#33 Oostenrijkse sporen Deze wandeling van ruim één uur start aan het Centraal Station en eindigt aan Metrostation Park.
Grand Casino Brussels
© OPB – Herman Ricour
Men spreekt van Oostenrijkse sporen omdat de sporen in het stadsbeeld dateren van het bewind van 3 Oostenrijkse vorsten (1713-1794): Karel VI, zijn dochter keizerin Maria-Theresia en haar zoon Jozef II. Zij verbleven in hun paleis in Wenen en werden in Brussel vertegenwoordigd door een gouverneur of landvoogd. De voornaamste sporen in Brussel dateren van de regering van keizerin Maria-Theresia en de landvoogdij van Karel van Lotharingen (1740-1780). Naast de 18de-eeuwse sporen ontdek je ook andere sporen uit een recentere periode. We starten aan de hoofdingang van het Centraal Station. Ga onder de boog van het gebouw tegenover je door en steek de Infante Isabellastraat over naar de Magdalenasteenweg. Het Grand Casino Brussels (1) kreeg onlangs een tijdelijk onderkomen in de Magdalenazaal in de Duquesnoystraat. Het Oostenrijks Casinos Austria International kreeg eind 2004 de concessie van de stad Brussel en investeerde negen miljoen euro in de renovatie en herinrichting van de Magdalenazaal. Het casino blijft daar tot 2009. Nadien neemt het definitief zijn intrek in het Anspach Center. Ga hier naar links, de Magdalenasteenweg in, richting Kunstberg. Ongeveer op de hoek van het Magdalenaplein (Albertinaplein) en de Magdalenasteenweg stond het (intussen verdwenen) Hôtel d’Angleterre (2), een van de meest prestigieuze hotels in Brussel in de 18de eeuw. Een van
de hotelgasten in 1763 was de jonge Amadeus Mozart (1756-1791). Tussen 2 oktober en 15 november bezocht de familie Mozart, op concertreis doorheen Europa, de Nederlanden. Op 4 oktober kwam ze in Brussel aan. Leopold Mozart wilde zijn wonderkinderen laten concerteren in het nabijgelegen paleis van Karel van Lotharingen, toenmalige landvoogd van de Nederlanden. Hij moest vijf weken wachten en hij klaagde in zijn brieven over de hoge hotelkosten. Waarschijnlijk gaf Amadeus op 8 november een openbaar concert waarbij prins Karel aanwezig was, weliswaar niet in zijn paleis. Vader Leopold gebruikte de wachttijd om de stad uitgebreid te bezoeken en vriendschappelijke relaties aan te knopen met Duitse en Oostenrijkse hoffunctionarissen, edelen en kunstenaars. De zevenjarige Amadeus werkte aan een Sonate voor Klavecimbel (K.V.6), die dan ook de Brusselse sonate wordt genoemd. Vlak naast het hotel stond de voormalige concertzaal La Grande Harmonie. Hier gaf de zoon van Johann Strauss in april 1849 een concert met een Weens orkest. We steken de Keizerslaan over aan de verkeerslichten en gaan via de trappen van de Kunstberg naar het Koningsplein. Aan de rechterkant van het Albertinaplein ligt de Koninklijke Bibliotheek Albert I (3), die officieus de Albertina wordt genoemd, zoals de hofbibliotheek in Wenen. De rijke collectie van de bibliotheek bewaart prachtig verluchte muziekhandschriften van Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), landvoogdes van de Nederlanden van 1507 tot 1530. De cartografieafdeling bevat de beroemde kaarten van graaf Jozef de Ferraris (1726-1814), generaal in het Oostenrijkse leger en artilleriegeneraal in de Nederlanden. Op bevel van prins Karel van Lotharingen vervaardigde hij de zogenaamde kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778) met de hulp van de Mechelse artillerieschool. Het was de eerste gedetailleerde kaart van onze gewesten bestemd voor de keizerlijke administratie. Het is een enorm handgeschreven document van meer dan 300 m2 met twaalf delen commentaar in het Frans. In de cafetaria op de vijfde verdieping kan je genieten van een hapje en van een schitterend uitzicht over Brussel. Bovenaan de trappen ga je meteen naar rechts, ter hoogte van de protestantse kerk, net vóór het watervlak van het kunstwerk Whirling Ear. Via de kleine trap kom je
