Statenvoorstel nr. PS/2014/857 Investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid 2015 (Kracht van Overijssel opgave 50)
Datum
GS-kenmerk
Inlichtingen bij
28 oktober 2014
2014/0290848
dhr. W.R.J. de Haas, telefoon 038 499 83 31 e-mail
[email protected]
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid 2015 Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PSPS/2014/857(bijgevoegd) II. Overzicht budgettaire gevolgen van de 17e wijziging op de Kerntakenbegroting 2014 (bijgevoegd) III. Tussenrapportage sociaal flankerend beleid 2013-2015 (bijgevoegd) IV. Informatie over het Oranje Fonds
Samenvatting van het voorgestelde besluit Dit statenvoorstel betreft de benodigde investering voortvloeiende uit de kaderstelling van opgave 50 sociale kwaliteit uit de Kracht van Overijssel (zie PS/2012/710), deelopgave A: investeren in randvoorwaarden verbonden aan de provinciale kerntaken voor deelname van burgers in de samenleving; wegnemen van ongewenste neveneffecten van provinciaal beleid (SFB: sociaal flankerend beleid). Na de eerdere investeringsvoorstellen sociaal flankerend beleid 2013 (PS/2013/194) en sociaal flankerend beleid 2014 (PS/2013/891), is dit het laatste investeringsvoorstel SFB. Hoofdlijn is de borging van sociale kwaliteit binnen de kerntaken en de borging van het ondersteunen van maatschappelijke initiatieven via het Oranje Fonds Overijssel. De benodigde investering voor 2015 van € 966.000,-- van het totaal beschikbare bedrag tot en met 2015 (€ 9.486.000,--) wordt overeenkomstig de bijgevoegde begrotingswijziging overgeheveld vanuit de algemene reserve “Kracht van Overijssel” naar de bestemmingsreserve “uitvoering Kracht van Overijssel”, ten behoeve van investeringsprestatie 8.1.3.
Inleiding en probleemstelling Bij de kaderstelling van opgave 50 sociale kwaliteit uit de Kracht van Overijssel van 10 oktober 2012 (PS/2012/710) besloot u dat jaarlijks een investeringsvoorstel ter dekking van de investeringen in sociaal flankerend beleid (SFB deelopgave A) wordt voorgelegd. Voor 2015 ligt hierbij het laatste investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid ter waarde van € 966.000,-- voor. De benodigde middelen worden overeenkomstig de bijgevoegde begrotingswijziging (bijlage II) overgeheveld vanuit de algemene reserve “Kracht van Overijssel “ naar de bestemmingsreserve “uitvoering Kracht van Overijssel” ten behoeve van investeringsprestatie 8.1.3 en van deze bestemmingsreserve naar de kerntaakbegroting. Via de tijdelijke impuls vanuit sociaal flankerend beleid 2013-2015 wordt sociale kwaliteit, samen met ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid, onderdeel van het reguliere omgevingsma-
nagement bij de kerntaken. Uit de tussenrapportage bij dit Statenvoorstel (bijlage III), wordt per onderdeel van de kaderstelling aangegeven wat er tot nu toe is bereikt. Op alle kerntaken zijn diverse projecten uitgevoerd met bijzondere aandacht voor sociale kwaliteit. Mede hierdoor is het besef toegenomen, dat participatie van gebruikers en de doelgroep de effectiviteit van beleid kunnen vergroten. Deze werkwijze is onderdeel van een concernbreed opleidingsaanbod dat momenteel binnen de provincie wordt ontwikkeld (leertraject rond concrete opgaven gericht op de veranderende provinciale rol en bijbehorend handelingsperspectief). Ook is er fors geïnvesteerd in de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven, in lijn met het amendement van Nijhof c.s. over sociale cohesie en het ondersteunen van initiatieven uit de samenleving bij de kaderstelling sociale kwaliteit.
