3 Deel Het voorschrift e
56
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
I. Het voorschrift op reglementair vlak 1. Ambulante patiënten
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
Om terugbetaling te bekomen, is bovenstaand model verplicht151, zowel naar vorm als naar inhoud, voor voorschriften voor niet in een ziekenhuis opgenomen patiënten. Als het formulier elektronisch wordt gemaakt, moet het identiek zijn en de leesbaarheid van de streepjescode moet zijn gegarandeerd. De streepjescode bevat de identiteit van de voorschrijver. Meer info op de website van het RIZIV : www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere > Apothekers en tariferingdiensten > Reglementaire documenten > Het geneesmiddelenvoorschrift.
2. Gehospitaliseerde patiënten Er bestaat geen reglementair model voor het voorschrijven van geneesmiddelen bij opgenomen patiënten. Elke instelling heeft haar eigen voorschriftmodel waarop echter de officiële gegevens van het hierboven vermelde reglementaire model voor moeten komen. In sommige diensten of zalen waar de geneesmiddelen dringend moeten worden toegediend, worden bij de aflevering vaak vereenvoudigde interne documenten gebruikt en wordt het officiële voorschrift achteraf opgesteld. Het voorschrift kan worden vervangen door een elektronisch document, dat de identificatie van de voorschrijver en de leesbaarheid door het informaticasysteem garandeert. Er moet een gebruiksprotocol worden opgesteld tussen de verschillende betrokken partijen (ziekenhuis, geneesheer-directeur, apotheker-titularis, verantwoordelijke van het informaticasysteem). Dat gebruiksprotocol moet worden bezorgd aan de FOD Volksgezondheid en aan het FAGG152;
3. Specifieke reglementering a. Verdovingsmiddelen en psychotrope stoffen Verdovende middelen en sommige psychotrope stoffen moet je afleveren op basis van een origineel, schriftelijk, gedagtekend en ondertekend voorschrift. Het voorschrift moet duidelijk de naam en het adres van de ondertekenaar vermelden evenals voluit het aantal ampullen, cachetten, comprimés, granules, capsules, pillen, poeders, verpakkingen enz.153 Het voorschriftbriefje moet door de geneesheer volledig met de hand zijn opgesteld zodat je kan nagaan of het voorschrift authentiek is. Je mag dus geen verdovende middelen afleveren op basis van een kopie van een voorschrift of een elektronische versie, op straffe van strafrechtelijke sanctie. Het voorschrift mag alleen worden vernieuwd, indien de voorschrijver voluit het getal van en de termijn voor de toegelaten vernieuwingen vermeldt.
b. Geneesmiddelen voorgeschreven voor euthanasie De apotheker moet het euthanaticum persoonlijk afleveren aan de arts. Op het voorschrift vermeldt de arts uitdrukkelijk dat hij handelt in overeenstemming met de euthanasiewet.154
151. K.B.’s van 8-6-1994, 11-4-1999 en 26-6-2000. 152. K.B. van 7-6-2009 tot regeling van het elektronisch document […] 153. Stoffen vermeld in hoofdstukken II en IV van het K.B. van 22-1-1998 houdende regeling van sommige psychotrope stoffen, art 15 en 39 en K.B. van 31-12-1931 houdende regeling voor slaapmiddelen en verdovende middelen, art 19 §1. 154. Wet op de euthanasie van 28-5-2002, art 3 bis.
57
58
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
II. De voorschrijvers 1. Wie mag voorschrijven? De volgende zorgverleners zijn bevoegd om voor te schrijven: } de artsen } de tandartsen: in het kader van tandverzorging } de vroedvrouwen: de lijst van geneesmiddelen die toegankelijk zijn voor vroedvrouwen155 en de voorschrijfvoorwaarden moeten nog bij koninklijk besluit worden vastgesteld.
