Beleidsterrein P&O
6.12 Salderings- en uitruilregeling 6.12.1 Doel / aanleiding De CAO Primair Onderwijs schrijft, in artikel 7.5 lid 8 voor dat de werkgever bij de vergoeding van reiskosten gebruik maakt van de ‘salderingsregeling’. Tot nu toe werd dit door De Basis niet uitgevoerd. Met ingang van het jaar 2009 wil De Basis toepassing gaan geven aan dit CAO artikel. Het doel van de regeling is om de medewerker een hogere reiskosten vergoeding woonwerkverkeer te bieden dan op grond van de geldende CAO. Om dit doel te verwezenlijken vindt eerst saldering plaats van de ontvangen vergoedingen voor reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen en vervolgens door toepassing van de ‘uitruilregeling’. 6.12.2 Wettelijke verankering CAO artikel 7.5 lid 8, Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965 artikel 10f en Besluit Belastingdienst CPP2008/1727M d.d. 08-09-2008. 6.12.3 Samenvatting De Basis beoogt met het invoeren van deze gecombineerde regeling voor zijn medewerkers een betere vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer te realiseren dan de vergoeding die de werknemer nu ontvangt op grond van zijn huidige CAO zonder dat dit voor de werkgever tot (aanzienlijke) extra uitgaven leidt. De regeling bestaat in feite uit twee delen, te weten het salderingsdeel en een ‘uitruildeel’. De salderingscomponent voorziet er in om het deel van de vergoeding voor dienstreizen dat in eerste instantie bruto is vergoed om te ruilen tegen een netto vergoeding, uiteraard voor zover de salderingsruimte dit toelaat. De salderingsruimte bestaat uit het verschil tussen de vergoeding woon-werkverkeer volgens de CAO en een vergoeding woon-werkverkeer op basis van alle tussen woning en werk gereisde kilometers die belastingvrij vergoed mogen worden. De kern van de uitruilregeling houdt in, dat iedere medewerker kan profiteren van een onbelaste vergoeding woon-werkverkeer mits hij, als tegenprestatie, bereid is om hiervoor (een deel van) de eindejaarsuitkering in te leveren. Per saldo resulteert het ruilen in het ontvangen van het fiscale voordeel over het bedrag dat wordt uitgeruild. Dit voordeel bedraagt voor het merendeel van de medewerkers zo’n 42%. Het nadeel van het uitruilen van de eindejaarsuitkering is dat de grondslag voor het bepalen van een WIA-uitkering of ontslaguitkering wordt verlaagd. De consequenties hiervan is dat de WIA of werkloosheidsuitkering lager zal zijn. Het gaat daarbij echter om een zeer gering bedrag. De uitruil heeft ook tot gevolg dat het fiscale jaarloon wordt verlaagd. Dit kan in grenssituaties leiden tot het toepassen van een lager tarief bijzondere beloningen in het volgende kalenderjaar. De regeling is voor iedereen toegankelijk. De medewerker dient zelf te bepalen of het fiscale voordeel dat kan worden verkregen, opweegt tegen het (geringe) nadeel van lagere uitkeringen. Daarom wordt medewerkers jaarlijks gevraagd of ze van de regeling gebruik willen maken.
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 1 van 14
6.12.3 Regeling 6.12.3.1: Saldering vergoeding reiskosten woon-werkverkeer - dienstreizen a. De medewerker ontvangt op zijn verzoek, met de toepassing van deze regeling voor de door hem afgelegde kilometers woon-werkverkeer, de vergoeding die de belastingdienst fiscaal onbelast mogelijk maakt. b. Woon-werkkilometers zijn de kilometers die tussen de woonplaats en de standplaats van de werknemer daadwerkelijk worden afgelegd, berekend via de snelste route van de ANWB routeplanner. c. Per werkdag wordt slechts één keer de afstand woon-werkverkeer vergoed. d. Saldering van vergoedingen reiskosten woon-werkverkeer en vergoedingen wegens dienstreizen vindt plaats in de maand december van het jaar waarvoor een aanvraag is ingediend. e. Bij het salderen worden slechts die (vergoedingen voor) dienstreizen in aanmerking genomen die op 1 december van het jaar waarvoor een aanvraag is ingediend zijn gedeclareerd en door De Basis zijn verwerkt. 