Overwegingen Bij de kaderstelling, deelopgave A, besloot u onder ander het volgende: “waar bij de provinciale opgaven financieel nog geen rekening is gehouden met benodigde inzet voor sociaal flankerend beleid bekostigen we dit gedurende deze coalitieperiode vanuit de investeringsprestatie sociaal flankerend beleid, zolang de middelen hiervoor toereikend zijn”. 2015 is het laatste jaar is waarin een extra impuls wordt gegeven aan sociale kwaliteit. Daarom ligt - binnen het voorstel voor de inzet van de middelen -, ten opzichte van de begrotingen van afgelopen jaren, de nadruk op borging binnen de kerntaken en borging van de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. Dit betekent dat we het beperkte SFB-budget 2015 dáárop inzetten. Anders dan de voorgaande investeringsvoorstellen 2013 en 2014 bevat het investeringsvoorstel 2015 daarom geen extra middelen voor de ondersteuning van gemeenten bij de WMO-kanteling, waarvoor de wettelijke provinciale taak per 1 januari 2015 vervalt (de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Uiteraard blijft het reguliere WMO-budget vanuit de provincie beschikbaar. In 2015 bedraagt dit ruim € 1 miljoen. Het resterende budget van € 966.000,-- voor 2015 is nog 10% van het totaal voor de periode 2013-2015. In de tabel staan alle bedragen binnen de kaderstelling sociale kwaliteit en uw eerdere investeringsbesluiten (PS/2013/194 en PS/2013/891). Ze zijn afgerond op 1000. Jaar
2013
2014
2015
Totaal
Totaal
5.020.000,--
3.500.000,--
966.000,--
9.486.000,--
Sociaal flankerende projecten aan kerntaken WMO-kanteling gemeenten Initiatieven van Onderop
1.240.000,--
1.200.000,--
366.000,--
2.806.000,--
1.600.000,--
880.000,--
--
2.480.000,--
2.080.000,--
964.000,--
Oranje Fonds Overijssel Borging
300.000,--* 100.000,--
156.000,--
3.044.000,-500.000,--** 100.000,--
800.000,-356.000,--
* aangevuld met € 200.000,-- uit de overige middelen sociale kwaliteit 2014 (projecten sociale kwaliteit, prestatie 8.2). Daarmee is voor subsidie aan het Oranje Fonds Overijssel in totaal € 1.000.000,-- beschikbaar. ** in de bijgesloten begrotingswijziging stellen wij voor dit bedrag nog voor begrotingsjaar 2014 ter beschikking te stellen, opdat in december de beschikking nog verstuurd kan worden.
Hieronder staan enkele voorbeelden van projecten met sociaal flankerend beleid uit 2014: o
o
o
2
Kom Kamperzeedijk: bewoners nemen niet alleen deel aan de planvorming voor herinrichting van de weg door Kamperzeedijk Oost, maar nemen zelf zoveel mogelijk uitvoerende taken op zich bij de realisatie van een - op hun initiatief ontwikkeld - plan voor een dorpsplein (kerntaak Regionale bereikbaarheid en OV). Spoorzone Zwolle/Kampen: omwonenden en reizigers worden - intensiever dan gebruikelijk in omgevingsmanagement - systematisch betrokken bij de ontwikkeling van de spoorwegzone (Integraal gebiedsprogramma netwerkstad Zwolle-Kampen). Stadsmusical Almelo Van Katoen en Nu t.g.v. 100 jaar Almelo: samenwerking tussen professionals, amateurs en scholen. Er wordt een klein onderzoek uitgevoerd naar wat het effect is dit soort activiteiten op de sociale cohesie. De onderzoeksresultaten worden meegenomen in de toolkit (kerntaak Culturele infrastructuur).
Statenvoorstel nr. PS/2014/857
o o
o
o
Landschap Overijssel: financiering overgangsjaar voor training en begeleiding vrijwilligerswerk bij natuur- en landschapsbeheer (kerntaak Inrichting landelijk gebied) Food Waste festival: de organisatie van het festival gebeurt voor een groot deel door vrijwilligers. Daarnaast worden bestaande lokale initiatieven voor voedselverspilling aangejaagd, krijgen zij een platform en worden ze verder ontwikkeld door een samenwerking tussen burgers en bedrijven (kerntaak Regionale economie/Agro & Food). Verkeersveiligheid: jongerenorganisaties uit het netwerk van sociaal flankerend beleid die ‘de taal spreken van jongeren’ organiseren een bijeenkomst voor jongeren om hen meer bewust te maken van verkeersveilig gedrag (kerntaak Regionale bereikbaarheid en OV). Bermmaaisel: pilot in Noord-Oost Twente om bermmaaisel dat nu blijft liggen doordat het voor gemeenten te kostbaar is om dit af te voeren, door inzet van mensen met een beperking op te laten ruimten en vervolgens te vergisten. Daarmee worden meerdere doelen gerealiseerd: energiebesparing, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit. Bij een geslaagde pilot wordt de aanpak gepresenteerd aan alle Overijsselse gemeenten (kerntaak Milieu en energie).
Dit laatste investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid 2015 staat in het teken van borging van de doelen uit uw kaderstelling sociale kwaliteit inclusief het ondersteunen van maatschappelijke initiatieven. Wij stellen u de volgende onderdelen voor. A.
Om sociale kwaliteit te borgen in de kerntaken is de bestaande toolkit met instrumenten en methodieken sociale kwaliteit aangevuld en geëvalueerd. Daarbij is gebruik gemaakt van de ervaringen van project- en programmamanagers. Aan een instrument om deze toolkit beter hanteerbaar en zichtbaar te maken met best practices, wordt gewerkt. Hoe zorg je voor werkelijke participatie vanuit de samenleving, sociale verbanden, de eigen (vrijwillige) burgerkracht van inwoners en een goede sociaaleconomische positie (werk, opleiding, gezondheid)? De toolkit en best practises worden aangereikt voor het implementatietraject voor de, op uw initiatief, te ontwikkelen richtlijnen voor participatie (het initiatiefvoorstel Code Maatschappelijke Participatie; G. Overmeen, C. Schrijver en M. Breedijk, april 2014, PS/2014/341). De toolkit is ontsloten via de pagina ‘sociale kwaliteit’ op intranet en internet en geactualiseerd met toelichtingen, hulpmiddelen en programmainformatie: zie http://www.overijssel.nl/socialekwaliteit. Budget borging € 100.000,-- zie tabel.
