30

GR Sw ''FRYSLÂN''

Jaarstukken 2012

__________________________________________________________________________________________ Jaarverslag en jaarrekening 2012 GR Sw 'Fryslân' 1/30

1

ALGEMEEN

4

2

VAN DE VOORZITTER

5

3

BERICHT VAN HET BESTUUR

6

3.1

Algemeen bestuur

6

3.2

Overdracht taakstelling

6

3.3

Jaarovereenkomst

6

3.4

Van beschut werken naar een gewone baan

6

3.5

Cliëntenraad

6

3.6

De toekomst

6

4

DE UITVOERING

7

4.1

Algemeen

7

4.2

Taakstelling

7

4.3

Wachtlijst

7

4.4

Ontwikkeling van binnen naar buiten

8

4.5

Personele bezetting

9

4.6

Ziekteverzuim

9

4.7

Opleidingen

5

RESULTAATANALYSE

10

12

5.1

Algemeen

12

5.2

Rijks- en gemeentelijke bijdrage

12

5.3

Loonkosten Sw en ambtelijk

12

5.4

Rentekosten

12

6

VERPLICHTE PARAGRAFEN BBV

13

7

JAARREKENING

15

7.1

Balans per 31 december 2012

16

7.2

Programmarekening 2012

17

7.3

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

18


7.4

Toelichting op de balans

20

7.5

Toelichting op de programmarekening

22

7.6

Kengetallen

23

7.7

Overzicht verdeling subsidiebijdragen

24

8

VASTSTELLING

25

9

NORMENKADER RECHTMATIGHEID 2012

26

10 SAMENSTELLING VAN BESTUUR PER 31 DECEMBER 2012

27

11 CONTROLEVERKLARING

28


1 Algemeen De Gemeenschappelijke Regeling Sociale Werkvoorziening 'Fryslân' (GR Sw 'Fryslân') is een samenwerkingsverband van de gemeenten Achtkarspelen, Heerenveen, Leeuwarden, Ooststellingwerf, Opsterland, Smallingerland, Tytsjerksteradiel en Weststellingwerf. De GR Sw 'Fryslân' heeft tot doel de Wet sociale werkvoorziening (WsW) en daaruit voortvloeiende voorschriften uit te voeren voor de acht aangesloten gemeenten. De uitvoering van de WsW heeft het bestuur van de GR opgedragen aan Caparis NV. Het bestuur van de GR wordt gevormd door leden van de colleges van B&W van de aangesloten gemeenten. Het bestuur voert de regie op de uitvoering van de WsW en vergadert circa vijf maal per jaar, waarbij ook de algemeen directeur van Caparis NV aanwezig is als adviseur van het bestuur.


2 Van de voorzitter Voor u ligt het jaarverslag en de jaarrekening 2012 van de GR Sw 'Fryslân'. 2012 was wederom een druk en veelbewogen jaar. Vanaf begin 2011 hebben de acht gemeenten zich voorbereid op de situatie die per 1 januari 2013 zou ontstaan als gevolg van de invoering van de Wet Werken naar Vermogen. In de eerste maanden van het jaar hebben colleges en raden van de acht in de GR deelnemende gemeenten zich uitgesproken over de toekomstige uitvoering van de sociale werkvoorziening. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijk herstructureringsplan, waarmee werd beoogd om uiterlijk in 2018 een duurzaam financieel gezonde bedrijfsvoering te creëren. Gemeenten hebben daarvoor de nodige middelen beschikbaar gesteld en er is een verzoek ingediend voor een bijdrage uit de herstructureringsfaciliteit. Meteen daarna viel het kabinet en in de maanden daarna werd duidelijk dat de Wet Werken naar Vermogen zou vervallen, evenals de herstructureringsfaciliteit. Allerwegen werd tegelijkertijd voorzien dat met een nieuw kabinet opnieuw nieuwe regelgeving ten aanzien van de sociale werkvoorziening mocht worden verwacht. Op 30 oktober 2012 is het nieuwe regeerakkoord gepresenteerd. In dit akkoord wordt een nieuwe wet, de Participatiewet, aangekondigd. In 2013 zal de Wet Sociale Werkvoorziening gehandhaafd blijven, de extra kosten die dit met zich meebrengt worden betaald vanuit de gelden die oorspronkelijk voor de herstructurering waren bedoeld. De nieuwe regelgeving zal ingaan op 1 januari 2014. Per die datum vindt geen instroom meer plaats in de sociale werkvoorziening op grond van de WsW. In het tweede kwartaal van 2013 moet er meer duidelijkheid komen over de inhoud van de Participatiewet. Tegelijkertijd moeten gemeenten zich voorbereiden op de nieuwe situatie. De Participatiewet brengt voor gemeenten immers niet alleen gevolgen mee voor de sociale werkvoorziening, ook op andere terreinen krijgen gemeenten meer beleidsvrijheid en eigen verantwoordelijkheid, maar wel met een kleiner budget. De toekomst van de sociale werkvoorziening heeft de agenda van het bestuur in 2012 voor een groot deel bepaald. Gemeenten en uitvoeringsorganisatie hebben zich samen beraden op de nieuwe ontwikkelingen. In een open en constructieve sfeer wordt nagedacht over kansen en mogelijkheden die de nieuwe omstandigheden bieden. Dit overleg zal in 2013 geïntensiveerd worden. Ik ben ervan overtuigd dat we in 2013 nieuwe wegen zullen vinden om een kwetsbare groep mensen kansen en mogelijkheden te bieden. Ook de cliëntenraad is een aantal malen geïnformeerd over de stand van zaken. Als er meer duidelijkheid is over de nieuwe regelgeving, dan wordt de cliëntenraad ook betrokken bij de besluitvorming over de toekomst van de sociale werkvoorziening. Ondanks de onzekerheden rond de aanstaande wijzigingen in de sociale werkvoorziening en de ongunstige economische omstandigheden, is Caparis NV erin geslaagd om meer mensen bij reguliere werkgevers te plaatsen. Met name in de detachering zijn goede resultaten bereikt! De aangekondigde wijzigingen in weten regelgeving brengen de nodige onzekerheid met zich mee voor onze Sw-medewerkers. Samen met de directie van Caparis NV, zullen wij ons blijven inspannen om deze medewerkers een goede en veilige werkplek te bieden.

Ties Zweers Voorzitter GR Sw 'Fryslân' __________________________________________________________________________________________ Jaarverslag en jaarrekening 2012 GR Sw 'Fryslân' 5/30

3 Bericht van het bestuur 3.1 Algemeen bestuur Het algemeen bestuur wordt gevormd door een lid van de colleges van B&W van alle aangesloten gemeenten. Het algemeen bestuur is in 2012 twee keer bij elkaar geweest, het dagelijks bestuur vergaderde vijf maal. In de vergaderingen is veel aandacht besteed aan de toekomstige uitvoering van de sociale werkvoorziening, in verband met de verwachte nieuwe regelgeving vanuit eerst de Wet Werken naar Vermogen en later de Participatiewet.

3.2 Overdracht taakstelling In 2012 is gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot onderlinge overdracht van taakstelling tussen gemeenten. Deze mogelijkheid houdt in, dat wanneer een gemeente door omstandigheden boven de taakstelling uitkomt, de ruimte van een andere gemeente kan worden benut. Dit om de totale taakstelling zo goed mogelijk te benutten.

3.3 Jaarovereenkomst Ook voor 2012 hebben GR en Caparis NV een jaarovereenkomst gesloten. Met "Creativiteit in Verbondenheid" hebben gemeenteraden aangegeven dat SMART op prestaties moet worden gestuurd. Daarvoor zijn kengetallen en prestatie-indicatoren vastgesteld. De indicatoren zijn toegepast in de jaarovereenkomst voor 2012. Gedurende het jaar vindt monitoring plaats.