#33 : 1
Koninklijke Bibliotheek Albert I
© OPB – Herman
terecht op het prachtige Museumplein. Links staat het standbeeld en rechts het paleis van Karel van Lotharingen. Het standbeeld van Karel van Lotharingen (4) werd in 1848 in brons vervaardigd door beeldhouwer Louis Jéhotte. Prins Karel wordt hier afgebeeld als opperbevelhebber van het Oostenrijkse leger met de keten van de Orde van het Gulden Vlies en het kruis van de Duitse of Teutoonse Orde. Het paleis van Karel van Lotharingen is gebouwd op de plaats waar zich voordien het 15de-eeuwse Hof van Nassau bevond. Het is een luxueus paleis in de eigentijdse bouwtrant in Lotharingen en Wenen, die echter nieuw was voor onze gewesten. Het is een mengeling van rococo en classicisme, die ook Lodewijk XVIstijl genoemd wordt. Alleen de zuidelijke gevel en de hofkapel zijn bewaard gebleven. Die maken nu deel uit van de koninklijke bibliotheek Albert I, die werd gebouwd in 1960-1969. De gebouwen werden gerestaureerd van 1975-1976 en in 1987. Een bezoek aan het paleis loont echt de moeite. Links van de hoofdingang in het halfrond zie je een groene plaat met een afbeelding van het interieur van de kapel. In 1795 werd de kapel door de Franse autoriteiten buiten gebruik gesteld, in 1803 werd ze door Napoleon voorlopig toegewezen aan de protestantse kerk en sinds 1816 is ze definitief de protestante kerk van Brussel. Via de Museumstraat stappen we naar de bogen van de portiek die uitgeven op het Koningsplein. Het Koningsplein (5) vormt een onderdeel van de grote urbanistische vernieuwing en uitbreiding van de Koninklijke Wijk. Brussel was tot dan toe organisch gegroeid, maar de geest van de Verlichting gaf de aanzet tot een planmatig ontworpen stad. Volgens de ideeën van de
Standbeeld van Karel van Lotharingen
© OPB – Herman Ricour
Franse filosofen Descartes en Voltaire moesten alle mensen waardig kunnen wonen en moest de structuur van de stad het werk zijn van de rede. Het is een rechthoekig plein met acht symmetrisch geordende paviljoenen, met op elke hoek een verbindingsportiek. In het midden van het plein stond oorspronkelijk het bronzen standbeeld van Karel van Lotharingen voorgesteld als een Romeinse generaal. Tijdens het Franse bewind werd het neergehaald, omgesmolten en tot munten geslagen. Citoyen Charles moest ook zijn steentje bijdragen voor het vaderland en werd vervangen door een vrijheidsboom. Na de Belgische onafhankelijkheid werd het in 1848 vervangen door het bronzen ruiterstandbeeld van Godfried van Bouillon. Het gebouw op het Koningsplein 9 (links van de SintJacobskerk) werd het hotel Belle-Vue (6). Wijnhandelaar Filips de Proft kreeg de goedkeuring van keizerin Maria-Theresia om een hotel voor reizigers van stand uit te baten. In dit hotel verbleef Prins Klemens von Metternich-Winneburg, een Oostenrijks staatsman, met vrouw en kinderen. Vandaag fungeert het als BELvue museum. In het restaurant van het museum kan u terecht voor de grote en kleine honger. Op de hoek van het BELvue museum en de Koningsstraat staat een plaat die de brand van 1731 in herinnering brengt. Van het Koningsplein vertrok een as naar de nieuwe wijk aan het park. Iets verderop (tegenover het BELvue museum) staat een informatiebord met een schilderij van het Paleis van de Hertogen van Brabant vóór de brand van 1731. Voor het paleis lagen het Warandepark en de Clutincvijver. Op deze plaats werd een nieuw park aangelegd afgezoomd met
