/ Battery Charging Systems / Welding Technology / Solar Electronics
42,0410,0898
008-31032015
Bedieningshandleiding NL
FRONIUS IG 15 / 20 / 30 / 40 / 60 / 60 HV
Gelijkrichter voor netgekoppelde fotovoltaïsche installaties
Geachte lezer, Wij danken u voor het vertrouwen dat u ons schenkt en feliciteren u met uw technisch hoogwaardige Fronius product. De onderhavige handleiding helpt u erbij zich met dit product vertrouwd te maken. Als u de handleiding zorgvuldig leest, zult u de veelzijdige mogelijkheden van uw Fronius-product leren kennen. Alleen op deze wijze kunt u de voordelen ervan optimaal benutten. Neem a.u.b. nota van de veiligheidsvoorschriften en zorg hierdoor voor meer veiligheid op de plaats waar het product wordt toegepast. De zorgvuldige behandeling van het product waarborgt een lange levensduur, hoge kwaliteit en betrouwbaarheid. Dit zijn essentiële voorwaarden voor uitstekende resultaten.
NL
Inleiding
ud_fr_st_et_00936
012012
Veiligheidsvoorschriften Verklaring van de veiligheidsaanwijzingen!
„GEVAAR!“ Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg. „WAARSCHUWING!“ Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebben. „VOORZICHTIG!“ Duidt op een mogelijk riskante situatie. Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit lichte of geringe verwondingen evenals materiële schade tot gevolg hebben. „OPMERKING!“ Duidt op het gevaar van minder goede resultaten en mogelijke beschadiging van de uitrusting. „Belangrijk!“ Duidt op tips voor het gebruik en op andere zeer nuttige informatie. Het duidt niet op een riskante of gevaarlijke situatie.
Algemeen
Het apparaat is volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels vervaardigd. Desalniettemin dreigt bij verkeerde bediening of misbruik gevaar voor - leven en goed van het bedienende personeel of derde, - het apparaat en andere materiële waarden van de ondernemer, - het efficiënte werken met het apparaat. Alle personen die met de inbedrijfstelling, het onderhoud en de reparatie van het apparaat te maken hebben, moeten - dienovereenkomstig gekwalificeerd zijn, - kennis van de omgang met elektrische installaties hebben en - deze bedieningshandleiding volledig lezen en precies opvolgen. De bedieningshandleiding moet permanent op de standplaats van het apparaat worden bewaard. Als aanvulling op de bedieningshandleiding moeten de algemeen geldige evenals de plaatselijke voorschriften m.b.t. de ongevallenpreventie en de milieubescherming worden aangehouden. Alle instructies op het apparaat m.b.t. veiligheid en gevaren dienen - in leesbare toestand te worden gehouden - niet te worden beschadigd, niet te worden verwijderd - niet te worden afgedekt, beplakt of beschilderd. De posities van de instructies m.b.t. veiligheid en gevaren vindt u in het hoofdstuk „Algemeen“ van de bedieningshandleiding van uw apparaat. Storingen die een nadelige invloed op de veiligheid kunnen hebben moeten vóór het inschakelen van het apparaat worden verholpen. Het gaat om uw veiligheid!
I
ud_fr_se_sv_00927 012012
NL
Wanneer u een symbool ziet dat in het hoofdstuk „Veiligheidsvoorschriften“ is afgebeeld, is verhoogde opmerkzaamheid vereist.
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat mag uitsluitend volgens de voorschriften worden gebruikt. Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit ontstaat is de fabrikant niet verantwoordelijk. Tot een gebruik volgens de voorschriften behoort ook - het complete lezen en opvolgen van alle aanwijzingen en van alle instructies m.b.t. veiligheid en gevaren in de bedieningshandleiding - het uitvoeren van alle inspectie- en onderhoudswerkzaamheden - de montage volgens de bedieningshandleiding Indien van toepassing, ook de volgende richtlijnen aanhouden: - voorschriften van het energiebedrijf voor de netvoeding - aanwijzingen van de solarmodule-fabrikant
Omgevingscondities
Het bedrijf resp. de opslag van het apparaat buiten het aangegeven gebied geldt als niet volgens de voorschriften. Voor schade die hieruit ontstaat is de fabrikant niet verantwoordelijk. Nadere inlichtingen over de toelaatbare omgevingscondities vindt u in de technische gegevens van uw bedieningshandleiding.
Gekwalificeerd personeel
De service-informatie in deze handleiding is alleen voor gekwalificeerd vakpersoneel bestemd. Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Voer geen andere handelingen uit dan de handelingen die in de documentatie worden beschreven. Dat geldt ook wanneer u daarvoor gekwalificeerd bent. Alle kabels en leidingen moeten vast zitten, onbeschadigd, geïsoleerd en voldoende gedimensioneerd zijn. Losse verbindingen, gesmoorde, beschadigde of te gering gedimensioneerde kabels en leidingen moeten onmiddellijk door een geautoriseerd vakbedrijf worden gerepareerd. Onderhoud en reparatie mogen alleen door een geautoriseerd vakbedrijf worden uitgevoerd. Bij extern gekochte onderdelen is niet gewaarborgd dat deze qua constructie en fabricatie aan de belasting en veiligheid beantwoorden. Alleen originele onderdelen gebruiken (geldt ook voor standaardonderdelen). Zonder toestemming van de fabrikant geen veranderingen, inbouw- of verbouwingswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Beschadigde onderdelen onmiddellijk vervangen.
Veiligheidsmaatregelen op de standplaats
ud_fr_se_sv_00927 012012
Bij de installatie van apparaten met koelluchtopeningenn ervoor zorgen dat de koellucht ongehinderd door de luchtopeningen in en uit kan stromen. Het apparaat alleen volgens de op het vermogensplaatje aangegeven beschermingsklasse in bedrijf nemen.
II
Informatie over de geluidsemissiewaarden
De inverter produceert in vollastbedrijf een maximaal geluidsniveau van <80dB(A) (ref. 1pW) volgens IEC 62109-1. De koeling van het apparaat wordt m.b.v. een elektronische temperatuurregeling zo geluidsarm mogelijk verzorgd, en hangt af van het geleverde vermogen, de omgevingstemperatuur, de mate van vervuiling van het apparaat, enz. Voor dit apparaat kan geen werkplekspecifieke emissiewaarde worden gegeven, aangezien het daadwerkelijke geluidsniveau sterk afhankelijk is van de montagesituatie, de kwaliteit van het stroomnet, de omringende muren en de algemene omgevingseigenschappen.
EMV-apparaatclassificaties
Apparaten van emissieklasse A: - zijn uitsluitend bedoeld voor toepassing in industriegebieden - kunnen in andere gebieden leidinggebonden storingen of storingen door straling veroorzaken. Apparaten van emissieklasse B: - voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet.
EMV-maatregelen
In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaarden, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatielocatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers). In dat geval is de gebruiker verplicht afdoende maatregelen te treffen om de storing op te heffen.
Netaansluiting
Apparaten met een hoog vermogen (> 16 A) kunnen vanwege de hoge stroom die de hoofdvoeding nodig heeft, de spanningkwaliteit van het net beïnvloeden. Dit kan voor bepaalde typen apparaten consequenties hebben in de vorm van: aansluitbeperkingen eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie *) eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen *) *)
bij de aansluiting op het openbare net
zie technische gegevens In dat geval moet de eigenaar of gebruiker van het apparaat eerst nagaan of het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig, dient hiertoe te worden overlegd met de energieleverancier.
III
ud_fr_se_sv_00927 012012
NL
EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens
Elektrische installaties
Elektrische installaties alleen volgens de desbetreffende nationale en regionale normen en voorschriften uitvoeren.
ESD-veiligheidsmaatregelen
Gevaar van beschadiging van elektronische componenten door elektrische ontlading. Bij vervanging en installatie van de componenten geschikte ESDveiligheidsmaatregelen treffen.
Veiligheidsmaatregelen bij normaal bedrijf
Het apparaat alleen in bedrijf nemen, als alle veiligheidsinrichtingen goed functioneren. Functioneren de veiligheidsinrichtingen niet helemaal goed, bestaat gevaar voor - leven en goed van het bedienende personeel of derde, - het apparaat en andere materiële waarden van de ondernemer, - het efficiënte werken met het apparaat. Niet goed functionerende veiligheidsinrichtingen vóór het inschakelen van het apparaat door een geautoriseerd vakbedrijf laten repareren . Veiligheidsinrichtingen nooit ontwijken of buiten werking stellen.
Veiligheidskeurmerk
Apparaten met CE-keurmerk voldoen aan de principiële eisen van de richtlijn voor laagspannings- en elektromagnetische compatibiliteit. Nadere inlichtingen hierover vindt u in de annex resp. in het hoofdstuk „Technische gegevens“ van uw documentatie.
Afvoeren als afval
Gooi dit apparaat niet bij het huishoudelijk afval! Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG met betrekking tot elektrische en elektronische apparatuur en omgezet in nationaal recht moeten afgedankte elektrische gereedschappen gescheiden worden ingezameld en gerecycled om het milieu te ontzien. Lever daarom uw afgedankte apparaat bij uw leverancier in of vraag informatie over een lokaal, geautoriseerd inzamelpunt resp. afvalverwerkingssysteem. Het negeren van deze EU-richtlijn kan negatieve gevolgen hebben voor het milieu en uw gezondheid!
Gegevensveiligheid
Voor de gegevensopslag van wijzigingen in vergelijkting met de fabrieksinstellingen is de gebruiker verantwoordelijk. Voor gewiste persoonlijke instellingen is de fabrikant niet verantwoordelijk.
Auteursrecht
Het auteursrecht van deze bedieningshandleiding blijft bij de fabrikant. Tekst en afbeeldingen stemmen bij het in druk gaan met de laatste stand der techniek overeen. Wijzigingen voorbehouden. De inhoud van deze bedieningshandleiding is geen basis voor vorderingen van de koper. Voor verbeteringsadviezen en het melden van fouten in deze bedieningshandleicing zijn wij dankbaar.
ud_fr_se_sv_00927 012012
IV
Inhoudsopgave Bescherming van personen.................................................................................................... Veiligheid ....................................................................................................................... Omkasting ..................................................................................................................... Galvanische scheiding .................................................................................................. Bewaking van het net .................................................................................................... Fotovoltaïsche generator .............................................................................................. Netaansluiting ............................................................................................................... DC-stekker .................................................................................................................... AC-stekker ....................................................................................................................
4 4 4 4 4 5 5 5 5
Het veiligheidsconcept ........................................................................................................... 6 Normen en voorschriften ............................................................................................... 6 Verklaring van overeenstemming .................................................................................. 6 Algemeen ............................................................................................................................... 7 7 7 7 8
De FRONIUS IG in het fotovoltaïsche systeem ................................................................ 9 Algemeen ...................................................................................................................... 9 Omvorming van gelijk- in wisselstroom ......................................................................... 9 Volautomatische bedrijfsvoering ................................................................................... 9 Spanningstransformatie en galvanische scheiding ....................................................... 9 Bewaking van het net .................................................................................................. 10 Afleesfunctie en gegevenscommunicatie .................................................................... 10 Uw voordeel ................................................................................................................. 11 Beschrijving van het apparaat .............................................................................................. 12 De FRONIUS IG .............................................................................................................. Werkwijze .................................................................................................................... Startup-fase ................................................................................................................ Overzicht FRONIUS IG (voor de binnenmontage) ...................................................... Overzicht FRONIUS IG Outdoors ............................................................................... LED voor bedrijfstoestand ...........................................................................................
12 12 12 14 15 16
Bedieningsconcept ............................................................................................................... 18 Het display ...................................................................................................................... Algemeen .................................................................................................................... Beschrijving van de toetsen ........................................................................................ Symbolen ....................................................................................................................
18 18 18 18
Navigatie op het display .................................................................................................. Display-verlichting ....................................................................................................... Menu-niveau ............................................................................................................... Afleesmodus activeren................................................................................................ Tussen afleesfuncties bladeren ..................................................................................
19 19 20 20 21
1
NL
Werkwijze van een fotovoltaïsche installatie ..................................................................... Algemeen ...................................................................................................................... Op het dak ontstaat de stroom ...................................................................................... Onder het dak wordt de stroom omgevormd.................................................................
De afleesmodi ................................................................................................................. Overzicht van de afleesmodi ....................................................................................... Overzicht van de afleeswaarden ................................................................................. Afleesmodus „Now“ ..................................................................................................... Afleesmodus „Day / Year / Total“ .................................................................................
21 21 22 23 26
Het setup-menu ............................................................................................................... Overzicht van de menupunten .................................................................................... Afleesmodus „Setup“ .................................................................................................. Toegang tot het setup-menu ....................................................................................... Tussen menupunten bladeren .................................................................................... Instellen van de menupunten ......................................................................................
29 29 30 30 30 31
Aanvullende informaties ....................................................................................................... 41 Systeemuitbreidingen ................................................................................................. 41 Kunstmatige ventilatie ................................................................................................. 42 Installatiehandleiding ......................................................................................................... 43 Omkasting openen ............................................................................................................... 44 FRONIUS IG (voor de binnenmontage) ...................................................................... 44 FRONIUS IG Outdoors ............................................................................................... 45 Montage ............................................................................................................................... Standplaatskeuze algemeen ....................................................................................... Standplaatskeuze binnen -omkasting ......................................................................... Standplaatskeuze buiten -omkasting .......................................................................... Wandhouder voor FRONIUS IG (voor de binnenmontage) monteren ....................... Wandhouder voor FRONIUS IG Outdoors monteren ..................................................
46 46 46 47 48 49
Aansluiting ............................................................................................................................ 52 Aansluiting op de zonnemodules en het net ................................................................... Zonnemodules ............................................................................................................ Bewaking van het net .................................................................................................. Installaties met meerdere inverters ............................................................................. Afzekering wisselstroomzijde ...................................................................................... Aansluitingsvarianten .................................................................................................. 1. Contactstrip ............................................................................................................. 2. DC-stekkers ............................................................................................................ 3. AC-stekkerverbinding en DC stekker ...................................................................... 4. FRONIUS IG Outdoors ...........................................................................................
52 52 52 52 53 53 53 54 55 57
Inbedrijfstelling ..................................................................................................................... 59 Configuratie van de inverter ............................................................................................ 59 Configuratie vanaf fabriek ........................................................................................... 59 Individuele configuratie ............................................................................................... 59 LocalNet ............................................................................................................................... Systeemuitbreidingen/ In-steekkaartprincipe .............................................................. Datalogger .................................................................................................................. COM-kaart .................................................................................................................. Insteekkaarten aanbrengen, FRONIUS IG (voor de binnenmontage) ........................ Insteekkaarten aanbrengen, FRONIUS IG (voor de buitenmontage) ......................... 2
60 60 60 60 61 62
Configuratie ................................................................................................................. 62 Voorbeeld .................................................................................................................... 62 Statusdiagnose en -herstel ................................................................................................... 64 Weergegeven service-codes ........................................................................................... Service-indicatie .......................................................................................................... Algemene service-codes ............................................................................................. Complete uitval ........................................................................................................... FRONIUS IG met meerdere vermogensonderdelen ................................................... Klasse 1 ...................................................................................................................... Klasse 2 ...................................................................................................................... Klasse 3 ...................................................................................................................... Klasse 4 ...................................................................................................................... Klasse 5 ...................................................................................................................... Klantenservice ............................................................................................................