B.
In 2015 voorzien we nog enkele laatste projecten op de kerntaken die gecofinancierd worden vanuit sociaal flankerend beleid en wordt toegewerkt naar borging van sociale kwaliteit in de uitvoering van de kerntaken. Zo worden in de huidige Omgevingsvisie duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit opgenomen als rode draden. In het Hoofdlijnenakkoord is sociale kwaliteit daaraan toegevoegd. Onder de kerntaak Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer is in het Hoofdlijnenakkoord aangegeven (paragraaf 3.1) dat een goede ruimtelijke ontwikkeling vraagt dat ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit en duurzaamheid niet meer afzonderlijk worden beschouwd maar integrerend deel uitmaken van de opgaven. Budget sociaal flankerende projecten € 366.000,-- zie tabel.
C. De afgelopen twee incidentele subsidieregelingen voor maatschappelijke initiatieven in 2013 en 2014 waren een uitvloeisel van het amendement van Nijhof c.s. over sociale cohesie en het ondersteunen van initiatieven uit de samenleving bij de kaderstelling sociale kwaliteit. Hiervoor was zeer veel belangstelling (zie bijlage III). Dit amendement is formeel uitgevoerd bij de besluitvorming over het Investeringsvoorstel SFB 2014 (PS/2013/891). Gezien de frequente aandacht van Provinciale Staten voor maatschappelijke participatie en burgerinitiatieven (zoals bij het initiatiefvoorstel Code Maatschappelijke Participatie) stellen wij bij de afronding van het sociaal flankerend beleid een meer structurele oplossing voor waarbij ook andere partijen kunnen bijdragen. Op basis van een verkenning adviseren wij subsidieverlening aan een Oranje Fonds Overijssel. Maatschappelijke fondsen bestaan al in de markt, waardoor het zelf oprichten van een provinciaal fonds niet nodig of wenselijk is. Er is een verkenning uitgevoerd naar diverse fondsen zoals het VSB-fonds (projecten voor mensen die zonder extra steun niet kunnen meedoen aan de samenleving, beoordelingstijd 4 maanden), lokale Rabobank fondsen (kleinschalig, verschillende doelen per fonds), KNHM (gericht op fysieke leefomgeving), het Prins Bernhard Cultuurfonds (voor personen en organisaties die zich inzetten voor cultuur en natuur) en het Oranje Fonds. Op basis van de criteria ‘bij het provinciaal beleid aansluitende doelen, breed netwerk in Overijssel, eenvoud en doorlooptijd van de aanvra-
Statenvoorstel nr. PS/2014/857
3
gen, historie en ervaring, robuustheid, onafhankelijkheid en mogelijkheid tot fonds op naam', was het Oranje Fonds de meest voor de hand liggende keuze. Beknopte informatie over het Oranje Fonds vindt u in bijlage IV, uitgebreide informatie staat op www,oraniefonds.nl. De doelstelling van het Oranje Fonds Overijssel is om burgerinitiatieven te steunen die de sociale samenhang en participatie in Overijssel bevorderen. Die kunnen afkomstig zijn uit de volle breedte van de provinciale beleidsterreinen waaronder ruimte, natuur, vervoer, energie en economie. Denk bijvoorbeeld aan kleinschalige buurtinitiatieven m.b.t. openbare ruimte, vrijwilligers in het openbaar vervoer en multifunctionele accommodaties. Het Oranje Fonds is bereid de bijdrage aan een initiatief te verdubbelen en jaarlijks een rente van 1,5% toe te voegen. Bedrijfsleven, gemeenten en semi-overheden worden door het fonds uitgenodigd om ook een bijdrage te leveren via een oplossing op maat. Naast financiën biedt het Oranje Fonds kennisuitwisseling, netwerken en campagnes om bijvoorbeeld vrijwilligers te mobiliseren. Het Oranje Fonds heeft zich bewezen als een fonds dat op professionele wijze initiatieven van stichtingen en verenigingen steunt die de samenhang en sociale participatie bevorderen. De aanvraagprocedure is simpel, de doorlooptijd doorgaans slechts enkele weken en aanvragers zijn tevreden over het proces en het aanbieden van expertise en hulp. Uitgaande van het beschikbaar stellen door de provincie van € 1.000.000,—, bij een looptijd van 10 jaar, een maximumbijdrage van € 10.000,-- per project, door 50% cofinanciering per gehonoreerd project en een jaarlijkse storting van 1,5% rente door het Oranje Fonds, kunnen minimaal 200 initiatieven worden gehonoreerd. Het Oranje Fonds zal bij elk project melding maken van de provinciale bijdrage aan het fonds en levert jaarlijks een rapportage over de voortgang. De subsidiebijdrage van in totaal € 1.000.000,—. aan het Oranje Fonds Overijssel wordt, naast de bijdrage van € 500.000,— uit het voorliggende Investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid 2015 (prestatie 8.1.3), voor € 500.000, — gefinancierd de nog beschikbare middelen sociale infrastructuur 2014. De Commissaris van de Koning, mw. Ank Bijleveld-Schouten, heeft als nevenfunctie op persoonlijke titel zitting in het bestuur van het Oranje Fonds en heeft derhalve niet deelgenomen aan de GS-besluitvorming over dit onderwerp. D. Tot slot worden de toolkit en best practices aangereikt voor het implementatietraject voor de - op initiatief van Provinciale Staten - te ontwikkelen richtlijnen voor participatie. Budget borging € 100.000,-- zie tabel.
