Hamlet Lesbrief Basisonderwijs groep 7/8
-1-
Colofon Voorstelling Stichting Regie Spel Kostuums/toneelbeeld/Affiche Impresariaat
Educatief lesmateriaal
: Hamlet : Smeedwerk : Mark Kingsford : Pieter van Dijk, Inge Smolders, Mathijs Verboom : Fokko Jelsma : STT Produkties Postbus 20 8120 AA Olst tel. 0570-56 46 81
[email protected] www.sttprodukties.nl : Daniëlle Dommisse – Het Huis van Barm
Copyright Kopiëren van de inhoud van deze lesbrief en/of delen ervan, voor gebruik buiten de school, is niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van Stichting Smeedwerk.
-2-
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave .................................................................................................................................... - 3 Vooraf .................................................................................................................................................. - 4 Over Stichting Smeedwerk .................................................................................................................. - 4 Inhoud lesbrief .................................................................................................................................... - 4 Over het kijken naar een voorstelling ................................................................................................. - 4 Inhoud voorstelling.............................................................................................................................. - 5 Shakespeare & Hamlet in vogelvlucht................................................................................................. - 5 Vooraf aan de voorstelling – de voorbereiding ................................................................................... - 7 Les 1 voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs ................................................................................. - 8 Inleiding ........................................................................................................................................... - 8 Kern ................................................................................................................................................. - 9 Tjakka! ......................................................................................................................................... - 9 Groots en meeslepend! ............................................................................................................. - 10 Maak hem af! ............................................................................................................................ - 10 Wat zou jij doen als je Hamlet was? .......................................................................................... - 11 Afsluiting........................................................................................................................................ - 12 Reflecteren op de voorstelling .......................................................................................................... - 12 Bijlagen bij les 1 ................................................................................................................................. - 13 Bijlage 1: foto tableau vivant ......................................................................................................... - 13 Bijlage 2: checklist ........................................................................................................................ - 14 -
-3-
Vooraf Binnenkort bezoekt u met uw leerlingen de voorstelling Hamlet van Stichting Smeedwerk. Deze voorstelling, geschikt vanaf 10 jaar, wordt gespeeld door drie acteurs: Pieter van Dijk, Inge Smolders en Mathijs Verboom. Om de toegankelijkheid van de voorstelling te vergroten is er bij de voorstelling educatief lesmateriaal ontwikkeld. Hierdoor zullen de leerlingen beter voorbereid naar de voorstelling gaan. Ook worden er suggesties gegeven om met de leerlingen te reflecteren op de voorstelling.
Over Stichting Smeedwerk Stichting Smeedwerk is opgericht in 1999. De groep maakt eigentijdse en professionele theaterproducties voor een breed publiek op scholen voor basis- en voortgezet onderwijs, theaters en festivals. De naam Smeedwerk vindt zijn oorsprong in het proces van de smid die vanuit het stugge oermateriaal met bloed, zweet en tranen, een kwaliteitsproduct maakt waar hij trots op is en wat hij graag aan het publiek toont. Deze manier van werken is typerend voor Smeedwerk. Met passie, werklust en het absoluut minimale aan vormgevingsmiddelen creëert Smeedwerk op de vloer nieuw geïmproviseerd spelmateriaal. De acteur als belangrijkste instrument. De voorstellingen van Smeedwerk laten zich kenmerken als innovatief, inventief, ambachtelijk maar ook toegankelijk, geestig en speels.
Inhoud lesbrief De lesbrief bestaat uit een voorbereidende les en suggesties om met de leerlingen te reflecteren op de voorstelling. In de voorbereidende les wordt het onderwerp ‘familiedrama’ behandelt . Deze les duurt ongeveer 75 minuten, bestaat uit een inleiding, een kern en een afsluiting. Er wordt aangegeven wat het doel is van de les , wat de benodigdheden zijn en of de oefeningen uit de les in de klas en/of het gymlokaal uitgevoerd worden. Na deze les bezoekt u de voorstelling. Daarvoor is het van belang om de leerlingen een paar aandachtspunten mee te geven die een handvat zijn voor het reflecteren op de voorstelling. U vindt hierover meer onder het hoofdstuk ‘vooraf aan de voorstelling – de voorbereiding’.
