Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8 35 24/8-28/8
LES
37 7/9-11/9
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
1
1
2 36 31/8-4/9
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
lz start en § 1: tekst lesboek mk § 1 opdr. 1 t/m 3 lr § 1: lesboek en opdr. 1 t/m 3 mk § 1 opdr. 4 t/m 8
1
lr § 1 en 2: tekst lesboek mk § 2 opdr. 1 t/m 8
2
lr § 2 mk § 3 opdr. 1 t/m 8
1 mk § 4 opdr. 1 t/m 5 2
38 14/9-18/9
1 2
39 21/9-25/9
1 2
lr § 4 mk § 5 opdr. 1 t/m 7 lr hfd 1 § 1,2 en 3
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Studiewijzer: AK Methode: de Geo Klas: 1AB Schooljaar: 2012-2013 WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? bespreken opbouw boek: blz 4 en 5 bespreken titelblad hfd 1 mk startopgaven hfd 1 mk § 1 opdr. 1 en 2 bespreken § 1 nakijken § 1 opdr. 1 t/m 3 mk § 1 opdr. 4 t/m 8 bespreken § 2 wat is nodig bij kaartlezen? nakijken § 1 opdr. 4 t/m 8 mk § 2 opdr. 1 en 2 (topo) bespreken § 3 nakijken § 2 opdr. 1 t/m 8 mk § 3 opdr. 1 t/m 5 herhalen hfd 1: § 1,2 en 3 nakijken § 3 opdr. 1 t/m 8 lr hfd 1: § 1,2 en 3 bespreken § 4 en verschillende schaalniveaus bespreken § 5 hulpmiddelen aardrijkskunde nakijken § 4 opdr. 1 t/m 5 mk § 5 opdr. 1 t/m 3 bespreken § 6 hoe gebruik je de atlas? nakijken § 5 opgave 1 t/m 7 toets hfd 1 1,2 en 3 mk § 6 opgave 1 t/m 6 nakijken § 6 opdr. 1 t/m 8 lr hfd 1 § 4,5,6 herhalen hfd 1: § 4,5,6
40 28/9-2/10
lr hfd 1 § 4,5,6 1 2
41 5/10-9/10
TUSSENVAKANTIE
42 12/10-16/10
43 19/10-23/10
1
afmaken topo Europa
nakijken topo Europa
2
lr topo Europa lr hfd 1 § 1 t/m 3
so topo Europa Bespreken/herhalen hfd 1 § 1 t/m 3 Nabespreken topo Europa Bespreken/herhalen hfd 1 § 4 t/m 6
1 2
44 28/10-1/11 2/11-6/11 11/11-15/11
afmaken 2e ronde keuzemenu’s
toets § 4,5,6 uitleg, bespreken / nakijken keuzemenu’s 2e ronde keuzemenu’s bespreken / nakijken keuzemenu’s 2e ronde topo Europa
lr hfd 1 § 4 t/m 6 AFRONDINGSWEEK 1 2 1 2
Maken Start Mk opg. § 1 § 2 mk opg
Nabespreken toets, start H? uitleg Nakijken start, maken opg. § 1 Bespreken opg. § 2 mk opg Bespreken opg. § 3 mk opg
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8
LES 1 2
35 24/8-28/8
1 2
36 31/8-4/9
1 2
37 7/9-11/9
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
2 39 21/9-25/9
40 28/9-2/10
Oefening grijstonen,
Potlood bij je! (tekendoos)
Uitleg structuren, stofuitdrukking, geometrische vormen Afmaken oefening grijstonen, geometrische vormen. Start stilleven in lijn. Stilleven in lijn/ vorm.
Potlood bij je! (tekendoos) INLEVEREN: oefening grijstonen Meenemen: etui!! Meenemen: etui!!
Start toevoegen licht en donker, stofuitdrukking. Werken aan etui Afmaken stilleven etui
INLEVEREN: stilleven etui.
juffrouw vertelt een verhaal, uitleg landschap
Nadenken over het verhaal
Opdracht fantasie-eiland, uitleg diepte landschap Opdracht fantasie-eiland. Landschap in vorm af.
Landschap in vorm af
Opdracht fantasie-eiland, kleuren Opdracht fantasie-eiland, kleuren
1
Laatste les opdracht fantasie-eiland.
