Statenvoorstel nr. PS/2010/359 Ruimtelijke visie gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.
Datum
GS-kenmerk
Inlichtingen bij
20 april 2010
2010/0073195
dhr. L. de Jong, telefoon 038 499 87 62 e-mail
[email protected]
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Vaststelling Ruimtelijke visie gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o.; uitwerking Omgevingsvisie Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2010/359 (bijgevoegd) II.
III.
IV.
Ruimtelijke visie gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage in het informatiecentrum) Reactienota met de wijzigingen zoals opgenomen in de Ruimtelijke visie (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PS-kenmerk en ligt ter inzage in het informatiecentrum) Bestuursovereenkomst Gebiedsontwikkeling Vliegveld Twente en Bestuursovereenkomst Vliegveld Twente (te raadplegen via www.overijssel.nl/sis onder het bovengenoemde PSkenmerk en ligt ter inzage in het informatiecentrum)
Samenvatting van het voorgestelde besluit Provinciale Staten stellen de provinciale ruimtelijke visie vast voor de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. Het provinciaal bestuur kiest voor de benutting van kansen op economische ontwikkeling door zich in te zetten voor een doorstart van vliegveld Twente als burgerluchthaven: niet als doel, maar als middel ter versterking van de economie in de regio. De kwaliteit van het gebied wordt verder ontwikkeld door herstructurering van de waterhuishouding in samenhang met uitbreiding tot een robuustere groen-blauwe hoofdstructuur aan de zuidkant met 170 ha, Aansluitend aan de luchthaven biedt het gebied ruimte voor vestiging van luchthavengebonden bedrijvigheid. Daarnaast is er ruimte voor kleinschalige bedrijvigheid, voor voorzieningen op het gebied van leisure op een Twentse schaal en voor enige woningbouw. De provincie zet zich in voor versnelde realisering van de EHS, los van de luchthavenexploitatie. Provinciale Staten besluiten € 15,6 mln beschikbaar te stellen ter uitvoering van hun besluit tot versnelde realisering van ecologische hoofdstructuur die wordt gekoppeld aan de versterking van de wateropgave in het gebied en het inzetten op de realisering van leisure op Twentse schaal. In twee bestuursovereenkomsten zijn met het Rijk en de gemeente Enschede afspraken gemaakt over de uitvoering van de gebiedsontwikkeling. Met het Rijk is afgesproken dat provincie en gemeente de rijksgronden kopen voor € 29,8 mln. Verder zijn afspraken gemaakt over de verantwoordelijkheid van het Rijk voor bodemsanering en munitieopruiming en over de verdere rol van het Rijk bij de gebiedsontwikkeling. De provincie Overijssel en de gemeente Enschede participeren samen in de gebiedsontwikkeling.
1.
Inleiding en probleemstelling
1.1
Proces van gebiedsontwikkeling
Vanaf 2007 werkt de provincie samen met het Rijk en de gemeente Enschede aan een visie op de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. Een groot aantal maatschappelijke organisaties is bij dat proces betrokken en heeft daarin meegedacht. In de voorgaande fase zijn conform uw opdracht twee vlekkenplannen voor het gebied van luchthaven Twente uitgewerkt tot twee structuurvisies. Waarbij het alternatief De Twentse Basis van Stichting Alternatief Vliegveld Twente is betrokken. Met het Rijk en B&W van Enschede hebben wij in juni 2009 een voorkeur uitgesproken voor Structuurvisie B. Na de ter visie legging van de Structuurvisies en het MER, zes informatieavonden in het gebied, advisering door PCFL en commissie MER en beoordeling van de ingediende zienswijzen hebben wij u in oktober 2009 voorgesteld Structuurvisie B vast te stellen. De regering onderschreef in een brief aan de Tweede Kamer op 11 december 2009 onze keuze. De gemeenteraad van Enschede stelde op 14 december 2009 Structuurvisie (gewijzigd) vast. Op 16 december 2009 hebt u ons voorstel tot vaststelling van deze Structuurvisie verworpen. Daaropvolgend overleg tussen de drie coalitiefracties van CDA, PvdA en VVD heeft geleid tot een brief met bijlage aan uw staten en aan ons College. Uw staten hebben vervolgens op 10 februari jl. de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz aangenomen over Vervolg Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. In de motie hebt u ons gevraagd aan PS kenbaar te maken hoe het gestelde in deze brief en bijlage wordt beoordeeld, op welke wijze dit zal worden gerealiseerd, hoe wij procedureel het vervolg vorm willen geven en daarbij aandacht te geven aan de rol van PS. In onze brief d.d. 9 maart jl. hebben wij u in procesmatige zin onze reactie gegeven en het door ons voorgenomen vervolgproces geschetst. Wij hebben de voorbereiding aangekondigd van een ruimtelijke visie voor de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Op deze brief is op 24 maart in de commissie Ruimte, Water en Duurzaamheid overwegend instemmend gereageerd. 1.2
