dood van cellen en weefsels Soorten 1) coagulatie necrose : necrotisch weefsel behoudt zijn stevigheid vb. Hartinfarct 2) Verweking: necrotich weefsel wordt vloeibaar Vb. verwekinshaard in hersenen 3) Gangreen: necrose me gesuperponeerde putrefactie C)Herstel Resolutie: het volledig herstel van het weefsel in zijn oorspronkelijke staat door resorptie van inflammatoir exsudaat. Het vernietigd weefsel wordt vervangen door hetzij granulatieweefsel hetzij door hetzelfde soort weefsel dat verloren is gegaan Litteken: Vorming van granulatieweefsel ingroei van capillairen + fibroblasten vorming grondsubstanties met collagene vezels capillairen artofiëren ontstaan van avasculair bindweefsel Factoren die de wondheling beïnvloeden: PRO: - goede bloedsvoorziening - Immobilisatie CONTRA: - bloeding - voortbestaan van infectie ALGEMEEN: - leeftijd - voeding - hormonen - onderliggende ziektes
2.Neoplasie. 2.1Definitie. Is een proces van progressieve ongecontroleerde proliferatie van cellen, niet in verhouding tot fysiologische noden van het organisme cellen gaan delen zonder dat daar vraag nr is Tumor = zwelling niet altijd kanker, RIP (ruimte innemend proces waarvan wij de oorzaak niet kennen), Kanker = kwaadaardig Stamcellen = staan 1 niveau hoger dan bevruchte eicel en er is mogelijkheid tot verdere ontwikkeling. 2.2Groei Proliferatie: - Aantal cellen neemt toe: kwantitatief, - Kwalitatief = differentiatie: minste differentiatie eicel en stamcellen. Verschillende mechanismen, namelijk gespecialiseerde proteïnen, regelen celdeling en differentiatie. De gedifferentieerde cellen vertonen dikwijls geen celdelingactiviteiten meer.
24 Deze cyclus kan verstoord worden door: - productie van specifieke stimulerende substanties die de celcyclus opnieuw activeren - wegname van bepaalde inhiberende substanties 2.3 Niet – neoplastische stoornissen in celdeling en differentiatie. -
hypertrofie: vergroting van een deel of een orgaan ten gevolgen van vergroting van individuele cellen vb hypertrofie van dwarsgestreept spierweefsel als gevolg van krachttraining - hyperplasie: een toename van het aantal cellen binnen het normale verband van het weefsel of orgaan vb: fysiologische hyperplasie: groei van de borsten bij zwangerschap - Metaplasie: is een vervanging van gedifferentieerde cellen door een andere set gedifferentieerde cellen die normaal in het orgaan in kwestie niet voorkomen. vb: o Rokers, o Barrett slokdarm pyrosis (’t zuur) achter borstbeen zure reflex (terugvloeien van maaginhoud naar slokdarm) De sfincer tussen de maag en de slokdarm sluit niet goed af De slokdarm kan niet tegen zoiets zuurs en gaat zich verdedigen, mucosa van de slokdarm verandert kan aanleiding geven tot ontsteking van de slokdarm = (peptische) oesophagitis Levenslang omeprazole nemen… Barrett slokdarm kan kanker worden. - Dysplasie: een verandering in grootte, vorm en organisatie van gedifferentieerde cellen, waarbij het normale weefselverband verloren gaat. Vb: dysplasie van de baarmoederhals 2.4 Neoplasie a. Soorten en definitie. -
Benigne neoplase: gelokaliseerd en relatief schadeloos Maligne neoplase: vernietigt omringend weefsel, verspreidt zich over afstand, kan dood veroorzaken = KWAADAARDIGE KANKER (kenmerken!!)
b. Indeling. -
Mate van differentiatie: o Meest gedifferentieerde kankers, o Weinig gedifferentieerde kankers: heel agressief.