6.12.3.3: regeling bevoorschotting reiskosten woon-werkverkeer en saldering eindejaarsuitkering (‘uitruilregeling’) a. In plaats van de maandelijkse vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer ontvangt de medewerker maandelijks een voorschot op deze vergoeding. Het voorschot is gelijk aan het, op basis van de CAO, te verstrekken vergoedingsbedrag. b. Jaarlijks in de maand december wordt de vergoeding voor woon-werkverkeer in dat kalenderjaar voor de medewerker definitief vastgesteld en uitgekeerd. c. Het bedrag van de vergoeding wordt berekend op basis van de werkelijk tussen woning en werk afgelegde kilometers. Het vergoedingsbedrag is gelijk aan de door de belastingdienst toegestane belastingvrije vergoeding van reiskosten. d. Van het vergoedingsbedrag worden de verstrekte voorschotten woon-werkverkeer afgetrokken. e. Als tegenprestatie voor de onder b. en c. genoemde vergoeding verklaart de werknemer in te stemmen met het inleveren van (een deel van) de door hem opgebouwde aanspraken structurele eindejaarsuitkering of - indien deze aanspraken niet toereikend zijn ook met (een deel van) zijn opgebouwde aanspraken eindejaarsuitkering Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP). f. De uit te keren reiskostenvergoeding woon-werkverkeer is nooit groter dan het bedrag van de door de medewerker ingeleverde eindejaarsuitkering. Voor werknemers die zich niet bereid hebben verklaard (een deel van) de eindejaarsuitkering in te leveren is de vergoeding niet groter dan het verstrekte voorschot. g. De werknemer ontvangt de genoemde vergoeding in de reguliere uitbetalingmaand van de structurele eindejaarsuitkering en/of eindejaarsuitkering OOP. h. Werknemers die in de loop van het kalenderjaar de organisatie verlaten, kunnen op het moment waarop hun dienstverband eindigt op aanvraag van deze regeling gebruik maken zolang en voorzover er nog aanspraken structurele eindejaarsuitkering en/of eindejaarsuitkering OOP moeten worden afgerekend. 6.12.3.4: Aanvraagprocedure a. Voor het verkrijgen van een aanvullende onbelaste vergoeding reiskosten woonwerkverkeer ingevolge deze regeling Overhandigt de werknemer zijn werkgever uiterlijk op 1 december van het betreffende jaar een volledig ingevuld en ondertekend ‘Aanvraagformulier/verklaring deelname ‘uitruil’- en salderingsregeling’. Op dit formulier dient de werknemer aan te geven: P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 2 van 14
− op welke werkdagen hij in het betreffende jaar tot 1 december volgens rooster heeft gewerkt, waarbij door hem geen rekening hoeft te worden gehouden met dagen die zijn uitgevallen wegens ziekteverlof en vakantie; de werkgever houdt hier wel rekening mee; − op welke dagen hij in het betreffende jaar vanaf 1 december volgens rooster nog verwacht te werken, waarbij door hem geen rekening hoeft te worden gehouden met dagen die mogelijk uitvallen wegens ziekteverlof en vakantie; de werkgever houdt hier wel rekening mee; − op hoeveel kilometer afstand hij woont van zijn werk indien hij geen vergoeding woon-werkverkeer ontvangt; − te verklaren dat hij voor het jaar waarop zijn aanvraag betrekking heeft instemt met een verlaging van (een deel van) zijn opgebouwde aanspraken structurele eindejaarsuitkering of - voor zover deze aanspraken niet toereikend zijn tevens met (een deel van) zijn eindejaarsuitkering OOP/OBP; − te verklaren dat hij bekend is met de consequenties die aan een dergelijke ruil verbonden (kunnen) zijn voor de grondslagen voor pensioen-, WIA-, of ontslaguitkeringen. De consequenties die aan het uitruilen van bruto aanspraken tegen een onbelaste reiskostenvergoeding verbonden kunnen zijn, zijn opgenomen in de Toelichting op de cafetaria- en salderingsregeling reiskosten. b. Het gebruik maken van de regeling is vrijwillig. c. De Basis controleert de aanvraag, beoordeelt of de aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden en, indien de door de werknemer verstrekte gegevens correct zijn, verwerkt en archiveert de aanvraag. Indien bij de controle onvolkomenheden worden geconstateerd, ontvangt de werknemer de aanvraag retour waarbij wordt aangegeven waarom de aanvraag niet kan worden verwerkt. Herstel en alsnog verwerken van de aanvraag is niet mogelijk. d. Aanvragen voor deelname die na 1 december van het betreffende jaar worden ingeleverd worden niet in behandeling genomen. 6.12.3.5: Verhaal Indien bij controle door de Belastingdienst en/of controle door De Basis wordt geconstateerd dat door de werknemer onjuiste gegevens zijn verstrekt, zal het ontvangen voordeel van de aanvullende onbelaste vergoeding voor woon-werkverkeer alsnog worden teruggeboekt, hetgeen voor de werknemer zal leiden tot een terugbetaling. 6.12.3.6: Toepassing regeling Deze regeling treedt in werking op 1 januari 20091 en is geldig tot het moment waarop De Basis deze regeling intrekt dan wel tot het moment dat de fiscale regelgeving op het terrein van reiskostenregelingen intrekking van deze regeling noodzakelijk maakt. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de algemeen directeur van De Basis. Bijlagen Toelichting op de regeling en aanvraagformulier.