Ontwikkeling Rijksbeleid
In de Luchtvaartnota van april 2009 heeft de regering haar standpunt opgenomen dat vliegveld Twente een luchthavenfunctie dient te behouden voor burgerluchtvaart. Luchthaven Twente is van nationale betekenis; het Rijk is daardoor op grond van de Wet Luchtvaart (waar RBML vanaf 01-11-2009 deel van uitmaakt) bevoegd gezag voor de opstelling van een luchthavenbesluit. Het Rijk is echter niet van plan structureel financieel bij te dragen in de exploitatie van de luchthaven. Op advies van de Alderstafel rond Schiphol vindt onderzoek plaats naar de uitplaatsing van 70.000 vluchten per jaar van Schiphol naar de vliegvelden Eindhoven en Lelystad. Ook voor het overleg rond Eindhoven en Lelystad zijn Alderstafels in het leven geroepen. Eindhoven is, zoals Twente in het verleden, een militaire luchthaven met medegebruik voor burgerluchtvaart. Aangezien de milieuruimte rond vliegveld Eindhoven beperkt is wordt onderzocht of toename van burgervliegverkeer kan worden opgevangen door verplaatsing van militaire vluchten naar elders. Twente is één van de luchthavens die in aanmerking komt om periodiek militaire vluchten op te vangen. De behandeling van de Luchtvaartnota en van het verwachte advies van Alders met betrekking tot Eindhoven heeft de Tweede Kamer doorgeschoven tot na de verkiezingen. Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet in werking getreden. De ontwikkeling van luchthaven Twente is één van de projecten die onder deze wet valt. Dat biedt goede mogelijkheden om de gebiedsontwikkeling te versnellen door dubbele procedures te vermijden. Wij zullen van de procedurele versnellingsmogelijkheden die de wet nu biedt op een zorgvuldige wijze gebruik maken; we zullen blijven zorgen voor voldoende mogelijkheden voor overleg en inspraak. 1.3
De kaders voor de ruimtelijke visie
In de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz van 10 februari jl. hebt u kaders aangegeven voor de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente. Die kaders betreffen • de benutting van de mogelijkheden van gebied luchthaven Twente zowel voor economische ontwikkeling als voor natuur en landschap; • de deelname van de provincie, samen met partners, aan de gebiedsontwikkeling en richting geven aan de luchthavenontwikkeling; • de verkrijging van de grondeigendom;
2
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
•
het starten van een entiteit, samen met Enschede, die kan optreden als gebiedsregisseur; • benutten van – en inspelen op de kwaliteiten van het gebied als onderdeel van het kleinschalige karakter van het Twentse landschap met een sturende en bewakende rol voor de gebiedsregisseur; • daarbij nadrukkelijk aan te sluiten bij de uitgangspunten van de Omgevingsvisie; • terughoudend omgaan met het toevoegen van nieuwe infrastructuur; • realisering van EHS, landschap en waterhuishouding zo snel mogelijk ter hand te nemen en af te ronden onafhankelijk van de uitkomst van de tender of een succesvolle luchthavenexploitatie; • leisure qua omvang in te vullen op Twentse schaal; geen onderdeel van luchthaventender • afstemming van de ontwikkeling van de economische potenties met de ontwikkeling van de Innovatiedriehoek; • benutting van de landingsbaan als burgerluchthaven opvatten als een kans, als een middel tot economische ontwikkeling; streven naar succesvolle tender voor de luchthavenontwikkeling; • verkleining van de geluidscontour tot 8 km2 met een buffer tot 10,6 km2 uit oogpunt van welzijn en volksgezondheid; • militair medegebruik is mogelijk als het de exploiteerbaarheid van de luchthaven vergroot en economische ontwikkeling niet in de weg zit; opnieuw afweging maken waar militair medegebruik de 8 km2-contour overschrijdt. Wij hebben deze kaders als uitgangspunt genomen voor de opstelling van de Ruimtelijke visie voor de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. Zoals door u gevraagd hebben wij daarover overleg gevoerd met het Rijk en met de gemeente Enschede. We hebben ook rekening gehouden met eerder door u genomen besluiten in relatie tot de gebiedsontwikkeling. Wij verwijzen in dit verband naar de motie Antuma Dalhuisen van november 2008 met uitgangspunten voor de uitwerking van vlekkenplan B en de eerdere besluitvorming van uw Staten over de alternatieven en de vlekkenplannen. Met dit voorstel leggen wij de Ruimtelijke visie voor de Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. als uitwerking van de Omgevingsvisie ter vaststelling aan u voor. In dit voorstel gaan we nader in op de hoofdlijnen van de provinciale visie. We staan stil bij een aantal uitvoerings- en financiële aspecten naar aanleiding van de uitspraken in uw motie. En we bespreken de uitvoering van de ruimtelijke visie, waarin de beide gesloten bestuursovereenkomsten een centrale rol spelen.
2.