2. Welke vergoedbare farmaceutische producten kunnen worden voorgeschreven door de daartoe bevoegde zorgverleners? Zorgverleners kunnen eveneens actieve bestanddelen voorschrijven die niet in de lijsten voorkomen: in dat geval zijn de producten echter niet vergoedbaar.
De daartoe bevoegde zorgverleners kunnen de volgende farmaceutische producten voorschrijven156: } magistrale bereidingen die op de lijst in bijlage van het koninklijk besluit van 12 oktober 2004 staan } farmaceutische specialiteiten opgenomen in de lijst in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 21 december 2001 waarvan het actief bestanddeel: } in België beschermd is door een octrooi of door een certificaat ter aanvulling van de bescherming van het octrooi } in België niet of niet langer beschermd is: } merkspecialiteiten buiten octrooi } generische geneesmiddelen, kopieën, voorschriften op stofnaam } medische hulpmiddelen, speciale voedingsmiddelen en alle andere producten.
III. Gegevens die op het geneesmiddelenvoorschrift moeten worden vermeld?157 Om in aanmerking te komen voor vergoeding moet het voorschrift de volgende informatie bevatten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
de naam, de voornaam en het RIZIV-nummer (in cijfers en in streepjescode) van de voorschrijver de naam en voornaam van de patiënt de naam of de algemene benaming van het geneesmiddel (actief bestanddeel of stofnaam) de dagdosering van het geneesmiddel en eventueel de aanduiding dat het geneesmiddel bestemd is voor een kind of een zuigeling de toedieningsvorm de eenheidsdosis van het geneesmiddel de vermelding van het aantal eenheden in de verpakking en van het aantal verpakkingen, of de vermelding van de therapieduur in weken en/of dagen de gedagtekende handtekening van de voorschrijver en eventueel de door hem bepaalde datum van aflevering.
155. K.B. nr. 78, art. 21octiesdecies, § 3. 156. GVU-wet, art. 34, 4°, 5°, 19° en 20°. 157. K.B. van 10-8-2005 tot vaststelling van de modaliteiten van het voorschrift voor menselijk gebruik.
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
Indien enkel de stofnaam op het geneesmiddelenvoorschrift is vermeld met het oog op de aflevering van een magistrale bereiding, dan moet dit duidelijk op het voorschrift worden vermeld. Indien het voorschrift mag worden vernieuwd, dan moet de voorschrijver het aantal toegestane vernieuwingen en de duur ervan integraal vermelden.
IV. Aandachtspunten met betrekking tot het voorschrift 1. Bekwaming van de voorschrijver De terugbetaling van bepaalde geneesmiddelen hangt af van de bekwaming van de voorschrijver. Zo wordt bijv. de specialiteit Enbrel enkel terugbetaald wanneer het word voorgeschreven door een arts gespecialiseerd in de reumatologie. Meer info op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere > Geneesmiddelen > Hoofdstuk IV.
2. Grootte van de verpakking Voor sommige farmaceutische specialiteiten is de grootte van de vergoedbare verpakking beperkt. Indien een grotere verpakking wordt voorgeschreven, zal de vergoeding worden beperkt tot de grootste vergoedbare verpakking158. Indien de voorgeschreven grootte van verpakking niet beschikbaar is, dan moet de apotheker de kleinere verpakking afleveren die de voorgeschreven verpakking zo dicht mogelijk benadert. Indien op het voorschrift geen melding wordt gemaakt van de grootte van de af te leveren verpakking is de verzekeringstegemoetkoming beperkt tot de kleinste verpakking159.
3. Aantal vergoedbare verpakkingen per voorschrift De verzekering vergoedt slechts één verpakking van eenzelfde farmaceutische specialiteit per voorschrift. Hierop zijn echter uitzonderingen160. Het betreft de geneesmiddelen : met de letter M zoals insuline; terugbetaling is beperkt tot 3.000 eenheden } met de letter V (antiparkinson, orale diabetica, anti-epilepsie en hypertensie) maximaal 120 dagen behandeling, afgeleverd met een minimaal aantal verpakkingen en zo goedkoop mogelijk161 } op stofnaam voor een maximale behandelingsduur van drie maand } bestemd voor vaccinatie. }
158. 159. 160. 161.