Conclusie De afgelopen twee jaar is veel in gang gezet. Op alle kerntaken zijn projecten uitgevoerd met bijzondere aandacht voor sociale kwaliteit. En er is fors geïnvesteerd in de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven. Dit laatste investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid 2015 staat in het teken van borging van de doelen uit uw kaderstelling sociale kwaliteit. Onderdeel is het verstrekken van een subsidiebijdrage in een fonds op naam bij het Oranje Fonds (Oranje Fonds Overijssel). Daarmee kan het sociaal flankerend beleid op een verantwoorde wijze worden afgerond.
Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter, MW. DRS. A.TH.B. BIJLEVELD-SCHOUTEI
secretaris, MR. H.A. TIMMERMAN
Statenvoorstel nr. PS/2014/857
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2014/857
Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 28 oktober 2014 - kenmerk 2014/0290857 overwegende - dat op 10 oktober 2012 is ingestemd met het Statenvoorstel kaderstelling sociale kwaliteit (PS/2012/710); - dat als onderdeel daarvan sociaal flankerend bij provinciale opgaven indien nodig gedurende deze coalitieperiode bekostigd wordt vanuit de investeringsprestatie sociaal flankerend beleid, zolang de middelen hiervoor toereikend zijn; - dat sociaal flankerend beleid daarmee een tijdelijke impuls is op de provinciale kerntaken in de periode 2013-2015; - dat met de investeringsvoorstellen sociaal flankerend beleid in 2013 (PS/2013/194) en 2014 (PS/2013/891) veel in gang is gezet (zie bijlage III); - dat het Oranje Fonds in staat wordt gesteld om 10 jaar lang maatschappelijke initiatieven in Overijssel te ondersteunen en met het voorliggende investeringsvoorstel 2015 sociaal flankerend beleid wordt beëindigd. besluiten: 1.
kennis te nemen van de voorstellen voor borging van participatie en sociale kwaliteit als onderdeel van het reguliere omgevingsmanagement binnen de kerntaken;
2.
in te stemmen met de voorgenomen investering in het Oranje Fonds Overijssel;
3.
daartoe de benodigde investering van € 966.000,-- overeenkomstig de bijgevoegde begrotingswijziging (bijlage II) over te hevelen vanuit de algemene reserve ‘Kracht van Overijssel’ naar de bestemmingsreserve ‘uitvoering Kracht van Overijssel’ ten behoeve van investeringsprestatie 8.1.3.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Statenvoorstel nr. PS/2014/857
5
Bijlage II: overzicht budgettaire gevolgen van de 17e wijziging van de Kerntakenbegroting 2014 Investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid 2015 (bedragen x € 1.000) VolgKernnummer taak
Beleids- Investerings- I/S prestatie doel
20 8.1.3
I I
Omschrijving Lasten Omschrijving beleidsdoel - programmakosten (Reserve Kracht van Overijssel) - programmakosten (Reserve uitvoering Kracht van Overijssel)
966 966
Totaal structurele wijzigingen Totaal incidentele wijzigingen Totaal wijzigingen LEGENDA nr. kerntaak 1 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waaronder waterbeheer 2 Milieu en Energie 3 Inrichting landelijk gebied 4 Regionale bereikbaarheid, regionaal OV 5 Regionale Economie 6 Culturele infrastructuur en monumentenzorg 7 Kwaliteit Openbaar Bestuur 8 Sociale infrastructuur, jeugdzorg en overige niet-kerntaken 9 Gebiedsontwikkeling geen kerntaak, wel gegroepeerd 20 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
2014 Baten
966 966
Lasten:
Saldo
2015 Baten
Lasten
Saldo
Lasten
2016 Baten
Saldo
Lasten
2017 Baten
Saldo
Lasten
2018 Baten
Saldo
966 966-
966 966
- = verlaging + = verhoging
Baten:
- = verlaging + = verhoging
Saldo:
- = financiële ruimte neemt af + = financiële ruimte neemt toe
I/S: betreft incidentele lasten & baten (I) of structurele lasten & baten (S) conform uitgangspunten Kerntakenbegroting 2014, paragraaf 4.4.2
Bijlage behorend bij Statenvoorstel PS/2014/857
Pagina 1 van 1
