VERGADERING
VERSLAG VAN
dinsdag 13 september 2005, om 16.00 uur uur, Johan de Witstraat 40 te Dordrecht (kamer 504/508 com m issievergaderi ng
AGENDA NR.
B0500674
ONDERWERP
de heren: J. Klepper (voorzitter), P.J.J. Kome, H.T.J. Peelen (secretaris), ing. JJ. Gianotten, J.H. Kalle, H. Kap, J. Lagendijk, W.M. Monshouwer, E.A. Struijk, en de dames: A.W. van Essen-van Mazijk, M.M. L. van Rossum-Gortzak, L.A. van Gelder Tevens zijn ter vergadering aanwezig: de heren: J. van den Hoonaard (algemeen directeur), J.B. van Gerdingen (secretaris), A.W. van der Vlies, mevrouw M.M. Leenders, mevrouw W.S. van der Brugge-de Ronde, (verslaglegging) De heer G.C. Trouw
VERGADERVERSLAG
AGENDA
VERSLAG
1. Opening
De voorzitter heet de aanwezigen welkom en opent de vergadering. 2.
Verslag van de vergadering van 14 juni 2OO5 Redactioneel: De heer Struik merkt op dat op pag. 4 de 3e alinea een zin is opgenomen die niet loopt. Deze zin zal worden aangepast. Naar aanleiding van: Pag. 3. vraagt de heer Struik naar de stand van zaken m.b.t. de controle van verkeersdrempels. De heer Kome antwoordt dat er een evaluatie plaatsvindt ten aanzien van de ervaringen ter plekke en de te verwachten risico's met betrekking tot vervorming. Er vinden op dit moment diverse onderzoeken plaats, waardoor er prioriteiten moeten worden gesteld. Hierdoor is het mogelijk dat resultaten wat langer op zich laten wachten. Pag. 11. Rondvraag. De heer Monshouwer deelt mede op een tweetal vragen, gesteld in de rondvraag nog geen antwoord te hebben gekregen, te weten: • Deelname aan het bezoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente Rijsoord door het waterschap; • Voorstellen die in de brief van de provincie aan gemeenten zijn gedaan m.b.t. het evalueren van het functioneren van het college. De heer Monshouwer heeft zich afgevraagd of een dergelijk onderzoek ook voor het dagelijks bestuur van het waterschap zinvol is. De heer Peelen antwoordt op de vraag van de heer Monshouwer m.b.t. het bezoek van burgemeester en wethouders aan de gemeente Rijsoord dat het waterschap destijds geen prioriteit heeft gegeven aan deelname aan dit bezoek. Inmiddels heeft overleg met de accountmedewerker plaatsgevonden en is afgesproken dat in de toekomst in principe door het waterschap zal worden deelgenomen aan dergelijke bezoeken. M.b.t. de evaluatie van het functioneren van het dagelijks bestuur deelt de voorzitter mede dat dit onderwerp in de D&H- conferentie aan de orde is geweest. Ook in de toekomstige D&H-conferentie zal dit het geval zijn. Het verslag wordt met inbegrip van bovenstaande wijzigingen goedgekeurd en vastgesteld.
3.