K.B. van 21-12-2001, art. 92 . K.B. van 21-12-2001, art. 93, § 3 . K.B. van 21-12-2001, art. 92 . K.B. van 21-12-2001, art. 92 bis.
59
60
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
4. Niet-vergoedbare magistrale bereidingen Magistrale bereidingen zijn niet vergoedbaar in de volgende gevallen162: } aanwezigheid van een grondstof die niet vergoedbaar is (niet opgenomen in “de lijst” 163) of die niet beantwoordt aan de vastgestelde beperkingen per grondstof } aanwezigheid van een farmaceutische specialiteit die niet wordt vergoed (niet opgenomen in “de lijst”164) } ontbreken van de in de hoofdstukken I tot IV van de lijst165 ingeschreven grondstoffen, behoudens de dermatologische bereidingen voor uitwendig gebruik in de vorm van crème, gel, zalf of pasta } aanwezigheid van grondstoffen met het teken “+” in de lijst166, wanneer deze grondstoffen afzonderlijk, onderling vermengd of vermengd met de grondstoffen die zijn ingeschreven in hoofdstuk V van de lijst, worden voorgeschreven } incorporatie van een of meerdere farmaceutische specialiteiten onder voorwaarden die niet beantwoorden aan de bepalingen (zie verder punt 7)167.
5. Magistrale bereidingen voorgeschreven in vereenvoudigde vorm Magistrale voorschriften die in vereenvoudigde vorm zijn opgesteld (waarin wordt verwezen naar een voorschriftnummer) zijn van elke verzekeringstegemoetkoming uitgesloten168, behalve in drie gevallen: } als het gaat om magistrale bereidingen die worden voorgeschreven door dezelfde voorschrijver voor eenzelfde patiënt. In dat geval moet de arts verwijzen naar } het nummer van het vorige voorschrift } zijn naam en die van de patiënt vermelden } evenals de volledige identiteit van de apotheek waar de magistrale bereiding is afgeleverd. De apotheker vermeldt op de achterzijde van het voorschrift de volledige bereiding van de oorspronkelijke magistrale bereiding } als het gaat om magistrale bereidingen die zijn opgenomen in de geldende uitgaven van de Belgische farmacopee, van de Europese farmacopee en van het Therapeutisch Magistraal Formularium (TMF) } als het gaat om magistrale bereidingen voor welke de voorschrijver verwijst naar een officieel erkend werk waarin de voorgeschreven formule staat vermeld. De apotheker moet dan de kwalitatieve en kwantitatieve omschrijving van de bereiding op de keerzijde van het voorschrift overschrijven en zijn handtekening plaatsen.
162. 163. 164. 165. 166. 167. 168.
K.B. van 12-10-2004, art. 18 . K.B. van 12-10-2004, bijlage 2 K.B. van 21-11-2001, bijlage 1 K.B. van 12-10-2004, bijlage 2 K.B. van 12-10-2004, bijlage 2 K.B. van 12-10-2004, art. 19. K.B. van 12-10-2004, art. 18.
