4
GIMP BEELDBEWERKING
Beeldbewerking is het wijzigen van de kenmerken van een digitale afbeelding. Behalve zichtbare wijzigingen zoals contrast, helderheid, verzadiging, ruis, afmetingen e.d. kunnen ook onderliggende eigenschappen worden gewijzigd zoals het bestandsformaat en de bestandsgrootte. Ook kunnen afzonderlijke beeldelementen worden gewijzigd, verwijderd en/of toegevoegd. Hoewel dit ook beeldbewerking is wordt dit doorgaans beeldmanipulatie genoemd. Voor meer info zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Digitale_beeldbewerking Er bestaan verschillende professionele beeldbewerkingprogramma’s zoals Adobe Photoshop (ca. € 1000) en GIMP (gratis). Er bestaan ook meer eenvoudige beeldbewerkingprogramma’s als Adobe Photoshop Elements (ca. € 90), Corel Paint Shop Pro Photo (ca. € 90), Paint.NET (gratis), Google Picasa (gratis), IrfanPaint (gratis). Bij aankoop van een scanner of digitaal fototoestel krijg je ook vaak gratis eenvoudige beeldbewerkingprogramma’s. Op school werken we met GIMP omdat het een professioneel programma is dat iedereen gratis kan downloaden. Voor de belangrijkste besturingssystemen is er een versie beschikbaar (Microsoft Windows, Mac OS X en Linux). GIMP is een acroniem voor GNU Image Manipulation Program. Het is een pixel gebaseerd programma waarmee 2D afbeeldingen op een professionele manier bewerkt en gemanipuleerd kunnen worden. Afbeeldingen kunnen uit lagen opgebouwd worden, de elementen van een afbeelding zijn daardoor onafhankelijk van elkaar te bewerken. GIMP ondersteunt transparantie, selecties kunnen opgeslagen worden. Het is mogelijk Adobe Photoshop bestanden in GIMP te openen en ook een afbeelding als Photoshop bestand (.psd) op te slaan. In GIMP gemaakte bestanden kunnen als heel veel bestandsformaten opgeslagen worden, zodat ze met andere programma's compatibel zijn.
1. GIMP BIJ JOU THUIS INSTALLEREN VOLLEDIG LEGAAL EN GRATIS ! Surf naar http://www.gimp.org/ Hieronder zijn de verschillende stappen (voor een Windows-systeem) van de installatie aangeduid: 1.
2.
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 46 -
3.
5.
Kies bij het downloadvenster voor Opslaan (bv. op jouw bureaublad). Als het downloaden klaar is, dan kan je het programma installeren door te dubbelklikken op dat installatiebestand. Als je thuis met Apple werkt kan je helemaal onderaan de pagina van stap 2 een link vinden naar de installatiebestanden voor Mac OS X.
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 47 -
2. VENSTER VAN GIMP Het programma GIMP opent niet in een schermvullend venster met een menubalk waarin alle beschikbare opdrachten gegroepeerd zijn, zoals je het van de meeste programma's gewoon bent. De programmamenu's en submenu's van GIMP komen in aparte vensters op je scherm te staan. Je kan deze openen en sluiten als je ze niet meer nodig hebt. Verder kan je elk venster op je desktop met de sleeptechniek naar een gewenste plaats verplaatsen.
a
3 2 b
1 Om goed met het programma te kunnen werken heb je 3 verschillende vensters nodig: 1. het programmavenster GIMP 2. het documentvenster 3. het venster met Lagen, Kanalen, Paden, Ongedaan maken. Denk er steeds aan, de programmaonderdelen van GIMP zijn vensters. Als je erin wilt werken moeten deze dus actief zijn.
programmavenster GIMP Bij het opstarten van het programma krijg je dit venster. Als je dit sluit, dan sluit je ook het programma af. Het bestaat uit een menubalk met de items Bestand - Xtra – Hulp, de gereedschappenset en gereedschapopties. In de menubalk staan de meest elementaire menu-items om te beginnen. In eerste instantie om een nieuw bestand te maken, een bestaand te openen of te importeren (via Importeren > Scanner/Camera kan je een afbeelding via je scanner importeren). De overlappende rechthoeken (a) bepalen de kleuren voor de achter - en voorgrond. Standaard zijn deze zwart en wit. Klik op de pijltjes om van voor - en achtergrondkleur om te wisselen. Klik op de kleine blokjes om de standaardkleuren (zwart - wit) te herstellen.
documentvenster Dit venster krijg je pas als je een bestand opent of als je een nieuw bestand maakt. Het gebied tussen de gestippelde lijn is de afbeelding. Het grijze gebied is extra werkruimte, die niet bij de afbeelding hoort. Klik op deze kruispijl (b) om een miniatuur van de hele afbeelding te zien. Handig voor een snel overzicht als de afbeelding zo groot is dat ze niet volledig op het beeldscherm weergegeven kan worden. hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 48 -
In dit venster heb je ook een volledige menubalk. De namen spreken meestal voor zichzelf; let op het verschil tussen Beeld en Afbeelding. Onder Beeld staan opdrachten die alleen met de weergave op het beeldscherm te maken hebben, zoals in- en uitzoomen, hulplijnen tonen, … Onder Afbeelding vind je opdrachten voor de afbeelding zelf, zoals kleuren of de afbeeldinggrootte wijzigen.
venster met Lagen, Kanalen, Paden, Ongedaan maken Dit venster kan je indien nodig activeren via Bestand > Dialogen > Nieuw dok aanmaken > Lagen, Kanalen & Paden. In GIMP kan je met lagen werken, die boven elkaar liggen. Via het documentvenster kan je de structuur van de afbeelding - hoe deze is op gebouwd - niet zien. Wil je de afbeelding bewerken, dan moet je weten op welke laag je nu bent. Dit dialoogvenster geeft je hierover een belangrijk overzicht. Zorg er dus voor dat dit venster altijd geopend is!
