voor de aankoop van een van de beste buitenboordmotoren op de markt. U hebt verstandig in vaarplezier geïnvesteerd. Uw buitenboordmotor is vervaardigd door Mercury Marine, een wereldleider op het gebied van scheepstechnologie en fabricage van buitenboordmotoren sinds 1939. We hebben deze jarenlange ervaring altijd ingezet bij ons streven om de beste kwaliteitsproducten te produceren. Dit heeft uitgemond in de reputatie van Mercury Marine voor strenge kwaliteitsbeheersing, uitmuntendheid, lange levensduur, duurzame prestaties en het leveren van de beste ondersteuning na verkoop. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de buitenboordmotor gebruikt. Deze handleiding is samengesteld om u bij te staan bij het bedienen, veilig gebruiken en onderhouden van de buitenboordmotor.
90-8M0057982 211
Dank u
Wij bij Mercury Marine hebben uw buitenboordmotor met groot genoegen gebouwd en wensen u vele gelukkige en veilige jaren vaarplezier. Nogmaals, hartelijk dank voor uw vertrouwen in Mercury Marine.
De motoren hebben een Emission Control Information-sticker als permanent bewijs van certificatie door de EPA.
!
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van dit product bevatten chemische stoffen waarvan door de staat Californië is vastgesteld dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsfuncties veroorzaken.
Informatie over garantie
25/30 EFI FourStroke
Emissievoorschriften volgens EPA Over buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten door Mercury Marine worden verkocht, is officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aan de vereisten voor de beperking van luchtvervuiling door nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerd door een werkplaats/persoon werkzaam in scheepsmotorreparaties.
Voor het door u aangeschafte product geldt een beperkte garantie van Mercury Marine. De voorwaarden van de garantie staan vermeld in de paragraaf Informatie over garantie in deze handleiding. De informatie over de garantie beschrijft wat de garantie wel en niet dekt, hoe lang de garantie geldt, hoe u garantiedekking verkrijgt, belangrijke afwijzingen en beperkingen en andere relevante informatie. U wordt verzocht deze belangrijke informatie door te lezen.
Mercury Marine, Fond du Lac, Wisconsin, VS Litho in de VS. © 2011, Mercury Marine Mercury, Mercury Marine, MerCruiser, Mercury MerCruiser, Mercury Racing, Mercury Precision Parts, Mercury Propellers, Mariner, Quicksilver, #1 On The Water, Alpha, Bravo, Pro Max, OptiMax, Sport-Jet, K-Planes, MerCathode, RideGuide, SmartCraft, Zero Effort, de Mercury-logo's en het SmartCraft-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Brunswick Corporation. Het Mercury Product Protection-logo is een gedeponeerd servicemerk van de Brunswick Corporation.
nld
i
© 2011 Mercury Marine
De beschrijving en specificaties in deze handleiding waren van kracht tijdens het ter perse gaan van deze handleiding. Mercury Marine streeft naar constante verbetering en behoudt zich daarom het recht voor om de productie van bepaalde modellen te staken en om specificaties, ontwerpen, methodes of procedures zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verdere verplichtingen te wijzigen.
Mercury Premier Service Mercury beoordeelt de dienstverlening door haar dealers en verleent het predicaat "Mercury Premier" aan dealers die blijk hebben gegeven van hun inzet voor service van topklasse. Als een dealer het predicaat Mercury Premier Service verkrijgt, betekent dit dat de dealer: •
volgens de CSI (Customer Satisfaction Index) gedurende 12 maanden hoog gescoord heeft voor garantieservice;
•
beschikt over alle vereiste servicegereedschap, testuitrusting, handleidingen en onderdelencatalogi;
•
ten minste één Certified- of Master-monteur in dienst heeft;
•
alle klanten van Mercury Marine tijdig service verleent;
•
langer dan gebruikelijk open is en, waar gepast, op locatie service verleent;
•
een voldoende inventaris van originele Mercury Precision Parts gebruikt, uitstalt en in voorraad houdt;
•
een schone en nette werkplaats heeft, met goed geordend gereedschap en servicedocumentatie.
Verklaring van Overeenstemming - voor voortstuwingsmotoren op pleziervaartuigen, naar de eisen van Richtlijn 94/25/EC, aangevuld met 2003/44/EC Naam motorfabrikant: Tohatsu Marine Corporation (TMC) Mercury Marine Joint Venture Adres: Shimodaira 4495-9 Plaats: Komagane-City, Nagano
Postcode: 399-4101
Land: Japan
Naam van erkend vertegenwoordiger: Brunswick Marine in EMEA Inc. Adres: Parc Industriel de Petit-Rechain Plaats: Verviers
Postcode: B-2800
Land: België
Naam van aangemelde instantie voor beoordeling van uitlaatgasemissie: TUV SUD Group Adres: Ridlerstrasse 65 Plaats: München
Postcode: 80339
Land: Duitsland
ID-nummer: 0123
Naam van aangemelde instantie voor beoordeling van geluidsemissie: International Marine Certification Institute Adres: Rue Abbe Cuypers 3 Plaats: Brussel
Postcode: B-1040
Land: België
ID-nummer: 0609
Ter beoordeling van overeenstemming uit‐ ☒ B+C laatgasemissie gebruikte module:
☐ B+D
Of motortype goedgekeurd conform:
☐ Fase II van Richtlijn 97/68/EC
Gebruikte module ter beoordeling van overeenstemming geluidsemissie:
☐A
☒ Aa
☐ B+E
☐G
☐ B+F
☐G
☐H
☐ Richtlijn 88/77/ EC
☐H
Andere toegepaste EC-richtlijnen: Richtlijn veiligheid van machines 98/37/EC; Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC
ii
nld
Beschrijving van motoren en essentiële eisen Motortype
Brandstoftype
Verbrandingsmotor
☐ Z of hekaandrijving zonder ingebouwde uitlaat
☐ Diesel
☐ Tweetakt
☒ Buitenboordmotor
☒ Benzine
☒ Viertakt
Identificatie van motoren waarvoor deze Verklaring van Overeenstemming geldt Naam motorklasse
Uniek motoridentificatienummer: Beginnend serienummer
Certificaat van EG-typeonderzoek of nummer van typegoedkeuringcertificaat
15, 20 hp
0R335220
SB5 07 12 57840 027
25, 30 hp EFI
0R336045
SB5 05 10 57840 003
Essentiële eisen
Normen
Ander(e) methode/ document voor har‐ monisatie
Technisch dos‐ sier
Nadere specificatie (* = verplichte norm)
Bijlage 1.B – Uitlaatgasemissie B.1 Motoridentificatie
☐
☐
☒
B.2 Vereisten uitlaatgasemissie
☒*
☐
☐
B.3 Duurzaamheid
☐
☐
☒
B.4 Gebruikershandleiding
☒
☐
☐
ISO 8665: 1995
C.1 Geluidsemissieniveaus
☒*
☐
☐
EN ISO 14509
C.2 Gebruikershandleiding
☐
☒
☐
Gebruikershandleiding
* EN ISO 8718-1:1996
Bijlage 1.C—Geluidsemissie
Deze verklaring van overeenstemming wordt afgegeven onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de fabrikant. Ik verklaar uit naam van de motorfabrikant dat de hierboven vermelde motoren op de gespecificeerde wijze voldoen aan alle geldende essentiële vereisten. Naam/functie: Mark D. Schwabero, President, Mercury Outboard
Datum en plaats van uitgifte: 24 juli 2008 Fond du Lac, Wisconsin, VS
nld
iii
iv
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Garantieregistratie.............................................................................................................................................. 1 Overdracht van garantie..................................................................................................................................... 1 Overdracht van Mercury Product Protection‑garantie (uitbreiding servicedekking) – Verenigde Staten en Canada ............................................................................................................................................................................ 2 Beperkte garantie voor FourStroke buitenboordmotoren.................................................................................... 2 Beperkte garantie voor FourStroke buitenboordmotoren.................................................................................... 3 Beperkte garantie voor FourStroke buitenboordmotoren.................................................................................... 5 Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie....................................................................................................... 7 Garantiedekking en uitsluitingen......................................................................................................................... 8 Beperkte emissiegarantie volgens Amerikaanse EPA........................................................................................ 9 Onderdelen van emissieregelsysteem................................................................................................................ 9 Beperkte garantie emissies Californië.............................................................................................................. 10 Uitleg over uw California Emission Control‑garantieverklaring van de California Air Resources Board........... 12 Ster‑emissiecertificatielabel.............................................................................................................................. 12
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder........................................................................................................... 14 Vóór het bedienen van de buitenboordmotor.................................................................................................... 14 Vermogen van de boot...................................................................................................................................... 14 Gebruik van race‑ en speedboten..................................................................................................................... 15 Schroef selecteren............................................................................................................................................ 15 Buitenboordmodellen met afstandsbediening .................................................................................................. 17 Kennisgeving over externe besturing................................................................................................................ 17 Dodemansschakelaar....................................................................................................................................... 18 Mensen in het water beschermen..................................................................................................................... 20 Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton‑ en dekboten................................................................. 20 Over golven en kielwater springen.................................................................................................................... 22 Botsingen met obstakels onder water............................................................................................................... 22 Veiligheidsinstructies voor buitenboordmotoren met stuurknuppel................................................................... 23 Uitlaatemissies.................................................................................................................................................. 24 Accessoires voor uw buitenboordmotor selecteren.......................................................................................... 25 Suggesties voor veilig varen............................................................................................................................. 25 Noteren van het serienummer.......................................................................................................................... 26 Technische Gegevens...................................................................................................................................... 26 Identificatie van componenten.......................................................................................................................... 28
VERVOER De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren ........................................................................................ 32 De van de boot verwijderde buitenboordmotor vervoeren................................................................................ 32 Losse brandstoftanks vervoeren....................................................................................................................... 33
nld
v
BRANDSTOF en OLIE Aanbevelingen voor brandstof.......................................................................................................................... 34 Vereiste beperkt doorlatende brandstofslang .................................................................................................. 35 EPA‑eisen voor onder druk staande losse brandstoftanks............................................................................... 35 Eis voor brandstofvraagklep (fuel demand valve; FDV).................................................................................... 35 De onder druk staande draagbare brandstoftank van Mercury Marine............................................................ 35 Brandstoftank vullen......................................................................................................................................... 36 Aanbevolen motorolie....................................................................................................................................... 37 Motorolie controleren en toevoegen................................................................................................................. 37
FUNCTIES en BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening.................................................................................................................. 39 Functies model met stuurknuppel..................................................................................................................... 40 Waarschuwingssysteem................................................................................................................................... 43 Modellen met stuurknuppel en handmatig gasbekrachtigd opklappen............................................................. 45 Modellen met stuurknuppel en handmatig opklappen...................................................................................... 48 Trim‑ en opklapbekrachtiging (indien uitgerust)................................................................................................ 51 Trimvinnen afstellen.......................................................................................................................................... 54
BEDIENING Controlelijst vóór het starten............................................................................................................................. 56 Varen bij temperaturen onder het vriespunt...................................................................................................... 56 Varen in zout of vervuild water.......................................................................................................................... 56 Instructies alvorens te starten........................................................................................................................... 56 Procedure voor inlopen van de motor............................................................................................................... 57 Motor starten ‑ Modellen met afstandsbediening.............................................................................................. 57 Motor starten ‑ Modellen met stuurknuppel...................................................................................................... 59 Schakelen......................................................................................................................................................... 62 Motor stoppen................................................................................................................................................... 62 Starten in geval van nood................................................................................................................................. 63
vi
nld
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor............................................................................................................... 65 Emissieverordeningen van de Amerikaanse EPA............................................................................................ 65 Inspectie‑ en onderhoudsschema..................................................................................................................... 66 Koelsysteem doorspoelen................................................................................................................................. 67 Motorkap verwijderen en installeren................................................................................................................. 68 Onderhoud van de buitenkant........................................................................................................................... 69 Accu inspecteren ............................................................................................................................................. 69 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 69 Stuurstangbevestigers...................................................................................................................................... 70 Anticorrosieanode............................................................................................................................................. 71 Schroef vervangen............................................................................................................................................ 73 Bougie inspecteren en vervangen.................................................................................................................... 75 Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen......................................................................................... 76 Inspectie distributieriem.................................................................................................................................... 77 Smeerpunten.................................................................................................................................................... 77 Trimbekrachtigingsvloeistof controleren........................................................................................................... 80 Motorolie verversen ......................................................................................................................................... 81 Smering van het onderwaterhuis...................................................................................................................... 82 Onder water geraakte buitenboordmotor.......................................................................................................... 83
OPSLAG Voorbereiding voor opslag................................................................................................................................ 84 Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen.................................................................................. 84 Beschermen van inwendige motoronderdelen.................................................................................................. 85 Onderwaterhuis................................................................................................................................................. 85 Buitenboordmotor plaatsen voor opslag........................................................................................................... 85 Accu‑opslag...................................................................................................................................................... 85
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen)........................................................................... 86 Motor start niet.................................................................................................................................................. 86 Motor loopt onregelmatig.................................................................................................................................. 86 Prestatieverlies................................................................................................................................................. 87 Accu kan lading niet houden............................................................................................................................. 87
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice ............................................................................................................................ 88 Service onderweg............................................................................................................................................. 88 Inlichtingen over onderdelen en accessoires.................................................................................................... 88 Servicebijstand.................................................................................................................................................. 88 .......................................................................................................................................................................... 88
nld
vii
INSTALLEREN Informatie over installeren................................................................................................................................. 90 Buitenboordmotor installeren............................................................................................................................ 91 Elektrische bedrading, accuaansluiting, brandstoftanks................................................................................. 100 Bedieningskabel installeren............................................................................................................................ 103 Schroef installeren.......................................................................................................................................... 107
ONDERHOUDSLOGBOEK Onderhoudslogboek........................................................................................................................................ 109
viii
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Garantieregistratie VERENIGDE STATEN EN CANADA Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij Mercury Marine geregistreerd zijn. Bij de verkoop hoort de verkopende dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan Mercury Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulier legt Mercury Marine de registratie vast. De verkopend dealer dient u een kopie van de garantieregistratie te verstrekken.
NB: Mercury Marine en alle leveranciers van scheepvaartproducten die in de Verenigde Staten verkocht worden, moeten registratielijsten bijhouden ingeval een terugroeping vanwege veiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient te worden gemeld. U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door Mercury Marine op te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motor aan de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine te sturen. Ook uw dealer kan deze gegevenswijziging verwerken. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax +1 920 929 5893
BUITEN DE VERENIGDE STATEN EN CANADA Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
Overdracht van garantie VERENIGDE STATEN EN CANADA De beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen maar alleen voor de resterende, ongebruikte termijn van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor commerciële toepassingen worden gebruikt. Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt u een kopie van de eigendomsoverdracht of verkoopovereenkomst met de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het serienummer van de motor per post of fax naar de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine. Stuur deze in de Verenigde Staten en Canada naar: Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax +1 920 929 5893 Na verwerking van de garantieoverdracht registreert Mercury Marine de informatie van de nieuwe eigenaar. Er zijn aan deze service geen kosten verbonden.
BUITEN DE VERENIGDE STATEN EN CANADA Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
nld
1
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Overdracht van Mercury Product Protection-garantie (uitbreiding servicedekking) – Verenigde Staten en Canada De resterende dekkingstermijn van de Product Protection-garantie kan aan een volgende koper van de motor worden overgedragen binnen dertig (30) dagen na de verkoopdatum. Contracten die niet binnen dertig (30) dagen na de volgende aankoop worden overgedragen komen te vervallen, waarna het product niet langer in aanmerking komt voor dekking volgens de contractvoorwaarden. Neem om de garantie aan de volgende eigenaar over te dragen contact op met Mercury Product Protection of een erkend leverancier om een overdrachtformulier aan te vragen. U dient hiervoor Mercury Product Protection een aankoopbewijs, het ingevulde overdrachtformulier en een cheque ten gunste van Mercury Marine voor US $ 50,00 (per motor) voor de overdrachtskosten te doen toekomen. De garantiedekking is niet overdraagbaar op producten of toepassingen die hiervoor niet in aanmerking komen. De garantie voor "Certified Pre-Owned" motoren is niet overdraagbaar. Neem voor hulp of assistentie contact op met de afdeling Mercury Product Protection op het nummer +1 (888) 427 5373 van 07:30 tot 16:30 CST, maandag t/m vrijdag, of stuur een e-mail aan mpp_support@mercmarine.com.
Beperkte garantie voor FourStroke buitenboordmotoren VERENIGDE STATEN EN CANADA Buiten de Verenigde Staten en Canada – neem contact op met uw plaatselijke distributeur. WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe producten vrij zijn van materiaalen fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf ofwel de datum waarop het product voor het eerst aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, is verkocht ofwel de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. De garantiedekking kan beëindigd worden voor gebruikte teruggenomen producten, of voor producten die zijn aangeschaft op een veiling, van een sloperij of van een verzekeringsmaatschappij. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. De garantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Verkeerde garantieregistratie-informatie met betrekking tot gebruik als pleziervaartuig of een latere wijziging van recreatief naar commercieel gebruik (tenzij naar behoren opnieuw geregistreerd) kan, uitsluitend naar goeddunken van Mercury Marine, de garantie ongeldig maken. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud" moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen goeddunken, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
2
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet een bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd zodra om service uit hoofde van garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt is door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet binnen het aanbevolen toerentalgebied kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/de werkcyclus in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud", verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerd onderhoud, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de "Handleiding voor gebruik en onderhoud"), wijzigen of verwijderen van onderdelen, of water dat de motor binnenkomt via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater met als oorzaak verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer ook en ook door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon (met inbegrip van de erkende Mercury Marine-dealers) werd door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken buiten de bepalingen in deze beperkte garantie om; indien deze toch werden verstrekt, zijn ze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
Beperkte garantie voor FourStroke buitenboordmotoren EUROPA EN DE FEDERATIE VAN ONAFHANKELIJKE STATEN Buiten Europa en de Federatie van Onafhankelijke Staten – raadpleeg uw plaatselijke distributeur.
nld
3
INFORMATIE OVER DE GARANTIE WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe producten vrij zijn van materiaalen fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende twee (2) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, of de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in gebruik wordt genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. De garantiedekking kan beëindigd worden voor gebruikte of teruggenomen producten, of voor producten die zijn aangeschaft op een veiling, van een sloperij of van een verzekeringsmaatschappij. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. De garantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud" moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om toekomstige garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen beoordeling, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet een bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd zodra om service uit hoofde van garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt is door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is vervaardigd of verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor binnenkomt via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater als gevolg van verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer ook en ook door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig.