Bijlage III Tussenrapportage sociaal flankerend beleid 2013-2015 Op 10 oktober 2012 heeft u de meest recente kaders vastgesteld voor sociale kwaliteit (PS/2012/710)1. Sociaal flankerend beleid is een deelopgave binnen de opgave sociale kwaliteit uit de Kracht van Overijssel (opgave 50/53). Bij de naderende afloop van dit beleid volgend jaar, geven we u na ongeveer tweederde van de looptijd 2013 - 2015, een tussenrapportage van de bereikte resultaten per onderdeel van de door u vastgestelde kaders2. De motie van Nijhof c.s. over de zichtbaarheid van sociaal flankerend beleid bij de kerntaken is formeel uitgevoerd bij de besluitvorming over het Investeringsvoorstel SFB 2014. Met de investeringsvoorstellen SFB 2013 (PS/2013/194) en 2014 (PS/2013/891) is 90% van het totaalbedrag van € 9.486.000,-- besteed. Wij geven per kader aan hoe wij hieraan invulling hebben gegeven. 1a. als basis voor de toepassing van sociaal flankerend beleid gebruiken we de ontwikkelde handreiking sociale kwaliteit en de digitale gereedschapskist. Voor sociale kwaliteit is de definitie aangehouden van de European Foundation on Social Quality: “de mate waarin burgers in staat zijn om aan het sociale en economische leven van hun gemeenschappen deel te nemen, onder omstandigheden die hun welzijn en individuele potentieel verbeteren”. De vier elementen zijn maatschappelijke participatie (inclusie), sociale cohesie, eigen kracht (empowerment) en sociaaleconomische zekerheid (werk, opleiding, gezondheid). De bestaande toolkit met instrumenten en methodieken sociale kwaliteit is aangevuld en geëvalueerd3. Daarbij is gebruik gemaakt van de ervaringen van project- en programmamanagers. Aan een instrument om deze toolkit beter hanteerbaar en zichtbaar te maken met best practices, wordt gewerkt. Hoe zorg je voor werkelijke participatie vanuit de samenleving, sociale verbanden, de eigen (vrijwillige) burgerkracht van inwoners en een goede sociaaleconomische positie (werk, opleiding, gezondheid)? De toolkit is ontsloten via de pagina ‘sociale kwaliteit’ op intranet en internet en geactualiseerd met toelichtingen, hulpmiddelen en programmainformatie: zie http://www.overijssel.nl/socialekwaliteit. Voorbeeldtoepassingen zijn de methode U bij de Kracht van Salland (http://www.dekrachtvansalland.nl) en het transitiemodel bij het Nationaal Landschap IJsseldelta, met initiatief en verantwoordelijkheid vanuit inwoners, ondernemers en partijen. 1b. de advisering over sociale kwaliteit bij de opgaven voortvloeiend uit de kerntaken, is in principe volgend op een vraag, maar waar nodig ook proactief en bij voorkeur aan de voorkant van programma- en projectontwikkeling. Vanaf oktober 2012 zijn vele gesprekken gevoerd met project- en programmaleiders op alle kerntaken. Het Investeringsvoorstel SFB 2013 (PS/2013/194) kende weliswaar een late start (op 17 april 2013 PS-besluit), niettemin is voor € 986.384,-- aan projecten een extra impuls met sociale kwaliteit gegeven. De meeste projecten kwamen vanuit de vraag van project- en programmaleiders of vanwege beslissingen van Gedeputeerde Staten vooral ten goede aan de kerntaken Duurzame ontwikkeling, Regionale economie en Culturele infrastructuur en monumentenzorg (zie ook Investeringsvoorstel SFB 2014; PS/2013/891). In 2013 is onderzoek gedaan naar de door project- en programmaleiders gewenste ondersteuning vanuit sociaal flankerend beleid en naar vernieuwing van de website4. Hoewel de kennis over sociale kwaliteit en de toepassingsmogelijkheden nog beperkt was, staat het merendeel van de ondervraagden er positief tegenover. Er is behoefte aan goede voorbeelden en kennisdeling, aanbevelingen waarop verderop wordt ingegaan. Waar eind 2012 en begin 2013 is geïnvesteerd in relaties met provinciale project- en programmaleiders, bleek dat in 2014 zijn vruchten af te werpen. De verzoeken om projecten te bezien met een ‘sociale kwaliteitsbril’ namen toe. In het laatste kwartaal van 2014 is nagenoeg het volledige budget van € 1.403.349,-- besteed. 1
De wortels van sociaal flankerend beleid gaan nog verder terug: op 17 december 2008 is het amendement Dalhuizen aangenomen op de kaders voor het investeringsprogramma ‘Investeren in Overijssel’ (PS/2008/815). In dit investeringsprogramma wordt voor het eerst sociaal beleid niet als kerntaak van de provincie behandeld, dit conform kerntakenbesluit. Het amendement Dalhuizen verzoekt om sociaal beleid als flankerend beleid op te nemen. 2 3
Dit is met uitzondering van de andere deelopgaven over belangenorganisaties en sport.