64 64 64 65 65 66 67 68 69 71 72
Annex ................................................................................................................................... 73 Technische gegevens ...................................................................................................... Fronius IG 15 / 20 / 30 ................................................................................................ Fronius IG 40 / 60 / 60 HV .......................................................................................... Aangehouden normen en richtlijnen ...........................................................................
73 73 74 75
Onderhoud en deponie..................................................................................................... 77 Hergebruik ................................................................................................................... 77 EU-verklaringen van overeenkomst ....................................................................................... 78
3
NL
Vrijwaring en aansprakelijkheid ........................................................................................ 76 Fronius-fabrieksgarantie .............................................................................................. 76
Bescherming van personen Veiligheid
Omkasting
Waarschuwing! Verkeerde bediening en verkeerd uitgevoerde werkzaamheden kunnen ernstig persoonlijk letsel en zware materiële schade veroorzaken. De inbedrijfstelling van uw FRONIUS IG mag alleen door geschoold personeel en uitsluitend in het kader van de technische voorschriften plaatsvinden. Vóór de inbedrijfstelling en het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden in ieder geval eerst het hoofdstuk „Veiligheidsbepalingen“ lezen.
Het aansluitgedeelte mag alleen door gediplomeerde monteurs worden geopend. Het aansluitgedeelte alleen in spanningsvrije toestand openen. Het afzonderlijk omkaste vermogensgedeelte mag alleen door Froniusgeschoold servicepersoneel in spanningsvrije toestand worden geopend.
Galvanische scheiding
Door zijn opbouw en werkwijze biedt de FRONIUS IG een maximum aan veiligheid, zowel bij de montage als tijdens het bedrijf. Een volledig uitgevoerde galvanische scheiding tussen gelijk- en wisselstroomzijde garandeert een zo groot mogelijke veiligheid. De FRONIUS IG heeft de galvanische scheiding en de netbewaking tot taak. Hieronder worden de passieve en actieve maatregelen ter bescherming van personen en apparatuur verstaan.
Bewaking van het net
De FRONIUS IG houdt bij abnormale nettoestanden (bijv. netafschakeling, onderbreking) onmiddellijk op met werken en onderbreekt de voeding in het stroomnet. De FRONIUS IG beschikt over meerdere mogelijkheden ter bewaking van het net: - spanningsbewaking - frequentiebewaking - ENS (optie) De optie ENS is slechts in enkele landen voorschrift en behoort ook alleen daar tot de omvang van de levering van de FRONIUS IG. In ieder geval worden echter de als standaarduitvoering in de FRONIUS IG geïntegreerde meet- en veiligheidsprocedures ingezet.
4
Bewaking van het net (vervolg)
Als extra schakel in de veiligheidsketen voert de ENS een permanente netbewaking uit. De ENS herkent abnormale nettoestanden onder andere aan een plotselinge verhoging van de netimpedantie. Zowel de permanente netbewaking door de FRONIUS IG zelf als de ENS zorgen ervoor dat bij een netuitval (afschakeling door het energiebedrijf of leidingschade) de voeding onmiddellijk wordt onderbroken. Hierdoor worden gevaarlijke spanningen in de AC-leidingen zeker verhinderd. Een belangrijke bijdrage tot het vermijden van gevaren voor het servicepersoneel is gegarandeerd.
Fotovoltaïsche generator
Controleer vóór het aansluiten van de zonnemodules of de spanningswaarde die voor de zonnemodules uit de gegevens van de fabrikant is berekend met de werkelijkheid overeenstemt.
Bij - 10 °C buitentemperatuur mag de nullastspanning van de zonnemodules in geen geval hoger dan 500 V zijn - of 530 V bij IG 60 HV. De geldige temperatuurcoëfficiënten ter berekening van de theoretische nullastspanning bij - 10 °C staan in het gegevensblad van de zonnemodules aangegeven. Wordt een nullastspanning van de zonnemodules van 500 V overschreden - of 530 V bij IG 60 HV - wordt de FRONIUS IG vernield en alle garantieclaims komen te vervallen.
Netaansluiting
De aansluiting op het openbare stroomnet mag alleen door een geconcessioneerde elektromonteur plaatsvinden.
DC-stekker
Aanwijzing! Indien aanwezig de DC-stekkers van de zonnemodules nooit tijdens het voedingsbedrijf van de FRONIUS IG van de steekcontacten scheiden. Voordat de DC-stekkers eruit worden getrokken altijd eerst de zekering voor de huisverdeling scheiden.
AC-stekker
Aanwijzing! De AC-steekverbinding alleen in spanningsvrije toestand losmaken, nadat de zekering voor de huisverdeling werd gescheiden.
5
NL
Denk er bij het meten van de spanning a.u.b. aan dat zonnemodules bij lage temperaturen en gelijkblijvend bezonning een hogere nullastspanning leveren.
Het veiligheidsconcept Normen en voorschriften
Uw FRONIUS IG voldoet aan alle desbetreffende normen en voorschriften. Hiertoe behoren in het bijzonder: -
richtlijn 89/336/EWG Elektromagnetische Compatibiliteit richtlijn 93/68/EWG EG-conformiteitsmerkteken Europese normen EN 50 081-1, EN 50 082-2, EN 61 000-3-2 „Richtlijn voor het parallelbedrijf van fotovoltaïsche zelfopwekkingsinstallaties met het laagspanningsnet van het elektriciteitsvoorzieningsbedrijf“, uitgegeven door de Vereniging van Duitse Elektriciteitswerken (VDEW) - „Technische richtlijnen voor het parallelbedrijf van fotovoltaïsche zelfopwekkingsinstallaties met het laagspanningsnet van het elektriciteitsvoorzieningsbedrijf“, uitgegeven door het Verbond van de Oostenrijkse Elektriciteitswerken - „Veiligheidseisen voor fotovoltaïsche energieopwekkingsinstallaties“ (ÖNORM/ÖVE E2750), voor zover deze voorschriften de inverter betreffen
Verklaring van overeenstemming
De desbetreffende verklaringen van overeenstemming vindt u in de annex van deze bedieningshandleiding.
6
Algemeen
Algemeen
De wereldwijd ingestraalde zonne-energie bedraagt in het totaal ca. 1.540.000.000.000.000.000 kWh/jaar(1.540 peta-kWh/jaar). Dat is het 15.000-voudige van het wereldwijde stroomverbruik. Wij feliciteren u dat u het besluit hebt genomen het grootste energiereservoir ter wereld actief te benutten. Overigens werd het fotovoltaïsche effect voor het eerst in 1839 door de natuurkundige Alexandre-Edmond Bequerel ontdekt. Het woord fotovoltaïsch stamt van de drijvende kracht achter deze technologie, de lichtstraal. De lichtstraal bestaat uit onvoorstelbaar kleine deeltjes, de fotonen.
Op het dak ontstaat de stroom
Laten wij ter wille van de eenvoudigheid voor de uitleg van een zuivere silicium-zonnecel uitgaan. Zoals wij ons uit onze natuurkundelessen nog herinneren, bezit silicium in zijn buitenste elektronenomhulsel vier elektronen om zijn atoomkern heen, de zogenaamde valentie-elektronen. De fotonen, d.w.z. het zonlicht, dringen de zonnecellen binnen en verrijken de valentie-elektronen met energie. Het elektron bevrijdt zich tenslotte van het silicium-atoom en laat een positief geladen atoom achter. Om de vrije elektronen in één richting te doen stromen, waardoor dus een stroom kan ontstaan, moeten de voor- en achterzijde van de cel op verschillende elektrische polen zijn aangesloten. De silicium-atomen aan de voorzijde worden met een geringe hoeveelheid fosfor-atomen die een extra valentie-elektron bezitten vermengd (gedoteerd). Aan de achterzijde van de cel worden daarentegen aanvullend bij de silicium-atomen nog boor-atomen met maar drie valentieelektronen opgebracht. Het gebrek aan evenwicht dat zo tussen plus- en minpool ontstaat doet de elektronen vloeien- er ontstaat stroom. Uit vele van deze zonnecellen - samengesloten en achter glas gepakt ontstaat nu een van uw zonnemodules.
7
NL
Werkwijze van een fotovoltaïsche installatie
Spanning
Module 2 Module 3
Mod. n
Spanning
Streng
Mod. 1
Mod. 2
Vermogen en spanning worden door het gemeenschappelijke gebruik van meerdere zonnemodules verhoogd. Schakelt men zonnemodules in serie tot een streng, worden beide hoger, zowel mogelijk vermogen als spanning.
Streng-spanning in totaal
Spanning
+
Module 1
Op het dak ontstaat de stroom (vervolg)
-
Streng 3
Mod. 2
Mod. n
-
Onder het dak wordt de stroom omgevormd
Spanning module 1, 2, ... n
Streng 2
Mod. 1
Streng-spanning in totaal =
Streng 1
+
Bij een parallele verbinding van meerdere zulke strengen wordt het mogelijk vermogen en de modulestroom hoger, de spanning blijft dezelfde. Het geheel van alle parallel en in serie geschakelde zonnemodules wordt zonnegenerator genoemd.
De in de zonnemodules opgewekte gelijkstroom kan alleen aan het openbare net worden geleverd of in de huishouding worden gebruikt, als deze eerst in een inverter wordt getransformeerd. Dit is de centrale taak van de FRONIUS IG.
8
De FRONIUS IG in het fotovoltaïsche systeem Algemeen
Uw FRONIUS IG is een zonne-inverter van de jongste generatie. Hij vormt het uiterst complexe verbindende element tussen de zonnemodules en het openbare stroomnet.
Omvorming van gelijk- in wisselstroom
De FRONIUS IG vormt de gelijkstroom die door de zonnemodules wordt opgewekt om in wisselstroom. Deze wisselstroom wordt synchroon aan de netspanning in uw huisnet resp. aan het openbare stroomnet geleverd. De FRONIUS IG is uitsluitend voor de toepassing in aan het net gekoppelde fotovoltaïsche installaties ontwikkeld. Een van het openbare net onafhankelijke stroomopwekking kan niet plaatsvinden.
Volautomatische bedrijfsvoering
Het bedrijf van de FRONIUS IG vindt volautomatisch plaats. Zodra na zonsopgang genoeg vermogen door de zonnenmodules wordt opgewekt, begint de stuur- en regeleenheid met de bewaking van netspanning en frequentie. Bij voldoende bezonning begint uw zonne-inverter met de voeding. Afhankelijk van de uitvoering zijn hiervoor slechts een paar watt zonnevermogen voldoende! De FRONIUS IG werkt nu altijd zo dat het maximaal mogelijke vermogen aan de zonnemodules wordt ontnomen. Deze functie wordt MPPT (Maximum Power Point Tracking) genoemd en met uiterste precisie uitgevoerd. Zodra na het invallen van de schemering het energie-aanbod niet meer voldoende is om stroom aan het net te leveren, onderbreekt de FRONIUS IG de verbinding met het net compleet en stopt met werken. Alle instellingen en opgeslagen gegevens blijven natuurlijk bewaard.
Spanningstransformatie en galvanische scheiding
De FRONIUS IG is voor de inzet op zonnemodules met een breed ingangsspanningsgebied geconcipieerd. Dit maakt een inzet van de meest veelsoortige zonnemodule-types mogelijk. Denk er echter goed aan dat de aangegeven waarden voor de maximale DC-spanning (totale spanning van de aangesloten zonnecellen) nooit overschreden mogen worden. Door zijn opbouw en werkwijze biedt de FRONIUS IG een maximum aan veiligheid, zowel bij de installatie en montage als tijdens het bedrijf.
9
NL
In deze functie heeft hij een aantal veeleisende taken.
Spanningstransformatie en galvanische scheiding (vervolg)
De FRONIUS IG beschikt over een HF-transformator (HF = hoogfrequentie) die een galvanische scheiding tussen gelijkstroomzijde en het net waarborgt. Bovendien maakt het HF-concept een drastische verkleining van de transformator en daardoor een belangrijke ruimte- en vooral gewichtsreductie mogelijk. Ondanks de volledig uitgevoerde galvanische scheiding bereikt de FRONIUS IG, dankzij innovatieve schakelconcepten, een hoog rendement
Bewaking van het net
De FRONIUS IG neemt de bewaking van het net over. Hieronder worden de maatregelen ter bescherming van personen en apparatuur bij netuitval verstaan. De FRONIUS IG is erop geprogrammeerd bij abnormale nettoestanden (bijv. netafschakeling, netonderbreking) het bedrijf onmiddellijk stop te zetten en de levering naar het stroomnet te onderbreken. De FRONIUS IG beschikt over diverse mogelijkheden een netafschakeling te herkennen: - spanningsbewaking - frequentiebewaking - meting van de leidingweerstand (alleen bij FRONIUS IG met ENS) In deze samenhang is het van belang dat de desbetreffend geldige landspecifieke bewakingsprocedures door de FRONIUS IG zelf, zonder extra meetelektronica, worden uitgevoerd. Dit reduceert de installatie werkzaamheden en de hiermee verbonden kosten aanzienlijk.
Afleesfunctie en gegevenscommunicatie
De hoge technische complexiteit van de nieuwe zonne-inverters vereist een zorgvuldige vormgeving van het display, de interface met de gebruiker. De vormgeving is consequent op een simpele bediening en een permanente beschikbaarheid van de installatiegegevens uitgericht. De FRONIUS IG bezit reeds een fundamentele logging-functie voor de registratie van minimale en maximale waarden van de gegevens op dagen totaalbasis, direct op het display. Optioneel maakt het display ook de indicatie van volgende weersgegevens mogelijk: - 2 verschillende temperatuurwaarden (bijv. temperatuur bij de zonnemodules, buitentemperatuur in de schaduw) - bezonning Aanvullend bij de in de FRONIUS IG geïmplementeerde functies wordt, dankzij een veelomvattend aanbod aan elementen voor de gegevenscommunicatie, een groot aantal registratie- en visualiseringsvarianten mogelijk. De hiervoor vereiste systeemuitbreidingen kunnen eenvoudig volgens de bedieningshandleidingFRONIUS IG DatCom worden geïnstalleerd. Het inbouwen van systeemuitbreidingen, zoals bijvoorbeeld DatCom-componenten, maakt bijv. afstandsbewaking van de installatievia modem, versturen van SMS naar de mobiele telefoon in geval van storing, gegevensvisualisering en -vergelijking op de PC mogelijk. 10
Hoe meer van de hier boven beschreven taken de inverter zelf uitvoert, des te eenvoudiger en gunstiger wordt de installatie, omdat er geen extra randapparaten meer worden benodigd. Op grond van onze ervaring en dankzij de inzet van uiterst innovatieve technologieën beheert de FRONIUS IG al deze taken gelijktijdig. Bovendien voldoet de FRONIUS IG aan talrijke voorwaarden voor de bescherming van personen, andere huishoudelijke apparatuur en ook zichzelf. Tot deze voorwaarden behoren bij voorbeeld: - netbewaking - de kwaliteit van de geleverde stroom - gevoeligheid ten opzichte van storende invloeden (bijv. van mobiele tele-foons) De desbetreffende certificaten vindt u in de annex.