4
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon, erkende Mercury Marine-dealers evenmin, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken behalve die welke in deze beperkte garantie staan; indien dit toch is gebeurd zijn deze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
Beperkte garantie voor FourStroke buitenboordmotoren MIDDEN-OOSTEN EN AFRIKA WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe buitenboordmotor- en jetaandrijvingproducten vrij zijn van materiaal- en fabricagefouten gedurende de hieronder beschreven termijn. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, of de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in gebruik is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. De garantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud" moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen beoordeling, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen.
nld
5
INFORMATIE OVER DE GARANTIE HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet een bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd zodra om service uit hoofde van garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt wordt door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstoffen, oliën of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor door de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater veroorzaakt door verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer ook en ook door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon, erkende Mercury Marine-dealers evenmin, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken behalve die welke in deze beperkte garantie staan; indien dit toch is gebeurd zijn deze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de Handleiding voor gebruik en onderhoud raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
6
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat een nieuwe Mercury, Mariner, Mercury Racing, Sport Jet, M2 Jet Drive, Tracker van Mercury Marine Outboard, Mercury MerCruiser binnenboord- of hekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten werking zal raken direct ten gevolge van corrosie.
DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven, moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangen van zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingen en krasjes) om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrisch systeem; corrosie als gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service; corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerde jetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkte productgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht); producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt.
nld
7
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt, metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet worden geboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de Mercury Precision onderdelen of het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade die door verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedekt door deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-ButylTin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij de wet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aan op de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrische verbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakte ruimte van minstens38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Garantiedekking en uitsluitingen Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen. In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. De hieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten als gevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voor buitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen. Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaal en afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het product van invloed zijn, worden niet gedekt. De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht in het land waarin distributie door ons is goedgekeurd. Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zal graag al uw vragen beantwoorden.
ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE 1.
Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen van de ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren van smeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.
2.
In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten, zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en door water beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud.
3.
Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerde installatie of service.
4.
Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderen en/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, alle bijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product worden verschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.
5.
Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting te voldoen. 8
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE 6.
Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder de volgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geen erkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteiten hebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om het werk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).
7.
De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoon- of huurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).
8.
Gebruik van andere dan Mercury Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparaties tijdens de garantieperiode.
9.
De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeel van normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product is veroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt.
10. Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voor racen bedoeld onderwaterhuis. 11. Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstig probleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder de garantie worden verholpen. 12. Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onder water, wordt als een gevaar van het varen beschouwd. 13. Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt of onderdompeling. 14. Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten van een motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hoog gemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor. 15. Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud. 16. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of het gebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingen die geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantie gedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.
Beperkte emissiegarantie volgens Amerikaanse EPA Overeenkomstig de verplichtingen voortvloeiend uit 40 CFR deel 1045, subdeel M, verleent Mercury Marine de koper een emissiegarantie van vijf jaar of 175 motorbedrijfsuren (wat het eerst komt), inhoudend dat de motor zodanig is ontworpen, gebouwd en uitgerust dat deze bij verkoop aan de geldende voorschriften volgens hoofdstuk 213 van de Clean Air Act voldoet en dat de motor vrij is van materiaalgebreken en fabricagefouten waardoor de motor niet meer aan de geldende voorschriften zou voldoen. Deze emissiegarantie geldt voor alle componenten die vermeld staan in de lijst Onderdelen van emissieregelsysteem.
Onderdelen van emissieregelsysteem De emissiegarantie volgens de EPA en voor Californië geldt voor alle componenten die vermeld staan in de volgende lijst:
ONDERDELEN VAN HET EMISSIEREGELSYSTEEM: 1.
Brandstofdoseersysteem a. Carburateur en inwendige onderdelen (en/of drukregelaar of brandstofinjectiesysteem) b. Verrijkingssysteem voor koude start c. Inlaatkleppen
2.
Luchtaanzuigsysteem a. Inlaatspruitstuk b. Turbolader- of superchargersysteem (waar van toepassing)
3. nld
Ontstekingssysteem 9
INFORMATIE OVER DE GARANTIE a. Bougies b. Magnetisch of elektronisch ontstekingssysteem c. Systeem voor vonkvervroeging-/vertraging d. Bobine en/of ontstekingsmodule e. Bedrading ontstekingssysteem 4.
Smeersysteem (behalve viertaktmotoren) a. Oliepomp en inwendige onderdelen b. Olie-injectors c. Oliemeter
5.
Uitlaatsysteem a. Uitlaatspruitstuk b. Uitlaatkleppen
6.
Diverse onderdelen gebruikt in bovenstaande systemen a. Slangen, klemmen, aansluitingen, buizen, afdichtpakkingen of -voorzieningen en bevestigingsmaterialen b. Poelies, riemen en spanrollen c. Vacuüm-, temperatuur- en terugslagkleppen en -schakelaars, eventueel tijdgeschakeld d. Elektronische bedieningselementen
De garantie op het emissiesysteem geldt alleen voor onderdelen die bij een defect de motoremissie van onder de bepaling vallende verontreinigende stoffen zouden verhogen.
Beperkte garantie emissies Californië De California Air Resources Board heeft emissievoorschriften uitgevaardigd voor buitenboordmotoren. De voorschriften gelden voor alle buitenboordmotoren verkocht aan kopers in Californië en vervaardigd in modeljaar 2001 en later. In navolging van deze regelgeving biedt Mercury Marine deze beperkte garantie voor het emissieregelsysteem (zie de componenten die vermeld staan onder Onderdelen van emissieregelsysteem) en garandeert het tevens dat de buitenboordmotor is ontworpen, gebouwd en uitgerust conform alle geldende voorschriften uitgevaardigd door de California Air Resources Board overeenkomstig de bevoegdheden volgens hoofdstukken 1 en 2, deel 5, divisie 26 van de Health and Safety Code. Zie voor informatie betreffende de beperkte garantie voor andere onderdelen van de buitenboordmotor de verklaring van beperkte garantie voor uw buitenboordmotor. WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat de componenten van de emissieregelsystemen (zie de lijst met componenten onder Onderdelen van emissieregelsysteem) van de nieuwe buitenboordmotoren vervaardigd in modeljaar 2001 (en later), verkocht door dealers in Californië aan kopers woonachtig in Californië, vrij zijn van materiaalgebreken of fabricagefouten die het uitvallen van gegarandeerde onderdelen veroorzaken, in alle materiële aspecten identiek zijn aan de onderdelen zoals beschreven in de aanvraag voor certificering van Mercury Marine door de California Air Resources Board, voor de hieronder gespecificeerde tijdsduur en voorwaarden. De kosten voor vaststelling van een defect dat onder de garantie valt, worden gedekt door de garantie (als de garantieclaim wordt toegewezen). Van schade aan andere motoronderdelen veroorzaakt door defecten aan een onderdeel dat onder de garantie valt, zijn de reparatiekosten ook gedekt door deze garantie. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie dekt de onderdelen van het emissieregelsysteem van nieuwe buitenboordmotoren uit modeljaar 2001 (en later) die zijn verkocht aan kopers in Californië. De garantie geldt voor een periode van vier (4) jaar vanaf de datum dat het product is verkocht, voor het eerst in bedrijf is gesteld (wat zich het eerst voordoet) of tot een totaal van 250 motorbedrijfsuren (zoals vastgesteld door de urenteller van de motor, indien van toepassing). Normale onderhoudspunten die samenhangen met emissie zoals bougies en filters, vermeld op de lijst van onderdelen onder garantie, zijn uitsluitend gedekt tot het eerste onderhoudsinterval. Zie Onderdelen van emissieregelsysteem en Onderhoudsschema. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Resterende garantiedekking kan worden overgedragen aan de volgende koper. (Zie de instructies betreffende het overdragen van de garantie.)
10
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE VERKRIJGEN VAN GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar zo'n dealer kan brengen, dient hij contact op te nemen met Mercury Marine en Mercury zal dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie organiseren. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury Marine’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen inzicht en op eigen kosten, repareren van een defect onderdeel of vervangen van een dergelijk onderdeel(delen) door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen dan wel het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage en schade die veroorzaakt worden door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet kan draaien binnen de aanbevolen toerentalzone (zie Algemene informatie - specificaties), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met de aanbevolen gebruiksprocedures, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie Brandstof en olie), wijzigingen aan of verwijdering van onderdelen. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling die niet onder de garantie vallen, kunnen worden uitgevoerd door een willekeurige werkplaats of monteur gespecialiseerd in scheepsmotorreparatie. Bij gebruik van onderdelen die niet afkomstig zijn van Mercury voor niet onder de garantie vallende(e) onderhoud of reparatie, behoudt u uw recht op andere werkzaamheden onder garantie. Het gebruik van toegevoegde (zoals gedefinieerd in paragraaf 1900 (b)(1) en (b)(10) van Titelblad 13 van de California Code of Regulations) of gewijzigde onderdelen die niet zijn ontheven door de California Air Resources Board, kan tot gevolg hebben dat naar het oordeel van Mercury Marine een garantieclaim wordt afgewezen. Onderdelen die onder de garantie vallen en die een defect hebben als gevolg van het gebruik van een nietontheven toegevoegd of gewijzigd onderdeel, zijn niet gedekt. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN. Heeft u vragen over uw rechten en verantwoordelijkheden met betrekking tot de garantie, neem dan contact op met Mercury Marine op 1-920-929-5040.
nld
11
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Uitleg over uw California Emission Control-garantieverklaring van de California Air Resources Board UW RECHTEN EN PLICHTEN ONDER DEZE GARANTIE: De California Air Resources Board legt u graag de garantievoorwaarden uit voor het emissieregelsysteem voor uw buitenboordmotor uit modeljaar 2001 of later. In Californië moeten nieuwe buitenboordmotoren zo worden ontworpen, gebouwd en uitgerust dat ze voldoen aan de strenge anti-smogvoorschriften die in deze staat gelden. Mercury Marine moet het emissieregelsysteem op uw buitenboordmotor garantiedekking geven voor de hieronder vermelde tijdsduur, op voorwaarde dat er geen sprake is van misbruik, verzuim of verkeerd onderhoud met betrekking tot uw buitenboordmotor. Uw emissieregelsysteem kan de volgende onderdelen bevatten: carburateur of brandstofinjectiesysteem, ontstekingssysteem en katalysator. Het systeem kan eveneens slangen, riemen, connectors en andere met emissie verband houdende onderdelen bevatten. Als het defect onder de garantie valt, repareert Mercury uw buitenboordmotor zonder kosten voor u, inclusief diagnose, onderdelen en arbeidsloon. GARANTIEDEKKING FABRIKANT: Voor bepaalde onderdelen voor emissieregeling van buitenboordmotoren uit modeljaar 2001 en later geldt de garantiedekking vier (4) jaar of 250 bedrijfsuren, wat zich het eerste voordoet. Garantiedekking gebaseerd op het aantal uren is echter alleen toegestaan voor buitenboordmotoren en kleine vaartuigen die zijn uitgerust met geschikte urentellers of gelijkwaardige meters. Als een met emissie verband houdend onderdeel van uw motor defect raakt onder de garantie, zal Mercury Marine dit onderdeel repareren of vervangen. GARANTIE-VERANTWOORDELIJKHEDEN EIGENAAR: De eigenaar van de buitenboordmotor is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vereiste onderhoud zoals beschreven in de lijst in het hoofdstuk Onderhoud. Mercury Marine raadt u aan alle kwitanties m.b.t onderhoud van uw buitenboordmotor te bewaren, maar Mercury Marine kan de garantie niet afwijzen uitsluitend vanwege het ontbreken van kwitanties of omdat u niet alle geplande onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd. Als eigenaar van de buitenboordmotor hoort u zich er altijd van bewust te zijn dat Mercury Marine de garantiedekking kan afwijzen als uw buitenboordmotor of een onderdeel een defect heeft opgelopen door misbruik, nalatigheid, verkeerd onderhoud of niet-geautoriseerde wijzigingen. Het is uw verantwoordelijkheid de buitenboordmotor voor onderhoud naar een hiervoor geautoriseerde Mercurydealer te brengen zodra zich een probleem voordoet. De reparaties die onder de garantie vallen worden uitgevoerd binnen een redelijke tijdsduur, tot maximaal 30 dagen. Heeft u vragen over uw rechten en verantwoordelijkheden met betrekking tot de garantie, neem dan contact op met Mercury Marine op 1-920-929-5040.
Ster-emissiecertificatielabel Buitenboordmotoren hebben een van de volgende ster-labels op de motorkap. Het symbool voor een schonere scheepsmotor betekent: Schonere lucht en schoner water - voor een gezondere levensstijl en natuur. Lager brandstofverbruik - verbruikt tot 30–40 procent minder gas en olie dan conventionele tweetaktmotoren met carburateur, waardoor u geld en energie bespaart. Langer geldende garantie op de emissie - beschermt de gebruiker en staat garant voor zorgeloos gebruik. Eén ster - lage emissie Het label met één ster wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2001 van de Air Resources Board. Bij motoren die aan deze normen voldoen, is de uitlaatemissie 75% lager dan bij conventionele tweetaktmotoren met een carburateur. Deze motoren 22531 voldoen aan de normen voor scheepsmotoren van 2006 van de Amerikaanse EPA.
12
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Twee sterren - zeer lage emissie
42537
Het label met twee sterren wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2004 voor kleine vaartuigen en buitenboordmotoren van de Air Resources Board. Bij motoren die aan deze normen voldoen, is de uitlaatemissie 20% lager dan bij motoren met het label "één ster - lage emissie". Drie sterren - ultralage emissie
42538
Het label met drie sterren wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2008 voor kleine vaartuigen en buitenboordmotoren of de uitlaatemissienormen van 2003/2008 voor scheepsmotoren (binnenboord- en hekaandrijving) van de Air Resources Board. Bij motoren die aan deze normen voldoen, is de uitlaatemissie 65% lager dan bij motoren met het label "één ster - lage emissie". Vier sterren - superlage emissie
42539
nld
Het label met vier sterren wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2009 voor scheepsmotoren (binnenboord en hekaandrijving) van de Air Resources Board. Kleine vaartuigen en buitenboordmotoren voldoen soms ook aan deze normen. Bij motoren die aan deze normen voldoen is de uitlaatemissie 90% lager dan die van motoren met het label "één ster - lage emissie".
13
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van de medeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehele handleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt. Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te starten en te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.
Vóór het bedienen van de buitenboordmotor Lees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u de buitenboordmotor op de juiste wijze bedient. Voor eventuele vragen kunt u contact met uw dealer opnemen. Het in acht nemen van de veiligheids- en bedieningsinformatie en gezond verstand kunnen samen dit risico van letsel en beschadiging van het product helpen voorkomen. In deze handleiding en op de veiligheidslabels op de buitenboordmotor worden de volgende veiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht op speciale veiligheidsaanwijzingen te vestigen die gevolgd moeten worden.
!
GEVAAR
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden.
!
WAARSCHUWING
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
!
OPGELET
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
KENNISGEVING Duidt op een situatie die tot uitval van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
Vermogen van de boot !
WAARSCHUWING
Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot.
14
nld
ALGEMENE INFORMATIE Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Gebruik van race- en speedboten Als uw buitenboordmotor gebruikt zal worden op een speed- of raceboot waarmee u niet vertrouwd bent, raden wij aan dat u er pas snel mee vaart na een eerste kennismakingsdemonstratie door uw dealer of een bestuurder die ervaring heeft met deze combinatie van vaartuig en buitenboordmotor. Vraag voor nadere informatie een exemplaar aan van de brochure Gebruik van race- en speedbotenbij uw dealer, leverancier of bij Mercury Marine.
Schroef selecteren De schroef op uw buitenboordmotor is één van de belangrijkste onderdelen van het voorstuwingssysteem. Een verkeerd gekozen schroef kan de prestatie van uw boot aanzienlijk beïnvloeden en mogelijk resulteren in beschadiging van de buitenboordmotor. Voor de schroef kunt u kiezen uit een compleet assortiment aluminium en roestvrijstalen schroeven van Mercury Marine, die speciaal zijn ontworpen voor uw buitenboordmotor. Ga voor een overzicht van het complete productassortiment en voor het vinden van de optimale schroef voor uw toepassing naar www.mercmarinepropellers.com of raadpleeg de plaatselijke erkende Mercury-dealer.
DE JUISTE SCHROEF KIEZEN Bij het kiezen van de juiste schroef is gebruik van een nauwkeurige toerenteller voor het meten van het motortoerental zeer belangrijk. Kies voor uw vaartoepassing een schroef waarmee de motor binnen het gespecificeerde bedrijfsbereik voor volgas kan draaien. Bij gebruik van de boot met volgas en normale belasting hoort het motortoerental zich in de bovenste helft van het aanbevolen toerentalbereik voor volgas te bevinden. Zie Technische gegevens. Als het motortoerental boven dit bereik valt, kiest u een schroef met grotere spoed om het motortoerental te verlagen. Als het motortoerental onder dit bereik valt, kiest u een schroef met kleinere spoed om het motortoerental te verhogen. BELANGRIJK: Voor een goede passing en prestatie beveelt Mercury Marine gebruik aan van schroeven en bevestigingsmateriaal van de merken Mercury of Quicksilver.
nld
15
ALGEMENE INFORMATIE De schroeven worden aangeduid op basis van diameter, spoed, het aantal bladen en het materiaal. De diameter en spoed zijn in de zijkant of op het uiteinde van de schroefnaaf gestanst (gegoten). Het eerste cijfer geeft de diameter van de schroef aan en het tweede de spoed. Zo staat '14x19' voor een schroef met diameter van 14 in. en een spoed van 19 in.
a
22669
b ab-
Diameter Spoed - afgelegde afstand na één rotatie
Hieronder volgt elementaire informatie over schroeven die u zal helpen de juiste schroef voor uw vaartoepassing te kiezen. Diameter - De diameter is de diameter van de denkbeeldige cirkel die wordt gevormd wanneer de schroef draait. De juiste diameter van elke schroef wordt door het ontwerp van uw buitenboordmotor bepaald. Als er voor dezelfde spoed echter meerdere diameters beschikbaar zijn, gebruikt u een grotere diameter voor toepassingen met zware belasting en een kleinere diameter voor lichtere toepassingen. Spoed - De spoed is de theoretische afstand in inches die de schroef tijdens één slag in het water in voorwaartse richting aflegt. U kunt de spoed vergelijken met de versnelling in een auto. Met een kleinere versnelling accelereert de auto sneller maar is de uiteindelijke topsnelheid lager. Op dezelfde manier accelereert ook een schroef met kleine spoed snel maar is de uiteindelijke topsnelheid lager. Naarmate de spoed groter wordt, vaart de boot sneller; de acceleratiesnelheid neemt echter af. Bepalen van de juiste spoed - Bepaal eerst het toerental bij volgas onder normale belasting. Als het toerental bij volgas binnen het aanbevolen bereik valt, selecteert u een vervangende of betere schroef met dezelfde spoed als de huidige schroef. •
Als u de spoed met 1 in. vergroot, neemt het toerental bij volgas met 150 tot 200 omw/min af.
•
Als u de spoed met 1 in. verkleint, neemt het toerental bij volgas met 150 tot 200 omw/min toe.
•
Stapt u over van een schroef met 3 bladen naar een schroef met 4 bladen dan neemt het toerental bij volgas doorgaans met 50 tot 100 omw/min af.
