: a m e h T groep
1/2
r e t Wa p 5/6
3/4 groep
groe
groep
7/8
LEERKRACHTENKAA
RT 1
r e t a W : a them Wie ontwerpt de m o
oiste brug?
OMSCHRIJVING: De leerlingen ontwer pen en bouwen een beweegbare brug ov voetgangers en fiets er water voor ers.
Lesduur
Voorbereiding: 10'
Uitvoering: 75'
Nabespreking: 30'
Doelen
Specifieke talige do elen De leerlingen kunnen hun eigen kennis activ eren en verwoorden De leerlingen kunnen . goed naar anderen lui ste ren. De leerlingen kunnen een presentatie houd en met de opbouw: inl De leerlingen kunnen eiding – kern – slot. informatie, hulp of uit leg vragen. De leerlingen kunnen goed naar anderen lui steren. De leerlingen kunnen zich houden aan het onderwerp. De leerlingen kunnen elkaar positieve feedb ack geven. De leerlingen kunnen de betekenis van nie uwe woorden verwer ven. Specifieke technisc he doelen De leerlingen weten wat het doel van brug gen is. De leerlingen kunnen verschillende soorte n bruggen ondersche De leerlingen kunnen iden. een beweegbare brug bouwen, eventueel m katrollen. et gebruikmaking va n
de boogbrug; de draa ibrug; de hangbrug; de hefbrug; de kade sterk; stevig ; de katrol; de ophaalb rug;
Materiaal
- 1 boormachine; (bijvoorbeeld Lego Da - 1 digitale camera; cta, doos katrollen 9624 + klass - 30 boeken of blokke enset 9644) of K'nex n; ; - 1 pak met vellen pa - 15 plankjes dun ho pier (A4); ut of 30 stukjes stevig - 15 doosjes; karton (20 cm x 7 cm ); - 1 doos rietjes; - 7 rondhoutjes (hoo gte 4 à 5 cm, - 5 bollen touw; diameter 3 cm); - 15 potten lijm; - 7 'duvels' (houtverbi ndingen); - 15 rollen plakband - 1 doosje splitpenn ; en; diverse potjes verf; - constructiemateriaa l met katrollen: Lego - 15 kwasten.
g
in Voorbereid
Pas kopieerblad 1 ev entueel aan. Vervang de genoemde plaats de leerlingen of een door de woonplaats woonplaats in de bu van ur t daarvan. - Maak voor iedere lee rling een kopie van ko pieerblad 1.
Water - groep 5/6 - LEERKRACHTENKAART 1
Begrippen
1
LEERKRACHTENKAA
RT 2a
r e t a W : a them Wie ontwerpt de m o Barst maar
los!
oiste brug?
1. Vertel de leerlingen 2+K dat u een bericht uit de krant heeft geknipt. De het bericht met de lee el kopieerblad 1 uit en rlingen. lees
2. Besluit met de leerlin gen om mee te doen. De leerlingen gaan du de haven. s een brug ontwerpen voor 3. Bespreek met de lee rlingen welke soorten bruggen ze al kennen Welke soorten brugge . Waar hebben ze die ge n zijn er? Hoe zien ze zien? eruit? Welk soort brug de haven? Laat de lee is eventueel geschikt rlingen de bruggen ev vo or entueel op het bord tek soort brug het is, mog enen. Als ze weten we en ze dat erbij schrijven lk . Aan de orde kunnen een hefbrug, een boog onder andere komen brug, een draaibrug, ee : n hangbrug en een op haalbrug. 4. Laat de leerlingen vervolgens opdrachtka art 1 voor zich nemen bruggen met soortnam . Ze moeten illustraties en combineren. Ze do van en dit in tweetallen. Zet hierbij de werkvor m Denk-tweetal-vertel in. (Antwoorden: 1 = opha albrug, 2 = draaibrug, 3 = hefbrug, 4 = boog brug, 5 = hangbrug.)