De toolkit een goed hulpmiddel om de sociale kwaliteit te verbeteren?, afstudeeronderzoek M. Seijdel, Universiteit Twente, 2014. 4
Interne communicatie voor sociale kwaliteit, K. Verhoef, Hanzehogeschool Arnhem-Nijmegen, 2013.
1c. de uitvoering van projecten in het kader van sociaal flankerend beleid ligt buiten het provinciehuis. Aangezien sociale kwaliteit een extra impuls is bij de kerntaken en specifieke benodigde kennis veelal beschikbaar is bij het maatschappelijk middenveld, gebeurt de uitvoering – uiteraard naast de ambtelijke capaciteit - vrijwel per definitie door externen. 1d. de projecten betreffen expliciet te benoemen sociale interventies die uitstijgen boven wat regulier verwacht mag worden vanuit omgevingsmanagement. De projectvoorstellen vanuit de kerntaken zijn expliciet getoetst op de vier elementen van sociale kwaliteit (zie onder 1b). De ervaring is dat deze nog niet altijd onderdeel uitmaken van regulier omgevingsmanagement. Voor het onderdeel maatschappelijke participatie geldt dat vanuit sociaal flankerend beleid gespiegeld wordt over het niveau van participatie en dat vervolgens benodigde methodieken of netwerk aangereikt worden. Mede daardoor is het besef toegenomen, dat oog voor gebruikers en de doelgroep de effectiviteit van beleid kunnen vergroten. Dit past ook binnen het streven van Provinciale Staten om burgerinitiatieven meer ruimte te bieden en participatie te verankeren in het provinciaal beleid (het initiatiefvoorstel Code Maatschappelijke Participatie; G. Overmeen, C. Schrijver en M. Breedijk, april 2014, PS/2014/341). 1e. het streven is (uiteindelijk) om sociale kwaliteit integrerend mee te nemen bij de opgaven. Aan deze borging wordt hard gewerkt. Zo is er een toolkit (zie 1a), wordt binnen de provincie een concernbreed opleidingsaanbod ontwikkeld (leertraject rond concrete opgaven gericht op de veranderende provinciale rol en bijbehorend handelingsperspectief) en worden statenvoorstellen mogelijk voorzien van een Participatiecode/-richtlijnen. Verder is het expertnetwerk (regiooverstijgend) in kaart gebracht en zijn maatschappelijke organisaties die van waarde kunnen zijn voor initiatiefnemers onder de aandacht gebracht: zie www.jijenoverijssel.nl/initiatievenkaart. Daarnaast werken we samen met de landelijke beweging Kracht in NL. Die maakt initiatieven uit de samenleving landelijk zichtbaar, ontwikkelt een maatschappelijke AEX en verbindt ze met elkaar tot een nieuwe ‘topsector’ (zie www.krachtinnl.nl). 1f. sociale kwaliteit bedden we op hetzelfde niveau in in de Omgevingsvisie als ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid bij de komende herziening. Deze drie rode draden van de Omgevingsvisie hangen nauw samen. Sociale kwaliteit maakte geen onderdeel uit van de Midterm review van de Omgevingsvisie. De Midterm Review was immers primair gericht op de huidige Omgevingsvisie. Zo worden in de huidige Omgevingsvisie duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit opgenomen als rode draden. In het Hoofdlijnenakkoord is sociale kwaliteit daaraan toegevoegd. Onder de kerntaak Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer is in het Hoofdlijnenakkoord aangegeven (paragraaf 3.1) dat een goede ruimtelijke ontwikkeling vraagt dat ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit en duurzaamheid niet meer afzonderlijk worden beschouwd maar integrerend deel uitmaken van de opgaven. Vandaar dat bij alle beleidskeuzes , en bij water en natuur in het bijzonder, gezocht wordt naar de balans tussen ecologische, economische en sociaal-culturele belangen (kortweg: de balans tussen sectoraal en integraal) (2014/0134635). 1g. waar bij de provinciale opgaven financieel nog geen rekening is gehouden met benodigde inzet voor sociaal flankerend beleid bekostigen we dit gedurende deze coalitieperiode vanuit de investeringsprestatie sociaal flankerend beleid, zolang de middelen hiervoor toereikend zijn. Volgens de kaders met het hieronder genoemde totaalbedrag (PS/2012/710) is het eerste Investeringsvoorstel SFB op 17 april 2013 aangenomen (PS/2013/194). Daarin zijn de volgende lijnen onderscheiden bij de besteding van de beschikbare gelden: sociale kwaliteit flankerend aan de provinciale kerntaken, ondersteuning van gemeenten bij de WMO-kanteling/decentralisatie en ondersteuning van initiatieven van onderop. Borging omvat onder andere opleiding en training en het Oranje Fond Overijssel (zie verderop). Met het statenbesluit Sociale kwaliteit/initiatieven van onderop (PS/2013/767) heeft u extra € 1.040.000,-- overgeheveld naar de uitvoeringsreserve Kracht van Overijssel ten behoeve van de subsidieregeling initiatieven van onderop uit 2013. De genoemde lijnen figureerden ook in het Investeringsvoorstel SFB 2014 (zie PS/2013/891). Het totaaloverzicht vindt u in het voorliggende statenvoorstel. 2. een jaarlijks aan Provinciale Staten voor te leggen investeringsvoorstel ter dekking van de investeringen in sociaal flankerend beleid. Het Investeringsvoorstel SFB is zoals gezegd op 17 april 2013 door uw Staten aangenomen (PS/2013/194), het Investeringsvoorstel SFB 2014 op 22 januari 2014 (PS/2013/891). Het laatste Investeringsvoorstel SFB 2015 ligt hierbij voor.