3.4 Van beschut werken naar een gewone baan In 2012 is er wederom veel aandacht besteed aan de “beweging van binnen naar buiten”. Er is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van Sw-medewerkers om ervoor te zorgen dat zij een functie buiten de muren van de sociale werkvoorziening kunnen vervullen. Dit heeft in 2012 geleid tot een flinke stijging van het aantal detacheringen. Caparis NV is erin geslaagd om de gestelde doelen op dit punt ruimschoots te halen.

3.5 Cliëntenraad De in 2009 ingestelde cliëntenraad heeft in 2012 vijf keer vergaderd. De veranderingen die op stapel staan in de sociale werkvoorziening hebben de agenda voor een behoorlijk deel beheerst. Daarnaast hebben de leden van de cliëntenraad een cursus gevolgd, waarmee zij goed op de hoogte zijn van actuele zaken op dit gebied. In december is mevrouw Graafsma benoemd als nieuwe voorzitter van de raad. Zij wil zich samen met de raad inzetten voor de belangen van de Sw-medewerkers.

3.6 De toekomst In 2011 heeft IJsselvliet BV in opdracht van de GR onderzoek verricht naar de gevolgen van de Wet Werken naar Vermogen voor de GR. De onderzoeksresultaten zijn eind 2011 in het rapport “Een nieuwe koers” gepubliceerd. Vervolgens is begin 2012 door de GR en Caparis samen een aanvraag ingediend voor de landelijke herstructureringsfaciliteit. In het tweede kwartaal van 2012 viel echter het kabinet Rutte I en werd de Wet Werken naar Vermogen controversieel verklaard. Ook de herstructureringsfaciliteit kwam te vervallen. Na de verkiezingen in september heeft het kabinet Rutte II het nieuwe regeerakkoord gepresenteerd. In dit regeerakkoord werd de opvolger van de Wet Werken naar Vermogen geïntroduceerd: de Participatiewet. Met ingang van 1 januari 2014 zal geen instroom in de WsW meer plaatsvinden. Per 1 januari 2014 zal de WsW zoals we die nu kennen geheel komen te vervallen; de bestaande populatie houdt echter haar rechten en plichten. Hoe de Participatiewet er precies uit komt te zien is nog niet bekend; het wetsvoorstel zal naar verwachting in het tweede kwartaal bij de Tweede Kamer worden ingediend. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de wet op 1 januari 2014 van kracht zal worden.


4

De uitvoering

4.1

Algemeen

Het bestuur van de GR heeft de uitvoering van de WsW voor de acht aangesloten gemeenten opgedragen aan Caparis NV. In dit hoofdstuk wordt de omvang van die opdracht tot uitdrukking gebracht en de mate waarin Caparis die opdracht heeft kunnen realiseren.

4.2

Taakstelling

De gezamenlijke taakstelling van de GR-gemeenten is in 2012 wederom gedaald ten opzichte van het vorige jaar. Over 2012 bedraagt de taakstelling 2.332,1 SE, terwijl de taakstelling over 2011 2.352,2 SE bedraagt. De gezamenlijke taakstelling is in 2012 derhalve gedaald met 20,1 SE (circa 19 fte). In 2012 heeft weer uitruil van taakstelling tussen gemeenten plaatsgevonden, waardoor de taakstelling van alle gemeenten gezamenlijk maximaal kon worden ingevuld. In onderstaande tabel is de realisatie van de taakstelling 2012 weergegeven: Realisatie taakstelling Taakstelling

Taakstelling GR-gem.

Realisatie buiten GR regio

Opdracht GR-gem. aan Caparis

Realisatie GR-gem. bij Caparis

Realisatie overige gem. bij Caparis

Onder/over realisatie bij Caparis

A

Taakstelling GR-gem. incl. voorlopige uitruil 2012 A1

B

C=A1-B

D

E

F=C-D

Achtkarspelen Heerenveen Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Tytsjerksteradiel

228,7 376,5 576,1 191,3 149,0 414,0 168,9

232,8 371,8 569,1 187,5 153,6 410,8 167,3

21,3 9,9 15,8 13,1 2,3 12,0 5,1

211,5 361,9 553,3 174,4 151,3 398,8 162,3

212,2 362,4 553,2 174,4 150,8 398,6 162,1

Weststellingwerf *) Overige gemeenten

225,6

239,4

7,6

231,8

229,8

-0,7 -0,5 0,1 -0,1 0,5 0,2 0,2 2,0 81,5

Totaal 2.330,1 2.332,1 86,9 2.245,2 2.243,5 *) In het aantal inclusief uitruil zijn bij Weststellingwerf 2 Se overname van de gemeente Enschede meegeteld

81,5

1,7

Uit bovenstaande tabel blijkt dat sprake is van een onderrealisatie van 1,7 SE. Ten opzichte van het eerste halfjaar 2012 is de taakstelling met 2 SE toegenomen. Dit wordt veroorzaakt doordat Weststellingwerf in het tweede halfjaar 2 SE heeft overgenomen van een niet GR-gemeente. Hierdoor is de taakstelling van Weststellingwerf en het totaal met 2 SE toegenomen. Invulling van de extra ruimte is meteen ter hand genomen, maar door het krappe tijdsbestek kon de extra ruimte niet meer in zijn geheel worden benut.

4.3

Wachtlijst

De instroom naar de wachtlijst vindt plaats op basis van indiceringen van het UWV. De gemeenten, GR en Caparis kunnen deze instroom niet beïnvloeden. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de wachtlijst gedurende 2012 weergeven. Ontwikkeling wachtlijst in aantallen personen Wachtlijst Stand Uitstroom 31-12-2011 naar Caparis

Uitstroom van wachtlijst

Instroom op wachtlijst

Netto beweging wachtlijst

Stand cumulatief

A

B

C

D

E=B-C+D

F=A+E

Achtkarspelen Heerenveen Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Tytsjerksteradiel Weststellingwerf

41 81 128 49 29 122 48 22

8 5 8 3 4 16 7 3

6 11 26 6 13 22 11 6

-2

6 22 20 1 21 8 6

-4 -17 8 -15 -4 -3

39 81 124 32 37 107 44 19

Totaal

520

84

54

101

-37

483


De wachtlijst is ten opzichte van ultimo 2011 met 37 personen afgenomen; van 520 eind 2011 tot 483 eind 2012. Per gemeente is de ontwikkeling ten opzichte van ultimo 2011 als volgt: • • • • • • • •

Achtkarspelen: afgenomen met 2 personen; Heerenveen: gelijk gebleven; Leeuwarden: afgenomen met 4 personen; Ooststellingwerf: afgenomen met 17 personen; Opsterland: toegenomen met 8 personen; Smallingerland: afgenomen met 15 personen; Tytsjerksteradiel: afgenomen met 4 persoon; Weststellingwerf: afgenomen met 3 personen.

Voor de volledigheid merken wij op dat de beschikbaarheidtoets per 31 december 2012 nog niet is afgerond. De definitieve uitkomsten van de beschikbaarheidtoets kunnen nog tot wijzigingen in de werkelijke stand van de wachtlijst per 31 december 2012 leiden.