1. Bespreek de opdrac 2+K ht van opdrachtkaart 1 kort na. Leg uit dat br vaste bruggen en bewe uggen te verdelen zij egbare bruggen. Laat n in de leerlingen aangev beweegbare bruggen en welke van de brug zijn (hefbrug, draaibrug gen , ophaalbrug). Bespree leerlingen gaan ontw k dat de brug die de erpen zo'n beweegba re brug moet zijn. Er m in de haven kunnen va oeten immers nog bo ren. Met een vaste brug ten zou dat niet kunnen. 2. Verdeel de groep lee rlingen in tweetallen. Aan de hand van opdr informatiekaart 3 mak achtkaart 2 en en ze een ontwerp vo or de brug en probere de brug uit. Leg uit da n ze de beweging van t het mogelijk is om ka trollen te gebruiken, m handmatig bewogen aar dat de brug ook mag worden. 3. Loop rond in de kla s en help de tweetallen zonodig. Stel daarbij vra - Wat voor soort brug gen als de volgende: gaan jullie maken? - Wat is een verschil tu ssen een draaibrug en een hefbrug? (een dr gaat omhoog) aaibrug draait, een he fbrug En tussen een draaibr ug en een ophaalbru g? (ee n draaibrug draait, ee omhoog) n ophaalbrug gaat En wat is een overeen komst tussen een hefb rug en een ophaalbru omhoog) g? (de bruggen gaan beide - Hoe kun je de brug sterk en stevig maken ? - Gaan jullie katrollen gebruiken bij je brug ? Waarom (niet)? Waa r dienen katrollen voor ?
Water - groep 5/6 - LEERKRACHTENKAART 2a
nderzoek Ontdek en o
2
LEERKRACHTENKAA
RT 2b
r e t a W : a them Wie ontwerpt de m o erp en On1.tw Ied
maak
oiste brug?
er tweetal maakt de 2 door hen ontworpen brug voor de haven aa opdrachtkaart 3. Ze m n de hand van aken gebruik van de tekening en de geko opdrachtkaart 2 en va zen materialen op n informatiekaart 1. Al s kades van de haven blokken of boeken. Da gebruiken ze twee artussen wordt de br ug gemaakt. Wanneer gemaakt, boort u zelf een draaibrug wordt gaten in de plankjes en de stukken rondho ut. 2. Begeleid de tweeta llen op verzoek tijden s het maken van de br Stel daarbij vragen als uggen. de volgende: - Wat voor brug mak en jullie? - Hoe beweegt de br ug? Werkt de bewegin g goed? - Is de brug geschikt voor wandelaars en fie tsers? Is het niet geva lopen of te fietsen? arlijk om over de brug te - Werkt de beweging van de brug goed? Ku nnen de boten door - Welke kleur gaan jul varen in de haven? lie de brug verven? W aarom?
n!
rtel de leerlingen dat K ze een presentatie va n twee minuten gaan die ze gemaakt hebb houden over de brug en. De presentaties wo rden voorbereid aan opdrachtkaart 4. Besp de hand van reek kort met de leerlin gen hoe een goede pr De leerlingen kunnen esentatie eruit ziet. gebruik maken van ta alkaart 1 en 2. 2. De leerlingen houd en per tweetal hun pr esentatie voor een an De leerlingen beoord der tweetal. elen elkaar met behu lp van taalkaart 3. Op voor zowel het inhou deze kaart is aandacht delijke (technische) als het talige aspect van Bespreek de taalkaart de presentatie. de eerste keer dat de leerlingen hem gebr uiken. 3. Laat de leerlingen na de presentaties re flecteren op hun brug Zijn er punten die ze gen. Zijn ze tevreden nog willen aanpasse ? n? 4. Blik vervolgens sam en met de leerlingen terug op de oorspronk ontwerpen voor de ha elijke opdracht: een br ven. Welke tweetalle ug n willen hun ontwerp Deze leerlingen mak inzenden? en met een digitale ca mera foto's van hun ontwerp. 5. De tweetallen die hun ontwerp willen inz enden, mailen hun on naar de gemeente. Be twerp met een toelich geleid de leerlingen ting bij het opstellen van Sein de gemeente in de e-mail. over deze actie, of m aak zelf een e-mailad res aan. 6. Kom op een later m oment terug op de email en de wedstrijd. blij was met de ontw Vertel dat de gemee erpen van de leerlinge nte heel n. De gemeente zal onde rdelen van de ontwer pen gaan gebruiken bij de nieuwe brug.
