RAADSVERGADERING 18/25 JUNI NR. IX
2015
Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 18 juni 2015 om 17.00 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde, die na een schorsing zal worden voortgezet op donderdag 25 juni om 19.30 uur, eveneens in het gemeentehuis te Zuidwolde. AGENDA
Aanvang/streeftijd
1. 2. 3.
Algemeen Opening Vaststelling agenda Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst raadsvergadering 21 mei 2015 en besluitenlijst raadsvergadering 28 mei 2015
4. 5. 6.
17.05 uur Besluitvormend/hamerstukken (10 minuten) Vaststelling zienswijze begroting 2016 en jaarstukken GR Reestmond Vaststelling zienswijze begroting 2016 en jaarstukken GR Alescon Vaststelling zienswijze begroting 2016, jaarstukken en beleidsvisie 2015-2018 Veiligheidsregio Drenthe
7.
Besluitvormend/bespreekstuk Kadernota 2016, tweede termijn (zie bijgevoegd tijdschema)
17.00 uur
17.15 uur
Schorsing Heropening
7a. 8. 9.
25 juni 19.30 uur
Besluitvormend/bespreekstukken vervolg Besluitvorming Kadernota 2016 (60 minuten) Vaststelling zienswijze begroting 2016 en meerjarenbegroting 2017-2019 Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen (15 minuten) Vaststelling eerste Bestuursrapportage 2015 (30 minuten) (wordt nagezonden)
19.30 uur
20.30 uur 20.45 uur
PAUZE
21.15 uur 21.30 uur
11. 12.
Besluitvormend/hamerstukken (5 minuten) Wijziging gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen Vaststelling zienswijze begroting 2016 Recreatieschap Drenthe Vaststelling bestemmingsplan Ringdijk 1 Kerkenveld
13.
Ingekomen stukken (5 minuten)
21.35 uur
14.
Opiniërend Discussienota subsidiebeleid (45 minuten)
21.40 uur
10.
Pagina 1 van 2
15.
Sluiting
22.25 uur
Zuidwolde, 4 juni 2015 De voorzitter van de Raad,
Roger de Groot Het woord voeren door de burgers Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden. Indien u wilt inspreken op de Kadernota 2016, wordt u vriendelijk verzocht dit bij de griffier te melden voor donderdag 18 juni 2015 9.00 uur. Opiniërend Tijdens het opiniërende vergaderblok voert de raad opiniërende discussies. De resultaten van deze discussies vormen bouwstenen voor voorstellen aan de raad. Deze raadsvoorstellen worden in een volgende vergadering besluitvormend behandeld.
Pagina 2 van 2
Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 21 mei 2015 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: H.S. Benning (Gb) (tot de pauze), R.A.J. Brouwer (Gb), C.F.M. Brouwer-Dekker (CDA), H. Buld-Kist (Gb), P. Groot (Gb), G. Gol (Gb), A. Haar (D66), G. Hempen-Prent (Gb), M.S.J. Hulst (VVD), H.C.M. Langen (PvdA), G.C. Leffers-Heeling (Gb), H. Mulder (VVD), H.G. Scheper-Beijering (VVD), M.P. Turksma (PvdA), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU) en T.J. de Wit (CDA) en D. Zantingh (CDA). Tevens aanwezig: J. ten Kate (Gb), M. Pauwels-Paauw (VVD) en J.R. van ’t Zand (Gb) wethouders; N. Kramer, secretaris-directeur Afwezig m.k.: D. Oosterveen (Gb). Voorzitter: Griffier: Verslag:
R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke S.R. Beute
Vragenhalfuur voor de raad De heer Groot (Gb) stelt een artikel 37A-vraag m.b.t. het alcohol- en ketenbeleid in De Wolden. Wethouder Pauwels beantwoordt de vraag. De heer Gol (Gb) stelt een artikel 37A-vraag m.b.t glasvezel aansluitingen openbare gebouwen. Wethouder Ten Kate beantwoordt de vragen. De heer De Wit (CDA) stelt een artikel 37A-vraag m.b.t. attendering op het verlopen van gehandicaptenparkeerkaarten. Portefeuillehouder De Groot beantwoordt de vraag. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. Mevrouw Langen (PvdA) wenst opmerkingen te maken bij ingekomen stuk a (Jaarstukken 2014 en concept beleidsbegroting 2016 en meerjarenraming 2017-2019 Alescon) en b Jaarstukken 2014 en begroting 2016 van Reestmond). Mevrouw Brouwer (CDA) wenst ook opmerkingen te willen maken bij ingekomen stukken a en b. De heer Verheijen (GL) geeft aan vragen te willen stellen m.b.t. de beantwoording van de artikel 37-vragen van de fracties van het CDA, PvdA en GroenLinks over het aanbestedingsbeleid energie-inkoop. De voorzitter geeft aan dat hier ruimte voor is tijdens agendapunt 9A. De raad stelt de agenda vast. 3. Besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 30 april 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijsten. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 30 april 2015 vast. 4. Vaststelling Re-integratieverordening De Wolden 2015
De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. Mevrouw Langen (PvdA) dient een motie in. Deze motie wordt met 11 stemmen tegen (Gb, VVD, D66) en 7 stemmen voor (PvdA, CDA, GL en CU) verworpen. De raad besluit conform het voorstel. 5. Vaststelling kadernotitie energiebronnen De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer Verheijen (GL) dient een amendement in. Dit amendement wordt met 10 stemmen tegen (VVD, Gb) en 7 stemmen voor (Gl, PvdA, CU en CDA) verworpen. D66 onthoudt zich van stemming. Wethouder Ten Kate zegt toe de historische verenigingen te betrekken bij de inpassing van alternatieve energiebronnen in het landschap van De Wolden. De raad besluit conform het voorstel. 6. Vaststelling Notitie ‘Sportstimulering De Wolden 2015-2018’ De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 7. Vaststelling zienswijze begroting 2016 GGD Drenthe De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. Wethouder Pauwels zegt toe schriftelijk terug te komen op de technische vraag van mevrouw Langen (PvdA) m.b.t. het risico van additionele taken. De raad besluit conform het voorstel. 8. Benoeming plv. vice-voorzitter van de raad De voorzitter stelt voor mevrouw Hilda Mulder te benoemen tot plaatsvervangend vicevoorzitter van de raad. De raad stemt met 16 stemmen voor, en 1 stem blanco, in met het voorstel mevrouw Mulder te benoemen tot plaatsvervangend vice-voorzitter van de raad. 9. Ingekomen stukken De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst ingekomen stukken. De raad stelt de lijst met ingekomen stukken vast. 9.A. Art. 37-vragen van de fracties van het CDA, PvdA en GroenLinks over het aanbestedingsbeleid energie-inkoop alsook de beantwoording Dit agendapunt wordt verplaatst naar de volgende raadsvergadering. 10. Sluiting De voorzitter sluit om 22:55 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 18 juni 2015,
de griffier,
de voorzitter,
Toezeggingenlijst vergadering raad 21 mei 2015 Data
Onderwerp
Afspraak/Toezegging
Actie door
21 mei 2015
Vaststelling kadernotitie energiebronnen
Wethouder Ten Kate
21 mei 2015
Vaststelling zienswijze begroting 2016 GGD Drenthe
Wethouder Ten Kate zegt toe de historische verenigingen te betrekken bij de inpassing van alternatieve energiebronnen in het landschap van De Wolden. Wethouder Pauwels zegt toe schriftelijk terug te komen op de technische vraag van mevrouw Langen (PvdA) m.b.t. het risico van additionele taken.
Griffie, 3 juni 2015
Wethouder Pauwels
Afdoening vóór
Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 28 mei 2015 om 19.30 uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: H.S. Benning (Gb), R.A.J. Brouwer (Gb), C.F.M. Brouwer-Dekker (CDA), H. Buld-Kist (Gb), P. Groot (Gb), G. Gol (Gb), A. Haar (D66), G. Hempen-Prent (Gb), M.S.J. Hulst (VVD), H.C.M. Langen (PvdA), G.C. Leffers-Heeling (Gb), H. Mulder (VVD), H.G. ScheperBeijering (VVD), M.P. Turksma (PvdA), E.M.M. Verheijen (GL), J.H. Wiechers (CU) en T.J. de Wit (CDA). Tevens aanwezig: J. ten Kate (Gb), M. Pauwels-Paauw (VVD) en J.R. van ’t Zand (Gb) wethouders; N. Kramer, secretaris-directeur Afwezig m.k.: D. Oosterveen (Gb) en D. Zantingh (CDA). Voorzitter: Griffier: Verslag:
R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke S.R. Beute
1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. De raad stelt de agenda vast. 3. Besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 30 april 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijsten. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst raad 30 april 2015 vast. 4. Toezeggingenlijst totaal raad per mei 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst. De raad stelt de toezeggingenlijst totaal raad, per mei 2015, vast. 4.A. Art. 37-vragen van de fracties van het CDA, PvdA en GroenLinks over het aanbestedingsbeleid energie-inkoop alsook de beantwoording De voorzitter geeft het woord aan de heer Verheijen. De heer Verheijen (GL) stelt vragen aan wethouder Ten Kate. Wethouder Ten Kate beantwoordt de vragen. 5. Vaststelling jaarrekening 2014 van de Gemeente De Wolden; Instemmen met bestemming rekeningresultaat De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer De Wit (CDA) dient een amendement in. De vergadering wordt geschorst van 20:23 tot 20:38. De heer Groot (Gb) dient, namens alle fracties van de raad, een motie in. De motie wordt unaniem aangenomen. Wethouder Van ’t Zand, wethouder Pauwels en wethouder Ten Kate beantwoorden de vragen. Het CDA trekt het amendement in.