4.4

Ontwikkeling van binnen naar buiten

In 2011 is een sterke beweging van ‘binnen naar buiten’ gerealiseerd. Deze opgaande lijn heeft Caparis weten vast te houden in 2012. In onderstaande tabel is de beweging van ‘binnen naar buiten’ weergegeven. De genoemde opdracht betreft de opdracht van de GR (eindstand) die per 31 december 2012 gerealiseerd moet zijn. Beweging van binnen naar buiten Pl. obv werkladder (in Se's) Eindstand 2011 Se Groepsdeta/Deta/Bw Beschut buiten Beschut binnen Schakelafdeling Totaal

%

Opdracht ultimo 2012 Se %

Eindstand 2012 Se

%

681,1 498,2 1.028,3 141,9

29,0% 21,2% 43,8% 6,0%

768,9 512,6 932,0 116,5

33,0% 22,0% 40,0% 5,0%

809,2 431,2 925,5 149,7

34,9% 18,6% 40,0% 6,5%

2.349,5

100,0%

2.330,1

100,0%

2.315,6

100,0%

Uit bovenstaande tabel blijkt dat Caparis de opdracht van de GR ruimschoots heeft gerealiseerd. De opdracht voor detachering/begeleid werken bedroeg 33,0% per 31 december 2012, een aandeel van 34,9% is gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is een stijging gerealiseerd van 29,0 naar 34,9%, ofwel van 646 fte (681,1 Se) naar 768 fte (809,2 Se). De stijging is te danken aan de samenwerking van Caparis met private hoveniersbedrijven en meer detacheringen bij private ondernemingen en gemeenten. De opdracht voor beschut werken (binnen + buiten) bedroeg 62,0% per 31 december 2012, een aandeel van 58,6% is gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is een daling gerealiseerd van 65,0 naar 58,6%. Deze daling is te danken aan een toename van het aantal flex- en groepsdetacheringen en plaatsingen op de Schakelafdeling. Op de Schakelafdeling zijn per 31 december 2012 meer mensen geplaatst. Deze afdeling is in het leven geroepen om Sw-medewerkers voor te bereiden op een werkplek buiten de muren van het Swbedrijf. Potentiële doorstromers uit de productie- en dienstverleningsafdelingen worden overgeplaatst naar een specifieke afdeling, die niet primair is gericht op de werkactiviteiten maar op training en begeleiding naar detachering of begeleid werken. Gemiddeld blijven Sw-medewerkers tussen de 6 en 9 maanden werkzaam binnen de Schakelafdeling, voordat zij een plaats buiten de muren van Caparis krijgen.


4.5

Personele bezetting

In de onderstaande tabel is de bezetting van Sw-medewerkers en kadermedewerkers met een ambtelijke aanstelling weergegeven: Bezetting

Begr 2012

Feit 2012

Feit 2011

∆ feit '12

Sw-medewerkers

SE fte

2.187 2.075

2.182 2.064

2.231 2.112

4948-

Aantal Begeleid Werken

SE fte

150 134

143 128

146 135

37-

Kader (ambtelijk)

fte

115

100

107

7-

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat het aantal Sw-medewerkers in 2012 is gedaald met 48 fte. Dit is het gevolg van de dalende taakstelling (zie paragraaf 4.2). Het aantal Sw-medewerkers geplaatst via een Begeleid Werken-contract is in 2012 gedaald. In de praktijk blijkt dat BW-contracten vaak worden beëindigd na drie tijdelijke contracten, voornamelijk omdat werkgevers na drie tijdelijke contracten nog geen vast contract willen aanbieden. Werkgevers kiezen eerder voor een detacheringsconstructie. Doordat Caparis daarnaast ook veel nieuwe plaatsingen heeft gerealiseerd, is de daling van het aantal BW-contracten beperkt gebleven. Het aantal ambtelijke kadermedewerkers is in 2012 met 7 fte gedaald. Doordat er voor kaderpersoneel geen nieuwe dienstverbanden door de GR worden afgesloten, zal het aantal ambtelijke kadermedewerkers naar verwachting de komende jaren verder dalen. In 2012 is een nieuwe CAO voor ambtelijke kadermedewerkers van kracht geworden. Uitkomst van de onderhandelingen was dat het ambtelijke personeel, naast een eenmalige uitkering, ook een salarisverhoging per 1 januari en per 1 april 2012 ontving. Dit heeft er in geresulteerd dat de gemiddelde loonkosten per ambtelijke kadermedewerker in 2012 met circa 2% zijn gestegen ten opzichte van 2011.

4.6

Ziekteverzuim

In onderstaande tabel en grafiek is het ziekteverzuim 2012 weergegeven: Ziekteverzuim SW

Reg. kader

kort lang totaal

feit 2011 6,6% 6,5% 13,1%

doelst. 2012 12,0%

kort lang totaal

2,6% 2,6% 5,2%

5,0%

12,0%

feit 2012 5,9% 7,8% 13,7%

5,0%

2,3% 3,0% 5,4%

Ziekteverzuim Sw

20%

10%

kort verzuim lang verzuim doelstelling

0% jan Kader

feb mrt apr mei jun

jul

aug sep

okt nov dec

20%

10%

0% jan

feb

mrt

apr

mei

jun

jul

aug sep

okt

nov dec


Het ziekteverzuim Sw bedraagt over heel 2012 gemiddeld 13,7%. Hiermee is de doelstelling van het ziekteverzuim helaas niet gerealiseerd. Ten opzichte van 2011 is het ziekteverzuim Sw met 0,6% gestegen (gemiddeld 2011: 13,1% / gemiddeld 2012: 13,7%). Bij de directie van Caparis staat de ontwikkeling van het ziekteverzuim hoog op de agenda. Door de afdeling VerzuimRegie is onderzoek verricht naar de ontwikkeling van het ziekteverzuim 2012 en de trendbreuk in de zomer van 2012. In voorgaande jaren liet het ziekteverzuim in de zomermaanden altijd een sterke daling zien. We zien deze trend in 2012 nauwelijks terug. Uit de analyse van het ziekteverzuim blijkt dat 3% tot 4% van het ziekteverzuim Sw niet beïnvloedbaar is, omdat het langdurige ziekte zonder zicht op herstel betreft. Daarnaast is er sprake van een groot aantal Sw-medewerkers met een ernstige handicap. Van partijen die betrokken zijn bij meerdere Sw-bedrijven vernemen wij dat binnen onze regio, ten opzichte van de andere regio’s, duidelijk meer Sw-medewerkers heeft met ernstige handicaps. Momenteel worden nieuwe werkmethodes uitgewerkt. Hiermee wordt getracht het ziekteverzuim verder te reduceren. Het ziekteverzuim kader bedraagt over 2012 5,4%. Ten opzichte van 2011 is het ziekteverzuim kader in 2012 0,2% hoger (gemiddeld 2011: 5,2% / gemiddeld 2012: 5,4%). De doelstelling 2012 voor het ziekteverzuim kader (5,0%) is niet gerealiseerd. Dit is met name het gevolg van het hoge ziekteverzuim in de periode januari tot en met april 2012. Bij enkele bedrijfsonderdelen van Caparis is sprake van een hoge werkdruk bij werkleiding. Dit in combinatie met onrust binnen Caparis in de eerste maanden van 2012 als gevolg van de samenwerking met de private hoveniersbedrijven en de onzekerheid over de Wet Werken naar Vermogen, heeft geleid tot een hoger gemiddeld ziekteverzuim kader in 2012. In het 1e kwartaal van 2013 is door ArboVitale de benchmark ziekteverzuim 2012 gepubliceerd. Uit deze benchmark blijkt dat het ziekteverzuim Sw bij Caparis conform de benchmark is. Het ziekteverzuim kader is 1,4% lager dan de benchmark1: Dienstverband Sw-dienstverbanden Niet-Sw-dienstverbanden