1
In het jaar 2009 reeds verstrekte vergoedingen worden niet meer gecorrigeerd. P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 3 van 14
Toelichting cafetaria- en salderingsregeling reiskosten woon-werkverkeer 2009 Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Inleiding De werkgever streeft er naar om zijn werknemers in de gelegenheid te stellen keuzes te kunnen maken uit een flexibel pakket arbeidsvoorwaarden. Zo’n flexibel pakket of onderdelen daarvan worden vaak aangeduid als “cafetariamodel”. Hierbij kunnen werknemers keuzes maken of zij hun salaris of salariscomponenten willen uitruilen tegen andere zaken waar individueel behoefte aan bestaat. Een voorbeeld daarvan is de Fietsregeling. De Basis heeft aan zijn pakket arbeidsvoorwaarden nu een regeling toegevoegd voor het verkrijgen van een onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer in combinatie met het salderen van verstrekte vergoedingen voor reiskosten woon-werkverkeer en dienstreizen. Wat beoogt De Basis met de invoering van deze regeling? De werkgever beoogt met het invoeren van deze gecombineerde regeling voor zijn werknemers een betere vergoeding voor reiskosten woon-werkverkeer te realiseren dan de vergoeding die de werknemer nu ontvangt op grond van zijn huidige CAO zonder dat dit voor de werkgever tot (aanzienlijke) extra uitgaven leidt. De regeling bestaat in feite uit twee delen, te weten het salderingsdeel en een ‘uitruildeel’. De salderingscomponent voorziet er in om het deel van de vergoeding voor dienstreizen dat in eerste instantie bruto is vergoed om te ruilen tegen een netto vergoeding, uiteraard voor zover de salderingsruimte dit toelaat. De salderingsruimte bestaat uit het verschil tussen de vergoeding woon-werkverkeer volgens de CAO en een vergoeding woon-werkverkeer op basis van alle tussen woning en werk gereisde kilometers die belastingvrij vergoed mogen worden. De kern van de uitruilregeling houdt in, dat iedere medewerker kan profiteren van een onbelaste vergoeding woon-werkverkeer mits hij, als tegenprestatie, bereid is om hiervoor (een deel van) de eindejaarsuitkering in te leveren. Per saldo resulteert het ruilen in het ontvangen van het fiscale voordeel over het bedrag dat wordt uitgeruild. Dit voordeel bedraagt voor het merendeel van de medewerkers zo’n 42%. Het nadeel van het uitruilen van de eindejaarsuitkering is dat de grondslag voor het bepalen van een WIA-uitkering of ontslaguitkering (iets) wordt verlaagd. De consequentie hiervan is dat de WIA of werkloosheidsuitkering lager zal zijn. Het gaat daarbij echter om een zeer gering bedrag. De uitruil heeft ook tot gevolg dat het fiscale jaarloon wordt verlaagd. Dit kan in grenssituaties leiden tot het toepassen van een lager tarief bijzondere beloningen in het volgende kalenderjaar. De regeling is voor iedereen toegankelijk. De medewerker dient zelf te bepalen of het fiscale voordeel dat kan worden verkregen, opweegt tegen het (geringe) nadeel van lagere uitkeringen. Daarom wordt medewerkers jaarlijks gevraagd of ze van de regeling gebruik willen maken.
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 4 van 14
Uitgangspunten en keuzes Om tot een goede uitwerking en toepassing van deze regeling te komen heeft De Basis eerst een aantal uitgangspunten geformuleerd. De verdere opzet van de regeling moet telkens aan deze uitgangspunten getoetst kunnen worden. Daarnaast bieden deze uitgangspunten houvast om uitzonderingssituaties te kunnen beoordelen en hierin tot een beslissing te komen. Deze uitgangspunten luiden als volgt: • • • • •
De regeling mag niet in strijd zijn met de geldende CAO en eigen doelstellingen van de organisatie; de in de geldende CAO vastgelegde definities blijven onverminderd van kracht; De regeling mag niet leiden tot meerkosten voor de werkgever, met uitzondering van een lichte toename van administratieve lasten; termijnen moeten strikt worden toegepast; Toepassing van de regeling mag in vergelijkbare situaties niet leiden tot ongelijke behandeling; deelname aan de regeling door medewerkers vindt plaats op vrijwillige basis; Wijzigingen in de CAO en/of belastingregeling kunnen aanpassing van de regeling noodzakelijk maken; De Algemeen Directeur beslist indien er zich onvoorziene situaties voordoen.