Over het kijken naar een voorstelling Het is goed helderheid te geven aan de leerlingen in wat ze kunnen verwachten. De voorstelling wordt gespeeld door drie acteurs met een minimum aan vormgevingsmiddelen. Het is goed om dit vooraf te vertellen. We gaan er van uit dat u de leerlingen heeft voorbereid en de theaterregels mee geeft (vooraf naar de wc, niet praten tijdens de voorstelling, niet op het speelvlak lopen, etc. Je mag wel lachen natuurlijk).
-4-
Inhoud voorstelling Smeedwerk pakt met de voorstelling, één van de grootste klassiekers aller tijden aan. ‘Hamlet’ is een bewerking van de bekende toneelschrijver William Shakespeare. Shakespeare, geboren in 1564, wordt gezien als één van de belangrijkste toneelschrijvers die we ooit hebben gekend. Zijn of niet zijn? Dat is de vraag. Wat zou jij doen als je moeder trouwt met je oom, terwijl je vader nog maar twee maanden geleden is begraven? Dat het bruiloftsfeest aanvangt terwijl de begrafenismuziek nog in je oren klinkt? Hamlet kan het niet verdragen. Als zijn vader als geest aan hem verschijnt, besluit Hamlet zijn eigen spel te spelen. Hamlet is een stuk over in actie komen, over vragen stellen en vechten voor waar je in gelooft. Wat vraagt het van iemand om echt zichzelf te durven zijn? Verplaats je eens in Hamlet : wat zou jij doen? Drie acteurs razen in een ‘moordend’ tempo door het stuk. Zoals typerend is voor Smeedwerk: in een open speelstijl en dicht op het publiek. Met alleen wat stoelen en een enkel attribuut. ‘Hamlet’ in een modern jasje. Op een begrijpelijke manier, teruggebracht naar een voorstelling die je vanaf het begin naar de keel grijpt.
Shakespeare & Hamlet in vogelvlucht William Shakespeare is één van de grootste toneelschrijvers uit de zestiende eeuw. Hij wordt geboren op 26 april 1564 in Stratford-upon-Avon (Engeland) en blaast zijn laatste adem uit op 23 april 1616. Shakespeare is zijn familienaam. Een jongeman uit een kleine provinciestad, één van de 8 kinderen van een welgestelde winkelier (waarvan drie kinderen jong gestorven zijn). In 1568 is Williams vader een korte tijd de burgemeester van Stratford-upon-Avon, Engeland. Tijdens die periode nodigt zijn vader beroepstoneelspelers uit in Guild Hall, om de mensen te vermaken. De geruchten gaan dat de kleine William daar zijn liefde voor het toneel heeft opgedaan. Hij trouwt in 1582 op 18 jarige leeftijd met Anna Hattaway. William krijgt met haar drie kinderen; Sussanah, Judith en zijn zoon Hamnet. Over de figuur William Shakespeare is niet zo veel bekend geworden ondanks de tientallen biografieën die over hem geschreven zijn. William trekt aan het eind van de jaren tachtig van de zestiende eeuw naar Londen en wordt in een zeer korte tijd niet alleen de grootste toneelschrijver van zijn tijd, maar van alle tijden. Zijn toneelwerk bestaat uit 38 tragedies, historische stukken en komedies die tot op de dag van vandaag gebruikt worden voor theaterbewerkingen, opera’s, musicals en films. Enkele van zijn andere bekende toneelstukken zijn Romeo and Juliet, Macbeth, Othello, King Lear en een Midzomernachtsdroom. Verder schreef hij 154 sonnetten (een sonnet is een gedicht van 14 regels) en een aantal langere gedichten.