3. PIXEL - RESOLUTIE - AFBEELDINGSGROOTTE Deze afbeelding is 1754 pixels breed en 2480 pixels hoog. Dit wil zeggen dat we als het ware een tabel hebben van 1754 kolommen en 2480 rijen, met in elke cel een pixel (=beeldpunt) van een bepaald kleur. In totaal zijn dat 1754 x 2480 = 4349920 pixels of ongeveer 4,3 megapixels. Deze megapixels kan je ook terugvinden op de digitale fototoestellen. De resolutie bepaalt hoe dicht de pixels bij elkaar staan. Resolutie wordt uitgedrukt in pixels per inch = ppi (1 inch = 1 duim = 2,54 cm). Deze afbeelding heeft een resolutie van 300 pixels/inch. De resolutie in de X en Y richting nemen wij altijd gelijk (vandaar de ketting tussen de twee). Aan de hand van het aantal pixels en de resolutie kunnen we (en de computer) berekenen hoe groot onze afbeelding zal zijn als we deze afdrukken. breedte = 1754 pixels : 300 pixels/inch = 5,8467 inches = 5,8467 x 2,54 cm = 14,851 cm hoogte = 2480 pixels : 300 pixels/inch = 8,2667 inches = 8,2667 x 2,54 cm = 20,997 cm De resolutie stel je in afhankelijk van de toepassing van de afbeelding: in een e-mail op een website op een computerscherm
om af te drukken om te laten afdrukken in een fotolabo
72 pixels per inch
300 pixels per inch is optimaal
grootte van het scherm is meestal 1024 x 768 pixels
je stelt in centimeter de gewenste afdrukgrootte in
(150 is het minimum)
hoe lager het aantal pixels, hoe kleiner de bestandsgrootte en hoe sneller deze bestanden kunnen worden verstuurd en ontvangen
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 49 -
oefening 4.1 pixel, resolutie, afbeeldingsgrootte het aantal pixels en de resolutie bepalen de afdrukgrootte om afbeeldingen te laten afdrukken moet de resolutie minstens 150 ppi zijn een afbeelding van 300 ppi heeft een betere afdrukkwaliteit dan één van 150 ppi bereken het formaat van onderstaande afbeeldingen 400 x 300 pixels, 150 ppi, formaat = …………… cm x …………… cm
1772 x 1181 pixels, 300 ppi, formaat = …………… cm x …………… cm
2339 x 3307 pixels, 200 ppi, formaat = …………… cm x …………… cm
schrijf bij elke afbeelding waarvoor je ze kan gebruiken kies uit: in een e-mail, als bureaubladachtergrond, om af te printen, om af te laten drukken in fotolabo
4. AFBEELDINGEN BEWERKEN bijsnijden (Eng. crop) met de knop Klik in de afbeelding en teken met de sleeptechniek rond het gedeelte dat je wilt overhouden een uitsnijkader. Je kan het kader nu op twee manieren bijwerken, handmatig met de sleeptechniek of via het venster met de gereedschapopties van snijden: handmatig - uitsnijkader verplaatsen door te slepen in de middenzone van het kader - uitsnijkader vergroten/verkleinen door één van de 4 gemarkeerde hoekzones te verslepen via het venster Je kan hier een vaste aspect ratio, breedte, hoogte of grootte instellen. Je doet dit door Fixed aan te vinken en de juiste optie te kiezen uit de uitschuifkeuzelijst. De aspect ratio is de verhouding van de breedte t.o.v. de hoogte. Het klassieke fotoformaat gebruikt een verhouding van 3:2 (de meeste mensen laten hun foto’s afdrukken op 10 x 15 cm). Digitale camera's, computerschermen en gewone televisies gebruiken de aspect ratio 4:3. Breedbeeldtelevisies en –computerschermen gebruiken de verhouding 16:9. Het kan dus nodig zijn om zelf je digitale foto’s bij te snijden om deze de juiste verhouding te geven om ze af te drukken op 10 x 15 cm. Meer info op http://www.weethet.nl/dutch/photo_sizes.php. Een precieze grootte kan bijvoorbeeld interessant zijn om een bureaubladachtergrond te maken. Deze grootte is wel afhankelijk van jouw scherminstellingen (veel gebruikte zijn 1024 x 768 voor gewone schermen en 1280 x 768 voor een breedbeeldscherm). De afbeelding wordt bijgesneden als je klikt in de middenzone van het uitsnijkader. Als je Highlight aanvinkt dan wordt de zone rond het uitsnijkader donkerder gemaakt. hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 50 -
schalen = verkleinen/vergroten (Eng. scale) via Afbeelding > Afbeelding schalen In tegenstelling tot bijsnijden maak je nu de afbeelding als geheel groter of kleiner. Hierbij verandert het totale aantal pixels. GIMP moet pixels weglaten/toevoegen/aanpassen en de kleur ervan berekenen (via interpolatie). De kwaliteit van de interpolatie is heel belangrijk. Kies voor Sinc (Lanczos3). Dit is de beste kwaliteit maar vraagt ook veel rekenkracht van de processor. Het aantal pixels vergroten vermijd je best zoveel mogelijk omdat je altijd scherpte verliest. Zorg er steeds voor dat de ketting gesloten is, zo blijven de verhoudingen van jouw afbeelding behouden. Je kan nu naar wens de resolutie en het formaat (in pixels of in centimeter) instellen.