#33 : 2
straten met herenhuizen. Een bezoek aan de ondergrondse ruïnes van het paleis is aan te bevelen. Voor wie veel tijd heeft: wandel via de Regentschapstraat, richting Justitiepaleis tot de Kleine Zavel. Anders verlaat je het Koningsplein richting Warandepark. Aan de overkant van de Onze-Lieve Vrouw van de Zavelkerk (hoek Kleine Zavel – Regentschapsstraat) staat het vroegere Instrumentenmuseum van het Koninklijk Muziekconservatorium, dat in 1876 werd gebouwd op de plaats van het Hotel Thurn & Taxis (een gevelplaat herinnert hieraan). Het centrum van de Europese postorganisatie (7) lag in Brussel en van hieruit werd in 1490 de eerste officiële koerierdienst Brussel-Wenen georganiseerd. De postorganisatie werd toevertrouwd aan de uit Italië afkomstige Brusselse familie della Torre e Tassis, die het erfelijke monopolie van de postdiensten behield tot 1795. Brussel was niet de ‘Princelijke hoofdstad van ‘t Nederland’, maar hier woonde wel de machtigste vorst uit het toenmalige Europa. Reeds in 1548 verscheen een ordonnantie waarin de stipte naleving van de diensttijd werd opgelegd. Zo moest de afstand tussen Brussel en Innsbrück in de zomer in 5 dagen en in de winter in 6,5 dag overbrugd worden. Op nr. 10 van de Kleine Zavel, onmiddellijk links naar omhoog, woonde Prins Klemens von Metternich-Winneburg tot 1850. Verlaat het Koningsplein richting Warandepark. In het begin van de Koningsstraat (linkerzijde) staat het Hotel Errera (8), de ambtswoning van de Vlaamse minister-president en het ontvangsthuis van de Vlaamse regering. Tijdens de aanleg van de nieuwe wijk raakte dit perceel moeilijk verkocht, omdat zware aanaardings- en verstevigingswerken nodig waren. Maria- Theresia schonk de grond aan de abdij van Grimbergen op voorwaarde dat die binnen de drie jaar een paviljoen zou bouwen. Het gebouw was voltooid in 1782. De naam Errera is de naam van de familie die eigenaar was van 1868 tot 1977. In 1994 werd het gebouw eigendom van de Vlaamse regering. Hotel Errera is een unicum als classicistisch gebouw, met een goed bewaard classicistisch interieur met een rijke binnenaankleding in Lodewijk XVI-stijl. Een rondleiding door het Hotel Errera is mogelijk en beslist de moeite waard. Wandel tot de middeningang van het park aan het Paleizenplein, tegenover het Koninklijk Paleis. In de plaats van het Koninklijk Paleis stonden vroeger links en rechts twee herenhuizen. Het ene was de ambtswoning van de Oostenrijkse gevolmachtigde minister Belgioso tussen 1780 en 1785; het andere werd bewoond door de Oostenrijker baron Bender. De twee herenhuizen werden verbouwd tot een paleis door koning Willem I in de 19de eeuw. Na 1830 werden ze met elkaar verbonden en kreeg het Koninklijk Paleis een uniforme voorgevel. Enkele zalen hebben de oorspronkelijke 18de-eeuwse decoratie bewaard: de Empirezaal en de Witte Salons. De Empirezaal was in de Oostenrijkse tijd de danszaal van het huis van de gevolmachtigde minister.
