Identiek aan het digitaal ingediende verslag
VIJFDE VERSLAG IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP CODRICO B.V. DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP HOLDRICO B.V. Datum
:
8 september 2011
Gegevens onderneming
:
de besloten vennootschap Codrico B.V., en de besloten vennootschap Holdrico B.V., beide gevestigd te 3072 AJ Rotterdam, Rijnhaven Z.z. 15
Insolventienummers
:
F 09/358 en 09/359
Datum uitspraken
:
29 mei 2009
R-C
:
mr. C. van Steenderen-Koornneef
Curator
:
mr. J.G. Princen
Activiteiten onderneming
:
Codrico: handel in, verwerking en bewerking van maïs; Holdrico: holding- en financieringsactiviteiten;
Omzetgegevens
:
zie het verslag d.d. 11 mei 2009
Personeel gemiddeld aantal
:
Codrico: 67 Holdrico: 1
Verslagperiode
:
24 februari 2011 tot en met 8 september 2011
Bestede uren in verslagperiode
:
67,4 uren
Bestede uren totaal
:
993,8 uren
Bijlagen: 1. concept financieel eindverslag Codrico B.V. 2. d.d. 22 april 2011 geverifieerde crediteurenlijst van Codrico B.V. 3. crediteurenlijst van Holdrico B.V.
1
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
1.
Inventarisatie Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009 en eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
2.
Personeel Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3.
Activa
3.1
Onroerende zaken Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009. In aanvulling hierop kan worden meegedeeld dat de boedel begin mei 2010 met machtiging van de Rechter-Commissaris heeft meegewerkt aan overdracht van erfpacht van curanda met betrekking tot enkele percelen van het fabrieksterrein aan de doorstartende partij, Itwaco B.V., bestaande uit parkeerplaatsen en een stukje kade. Itwaco B.V. heeft ter zake een boedelbijdrage van EUR 5.000,-- betaald.
3.2
Bedrijfsmiddelen In aanvulling op hetgeen in het tweede faillissementsverslag d.d. 22 februari 2010 is vermeld, kan worden medegedeeld dat de extruder in Engeland in de afgelopen verslagperiode is getaxeerd en dat de boedel thans doende is om de extruder, mede met behulp van de heren Van Overbeek en Buddingh, te verkopen. Vooralsnog zijn enkele biedingen ontvangen, doch heeft één en ander niet tot verkoop geleid. De extruder is eind oktober 2010 verkocht aan Extrusion Link Ltd., gevestigd te Engeland, voor EUR 96.481,27 (GBP 85.000,--). Dit bedrag is op 5 november 2010 op de boedelrekening ontvangen. De rechter-commissaris heeft hiervoor op 22 oktober 2010 machtiging verleend. De extruder was getaxeerd op een vrije verkoopwaarde van GBP 65.000,--. De extruder is derhalve voor 30% boven de getaxeerde vrije verkoopwaarde verkocht.
3.3
Bodemrecht Belastingdienst Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3.4
Voorraden Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009. 2
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
3.5
Overig Zie het tweede faillissementsverslag d.d. 22 februari 2010.
4.
Eigendomsvoorbehoud Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009 alsmede het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009. Alles is afgewikkeld.
5.
Debiteuren, liquide middelen Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
5.1
Liquide middelen/Kas Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
5.2
Bank Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.
Financiering / Zekerheden
6.1
Financiering Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.2
Zekerheden Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.3
Kredietovereenkomsten Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.4
Lease Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
6.5
Bruikleen Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009. 3
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
7.
Voortzetten / Doorstart Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
8.
Administratie Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
9.
Pauliana / Verrekening Zie het tweede faillissementsverslag d.d. 22 februari 2010. In aanvulling daarop kan worden medegedeeld dat met de heer Van Overbeek in beginsel overeenstemming bestaat over een afkoopregeling met betrekking tot het door hem teveel te ontvangene, namelijk dat hij EUR 100.000,-- in drie termijnen aan de boedel betaalt. Machtiging van de Rechter-Commissaris voor deze regeling is verzocht. Na ontvangst van deze machtiging kan de vaststellingsovereenkomst worden getekend en worden uitgevoerd. Wanneer Van Overbeek per saldo EUR 100.000,-- aan de boedel heeft betaald, is hij finaal jegens de boedel gekweten. Op 7 september 2010 is machtiging van de rechter-commissaris ontvangen voor de afkoopregeling met de heer Van Overbeek. Op 23 september 2010 is de afkoopregeling door de heer Van Overbeek ondertekend. Op grond van deze afkoopregeling was de heer Van Overbeek verplicht om uiterlijk op 31 december 2010 per saldo EUR 100.000,-- aan de boedel te hebben betaald. De heer Van Overbeek heeft daaraan voldaan en is derhalve finaal jegens de boedel gekweten. De kwestie is hiermee afgesloten.