2 41 5/10-9/10
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN?
Potlood bij je! (tekendoos)
1 2
Klas: 1AB
Algemene introductie
1
1
Studiewijzer: BV
-
2 38 14/9-18/9
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1
tussenvakantie
42 12/1016/10
1
INLEVEREN: fantasie-eiland
2 43 19/1023/10
1 2
44 26/1030/10 45 2/11-6/11 Periode 2
46 9/11-13/11
Bespreken stof toetsweek. Uitleg structuren, oefenen arceren. Start opdracht pen en inkt. Bespreken stof toetsweek. Fantasiestructuren in cirkel Bespreken stof toetsweek. Fantasiestructuren in cirkel Bespreken stof toetsweek. Fantasiestructuren in cirkel
afrondingsweek 1
Bespreken toets. Afmaken fantasiestructuren.
2
Opdracht papier-mache
1
Opdracht papier-mache
LEESVERSLAGEN ENGELS Voor onderbouw en vmbo-klassen Voor het vak Engels leg je een leesdossier aan. Je krijgt punten voor elk verslag en voor een netjes verzorgd leesdossier. Het gaat NIET om veel bladzijdes (wees papierbewust), print je verslagen in lettertype 12 (kopjes iets groter) en gebruik geen plastic hoesjes voor je bladzijdes. Je leest 4 dunne boekjes, of in plaats van 2 dunne 1 dik boek dat voor 2 periodes telt. Voor dunne boekjes uit de schoolbibliotheek geldt dat ze 1x tellen: GROEN = klas 1; GEEL = klas 2; BLAUW = klas 3 en ROOD = klas 3/4. Je mag boeken van thuis gebruiken en van een moeilijker niveau lezen. Breng je boek mee naar de les en toon het aan je docent, die bepaalt of het 1 keer / 2 keer / misschien 1½ keer telt. Laat je docent de titel & schrijver bij jouw naam noteren, plus hoe vaak het boekje telt ! Zoek Engelse boeken die je leuk vindt en die ‘op jouw niveau’ zijn, dus niet te moeilijk en niet te makkelijk. Let op: kies van eenzelfde schrijver maar 1 boek ! Je moet Engels lezen en je verslag mag in het Engels of in het Nederlands, maar schrijf NIET over bv. ‘Zweinstein’ in je Harry Potter boekverslag! TIP: Laat de opdrachten van “Reading Matters” ook aftekenen voor extra punten. Je moet ieder verslag uiterlijk op een vastgestelde datum aan het eind van iedere periode inleveren. Eerder inleveren is goed, want dan loop je geen risico op print- of computer problemen! Ben je laat dan kost het iets van je cijfer. Zorg voor een plastic ‘Leitz-mapje’ met een doorzichtige voorkant en stop ieder verslag er bij. Zet duidelijk je naam op de voorkant en op elk verslag. Aan het eind van het jaar zitten al je oorspronkelijke PLUS je eventueel verbeterde boekverslagen in 1 mapje, met:
A. een passend voorkantje: noem het dossier “Reading File” B. een inhoudsopgave van al je boeken:“List of Contents” (Title
– Author - Page)
Je krijgt een cijfer aan het einde van het jaar, waarbij wordt gelet op 10 items. NUMMER de items IN je verslag, houd de volgorde aan en let vooral op item 8, 9 en 10 ! Schrijf je antwoorden in volledige zinnen, dus zet NIET neer: 3. Science fiction maar: Item 3. Het genre is science fiction. --------------------------------
De 10 items voor je ‘Reading File’ 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Noteer jouw naam + de naam van de schrijver + de titel van het boekje boven ieder verslag. Noteer de datum waarop je het verslag schrijft. Geef aan wat het genre is (vb. detectieve verhaal, science fiction, roman, avontuur). Omschrijf de hoofdpersoon (uiterlijk, karakter, hoe is en wat doet hij/zij?). Vertel wie de belangrijkste bijpersonen zijn + geef er informatie over. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af + hoe lang is de tijdsduur van het verhaal? a. Vertel waar het in het boek om gaat: het belangrijkste probleem en het belangrijkste moment b. Vertel hoe het verhaal afloopt. a. Wat betekent de TITEL: verklaar waarom het boek zo heet. b. Bedenk 1 alternatieve titel dat bij het boekje past + LEG UIT waarom die titel ook past. Geef je MENING + VERKLAAR je mening. Gebruik: wat je het leukste moment vond + wat je niet leuk vond + wat was interessant of wat was spannend? CITEER 2 stukjes uit je boek m.b.t. 2 VERSCHILLENDE items + noteer het nummer (39). Geef aan over welke 2 (verschillende) items dit iets aantoont. TYP LETTERLIJK OVER
wat je citeert want je docent heeft het boekje niet + noteer de BLADZIJDE(N) waar het staat. Bijv.:
→ Ik citeer blz 12, dat legt uit hoe de hoofdpersoon eruit ziet (= item 4)
“their son Harry had curly hair, wore glasses and had a scar on his forehead.” (p.12)
Heel veel leesplezier en ‘GOOD LUCK’ !