canvasgrootte veranderen via Afbeelding > Canvasgrootte Hiermee kan je extra ruimte rond jouw afbeelding toevoegen. In het dialoogvenster kan je bij Canvasgrootte de gewenste afmetingen van jouw afbeelding invoeren. De ketting kan je openen om je canvas een andere verhouding te geven. Bij Verschuiven stel je in hoe de oorspronkelijke afbeelding gepositioneerd is op het nieuwe canvas (x/y-coördinaten van de linkerbovenhoek van jouw oorspronkelijke afbeelding ingeven = heel nauwkeurig of met de muis verslepen = minder exact). Bij Lagen kies je voor Alle lagen . hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 51 -
oefening 4.2 afbeeldingen bewerken open het bestand bloemenveld.jpg sla het bestand op met als naam klas-nr-naam-bloemenveld ik wil deze afbeelding gebruiken om een wenskaart te maken snij de afbeelding bij zodat ze de verhouding 1:1 (= vierkant) krijgt, voor de positie zie de schermafdruk verschaal de afbeelding tot een grootte van 7 op 7 cm met een resolutie van 300 ppi verander de canvasgrootte naar 15 op 10 cm, verschuif het oorspronkelijke canvas zo dat we boven, links en onderaan een witte rand krijgen van 1,5 cm
retoucheren met klonen met de knop Met het klonengereedschap kan je kleine onregelmatigheden/beschadigingen wegwerken of gehele elementen klonen. Het klonengereedschap werkt in combinatie met een penseel. Kies bij de gereedschapopties een klein rond penseel (circle 03 bijvoorbeeld). Voordat je pixels begint te klonen moet je genoeg inzoomen door de combinatie CTRL+muiswieltje. Ga met de muiswijzer naar de plaats in de afbeelding waar je pixels vandaan wilt halen. Druk de CTRL-toets in en klik 1 keer met de linker muisknop. Terwijl de CTRL-toets ingedrukt is, verdwijnt het stempelpictogram uit de muiswijzer. Let wel, de pixels komen altijd van de plaats, waar je het kruisje hebt neergezet. Wil je andere pixels gebruiken dan moet je deze stap op een andere plaats herhalen. Klik nu op de zones die je wilt corrigeren.
oefening 4.3 afbeeldingen bewerken open het bestand oud-foto.jpg, dit is een oude beschadigde zwart-wit foto corrigeer de hieronder gemarkeerde beschadigingen met de kloontechniek sla het bestand op met als naam klas-nr-naam-klonen
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 52 -
5. KLEURCORRECTIES Om goed met kleurcorrecties te kunnen werken volgt hier een beknopte uitleg hoe kleuren op het beeldscherm worden gemengd. Op het beeldscherm ontstaan de primaire kleuren uit geprojecteerd licht. Als kleur met licht gemengd wordt, zijn rood, groen en blauw de primaire kleuren, vandaar RGB. 100% rood, 100% groen 100% blauw geven de kleur wit 0% rood, 0% groen, 0% blauw geven de kleur zwart In GIMP heeft elke primaire kleur een kanaal en kan afzonderlijk bewerkt worden. Voor kleurcorrecties zijn de secundaire kleuren ook van belang. Namelijk welke kleur ontstaat als je twee kleuren mengt. groen en blauw = cyaan groen en rood = geel blauw en rood = magenta Als je dus groen in een foto vermindert, wordt het ‘paarsachtiger’. Minder groen betekent meer blauw en rood, en blauw en rood vormen te samen magenta. In het extreme: als je groen er helemaal uit zou halen blijven alleen nuancen van magenta over. In GIMP heeft een afbeelding in RGB-mode drie kanalen, één voor rood, één voor groen en één voor blauw. Bij sommige opdrachten kan je elk kanaal apart bijstellen. Als een foto bijvoorbeeld te groen is, bewerk je het groene kanaal. Licht is in GIMP vertegenwoordigd in helderheidniveaus. Elke primaire kleur heeft 255 helderheidniveaus.
kleurcorrecties met niveaus via Kleuren > Niveaus Hiermee kan je de helderheid en het contrast van een afbeelding verbeteren. Hieronder kan je een extreem voorbeeld zien. De foto links is met een digitale camera genomen onder slechte lichtomstandigheden. De foto is veel te donker en lijkt onbruikbaar. Rechts zie je dezelfde foto nadat de helderheidniveaus gecorrigeerd zijn.