Ingekomen stukken en mededelingen
Mededelingen: De heer Van den Hoonaard geeft n.a.v. ontvangen signalen een toelichting m.b.t. de aanwezigheid van ambtenaren in commissievergaderingen. In de commissievergaderingen zijn een aantal ambtenaren aanwezig om bepaalde onderwerpen inhoudelijk toe te lichten. Deze ambtenaren hebben de stukken voor D&H voorbereid en het is van
PAGINA
2 va n 6
belang dat deskundigheid aanwezig is om e.e.a. toe te lichten. De betreffende ambtenaren zullen bij de beantwoording van vragen aan tafel plaatsnemen en na beantwoording van de vragen vertrekken of plaatsnemen op de publieke tribune. De heer Van den Hoonaard benadrukt het belang van de ambtenaren betrokken te zijn en kennis te nemen van de discussies in de commissievergaderingen waardoor een beter gevoel ontwikkeld kan worden voor bestuurlijke nuances. Tevens zijn er ambtenaren, zoals (algemeen)directeuren, secretaris, controller en beleidsambtenaren die vanuit hun functie bij de vergadering aanwezig zullen zijn. Belangrijk is dat zij voldoende zicht krijgen op wat er zowel bestuurlijk als inhoudelijk speelt, zodat zij daar in de voorbereiding rekening mee kunnen houden. De heer Kome licht toe dat bij de diverse voormalig waterschappen een verschillend beleid omtrent de wegvervuiling werd gehanteerd. Thans is besloten om voorlopig in alle gebieden, behoudens de Hoekse Waard, het huidige beleid voor dit jaar te handhaven. In de Hoekse Waard zal de mogelijkheid worden gegeven om borden op te halen bij de steunpunten. De mogelijkheid borden aan te kopen zal worden bezien. Betrokkenen zullen hierover zo spoedig mogelijk worden ingelicht. De heer Kalle vraagt zich af hoe e.e.a. zich verhoudt tot de wegbeheerder en de verantwoordelijkheid van betrokkenen. De heer Kome antwoordt dat het waterschap als wegbeheerder de eerst verantwoordelijke is. Vervolgens zal door het waterschap met de belangenorganisaties in contact getreden worden om het aantal boeren die niet aan de verplichtingen voldoen, te minimaliseren. De heer Kalle is van mening dat de verantwoordelijke wegbeheerder de borden dient te plaatsen. De heer Kome zegt toe het aandachtspunt van de heer Kalle te zullen meenemen in het overleg met de deskundigen. De heer Struik merkt op dat er in de Hoekse Waard de nodige commotie is ontstaan omdat mensen zelf de borden bij het waterschap dienen op te halen. Spreker is van mening dat e.e.a. beter gecommuniceerd had moeten worden. De heer Kome geeft toe dat de communicatie over en weer niet de schoonheidsprijs verdient. 4. Vaststellen Keur
De heer Van der Vlies geeft een korte toelichting. Er is naar gestreefd om in een aantal stappen te komen tot een korte, volledige keur die iets in zich heeft van deregulering. De thans opgestelde keur geeft voldoende zekerheden voor het waterschap dat, mocht er opgetreden moeten worden, er ook opgetreden kan worden. Tevens wordt de mogelijkheid gecreëerd om met algemene regels te werken. Spreker licht toe dat de Keur gezien moet worden in samenhang met de legger en beleidsregels. De keur heeft inmiddels ter visie gelegen. Hierop zijn een minimaal aantal reacties binnengekomen. Deze reacties zijn, voorzover relevant, in de voorliggende Keur verwerkt. De heer Van Gelder vindt de Keur te algemeen. Hij mist specificaties en afmetingen. En voorts: • Het sluiten van kunstwerken in dijken bij een bepaalde waterstanden • Afmetingen van de invloedzone (30 meter zone) Ten aanzien van Artikel 5 'dichten van gaten' is de heer Van Gelder van mening dat aangegeven dient te worden met welk materiaal gaten worden gedicht. Ten aanzien van Artikel 44, h. vraagt de heer van Gelder zich af wat met de zinsnede "een weg uit te wegen" wordt bedoeld. De heer Struik merkt op dat er in artikel 15 wordt gesproken over groot onderhoud. In het verleden is hier altijd flexibel mee omgegaan. Voorts merkt