4.7

Realisatie 2012

Benchmark 2012

13,7% 5,4%

13,7% 6,8%

Afwijking tov benchmark 0,0% 1,4%

Opleidingen

De scholingsactiviteiten, die onder de verantwoordelijkheid van Caparis Talent worden uitgevoerd, zijn gebaseerd op de CAO WsW en gericht op de ontwikkeling van de medewerker. Het primaire doel van opleiden is het uitstromen naar een reguliere werkplek. Daarnaast worden Sw-medewerkers geschoold om beter te kunnen functioneren op de bestaande werkplek. In diverse functies is het verplicht om over bepaalde vakgerichte certificaten te beschikken. Het scholingsaanbod van Caparis Talent is divers en heeft betrekking op basisvaardigheden, technische vaardigheden en competentieontwikkeling. Gezien de doelgroep is het noodzakelijk dat Caparis Talent ‘op maat’ scholing aanbiedt en aannemelijk maakt. De opleidingen zijn qua lesmateriaal en lestempo aangepast. Ook zijn er gespecialiseerde docenten aanwezig. Alle gefaciliteerde opleidingen worden afgesloten met landelijk erkende certificaten of diploma’s. Het opleidings-instap-niveau begint met de training basisvaardigheden waar medewerkers taal-, reken-, digitale- en werknemersvaardigheden leren2. Op opleidingsniveau 1, het AKAniveau, worden de meeste medewerkers geschoold. Medewerkers die uit trajecten instromen vanuit de gemeenten zijn succesvoller met een startkwalificatie te scholen op opleidingsniveau 2.

1

2

Bron: Kwartaalrapportage 4e kwartaal 2012, januari 2013, ArboVitale Deze trainingen zijn nodig omdat geschat wordt dat ruim 20% van de Sw-medewerkers analfabeet is.


De opleidingsprogramma’s zijn in twee categorieën te onderscheiden, namelijk: • •

Technische opleidingen, die vereist zijn bij de uitvoering van het werk (bv motorkettingzagen, bosmaaien, VCA gerelateerde arbeid). Competentiegericht onderwijs, gericht op de verdere ontwikkeling van de Sw-medewerkers (Productiviteit, samenwerken/collegialiteit, arbeidsverhoudingen, doorzettingsvermogen, communiceren, zelfstandigheid, flexibiliteit etc.).

In vooral de competentiegerichte opleidingen is vaak een sportcomponent aanwezig, om de algemene gezondheid en het welbevinden te verbeteren. Een aantal Sw-medewerkers heeft een bijzondere prestatie geleverd: 14 medewerkers van de afdeling Groenservices hebben begin november hun AKA-diploma (Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent) ontvangen. Een nieuwe groep van ca. 25 collega’s is met deze opleiding begonnen. één van onze medewerkers is de eerste Sw-medewerker in heel Nederland die de titel RCCM (Register Case- en Caremanager) achter haar naam mag zetten! In juni rondde ze de postbacheloropleiding voor verzuim af en eind september mocht ze haar diploma in ontvangst nemen. Momenteel werkt ze als casemanager verzuim bij Caparis. Een heel mooi resultaat!


5

Resultaatanalyse

5.1

Algemeen

De uitvoering van de WsW is aan Caparis NV uitbesteed. Dat heeft tot gevolg dat een aantal zaken niet in dit jaarverslag opgenomen wordt. Het jaarverslag geeft dus geen beeld van de bedrijfsmatige aspecten van de uitvoering van de WsW in ons rechtsgebied; daarvoor is ook kennisname van het jaarverslag van Caparis NV nodig.

5.2

Rijks- en gemeentelijke bijdrage

In 2012 is de Rijksbijdrage gestegen van € 25.758 per SE naar € 25.939 per SE. De aanvullende gemeentelijke bijdrage is per 1 januari 2012 komen te vervallen. In 2011 bedroeg deze bijdrage nog € 935 per SE. De gemiddelde loonsom per Sw-medewerker steeg in 2012 met € 302 op jaarbasis, hoofdzakelijk door hogere pensioenlasten. Over 2012 bedraagt de gemiddelde loonsom per Sw-medewerker € 28.953 (2011: € 28.651). De gemiddelde loonsom per Sw-medewerker valt hiermee gemiddeld € 3.014 hoger uit dan de Rijksbijdrage. De loonkosten voor Sw-medewerkers zijn voor rekening van de GR. Het verschil tussen de Rijksbijdrage en de werkelijke loonsom noemen we het “subsidietekort”. Dit subsidietekort moeten gemeenten uit eigen middelen bijdragen.

5.3

Loonkosten Sw en ambtelijk

De loonkosten Sw zijn in absolute zin binnen de GR gedaald met 1,2% t.o.v. 2011. De gemiddelde loonkosten per Sw-medewerker zijn hoger uitgevallen (zie paragraaf 5.2). De loonkosten ambtelijk kader zijn in 2012 gedaald ten opzichte van 2011 met € 333.000. De voornaamste oorzaak hiervan is de daling van het aantal ambtelijke kadermedewerkers. In 2011 zijn gemiddeld 7 fte’s uitgestroomd. De gemiddelde loonkosten ambtelijk kader zijn gestegen als gevolg van de nieuwe CAO die in het tweede kwartaal van 2012 is afgesloten en met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 van kracht werd. De GR Sw ‘Fryslân’ is aangesloten bij bedrijfstakpensioenfondsen, t.w. de Stichting Pensioenfonds Werk en Integratie en het ABP en past samen met andere rechtspersonen dezelfde pensioenregeling toe. Er is daarom geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen, anders dan het voldoen van hogere toekomstige premies, in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds.

5.4

Rentekosten

De rentelasten 2012 zijn 19% lager uitgevallen dan in het jaar 2011. In 2012 zijn de rentelasten uitgekomen op € 335.000 (2011: € 412.000). De daling van de rentelasten over geldleningen wordt veroorzaakt door een relatief gunstige rentestand voor het variabele deel van de portefeuille en afname van het totaalbedrag aan opgenomen kortlopende en langlopende leningen.


6 Verplichte paragrafen BBV Weerstandsvermogen en risico’s GR Sw 'Fryslân' heeft al het personeel bij de NV gedetacheerd. Vervolgens vindt een integrale doorberekening plaats aan de NV. Per saldo levert dit geen risico op. De vakantiegeldverplichtingen van zowel het ambtelijk personeel als het personeel met een dienstverband in het kader van de WsW, zijn niet opgenomen. De vakantiegeldverplichting voor ambtelijk personeel is aan de NV doorberekend. In de balans zijn, in overeenstemming met de regelgeving, geen personele verplichtingen meer tot uitdrukking gebracht van een jaarlijks gelijkblijvend niveau. Dit is op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV) niet meer toegestaan. Het betreft de volgende verplichtingen: vakantiegeld (€ 2.548.000), vakantiedagen (€ 1.956.000), spaarverlof (€ 325.000) en jubileau (€ 1.950.000). De WsW van 1998 vereist herindicatie op vastgelegde tijdstippen voor personen geïndiceerd voor de sociale werkvoorziening. Dat geldt zowel voor personen op de wachtlijst (zonder dienstverband), als personen met een dienstverband ingegaan na 1 januari 1998. Hiermee wordt bepaald of men nog steeds tot de personenkring van de sociale werkvoorziening behoort. De rijksvergoeding over enig jaar wordt naderhand vastgesteld. Bij onvolkomenheden kan de subsidie wijzigen ten opzichte van de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De in de jaarrekening verantwoorde sociale premies en pensioenpremies zijn op basis van de geldende en bekende regelgeving berekend. Eventuele onjuistheden zouden kunnen leiden tot andere bedragen dan nu in de jaarrekening zijn opgenomen. In de paragraaf hierna handelend over de financiering, wordt aangegeven dat de door de GR afgesloten leningen worden doorgeleend aan de NV. Het risico voor de GR bestaat daarin dat Caparis NV in staat moet zijn aan de vereiste aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. De rentepercentages van een tweetal roll-over leningen van € 5.627.000 (ultimo 2011: € 6.126.000) zijn begin 2012 middels renteswaps omgezet in vaste percentages. Het afsluiten van de renteswaps heeft conform het geldende treasurystatuut plaatsgevonden. Middels deze renteswaps wordt het renterisico op de betreffende roll-over leningen afgedekt. De afgesloten renteswaps hebben een directe hedgerelatie met de twee onderliggende roll-over leningen. De renteswaps zijn derhalve niet speculatief van aard. Zolang GR Sw 'Fryslân' aan haar financiële verplichtingen richting de bank voldoet, is er geen sprake van het doen van extra financiële stortingen in geval de renteswaps een negatieve marktwaarde hebben. De renteswaps hebben per 31 december 2012 een negatieve marktwaarde van € 247.000; de negatieve waarde is niet in de resultatenrekening van de GR als verlies verantwoord, omdat de swaps worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde. Gedurende de looptijd van de renteswaps zal de marktwaarde weer nihil worden. De GR Sw 'Fryslân' heeft niet de intentie om de swaps te beëindigen.