BELANGRIJK: Voorkom motorschade. Gebruik nooit een schroef waarmee de motor bij normaal varen met volgas het aanbevolen toerentalbereik voor volgas overschrijdt.
SCHROEFMATERIAAL De meeste door Mercury Marine vervaardigde schroeven zijn van aluminium of van roestvrij staal. Aluminium is geschikt voor algemene toepassingen en is op veel nieuwe boten de standaardkeuze. Roestvrij staal gaat vijf keer zo lang mee als aluminium en verbetert doorgaans de prestaties qua acceleratie en topsnelheid dankzij een efficiënter ontwerp. Roestvrijstalen schroeven zijn tevens in meer maten en uitvoeringen verkrijgbaar, waardoor u de ultieme prestatie van uw boot kunt bewerkstelligen.
16
nld
ALGEMENE INFORMATIE DRIE BLADEN OF VIER BLADEN Schroeven met drie en met vier bladen zijn verkrijgbaar in vele maten, zowel in aluminium als in roestvrij staal, en hebben unieke prestatiekarakteristieken. Algemeen kan worden gesteld dat schroeven met drie bladen een goede algemene prestatie leveren, met een topsnelheid die hoger ligt dan die van schroeven met vier bladen. Maar met een schroef met vier bladen planeert u sneller en is de efficiëntie op kruissnelheid groter, hoewel de topsnelheid lager ligt dan die van een schroef met drie bladen.
Buitenboordmodellen met afstandsbediening De afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. Hierdoor wordt voorkomen dat de motor start wanneer de overbrenging in een andere stand dan neutraal is geschakeld.
!
WAARSCHUWING
Starten van de motor terwijl de aandrijving is ingeschakeld kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Gebruik nooit boten die niet zijn voorzien van een beveiliging die uitsluitend starten in neutraal toelaat.
26779
Kennisgeving over externe besturing De stuurstang die de stuurkabel aan de motor verbindt moet met behulp van zelfborgende moeren worden bevestigd. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen, omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de verbindingsstang vrij- en loskomt.
nld
17
ALGEMENE INFORMATIE !
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk heftige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig of fataal letsel oplopen.
a
a
9938
a-
zelfborgende moeren
Dodemansschakelaar De dodemansschakelaar dient om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zo ver van de bestuurdersplaats verwijderd raakt (zoals wanneer hij uit de stoel wordt geslingerd) dat de schakelaar geactiveerd wordt. Buitenboordmotoren met stuurknuppel en sommige afstandsbedieningen zijn uitgerust met een dodemansschakelaar. Een schakelaar met dodemanskoord kan als optie worden geïnstalleerd - gewoonlijk op het dashboard of aan de zijkant naast de plaats van de bestuurder. Het dodemanskoord is gewoonlijk 122–152 cm (4-5 feet) lang wanneer het uitgetrokken wordt, met een element aan het ene uiteinde dat in de schakelaar wordt gestoken en een drukker aan het andere uiteinde dat aan de bestuurder wordt bevestigd. Het dodemanskoord is spiraalvormig opgewonden, zodat het zo kort mogelijk is wanneer er niet aan wordt getrokken en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt zo klein mogelijk blijft. De lengte in uitgetrokken toestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren minimaal is, mocht de bestuurder zich nabij zijn stoel bewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het koord rond de pols of het been van de bestuurder of legt u een knoop in het koord.
b
a
21629
ab-
dodemanskoord dodemansschakelaar
Lees de onderstaande veiligheidsinformatie voordat u verdergaat.
18
nld
ALGEMENE INFORMATIE Belangrijke veiligheidsinformatie: De dodemansschakelaar dient de motor af te zetten als de bestuurder zich zo ver van de bestuurdersplaats verwijdert dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de bestuurder per ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats verwijdert. Overboord vallen of uit de stoel geslingerd worden komt eerder voor bij bepaalde boottypen zoals opblaasboten met lage zijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige helmstokbesturing. Overboord vallen of uit de stoel worden gestoten komt ook eerder voor bij onjuist gebruik, bijvoorbeeld op de rugleuning van de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij planeesnelheden, op het verhoogde dek van een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels, een naar een kant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het gebruik van alcohol of verdovende middelen en gewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid. Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot doorvaren afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd afgezet. De boot zal echter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel voor personen in het vaartraject van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait. Wij raden ten sterkste aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren ingeval ze de motor in een noodgeval moeten bedienen (bv. als de bestuurder per ongeluk uit de boot wordt geworpen).
!
WAARSCHUWING
Als de bestuurder overboord valt, zet de motor dan onmiddellijk af om de kans te verkleinen dat de boot de bestuurder raakt, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. Zorg er altijd voor dat de bestuurder goed via een koord met de dodemansschakelaar is verbonden.
!
WAARSCHUWING
Vermijd ernstig en dodelijk letsel door sterke remkrachten als gevolg van het per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar. De bestuurder van de boot mag nooit de bestuurdersplaats verlaten zonder eerst het dodemansschakelaarkoord van zijn lichaam los te halen. Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Dit kan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken: •
Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen; dit is vooral een probleem voor passagiers voorin de boot; deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of de schroef geraakt worden.
•
Verlies van vermogen en de macht over het stuur in ruwe zee, sterke stroming of harde wind.
•
Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.
ZORG DAT DE DODEMANSSCHAKELAAR EN HET KOORD ALTIJD IN GOEDE WERKENDE STAAT VERKEREN. Controleer vóór elk gebruik de werking van de dodemansschakelaar. Start de motor en stop hem door aan het dodemanskoord te trekken. Als de motor niet stopt, moet de schakelaar gerepareerd worden voordat u de boot gebruikt. Inspecteer het dodemanskoord altijd voor gebruik om te zien of het in goede staat verkeert en niet is gebroken, ingesneden of versleten. Controleer of de clips op de uiteinden van het dodemanskoord in goede staat verkeren. Vervang dodemanskoorden die beschadigd of versleten zijn.
nld
19
ALGEMENE INFORMATIE Mensen in het water beschermen TERWIJL U VAART Voor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan, wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.
21604
Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensen bevindt. Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in de neutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrij ronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT !
WAARSCHUWING
Stop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoon in het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis of door permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt. Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te laten zwemmen of waden.
Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton- en dekboten Houd tijdens het varen altijd in het oog waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan of andere stoelen gebruiken dan de stoelen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental. Een plotselinge afname in de vaarsnelheid, zoals wanneer de boot in een grote golf of in kielzog duikt, plotseling minder gas geven of een scherpe richtingsverandering van de boot kan hen van de voorkant van de boot slingeren. Als ze over de voorkant van de boot tussen de twee pontons vallen, kunnen zij door de buitenboordmotor overvaren worden.
BOTEN MET EEN OPEN VOORDEK Niemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Houd alle passagiers achter het hekje of de afzetting.
20
nld
ALGEMENE INFORMATIE Mensen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord worden geslingerd en benen die over de voorrand bengelen, kunnen door een golf worden gegrepen zodat de mensen in het water worden getrokken.
26782
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstige of dodelijke ongelukken door overboord slaan over de voorkant van een ponton of dekboot en overvaren. Blijf bij de voorkant van het dek vandaan en blijf zitten terwijl de boot vaart.
BOTEN MET VOOROP GEMONTEERDE HOGE VISSTOELEN OP VOETSTUK Hoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of op sleepsnelheid. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid. Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier die hoog zit over de voorkant uit de boot valt.
26783
nld
21
ALGEMENE INFORMATIE Over golven en kielwater springen Het varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zo snel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaalde gevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.
26784
Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. In dat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijke scherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomt na over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen. Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als de boot over golven of kielwater springt. Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwater laat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder het wateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijk tot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.
Botsingen met obstakels onder water Neem gas terug en wees voorzichtig als u in ondiep water vaart of op plaatsen waar zich onder water mogelijk obstakels bevinden die door de buitenboordmotor of de bodem van de boot geraakt kunnen worden. Het belangrijkste wat u kunt doen om letsel of stootschade door aanraking van een drijvend voorwerp of een voorwerp onder water te helpen voorkomen, is de snelheid van de boot aan te passen. Onder deze omstandigheden moet de snelheid van de boot beperkt worden tot een minimale planeersnelheid van 24 tot 40 km/u (15 tot 25 MPH).
26785
22
nld
ALGEMENE INFORMATIE !
WAARSCHUWING
Om ernstig of dodelijk letsel te voorkomen doordat een deel van, of een complete, buitenboordmotor in de boot belandt nadat er een drijvend obstakel of obstakel onder water geraakt is, dient de snelheid te worden beperkt tot de minimale planeersnelheid. Raken van een drijvend obstakel of obstakel onder water kan leiden tot talloze verschillende situaties. Sommige van deze situaties kunnen in het volgende resulteren: •
Een deel van de buitenboordmotor of de gehele buitenboordmotor kan loskomen en in de boot belanden.
•
De boot kan plotseling in een andere richting gaan varen. Bij een scherpe richtingverandering kunnen de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden geslingerd.
•
De snelheid kan plotseling afnemen. Hierdoor worden opvarenden naar voren, of misschien zelfs uit de boot geslingerd.
•
Schade als de buitenboordmotor en/of de boot geraakt is.
Vergeet nooit dat het regelen van de vaarsnelheid het belangrijkste is wat u bij botsingen kunt doen om letsel of schade te voorkomen. Houd de vaarsnelheid op de minimale planeersnelheid wanneer u vaart op plaatsen met obstakels onder water. Nadat een voorwerp onder water is geraakt, moet u de motor zo spoedig mogelijk afzetten en inspecteren op gebroken of loszittende onderdelen. Als u schade ziet of vermoedt, moet de buitenboordmotor voor een grondige inspectie en noodzakelijke reparaties naar een erkende dealer worden gebracht. De boot moet ook op breuken in de romp of de spiegel en op waterlekkage worden gecontroleerd. Varen met een beschadigde buitenboordmotor kan bijkomende schade veroorzaken aan andere onderdelen van de motorinstallatie of kan van invloed zijn op de besturing van de boot. Als u verder moet varen, vaar dan veel langzamer.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. Verder varen met ernstige schade als gevolg van een botsing kan het plotseling uitvallen van buitenboordmotoronderdelen bij een volgende botsing of zelfs zonder botsing tot gevolg hebben. Laat de buitenboordmotor grondig inspecteren en alle noodzakelijke reparaties uitvoeren.
Veiligheidsinstructies voor buitenboordmotoren met stuurknuppel In de ruimte vlak vóór de buitenboordmotor mogen zich geen personen of lading bevinden terwijl de boot vaart. Als een obstakel onder water wordt geraakt, kantelt de buitenboordmotor omhoog en kan hij iemand die zich in dit gebied bevindt, ernstig verwonden.
MODELLEN MET KNEVELBOUTEN: Sommige buitenboordmotoren worden met knevelbouten geleverd. Het gebruik van knevelbouten alleen is niet voldoende om de buitenboordmotor naar behoren en veilig op de spiegel vast te zetten. De juiste installatie van de buitenboordmotor omvat het vastbouten van de motor aan de boot door de spiegel heen. Raadpleeg Installatie - Buitenboordmotor installeren voor meer informatie over het installeren.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in aanraking komen met een losgeraakte buitenboordmotor. Accelereer niet tot boven stationair toerental in water waarvan u denkt dat er obstakels onder water kunnen zijn, als de buitenboordmotor niet op juiste wijze aan de spiegel is bevestigd. Als een obstakel bij planeersnelheid wordt geraakt en de buitenboordmotor niet stevig op de spiegel vastzit, is het mogelijk dat de buitenboordmotor van de spiegel loskomt en in de boot terechtkomt.
nld
23
ALGEMENE INFORMATIE Uitlaatemissies WEES ALERT OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Koolmonoxide is aanwezig in de uitlaatgassen van alle verbrandingsmotoren. Hieronder vallen de buitenboordmotoren, hekaandrijvingen en binnenboordmotoren waarmee boten worden aangedreven en ook de generatoren die de verschillende scheepsaccessoires van stroom voorzien. Koolmonoxide is een dodelijk gas dat geurloos, kleurloos en smaakloos is. Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging die niet mogen worden verward met zeeziekte of dronkenschap zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.
!
WAARSCHUWING
Vermijd de combinatie van een draaiende motor en slechte ventilatie. Langdurige blootstelling aan een bepaalde concentratie koolmonoxide kan bewusteloosheid, hersenletsel en overlijden veroorzaken.
GOEDE VENTILATIE Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen.
21622
Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot.
SLECHTE VENTILATIE Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoek omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden gezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot. Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in een omsloten ruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT
a
b
21626
ab-
De motor laten draaien terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd. Afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor.
24
nld
ALGEMENE INFORMATIE TIJDENS HET VAREN
a
b
21628
ab-
De boot laten varen met de trimhoek van de boeg te hoog. De boot laten varen terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn.
Accessoires voor uw buitenboordmotor selecteren De originele Mercury Precision- en Quicksilver-accessoires zijn speciaal voor uw buitenboordmotor ontworpen en getest. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers. BELANGRIJK: Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Door onjuist gebruik van goedgekeurde accessoires of het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan het product beschadigd raken. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine worden geproduceerd of verkocht, zijn er niet op ontworpen om veilig met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem ervan te worden gebruikt. Zorg dat u de installatie-, bedienings- en onderhoudshandleidingen voor alle geselecteerde accessoires bezit en leest.
Suggesties voor veilig varen Teneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andere overheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen. Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juiste maat aan boord hebt. Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat (raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot. Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparaties naar behoren worden uitgevoerd. Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dienen een vaarveiligheidscursus te volgen. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoor bedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen; overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotseling optrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot. Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uw beoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd. Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van de elementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot in geval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaan of zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is niet voldoende. Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelen mogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerental vaart.
nld
25
ALGEMENE INFORMATIE Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u (25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in. Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in het zicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen. Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.
Noteren van het serienummer Het is belangrijk dat u dit nummer voor later gebruik noteert. Het serienummer bevindt zich op de buitenboordmotor, zoals afgebeeld.
a
XXXXXXXX
b XXXX
c
d XX
abcd-
39255
serienummer modelaanduiding bouwjaar CE-merk (indien van toepassing)
Technische Gegevens Modellen Vermogen Toerentalbereik volgas
25
30
18,4 kW (25 hp)
22,1 kW (30 hp)
5000–6000 omw/min
5250–6250 omw/min
Stationair toerental met motor in vooruit geschakeld
850 ± 25 omw/min
Aantal cilinders
3
Cilinderinhoud
526 cc (32.09 cid)
Cilinderboring
61,0 mm (2.40 in.)
Slag
60 mm (2.36 in.)
Klepspeling (koud) Inlaatklep
0,13–0,17 mm (0.005–0.007 in.)
Uitlaatklep
0,18–0,22 mm (0.007–0.008 in.)
Aanbevolen bougie
NGK DCPR6E
Elektrodenafstand
0,8–0,9 mm (0.031–0.035 in.)
26
nld
ALGEMENE INFORMATIE Modellen
25 1.92:1
Aanbevolen benzine
Zie Brandstof en olie
Aanbevolen olie
Zie Brandstof en olie
Smeermiddelinhoud onderwaterhuis
350 ml (11.8 fl oz)
Motorolie-inhoud
1,8 liter (1.9 US qt)
Accucapaciteit
465 scheepsstartampèrage (MCA) of 350 koudstartampèrage (CCA)
Emissieregelsysteem
nld
30
Tandwielverhouding
Elektronische motorbesturing (EC)
Geluid bij oor bestuurder (ICOMIA 39-94) dBA
80.9
Trilling stuurknuppel (ICOMIA 38-94) m/ s²
5.3
27
ALGEMENE INFORMATIE Identificatie van componenten MODEL MET HANDMATIGE OPKLAPFUNCTIE
c b
p
a
q
o e
n
f
m
s
r
g
l k
h j
abcdefghijklmnop-
d
15873
i
motorkap hendel voor handstart motorstopschakelaar gashendelfrictieknop knop alleen-gas spiegelklemmen opklapvergrendelhendel primaire koelwaterinlaat onderwaterhuis secundaire koelwaterinlaat antiventilatieplaat olieaftapschroef indicatieopening waterpomp onderbak motorkapsluiting waarschuwingslampje
28
nld
ALGEMENE INFORMATIE qrs-
nld
startknop (elektrisch gestarte modellen) dodemansschakelaar stuurfrictieafstelhendel
29
ALGEMENE INFORMATIE MODEL MET HANDMATIGE GASBEKRACHTIGING VOOR OPKLAPPEN
c o
b
a
p
n d
m
e l
r
q
f k g
j i abcdefghijklmnopq-
h
15882
motorkap hendel voor handstart motorstopschakelaar gashendelfrictieknop knop alleen-gas opklapgeleidehendel opklaphendel met gasbekrachtiging primaire koelwaterinlaat onderwaterhuis secundaire koelwaterinlaat antiventilatieplaat kappen indicatieopening waterpomp motorkapsluiting waarschuwingslampje startknop (elektrisch gestarte modellen) dodemansschakelaar
30
nld
ALGEMENE INFORMATIE r-
stuurfrictieafstelhendel
MODEL MET TRIMBEKRACHTIGING
c d e b f a g l
h k i
j abcdefghijkl-
nld
spiegelklemmen opklapgeleidehendel motorkap motorkapsluiting onderbak extra opklapschakelaar kappen antiventilatieplaat secundaire koelwaterinlaat onderwaterhuis primaire koelwaterinlaat handbediend ontlastventiel opklapfunctie
31
39260
VERVOER De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren Zet de boot op de trailer met de buitenboordmotor naar beneden gekanteld in verticale bedrijfsstand. Schakel de motor in zijn achteruit. Als meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden met behulp van de als accessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor advies. Het is mogelijk dat u meer speling nodig hebt bij viaducten of opritten of omdat de trailer sterk veert.
10218
BELANGRIJK: Vertrouw niet op het trim/opklapbekrachtigingssysteem of de opklapgeleidehendel om de juiste afstand tot de grond te behouden tijdens vervoer op een trailer. De opklapgeleidehendel van de buitenboordmotor is niet bedoeld om de buitenboordmotor te ondersteunen tijdens vervoer op een trailer. Schakel de buitenboordmotor in zijn achteruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.
De van de boot verwijderde buitenboordmotor vervoeren !
OPGELET
U mag de buitenboordmotor uitsluitend transporteren en opslaan zoals in de afbeelding te zien is. Anders kan olielekkage tot schade aan de motor of andere eigendommen leiden. 1.
Om problemen te voorkomen als gevolg van olie die vanuit het carter in de cilinders loopt, moet u de buitenboordmotor uitsluitend vervoeren en opslaan in een van de twee afgebeelde standen. ab-
a
rechtop kant van stuurknuppel omlaag
b
15930
32
nld
VERVOER Losse brandstoftanks vervoeren !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg de instructies voor transport die zijn meegeleverd met de losse brandstoftank. Vervoer de brandstoftank in een goed geventileerde ruimte uit de buurt van open vlammen of vonken.