Naast bovengenoemde uitgangspunten heeft de werkgever bij het uitwerken van de regeling de volgende keuzes gemaakt: • •
• •
Vaststelling van het maximum aantal werkdagen voor de categorieën Directie, OP en OOP: Dit aantal is vastgesteld op 214 dagen (conform de Belastingdienst dit heeft bepaald); Vaststelling van het aantal dagen verlof dat in mindering moet worden gebracht op de opgave van werkdagen volgens rooster door de werknemer: ziektedagen en dagen waarop ander verlof dan vakantieverlof wordt genoten worden in deze regeling niet in aanmerking genomen indien het verlof korter duurt dan 1 week; Wijze van vaststelling van het aantal kilometers woon-werkverkeer: de afstand woning-werk zal worden bepaald d.m.v. de routeplanner van de ANWB op basis van de snelste route: Vaststelling bronnen voor uitruil voor toepassing van de cafetariaregeling voor reiskosten: geen andere bronnen dan de Structurele eindejaarsuitkering en de Eindejaarsuitkering OOP, waarbij de Structurele eindejaarsuitkering als eerste bron zal worden benut.
Toelichting op de belangrijkste uitgangspunten en keuzes 1.
De regeling mag niet in strijd zijn met de geldende CAO en eigen doelstellingen van de organisatie; de in de geldende CAO vastgelegde definities blijven onverminderd van kracht. De medewerker blijft maandelijks de in de CAO vastgelegde vergoeding woning–werk ontvangen als voorschot op de definitieve afrekening in december. Voorheen was deze maandelijkse vergoeding de “eindvergoeding”. In het kader van de nieuwe regeling wordt deze maandvergoeding gezien als een voorschot. De betalingswijze van dit voorschot ondergaat geen verandering. Medewerkers die op een dusdanige afstand van hun
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 5 van 14
standplaats wonen dat er, overeenkomstig de CAO, geen vergoeding mogelijk is ontvangen geen voorschot. Zij kunnen echter ook deelnemen aan deze regeling door gebruik te maken van de eindafrekening in december. Ook de betaalbaarstelling van de vergoeding voor gemaakte dienstreizen ondergaat gedurende het kalenderjaar geen verandering. 2.
De regeling mag niet leiden tot meerkosten voor de werkgever met uitzondering van een lichte toename van administratieve lasten; termijnen zullen strikt worden toegepast. De werknemer kan uiterlijk op 1 december een aanvraag indienen om aan de Cafetariaregeling reiskosten deel te nemen. Het initiatief tot gebruikmaking van de regeling ligt bij de medewerker, gebruikmaking van de regeling is vrijwillig. Ter voorkoming van extra administratieve lasten is gekozen voor één verrekeningsmoment per kalenderjaar. Gekozen is voor uitbetaling in de maand december, waardoor verrekening met de eindejaarsuitkering mogelijk is. Voor deze regeling is een apart aanvraagformulier ontwikkeld. Hierop dient de werknemer de werkdagen aan te kruisen volgens rooster zonder daarbij rekening te houden met ziektedagen en vakanties. De werkgever doet dit uiteraard wel. De uiterste inleverdatum van 1 december is hard. Hiervan kan niet worden afgeweken! Inlevering van de aanvraag na 1 december heeft tot gevolg dat in het betreffende jaar geen gebruik van de regeling kan worden gemaakt. De aanvragen zullen in de verwerkingsmaand december verwerkt moeten worden om te bewerkstelligen dat deze meegenomen worden in het desbetreffende fiscale jaar. Tevens zal er voldoende gelegenheid moeten zijn voor de uitvoering van een steekproefsgewijze interne controle. Medewerkers die in de loop van het kalenderjaar de organisatie verlaten kunnen op het moment waarop het dienstverband eindigt van deze regeling gebruik maken zolang en voor zover er nog een Structurele eindejaarsuitkering of Eindejaarsuitkering OOP met de werkgever moet worden afgerekend. In een dergelijke situatie kan de werknemer zijn aanvraag dus op een eerder moment indienen. Om deze reden is het in behandeling nemen van, vanwege onvolledig of onjuist ingevulde formulieren, eerder afgewezen aanvragen niet mogelijk. De uiterste datum van inlevering is tevens vastgesteld om de volgende reden: Bij het salderen worden slechts die (vergoedingen voor) dienstreizen in aanmerking genomen die op 1 december van het jaar waarvoor een aanvraag is ingediend zijn gedeclareerd én door de werkgever zijn verwerkt. De werkgever zal zich inspannen om de verwerkingtermijn van ingediende declaraties voor dienstreizen in november zoveel als mogelijk is in te korten. Het salderen van de dienstreizen geschiedt gedurende het kalenderjaar op het moment van indienen van een dienstreisdeclaratie door de werknemer. Om de administratieve lasten tot een minimum te beperken heeft de werkgever er ook voor gekozen om geen aanvullende overeenkomsten voor contractuele verlaging van aanspraken op te maken daar deze een extra schakel betekenen in de afhandeling. In plaats daarvan dient de werknemer op zijn aanvraagformulier te verklaren dat hij instemt met een eenmalige verlaging (lees: uitruil) van (een deel van) zijn Structurele
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 6 van 14
eindejaarsuitkering of met een verlaging van zijn Structurele eindejaarsuitkering tezamen met (een deel van) zijn Eindejaarsuitkering OOP. 3.