Onderhoud kapitaalgoederen De GR beschikt niet over kapitaalgoederen, deze behoren toe aan Caparis NV.

Financiering De GR treedt op als financier van Caparis NV. Dit houdt in dat de GR onder gunstige voorwaarden geld aantrekt en dat vervolgens onder dezelfde criteria doorleent aan de NV. Daarmee is de NV verzekerd van een externe financiering tegen optimale condities. Voor de leningen van de GR aan de NV zijn door de NV zekerheden gesteld in de vorm van pandrecht op voorraden en debiteuren. Begin 2007 is een hypotheek afgesloten op het onroerend goed van de NV.


In de financieringsovereenkomst tussen de GR en NV is een plafond opgenomen voor de maximale leencapaciteit van Caparis. De maximale leencapaciteit van Caparis bedraagt 130% van de waarde van de vaste activa. Per 31 december 2012 heeft Caparis voor 104% aan financiering aangetrokken via de GR. Dit vertegenwoordigt een verstrekte financiering van € 16,8 miljoen. Omdat de GR uitsluitend optreedt als financier van de NV is er geen sprake van een zelfstandig treasurybeleid. Door de integrale doorlening van alle financiering aan de NV zijn de risico's primair verlegd naar de NV. Het belangrijkste risico voor de GR betreft de inbaarheid van de aan de NV verstrekte leningen. Echter, in praktische zin is dit geen risico omdat dezelfde gemeenten die participeren in de GR ook aandeelhouder van de NV zijn. Voor de secundaire risico's wordt verwezen naar de paragraaf over het weerstandsvermogen. De gehanteerde financieringsconstructie leidt er toe, dat een toetsing van de kasgeldlimiet en de berekening van de renterisiconorm geen enkele toegevoegde waarde biedt. Het saldo vlottende middelen en de renterisiconorm zijn altijd nul. In 2012 is door de GR Sw 'Fryslân' twee renteswaps afgesloten. Zie de paragraaf “Weerstandsvermogen en risico’s” voor een andere toelichting.

Verbonden partijen De GR Sw ‘Fryslân’ heeft als uitvoerend Sw-bedrijf Caparis NV te Drachten aangewezen. Hiermee wordt slechts een contractuele relatie onderhouden. Er is geen bestuurlijke verbondenheid. De aandelen van Caparis NV zijn in handen van de in de GR Sw ‘Fryslân’ deelnemende gemeenten. De GR heeft derhalve geen verbonden partijen in de zin van het BBV.

Bedrijfsvoering De GR heeft geen zelfstandige inhoudelijke bedrijfsvoering, maar is doorgeefluik voor financiering, arbeidscapaciteit en rijksvergoeding aan Caparis NV. De feitelijke bedrijfsvoering vindt daar plaats.

Rechtmatigheid De regelgeving over de rechtmatigheid in de jaarrekening vraagt om een scherpe afbakening van het rechtmatigheidsbegrip bij gemeenschappelijke regelingen (GR). Dit betekent dat het noodzakelijk is om te komen tot vastlegging van een normenkader en deze ook ter kennis te brengen aan het bestuur van de GR. Bij de accountantscontrole is de rechtmatigheid gerelateerd aan handelingen in het kader van het financieel beheer en de vaststelling of deze in overeenstemming met de weten regelgeving zijn. Het gaat hierbij zowel om externe regelgeving als de eigen regels en verordeningen. In de bijlage 'Normenkader Rechtmatigheid' wordt een overzicht gegeven van de thans bekende, op de gemeenschappelijke regeling (GR) Sw 'Fryslân' van toepassing zijnde weten regelgeving. Omdat de uitvoering van de activiteiten is opgedragen aan Caparis NV, blijkt het normenkader van de in de GR blijvende activiteiten beperkt. In de paragraaf “Weerstandsvermogen en risico’s” is toegelicht dat de GR in 2012 twee renteswaps heeft afgesloten. Renteswaps zijn risicobeheersingsinstrumenten die zorgdragen voor het afdekken van renterisico’s op leningen met een variabele rente. Middels deze renteswaps wordt het renterisico op de betreffende roll-over leningen afgedekt. De afgesloten renteswaps hebben een directe (hedge)relatie met de twee onderliggende roll-over leningen. De renteswaps zijn derhalve niet speculatief van aard. De renteswaps zijn afgesloten met de ABN AMRO Bank. Het afsluiten van de renteswaps heeft conform het toen geldende treasurystatuut plaatsgevonden. In het najaar van 2012 is geconstateerd dat de ABN AMRO Bank door een wijziging in het kredietwaardigheidsoordeel niet meer voldoet aan de door de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) gestelde minimumratingeisen. Dit heeft geen negatieve (financiële) gevolgen voor de GR omdat er geen voornemens zijn de leningen en de renteswaps die hier betrekking op hebben te beëindigen. Het treasurystatuut is inmiddels aangepast en voldoet aan de eisen gesteld in de Wet Fido. __________________________________________________________________________________________ Jaarverslag en jaarrekening 2012 GR Sw 'Fryslân' 14/30

7 Jaarrekening

▪

Balans

▪

Programmarekening

▪


▪


▪


▪

Risico’s

▪

Kengetallen

▪

Overzicht subsidiebijdragen


7.1

Balans per 31 december 2012

x € 1.000 2012

2011

12.281

11.249

ACTIVA Vaste activa Financiële vaste activa

Vlottende activa Uitzettingen

4.500

10.000

Vorderingen

917

670

Liquide middelen

761

1.218

Totaal

6.178

11.888

18.459

23.137

0

0

12.281

11.249

6.178

11.888

18.459

23.137

PASSIVA Eigen vermogen

Vaste schulden

Netto vlottende schulden

Totaal


7.2

Programmarekening 2012

x € 1.000

Realisatie Begroting Realisatie 2012

2012

2011

5.759

6.231

3.747

60.304

59.677

61.227

Gemeentelijke bijdrage

0

88

2.172

Bonus begeleid werken

454

0

0

Overige opbrengsten GR

119

55

50

60.877

59.819

63.449

59.758

59.110

60.511

6.305

6.885

6.638

Bonus Caparis begeleid werken

454

0

0

Overige kosten GR

119

55

47

66.635

66.050

67.196

335

923

412

-335

-923

-412

0

0

0

0

0

0

Baten Overige bedrijfsopbrengsten (doorbelasting aan Caparis)

