Projectfiche RENOVATIE APPARTEMENTSGEBOUW ‘STERRENVELD’ Wijk Ban Eik te Wezembeek-Oppem - oplevering voorzien voor juni 2007 Bouwheer: Contactpersoon: Architect: Raadgevend ingenieur technieken: Oppervlakte:
Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting CV Bezemstraat 83 B 131, 1600 St.-Pieters-Leeuw Dhr. L. Van den Eynde – tel. 02/371 03 30 Architectenbureau Quirynen & Jacobs, Genk RCR studiebureau 7.450 m² (S1 incl. wintertuinen) 900 m² (S2) 600 m² (S3)
A. Grondige renovatie van bestaand appartementsgebouw (S1) met extra aandacht voor ecologische en duurzame ingrepen als voorbeeldproject : 61 sociale appartementen over 10 bouwlagen. Op gelijkvloers vormen een aantal appartementen (gedeeltelijke duplex) een sokkel, niveau +1 vormt de architecturale scheiding tussen sokkel en bovenbouw en bevat de bergingen en de toegangen tot de bovenbouw. In de bovenbouw (niveau 2 t/m 10) zijn per niveau telkens 2 ‘doorzon’appartementen (appartementen met minstens 2 tegenover elkaar liggende oriëntaties) aan de drie traphallen gekoppeld. Helemaal bovenaan bevinden zich de technische ruimtes voor het gebouw alsook twee onderstations voor GSM-operatoren. Totale hoogte 38 m (hoogbouw). De oorspronkelijke planindeling en organisatie werden volledig verlaten ten voordele van een meer eigentijdse woonomgeving.
S2
S1
S3
B. Tevens renovatie van twee bijgebouwen: Het gebouw waarin zich de vroegere stookplaats (S2) bevond die volgens het principe van afstandsverwarming de hele site bediende: 150 woningen + 4 grote appartementsgebouwen (Sterren-, Zonne-, Bloemen- en Zwaluwenveld), met telkens 70 à 90 appartementen. In de nieuwe situatie bevat het gebouw enkele burelen, een conciërgeappartement en een ontmoetingsruimte voor de bewoners van de site. Deze ontmoetingsruimte wordt tevens gebruikt als sensibiliseringsruimte voor de aspecten van energiebeheer en duurzaam bouwen. Ten slotte werden in de vroegere winkel (S3) op de site kantoren ondergebracht.
Dossier 01.06: Sterrenveld
pag. 1/7
Projectfiche Voor de verdere bespreking beperken we ons tot bouwdeel S1 De technieken in dit bouwdeel omvatten: o mechanische ventilatie volgens het principe van dubbele flux (toevoer en afvoer) en warmteterugwinning, o statische verwarming met radiatoren op lage temperatuur, o sanitair met toepassing van zonnecollectoren, waterbesparende toestellen en gedeeltelijk toestellen voor gebruik door minder validen, o elektriciteit met toepassing van fotovoltaïsche cellen, energiezuinige schakelingen en/of lampen, o beveiliging: branddetectie, bliksemafleiding, toegangscontrole, camerabewaking o controle op de energiestromen via een gebouwbeheerssysteem en verschillende permanente metingen van energiestromen. Architecturale keuzes Het belangrijkste uitgangspunt voor dit gebouw m.b.t. duurzaamheid is de keuze voor behoud van dit bouwvolume i.p.v. afbraak. Afbraak betekende de stedenbouwkundige onmogelijkheid om eenzelfde volume terug op te bouwen. Behoud stond voor de uitdaging een bestaande structuur met al haar ruimtelijke en structurele beperkingen om te vormen tot een eigentijds gebouw waarin verschillende principes van duurzaamheid zijn toegepast. Door zijn vorm is het gebouw al zeer compact, bovendien werd de buitenschil sterk geïsoleerd waardoor een K-35 peil wordt gehaald. De nieuwe grondplannen voor de typeverdieping resulteren in telkens twee ‘doorzon’appartementen naast een circulatiezone met trap en lift. De trap is o.w.v. brandtechnische redenen opgevat als buitentrap. Op niveau 7 en 9 zijn er tussenverbindingen tussen telkens twee traphallen. De keuze voor dit plan levert behalve het voor het leefcomfort belangrijke