Woon-werkkilometers zijn de kilometers die tussen de woonplaats en de standplaats van de werknemer daadwerkelijk worden afgelegd. De afstand tussen de woning en de standplaats kan variëren, al naar gelang het gebruikte vervoermiddel en de wijze van vaststelling van de route. De werkgever moet de reisafstand in redelijkheid aannemelijk kunnen maken bij de Belastingdienst. Om te voorkomen dat er discussie gaat ontstaan over wat nu wel of niet de juiste afstand is, heeft de werkgever besloten om de afstand woning-werk ongeacht de wijze van vervoer uniform vast te stellen en wel volgens de ANWB-routeplanner. Dit is een door de belastingdienst goedgekeurde berekeningsmethode. Hierbij wordt het aantal kilometers van de woning tot de standplaats van de werknemer in de sector PO berekend op basis van de snelste route. Deze afstand wordt vervolgens verdubbeld. De uitkomst vormt het maximaal te vergoeden aantal kilometers per dag. De aard van het gebruikte vervoermiddel is derhalve niet bepalend voor de hoogte van de vergoeding per afgelegde kilometer.
4.
Vaststelling bronnen voor uitruil voor toepassing van de cafetariaregeling voor reiskosten. Zoals hierboven is aangegeven zal de Structurele eindejaarsuitkering als eerste bron worden benut. Uitsluitend indien deze bron niet toereikend is om een onbelaste reiskostenvergoeding te verstrekken voor het totaal aantal kilometers woning-werk, zal tevens de bron Eindejaarsuitkering OOP worden benut. Deze situatie kan zich voordoen indien de werknemer veel salderingsruimte heeft als gevolg van het feit dat hij op flinke afstand woont van zijn standplaats of als gevolg van uitruil van de Structurele eindejaarsuitkering voor vakbondscontributie of een onbelaste fietsvergoeding. De bronnen die thans gelden voor de Fietsregeling zullen niet worden beperkt: bij dreigende “opsoupering” van een van beide eindejaarsuitkeringen zal de betreffende werknemer die van de fietsregeling gebruik wil maken geadviseerd worden om zijn vakantie-uitkering als bron voor uitruil in te zetten.
5.
Deze regeling verliest haar geldigheid op het moment waarop CAO-partijen een andere regeling overeenkomen en/of de regels van de Belastingdienst wijziging ondergaan. De werkgever heeft de mogelijkheid om eigen regelingen te ontwerpen zolang en voorzover deze regelingen passen binnen de kaders van de CAO en/of overige wettelijke bepalingen. Zodra hierin wijzigingen optreden kan dit gevolgen hebben voor de opzet en uitvoering van deze regeling. Wijzigingen in de CAO en wet- en regelgeving zullen telkens op de mogelijke effecten voor toepasbaarheid van deze regeling worden beoordeeld. De werkgever stelt de medewerkers van relevante wijzigingen op de hoogte. In dit kader behoudt de werkgever zich het recht voor deze regeling te wijzigen of te herroepen mocht daartoe aanleiding zijn. Reeds goedgekeurde aanvragen zullen onder de condities waarop deze zijn goedgekeurd worden gehonoreerd, tenzij dit van overheidswege niet langer wordt toegestaan.