10.
Bestuurdersaansprakelijkheid Zie het eerste surséanceverslag d.d. 11 mei 2009.
11.
Belastingdienst, UWV
11.1
Vorderingen van de Belastingdienst Met name in verband met de op 22 april 2011 gehouden verificatievergadering in het faillissement van Codrico B.V. zijn alle aangemelde vorderingen nog eens kritisch bekeken. Met de Belastingdienst is intensief overleg gevoerd en gecorrespondeerd.
4
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
Uiteindelijk is mede naar aanleiding van door de boedel gedane aangiften OB ex artikel 29 lid 2 Wet OB gebleken dat de Belastingdienst in het faillissement van Codrico B.V. een preferente vordering heeft van per saldo EUR 277.558, inclusief de aanslag ex artikel 29 lid 2 Wet OB ad EUR 202.806. In het faillissement van Holdrico B.V. heeft de Belastingdienst een preferente vordering aangemeld van per saldo EUR 25.494 en een boedelvordering van EUR 12.466 inzake Loonbelasting maart 2009. 11.2
Vorderingen van het UWV Het UWV heeft in het faillissement van Codrico B.V. een boedelvordering aangemeld van per saldo EUR 154.036,09 alsmede een preferente vordering in het faillissement van Codrico B.V. van EUR 15.191,02.
12.
Crediteuren Als gezegd, zijn alle aangemelde vorderingen in verband met de op 22 april 2011 gehouden verificatievergadering in het faillissement van Codrico B.V. nog eens kritisch tegen het licht gehouden. Dit heeft een aantal gevolgen gehad. De ter verificatievergadering in het faillissement van Codrico B.V. erkende en geverifieerde concurrente vorderingen bedragen per saldo EUR 6.284.234,70 (zie bijlage 3). De toename in vergelijking met de lijst van voorlopig erkende concurrente vorderingen zoals deze bij het laatste openbare verslag was gevoegd (waarin een voorlopig erkende concurrente schuldenlast was opgenomen van EUR 3.276.532,14), zit met name in de vordering van Carillon Corporation N.V. ad EUR 2.464.604. Deze was eerst als achtergesteld geregistreerd, doch is ter verificatievergadering als concurrente schuld geverifieerd, omdat er toch geen sprake bleek te zijn van achterstelling. Verder bleek de vordering van Eneco uiteindelijk hoger te liggen, namelijk op EUR 1.015.598, en wel doordat Eneco, naast onbetaald gebleven energieleveringen, ook aanspraak kon maken op contractueel verschuldigde schadevergoeding wegens te weinig afgenomen elektra. 5
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
Voorts bleek een ex-werknemer nog een vordering ter zake van achterstallig overwerkloon te hebben van ruim EUR 31.000, welke vordering eerst vlak voor de verificatievergadering werd aangemeld en alsnog als concurrente vordering is erkend en geverifieerd. Tot slot waren er nog vijf partijen wiens vorderingen waren betwist, waarvan per saldo EUR 188.000 alsnog is erkend en geverifieerd. Drie Franse partijen wiens vorderingen van per saldo EUR 754.000 waren betwist, zijn gedeeltelijk erkend. Met deze drie partijen, die gedrieën tegen Codrico B.V. arbitrage aanhangig hadden gemaakt in Parijs, is met machtiging van de rechter-commissaris d.d. 18 april 2011 een minnelijke regeling bereikt. Dat de Franse partijen vervuilde maïs hadden geleverd, leek wel vast te staan, maar vast stond in elk geval dat Codrico B.V. zich niet aan de contractuele, procedurele regels had gehouden toen zij de maïs weigerde te accepteren. Hierdoor zou een veroordeling van Codrico B.V. voor de gepretendeerde vorderingen van EUR 745.000 waarschijnlijk onvermijdelijk zijn geweest. Ter voorkoming hiervan, van vertraging in de afwikkeling van het faillissement en nodeloze kosten aan rechtsbijstand van Franse advocaten en griffiegelden, is, overigens ook met instemming van het bestuur van Codrico B.V., met de Franse leveranciers overeengekomen dat hun vordering voor 25% wordt erkend en geverifieerd. Het gaat dan om ruim EUR 188.000. Twee van de vijf betwiste concurrente vorderingen zijn door de curator betwist gebleven, met als eindresultaat dat deze twee vorderingen niet meedoen in het faillissement. Het betrof een gepretendeerde vordering van ruim EUR 216.000 van een vervoerder (Transito B.V.) en een vordering van ruim EUR 33.000 van een afnemer (Avebe U.A.). De vervoerder stelde dat hij schade had geleden doordat Codrico B.V. hem geen opdrachten meer gaf, ondanks dat Codrico B.V. dat contractueel verschuldigd zou zijn geweest. De curator heeft echter geen contractuele verplichting van Codrico B.V. jegens de vervoerder kunnen vaststellen en heeft daarom volhard in zijn betwisting van de gepretendeerde vordering van de vervoerder. De afnemer stelde schade te hebben geleden doordat zijn producten door de schuld van Codrico B.V. vervuild zouden zijn geraakt. Volgens de curator stond onder meer het door de 6