SPREEKBEURTEN ENGELS Voor klas 1 en 2 Voor het vak Engels moet je in klas 1 en 2 een spreekbeurt houden van minimaal 5 minuten. Er wordt zo spoedig mogelijk mee gestart, waarbij de betere leerlingen eerst ingedeeld worden en leerlingen die meer moeite met Engels hebben later aan de beurt zijn. Kies een onderwerp dat jij interessant vindt en waarover je al veel weet, dan is het makkelijker om uit je hoofd te vertellen en om vragen na afloop goed te beantwoorden. Let op: als je van een blaadje voorleest, krijg je géén voldoende ! Geef van tevoren je onderwerp door, want een onderwerp mag niet 2x voorkomen in je klas. Bedenk een origineel en interessant onderwerp en schrijf je eigen tekst in het Engels. Als je jouw basistekst hebt vastgelegd maak je een lijstje sleutelwoorden / ’keywords’ om mee te oefenen. GEEF NA je spreekbeurt je gebruikte materiaal aan je docent. Als je iets wilt laten zien, toon het klassikaal en geef niets door tijdens de spreekbeurt, want dat leidt je klasgenoten af. Een stukje film laten zien of een liedje laten horen is toegestaan maar telt niet mee in je spreektijd. Organiseer van tevoren ZELF dat alles klaar staat ! Als je m.b.v. de computer Powerpoint of Prezi wilt gebruiken, test je file en zorg dat er niet veel tekst in staat. Zorg voor een back-up op stick en stuur je materiaal per mail naar je docent. Tot slot: je spreektijd is zónder de vragen uit je klas. Bij een spreekbeurt korter dan 4 minuten of langer dan 20 minuten kun je geen voldoende krijgen. --------------------------------Alles wat je zegt moet in het Engels (zelfs: “Let me think…” en “Oh, I forgot”) en je spreekbeurt moet pakkend en informatief zijn. Praat niet te snel want dan is het niet goed te volgen en dat zou jammer zijn. Je mag er vanuit gaan dat je toehoorders nauwelijks iets over het onderwerp weten, dus wees duidelijk en uitgebreid. Je wordt mede door je klasgenoten beoordeeld, die ook in het Engels moeten overleggen en hun beoordeling geven. Eén ‘spokesperson’ per onderdeel (z.o.z.) moet het woord doen en iedere keer iemand anders. Door een goede vraag te stellen (max. 1 per leerling per keer) en door ‘spokesperson’ te zijn kan iedereen zijn uiteindelijke spreekbeurtcijfer een beetje ophogen. Om te helpen beoordelen wordt de klas in drieën gesplitst om per onderdeel een evaluatie te geven. Iedereen noteert tijdens de presentatie tips en opgemerkte taalfouten. Een vrijwillige ‘spokesperson’ voert namens de groep het woord en als iedereen (inclusief de docent) feedback heeft gegeven volgt per groep een cijfervoorstel voor de GEHELE spreekbeurt. Bekijk de punten achterop dit blad goed en besluit in je groepje middels discussiëren in het Engels wat voor cijfer de HELE spreekbeurt waard is. Let op: jullie voorgestelde cijfers worden NIET berekend maar het cijfer wordt door je docent vastgesteld en ingevoerd in periode 4. p.t.o. ►
1. PRESENTATION = de presentatie Hieronder vallen:
a. preparation (= meegebracht materiaal / computer- en bordgebruik) b. attitude (= je houding & gebruik van je handen) c. eye contact (= je oogcontact met de klas)
Breng iets mee om te laten zien, maak een poster of gebruik Powerpoint of Prezi met weinig tekst en passende plaatjes. Gebruik het whiteboard als je iets uitlegt; als je iets tekent of schetst tijdens je spreekbeurt komt dat actief over. Ga staan, dan is je spreekbeurt levendiger en kom je vriendelijker en meer betrokken over. Maak gebruik van je handen door dingen aan te wijzen en middels hand/armbewegingen kracht bij je woorden te zetten. Kijk zoveel mogelijk door de hele klas heen, je blik spreidend over al je klasgenoten en docent. Pas ervoor op dat je niet van je blaadje opleest (= een onvoldoende!) of dat je naar je leraar staart (dit gebeurt soms bij grote zenuwen). Als je durft, kijk je klasgenoten om beurten aan en als je dit niet durft is een handige tip: ‘kijk een beetje over de hoofden heen’ of ‘naar de neuzen’? Probeer maar uit !