voordeel van minstens twee verschillende oriëntaties per appartement ook de mogelijkheid van toepassing van dwarsventilatie (bijv. als toepassing van nachtventilatie in de zomer op natuurlijke wijze). Aan de zuidgevel werden wintertuinen (zonder verwarming of koeling) geplaatst die buiten de extreme winter- en zomersituatie een energetisch gratis extra oppervlakte bieden en tijdens de extremere winter- en zomersituatie een buffer vormen tegen die extremere weersomstandigheden. De onderste glasdelen vormen een borstwering, de bovenste kunnen volledig open gezet worden Ruimtelijke organisatie technische uitrusting Door de opbouw in verschillende lagen was de organisatie van de tracés van technische leidingen tussen dak binnen de beperkte beschikbare verdiepingshoogte een hele uitdaging. In de bovenbouw bevinden de kokers zich centraal in het appartement om van daaruit zonder hinder voor de verdiepingshoogte in de verblijfsruimten de verdeling van toevoerlucht en afvoerlucht te organiseren.
Dossier 01.06: Sterrenveld
pag. 2/7
Projectfiche
Die kokerpositie ligt dus ook onveranderlijk vast voor de verdeling vanaf de technische ruimte. Om binnen de beperkte omvang van de dakopbouw van de technische verdieping de organisatie van de circulatie tussen de verschillende ruimten logisch te houden is geopteerd voor een valse vloer voor de verdeling van de centrale installaties naar de verschillende kokers. Deze keuze heeft als bijkomend voordeel dat de technische installaties voor bezoekers makkelijker te overzien zijn
Het plan op niveau +1 en niveau 0 verschilt in ruime mate van dit van de typeverdieping waardoor ook hier telkens een verloop van de technische installaties is gezocht binnen de (vooral op niveau +1) beperkte ruimte.
Mechanische ventilatie: Centrale afzuiging van natte cellen, keukens en bergingen en toevoer van verse lucht in slaapkamers en leefruimten. Deze ventilatie wordt gerealiseerd door vier luchtgroepen: twee groepen die telkens één koker bedienen en twee grotere die telkens twee kokers bedienen. Alle groepen zijn uitgerust met een systeem voor warmteterugwinning. We pasten drie verschillende recuperatiesystemen (platenwisselaar (2x), heatpipe en warmtewiel) toe om door de permanente metingen het thermisch rendement voor elk te bepalen in eenzelfde specifieke omstandigheid van collectieve sociale woningbouw. Centrale kern voor luchtverdeling
Apart systeem voor perifere slaapkamers
Dossier 01.06: Sterrenveld
pag. 3/7
Projectfiche
De slaapkamers aan de zuidzijde die niet aan de centrale zone palen hebben zijn per travee aangesloten op een apart huishoudelijk warmte terugwinapparaat.
Centrale luchtgroep met heat-pipe op technisch niveau 11
Pulsierooster boven deur leefruimte
Huishoudelijke WTW-unit op technisch niveau 11 voor perifere slaapkamers
Als ontwerper zijn we ons bewust van de problematiek van gedwongen mechanische ventilatie in de private sfeer, zeker wanneer dit centraal voor verschillende wooneenheden gebeurt. Bij het ontwerp hebben we getracht de tegenstelling tussen (beschikbare) ruimte enerzijds en geluid en tocht anderzijds optimaal te verzoenen. In dit project is bijzondere aandacht gegaan naar de werking van de dampkap. Omdat in vorige projecten het moeilijk bleek om bij centrale afzuig een verhoogde afzuigcapaciteit te koppelen aan een stille permanente afzuig hebben we nu een bypass toegepast die opent bij inschakelen van de dampkap en op die manier het debiet verhoogt dat afgezogen wordt via de dampkap. Omdat op dit ogenblik bij een dubbel flux systeem ook de toevoer moet verhoogd worden is die dubbele bypass ook toegepast op de toevoer naar de leefruimte.