-5-
William Shakespeare Eén van de grote en beroemde tragedies die William Shakespeare ooit tussen 1600 en 1602 geschreven heeft, is het toneelstuk ‘Hamlet’. Een tragedie wordt ook wel een treurspel genoemd. En dat is dit toneelstuk zeker. Treurig. Een echt familiedrama. Men noemt het ook wel een wraaktragedie. In het toneelstuk komen veel verwijzingen voor naar Hamnet, Shakespeare zijn zoontje, die op 11-jarige leeftijd stierf. Ook de moeilijke relatie tussen William Shakespeare en zijn vader heeft invloed gehad op de dingen die in het toneelstuk door Hamlet worden gezegd. De tragedie ‘Hamlet’ is vooral bekend geworden vanwege de beroemde woorden in de monoloog#1 ‘to be or not to be’, die wordt uitgesproken door Hamlet. Ondanks dat dit toneelstuk van lang geleden dateert wordt het nog steeds door theatergezelschappen gespeeld. Het is zelfs zo dat veel acteurs het een droom zouden vinden om ooit Hamlet te mogen spelen. Een wereldberoemd toneelstuk dus. Let op: onderstaande informatie is uitsluitend voor de leerkracht bedoelt; dus niet voorlezen aan de leerlingen (het geeft anders te veel informatie over de voorstelling weg). Samenvatting van het toneelstuk ‘Hamlet’. Hamlet, prins van Denemarken, maakt een moeilijk tijd door. Zijn vader, koning van Denemarken, wordt vermoord door zijn oom Claudius (de broer van zijn vader). Deze eist daarna de troon op en wordt zelf koning. Bovendien trouwt hij kort daarna met de moeder van Hamlet (de weduwe van zijn eigen broer. Snapt u het nog?) waardoor hij de stiefvader van Hamlet wordt. De geest van Hamlet zijn vader spookt rond het kasteel. Op een nacht vertelt de geest aan Hamlet dat hij is vermoord en wel door Claudius. Hamlet weet niet wat hij moet doen. Spreekt de geest de waarheid of proberen duistere krachten hem tot slechtheid te verleiden? Moet Hamlet wraak nemen op Claudius, zijn oom? Pas helemaal op het einde van het verhaal doodt Hamlet zijn oom, de moordenaar van zijn vader.
#1
een monoloog, ook wel alleenspraak genoemd, is een gedeelte binnen een stuk waarbij een personage luidop zijn gedachten en gevoelens deelt met het publiek.
-6-
Vooraf aan de voorstelling – de voorbereiding U vertelt ter voorbereiding dat u met de klas binnenkort naar een theatervoorstelling gaat. Vraag in het kort enkele leerlingen iets te vertellen over een voorstelling die ze ooit hebben gezien of hen is bijgebleven. Waar ging de voorstelling over? Wat voor soort voorstelling was het (toneel, theater met poppen, musical enz)? Waar ging de voorstelling over? Wat vond je van de voorstelling? Hoe zag het toneelbeeld eruit? U kunt alvast iets vragen over de hoeveelheid aan decor of de manier waarop er gespeeld werd in de genoemde voorstellingen. U kunt hier dan later op terugkomen als u iets vertelt over de manier waarop Stichting Smeedwerk zijn voorstellingen maakt. De voorstelling is van Stichting Smeedwerk en heet ‘Hamlet’. Het is een bewerking van een wereldberoemd toneelstuk van William Shakespeare. Daarover vertelt u op een later moment meer. Vertel de leerlingen dat ze na de voorstelling in de klas nog over de voorstelling mogen napraten. U kunt ze voordat ze naar de voorstelling gaan de volgende aandachtspunten meegeven:
1. 2. 3. 4. 5.
Wat vond je het spannendste moment uit de voorstelling? Welke rol zou jij het liefste willen spelen en waarom? Wat wilde Hamlet doen aan de situatie waarin hij zat? Heeft Hamlet dat uiteindelijk ook gedaan? Wat vond je van de afloop van het verhaal. Waarom vond je dat?
-7-
Les 1 voor groep 7 en 8 van het basisonderwijs Doel
leerlingen kennen het begrip familiedrama en ervaren hoe het voor henzelf is om de hierbij behorende vraagstelling ‘wat zou jij doen als je Hamlet was?’ om te zetten in een tableau vivant.