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
6. Verwerking van specialiteiten in een magistrale bereiding169 Magistrale bereidingen die een specialiteit bevatten zijn vergoedbaar onder de volgende voorwaarden: } het actieve bestanddeel is niet ingeschreven in de lijst als bijlage I bij het koninklijk besluit van 12 oktober 2004 } de farmaceutische specialiteit komt voor in de bijlage I van het koninklijk besluit van 21 december 2001 } de toedieningwijze is niet veranderd (niet van toepassing voor oftalmische bereidingen). Voor andere dan oftalmische of dermatologische bereidingen gelden de volgende bijkomende beperkingen: }
het recept heeft betrekking op een niet beschikbare dosis en kan niet toegediend worden in de voorgeschreven dosis. Indien echter de verwerking van de specialiteit niet noodzakelijk is omdat de specialiteit wel in de voorgeschreven vorm en dosis kan toegediend worden, dan wordt de magistrale bereiding niet vergoed maar de farmaceutische specialiteit wordt wel vergoed, voor zover de magistrale bereiding geen enkel product bevat dat niet ingeschreven is op de lijst, noch enige farmaceutische specialiteit die niet is ingeschreven op de lijst als bijlage I bij het koninklijk besluit van 21 december 2001 gevoegd
}
de verwerkte specialiteit: } is geen vorm met vertraagde afgifte of een galenische vorm met langdurige werking, noch enige galenische vorm die niet aangepast is voor de verwerking } mag geen zetpil of ampul zijn bij een bereiding voor intern gebruik } komt niet voor onder de vorm van een vloeistof: } voor inwendig gebruik te verdunnen met water of enkelvoudige stroop } voor uitwendig gebruik te verdunnen met water } ingeschreven in hoofdstuk IV is slechts vergoedbaar op basis van een machtiging van de adviserend geneesheer en als ze beantwoordt aan de hiervoor vermelde voorwaarden. Je moet het volgnummer van deze machtiging op het geneesmiddelenvoorschrift noteren.
7. Niet-reglementair voorschrift De specialiteiten en magistrale bereidingen die op niet-reglementaire of onvolledige geneesmiddelenvoorschriften zijn voorgeschreven, zijn uitgesloten van iedere verzekeringstegemoetkoming.170
8. Geldigheidsduur voor de terugbetaling van het voorschrift Het geneesmiddelenvoorschrift geeft slechts recht op een tegemoetkoming tot het einde van de derde kalendermaand die volgt op:171 } }
de datum van het voorschrift de door de voorschrijver vastgestelde afleveringsdatum, indien die wordt vermeld.
169. K.B. van 12-10-2004, art.19. 170. K.B.’s van 21-12-2001, art. 18 en van 12-10-2004, art 18 . 171. K.B. van 21-12-2001, art. 93.
Indien op het voorschrift een afleveringsdatum staat vermeld, kan de apotheker geen geneesmiddel voor die datum afleveren (bijvoorbeeld bij meerdere voorschriften voor contraceptie). Het naleven van de afleveringsdatum is een vergoedingsvoorwaarde.
61
62
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
9. Leesbaarheid van het voorschrift Indien je problemen ondervindt bij het lezen van het voorschrift moet je contact opnemen met de voorschrijver om de bevestiging van de behandeling te vragen. Indien ook de identiteit van de voorschrijver onleesbaar is, kan je het document niet als geldig beschouwen.
V. Het voorschrift op stofnaam 1. Wat is een voorschrift op stofnaam (VOS)? Op een voorschrift op stofnaam vindt men de benaming van het actief bestanddeel zoals dat is opgenomen in het anatomisch-therapeutisch-chemisch classificatiesysteem (ATC-code), of algemene courante benaming.
2. Wat moet er op een voorschrift op stofnaam staan? Een voorschrift op stofnaam moet de volgende gegevens bevatten: } de algemene internationale benaming } de toedieningsvorm } de dagdosering } de eenheidsdosis van het geneesmiddel } het aantal gebruikseenheden per verpakking of de vermelding van de therapieduur in weken en/of in dagen. Als de arts een therapieduur voorschrijft (maximum drie maanden172), moet de kleinste vergoedbare verpakking die het dichtst de behandelingsduur benadert, worden afgeleverd. Dat wil zeggen dat het aantal eenheden in de afgeleverde verpakking nooit de behandelingsduur mag overschrijden. Als het voorschrift onduidelijk of onvolledig is wat de verpakkingsgrootte betreft, moet de afgeleverde vergoedbare verpakking zo dicht mogelijk het voorgeschreven aantal gebruikseenheden benaderen, maar mag dat aantal nooit worden overschreden173. Indien het aantal gebruikseenheden niet is bepaald, moet de kleinste vergoedbare verpakking worden afgeleverd.