BRANDSTOFTANK MET HANDBEDIENDE ONTLUCHTING Sluit het ontluchtingsventiel van de brandstoftank wanneer u de tank vervoert. Hierdoor wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
26793
BRANDSTOFTANK MET AUTOMATISCHE ONTLUCHTING 1.
Koppel de brandstofslang los van de tank. Hierdoor wordt het ontluchtingsventiel gesloten en wordt voorkomen dat brandstof of dampen uit de tank ontsnappen.
2.
Breng de dop over de pen van de brandstofslangaansluiting aan. Hierdoor wordt de pen van de aansluiting beschermd tegen per ongeluk indrukken, waardoor brandstof of dampen zouden kunnen ontsnappen.
a
ab-
pen aansluiting dop
F
b
nld
26794
33
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof BELANGRIJK: Gebruik van verkeerde benzine kan schade aan de motor veroorzaken. Motorschade als gevolg van het gebruik van de verkeerde benzine wordt als onjuist gebruik van de motor beschouwd en daardoor veroorzaakte schade wordt niet door de beperkte garantie gedekt.
BRANDSTOFSPECIFICATIES Mercury Marine motoren werken naar behoren wanneer een betrouwbaar merk loodvrije benzine wordt gebruikt, die aan de volgende specificaties voldoet: VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste 87 (R+M)/2 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [octaangehalte 92 (R+M)/2] is aanvaardbaar. GEEN loodhoudende benzine gebruiken. Buiten de VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste RON 90 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [RON 98] is aanvaardbaar. Als er geen loodvrije benzine beschikbaar is, moet u loodhoudende benzine van een betrouwbaar merk gebruiken.
GEBRUIK VAN (GE-OXYGENEERDE) BENZINE MET NIEUWE FORMULE (ALLEEN VS) Dit type benzine is in sommige gebieden van de VS vereist. De 2 typen oxigenaten die in deze brandstoffen worden gebruikt, zijn alcohol (ethanol) en ether (MTBE of ETBE). Als ethanol het oxigenaat is dat in uw gebied in de benzine wordt gebruikt, raadpleeg dan Alcoholhoudende benzines. Deze benzine "met nieuwe formule" mag in uw Mercury Marine motor gebruikt worden.
BENZINE DIE ALCOHOL BEVAT Als de benzine in uw regio methanol (methylalcohol) of ethanol (ethylalcohol) bevat, dient u zich bewust te zijn van nadelige effecten die deze stoffen kunnen veroorzaken. Deze nadelige effecten zijn met name voor methanol aanzienlijk. Een toename van het alcoholpercentage in de benzine kan er toe leiden dat de nadelige effecten verergeren. Sommige van deze nadelige effecten ontstaan doordat de alcohol in de benzine vocht uit de lucht opneemt, waardoor water en alcohol in de brandstoftank zich van de benzine scheiden. De onderdelen van het brandstofsysteem van uw Mercury Marine motor zijn bestand tegen benzine met een alcoholgehalte van ten hoogste 10%. Wij weten niet tegen welk alcoholpercentage het brandstofsysteem van uw boot bestand is. Neem contact op met de scheepsbouwer voor specifieke aanbevelingen aangaande de onderdelen van het brandstofsysteem in de boot (brandstoftanks, brandstofleidingen en -fittingen). Bedenk dat alcoholhoudende benzine kan resulteren in een toename van: •
corrosie van metalen onderdelen;
•
beschadiging van rubber en kunststof onderdelen;
•
brandstoflekkage door rubber brandstofslangen;
•
problemen bij starten en bedrijf.
!
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR BRAND EN EXPLOSIE: Brandstoflekkage uit een onderdeel van het brandstofsysteem kan gevaar opleveren van brand en explosie, die ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Zorgvuldige inspectie van het gehele brandstofsysteem is verplicht, vooral na opslag. Alle brandstofsysteemonderdelen moeten op lekkage, zacht of hard worden, zwelling en corrosie worden geïnspecteerd. Bij tekenen van lekkage of beschadiging moeten de onderdelen worden vervangen voordat de motor weer wordt gebruikt. Vanwege de mogelijke nadelige effecten van alcohol in benzine wordt aanbevolen om zo mogelijk uitsluitend alcoholvrije benzine te gebruiken. Als er uitsluitend alcoholhoudende benzine beschikbaar is of als niet bekend is of de benzine alcohol bevat, dient u controles op lekkage en afwijkingen vaker uit te voeren.
34
nld
BRANDSTOF EN OLIE BELANGRIJK: Bij gebruik van een Mercury Marine met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag van de benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzaken specifieke problemen. In auto’s wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze voldoende vocht absorbeert om problemen te veroorzaken; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat er fasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol de beschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.
Vereiste beperkt doorlatende brandstofslang Vereist voor buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten te koop of verkocht zijn of ter verkoop worden aangeboden. •
De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist voor alle buitenboordmotoren die na 1 januari 2009 zijn vervaardigd een beperkt doorlatende slang als primaire brandstofslang tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor.
•
Een beperkt doorlatende brandstofslang heeft de classificatie USCG Type B1-15 of Type A1-15. Deze is gedefinieerd als niet meer dan 15/gm²/24 h van CE 10 brandstof doorlatend bij een temperatuur van 23 °C conform de specificatie in SAE J 1527 - Marine Fuel Hose (brandstofslangen scheepsvaart).
EPA-eisen voor onder druk staande losse brandstoftanks De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist dat draagbare brandstofsystemen die na 1 januari 2011 worden geproduceerd voor gebruik met buitenboordmotoren, geheel afgedicht (onder druk) blijven tot 34,4 kPa (5,0 psi). Deze tanks kunnen het volgende bevatten: •
Een luchtinlaatopening waardoor lucht kan binnenstromen wanneer de brandstof uit de tank wordt opgezogen.
•
Een luchtafvoeropening die naar de atmosfeer afblaast als de druk meer bedraagt dan 34,4 kPa (5,0 psi).
Eis voor brandstofvraagklep (fuel demand valve; FDV) Bij gebruik van een onder druk staande brandstoftank moet altijd een brandstofvraagklep worden geïnstalleerd in de brandstofslang tussen de brandstoftank en de pompbal. De brandstofvraagklep voorkomt dat brandstof onder druk in de motor belandt en het brandstofsysteem verzuipt of dat er brandstof wordt gemorst. De brandstofvraagklep heeft een handbediende opheffunctie. De handbediende opheffunctie kan worden gebruikt (ingedrukt) om de klep te openen (bypass) als er een brandstofverstopping in de klep ontstaat.
b
a-
a
bc-
c
brandstofvraagklep - geïnstalleerd in de brandstofslang tussen de brandstoftank en pompbal handbediende opheffunctie wateraftapopeningen
46273
De onder druk staande draagbare brandstoftank van Mercury Marine Mercury Marine heeft een nieuwe, onder druk staande draagbare brandstoftank ontwikkeld die aan de bovenstaande EPA-eisen voldoet. Deze brandstoftanks zijn als accessoire verkrijgbaar en worden met bepaalde modellen draagbare buitenboordmotoren meegeleverd.
SPECIALE KENMERKEN VAN DE DRAAGBARE BRANDSTOFTANK •
nld
De brandstoftank heeft een tweerichtingsklep waardoor lucht in de tank kan stromen als de brandstof naar de motor wordt gezogen, en die zich tevens naar de atmosfeer opent als de druk in de tank meer bedraagt dan 34,4 kPa (5,0 psi). Als de tank naar de atmosfeer afblaast, kunt u een sissend geluid horen. Dit is normaal.
35
BRANDSTOF EN OLIE •
De brandstoftank heeft een brandstofvraagklep die voorkomt dat brandstof onder druk in de motor belandt en het brandstofsysteem verzuipt of dat er brandstof wordt gemorst.
•
Draai de dop van de brandstoftank bij het aanbrengen rechtsom totdat u een klik hoort. Dat geeft aan dat de brandstofdop goed is geïnstalleerd. Er is een ingebouwde voorziening die voorkomt dat de dop te vast wordt aangedraaid.
•
De brandstoftank heeft een met de hand te bedienen ontluchtingsschroef die tijdens transport moet worden aangedraaid en bij gebruik en het verwijderen van de dop wordt losgedraaid.
Omdat afgedichte tanks niet gewoon worden ontlucht, krimpen ze en zetten ze uit met het uitzetten en krimpen van de brandstof tijdens uitwendige temperatuurveranderingen. Dit is normaal.
BRANDSTOFDOP VERWIJDEREN
b
abc-
a
brandstofdop handbediende ontluchtingsschroef borglip
c 46290 BELANGRIJK: De inhoud kan onder druk staan. Draai de brandstofdop een kwartslag om de druk van de tank af te nemen voordat u hem opent.
1.
Open de handbediende ontluchtingsschroef boven op de brandstofdop.
2.
Draai de brandstofdop totdat hij de borglip raakt.
3.
Druk de borglip omlaag. Draai de brandstofdop een kwartslag om de druk van de tank af te nemen.
4.
Druk de borglip opnieuw omlaag en verwijder de dop.
AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK VAN DE ONDER DRUK STAANDE DRAAGBARE BRANDSTOFTANK 1.
Draai de dop van de brandstoftank bij het aanbrengen rechtsom totdat u een klik hoort. Dat geeft aan dat de brandstofdop goed is geïnstalleerd. Er is een ingebouwde voorziening die voorkomt dat de dop te vast wordt aangedraaid.
2.
Open de handmatige ontluchtingsschroef boven op de brandstofdop tijdens gebruik en om de dop te verwijderen. Sluit de handbediende ontluchtingsschroef tijdens transport.
3.
Koppel bij brandstofslangen met snelkoppeling de brandstofslang los van de motor of brandstoftank wanneer deze niet wordt gebruikt.
4.
Volg de aanwijzingen onder Vullen van de brandstoftank voor het tanken.
Brandstoftank vullen !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van een benzinebrand of explosie. Zet de motor altijd uit, rook NIET en pas op voor open vlammen of vonken in de buurt tijdens het vullen van de brandstoftanks. Vul de brandstoftanks in de open lucht bij warmtebronnen, vonken en open vlammen vandaan. Haal losse brandstoftanks uit de boot om ze te vullen. Stop de motor altijd alvorens de tanks bij te vullen. 36
nld
BRANDSTOF EN OLIE Vul de brandstoftanks niet helemaal. Laat ongeveer 10% van de tank ongevuld. Brandstof zet uit naarmate de temperatuur stijgt en kan lekken als de brandstof onder druk staat en de tank helemaal gevuld is.
LOSSE BRANDSTOFTANK IN BOOT PLAATSEN Plaats de brandstoftank zodanig in de boot dat het ventiel onder normale vaaromstandigheden hoger is dan het brandstofpeil.
Aanbevolen motorolie We bevelen het gebruik aan van Mercury of Quicksilver NMMA FC-W gecertificeerde 10W-30 4-Stroke Outboard Oil (olie voor 4-takt buitenboordmotoren) voor algemeen gebruik bij alle temperaturen. Als NMMA gecertificeerde, gemengd synthetische 25W-40 4-Stroke Outboard Oil de voorkeur heeft, gebruik dan Mercury of Quicksilver synthetische mengsels 4-Stroke Outboard Oil . Als de aanbevolen NMMA FC-W-gecertificeerde buitenboordmotoroliën van Mercury of Quicksilver niet beschikbaar zijn, kan een FC-W-gecertificeerde viertaktbuitenboordmotorolie van een gevestigd merk worden gebruikt. BELANGRIJK: Het gebruik van oliën met reinigingsmiddel, multi-visceuze oliën (behalve NMMA FC-Wgecertificeerde olie van Mercury of Quicksilver of een ander gevestigd merk), synthetische oliën, oliën van lage kwaliteit of oliën met uit vaste stof bestaande additieven, wordt niet aangeraden.
F°
C°
+100
+38
+80
+27
+60
+16
+40
+4
+20
–7
0
–18
a
b
Aanbevolen SAE-viscositeit voor motorolie a - NMMA FC-W gecertificeerde 25W-40 viertakt bui‐ tenboordmotorolie kan worden gebruikt bij tempe‐ raturen boven4 °C (40 °F). b - NMMA FC-W gecertificeerde 10W-30 viertakt bui‐ tenboordmotorolie kan bij alle temperaturen wor‐ den gebruikt.
26795
Motorolie controleren en toevoegen BELANGRIJK: Niet overvullen. Zorg dat de buitenboordmotor rechtop staat (niet gekanteld) wanneer u de olie controleert. 1. Zet de motor af. Plaats de buitenboordmotor in een horizontale bedrijfsstand. Verwijder de motorkap.
nld
37
BRANDSTOF EN OLIE 2.
Trek de peilstok naar buiten. Veeg hem af met een schone doek of handdoek en duw hem weer volledig terug.
c
d
a b 9596
abcd3.
"vol"-teken "toevoegen"-teken peilstok olievuldop
Trek de peilstok weer naar buiten en controleer het oliepeil. De olie moet zich tussen het merkteken Full (vol) en Add (toevoegen) bevinden. Als het oliepeil te laag is, verwijdert u de olievuldop en voegt u olie bij tot het bovenste oliepeilmerkteken (maar niet erboven).
NB: Onder bepaalde omstandigheden is de bedrijfstemperatuur van viertakt buitenboordmotoren niet hoog genoeg voor de verdamping van normale hoeveelheden brandstof en vocht die in het onderwaterhuis achterblijven. Dit gebeurt bijv. bij langdurig stationair draaien, herhaalde korte vaartochtjes, een laag toerental of snel stoppen en starten, en bij gebruik onder koudere weersomstandigheden. De extra brandstof en vloeistof die in het onderwaterhuis achterblijven, belanden uiteindelijk in het oliecarter en leiden tot een hoger oliepeil op de peilstok. Deze toename van het olievolume wordt "olieverdunning" genoemd. Buitenboordmotoren zijn doorgaans bestand tegen een hoge mate van olieverdunning, zonder dat dit een negatief effect heeft op de levensduur. Om ervoor te zorgen dat de buitenboordmotor zo lang mogelijk meegaat, beveelt Mercury echter aan om de olie en het filter regelmatig na het interval voor olieverversing te vervangen, en hierbij olie van de voorgeschreven kwaliteit te gebruiken. Ook wordt aanbevolen de olie vaker te verversen als uw buitenboordmotor dikwijls onder de hierboven beschreven omstandigheden wordt gebruikt. 4.
Duw de peilstok weer helemaal naar binnen. Draai de olievuldop handvast.
38
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening De boot kan met een van de afgebeelde Mercury Precision of Quicksilver afstandsbedieningen zijn uitgerust. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan uw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.
c
c
c a b
h
f
a
b
g
i i
a d e abcdefghi-
nld
g
d
f
f 26800
e
Regelhendel – vooruit, neutraal, achteruit. Neutraalontgrendelhendel. Trim/opklapschakelaar (indien aanwezig). - Raadpleeg Functies & bediening - Trim- en opklapbe‐ krachtiging. Uittrekstopschakelaar - Zie Algemene informatie - Uittrekstopschakelaar. Uittrekkoord - Zie Algemene informatie - UIttrekstopschakelaar. Afstelling gashendelfrictie – Verwijder het deksel om de bedieningsorganen op de console bij te stel‐ len. Contactschakelaar - "OFF," "ON," START." Hendel voor snel stationair - Zie Bediening - De motor starten. Knop Alleen gas - Zie Bediening - De motor starten.
39
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies model met stuurknuppel •
Alleen-gasknop - Door de knop in te drukken terwijl de buitenboordmotor in neutraal staat, kan de bootbestuurder het motortoerental opvoeren voor warmlopen zonder de motor in versnelling te schakelen.
15894
•
Stuurfrictieafstelling – Stel deze hendel bij om de gewenste stuurfrictie (weerstand) op de stuurknuppel te verkrijgen. Beweeg de hendel naar links om de frictie strakker te zetten of naar rechts om de frictie losser te zetten.
!
WAARSCHUWING
Voorkom mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg van verlies van de controle over de boot. Zorg voor voldoende stuurfrictie om te voorkomen dat de buitenboordmotor een hele bocht instuurt als de stuurknuppel of het stuur wordt losgelaten.
ab-
a
b
frictie strakker zetten frictie losser zetten
9988
40
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Waarschuwingslampje – Het waarschuwingslampje gaat branden of knipperen om de bestuurder te wijzen op alarmtoestanden in het systeem. Zie Waarschuwingssysteem.
15732
•
Elektrische startknop (elektrisch gestarte modellen) – Druk hierop om de motor te starten.
15898
•
Stuurknuppel – De knuppel kan 180° worden gekanteld om hem handig te kunnen vervoeren en opslaan.
28535
nld
41
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Ontgrendeling stuurknuppel – Druk op de hendel om de stuurhendel in een andere stand te zetten.
a 3274
•
Borgkap stuurhendel – Verwijder de borgkap van de bovenkant van de stuurknuppel om deze in de hoge stand vast te zetten. Duw de ontgrendeling van de stuurknuppel omlaag als u de hendel uit de vergrendelde hoge stand wilt halen.
a
b
3273
ab•
borgkap vergrendelingsmechanisme
Stopschakelaar van de motor
28537
42
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Frictieknop gashendel – Draai de frictieknop om het gas op de gewenste snelheid in te stellen en te houden. Draai de knop rechtsom om de frictie te vergroten of linksom om de frictie te verkleinen.
a
ab-
b
frictie verkleinen (linksom) frictie vergroten (rechtsom)
28542
•
Noodstopschakelaar – Zie Algemene informatie – Noodstopschakelaar
19791
Waarschuwingssysteem WAARSCHUWINGSHOORN Op modellen met afstandsbediening bevindt de waarschuwingshoorn zich binnen in de afstandsbediening of is de waarschuwingshoorn met het contactslot verbonden. Op modellen met stuurknuppel bevindt de waarschuwingshoorn zich in de motorkap.
WAARSCHUWINGSLAMPJE Het waarschuwingslampje gaat branden of knipperen om de bestuurder te wijzen op alarmtoestanden in het systeem, die worden opgesomd in de onderstaande tabel.
15732
WERKING VAN HET WAARSCHUWINGSSYSTEEM De waarschuwingshoorn laat één continu signaal of afwisselende korte signalen horen. Het motortoerental wordt dan beperkt. Hierdoor wordt de gebruiker gewaarschuwd en kunnen de volgende situaties worden aangegeven.
nld
43
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Waarschuwingssysteem Motortoeren‐ tal begrensd tot 2800 omw/ min
Geluid
Waarschu‐ wingslampje
Opstarten
Eén signaal
5 seconden aan
Motor oververhit
Continu signaal
Aan
Motor oververhit
X
Te lage oliedruk
Continu signaal
Aan
Te lage oliedruk
X
Overtoeren
Continu signaal
Aan
Het motortoerental overschrijdt het maximaal toegestane toe‐ rental.
Watertemp.- of MAP-sensor buiten het bereik
Onderbroken kort signaal
Knippert
Motortoerental wordt begrensd. Raadpleeg uw dealer voor na‐ dere informatie
Functie
Beschrijving
Normale systeemtest
X
MOTOR OVERVERHIT Als de motor oververhit raakt, verlaagt u het toerental onmiddellijk tot stationair. Schakel de buitenboordmotor in neutraal en controleer of er een ononderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt.