2
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
3. het bevorderen van sociale cohesie door het ondersteunen van initiatieven uit de samenleving als aanvullend kader, gekoppeld aan de kerntaken, toe te voegen bij Sociale Kwaliteit. De subsidieregeling Initiatieven van onderop/Sociaal kapitaal 2013 was een succes: 187 aanvragen voor € 8,5 miljoen, 58 gehonoreerd voor ruim € 2 miljoen, maar wat belangrijker is: een enorme stimulans voor initiatieven van onderop, zo hoorden wij van de aanvragers en van de Leadercoördinatoren. Conform uw wens bij amendement van Nijhof en Van der Bent over de ‘Realisatie initiatieven van onderop’ d.d. 17 april 2013 adviseerden de zes Leadergroepen en een adhoc adviesgroep in Zwolle/Kampen over het gehalte aan sociale kwaliteit (eigen kracht, participatie, sociale cohesie en sociaaleconomische zekerheid) van de projecten. Daarnaast is gekeken naar de cofinanciering (hoe hoger, hoe meer kans) en de exploitatie op langere termijn: kan het initiatief ook 3 jaren zelfstandig bestaan? Bij de afvallers hebben we allereerst gekeken naar eventuele alternatieve subsidiemogelijkheden en passendheid binnen de kerntaken. Dit heeft geleid tot alsnog subsidiëren van enkele projecten o.a. over jeugdzorg en passend onderwijs. Ook is hen inhoudelijke ondersteuning aangeboden. Naar de wens van initiatiefnemers, organisaties, en deskundigen is in 2014 een nieuwe, eenvoudiger subsidieregeling Maatschappelijke initiatieven Overijssel 2014 opgezet in samenwerking met de belangenorganisaties. Die paste binnen de veranderende rol van de overheid van sturend naar meer faciliterend en ondersteunend. Deze regeling kende daarom weinig voorwaarden: een algemeen maatschappelijk belang van het project, niet gericht zijn op persoonlijke belangen en geen winstoogmerk. Er is bewust gekozen voor kleine bijdragen (maximaal € 3.000,--), om creativiteit en zuinigheid te stimuleren. Op 2 juni 2014 hebben wij de subsidieregeling opengesteld. Het aantal aanvragen bleek - mede door het inzetten van ongeveer twintig steun- en belangenorganisaties - overweldigend: ruim 700 aanvragen binnen 1,5 week waarmee het subsidieplafond van € 964.000,-- ruim werd overschreden. Door dit grote aantal was de beoogde snelheid van afhandeling helaas niet haabaar. Om ook op langere termijn maatschappelijke initiatieven in Overijssel financieel mogelijk te maken, stellen wij u voor om een bijdrage te verlenen aan het Oranje Fonds Overijssel. 4. dat voor het ondersteunen van initiatieven uit de samenleving binnen het daarvoor gereserveerde budget Sociale Kwaliteit geld beschikbaar wordt gesteld en dit separaat zichtbaar wordt gemaakt binnen het jaarlijkse investeringsvoorstel. Zie de Investeringsvoorstellen sociaal flankerend beleid 2013 (PS/2013/194) en 2014 (PS/2013/891) en de toelichting bij punt 3. 5. in te stemmen met de volgende bestuurlijke mijlpalen: a. een jaarlijks vast te stellen investeringsvoorstel sociaal flankerend beleid (besluitvormend); b. een jaarlijkse rapportage van de stand van zaken van de uitvoering van deelopgave sociaal flankerend beleid volgens de jaarcyclus gedurende de looptijd van het Hoofdlijnenakkoord (informerend); c. een eindverantwoording van de resultaten van deelopgave sociaal flankerend beleid in 2016 in PS (informerend). Voor a. en b. zie hiervoor. Wat betreft c: deze tussenrapportage is een extra rapportage in aanloop naar de eindverantwoording in 2016.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.