spreker op dat er gesproken wordt van eigenaren van grond. Spreker vraagt zich af of er niet gesproken dient te worden van eigenaren en/of gebruikers. De heer Van der Vlies licht toe dat door een keuze te maken voor deregulering het niet mogelijk is om iedere situatie vast te leggen. Het gaat met name om de basis om te kunnen optreden wanneer dat nodig is, waarbij maatwerk geboden moet kunnen worden. De huidige Keur is mede gebaseerd op van de keuren van de rechtsvoorgangers. Op de vraag van de heer Struik ten aanzien van flexibiliteit deelt de heer Van der Vlies mede dat hiermee in goed overleg en in alle redelijkheid zal worden omgegaan. De heer Van Gelder is van mening dat gebruikers van gronden waarop economische activiteiten worden uitgevoerd van de regels op de hoogte dienen te zijn. Wanneer er in de toelichting duidelijkheid omtrent dit punt kan worden gegeven, kan de heer Van Gelder zich in de voorliggende notitie vinden. De voorzitter deelt mede dat een aantal zaken nader zullen worden uitgewerkt in de leggers en nadere beleidsregels nog zullen volgen. De heer Van Gelder benadrukt het feit dat e.e.a. juridisch goed moet zijn afgedekt. De heer Van der Vlies is van mening dat de voorliggende keur goede garantie biedt om de taken correct uit te voeren. Door voor de huidige werkwijze te kiezen kan er maatwerk worden geleverd. Naar aanleiding van de gehouden discussie concludeert de heer
PAGINA
3 va n 6
Klepper dat de commissie de W positief adviseert omtrent de Keur. De heer Van Gelder zegt met akkoord te kunnen gaan mits de door hem gemaakte kanttekeningen worden opgenomen. 5. Vergaderschema 2OO6
De voorzitter deelt mede dat door D&H voorgesteld wordt de aanvangstijden van de vergaderingen van zowel de commissies als de V.V's voor het komende jaar te verschuiven naar 15.00 uur. De in het overzicht opgenomen datum van de commissie van begin februari zal worden gewijzigd in begin maart. Het vergaderschema wordt voor kennisgeving aangenomen. 6. Stand van zaken calamiteitenzorg
De heer Van der Vlies geeft een korte toelichting over de stand van zaken calamiteitenzorg. Gemeld kan worden dat vanuit de vijf calamiteitenplannen een gezamenlijk plan tot stand is gekomen. Mevrouw Van Essen stelt de volgende discrepantie aan de orde. In het D&H bericht van 30 augustus wordt gemeld dat bestuurders geen deel meer gaan uitmaken van de operationele calamiteitenorganisatie. Wat opvalt is dat op pag. 3 van het plan, onder het kopje opleiding- en oefenprogramma calamiteiten, wordt gesproken over een te organiseren workshop voor bestuurders. De heer Lagendijk vraagt zich af hoe e.e.a. is geregeld met het voormalig dijkleger van IJsselmonde. Hierover blijkt de nodige onduidelijkheid te bestaan. De heer Van Gelder vraagt zich af op welke wijze het waterschap samenwerkt met andere organisaties en of er met de deelnemende organisaties oefeningen plaatsvinden. Mevrouw Van Rossum merkt, in aansluiting op de opmerkingen van de heer Van Gelder, op dat de uitvoering van de risico-inventarisatie van de waterstaatswerken een prioriteit heeft. Zorgpunt hierbij is de kustbeveiliging. Spreekster vraagt zich af of deze problematiek is geïnventariseerd. De heer Van der Vlies meldt dat in het D&H bericht ten aanzien van een te organiseren workshop met bestuurders bedoeld wordt dijkgraaf en loco-dijkgraaf. Zij hebben een grote verantwoordelijkheid wanneer opschaling van de calamiteitenorganisatie plaatsvindt. Met betrekking tot het dijkleger van IJsselmonde deelt de heer Van der Vlies mede dat er op dit moment een inventarisatie plaats vindt om te bezien wat er nu exact is afgesproken. Het is de bedoeling om vervolgens zo spoedig mogelijk duidelijkheid te verschaffen richting betrokkenen. De dijkgraaf deelt mede dat er een zeer veelvuldig overleg plaatsvindt met andere organisaties omtrent de calamiteitenzorg. Deze