9647
Als er geen of een onderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaatopeningen verstopt zijn. Als er geen verstopping wordt gevonden, kan er een blokkering zijn opgetreden in het koelsysteem of de waterpomp. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op. Neem contact op met uw dealer als er een gestage stroom water uit de waterpomp-indicatieopening komt en de motor nog steeds oververhit raakt. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, loopt de motor schade op.
NB: Als er oververhitting optreedt en u daardoor gestrand bent, zet u de motor uit en laat u hem afkoelen. Hierdoor is het meestal mogelijk om de motor weer enige tijd op lage snelheid (stationair) te laten lopen voordat hij weer oververhit raakt.
TE LAGE OLIEDRUK Het waarschuwingssysteem wordt geactiveerd als de oliedruk te laag wordt. Stop de motor eerst en controleer het oliepeil. Voeg zo nodig olie toe. Neem contact op met uw dealer als de olie tot het aanbevolen niveau staat en de waarschuwingshoorn blijft klinken. Het motortoerental wordt beperkt tot 2800 omw/min, maar u mag de motor niet blijven gebruiken.
TOERENTALBEGRENZER Een te hoog toerental van de motor kan onder meer worden veroorzaakt door:
44
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Een schroef die lucht hapt.
•
Een schroef met een onjuiste spoed of diameter.
•
Slippen in de schroefnaaf.
•
Buitenboordmotor te hoog op de spiegel gemonteerd.
•
De buitenboordmotor verder dan een verticale stand gekanteld.
•
Cavitatie van de schroef als gevolg van ruw water of obstructie in het onderwaterschip.
Als de toerentalbegrenzer is geactiveerd, wordt de ontsteking van de motor tijdelijk vertraagd om het toerental te doen afnemen. Te hoge overtoeren (boven 6300 omw/min) hebben het uitschakelen van de cilinders tot gevolg om bedrijf boven deze grens te voorkomen.
Modellen met stuurknuppel en handmatig gasbekrachtigd opklappen Bij modellen uitgerust met een gasbekrachtigd opklapsysteem kan de bestuurder de buitenboordmotor in elke opklapstand vergrendelen, van volledig omlaag tot volledig omhoog. Het opklapsysteem kan worden bijgesteld wanneer de buitenboordmotor in neutraal stationair draait of wanneer de motor uitgeschakeld is. Vóór het varen moet de buitenboordmotor in de opgeklapte stand worden vergrendeld door de vergrendelhendel in de vergrendelingsstand te zetten.
!
WAARSCHUWING
Vóór gebruik moet de buitenboordmotor in de stand vergrendelen/lopen worden vergrendeld. Als de buitenboordmotor niet in de stand vergrendelen/lopen wordt vergrendeld, kan hij tijdens decelereren of achteruit varen uit het water omhoog komen, waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen. Verlies van de macht over het stuur kan ernstig of dodelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
OPKLAPPROCEDURE Zet de vergrendelhendel in de vrije stand. Klap de buitenboordmotor naar de gewenste stand op en vergrendel hem door de opklapvergrendelhendel weer in de vergrendelingsstand te zetten.
a
ab-
vrije stand vergrendelingsstand
FREE
LOCK
b
10257
nld
45
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN GEBRUIK IN ONDIEP WATER Als u met uw boot in ondiep water vaart, kan de buitenboordmotor in een hogere hoek worden versteld en vergrendeld. Gebruik uw buitenboordmotor op lage snelheid als hij omhoog geklapt is voor varen in ondiep water. Zorg dat de koelwaterinlaatopeningen onder water blijven en controleer steeds of er wel water uit de waterpomp-indicatieopening komt.
10258
BUITENBOORDMOTOR IN HOOGSTE STAND OPKLAPPEN 1.
Zet de motor af. Zet de vergrendelhendel in de vrije stand. Pak de greep van de motorkap beet en breng de buitenboordmotor naar de hoogste stand. Vergrendel de buitenboordmotor door de vergrendelhendel in de vergrendelingsstand te zetten.
10284
2.
Zet de opklapgeleidehendel vast.
3.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
BUITENBOORDMOTOR IN BEDRIJFSSTAND NEERLATEN 1.
Zet de vergrendelhendel in de vrije stand. Klap de buitenboordmotor iets omhoog en zet de opklapgeleidehendel los. Laat de buitenboordmotor zakken tot in de bedrijfsstand.
2.
Zet de vergrendelhendel in de vergrendelingsstand.
9703
46
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN INSTELLEN BEDRIJFSHOEK De spiegelklemmen hebben vier gaten voor het afstellen van de verticale bedrijfshoek (vooruitaanslagbeweging) van de buitenboordmotor. Gebruik de opklap-pen voor afstellingen in de vier gaten. ab-
FREE
gaten in spiegelklem Opklap-pen
LOCK
b a 10290
Stel de bedrijfshoek van de buitenboordmotor zo in dat de buitenboordmotor loodrecht op het water staat als de boot op volle snelheid vaart. Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.
a
b
c
10263
abc-
te grote hoek (boeg omhoog) – naar binnen afstellen te kleine hoek (boeg omlaag) – naar buiten afstellen hoek goed afgesteld (boeg enigszins omhoog)
NB: De buitenboordmotor moet tijdens het varen tegen de opklap-pen vergrendeld zijn. Dit doet u door de opklapvergrendelhendel in de vergrendelingsstand te zetten. Raadpleeg de onderstaande lijsten zorgvuldig voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. Tot dicht bij de bootspiegel afstellen van de buitenboordmotor kan:
nld
•
de boeg verlagen;
•
resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of een boot met zware achtersteven.
47
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
de boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
bij overmatige toepassing kan de boeg van sommige boten zo ver omlaag komen dat ze tijdens planee in het water beginnen te 'ploegen'. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of rechts tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of als er een grote golf is.
Van de bootspiegel vandaan afstellen van de buitenboordmotor kan: •
de boeg uit het water omhoogbrengen;
•
de topsnelheid over het algemeen verhogen;
•
de afstand tot voorwerpen onder water of een ondiepe bodem doen toenemen;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken bij normale installatiehoogte (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
bij overmatige toepassing tot stuiteren van de boot of luchthappen van de schroef leiden.
Modellen met stuurknuppel en handmatig opklappen OPKLAPPROCEDURE Met behulp van de opklapfunctie kan de bestuurder de buitenboordmotor in een hogere opklaphoek plaatsen voor gebruik in ondiep water, of de buitenboordmotor naar de hoogste stand opklappen. Laat als de buitenboordmotor draait, de opklaphendel in de vrije stand staan. De buitenboordmotor kan dan terugkeren naar de bedrijfsstand als hij eventueel op een obstakel onder water botst en wordt opgelicht. Als u de opklaphendel in de opklapstand zet, kan de buitenboordmotor vergrendeld raken in de stand voor varen in ondiep water of in de stand volledig omhoog.
a
ab-
vrije stand opklapstand
b 15920
BUITENBOORDMOTOR IN HOOGSTE STAND OPKLAPPEN 1.
Zet de motor af.
2.
Schakel de buitenboordmotor in zijn vooruit.
3.
Zet de opklaphendel in de opklapstand.
48
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN 4.
Pak de handgreep van de motorkap beet en klap de buitenboordmotor volledig omhoog tot hij wordt vergrendeld.
15924
BUITENBOORDMOTOR IN BEDRIJFSSTAND NEERLATEN 1.
Zet de opklaphendel in de vrijstand. Zet de buitenboordmotor iets omhoog, zodat hij uit de vergrendelingsstand komt, en laat hem vervolgens voorzichtig zakken.
GEBRUIK IN ONDIEP WATER Met de ondiepwaterstand op de buitenboordmotor kunt u de buitenboordmotor in een hogere opklaphoek zetten om te voorkomen dat hij de bodem raakt. BELANGRIJK: Breng voordat u de buitenboordmotor naar de ondiepwaterstand klapt, eerst het motortoerental terug naar stationair en schakel de motor in zijn vooruit. BELANGRIJK: In de ondiepwaterstand mag de buitenboordmotor niet in achteruit worden gebruikt. Laat de buitenboordmotor met laag toerental draaien en houd de koelwaterinlaat onder water. 1.
Verlaag het motortoerental tot stationair.
2.
Zet de motor in zijn vooruit.
3.
Zet de opklaphendel in de opklapstand.
4.
Pak de greep van de motorkap beet en klap de buitenboordmotor omhoog tot hij in de ondiepwaterstand wordt vergrendeld.
5.
Zet om de buitenboordmotor uit de ondiepwaterstand te halen, de opklaphendel in de vrijstand en zet de buitenboordmotor vervolgens iets omhoog, waarna u hem voorzichtig laat zakken.
15925
nld
49
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN DE BEDRIJFSHOEK VAN DE BUITENBOORDMOTOR INSTELLEN De verticale bedrijfshoek van uw buitenboordmotor wordt afgesteld door de stand van de opklap-pen in de zes aanwezige afstelgaten te veranderen. Door de juiste afstelling loopt de boot stabiel, bereikt de boot optimale prestaties en verloopt het sturen zo soepel mogelijk.
NB: Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. De opklap-pen moet zodanig worden afgesteld dat de buitenboordmotor zo geplaatst is dat hij haaks op het water loopt wanneer de boot met volle snelheid vaart. Hierdoor kan de boot parallel aan het water varen. Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.
a
b
c 15927
abc-
te grote hoek (achtersteven omlaag – boeg omhoog) te kleine hoek (achtersteven omhoog – boeg omlaag) hoek goed afgesteld (boeg iets omhoog)
Raadpleeg de onderstaande lijsten zorgvuldig voor het afstellen van de bedrijfshoek van uw buitenboordmotor. Tot dicht bij de bootspiegel afstellen van de buitenboordmotor kan: •
de boeg verlagen;
•
resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of een boot met zware achtersteven;
•
de boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water;
•
het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
Bij overmatige toepassing kan de boeg van sommige boten zo ver omlaag komen dat ze tijdens planee in het water beginnen te 'ploegen'. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of rechts (boegsturen of oversturen genoemd) tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of als er een hoge golf is.
Van de bootspiegel vandaan afstellen van de buitenboordmotor kan: •
de boeg uit het water omhoogbrengen;
•
de topsnelheid over het algemeen verhogen;
•
de afstand tot voorwerpen onder water of een ondiepe bodem doen toenemen;
50
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken bij normale installatiehoogte (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
bij overmatige toepassing tot stampen van de boot of luchthappen van de schroef leiden;
Trim- en opklapbekrachtiging (indien uitgerust) De buitenboordmotor heeft een trim-/opklapbediening die wordt aangeduid als "trimbekrachtiging". Hiermee kan de bestuurder de stand van de buitenboordmotor eenvoudig bijstellen door de trimschakelaar in te drukken. Als u de buitenboordmotor dichter naar de bootspiegel brengt, heet dat naar binnen of omlaag trimmen. De buitenboordmotor verder van de bootspiegel verwijderen heet naar buiten of omhoog trimmen. De term "trimmen" verwijst in het algemeen naar de afstelling van de buitenboordmotor binnen de eerste 20° van het bereik waarover de motor versteld kan worden. Dit is het bereik dat wordt gebruikt terwijl uw boot in planee vaart. De term "opklappen" verwijst gewoonlijk naar een verdere bijstelling van de buitenboordmotor omhoog en uit het water. Terwijl de motor uitgeschakeld is, kan de buitenboordmotor uit het water worden gekanteld. Bij een laag stationair toerental kan de buitenboordmotor ook verder dan het trimbereik worden opgeklapt, om bijvoorbeeld in ondiep water te kunnen varen.
UP
a
DN
UP DN
UP DN
b UP DN
d f UP
DN
abcdef-
e
c
10265
trimschakelaar op afstandsbediening op paneel gemonteerde trimschakelaar trimschakelaar op stuurknuppel op motorkap gemonteerde trimschakelaar (optie) trimbereik opklapbereik
WERKING VAN TRIMBEKRACHTIGING Bij de meeste boten geeft het midden van het trimbereik bevredigende resultaten. Om echter de trimcapaciteit volledig te benutten kunt u er soms voor kiezen om uw buitenboordmotor helemaal naar binnen of naar buiten te trimmen. Samen met een verbetering in sommige prestatie-aspecten levert dit ook een grote verantwoordelijkheid voor de bestuurder op omdat deze zich bewust moet zijn van enkele potentiële besturingsrisico's. Het belangrijkste besturingsrisico is een trekken of torsie die aan het stuurwiel of de stuurknuppel gevoeld kan worden. Deze torsie op het stuur is het gevolg van het feit dat de boot niet zo getrimd is dat de schroefas parallel aan het wateroppervlak is.
nld
51
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN !
WAARSCHUWING
Vermijd mogelijk ernstig of dodelijk letsel. Als de buitenboordmotor binnen of buiten een neutrale besturingsconditie wordt getrimd, kan een trekken of torsie op het stuurwiel of de stuurknuppel naar links of rechts het gevolg zijn. Als u bij deze conditie het stuurwiel of de stuurknuppel niet stevig vasthoudt kan dit leiden tot verlies van de macht over het stuur omdat de buitenboordmotor dan vrij kan ronddraaien. De boot kan nu gaan draaien of in een zeer strakke maximale bocht gaan waardoor, als dit onverwacht gebeurt, de passagiers in de cabine kunnen vallen of uit de boot geslingerd worden. Bekijk de volgende lijst aandachtig. 1.
Naar binnen of naar buiten trimmen kan: •
De boeg verlagen.
•
Resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of een boot met zware achtersteven.
•
De boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water.
•
Het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom).
•
Wanneer overmatig, de boeg van sommige boten zo ver omlaag brengen dat ze met de boeg in het water beginnen te "ploegen" tijdens planee. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of rechts (boegsturen of oversturen genoemd) tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of als er een hoge golf is.
!
WAARSCHUWING
Vermijd mogelijk ernstig of dodelijk letsel. Stel de buitenboordmotor op een tussentrimstand af zodra de boot in planee is om te voorkomen dat iemand overboord wordt geslingerd vanwege het verliezen van de grip in het water. Tracht de boot niet te draaien terwijl deze in planee is als de buitenboordmotor erg ver naar binnen of omlaag getrimd en het stuurwiel of de stuurknuppel opzij trekt. •
2.
In zeldzame gevallen kan de eigenaar beslissen om minder naar binnen te trimmen. Dit kan tot stand worden gebracht door de opklapstop-pen opnieuw te plaatsen in het gewenste afstellingsgat in de spiegelklem.
Naar binnen of naar buiten trimmen kan: •
De boeg hoger uit het water tillen.
•
De topsnelheid over het algemeen verhogen.
•
De afstand tot voorwerpen onder water of een ondiepe bodem doen toenemen.
•
Het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom).
•
Wanneer overmatig, stampen van de boot of luchthappen van de schroef veroorzaken.
•
Maken dat de motor oververhit raakt als de koelwater-inlaatopeningen zich eventueel boven de waterlijn bevinden.
OPKLAPPROCEDURE Als u de buitenboordmotor wilt opklappen, schakelt u de motor uit en drukt u de trim/opklapschakelaar of de extra opklapschakelaar omhoog. De buitenboordmotor wordt opgeklapt totdat u de schakelaar loslaat of de motor de maximale stand bereikt. 1.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de hendel omlaag te draaien.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
52
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN 3.
Zet de opklapgeleidehendel los door de buitenboordmotor iets omhoog te kantelen en de opklapgeleidebeugel los te zetten. Laat de buitenboordmotor zakken.
9703
HANDMATIG OPKLAPPEN Als de buitenboordmotor niet met de trim-/opklapbekrachtigingsschakelaar kan worden opgeklapt, kan hij met de hand worden opgeklapt.
NB: De handbediende opklapontlastklep moet worden vastgedraaid voordat de buitenboordmotor wordt gebruikt om te voorkomen dat de motor tijdens het achteruit varen omhoog klapt. 1.
Draai de handbediende opklapontlastklep 3 slagen (linksom) naar buiten. Nu kan de buitenboordmotor met de hand worden opgeklapt. Klap de buitenboordmotor op tot de gewenste stand en draai de handbediende opklapontlastklep vast.
9976
nld
53
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN EXTRA OPKLAPSCHAKELAAR De extra opklapschakelaar kan worden gebruikt om de buitenboordmotor met het trimbekrachtigingssysteem omhoog of omlaag te kantelen.
9974
GEBRUIK IN ONDIEP WATER Als u de boot in ondiep water gebruikt, kunt u de buitenboordmotor voorbij het hoogste trimbereik opklappen om te voorkomen dat u de bodem raakt. 1.
Verlaag het motortoerental tot onder 2000 omw/min.
2.
Klap de buitenboordmotor omhoog. Controleer of alle waterinlaatopeningen te allen tijde onder water blijven.
3.
Laat de motor alleen op lage snelheid lopen.
Trimvinnen afstellen Torsie op het stuur van de schroef zal de boot in één richting doen trekken. Deze stuurtorsie is normaal en is het gevolg van het feit dat de boot niet getrimd is met de schroefas parallel aan het wateroppervlak. De trimvin kan deze torsie op het stuur vaak helpen compenseren en kan binnen bepaalde grenzen worden afgesteld om eventuele ongelijke stuurkracht te verminderen.
9989
NB: De afstelling van de trimvinnen heeft weinig invloed op de torsie op het stuur als de buitenboordmotor wordt geïnstalleerd met de antiventilatieplaat op ongeveer 50 mm (2 in.) of meer boven de bodem van het vaartuig.
MODELLEN ZONDER TRIMBEKRACHTIGING Zet de motor van uw boot bij normale vaarsnelheid in de gewenste stand door de opklap-pen in het gewenste opklap-pengat te plaatsen. Draai de boot naar links en rechts en kijk in welke richting de boot het gemakkelijkst draait. 54
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Als afstelling vereist is, draait u de trimvinbout los en voert u de afstelling in kleine stappen geleidelijk uit. Als de boot gemakkelijker naar links draait, brengt u de achterrand van de trimvin naar links. Als de boot gemakkelijker naar rechts draait, brengt u de achterrand van de trimvin naar rechts. Draai de bout weer aan en test opnieuw.
MODELLEN MET TRIMBEKRACHTIGING Vaar met normale kruissnelheid met de boot, in de gewenste stand getrimd. Draai de boot naar links en rechts en kijk in welke richting de boot het gemakkelijkst draait. Als afstelling vereist is, draait u de trimvinbout los en voert u de afstelling in kleine stappen geleidelijk uit. Als de boot gemakkelijker naar links draait, brengt u de achterrand van de trimvin naar links. Als de boot gemakkelijker naar rechts draait, brengt u de achterrand van de trimvin naar rechts. Draai de bout weer aan en test opnieuw.
nld
55
BEDIENING Controlelijst vóór het starten •
De bestuurder is op de hoogte van veilig navigeren en varen en veilige bedieningswerkwijzen.