2. CONTENTS = de inhoud Hieronder vallen: klasgenoten)
a. structure (= indeling in hoofdstukken en een ‘lopend geheel’) b. clear (= is de INHOUD begrijpelijk en kan de klas het na vertellen?) c. interesting (= is het interessant en leuk gebracht voor je
Zorg er in ieder geval voor, dat je ’T I T E L’ mooi en duidelijk leesbaar is, voor iedereen. Bedenk van tevoren of jouw onderwerp interessant is voor je klasgenoten en hoe je het boeiend kunt maken. Bedenk minimaal 5 hoofdstukken, die je opschrijft en aanwijst als je er bent; houd ze zichtbaar gedurende je spreekbeurt. Je hebt er zelf houvast aan en je verhaal wordt makkelijker te volgen, doordat iedereen ziet wat nog komt. Bij voorkeur geef je een korte inleiding, dan komt ‘de body’/kern van je verhaal en daarna je conclusie/afronding. Bied tot slot de gelegenheid tot vragen (“Are there any questions ?”).
3. LANGUAGE = je taalgebruik Hieronder vallen:
a. grammar (= grammaticale correctheid), b. fluency (= vlotheid/ of je verhaal lekker loopt) en c. pronunciation (= je uitspraak).
Je moet de geleerde grammatica toepassen in praktijk. Anderen mogen ‘tips geven’ door grammatica fouten te noemen. Zie dat niet als aanval maar probeer er wat van op te steken! Een spreker heeft zelf vaak niet eens in de gaten dat hij/zij soms een regel verkeerd toepast. Er wordt bij de evaluatie ook gelet op hoe je vlot je spreekbeurt loopt: niet stamelend of vol pauzes/stops maar ook niet te snel/onverstaanbaar. Zorg ervoor dat je klasgenoten je kunnen volgen (check dit?) zeker als je Engels beter dan het gemiddelde is! Over je uitspraak het volgende: met een Brits-Engelse uitspraak zit je altijd goed. Een Amerikaanse uitspraak is minder mooi (is eigenlijk ‘een dialect…’) maar niet van invloed op je cijfer. Wel wordt een typisch Nederlandse uitspraak je aangerekend. Hoe meer je in contact met (Brits) Engels komt, hoe beter je uitspraak en je taalvaardigheden zullen worden: probeer je hiervoor in te zetten als je wilt verbeteren. Tot slot: DIT STENCIL zul je nog vaak nodig hebben, dus houd het goed bij je !! GOOD LUCK !