1 van 2
De raad stelt de jaarrekening 2014 van de gemeente De Wolden vast en is akkoord met de bestemming van het rekeningresultaat. Het CDA laat aanteken dat zij niet akkoord gaan met de bestemming van € 150.000,- (5b, punt b). 6. Vaststelling zienswijze Jaarstukken 2014 en ontwerpbegroting 2016 Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) De voorzittter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer Wiechers (CU) dient een amendement in. Dit amendement wordt unaniem aangenomen. De raad besluit conform het gewijzigde voorstel. 7. Vaststelling opdracht en plan van aanpak gemeentelijke milieustraat Dit agendapunt wordt verplaatst naar september 2015. 8. Sluiting De voorzitter sluit om 22:10 uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 18 juni 2015,
de griffier,
de voorzitter,
2 van 2
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 18 juni 2015 : IX, punt 4 : 1817 : Wethouder Mirjam Pauwels
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Zienswijze begroting GR Reestmond 2016. Samenvatting: De raad neemt kennis van de begroting GR Reestmond 2016 en geeft een zienswijze conform het bijgevoegde ontwerp-besluit. Fase van besluitvorming: Zienswijze geven. Ontwerpbesluit: 1. Kennis te nemen van de begroting 2016 GR Reestmond. 2. Uit te spreken dat er zorgen zijn over de financiële consequenties als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk. 3. Uit te spreken dat de begroting 2017 conform nieuwe WGR dient te worden gerealiseerd. 4. Uit te spreken dat er vragen zijn over de bestemmingsreserves. 5. Uit te spreken dat als daar een reden voor is er een gewijzigde begroting 2016 ingediend moet worden. 6. De raad geeft haar zienswijze en stelt Reestmond hiervan schriftelijk in kennis. Inleiding en aanleiding: Op 17 april 2015 ontving de raad de conceptbegroting 2016 GR Reestmond (alsmede de meerjaren doorrekening 2017-2019, en heeft deze voor advies in handen gegeven van het college. Het Algemeen Bestuur van GR Reestmond vraagt de raad haar zienswijze te geven alvorens over te gaan tot definitieve vaststelling van de begroting. Op 4 juni heeft in een speciale raadsbijeenkomst de directie van GR Reestmond een toelichting gegeven op de begroting. Problemen of vraagstukken: Vanaf 1 januari 2015 is de instroom in de Wsw gestopt. Daarnaast bezuinigt het Rijk op de Rijksbijdrage, waardoor deze bijdrage per persoon zal dalen van € 27.080 per persoon in 2010 naar € 23.843 per persoon in 2018. De huidige groep medewerkers met een arbeidscontract blijft vallen onder de oude regeling en behoudt hun rechten, ook middels de CAO. Op dit moment is er een onderzoek gaande in verband met de herstructurering. Een externe adviseur gaat samen met de gemeenten en Reestmond kijken naar de ‘ist’ situatie, mogelijke scenario’s voor de toekomst van Reestmond en wanneer het omslagpunt is. U wordt hierover doorlopend geïnformeerd.
Pagina 1 van 4
In de begroting is een risico opgenomen in verband met een Boekenonderzoek belastingdienst WVA 2010-2012 (Wet vermindering Afdracht Loonbelasting). Het bestuur van Reestmond zal er namens de gemeenteraden op aandringen om het risico zo klein mogelijk te laten zijn. U wordt geïnformeerd als er ontwikkelingen zijn. De begroting die nu voorligt, voldoet nog niet aan de eisen die wij hebben gesteld in de zienswijze op de begroting 2015. Deze begroting 2016 is een tussenstap in dit proces. Ook de nieuwe WGR zal bijdragen aan het verbeteren van de sturingsmogelijkheid van de raad en de inhoud van de begroting. Toekomst De GR Reestmond zal gaan krimpen door natuurlijk verloop. Reestmond zal de komende jaren aan de slag moeten met de besluiten die de gemeenten gaan nemen over de toekomst van het bedrijf. Het verhogen van de omzet/toegevoegde waarde, het ontwikkelen van mensen zodat zij kunnen worden geplaatst bij een werkgever onder begeleid werken of deta, het verlagen van de kosten. Ook dient de organisatie (de overhead, de begeleiding) verkleind/verlaagd te worden zodat deze passend is bij de kleiner wordende doelgroep. Naar aanleiding van de uitkomsten van het herstructureringsonderzoek, zullen de afspraken worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst met Reestmond. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Toelichting ontwerpbesluit: De huidige begroting is beleidsarm opgesteld. Dit in verband met het lopend onderzoek herstructurering. In de loop van dit jaar zullen de deelnemende gemeenten zich uitspreken over de toekomstige opdracht van Reestmond. Argumenten ontwerpbesluit: Er vindt onderzoek plaats naar de herstructurering van Reestmond. Desalniettemin blijven zorgen bestaan over de betaalbaarheid van de wettelijke taak de Wsw uit te voeren. De meerjaren doorrekening laten een structurele extra gemeentelijke bijdrage zien. Hiermee raakt de bedrijfsvoering van de gemeenschappelijke regeling Reestmond het budgetrecht van de raad en is het noodzakelijk dat de raad actueel geïnformeerd blijft. Eventuele wijziging op de begroting en de meerjaren doorrekening n.a.v. de resultaten van het onderzoek moeten daarom aan de raad worden voorgelegd. In relatie tot het hier voorafgaande moet de raad geïnformeerd worden over de hoogte en besteding van de bestemmingsreserves. Kanttekeningen: Ondanks de grote zorgen over de financiën moet worden geconstateerd, dat de tekorten voornamelijk ontstaan door hoge loonkosten van Wsw-medewerkers. Deze kosten zijn niet of nauwelijks (meer) door de organisatie te beïnvloeden, omdat ze onderdeel zijn van CAO afspraken tussen VNG, Cedris en vakbonden. Reestmond kent relatief lage uitvoeringskosten en behaald een redelijk positief resultaat qua verdiencapaciteit. De financiële zorgen worden bijna volledig veroorzaakt door Rijksbeleid t.a.v. de Wsw en de Participatiewet. Alternatief beleid: N.v.t.
Pagina 2 van 4
Financiële effecten: In de begroting zijn drie kengetallen van groot belang 1. Rijkssubsidie versus Loonkosten Wsw-medewerkers. 2. Uitvoeringskosten Reestmond. 3. Verdiencapaciteit De gemeente ontvangt een Rijkssubsidie waarmee alle kosten voor de uitvoering van de Wsw gedekt moeten worden. Eventuele tekorten ontstaan door hogere loonkosten en/of de bedrijfsvoering zijn voor rekening van de gemeente. De loonkosten van Wsw-medewerkers (nauwelijks beïnvloedbaar) zijn hoger dan de Rijksbijdrage. De uitvoeringskosten van Reestmond zijn lager dan de begrote netto toegevoegde waarde. Hiermee behaalt Reestmond (met inbegrip van volledig gefinancierde arbeidskrachten) een positief bedrijfsresultaat van 401.000 euro. Uit de begroting 2016 van GR Reestmond: 1. Loonkosten Wsw-medewerkers 2. Uitvoeringskosten 3. Verdiencapaciteit (Netto Toegevoegde Waarde) Totale kosten Rijksbijdrage via gemeenten Verzoek extra gemeentelijke bijdrage
€ 15.341.000 € 4.293.000 € 4.694.000 € 14.940.000 € 13.082.000 € 1.858.000
Voor de gemeentelijke begroting betekent dit 1. Vaste bijdrage op basis van de Rijksvergoeding 2. Extra bijdrage uit eigen middelen
€ €
1.305.000 236.000
In de meerjarenbegroting wordt – naast de hoogte van de Rijksbijdrage – rekening gehouden met de volgende extra gemeentelijke bijdragen Jaar Gemeente de Wolden Reestmond Totaal
2016 236.000 1.858.000
2017 292.000 2.298.000
2018 378.000 2.976.000
2019 416.000 3.279.000
In verband met de verplichte aansluiting van de begrotingen van gemeenschappelijke regelingen en die van de gemeente zullen deze bedragen bij de gemeentelijke meerjarenbegroting 2017-2020 worden verwerkt. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: Gemeente De Wolden is deelnemer in de Gemeenschappelijke Regeling Reestmond. En is als zodanig juridisch aansprakelijk voor de tekorten bij de GR Reestmond. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Fatale termijnen: GR Reestmond heeft verzocht de zienswijzen vóór 27 juni 2015 kenbaar te maken. Aanpak en uitvoering: De door de raad gegeven zienswijze wordt door middel van brief aan GR Reestmond kenbaar gemaakt.
Pagina 3 van 4
Bijlagen: 1. Begroting Reestmond 2016 en meerjaren doorrekeningen 2017-2019; 2. Begeleidende brief GR Reestmond. Zuidwolde, 4 juni 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 4 van 4
Ontwerp Nr.
IX / 4
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juni 2015; Besluit als zienswijze in te dienen: 1. Kennis te nemen van de begroting 2016 GR Reestmond; 2. Uit te spreken dat er zorgen zijn over de financiële consequenties als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk; 3. Uit te spreken dat de begroting 2017 conform nieuwe WGR dient te worden gerealiseerd; 4. Uit te spreken dat er vragen zijn over de bestemmingsreserves; 5. Uit te spreken dat als daar een reden voor is er een gewijzigde begroting 2016 ingediend moet worden. Zuidwolde, 18 juni 2015 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
BEGROTING 2016
Alsmede meerjaren doorrekeningen 2017-2019
REESTMOND
INHOUDSOPGAVE
1 PROGRAMMAPLAN ......................................................................................... 3 1.1 SAMENSTELLING BESTUUR EN MANAGEMENTTEAM 1.1.1 SAMENSTELLING ALGEMEEN BESTUUR PER 31 MAART 2015 1.1.2 SAMENSTELLING DAGELIJKS BESTUUR PER 31 MAART 2015 1.1.3 SAMENSTELLING MANAGEMENTTEAM PER 31 MAART 2015 1.2 DE PARTICIPATIEWET 1.3 DE OPZET VAN DE BEGROTING 2016 1.3.1. DE DOELSTELLINGEN VAN REESTMOND 1.4 OPTIMALISEREN BEDRIJFSVOERING
3 3 3 3 4 4 4 6
2 PROGRAMMABEGROTING ................................................................................. 7 2.1 PROGRAMMABEGROTING INCLUSIEF MEERJAREN DOORREKENINGEN 2.2 TOELICHTING PROGRAMMABEGROTING 2.2.1 ALGEMEEN 2.2.2 GRONDSLAGEN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 2.2.3 TOEGEVOEGDE WAARDE (OP AFDELING) 2.2.4 PERSONEELSKOSTEN WSW 2.2.5 PERSONEELSKOSTEN NIET-WSW 2.2.6 OVERIGE PERSONEELSKOSTEN 2.2.7 AFSCHRIJVINGEN 2.2.8 ONDERHOUD 2.2.9 ENERGIE 2.2.10 VERZEKERINGEN EN BELASTINGEN 2.2.11 DIENSTVERLENING DERDEN 2.2.12 INDIRECTE PRODUCTIEKOSTEN 2.2.13 OVERIGE BEDRIJFSLASTEN 2.2.14 RIJKSBIJDRAGE (VIA DEELNEMENDE GEMEENTEN) 2.2.15 GEMEENTELIJKE BIJDRAGEN 2.2.16 SALDO VAN DE FINANCIERINGSFUNCTIE