3. Welke specialiteit moet je afleveren in het geval van een voorschrift op stofnaam? De keuze van de specialiteit wordt gemaakt op basis van de volgende beslissingsboom: 1°
een generiek, een “kopie” of een originele specialiteit die is opgenomen in het referentieterugbetalingssysteem en waarvan de prijs gelijk is aan de vergoedingsbasis (geen supplement voor de patiënt).
172. K.B. van 21-12-2001, art. 92. 173. K.B. van 21-12-2001, art. 93, § 3.
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
Indien punt 1° niet van toepassing is, is vergoeding mogelijk voor: 2°
een originele specialiteit die is opgenomen in het referentieterugbetalingssysteem en waarvan de prijs verschillend is van de vergoedingsbasis (supplement voor de patiënt).
Indien de punten 1° en 2° niet van toepassing zijn, is de vergoeding mogelijk voor: 3°
een originele specialiteit die niet is opgenomen in het referentieterugbetalingssysteem.
Bij die drie stappen moeten de volgende voorwaarden in acht worden genomen: }
}
}
als de betrokken specialiteiten zowel in hoofdstuk I als in hoofdstuk II vergoedbaar zijn, moet je de vergoedingscriteria van hoofdstuk I toepassen als de betrokken specialiteiten in hoofdstuk IV vergoedbaar zijn, moet je de geldigheid van de machtiging respecteren uit de beschikbare mogelijkheden kies je de voor de patiënt meest aangewezen specialiteit op basis van therapeutische en/of financiële overwegingen (zie punt VII, 1 hieronder voor de definitie van hoofdstuk I, II en IV).
4. Welke gevallen kunnen niet worden beschouwd als een voorschrift op stofnaam? In de volgende gevallen kan het voorschrift niet worden beschouwd als een voorschrift op stofnaam: } vermelding van de merknaam met een bijkomende aanduiding over een goedkoper } alternatief (bijv. ‘Vibramycine DCI”, “Vibramycine stofnaam” of “Vibramycine generiek”). In dat geval moet de apotheker het volgende doen: } ofwel de voorgeschreven specialiteit afleveren, } ofwel, na overleg met de voorschrijver, de vastgestelde beslissingsboom toepassen en de voor de patiënt meest aangewezen specialiteit afleveren } vermelding van een merknaam van een generiek waarbij die merknaam de stofnaam geheel of gedeeltelijk bevat (bijv. Docdoxycy). In dat geval moet de apotheker de voorgeschreven generiek afleveren aangezien substitutie niet toegestaan is } voorschrift op stofnaam met een bijkomende aanduiding van een firma of een laboratorium. (bijv. “Doxycycline (Docpharma)” of “Doxycycline (Pfizer)” of “Doxycycline (EG)”) } voorschrift van een magistrale bereiding. In die laatste twee gevallen moet je afleveren conform het voorschrift.
5. Instructies voor tarifering in geval van voorschrift op stofnaam De geneesmiddelen die werkelijk (zie hoger) zijn voorgeschreven op stofnaam moet je aanduiden of “flaggen”op de tarificatielijn van het voorschrift. Ook een geneesmiddel voorgeschreven op stofnaam waarvoor nog geen generiek of alternatief bestaat, moet worden “geflagd”. Meer info over voorschrijven op stofnaam op de website van het RIZIV : www.riziv.be, rubriek Zorgverleners > Individuele zorgverleners > Apothekers > Algemene informatie > Omzendbrief aan de apothekers. Het voorschrijven op stofnaam legt de verantwoordelijkheid voor de financiële aspecten bij de apotheker. Zo kan de voorschrijver zich ten volle concentreren op de keuze van het gepaste geneesmiddel voor zijn patiënt. De keuze van het goedkoopste geneesmiddel dat beantwoordt aan het voorschrift op stofnaam, is de taak van de apotheker ! De apotheker zal rekening houden met de continuïteit van de behandeling en de beschikbaarheid van de medicatie.