Duur
circa 75 minuten (afhankelijk van de grootte van de groep en de hoeveelheid informatie die u over Shakespeare aan de leerlingen kwijt wil kan de les ook verkort worden naar 60 minuten)
Ruimte
klaslokaal en ruim lokaal zoals een gymlokaal
Benodigdheden
de flyer (op het digibord te bekijken via www.sttprodukties.nl),
Inleiding To be or not to be… U heeft met de kinderen al besproken dat ze binnenkort met de klas naar een voorstelling gaan kijken van Smeedwerk. De voorstelling heet ‘Hamlet’. U gaat nu dieper in op de voorstelling die ze gaan zien van Smeedwerk. Laat op het digibord de afbeelding van de voorkant van de flyer zien. Deze flyer kunt u vinden op http://www.sttprodukties.nl/voorstelling/200/jeugd/smeedwerk/hamlet U kunt in het menu, aan de rechterkant van het beeldscherm, kiezen voor lesmateriaal. Hier vindt u zowel de voor- als achterkant van de flyer. U vertelt de leerlingen dat Smeedwerk deze flyer met zorg heeft gemaakt. De voorkant van de flyer vertelt hen al veel over de voorstelling. Vraag de kinderen in detail wat ze op de afbeelding zien. Geef de leerlingen niet de kans zich er makkelijk vanaf te maken. Wat zien ze? 3 personen, hand in hand. Wat zijn ze van elkaar? (de tekst op de voorkant geeft hier al informatie over). Hoe is hun gezichtsuitdrukking? Kun je aan de foto zien hoe hun gemoedstoestand is? Vraag de leerlingen steeds naar meer mogelijkheden (zo voorkom je dat alleen de geijkte antwoorden worden gegeven). Wat kun je nog meer zien aan deze familie (een rood kroontje op het hoofd). Wat zou dat kunnen betekenen? Wat kun je aan de vorm van de foto zien (zwart/wit, kapot aan de rand)? Wat zou dit kunnen betekenen (oude foto van lang geleden, een ogenschijnlijk gezellige familiefoto maar is dat wel zo, vertoont deze familie rafelige randjes)? Wat zou de tekst ‘een krankzinnig familiedrama betekenen? Wat is een familiedrama (een ingrijpende gebeurtenis in familieverband)?. De leerlingen zullen verbaasd staan over hoeveel je aan deze flyer kan aflezen over de voorstelling. Lees nu de achterkant van de flyer voor. Er komt weer nieuwe informatie vrij.
-8-
Op de achterkant staat ook dat de voorstelling één van de grootste klassiekers aller tijden aanpakt. Vertel de leerlingen dat het een bewerking is van het toneelstuk ‘Hamlet’ van de wereldberoemde toneelschrijver William Shakespeare die leefde in de 16e Eeuw. Geef de leerlingen nu nog de aansluitende informatie over de inhoud van de voorstelling. Vertel ze dat dit toneelstuk inderdaad over een koningsfamilie gaat die een krankzinnig familiedrama doormaakt. Hamlet is de prins van Denemarken. Zijn moeder is de koningin. Na het overlijden van zijn vader, de koning, trouwt zijn moeder dus twee maanden later al met zijn oom. Hamlet kan dit nauwelijks verdragen. Als de concentratie van de kinderen het toelaat kunt u meer vertellen over William Shakespeare en over de door hem geschreven tragedie ‘Hamlet’. U kunt dit doen door de informatie te gebruiken onder het kopje: Shakespeare en Hamlet in vogelvlucht. Op internet kunt u vanzelfsprekend nog veel meer informatie vinden over Shakespeare. U kunt deze informatie ook op een ander zelfgekozen moment bespreken met de leerlingen.