NL
Uw voordeel
11
Beschrijving van het apparaat De FRONIUS IG Werkwijze
De FRONIUS IG is voor een volautomatische bedrijfsvoering geconcipieerd. Principieel is voor de levering aan het net geen bediening nodig. De FRONIUS IG start automatisch, zodra de zonnemodules na zonsopgang voldoende vermogen afgeven. Vanaf dit tijdstip ontvangt u bovendieninstallatie-informaties van het grafische display van deFRONIUS IG. Tijdens het bedrijf houdt de FRONIUS IG de spanning van de zonnemodules steeds binnen het bereik van de optimale vermogensafname. - De voor de momentele bedrijfstoestand van de zonnemodules optimale spanning wordt MPP-spanning genoemd (MPP = Maximum Power Point). - Het exacte aanhouden van de MPP-spanning garandeert steeds een optimaal rendement van uw zonnemodules (MPP-Tracking). Zodra na invallen van de schemering het aanbod van energie voor de netvoeding niet meer voldoende is, onderbreekt de FRONIUS IG de verbinding met het net compleet. - ‘s Nachts betrekt FRONIUS IG geen energie van het openbare stroomnet. - De opgeslagen gegevens en instelwaarden blijven behouden. - Ook een handmatige afschakeling is mogelijk.
Startup-fase
Na het automatische inschakelen voert de FRONIUS IG een inschakeldiagnose uit. Vervolgens vindt een test van het openbare net plaats. Deze test duurt enkele seconden tot enkele minuten, afhankelijk van de bepalingen van uw land. Tijdens het opstarten brandt de LED geel. (1) Segmenttest - Alle aflees-elementen branden ca. een seonde lang (2) TEST - Inschakeldiagnose van belangrijke componenten van de FRONIUS IG - De FRONIUS IG doorloopt binnen een paar seconden een virtuele checklist - Het display toont „TEST“ en de betreffende component die zojuist wordt getest (bijv. „LED“)
12
Startup-fase (vervolg) (3) Synchronisatie met het net - Het display toont „SYNCAC“ - Het display toont „WAITPS“: FRONIUS IG wacht de standby van alle op het net aange-sloten vermogenscomponenten af. Deze werkwijze vindt afhankelijk van de DCspanning plaats.
- Vervolgens toont het display „SYNCAC“
(4) Startup-test - Voordat de FRONIUS IG met de levering aan het net begint, worden de nettoestanden volgens de voorschriften in uw land uitvoerig getest - Het display toont „STARTUP“
Verdwijnen twee maatstreepjes die tevoren nog hebben geknipperd, is telkens 1/10 van de complete duur van de startup-tests voorbij.
(5) Synchronisatie ENS (optie) - Is de FRONIUS IG met de optie ENS uitgerust, wordt de ENS uitvoerig getest en gesynchroniseerd - Het display toont „SYNCENS“ Afhankelijk van de bedrijfstoestand van de ENS, kunnen de test en de synchronisatie tot enkele seconden duren.
(6) Netvoedingsbedrijf - Na beëindiging van de tests begint de FRONIUS IG met het netvoedingsbedrijf - De LED brandt groen en de FRONIUS IG werkt
13
NL
Afhankelijk van de landspecifieke bepalingen kan de startup-test enkele seconden tot enkele minuten duren. Het tijdsverloop wordt door een van boven naar beneden inkrimpende balk gesymboliseerd.
Overzicht FRONIUS IG (voor de binnenmontage)
(1) Opbergvak voor de bedienings- en installatiehandleiding (2) Ventilatierooster (3) LED voor bedrijfstoestand (4) Display (5) Toetsenveld (6) Plaatsen voor insteekkaarten (7) Aansluitplaat in verschillende uitvoeringen (8) Aansluitgedeelte - mag alleen door monteurs worden geopend die hiertoe een vergunning hebben (9) Vermogensgedeelte, afzonderlijk omkast, mag alleen door Froniusgeschoold servicepersoneel worden geopend
(1) (9)
(8)
(2) (3) (4) (5)
(7) (6) 14
(1) (2)
(8)
(2)
(1)
(1)
(7)
(6)
(3) (4) (5)
(1) Bevestigingsschroeven voor omkasting (2) Ventilatie-kappen (3) LED voor bedrijfstoestand (4) Display buiten (5) Toetsenveld buiten (6) Afdekking AC-aansluiting en plaatsen voor insteekkaarten (7) Aansluitstrook DC (8) Afdekschuif ter bescherming van de toetsen en displays tegen zonnestralen. Aanwijzing! Bij direct invallende zonnestralen is het raadzaam de afdekschuif voor het display te schuiven.
15
NL
Overzicht FRONIUS IG Outdoors
LED voor bedrijfstoestand LED
Afhankelijk van de bedrijfstoestand verandert de LED van kleur (1) LED brandt groen: - Brandt na de automatische startup-fase van de FRONIUS IG zolang het netvoedingsbedrijf plaatsvindt - De fotovoltaïsche installatie werkt storingsvrij (2) LED knippert groen: - De fotovoltaïsche installatie werkt storingsvrij - Bovendien verschijnt op het display een melding Aanwijzing! Een melding verschijnt bijvoorbeeld, als er sprake is van een isolatiefout die de functie van de FRONIUS IG echter niet nadelig beïnvloedt. Desalniettemin raden wij om veiligheidsredenen aan de isolatiefout zo spoedig mogelijk te verhelpen. Afhankelijk van de landspecifieke set-up kan de inverter bij een defect in de isolatie zich ook van het openbare net loskoppelen en de levering van energie onderbreken. Bij FRONIUS IG met display wordt een statusmelding weergegeven. Bij FRONIUS IG zonder display vindt de indicatie in de software FRONIUS IG.access plaats. Wordt een melding (bijv. „502“, hoofdstuk„Statusdiagnose en -herstel“) weergegeven, moet de desbetreffende status hersteld en door indrukken van de toets „Enter“ bevestigd worden. (3) LED brandt oranje: - De FRONIUS IG bevindt zich in de automatisch startup-fase, zodra de fotovoltaïsche modules na zonsopgang voldoende vermogen afgeven
16
(4) LED knippert oranje: - Op het display verschijnt een waarschuwing - Of de FRONIUS IG werd in het setup-menu naar de standby-modus geschakeld = handmatige afschakeling van het voedingsbedrijf - Na de volgende zonsopgang wordt het voedingsbedrijf automatisch weer hervat - Terwijl de oranje LED knippert, kan het voedingsbedrijf steeds handmatig worden geactiveerd (hoofdstuk „Het setup-menu“) (5) LED brandt rood: - Algemene status: indicatie van de desbetreffende service-code op het display De inverter levert geen stroom aan het openbare net. Een lijst van de service-codes, de overeenkomstige status-meldingen, status-oorzaken en maatregelen tot het herstellen van de status bevindt zich in het hoofdstuk „Statusdiagnose en -herstel“ van de installatie- en servicehandleiding. (6) LED blijft donker: - Er bestaat geen verbinding met de zonnemodules - Geen modulevermogen in verband met donkerheid
NL
LED voor bedrijfstoestand (vervolg)
17
Bedieningsconcept Het display Algemeen
De FRONIUS IG is bedrijfsklaar voorgeconfigureerd. Daarom zijn voor het volautomatische netvoedingsbedrijf geen instellingen vooraf nodig. De voeding van het display vindt via de zonnemodule plaats. Het display staat dus overdag ter beschikking. Belangrijk! De indicatie van de FRONIUS IG ist geen geijkt meetapparaat. Een geringe afwijking van enkele procenten is systeemafhankelijk. De nauwkeurige afrekening van de gegevens met de nutsbedrijven vereist derhalve een geijkte meter.
Toets (A) en (B): - Voor het bladeren
Beschrijving van de toetsen
Toets (C): - Voor het wisselen naar het menuniveau („Menu“) resp. het verlaten van het setup-menu („Esc“) (A)
Symbolen
(B)
(C)
Toets „Enter“ (D): - Ter bevestiging van een keuze
(D)
(2)
(12) (11) (10)
(5)
(9) (7) (8) (6) (4)
(1)
(3)
(1)
Symbolen voor toetsen (A) tot (D)
(2)
Symbolen voor de afleesmodi „Now“ tot „Setup“
(3)
Gebied voor afleeswaarde... voor weergave van de afleeswaarde 18
(4)
Gebied voor aflees-eenheid... voor weergave van de bijbehorende eenheid
(5)
Segment-balk... geeft steeds het momenteel aan het net gevleverde vermogen aan - onafhankelijk van de gekozen afleesmodus. De indicatie vindt in % van het voor uw zonne-inverter maximaal mogelijke voedingsvermogen plaats.
(6)
... verschijnt bij de indicatie van grootheden die direct met het openbare net samenhangen
(7)
... verschijnt bij de indicatie van grootheden die direct met de zonnemodules samenhangen
(8)
... verschijnt bij de indicatie van waarden die direct met de FRONIUS IG samenhangen
(9)
... verschijnt bij de indicatie van grootheden die direct met milieuomstandigheden zoals bezonning en temperatuur samenhangen (optie)
(10)
... verschijnt bij de indicatie van waarden die door de verbruikssensor (optie) worden verstrekt
(11) Max ... De weergegeven waarde betekent het maximum binnen de geobserveerde periode (afhankelijk van de gekozen afleesmodus) (12) Min ... De weergegeven waarde betekent het minimum binnen de geobserveerde periode (afhankelijk van de gekozen afleesmodus). Belangrijk! De aangegeven min- en max-waarden stemmen niet met de absolute maxima en minima overeen, omdat de registratie van de meetwaarden met tussenpozen van twee seconden plaatsvindt.
Navigatie op het display Display-verlichting
Om de display-verlichting te activeren drukt u een willekeurige toets in. Wordt 30 seconden lang geen toets ingedrukt, gaat de display-verlichting weer uit. Bovendien biedt het setup-menu de keuze tussen permanent brandende of permanent uitgeschakelde display-verlichting.
19
NL
Symbolen (vervolg)
Menu-niveau
Vanaf het menu-niveau bereikt u de door u gewenste afleesmodus of het setup-menu. Door indrukken van de toets (C) naar het menu-niveau wisselen
(C) (C)
Afleesmodus activeren
- Het display toont „Menu“ - Het display bevindt zich op het menu-niveau
- Naar het menu-niveau wisselen - Met de toetsen (A) of (B) de gewenste afleesmodus (1) tot (4) activeren - Toegang tot de gewenste afleesmodus : toets „Enter“ (D) indrukken
(1) (2) (3) (4)
(A) (B)
(A)
(B)
(D)
(D)
20
Aanwijzing! Het menupunt „Year“ wordt alleen ondersteund, als de optie datalogger aangesloten is. Deze sys-teemuitbreiding beschikt over een real-time-klok.
Tussen afleesfuncties bladeren
(A)
(B)
(A) (A)
(B)
(B)
- De gewenste afleesmodus activeren (zie bovenstaand) - Met de toetsen (A) of (B) tussen de beschikbare afleesfuncties bladeren
De afleesmodi Volgende afleesmodi staan ter beschikking: Afleesmodus „Now“ ... indicatie van momentele waarden Afleesmodus „Day“ ... indicatie van waarden voor de netvoeding op de dag van vandaag Afleesmodus „Year“ ... indicatie van waarden voor de netvoeding in het actuele kalenderjaar- alleen in combinatie met de optie datalogger Afleesmodus „Total“ ... indicatie van waarden voor de netvoeding sinds de eerste inbedrijfstelling van de FRONIUS IG.
21
NL
Overzicht van de afleesmodi
Overzicht van de afleeswaarden
De onderstaand afgebeelde tabel geeft een kort overzicht over de beschikbare afleeswaarden. Zonder voetnoot aangegeven afleeswaarden worden bij de gekozen setup-instelling „Standard“ (instelling vanaf fabriek) weergegeven. *
Optie - Indien de vereiste optiekaart niet aanwezig is, worden de letters „N.A.“ (niet aangesloten) weergegeven Modus „Day“ / „Year“ / „Total“
Modus „Now“
*
*
Geleverd vermogen (W)
Geleverde energie (kWh / MWh)
Netspanning (V)
Winst
Geleverde stroom (A)
CO2-reductie (kg / t)
Netfrequentie (Hz)
Geleverd vermogen maximaal (W)
Netimpedantie (Ohm)
Netspanning maximaal (V)
Module-spanning (V)
Netspanning minimaal (V)
Module-stroom (A) Moduletemperatuur (°C; alternatief ook °F)
Modulespanning maximaal (V)
(valuta instelbaar)
*
Door de verbruiksmeter geregistreerde energie (kWh / MWh)
Isolatieweerstand (MOhm) Door de verbruiksmeter geregistreerd vermogen (W)
*
Moduletemperatuur maximaal (°C; alternatief ook °F)
*
Moduletemperatuur minimaal (°C; alternatief ook °F)
*
Omgevingstemperatuur (°C; alternatief ook °F)
*
Omgevingstemp. maximaal (°C; alternatief ook °F)
*
Bezonning (W/m²)
*
Omgevingstemp. minimaal (°C; alternatief ook °F)
*
Tijd (HH:MM)
*
Bezonning maximaal (W/m²)
*
Bedrijfsuren van de FRONIUS IG (HH:MM)
22
Afleesmodus „Now“ Indicatie van momentele waarden - Afleesmodus „Now“ activeren (hoofdstuk „Het display“) - De eerste afleesfunctie van de afleesmodus „Now“ verschijnt *
Optie - Indien de vereiste optiekaart niet aanwezig is, worden de letters „N.A.“ weergegeven. Geleverd vermogen... momenteel aan het net geleverd vermogen (Watt)
(A)
-
(B)
-
Naar de volgende waarde gaat u met de toets (B) Terugbladeren met toets (A)
Geleverde stroom... momenteel aan het net geleverde stroom (ampère)
Netfrequentie (Hertz)
*
Netimpedantie ... Weerstand van het net - criterium voor een veilige netvoeding (Ohm; optie ENS)
De weerstand van het plaatselijke laagspannings-net tot aan het volgende transformator-station wordt gemeten. Wordt het plaatselijke laagspannings-net in verband met werkzaamheden afgeschakeld, stijgt de netimpedantie duidelijk en de FRONIUS IG onderbreekt om veiligheidsredenen de netvoeding.