Overwegingen
2.1
De ruimtelijke visie
Het gebied van de luchthaven Twente is in meerdere opzichten bijzonder. Door menselijk ingrijpen is een landschap ontstaan met een buitengewoon interessant contrast tussen de grote schaal van het luchthaventerrein en het omringende kleinschalige essenlandschap met zijn houtwallen en bospercelen. De waterafvoer van de Lonnekerberg is door omvangrijke drainage ver af komen te staan van de natuurlijke situatie. Het gebied is dun bebouwd gebleven; de bebouwing die er staat is door functie en vormgeving echter cultuurhistorisch vaak interessant. De omvangrijke luchthaveninfrastructuur is een waardevol element in het geheel. Het gebied zelf ligt strategisch, tussen de grote Twentse steden en aan internationale infrastructuur. Over dit gebied met deze bijzondere kenmerken gaat de ruimtelijke visie Luchthaven Twente en omgeving. De Omgevingsvisie is bepalend voor de provinciale ruimtelijke visie. De inzet is de ontwikkeling van een vitale samenleving in een mooi en vitaal landschap. De opgaven en kansen die de Omgevingsvisie schetst voor de fysieke leefomgeving in Overijssel drukken hun stempel op de visie voor het gebied van de luchthaven Twente. De gebiedsontwikkeling staat in het teken van de bijdrage aan de economische ontwikkeling van Twente en de ontwikkeling van de kwaliteiten van natuur en landschap. Door te kiezen voor een ruimtelijke visie als uitwerking van de Omgevingsvisie bewerkstelligen we dat het generieke beleid voor de fysieke leefomgeving zoals beschreven in de Omgevingsvisie ook expliciet van kracht is voor de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. We sluiten daarbij aan op uw motie. De Uitwerking is, evenals de Omgevingsvisie zelf, een structuurvisie krachtens de Wet ruimtelijke ordening. De Uitwerking is kaderstellend voor detaillering in verdere plannen. Als structuurvisie bindt ze het provinciaal bestuur, hetgeen in
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
3
dit geval bijzondere betekenis heeft nu de provincie (beoogd) grondeigenaar en rechtstreeks partner is in de uitvoering van de gebiedsontwikkeling. 2.2
Hoofdlijnen van de gebiedsontwikkeling
De gebiedsontwikkeling wordt gebaseerd op twee krachtige pijlers. De luchthaveninfrastructuur wordt maximaal benut ten behoeve van de economische ontwikkeling van Twente. Binnen de Innovatiedriehoek, waarvan naast het luchthavengebied ook Kennispark en CST/Hart van Zuid deel uitmaken, versterken de functies elkaar. Met Innovatiedriehoek als een geheel wordt een economische en maatschappelijke ontwikkeling op gang gebracht die in Oost Nederland voor de lange termijn toonaangevend zal zijn. De economische potentie van het gebied wordt benut door te streven naar heropening van vliegveld Twente als burgerluchthaven. De luchthavenontwikkeling is, binnen de gebiedsontwikkeling, geen doel maar een middel ter versterking van de economie van de regio. De luchthaven kan geleidelijk groeien en tegen 2030 omstreeks 1,2 miljoen passagiers per jaar verwerken, deels voor zakelijke en deels voor recreatieve vluchten. De luchthaven zal verder een functie krijgen voor general aviation en in beperkte mate voor vrachtvervoer. Op het terrein van de luchthaven wordt aan de noordzijde ruimte gecreëerd voor de vestiging van bedrijven en dienstverlening die op de luchthavenfunctie zijn georiënteerd. Leisurefuncties zijn mogelijk op Twentse schaal. De tweede pijler voor de gebiedsontwikkeling is de versterking van de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit van het gebied. De waterhuishouding wordt geherstructureerd, beeklopen worden opnieuw uitgegraven. Het gebied ten zuiden van de startbaan krijgt een natuurfunctie. De hekken worden er verwijderd, het gebied gaat deel uitmaken van de grotere en robuustere ecologische hoofdstructuur tussen Lonnekerberg en de landgoederen van Driene. De ecologische verbinding tussen de natuurgebieden bij de Lonnekerberg en de landgoederen ten noordwesten van het Vliegveld wordt versterkt. Tot nu toe liep deze verbinding alleen via een flessenhals bij de Jufferenbeek. Aan de noord en oostkant van het vliegveld worden enkele gebiedjes uit de EHS gehaald om de luchthavenontwikkeling volgens plan mogelijk te maken. Een deel hiervan had in het bestemmingsplan al de bestemming luchtvaartterrein. Compensatie vindt ruimschoots plaats elders op het luchthaventerrein. De groen-blauwe hoofdstructuur wordt aan de zuidkant met 170 ha uitgebreid, waarvan circa 44 ha buiten de rijkseigendomsgrens ligt. Circa 40 ha zal geen deel meer uitmaken van de groenblauwe hoofdstructuur. Per saldo wordt de EHS met circa 130 ha vergroot. De landschappelijke karakteristiek van het gebied wordt versterkt. Er ontstaan mogelijkheden voor recreatief medegebruik. Met deze ontwikkeling wordt een geweldige impuls gegeven aan een robuuste invulling van de groene en blauwe hoofdstructuur in dit deel van Twente. Naar aanleiding van het amendement dat de raad van Enschede heeft aangenomen krijgt de munitiebunkerstrip een functie primair gericht op de bescherming van de aanwezige landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten. De karakteristieke bunkers worden gehandhaafd, verdichting van bebouwing is beperkt mogelijk. Om de bunkers een economische functie te laten behouden brengen we het gebied, anders dan het amendement vroeg, niet in de ecologische hoofdstructuur. Het beleid binnen de EHS is namelijk gericht op natuurontwikkeling en met dat beleid is onverenigbaar de ontwikkeling van economische functies, ook niet op beperkte schaal, zoals wel wordt voorgestaan. De ruimtelijke visie voorziet op een aantal andere locaties in enige verdichting van de aanwezige bebouwing, soms met functies als kleinschalige bedrijven, dienstverlening of leisure, soms met een woonfunctie. Bij Zuidkamp ligt een grotere woonlocatie die wat betreft woonkwaliteit zal aansluiten bij de Enschedese woonuitbreiding ‘t Vaneker. De gebiedsontwikkeling en in het bijzonder de luchthavenontwikkeling wordt wat ons betreft een aansprekend voorbeeld van duurzaamheid. De ontsluiting en inrichting van het gebied, het materiaalgebruik, de energievoorziening, op veel terreinen zijn duurzame oplossingen denkbaar. Wij hebben de ambitie om daar maximaal gebruik van te maken. Bij de ontsluiting van de luchthaven is realisering van goed openbaar vervoer van groot belang. Voor een hoogwaardige ontsluiting voor autoverkeer en openbaar vervoer moet de capaciteit en doorstroming van de huidige Vliegveldstraat (N 737) worden verbeterd. Een directe aansluiting voor autoverkeer op de hoofdinfrastructuur wordt vanuit een visie op bereikbaarheid (OV en wegbereikbaarheid) onderzocht door de Regio Twente. Dit is een belangrijke bouwsteen voor de integrale afweging die wordt meegenomen in de studie A1 zone. De visie voorziet geen doorgaande autoverbindingen door het gebied.