Water - groep 5/6 - LEERKRACHTENKAART 2b
ie La1.aVet maar z
3
KOPIEERBLAD 1
! s o l r a a barst m Krantenbericht
Ontwerpwedstrijd nieuwe brug Ontwerp een mooie brug voor de haven De brug: - is voor wandelaars en fietsers; - moet passen bij de gebouwen van het oude centru m; - moet omhoog kunn en of kunnen draaien, wan t er moeten boten in de haven kunnen blijven vare n. Maak een ontwerp voor de nieuwe brug! Bedenk ook de kleu ren voor de brug. Stuur je ontwerp na ar de gemeente.
Water - groep 5/6 - KOPIEERBLAD 1
Binnenkort bestaat O udBeijerland 450 jaar. In die 450 jaar is het dorp een gezelli ge plaats geworden. Er komen veel mensen en er is van alles te do en. Dit wil de gemeenter aad vieren! De gemeenteraad ge eft daarom een bijzonder cadeau aan de inwoners: een brug. De brug gaat van de ene kant van de haven naar de ande re kant. Het wordt een brug voor wandelaars en fietsers. De gemeenteraad heeft hulp nodi g. Wie wil de gemeenteraad he lpen? Doe mee aan de wedstrij d:
4
OPDRACHTKAART 1
! s o l r a a barst m Trek een lijn
Soorten bruggen
Hieronder zie je plaa tjes van bruggen en namen van soorten bruggen. Welk plaatje hoort bij welke naam ? Trek een lijn.
Boogbrug
Ophaalbrug Hefbrug
Draaibrug
Water - groep 5/6 - OPDRACHTKAART 1
Hangbrug
5
OPDRACHTKAART 2
ek o z r e d n ek en o
ontd Opdracht
Een brug ontwerpe n
3. Pak de materialen die je nodig hebt. Pr obeer de beweging de brug uit. Wat heb van je ontdekt? Ik heb ontdekt dat
Water - groep 5/6 - OPDRACHTKAART 2
1. Ontwerp een bew eegbare brug voor de haven. 2. Maak een tekening van jullie brug. Kijk vo or voorbeelden naar opdrachtkaart 1 en in formatiekaart 1. - Schrijf in de tekening van welke materiale n de brug wordt gem - Laat in de tekening aakt. zien hoe de brug be weegt. Maak hier de tekening :
6
INFORMATIEKAART
1
ek o z r e d n ek en o
ontd
Beweegbare brugg
en
1. De draaibrug
3. De ophaalbrug
Water - groep 5/6 - INFORMATIEKAART 1
2. De hefbrug
7
OPDRACHTKAART 3
k a a m n twerp e
on
Een brug maken
Dit is een foto van he
t deel van de haven
waar de brug moet ko
men. 2. Leg twee blokken of boeken neer. Dat zijn de kades van de Daartussen is het wat haven. er. Maak je brug over het water. Gebruik opdrachtkaart 2 en in formatiekaart 1. Daa rop staat hoe je de br maken en met welke ug gaat materialen.
Water - groep 5/6 - OPDRACHTKAART 3
1. Kijk naar het plaatje hieronder. Het is een plattegrond van de ha De witte lijn onder in ven. de haven is de plaats waar de brug moet ko men.
