Handleiding Grote schriftelijke presentatie
groep 6/7/8
Inhoud: De eerste bladzijde: het titelblad. ....................................................................................... 2 De tweede bladzijde: kop- en voettekst aanpassen............................................................ 2 De derde bladzijde: bronnen .............................................................................................. 3 De derde bladzijde: voorwoord .......................................................................................... 3 Een nieuwe bladzijde voor het eerste hoofdstuk ................................................................ 3 Het eerste hoofdstuk: titel en inhoud .................................................................................. 4 Het hoofdstuk in de inhoudsopgave opnemen. .................................................................. 5 De overige hoofdstukken ................................................................................................... 5 Plaatjes .............................................................................................................................. 5
Handleiding: grote schriftelijke presentatie groep 6-7-8
-1-
De eerste bladzijde: het titelblad. Open het bestandsjabloon grote schriftelijke presentatie. Dit bestand bestaat uit drie bladzijden. De eerste bladzijde is nog leeg. Deze bladzijde wordt het titelblad van je schriftelijke presentatie (net zoals de voorkant van een boek). Op een titelblad horen een paar belangrijke gegevens: 1. Het onderwerp van je presentatie. 2. De naam van de schrijver. Je maakt eerst het titelblad: 1. Controleer of de cursor op de eerste bladzijde staat. 2. Type de titel van de presentatie. 3. Maak de titel op. Je kunt daarbij de volgende gereedschappen gebruiken: Kies een mooi lettertype Maak de letters groter Gebruik kleur(en). De uitlijning: centreer je de titel of staat de tekst aan de linker- of rechterkantlijn? Voor de liefhebbers: gebruik Word-art. 4. Type je naam (voornaam én achternaam) en maak dit ook weer mooi op. Plaatjes komen later!
De tweede bladzijde: kop- en voettekst aanpassen Op de tweede bladzijde staat de inhoudsopgave. Zodra je zelf een hoofdstuk hebt gemaakt gaan we deze aanpassen. Nu kun je dit laten staan. Als je goed kijkt, zie je nog meer op de tweede bladzijde. Boven aan de bladzijde zie je, lichtgedrukt, teksten met een lijn eronder. Onder aan de pagina vind je ook tekst en een paginanummer. Dit vind je ook op de derde bladzijde. Wanneer je straks een vierde, vijfde, zesde enzovoorts bladzijde hebt getypt, komen daar automatisch deze teksten. De tekst boven aan iedere bladzijde heet de koptekst. De tekst onder aan iedere bladzijde heet de voettekst. Je hoeft de kop- en voettekst maar één keer te maken en dan komt deze automatisch op iedere bladzijde! In dit document is ervoor gezorgd dat de koptekst en voettekst niet op de eerste bladzijde komen. De teksten in de kop- en voettekst kloppen nog niet. Deze gaan we aanpassen: 1. Dubbelklik op de koptekst. Het beeld verandert: de koptekst kun je nu goed lezen en de gewone tekst op de bladzijde wordt lichtgedrukt. Er komt een kader om de koptekst en je kunt er nu in typen. Ook zie je deze werkbalk.
2. Maak de tekst van de koptekst geschikt voor jouw presentatie: Verwijder de tekst werkstuk titel en type op die plaats de titel van je presentatie Verwijder het woord naam en type daar je voor- en achternaam.
Handleiding: grote schriftelijke presentatie groep 6-7-8
-2-
Verwijder de twee puntjes achter groep en type het nummer van je groep.
3. Maak de tekst van de voettekst geschikt voor jouw presentatie:
Klik in de werkbalk op de schakelknop tussen koptekst en voettekst (vierde van rechts). Nu kun je typen in de voettekst: Verwijder de tekst naam school en type op die plaats de naam van de school Aan de rechterkant staat het paginanummer, dit kun je laten staan.
4. Je bent kaar met het aanpassen van de koptekst en de voettekst. We sluiten deze af:
Klik in de werkbalk op de knop Sluiten. De knop vind je aan de rechterkant. De koptekst en voettekst staan nu weer lichtgedrukt.
De derde bladzijde: bronnen In een goede schriftelijke presentatie hoor je op te schrijven waar je de informatie over het onderwerp hebt gevonden. Deftig gezegd heet dit: bronnen van informatie. Je gebruikt voor je presentatie waarschijnlijk boekjes uit de informatie junior-reeks. Misschien heb je ook informatie uit boeken die je van de bibliotheek hebt geleend, uit tijdschriften of van het internet. Onder boeken, tijdschriften en sites type je alle titels van de materialen die je hebt gebruikt en als je het weet de schrijver. Misschien groeit de lijst van boeken terwijl je de presentatie maakt. Als je het mooi vindt, kun je de knop opsomming gebruiken. Een andere manier is om steeds een lege regel tussen de verschillende bronnen te maken (met de Enter).