4
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
Wij zullen ons er voor inspannen dat de geluidcontour, die te zijner tijd door het Rijk in een Luchthavenbesluit zal worden vastgelegd, een omvang van 8 km2 niet te boven gaat. Uit oogpunt van gezondheid en welzijn nemen we een buffer van 10,6 km2 in het provinciaal beleid op (waar binnen de geluidcontour is gelegen). Binnen de geluidcontour en binnen die buffer wordt de realisering van geluidgevoelige functies als woningen, scholen, ziekenhuizen, zorginstellingen en dergelijke – anders dan ter vervanging van al bestaande functies – uitgesloten. Het positieve effect van deze nieuwe contouren zal het meest merkbaar zijn in Oldenzaal. Nu al wordt de ontwikkeling van enkele tientallen projecten gehinderd door de geldende militaire geluidcontour van vliegveld Twente die een omvang heeft van ca. 38 km2. Uit overleg met de gemeente Oldenzaal is gebleken, dat de nu voorgestelde buffer nog voor één potentiële herstructureringslocatie in Oldenzaal belemmeringen oplevert; wij vinden dat aanvaardbaar en oplosbaar. Wij overleggen met het Rijk om voor de overige ontwikkelingslocaties in Oldenzaal de weg vrij te maken door middel van ontheffingen van de geldende militaire geluidcontour vooruitlopend op het nieuwe Luchthavenbesluit. Aan de hand daarvan bezien we of het noodzakelijk is de geluidcontour en de buffer alvast op te nemen in de Omgevingsverordening. 2.3
Effecten van de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz
Geluidcontour en militair medegebruik In de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz hebt u ons gevraagd samen met de gemeente Enschede in overleg te treden met het rijk om de ruimtelijke reservering van de burgerluchthaven Twente terug te brengen tot 8 km2. Verder hebt u gevraagd samen met het rijk en de gemeente Enschede te bewerkstelligen dat voor de start van de vervolgprocedure helderheid ontstaat of en hoe de overloop van Schiphol en/of militair medegebruik eventueel invulling kan krijgen onder de voorwaarden zoals verwoord in deze brief. In de ruimtelijke visie hebben wij het door uw staten in de motie verwoorde standpunt opgenomen. Wat ons betreft is dat de inzet en de randvoorwaarde bij de verdere luchthavenontwikkeling. Wij zijn met het Rijk in gesprek over de implicaties van de motie en de opvatting van het Rijk. Onze inzet is voor de zomer duidelijkheid te krijgen over de opvattingen van het Rijk ten aanzien van militair medegebruik, over de mogelijke consequenties voor de geluidcontour en over de financiële bijdrage die er mee gemoeid is. Mochten tijdens het overleg inzichten ontstaan die afwijken van onze uitgangspunten dan komen wij daar bij u op terug. Potentiële passagiersaantallen U hebt in de motie gevraagd op korte termijn de bandbreedtes van potentiële passagiersaantallen inzichtelijk te maken en te beoordelen of op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat op voorhand een kansrijke tender onhaalbaar kan worden geacht. Wij hebben u met onze brief van 9 maart jl. een overzicht gestuurd van de bandbreedtes in de berekening van mogelijke passagiersaantallen op basis van de beschikbare rapporten van LEK, Engelfriet & Del Canjo en SEO. Met de gegevens en veronderstellingen die daarin worden gehanteerd laat zich berekenen hoe de prognose van passagiersaantallen kan variëren. Op grond daarvan hebben wij vastgesteld dat verwachtingen sterk uiteen kunnen lopen. Wij zien in die berekende bandbreedte geen aanknopingspunten om een tender voor de luchthavenexploitatie bij voorbaat kansloos te achten. Wij vinden onze verwachting, dat een passagiersaantal van 1,2 miljoen in 2030 haalbaar is een voorzichtige en, realistische inschatting en houden daar voorshands aan vast. Zoals we u op 9 maart schreven vinden we dat de uitkomsten van de tender moeten laten zien of er een kansrijk perspectief is voor de luchthavenexploitatie. Leisure Op uw verzoek hebben wij in kaart gebracht welke werkgelegenheids- en financiële effecten leisure op Twentse schaal heeft ten opzichte van het PS-voorstel. Verder hebben we samen met Enschede en het Rijk nagegaan of het noodzakelijk is voorstellen aan u te doen hoe deze effecten kunnen worden weggenomen. In ons eerdere voorstel was aansluitend aan het platform van de luchthaven de mogelijkheid opgenomen om een grootschalige leisurevoorziening te realiseren met bijbehorende parkeergelegenheid (in gecombineerd gebruik met parkeren voor de luchthaven). Op deze locatie kunnen we ons leisure voorstellen op de Twentse schaal. Initiatieven zullen in dit verband moeten aansluiten bij de ontwikkelingen in de omgeving en de nagestreefde ruimtelijke kwaliteit. In dat geval worden naar schatting 100 arbeidsplaatsen minder gerealiseerd. Het totale aantal arbeidsplaatsen komt daarmee op zo’n 3.300 à 3.400 i.p.v. de 3.440 waarmee in de oorspronkelijke structuurvisie is gerekend. In de ruimtelijke visie hebben wij uw opvatting met betrekking tot leisure op Twentse schaal overgenomen en in kwalitatieve zin ingevuld.