Bypass op de toevoer
Verwarming: GCV-systeem waarbij temperatuursregeling, warmtetelling en verbruikstelling warm water zijn geïntegreerd om het gasverbruik van de centrale verwarmingsinstallatie te verdelen onder de huurders i.f.v. het verbruik. Radiatoren gedimensioneerd op lage temperatuur (70-50°C) bij ontwerpvoorwaarden (-8°C, buren op 10°C), waardoor gedurende het overgrote deel van het stookseizoen op zeer lage temperatuur moet gestookt kunnen worden. Om het effect van die lage temperatuur op het ketelrendement te onderzoeken zijn de systemen op hogere temperatuur (luchtgroepen, naverwarming sanitair warm water) gekoppeld op een andere ketel. Er is enkel een bypass tussen beide systemen voorzien voor in geval van defect aan een van beide ketels.
Dossier 01.06: Sterrenveld
pag. 4/7
Projectfiche Sanitair: Centrale aanmaak van sanitair warm water d.m.v. zonnecollectoren met vacuümbuizen. De keuze voor vacuümbuizen gebeurde als gevolg van de beperkte beschikbare dakoppervlakte: terrassen, GSMantennes… en de mogelijkheid deze tegen de gevel te plaatsen (architecturaal interessant) en de voor eenzelfde opbrengst kleinere noodzakelijke oppervlakte.
Zonnecollectoren buiten
Opslagvaten binnen
Door ramen aan te brengen in de aanpalende technische ruimte kunnen de collectoren ook van binnenuit gezien en toegelicht worden bij geleide bezoeken aan de installaties. Warm water wordt verzacht, koud water niet. Het kraanwerk op was- en spoeltafels is er op gericht om het (warm) waterverbruik te beperken. Hiertoe zijn kranen toegepast waaruit in ‘normale’ stand steeds eerst koud water loopt aan een laag debiet. Voor verhoogd debiet moet een extra weerstand overbrugd worden. In een aantal appartementen werd het sanitair aangepast voor mensen met een beperkte mobiliteit door toepassing van was- en spoeltafelkranen met lange greep, extra grepen aan toilet en douche, lage instap voor douche en een douchezitje. Ook dit is een toepassing van het duurzaamheids principe waarbij mensen bij veroudering zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven. Voor regenwaterrecuperatie werd bewust niet geopteerd gezien het kleine dakoppervlak voor zeer veel gebruikers. Bij een zo gering aanbod weegt de beperkte waterbesparing niet op tegen de kosten voor afrekening en drukverhoging op leidingwater bij navulling. Elektriciteit: Verlichting. De verlichting in de rondgang is van het type met spaarlampen (fluorescentie) en wordt aangeschakeld met een fotocel om bij nacht een verhoogd veiligheidsgevoel te creëren. De verlichting in de traphallen is opgedeeld in verschillende zones: de verlichting in de meest gebruikte zone ter plaatse van de lift en de toegangsdeuren wordt geschakeld door een bewegingsdetector, de toestellen op de minder gebruikte overlopen d.m.v. drukknoppen met tijdsrelais. Wegens de ervaringen van sterk verhoogde slijtage van fluorescentielampen die frequent voor een korte periode worden geschakeld zijn deze armaturen uitgerust met gloeilampen. Indien bij verdere evolutie van de spaarlampen dit nadeel bij frequente schakeling wordt opgelost kunnen spaarlampen met E27 fitting eenvoudig toegepast worden. Toepassing van veiligheidsverlichting bij vorsttemperaturen leidt tot versnelde slijtage van de batterijen daarom werd voor de veiligheidsverlichting van de traphallen een centrale schakeling gestuurd door een vorstsensor toegepast die de lampen aanschakelt bij vorsttemperaturen. De warmte die de lampen dan afgeven is voldoende om de batterijen te schakelen.