contacten worden ook nader in het plan uitgewerkt. De veiligheidscoördinator de heer Robbemond onderhoudt ook nauwe contacten met gemeenten. Als voorbeeld wordt gegeven de contacten die er afgelopen week zijn geweest in verband met de wateroverlast. Voorts kan worden meegedeeld dat de dijkgraaf regelmatig overleg heeft met de burgemeesters in de regio. Een punt van zorg zijn de veilig heidsregio's welke zijn ingesteld. De waterschappen hebben hierin slechts een adviesrecht. De dijkgraaf is van mening dat de waterschappen hierbij volwaardig lid dienen te zijn. De dijkgraaf zegt toe bij verschillende organen deze problematiek onderde aandacht te zullen brengen. Ten aanzien van de kustbeveiliging merkt de dijkgraaf op dat ten aanzien van dit onderwerp een persconferentie is belegd waarbij door de Volkskrant een artikel is geschreven. Er wordt een beroep op de regering gedaan tot het beschikbaar stellen van gelden voor de primaire dijkbeveiliging, waterkeringen en zwakke schakels in de kust. Verder doet zich de vraag van voorfinanciering voor. Ten aanzien van de risico-inventarisatie deelt de dijkgraaf mede dat risico's niet zijn uit te sluiten. Ook hier wordt weer het belang een goede calamiteitenorganisatie paraat te hebben zichtbaar. De heer Lagendijk zegt vernomen te hebben dat het dijkleger van IJsselmonde niet zou worden opgeheven. De heer van Gelder vraagt zich af of de mogelijkheid bestaat om bij een oefening met het dijkleger de gemeenten te betrekken en mensen van de werkvloer. Mevrouw Van Rossum geeft aan dat ook op Goeree-Overflakkee mensen waren betrokken bij de calamiteitenzorg. Spreekster zou het op prijs stellen indien ook deze mensen nader zouden worden geïnformeerd. De heer Van der Vlies deelt mede dat het de bedoeling is om eigen personeel in te schakelen.
PAG WA 4 van 6
Toegezegd wordt dat betrokkenen vóór l oktober aanstaande nader zullen worden geïnformeerd. De dijkgraaf deelt mede dat het d ij kleger uiteraard integraal opereert. Er zijn allerlei diensten en gemeenten bij betrokken. Het dijkleger zal op een andere manier worden gestructureerd. Tenslotte deelt de dijkgraaf mede dat er op 14 september een uitzending zal zijn bij de BBC waarin de problematiek van wateroverlast aan de orde zal worden gesteld. 7.
Rondvraag
De heer Van Gelder stelt in het kader van de Keur aan de orde dat er nog steeds in de Hoekse Waard koeien op de dijken aanwezig zijn. Spreker vraagt of er stappen worden ondernomen om tot verwijdering over te gaan. Voorts vraagt de heer Van Gelder aandacht voor het plan Duurzaam Veilig. Spreker uit zijn zorg omtrent de veiligheid in met name het landelijk gebied. De voorzitter deelt mede dat besloten is dit jaar het huidige beleid ten aanzien van het beheer op de dijken te handhaven, daar het gezien de korte tijdspanne, niet mogelijk is gebleken tijdig nieuw beleid te ontwikkelen. Op de opmerking van de heer Van Gelder dat, gezien in het licht van de huidige toetsingsnorm, hij niet kan begrijpen dat van deze norm wordt afgeweken deelt de voorzitter mede dat de situatie door de medewerkers nauwkeurig in de gaten zal worden gehouden en dat men bezig is voor het gehele gebied eenduidig beleid te ontwikkelen. De voorzitter zegt toe dat de opmerking van de heer Van Gelder inzake duurzaam veilig zal worden meegenomen. De heer Struik stelt de volgende onderwerpen aan de orde: N 57. Gebleken is dat het waterschap hierbij betrokken is terwijl het een weg is van de provincie. Calamiteiten. De heer Struik zegt klachten van boeren in omgeving van de Heinenoordtunnel hebben vernomen dat er na de wateroverlast van 10 september jl. te laat door het waterschap zou zijn gereageerd m.b.t. het installeren van noodpompen. Groot onderhoud. De heer Struik zegt vernomen te hebben dat nu reeds het budget van 2006 voor deze werkzaamheden wordt aangewend. In de Pallandpolder