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 53 -
In het dialoogvenster Kleurniveaus aanpassen staat er een histogram dat de helderheidsniveaus weergeeft, gemeten van 0 voor zwart tot 255 voor wit. Je kan duidelijk zien dat de kleurtonen niet goed verdeeld zijn. Rechts van het histogram is er een lege ruimte. De witte en zwarte driehoekjes staan best aan de rand van het histogram. Hier moeten we dus het witte driehoekje verslepen tot de positie waar het histogram aan de rechterkant begint te stijgen. Soms moet je ook nog het middelste driehoekje wat naar links of rechts verslepen. Dit moet je gewoon uitproberen en kijken wat het beste resultaat oplevert. Value is een combinatie van alle drie kanalen rood, groen en blauw (RGB). Nadat je Value gecorrigeerd hebt, kan je eventueel nog de kanalen aanpassen. Je kan de niveaus ook gebruiken om een doffe foto sprekender te maken.
oefening 4.4 kleurcorrecties open het bestand bloem-geel.jpg probeer de foto intenser van kleur te maken door de kleurniveaus aan te passen
kleurcorrecties met curven via Kleuren > Curven Via deze curven kan je de kleuren nog fijner bijstellen. Je kunt helderheidsniveaus onafhankelijk van elkaar bewerken. De curve in het midden representeert alle kleuren uit de afbeelding. Klik op deze lijn om een kleurtoon te kiezen. Op de lijn verschijnt een zwart puntje. Versleep je dit puntje nu naar links boven, dan worden deze kleurpixels lichter. Versleep je het naar rechts onder, worden ze donkerder. Met de opdracht curven zijn heel extreme vervreemdingseffecten te bereiken. Experimenteer ermee. Klik op Opnieuw instellen om wijzigingen ongedaan te maken.
oefening 4.5 kleurcorrecties open het bestand valk.jpg probeer in deze foto met de curve de donkere kleuren donkerder maken, zodat de valk iets nadrukkelijker wordt zet 6 puntjes in het donkere kleurtoonbereik van de curve (zie voorbeeld hieronder), versleep deze puntjes nu voorzichtig naar rechts onder, terwijl je dit doet, controleer het resultaat in het documentvenster
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 54 -
6. SELECTIES MAKEN Wil je een bepaald effect niet op de hele afbeelding toepassen of een detail uit een afbeelding naar een andere kopiëren, moet je eerst een selectiekader tekenen. Er zijn 6 verschillende selectiegereedschappen. Welke je kiest is afhankelijk van de situatie. het rechthoekige selectiekader (na klikken SHIFT-toets indrukken > vierkant) het ovale selectiekader (na klikken SHIFT-toets indrukken > cirkel) om handmatig een vrij selectiekader te tekenen = vrije selectie om aaneengesloten kleurgebieden te selecteren = vage selectie om zones met dezelfde kleur te selecteren om vormen uit een afbeelding te selecteren (‘intelligente’ randherkenning) Let op: Zodra een selectie in de afbeelding aanwezig is, ook al is deze nog zo klein, worden alle opdrachten alleen in deze selectie toegepast. Een selectie wissen doe je door ernaast 1 keer te klikken. Je kan gebieden aan je selectie toevoegen door de SHIFT-toets vooraf ingedrukt te houden. Je kan gebieden van je selectie aftrekken door de CTRL-toets vooraf ingedrukt te houden. Je kan ook de Modus-knopjes gebruiken als je dit gemakkelijker vindt. Anti-aliasing zorgt ervoor dat de randen van de selectie er gestroomlijnder en natuurlijker uitzien. Als Zachte randen is aangevinkt, kan je hier de verdoezeling van de randen bepalen. Hoe hoger de Straal, hoe minder bruusk de overgang op de rand is.
Je kan terug Fixed gebruiken om een selectie van een bepaalde grootte of aspect ratio te maken. Bij de vage selectie moet je een drempelwaarde instellen, hoe lager de waarde hoe gevoeliger de selectie is voor kleurverschillen. Je moet dus gewoon verschillende waarden uitproberen tot je kan selecteren wat je wilt.
oefening 4.6 selecties open het bestand valk.jpg sla het bestand op als klas-nr-naam-valk zonder achtergr probeer de achtergrond volledig te wissen werk zo precies mogelijk! gebruik eerst de vage selectie (selecteren en deleten) daarna overblijvende pixels met de rechthoekige selectie verwijderen en tenslotte met een fijn wit penseel de pixels dicht bij de valk overschilderen hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 55 -
7. LAGEN GIMP biedt de mogelijkheid om een afbeelding in zogenaamde lagen op te bouwen. Elementen van de afbeelding, die op afzonderlijke lagen geplaatst zijn, kunnen onafhankelijk van elkaar bewerkt worden. De achtergrond van een laag is standaard transparant. Daardoor zijn lagen eigenlijk transparante vellen, die boven elkaar gestapeld zijn. De stapelvolgorde is van onder naar boven. In de praktijk betekent dat als de afbeelding op laag 2 groter is dan op laag 1 (zie afbeelding 1) de afbeelding van laag 1 overdekt wordt door laag 2. Verander je de stapelvolgorde van deze lagen - laag 1 ligt boven laag 2 (zie afbeelding 2)- dan wordt het gele vlakje zichtbaar.
