OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
9. Dorpskerk en identiteitsbepalend gebouw Dit inzichten en opties in dit hoofdstuk zijn naast de dorpskerken ook van toepassing voor ander waardevol patrimonium en voor identiteitsbepalende hedendaagse gebouwen en constructies.
9.1. Beleids- en beheerscontext – informatieve basis Volgende regelgeving is toepassing voor deze ruimtecategorie : Vlarem II, hoofdstuk 6.3 Dit betekent dat er geen categorisering en verlichtingsniveaus van toepassing zijn en dat de (klemtoon)verlichting op het (kerk)gebouw uitsluitend mag gericht zijn op de inrichting of delen ervan.
9.2. Doelen en principes – te volgen code van goede praktijk Dit subhoofdstuk geeft de globale lijn weer volgens dewelke de betrokken en bevoegde partners de verlichting van dorpskerken en andere identiteitsbepalende gebouwen in de dorpen in het West-Vlaams platteland in de toekomst willen voorzien; deze verlichting wordt bij voorkeur mee aangesloten op het openbare verlichtingsnet. Deze gezamenlijk gedeelde inzichten en opties vormen het kader voor het ontwerp, de ondersteuning en de beoordeling van elk concreet verlichtingsproject in het gebied. De sfeerverlichting van dorpskerken en andere identiteitsbepalende gebouwen en patrimonium gebeurt alleen voor een beperkte selectie van gebouwen. Zij verlicht door een goede richting en afstelling alleen die delen van het gebouw zelf die zinvol zijn om te verlichten, en dit in een semi-permanent regime (bijv. van valavond tot middernacht).
70
dorpskerken en identiteitsbepalende gebouwen en patrimonium identiteitsbepalende gebouwen in het dorpscentrum Principebeschrijving huidige situatie
dorpskerk - bepaalt door haar aanwezigheid het centrum en het hart van het dorp - over het algemeen begeleid door een plein of een parking - ze kan omgeven zijn door het dorpskerkhof - veelal goed zichtbaar in perspectief vanaf de toegangswegen tot het dorp - soms is zij het enige grotere en belangrijkere patrimonium in het dorp - haar architectuur kan typisch en identiteitsbepalend zijn
andere identiteitsbepalende hedendaagse gebouwen en patrimonium - bepaalt mee het hart van het dorp en de sfeer ervan - de architectuur is typisch en identiteitsbepalend
Doelen
Principes
- met licht opwaarderen van de dorpskerken en andere identiteitsbepalende gebouwen gebeurt niet systematisch, maar selectief naargelang hun historische, architecturale of erfgoedwaarde. Richtinggevend hiervoor is de aanwezigheid in de Vlaamse Inventaris Bouwkundig Erfgoed, maar ook daarbinnen is verdere selectiviteit gewenst. Dorpskerken die niet in deze inventaris voorkomen kunnen alleen worden aangelicht wanneer ze gelegen zijn in een groter dorp waar er geen ander waardevol patrimonium dat de moeite waard is om te verlichten aanwezig is
- het aanlichten zal sober en niet opdringerig gebeuren, met maximaal respect voor de architectuur en voor de kleur van de gebruikte materialen
- het hoofddoel is het markeren van het centrum en het dorpshart door de aanwezigheid van de dorpskerk en/of identiteitsbepalende gebouwen - versterken van de lange zichtperspectieven naar het dorpscentrum door het accentueren van de kerktoren of een andere hoge constructie en daardoor het creëren van een baken - bevorderen van een globale en volumetrische lezing van de kerk of het gebouw door haar architecturale details te accentueren
- behandeling van elementen in de binnenruimte als ze visueel belang hebben: galmborden, uurwerk, klokkenspel, glasramen, …, dit enkel wanneer de gemeente de vlotte toegankelijkheid van deze installaties voor de netwerkbeheerder garandeert - als verlichtingsmateriaal op de omringende bebouwing wordt geplaatst, voorzien van een goede integratie in het architecturaal raamwerk van dat gebouw en die plek en het totaal onzichtbaar maken, zowel overdag als ’s avonds - voorzien van een ‘azimut’-regelingssysteem van de projectoren zodat het licht zodanig kan worden afgesteld en gericht dat alleen het gebouw zelf wordt aangelicht en lichtpollutie maximaal vermeden wordt - de verlichting zal van het tegenduikende type zijn, teneinde het globaal volume van het gebouw goed naar voor te laten treden, het aanhaken van projectoren aan het gebouw zelf te vermijden en de projectoren overdag en de lichtbronnen ’s avonds onzichtbaar te maken - semi-permanent regime: het aanlichten gebeurt alleen het eerste deel van de nacht (uur van doving nader te bepalen; op publiek verlichtingsnet, maar gescheiden van de functionele verlichting) - geen verlaging van het vermogen van de lampen voorzien
In het algemeen: bevorderen van het rationeel energiegebruik door maximaal oplossingen te hanteren die de net noodzakelijke lichthoeveelheid bieden.