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
5
De nu voorliggende visie heeft in vergelijking tot de in december aan u voorgelegde structuurvisie zowel gevolgen voor de berekende grondexploitatie als voor de tender. De genoemde bedragen zijn, tenzij anders vermeld, uitgedrukt in een netto contante waarde per 01-01-2009. Het realiseren van leisure op een Twentse schaal in plaats van grootschalige leisure heeft door een daling van het uitgeefbaar terrein en daarmee de grondopbrengst een beperkt nadeel op de grondexploitatie van ca. € 0,7 mln. Voor de tender is het rechtstreekse effect nagenoeg budgettair neutraal, maar indirect ontstaat toch een nadelig effect doordat de parkeeropbrengst die aan de tender was toegerekend lager zal uitvallen. Bij een halvering van het verwachte aantal bezoekers bedraagt het nadelig effect € 1,6 mln. EHS Wij hebben naar aanleiding van de motie onderzocht welke publieke belangen zijn verbonden met snelle realisering van EHS, landschap en waterhuishouding en hoe die kunnen worden geborgd (in bestemming of geld). De realisering van een robuuste Groene en Blauwe hoofdstructuur is één van de hoofddoelen voor de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente e.o. We doen dat in de vorm van een strategische uitbreiding van de EHS in samenhang met een omvangrijke verbetering van de waterhuishouding inclusief beekherstel. Wij zijn met u overtuigd van de grote maatschappelijke meerwaarde om al op betrekkelijk korte termijn in dit deel van het gebied natuur, waterhuishouding en landschap opnieuw in te richten, daarmee uitvoering te kunnen geven aan de natuurdoelen voor het gebied en van het resultaat te kunnen genieten. Zolang de realisering afhankelijk is van de luchthavenexploitatie blijven er onzekerheden over het tijdstip waarop met de daadwerkelijke realisering kan worden begonnen. Voor een evenwichtige gebiedsontwikkeling is het eveneens beter wanneer op de beide hiervoor geschetste pijlers tegelijkertijd voortgang kan worden gemaakt. Snelle realisering van de EHS betekent dat de luchthaven niet meer vanuit de huidige terminal in gebruik kan worden genomen. De hekken worden verplaatst, de gebouwen, de daaromheen gelegen infrastructuur, het platform en de taxibanen worden voor zover nodig gesloopt. Eerder dan verwacht zal daardoor aan de noordzijde moeten worden voorzien in luchthaveninfrastructuur, in ontsluiting en in gebouwen. Op het moment dat de luchthaventender met succes wordt afgerond dient aan de noordzijde van het gebied vervangende infrastructuur te worden gerealiseerd. Tevens moet op dat moment worden voorzien in ontsluiting en parkeeraccommodatie. In principe zijn daarvoor twee mogelijkheden: met de luchthavenexploitant wordt afgesproken dat hijzelf de nodige voorzieningen treft, of de aanbestedende partijen, i.c. provincie en gemeente, zorgen in een vorm van voorfinanciering voor de noodzakelijke voorzieningen. Versnelde realisering van de EHS heeft ten gevolge van renteverliezen een negatief effect op de grondexploitatie. Dit hangt samen met het eerder dan gepland slopen en bouwrijp maken. Het nadelig effect voor de grondexploitatie is € 1,1 mln. Een ander financieel effect hiervan is dat veel eerder dan voorzien nieuwe luchthaveninfrastructuur aan de noordzijde van het gebied (zoals platformen, terminal, verkeerstoren, parkeerterreinen, serviceweg e.d.) moet worden gerealiseerd. Het daarmee samenhangend nadelig effect bestaat uit rentenadeel ten gevolge van vervroegde investeringen en uit verslechtering van de free cash flow (het saldo van de in- en uitgaande kasstromen) in de aanvangsjaren. Ten opzichte van de oorspronkelijke businesscase van de luchthavenexploitatie bedraagt het nadelig effect € 10 mln. Tot nu toe hielden we rekening met realisering van de EHS na 2013. Binnen het PMJP zijn binnen de tranche 2007-2013 geen middelen meer beschikbaar. Bij versnelling van de EHS zal vóór 2014 € 5,7 mln beschikbaar moeten komen ten behoeve van grondverwerving en inrichting. De rentelast voor dat bedrag kan worden bepaald op € 0,8 mln.