op Goeree-Overflakkee wordt thans een stuk deltanatuur aangelegd. Hiertoe is een sloot afgedamd terwijl het water geen uitweg had. Het gevolg was dat de agrariërs overlast kregen. De heer Struik is van mening dat het watersysteem niet beïnvloed had mogen worden. Spreker is van mening dat een dergelijke actie voor de beeldvorming van het waterschap een uitermate slechte zaak is. Harmonisering. De heer Struik vraagt zich af of het maaibeleid aan harmonisering onderhevig is. Bezuinigen. De heer Struik zegt zich niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat er onnodig gemaaid wordt om voldoende draaiuren te kunnen realiseren. De heer Kome deelt mede dat de N57 in het totale wegennet regelmatig aan de orde komt, met name bij het verkeersoverleg op Flakkee. Alle instanties, zowel ambtelijk als bestuurlijk, nemen aan dit overleg deel. Vervolgens wordt in overleg bezien wat de beste structuur is om op een correcte manier het verkeer af te wikkelen. De voorzitter merkt op dat m.b.t. de N57 op dat op Voorne-Putten en Rozenburg veel sluipverkeer plaatsvindt dat van de wegen van het waterschap gebruik maakt. Ten aanzien van het maaien deelt de heer Kome mede dat op dit moment uitvoerig bestudeerd wordt om deze zaken te harmoniseren. Ten aanzien van de wateroverlast deelt de heer Peelen mede dat in de commissie water over dit onderwerp uitvoerig is gesproken. Toegezegd is dat de gang van zaken zal worden geëvalueerd. De dijkgraaf deelt mede dat hij de situatie op zondag 11 september jl. persoonlijk in ogenschouw heeft genomen bij het Kuipersveer. Volgens de KNMI weersverwachtingen zou er in de avond geen grote neerslag plaatsvinden. Echter e.e.a. bleek anders uit te pakken. Spreker is van mening dat het waterschap op en uitstekende wijze op de ontstane situatie heeft geparticipeerd. Ten aanzien van de opmerking van de heer Struik inzake de Pallandpolder zegt de heer Van der Vlies toe dat het antwoord in het verslag zal worden opgenomen.
PAGINA
5 van 6
Mevrouw van Rossum deelt mede dat er in het verleden door het Waterschap Goeree- Overflakkee regelmatig doorspoeling plaatsvond om blauwalg te bestrijden. Inmiddels is bekend geworden dat Rijkswaterstaat een onderzoek heeft uitgevoerd naarde bestrijding van blauwalg. De oplossing zou zijn geweest om zout toe te voegen. Gebleken is dat de natuur en milieubeweging deze werkwijze heeft afgekeurd. Spreekster vraagt zich af of er inmiddels een oplossing voorde bestrijding van blauwalg is gevonden. De heer Van der Vlies merkt op dat iedere melding op zich wordt bezien en in overleg met instanties wordt gekeken of oplossingen zijn aan te dragen. Structurele maatregelen zijn in deze situatie lastig te nemen. Of inderdaad doorspoeling heeft plaatsgevonden zal worden nagegaan en in het verslag worden opgenomen. De heer Kap vraagt op welke wijze de gladheidbestrijding ter hand wordt genomen. De heer Kome deelt mede dat er op dit moment een verbeteringsslag wordt gemaakt om zaken beter op elkaar af te stemmen. Mevrouw van Essen merkt op dat bij het asfalteren van de wegen het nogal eens voorkomt dat de weg dusdanig verhoogd wordt dat tussen de berm en de weg zo'n 15 a 20 cm verschil zit. Op Voorne-Putten is het een aantal keren voorgekomen dat deze situatie zo'n drie maanden in stand bleef. Er werden wel borden geplaatst maar de vraag is of in de weg eerder kan worden aangevuld. Verder uit mevrouw Van Essen haar complimenten voor de bijeenkomst over de akkerranden. Zij heeft deze bijeenkomst als heel plezierig en uiterst leerzaam ervaren. De heer Kome antwoordt dat bij asfaltering is afgesproken dat aansluitend ook de bermen zouden worden opgevuld. Afgesproken wordt dat mevrouw van Essen de heer Kome zal aangeven waar dergelijke situaties zijn opgetreden zodat actie richting de aannemer kan worden ondernomen. De heer Gianotten zegt het te betreuren