Atelier Roland Jéol | OMGEVING
lichtvisie west-vlaams platteland
november 2010 | 1001_ROZ_PL_032
71
dorpskerken en identiteitsbepalende gebouwen en patrimonium identiteitsbepalende gebouwen in het dorpscentrum
voorbeeldrealisatie
voorbeeldrealisatie
Atelier Roland Jéol | OMGEVING
lichtvisie west-vlaams platteland
november 2010 | 1001_ROZ_PL_032
72
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
9.3. Toepassing in de praktijk – richtinggevende aspecten Dit subhoofdstuk geeft de elementen weer waarover, ook na het doorlopen planningsproces, ruimte voor discussie tussen de initiatiefnemer en de betrokken en bevoegde partners bij de (openbare) verlichting van dorpskerken en andere identiteitsbepalende gebouwen in de dorpen in het West-Vlaams platteland aanwezig is. Dit richtinggevend deeltje geeft vooral een kader aan waarmee die verdere discussie(s) kan/kunnen worden gevoerd om tot stapsgewijze uitdieping van de inzichten en consensus en tegelijk tot effectieve kwaliteitsvolle (en vernieuwende) realisaties op het terrein te komen, inhoudelijke vorken waarbinnen oplossingen zich bij voorkeur situeren en suggesties om mogelijk opduikende problemen bij de vertaling van de verlichtingsconcepten aan te pakken / weg te werken.
9.3.1. Aandachtspunten en mogelijke invullingen van de principes Alhoewel de sfeerverlichting van patrimonium geen openbare verlichting in de strikte zin is, bieden de netwerkbeheerders dit wel aan, zolang het in verhouding beperkt blijft. Gelet op de erfgoedwaarde van de aan te lichten kerken, worden de bevoegde diensten voor erfgoed best van bij het begin bij de voorbereiding van het lichtproject betrokken. Wanneer dorpskerken en identiteitsbepalende gebouwen worden verlicht, gebeurt dit op een goede en doordachte manier die een volumetrische lezing van het gebouw of van het te accentueren deel ervan biedt in een verlichtingsontwerp en niet zozeer door het gebruik van veel licht. In andere landen, zoals Italië, worden hiervoor richtwaarden en normen van 1 à 2 cd/m² gehanteerd. Voor de verlichting van de torenspits of het dakvlak, wanneer deze zinvol is voor een globale en volumetrische lezing van het gebouw, kan alleen voor projectoren aan de voet van die elementen worden gekozen, wanneer deze vlot toegankelijk zijn; de gemeente zal deze toegankelijkheid garanderen. Het plaatsen van verlichtingstoestellen tegen de gevels wordt best, in de gemeenten waar dit nog niet het geval is, ondersteund door een gemeentelijk politiereglement dat het toelaten van het plaatsen van dergelijke toestellen en de bekabeling tegen de gevel op een visueel niet storende manier verplicht maakt. De bekabeling kan daartoe bijv. worden gelegd in minder zichtbare delen van de gevel of worden afgedekt door elementen in de kleur van de gevel. Om lichthinder en grote energieconsumptie te vermijden kan best worden gewerkt met projectoren met lage wattages (35, 70 W). Dit beperkt ook het gevaar van brandwonden wanneer laag gesitueerde losse projectoren worden aangeraakt; inwerking van projectoren in beschermende omhulsels en niches in de grond kan dit gevaar vermijden. Ook met kerst- en andere sierverlichting wordt best sober en spaarzaam omgegaan.