6
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
Samenvattend overzicht financiële effecten (bedragen in NCW 01-01-2009) grondexploitatie kleinschalige i.p.v. grootschalige leisure versneld realiseren EHS
€
0,7 mln 1,1 mln ---------
+
totaal negatief effect grondexploitatie
€ 1,8 mln
tender leisure buiten de tender laten € lagere parkeeropbrengst tgv leisure op Twentse schaal negatief effect rente en cash flow tgv versnelde realisering EHS
0,0 1,6 mln 10,0 mln --------- +
totaal negatief effect tender
€ 11,6 mln ------------ + € 13,4 mln
totaal aankoop EHS
versnelde aankoop en inrichting EHS
€ 5,7 mln (middelen na 2013 beschikbaar)
Voorstel compensatie effecten In de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz hebt u ons gevraagd hoe wij uw opvattingen, zoals verwoord in de motie, zullen realiseren, hoe de financiële effecten van uw keuze voor leisure op Twentse schaal en voor het buiten de luchthaventender plaatsen van leisure kunnen worden weggenomen. En hoe de publieke belangen kunnen worden geborgd die verbonden zijn met snelle realisering van EHS, landschap en waterhuishouding. Wij stellen u voor deze effecten van in totaal € 15,6 mln op de volgende manier te compenseren: 1. t.b.v. de uitvoering van de tender in 2011 een bijdrage van € 13 mln. (= € 11,6 mln herrekend naar Netto Contante Waarde 01-01-2011) beschikbaar te stellen ten behoeve van compensatie van de rente- en cash flow nadelen voortvloeiende uit de vervroegde investeringen in de airport en airside, een bedrag dat tot maximaal € 6,5 mln kan worden terugverdiend uit de erfpacht; 2. op basis van het Besluit Begroting en verslaglegging BV voor het nadelig effect op de grondexploitatie een voorziening te treffen van € 1,8 mln. En dit bedrag te betrekken bij een aan PS nog aan te bieden voorstel tot instelling van een Voorziening exploitatieresultaten gebiedsexploitaties; 3. de t.o.v. de oorspronkelijke programmering van de EHS met 2,5 jaar naar voren halen van investeringen in de EHS, resulterend in € 800.000,-- rentelasten waarvan wordt voorgesteld die ten laste van de provinciale middelen te laten komen. De financiële bijdrage die wij voorstellen komt rechtstreeks voort uit de keuze voor een snelle realisering van een robuustere EHS met een belangrijke wateropgave en kwalitatief aantrekkelijke voorzieningen. Het is daarmee een wezenlijke investering in de gebiedsontwikkeling op deze strategische locatie in Twente. Er is derhalve geen sprake van een bijdrage in de exploitatie van de luchthaven waarop de motie Welten Weijnen van februari 2005 betrekking had. De inzet van de voorgestelde compensaties zal, met name waar het de tender betreft, moeten passen binnen geldende (Europese) wet- en regelgeving. Voor de start van de aanbesteding zal daarover duidelijkheid moeten worden geboden. Op dit moment staat niet vast of en op welke wijze en welke omvang het Rijk na 2013 financiële middelen beschikbaar stelt voor aankoop en inrichting van de EHS. Indien het Rijk als gevolg van de brede herwaardering o.a. de thans nog voorziene middelen voor aankoop en financiering van EHS na 2013 niet c.q. minder beschikbaar stelt zijn wij voornemens een brede herprioritering uit te voeren zowel binnen als tussen de begrotingsprogramma’s, waarbij inzet van eigen middelen niet is uitgesloten. De compensatieuitgaven die samenhangen met de luchthavenontwikkeling zullen pas worden gedaan na een succesvolle afronding van de tender. Indien u met dit voorstel instemt, zullen we deze beslissing meenemen in de Perspectiefnota 2011.
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
7
2.4
Gevoerd overleg
Wij hebben in de afgelopen tijd overleg gevoerd met de gemeente Enschede en met het Rijk. Met beide partners hebben wij de kaders besproken zoals die zijn gesteld in de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz en de wijze waarop deze in de provinciale ruimtelijke visie tot uitgangspunt zijn genomen. We zijn gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat de provinciale ruimtelijke visie uitvoerbaar is en niet strijdig met de opvattingen van de gemeente en het Rijk. We hebben de besturen van de omliggende gemeenten en het waterschap (WEHOLD) geïnformeerd over de concept ruimtelijke visie. De in het verleden betrokken maatschappelijke organisaties, die deelnamen in het voormalige Maatschappelijk Platform, zijn door ons tijdens een inloopbijeenkomst op 28 april geïnformeerd. Op die dag hebben we ook een informerend gesprek met de besturen van de meest betrokken Duitse grensgemeenten gehad. 2.5
Reactienota
De Ruimtelijke visie die wij nu aan u ter vaststelling voorleggen heeft ook gevolgen voor de eerder door ons vastgestelde Reactienota op de zienswijzen die waren ingebracht tegen de Structuurvisies A en B. De wijzigingen hebben wij aangegeven in hoofdstuk 13. 2.6
Uitvoering van de ruimtelijke visie