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17-21/8 35 24-28/8
LES 1 2
Ma. Vespuccidag
39 21-25/9
41 5-9/10 42 12-16/10 Ma. Studiedag
Hfd 2 mk D+E (gramm) + lr voc t/m D
Af t/m oef 14 + lr voc t/m D TB blz.33/4 + lr Stone 3 Af t/m oef 28 + lr voc hfd 2 TB blz.33-35 + lr Stones 4+5 + gramm Lr alle voc hfd 2 + af hfd 2 incl TY Lr hfd 2 + herhaling/verrijking TB blz 37 TUSSENVAKANTIE - (mk ‘Bridging the gap’)
Luist F/G + Instructievel Spreekbeurten+ start indelen + mk H+I+J + lr voc t/m G Uitleg gramm + Indelen spreekb + afmk hfd 2 + mk TY + lr voc hfd 2 SO voc hfd 2 + nakijken hfd 2 +Task hfd 2 mk Herhaling/verrijking hfd 1+2 doen / Task hfd 2 LEES je BOEK Mk herhaling/verrijking hfd 1+2 WB blz 51-66 + indelen spreekb + zoek onderwerp Hfd 3 ABC Voorbereiding spreekb: ‘Listen to & retell a story’ Nakijken herhaling + do verrijking + Start hfd 3 mk ABC INLEVEREN boekverslag + bespreken hfd 2 + mk hfd 3 D+E
1
1 2 1 2
43 19-23/10
di 4e + wo 3e uur
Af hfd 2 t/m oef 7 + lr voc 2ABC TB blz 33/4
2 40 28/9-2/10
Klas: 1ab
2
1 2
38 14-18/9
Methode: Stepping Stones
Lr hfd 1 Gram, voc, oef, aantek, Stones
1 2
37 7-11/9
Studiewijzer: Engels
1
1
1 2
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? Boeken mee Af brief over jezelf in het Engels (gebruik info TB) + lr voc 1ABC TB Af t/m oef 7 + lr voc t/m D TB blz.19/20
Schooljaar: 2015 - 2016 Periode: 1
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? Intro + brief schrijven over jezelf (in English!) Bekijken TB + ‘Bridging the Gap’ WB blz 130 + Start hfd 1 ABC + lr voc t/m D + Stone 1 Instructievel Leesdossier + mk D+E (gramm) + bespreken/nakijken + lr voc t/m G Luist F/G + mk H+I+J + nakijken + mk TY (Test yourself) + lr Stones 1+2 Uitleg gramm + afmk hfd 1 + nakijken + lr voc hfd 1 + Task hfd 1 mk SO voc hfd 1 + Start hfd 2 + afmk/bespr hfd 1 + alles nakijken incl TY + lr hfd 1+ Task hfd 1 Hfd 2 mk ABC + bespreken/nakijken + lr hfd 1 + mk ‘Bridging the gap’ (WB blz 129) TOETS hfd 1
2 36 31/8-4/9
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
Af t/m oef 14 + lr voc t/m G TB p.19-21 Lr Stones 1+2+ af t/m oef 27+ lr voc hfd 1 TB blz.19-21 + lr gramm Lr alle voc hfd 1 + afmk hfd 1 incl TY Lr hfd 1 voor PW: heb je vragen?
Af herhaling ‘Theme 1’ + mk boekverslag Af herhaling ‘Theme 2’ + + mk boekverslag BOEKVERSLAG af + af verrijking + hfd 3 ABC + lr hfd 2 voor toetsweek
44 26-30/10 Start periode 2
45
2-6/11
Lr hfd 1 Gram, voc, oef, aantek, Stones 1 2
46 9-13/11
1 2
Hfd 3 af D+E + lr voc 3ABC + lr Stone 6+7 + sprkb voorbereiden Af t/m 26 + lr voc t/m D + lr Stone 9/10 +
TOETS hfd 2 Luist F/G + mk H+I+J + nakijken + lr voc t/m G
Lr alle voc hfd 3 + af hfd 3 incl TY + sprkb
Sprkb …...… + nakijken + mk TY + lr voc hfd 3 + Stone 8 + gramm SO voc hfd 3 + nakijken hfd 3 +Task hfd 3 mk
(afmk ‘Bridging the gap’) + lr hfd 3
Sprkb …...… + Start hfd 4 mk ABC
sprkb voorbereiden voorbereiden
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8
LES 1 2
35 24/8-28/8 1
2 36 31/8-4/9 1
2
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