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 7 van 14
Vraag en antwoord In de praktijk blijken cafetariaregelingen tot veel vragen te leiden. De naar verwachting meest voorkomende vragen en antwoorden zijn hierna opgenomen. De werkgever verwacht u door deze toelichting meer duidelijkheid in deze materie te verschaffen. Mocht er desondanks iets niet duidelijk zijn, schroomt u dan niet u nader te laten informeren door één van de medewerkers van het bestuursbureau. De vragen en antwoorden luiden als volgt: 1) Kan iedereen gebruik maken van deze regeling? In principe wel (ook het korttijdelijk personeel in de sector PO) mits - zoals is aangegeven in het reglement - wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: • •
u voldoet aan de eisen met betrekking tot de aanvraagprocedure; u heeft zich bereid verklaard om (een deel van) uw bruto aanspraken op de Structurele eindejaarsuitkering en (in voorkomend geval) tevens van (een deel van) uw aanspraken op de Eindejaarsuitkering OOP uit te ruilen teneinde via een onbelaste vergoeding een hogere netto eindejaarsuitkering te kunnen ontvangen.
2) Hoe groot is het fiscale voordeel dat ik met deelname kan bereiken? Het fiscale voordeel dat met deelname bereikt kan worden hangt af van uw persoonlijke situatie en wordt grotendeels bepaald door de hoogte van het tarief bijzondere beloningen dat op u van toepassing is. Voor het merendeel van het personeel zal dit percentage 42 % bedragen over het bedrag dat wordt uitgeruild. Het tarief bijzondere beloningen wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van uw belastbaar inkomen van het voorgaande kalenderjaar en kunt u vinden op uw salarisspecificatie van o.a. de maanden mei en december, wanneer het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering betaalbaar worden gesteld. 3) Waarom wordt in deze regeling niet de mogelijkheid geboden om bruto salaris uit te ruilen tegen een onbelaste reiskostenvergoeding? De werkgever heeft besloten om een tijdelijke verlaging van het bruto salaris niet als bron aan te wijzen omdat hij van mening is dat er teveel nadelen zijn verbonden aan het uitruilen van bruto salaris. Een tijdelijke verlaging van bruto salaris betekent nl. dat: • • • •
•
Deze verlaging direct consequenties heeft voor de hoogte van de vakantiegelduitkering en de Structurele eindejaarsuitkering; Het uitruilen van salaris minder fiscaal voordeel oplevert daar in die situatie geen sprake is van toepassing van het tarief voor bijzondere beloningen maar van de maandtabel; Deze keus de hoogte van een jubileumgratificatie nadelig kan beïnvloeden; Naast het gegeven dat de verlaging van bruto salaris de grondslagen aantast waarop eventuele uitkeringen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid worden gebaseerd de verlaging ook gevolgen kan hebben voor andere inkomensafhankelijke uitkeringen zoals huursubsidie e.d. De werkgever wordt geconfronteerd met een beduidend hogere administratieve last.
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 8 van 14
4) Heeft gebruikmaking van deze regeling financiële gevolgen of kan gebruikmaking financiële gevolgen hebben? Het uitruilen van uw Structurele eindejaarsuitkering of uw eindejaarsuitkering OOP heeft als consequentie dat de grondslag voor het bepalen van een WIA-uitkering of ontslaguitkering wordt verlaagd. De consequenties hiervan zijn echter gering, omdat UWV bij de bepaling van een uitkering alle inkomstenbestanddelen (maandsalaris, vakantieuitkering, eindejaarsuitkering, bindingstoelage, overige toelagen) over een langere periode meeweegt. De verlaging van alleen de eindejaarsuitkering door gebruik te maken van de cafetariaregeling heeft daardoor dus een gering effect op het totaal. De uitruil bewerkstelligt ook dat het fiscale jaarloon wordt verlaagd. Dit kan in grenssituaties leiden tot het toepassen van een lager tarief bijzondere beloningen in het volgende kalenderjaar, waardoor u in dat kalenderjaar minder loonheffing betaalt. Het uitruilen van uw eindejaarsuitkering heeft géén gevolgen voor uw pensioenopbouw. Indien op enig moment in het jaar om een werkgeversverklaring voor een hypotheekaanvraag wordt gevraagd, dan zal de werkgever op dat moment rekening moeten houden met de gegevens die dan bekend zijn. Concreet betekent dit dat alleen in de maanden november en december rekening gehouden kan worden met een verlaging van de eindejaarsuitkering. De contactpersoon op de salarisadministratie is in voorkomend geval graag bereid u te adviseren en daarmee een bijdrage te leveren aan uw besluitvorming. 5) Kan de regeling verduidelijkt worden door het uitwerken van twee voorbeeldsituaties? Ja, zie onderstaande voorbeelduitwerkingen: Voorbeeld 1. Stel dat: • • • • • • • •