Dossier 01.06: Sterrenveld
pag. 5/7
Projectfiche
Op het dak van de wintertuinen werden panelen met fotovoltaïsche cellen geplaatst voor elektriciteitsproductie ten voordele van de technische installaties. Eén van de panelen werd tegen de wand van het terras opgehangen als educatief materiaal bij geleide bezoeken.
Veiligheid: Het oorspronkelijke gebouw Sterrenveld kende een probleem van vandalisme. Een eerste aanpak de keuze voor een grondige architecturale opwaardering van de hele wijk op basis Behalve dit uitgangspunt zijn er ook enkele technische maatregelen toegevoegd om het veiligheidsgevoel te verhogen: Toegangscontrole: de centrale toegang tot de verdiepingen wordt geopend met een kaartlezer waarbij het eenvoudig is niet langer gewenste personen toegang te ontzeggen door hun kaart uit het systeem te schrappen zonder hinderlijke aanpassingen van slot en bijhorende sleutels van álle bewoners. Een videofoon laat toe bezoekers bij aanmelding te controleren. Op de buitenrondgang op het toegangsniveau (niveau +1) tot de hogere verdiepingen zijn volgende voorzieningen geplaatst ter verbetering van de algemene veiligheid: camera’s (tevens voorzien in de liften). een ontdooiinginstallatie om de loopzone tot de liften maximaal ijzelvrij te houden. Buitenverlichting bediend door een schemerschakelaar. Automatische branddetectie in de bergingen die zich samen op dit niveau bevinden. In de appartementen zelf zijn autonome branddetectoren aangebracht op batterijen met een lange levensduur, (dus niet gekoppeld op de automatische branddetectie). Gezien de hoogte van het gebouw en haar ligging is dit uiteraard uitgerust met een bliksemafleiding (zie ook foto van de fotovoltaïsche panelen).
Dossier 01.06: Sterrenveld
pag. 6/7
Projectfiche Opvolging: Gezien zijn functie als voorbeeldproject is het van bij de start van het ontwerp de bedoeling geweest om de aangewende installaties naar hun rendement in de specifiek situatie van collectieve sociale woningbouw te onderzoeken. Om dit mogelijk te maken zijn er enerzijds verschillende meetinstrumenten aangebracht en is anderzijds een gebouwbeheerssysteem (GBS) voorzien dat behalve de optimalisatie van de verschillende installaties ook toelaat de energieprestaties van de installaties door te lichten. Er werd een contract afgesloten met de energiecel van de firma Siemens om op regelmatige tijdstippen energierapporten te generen. Die rapporten zullen uitwijzen welke maatregelen zinvol gebleken zijn en welke problemen er worden vastgesteld. Problemen zullen we trachten te verbeteren door toelichting aan de gebruikers en bijsturingen van de regelingen van de installatie om op die manier te komen tot een optimalisatie van de beschikbare techniek. Budgetevolutie (in EURO excl. BTW) Raming voorontwerp 15.10.2002
Raming aanbesteding 04.06.2003
Toewijzing 22.08.2003
S1 Ventilatie
185.000,00
153.656,50
215.290,00
S1 Verwarming
380.000,00
407.135,50
542.173,77
S1 Sanitair
475.000,00
322.180,50
372.278,79
S1 Liften
235.000,00
244.900,00
161.020,00
S1 Elektriciteit
390.000,00
441.591,60
315.213,69
1.665.000,00
1.569.464,10
1.605.976,25
S2 Elektriciteit
42.972,00
41.830,80
S2 HVAC/san
80.924,00
106.748,44
S3 Elektriciteit
63.630,80
50.975,13
S3 HVAC/san
51.020,00
62.846,65
Totaal S2 en S3
238.546.80
262.401,02
Totaal project
1.808.010,90
1.868.377,27
Totaal S1
Dossier 01.06: Sterrenveld
Oplevering 05.06.2007
pag. 7/7