De derde bladzijde: voorwoord In een presentatie begin je met een voorwoord (of een inleiding). Onder het kopje voorwoord type je de inleiding. Dit hoeft niet zo lang te zijn.
Een nieuwe bladzijde voor het eerste hoofdstuk Het is netjes als het eerste hoofdstuk op een nieuwe lege bladzijde begint. We maken dus eerst een nieuwe bladzijde: 1. Plaats de cursor na de tekst van het voorwoord. Druk één keer op Enter. Nu sta je op een lege regel onder het voorwoord. 2. Druk de CTRL-toets in en houdt deze ingedrukt. Druk nu één keer op de Enter- toets. Laat nu de CTRL-toets weer los. Zie je wat er gebeurt? Met Enter maak je een nieuwe regel en met CTRL+Enter maak je een nieuwe bladzijde.
Handleiding: grote schriftelijke presentatie groep 6-7-8
-3-
Het eerste hoofdstuk: titel en inhoud Type boven aan de nieuwe bladzijde de titel van het eerste hoofdstuk en druk op enter. We maken de titel op een speciale manier op, zodat deze straks in de inhoudsopgave te zien is. De opmaak die we gaan gebruiken heet: opmaakprofiel 1. 1. Plaats de cursor in de titel van het eerste hoofdstuk. 2. In de werkbalk Opmaak staan de opmaakprofielen vóór het lettertype.
Klik op het driehoekige pijltje naast Standaard. (Kijk goed op het plaatje hieronder).
Nu zie je deze lijst. Klik op KOP 1. De lijst verdwijnt weer en de titel van je werkstuk is nu opgemaakt met groene letters, Arial, lettergrootte 16 en vetgedrukt.
3. Type nu de tekst van het eerste hoofdstuk onder de titel. Let daarbij op het volgende: Gebruik hoofdletters aan het begin van een zin en plaats een punt aan het einde. Type na de punt een spatie en ga dan verder met de volgende zin. Op sommige plaatsen kun je een lege regel maken met de Enter-toets, zodat je de tekst makkelijk kunt lezen. Zo maak je “tekstblokken” in het hoofdstuk (alinea’s). Bedenk wel waar je die lege regel maakt!
Handleiding: grote schriftelijke presentatie groep 6-7-8
-4-
Het hoofdstuk in de inhoudsopgave opnemen. Het nieuwe hoofdstuk moet in de inhoudsopgave komen. Dit gaat als volgt: 1. Ga naar de bladzijde waar de inhoudsopgave staat (blz 2). 2. Klik met de RECHTER-muisknop op de inhoudsopgave. 3. Je ziet dan dit menu:
Kies Veld bijwerken.
4. Nu zie je deze vervolgkeuze:
Kies In zijn geheel bijwerken. Klik dan op OK.
5. Het eerste hoofdstuk en de juiste bladzijde staan nu ook in de inhoudsopgave.
De overige hoofdstukken De volgende hoofdstukken maak je op precies dezelfde manier als het eerste hoofdstuk. Je hoeft niet ieder hoofdstuk op een nieuwe pagina te maken. Herhaal de stappen die beschreven staan bij: “het eerste hoofdstuk Titel en inhoud.” Voeg steeds als je klaar bent het hoofdstuk toe aan de inhoudsopgave. Als laatste hoofdstuk maak je een nawoord (conclusie). Daarin schrijf je wat je hebt geleerd over het onderwerp en bijvoorbeeld wat je bijzonder leuk of moeilijk vond, geef hierin ook antwoord op je onderzoeksvraag. Gebruik als je klaar bent met typen de spelling- en grammaticacontrole.
Plaatjes Als je helemaal klaar bent met alle tekst, ga je de plaatjes invoegen. Je kunt plaatjes invoegen vanuit Word, vanuit een encyclopedie of uit Internet. Je kunt ook zelf tekenen met Paint of een digitale camera gebruiken. Kies plaatjes die bij de tekst passen! Door het invoegen van de plaatjes schuift de tekst wel eens op. Dus als je klaar bent met de plaatjes invoegen, moet je nog één keer de inhoudsopgave bijwerken.
VEEL SUCCES. Handleiding: grote schriftelijke presentatie groep 6-7-8
-5-