U tot de categorie onderwijzend personeel behoort en op 4 dagen per week werkt; op basis van het maximum van 214 dagen op jaarbasis bij een fulltime betrekking betekent dit 4/5 x 214 is 171 dagen per jaar; er geen dagen in mindering hoeven te worden gebracht wegens ziekteverlof of buitengewoon verlof dat langer dan 1 week heeft geduurd; u op 15 kilometer afstand van uw werk woont; u in het kalenderjaar waarvoor u een vergoeding heeft aangevraagd tot en met de maand november 2.000 kilometers heeft afgelegd voor zakelijke dienstreizen; uw Structurele eindejaarsuitkering bruto € 2.200,00 bedraagt; het percentage tarief bijzondere beloningen dat op u van toepassing is 42% bedraagt. U gedurende 10 maanden een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer heeft ontvangen conform de CAO-PO ter grootte van € 35,06 per maand, in totaal € 350,60;
Het toepassen van de Cafetaria- en salderingsregeling leidt dan tot het volgende resultaat: • •
Vaststellen van het totaalbedrag dat volgens de fiscus onbelast mag worden vergoed: 15 km x 2 (v.v.) x 171 dagen = 5.130 km x € 0,19 = € 974,70 voor woon/werkverkeer. Vaststellen van de fiscale ruimte :
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 9 van 14
•
•
•
€ 974,70 minus € 350,60 (ontvangen voorschot vergoeding woon-/werkverkeer) is € 624,10. Toepassen van de salderingsregeling zakelijke dienstreizen : 2000 km x (€ 0,28 minus € 0,19) = € 180,00. Omdat de fiscale ruimte groter is dan deze € 180,00 is het mogelijk om de dienstreiskilometers volledig netto à € 0,28 per kilometer uit te betalen. U ontvangt derhalve voor uw dienstreizen 2000 km x € 0,28 = € 560,00 netto. Vaststellen bedrag dat voor de toepassing van de cafetariaregeling (uitruil van de Structurele eindejaarsuitkering) in aanmerking komt na saldering van dienstreizen : € 624,10 (bij stap 2 berekende fiscale ruimte) minus € 180,00 (bij stap 3 gesaldeerde kilometers zakelijke dienstreizen boven fiscale norm van € 0,19 per kilometer) = € 444,10. Vaststellen maximumbedrag dat daadwerkelijk uitgeruild kan worden: De Structurele eindejaarsuitkering van bruto € 2.200,00 is toereikend om alle resterende kilometers woon-/werkverkeer onbelast te vergoeden tegen het tarief dat fiscaal mogelijk is. De volledige overgebleven fiscale ruimte na toepassing van de salderingsregeling ad € 444,10 mag derhalve uitgeruild worden.
Op uw salarisspecificatie van december kunt u dan het volgende vermeld zien worden: (Voor de duidelijkheid worden hier twee situaties naast elkaar geschetst. In werkelijkheid ziet u bij deelname de eerste kolom niet, terwijl de uitvoering van de Salderingsregeling meteen bij verwerking van uw dienstreisdeclaratie gaandeweg het kalenderjaar plaats dient te vinden, conform voorschrift van de Belastingdienst) Componenten: Salderingsregeling: Netto vergoeding dienstreizen door saldering (2000 km x € 0,28)
€ 560,00
Zonder saldering: Bruto vergoeding dienstreizen (2000 km x € 0,09) AF: loonheffing (42,00%)
€ 180,00 -/- € 75,60 € 104,40
BIJ: Netto vergoeding dienstreizen (2000 km x € 0,19)
€ 380,00
Netto vergoeding dienstreizen zonder saldering Nettovoordeel door toepassing van de salderingsregeling
€ 484,40 € 75,60
Bruto-netto berekening Structurele eindejaarsuitkering: AF: Verlaging i.v.m. uitruil AF: loonheffing (42,00%) BIJ: Verhoging i.v.m. uitruil Totaal netto
zonder uitruil:
met uitruil:
€ 2.200,00 n.v.t. € 924,00
€ 2.200,00 € 444,10 € 737,48
n.v.t.
€ 444,10
€ 1.276,00
€ 1.462,52
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 10 van 14
Nettovoordeel tussen wel of niet deelnemen aan de cafetariaregeling (1462,52 - 1276,00) € 186,52 Het totale fiscale voordeel door gebruik te maken van deze regeling bedraagt in dit voorbeeld € 75,60 (het resultaat van de toepassing van de salderingsregeling) plus € 186,52 (zijnde € 1.462,52 minus € 1.276,00) is in totaal € 262,12 Voorbeeld 2. Stel dat u: • • • • • •
Tot de categorie onderwijsondersteunend personeel behoort en op 5 dagen per week werkt; op de 214 dagen 5 dagen in mindering moeten worden gebracht wegens ziekteverlof of buitengewoon verlof dat langer dan 1 week heeft geduurd; u op 3 kilometer afstand van uw werk woont; u geen zakelijke dienstreizen heeft gemaakt in het kalenderjaar; uw Structurele eindejaarsuitkering bruto € 1.500,00 bedraagt; en het percentage tarief bijzondere beloningen dat op u van toepassing is 33,50% bedraagt.