Hermes beelden, Warandepark
© OPB – Herman Ricour
Ga nu het park binnen. Karel van Lotharingen wilde van de Warande een publiek park maken, ter verfraaiing van de hoofdstad en als bezienswaardigheid voor de buitenlanders. In 1783 was het park (9) af. Het werd een ruime rechthoek van meer dan 13 ha, met dreven langs de randen. De hoeken aan de smalle kanten werden afgesneden vanwege het terrein en de stadswallen. De natuurlijke terreininzinking is 8 m diep. In plaats van alles op te vullen verkoos Karel van Lotharingen de stijl van een Engels landschap. Volg de brede middenlaan tot ongeveer op het einde, richting Parlementsgebouw. Op de eerste dwarsas staat links een beeld De handel (10). De god Mercurius wordt afgebeeld met een putto die het wapenschild draagt van prins de Starhemberg, de gevolmachtigde minister van keizerin Maria-Theresia. Hij gaf opdracht voor de aanleg van het park. Op het wapenschild staan de symbolen van de vrijmetselarij: de driehoek, de winkelhaak en de slang. De tuinarchitect, de beeldhouwer en wellicht ook de prins van Starhemberg waren vrijmetselaars. Rechts staat het beeld De kunsten met de plattegrond van het park. Stap nu verder en stop ter hoogte van de grote ronde fontein (11). Draai je om en kijk naar de dreven. Van hieruit krijg je een inzicht in de plattegrond van het park. Het is een park van het ‘ganzepoot-type’ met een centrale as en 2 diagonaalassen. Het bassin met fontein dat hier staat dateert uit de 19de eeuw. Oorspronkelijk was hier een obelisk beeld voorzien ter ere van keizerin van Maria-Theresia, maar het is er nooit gekomen. Het werd een groen bekken.
#33 : 3
Stap verder richting Wetstraat (vroeger Brabantstraat). Door de toegangspoort zie je het Paleis der Natie (12). In 1777 bouwde het stadsbestuur op de plaats waar vroeger het huis van Keizer Karel had gestaan een gebouw voor de Souvereine Raad van Brabant. Tussen 1778 en 1783 werd een classicistisch gebouwenensemble met een U-plan opgericht. Het fronton stelt De allegorie van de Rechtvaardigheid voor. Blijf nog altijd in het park en stap naar het gebouw rechts van je (Wetstraat 3), Théâtre royal du Parc (13). In navolging van Parijse en Londense voorbeelden lieten de gebroeders Bultos de directeuren van de Muntschouwburg in 1780 een WAUX-Hall of attractiepark oprichten. Het is een rechthoekig gebouw met drank- en eetzaal, een balzaal, een zuilengalerij en zes kleine paviljoenen voor winkelzaken waar zijde, parfumerie, gravures, juwelen en boeken verkocht werden. Er was ook een theater voor kinderen, Petit Théâtre in de volksmond Théâtre du Parc. Het heeft een hoefijzervormige toeschouwersruimte met een capaciteit van 720 zitplaatsen. Het hoofdgebouw van de Wauxhall werd het gebouw van de Cercle Gaulois: de balzaal en de Lotharingenzaal zijn intact gebleven.
Théâtre Royal du Parc
© OPB – Herman Ricour
Keer op je stappen terug, blijf binnen de omheining van het park en stap in de richting van de Koningsstraat. Onze wandeling eindigt hier aan metrostation Park. Nog meer Oostenrijkse sporen? Daar heeft sinds 1892 Daniël Swarovski voor gezorgd. Wie kent niet de (letterlijk) schitte-rende winkels met het gegeerde geslepen kristal! Of ken je de Oostenrijkse wijnen? Te vinden in het huis Le Vin autrichien, Van Hoegaardeplein, 22 in Koekelberg en Oosten-rijkse maaltijd vind je bij Schmankerl, Waversesteenweg 313 in Etterbeek.
#33 : 4
Kaartje voor wandeling #33 : Oostenrijkse sporen
���� �
�������� ������� �
Elke maand een nieuwe ‘doe-het-zelf ’ wandeling van Broodje Brussel op www.opbrussel.be Deze wandeling is een initiatief van OPB in samenwerking met VTB-VAB Brusselgidsen. Copyright Onthaal en Promotie Brussel ©
���������������������������� Onthaal en Promotie Brussel Muntplein - Prinsenstraat 8 • B-1000 Brussel 0800 13 700 •
[email protected] • www.opbrussel.be
#33 : 5