2
1
Indien nodig, activeer je het Lagen-venster via Bestand > Dialogen > Nieuw dok aanmaken > Lagen, Kanalen & Paden. 1 Klik op de tab Lagen als die niet zichtbaar is. 2 De blauwe balk betekent dat de laag actief is en bewerkt kan worden. Om een laag te activeren, klik je erop. Dubbelklik op de laag om de naam te wijzigen. Klik met de rechterknop om het lagen optiemenu te openen.
1
3 Het oog betekent de inhoud van de laag is zichtbaar. Klik op het oog om de laag tijdelijk onzichtbaar te maken. 4 Klik op dit icoon om een nieuwe laag te maken. Via een dialoogvenster moet je de een naam aan de nieuwe laag geven. De breedte en de hoogte van de laag mag je NIET veranderen! 5 Activeer een laag en klik op deze pijltjes om de stapelorde van de lagen te wijzigen.
3 4
5
6
2 7
6 Klik hier, om een laag te kopiëren. 7 Sleep een laag naar de prullenbak, om ze te verwijderen of klik op de prullenbak om de geselecteerde laag te verwijderen.
Soms is het handig om meerdere lagen gelijktijdig te verplaatsen. Dit kan als de lagen aan elkaar gekoppeld zijn. Klik hiervoor een keer met de linker muiswijzer op de tussenruimte tussen het oog en het lagenpictogram van alle lagen, die je wilt koppelen. De ketting laat zien, dat ze gekoppeld zijn. Om lagen te ontkoppelen, klik je er nogmaals. Je kan de lageninformatie weglaten via het menu Afbeelding > Afbeelding pletten. Alle lagen worden dan op elkaar geplakt met 1 laag als resultaat.
8. BESTAND OPSLAAN 1. Kies in de menubalk voor Bestand > Opslaan als. 2. Kies eerst de locatie waar je bestand wil opslaan. 3. Daarna geef je een bestandsnaam op. 4. Tenslotte kies je het bestandstype (bepaalt onder welke vorm het bestand opgeslaan wordt). Klik op het plusje voor Selecteer het bestandstype (volgens extensie) en kies uit de lijst een bestandstype. Let er op, de volgorde van je handelingen is belangrijk: geef het bestand eerst een naam en kies dan pas de extensie. Doe je dit niet, voegt GIMP de extensie niet toe.
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 56 -
De enige 2 bestandstypes die de lagenstructuur mee opslaan zijn xcf (het GIMP bestandsformaat) en psd (het Photoshop bestandsformaat). GIMP kan met beide werken. Sla een bestand altijd als xcf of psd op, als je dit bestand nog verder wilt bewerken. Welk bestandsformaat je kiest is afhankelijk van het publicatiemedium van je afbeelding en van welke kleurdiepte je nodig hebt. Kies gif of jpeg als je afbeeldingen via e-mail wilt versturen of op een webpagina wilt plaatsen. Ze gebruiken compressiemethodes om het bestand kleiner te maken (minder KB). Deze kunnen door iedereen geopend worden. bmp is een ongecomprimeerd bestandsformaat dat Microsoft Windows gebruikt om afbeeldingen weer te geven. tiff is een kwalitatief hoogstaand bestandsformaat met veel opties. Je kan afbeeldingen in dit formaat ongecomprimeerd laten of met het LWZ-Algoritme comprimeren en toch een hoge kleurdiepte behouden.
9. WERKEN MET TEKST Via het tekstgereedschap is het makkelijk om tekst in een afbeelding te plaatsen. GIMP genereert een aparte laag voor de tekst, zodat je de tekst later nog kan manipuleren. Het is zelfs mogelijk om al bestaande teksten te importeren. Klik op het gereedschap Tekst. Bij de gereedschapopties kan je lettertype, lettergrootte en letterkleur (is standaard de voorgrondkleur, maar kan je dus veranderen) kiezen. Verder kan je de uitlijning, de inspringing, de regelafstand en de letterafstand aanpassen. Klik vervolgens in de afbeelding daar waar je de tekst wilt plaatsen. Je krijgt een nieuw venster met de teksteditor. Hier kan je de tekst in het witte vak typen. Je kan ook een tekstbestand (dat als .txt is opgeslagen) importeren door op Openen te klikken. Klik op Sluiten om de invoer te bevestigen. Dubbelklik op het tekstpictogram van de betreffende laag om de tekst aan te passen.
De positie van de tekst kan je aanpassen met het gereedschap Verplaatsen
.