63
64
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
VI. Derdebetalersregeling in speciale situaties Voor bepaalde medicatie mag je de derdebetalersregeling slechts toepassen indien de voorschrijver op het voorschrift “derdebetalersregeling van toepassing” heeft vermeld.
1. Griepvaccins De derdebetaler wordt toegepast voor volgende patiënten : } personen ouder dan 50 jaar } personen die lijden aan een onderliggende chronische al of niet gestabiliseerde aandoening van de longen, het hart, de lever, de nieren, aan metabole aandoeningen, aan immuniteitsstoornissen of aan haemoglobinopathie } beroepsfokkers van gevogelte en varkens alsook hun familieleden die onder hetzelfde dak wonen en personen die door hun beroep dagelijks in contact komen met levend gevogelte en levende varkens } het verzorgend personeel in rechtstreeks contact met personen uit risicogroepen } zwangere vrouwen na het 1e trimester van hun zwangerschap } personen opgenomen in een instelling } kinderen tussen 6 maanden en 18 jaar die een langdurige aspirinetherapie volgen. Sommige ziekenfondsen nemen een deel van of het hele remgeld voor hun rekening, of komen tussenbeide bij vaccins voor personen die niet tot de risicogroepen behoren. Je kan dus best telkens een BVAC meegeven (zie 1e deel, III, 6).
2. Geneesmiddelen uit hoofdstuk II Dit zijn geneesmiddelen die onder een specifieke controle vallen. De arts meldt in het medisch dossier van de patiënt dat deze voldoet aan de terugbetalingsvoorwaarden (zie punt VII,1 hieronder).
3. Zorgtrajecten Je mag de derdebetalersregeling toepassen voor de controlestrips, lancetten en glucosemeter (materiaal voor zelfzorg) afgeleverd in het kader van een zorgtraject “diabetes” en een programma “educatie en zelfzorg” van diabetesverzorging (zie 2° deel, III,7).
4. Actieve verbandmiddelen Zie 2e deel, III, 4.
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
VII. Beperkingen voor de voorschrijver wanneer hij geneesmiddelen voorschrijft 1. Respecteren van de therapeutische indicaties Een geneesmiddel is slechts vergoedbaar als het wordt voorgeschreven voor een van de vergunde indicaties174. De Minister van Volksgezondheid keurt deze indicaties officieel goed , na aanvraag en bespreking in de Geneesmiddelencommissie van de FOD Volksgezondheid. De vergoedbare geneesmiddelen zijn opgenomen in een lijst gerangschikt per hoofdstuk volgens hun vergoedingsvoorwaarden175. De courant voorgeschreven geneesmiddelen staan vermeld in de hoofdstukken I, II en IV.
a. Hoofdstuk I Die geneesmiddelen zijn vergoedbaar indien ze voorgeschreven zijn voor een indicatie die in de wetenschappelijke bijsluiter staat. Hun vergoedbaarheid is aan geen enkele andere beperking onderworpen.
b. Hoofdstuk II Die geneesmiddelen zijn vergoedbaar voor indicaties die overeenstemmen met de aanbevelingen van de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG) op basis van gegevens voor een goede medische praktijk176. In deze gevallen, moet de arts de documenten die het voorschrijven van het geneesmiddel rechtvaardigen in het dossier van de patiënt bijhouden. Een specifieke controle (controle a posteriori) is mogelijk voor deze categorie van geneesmiddelen. Indien een arts een geneesmiddel van hoofdstuk II voorschrijft buiten de vergoedingsvoorwaarden moet hij op het voorschrift “niet vergoedbaar” vermelden. Meer info op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere farmaceutische verstrekkingen > Geneesmiddelen > Procedure van a posteriori controle.