Kern 1. Tjakka! Begin met een warming up. Vraag de leerlingen met stevige pas in een ruime kring te lopen. Je vertelt de leerlingen dat je straks nummers gaat roepen. Bij elk nummer hoort een beweging en een kreet. Als je het nummer roept maken de leerlingen allemaal de bijbehorende beweging en kreet. De leerlingen blijven de hele tijd stevig doorlopen in de kring. Nooit stoppen met lopen, anders zakt de energie van de groep als een pudding in elkaar. Telkens geeft u er een nieuw nummer bij. Oefen het nummer steeds even voor u het volgende nummer uitlegt. 1. de leerlingen springen met de armen omhoog in de lucht en roepen YES 2. de leerlingen blijven lopen maar krimpen in elkaar met hun armen gevouwen voor hun buik (alsof ze buikpijn hebben) en roepen AU. 3. de leerlingen stoppen, richten zich naar het midden van de kring, maken een flinke karateschop en roepen TSJAKKA. Als dit goed gaat kun je nog een nummer vier noemen. 4. de leerlingen slaan bij dit nummer op hun voorhoofd (alsof ze iets vergeten zijn), draaien zich om en lopen de andere kant uit (de hele groep verandert dus van looprichting) en roepen OH NEE. Dit nummer verzorgt vaak enige chaos maar werkt ook erg hilarisch. Bouw de warming up rustig op. Als het goed gaat vertelt u de leerlingen dat wanneer u voor de tweede keer achter elkaar hetzelfde nummer roept, ze de beweging groter en intenser moeten maken en de kreet luider. Soms heeft een groep nog wat aanmoediging nodig. Het werkt altijd goed om uw eigen stemgeluid, bij het herhalen van dezelfde nummers, ook te versterken. Hoe meer u stapelt en het tempo verhoogt, hoe aanstekelijker het spel werkt. Succes en plezier gegarandeerd.
-9-
2. Groots en meeslepend! Laat de leerlingen door de ruimte lopen. Wanneer u alleen een kleine ruimte ter beschikking heeft kunt u deze oefening ook in de kring doen met de leerlingen. U vraagt de leerlingen terwijl ze rondlopen om de emoties die u roept in hun hele lichaam weer te geven (gezicht en lijf) terwijl ze blijven rondlopen/blijven bewegen. Waneer u roept FREEZE, bevriezen de leerlingen direct in de beweging waar ze op dat moment in zitten. Vraag de leerlingen om de houding nog even heel goed vast te houden en het gevoel waar te nemen dat hun stilstaande lijf nu een bepaalde spanning/intensiteit/energie#2 heeft. Vraag ze tevens om bij henzelf nu na te gaan(zonder iets te veranderen) of hun hele lijf de emotie uitstraalt of alleen het gezicht. U kunt dit tijdens het rondlopen aanmoedigen door in de genoemde emoties met schalen te werken. Schaal 1 is de emotie op zijn kleinst, schaal 10 de emotie op zijn grootst. Vraag om emoties in verschillende schalen en doe er steeds een tandje bij. Roep op het hoogtepunt van de beweging FREEZE. Laat nu de helft van de groep eens kijken naar de andere helft die speelt. Geef de kijkers een kijkopdracht mee. Bij wie is de emotie in het hele lijf goed zichtbaar en waar zie je dat precies aan? Emoties die u kunt gebruiken: verdrietig, vrolijk, boos, verlegen, angstig, somber enz 3. Maak hem af! Laat de leerlingen als publiek aan de kant zitten. Vraag een leerling op de spelvloer een freeze/stilstaand beeld te maken van een gegeven emotie. Dit moet zowel in het gezicht als in het lijf goed zichtbaar zijn. Geef mee dat grote intense bewegingen (zoals in oefening 1B.) hierbij goed werken. Vraag als reactie hierop nu een willekeurige leerling daar een houding met een emotie tegenover te zetten. Vraag de leerlingen aan de kant nu wat ze zien. Waar doet dit beeld hen aan denken? Welk verhaal zie je er in? Is de emotie zichtbaar in fysiek? Waar zie je dit vooral aan? Zijn de bewegingen groot en intens? Hoe is hun blikrichting? Welke plek in de ruimte nemen ze in? Doe dit een aantal keer. Experimenteer nu eens door leerlingen één van de twee houdingen over te laten nemen en veranderingen te laten aanbrengen in het beeld. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het beeld als: -
Iemand van plaats verandert. Je bijvoorbeeld iemand in een hoek zet of juist naar voren op de spelvloer plaatst. de blikrichting/focus verandert. Kijk eens iemand aan of kijk juist weg van iemand. Verschil van niveau geeft vaak direct veel meer spanning in het beeld
Als dit goed gaat kun je i.p.v. twee leerlingen op de vloer, meerdere leerlingen één voor één op de vloer laten plaatsnemen in een bepaalde houding. Laat de leerlingen wel zorgvuldig met de houdingen blijven omgaan en de plaats in de ruimte bepalen die ze willen innemen. Haast en onzorgvuldigheid is funest voor het maken van tableaus. Daag ze uit om het beeld spannend te maken. #2
door vanuít beweging in stilstand te komen krijgt het lichaam een natuurlijk (lichaams)spanning mee waardoor het stilstaande beeld meer zeggingskracht krijgt.