Tegelijk met ons voorstel, in oktober 2009, tot vaststelling van Structuurvisie B hebben wij u voorgesteld in te stemmen met het besluit van ons college de bestuursovereenkomst Gebiedsontwikkeling Vliegveld Twente tussen Rijk, provincie en gemeente Enschede en de bestuursovereenkomst Vliegveld Twente tussen provincie en gemeente Enschede aan te gaan. Dit voorstel is op 16 december niet meer in stemming gebracht. Door de verwerping van het eerste voorstel konden de beide bestuursovereenkomsten niet meer ongewijzigd in stand blijven. Wij hebben met de gemeente Enschede en het Rijk afspraken gemaakt over de wijziging van beide overeenkomsten zodanig dat ze (mede) dienen ter realisering van de provinciale ruimtelijke visie. Wij leggen de beide overeenkomsten nu opnieuw aan u voor. Beide overeenkomsten samen geven duidelijkheid over de financiële gevolgen voor de provincie bij vaststelling van de ruimtelijke visie. Ze bepalen tevens in hoofdlijnen de uitgangspositie en de onderlinge verhoudingen voor de partijen bij de voortzetting van de gebiedsontwikkeling. Ze vormen daarom een noodzakelijk sluitstuk bij het besluit tot vaststelling. In de overeenkomst met het Rijk hebben we afgesproken dat de provincie Overijssel en de gemeente Enschede samen per 01-01-2010 de rijksgronden op het luchthaventerrein en de opstallen kopen voor een bedrag van € 29,8 mln, te betalen op 31-12-2011. Het Rijk is tot 10 jaar na grondoverdracht verantwoordelijk voor de bodemsanering zodanig dat de in de structuurvisies van provincie en gemeente voorziene functies kunnen worden gerealiseerd. Over de wijze van uitvoering is nog overleg met het Rijk gaande. Ook voor munitiedetectie en opruiming ligt de verantwoordelijkheid bij het Rijk, op plekken waar nu (nog) niet kan worden gedetecteerd tot 2018. In de overeenkomst zijn ook afspraken gemaakt over de inspanningen van partijen ten behoeve van de gebiedsontwikkeling. Het Rijk ondersteunt de gebiedsontwikkeling, maar participeert niet. Het Rijk investeert € 3 mln in luchthaveninfrastructuur (waaronder begrepen de recent reeds geïnvesteerde € 1,2 mln) onder voorwaarde van een snelle en succesvolle aanbesteding, de regio verplicht zich tot een investering van € 3 mln in de luchthaveninfrastructuur. Het is partijen duidelijk dat de provincie daaraan niet meebetaald. Aanvullend op de overeenkomst met het Rijk hebben provincie Overijssel en gemeente Enschede als kopende partijen basisafspraken gemaakt over hun onderlinge verhouding en wijze van samenwerken. De kosten van de grondaankoop worden door provincie en Enschede samen op 50-50 basis gedragen. Hiermee worden zowel de baten als de risico’s gelijkelijk over de beide partijen verdeeld. Beide gewijzigde overeenkomsten worden u zo spoedig mogelijk nagezonden. De overeenkomst met de gemeente Enschede wordt op korte termijn geconcretiseerd in een samenwerkingsovereenkomst. Onderdeel daarvan is een juridische regeling waaronder onze samenwerking publiekrechtelijk en privaatrechtelijk zijn beslag krijgt. De gedachten gaan uit naar een Gemeenschappelijke Regeling (GR), zoals bijvoorbeeld ook voor het XL Businesspark Twente is overeengekomen. Onder die GR zal een Grondexploitatiemaatschappij (GEM) functioneren.
8
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
Deze kan onder meer: * namens provincie en gemeente grondeigendom beheren; * beheer en onderhoud van het gebied regelen; * planvoorbereiding voor de gebiedsontwikkeling doen; * uitvoering organiseren en begeleiden. Deze GEM gaat zo de rol van gebiedsregisseur invullen. Vanzelfsprekend binnen de kaders en instructies die het bedrijf van het bestuur krijgt. We komen hierop binnenkort in een Statenvoorstel bij u terug. 2.7
Risico’s
Het Rijk neemt tot 2020 de verantwoordelijkheid voor bodemsanering naar het niveau dat voor realisering van de ruimtelijke visie noodzakelijk is. Het risico dat voor de nieuwe grondeigenaren blijft is de situatie dat bij nader inzien een andere functie wordt gerealiseerd dan in de visie nu is voorzien, die zwaardere sanering noodzakelijk maakt. Dit zal dan onderdeel moeten uitmaken van de afweging op dat moment. Het Rijk is daarnaast op basis van de overeenkomst verantwoordelijk voor detectie en ruiming van oefenmunitie en van afwerpmunitie boven 100 lb (boven 20 lb in gebieden waar grondwerkzaamheden plaats vinden) tot 2018. Er blijft voor de grondeigenaren een beperkt risico voor afwerpmunitie onder 20 lb en voor afwerpmunitie na 2018. Ook is er nog het risico dat de gebiedsontwikkeling ernstig vertraagt of zelfs geheel stagneert, bijvoorbeeld door het uitblijven van een luchthavenexploitant, vertragen of mislukken van de uitgifte van bedrijfsterrein aan luchtvaart-georiënteerde bedrijven, stagnatie in woningbouw of procesvertraging bijvoorbeeld ten gevolge van slepende procedures. Alle bovengenoemde risico’s zijn op basis van de bestuursovereenkomst tussen Rijk, gemeente Enschede en provincie geactualiseerd en gekwantificeerd. Rekening houdend met de gebruikelijke zekerheid van 90% is het risico voor de voorgenomen gebiedsontwikkeling berekend op € 12,4 mln. Dat risico zal worden gedragen door de op te richten grondexploitatiemaatschappij, waarin gemeente Enschede en provincie ieder voor 50% deelnemen. Dit risico zal nadat de grond aan gemeente en provincie is overgedragen (naar verwachting 01-01-2010) voor 50% (deel van de provincie) worden toegevoegd aan alle in kaart gebrachte risico’s van de provincie Overijssel. Hiermee wordt de afdekking van dit risico opgevangen in het weerstandsvermogen van de provincie. Deze aanpassing past binnen de afgesproken weerstandscapaciteit; een afzonderlijke voorziening vinden we niet noodzakelijk. 2.8
Tender