73
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
In gemeenten met vele dorpen bestaat ook de mogelijkheid lichthinder en energieconsumptie te beperken door dorpskerken in een toerbeurtsysteem te verlichten, bijv. gekoppeld aan de kermisweek, … . Losse laaggeplaatste projectoren zijn vandalismegevoelig en hebben dus best een hoge mechanische weerstand (bij voorkeur IP67). Voor de toets van concrete lichtprojecten lijkt vanuit de visie en de concepten voor dit thema volgende rangorde van tel voor de afweging van het belang dat men kan hechten aan vier soorten kwaliteiten van openbare verlichting : 1. de belevingswaarde 2. de lichthinder 3. het energiegebruik 4. de functionaliteit.
9.3.2. Technische fiche De doelstellingen en principes van de verlichtingsconcepten vertalen zich voor dit thema in een reeks technische parameters waarmee het beoogde opzet en effect op het terrein kan worden gerealiseerd. Deze parameters zijn in een technische fiche gebundeld. Deze technische fiche laat ook toe de verbeteringen in (licht)kwaliteit en de veranderingen (veelal beperkingen) in het energieverbruik te meten. Het hanteren ervan is een must voor elke lichtontwerper die in het West-Vlaams platteland aan de slag gaat. Deze technische fiche is voor alle ontwerpen waarin verlichting betrokken is een richtkader dat in de regel dient gevolgd. Evenwel kan, in functie van de specifieke context en rol van een bepaalde plek en goed gemotiveerd, hiervan worden afgeweken; bij dergelijke afwijkingen wordt ook het globale kader van samenhang in beeld, rationeel energiegebruik en eenvoud in beheer mee in rekening genomen. De aangegeven lichthoogten en fotometrische aspecten zijn een leidraad die in de regel te volgen is, maar waarvan kan worden afgeweken in functie van bijv. specifieke vereisten inzake veiligheid op bepaalde plaatsen. Waar er voor deze aspecten toepasbare vorken zijn aangegeven, is gaat de voorkeur telkens naar de laagste lichthoogten en lampvermogens die kunnen worden ingezet om de vereiste luminanties en/of lichthoeveelheden te bereiken.
technische fiche
dorpskerken en andere identiteitsbepalende gebouwen en patrimonium
Inplanting:
te bepalen per project
Lichthoogte:
te bepalen per project
Optische kenmerken:
te bepalen per project
Lichtbron:
te bepalen per project
74
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
Kleurtemperatuur:
te bepalen per project
Kleurweergave-index:
te bepalen per project
Karakteristieken van het lichtmeubilair:
armatuur: . projector in gegoten aluminium, met sluiting door helder gehard glas . aanwezigheid van een bevestigingslier die een 360°-regeling in de x- en y-richtingen toelaat . ruime waaier aan optieken (intensief, semi-intensief, extensief, …) in eenzelfde familie van projectoren . gebruik van een ruime waaier aan hulpstukken (afschermstukken, paralume, regelingskaders, vizier, richtkanon, …) . gemakkelijk onderhoudbaar . hoge index van mechanische bescherming en waterdichtheid (minimum IP65) mast (als noodzakelijk): . cylindrisch-conische mast in warmgegalvaniseerd staal of in aluminium . thermogehard geverfd in donkere tint . geen noodzaak om consoles te gebruiken . hoogte te bepalen per project
Beheer:
. .
semi-permanent verlichtingsregime (max. ong. 1.700 uur/jaar), uur van doven te bepalen door de gemeente de voorziene techniek laat niet toe te dimmen
Maatregelen inzake hoge omgevingskwaliteit:
. .
lampen met een minimale levensduur van 10.000 u keuze van het verlichtingssysteem en in het bijzonder van de combinatie optiek-lamp dat toelaat de lichtstroom optimaal te richten maximale herbruikbaarheid van de lampen, de verlichtingssystemen, de masten, … het verlichtingsmeubilair in zijn geheel aanbrengen van hulpstukken om lichtpollutie en lichthinder maximaal te vermijden
. . Specifieke verlichting:
behandelen van de interieurs als dat visueel belangrijk is (galmborden, uurwerk, klokkenspel, glasramen, …), dit enkel wanneer de gemeente de vlotte toegankelijkheid van deze installaties voor de netwerkbeheerder garandeert
9.3.3. Ervaringen met dit thema Sint-Waldetrudiskerk te Herentals Sint-Jacobskerk te Gent.
75