Selecteer altijd eerst de betreffende tekstlaag in het Lagen-venster door erop te klikken. Klik dan op het verplaatsgereedschap. Controleer dat Move the active layer aangeduid is bij de gereedschapopties. Verplaats nu de tekstlaag door die te verslepen met jouw muis. Je kan ook de letters selecteren door met de rechtermuisknop op de laag te klikken en te kiezen voor Alpha naar selectie. Met deze selectie kan je de letters met een kleurverloop vullen (gereedschap Mengen) of een rand geven (via Bewerken > Lijn tekenen op selectie). Doe dit pas op het einde want eens je deze letters geselecteerd hebt, kan je de tekst niet meer wijzigen!
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 57 -
10. GEREEDSCHAPPEN tekengereedschappen potlood voor lijnen met een scherpe rand penseel voor lijnen met een zachte rand (met anti-aliasing) verfspuit (airbrush) werkt als spuiten met een spuitbus gom selecties vullen met een kleur selecties vullen met een kleurverloop (=mengen) Om met de tekengereedschappen te kunnen tekenen moet je meestal drie dingen instellen: het soort penseel, de penseeldikte en een voorgrondkleur (het achtergrondkleur voor de gom). Kies eerst het soort en de dikte van het penseel bij de gereedschapopties, door er één keer met de linker muiswijzer op te klikken. Bij Scale kan je de dikte van het penseel naar keuze aanpassen. Alle penselen zonder zwart kruisje kunnen verder aangepast worden. Klik hiervoor op de knop met het penseel. En klik dan op de knop Nieuw penseel.
rechte lijn tekenen Nadat je het penseel, kleur etc. hebt gekozen, klik één keer met de linker muisknop in de afbeelding waar de lijn zal beginnen. Het is belangrijk dat je één keer klikt en dan de muisknop loslaat. Een afdruk van het penseel verschijnt. Druk dan de SHIFT-toets in en houd hem ingedrukt terwijl je de muiswijzer naar het eindpunt van de lijn versleept. Klik daar weer één keer op de linker muisknop. Als je ook de CTRL-toets ingedrukt houdt, kan je rechte lijnen en lijnen onder een vaste hoek tekenen.
hulplijnen tekenen Wil je bijvoorbeeld een precieze rechthoek tekenen, dan zijn hulplijnen handig. Kies het verplaatsgereedschap. Klik in het verticale liniaal links in het documentvenster, houd de linker muisknop ingedrukt en sleep de hulplijn naar de gewenste plek. Herhaal het voor de tweede verticale lijn. Met het verplaatsgereedschap kan je de lijnen vervolgens verplaatsen of verwijderen, door ze weer naar de liniaalbalk te slepen. Herhaal deze stappen voor de horizontale lijnen. Klik hiervoor in de liniaal boven van het documentvenster. Via het Beeld > Hulplijnen tonen kan je de hulplijnen aan- of uitzetten.
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 58 -
Nu kan je beginnen met rechte lijnen te tekenen op de hulplijnen. Houd de SHIFT-toets ingedrukt terwijl je de muiswijzer naar de kruispunten van de hulplijnen sleept. Klik boven elk kruispunt met de linker muisknop één keer. Laat de muisknop dan los en sleep de muiswijzer naar het volgende punt.
muiswijzer veranderen De muiswijzer is standaard in GIMP een driehoekje met een gereedschapspictogram. Als je precies wilt werken, is het handig deze in een kruisdraad (Eng. crosshair) te veranderen. Via het menu Bestand > Voorkeuren klik je op Afbeeldingsvensters. Kies bij de Muisaanwijzers bij Pointer mode voor Alleen kruisdraad.
kleuren kiezen Om een kleurtint uit de afbeelding te gebruiken als voorgrondkleur gebruik je het pipet (color picker tool). Wil je zelf een kleur bepalen, klik dan op de rechthoek van het voorgrondkleur (of desgevallend achtergrondkleur). Klik op de tab GIMP als deze niet geselecteerd is. Je kan op verschillende manieren in dit venster kleuren kiezen. Bijvoorbeeld op Kleurtoon (Eng. Hue). Links in de lange verticale balk zie je het spectrum waaruit je een kleurtoon kan kiezen. Klik in deze balk of verschuif de schakel om een kleurtoon te selecteren. Hier kan je de Verzadiging (Eng. Saturation) van de kleurtoon bijstellen. Klik met de linker muisknop in dit vak of versleep de crosshaar. De HTML-notatie geeft het kleurnummer (ook het hex-triple genoemd) van de actieve kleur. Het nummer is een combinatie van getallen en letters van a tot f. Het maakt niets uit of de letters groot of klein geschreven zijn. Noteer deze als je bijvoorbeeld deze kleur als achtergrond voor een webpagina wilt gebruiken of in een andere afbeelding wilt toepassen. Het Hex-triple begint altijd met een #. Toets in dit vakje bijvoorbeeld #FF0000 in en druk dan op de enter-toets om een puur rood te kiezen. Op het laatste tabblad kan je de primaire, secundaire en afgeleide kleuren kiezen.
transformatiegereedschappen roteren van een laag of selectie (ver)schalen van een laag of selectie hellen van een laag of selectie in perspectief plaatsen van een laag of selectie spiegelen (= omkeren) van een laag of selectie
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 59 -
11. KOPIËREN EN PLAKKEN Klik op het selectiegereedschap en teken een selectiekader rond het gedeelte dat je wilt kopieren. Als je de volledige afbeelding wilt kopiëren, gebruik je CTRL+A om alles te selecteren (of via het menu Selecteren > All). Druk vervolgens CTRL+C om te kopiëren (of via het menu Bewerken > Kopiëren). Maak de afbeelding actief waarin je het geselecteerde wilt plakken. Druk nu op CTRL+V om te plakken (of via het menu Bewerken > Plakken).
