De inhoud van SchrijfBeter Oefenseries 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
I.
Instructie
Woorden EE en EI/IJ Werkwoordsvormen Korte woorden Meervouden Woorden met AA en A Woorden met G en H Woorden met OE en UU Woorden met AU/OU en UI Woorden met -t of -d aan het eind Woorden met I en IE Woorden met B en P Woorden met R en L Woorden met stomme e Internationale woorden Lange woorden Spreektaal
Goed of fout Uit Ik loop Woordflitsen Voetbalschoen Hij rent Dictee Algemeen Ik ben moe.
Woorden met EE en IJ/EI
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
vrijdag bijna weinig wereld bezig strepen tijdens
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
prijs mening bedrijf reizen beentje wijzen vijftig
15. 16. 17. 18. 19. 20.
spreken zeiden meenemen vreselijk leven gelijk
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
zeventig veiligheid overlijden betekenis begrijpen uitstekend eenheid
15. 16. 17. 18. 19. 20.
regelen koffietijd tegenover leraar terwijl pleister
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
doorgeven telefoon twijfelen individueel heerlijk rijbewijs eventueel
15. 16. 17. 18. 19. 20.
bedrijfsongeval interesseren identiteitsbewijs handtekening verblijfsvergunning veiligheidsbril
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
algemeen werkwijze opleiding hoeveelheid afspreken regelmatig gescheiden
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
verdwijnen werktijden televisie blijkbaar bespreken gedeelte feliciteren
De inhoud van SchrijfBeter II.
Korte woorden
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
baan plus moet stem daar vast soms
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
rest sport kist trap zuur zelf vlak
15. 16. 17. 18. 19. 20.
knie boot vorm druk werk half
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
feest straat plaat melk links grens twaalf
15. 16. 17. 18. 19. 20.
tekst sterk klas punt raar kast
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
taal moe rug weer vaak staan erg
15. 16. 17. 18. 19. 20.
zaak oog nul drie stil door
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
wielen benen stomen daken broers bellen muren
15. 16. 17. 18. 19. 20.
huizen glazen zakken kamers bedden foto’s
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
knieën dwingen gewoonten buien zeeën eeuwen eieren
15. 16. 17. 18. 19. 20.
duwen piano’s nieuwe koningen bespreken roosters
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
stoel jong soort ploeg kleur ruim markt
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
III.
boek leuk kans hoek arm plan want
Meervouden
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
laten slapen pinnen lippen deuren stukken zonen
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
drinken drukken beurten idealen bedanken schijnen wachten
De inhoud van SchrijfBeter Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
IV.
dienen jurken houden betalen kinderen behandelen emmers
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
gebruiken krijgen leggen geluiden reageren zingen meisjes
15. 16. 17. 18. 19. 20.
vrouwen geheimen minuten truien missen jongens
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
klas nadat paas lachen maandag ramen normaal
15. 16. 17. 18. 19. 20.
lastig vandaag rugzak keukenkast totaal verhalen
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
ophangen haastig glimlachen zaterdag langzaam loodzwaar afscheid
15. 16. 17. 18. 19. 20.
aarzelen waarschijnlijk extra gedachte ervaring gevaarlijk
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
vooral tachtig namelijk danken elkaar allemaal eenmaal
15. 16. 17. 18. 19. 20.
angstig aansluiten waarde apart verjaardag inderdaad
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
gewoon gezond houding hoor houd gum gooien
15. 16. 17. 18. 19. 20.
heden gelden heen gang gaan gauw
Woorden met AA en A
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
al bal daar dan gat hart kaart
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
afspraak kwaliteit makkelijk Frankrijk aardappel handig dagelijks
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
V.
waarom anders jammer Amsterdam weggaan artikel aanvragen
Woorden met G en H
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
gek helft hun heel honderd begin halen
De inhoud van SchrijfBeter Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
overhemd gedurende onmogelijk huishouden schoonmaken huwelijk moeilijkheid
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
gehakt herinneren behalve gesprek herhaling garantie gemakkelijk
15. 16. 17. 18. 19. 20.
verhouding terugkomen schieten organisatie gemeente huurverhoging
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
goedemiddag boekhouder hoeveelheid herkennen inhouden gevolg schoenen
15. 16. 17. 18. 19. 20.
hoofdzaak gunstig verhuizen gelukkig uitleggen sommigen
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
gehuurd muren spugen noemen doel roepen bestuur
15. 16. 17. 18. 19. 20.
juni bloed poes schuur bezoek broek
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
conclusie miljoen bedoeling woensdag cultuur februari moeilijk
15. 16. 17. 18. 19. 20.
oefening opzoeken publiceren spoedig structuur toekomst
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
groeien voelen publiek groente duurder gevoelig vroeger
15. 16. 17. 18. 19. 20.
hoewel muziek onderzoek studenten natuurlijk voetstap
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
VI.
hetzelfde onderhandelen gedurende ongeval gezellig gedeelte horeca
Woorden met OE en UU
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
boer vuur stuur hoeden guur koers uren
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
doelloos absoluut groepsles toevallig heleboel beroep studeren
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
buurten genoeg goedkoop minuut zoeken hoeveel studie
De inhoud van SchrijfBeter VII.