- 10 -
Let op: zorg steeds dat de twee ‘standbeelden’ met elkaar blijven ‘communiceren’. Dat het geen op zichzelf staande beelden worden. Dit wordt over het algemeen sterk bepaalt door de focus/blikrichting die de standbeelden hebben. 4. Wat zou jij doen als je Hamlet was? Vertel de leerlingen dat de voorgaande oefening in theatertermen een tableau vivant heet. Meerdere mensen samen dus die een stilstaand beeld vormen, zorgvuldig neergezet t.o.v. elkaar in houding, focus en op een bepaalde plek in de ruimte. Hamer steeds op het begip zorgvuldigheid. Met een enkel gebaar, een kleine verandering van blikrichting kan het hele verhaal een andere lading krijgen. Laat de kinderen de foto zien van het tableau vivant in de bijlage om hen te laten zien hoe sterk en spannend een tableau vivant eruit kan zien. Wat werkt goed op deze foto en wat zouden de leerlingen nog willen verbeteren aan het tableau op de foto? (bv de de heer met de krant, dekt de dame die aan het breien is af, eventueel de gezichtsuitdrukkingen). Vertel de leerlingen nu dat ze zelf in groepjes een tableau vivant gaan maken (net als op de foto). Het tableau heeft met de voorstelling te maken waar ze binnenkort naar toe gaan. Fris het geheugen nog even op door kort te benoemen waar de voorstelling over gaat. De vader van Hamlet, prins van Denemarken, is plotseling overleden. Zijn moeder, de koningin, trouwt amper 2 maanden na zijn dood met de broer van zijn overleden vader. De oom van Hamlet dus. Hamlet weet niet wat hij moet doen. Hij is ten einde raad. Vraag de leerlingen met hun groepje straks een tableau vivant te maken van wat zij zouden doen als ze Hamlet waren. Vertel de leerlingen dat Smeedwerk de hele voorstelling speelt met 3 acteurs, alleen wat stoelen en een enkel attribuut. Om dicht bij hun speelstijl te blijven bestaat het groepje uit drie leerlingen en mogen de leerlingen in hun tableau enkel gebruik maken van maximaal drie stoelen en eventueel 1 attribuut. Denk erom dat het een familiedrama is. Alles is dus geoorloofd in het theater. Werk je idee uit met grote bewegingen en grote emoties. Verdeel de leerlingen in groepjes van drie. Geef ze de bijgevoegde checklist mee. Laat ze, voordat ze het tableau maken, 2 á 3 minuten bespreken wat je allemaal zou kunnen doen als je Hamlet was. Loop rond terwijl ze dit bespreken. Stimuleer hen om verrassende, spannende, humoristische, gruwelijke dingen te bedenken. Armpje worstelen met zijn oom of huilen in een hoekje zijn ook dingen die Hamlet zou kunnen doen. Moord en doodslag daar komen de leerlingen meestal zelf al snel op. Geef de leerlingen dan 10 minuten de tijd om een tableau te maken. Laat ze de checklist als geheugensteun gebruiken. Laat elk groepje een titel bedenken voor hun tableau. Presenteer nu de tableaus aan elkaar. Wilt u van de bijgevoegde link gebruik maken dan is het handiger om de tableaus in het klaslokaal te presenteren omdat u hier dan het digibord kunt gebruiken. U kunt ook zelf dramatische muziek meenemen dan bent u niet afhankelijk van het digibord.