23
NL
Netspanning (volt)
Afleesmodus „Now“ (vervolg)
Module-spanning... momenteel op de zonnemodules liggende spanning (volt)
De tijdens de netvoeding aangegeven spanning stemt met de zogenaamde MPP-spanning overeen (MPP = Maximum Power Point). De modulespanning wordt door de FRONIUS IG steeds binnen het bereik van de maximaal mogelijke vermogensafname uit de zonnemodules gehouden. Hierdoor is altijd een optimaal rendement van uw fotovoltaïsche installatie gegaran-deerd. Module-stroom... momenteel door de zonnemodules geleverde stroom (ampère)
De FRONIUS IG houdt de module-spanning steeds binnen het bereik van de maximaal mogelijke vermogensafname uit de zonnemodules. Hieruit resulteert de optimale module-stroom. *
Module-temperatuur... Temperatuur bij de zonnemodules (°C; in het setup-menu ook op °F instelbaar; tempera-tuursensor nr.1; optie sensorkaart)
Isolatieweerstand van de fotovoltaïsche installatie (MOhm)
Isolatieweerstand is de weerstand tussen de plus-pool resp. de min-pool van de fotovoltaïsche installatie en het aardingspotentiaal. Wordt een isolatie-weerstand > 500 kOhm aangegeven, is de fotovoltaïsche installatie voldoende geïsoleerd. Waarschuwing! Een isolatieweerstand < 500 kOhm kan aan een slecht geïsoleerde DC-leiding of een defecte zonnemodule te wijten zijn. Neem in geval van een te lage isolatieweerstand in ieder geval met uw Fronius-servicepartner contact op. Belangrijk! Alleen een isolatieweerstand van minder dan 500 kOhm wijst op een fout. Een hogere aangegeven isolatieweerstand dient niet als fout te worden beschouwd. Bij een isolatieweerstand van minder dan 10 MOhm onderscheidt het display tussen het negatieve potentiaal en de aarding (voorteken „-“) en het positieve potentiaal en de aarding (voorteken „+“). 24
Afleesmodus „Now“ (vervolg)
Displayvoorbeeld van een negatief potentiaal (voorteken „-“) - Kortsluiting tussen DC- leiding en aarde
25
*
Aan het net ontnomen vermogen... Momenteel verbruik (Watt; optie sensorkaart)
*
Omgevingstemperatuur (°C; °C; in het setup-menu ook op °F instelbaar; temperatuursensor nr.2; optie sensorkaart)
*
Bezonning... per vierkante meter invallend bestralingsvermogen (watt/m²; optie sensorkaart)
*
Tijd (optie datalogger) ... wordt de tijd op een FRONIUS IG of een systeemuitbreiding veranderd, verandert deze op alle door middel van het LocalNet verbonden apparaten.
NL
Displayvoorbeeld van een positief potentiaal (voorteken „+“): - Kortsluiting tussen DC+ leiding en aarde
Afleesmodus „Day / Year / Total“
Afleesmodus „Day“ ... indicatie van waarden voor de netvoeding op de dag van vandaag Belangrijk! Het inschakeltijdstip betekent voor de FRONIUS IG het begin van de dag. Wordt de DC-toevoerleiding onderbroken, moeten na een nieuw start-up volgende waarden worden gereset: -
geleverde energie (kWH) winst (valuta instelbaar) CO2-reductie (kg) geleverd vermogen maximaal (Watt) netspanning maximaal (Volt) netspanning minimaal (Volt) aan het net ontnomen energie (kWh) bedrijfsuren van de FRONIUS IG
De bovenstaande aanwijzing geldt niet bij gebruik van de optie datalogger. Staat de optie datalogger beschikking, gelden ook de opgesomde afleeswaarden in elk geval voor de complete netvoedingsdag.
Afleesmodus „Year“ ... indicatie van waarden voor de netvoeding in het actuele kalenderjaar - alleen in combinatie met datalogger
Afleesmodus „Total“ ... indicatie van waarden voor de netvoeding sinds de eerste inbedrijfstelling van de FRONIUS IG. - Afleesmodus „Day“ / „Year“ / „Total“ activeren (hoofdstuk „Het display“) - De eerste afleesfunctie van de gekozen afleesmodus verschijnt *
Optie - Indien de vereiste sensorkaart niet aanwezig is, worden de letters „N.A.“ aangegeven.
26
Afleesmodus „Day / Year / Total“ (vervolg)
Geleverde energie ... tijdens de geobserveerde periode aan het net geleverde energie (kWh / MWh) (A)
(B)
In verband met verschillende meetmethodes kunnen afwijkingen ten opzichte van afleeswaarden van andere meetapparaten ontstaan. Voor het verrekenen van de geleverde energie zijn alleen de afleeswaarden van de door de elektriciteitsmaatschappij ter beschikking gestelde, geijkte meter bindend. -
Naar de volgende waarde gaat u met de toets (B) Terugbladeren met toets (A) Winst... tijdens de geobserveerde periode bespaard geld (valuta in het setup-menu instelbaar)
Instelling van valuta en verrekentarief wordt in het hoofdstuk „Setupmenu“ beschreven. De instelling vanaf fabriek bedraagt 0,48 Euro per kWh. CO2-reductie... tijdens de geobserveerde periode bespaarde CO2-emissie (kg/t)
Indicatie van de CO2-emissie (in kg/t) die bij de productie van dezelfde hoeveelheid stroom in een calorisch krachtstation zou worden vrijgezet. De instelling vanaf fabriek bedraagt 0,59 kg / kWh (bron: DGS - Deutsche Gesellschaft für Sonnenenergie). Geleverd vermogen maximaal ... hoogste tijdens de geobserveerde periode aan het net geleverd vermogen(W) Netspanning maximaal ... hoogste tijdens de geobserveerde periode gemeten netspanning (V)
27
NL
Belangrijk! Net als bij de geleverde energie kunnen ook hier afwijkingen ten opzichte van andere meetwaarden ontstaan.
Afleesmodus „Day / Year / Total“ (vervolg)
Netspanning minimaal ... geringste tijdens de geobserveerde periode gemeten netspanning (V) Modulespanning maximaal ... hoogste tijdens de geobserveerde periode gemeten modulespanning (V) *
Door de verbruiksmeter geregistreerde energie ... tijdens de geobserveerde periode verbruikte energie (kWh / MWh; optie verbruikssensor)
*
Module-temperatuur maximaal ... hoogste bij de zonnemodules tijdens de geobserveerde periode gemeten temperatuur (°C; in het setupmenu ook op °F instelbaar, temperatuursensor nr.1; optie sensorkaart)
*
Module-temperatuur minimaal ... laagste bij de zonnemodules tijdens de geobserveerde periode gemeten temperatuur (°C; in het setupmenu ook op °F instelbaar, temperatuursensor nr.1; optie sensorkaart)
*
Omgevingstemperatuur maximaal ... hoogste tijdens de geobserveerde periode gemeten temperatuur (°C; in het setup-menu ook op °F instelbaar, temperatuursensor nr.2; optie sensorkaart)
*
Omgevingstemperatuur minimaal ... laagste tijdens de geobserveerde periode gemeten temperatuur (°C; in het setup-menu ook op °F instelbaar, temperatuursensor nr.2; optie sensorkaart)
Aanwijzing! De temperatuursensor aan de achterzijde van de zonnemodule monteren.
28
Afleesmodus „Day / Year / Total“ (vervolg)
*
Bezonning maximaal ... hoogste tijdens de geobserveerde periode opgetreden bezonning, (W/m²; optie sensorkaart)
Bedrijfsuren... Bedrijfsduur van de FRONIUS IG (HH:MM)
De indicatie van de bedrijfsduur vindt in uren en minuten tot 999 h en 59 min (indicatie: „999:59“) plaats. Vanaf dit tijdstip vindt de indicatie alleen in uren plaats. Hoewel de FRONIUS IG tijdens de nacht buiten bedrijf is, worden de gegevens, waarvoor de optie sensorkaart benodigd wordt dag en nacht geregistreerd en opgeslagen.
Overzicht van de menupunten
Dit korte overzicht toont de menupunten voor het wijzigen van de vooraf ingestelde waarden van de FRONIUS IG. Standby Contrast LightMode Cash IG-NR DatCom Time Extended State_PS Version
Enter 0 ... 7 AUTO Valuta
ON
OFF
Verrekentarief/ kWh
01 ... 99 (100. FRONIUS IG = 00) OKCom Datum Iso_Warn
Error
SIGCD_TEST
Tijd ON
OFF
Statusindicatie vermogensgedeelten MainCtrl 29
PS01
ENS
NL
Het setup-menu
Afleesmodus „Setup“ Het setup-menu maakt een eenvoudige wijziging van de vooraf-instellingen van de FRONIUS IG mogelijk om op de best mogelijke wijze aan uw wensen en eisen te voldoen.
Toegang tot het setupmenu
(1) (2) (3) (4) (5)
- Naar het menu-niveau wisselen (hoofdstuk „Navigatie op het display“) - Met de toetsen (A) of (B) de modus „Setup“ (5) activeren - Toegang tot de modus „Setup“ (5): toets „Enter“ (D) indrukken
(A) (B)
(A)
(B)
(D)
- Het eerste menupunt „Standby“ wordt weergegeven. (D)
Tussen menupunten bladeren
(A)
(B)
(A) (A)
(B)
(B)
- De gewenste afleesmodus activeren (zie bovenstaand) - Met de toetsen (A) of (B) tussen de beschikbare menupunten bladeren
30
Instellen van de menupunten
- „Standby“ ... Activering / deactivering van het standby-bedrijf met de toets „Enter“ (D). (D) Het menupunt „Standby“ biedt de mogelijkheid de FRONIUS IG handmatig in het standby-bedrijf te zetten. In de standby-modus is de vermogenselektronica uitgeschakeld. Er vindt geen netvoeding plaats. De LED knippert oranje. Op het display verschijnen afwisselend volgende meldingen:
- De oranje knipperende LED gaat na inval van de schemering uit - Na de volgende zonsopgang wordt het netvoedingsbedrijf automatisch weer hervat (LED brandt na de startup-fase groen) - Terwijl de LED oranje knippert, kan het netvoedingsbedrijf op elk gewenst ogenblik weer worden hervat („Standby“ deactiveren) - LED brandt groen: „Standby“ activeren = handmatige uitschakeling van het netvoedingsbedrijf: - toets „Enter“ (D) indrukken - LED knippert oranje: „Standby“ deactiveren = hervatting van het netvoedingsbedrijf : - toets „Enter“ (D) indrukken
31
NL
„STANDBY“ „ENTER“
- „Contrast“ ... Instelling van het contrast op het LCD-display.
(C)
(D)
(D) - Uit de instellingen „0“ tot „7“ kiezen - toets (A) of (B) indrukken:
(C)
(D)
...
(A)
- Toegang tot „Contrast“: toets „Enter“ (D) indrukken Aangezien het contrast van de temperatuur afhankelijk is, kan bij wisselende omgevingscondities een instelling van het menupunt „Contrast“ nodig zijn. Instellingen van een zo laag mogelijk contrast (0) tot een zo groot mogelijk contrast (7): - overnemen: toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken
(B)
(C)
(D)
- „Menu-Mode“ ... niet activeerbaar
(C)
32
- „Light-Mode“ ... Vooraf-instelling van de display-verlichting.
(C)
- Toegang tot „Light-Mode“: toets „Enter“ (D) indrukken
(D)
(D) - Tussen de instellingen Auto 1., On 2. en Off 3. wisselen toets (A) of (B) indrukken:
(C)
1. Na het laatste indrukken van een toets gaat de displayverlichting als gevolg van een tijdsvertraging van 30 seconden uit - overnemen : toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken
(D)
(A)
(A)
(C)
2. De displayverlichting is tijdens het netvoedigsbedrijf permanent ingeschakeld - overnemen : toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken
(D)
(B)
(C)
3. De displayverlichting is permanent uitgeschakeld: - overnemen : toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken
(D)
Belangrijk! Dit punt betreft alleen de achtergrondverlichting van het display. Een deactivering van het display zelf is op grond van het geringe energieverbruik van minder dan één mW (1/1000 W) niet nodig. - „Cash“ ... Instelling van valuta en verrekentarief voor de vergoeding van de geleverde energie (C)
- Toegang tot „Cash“: toets „Enter“ (D) indrukken
(D)
(D)
1
2
33
NL
(B)
2
1
(D)
(A)
(B)
(C)
(D)
...
... (A)
(B)
(C)
(D)
(D)
1.Valuta invoeren (instelling vanaf fabriek: EUR) - De meest linkse positie knippert - Met behulp van de toets (A) of (B) een letter voor de meest linkse positie kiezen - Bevestigen met toets „Enter“ (D) - Volgende positie knippert - Werkwijze voor de volgende posities zoals beschreven voor de eerste positie - de ingestelde valuta overnemen: toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken
2.Verrekentarief in gekozen valuta per kWh invoeren (instelling vanaf fabriek: 0,48 EUR/kWh)
(D)
(A)
(B)
(D)
...
... (D)
(C)
(A)
(A)
(B)
(B)
(C)
(C)
- De meest linkse positie knippert - Met behulp van toets (A) of (B) een cijfer voor de meest linkse positie kiezen - Bevestigen met toets „Enter“ (D) - Volgende positie knippert - Werkwijze voor de volgende posities zoals beschreven voor de meest linkse positie
(D)
(D)
Aanwijzing! Instelbaar zijn waarden tussen 000,1 en 99,99.
34
- Decimaalteken knippert - met behulp van toets (A) of (B) het decimaalpunt naar de gewenste positie verschuiven - het ingestelde verrekentarief overnemen: toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken
(C)
(D)
- „IG-NR“ ... Instelling van het nummer (=adres) van de FRONIUS IG bij een installatie met meerdere aan elkaar gekoppelde fotovoltaïsche inverters - Toegang tot „IG-NR“: toets „Enter“ (D) indrukken
(D)
Adres invoeren (01 ... 99) (instelling vanaf fabriek: 01)
(A)
(B)
(C)
(D)
(D)
- De meest linkse positie knippert - Met behulp van toets (A) of (B) een cijfer voor de meest linkse positie kiezen - Bevestigen met toets „Enter“ (D) - Volgende positie knippert
(A)
(B)
(D)
- het ingestelde IG-nr. overnemen: toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: toets „Esc“ (C) indrukken Aanwijzing! Bij het integreren van meerdere FRONIUS IG in een gegevenscommunicatie met behulp van een datalogger moet aan elke FRONIUS IG een eigen adres worden toegewezen. Het toewijzen van een eigen adres aan elke FRONIUS IG is belangrijk, opdat de datalogger tussen de afzonderlijke inverters kan onderscheiden. Bevinden zich twee FRONIUS IG met hetzelfde adres in het systeem, is een gegevenscommunicatie met datalogger niet mogelijk. Op de FRONIUS IG, waarop de status-melding 504 verschijnt, moet een ander adres worden ingesteld.
35
NL
- Werkwijze voor de tweede positie zoals beschreven voor de meest linkse positie
(C)
(D)
(A)
(D)
(A)
(B)
(B) Als een succesvolle gegevensverbinding is opgebouwd, wordt de status „OKCOM“ weergegeven.
(B)
De indicatie „Error“ vindt plaats, als DatCom niet geïnstalleerd is of de gegevensverbinding niet naar behoren functioneert.
- Met de pijltoets (B) de Signal Card Test oproepen
(D) (D) - Signal Card Test met de button “Enter” (D) starten
(C) Signal Card niet geïnstalleerd
(C) Signal Card actief - Ter bevestiging weerklinkt het signaal van de Signal-Card. Belangrijk! Mocht het signaal niet te horen zijn, dan a.u.b. de signaalleidingen controleren.