dat het gemaal het hoofd van Benthuizen in de vrije verkoop wordt aangeboden. Dit in verband met de cultuurhistorische waarde van het gebouw. Vervolgens stelt de heer Gianotten de vergelijking van belastingdruk en tarieven aan de orde. Spreker verzoekt of er in de begrotingsvergelijking is na te gaan of er zaken zijn waarin het waterschap afwijkt van andere waterschappen om te bezien of er nog een bezuinigingsslag is te maken. De vergelijking is landelijk en de heer Gianotten is van mening dat gekeken moet worden op onderdelen. Vervolgens zou de heer Gianotten keuzes willen kunnen maken en helder willen krijgen wat de consequenties van die keuzen zouden zijn. Mevrouw Leenders licht uitgebreid toe dat alle mogelijkheden om het gemaal hoofd van Benthuizen te behouden uitputtend zijn onderzocht. Helaas zonder resultaat. Thans is gebleken dat als de enige mogelijkheid overblijft het gemaal in de vrije verkoop de brengen. De voorzitter deelt mede dat de vraag van de heer Gianotten m.b.t. de belastingdruk het beste in de commissie MBH kan worden behandeld. Uiteraard zal dit onderwerp bij de begrotingsbehandeling uitgebreid aan de orde komen. De heer Monshouwer heeft een aantal vragen over de wegen te weten: Stand van zaken van de wegen in Dordrecht Verlichting bij verkeersdrempels (is niet opgenomen in het beheersplan) Wie is de eigenaar van de Stationsweg, Noldijk, Boezemweg in Barendecht? Wanneer worden de werkzaamheden aan de Rotterdamseweg Zwijndrecht uitgevoerd? Stand van zaken m.b.t. het natstrooien. Ten aanzien van de waterkeringen heeft de heer Monshouwer de volgende vragen: • Persbericht APN Polder, achter Strijensas. De daar aanwezige dijk is afgekeurd. De heer Monshouwer vraagt zich af wanneer de werkzaamheden in de polder gereed zijn of dan ook de werkzaamheden aan de daar aanwezige dijk zijn voltooid. • Zijn de deuren in de HSL tunnel voor het winterseizoen gereed? • Aandacht voor het buitendijks wonen. De heer Kome antwoordt dat m.b.t. de wegen van Dordrecht ambtelijk door beide partijen overleg wordt gevoerd. De eindbeslissing zal te zijner tijd aan de besturen worden voorgelegd. Ten aanzien van het aanbrengen van verlichting bij drempels is de heer Kome niets bekend. Toegezegd wordt dat dit zal worden nagegaan.
PAGINA
6 van 6
De heer Kome zegt de indruk te hebben dat t.a.v. van de werkzaamheden aan de Rotterdamseweg ambtelijk verschillend wordt gekeken. De heer Kome zegt eerst het resultaat van het overleg tussen beide partijen te willen afwachten. Ten aanzien van het nat strooien deelt de heer Kome mede dat alleen in de Hoekse Waard nog droog wordt gestrooid. Besloten is om het komende seizoen ook daar over te gaan tot het nat strooien. Wie de wegbeheerder is van de Stationsweg IMoldijk Boezemweg te Barendrecht zal worden nagegaan. De dijkgraaf geeft aan dat de dijk bij Strijensas gelijk met het werk wordt verstevigd. De juiste stand van zaken zal in het verslag worden opgenomen. De deuren van de HSL zullen voor l oktober a.s. operationeel zijn. Er zijn inmiddels testen uitgevoerd en de voorzitter meldt dat de deuren voldoen aan de gestelde criteria. Het buitendijks wonen valt onder verantwoordelijkheid van het Rijk. Gebleken is dat het Rijk hier soepel mee omgaat. De voorzitter deelt mede dat er op dit moment een verordening waterkeringen in de maak is, waarin zal worden opgenomen dat men ook bij het buitendijks wonen verantwoordelijkheden krijgt toebedeeld. De heer Monshouwer merkt op dat er veel buitendijkse plannen worden ontwikkeld. De voorzitter deelt mede dat dit punt uitdrukkelijk aan de orde is geweest bij het overleg met de provincies .Tijdens dit overleg heeft de gedeputeerde toegezegd over dit onderwerp met de waterschappen in overleg te zullen treden. 8. Sluiting
De voorzitter dankt de aanwezigen voor de plezierige wijze van vergaderen en sluit de vergadering.