-
Mesoderm sarcomen (niet zo frequent), vb fibro sarcoma Ectoderm carcinomen, vb bronchus carcinoma Hemato leukemie vb lymfatische leukemie
25 d. Oorzaken van kanker. Het ontstaan van kanker is een combinatie van genetische factoren NL oncogenen en milieufactoren NL carcinogenen 1.
milieufactoren carcinogenen uitwendige oorzaak -
chemicaliën: • roken: teer en nitrosamine (veroorzaakt long – en blaaskanker) • dioxines, • alcohol, • aromatische amines (veroorzaakt blaaskanker) - UV (veroorzaakt melanoom huidkanker) • Ioniserende stralen (vb: Tsjernobil) - Virussen o HIV Burkitt lymfoma o Epstein – Barr virus en burkitt lymfoom Keelpijn, Virus blijft heel het leven in het lichaam o Herpes simplex blaasjes op lippen o herpes congenitales, baarmoederkanker blaasjes tot in de baarmoeder o HCV HCC (Hepatocellulair carcinoom)
2.
Oncogenen/genetische factoren -Virussen bezitten genen die verantwoordelijk zijn voor de neoplastische transformatie: virale oncogenen -zelfde sequenties komen ook in menselijk DNA voor:cellulaire of proto oncogenen Lichaam is balans van stimuleren / inhiberen
Proto – oncogenen (normaal niet actief) • Activeren onder invloed van bepaalde factoren: - mutatie in het proto oncogeen - chromosomale translocatie kan het proto oncogeen overbrengen van een chromosomale zone die inactief is, naar een chromosomale zone die wel actief is Translatie: gedeelte van het genetisch materiaal komt op andere plaats Kanker - Incorporatie van viraal materiaal in ons eigen genetisch materiaal - stoornis in het regulatiemechanisme dat normaal instaat voor suppressie Suppressor genen: onderdrukken een ongecontroleerde proliferatie van cellen
26 !!!Factoren die een rol spelen in de ontwikkeling van kanker: vb prostaatkanker bij mannen op oudere leeftijd vb vezels in dieet spelen een pro actieve rol in ontstaan van colon en Rectumcarcinoom - radicale en geografische factoren vb maagkanker veel frequenter in Japan dan in europa. - leeftijd en sekse - dieet en voeding
3.
Behandeling van de kanker.
chirurgie: indien het gaat om een gelokaliseerd letsel curatief (genezend) of palliatief,
Radiotherapie, Blootstellen aan straling en chemische stoffen ook gezonde cellen worden gedood
Samen: braken, kaal worden, aantasten van het beenmerg, fertiliteit daalt.
Chemotherapie: cytostatica (baksters) Bij veralgemeende kankers bv leukemie beenmergdepressie, kaalheid, verminderde fertiliteit
Hormonen blokkeren de werking normaal circulerende hormonen reductie van de serumspiegel van circulerende hormonen door: -heelkundige castratie of castratie door iradiatie -farmacologische blokkering door enzymatische omzetting -externe hormoon therapie vb stilbestrol behandeling bij prostaatkanker
De tamoxifenen gaan zich zetten op de ingang: zodat geen oestrogenen meer binnenkunnen in de cel
27
Hoofdstuk 5: behandeling van ziekten. 1. Preventieve behandeling. Primaire, secundaire en tertiaire behandeling. Ziekte Primair
Secundair
T Tertiair (= ziekte onder controle krijgen) Beginstadium van de ziekte
a. Primaire preventie. Voorkomen van de ziekte vooraleer een persoon door de ziekte is aangetast Oorzaak van de ziekte dient gekend te zijn. 2 Soorten: preventie door algemene en door specifieke maatregelen. Algemene maatregelen Zijn goed voor iedereen Voeding, hygiëne,… Specifieke maatregelen: o HIV: condoom, o Alcoholgebruik tegengaan o Roken tegengaan, o Zoutverbruik verminderen minder kans op arteriële hypertensie, o Minder verzadigde vetten goed voor hart en bloedvaten o Infectieziektes (examens)