36
Aanwijzing! Het menupunt „Time“ wordt alleen ondersteund, als de optie datalogger aangesloten is. (C)
(D)
(D)
- „Time“ ... Instelling van tijd en datum - Toegang tot „Time“: toets „Enter“ (D) indrukken 1. Datum instellen (bijv.: 03.10.2003)
(B)
(C)
(D)
(D)
(A)
(B)
(C)
(D)
(D)
- Werkwijze voor de volgende posities zoals beschreven voor de meest linkse positie - de ingestelde datum overnemen: toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: „Esc“ (C) indrukken 2. Tijd instellen (bijv.: 15:47)
(A)
(B)
(C)
(D)
(D)
(A)
(B)
(C)
(D)
37
- De meest linkse positie knippert - Met behulp van toets (A) of (B) een cijfer voor de meest linkse positie kiezen - Bevestigen met toets „Enter“ (D) - Volgende positie knippert
- Werkwijze voor de volgende posities zoals beschreven voor de meest linkse positie - de ingestelde tijd overnemen en de klok starten: toets „Enter (D)“ indrukken - actuele instelling aanhouden: „Esc“ (C) indrukken
NL
(A)
- De meest linkse positie knippert - Met behulp van toets (A) of (B) een cijfer voor de meest linkse positie kiezen - Bevestigen met toets „Enter“ (D) - Volgende positie knippert
- „Extended“ ... voor het uitschakelen en inschakelen van de isolatiewaarschuwing - Toets „Enter“ (D) indrukken (D)
(D) - Weergave voor toegang tot het menu voor de isolatiewaarschuwing - Toets „Enter“ (D) indrukken
(D)
(D)
(C) - Met behulp van toets (A) of (B) de instelling „Off“ of „On“ kiezen - Met behulp van de toets „Enter“ (D) de instelling overnemen
(A)
Bij de instelling „Off“ is de isolatiewaarschuwing „State 502“ uitgeschakeld.
(B)
De stand „Off“ is raadzaam voor solarmodules met een hoogohmig geaarde aansluiting DC+ en DC-. 2x (D)
(C)
38
- ”STATE_PS” ... Status-indicatie van de vermogensgedeelten - Op toets “Enter” (D) drukken (D)
(D)
- Hier bijv. staat het eerste vermogensgedeelte (PS00) op “Standby” - “Standby” betekent geen netvoeding - Op toets “Enter” (D) drukken
(D) (D)
- Indicatie van de op het laatst opgeslagen service-code (bijv. “State406”) Afwisselend Belangrijk! Afwisselend verschijnt de indicatie “State Last” en de op het laatst opgeslagen service-code.
- De indicatie voor het eerste vermogensgedeelte (PS00) verschijnt opnieuw - Met de pijltoets (B) naar het tweede vermogensgedeelte wisselen - Hier bijv. staat het tweede vermogensgedeelte (PS01) op “Run” - “Run” betekent intacte netvoeding - Op toets “Enter” (D) drukken
(B)
(D) (D)
- Weergave van de op het laatst opgeslagen service-code (bijv “State——“)
Afwisselend
2x
Belangrijk! Afwisselend verschijnt de indicatie “State Last” en de op het laatst opgeslagen service-code. - Exit: twee keer op de toets “Esc” (C) drukken
(C)
Belangrijk! Op grond van zwakke zonne-instraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de statusmeldingen 306 (Power Low) en 307 (DC-Low). Aan deze statusmeldingen ligt geen fout ten grondslag. 39
NL
(C)
(B)
- Op de toets “Esc” (C) drukken
(C)
- „Version“ ... Indicatie van versienummer en serienummer van de IG-control-eenheid en het vermogensgedeelte.
(D) - Tussen de indicaties MAINC1., PS01 2. en ENS 3. TRL wisselen - toets (A) of (B) indrukken:
(C) (A)
(D)
Indicatie versienummer
(B) (A)
Indicatie serienummer
(C)
(B)
(D) 3.Typenummer van de ENS weergeven: toets „Enter (D)“ indrukken - Verlaten met de toets „Esc (C)“ - Naar de indicatie van het versienummer voor de ENS wisselen: toets „(A) of (B)“ indrukken - Verlaten met de toets „Esc (C)“
Indicatie versienummer
(A) (A)
(C)
(B)
Indicatie serienummer
(C)
(D)
Indicatie typenummer (A)
(B)
1.Versienummer van de IG-controleenheid weergeven: toets „Enter (D)“ indrukken - Verlaten met toets „Esc (C)“ - Naar de indicatie van het serienummer voor de IG-controleenheid wisselen: toets „(A) of (B)“ indrukken - Verlaten met toets „Esc (C)“ 2.Versienummer van het vermogensgedeelte weergeven: toets „Enter (D)“ indrukken - Verlaten met toets „Esc (C)“ - Naar de indicatie van het serienummer voor het vermogensgedeelte wisselen: toets „(A) of (B)“ indrukken - Verlaten met toets „Esc (C)“
(C)
(B)
- Toegang tot „Version“: Taste „Enter“ (D) indrukken
(C) Indicatie versienummer
40
Aanwijzing! Als de FRONIUS IG niet met de optie ENS is uitgerust, kunnen typenummer en versienummer niet worden weergegeven. - Na het indrukken van de toets „Enter (D)“ verschijnt de indicatie „N.A.“ - Verlaten met de toets „Esc (C)“
Aanvullende informaties De FRONIUS IG is voor een hele serie systeemuitbreidingen voorbereid zoals bijv.: - voor de communicatie van de FRONIUS IG met externe systeemuitbreidingen resp. met andere FRONIUS IG - datalogger (voor registratie en beheer van de gegevens van uw fotovoltaïsche-installatie m.b.v. een PC) inclusief datalogger en modemverbinding - diverse grote displays (FRONIUS IG Public Display) - actoren / relais / alarm (FRONIUS IG Signal Card) - sensoren (thermovoeler/ bestraling/ verbruiksmeting) De systeemuitbreidingen worden als insteekkaarten (net als bij de PC) aangeboden.
NL
Systeemuitbreidingen
Ter verhoging van de flexibiliteit zijn alle systeemuitbreidingen ook als uitvoering met externe omkasting verkrijgbaar.
Voor een onbeperkte, individuele toepassing van de systeemuitbreidingen heeft Fronius het LocalNet ontwikkeld. Het LocalNet is een gegevensnetwerk dat de koppeling van meerdere FRONIUS IG aan de systeemuitbreidingen mogelijk maakt. Het LocalNet is een bussysteem. Voor de communicatie van een of meerdere FRONIUS IG met alle systeemuitbreidingen is een enkele kabel voldoende. Hierdoor wordt de bekabeling tot een minimum gereduceerd.
41
Systeemuitbreidingen (vervolg)
Nadere inlichtingen hierover vindt u in het hoofdstuk „LocalNet“ van de installatie- en servicehandleiding.
Kunstmatige ventilatie
De FRONIUS IG is met een temperatuurgestuurde, toerentalgeregelde ventilator uitgerust. Hierdoor ontstaat een aantal voordelen: - verkleining van de koellichamen - compacte omkasting - koelere componenten - hoger rendement / langere levensduur - zo laag mogelijk energieverbruik/ geluidsontwikkeling, daar toerentalgeregeld en kogelgelagerd - Mocht een warmteafvoer ondanks maximaal toerental van de ventilator niet mogelijk zijn (bijv. schakelkasten zonder overeenkomstige warmteafvoer), vindt, als zelfbescherming van de FRONIUS IG, een zogenaamd vermogens-derating plaats. - Het vermogens-derating regelt het vermogen van de FRONIUS IG tijdelijk zover terug dat de temperatuur de toelaatbare waarde niet overschrijdt. - Uw FRONIUS IG blijft zo lang mogelijk zonder onderbrekingen bedrijfsklaar. - Ook bij een zeer frequent vollastbedrijf vand e FRONIUS IG kan een levensduur van de ventilator van ca. 20 jaar worden verwacht.
42
NL
Installatiehandleiding
43
Omkasting openen Waarschuwing! Gevaar door netspanning en DC-spanning van de zonnemodules. Het aansluitgedeelte mag alleen door gediplomeerde elektromonteurs worden geopend. Het afzonderlijk omkaste vermogensgedeelte mag alleen door Fronius-geschoold servicepersoneel in spanningsvrije toestand worden geopend.
FRONIUS IG (voor de binnenmontage)
Aansluitgedeelte openen 2. 1.
(2)
(1) - Schroevendraaier in het boorgat (1) aan de onderzijde van de FRONIUS IG steken - Schroevendraaier aan het einde van de handgreep voorzichtig optillen en daardoor de afdekking (2) ontgrendelen - Afdekking (2) van het aansluitgedeelte naar onderen wegtrekken
(2)
Belangrijk! Om het aansluitgedeelte te sluiten de afdekking (2) erop zetten en naar voren schuiven tot hij vastklikt.
44
FRONIUS IG (voor de binnenmontage) (vervolg)
(3) Aansluitgedeelte geopend (4) Vermogensgedeelte Waarschuwing! Gevaar door netspanning en DC-spanning van de zonnemodules. Het afzonderlijk om-kaste vermogensgedeelte mag alleen door Fronius-geschoold servicepersoneel worden geopend.
(5) (3) (4)
- Borgschroef (5) losdraaien en wandhouder wegnemen
- Vier schroeven (1) losdraaien - Afdekking (2) verwijderen
NL
FRONIUS IG Outdoors
(1)
(2)
45
(1)
Montage Standplaatskeuze algemeen
Profiteer optimaal van de voordelen van de FRONIUS IG door volgende criteria aan te houden: - Netimpedantie door een te geringe AC-leidingdoorsnede tussen de FRONIUS IG en de huisverdeler niet onnodig verhogen. De AC-leidingsweerstand tussen de FRONIUS IG en de huisverdeler mag niet meer dan 0,5 Ohm bedragen. - Installatie alleen op een vaste, loodrechte wand - De omgevingstemperatuur mag niet lager dan -20 °C en niet hoger dan +50 °C zijn. - Op een afstand van15 cm rondom de koelluchtspleten aan beide zijden van de FRONIUS IG mogen zich geen andere voorwerpen bevinden. - Tussen afzonderlijke FRONIUS IG’s een zijdelingse afstand van 20 cm aanhouden. - De richting van de luchtstroom binnen in de inverter loopt van links naar rechts (toevoer koude lucht links, afvoer warme lucht rechts). - Bij het inbouwen van de FRONIUS IG in een schakelkast (of soortgelijke gesloten ruimten) door kunstmatige ventilatie voor voldoende warmte-afvoer zorgen.
Standplaatskeuze binnen omkasting
De FRONIUS IG is uitsluitend geschikt voor de montage binnen in een gebouw of op tegen regen en sneeuw beschermde plaatsen buiten. - Aangezien bij de FRONIUS IG in bepaalde bedrijfstoestanden een geringe geluidsontwikkeling kan plaatsvinden, moet van een installatie in onmiddelijke nabijheid van het woongedeelte worden afgeraden. - FRONIUS IG mag niet in ruimten met veel stofontwikkeling worden geïnstalleerd. - FRONIUS IG mag niet in ruimten met veel stofontwikkeling door geleidbare deeltjes (bijv. ijzerkrullen) worden geïnstalleerd. - Bij de montage van de FRONIUS IG erop letten dat het display zich net onder uw ooghoogte bevindt. Hierdoor is de optimale leesbaarheid van het display gewaarborgd - De afstand van de bovenste rand van de FRONIUS IG tot aan het plafond van de ruimte moet ca. 30 cm bedragen. De inverter niet monteren in: - Ruimtes met sterke stofontwikkeling - Ruimtes met sterke stofontwikkeling van geleidende deeltjes (bijvoorbeeld spanen ijzer) - Ruimtes met bijtende dampen, zuren of zouten - Ruimtes met een verhoogd risico op ongevallen door dieren (paarden, runderen, schapen, varkens, enz.) - Stallen en aangrenzende ruimtes 46
- Opslag- en voorraadruimtes voor hooi, stro, haksel, krachtvoer, meststoffen - Opslag- en verwerkingsruimtes voor fruit, groenten en wijnbouwproducten - Ruimtes voor de verwerking van granen, groenvoer en voerproducten - Kassen
Standplaatskeuze buiten omkasting
- Op grond van de veiligheidsklasse IP 45 is het mogelijk de FRONIUS IG aan vochtinwerking bloot te stellen. Desalniettemin raden wij aan een directe vochtinwerking, indien mogelijk, te vermijden - Ondanks veiligheidsklasse IP 45 mag de FRONIUS IG, indien mogelijk, niet aan directe bezonning worden blootgesteld, omdat er wereldwijd geen display-folie bestaat die over een duurzame UV-bestendigheid beschikt. Om desondanks een lange levensduur te bereiken beschikt de FRONIUS IG met buitenomkasting en display over een afdekschuif. - Een bescherming van de display-eenheid met behulp van de afdekschuif heeft ook voordelen voor de levensduur van de folie. (Ideaal zou een ietwat beschermde montagepositie van de FRONIUS IG Outdoors met buitenomkasting zijn, bijv. in de buurt van de zonnemodule of onder een voorspringend dak). - FRONIUS IG kan zowel verticaal als horizontaal worden gemonteerd volgens paragraaf „Wandhouder voor FRONIUS IG Outdoors monteren“. - Bij bedrijf in een omgeving met sterke ontwikkeling van stof: Indien noodzakelijk, de ventilatorplaten verwijderen en de geïntegreerde vliegenroosters reinigen De inverter niet monteren: - in het aanzuigbereik van ammoniak, etsende dampen, zuren of zouten (bijvoorbeeld opslagplaatsen van meststoffen, ventilatie-openingen van stallen, chemische installaties, leerlooierijen, enz.)