Meenemen A-boeken en plaatjes voor voorkantje. Aanmaken wrts account Leren voca 1.1 Mk bron C: 8, 9, 10 Schriftje mee Leren voca 1.2 Herhalen voca 1.1 Leren Grammaire D Meer oefenen I-clips Leren Phrases-clés E Leren getallen t/m 20
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Studiewijzer: Frans Methode: Grandes Lignes Klas: 1ab
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? Introductieles Inleiding: 1 en 2 bron A: 3 (), 4 bron B: 5, 6 ()7 () hoe leer ik woordjes? Nakijken 1 t/m 10 bron D: 11, 12 (), 13, 14 bron E: 15 () bron E: 16, 17 bron F: 18, 19 (), 20 () SO voc 1.1 en 1.2 Nakijken 11 t/m 20 bron G: 21 () bron H: 22, 23
37 7/9-11/9
Maandag Vespuccidag
1
2 38 14/9-18/9
1 2
39 21/9-25/9 1
Leren voca 1.3 en 1.4 Herhalen voca 1.1 en 1.2 Mk bron J: 27 (), 28 Meer oefenen I-clips Leren Grammaire J Meer oefenen I-clips Leren Phrases-clés K Herhalen grammatica, vocabulaire, Phrasesclés D-toets () Arrêt
bron I: 24 () bron J: 25, 26 bron K: 29 (), 30, 31 Tâche: stap 1 t/m 4 Nakijken: 21 t/m 31 Herhalen Francofolie / chanson / lecture Eindtoets
2 40 28/9-2/10
1 2
41 5/10-9/10 42 12/10-16/10
Maandag studiedag
1 2
43 19/10-23/10 1 2 44 26/10-30/10 45 2/11-6/11 Start periode 2
Leren Phrases-clés E Leren kloktijden Mk bron J: 24, 25, 26, 27 Leren voca 2.3 en 2.4 Herhalen voca 2.1 en 2.2 Meer oefenen I-clips Leren Phrases-clés K
bron G: 20 () bron H: 21, 22 Grammaire J bron I: 23 () bron K: 28 (), 29, 30 Nakijken: 20 t/m 30 Tâche: stap 1 t/m 4 Francofolies / chanson / lecture
afrondingsweek 1
2 46 9/11-13/11
Leren voca 2.1 Mk bron C: 8, 9, 10 Leren voca 2.2 Leren Grammaire D Herhalen voca 2.1 Meer oefenen I-clips tussenvakantie
Bespreken toets chapitre 1 Begin chapitre 2: Inleiding: 1 en 2 bron A: 3 (), 4 bron B: 5 (), 6 () 7 () bron D: 11, 12 (), 13, 14 bron E: 15 () bron E: 16, 17 bron F: 18, 19 () Nakijken: 11 t/m 19
1
Leren voca 3.1 Mk bron C: 8, 9 (), 10 Leren voca 3.2 Herhalen voca 3.1
Bespreken toets H2 Inleiding H3: 1 en 2 bron A: 3 (), 4 () bron B: 5, 6, 7 () Nakijken: 1 t/m 10 SO voc 3.1 en 3.2 bron D: 11, 12, 14 bron E: 15 (), 16
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8
35 24/8-28/8 36 31/8-4/9 37 7/9-11/9
Maandag Vespuccidag 38 14/9-18/9 39 21/9-25/9 40 28/9-2/10
LES
Maandag studiedag
43 19/10-23/10 44 26/10-30/10 45 2/11-6/11 Start periode 2
46 9/11-13/11
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Studiewijzer: LO Methode: maandag 1e 2e uur buitenveld vespucci Klas: 1abc
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
1 2 1 2 1 2
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? Introductie uitleg+ regels + kleding passen tijdens kleding passen Slagbal a la schroeder school
Slagtechniek softbal + regels slaan. wedstrijdjes gooien en vangen. inhaalsoftbal Geen les
1 2 1 2 1 2
Geen les uitbranden. spel met uitbranden. Oefenen coopertest piramideloop Afsluiten gooien en vangen softbal. Oefenen coopertest 12 minuten + uitleg om te oefenen. Voetbalspel.
1 2
41 5/10-9/10 42 12/10-16/10
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
tussenvakantie Coopertest afsluiten voor cijfer
1 2 1 2
trefbal buiten spelen met 3 teams en regels.
Afrondingsweek
theorietoets softbal.
1 2 1
P2 als we weer buiten hebben: sofbal bijzondere regels en spel toepassen.