7 9 9 10 11 11 12 12 13 13 13 14 14 14 15 15 15 16
3 PARAGRAFEN ............................................................................................. 17 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.5
ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN BEDRIJFSVOERING VERBONDEN PARTIJEN RISICOPARAGRAAF ALGEMEEN INVENTARISATIE VAN DE WEERSTANDSCAPACITEIT RISICO’S BEPALING WEERSTANDSVERMOGEN VERLOOP RESERVES EN VOORZIENINGEN FINANCIERING
17 17 17 18 18 18 19 21 22 23
2
1 PROGRAMMAPLAN 1.1
SAMENSTELLING BESTUUR EN MANAGEMENTTEAM
1.1.1
Samenstelling Algemeen Bestuur per 31 maart 2015
FUNCTIE
NAAM
ORGANISATIE
Voorzitter Plv. voorzitter Secretaris Plv. secretaris
De heer R.P. Koning Mevrouw M. Pauwels De heer K. Schmidt De heer B. Krale
Gemeente Meppel Gemeente De Wolden Gemeente Westerveld Gemeente Staphorst
Lid Lid Lid Lid
De De De De
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Adviseur Adviseur Adviseur
De heer M. Bakker De heer A. Frijlink De heer G. Veld
1.1.2
heer H. ten Hulscher heer B. Japers Faijer heer R. de Groot heer H. Geertsma
Meppel Staphorst De Wolden Westerveld
VNO/NCW CNV Reestmond (algemeen directeur)
Samenstelling Dagelijks Bestuur per 31 maart 2015
FUNCTIE
NAAM
ORGANISATIE
Voorzitter Plv. voorzitter Secretaris Plv. secretaris
De heer R.P. Koning Mevrouw M. Pauwels De heer K. Schmidt De heer B. Krale
Gemeente Meppel Gemeente De Wolden Gemeente Westerveld Gemeente Staphorst
Adviseur
De heer G. Veld
Reestmond (algemeen directeur)
1.1.3
Samenstelling Managementteam per 31 maart 2015
FUNCTIE
NAAM
Algemeen directeur Manager Industrie Manager Diensten Manager Middelen
De De De De
heer G. Veld heer E.A. Bos heer P. Kuipers heer A. Veenstra
3
1.2
DE PARTICIPATIEWET
Per 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. Met deze wet wordt door de Rijksoverheid beoogd mensen uit de huidige doelgroepen Wsw, Wajong (gedeeltelijk arbeidsongeschikt) en WWB (zo dicht mogelijk) te plaatsen in passende functies in reguliere bedrijven en organisaties en zo weinig mogelijk binnen een beschutte werkomgeving. Het betreft zowel de private- als de publieke domeinen. Instroom in de Wsw is geëindigd per 1 januari 2015. De zittende Wsw-populatie behoudt zijn rechten. De deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling Reestmond beraden zich momenteel over de invulling en uitvoering van deze nieuwe wet. Hiertoe loopt op dit moment ondermeer een door het Dagelijks Bestuur van Reestmond geïnitieerd extern herstructureringsonderzoek, uitgevoerd door IROKO. De uitkomsten van dit onderzoek zijn mede bepalend voor de toekomst van de inzetten van de (door IROKO benoemde “harde” en “zachte”) infrastructuur van Reestmond. 1.3
DE OPZET VAN DE BEGROTING 2016
Bij de opstelling van deze begroting hebben we de inhoud van de ontvangen zienswijzen op onze begroting 2015 meegenomen (zie bij 1.3.1); hiernaast speelt het beschreven herstructureringsonderzoek vanuit IROKO, welk onderzoek voor de inzetten van de infrastructuur en de rol van Reestmond (mede) bepalend zullen zijn. Deze begroting ziet dan ook op onze huidige opdrachten: - de uitvoering van de Wsw - beperking van de exploitatietekorten. In de begroting 2016 en meerjaren doorrekening 2017 – 2019 wordt expliciet uitgegaan van de (defensieve) aanname van geen nieuwe plaatsingen vanuit de Participatiewet bij/via Reestmond alsmede van uitloop van de huidige tijdelijke Wsw-dienstverbanden; dus de taakuitvoering van de huidige Wsw. Hiernaast voorzien wij o.b.v. natuurlijk verloop (waaronder pensioneringen) jaarlijkse reducties van Wswmedewerkers en van niet Wsw-medewerkers. De definitieve (financiële) uitkomsten voor 2016 en verdere jaren hangen uiteraard in belangrijke mate af van door het bestuur te maken beleidskeuzes (mede als gemeld n.a.v. de uitkomsten van het IROKO onderzoek). De genoemde personele reducties vinden uiteraard haar weerslag in afnemende begrote toegevoegde waarden. Hiertegenover staan slechts beperkte afnamen van onze (nagenoeg volledig vaste) kostenstructuur. In 1.3.1 werken we voor 2016 de in de zienswijze benoemde gemeentelijke begrotingsdrieluik “Wat willen we bereiken”, “Wat gaan we ervoor doen” en “Wat mag het kosten” globaal uit. Wij beseffen ons, dat deze drieluik nader uitgewerkt kan worden en willen dat met de begroting van 2017 – met in achtneming van de wijzigingen in de Wet Gemeenschappelijke Regeling – dan ook doen. 1.3.1.
De doelstellingen van Reestmond
1.3.1.1 Kwalitatief (wat willen we bereiken en wat gaan we daarvoor doen?) Binnen onze huidige primaire opdracht van het uitvoering geven aan de (wettelijke) taken ten aanzien van de Wsw willen we voor de komende jaren ons huidige aanbod aan werk- en ontwikkelsoorten behouden ten behoeve van de ontwikkeling en uitplaatsingen van onze Wsw-medewerkers. Reestmond streeft daarom naar een zo efficiënt mogelijke uitvoering van de wettelijke Wsw taken met als doel: Het bieden van arbeidsovereenkomsten in het kader van de Wsw. Het bieden van een kwalitatief en kwantitatief voldoende werkaanbod voor de Wsw-medewerkers. Het realiseren van de hoogst haalbare verdiencapaciteit per medewerker met in achtneming van diens competenties en belemmeringen. Het bieden van maatwerkoplossingen aan opdrachtgevers ten behoeve van het realiseren van de verdiencapaciteit (producten en detacheringen). Dit betekent concreet dat we het huidige scala aan ontwikkel- en plaatsingsmogelijkheden blijven inzetten. Deze mogelijkheden zijn onder te verdelen in:
4
Industrie: - Assembleren en verpakken (nieuwe constructen i.s.m. bedrijfsleven worden onderzocht) - Metaal (middels nieuw te ontwikkelen construct i.s.m. bedrijfsleven) - Stoffeerderij (middels bestaande groepsdetachering) - Postverwerking (middels bestaande groepsdetachering) - Drukkerij (middels bestaande groepsdetachering) - Personenvervoer (ondermeer middels bestaande groepsdetachering) Diensten - Schoonmaak (nieuwe samenwerkingsmogelijkheden met bedrijfsleven worden onderzocht) - Catering (nieuwe samenwerkingsmogelijkheden met bedrijfsleven worden onderzocht) - Groenaanleg en –onderhoud (nieuwe construct i.s.m. gemeenten wordt onderzocht) - Stratenmaken Detacheringen en Begeleid Werken - Individuele detacheringen - Groepsdetacheringen - Begeleid Werken (extra aandacht en inzet voor de medewerkers met een tijdelijk dienstverband) Reestmond heeft specifieke kennis ten aanzien van de ontwikkeling en begeleiding van de (Wsw-) doelgroep om Wsw-medewerkers intern te begeleiden en te ontwikkelen met als uiteindelijk doel uitstroom naar een externe baan (al dan niet via Begeleid Werken-construct) en detachering. Voor de verwezenlijking van boven weergegeven doelstellingen zijn wij in afstemming met onze aangesloten gemeenten en in afwachting van de uitkomsten / keuzes o.b.v. het Iroko-onderzoek. Hiertoe is ondermeer in 2014 gestart met een gezamenlijke werkgeversbenadering vanuit de aangesloten gemeenten, IGSD Steenwijkerland-Westerveld, het UWV en Reestmond. 1.3.1.2 Financieel (wat mag het kosten?) De uitvoering van de Wsw in de huidige vorm brengt een aantal kosten en opbrengsten met zich mee. Deze zijn in drie hoofdgroepen onder te verdelen. In de uitgewerkte programmabegroting is te zien, dat deze drie groepen niet in balans staan met de Rijksvergoeding die gemeenten ontvangen. Derhalve worden gemeenten met deze begroting voor 2016 gevraagd een (extra), dat wil zeggen naast het doorzetten van de Rijkssubsidie, gemeentelijke bijdrage te leveren. 1. Loonkosten 2. Uitvoeringskosten 3. Verdiencapaciteit (Netto Toegevoegde Waarde) Totale kosten Rijksbijdrage via gemeenten Verzoek extra gemeentelijke bijdrage
€ 15.341.000 € 4.293.000 € 4.694.000 € 14.940.000 € 13.082.000 € 1.858.000
Reestmond realiseert een positief bedrijfsvoeringresultaat (Netto Toegevoegde Waarde minus uitvoeringskosten). Dit resultaat is niet voldoende om het financiële gat tussen de loonkosten en de Rijksbijdrage te dekken. Ook zijn de mogelijkheden dit financiële gat te beïnvloeden minimaal omdat de loonkosten en de rijksbijdrage vaste gegevens zijn. Uiteraard zullen we (als binnen Reestmond standaard) blijven inzetten op het bereiken van een zo maximaal mogelijk bedrijfsvoeringresultaat om de totale exploitaties te optimaliseren.
5
1.4
OPTIMALISEREN BEDRIJFSVOERING
Het afnemen van het aantal Wsw-medewerkers heeft zeker invloed op de bedrijfsvoering. Reestmond is ingericht op de uitvoering van de Wsw voor 555 medewerkers (in fte, op basis van de taakstelling 2014). Dit aantal zal in de loop der jaren afnemen. Onze aandacht zal derhalve voortdurend gericht moeten zijn op een geoptimaliseerde bedrijfsvoering, rekening houdend met de krimp van het aantal Wsw-medewerkers. Hiertoe hebben wij ultimo 2013 ondermeer al afscheid genomen van niet Wsw-medewerkers werkzaam in een tijdelijk dienstverband. Hiernaast zijn wij de afgelopen jaren met een aantal niet Wsw-medewerkers vervroegde pensioneringen overeengekomen. Verdergaande vervroegde uitstroom van niet Wsw-medewerkers is hiertoe voorzien en meegenomen in de begroting 2016. Mede vanuit de beschreven gezamenlijke werkgeversbenadering hopen we onze dienstverlening en aanbod aan werksoorten onder de aandacht van onze opdrachtgevers te houden en te krijgen waarmee we onze omzetten en toegevoegde waarden maximaal willen blijven houden. Wij voorzien voor 2016 en verdere jaren een verdergaande uitstroom naar met name detacheringen. Betreffende de aantallen Begeleid Werkers die na afloop van het 3 e tijdelijke dienstverband ultimo 2014 extern een werkplek hebben gevonden (bij onze aangesloten gemeenten dan wel bij private organisaties), gaan we uit van instandhouding van deze bestaande Begeleid Werken constructies. Hiernaast voorzien wij een uitbreiding van 5 fte Begeleid Werken voor 2016 en verdere jaren. Ten aanzien van de tijdelijke Begeleid Werken constructies middels uitzendorganisatie Werkplan (tot en met 30-06-2015) moeten nog besluiten worden genomen; wij hebben deze in de begroting 2016 (en verdere jaren) dan ook niet meegenomen.