47
NL
Standplaatskeuze binnen omkasting (vervolg)
Waarschuwing! Gevaar door netspanning en DC-spanning van de zonnemodules. Het aansluitgedeelte mag alleen door gediplomeerde elektromonteurs worden geopend. (1)
(2x)
(2) (3)
(4)
(1x)
IG 30: 130 mm IG 60: 373 mm
Wandhouder voor FRONIUS IG (voor de binnenmontage) monteren
(2) (3)
Belangrijk! Aangezien u voor elke ondergrond andere pluggen en schroeven nodig hebt, zijn deze niet bijgevoegd. - Wandhouder (1) met behulp van passende schroeven (2) en pluggen (3) op een vaste ondergrond monteren - Het aansluitgedeelte op de FRONIUS IG openen (hoofdstuk „Omkasting openen“)
(4)
Opgelet! Gevaar door naar beneden vallend apparaat. FRONIUS IG in wandhouder hangen en met behulp van schroef (4) in het aansluitgedeelte borgen. - AC- en DC-kabel monteren, zoals in hoofdstuk „Aansluiting“ beschreven - Aansluitgedeelte sluiten en deksel met behulp van bevestigingsschroef monteren De omkasting is zo ontworpen dat een kabelkanaal met een hoogte van tot 50 mm direct onder het aansluitgedeelte kan lopen zonder dat - de aanwezigheid van kabels onder de FRONIUS IG te zien is - de toegankelijkheid van het aansluitgedeelte en de insteekkaartplaatsen beperkt wordt
48
Wandhouder voor FRONIUS IG (voor de binnenmontage) monteren (vervolg)
Belangrijk! Wordt onder de FRONIUS IG een kabelkanaal gemonteerd, moet met het volgende rekening worden gehouden: - Onderrand FRONIUS IG bevindt zich precies 26 mm onder de wandhouder 26 mm
Wandhouder voor FRONIUS IG Outdoors monteren
verticale montagepositie
horizontale montagepositie
NL
Belangrijk! De wandhouder kan volgens de afbeelding zowel voor de verticale als voor de horizontale positie van de FRONIUS IG worden gemonteerd. Om eventueel binnengedrongen water te doen wegstromen: - Bij verticale montagepositie aftapschroef (1) verwijderen - Bij horizontale montagepositie aftapschroef (2) verwijderen
(2)
(1) 49
Wandhouder voor FRONIUS IG Outdoors monteren (vervolg)
Onderstaand aangegeven afbeelding toont beide delen (1) en (2) van de wandhouder. Beide delen worden samen met de FRONIUS IG geleverd. Op de afbeelding is te zien hoe de FRONIUS IG in deel (1) wordt gehangen. Voor de montage van deel (2) als volgt te werk gaan: - Schroeven (3) aan de onderzijde van de FRONIUS IG losdraaien - Deel (2) met de schroeven (3) monteren
(1)
(3)
(2)
50
(2x)
(1)
(4) (5)
IG 30: 434 mm IG 60: 677 mm
Wandhouder voor FRONIUS IG Outdoors monteren (vervolg)
(4)
(5)
- Deel (1) van de wandhouder met behulp van passende schroeven (3) en pluggen (4) op een vaste ondergrond monteren - Het aansluitgedeelte op de FRONIUS IG openen (hoofdstuk „Omkasting openen“) Opgelet! Gevaar door naar beneden vallend apparaat, als de FRONIUS IG niet met behulp van deel (2) van de wandhouder wordt geborgd. FRONIUS IG in deel (1) van de wandhouder hangen en met behulp van deel (2) van de wandhouder borgen. - Deel (2) van de wandhouder met behulp van passende schroeven en pluggen monteren. - AC- en DC-kabel monteren, zoals in hoofdstuk „Aansluiting“ beschreven
51
NL
Aanwijzing! Aangezien u voor elke ondergrond andere pluggen en schroeven nodig hebt, zijn deze niet bijgevoegd.
Aansluiting Aansluiting op de zonnemodules en het net Zonnemodules
Voor de juiste keuze van de zonnemodules en een zo rendabel mogelijk gebruik van de FRONIUS IG, a.u.b. met volgende punten rekening houden: - De nullastspanning wordt bij constante bezonning en dalende temperatuur hoger. Let erop dat een nullastspanning van 500 V - of 530 V bij IG 60 HV - niet wordt overschreden. Wordt een nullastspanning van de zonnemodules van 500 V overschreden - of 530 V bij IG 60 HV - wordt de FRONIUS IG vernield en alle garantieclaims komen te vervallen. - Exactere waarden voor de dimensionering van de zonnemodules op de gekozen standplaats leveren hiervoor geschikte berekeningsprogramma’s, zoals bijv. de FRONIUS-configurator (verkrijgbaar onder www.fronius.com).
Bewaking van het net
Aangezien uw FRONIUS IG slechts op één fase van het stroomnet aange-sloten hoeft te worden, is een installatie op nagenoeg elke plaats in het huis mogelijk. Waarschuwing! Om een optimale functie van de netbewaking te waarborgen moet voor een zo gering mogelijke weerstand van de toevoerleidingen naar het aansluitpunt worden gezorgd. De AC-leidingweerstand tussen FRONIUS IG en huisverdeler mag niet meer dan 0,5 Ohm bedragen. Waarschuwing! Gevaar door netspanning en DC-spanning van de zonnemodules. Het aansluitgedeelte mag alleen door gediplomeerde elektromonteurs in spanningsvrije toestand worden geopend.
Installaties met meerdere inverters
Voor grotere fotovoltaïsche installaties kunnen meerdere FRONIUS IG problemloos parallel geschakeld worden. Om hierbij een symmetrische voeding te waarborgen moeten de FRONIUS IG gelijkmatig op alle 3 fasen zijn aangesloten. Neem in geval van twijfel bij technische vragen met uw vakhandelaar contact op.
52
Afzekering wisselstroomzijde
Belangrijk! Als beveiliging aan wisselstroomzijde raden wij aan: - een eigen 16 A zekering voor elke Fronius IG 15 en 30 - een eigen 25 A zekering voor elke Fronius IG 40 en 60 - alternatief voor Fronius IG 40 en 60: zekeringautomaat 32 A, type „C“ Aanwijzing! Lokale bepalingen, het nutsbedrijf of andere omstandigheden kunnen een differentieelschakelaar vereisen. In het algemeen is in een dergelijk geval een differentieelschakelaar type A toereikend. In bijzondere gevallen en afhankelijk van de lokale omstandigheden kunnen echter onjuiste uitschakelingen door de differentieelschakelaar van het type A plaatsvinden. Daarom raadt Fronius aan een voor frequentie-omvormers geschikte differentieelschakelaar toe te passen. De differentieelschakelaar moet voor elke afzonderlijke inverter over een meetstroom van minstens 30 mA beschikken.
Afhankelijk van de uitrusting van uw FRONIUS IG bestaan volgende mogelijkheden de zonne-inverter op de zonnemodules (DC) en op het openbare net (AC) aan te sluiten: 1.Contactstrip (aansluiting binnen in de omkasting) 2. DC-stekkers (naar keuze tot 5 DC-aansluitpunten, AC-aansluiting binnen in de omkasting) 3.DC-stekkers en AC-steekverbinding (naar keuze tot 5 paar DC-stekkers, AC-steekverbinding) 4. FRONIUS IG Outdoors In de volgende hoofdstukken wordt de aansluiting van de FRONIUS IG voor elke aansluitingsvariant afzonderlijk beschreven.
1. Contactstrip
- De FRONIUS IG volgens hoofdstuk „Montage“ aan de wand bevestigen De omkasting is zo ontworpen dat een kabelkanaal met een hoogte van tot 50 mm direct onder het aansluitgedeelte kan lopen zonder dat - de aanwezigheid van kabels onder de FRONIUS IG te zien is - de toegankelijkheid van het aansluitgedeelte en de insteekkaartplaatsen beperkt wordt
53
NL
Aansluitingsvarianten
1. Contactstrip (vervolg)
Toelaatbare doorsneden voor aansluitkabels AC en DC: - kabels zonder adereindmoffen: 6 mm² en10 mm² - kabels met adereindmoffen: 6 mm² Aanwijzing! De schroeven van de klemmenlijst met 1,8 Nm vastdraaien. Aansluitstrook bij variant met contactstrip Snoerontlasting voor aansluitkabel (AC)
Snoerontlasting voor de aansluitkabels (DC)
AC
DC
DC
PE N L1
+
-
Contactstrip voor de aderen van de aansluitkabel (AC)
2. DC-stekkers
- 3-polige aansluitkabel voor het openbare net door aansluitstrook en snoerontlasting leggen en in de contactstrip schuiven - De aderen van de aansluitkabel volgens klemaanduiding aansluiten
- Aansluitkabel voor de gelijkstroomvoeding door aansluitstrook en snoerontlasting leggen en in de contactstrip schuiven - De aderen van de aansluitkabel volgens klemaanduiding aansluiten - De aansluitkabels met behulp van snoerontlasting fixeren - Aansluitgedeelte sluiten
Contactstrip voor de aansluitkabels (DC)
Ter vereenvoudiging van montage- en servicewerkzaamheden vindt de aansluiting van de zonnemodules via een geïsoleerde steekverbinding met naar keuze één tot vijf paar stekkers plaats. - De FRONIUS IG volgens hoofdstuk „Montage“ aan de wand bevestigen
PE N L1
Bussen DCStekkers DC+ Contactstrip voor de aderen van de aansluitkabel (AC)
54
- Aansluitgedeelte openen - zie hoofdstuk „Omkasting openen“ - 3-polige aansluitkabel voor het openbare net door aansluitplaat en snoerontlasting leggen en in de contactstrip schuiven - De aderen van de aansluitkabel volgens klemaanduiding aansluiten
- Aansluitkabel met behulp van snoerontlasting fixeren - Aansluitgedeelte sluiten en deksel monteren Voorbeeld voor DC-stekkers: Multicontact stekkers - max. stroom bij MC3 = 20 A - max. stroom bij MC4 = 30 A Aansluitstrook met 5 paar stekkers Snoerontlasting voor aansluitkabel
Bussen DC -
Stekkers DC +
Aanwijzing! Overtuig uzelf bij de montage van de DCsteekverbindingen voor de aansluiting van de zonnemodules ervan dat de polariteit van de zonnemodules met de symbolen „+“ en „-“ overeenstemt.
Afbeelding geldt ook voor aansluitstrook met 1 tot 5 paar stekkers
Aanwijzing! De DC-stekkers nooit tijdens het voedingsbedrijf van de FRONIUS IG van de steekcontacten scheiden. Voordat u de leidingen eruit trekt altijd eerst de nettoevoer scheiden of de FRONIUS IG in de standby-modus schakelen. Wordt deze aanwijzing niet opgevolgd, kunnen de steekcontacten beschadigd worden. Ontstaat er bij het scheiden een lichtboog, moeten zowel de stekker als de bus worden uitgewisseld. Beschadigde DC-stekkers mogen niet meer worden gebruikt.
3. AC-stekkerverbinding en DC stekker
Ter vereenvoudiging van montage- en servicewerkzaamheden vindt de aansluiting van de zonnemodules en het stroomnet via steekverbindingen plaats. Afhankelijk van de uitvoering staan voor de aansluiting van de zonnemodules tot vijf paar DC-stekkers ter beschikking. De aansluiting van het stroomnet vindt met behulp van een geïsoleerde, vergrendelbare AC-steekverbinding plaats. - De FRONIUS IG volgens hoofdstuk „Montage“ aan de wand bevestigen Aanwijzing! Voor de AC-steekverbinding zijn alleen kabels tot een doorsnede van 4 mm² toegestaan.
55
NL
- DC-steekverbindingen op de plus- en op de minpool van de leidingen van de zonnemodules monteren - De leidingen op de FRONIUS IG aansluiten
3. AC-stekkerverbinding en DC stekker (vervolg)
Voor de AC-steekverbinding de netkabel volgens afbeelding afstrippen.
20 mm
5 mm
Aansluiting nulleider (blauw)
Aansluiting fase (bruin)
Aansluiting aardgeleider (geel/ groen)
(1)
De AC-steekverbinding als volgt monteren: - Deel (3) en deel (2) volgens onderstaande afbeelding op de netkabel schuiven - Aderen van de netkabel volgens afbeelding hiernaast op de ACstekker aansluiten
(2)
(3)
wit: voor netkabels met 5 tot 11 mm doorsnede zwart: voor netkabels met 9,5 tot 15 mm doorsnede
- AC-steekverbinding assembleren - AC-steekverbinding op de FRONIUS IG aansluiten en vergrendelen Aanwijzing! De AC-steekverbinding alleen in spanningsvrije toestand losmaken, nadat de zekering in de huisverdeler werd gescheiden. Voorbeeld voor DC-stekkers: Multicontact stekkers - max. stroom bij MC3 = 20 A - max. stroom bij MC4 = 30 A
56
3. AC-stekkerverbinding en DC stekker (vervolg)
Aanwijzing! Overtuig uzelf bij de montage van de DCsteekverbindingen voor de aansluiting van de zonnemodules ervan dat de polariteit van de zonnemodules met de symbolen „+“ en „-“ overeenstemt.
Aansluitstrook met 5 paar DC-stekkers AC-steekverbinding
Bussen DC -
Stekkers DC + Afbeelding geldt ook voor aansluitstrook met 1 tot 5 paar DC-stekkers
- DC-steekverbindingen op de plus- en op de minpool van de leidingen van de zonnemodules monteren - De leidingen op de FRONIUS IG aansluiten Aanwijzing! De DC-stekkers nooit tijdens het voedingsbedrijf van de FRONIUS IG van de steekcontacten scheiden. Voordat u de leidingen eruit trekt altijd eerst de zekering in de huisverdeler scheiden
NL
Wordt deze aanwijzing niet opgevolgd, kunnen de steekcontacten beschadigd worden. Ontstaat er bij het scheiden een lichtboog, moeten zowel de stekker als de bus worden uitgewisseld. Beschadigde DC-stekkers mogen niet meer worden gebruikt.
4. FRONIUS IG Outdoors
-
De FRONIUS IG volgens hoofdstuk „Montage“ aan de wand bevestigen Vier bevestigingsschroeven (1) op de afdekking (2) losdraaien Afdekking (2) verwijderen Snoerontlasting (3) op de afdekking (2) losser maken
(1)
(1)
(3)
57
(2)
4. FRONIUS IG Outdoors (vervolg)
- 3-polige aansluitkabel voor het openbare net door snoerontlasting (3) leggen en in de contactstrip (4) schuiven - De aderen van de aansluitkabel volgens klemaanduiding aansluiten (4)
-
Stecker DC-
-
-
-
L1 N
PE
+ + + + + Buchsen DC+
- Afdekking (2) met behulp van vier bevestigingsschroeven (1) monteren - Aansluitkabel met behulp van snoerontlasting (3) fixeren Voorbeeld voor DC-stekkers: Multicontact stekkers - max. stroom bij MC3 = 20 A - max. stroom bij MC4 = 30 A Aanwijzing! Overtuig uzelf bij de montage van de DC-steekverbindingen voor de aansluiting van de zonnemodules ervan dat de polariteit van de zonnemodules met de symbolen „+“ en „-“ overeenstemt. - DC-steekverbindingen op de plus- en op de minpool van de leidingen van de zonnemodules monteren - De leidingen op de FRONIUS IG aansluiten Aanwijzing! De DC-stekkers nooit tijdens het voedingsbedrijf van de FRONIUS IG van de steekcontacten scheiden. Voordat u de leidingen eruit trekt altijd eerst de nettoevoer scheiden en de FRONIUS IG in de standby-modus schakelen. Wordt deze aanwijzing niet opgevolgd, kunnen de steekcontacten beschadigd worden. Ontstaat er bij het scheiden een lichtboog, moeten zowel de stekker als de bus worden uitgewisseld. Beschadigde DC-stekkers mogen niet meer worden gebruikt.
58
Inbedrijfstelling Configuratie van de inverter Configuratie vanaf fabriek
Uw FRONIUS IG is reeds in de fabriek bedrijfsklaar voorgeconfigureerd. Na het aansluiten van de FRONIUS IG op de zonnemodules (DC) en op het openbare net (AC), hoeft u alleen nog maar de AC- en DC-scheidingsschakelaar te sluiten.
NL
LED
Configuratie vanaf fabriek (vervolg)
- Geven de zonnemodules voldoende vermogen af, brandt de LED oranje, en op het display begint de weergave van de startup-procedure - Het oranje licht van de LED signaleert dat de automatische start van de FRONIUS IG binnenkort zal plaatsvinden - Na de automatische start van de FRONIUS IG brandt de LED groen - Zolang het netvoedingsbedrijf duurt, brandt de LED groen en bevestigt het storingsvrij functioneren van de FRONIUS IG Mocht het verloop van de eerste inbedrijfstelling van uw FRONIUS IG niet met de bovenstaande beschrijving overeenstemmen en de FRONIUS IG niet met het netvoedingsbedrijf beginnen, lees dan a.u.b. het hoofdstuk „Diagnose en herstel van fouten“.