Serie woorden met UI en AU/OU
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
blauw vrouw koud hout lui pauk mout
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
trui zout tuin buiten eruit fouten duizend
15. 16. 17. 18. 19. 20.
goud stuiten huilen schuiten louter thuis
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
kniekous oerwoud juichend automaat nauwelijks uiteraard kabouters
15. 16. 17. 18. 19. 20.
achterhouden aangebouwd huishouden kruimelig betrouwbaar bankgebouw
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
hoekhuis bezighouden suikerzoet buitenkant enkelvoud beschouwen autobus
15. 16. 17. 18. 19. 20.
buurvrouw ziekenhuis dubbelvouwen uitspraak boekhouden zoutzuur
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
vliegtuig gevouwen goudbruin zoutloos huurhuis verhouding huisvuil
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
VIII.
kniekous Duitsland ijskoud huisnummer ruimte mevrouw luisteren
Woorden met –t of –d aan het eind
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
maakt afstand blijf boord verkeer draait gast
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
wint hoog maand herfst kookt kauwt maar
15. 16. 17. 18. 19. 20.
ontstaat perfect schrijf sport proeft ochtend
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
voordeel voldoet vrijheid inzicht opdracht product bedraagt
15. 16. 17. 18. 19. 20.
meerderheid onbekend enzovoort ontzettend achtergrond ongetwijfeld
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
antwoord omhoog moment voortdurend procent toestand toekomst
De inhoud van SchrijfBeter Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
IX.
vanavond interessant miljard gebouw gedachte uitstekend bepaald
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
glimlach gezondheid instrument leeftijd alstublieft niemand gedurende
15. 16. 17. 18. 19. 20.
beoordeelt contact buitenland regen evengoed geregeld
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
pieken frisse gebit dienen genieten klink middag
15. 16. 17. 18. 19. 20.
niets iemand blik liever prima winnen
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
positief internet iedereen ogenblik verbinding inmiddels beweging
15. 16. 17. 18. 19. 20.
koffiemachine bibliotheek koninklijk directeur informatie definitief
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
verdienen zeventien winkelen vijftien familie belasting instrument
15. 16. 17. 18. 19. 20.
leerling lucifer centimeter bovendien vakantie figuurlijk
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
bellen breken baard post plank bakken blussen
15. 16. 17. 18. 19. 20.
poes passen apart publiek prettig bereiken
Woorden met I en IE
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
in lied lieg bidden diep willen vriend
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
indruk lichaam direct misschien politie vriendin kiespijn
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
X.
dinsdag fiets middel koffie dingen vliegen vinger
Woorden met B en P
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
band paar been bang brak plat pinnen
De inhoud van SchrijfBeter Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
beneden periode probleem bedoeling bedrijf procent bepaald
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
buitendeur accepteren bijvoorbeeld bioscoop buitengewoon opschieten parkeren
15. 16. 17. 18. 19. 20.
openbaar boodschap opbellen achterblijven programma operatie
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
plaatsen combinatie bezigheid bestaan blauwe product plaats
15. 16. 17. 18. 19. 20.
partij buitenland personeel belasting prachtig prestatie
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
gras kerk lijken brood rijmen praten rijst blies
15. 16. 17. 18. 19. 20.
spelen krant klaag groet vlees blokken
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
prestatie reukloos bestelling leerkracht reservering plotseling voorzitter
15. 16. 17. 18. 19. 20.
overigens voorbeeld principe redelijk speciaal protesteren
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
leraar Nederland kilometer schrijven sleutel werkeloos lastig
15. 16. 17. 18. 19. 20.
relatie volgens morgen terugkomen president miljoen
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
XI.
politiek proberen papier breed brengen persoon computer
Woorden met R en L
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
leuk rok lamp leeg ruim school
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
vrachtwagen plezier breekbaar plaatsvinden regenachtig smakelijk voorlopig
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
regeling vriendelijk slagerij plaatselijk laatst lekker mogelijk
De inhoud van SchrijfBeter XII.