6
2 PROGRAMMABEGROTING 2.1
PROGRAMMABEGROTING INCLUSIEF MEERJAREN DOORREKENINGEN
Omschrijving (bedragen in € 1.000) TOEGEVOEGDE WAARDE Omzet Inkoopwaarde van de omzet KOSTEN Personeelskosten WSW Personeelskosten niet WSW Overige personeelskosten Begeleidingsvergoeding BW Afschrijvingen Huur Onderhoud Energie Verzekeringen en belastingen Dienstverlening derden Verkoopkosten Indirecte productiekosten Overige bedrijfslasten BEDRIJFSRESULTAAT BIJDRAGEN Rijksbijdrage via gemeenten Bijdragen niet deelnemende gemeenten Bijdragen deelnemende gemeenten ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Saldo van de financieringsfunctie RESULTAAT VOOR BESTEMMING MUTATIES RESERVES Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves RESULTAAT NA BESTEMMING
Rekening 2012
(concept) Rekening 2014
Rekening 2013
Begroting 2015
Begroting 2016
Doorrekening 2017
Doorrekening 2018
Doorrekening 2019
5.020 5.812 -792
5.192 5.798 -606
5.411 6.043 -632
4.636 5.096 -460
4.694 5.351 -657
4.431 5.052 -620
4.247 4.841 -595
4.151 4.732 -581
21.096 15.790 2.361 894 173 576 13 389 264 144 83 10 97 302
22.205 16.596 2.367 1.046 183 550 10 397 303 152 41 10 110 440
21.553 16.606 2.148 584 153 623 15 339 332 152 208 8 111 274
19.649 15.004 2.050 548 189 565 11 401 301 157 52 26 90 256
19.640 14.858 2.051 550 286 595 15 345 338 155 52 28 112 254
18.510 13.851 2.008 515 280 590 15 322 345 159 53 29 105 237
17.926 13.332 1.997 498 275 585 16 304 352 162 54 29 99 223
17.332 12.789 1.987 480 269 580 16 292 359 165 55 30 95 215
-16.076
-17.013
-16.142
-15.013
-14.947
-14.079
-13.679
-13.182
15.910 14.900 22 988
16.018 14.990 9 1.019
16.341 14.989 9 1.343
12.679 12.679 0 0
14.940 13.082 0 1.858
14.072 11.774 0 2.298
13.672 10.697 0 2.976
13.175 9.896 0 3.279
-29 -29
-16 -16
-16 -16
-30 -30
-20 -20
-20 -20
-20 -20
-20 -20
-195
-1.011
183
-27
-27
-27
-27
-27
195
27
27
27
27
27
27
27
195
27
27
27
27
27
27
27
0
- 985
210
- 2.337
0
0
0
0
7
Geanalyseerd naar segmentering in: - WSW resultaat (personeelskosten WSW & overige personeelskosten WSW, -afnemende- Rijksbijdrage) - Bedrijfsvoeringresultaat - Financieringsresultaat geven de resultaten zich als volgt weer: Omschrijving (bedragen in € 1.000)
Rijksbijdrage via gemeenten Personeelskosten & ov.pers. kosten WSW WSW resultaat
Rekening 2012
Rekening 2013
(concept) Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Doorrekening 2017
Doorrekening 2018
Doorrekening 2019
14.900 -16.568 -1.668
14.990 -17.511 -2.521
14.989 -17.123 -2.134
12.679 -15.485 -2.806
13.082 -15.341 -2.259
11.774 -14.302 -2.528
10.697 -13.765 -3.068
9.896 -13.205 -3.309
Toegevoegde waarde Personeelskosten & ov.pers. kosten niet WSW Begeleidingsvergoeding BW Afschrijvingen Huur Onderhoud Energie Verzekeringen en belastingen Dienstverlening derden Verkoopkosten Indirecte productiekosten Overige bedrijfslasten Saldo van de financieringsfunctie Onttrekkingen aan reserves (onderhoud) Bedrijfsvoeringsresultaat
5.020 -2.477 -173 -576 -13 -389 -264 -144 -83 -10 -97 -280 -29 89 574
5.192 -2.498 -183 -550 -10 -397 -303 -152 -41 -10 -110 -432 -16 27 517
5.411 -2.215 -153 -623 -15 -339 -332 -152 -208 -8 -111 -265 -16 27 1.001
4.636 -2.117 -189 -565 -11 -401 -301 -157 -52 -26 -90 -255 -30 27 469
4.694 -2.118 -286 -595 -15 -345 -338 -155 -52 -28 -112 -254 -20 27 401
4.431 -2.073 -280 -590 -15 -322 -345 -159 -53 -29 -105 -237 -20 27 229
4.247 -2.062 -275 -585 -16 -304 -352 -162 -54 -29 -99 -223 -20 27 92
4.151 -2.052 -269 -580 -16 -292 -359 -165 -55 -30 -95 -215 -20 27 30
Exploitatie resultaat
-1.094
-2.004
-1.113
-2.337
-1.858
-2.298
-2.976
-3.279
106 988 1.094
0 1.019 1.019
0 1.343 1.343
0 0 0
0 1.858 1.858
0 2.298 2.298
0 2.976 2.976
0 3.279 3.279
0
-985
210
-2.337
0
0
0
0
Onttrekkingen aan overige reserves Gemeentelijke bijdragen Financieringsresultaat RESULTAAT
8
2.2
TOELICHTING PROGRAMMABEGROTING
2.2.1
Algemeen
In de begroting 2016 is gerekend op basis van zo recent mogelijke bekende en verwachte ontwikkelingen. Verder is voor de begroting 2016 en de doorrekeningen 2017 – 2019 voorzichtigheidshalve gerekend met: inflatiepercentages van 2,0%. Toegevoegde waarde - op basis van voorziene aantallen (afnemende) fte. - geen instromen van doelgroepers vanuit de Participatiewet Personeelskosten Wsw prijsstijging van 1,75% voor 2016 en volgende jaren Personeelskosten niet - Wsw prijsstijging van 2,00% voor 2016 en volgende jaren - personele afnamen op basis van voorzienbare pensioneringen
Afschrijvingen Onttrekkingen aan reserves
op basis van het “ideaal complex”, waarmee deze stabiel blijven onttrekking bestemmingsreserve onderhoud is gelijk aan toevoeging voorziening groot onderhoud.
Voor de rijkssubsidies betreffende de ‘zittende’ Wsw-populatie is aangesloten bij de laatst bekende prognoses van de Rijksoverheid en Cedris, waarbij de bezuinigingen van de Rijksoverheid worden voorzien in het verlagen en het niet indexeren van deze subsidies: - 2015: € 25.900 per SE / Aja - 2016: € 25.400 per SE / Aja - 2017: € 24.900 per SE / Aja - 2018: € 24.400 per SE / Aja - 2019: € 23.900 per SE / Aja In de overzichten opgenomen in deze programmabegroting zijn voor het vergelijk onder meer de cijfers van de begroting 2015 opgenomen. In het kader van de invoering van de Participatiewet, en de onzekerheden met betrekking tot de uitvoering daaromtrent, is ten aanzien van de Wsw-doelgroep per 2016 uitgegaan van natuurlijke uitstroom van de zittende Wsw-populatie (voorzienbare pensionering en overige redenen), uitloop van de per ultimo 2014 aanwezige tijdelijke Wsw-dienstverbanden (2016: 15 fte; 2017: 20 fte) en géén instroom vanuit de nieuwe doelgroepen vanuit de Participatiewet. Derhalve het ‘sterfhuis’-scenario van de ‘zittende’ Wsw. Ten behoeve van de begroting 2016 en de doorrekeningen 2017 – 2019 geeft dit de onderstaande reducerende aantallen fte (Wsw-)medewerkers:
Onderdeel Afdelingen Metaal Assembleren & Verpakken Facilitair Staf / overig Groen & Grijs Groepsdetachering Individuele detachering Begeleid werk
Begroting 2015 490,2 21,2 133,4 43,7 26,1 116,8 42,6 94,4 12,0
Begroting 2016 505,2 25,1 146,1 39,7 27,2 123,7 47,1 77,5 18,8
Doorrekening 2017 463,8 23,0 130,4 35,2 23,8 113,2 43,1 76,3 18,8
Doorrekening 2018 430,1 21,3 117,1 31,4 20,8 104,6 39,8 76,3 18,8
Doorrekening 2019 406,2 20,0 106,8 28,4 18,5 98,5 37,5 77,7 18,8
9
2.2.2
Grondslagen waardering en resultaatbepaling
De begroting is opgemaakt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit Begroting en Verantwoording 2004 (BBV). Algemene grondslagen Binnen de bepalingen van het BBV worden baten en lasten toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen indien zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar worden opgenomen indien bekend voor het opmaken van de jaarrekening. Omzet De omzet betreft de opbrengst van aan derden geleverde goederen en diensten, exclusief de over de omzet geheven belastingen en onder aftrek van kortingen. Inkoopwaarde van de omzet De inkoopwaarde bestaat uit grondstoffenverbruik, uitbesteed werk en fabricageresultaten. Het grondstoffenverbruik wordt berekend op basis van standaard verrekenprijzen. Uitbesteed werk op basis van in rekening gebrachte bedragen voor daadwerkelijk in het boekjaar verleende diensten en fabricageresultaten worden ontleend aan de productieboekhouding. Personeelskosten WSW Dit betreffen de aan het boekjaar toe te rekenen bruto lonen van het WSW personeel, vermeerderd met vakantierechten en een eindejaarsuitkering, alsmede sociale en pensioenlasten daarover. Op het boekjaar betrekking hebbende ontvangen ziekengelden en afdrachtverminderingen worden in mindering gebracht. Personeelskosten niet WSW Dit betreffen de aan het boekjaar toe te rekenen bruto lonen van het ambtelijk personeel, vermeerderd met vakantierechten en een eindejaarsuitkering, alsmede sociale en pensioenlasten daarover. Daarnaast zijn onder deze noemer de kosten van het door RRC BV doorbelaste overige personeel verantwoord. De aan RRC BV en Bestolux BV doorbelaste personeelskosten zijn op de kosten salarissen en sociale lasten overig personeel in mindering gebracht. Begeleidingskosten BW (Begeleid Werken) Betreffen de kosten van de vergoedingen aan reguliere werkgevers welke WSW-medewerkers in loondienst hebben en deze begeleiden. Reestmond ontvangt hiervoor de Rijkssubsidies. Afschrijvingen Dit betreft de afschrijvingskosten van vaste activa. De afschrijvingstermijn bedraagt maximaal de economische levensduur. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfskosten betreffen met name kosten ten behoeve van de indirecte bedrijfsvoering. Rijksbijdrage (via gemeenten) Dit betreft de door deelnemende en niet deelnemende gemeenten doorbetaalde rijksbijdrage Wsw. Bijdragen deelnemende gemeenten Dit betreft de bijdragen van de in de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten in de voorziene exploitatietekorten. Saldo van de financieringsfunctie Betreft het saldo van de rentelasten en de rentebaten.