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8
35 24/8-28/8
LES 1 2 3 4 5 1 2 3 4
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? -
Module 1 basisstof 1 (blz 4-8) Module 1 basisstof 1 (blz 9-12) Module 1 basisstof 2
5 36 31/8-4/9
37 7/9-11/9
38 14/9-18/9
39 21/9-25/9
40 28/9-2/10
1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 1 2 3 4 5 1
Module 1 basisstof 3 Module 1 basisstof 4 Oefentoets Lr Toets module1 basisstof 1-4
Module 1 basisstof 5 Module 1 basisstof 6 (blz 32-35) Module 1 basisstof 6 (blz 35-39) Module 1 basisstof 7 Module 1 basisstof 8 D-Toets Lr Toets module 1 basisstof 5-8
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Studiewijzer: MN Methode:Vita Malmberg Klas: 1AB
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? Introductie MN + Brugproject 1 Brugproject 2 Module 1 basisstof 1 (blz 4-8) Brugproject 3 Brug testen Module 1 basisstof 1 (blz 9-12) Prac: 12,13 (werken met een loep) Module 1 basisstof 2 Module 1 basisstof 3 Prac: 16,17,19 (microscoop) Prac: 23 (Non verbale communicatie) Module 1 basisstof 4 Prac: Oplossing, emulsie, suspensie. Oefentoets Vragen/oefenen toets Materiaalbewerking 1: Dobbelsteen Mk Toets module1 basisstof 1-4 Materiaalbewerking 2: Dobbelsteen Module 1 basisstof 5 Module 1 basisstof 6 (blz 32-35) Prac: Tekenregels voor cijfer Module 1 basisstof 6 (blz 35-39) Prac: Lijndiagram tekenen op grafiekpapier Module 1 basisstof 7 Module 1 basisstof 8 Prac: 91,94,97 (uicel,bacteriekolonies,schimmel) D-Toets Prac: 104 (Memoryspel indeling dierenrijk) Vragen/Oefenen Toets Mk Toets module 1 basisstof 5-8 Prac: 116 (uitslag) Module 2 basisstof 1
2 3 4 5 41 5/10-9/10 42 12/10-16/10
1 2 3 4
Module 2 basisstof 1
tussenvakantie Module 2 basisstof 2 Module 2 basisstof 3 Module 2 basisstof 4
5 43 19/10-23/10
1 2 3 4 5
44 26/10-30/10
D-toets -
Lr Eindtoets module 1&2 tot basisstof 4
Prac: 116 (productinfo & vormgeving) Module 2 basisstof 2 Prac: Plattegrond op schaal 1 Prac: Plattegrond op schaal 2 Module 2 basisstof 3 Prac: Plattegrond op schaal 3 Module 2 basisstof 4 D-Toets Prac: 38 Geleiders/Isolatoren Prac: 39 Aansluiten lamp Vragen/Oefenen Toets Prac: 39 Aansluiten schakelaar/stekker Herhalen Module 1 Prac: kWh meting Prac: 47 Temperatuur waarnemen Prac: 50 Temperatuur meten/schaalverdeling Mk Eindtoets module 1&2 basisstof 4
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8
35 24/8-28/8
36 31/8-4/9
37 7/9-11/9
Ma. Vespuccidag
38 14/9-18/9
39 21/9-25/9
40 28/9-2/10
41 5/10-9/10 42 12/10-16/10 Ma. studiedag
LES 1 2 3 1 2 3 1 2 3 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
Lezen tekst 4
Woordenboek meenemen Woordenschat afmaken
Fictieautobiografie inleveren Oefenboek zinsdelen opdr 1-7 Oefenboek woordsoorten opdr 1-8
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Studiewijzer: Nederlands Methode: NieuwNederlands Klas: 1ab
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? introductie H1 Lezen tekst 1 Lezen tekst 2 Lezen tekst 3 Oefenboek Lezen tekst 1, 2 Spreken/kijken/luisteren opdr 1, 2, 3 Spreken/kijken/luisteren opdr 4, 5 Schrijven opdr 1-5 Kijk op Taal Woordenschat opdr 1-6 Oefenboek Woordenschat opdr 1-6 Bibliotheekbezoek Fictieautobiografie Grammatica zinsdelen Grammatica woordsoorten Spelling Spelling/oefenboek spelling Formuleren
Oefenboek: formuleren opdr 1-5 Poezie en Fictie Boek meenemen! Lekker lezen tussenvakantie
1
3
44 26/10-30/10 45 2/11-6/11