•
Een goedgekeurd en gemakkelijk bereikbaar reddingsvest van de juiste maat voor elke passagier is aan boord.
•
Een ringvormige reddingsboei of een drijfkussen, geschikt om naar een persoon in het water te werpen.
•
Zorg dat u de maximale belasting van uw boot weet. Kijk op het typeplaatje.
•
De brandstofvoorraad is in orde.
•
Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk verdeeld is en iedereen op een daarvoor bestemde zitplaats zit.
•
Vertel iemand waar u heen gaat en wanneer u terug denkt te komen.
•
Het is verboden om de boot te besturen terwijl u onder de invloed van alcohol of drugs bent.
•
Zorg dat u de waterwegen en het gebied kent waar u gaat varen; het getij, stromingen, zandbanken, rotsen en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die u in Bediening - Inspectie- en onderhoudsschema vindt.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt, moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere onderdelen veroorzaken. Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen. Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt. Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anti-corrosie anodes omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Instructies alvorens te starten 1.
Verbind de brandstofslang met de buitenboordmotor. Zorg ervoor dat de connector op zijn plaats klikt.
9600
56
nld
BEDIENING 2.
Controleer het motoroliepeil.
9601
!
OPGELET
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er via alle koelwaterinlaatopeningen water in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen. 3.
Zorg dat de koelwaterinlaat onder water is.
26837
Procedure voor inlopen van de motor BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechter presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de inloopprocedures. 1.
Laat tijdens het eerste bedrijfsuur de motor met gevarieerde gasklepinstellingen draaien tot 3500 omw/ min, ongeveer de helft van volgas.
2.
Laat de motor tijdens het tweede bedrijfsuur met gevarieerde gasklepinstellingen draaien tot 4500 omw/ min, driekwart van volgas, en laat de motor tijdens dit uur ook om de tien minuten gedurende één minuut met volgas draaien.
3.
Gedurende de volgende acht bedrijfsuren dient u niet langer dan vijf minuten achter elkaar met vol gas te draaien.
Motor starten - Modellen met afstandsbediening Lees vóór het starten van de motor de Controlelijst voor het starten, Instructies alvorens te starten en Procedure voor inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening .
KENNISGEVING Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
nld
57
BEDIENING NB: Als de brandstoftank van de buitenboordmotor helemaal leeg is geweest of als de motor lang in opslag is geweest, slaat de motor pas na herhaalde startpogingen aan omdat het brandstofsysteem ontlucht moet worden. 1.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende ontluchting.
19748
2.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
27348
BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor: knijp niet in de pompbal nadat de motor is warmgelopen. 3.
Zet de dodemansschakelaar op RUN. Zie Algemene informatie - dodemansschakelaar.
19791
4.
Zet de buitenboordmotor in de neutraalstand ('N').
N
26838
5.
Breng de neutraalstand-gasvoorziening naar de volledig gesloten stand.
NB: Verzopen motor starten – Zet de neutraalstand-versneld stationairfunctie naar maximum en blijf de motor tornen om hem te starten. Verlaag het motortoerental onmiddellijk nadat de motor is aangeslagen.
58
nld
BEDIENING 6.
Draai de contactsleutel naar de stand 'START'. Als de motor niet binnen tien seconden aanslaat, draait u de sleutel terug naar de stand 'ON' (AAN), wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals.
19804
7.
Controleer nadat de motor is gestart of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
9647
BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, kan de motor ernstige schade oplopen.
MOTOR OPWARMEN Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
Motor starten - Modellen met stuurknuppel Lees vóór het starten van de motor de Controlelijst voor het starten, Instructies alvorens te starten en Procedure voor inlopen van de motor in het hoofdstuk Bediening .
KENNISGEVING Als er onvoldoende koelwater is, raken de motor, de waterpomp en andere onderdelen oververhit en lopen ze schade op. Zorg tijdens gebruik voor voldoende watertoevoer naar de waterinlaten.
NB: Als de brandstoftank van de buitenboordmotor helemaal leeg is geweest of als de motor lang in opslag is geweest, slaat de motor pas na herhaalde startpogingen aan omdat het brandstofsysteem ontlucht moet worden. 1.
Open de ontluchtingsplug van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende ontluchting.
19748
nld
59
BEDIENING 2.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
27348
BELANGRIJK: Voorkom verzuipen van de motor: knijp niet in de pompbal nadat de motor is warmgelopen. 3.
Zet de dodemansschakelaar op RUN. Algemene informatie - dodemansschakelaar.
19791
4.
Zet de greep op de stuurknuppel in de stand voor neutraalstart. F NEUTRAL START
F NEUTRAL START
R
R 10051
5.
Modellen met gasbekrachtigd opklappen – Zet de opklapvergrendelhendel in de vergrendelingsstand.
FREE
LOCK
10251
60
nld
BEDIENING 6.
Handgestarte modellen - Trek langzaam aan het startkoord totdat u voelt dat de starter aangrijpt en trek dan snel aan het koord om de motor te tornen. Laat het koord langzaam terugrollen. Herhaal dit tot de motor aanslaat.
10173
7.
Elektrisch gestarte modellen – Druk op de startknop en torn de motor. Laat de knop los zodra de motor aanslaat. Gebruik de startmotor niet langer dan tien seconden achter elkaar. Als de motor niet binnen tien seconden aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals.
10187
8.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de waterpomp komt.
9647
BELANGRIJK: Als er geen water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, zet dan de motor af en controleer of de koelwaterinlaat verstopt is. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, kan de motor ernstige schade oplopen.
MOTOR OPWARMEN Voordat u de motor gebruikt, laat u hem drie minuten stationair draaien om op te warmen.
nld
61
BEDIENING Schakelen BELANGRIJK: Denk aan het volgende: •
Schakel de buitenboordmotor alleen als de motor stationair draait.
•
Niet naar achteruit schakelen als de motor niet draait.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R)
•
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental tot stationair voordat u schakelt.
a
abc-
b c •
(R) Achteruit (N) Neutraal (F) Vooruit
28595
Modellen met afstandsbediening - Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het motortoerental tot stationair gedaald is.
F
N
R
27237
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een soepele beweging in.
•
Nadat de buitenboordmotor is ingeschakeld, zet u de afstandsbedieningshendel naar voren of draait u de gasgreep (modellen met stuurknuppel) om het toerental te verhogen.
Motor stoppen 1.
Modellen met afstandsbediening - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar neutraal. Draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
26843
62
nld
BEDIENING 2.
Modellen met stuurknuppel - Verlaag het motortoerental en schakel de buitenboordmotor naar neutraal. Druk op de motorstopknop of draai de contactsleutel naar de stand OFF (UIT).
26776
Starten in geval van nood Als het startsysteem niet werkt, kunt u het reserve startkoord (bijgeleverd) gebruiken en deze procedure volgen. 1.
Verwijder de vliegwielkap of de componenten van de handstarter.
10004
2.
Zet de buitenboordmotor in de neutraalstand ('N').
N F NEUTRAL START
F NEUTRAL START
R
R
26838
nld
10051
63
BEDIENING !
WAARSCHUWING
Wanneer het noodstartkoord wordt gebruikt om de motor te starten, werkt de bescherming tegen ingeschakeld starten niet. Vergeet niet om de buitenboordmotor in neutraal te schakelen om te voorkomen dat de buitenboordmotor ingeschakeld start. Plotselinge, onverwachte acceleratie kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. 3.
Elektrisch gestarte modellen – Draai de contactsleutel naar de stand 'ON' (AAN).
26846
!
WAARSCHUWING
Voorkom een elektrische schok: raak geen ontstekingsonderdelen, bedrading of bougiekabel aan terwijl u de motor start of terwijl deze loopt.
!
WAARSCHUWING
Het onbedekte, draaiende vliegwiel kan ernstig letsel veroorzaken. Houd uw handen, haar, kleding, gereedschap en andere voorwerpen uit de buurt van de motor wanneer de motor wordt gestart of loopt. Probeer de vliegwielkap of de motorkap niet aan te brengen of te verwijderen terwijl de motor loopt. 4.
Breng de knoop in het startkoord in de inkeping in het vliegwiel en wikkel het koord rechtsom rond het vliegwiel.
5.
Trek aan het startkoord om de motor te starten.
10006
64
nld
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor Om uw buitenboordmotor in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotor de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Inspectie- en onderhoudsschema. Wij dringen er bij u op aan om de motor naar behoren te laten onderhouden, teneinde de veiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden. Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het Onderhoudslogboek achterin deze handleiding. Bewaar alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.
VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZEN Wij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke Mercury Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen en smeermiddelen.
Emissieverordeningen van de Amerikaanse EPA Van alle nieuwe buitenboordmotoren die Mercury Marine produceert, wordt officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) van de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aan de vereisten voor de bestrijding van luchtvervuiling die gelden voor nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerd door een werkplaats/persoon werkzaam in de reparatie van scheepsmotoren met bougie-ontsteking.
EMISSIECERTIFICATIESTICKER Een emissiecertificatiesticker, met vermelding van emissieniveaus en motorspecificaties die rechtstreeks verband houden met emissies, wordt ten tijde van de fabricage op de motor aangebracht. 2008 JAN
a
FEB
b c d
MAR APR MAY JUN
EMISSION CONTROL INFORMATION THIS ENGINE CONFORMS TO 2010 CALIFORNIA AND U.S. EPA EMISSION REGULATIONS FOR SPARK IGNITION MARINE ENGINES. REFER TO OWNER’S MANUAL FOR REQUIRED MAINTENANCE SPECIFICATIONS AND ADJUSTMENTS. PLEASE PERFORM THE ENGINE MAINTENANCE CORRECTLY.
FAMILY : DISPLACEMENT : CO= FEL : HC+NOx= HP : MAXIMUM POWER : LOW-PERM/HIGH-PERM : IDLE SPEED (IN GEAR) : TIMING : MERCURY MARINE
2008 JUL AUG SEP OCT NOV DEC
e f g h 43058
abcdefgh-
cilinderinhoud maximaal emissievolume voor de motorklasse doorlatingspercentage brandstofslangen specificaties ontstekingstijdstip serienummer beschrijving motorfamilie motorvermogen - kilowatt stationair toerental
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAAR De eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus binnen de voorgeschreven certificatienormen te houden. De eigenaar/gebruiker mag de motor niet zodanig wijzigen dat het vermogen verandert of de emissieniveaus de vastgelegde fabrieksspecificaties zullen overschrijden. nld
65
ONDERHOUD Inspectie- en onderhoudsschema VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK •
Controleer het motoroliepeil. Zie onder Brandstof en olie - Motorolie controleren en toevoegen.
•
Controleer of de dodemansschakelaar de motor uitschakelt.
•
Inspecteer het brandstofsysteem visueel op beschadigingen en lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel is gemonteerd.
•
Controleer het stuursysteem op stroef bewegende en losse onderdelen.
•
Controleer visueel of de bevestigers van de stuurstang goed vast zitten. Zie onder Stuurstangbevestigers.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
NA ELK GEBRUIK •
Spoel het koelsysteem van de buitenboordmotor door als u de motor in zout of vervuild water hebt gebruikt. Zie onder Doorspoelen van het koelsysteem.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatdoorgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoet water als u de motor in zout water hebt gebruikt.
NA 100 GEBRUIKSUREN OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERSTE VOORDOET •
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Smeerpunten.
•
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter. De olie moet vaker worden ververst als de motor onder moeilijke omstandigheden wordt gebruikt (zoals langdurig slepen). Zie onder Motorolie verversen.
•
Vervang de bougies na de eerste 100 uur of na het eerste jaar. Controleer daarna de bougies elke 100 uur of eenmaal per jaar. Vervang de bougies wanneer nodig. Zie onder Bougies inspecteren en vervangen.
•
Inspecteer de thermostaat visueel op corrosie en breuk in de veer. Controleer of de thermostaat zich bij kamertemperatuur helemaal sluit.1.
•
Controleer het lagedrukbrandstoffilter van de motor op verontreinigingen. Zie onder Brandstofsysteem.
•
Vervang het hogedrukbrandstoffilter.1.
•
Controleer de instelling van het ontstekingstijdstip van de motor.1.
•
Controleer de anti-corrosieanodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Anticorrosieanode.
•
Tap het smeermiddel van het onderwaterhuis af en ververs het. Zie onder Onderwaterhuis smeren.
•
Smeer de spiebanen op de aandrijfas.1.
•
Controleer de klepspeling en stel de kleppen zo nodig.1.
•
Controleer de trimbekrachtigingsvloeistof. Zie onder Trimbekrachtigingsvloeistof controleren.
•
Inspecteer de accu. Zie onder Accu inspecteren.
•
Controleer de afstellingen van de bedieningskabel.1.
•
Inspecteer de distributieriem. Zie onder Distributieriem inspecteren.
•
Controleer of alle bouten, moeren en andere bevestigers goed aangehaald zijn.
•
Controleer of de motorkapafdichtingen intact en onbeschadigd zijn.
•
Controleer de inwendige motorkapgeluidsisolatie (indien aanwezig) en kijk of het schuimrubber intact en onbeschadigd is.
•
Controleer of de inlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer of de stationairuitlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
1.
Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
66
nld
ONDERHOUD •
Controleer de luchtinlaat op losse slangklemmen en losse rubber hoezen (indien aanwezig).
NA 300 GEBRUIKSUREN OF OM DE DRIE JAAR •
Vervang de waterpompwaaier (doe dit vaker als er oververhitting optreedt of als u een lagere waterdruk constateert).1.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG •
Raadpleeg de opslagprocedure. Zie onder Opslag .
Koelsysteem doorspoelen Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor met zoet water door na elk gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hiermee voorkomt u dat afzetting de inwendige waterkanalen verstopt. Gebruik een Mercury Precision of Quicksilver doorspoeladapter (of een gelijkwaardig product). BELANGRIJK: Tijdens het doorspoelen moet de motor draaien om de thermostaat te openen en water door de koelwaterkanalen te laten circuleren.
!
WAARSCHUWING
Verwijder de schroef om mogelijk letsel tijdens het doorspoelen te voorkomen. Zie 'Schroef vervangen'. 1.
Verwijder de schroef. Zie Schroef vervangen. Installeer de doorspoeladapter zo, dat de rubberen kommen goed over de koelwaterinlaat passen.
27256
Doorspoelapparaat
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd; zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of bij gebruik van de motor.
9192
nld
67
ONDERHOUD 2.
Sluit een waterslang aan op de doorspoeladapter. Open de kraan en stel de waterstroom bij zodat er water rondom de rubberen kommen blijft lekken. Zo weet u zeker dat de motor voldoende koelwater ontvangt.
27259
3. Start de motor en laat hem stationair draaien in neutraal. BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller dan met stationair toerental lopen. 4.
Stel de waterstroom (zo nodig) bij zodat overtollig water rondom de rubberen kommen blijft weglekken zodat de motor voldoende koelwater krijgt.
27260
5.
Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatie-opening van de waterpomp komt. Blijf de buitenboordmotor gedurende 3 à 5 minuten doorspoelen terwijl u de watertoevoer constant in het oog houdt.
6.
Zet de motor af, draai de kraan dicht en verwijder de doorspoeladapter. Breng de schroef weer aan.
Motorkap verwijderen en installeren VERWIJDEREN 1.
Ontgrendel de achterste sluiting door de hendel omhoog te trekken.
10190
68
nld
ONDERHOUD 2.
Til de achterkant van de kap op en haal de haak op de voorkant los.
10191
INSTALLEREN 1.
Laat de motorkap over de motor zakken. Breng eerst de voorkant van de motorkap omlaag en steek het voorste haakje in de opening. Laat de kap vervolgens op zijn plaats op de onderbak zakken.
2.
Druk de motorkap zacht omlaag en vergrendel de kap vervolgens door de sluiting in te drukken. Controleer of de motorkap goed vastzit door de achterkant van de kap omhoog te trekken.
Onderhoud van de buitenkant Uw buitenboordmotor wordt beschermd door duurzame lak. Maak de lak regelmatig schoon en zet deze in de was, gebruikmakend van geschikte reinigingsmiddelen en was.
Accu inspecteren De accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten. BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies. 1.
Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.
2.
Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.
3.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
4.
Controleer of de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien die voorkomt dat de accupolen per ongeluk worden kortgesloten.
Brandstofsysteem !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van een benzinebrand of -explosie. Volg alle onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Zet de motor altijd af, rook niet en zorg dat er geen open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert. Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de accu loskoppelen. Tap het brandstofsysteem helemaal af. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof op te vegen, moet in een goedgekeurde container worden afgevoerd. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleer het systeem altijd op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
nld
69
ONDERHOUD BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwellingen, lekken, hardheid of andere tekenen van slijtage of beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden vervangen.
BRANDSTOFFILTER (LAGE DRUK) Controleer het brandstoffilter op water of bezinksel. Als zich water in de brandstof bevindt, verwijdert u het kijkglas en tapt u het water af. Als het filter verontreinigd lijkt te zijn, verwijdert en vervangt u het.
VERWIJDEREN 1.
Lees de informatie over onderhoud aan het brandstofsysteem en de waarschuwing hiervoor.
2.
Trek het hele filter uit de steun. Houd het deksel vast om te voorkomen dat het draait en verwijder het kijkglas. Giet de inhoud leeg in een goedgekeurde container.
3.
Trek het filterelement naar buiten en vervang het zo nodig.
a b c d 9694
abcd-
Deksel Filterelement O-ringafdichting Kijkglas
INSTALLEREN 1.
Duw het filterelement in het deksel.
2.
Leg de O–ringafdichting op de juiste plaats op het kijkglas en schroef het kijkglas met de hand in het deksel vast.
3. Duw het filter weer in de steun. BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekken bij het filter door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
Stuurstangbevestigers BELANGRIJK: De stuurstang waardoor de stuurkabel met de motor verbonden wordt, moet bevestigd worden met de stuurstangbevestigers die met de motor meegeleverd zijn. Vervang deze borgmoeren (11-16147--3) nooit door gewone (niet borgende) moeren, want die werken zich los en trillen van de machine af, waardoor de stang los kan raken.
70
nld
ONDERHOUD !