3
Bijlage IV: Informatie over het Oranje Fonds Het fonds is in 2002 ontstaan als cadeau van alle Nederlanders voor Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima ter gelegenheid van hun huwelijk. Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima zijn als beschermpaar nauw betrokken bij het Fonds. Zij bezoeken initiatieven, reiken de Appeltjes van Oranje uit, vieren Burendag en steken de handen uit de mouwen tijdens NLdoet. In het oprichtingsjaar is het gefuseerd met het Juliana Welzijn Fonds, dat al sinds 1948 binnen de sociale sector werkzaam was. Het Oranje Fonds is door de Belastingdienst aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) en draagt het keurmerk van het Centraal Bureau Fondsenwerving. Het draagt jaarlijks circa € 30 miljoen bij aan meer dan 7000 grote en kleine sociale initiatieven in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Initiatieven die ervoor zorgen dat mensen elkaar ontmoeten, minder eenzaam zijn, begrip krijgen voor elkaar en zich inzetten voor elkaar. De steun van het Oranje Fonds bestaat uit meer dan geld alleen. Het helpt sociale initiatieven ook via kennisuitwisselingsprogramma’s, professionele netwerken, trainingen en campagnes om bijvoorbeeld vrijwilligers te mobiliseren (Jaarverslag 2013). Het Oranje Fonds is een hybride fonds. De inkomsten komen enerzijds uit fondsenwerving en loterijen, anderzijds uit de beleggingsresultaten van het belegde vermogen. Het belegde vermogen bedraagt circa € 146 miljoen. Het fonds hanteert een defensief, maatschappelijk verantwoord beleggingsprofiel met 100% duurzame beleggingen. Het grootste deel is ondergebracht bij Staalbankiers, Triodos Bank en Think Sustainable World. In 2013 bedroeg het nettorendement 2,5%. Het bestuur bestaat uit mr. drs. J.G. Wijn (voorzitter), lid raad van bestuur ABN AMRO; mr. B.L.J.M. Beerkens (penningmeester), CFO en lid raad van bestuur SHV Holdings N.V; drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten, commissaris van de Koning in Overijssel (op persoonlijke titel); prof. dr. R.J.M. Dassen, Global Managing Director Deloitte; prof. dr. G.B.M. Engbersen, onderzoeksdirecteur Erasmus Universiteit Rotterdam; P.A.C.M. van der Velden, burgemeester Breda; dr. R.R.R. van der Vorst, partner en oprichter THEY, adviesbureau branding en communicatie. Een auditcommissie adviseert over het financiële beleid, doelstellingen voor vermogensbeheer en bewaking van de resultaten van het vermogensbeheer. Een remuneratiecommissie beoordeelt het functioneren van directeur ir. Ronald C. van der Giessen. Een Reglement voor heroverweging biedt uitsluitsel in geval van onvrede over de inhoud en de motivering van een beslissing over een fondsaanvraag. Het Klachtenreglement betreft zowel klachten over de dienstverlening als de fondswerving van het Oranje Fonds. In 2013 waren er geen klachten. Het Oranje Fonds Overijssel maakt twee keer zoveel initiatieven mogelijk. Een rekenvoorbeeld: Plaatselijk Belang X dient een aanvraag in bij het Oranje Fonds voor € 5.000,=. Het fonds geeft na beoordeling aan dat de bijdrage voor dit project kan komen uit het Fonds Overijssel en financiert de helft van de bijdrage uit het eigen algemeen budget. Provincie Overijssel financiert de andere helft van het project (een bedrag van € 2.500,=) via het Oranje Fonds Overijssel. Was de aanvraag rechtstreeks via Provincie Overijssel gelopen, dan had de Provincie het volledige bedrag van € 5.000,= bijgedragen voor hetzelfde resultaat. Aanvraag en beoordeling Het fonds hanteert een eenvoudig aanvraagformulier en vraagt van elk project een verantwoording van de gemaakte kosten en bij grotere bedragen een accountantsverklaring. Kleine aanvragen krijgen binnen enkele weken uitsluitsel, grote en ingewikkelde aanvragen vergen meer tijd. Het let bij de beoordeling van de aanvraag in ieder geval op de onderstaande punten: o o o o
o o o
Draagt het project bij aan de missie van het Fonds en in het bijzonder aan één van de pijlers: Samenhang in de Buurt, Actief Burgerschap of Diversiteit? Is er sprake van duurzaamheid, bijvoorbeeld een solide organisatie met een goede staat van dienst of een goed onderbouwd plan van een nieuwe organisatie? Is er sprake van samenwerking met andere (welzijns)organisaties? Als er wordt samengewerkt zijn het draagvlak en de duurzaamheid vaak groter. Is er sprake van een financiële noodzaak? Het Oranje Fonds heeft beperkte middelen en zet zijn geld zo effectief mogelijk in. Als het project (deels) door de eigen organisatie of achterban kan worden betaald, dan is het terughoudend met een bijdrage. De statuten van de aanvragen mogen geen punten bevatten die in conflict zijn met de doelstelling en werkwijze van het Fonds. De financiële onderbouwing moet kloppend en redelijk zijn. Projecten die voortkomen uit actieve burgers hebben een streepje voor.
Meer informatie vindt u op www.oranjefonds.nl