c. Hoofdstuk IV Dit hoofdstuk somt de vergoedingsvoorwaarden op van de specialiteiten die slechts vergoedbaar zijn mits voorafgaande machtiging van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. De arts moet dus de specifieke medische gegevens met betrekking tot de geneesmiddelen vermeld in paragraaf B van hoofdstuk IV aan de adviserend geneesheer bezorgen. Indien de adviserend geneesheer zijn toestemming geeft ontvangt de patiënt van zijn ziekenfonds een machtiging tot terugbetaling volgens de voorwaarden van hoofdstuk IV. Magistrale bereidingen voorgeschreven voor specifieke therapeutische indicaties, kunnen grondstoffen bevatten waarvoor de goedkeuring van de adviserend geneesheer vereist is voor een verzekeringstegemoetkoming.177
174. 175. 176. 177.
K.B. 21-12-2001, art 2. K.B. van 21-12-2001 en bijlagen. K.B. van 21-12-2001, art. 93 § 2. K.B. van 21-10-2004, bijlage II, hoofdstuk IV, en bijlage III, formulier I.
65
66
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
MACHtiging Wijzigingen in vergoedingsvoorwaarden zijn niet van toepassing op lopende machtigingen.
Er bestaan drie modellen van machtigingen178. Zij moeten in alle hieronder opgesomde gevallen aan de apotheker worden voorgelegd. } Machtiging tot vergoeding van een farmaceutische specialiteit gedurende een bepaalde periode, zonder precisering van het aantal vergoedbare verpakkingen: de verzekerde krijgt van zijn mutualiteit een formulier “b” of “d”179. Formulier “d” heeft een luik voor de vernieuwing. Na afloop moeten de formulieren teruggestuurd worden naar de adviserend geneesheer. De apotheker zal op elk voorschrift het volgnummer van de machtiging (in een kader) vermelden. } Machtiging tot vergoeding van een enkele verpakking van een farmaceutische specialiteit gedurende een bepaalde periode: de verzekerde ontvangt van zijn mutualiteit het formulier “c”180. De apotheker moet het formulier aan het overeenstemmende voorschrift hechten } Machtiging tot vergoeding van een farmaceutische specialiteit gedurende een bepaalde periode, met precisering van het aantal vergoedbare verpakkingen: de verzekerde ontvangt van zijn mutualiteit het formulier “e”181. Wanneer hij de laatste toegestane verpakking aflevert, moet de apotheker het formulier aan het overeenstemmende voorschrift hechten. De apotheker zal op elk voorschrift het volgnummer van de machtiging (in een kader) vermelden. Wanneer de zorgverlener een andere specialiteit voorschrijft dan die vermeld op de machtiging, dan kan deze worden terugbetaald onder de volgende voorwaarde(n): } in geval van een formulier “b” of “d” : de voorgeschreven specialiteit staat in dezelfde paragraaf van hoofdstuk IV, ook al betreft het een ander actief bestanddeel } in geval van een formulier “c” of “e” : } de werkende bestanddelen van beide specialiteiten zijn identiek } de specialiteiten behoren tot dezelfde paragraaf van hoofdtuk IV } de totale hoeveelheid van het belangrijkste actieve bestanddeel in de af te leveren verpakking is maximaal 15% hoger dan in de gemachtigde verpakking. VERniEUWing VAn dE MACHtiging182 Wanneer een machtiging tot vergoeding op basis van formulier “d” verstrijkt, kan de adviserend geneesheer op eigen initiatief die machtiging vernieuwen, zonder dat de patiënt of de voorschrijvende arts daarvoor een aanvraag moeten indienen, en dat zo vaak als hij het nuttig acht. De adviserend geneesheer moet evenwel nagaan of de medicatie wel degelijk gedurende de voorbije periode door de apotheker is afgeleverd. Het ziekenfonds brengt de patiënt schriftelijk op de hoogte van de toegekende vernieuwing. niEt-SPECifiEk foRMUliER VooR dE VERgoEdingSAAnVRAAg183 Bij het gebruik van dit formulier moeten de volgende bepalingen in acht worden genomen: } in de vergoedingsvoorwaarden wordt geen specifiek formulier opgelegd } de machtiging tot vergoeding is het document “b” of “d”. De verschillende vergoedingsformulieren kunnen worden geraadpleegd op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere > Geneesmiddelen > Directe toegang > Reglementaire aanvraagformulieren.