1
In het Lagen-venster verschijnt het gekopieerde nu op een nieuwe laag als Drijvende selectie (1). Dit is een tijdelijke laag, die op een nieuwe laag of de eronder liggende laag verankerd moet worden.
2
Om te verankeren op een nieuwe laag (2) klik je op het icoontje Nieuwe Laag (a) onderaan het Lagen-venster. Deze laag krijgt standaard de naam Geplakte laag. Het is aan te raden de kopie op een nieuwe laag te verankeren. Het detail kan zo verder en afzonderlijk van de achtergrond of andere lagen bewerkt worden.
a
b
Klik op het anker-icoontje (b) als je toch de drijvende selectie op de achtergrond wilt verankeren. Je kan ook een exacte kopie van een laag maken: klik met de rechtermuisknop op de laag en kies voor Laag dupliceren.
12. LAAGMASKERS Klik met de rechtermuisknop op de laag en kies voor Laagmasker toevoegen. Er verschijnt een dialoogvenster, kies hier voor Zwart (transparant). In het Lagen-venster verschijnt er nu naast de betreffende laag een zwart pictogram met een witte rand. De witte rand om het masker betekent dat het masker actief is en via het documentvenster bewerkt kan worden. De pixels die op de laag stonden zijn nu verdwenen omdat het door het zwarte masker afgedekt wordt. Dat betekent dat alle pixels van de eronder liggende laag/lagen zichtbaar zijn. Het principe van een masker is: daar waar het masker zwart is, zijn de pixels van de laag met het masker niet zichtbaar, maar wel de pixels van de onderliggende laag. Daar waar het masker wit is zijn pixels van de laag zichtbaar en pixels van de er onderliggende laag onzichtbaar. Grijstinten in het masker creëren en semi-transparantie. Met het gereedschap Mengen kan je nu een kleurovergang van zwart naar wit tekenen in het masker. Zo kan je foto’s en lagen in elkaar laten overvloeien! Denk er wel aan dat het maskerpictogram (a) een witte rand heeft, zoniet klik er één keer op. Als je klaar bent met het instellen van het masker, klik je best op het lagenpictogram (b) zodat je nu terug kan werken op de pixels van de laag zelf.
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
b
a
schooljaar 2008-2009
- 60 -
13. LAAGMODI In het Lagen-venster kan je via de laagmodi (laagmodus = enkelvoud) bepalen hoe boven elkaar liggende lagen mengen. Dit is sterk afhankelijk van welke kleur en helderheidsniveaus op de lagen aanwezig zijn. Het komt dus aan op experimenteren. Als een modus je niet bevalt, kies gewoon een andere.
14. FILTERS Een filter is een plug-in (aanvulling op het programma meestal onder de vorm van een script) die het uitzicht van de actieve laag van een afbeelding verandert. Er zijn heel veel mogelijkheden zoals artistieke effecten (laag omzetten naar een olieverfschilderij, striptekening, …), randen benadrukken, schaduw werpen, golvend effect, onscherper maken, … Meer info kan je vinden op http://docs.gimp.org/en/filters.html#filter-introduction
> filter Rand Sobel (onder Randen)
© copyright: Sven Piers 2009 Deze cursus is vrijgegeven onder de Creative Commons Attribution - NOCommercial - ShareAlike licentie, zoals die beschreven staat op: http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/1.0 Deze licentie staat toe dat: - de originele auteursrechthebbenden genoemd moeten worden - de lessen gekopieerd, veranderd, verdergegeven en vertoond mogen worden - afgeleid werk onder dezelfde licentie moet verspreid worden. Commerciële exploitatie van de lessen zonder toestemming van de auteursrechthebbenden is niet toegestaan. Deze cursus is gebaseerd op: GIMP tutorial http://opencd.dischosting.nl/opencd2.1/extras/gimp/ossl-gimp-tutorial/tutorial-index.html © copyright: Sabine Beilfuss en Open Source Software Lab 2003
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 61 -
oefening 4.7 herhalingsoefening 1 open het bestand belfort.jpg verwijder de storende elektriciteitskabel: retoucheren met klonen afbeelding schalen: grootte = 554 x 886 pixels, resolutie = 300 ppi, kwaliteit = Sinc(Lanczos3) canvasgrootte: 15 x 10 cm, boven/links/onder een witte rand van 147 pixels breed, optie Alle lagen herschalen opslaan als: naam = klas-nr-naam-gent, opslaan in = Mijn afbeeldingen, bestandstype = GIMP XCF-afb. en minimaliseer deze afbeelding open het bestand graslei+korenlei by night.jpg bijsnijden: aspect ratio = 4:3 (onderste gedeelte van de foto overhouden) afbeelding schalen: grootte = 590 x 443 pixels, resolutie= 300 ppi, kwaliteit = Sinc(Lanczos3) afbeelding volledig selecteren (CTRL-A) en kopiëren (CTRL-C) maximaliseer terug de afbeelding klas-nr-naam-gent.xcf plak (CTRL-V) hier nu het geselecteerde, dit komt in een drijvende laag, deze kan je verankeren op een nieuwe laag door op de knop Nieuwe laag te klikken verplaats de laag naar de juiste positie (voldoende inzoomen zodat je precies kan werken!) bewaar dit (menu Bestand > Opslaan) en minimaliseer deze afbeelding open het bestand vleeshuis by night.jpg bijsnijden: aspect ratio = 4:3 (bovenste gedeelte van de foto overhouden) afbeelding schalen: grootte = 590 x 443 pixels, resolutie = 300 ppi, kwaliteit = Sinc(Lanczos3) afbeelding volledig selecteren en kopiëren maximaliseer terug de afbeelding klas-nr-naam-gent.xcf plak hier nu het geselecteerde, dit komt in een drijvende laag, en veranker dit op een nieuwe laag verplaats de laag naar de juiste positie (voldoende inzoomen zodat je precies kan werken!) plaats de tekst ‘GENT’ op de foto (Verdana Bold, 120 px, letterafstand = 2 px, wit) verplaats de tekstlaag naar de juiste positie (voldoende inzoomen!) plaats jouw voornaam, naam en klas in de rechteronderhoek (Verdana, 20 px, letterafstand = 0 px, zwart) verplaats de tekstlaag naar de juiste positie (voldoende inzoomen!) selecteer alles en kies Bewerken > Lijn tekenen op selectie, kies als lijnbreedte 4 px bewaar dit eindresultaat (menu Bestand > Opslaan) bewaar een kopie van dit bestand met als bestandstype jpg sluit GIMP knip jouw bestanden weg uit de map Mijn afbeeldingen en plak het in de juiste map op de server
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 62 -
oefening 4.8 herhalingsoefening 2 open het bestand 3 torens by night.jpg afbeelding schalen: hoogte = 6 cm, resolutie = 300 ppi, kwaliteit = Sinc(Lanczos3) canvasgrootte: 15 x 10 cm, boven een witte rand van 175 pixels, optie Alle lagen herschalen dupliceer de laag achtergrond en selecteer daarna alles van de onderste laag (= laag achtergrond) en delete dit opslaan als: naam = klas-nr-naam-gent by night, opslaan in = Mijn afbeeldingen, bestandstype = GIMP XCF-afbeelding en minimaliseer deze afbeelding open het bestand gravensteen by night.jpg kleurcorrecties met niveaus: verander bij de kanalen waarde, groen en blauw het hoogste helderheidsniveau van 255 naar 205 afbeelding schalen: hoogte = 6 cm, resolutie = 300 ppi, kwaliteit = Sinc(Lanczos3) afbeelding volledig selecteren (CTRL-A) en kopiëren (CTRL-C) maximaliseer terug de afbeelding klas-nr-naam-gent by night.xcf plak hier nu het geselecteerde en veranker dit op een nieuwe laag verplaats de laag naar de juiste positie (voldoende inzoomen zodat je precies kan werken!) overvloeien van de afbeeldingen op de 2 bovenste lagen rechtermuisknop op de laag met het gravensteen, kies Lagenmasker toevoegen kies in het venster voor Zwart (transparant) in dit masker is alles transparant wat zwart gekleurd is (=je kijkt door de laag met het gravensteen) en wat wit is, is ondoorzichtig (=je zit wat op de laag staat) kies het gereedschap Mengen (=kleurovergang) en stel de voor- en achtergrondkleur in op zwart/wit om het begin- en eindpunt van de kleurovergang te definiëren, trek je een lijn van de linkerrand van de afbeelding met het gravensteen tot de rechterrand van de andere afbeelding (je trekt dus een lijn van links naar rechts ter hoogte van de overlapping) plaats de tekst ‘GENT by night’ op de foto (Verdana Bold, 120 px, letterafstand = 2 px, zwart) verplaats de tekstlaag naar de juiste positie kies met het pipet als voorgrondkeur de donkerblauwe lucht van achter de drie torens (deze laag moet daarvoor actief zijn!) en als achtergrondkleur zwart klik met de rechtermuisknop op de tekstlaag en kies voor Alpha naar selectie met de knop Mengen vul je nu de letters met een kleurovergang van links naar rechts plaats jouw voornaam, naam en klas (Verdana, 20 px, letterafstand = 0 px, wit) verplaats de tekstlaag naar de juiste positie (voldoende inzoomen!) selecteer alles en kies Bewerken > Lijn tekenen op selectie, kies als lijnbreedte 4 px bewaar dit eindresultaat (menu Bestand > Opslaan) bewaar een kopie van dit bestand met als bestandstype jpg sluit GIMP knip jouw bestanden weg uit de map Mijn afbeeldingen en plak het in de juiste map op de server
hfdst. 4 : beeldbewerking GIMP
cursus informatica 4des
Sven Piers
KH Sint-Lucas Gent
schooljaar 2008-2009
- 63 -