Wij vinden het met u van belang dat de luchthaventender een succesvol verloop heeft. Met de gemeente Enschede en met het Rijk overleggen we over de voorwaarden die daarvoor nodig zijn. Bij de aanbesteding is het onze inzet om door middel van een openbare aanbesteding de internationale kennis en ervaring rond de exploitatie van luchthavens te kunnen mobiliseren. Iedere gegadigde kan daarop in principe inschrijven, al zullen we tevoren wel een aantal eisen formuleren als het gaat om ervaring en reputatie. Het voeren van een concurrentiegerichte dialoog is één van de opties die we overwegen. Bij de start van de tender zullen kaders worden geformuleerd, die absoluut kunnen zijn of onderhandelbaar. Verder spreken we tevoren beoordelingscriteria af. Hoe dit in zijn werk gaat en met welke voorwaarden en criteria de tender wordt gestart zullen we nog met u bespreken. Voor dit moment is belangrijk dat deze tender niet een aanbesteding zal zijn waarbij een werk wordt omschreven en vervolgens aan de hoogste bieder wordt gegund. De aard en kwaliteit van het bod doet er toe. De luchthavenexploitatie op zichzelf zal vermoedelijk geen marktconforme rendementen opleveren. Dat geldt voor vrijwel geen enkele regionale luchthaven. Marktconforme rendementen zijn mede afhankelijk van de opbrengst van met de luchthavenexploitatie samenhangende functies. De mogelijkheden die we daarvoor zien en de randvoorwaarden die daarvoor gelden staan in de visie aangegeven en worden bij de start van de tender nog eens expliciet omschreven. De mate waarin zondagsrust wordt gerespecteerd zal daarbij een van de beoordelingscriteria zijn. Tijdens de aanbesteding zullen we zien met welke voorstellen gegadigden komen en hoe ze deze willen realiseren.
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
9
3.
Voorstel
Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
secretaris,
10
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2010/359
Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 20 april 2010 - kenmerk 2010/0063664 in aanmerking nemende de beslissing van Provinciale Staten d.d. 16 december 2009 over het voorstel van GS d.d. 1011-2009 kenmerk 2009/0173680 tot vaststelling van de structuurvisie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o., waarbij het voorstel van GS is verworpen; de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz d.d. 10 februari 2010 waarmee Provinciale Staten de aanpak voor het vervolg en de daarvoor geldende kaders hebben aangegeven; de brief van GS d.d. 9 maart 2010 kenmerk 2010/0045601 waarin het College heeft uiteengezet op welke wijze ze uitvoering aan de motie geeft; besluiten: 1. vast te stellen de Ruimtelijke visie Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente e.o. en daarmee: a. te kiezen voor de ontwikkeling van een burgerluchthaven Twente voor lijnvluchten, charters, zakelijk en recreatief luchtverkeer en general aviation, als middel ter versterking van de economie in de regio; b. in te zetten op een geluidcontour van 8 km2 met een buffer (inclusief de geluidcontour) van 10,6 km2 waarbinnen nieuwe geluidgevoelige functies worden geweerd; c. aansluitend aan het platform de platformgebonden activiteiten te ontwikkelen en direct daarbij gelegen bedrijventerreinen voor vestiging van luchtvaart-georiënteerde bedrijvigheid (20 ha netto; 60 ha bruto), leisure op Twentse schaal en de realisering van parkeervoorzieningen; d. te kiezen voor versneld realiseren van een robuustere EHS in samenhang met een versterking van de waterhuishouding (inclusief verdrogingsopgave) en daarmee voor versnelde omklapping van de luchthaven van zuid naar noord; e. in te stemmen met de herijking van de groen-blauwe hoofdstructuur als opgenomen op de bij de Ruimtelijke visie behorende kaart ontwikkelingsperspectieven, met daarin de nieuwe globale begrenzing van de EHS; f. een beslissing over de directe aansluiting van de luchthaven op de A1 en de functie en inrichting van de strook langs de A1 afhankelijk te maken van de resultaten van nader onderzoek; 2. kennis te nemen van de in verband daarmee gewijzigd vastgestelde Reactienota; 3. in te stemmen met het voorstel tot compensatie van de financiële effecten van de motie Antuma Dalhuisen Steinmetz door: a. t.b.v. de uitvoering van de tender in 2011 een bijdrage van € 13 mln. (= € 11,6 mln herrekend naar NCW 01-01-2011) beschikbaar te stellen ten behoeve van compensatie van de rente- en cash flow nadelen voortvloeiende uit de vervroegde investeringen in de airport en airside, een bedrag dat tot maximaal € 6,5 mln kan worden terugverdiend uit de erfpacht; b. op basis van het Besluit Begroting en Verslaglegging BV voor het nadelig effect op de grondexploitatie een voorziening te treffen van € 1,8 mln. en dit bedrag te betrekken bij een aan PS nog aan te bieden voorstel tot instelling van een Voorziening exploitatieresultaten gebiedsexploitaties; c. de t.o.v. de oorspronkelijke programmering van de EHS met 2,5 jaar naar voren halen van investeringen in de EHS, resulterend in € 800.000,-- rentelasten waarvan wordt voorgesteld die ten laste van de provinciale middelen te laten komen; en voor dit bedrag van € 15,6 mln voorzieningen te treffen;
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T
11
4. kennis te nemen van de (gewijzigde) bestuursovereenkomsten met het Rijk en de gemeente Enschede respectievelijk met de gemeente Enschede.
Zwolle, Provinciale Staten van Overijssel,
voorzitter,
griffier,
12
Statenvoorstel
nr. PS/2010/T359T