Actief: • Vaccinatie (preventie tegen infectieziektes) o Doodt micro-organismen, o Verzwakt, micro-organismen, o Gistvaccins Eiwitten extraheren in gistcellen Antistoffen aanmaken, Intravasculair toedienen Passief: • Gammaglobulines (rechtstreeks extraheren van antistoffen van de mens) o Zeer snel, o Vrij snel uitgewerkt, o Bij bevalling van een vrouw met HBV GGl injecteren bij vrouw en kind Beschermt het kind de eerste maanden. NADELEN: complex, duur, het is maar tijdelijk…
b. Secundair:
28 Borstkanker Knobbel
2jaar symptomen
Dood
1 jaar (survival) Dood Langer leven Mammografie Als men de knobbel ontdekt in een vroegtijdig stadium ontdekt dan is er nog een grote kans dat men gaat overleven, als de symptomen als waargenomen kunnen worden is het in de meeste gevallen te laat… Methodes: Screenen: • Prenataal: vb detectie van het syndroom van Down, • PSA (prostaatkanker): tumortest, • Kinderleeftijd. Voorwaarden voor het screenen: - Aandoening moet ernstig zijn, - Er moet een voordeel uit de test kunnen volgen, - Het moet eenvoudig zijn, - Goedkoop, - Kans op het vinden van een ziekte moet groot genoeg zijn. Waarde van een screeningstest (vroegtijdig ontdekken van een ziekte) Examen Sensiviteit Dit bepalen hoe hoger da waarde, hoe beter de test. Specificiteit Sensitiviteit laag veel miskent (moest + zijn, maar is -) vb 20% Specificiteit laag veel overschat (moest – zijn, maar is +) vb 30% vb: Vroegtijdig opsporen van colorectale kanker: bloed bij stoelgang? dokter zal dit vragen o Het kan ook speen zijn niet betrouwbaar Faeces op bloed onderzoeken Coloscopie. c. Tertiaire preventie. De ziekte is er al, men probeert complicaties te voorkomen Vb. iemand heeft angor pectoris (het infarct is er al) nu beletten dat het infarct in zijn algemeenheid gaat uitbreiden Infarct necrose bloedverdunners - CVA contracties in de spieren Oefeningen voor spieren en gewrichten.
29
2. Curatieve behandeling. Curatief (opereren probleem is opgelost) Palliatief (pijn proberen weg te nemen) A. Medicamenteuze behandeling. - PO peroraal, / - IM intramusculair, - SC subcutaan, - IV intraveneus, - Suppo Suppositorium
SL Sublinguaal
Ontwikkeling van medicatie Examen! - Testen op dieren (muizen en ratten) of op celculturen, o Vb: zien of hepatocyten sterven toxisch Maar het lichaam is meer dan hepatocyten alleen. -
Klinische trials: o Gezonde vrijwilligers (tegen betaling pillen slikken…) farmacokinetiek o Patiënt: Ideale dosis testen, Veiligheid nagaan. onder strikt toezicht van een ethisch comité o Patiënt: Placebo gecontroleerde studies, Dubbelblind. o Vergelijken met bestaand medicament, o Op de markt brengen (meestal pas na + 5 jaar)
Werkingsmechanismen van medicatie Examen! -
-
In ons lichaam specifieke receptor Vb: behandeling borstkanker (blokkeren van receptor) Blokkeren: antagonist (vb: Ca – antagonist) Stimuleren: agonist (vb: sympatomimetica) Bij astma relaxatie van de bronchiën piepend geluid verdwijnt Rechtstreeks inwerken op welbepaalde enzymen o MAO: vb: anti – depressiva Direct chemisch actief vb: plaspillen
30 Farmacokinetiek. We willen weten waar het medicament terecht komt, wat de gevolgen zijn, hoelang het in het lichaam blijft, welke hoeveelheid wordt opgenomen… Absorptie: bij het eten Distributie: vrij, intracellulair,… Eliminatie: stoelgang (gal), nier (urine), zweten.
Metabolisatie: afbraak (vb in lever) Cytochroom p450 in lever zorgt voor ontgifting van het middel Clearance “klaring”: vb: creatine clearance = 80 ml/min In nieren, hoeveel bloed die per minuut zuiveren
.
Halfleven.
T ½ = tijd wanneer de helft van het medicament uit het lichaam verwijderd wordt. Nevenwerkingen A Dosis Voorschrift met nevenwerkingen (vb: puffers voor astmapatiënten) β2 sympathomimeticum Dosis verminderen
B Onvoorspelbaar “Allergisch” vb: XTC
31