Individuele configuratie
Individuele configuratiemogelijkheden vindt u in het hoofdstuk „Bedieningsconcept“, paragraaf „Het setup-menu“ in de bedieningshandleiding. Instellingen voor de aansluiting van meerdere inverters op het LocalNet (bijv. nummering van de aangesloten bus-deelnemers/ systeemuitbreidingen) vindt u in het hoofdstuk „LocalNet“. 59
LocalNet Systeemuitbreidingen/ Insteekkaartprincipe
De FRONIUS IG is voorbereid voor een hele reeks systeemuitbreidingen: - datalogger (voor registratie en beheer van de gegevens van uw fotovoltaïsche installatie m.b.v. PC) inclusief modemverbinding, zoals bijv.: - datalogger (voor registratie en beheer van de gegevens van uw fotovoltaïsche-installatie m.b.v. een PC) inclusief datalogger en modemverbinding - diverse grote displays (FRONIUS IG Public Display) - actoren / relais / alarm (FRONIUS IG Signal Card) - sensoren (thermovoeler/ bestraling/ verbruiksmeting) De systeemuitbreidingen worden als insteekkaarten aangeboden (zoals bij de PC). Ter verhoging van de flexibiliteit zijn enkele systeemuitbreidingen ook als uitvoering met externe omkasting verkrijgbaar. De FRONIUS IG is voor het aanbrengen van vier insteekkaarten binnen in de omkasting voorbereid. Voor een onbeperkte, individuele toepassing van de systeemuitbreidingen heeft Fronius het LocalNet ontwikkeld. Het LocalNet is ein gegevensnetwerk dat de koppeling van één of meerdere FRONIUS IG met de systeemuitbreidingen mogelijk maakt.
Datalogger
De kern van het LocalNet is de busmaster. Hij coördineert het dataverkeer en zorgt ervoor dat ook grote hoeveelheden gegevens snel en veilig worden verdeeld. De busmaster is als afzonderlijke insteekkaart en als gecombineerde datalogger-/busmasterkaart verkrijgbaar.
COM-kaart
Om de FRONIUS IG aan het LocalNet te koppelen is volgende systeemuitbreiding op een insteekplaats in de FRONIUS IG vereist: - COM-kaart .............. maakt de gegevensverbinding van de FRONIUS IG met het LocalNet en de hiermee verbonden systeemuitbreidingen mogelijk Aanwijzing! Indien met behulp van een datalogger de gegevens van slechts één fotovoltaïsche inverter geregistreerd moeten worden, is eveneens een COM-kaart vereist. In dit geval dient de COMkaart eveneens als koppelingsstuk tussen het interne netwerk van de FRONIUS IG en de LocalNet -interface van de datalogger.
60
Voor het aanbrengen van de systeemuitbreidingen als insteekkaarten als volgt te werk gaan: Waarschuwing! Gevaar voor netspanning en DC-spanning van de zonnemodules. Het aansluitgedeelte mag alleen door gediplomeerde elektromonteurs in spanningsvrije toestand worden geopend.
(1) (2) (3) (4)
ENS-kaart alleen op deze insteekplaats aanbrengen NL
Insteekkaarten aanbrengen, FRONIUS IG (voor de binnenmontage)
- Aansluitgedeelte openen - zie hoofdstuk „Omkasting openen“ - Display naar links opzij schuiven (1) en er naar voren afnemen (2) - Fixeerschroef (4) losdraaien en afdekking voor insteekplaatsen verwijderen Aanwijzing! Bij de omgang met insteekkaarten moeten de algemene ESD-bepalingen worden aangehouden. - Insteekkaart (3) in willekeurige insteekplaats aanbrengen - Insteekkaart (3) met behulp van fixeerschroef (4) bevestigen Bij uitvoeringen voor bepaalde landen met ENS-kaart als standaarduitrusting is een bedrijf zonder deze kaart niet mogelijk. Wettelijke voorschriften vereisen een veiligheidssysteem dat een bedrijf van de fotovoltaïsche inverter zonder ENS niet toestaat. - Zodra de ENS-kaart er weer ingestoken is (insteekplaats links buiten, zie afbeelding), kan het netvoedingsbedrijf weer worden hervat.
61
Insteekkaarten aanbrengen, FRONIUS IG (voor de buitenmontage)
- Vier schroeven (1) losdraaien - Afdekking (2) verwijderen - Fixeerschroef (4) losraaien en afdekking voor de desbetreffende aansluiting verwijderen (zie afbeelding in de paragraaf „Steekkaarten aanbrengen FRONIUS IG (voor de binnenmontage)“.
(1) (2)
(1)
Aanwijzing! Bij de omgang met steekkaarten moeten de algemene ESD-bepalingen worden aangehouden. - Steekkaart (3) in willekeurige aansluiting zetten - Steekkaart (3) met behulp van fixeerschroef (4) bevestigen
Aanwijzing! Let ook op de verklaringen en aanwjzingen voor de ENS-kaart (in het hoofdstuk „Steekkaarten aanbrengen (voor de binnenmontage)“.
Configuratie
Het LocalNet herkent verschillende systeemuitbreidingen (datalogger, sen-sorkaart, ...) automatisch. Om tussen meerdere identieke systeemuitbreidingen te onderscheiden moet op de systeemuitbreidingen een individueel nummer worden ingesteld. Om elke FRONIUS IG ondubbelzinnig in het LocalNet te definiëren moet aan de desbetreffendeFRONIUS IG eveneens een individueel nummer worden toegekend De werkwijze vindt u in het hoofdstuk „Het setup-menu“ van de bedieningshandleiding.
Voorbeeld
Voorbeeld: registratie en archivering van de inverter- en sensorgegevens met behulp van Datalogger Card en Sensor Box. De insteekkaarten communiceren binnen de FRONIUS IG via zijn interne netwerk. De externe communicatie (LocalNet) vindt via de COM-kaarten plaats. Elke COM-kaart bezit twee RS-485 interfaces als in- en uitgang. De verbinding wordt met behulp van RJ45-stekkers tot stand gebracht. De eerste FRONIUS IG met COM-kaart kan van de laatste FRONIUS IG met COM-kaart tot 1000 m verwijderd zijn.
62
Voorbeeld (vervolg)
IN IN
(5)
COM-kaart
ENS
COM-kaart
ENS Datalogger
PC
OUT
RS-232
IN
COM-kaart
ENS
Sensor Box in de externe omkasting
IN
OUT
OUT
OUT
PC (6)
(6)
(6)
(5)
(5) Afsluitstekker (6) Gegevenskabel
- Uitrusting van een FRONIUS IG metDatalogger Card (afbeelding: FRONIUS IG 2) - Uitrusting van alle FRONIUS IG elk met één COM Card
Aanwijzing! Principieel is de rangschikking van de insteekkaarten om het even. Met het volgende moet echter rekening worden gehouden: - een FRONIUS IG mag maar één COM-kaart bevatten: - een netwerk mag maar één datalogger-kaart bevatten Nadere inlichtingen over de afzonderlijke systeemuitbreidingen staan in de overeenkomstige bedieningshandleidingen aangegeven of in het internet onder www.fronius.com.
63
NL
De datalogger bezit twee RS-232 interfaces voor de verbinding met PC en modem.
Statusdiagnose en -herstel Weergegeven service-codes Service-indicatie
De FRONIUS IG beschikt over een systeem-zelfdiagnose die een groot aantal mogelijke fouten zelfstandig herkent en op het display weergeeft. Hierdoor kunnen defecten van de FRONIUS IG en de fotovoltaïsche installatie alsmede installatie- en bedieningsfouten snel worden opgespeurd. Indien de systeem-zelfdiagnose een concrete fout heeft kunnen opspeuren, wordt de bijbehorende service-code op het display weergegeven. Aanwijzing! Kortstondig aangegeven service-codes kunnen uit het regelgedrag van de FRONIUS IG resulteren. Werkt de FRONIUS IG vervolgens storingsvrij verder, is geen fout aanwezig
Algemene service-codes
Is de nullastspanning van de zonnemodules nog te gering, verschijnt op het display de melding „DCLOW“.
Stijgt de nullastspanning van de zonnemodules tot boven 150 V, begint de FRONIUS IG met de netsynchronisatie (indicatie „SYNCAC“). Is het vermogen van de zonnemodules nog te gering, verschijnt op het display de melding „POWERLOW“.
Na een korte wachttijd begint de FRONIUS IG opnieuw met de netsynchronisatie (indicatie: „SYNCAC“).
64
Complete uitval
Blijft het display ook lange tijd na zonsopgang donker, controleer dan a.u.b de nullastspanning van de zonnemodules. Bedraagt de nullastspanning van de modules (bij de aansluitingen van de Fronius-IG) minder dan160 V, moet een fout in de overige fotovoltaïsche installatie worden vermoed. Bedraagt de nullastspanning van de zonnemodules (bij de aansluitingen van de Fronius-IG) meer dan160 V, is er eventueel sprake van een fundamenteel defect van de FRONIUS IG. In dit geval principieel een door Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen.
FRONIUS IG met meerdere vermogensonderdelen
Ontstaat er bij een FRONIUS IG met meerdere vermogensonderdelen een fout, vindt een speciale statusdiagnose plaats. De onderstaand aangegeven voorbeelden illustreren het zoeken van fouten. Belangrijk! Een oproepen van statusmeldingen is ook mogelijk, als er geen daadwerkelijke fout aanwezig is. Deze vorm van status-opvraag vindt u in het setup-menu.
NL
Weergave in de normale modus
Fout bij een van de beide vermogensonderdelen: - Weergave van een servicecode (bijv. „State 515“)
Afwisselend
(D) Belangrijk! Afwisselend verschijnen de weergave van de servicecode en „Enter“.
2x
(D) 1
- Toets „Enter“ twee keer indrukken
(D) 1
- De status-weergave van de vermogensonderdelen „State_ PS“ verschijnt - Toets „Enter“ indrukken (D) Belangrijk! De overige werkwijze vindt u in het hoofdstuk „Het setup menu“, „STATE_PS“.
65
Klasse 1
Service-codes van de service-klasse 1 treden meestal slechts tijdelijk op en worden door het openbare stroomnet veroorzaakt. FRONIUS IG reageert in eerste instantie met een scheiding van het net. Vervolgens wordt het net gedurende de voorgeschreven bewakingsperiode gecontroleerd. Wordt na deze periode geen fout meer vastgesteld, begint de FRONIUS IG weer met het netvoedingsbedrijf. Een lijst van de service-codes, de bijbehorende aanduiding, beschrijving en hulpmaatregelen vindt u in de onderstaand aangegeven tabel. Code
Aanduiding
Gedrag
Herstel
101
Netspanning buiten het toelaatbare gebied
Zodra de netspanning na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Netspanning controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
104
Netfrequentie buiten het toelaatbare gebied
Zodra de netfrequentie na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Netfrequentie controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
107
AC-net niet aanwezig
Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoedingsbedrijf.
Netaansluitingen resp. zekeringen controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
108
Islanding herkend
Zodra de netcondities na uitvoerige controle het toelaatbare gebied weer hebben bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoedingsbedrijf.
Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
66
Klasse 2
Service-codes van de service-klasse 2 kunnen alleen in verbinding met de optie ENS optreden.
Code
Aanduiding
Gedrag
Herstel
201
Netspanning te hoog
Zodra de netspanning na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Netspanning controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
202
Netspanning te laag
Zodra de netspanning na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Netspanning controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
203
Netfrequentie te groot
Zodra de netfrequentie na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Netfrequentie controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
204
Netfrequentie te laag
Zodra de netfrequentie na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Netfrequentie controleren Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
205
Netimpedantie-sprong
Zodra de netimpedantie na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Spronggedrag kan slechts kortstondig optreden
206
Absolute waarde van de netimpedantie te hoog
Zodra de netimpedantie na uitvoerige controle het toelaatbare gebied heeft bereikt, begint FRONIUS IG opnieuw met het netvoe-dingsbedrijf.
Leidingdoorsnede in de huisinstallatie controleren
207
Problemen met de net -relais
ENS herkent defecte netrelais
ENS-jumper controleren
67
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
NL
Service-codes van de klasse 2 betreffen ook de parameters van het net. Sommige controleprocedures vallen daarom gedeeltelijk samen met degene van de service-klasse 1. De reactie van de FRONIUS IG vindt net zo plaats als bij de service-codes van de service-klasse 1.
Klasse 2 (vervolg)
Code
Aanduiding
Gedrag
Herstel
208
Problemen met de net -relais
ENS herkent defecte netrelais
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
Klasse 3
De service-klasse 3 omvat service-codes die tijdens het voedingsbedrijf kunnen optreden, principieel echter niet tot een duurzame onderbreking van het netvoedingsbedrijf leiden. Na de automatische scheiding van het net en de voorgeschreven netbewaking probeert de FRONIUS IG het netvoedingsbedrijf weer te starten Code
Aanduiding
Gedrag
Herstel
301
Overstroom (AC)
Kortstondige onderbreking van het netvoedingsbedrijf op grond van overstroom
Fout wordt automatisch hersteld
FRONIUS IG begint opnieuw met de opstartfase 302
303 *
Overstroom (DC)
Kortstondige onderbreking van het netvoedingsbedrijf op grond van overstroom
Overtemperatuur ACzijde
Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op Fout wordt automatisch hersteld
FRONIUS IG begint opnieuw met de opstartfase
Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
Kortstondige onderbreking van het netvoedingsbedrijf op grond van overtemperatuur
FRONIUS IG begint na een afkoelingsfase van 2 minuten opnieuw met de opstartfase
Koelluchtspleten geblokkeerd
Koelluchtspleten vrijmaken Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
304 *
Overtemperatuur DCzijde
Kortstondige onderbreking van het netvoedingsbedrijf op grond van overtemperatuur
FRONIUS IG begint na een afkoelingsfase van 2 minuten opnieuw met de opstartfase
Koelluchtspleten geblokkeerd
Koelluchtspleten vrijmaken Treedt de service-code steeds weer op, neem dan met uw installatiemonteur contact op
* Service-codes 303 en 304 worden eventueel slechts kort weergegeven. Een kortstondige weergave van de service-codes 303 en 304 wijst niet op een fout.