10
2.2.3
Toegevoegde waarde (op afdeling)
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Metaal Assembleren & Verpakken Facilitair Druk Staf/overig Groen & Grijs Groepsdetachering / Druk Individuele Detachering Totaal
Rekening 2012 328 680 236 109 114 2.049 464 1.040
Rekening 2013 331 628 267 0 174 2.169 535 1.088
(concept) Rekening 2014 422 646 250 0 160 2.315 466 1.152
Begroting 2015 313 567 215 0 231 1.507 505 1.298
Begroting 2016 331 580 220 0 171 1.581 716 1.094
5.020
5.192
5.411
4.636
4.694
De stijging van de toegevoegde waarde Groen & Grijs 2014 is mede gerealiseerd op basis van de gunstige weersomstandigheden, waardoor voorziene externe inhuur beperkt is gebleven. In begroting 2016 is externe inhuur voorzien (naast de genoemde weersomstandigheden) mede op basis van afnemende aantallen Wsw-medewerkers). In begroting 2016 meegenomen de gerealiseerde omzetting van deel Groen & Grijs naar groepsdetachering. Gerubriceerd naar Detacheringen, Werken op locatie (WOL), Beschut buiten en Beschut binnen (analoog aan de segmentering conform de werkladder) laten de toegevoegde waarden van onze organisatie (excl. staf / overig) het volgende beeld zien voor 2016 en verdere jaren:
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Detacheringen WOL Beschut buiten Beschut binnen
Begroting 2016 1.810 220 1.581 911
Doorrekening 2017 1.748 199 1.476 837
Doorrekening 2018 1.727 181 1.391 775
Doorrekening 2019 1.744 167 1.337 729
4.523
4.260
4.074
3.977
Totaal
De begrote toegevoegde waarden 2016 dalen significant vanwege uitstroom tijdelijke dienstverbanden (2016 en 2017) en natuurlijke uitstroom, raming totaal t.o.v. 2014: 39 fte. Voor de jaren 2017–2019 worden op basis van weergegeven uitstroom tijdelijke dienstverbanden en natuurlijke uitstroom alsmede geen instroom vanuit de Participatiewet fors afnemende toegevoegde waarden voorzien. 2.2.4
Personeelskosten Wsw
Omschrijving (bedragen in €1.000)
loonkosten Wsw Vergoedingen van derden Totaal
Rekening 2012 16.417 -627
Rekening 2013 16.681 -85
(concept) Rekening 2014 16.671 -65
Begroting 2015 15.054 -50
Begroting 2016 14.908 -50
15.790
16.596
16.606
15.004
14.858
Verhoogde vergoedingen van derden 2012 zijn in hoofdzaak veroorzaakt door verhoogde afdrachtverminderingen loonheffingen in het kader van de Reestmond Academie. Saldi van de verhoogde afdrachtverminderingen en de verhoogde overige personeelskosten ten gevolge van de Reestmond Academie zijn budgetneutraal. 11
Kengetallen (exclusief Begeleid Werken, deze hebben geen dienstverband met Reestmond)
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Gemiddelde bezetting in FTE loonkosten per gemiddelde FTE (in € ) Rijkssubsidie per FTE (SE / Aja)
Rekening 2012 554,1 28.498
Rekening 2013 553,7 29.970
(concept) Rekening 2014 555,3 29.905
Begroting 2015 478,2 31.376
Begroting 2016 486,4 30.545
25.939
26.003
26.463
25.436
25.400
De personele volumes in de begroting 2016 zijn op basis van de genoemde voorziene uitstroom. De sociale lasten zijn berekend op basis van de werkelijke percentages en grondslagen, voor zover bekend. 2.2.5
Personeelskosten niet-Wsw
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Salariskosten ambtenaren Doorberekening RRC / Bestolux Totaal kosten
Rekening 2012 1.492 869 2.361
Rekening 2013 1.432 935 2.367
(concept) Rekening 2014 1.077 1.071 2.148
Begroting 2015 1.120 930 2.050
Begroting 2016 1.012 1.039 2.051
Vanaf het najaar van 2013 is actief ingezet op verdergaande afname van de personele volumes niet-Wsw (plan B); hiertoe wordt onder meer het middel van de vervroegde uittreding ingezet. Voor 2016 en verdere jaren meegenomen de voorzienbare afnamen o.b.v. pensioneringen en afloop tijdelijke dienstverbanden. Inhuur personeel niet-Wsw (staffuncties) per 2013 meegenomen bij personeelskosten niet-Wsw. De vergelijkende cijfers 2012 zijn hierop herzien. 2.2.6
Overige personeelskosten
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Reis- en verblijfkosten netto Studiekosten Arbodienst en keuringen Werkkleding Jubilea Diversen Kosten Reestmond Academie Mutatie voorziening inactieven Totaal
Rekening 2012 264 214 82 55 15 89 175 0
Rekening 2013 251 78 67 65 31 104 33 417
(concept) Rekening 2014 197 57 56 57 38 137 0 42
Begroting 2015 220 70 70 60 30 98 0 0
Begroting 2016 190 70 70 55 40 90 0 35
894
1.046
584
548
550
De post diversen betreft onder meer kerstpakketten, kosten OR, kosten EHBO/BHV, kantinekosten en –opbrengsten en de bijdrage aan de personeelsvereniging. Tegenover kosten Reestmond Academie 2012–2013 staan hogere afdrachtverminderingen. Zie 3.2.4. personeelskosten Wsw. Mutatie voorziening inactieven 2013 betreft de verwachte lasten verbonden aan het vertrek van manager Bemiddeling & Mensontwikkeling, boventalligheidverklaring werkleider en aanvullingen op beoogde keuzepensioneringen. Voor 2016 € 35.000 voorzien ten behoeve van mogelijke vervroegde pensioneringen niet Wsw-medewerkers.
12
2.2.7
Afschrijvingen
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Bedrijfsgebouwen Vervoermiddelen Machines, Apparaten en Installaties Overige Materiële Vaste Activa Totaal
Rekening 2012 166 151 185
Rekening 2013 164 157 140
(concept) Rekening 2014 161 169 184
Begroting 2015 164 161 150
Begroting 2016 161 165 169
74
89
109
90
100
576
550
623
565
595
Voor wat betreft de afschrijving van investeringen wordt in de begroting uitgegaan van realisatie van investeringen per 1 juli van het boekjaar. Daarnaast worden de investeringen maximaal gelijk gesteld aan het vrijkomende afschrijvingsbudget als gevolg van het volledig afgeschreven zijn of verkoop van activa, het zogenaamde ’ideaal complex’, behoudens waar investeringen zijn gepleegd ter verhoging van de toegevoegde waarden (zie hiertoe onder meer de toegevoegde waarde Groen & Grijs 2014). 2.2.8
Onderhoud
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Gebouwen / groot onderhoud Machines Automatisering Vervoermiddelen Overige Totaal
Rekening 2012 89 146 35 54 65
Rekening 2013 54 154 49 73 67
(concept) Rekening 2014 53 111 37 75 63
Begroting 2015 50 155 50 75 71
Begroting 2016 53 115 37 75 65
389
397
339
401
345
Per 2014 worden de brandstofkosten van het werkmaterieel verantwoord bij energie (voorheen onderhoud). 2.2.9
Energie
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Elektra Gas Water Brandstof Totaal
Rekening 2012 91 83 3 87
Rekening 2013 98 115 5 85
(concept) Rekening 2014 85 91 4 152
Begroting 2015 91 83 3 87
Begroting 2016 84 90 5 159
264
303
332
264
338
Per 2014 worden de brandstofkosten van het werkmaterieel verantwoord bij energie (voorheen onderhoud).
13
2.2.10 Verzekeringen en belastingen
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Brandschadeverzekering Onroerende zaakbelasting Motorrijtuigenbelasting en verzekeringen Overige
Rekening 2012 25 26 63
Rekening 2013 27 27 59
(concept) Rekening 2014 24 28 76
Begroting 2015 28 28 60
Begroting 2016 24 28 76
30
39
24
41
27
144
152
152
157
155
Totaal
Verhoging Motorrijtuigenbelasting en – verzekeringen 2014 en 2016 vanwege verhoging assurantiebelasting. Daling Overige vanwege deelname collectiviteit verzekeringen werkmaterieel. 2.2.11 Dienstverlening derden
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Inhuur derden
Rekening 2012 83
Rekening 2013 41
(concept) Rekening 2014 208
Begroting 2015 52
Begroting 2016 52
83
41
208
52
52
Totaal
Verhoogde kosten dienstverlening derden in 2014 vanwege externe inzetten ten behoeve van de afstemming met de belastingdienst n.a.v. het ontvangen concept-boekenonderzoek; hiertoe voor de begeleiding na 2014 € 125.000 voorzien in 2014. Hiernaast opgenomen kosten van het externe onderzoek naar herstructurering Reestmond (Iroko) ad. € 40.000. De kosten van de salarisverwerking (ADP) zijn per 2013 meegenomen bij de overige bedrijfslasten. De inhuren t.b.v. de productie / toegevoegde waarde zijn per 2013 meegenomen bij inkoopwaarde van de omzet. Inhuur personeel niet-Wsw (staffuncties) per 2013 meegenomen bij personeelskosten niet-Wsw. De kosten begeleid werken (aan derden te betalen loonkosten- en begeleidingsvergoedingen) zijn per 2013 separaat verantwoord. De vergelijkende cijfers 2012 zijn hierop herzien. 2.2.12 Indirecte productiekosten
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Hulpstoffen en gereedschappen Verpakkingsmaterialen Totaal
Rekening 2012 90 7
Rekening 2013 97 13
(concept) Rekening 2014 98 13
Begroting 2015 80 10
Begroting 2016 99 13
97
110
111
90
112
Afnamen in de begroting 2015 vanwege aannamen afnemende aantallen medewerkers Wsw en gelieerde activiteiten.
14
2.2.13 Overige bedrijfslasten
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Accountantskosten Telefoonkosten Abonnementen en contributies Kantinekosten Drukwerk, kantoorbenodigdheden Overige algemene kosten Totaal
Rekening 2012 29 15 37 41 74 106
Rekening 2013 33 20 43 52 54 238
(concept) Rekening 2014 31 25 42 47 22 107
Begroting 2015 31 25 33 40 40 87
Begroting 2016 30 28 33 40 23 100
302
440
274
256
254
Afname kosten drukwerk, kantoorbenodigdheden per 2013 mede op basis van verzelfstandiging afdeling Druk. De post overige algemene kosten betreffen onder meer incidentele baten en lasten, voorziening dubieuze debiteuren en kosten salarisverwerking. Overige algemene kosten 2012 bevatten onder meer de uittredingskosten uit Alreno Bouw BV., overige algemene kosten 2013 bevat onder meer mutaties waardering deelnemingen (€ 165.000). In overige algemene kosten 2014 additionele post voorziening dubieuze debiteuren ad. € 50.000. 2.2.14 Rijksbijdrage (via deelnemende gemeenten)
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Metaal Assembleren & Verpakken Facilitair Druk Staf/Overig Groen & Grijs Groepsdetachering Individuele Detachering / B.W. Totaal
Rekening 2012 642 4.838 1.256 224 690 4.117 848 2.285
Rekening 2013 652 4.657 1.299 0 787 4.161 1.130 2.304
(concept) Rekening 2014 777 4.437 1.235 0 865 4.267 990 2.418
Begroting 2015 550 3.457 1.134 0 664 3.157 1.105 2.612
Begroting 2016 652 3.787 1.029 0 705 3.205 1.221 2.484
14.900
14.990
14.989
12.679
13.082
Vanaf 2015 vindt de verdere afbouw van de rijksbijdragen (ad. € 500,-- per arbeidsjaar) plaats. Voor 2016 zijn wij in overleg met onze gemeenten omtrent de financiering van onze dienstverlening middels een uitvoeringsovereenkomst. 2.2.15 Gemeentelijke bijdragen
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Totaal
Meppel Westerveld Staphorst de Wolden
Begroting 2016 912 438 272 236
Doorrekening 2017 1.128 542 336 292
Doorrekening 2018 1.461 702 435 378
Doorrekening 2019 1.610 774 480 416
1.858
2.298
2.976
3.279
Betreft ramingen op basis van de huidige verdeelsystematiek. 15
2.2.16 Saldo van de financieringsfunctie
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Rente lening BNG Rente baten Totaal
Rekening 2012 52 23 29
Rekening 2013 40 24 16
(concept) Rekening 2014 35 19 16
Begroting 2015 40 10
Begroting 2016 35 15
30
20
De rente van de lening BNG neemt door aflossingen af. Tevens is in maart 2012 de rente herzien naar een lager rentepercentage. Voorziene toename rente baten 2016 o.b.v. vergoedingen van de verstrekte lening aan Lankhorst – Taselaar aquisition B.V.