- 11 -
http://www.youtube.com/watch?v=wRlLtAtn6Cw&feature=related Hier vindt u heerlijke dramatische muziek die u kunt gebruiken om de tableaus een passende muzikale omlijsting te geven. Laat nu het publiek hun ogen sluiten. Vertel het publiek dat u eerst de titel van het tableau zegt en dan muziek laat klinken. Geef het publiek aan dat ze hun ogen pas mogen openen als ze de muziek horen. Het drietal bereidt het tableau voor. Muziek doet veel. Het beeld in samenspraak met de muziek levert vaak ontroerende en prachtige beelden op. Om het napraten richting te geven en om vaart in het presenteren te houden kun je het publiek een tip en een top laten geven na elk tableau. Tip wat zou het groepje nog kunnen verbeteren. Top wat was helemaal goed en top.
Afsluiting Om de les met het thema familiedrama luchtig af te sluiten kunt u de les beeindigen met het spel ‘als blikken konden doden’. De leerlingen staan in een kring. Ze sluiten hun ogen. U zegt steeds één, twee, drie, JA. Op ja openen de leerlingen hun ogen en kijken ze iemand in de groep direct en strak aan. De leerlingen moeten direct iemand uitkiezen. Veranderen van blik is uit den boze bij dit spel. Als de leerling iemand heeft uitgekozen om aan te kijken en diegene kijkt toevallig ook net terug, dan geven ze allebei een ijselijke gil en storten ter aarde. Alle overige leerlingen sluiten hun ogen weer, u gaat onverstoord verder en telt hardop één, twee, drie, JA. Zo herhaalt het spel zich steeds. Alle leerlingen die elkaar ontmoeten met hun blik vallen dood op de grond neer. De overigen gaan weer verder. Op het laatst blijft er 1 iemand over. Dit is de gedoodverfde moordenaar uhhhhh winnaar.
Reflecteren op de voorstelling U praat met de leerlingen na over de voorstelling. U heeft hen van te voren aandachtspunten meegegeven. Deze vragen kunt u nu met hen bespreken. 1. 2. 3. 4. 5.
Wat vond je het spannendste moment uit de voorstelling? Welke rol zou jij het liefste willen spelen en waarom? Wat wilde Hamlet doen aan de situatie waarin hij zat? Heeft Hamlet dat uiteindelijk ook gedaan? Wat vond je van de afloop van het verhaal. Waarom vond je dat?
Voordat ze de voorstelling hadden gezien, wisten de leerlingen niet dat de oom van Hamlet ook de moordenaar was van de vader van Hamlet. In de voorbereidende les hebben de leerlingen een tableau vivant gemaakt gebaseerd op ‘wat zou jij doen als je Hamlet was’. Start een discussie met de kinderen en vraag of ze nu met deze achtergrondinformatie een ander tableau zouden hebben gemaakt. Eventueel kunt u leerlingen, die nu een ander tableau zouden hebben gemaakt, vragen als regisseur. De regisseur nodigt 3 leerlingen uit op de spelvloer en maakt met hen, ten overstaan van het publiek, een nieuw tableau.
Namens Smeedwerk bedankt en veel plezier bij de voorstelling. - 12 -
Bijlagen bij les 1
Bijlage 1: foto tableau vivant
- 13 -
Bijlage 2: checklist
Checklist Denk bij het maken van het tableau vivant aan de volgende punten. Ben je niets vergeten?
Wat zou jij doen als je Hamlet was? Bespreek eerst wat je allemaal zou kunnen doen als je Hamlet was. Neem het idee wat het hele groepje aanspreekt. Welke situatie willen jullie uitbeelden? Wie speelt welke rol? (Hamlet, Claudius, Koningin) Hoe ga je de situatie in tableau zetten. Waar gaat iedereen staan/liggen/zitten ten opzichte van elkaar. Waar kijk je naar? Welke beweging laat je zien en welke emotie (groot en intens)
LET OP: wanneer je vanuit beweging plotseling een houding aanneemt, ziet je beweging er intenser uit. Dus probeer eens vanuit bewegen tot een houding te komen. Als je het vanuit stilstand bedenkt ziet het er vaak onnatuurlijker uit.
Veel plezier!
- 14 -