Rijksbijdrage

Totaal baten

Lasten Lonen en sociale lasten Sw Lonen en sociale lasten ambtelijk

Totaal lasten

Financieringsfunctie Rentekosten Doorbelaste rentekosten (Caparis) Saldo van de financieringsfunctie

Resultaat baten, lasten en financiering


7.3


Algemeen Het algemeen bestuur van het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam Sw ‘Fryslân’ heeft in zijn aanwijzingsbesluit van 27 februari 2002 Caparis NV aangewezen als rechtspersoon ten behoeve van de uitvoering van de WsW in de zin van artikel 2 lid 3 van deze wet. Zowel het Sw-personeel als het ambtelijk personeel blijven in dienst van GR Sw ‘Fryslân’. De hieraan verbonden baten en lasten zijn in 2012 integraal doorberekend aan Caparis. Met ingang van 1 januari 2013 worden alleen de baten en lasten verbonden aan het ambtelijke personeel doorbelast aan Caparis. Nieuwe personeelsleden, niet zijnde Sw-personeel, worden sinds 2008 rechtstreeks bij Caparis NV in dienst genomen. GR Sw ‘Fryslân’ verstrekt eveneens de noodzakelijke financieringsmiddelen aan de NV. Als zekerheidsstelling heeft GR Sw ‘Fryslân’ een pandrecht op alle inventaris, machines en voorraden van Caparis NV. Ook het onroerende goed dient als onderpand, daartoe is op 27 januari 2007 een hypotheekakte afgesloten. Deze komt in plaats van een positieve hypotheekverklaring van Caparis NV, afgegeven ten behoeve van GR Sw ‘Fryslân’ voor alle in haar bezit zijnde onroerende zaken. De jaarrekening is opgesteld in duizenden euro's. De begroting 2012 is niet aangepast gedurende het boekjaar zodat de begrotingskolom zowel de cijfers vóór en na begrotingswijzigingen betreft. Het resultaat betreft het resultaat voor en na bestemming.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld op basis van het BBV. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende balanspost anders vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden in acht genomen, indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. In voorkomende gevallen is vanwege het bedrijfsmatige karakter van de activiteiten, in afwijking van het BBV, gekozen voor een bedrijfsmatiger aanduiding van de posten.

Balans Financiële vaste activa Waardering vindt plaats op basis van de verkrijgingsprijs verminderd met eventuele duurzame waardeverminderingen en aflossingen. Financiële derivaten Financiële derivaten worden slechts gebruikt ter afdekking van onderliggende transacties. Het beleid is erop gericht de gevolgen van renteschommelingen te beperken. Het renterisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente. Het renterisicobeleid is gericht op het minimaliseren van dit renterisico waaraan de activiteiten worden blootgesteld door renteschommelingen. De GR kan renteswaps gebruiken voor het beperken van dit renterisico. De hieraan verbonden kosten zijn verwerkt onder de rentelasten. Financiële derivaten worden in de balans gewaardeerd tegen aanschafwaarde. __________________________________________________________________________________________ Jaarverslag en jaarrekening 2012 GR Sw 'Fryslân' 18/30

Vlottende activa De uitzettingen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De uitzettingen hebben een rentetypische looptijd van één jaar of korter. Liquide middelen De liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen. Vaste schulden De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de reeds gedane aflossingen. Vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Netto vlottende schulden De vlottende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Programmarekening Overige bedrijfsopbrengsten De post overige bedrijfsopbrengsten omvat het saldo van alle integraal aan Caparis NV doorberekende kosten en opbrengsten. Lonen WsW en ambtelijk Onder de lonen en salarissen worden de loon- en salariskosten van de Sw-medewerkers en de salariskosten van het ambtelijk personeel verantwoord. Onder loon- en salariskosten wordt verstaan het brutobedrag van de aan het boekjaar toe te rekenen lonen c.q. salarissen, vermeerderd met de uitbetaalde vakantiegeld- en eindejaarsrechten. Sociale lasten en pensioenpremies De sociale lasten betreffen de ter zake van de werknemersverzekeringen verschuldigde werkgeverslasten, alsmede het werkgeversaandeel in de pensioenvoorziening. Eveneens worden de aan het boekjaar toe te rekenen ziekengelden, WAO-uitkeringen e.d. hieronder tot uitdrukking gebracht. Overige kosten GR De kosten van het secretariaat en de cliëntenraad en de kosten voor onderzoek naar de toekomst van de sociale werkvoorziening zijn onder de overige kosten GR opgenomen. Rentekosten De rentekosten worden berekend op basis van historische kosten. Rijkssubsidie Dit betreft de subsidie van het Rijk zoals bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van de WsW. Gemeentelijke bijdrage in de GR De gemeentelijke bijdrage omvat de in de gemeenschappelijke regeling of anderszins overeengekomen bijdrage in het exploitatieresultaat.


7.4


Financiële vaste activa x € 1.000

2012

2011

Saldo per 1 januari

11.249

13.366

Aflossingen

-1.968

-2.117

Nieuwe leningen

Saldo per 31 december

3.000

0

12.281

11.249

De financiële vaste activa hebben betrekking op de aan Caparis NV verstrekte langlopende leningen. De looptijden, rentepercentages en leningsvoorwaarden zijn exact gelijk aan de door de GR afgesloten onderhandse leningen en eventuele daarop afgesloten derivaten. In februari 2012 is een deel van de kasgeldleningen omgezet in een langlopende lening van € 3.000.000. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar en wordt lineair afgelost. Voor de lening geldt gedurende de looptijd een vast rentepercentage 2,69%. Vlottende activa x € 1.000

Uitzettingen Vorderingen Liquide middelen Totaal

2012

2011

4.500 917 761 6.178

10.000 670 1.218 11.888

De uitzettingen hebben betrekking op de op balansdatum door de GR opgenomen kasgelden verstrekt aan Caparis NV als kortlopend rekening-courant krediet. Bij de uitzettingen is er sprake van een rentetypische looptijd korter dan een jaar. Ultimo 2012 was er € 4.500.000 (2011: € 10.000.000) aan kasgeld opgenomen. Het kasgeld is bedoeld als overbrugging voor een tijdelijke financieringsbehoefte. In februari 2012 is een deel van de kasgeldleningen omgezet in een langlopende lening. Zie de toelichting bij de financiële vaste activa. Onder de vorderingen is enerzijds de vordering op Caparis opgenomen ten aanzien van de subsidie voor de uitvoering van de Sw welke door Caparis teveel is ontvangen. Deze dient door Caparis te worden terugbetaald aan de GR. Anderzijds is bij de vorderingen opgenomen de door de GRgemeenten nog te betalen kosten van de GR over 2012 (€ 119.000), de nog te ontvangen bonus begeleid werken 2010 (€ 454.000) en de nog te ontvangen Rijksbijdrage (€ 234.000). Ook is opgenomen een restantbedrag aan ontvangen gelden voor het Experiment Wachtlijst (Irrgang; € 30.000). Tot slot is bij de vorderingen opgenomen de nog van niet GR-gemeenten te ontvangen Rijksbijdrage. Het vergelijkend cijfer voor 2011 is nu eveneens opgenomen onder de vorderingen (maakte in de jaarrekening 2011 onderdeel uit van de uitzettingen). De vorderingen ultimo 2011 van € 670.000 bestaat voor € 443.000 uit een bedrag aan te ontvangen subsidie. Deze vordering was als gevolg van een boven de taakstelling gerealiseerde bezetting (16,61SE); dit voor vijf van de deelnemende gemeenten. Het saldo van de rekening welke door de GR wordt aangehouden bij de ABN-AMRO (€ 760.000) wordt gevormd door de gelden die nog beschikbaar zijn voor het Experiment Wachtlijst. Het bedrag staat grotendeels op deposito (€ 716.000). Het nog beschikbare saldo is eveneens opgenomen onder de netto vlottende schulden op de balans. Na afloop van het experiment zal een evaluatie plaatsvinden. De GR heeft een rekening-courantfaciliteit bij de ABN-AMRO en BNG van respectievelijk € 2.269.000 en € 1.361.000. __________________________________________________________________________________________ Jaarverslag en jaarrekening 2012 GR Sw 'Fryslân' 20/30