16
3 PARAGRAFEN 3.1
ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN
In het jaar 2008 is in samenwerking met een externe deskundige een groot-onderhoudsplan opgesteld voor in elk geval de komende 10 jaar. Op basis van dit plan is nog steeds de conclusie dat er sprake is van een kwalitatief goede staat van onze gebouwen. Wel zullen wij op enig moment worden geconfronteerd met vervanging van de dakbedekking. Deze kostenpost bedraagt een significant deel van de te vormen voorziening. In de dotaties aan de voorziening wordt hiermee rekening gehouden. 3.2
BEDRIJFSVOERING
Investeringen Voor de jaren 2014, 2015 en 2016 zijn de investeringen als volgt geweest c.q. geraamd:
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Vervoermiddelen Machines, Apparaten en Installaties Overige Materiële Vaste Activa (w.o. gebouwen) Totaal
Investering 2014 171 301 80 552
Investering begroting 2015 100 140 90
Investering begroting 2016 100 140 90
330
330
Reestmond blijft de komende jaren uitgaan van het zogenaamde ideaalcomplex, waarbij vanuit de afschrijvingen kan worden geïnvesteerd. Verhoogde investeringen 2014 met name vanwege vervangingen maaimachines ten behoeve van groenonderhoud en vanwege vervangingen automatisering (ERP-software en PC-werkplekken). Voor 2015 en verdere jaren worden significant lagere investeringen voorzien. Organisatiestructuur Voor 2016 worden vooralsnog geen grote wijzigingen in de organisatiestructuur verwacht; deze zijn reeds in 2014 doorgevoerd. Uiteraard is één en ander mede afhankelijk van het beleid wat de aangesloten gemeenten kiezen ten aanzien van de uitvoering van de Participatiewet. Informatisering en automatisering Reestmond heeft Compas als cliënt volg systeem. Per 2014 is de overstap gemaakt van de ERP-software van Axapta naar Exact. Vanwege de aanzienlijk lagere jaarlijkse onderhoudskosten wordt de investering verbonden aan deze overstap binnen 3 jaren terugverdiend. 3.3
VERBONDEN PARTIJEN
Reestmond Raat Combinatie BV Reestmond Raat Combinatie BV, gevestigd te Meppel, is op 27 december 2002 opgericht en is een bedrijfsonderdeel binnen Reestmond. Binnen RRC werd vorm en uitvoering gegeven aan trajecten voor inwoners van de diverse deelnemende gemeenten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het opdoen van werkervaring en trainingen maken beiden deel uit van deze trajecten. In de afgelopen jaren zijn de participatiebanen actief beëindigd en zijn de betrokken medewerkers ontslagen. De personele bezetting (consulenten) is hierop aangepast. De trajecten zijn door korting op re-integratiemiddelen zodanig fors afgenomen dat RRC BV is afgebouwd. Lopende en eventuele nieuwe trajecten worden thans binnen Reestmond uitgevoerd. Per 2015 wordt RRC BV dan ook primair gebruikt voor het werkgeverschap voor niet-doelgroepers en kan daarnaast worden ingezet voor mogelijke niet Wsw-gerelateerde kosten en opbrengsten .
17
Bestolux BV In augustus 2014 is Bestolux B.V. verkocht aan Lankhorst – Taselaar aquisitions B.V. en maakt sindsdien dus geen onderdeel meer uit van Reestmond. Reestmond Sales & Participations BV Reestmond Sales & Participations BV (RSP BV), gevestigd te Meppel, is opgericht op 16 november 2006. Via deze 100% dochter wil Reestmond zonodig deelnemingen aangaan met partijen waarbij een economisch belang, te weten werkgelegenheid voor onze doelgroep en/of risicobeperking, voorop staat. Momenteel zijn er (na de afstoting van de deelname in Alreno Bouw BV ultimo 2012) geen actuele deelnemingen. In de toekomst kan dit echter wel weer actueel worden. 3.4
RISICOPARAGRAAF
3.4.1 Algemeen In deze paragraaf is het beleid van Reestmond inzake het weerstandsvermogen en risicomanagement uiteengezet. Op grond van artikel 11 BBV moet Reestmond in haar begrotingen inzicht geven in haar weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente (in casu Reestmond) beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De opzet van deze paragraaf is analoog aan de paragraaf in onze begroting 2015 (tot stand gekomen in afstemming met de gemeentelijke beleidsmedewerkers dan wel financiële medewerkers). De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen en risicobeheersing bevat ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's. De weerstandscapaciteit betreft die elementen waarmee tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zoals borgstellingen, reserves, onbenutte voorzieningen etc. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit is de mogelijkheid om eenmalige tegenvallers op te vangen. Structurele weerstandscapaciteit betreft middelen die permanent inzetbaar zijn voor het opvangen van tegenvallers. Een risico is een kans op het optreden van een gebeurtenis met een bepaald gevolg. Reguliere risico’s (risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn) behoren hier niet toe. Deze dienen in principe te worden opgevangen binnen de bedrijfsvoering middels het afsluiten van verzekeringen of het vormen van voorzieningen. De risico’s, relevant voor het weerstandsvermogen, zijn die risico’s die niet op deze manier zijn te ondervangen en die een financieel gevolg kunnen hebben. 3.4.2 Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De volgende onderdelen kunnen als onderdeel van de weerstandscapaciteit worden gezien. 3.4.2.1 Algemene reserve De algemene reserve is in principe volledig beschikbaar als incidentele weerstandscapaciteit. Op basis van de (concept) jaarrekening 2014 bedraagt deze algemene reserve € 2.669.000. 3.4.2.2 Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn geen onderdeel van de weerstandscapaciteit, totdat besloten wordt de reserve weer toe te voegen aan de algemene reserve. 3.4.2.3 Onvoorzien incidenteel structureel Reestmond heeft in haar begroting geen post onvoorzien opgenomen. 3.4.2.4 Stille reserves Van stille reserves is sprake als activacomponenten onder de directe opbrengstwaarde zijn gewaardeerd. Reestmond kent twee soorten stille reserves. Dit zijn stille reserves in financiële bezittingen en stille reserves in materiële bezittingen. 18
De stille reserves in financiële bezittingen hebben betrekking op (de waardering van) onze deelnemingen. De boekwaarden zijn in lijn met de eigen vermogens, waardoor deze bezittingen geen stille reserves vormen. De (eventuele) stille reserves in materiële bezittingen betreffen onze gebouwen. Deze gebouwen zijn enerzijds duurzaam benodigd voor de bedrijfsuitoefening, anderzijds is de vastgoedmarkt momenteel van dien aard dat het maar de vraag is of bij afstoting boekwinsten zouden kunnen worden gerealiseerd. 3.4.2.5 Kostenreductie Vanuit ondermeer de benchmarkonderzoeken door Cedris blijkt dat de mogelijkheden hiertoe binnen Reestmond niet dan wel zeer beperkt zijn, reden waarom kwantificering achterwege is gelaten. 3.4.2.6 Samenvatting inventarisatie De verplichting van de gemeenten die de regeling zijn aangegaan kan gezien worden als de belangrijkste factor in de weerstandscapaciteit. De gemeenten zijn immers verplicht eventuele verliezen te compenseren zodat de bedrijfsvoering voortgezet kan worden. In deze analyse wordt daar geen rekening mee gehouden, vanuit de gedachte dat Reestmond zelfstandig de risico’s op dient te kunnen vangen. De verantwoordelijkheid van de gemeenten beperkt echter de risico’s tot het tekort over een enkel jaar. In deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat structurele verliezen door de gemeenten worden opgevangen. Elke gemeenten houdt daar ook rekening mee in het bepalen van het eigen weerstandsvermogen. Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat binnen Reestmond alleen de algemene reserve de weerstandscapaciteit vormt. Ultimo 2014 (op basis van de concept jaarrekening 2014) is dit een bedrag van € 2.669.000. 3.4.3
Risico’s
3.4.3.1 Indeling van risico’s Omwille van de structuur in deze paragraaf is de volgende indeling in risicogebieden en / of categorieën gehanteerd: · Inkomsten · Financiering · Bedrijfsvoering Het volgende risicogebied is vanwege de financieel geringe omvang buiten beschouwing gelaten: · Kapitaalgoederen 3.4.3.2 Risico inschatting inkomsten Grote calamiteiten en risico’s die niet kwantificeerbaar zijn Met grote calamiteiten en risico’s die niet kwantificeerbaar zijn wordt in de risico-inschatting geen rekening gehouden. Rijksbijdrage Wsw Bij deze, voor Reestmond belangrijkste inkomstenbron, is sprake van meerdere risico’s. Met name is er sprake van risico’s op bijstellingen van rijkswege. Zeker is dat de rijksbijdrage per arbeidsjaar de komende jaren significant wordt verlaagd; deze afnamen ad. € 500,-- per Arbeidsjaar (Aja) zijn bekend en te begroten en vormen derhalve geen risico voor deze paragraaf. In de begroting 2016 en de doorrekeningen 2017-2019 zijn deze afnamen dan ook meegenomen. Bijdragen gemeenten In de begroting 2016 is -conform staand beleid- berekend dat voor een sluitende exploitatie bijdragen van de deelnemende gemeenten noodzakelijk zijn. De gemeenten die de gemeenschappelijke regeling hebben getroffen zijn verantwoordelijk voor de volledige financiering van deze regeling, ook als dit onverwachte verliezen betreft. Er is daarmee geen risico dat de gemeenten onvoldoende bijdragen.