8
OPDRACHTKAART 4
! n e i z r a laat ma Een presentatie ge ven Werk samen met
een andere leerling. Jullie gaan een pres houden over jullie entatie brug. In de presenta tie vertel je over je ziet hij eruit? Hoe w brug. Hoe erkt hij? Waarom he bben jullie juist dít gemaakt? ontwerp
STAP
1
STAP
2
STAP
STAP
4
STAP
5
STAP
6
STAP
7
Kijk eerst bij ‘Voorber eiden’. Voer de stappe n één voor één uit. Gebruik Taalkaart 2. Dit is het spreekplan dat je gaat invullen. Schrijf niet de hele pr esentatie op. Gebru ik alleen steekwoorden! Kijk bij ‘Uitvoeren’. Le
es de tips goed door .
Jullie houden de pres
entatie voor een ande r tweetal.
Jullie luisteren naar
de presentatie van he
t andere tweetal.
a. Hoe ging de presen tatie? Kijk op Taalkaar t 3. b. Vul Taalkaart 3 in. c. Geef de ingevulde Taalkaart aan het an dere tweetal.
Kijk bij ‘Terugkijken’. In je eigen tweetal be spreek je hoe de presentatie ging. Wat ging goed? Wat kan de volgende keer beter? Gebruik taalka art 3. Het andere twee tal heeft Taalkaart 3 ingevuld. Daarna kijk je nog ee ns goed naar je ontw erp. Ben je er tevreden over? Zou je er nog meer over willen weten?
Water - groep 5/6 - OPDRACHTKAART 4
3
Lees samen de stappe n op Taalkaart 1. Dit is een hulpkaart voor het geven van een presentatie.
9
TAALKAART 1
! n e i z r a laat ma STAP
1
Hulpkaart presenta tie Voorber
eiden A Publiek: voor wie houd je de presenta tie? o Klas o Een groepje uit de klas o anders: B Waarover ga je ie ts vertellen? C Verdeel de taken. Wie
gaat wat vertellen? W
ie gaat wat laten zien
? D Bedenk wat je w ilt vertellen over je on derwerp. Je kunt niet vertellen! Bedenk wat álles je wilt laten zien. Vu l het spreekplan in Taalkaart 2 . Schrijf op niet je hele presenta tie op. Schrijf alleen belangrijke woorden de op. Het spreekplan w ordt een soort spiekbriefje dat je kunt ge bruiken als je het niet meer weet. Elke presentatie heef t drie onderdelen: - Inleiding. Dit is he t begin van je presen tatie. In de inleiding wat het onderwerp vertel je van de presentatie is. - Kern. In de kern va n de presentatie vert el je de belangrijkste - Slot. Dit is het eind informatie. e van je presentatie. E Oefen je presenta tie.
2
Houd je presentatie.
Uitvoeren
- Zorg dat je alle sp ullen in de buurt hebt . - Spreek duidelijk. Pr aat niet te snel, maa r ook niet te langzaam Praat niet te zacht, m . aar ook niet te hard. - Lees je presentatie niet voor, maar vertel het verhaal uit je hoofd. Je mag wel sp ieken op je spreekpl an. - Kijk naar de mense n tegen wie je praat. (Naar: Etapp e)
Water - groep 5/6 - TAALKAART 1
STAP
10
TAALKAART 2
! n e i z r a laat ma Spreekplan presen tatie
Schrijf kort op wat je gaat vertellen in je in leiding, kern en slot. Schrijf in steekwoord en.
Inleiding
Slot
(Naar: Etappe)
Water - groep 5/6 - TAALKAART 2
Kern
11
TAALKAART 3
! n e i z r a laat ma Inleiding
Hoe ging de presen tatie?
Er wordt duidelijk
verteld wat het on
derwerp is.
Het begin van de pr esentatie maakt m e nieuwsgierig. Kern Het ontwerp wordt
goed uitgelegd.
Ik begrijp de presen tatie goed. Er worden dingen
verteld die ik nog
niet wist.
Slot Er is een duidelijk
einde.
Spreektempo te snel te langzaam precies goed
Verstaanbaarheid te hard te zacht precies goed
Water - groep 5/6 - TAALKAART 3
Dit was goed
Tip
(Naar: Activerend taa lon
derwijs met Taalleesla
nd (proefmateriaal gro
ep 6).)
12