Vaste schulden x € 1.000 - Aflossing komend jaar - Looptijd korter dan 5 jaar - Looptijd langer dan 5 jaar Saldo per 1 januari Aflossingen Nieuwe leningen Saldo per 31 december Rentevoet Rentelast

2012

2011

1.968 2.154 7.127 11.249 -1.968 3.000 12.281

2.117 2.323 8.926 13.366 -2.117 0 11.249

2,86% 336

2,62% 323

Alle geldleningen zijn verstrekt door binnenlandse banken. Het in 2013 af te lossen bedrag bedraagt € 1.817.000. De onderhandse geldleningen bestaan op 31 december 2012 voor een bedrag van € 5.627.000 uit zogenaamde roll-over leningen. Voor dit deel van de leningen, gefinancierd met variabele rente, is het risico beperkt door het afsluiten in februari 2012 van een renteswap, waarmee de rente is gefixeerd. Er is geen intentie de renteswaps voortijdig te beëindigen. Netto vlottende schulden x € 1.000 Kasgeldleningen Bank-/girosaldi Overige schulden Totaal

2012

2011

4.500 1 1.677 6.178

10.000 22 1.866 11.888

Kasgeldleningen worden aangetrokken door de GR en verstrekt aan Caparis NV ter financiering van rekening-courant krediet. Op 31 december 2012 was er € 4.500.000 (2011: € 10.000.000) aan kasgeld bij de bank opgenomen. Het saldo van de BNG wordt (nagenoeg) uitsluitend gebruikt voor betalingen uit financieringsverplichtingen. Bij de overige schulden zijn de volgende bedragen opgenomen (zie ook toelichting vlottende activa): • • • • •

Te betalen subsidie uitvoering Sw ad € 314.000 (2011: € 670.000). Hiervan heeft € 252.000 betrekking op bij de GR aangesloten gemeenten. Te betalen rente en aflossing op 2 januari ad nihil (2011: € 471.000); Middelen uitvoering Experiment Wachtlijst ad € 790.000 (2011: € 725.000); Aan Caparis door te betalen bonus Beleid Werken 2010 ad € 454.000 (2011: nihil); Te betalen, door Caparis voorgeschoten, kosten GR ad € 119.000 (2011: nihil).

Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan welke nog wezenlijk van invloed zijn op de gepresenteerde cijfers. De GR heeft geen niet uit de blijkende blijkende rechten en verplichtingen die niet reeds zijn be noemd in de paragraaf weerstandsvermogen en risico’s __________________________________________________________________________________________ Jaarverslag en jaarrekening 2012 GR Sw 'Fryslân' 21/30

7.5


Overige bedrijfsopbrengsten Dit betreft het saldo van alle kosten en opbrengsten. Deze worden integraal doorberekend aan en verwerkt in de jaarrekening van Caparis NV. Lonen en sociale lasten Sw x € 1.000

Loonkosten Sociale lasten Pensioenpremie Ontvangen ziekengeld/WAO Totaal

realisatie 2012

begroot 2012

realisatie 2011

47.790 7.060 5.688 -780 59.758

47.273 6.983 5.626 -772 59.110

48.577 7.353 5.382 -801 60.511

De begroting (exclusief Begeleid Werken) is gebaseerd op 2.075 fte's. Er is een gemiddelde bezetting gerealiseerd van 2.064 fte's (2011: 2.112 fte's). De begrote loonkosten per fte bedragen € 28.487 en de werkelijke loonkosten per fte bedragen in 2012 € 28.953. Een fte is een fulltime arbeidsplaats à 36 uur.

Lonen en sociale lasten ambtelijk x € 1.000

Loonkosten Sociale lasten Pensioenpremie Ontvangen ziekengeld/WAO Subtotaal Kosten gepensioneerden Totaal

realisatie 2012

begroot 2012

realisatie 2011

5.011 517 692 -69 6.151 154 6.305

5.443 659 730 -47 6.785 100 6.885

5.270 516 694 -26 6.454 184 6.638

In de begroting is met een ambtelijke bezetting gerekend van 115 dienstverbanden (fte’s) in de GR. De werkelijke loonkosten (incl. sociale lasten) van de ambtelijke dienstverbanden in de GR zijn weergegeven met de daarbij behorende werkelijke bezetting (gemiddeld in 2012 : 100 fte; in 2011: 107 fte). De loonkosten per fte (exclusief kosten gepensioneerden) van het kader in dienst bij de GR waren begroot op € 59.000 per fte. De werkelijke kosten van deze dienstverbanden bedragen € 61.510 per fte (exclusief kosten gepensioneerden). Overige kosten GR x € 1.000

Kosten secretariaat/cliëntenraad

realisatie 2012

begroot 2012

realisatie 2011

119

55

47

Onder deze post zijn de direct door de GR gemaakte kosten opgenomen, waaronder de kosten van het secretariaat, de cliëntenraad en de kosten voor onderzoek naar de toekomst van de sociale werkvoorziening en het opstellen van een aanvraag voor de herstructureringsfaciliteit. De vergoeding voor deze kosten wordt met ingang van 2012 door de GR direct aan de gemeenten in rekening gebracht.


Financieringsfunctie x € 1.000

Rente leningen Rente rekening courant Totaal

realisatie 2012

begroot 2012

realisatie 2011

336 -1 335

923 0 923

323 89 412

Het gemiddelde rentepercentage over de vaste geldleningen bedroeg 2,86% (2011: 2.62%). Het saldo van de financieringsfunctie wordt volledig doorbelast aan Caparis. Rijkssubsidie en gemeentelijke bijdrage De door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstrekte taakstelling aan de deelnemende gemeenten van de GR Sw ‘Fryslân’ voor het jaar 2012 bedroeg 2.332,1 SE’s (2011: 2.352,2 SE’s). Daarvan hadden de gemeenten 86,9 SE’s gerealiseerd buiten de regio. Bij Caparis is een gemiddeld aantal van 2.243,5 SE's gerealiseerd voor de deelnemende gemeenten en 81,5 SE’s voor nietdeelnemende gemeenten. De realisatie voor de deelnemende gemeenten ligt 1,7 SE’s onder het door het Rijk gesubsidieerde aantal. Van het gerealiseerde aantal SE’s hebben in 2012 gemiddeld 143 SE’s (127,9 fte's) een dienstbetrekking in Begeleid Werken. De Rijksbijdrage 2012 is ten opzichte van 2011 verhoogd met € 181 per SE tot € 25.939 per SE (2011: € 25.758 per SE). De aanvullende gemeentelijke bijdrage per SE is met ingang van 2012 vervallen. Over 2011 bedroeg deze bijdrage nog € 935 per SE, eveneens gebaseerd op het gemiddelde aantal gerealiseerde SE's. De aanvullende gemeentelijke bijdrage per SE wordt alleen nog gevraagd van de niet-deelnemende gemeenten. Deze bijdragen zijn niet verwerkt in het resultaat 2012 omdat de exacte omvang nog niet bekend is.