19
3.4.3.3 Financiering Reestmond loopt in principe geen risico over de opgenomen geldlening bij de BNG. Reestmond heeft een lening met een looptijd van 6 jaren verstrekt aan Lankhorst-Taselaar aquisition B.V. In beginsel loopt Reestmond een financieel risico dat deze partij niet langer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Ten tijde van het opstellen van deze paragraaf betreft het de volgende lening: Lening aan Lankhorst-Taselaar B.V. Totaal financiering
€ 270.000 € 270.000
Als risicobedrag wordt € 270.000 aangehouden met een weging van 10%. De rekening-courant posities met Reestmond Raat combinatie B.V. en Reestmond Sales & Participations B.V. worden gezien hun geringe omvang (totaal € 18.000) hier buiten beschouwing gelaten. 3.4.3.4 Bedrijfsvoering Verzekeringen Reestmond is verzekerd voor de meest voorkomende zaken. Het betreft verzekeringen voor: · Brand- en bedrijfsschade · WA-verzekering · Ongevallenverzekering voor BHV’ers · Autoverzekeringen · Werkmaterieelverzekering · Productaansprakelijkheid Tot en met heden is door Reestmond met name een beroep gedaan op de auto- en werkmaterieel verzekeringen. Disfunctioneren / vervangingen In deze paragraaf wordt voor dit risico uitgegaan van een benodigd bedrag ad. € 125.000 per jaar. De weging van dit risico is hoog. Realisatie toegevoegde waarden a. Externe factoren De begroting 2016 gaat uit van stabiele toegevoegde waarden. Er zijn externe factoren welke mede bepalend zijn voor het realiseren van deze doelstelling, waaronder bijvoorbeeld de bereidheid van externe partijen tot inleen van onze medewerkers (in geval van detacheringen) en de algemene economische omstandigheden. De realisatie van deze geraamde toegevoegde waarden over 2016 is in deze paragraaf benoemd als risico, en totaal geraamd op € 300.000. De weging van dit risico is gemiddeld. b. Ziekteverzuim Ook door ziekteverzuim daalt de toegevoegde waarde ten opzichte van de begroting. Ziekteverzuim van Wswmedewerkers van Reestmond leidt tot productieverlies. Het ziekteverzuim bij Reestmond ligt op het landelijke gemiddelde in de sector (11,4%). De beheersmaatregelen rondom ziekteverzuim en begeleiding bij re-integratie van zieke medewerkers zijn de afgelopen periode geïntensiveerd. Dit heeft geleidt tot een daling van het ziekteverzuim percentage voor de Wsw-medewerkers. De begroting gaat uit van 10,0% ziekteverzuim. Er is een reëel een risico dat het ziekteverzuim niet voldoende daalt of zelfs toeneemt. Gekwantificeerd kan het productieverlies bij 1,5% hoger dan begroot ziekteverzuim oplopen tot €100.000. De weging van dit risico is gemiddeld. In totaal is het risicobedrag van een lagere toegevoegde waarde € 400.000 met een gemiddelde weging. Uitstroom Wsw-medewerkers In het kader van de invoering van de Participatiewet per 2015 is er vanaf dat moment geen nieuwe instroom van Wsw–medewerkers, waar tegenover wel natuurlijke uitstroom zal plaatsvinden (pensionering, arbeidsongeschiktheid, ontslag, al dan niet op eigen verzoek). Het navenante risico op verminderde toegevoegde waarden is in deze begroting volledig meegenomen en derhalve geen risico meer.
20
Kostenontwikkelingen In de begroting(en) wordt rekening gehouden met stijgende (personele- en overige)lasten; hierbij blijft uiteraard altijd de kans aanwezig dat deze kostenontwikkelingen hoger zullen zijn dan de geraamde. Voor deze paragraaf wordt het risico hiertoe voorzien op 1,0% van de totaal voorziene kosten voor 2016, te weten maximaal € 200.000. Gezien het feit dat deze verhoogde kosten mogelijk (deels) te verdisconteren zijn in onze tariefstellingen is de weging laag. Herstructurering Gelet op de invoering van de Participatiewet moet Reestmond rekening houden met de mogelijkheid dat zij zal moeten herstructureren. Een herstructurering brengt frictiekosten met zich mee, welke kosten echter in de (meerjaren) begrotingen als reguliere kosten zijn opgenomen en daarmee geen risico meer vormen (leiden niet tot additionele lasten). Een herstructurering ten gevolge van de wijzigende doelstellingen conform de Participatiewet brengt uiteraard wel (niet in de begroting te vatten) additionele lasten met zich mee, welke in deze paragraaf worden gesteld op maximaal € 250.000. De weging van dit risico is hoog. Debiteuren Er bestaat altijd de kans dat debiteuren niet aan hun betalingsverplichtingen (kunnen) voldoen. Specifiek voor Reestmond moet hier worden genoemd drukkerij De Reest Multimedia, waarmee Reestmond een samenwerkingsverband heeft in de vorm van groepsdetachering. Drukkerij De Reest Multimedia heeft een openstaand saldo van (ultimo 2014) ongeveer € 110.000 (ex. Btw), welk risico op wanbetaling is meegenomen in de voorziening voor dubieuze debiteuren ultimo 2014 en derhalve hier geen rol speelt. Boekenonderzoek belastingdienst WVA 2010-2012 De Belastingdienst voert momenteel een boekenonderzoek uit inzake de door Reestmond geclaimde afdrachtsvermindering onderwijs in het kader van de Reestmond Academie over de periode 2010-2012. Op 15 juli 2014 heeft de Belastingdienst een conceptrapportage uitgebracht, waarin zij stelt dat een bedrag van circa € 1.678.000 (+10% boete) ten onrechte in aftrek is gebracht. De belastingdienst heeft geen aanslagen opgelegd en Reestmond is in de gelegenheid gesteld om aanvullend bewijsmateriaal aan te leveren. De directie van Reestmond is van mening dat de geclaimde aftrek voldoende onderbouwd kan worden en dat de afdrachtsverminderingen terecht zijn geclaimd. Kwantificering is op dit moment, gezien het stadium van het overleg, nog niet te duiden. Een eventuele negatieve uitkomst van het onderzoek is echter opvang baar binnen de algemene reserve. Overzicht ingeschatte risico’s (bedragen in €, niet actuele risico’s als p.m.). Risico Rijksbijdrage Wsw Bijdragen gemeenten Financiering Verzekerbare risico’s Disfunctioneren / vervangingen Toegevoegde waarden Uitstroom Wsw-medewerkers Kostenontwikkelingen Herstructurering Debiteuren Totaal (excl. p.m.) 3.4.4
Risicobedrag p.m. p.m. 270.000 p.m. 125.000 400.000 p.m. 200.000 250.000 p.m.
Weging p.m. p.m. 10% p.m. 75% 50% p.m. 50% 75% p.m.
1.245.000
49%
Bufferreserve p.m. p.m. 27.000 p.m. 94.000 200.000 p.m. 100.000 187.500 p.m. 608.500
Bepaling Weerstandsvermogen
De impact van de risico’s is geschat op € 1.245.000, met een geschatte kans van gemiddeld 49% waardoor de waarschijnlijke impact € 608.500 groot is. Deze verwachting is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van alle inschattingen van kansen en impact. De algemene reserve is momenteel voldoende groot om dit risico op te vangen. Indien de algemene reserve lager wordt dan € 608.500 en de risico’s niet veranderen, is het aan te bevelen de algemene reserve te verhogen en dit in de eerstvolgende begroting op te nemen. 21
3.4.5
Verloop Reserves en Voorzieningen
Reestmond heeft een algemene reserve en een drietal bestemmingsreserves: - bestemmingsreserve onderhoud, strekt ter vorming van de voorziening groot onderhoud alsmede voor het opvangen van negatieve verschillen met de begrote reguliere- en vervangingsonderhoudskosten (zie ook bij voorziening groot onderhoud), de omvang van de reserve is de afgelopen jaren niet geactualiseerd, ook voor de jaren 2015 en 2016 is geen actualisatie meegenomen. - bestemmingsreserve vakantiegeld, strekt ter voldoening van de opgebouwde en uitstaande vakantiegeldverplichtingen. Op basis van de personele afnamen zal deze reserve de komende jaren afnemen en achten wij de huidige omvang voldoende. - bestemmingsreserve verlofdagen, strekt ter voldoening van het opgebouwde en uitstaande saldo verlofuren. De omvang van de reserve is de afgelopen jaren niet geactualiseerd, ook voor de jaren 2015 en 2016 is geen actualisatie meegenomen. Er wordt actief gestuurd op de reductie van deze verlofdagen. Reestmond heeft een tweetal voorzieningen: - voorziening groot onderhoud dient ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud. De dotaties zijn gebaseerd op het tot en met 2022 opbouwen van een voorziening voor het te verwachten groot onderhoud. - voorziening inactieven, is gevormd voor de dekking van kosten van ambtelijk personeel waarvoor een afvloeiingsregeling is of wordt getroffen en Reestmond langlopende verplichtingen heeft.
Omschrijving (bedragen in €1.000)
(concept) Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Algemene reserve Saldo 1 januari boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen Saldo 31 december boekjaar
2.459 210 0 2.669
2.456 0 0 2.456
2.669 0 0 2.669
Bestemmingsreserve onderhoud Saldo 1 januari boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen Saldo 31 december boekjaar
1.212 0 -27 1.185
1.185 0 -27 1.158
1.158 0 -27 1.131
645 630 -645 630
645 0 0 645
630 0 0 630
409 0 0 409
409 0 0 409
409 0 0 409
4.893
4.668
4.839
Bestemmingsreserve vakantiegeld Saldo 1 januari boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen Saldo 31 december boekjaar Bestemmingsreserve verlofdagen Saldo 1 januari boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen Saldo 31 december boekjaar Totaal reserves
22
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Voorziening groot onderhoud Saldo 1 januari boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen Saldo 31 december boekjaar Voorziening inactieven Saldo 1 januari boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen Saldo 31 december boekjaar Totaal voorzieningen
3.5
(concept) Rekening 2014 779 27
Begroting 2015
Begroting 2016 833 27
806
764 27 -25 766
417 42 -263 196
251 0 -105 146
196 35 -74 157
1.002
912
1.017
860
FINANCIERING
Reestmond beschikt over een treasurystatuut, waarin door het Algemeen Bestuur regels zijn gesteld met betrekking tot bancaire zaken en het aantrekken c.q. het uitplaatsen van financiële middelen. Reestmond verricht haar bankzaken met één hoofdbankier, de BNG. Daarnaast is er een rekening bij de Rabo-Bank voor afstortingen en opnames van kasgelden Op basis van de met de BNG afgesloten overeenkomst worden overschotten en tekorten aan liquiditeiten boven een grens van € 300.000 automatisch in daggeld of kasgeld omgezet. In het statuut worden alleen rekening courant, daggeld, deposito’s, en obligaties als beleggingsmiddel toegestaan, zodat er geen risico wordt gelopen over de ingezette middelen, alleen over de rendementen. De wet FIDO verplicht tot het opstellen van een dergelijk statuut en tot het verantwoorden over de stand van zaken via inzicht te geven in de kasgeldlimiet en rente-risiconorm. Kasgeldlimiet Omschrijving (bedragen in €1.000)
Grondslag Begrote inkoopwaarde omzet Begrote bedrijfslasten Begrote rentelasten Totaal grondslag
Rekening 2012
Rekening 2013
(concept) Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
792 21.096 52 21.940
606 22.205 40 22.851
632 21.553 35 22.220
460 19.649 40 20.149
657 19.640 35 20.332
1.799
1.873
1.882
1.652
1.667
0 -146 375 229
0 79 463 542
0 339 0 339
0 0 425 425
0 339 0 339
Toets kasgeldlimiet Netto vlottende kasgeldvordering Toegestane kasgeldlimiet
229 1.799
542 1.873
339 1.882
425 1.652
339 1.667
Ruimte
2.028
2.415
2.161
2.077
2.006
Toegestane kasgeldlimiet Vastgesteld percentage van 8,2% Vlottende middelen Kasgeld Banksaldi Rekening courant dochters
Reestmond blijft voldoen aan de kasgeld limiet.