Op basis van de huidige CAO heeft u dan: •
geen recht op een tegemoetkoming in de reiskosten woon-/werkverkeer, omdat u binnen een afstand van 7 kilometer van uw werk woont.
Het toepassen van de Cafetaria- en salderingsregeling leidt dan tot het volgende resultaat: •
Vaststellen van het totaalbedrag dat volgens de fiscus onbelast mag worden vergoed : 3 km x 2 (v.v.) x 214 - 5 dagen = 1.254 km x € 0,19 = € 238,26. • Vaststellen van de fiscale ruimte : Omdat de werknemer geen reiskostenvergoeding ontvangt, is de fiscale ruimte € 238,26. • Toepassen van de salderingsregeling zakelijke dienstreizen : Omdat betrokkene geen zakelijke dienstreizen heeft gemaakt, hoeft er niets gesaldeerd te worden. • Vaststellen maximumbedrag dat daadwerkelijk uitgeruild kan worden: De Structurele eindejaarsuitkering van bruto € 1.500,00 is toereikend om alle afgelegde kilometers woon-werkverkeer onbelast te vergoeden tegen het tarief dat fiscaal mogelijk is. De volledige fiscale ruimte ad € 238,26 kan derhalve uitgeruild worden. Op uw salarisspecificatie van december kunt u dan het volgende vermeld zien worden: (Voor de duidelijkheid worden hier twee situaties naast elkaar gesteld. In werkelijkheid ziet u bij deelname de eerste kolom niet).
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 11 van 14
Componenten:
zonder uitruil:
met uitruil:
Structurele eindejaarsuitkering: € 1.500,00 € 1.500,00 AF: Verlaging i.v.m. uitruil € n.v.t. € 238,26 AF: loonheffing 33,50% € 502,50 € 422,68 BIJ: Verhoging i.v.m. uitruil € n.v.t. € 238,26 Totaal netto € 997,50 € 1.077,32 Het fiscale voordeel bedraagt in dit voorbeeld € 79,82 (€ 1.077,32 minus € 997,50), oftewel 33,50% van € 238,26 (het bedrag dat in dit voorbeeld voor uitruil in aanmerking kwam). Ten slotte U dient voor u zelf te bepalen of het fiscale voordeel dat u bij deelname verkrijgt, opweegt tegen het (geringe) nadeel van lagere uitkeringen. Die keus heeft u ieder jaar .
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 12 van 14
vóór 1 december inleveren AANVRAAGFORMULIER SALDERINGSREGELING GEGEVENS WERKNEMER Werkgeversnummer : Stamnummer : Werknemersnaam : Straat en huisnr. : Postcode en Plaats. : Afstand woon- werk. : Aantal werkdagen. :
(zie salarisspecificatie)
km p/dag p/week
( gemiddeld p/dag enkele reis) ( gemiddeld indien niet gelijk aantal dgn
p/wk) VERKLARING WERKNEMER Ondergetekende verklaart: • Dat bovengenoemde afstand woon- en werkafstand verkeer enkelreis correct is2. • Dat vermelde aantal werkdagen per week correct is2. • Kennis te hebben genomen van de salderings- en uitruilregeling van De Basis en de daarbij behorende toelichting • Gebruik te willen maken van de mogelijkheid om (een deel van) de eindejaarsuitkering belastingvrij uitbetaald te krijgen door gebruik te maken van deze regeling • Te kiezen voor de volgende verrekening (een van beide aankruisen) Saldering tot het maximaal mogelijk bedrag Saldering tot een bedrag van maximaal € …,.. (invullen indien van toepassing) • •
Er van op de hoogte te zijn en er mee in te stemmen dat het SVW-loon door deze saldering verlaagd wordt. Eventuele declaraties dienstreizen tot en met november 2009 te hebben ingeleverd.
ONDERTEKENING WERKNEMER Aanvrager verklaart dit formulier naar waarheid te hebben ingevuld. Plaats: Datum:
2
Indien dit niet juist is neem dan contact op met het bestuursbureau, personeels- en salarisadministratie P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 13 van 14
Handtekening:
P:\01 De Basis 2009\01 Organisatie\02 Bestuur De Basis\03 handboeken van bestuur\HvB P&O\Salderingsregeling.doc Pagina 14 van 14