7.6

Kengetallen

Bezetting Gemiddeld aantal Sw-ers: - in fte's - waarvan begel.werken (fte's) - in Se's Taakstelling deelnemende gemeenten in Se's Geplaatst andere uitvoerders Sw Opdracht deelnemende gemeenten in Se's Door derden gemeenten geplaatst bij Caparis Opdracht incl. derden Onder(-)/overrealisatie (+)

Wachtlijst per 31 december

Ziekteverzuim Sw Ziekteverzuim ambtelijk

2008

2009

2010

2011

2012

2.319 170 2.442

2.323 166 2.451

2.290 143 2.418

2.247 135 2.377

2.192 128 2.325

2.440

2.443

2.411

2.352

2.332

-92

-85

-80

-81

-87

2.348

2.358

2.331

2.271

2.245

103 2.451

95 2.453

93 2.424

91 2.362

82 2.327

-9

-2

-6

15

-2

423

489

439

518

483

12,0% 4,9%

13,1% 5,6%

14,0% 5,1%

13,1% 5,2%

13,7% 5,3%


7.7

Overzicht verdeling subsidiebijdragen

De bijdrage per SE voor 2012 is bepaald op een bijdrage van het Rijk van € 25.939. Met ingang van 2012 wordt er op begrotingsbasis geen aanvullende bijdrage per SE van de deelnemende gemeenten gevraagd. De subsidiebijdrage wordt afgerekend op basis van de gemiddeld gerealiseerde aantallen per gemeente. aantal SE's

bedrag € *€ 1.000

Achtkarspelen Heerenveen Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Tytsjerksteradiel Weststellingwerf Totaal Bijdrage niet deeln. gemeenten Totaal

212,19 362,27 553,20 174,44 150,83 398,58 162,09 229,78

5.504 9.397 14.350 4.525 3.913 10.339 4.204 5.960

2.243,38 81,46 2.324,84

58.192 2.112 60.304


8 Opmaak en Vaststelling Opgemaakt op 23 april 2013 Namens het Dagelijks Bestuur

Z. Zweers, voorzitter

M. Prins, secretaris

Het jaarverslag 2012 is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van Sw ''Fryslân'' op 21 juni 2013.

Z. Zweers, voorzitter

M. Prins, secretaris


9 Normenkader rechtmatigheid 2012 Proces / activiteit

Uitgaven Salarissen (ambtenaren en WsW)

Interne regelgeving (financieel)

Externe regelgeving (financiële regelgeving)

Gemeenschappelijke regeling (GR) Bezoldigingsverordening Directiestatuut

Fiscale wetgeving Pensioenwetgeving CAR/UWO Coördinatiewet Sociale Verzekeringen Zorgverzekeringswet Wet Bescherming Persoonsgegevens Gemeentewet Provinciewet Wet gemeenschappelijke regelingen Ambtenarenwet cao WsW Wet Sociale Werkvoorziening Uniform aanbestedingsreglement (UAR 2006) Gemeentewet

Mandateringsbesluit Procuratieregeling

Inkopen/investeringen

Rente Treasury

Gemeenschappelijke regeling (GR) Mandateringsbesluit Procuratieregeling Treasurystatuut Treasurystatuut Gemeenschappelijke regeling (GR) Directiestatuut Mandateringsbesluit

Inkomsten Bijdrage deelnemende gemeenten Gemeenschappelijke regeling (GR) Rijksvergoeding Gemeenschappelijke regeling (GR)

Rente

Treasurystatuut

Wet Fido Wet Fido Gemeentewet Provinciewet

Wet Gemeenschappelijke regelingen (Wgr) Wet Sociale Werkvoorziening Besluit uitvoering Sociale werkvoorziening en begeleid werken (Buswbw) Wet Fido


10 Samenstelling van bestuur per 31 december 2012 Dhr. K. Antuma Dhr. L. Buwalda Dhr. A. Ekhart Dhr. E. van Esch Dhr. W. Kooistra Dhr. Z. Zweers Mw. H. Rijpstra Dhr. C. Trompetter

- lid - lid - lid - lid - lid - voorzitter/lid - lid - lid

Mw. M. Prins

- secretaris

- Gem. Achtkarspelen - Gem. Heerenveen - Gem. Leeuwarden - Gem. Ooststellingwerf - Gem. Opsterland - Gem. Smallingerland - Gem. Tytsjerksteradiel - Gem. Weststellingwerf


11 Controleverklaring


SZW

G1B

Ontvanger

Juridische grondslag

uitkering

Nummer

Departement

Bijlage: Sisa-gegevens SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa

Wet sociale werk- Hieronder per regel één gevoorziening (Wsw) meente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verWet sociale werkantwoordingsinformatie voor die voorziening (Wsw) gemeente invullen Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar liAard controle n.v.t. chaam verantwoordt hier per gemeente Indicatornummer: G1B / 01 over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.

I N D I C A T O R E N Het totaal aantal geïndiHet totaal aantal ceerde inwoners per geinwoners dat is uitmeente dat een dienstbegestroomd uit het trekking heeft of op de werknemersbestand wachtlijst staat en beschikin (jaar T), uitgedrukt baar is om een dienstbein arbeidsjaren trekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) Aard controle R Indicatornummer: G1B / 02

Aard controle R Indicatornummer: G1B / 03

Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren

Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren



1 0014 (Groningen)

1,25

0,00

0,00

0,00

2 0015 (Grootegast)

3,00

0,00

1,00

0,00

3 0022 (Leek)

0,00

0,89

0,30

0,00

4 0025 (Marum)

0,00

1,00

0,00

0,00

5 0051 (Skarsterlan)

14,50

6,23

14,80

1,00

6 0055 (Boarnsterhim)

21,50

2,88

19,79

0,00

7 0058 (Dongeradeel)

4,75

0,63

2,75

0,00

8 0059 (Achtkarspelen)

277,25

12,82

212,19

9,88

9 0063 (Het Bildt)

5,00

0,00

3,44

0,00

10 0070 (Franekeradeel)

2,00

0,00

2,00

0,00

11 0074 (Heerenveen)

498,50

18,81

362,27

21,73

12 0079 (Kollumerland C.a.)

2,00

1,00

3,17

0,00

13 0080 (Leeuwarden)

741,25

36,13

553,20

18,81

14 0081 (Leeuwarderadeel)

13,50

2,70

9,53

0,00

15 0082 (Lemsterland)

0,00

1,00

0,67

0,00

Bijlage: Sisa-gegevens 16 0085 (Ooststellingwerf)

237,75

12,12

174,44

11,74

17 0086 (Opsterland)

204,25

12,96

150,83

14,36

18 0090 (Smallingerland)

577,00

28,25

398,58

36,38

19 0098 (Weststellingwerf)

301,50

11,00

229,78

14,75

20 0119 (Meppel)

1,00

0,00

1,00

1,00

21 0140 (Littenseradiel)

0,00

0,00

1,11

0,00

22 0171 (Noordoostpolder)

1,00

0,00

1,00

0,00

23 0299 (Zevenaar)

0,00

1,00

0,00

0,00

24 0451 (Uithoorn)

0,00

0,89

0,00

0,00

25 0737 (Tytsjerksteradiel)

198,50

12,05

162,09

10,94

26 1701 (Westerveld)

2,00

0,00

1,62

0,00

27 1708 (Steenwijkerland)

2,25

1,00

2,00

0,00

28 1722 (Ferwerderadiel)

2,00

0,79

1,90

0,00

29 1891 (Dantumadiel)

7,50

1,00

5,11

0,39

30 1900 (Súdwest Fryslân)

6,50

2,25

4,01

0,00

31 1908 (Menameradiel)

5,00

0,09

6,28

1,00

3.130,75

167,47

2.324,86

141,98

Totaal

30

Recommend Documents