68
Klasse 4
Code
Aanduiding
Gedrag
Herstel
401
Communicatie met vermogensgedeelte niet mogelijk
Indien mogelijk, start de FRONIUS IG het netvoedingsbedrijf na een nieuwe automatische inschakelpoging
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
402
Communicatie met EEPROM niet mogelijk
Indien mogelijk, start de FRONIUS IG het netvoedingsbedrijf na een nieuwe automatische inschakelpoging
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
403
EEPROM defect
Indien mogelijk, start de FRONIUS IG het netvoedingsbedrijf na een nieuwe automatische inschakelpoging
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
404
Communicatie tussen besturingseenheid en ENS niet mogelijk
Indien mogelijk, start de FRONIUS IG het netvoedingsbedrijf na een nieuwe automatische inschakelpoging
FRONIUS IG heeft geen netverbinding. Controleren of de net-scheidingsschakelaar ingeschakeld is Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
405
Verkeerde of defecte ENS-kaart
Indien mogelijk, start de FRONIUS IG het netvoedingsbedrijf na een nieuwe automatische inschakelpoging
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
406
Temperatuursensor AC defect
FRONIUS IG wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
407
Temperatuursensor DC defect
FRONIUS IG wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
408
Gelijkstroom voeden
FRONIUS IG wordt om veiligheidsredenen van het net gescheiden
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
409
+15 V voeding van de besturingselektronica niet aanwezig
FRONIUS IG wordt niet op het net geschakeld
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
69
NL
Service-codes van de service-klasse 4 maken gedeeltelijk het ingrijpen van een geschoolde Fronius-servicetechnicus noodzakelijk
Klasse 4 (vervolg)
Code
Aanduiding
Gedrag
Herstel
410
Servicestekker werd niet op de oorspronkelijke positie aangesloten
2-polige stekker op verkeerde insteekplaats aange-sloten
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
412
Het fixeerspanningsbedrijf werd in plaats van het MPP-spanningsbedrijf geactiveerd en fixeerspanning is op een te lage waarde ingesteld
Fixeerspanning lager dan actuele MPP-spanning
Modulespanning controleren en bij een te hoge ingangsspanning schakeling van de PV-generator wijzigen
413
Regelingsproblemen
In verband met sterk gewijzigde netcondities wordt de FRONIUS IG voor korte tijd van het net gescheiden
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
414
EEPROM defect
Geheugencomponent gewist
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
415
Geen ENS vrijgavesignaal
Defect in de ENS microcontroller, toevoerleiding naar de ENS defect
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen
416
Communicatie met IGCtrl niet mogelijk
Oranje LED brandt, vervolgens probeert deFRONIUS IG opnieuw te starten
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen
417
Twee of meer voedingseenheden hebben hetzelfde printnummer
FRONIUS IG blokkeert, indicatie kritische fout d.m.v. rode LED
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen
419
Twee of meer voedingseenheden met identieke software-serienummer herkend
FRONIUS IG blokkeert, indicatie kritische fout d.m.v. rode LED
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen
421
Printnummer is verkeerd ingesteld
FRONIUS IG blokkeert, indicatie kritische fout d.m.v. rode LED
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen
425
Communicatie met de voedingseenheid is niet mogelijk
Oranje LED brandt, vervolgens probeert deFRONIUS IG opnieuw te starten
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service-technicus raadplegen
443
Energieoverdracht niet mogelijk
De oranje LED brandt, aansluitend probeert de FRONIUS IG opnieuw te starten
Indien de Servicecode continu wordt weergegeven: Door Fronius geschoolde onderhoudsmonteur waarschuwen
70
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde servicetechnicus raadplegen
Klasse 5
Service-codes van de service-klasse 5 behinderen het voedingsbedrijf niet algemeen. Deze worden weergegeven tot de weergegeven servicecode per druk op de toets wordt bevestigd (op de achtergrond werkt de Fronius-IG echter normaal). - Willekeurige toets indrukken - Foutmelding wordt niet meer weergegeven Code
Aanduiding
Beschrijving
Herstel
501
Ventilator defect
Ondanks geringe vermogensafgifte te hoge temperatuur in het apparaat
Neem met uw installatie-monteur contact op
Bij automatische isolatiemeting door de FRONIUS IG werd een isolatiefout tegen aarde gemeten
Isolatie van fotovoltaïsche installatie controleren
FRONIUS IG adres is dubbel toegewezen
FRONIUS IG adres wijzigen (hoofdstuk: „Het setup-menu“)
De vereiste LocalNet-componenten bevinden zich in de FRONIUS IG: Er is echter geen communicatie mogelijk
Status-melding verdwijnt na wijziging FRONIUS IG adres
502
504
Te lage insolatiewaarde
Communicatie in het LocalNet is niet mogelijk
Ventilatiespleten vrijmaken
Service-code verschijnt opnieuw: Neem met uw installatie-monteur contact op
505
EEPROM defect
Gegevens uit het setupmenu gaanverloren
Automatisch herstel
506
EEPROM defect
Gegevens uit het menu „Total“ gaan verloren
Automatisch herstel
507
EEPROM defect
Automatisch herstel
508
FRONIUS IG adres defect
Gegevens uit het menu „Day“ / „Year“ gaan verloren Adres voor datacommunicatie is niet meer opgeslagen
509
24h geen voeding
Bijv.: zonnemodule met sneeuw bedekt
Bijv.: Sneeuw van zonnemodule afhalen
510
EEPROM defect
SMS-instellingen zijn op standaard gereset
Eventueel SMS opnieuw configureren
511
EEPROM defect
Sensor Card instellingen zijn op standaard gereset
Eventueel meetkanalen opnieuw configureren
71
Adres opnieuw instellen
NL
Ventilatiespleten geblokkeerd
Klasse 5 (vervolg)
Code
Aanduiding
Beschrijving
Herstel
514
Geen communicatie met een van de vermogensonderdelen
Waarschuwing van een van de vermogensonderdelen, tweede vermogensonderdeel werkt normaal
Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius-geschoolde service- technicus raadplegen
515
Kapotte steekverbindingen
Temperatuurvoeler DC/AC ofDC/DC defect, servicejumper bevindt zich op de aansluiting „Service“ of „+15 V secondair“ niet aange-sloten
Steekverbindingen controleren
516
Statusmeldingen van een vermogensonderdeel zijn aanwezig
Niet alle vermogensonderdelen laten zich activeren
Analyse uitvoeren. Nadere inlichtingen vindt u in hoofdstuk „Het setup menu“, „STATE_PS“. Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius geschoolde servicetechnicus raadplegen
517
Masterwisseling heeft plaatsgevonden.
Masterwisseling heeft plaatsgevonden.
Controle van onder „Beschrijving“ aangegeven foutmogelijkheden. Indien service-code permanent wordt weergegeven: Fronius geschoolde servicetechnicus raadplegen
Bruggen-kortsluiting Registratietussencircuitspannung beschadigd
Klantenservice
Belangrijk! Treedt een fout die niet in de tabellen staat aangegeven vaak of permanent op, neem dan met uw Fronius-handelaar resp. Froniusgeschoolde servicepartner contact op.
72
Annex Technische gegevens Ingangsgegevens Aanbevolen aangesloten vermogen
IG 15
IG 20
IG 30
1300-2000 Wp
1800-2700 Wp
2500-3600 Wp
MPP-spanningsgebied
150 - 400 V
Max. ingangsspanning (bij 1000 W/m² / - 10°C in nullastbedrijf)
500 V
Max. ingangsstroom
10,75 A
14,34 A
19 A
Uitgangsgegevens
IG 15
IG 20
IG 30
Nominaal uitgangsvermogen (Pnom)
1,3 kW
1,8 kW
2,5 kW
Max. uitgangsvermogen
1,5 kW
2,05 kW
2,65 kW
Nominale netspanning
230 V, +10 / -15 % *
Nominale uitgangsstroom
5,7 A
Nominale frequentie
7,8 A
10,9 A
50 +/-0,2 Hz *
Vervormingsfactor
< 3%
Vermogensfactor
1
Algemene gegevens
IG 15
IG 20
IG 30
Maximaal rendement
94,2 %
94,3 %
94,3 %
Euro-rendement
91,4 %
92,3 %
92,7 %
Eigenverbruik ‘s nachts
0,15 W *
Eigenverbruik tijdens bedrijf
7W
Koeling
geregelde kunstmatige ventilatie
Beschermingsklasse (binnen-/buitenomkasting) Afmetingen l x b x h
IP 21 / IP 45
366 x 344 x 220 mm / 500 x 435 x 225 mm
Gewicht
9 kg / max. 13 kg
Toelaatbare omgevingstemperatuur (bij 95% rel. luchtvochtigheid) Beveiligingen
-20 ... 50 °C ** IG 15
DC-isolatiemeting
IG 20
waarschuwing / Uitschakeling
IG 30 ***)
DC-overspanningsbeveiliging
geïntegreerd
Beveiliging tegen verkeerde polariteit
geïntegreerd
Gedrag bij DC-overbelasting
bij RISO < 500 kOHM
verschuiving van het werkpunt
*)
Aangegeven waarden zijn standaard-waarden: Uw FRONIUS IG is, afhankelijk van de eisen voor uw land, specifiek afgestemd.
**)
Bij een hogere omgevingstemperatuur vanaf ca. 35 °C (afhankelijk van de zonnemodule spanning), wordt het AC-uitgangsvermogen lager (vermogens-derating).
***)
afhankelijk van landspecifieke set-up
73
NL
Fronius IG 15 / 20 / 30
Fronius IG 40 / 60 / 60 HV
Ingangsgegevens
IG 40
Aanbevolen aangesloten vermogen 3500-5500 Wp MPP-spanningsgebied
IG 60
IG 60 HV
4600-6700 Wp
4600-6700 Wp
150 - 400 V
Max. ingangsspanning (bij 1000 W/m² / - 10°C in nullast)
500 V
500 V
530 V
Max. ingangsstroom
29,4 A
35,84 A
35,84 A
Uitgangsgegevens
IG 40
IG 60
IG 60 HV
Nominaal uitgangsvermogen (P nom)
3,5 kW
4,6 kW
4,6 kW
Max. uitgangsvermogen
4,1 kW
5 kW
5 kW
Nominale netspanning
230 V, +10 / -15 % *
Nominale uitgangsstroom
15,22 A
Nominale frequentie
20 A
20 A
50 +/-0,2 Hz *
Vervormingsfactor
< 3%
Vermogensfactor
1
Algemene gegevens
IG 40
IG 60
IG 60 HV
Maximaal rendement
94,3 %
94,3 %
94,3 %
Euro-rendement
93,5 %
93,5 %
93,5 %
Eigenverbruik ‘s nachts
0,15 W *
Eigenverbruik tijdens bedrijf
12 W
Koeling
geregelde kunstmatige ventilatie
Beschermingsklasse (binnen-/buitenomkasting) Afmetingen l x b x h
IP 21 / IP 45
610 x 344 x 220 mm / 733 x 435 x 225 mm
Gewicht
16 kg / max. 22 kg
Toelaatbare omgevingstemperatuur (bij 95% rel. luchtvochtigheid)
-20 ... 50 °C **
Beveiligingen
IG 40
DC-isolatiemeting
IG 60
waarschuwing / Uitschakeling
IG 60 HV ***)
DC-overspanningsbeveiliging
geïntegreerd
Beveiliging tegen verkeerde polariteit
geïntegreerd
Gedrag bij DC-overbelasting
bij RISO < 500 kOHM
verschuiving van het werkpunt
*)
Aangegeven waarden zijn standaard-waarden: Uw FRONIUS IG is, afhankelijk van de eisen voor uw land, specifiek afgestemd.
**)
Bij een hogere omgevingstemperatuur vanaf ca. 35 °C (afhankelijk van de zonnemodule spanning), wordt het AC-uitgangsvermogen lager (vermogens-derating).
***)
afhankelijk van landspecifieke set-up
74
De FRONIUS IG voldoet aan de „Richtlijn voor aansluiting en parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties op het laagspanningsnet“ van de Vereniging van Elektriciteitswerken (VDEW). Bovendien wordt aan de „Technische richtlijnen voor het parallelbedrijf van zelfopwekkingsinstallaties met verdelernetten“ van het Verbond van Oostenrijkse Elektriciteitswerken voldaan. Bovendien worden alle vereiste en desbetreffende normen en richtlijnen in het kader van de desbetreffende EU-richtlijn aangehouden, zodat de apparaten met het EG-conformiteitsmerkteken zijn uitgerust. In landen met overeenkomstige voorschriften beschikt de FRONIUS IG over een door de beroepsorganisatie voor fijnmechanica en elektrotechniek volgens DIN VDE 0126 toegelaten schakeling ter verhindering van het eilandbedrijf. Deze zogenaamde ENS baseert op het principe van de impedantiemeting (voor Verklaring van geen bezwaar zie annex). Zowel bij landen-uitvoeringen met als zonder ENS zorgen de als standaarduitrusting in de FRONIUS IG geïntegreerde meet- en veiligheidsprocedures ervoor dat bij een netuitval (afschakeling door het energiebedrijf of leidingschade) de voeding onmiddellijk wordt onderbroken. Gedetailleerd worden volgende normen en richtlijnen aangehouden: -
EN 61000-3-2 (harmonischen), EN 61000-6-2, EN 61000-6-3 EN 6100-6-3 (EMC-storingsuitzendingen) EN 6100-6-2 (EMC-storingsimmuniteit) EN 50178 (Elektrische veiligheid) E DIN VDE 0126 (ENS: Landen-uitvoeringen met standaard ENS-insteekkaart) - Richtlijn 2004/108/EC Elektromagnetische Compatibiliteit - Richtlijn 93/68/EWG EG-conformiteitsmerkteken - „Richtlijn voor het parallelbedrijf van fotovoltaïsche zelfopwekkingsinstallaties met het laagspanningsnet van het elektriciteitswerk“ uitgegeven door de Vereniging van Duitse Elektriciteitswerken (VDEW). - „Technische richtlijnen voor het parallelbedrijf van fotovoltaïsche zelfopwekkingsinstallaties met het laagspanningsnet van het elektriciteitswerk“ uitgegeven door het Verbond van Oostenrijkse Elektriciteitswerken - „Veiligheidseisen voor fotovoltaïsche energieopwekkingsinstallaties “ (ÖNORM/ÖVE E2750), voorzover deze voorschriften de inverter betreffen Hiermee is de probleemloze en onbureaucratische vergunning door de verdeelnetexploitant en het elektriciteitswerk gegarandeerd (voor Verklaringen van overeenstemming zie annex).
75
NL
Aangehouden normen en richtlijnen
Vrijwaring en aansprakelijkheid Fronius-fabrieksgarantie
Gedetailleerde, landspecifieke garantievoorwaarden zijn beschikbaar op internet: www.froinus.com/solar/warranty Om de volledige garantieperiode voor uw nieuw geïnstalleerde Froniusinverter of -opslag te krijgen, registreert u zich op: www.solarweb.com.
76
Onderhoud en deponie Om de hoge kwaliteit en een probleemloze werking te kunnen garanderen, moet het filter regelmatig worden gecontroleerd.
Hergebruik
Mocht uw inverter een keer uitgewisseld moeten worden, neemt Fronius het oude apparaat terug en zorgt voor een vakkundig recycling.
NL
Onderhoud
77
78
NL
79
80
NL
81
82
Fronius Worldwide - www.fronius.com/addresses A
Fronius International GmbH 4600 Wels, Froniusplatz 1, Austria E-Mail:
[email protected] http://www.fronius.com
USA Fronius USA LLC Solar Electronics Division 6797 Fronius Drive, Portage, IN 46368 E-Mail:
[email protected] http://www.fronius-usa.com
Under http://www.fronius.com/addresses you will find all addresses of our sales branches and partner firms!
ud_fr_se_so_00913 102013