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
afnemer gestelde causale verband niet vast, reden om de vordering te blijven betwisten. De rechter-commissaris heeft tijdens de verificatievergadering de partijen verwezen naar de renvooiprocedure. De vervoerder heeft daarop zijn vordering ingetrokken. De afnemer is niet in de renvooiprocedure verschenen. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat beide betwiste vorderingen niet in het faillissement meedoen. Afwikkeling Codrico B.V. Samengevat komt één en ander in het faillissement van Codrico B.V. op het volgende neer: Actief Op dit moment is per saldo EUR 1.489.998 op de boedelrekening aan actief aanwezig. Er is daarbij recht op een teruggave aan OB over de boedelperiode van ruim EUR 57.600, ervan uitgaande dat de Rechtbank Rotterdam het (laatste) salaris van de curator vaststelt conform de voordracht van de curator. Het totale actief bedraagt derhalve EUR 1.547.598. Uitdeling De boedel schulden aan het UWV bedragen ruim EUR 154.000, terwijl aan kosten wegens salaris curator en andere afwikkelkosten circa EUR 54.500 inclusief OB betaald moet worden, ervan uitgaande dat de Rechtbank Rotterdam het salaris vaststelt conform de voordracht van de curator. Voorts zijn er per saldo EUR 293.522,76 aan preferente schulden, waaronder de Belastingdienst en het UWV. Het voorgaande betekent dat er, na betaling van alle boedelschulden en uitkering aan preferente crediteuren, circa EUR 1.045.000 resteert om onder de concurrente crediteuren te verdelen. Als gezegd is er een totale concurrente schuldenlast van EUR 6.284.234,70, zodat elke concurrente crediteur ruim 16% op zijn vordering krijgt uitgekeerd. De curator heeft de Rechtbank Rotterdam, gelijktijdig met het indienen van dit laatste verslag, verzocht om het laatste salaris curator vast te stellen en om het door hem in concept opgestelde financiële eindverslag alsmede de door hem in concept opgestelde uitdelingslijst goed te keuren. Nadat de Rechtbank het salaris curator heeft vastgesteld en het financieel eindverslag 7
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
alsmede de uitdelingslijst heeft goedgekeurd, zal de uitdelingslijst op een door de Rechtbank te bepalen datum worden neergelegd ter griffie van de Rechtbank Rotterdam alwaar de lijst gedurende 10 dagen door elke crediteur kosteloos kan worden ingezien. Hierover zal de curator alle crediteuren nog per brief informeren. Ingeval gedurende voormelde 10 dagen geen verzet is gedaan tegen de door de Rechtbank goedgekeurde en ter griffie neergelegde uitdelingslijst, wordt de uitdelingslijst verbindend en eindigt het faillissement. De curator zal vervolgens de boedelschulden en alle crediteuren volgens de uitdelingslijst betalen. Daarna legt de curator rekening en verantwoording van zijn beheer van de boedel af aan de Rechtbank. Zodra de afgelegde rekening en verantwoording door de Rechtbank is goedgekeurd, wordt de faillissementsadministratie (extern) gearchiveerd. Afwikkeling Holdrico B.V. In het faillissement van Holdrico B.V. is geen actief gerealiseerd, zodat dit faillissement zal worden opgeheven wegens gebrek aan baten ex artikel 16 Fw. De curator heeft de Rechtbank verzocht dit faillissement op te heffen. Na opheffing wordt ook deze faillissementsadministratie gearchiveerd. 13.
Rechtbank
13.1
Plan van aanpak: Zie hiervoor bij 12.
13.2
Indiening volgend verslag: niet van toepassing.
14.
Overig Het saldo op de boedelrekening van Codrico bedraagt per 8 september 2011 EUR 1.489.998,12 Het saldo van de boedelrekening van Holdrico bedraagt nihil.
Rotterdam, 8 september 2011
J.G. Princen curator
8