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk heftige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig of fataal letsel oplopen. Bevestig de stuurverbindingsstang aan de stuurkabel met de vlakke ring en de nylon borgmoer met inzetstuk. Draai de borgmoer helemaal aan en draai hem vervolgens een kwartslag terug. Zet de stuurstang op de motor vast met de bout, borgmoer, pasring en vlakke ringen. Haal de borgmoer aan volgens de specificaties.
d
b
e
c b
b f a
9691
abcdef-
bout (10-898101018) vlakke ring (12-95392-10) pasring (23-853826001) borgmoer met nylon inzetstuk (11-16147--3) installeer de stuurstang in de zijopening borgmoer met nylon inzetstuk (11-16147--3) (helemaal aandraaien en vervolgens een kwartslag te‐ rug)
Beschrijving Borgmoer met nylon inzetstuk 'd' Borgmoer met nylon inzetstuk 'f'
Nm 27
lb. in.
lb. ft. 20
Draai aan tot hij volledig zit en draai hem dan een kwartslag terug
Anticorrosieanode Uw buitenboordmotor is op verschillende plaatsen voorzien van anti-corrosie anodes. Een anode helpt de buitenboordmotor beschermen tegen galvanische corrosie door geleidelijk metaal af te staan voor corrosie ten gunste van het metaal van de buitenboordmotor. Elke anode moet regelmatig geïnspecteerd worden, met name bij gebruik in zout water waardoor de erosie sneller verloopt. Om deze corrosiebescherming te behouden, moet u de anode altijd vervangen voordat hij volledig is weggevreten. Verf de anode nooit en breng er geen beschermlaagje op aan, omdat dit de effectiviteit vermindert.
nld
71
ONDERHOUD Er is één anode aan het motorblok gemonteerd. Verwijder de anode op de afgebeelde plaats. Bevestig de anode met de bout op het deksel. Haal de bout aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment. Installeer de kap weer met een nieuwe pakking. Haal de bouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
b a
10230
ab-
deksel anode
Beschrijving
Nm
lb. in.
Anodebout
6
53
Dekselbout (2)
6
53
lb. ft.
De tweede anode is geïnstalleerd bij de trimvin en de derde anode bij de spiegelklemmen.
a 10239
10243
10236
b abc-
c
trimvin spiegelklemanode – lang spiegelklemanode – kort
72
nld
ONDERHOUD Schroef vervangen !
WAARSCHUWING
Als de schroefas wordt gedraaid terwijl de motor in de versnelling staat, is het mogelijk dat de motor tornt en start. Om dit per ongeluk starten van de motor en mogelijk ernstig letsel door contact met de draaiende schroef te voorkomen, dient u de motor altijd naar neutraal te schakelen en de bougiekabels te verwijderen wanneer u onderhoud aan de schroef uitvoert. 1.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
N F NEUTRAL START
F NEUTRAL START
R
R
26838
10051
BELANGRIJK: Raadpleeg de paragraaf Bougies inspecteren en vervangen voor het verwijderen van de bougiekabels. 2.
Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor start.
26899
nld
3.
Buig de splitpen recht en verwijder hem.
4.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef om de schroef op zijn plaats te houden en de schroefmoer te verwijderen.
73
ONDERHOUD 5.
Trek de schroef recht van de as af. Als de schroef op de as is vastgelopen en niet verwijderd kan worden, laat hem dan door een erkende dealer verwijderen.
28351
10075
BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf tegen de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele as tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en telkens wanneer de schroef wordt verwijderd. 6.
Breng Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon op de schroefas aan.
10087
Ref.-nr. tube
7.
a
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Beschrijving
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
Installeer de voorste draagring, schroef, achterste drukring en schroefmoer op de as.
b
c
abcd-
d
schroefmoer achterste drukring schroef voorste draagring
10077
74
nld
ONDERHOUD 8.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef en haal de schroefmoer aan volgens de specificaties.
NB: Als de schroefmoer niet in lijn met het schroefasgat ligt nadat deze tot het opgegeven aandraaimoment is vastgedraaid, draait u de moer verder vast zodat hij in lijn met het gat ligt. 9.
Breng de schroefmoer in lijn met het gat in de schroefas. Steek een nieuwe splitpen in het gat en buig de einden van de splitpen om.
28353
28351
Beschrijving
Nm
schroefmoer
25
lb. in.
lb. ft. 18
10. Installeer de bougiekabels.
Bougie inspecteren en vervangen !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van brand of ontploffing door beschadigde bougiedoppen. Beschadigde bougiedoppen kunnen vonken afgeven. Vonken kunnen brandstofdampen onder de motorkap doen ontploffen. Voorkom schade aan bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap zoals een tang, schroevendraaier enz. om bougiedoppen te verwijderen. 1.
Verwijder de bougiekabels. Draai de rubber doppen enigszins en trek ze eraf.
26899
nld
75
ONDERHOUD 2.
Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode versleten is of de isolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of blaren vertoont.
26946
3.
Stel de vonkbrug af volgens de specificaties.
27848
Elektrodeafstand Bougie 4.
0,80 - 0,90 mm (0.031 - 0.035 in.)
Veeg de bougiezittingen schoon voordat u de bougies installeert. Installeer de bougies handvast en haal ze vervolgens aan tot de gespecificeerde momentwaarde.
Beschrijving
Nm
Bougie
20
lb. in.
lb. ft. 14
Zekering vervangen – Elektrisch gestarte modellen BELANGRIJK: Zorg dat u altijd SFE reservezekeringen van 20 A bij u hebt. Het elektrische startcircuit wordt tegen overbelasting beschermd door een SFE zekering van 20 A. Als de zekering doorslaat, werkt de elektrische startmotor niet. Probeer de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering weer doorslaan.
76
nld
ONDERHOUD 1.
Open de zekeringhouder en kijk naar de zilverkleurige band binnenin de zekering. Als de band gebroken is, vervangt u de zekering. Vervang de zekering door een nieuwe van dezelfde stroomsterkte.
a
b
15917
ab-
goede zekering doorgeslagen zekering
Inspectie distributieriem 1.
Inspecteer de distributieriem en laat hem door een erkende dealer vervangen als een van de volgende condities wordt aangetroffen. a. Barsten achter in de riem of in de voet van de riemtanden. b. Overmatige slijtage aan de voet van de tanden. c. Rubber gedeelte opgezwollen door olie. d. Korrelige riemoppervlakken. e. Tekenen van slijtage aan de randen of buitenoppervlakken van de riem.
9697
Smeerpunten 1.
nld
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon.
77
ONDERHOUD Ref.-nr. tube
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
•
Beschrijving
Schroefas – Zie Schroef vervangen voor het verwijderen en installeren van de schroef. Breng op de gehele schroefas een laagje smeermiddel aan om te voorkomen dat de schroefnaaf corrodeert of op de as vast komt te zitten.
10189
2.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants 2-4-C with Teflon (smeermiddel met Teflon) of Special Lubricant 101 (speciaal smeermiddel).
Ref.-nr. tube
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
34
Special Lubricant 101 (speciaal smeermiddel)
Stuurkolom, kantelbuis, knevelbouten, smeernippel stuurkabel
92-802865Q02
95
2-4-C met Teflon
Stuurkolom, kantelbuis, knevelbouten, smeernippel stuurkabel
92-802859Q 1
•
Stuurkolom – Smeren via de smeernippel.
10169
78
nld
ONDERHOUD •
Kantelbuis – Smeren via de smeernippels.
15915
•
Smeer het schroefdraad op de knevelbouten (indien van toepassing).
15914
•
Stuurkabelsmeernippel (indien aanwezig) – Draai het stuur zodat u het uiteinde van de stuurkabel geheel in de kantelbuis van de buitenboordmotor kunt trekken. Smeren via de smeernippel.
a b
10161
ab-
nld
smeernippel stuurkabeluiteinde
79
ONDERHOUD !
WAARSCHUWING
Het uiteinde van de stuurkabel moet volledig in de kantelbuis van de buitenboordmotor zijn teruggetrokken voordat smeermiddel wordt aangebracht. Als er smeermiddel op een volledig uitgestoken stuurkabel wordt aangebracht, kan de stuurkabel hydraulisch geblokkeerd raken. Een hydraulisch geblokkeerde stuurkabel zal verlies van de beheersing over de besturing veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. 3.
Smeer de volgende punten met lichte olie. •
Scharnierpunten stuurverbindingsstang – Scharnierpunten smeren.
10164
Trimbekrachtigingsvloeistof controleren 1.
Klap de buitenboordmotor naar de hoogste stand en zet de opklapgeleidehendel vast.
9703
2.
Verwijder de vuldop en controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil hoort ter hoogte van de onderkant van de vulopening te staan. Voeg Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Power Trim & Steering Fluid (trim- en stuurbekrachtigingsvloeistof) toe. Is deze niet verkrijgbaar, gebruik dan automatischetransmissievloeistof voor auto's (ATF).
9701
80
nld
ONDERHOUD Ref.-nr. tube
114
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Power Trim and Steering Fluid (trimen stuurbekrachtigingsvl oeistof)
Trimbekrachtigingssysteem
92-802880Q1
Motorolie verversen MOTOROLIE-INHOUD De motorolie-inhoud bedraagt ongeveer 1,8 liter (1.9 qt.).
PROCEDURE VOOR OLIEVERVERSEN 1.
Klap de buitenboordmotor omhoog naar de trailerstand.
2.
Draai de besturing op de buitenboordmotor zo dat het aftapgat omlaag wijst. Verwijder de aftapplug en tap de motorolie af in een geschikte bak. Smeer de afdichting op de aftapplug met olie en breng hem weer aan.
15916
OLIEFILTER VERVANGEN 1.
Plaats een doek of handdoek onder het oliefilter om eventueel gemorste olie op te nemen.
2.
Schroef het oude filter naar links los.
9735
3.
Reinig de montagevoet. Breng een dun laagje olie aan op de filterpakking. Gebruik geen vet. Schroef het nieuwe filter tot op de voet van de pakking en draai dan nog driekwart tot een hele slag aan.
OLIE TOEVOEGEN 1.
nld
Verwijder de olievuldop en voeg olie toe tot het juiste gebruikspeil.
81
ONDERHOUD 2.
Laat de motor vijf minuten stationair draaien en controleer op lekkage. Stop de motor en controleer het oliepeil op de peilstok. Voeg zo nodig olie toe. a-
a
olievuldop
9737
Smering van het onderwaterhuis ONDERWATERHUISSMERING Bij het toevoegen of verversen van onderwaterhuissmeermiddel dient u het smeermiddel op de aanwezigheid van water te onderzoeken. Als er water aanwezig is, kan dit naar beneden zijn gezakt en zal het vóór het smeermiddel worden afgetapt, of kan het met het smeermiddel vermengd zijn waardoor het smeermiddel een melkkleurig uiterlijk krijgt. Als u water ziet, moet u het onderwaterhuis door uw dealer laten controleren. Water in het smeermiddel kan leiden tot vroegtijdig falen van lagers of kan bij koud weer bevriezen en schade aan het onderwaterhuis veroorzaken. Onderzoek het afgetapte onderwaterhuissmeermiddel op metaaldeeltjes. Een kleine hoeveelheid metaaldeeltjes wijst op normale slijtage van de tandwielen. Een buitensporige hoeveelheid metaalvijlsels of grotere deeltjes (stukjes) kunnen op abnormale tandwielslijtage wijzen en dit moet door een erkende dealer worden gecontroleerd.
SMEERMIDDEL UIT ONDERWATERHUIS AFTAPPEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in de verticale bedrijfsstand.
2.
Plaats een opvangbak onder de buitenboordmotor.
3.
Verwijder de ontluchtingsplug en de vul-/aftapplug en tap het smeermiddel af.
a
ab-
ontluchtingsplug vul-/aftapplug
b 9836
SMEERMIDDELINHOUD ONDERWATERHUIS De smeermiddelinhoud van het onderwaterhuis bedraagt ongeveer 350 ml (11.8 fl oz).
AANBEVOLEN ONDERWATERHUISSMEERMIDDEL Mercury of Quicksilver Premium of High Performance Gear Lubricant (tandwielolie). 82
nld
ONDERHOUD SMEERMIDDELPEIL CONTROLEREN EN ONDERWATERHUIS VULLEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in de verticale bedrijfsstand.
2.
Verwijder de ontluchtingsplug.
3.
Verwijder de aftapplug. Steek de smeermiddelleiding in de vulopening en voeg smeermiddel toe totdat het smeermiddel bij de ontluchtingsopening te zien is.
a
ab-
ontluchtingsplug en afdichtring aftapplug en afdichtring
b 9835
BELANGRIJK: Vervang de afdichtringen indien ze beschadigd zijn. 4.
Stop met het toevoegen van smeermiddel. Installeer de ontluchtingsplug en afdichtring voordat u de smeermiddelleiding verwijdert.
5.
Haal de leiding weg en installeer de vul-/aftapplug en de afdichtring.
Onder water geraakte buitenboordmotor Een buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald, onderhoud nodig bij een erkende dealer. Prompt onderhoud bij een dealer is noodzakelijk als de motor eenmaal aan de atmosfeer is blootgesteld om inwendige corrosieschade aan de motor tot een minimum te beperken.
nld
83
OPSLAG Voorbereiding voor opslag Bij de voorbereiding van de buitenboordmotor op de opslag is bescherming tegen roest, corrosie en beschadiging door bevriezing van ingesloten water het belangrijkste. De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoensopslag of langdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.
!
OPGELET
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er water via alle koelwaterinlaatopeningen in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen.
BRANDSTOFSYSTEEM BELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag tot zuurvorming overgaan en schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaam om zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteem van de motor af te tappen. Vul de brandstoftank en het motorbrandstofsysteem met behandelde (gestabiliseerde) brandstof om vernisachtige aanslag en gom te helpen voorkomen. Ga verder met de volgende instructies. •
Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel in de brandstoftank (volg de aanwijzingen op de verpakking). Schud de brandstoftank voorzichtig heen en weer om het stabiliseringsmiddel met de brandstof te mengen.
•
Vaste brandstoftank - Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel (volgens de aanwijzingen op de verpakking) in een aparte container en meng deze met ongeveer één liter benzine. Giet dit mengsel in de brandstoftank.
•
Plaats de buitenboordmotor in water of sluit de doorspoeladapter aan zodat koelwater kan circuleren. Laat de motor ten minste tien minuten draaien om het motorbrandstofsysteem te vullen.
Doorspoeladapter
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd, zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of het gebruik van de motor.
9192
Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen •
Smeer alle buitenboordmotoronderdelen die staan vermeld bij Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
•
Werk beschadigde verf bij. Neem contact op met uw dealer voor de te gebruiken lak.
•
Spuit Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op metalen buitenoppervlakken (behalve anti-corrosie anodes).
Ref.-nr. tube
120
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Corrosion Guard (corrosiebescherming )
Externe metalen oppervlakken
92-802878Q55
84
nld
OPSLAG Beschermen van inwendige motoronderdelen •
Verwijder de bougies en spuit een kleine hoeveelheid motorolie in alle cilinders.
•
Draai het vliegwiel enkele keren met de hand om de olie in de cilinders te verspreiden. Breng de bougies weer aan.
•
Ververs de motorolie.
Onderwaterhuis •
Tap de tandwielolie uit het onderwaterhuis af en vul het weer (raadpleeg Onderhoud – Onderwaterhuis smeren).
Buitenboordmotor plaatsen voor opslag Sla de buitenboordmotor in een rechtopstaande (verticale) positie op om water uit de motor te laten lopen.
KENNISGEVING Als de buitenboordmotor in opgeklapte toestand wordt opgeslagen, kan hij beschadigd raken. Er kan dan water bevriezen dat is ingesloten in de koelkanalen, of regenwater dat zich ophoopt in de schroefuitlaat in het onderwaterhuis. Sla de buitenboordmotor op in de stand volledig omlaag.
Accu-opslag •
nld
Volg de instructies van de fabrikant voor opslag en het laden van de accu.
•
Verwijder de accu van de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig opnieuw opladen.
•
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
•
Controleer tijdens de opslagperiode het waterpeil regelmatig en laad de accu regelmatig op.
85
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor tornt de motor niet (elektrisch gestarte modellen) MOGELIJKE OORZAKEN •
Doorgebrande zekering in het startcircuit. Zie Onderhoud .
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
Zwakke accu, of de accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Startmotor of solenoïde van startmotor defect.
Motor start niet MOGELIJKE OORZAKEN NB: Als de brandstoftank van de buitenboordmotor helemaal leeg is geweest of als de motor lang in opslag is geweest, start de motor pas na herhaalde pogingen, omdat het brandstofsysteem ontlucht moet worden. •
Noodstopschakelaar niet in de stand 'RUN' (LOPEN).
•
Onjuiste startprocedure. Raadpleeg Bediening.
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Motor verzopen. Raadpleeg Bediening.
•
Er komt geen brandstof in de motor. •
Brandstoftank is leeg.
•
Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.
•
Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.
•
Pompbal niet ingeknepen.
•
Keerklep van pompbal is defect.
•
Brandstoffilter verstopt. Raadpleeg Onderhoud.
•
Brandstofpomp defect.
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
Doorgeslagen 20A-zekering Raadpleeg Onderhoud.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Bougies vuil of defect. Raadpleeg Onderhoud.
Motor loopt onregelmatig MOGELIJKE OORZAKEN •
Oververhitting - Waarschuwingshoorn werkt niet.
•
Te lage oliedruk. Controleer het oliepeil.
•
Bougies vervuild of defect. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud.
•
Verkeerde opstelling en afstelling.
•
Restrictie van brandstof naar motor. a. Motorbrandstoffilter is verstopt. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud. b. Brandstoftankfilter verstopt. c. Anti-sifonklep op vast ingebouwde brandstoftanks zit vast. d. Brandstofslang is geknikt of samengeknepen.
•
Brandstofpomp defect. 86
nld
OPSPOREN VAN STORINGEN •
Componenten van ontstekingssysteem defect.
Prestatieverlies MOGELIJKE OORZAKEN •
Te lage oliedruk. Controleer het oliepeil.
•
Gasklep niet helemaal open.
•
Beschadigde of verkeerde maat schroef.
•
Motor is niet goed afgesteld of opgesteld.
•
Boot is te zwaar beladen of de lading is onevenredig verdeeld.
•
Te veel water in het motorruim.
•
De bodem van de boot is vuil of beschadigd.
Accu kan lading niet houden MOGELIJKE OORZAKEN
nld
•
Accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Te weinig elektrolyt in de accu.
•
Oude of inefficiënte accu.
•
Te veel elektrische accessoires met de accu verbonden.
•
Kapotte gelijkrichter, laadspoel of spanningsregelaar.
87
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice Breng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleen hij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en de originele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren als dat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.
Service onderweg Als u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen service kunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine servicekantoor.
Inlichtingen over onderdelen en accessoires Over originele vervangingsonderdelen en accessoires kan uw plaatselijke erkende dealer u informeren. De dealer heeft de benodigde informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Wanneer u naar onderdelen en accessoires informeert, heeft de dealer het model- en serienummer nodig om de juiste onderdelen te kunnen bestellen.
Servicebijstand Het is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u een probleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend Mercury Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende. 1.
Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dan contact op met de eigenaar van het dealerschap.
2.
Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het Mercury Marine servicekantoor dan om hulp. Mercury Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemen oplossen.
Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig: •
Uw naam en adres
•
Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent
•
Model en serienummer van de buitenboordmotor
•
De naam en het adres van uw dealerschap
•
Aard van het probleem
Als u hulp nodig hebt, kunt u bellen, faxen of schrijven. Verstrek een telefoonnummer waar u overdag te bereiken bent als u een brief of fax stuurt.