Woorden met een stomme e
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
water beet vriend rust lange hond tante
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
kinderen prettig gebakken gisteren bedrag gezicht vroeger
15. 16. 17. 18. 19. 20.
dokters binnen gunstig eindelijk onderwerp grotere
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
regeling ervaring verschillende ondertussen beweging voorbereiden gebruiken
15. 16. 17. 18. 19. 20.
tenminste bewoners eventjes gewoonlijk werkelijkheid schilderen
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
trouwens september dagelijks behandelen vervolgens boodschappen duidelijk
15. 16. 17. 18. 19. 20.
geleerde rekening geweldig redelijk gedurende werknemers
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
wat betekent dit? hij verbergt het het is gebouwd jij herhaalt hij deed zij biedt het is vernield
15. 16. 17. 18. 19. 20.
jij reageert het wordt vervoerd hij wordt betaald ik heb dit bedoeld ik word oud we hebben gerend
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
dit is herhaald het is bekend zij verdeelt het zij trouwt met hem we hebben gepraat heb jij daar gewoond? hij herinnert het zich
15. 16. 17. 18. 19. 20.
jij hebt het al? wij hebben geloofd het is veranderd het betreft alles hij heeft gereageerd u wordt rijk
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
centimeter handtekening onmiddellijk tegenwoordig benedenhuis tijdelijk verzekeren
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
XIII.
wisselen helemaal regeren december hartelijk gelukkig bedenken
Werkwoordsvormen
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
zij vertelt het is geregeld jij bedankt gelooft hij? ik leid het is bewaard vind jij?
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
het gebeurt wat bedoelt zij? ik word ziek het is gebruikt het is verlengd geldt dit? is het bereikt?
De inhoud van SchrijfBeter Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
XIV.
dit is getekend ik vergeet hij verliest het is verplicht ik vind hij herkent me jij wordt groot
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
het is gebeurd je wordt bedankt! verlang jij niets? het is bepaald wat bedoelt hij? ze zijn getrouwd ik houd het
15. 16. 17. 18. 19. 20.
is het verhoogd? het verbaast me ik ben verhuisd ik bied meer is het geraakt? je hebt het gegeven
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
centraal niveau baby politie functie typisch garage
15. 16. 17. 18. 19. 20.
bioscoop lucifer vakantie logisch succes januari
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
activiteit journalist democratisch productie collega logisch situatie
15. 16. 17. 18. 19. 20.
methode functioneel restaurant economisch weekend ideaal
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
machine chocola chauffeur systeem christelijk democratie expres
15. 16. 17. 18. 19. 20.
internationaal sociaal reactie historisch informatie elektriciteit
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
arrestatie omstandigheid onderneming beschikbaar gisteravond buitenlands beschrijving
15. 16. 17. 18. 19. 20.
meebrengen regelmatig activiteit combinatie feliciteren onbrandbaar
Internationale woorden
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
jus auto station bagage cadeau journaal chef
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
financieel downloaden nationaliteit militair praktisch flexibel automatisch
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
XV.
grammatica discussie alcohol douche truck cheque signaal
Lange woorden.
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
voetbalclub kwaliteit onmogelijk definitief journalistiek ontwikkeling burgemeester
De inhoud van SchrijfBeter Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
zwijgzaam vanzelfsprekend onafhankelijk gemeenschappelijk particulier huiseigenaar oorspronkelijk
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
systematisch wetenschappelijk vertegenwoordiger arbeidsongeschikt lidmaatschap onbetrouwbaar aandachtig
15. 16. 17. 18. 19. 20.
functioneren sollicitatie verontschuldigen mechaniseren alfabetisch overeenkomst
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
langzamerhand accepteren verantwoordelijk zorgvuldig demonstratie loonbelasting verkoudheid
15. 16. 17. 18. 19. 20.
realiseren gelegenheid hoofdzakelijk reizigers samenwerking beschouwing
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
neeoor belzop kga al zoveelmook kepput obaarvoer totfolnkeer
15. 16. 17. 18. 19. 20.
dasgoed gaatie? kweenie vedderniks tsegju? ksie ut
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
XVI.
conclusie zogenaamd werkelijkheid belangstelling overwinning aankondigen onderscheiden
Verbonden spraak
Goed of fout (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
pazzop tuuekniet ammal buvoobult vaswel noggus kijkus
Woordflitsen (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
beswel-best wel helegoeie-hele goede koekjedebij-koekje erbij? fosmij-volgens mij neegoon-nee, gewoon kepmnie-ik heb hem niet kommeraan-ik kom eraan veddenogiets-verder nog iets? tsalwel-het zal wel weschijk-waarschijnlijk
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
munnaame-met name hoest?-hoe is het? moejeweg? – moet je weg? tisser?-wat is er? volntjaar- volgend jaar opegeement-op een gegeven moment keptgat-ik heb het gehad stuukso-het is natuurlijk zo egguswel-ergens wel bibioteek-bibliotheek
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
eikniet-eigenlijk niet offeer-ongeveer boorlijk-behoorlijk isseriets-is er iets? ofsieel-officieel wromniet?-waarom niet? daarissie-daar is hij vinnikook-vind ik ook dakkannie-dat kan niet tissallaat-het is al laat
Dictee (20 woorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
mogek-mogelijk vkansie-vakantie possegel-postzegel voebballen-voetballen nommaal-normaal sessensestig-zesenzestig vlopugnie-voorlopig niet zuwwegaan?-zullen we gaan? sakdoen-zal ik doen hoegaadut?-hoe gaat het?
De inhoud van SchrijfBeter