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
1
2
43 19/10-23/10
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
1 2 3
vragen stellen over de toets Leren H1: Lezen, woordenschat, grammatica en spelling Oefenboek Lezen tekst 1,2
Maken Test H1/Leren voor de toets Toets H1 Bespreken Toets H1/Lezen H2 Woordenschat Oefenboek Woordenschat
Afrondingsweek: Lezen H1-2 1
Bespreken Toets Lezen
Start periode 2
46 9/11-13/11
2 3 1 2 3
Oefenboek Zinsdelen opdr 1-8
Grammatica: zinsdelen Grammatica: woordsoorten Oefenboek woordsoorten 1-7 Spelling Oefenboek Spelling
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 34 17/8-21/8
LES 1
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
2 35 24/8-28/8
1 2
36 31/8-4/9
1 2
37 7/9-11/9
Maandag Vespuccidag
OH par. 1.1 t/m 1.3 Jagers en Boeren Lezen par. 1.4 t/m keuzemenu
1
Aangekruiste huiswerkopdrachten maken
1 2
40 28/9-2/10
1
Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Lezen par. 2.3 en 2.4 Lezen par. 2.5 t/m keuzemenu
2 41 5/10-9/10 42 12/10-16/10
Maandag studiedag
43 19/10-23/10 44 26/10-30/10
Methode: Feniks Klas: 1AB
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? Introductie en planning periode 1 maken (HB en WB) lezen par. 1.1 en 1.2 Huiswerk bespreken en lezen par. 1.2 en 1.3 Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Kennen en kunnen voor OH. Huiswerkvragen maken en digitaal materiaal bekijken.
Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Kennen en kunnen voor OH.
OH par. 1.4 t/m keuzemenu Jagers en Boeren
2 39 21/9-25/9
Studiewijzer: Geschiedenis
1 2
38 14/9-18/9
Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Aangekruiste huiswerkopdrachten maken
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1
OH bespreken en lezen H2 De Grieken par. 2.1 en 2.2. Lesstof par. 2.1 en 2.2 bespreken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Huiswerkvragen maken en digitaal materiaal bekijken Lesstof par. 2.5 t/m keuzemenu bespreken. Huiswerkvragen maken W.v.t.t.k. H2 t/m keuzemenu
tussenvakantie 1 2 1 2
Herhalen lesstof H1 en H2 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken
Ophalen en herhalen lesstof H1 en H 2 Oefentoetsen maken en bespreken. Kennen en kunnen voor de afrondingsweek Afrondingsweek 1 H1 Jagers en Boeren en H2 De Grieken
45 2/11-6/11
1
Start periode 2
46 9/11-13/11
2 1
Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen § = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag
WEEK 35 24/8-28/8
36 31/8-4/9
37 7/9-11/9
38 14/9-18/9
39 21/9-25/9
40 28/9-2/10
41 5/10-9/10 42 12/10-16/10
43 19/10-23/10
afrondingsweek
LES 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt
WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES?
Schooljaar: 2015-2016 Periode: 1 Studiewijzer: Wiskunde Methode: Moderne Wiskunde 10e editie Klas: 1ab
hfst 3 voorkennis
WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? hfst 1 §3 hfst 1 §4 hfst 1 §5 hfst 1 §6 hfst 1 blz 40 en 41 PW hfst 1 Vespuccidag hfst 2 voorkenis hfst 2 §1 hfst 2 §2 hfst 2 §3 hfst 2 §4 hfst 2 §5 hfst 2 blz. 64 en 65 PW hfst 1 en 2 Priemgetallen Rekenen hfst 3 voorkennis hfst 3 §1
tussenvakantie
tussenvakantie
hfst 3 §1 hfst 3 §2 hfst 3 §3 hfst 3 §4 hfst 3 §5 hfst 3 §6 PW hfst 2 en 3
hfst 3 §2 hfst 3 §3 hfst 3 §4 hfst 3 §5 hfst 3 §6 hfst 3 blz 106 en 107 PW hfst 2 en 3
hfst 1 §3 hfst 1 §4 hfst 1 §5 hfst 1 §6 PW hfst 1 Vespuccidag hfst 2 voorkenis hfst 2 §1 hfst 2 §2 hfst 2 §3 hfst 2 §4 hfst 2 §5 PW hfst 1 en 2