Fax Website
Mercury Marine W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 www.mercurymarine.com (61) (3) 9791-5822
Fax
(61) (3) 9706-7228 (32) (87) 32 • 32 • 11
Fax
(32) (87) 31 • 19 • 65
88
nld
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR (954) 744-3500 Fax
(954) 744-3535
Japan 072-233-8888 Fax
072-233-8833
Kisaka Co., Ltd. 4-130 Kannabe-cho Sakai-shi Sakai-ku 5900984 Osaka, Japan
Azië, Singapore (65) 65466160 Fax
nld
(65) 65467789
Brunswick Asia Pacific Group T/A Mercury Marine Singapore Pte Ltd 29 Loyang Drive Singapore, 508944
89
INSTALLEREN Informatie over installeren VERMOGEN VAN DE BOOT !
WAARSCHUWING
Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot. Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
BESCHERMING TEGEN INGESCHAKELD STARTEN !
WAARSCHUWING
Vermijd ernstig of dodelijk letsel als gevolg van plotselinge, onverwachte acceleratie wanneer u de motor start. Vanwege het ontwerp van deze buitenboordmotor moet de erbij gebruikte afstandsbediening een ingebouwde beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. De afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. Dit voorkomt dat de motor start vanuit een versnelling.
ACCESSOIRES VOOR UW BUITENBOORDMOTOR SELECTEREN De originele Mercury Precision- en Quicksilver-accessoires zijn speciaal voor uw buitenboordmotor ontworpen en getest. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers. BELANGRIJK: Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Door onjuist gebruik van goedgekeurde accessoires of het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan het product beschadigd raken. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine worden geproduceerd of verkocht, zijn er niet op ontworpen om veilig met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem ervan te worden gebruikt. Zorg dat u de installatie-, bedienings- en onderhoudshandleidingen voor alle geselecteerde accessoires bezit en leest.
VEREISTE BEPERKT DOORLATENDE BRANDSTOFSLANG Vereist voor buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten te koop of verkocht zijn of ter verkoop worden aangeboden.
90
nld
INSTALLEREN •
De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist voor alle buitenboordmotoren die na 1 januari 2009 zijn vervaardigd een beperkt doorlatende slang als primaire brandstofslang tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor.
•
Een beperkt doorlatende brandstofslang heeft de classificatie USCG Type B1-15 of Type A1-15. Deze is gedefinieerd als niet meer dan 15/gm²/24 h van CE 10 brandstof doorlatend bij een temperatuur van 23°C conform de specificatie in SAE J 1527 - Marine Fuel Hose (brandstofslangen scheepsvaart).
ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP Als gebruik wordt gemaakt van een elektrische pomp mag de brandstofdruk niet hoger zijn dan 27,58 kPa (4 PSI) bij de motor. Installeer zo nodig een drukregelaar om de druk te regelen.
Buitenboordmotor installeren INSTALLATIESPECIFICATIES A B
A
2763
ab-
Minimale spiegelopening Hartlijn motor bij twee motoren
Minimale spiegelopening Enkele motor (afstandsbediening)
48,3 cm (19 in.)
Enkele motor (stuurknuppel)
76,2 cm (30 in.)
Twee motoren
101,6 cm (40 in.)
Hartlijn motor Minimaal
66 cm (26 in.)
MOTORKAP VERWIJDEREN EN INSTALLEREN Motorkap verwijderen 1.
nld
Ontgrendel de kapsluiting op de achterkant van de motor door de sluiting omhoog te trekken.
91
INSTALLEREN 2.
Trek de achterkant van de motorkap omhoog en haak de voorkant van de kap los.
10170
Motorkap installeren 1.
Zet de haak op de voorkant vast en duw de bovenste kap op de onderste kap.
2.
Druk de kapsluiting naar beneden om de kap vast te zetten.
BUITENBOORDMOTOR OPHIJSEN Gebruik het hijsoog achter het vliegwiel om de motor te ondersteunen tijdens de installatie van de buitenboordmotor.
10111
BUITENBOORDMOTOR OP SPIEGEL INSTALLEREN (MODEL MET HANDBEDIEND OPKLAPSYSTEEM) BELANGRIJK: Bij modellen zonder trimbekrachtiging of gasbekrachtiging moeten de spiegelklemmen contact maken met de bovenkant van de spiegel en de klemschroeven moeten worden aangehaald voordat de montagegaten door de spiegel worden geboord.
92
nld
INSTALLEREN 1.
Plaats de buitenboordmotor op de hartlijn van de spiegel.
27005
2.
Haal de klembouten van de spiegel aan.
15728
3.
Gebruik een lange boorkop om de twee lagere gaten van 8 mm (0.315 in.) door de spiegel te boren en gebruik hierbij de spiegelklemmen als sjabloon voor het boorgatpatroon. ab-
a
bovenste gat spiegelklem onderste gat spiegelklem
b 15949
4.
nld
Breng een afdichtmiddel voor boten aan op de schachten van de bouten. Breng geen marien afdichtmiddel aan op de boutschroefdraad.
93
INSTALLEREN 5.
Bevestig de motor aan de spiegel met het bevestigingsmateriaal dat is meegeleverd met de motor. Zet het bevestigingsmateriaal stevig vast. abc-
a
bout (2) sluitring (2) borgmoer (2)
c
b
15729
BUITENBOORDMOTOR AAN SPIEGEL INSTALLEREN (TRIM- EN GASBEKRACHTING) BELANGRIJK: Bepaal of de spiegel sterk genoeg is. De borgmoeren en bouten voor montage van de buitenboordmotor horen tot 75 Nm (55 lb. ft.) aangehaald te kunnen worden zonder dat de spiegel meegeeft of scheurt. Als de spiegel bij deze momentwaarde meegeeft of scheurt, is de spiegelconstructie mogelijk niet sterk genoeg. De spiegel moet dan versterkt of het lastdragende oppervlak vergroot worden.
b
18961
a ab-
spiegel geeft mee bij aanhalen bout spiegel scheurt bij aanhalen bout
Gebruik een momentsleutel met wijzerschaal als u de sterkte van de spiegel voor het eerst bepaalt. Als bij het aandraaien van de bout of moer de momentwaarde op de schaal niet toeneemt, betekent dit dat de spiegel meegeeft. U kunt het lastdragende oppervlak vergroten met een grotere onderlegring of een spiegelverstevigingsplaat.
94
nld
INSTALLEREN NB: De binnenste gaten op de spiegelverstevigingsplaat zijn voor de onderste spiegelbouten; de buitenste gaten zijn voor de bovenste spiegelbouten.
a b
20860
ab-
grote onderlegring voor spiegel spiegelverstevigingsplaat
Beschrijving
Onderdeelnummer
Grote onderlegring voor spiegel
67-896392
Spiegelverstevigingsplaat
67-896305
1.
Gebruik de spiegelboormal voor het boren van de montagegaten in de spiegel. abc-
b
a
a
c
nld
2757
95
boorgeleidegaten spiegelboormal hartlijn spiegel
INSTALLEREN Spiegelboormal
91-98234A2
Hulpmiddel bij de installatie van de motor, als sjabloon voor de motormontagegaten.
5489
2.
Boor vier montagegaten van 13,5 mm (17/32 in.).
3973
3.
Installeer de buitenboordmotor zo dat de antiventilatieplaat zich ter hoogte van of op maximaal 25 mm (1 in.) van de bodem van de boot bevindt.
a
ab-
antiventilatieplaat dezelfde hoogte of binnen 25 mm (1 in.)
b
8045
4. 5.
Breng een marien afdichtmiddel aan op de boutschachten. Breng geen marien afdichtmiddel aan op de boutschroefdraad. Monteer de buitenboordmotor met het hier afgebeelde, meegeleverde montagemateriaal. Haal de borgmoeren aan met het voorgeschreven aanhaalmoment.
96
nld
INSTALLEREN De buitenboordmotor moet op de spiegel worden bevestigd met de twee spiegelklemknevelbouten en met de vier meegeleverde montagebouten en borgmoeren met een diameter van 13 mm (1/2 in.) en de bijbehorende borgmoeren. Monteer twee bouten in de bovenste montagegaten en twee bouten in de onderste montagesleuven.
b c
abcd-
bout (4) spiegelklembout sluitring (4) borgmoer (4)
d
a
10175
Beschrijving
Nm
Borgmoeren en bouten voor spiegelmontage
75
lb. in.
lb. ft. 55
STUURSTEUN EN STUURKABEL INSTALLEREN 1. 2.
Installeer de stuursteun met twee sluitringen en twee 30 x 80 mm bouten. Haal de stuursteunbouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment. Smeer het gehele stuurkabeluiteinde met 2-4C met Teflon.
10261
Ref.-nr. tube
95 3.
nld
Beschrijving 2-4-C met Teflon
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Stuurkabeluiteinde
92-802859Q 1
Installeer de stuurkabelafdichting op de kantelbuis.
97
INSTALLEREN 4.
Installeer de stuurkabel en haal de stuurkabelmoer aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
b c
a
10268
abc-
stuurkabelmoer stuursteunbout en sluitring (2) stuurkabelafdichting
Beschrijving
Nm
lb. in.
lb. ft.
Stuurkabelmoer
47,5
35
Stuursteunbout
30
22.13
STUURSTANGBEVESTIGERS BELANGRIJK: De stuurstang waardoor de stuurkabel met de motor verbonden wordt, moet bevestigd worden met de stuurstangbevestigers die met de motor meegeleverd zijn. Vervang deze borgmoeren (11-16147--3) nooit door gewone (niet borgende) moeren, want die werken zich los en trillen van de machine af, waardoor de stang los kan raken.
!
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk heftige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig of fataal letsel oplopen. Bevestig de stuurverbindingsstang aan de stuurkabel met de vlakke ring en de nylon borgmoer met inzetstuk. Draai de borgmoer helemaal aan en draai hem vervolgens een kwartslag terug.
98
nld
INSTALLEREN Zet de stuurstang op de motor vast met de bout, borgmoer, pasring en vlakke ringen. Haal de borgmoer aan volgens de specificaties.
d
b
e
c b
b f a
9691
abcdef-
bout (10-898101018) vlakke ring (12-95392-10) pasring (23-853826001) borgmoer met nylon inzetstuk (11-16147--3) installeer de stuurstang in de zijopening borgmoer met nylon inzetstuk (11-16147--3) (helemaal aandraaien en vervolgens een kwartslag te‐ rug)
Beschrijving Borgmoer met nylon inzetstuk 'd' Borgmoer met nylon inzetstuk 'f'
nld
Nm 27
lb. in.
lb. ft. 20
Draai aan tot hij volledig zit en draai hem dan een kwartslag terug
99
INSTALLEREN Elektrische bedrading, accuaansluiting, brandstoftanks DRAADBOOM AFSTANDSBEDIENING 1.
Verwijder de drie toegangsdekselbouten. Verwijder het toegangsdeksel en de rubberen kabeldoorvoertule.
10113
2.
Verwijder de splitpenhouders en de sluitringen uit de schakelhendel, de schakelverbinding en de gashendel.
3.
Verwijder de schakelverbinding van de schakelhendel.
4.
Draai de bout los waarmee de draadboombeugel vastzit.
c
d
b
a e
10114
abcde-
Splitpenhouder en sluitring schakelverbinding Splitpenhouder en sluitring schakelhendel Splitpenhouder en sluitring gashendel Schakelverbinding Bevestigingsbouten draadboombeugel
100
nld
INSTALLEREN 5.
Verwijder de bout waarmee de kabeltonhouder aan de kap vastzit.
10127
6. 7. 8.
Sluit de afstandsbedieningdraadboom aan op de motordraadboomconnector. Leid de bedrading onder de schakelhendelpen door. Leid de bedrading door de tonsteun heen.
b
c
d
a 10128
abcd9.
nld
Draadboomconnector Schakelhendelpen Draadboombeugel Tonhouder
Zorg dat de draadboombeugel zich boven de draadboom van de afstandsbediening bevindt. Zet de draadboombeugel vast met een bout. Haal de bout aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
101
INSTALLEREN 10. Plaats de schakelverbinding weer op de schakelhendel.
b
d
c
a
10135
abcd-
Sluitring en splitpenhouder ter bevestiging schakelverbinding Schakelhendel Bout draadboombeugel Schakelverbinding
Beschrijving Bout
Nm
lb. in.
6
53
lb. ft.
ACCUKABELAANSLUITINGEN BELANGRIJK: Voorkom schade aan het motorlaadsysteem wanneer de accukabels niet zijn aangesloten op een accu door te zorgen dat de accukabeluiteinden grondig zijn geïsoleerd.
Enkele buitenboordmotor
a
abc-
Rode huls - positief (+) Zwarte huls - negatief (–) Startaccu
(+)
b (-)
c 15496
102
nld
INSTALLEREN Twee buitenboordmotoren Sluit een gedeelde massadraad (met dezelfde draadmaat als de accukabels van de motor) aan tussen de negatieve polen (–) op de startaccu's.
a
b a
b
c
(-)
(-)
d
d 15497
abcd-
Rode huls - positief (+) Zwarte huls - negatief (–) Massakabel Startaccu
BRANDSTOFTANKS Losse brandstoftank Kies een geschikte plaats in de boot, zodat de motorbrandstofslang kan worden aangesloten, en zet de tank vast.
Vaste brandstoftank Vaste brandstoftanks moeten worden geïnstalleerd in overeenstemming met de veiligheidsnormen voor industrie en overheid die aanbevelingen bevatten voor aarden, beveiliging tegen hevelen, ventilatie enz.
Bedieningskabel installeren GASKABEL INSTALLEREN Installeer de kabels in de afstandsbediening volgens de bij de afstandsbediening geleverde aanwijzingen. 1.
Zet de afstandsbedieningshendel van neutraal in vooruit en breng de hendel naar de stand voor maximumtoerental.
NB: De gaskabel is de tweede kabel die in beweging komt zodra u de schakelbediening uit de neutrale stand haalt.
nld
103
INSTALLEREN 2.
Installeer de gaskabel aan de gashefboom. Zet vast met een sluitring en een splitpenhouder.
3.
Stel de gaskabelton zo af dat wanneer u de ton in de gaskabeltonsteun installeert, u geen speling voelt als u licht met uw vinger op de gasklepnok drukt.
b a
c 10136
abc-
gasklepnok (geen speling bij lichte druk) gaskabeltonsteun gashefboom
4.
Breng de afstandsbedieningshendel langzaam terug naar de neutrale arreteerstand.
5.
Inspecteer de nokroller om te zien of hij geen contact maakt met de nok.
6.
Stel de gaskabelton bij als de rol de nok raakt.
a
ab-
gasklepnok nokroller
b 15952
SCHAKELKABEL INSTALLEREN Installeer de kabels in de afstandsbediening volgens de bij de afstandsbediening geleverde aanwijzingen. 1.
Zoek het middelpunt van de speling of loze beweging in de schakelkabel als volgt op: a. Zet de afstandsbedieningshendel van neutraal in vooruit en breng de hendel naar de stand voor maximumtoerental. Breng de hendel langzaam terug naar neutraal. Breng een merkteken ("a") aan op de kabeluiteindegeleider.
104
nld
INSTALLEREN b. Zet de afstandsbedieningshendel van neutraal in achteruit en breng de hendel naar de stand voor maximumtoerental. Breng de hendel langzaam terug naar neutraal. Breng een merkteken ("b") aan op de kabeluiteindegeleider. c. Breng een merkteken ("c") aan in het midden, halverwege tussen de merktekens (a en b). Lijn de kabeluiteindegeleider uit met dit middelste merkteken wanneer u de kabel op de motor installeert.
a
b c 6098
2.
Zorg dat de motor in neutraal staat.
3.
Zorg dat de schakelbediening in neutraal staat.
4.
Installeer de schakelkabel aan de schakelhendel. Zet vast met een sluitring en een splitpenhouder. Stel de kabelton zo bij dat het middenmerkteken op de kabelgeleider in lijn staat wanneer de schakelkabelton zich in de tonsteun in de kap bevindt.
c
b a 15896
ab5.
middenmerkteken op kabelgeleider eerste merkteken op kabelgeleider
Controleer de schakelkabelafstellingen als volgt: a. Schakel de afstandsbediening in vooruit. De schroefas hoort geschakeld te worden. Als dat niet het geval is, plaats dan de ton dichter naar het kabeluiteinde toe. b. Schakel de afstandsbediening in achteruit terwijl u de schroef draait. De schroefas hoort geschakeld te worden. Als dat niet het geval is, plaatst u de ton verder van het kabeluiteinde vandaan. Herhaal de stappen a t/m c.
nld
105
INSTALLEREN c. Schakel de afstandsbediening terug naar neutraal. De schroefas hoort vrijelijk te kunnen draaien, zonder enige stroefheid. Als dat niet het geval is, plaats dan de ton dichter naar het kabeluiteinde toe. Herhaal de stappen a t/m c. 6.
Installeer de kabeldoorvoertule.
7.
Zet de gas- en schakelkabeltonnen vast met de kabeltonhouder.
8.
Haal de bout van de kabeltonhouder aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment. abc-
a
kabeltonhouder kabeltonhouderbout kabeldoorvoertule
b c 15855
Beschrijving
Nm
lb. in.
6
53
Kabeltonhouderbout 9.
lb. ft.
Installeer het toegangsdeksel en zet het vast met drie bouten. Haal de bouten aan tot het voorgeschreven aanhaalmoment.
15858
Beschrijving
Nm
lb. in.
Toegangsdekselbout (3)
10
88
106
lb. ft.
nld
INSTALLEREN Schroef installeren !
WAARSCHUWING
Als de schroefas wordt gedraaid terwijl de motor ingeschakeld staat, is het mogelijk dat de motor tornt en start. Voorkom dit per ongeluk starten van de motor (en mogelijk ernstig letsel door aanraking van de draaiende schroef): verwijder altijd de bougiekabel wanneer u onderhoud of reparaties aan de schroef uitvoert. 1.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
N F NEUTRAL START
F NEUTRAL START
R
R
26838
2.
10051
Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor start.
26899
3. Breng Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4–C met Teflon op de schroefas aan. BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf tegen de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele schroefas tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en ook telkens als de schroef wordt verwijderd.
10087
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
Ref.-nr. tube
nld
Beschrijving
107
INSTALLEREN 4.
a
Installeer de voorste draagring, schroef, achterste drukring en schroefmoer op de as.
b
c
abcd-
d
Schroefmoer Achterste drukring Schroef Voorste draagring
10077
5.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef en haal de schroefmoer aan volgens de specificaties.
NB: Als de schroefmoer niet in lijn met het schroefasgat ligt nadat deze tot het opgegeven aanhaalmoment is aangehaald dan draait u de moer verder vast zodat hij in lijn met het schroefasgat ligt. 6.
Breng de schroefmoer in lijn met het gat in de schroefas. Steek een nieuwe splitpen in het gat en buig de einden van de splitpen om.
28353
28351
Beschrijving
Nm
Schroefmoer
25
lb. in.
lb. ft. 18
108
nld
ONDERHOUDSLOGBOEK Onderhoudslogboek Noteer hier het onderhoud dat aan uw buitenboordmotor is uitgevoerd. Denk eraan dat u alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen bewaart. Datum
nld
Uitgevoerd onderhoud
Draaiuren
109