178. 179. 180. 181. 182. 183.
K.B. van 21-12-2001, art. 80. K.B. van 21-12-2001, bijlage III . K.B. van 21-12-2001, bijlage III . K.B. van 21-12-2001, bijlage III . K.B. van 21-12-2001, art. 80. K.B. van 21-12-2001, bijlage III .
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
d. Overige hoofdstukken } } } }
Hoofdstuk III - perfusievloeistoffen Hoofdstuk IVbis - ingevoerde geneesmiddelen (niet geregistreerde specialiteiten) Hoofdstuk V- menselijk fibrinogeenconcentraat (Rode Kruis) Hoofdstuk VI - radio-isotopen
Meer info op de website van het RIZIV : www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere > Directe toegang > Databank van de farmaceutische specialiteiten en Databank van de referentieterugbetalingen. Meer info over de vergoedingsvoorwaarden op de website van het RIZIV : www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere > Geneesmiddelen > Reglementering > Wettelijk kader > K.B. van 21december 2001.
2. Bekwaming van de voorschrijver Voor sommige geneesmiddelen hangt de vergoeding af van de bekwaming van de voorschrijver (zie 3e deel punt IV, 1.).
3. Goedkope geneesmiddelen Elke voorschrijver moet zich onthouden van het voorschrijven van onnodig dure en/of overbodige geneesmiddelen. Het onnodig dure karakter van het voorschrijfgedrag zal geëvalueerd worden in functie van het percentage voorgeschreven “goedkope geneesmiddelen”. Dat minimumpercentage dat elke specialiteit wordt opgelegd, wordt bij wet vastgesteld184. Meer info op de website: www.riziv.be : rubriek Zorgverleners > Individuele zorgverleners > Artsen > Kwaliteitspromotie > Minimum voorschrijven van goedkope geneesmiddelen.
a. Hoe wordt het percentage “goedkope” geneesmiddelen gemeten? Het volume aan voorgeschreven geneesmiddelen wordt in “gedefinieerde dagelijkse dosis” of “defined daily dosis” (DDD) gemeten. DDD is de afkorting van “defined daily dosis”. DDD is een dosering toegekend die overeenstemt met de gemiddelde onderhoudsdosis per dag voor volwassenen voor de voornaamste indicatie van het geneesmiddel.
b. Welke zijn de geneesmiddelen die in aanmerking komen bij de berekening van het percentage goedkope voorschriften? }
} } }
De originele merkspecialiteiten waarvan de prijs gedaald is tot het prijsniveau van het generische geneesmiddel185 De generische geneesmiddelen De kopieën De geneesmiddelen voorgeschreven op stofnaam (=VOS)
184. GVU-wet, art. 73, § 2. 185. GVU-wet, art. 35 ter.
Afhankelijk van de indicatie waarvoor het kan worden voorgeschreven kan een geneesmiddel tot verschillende hoofdstukken behoren. Het remgeld kan dus variëren naargelang de indicatie.
67
68
3e Deel - Het voorschrift - Januari 2011
Een voorschrift op stofnaam van - meestal recente - specialiteiten waarvoor nog geen goedkoop alternatief bestaat wordt beschouwd als een voorschrift voor goedkope geneesmiddelen. Meer info op de website van het RIZIV: www.riziv.be, rubriek Geneesmiddelen en andere farmaceutische verstrekkingen > Geneesmiddelen > Algemene informatie > FAQ.