23
Renterisiconorm
Rekening 2012
Rekening 2013
(concept) Rekening 2014
Basisgegevens Begrote lasten
21.940
22.851
22.220
20.149
20.332
Renterisiconorm Vastgesteld percentage van 20%
4.388 4.388
4.570 4.570
4.444 4.444
4.029 4.029
4.066 4.066
151 0 151
151 0 151
151 0 151
151 0 151
151 0 151
4.237
4.419
4.293
3.878
3.915
Omschrijving (bedragen in €1.000)
Renterisico Renteherzieningen Aflossingen Ruimte onder rente risiconorm
Begroting 2015
Begroting 2016
Ook aan de renterisiconorm voldoet Reestmond (ruimschoots).
24
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 18 juni 2015 : IX, punt 5 : 1819 : Wethouder Mirjam Pauwels
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Zienswijze concept beleidsbegroting GR Alescon 2016. Samenvatting: De conceptbeleidsbegroting voor 2016 is conform beleidslijnen van de begroting 2014 en 2015. De meerjarenbegroting gaat uit van de primaire opdracht Wsw, waarbij bekend is, dat de taakstelling hiervoor per jaar globaal met 5% daalt in verband met het stopzetten van de instroom in de Wsw door invoering van de Participatiewet per 1-1-2015. Alescon heeft in de meerjarenbegroting geen rekening gehouden met een mogelijke invulling van de door de krimp vrijkomende infrastructuur (Materieel en personeel). Bijvoorbeeld door het aanbieden van andere dienstverlening in het kader van de Participatiewet per 1-1-2015. Dit stemt overeen met de actuele onderzoeken over de toekomstvisie op het bedrijf. Fase van besluitvorming: Zienswijze geven. Ontwerpbesluit: 1. De raad van de Gemeente De Wolden neemt kennis van de concept beleidsbegroting GR Alescon 2016. 2. Uit te spreken dat er zorgen zijn over de financiële consequenties als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk. 3. Uit te spreken dat de begroting 2017 conform nieuwe WGR dient te worden gerealiseerd. 4. De raad geeft geen inhoudelijke zienswijze en stelt Alescon hiervan schriftelijk in kennis. Inleiding en aanleiding: De aan u toegezonden concept Beleidsbegroting 2016 van Alescon op 17 april jongstleden heeft u ons voor advies in handen gesteld. Wij informeren u hiermee over de hoofdlijnen van de concept Beleidsbegroting 2016 en de verplichte meerjarenraming 2017 tot en met 2019. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Concept Beleidsbegroting Alescon 2016 De nu voorliggende beleidsbegroting 2016 bevat geen andere beleidslijnen dan de beleidsbegroting 2014 en 2015. In de concept Beleidsbegroting 2015 zijn met name de taakstelling, gemeentelijke bijdrage en meerjarenraming geactualiseerd. Gemeentelijke bijdrage Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Er is geen nieuwe instroom Wsw meer. De Wsw blijft alleen bestaan voor de huidige Wsw-medewerkers met een Pagina 1 van 3
arbeidscontract als gevolg van de Wsw op of na 1-1-2015. Verwacht wordt dat de uitstroom jaarlijks circa 5% is, dat betekent dat de organisatie van Alescon voortdurend daarop aangepast moet worden via reorganisaties. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van alléén de uitvoering van de Wsw. Dit is het minimale scenario dat Alescon in die situatie uitvoert voor de gemeenten en is conform de huidige opdracht van de gemeenten aan Alescon. Bij het vaststellen van de begroting Alescon 2016 is rekening gehouden met de herstructureringsopdracht gegeven naar aanleiding van het onderzoek Langendijk in 2015. Naast het beëindigen van de huidige Wsw, zal ook de rijkssubsidie de komende jaren jaarlijks afnemen met circa € 500 per SW werkplek. Aandachtspunten voor uw zienswijze De genoemde concept Beleidsbegroting Alescon 2016 geeft voor ons geen aanleiding om u te adviseren om te komen met een nadere zienswijze. De concept beleidsbegroting Alescon 2016 wijkt namelijk niet af van de bestaande vastgestelde gemeentelijke beleidslijnen en financiële kaders. De realisatie van de afgelopen jaren was veelal conform begroting. Toch moet – net als bij de GR Reestmond – een kanttekening worden gemaakt bij het gesuggereerde positieve resultaat van 128.000. Dit resultaat wordt behaald met inbegrip van een extra gemeentelijke bijdrage (bovenop de rijksbijdrage) van 4 miljoen euro. Alescon zal ter dekking hiervoor het resultaat van 128.000 euro en 843.000 euro ten laste brengen van de eigen bestemmingsreserve. Geconcludeerd moet daarom worden, dat enkel met de rijksbijdrage een verlies geleden wordt van ruim vier miljoen euro. In de meerjarenbegroting van Alescon is nog geen gemeentelijke bijdrage opgenomen en wordt daarmee het werkelijk exploitatieresultaat transparant in beeld gebracht. Alternatief beleid: Met de raad zal in het kader van nadere uitwerking van de Participatiewet (binnen het Sociaal Domein) in de loop van dit jaar de toekomstige rol en positie van onze Wswbedrijven worden besproken. Dit mede op basis van de onderzoeken tot herstructurering. Financiële effecten: In de begroting zijn drie kengetallen van groot belang 1. Rijkssubsidie versus Loonkosten Wsw-medewerkers. 2. Uitvoeringskosten Alescon. 3. Verdiencapaciteit. De gemeente ontvangt een Rijkssubsidie waarmee alle kosten voor de uitvoering van de Wsw gedekt moeten worden. Eventuele tekorten ontstaan door hogere loonkosten en/of de bedrijfsvoering zijn voor rekening van de gemeente. Alescon gaat qua rijkssubsidie uit van gemiddeld 25.500 euro per arbeidsjaar op basis van de daling van 500 euro per jaar tot 2020. Dat is realistisch te noemen. De loonkosten van Wsw-medewerkers (nauwelijks beïnvloedbaar) zijn hoger dan de Rijksbijdrage. De uitvoeringskosten van Alescon zijn hoger dan de begrote bruto marge. Hiermee behaalt Alescon (ook met inbegrip van volledig gefinancierde arbeidskrachten) een negatief bedrijfsresultaat. Uit de begroting 2016 van GR Alescon: 1. Loonkosten
€ 44.718.000 Pagina 2 van 3
2. Uitvoeringskosten 3. Verdiencapaciteit (Bruto marge) Totale kosten
€ 16.496.000 € 14.189.000 € 47.025.000
Rijksbijdrage via gemeenten (incl. buitengem.) Verzoek extra gemeentelijke bijdrage
(*) klein verschil met de totale kosten minus rijksbijdrage
Voor de gemeentelijke begroting betekent dit 1. Vaste bijdrage op basis van de Rijksvergoeding 2. Extra bijdrage uit eigen middelen
€ 43.009.000 € 4.042.000 (*)
€ 1.275.000 (50 x 25.500) € 94.000
In de meerjaren begroting wordt – naast de hoogte van de Rijksbijdrage – rekening gehouden met de volgende exploitatietekorten: Jaar Gemeente de Wolden Alescon Totaal
2016 94.000 4.042.000
2017 102.000 4.329.000
2018 148.000 4.844.000
2019 163.000 5.366.000
In 2016 en 2017 dekt Alescon zelf het tekort nog gedeeltelijk met respectievelijk 843.000 en 989.000 euro uit de bestemmingsreserve Participatiewet. In verband met de verplichte aansluiting van de begrotingen van gemeenschappelijke regelingen en die van de gemeente zullen deze bedragen bij de eerstvolgende mogelijkheid in de gemeentelijke meerjarenbegroting worden verwerkt. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: N.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) N.v.t. Fatale termijnen: 5 juni i.v.m. melding aan GS Provincie Drenthe. Aanpak en uitvoering: Na bespreking in de raad wordt bijgaande brief met de zienswijze – eventueel aangevuld/gewijzigd n.a.v. uw vergadering – naar het Dagelijks Bestuur van GR Alescon verstuurd. Bijlagen: - Begeleidende brief Alescon concept beleidsbegroting 2016 en meerjarenraming tot 2019; - Begeleidende brief Alescon concept jaarverslag 2014 en jaarrekening 2014; Zuidwolde, 4 juni 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 3 van 3
Ontwerp Nr.
IX / 5
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juni 2015; Besluit als zienswijze in te dienen: 1. Kennis te nemen van de concept beleidsbegroting GR Alescon 2016; 2. Uit te spreken dat er zorgen zijn over de financiële consequenties als gevolg van de bezuinigingen van het Rijk; 3. Uit te spreken dat de begroting 2017 conform nieuwe WGR dient te worden gerealiseerd. 4. Geen inhoudelijke zienswijze te geven. Zuidwolde, 18 juni 2015 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
Pagina 1 van 1
Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering Agendapuntnummer Besluitnummer Portefeuillehouder
: 18 juni 2015 : IX, punt 6 : 1764 : Burgemeester Roger de Groot
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Financiële en beleidsdocumenten Veiligheidsregio Drenthe. Samenvatting: De Veiligheidsregio Drenthe biedt aan uw gemeenteraad de Jaarstukken 2014, de Beleidsvisie 2015-2018, het Regionaal Risicoprofiel en de Ontwerpbegroting 2016 aan. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: 1. Kennisnemen van de Jaarstukken 2014, de Beleidsvisie 2015-2018, het Regionaal Risicoprofiel en de Ontwerpbegroting 2016 van de Veiligheidsregio Drenthe; 2. De Jaarstukken 2014 voor kennisgeving aannemen en geen zienswijzen indienen op de Beleidsvisie 2015-2018, het Regionaal Risicoprofiel en de Ontwerpbegroting 2016; 3. De geraamde bijdragen 2016 t/m 2018 opnemen in de gemeentelijke meerjarenbegroting over deze jaren. Inleiding en aanleiding: Op 15 december 2014 heeft het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe (VRD) ingestemd met de Beleidsvisie 2015 – 2018 en het Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Drenthe en besloten de beleidsvisie en het risicoprofiel voor consultatie aan te bieden aan de gemeenteraden. Daarnaast ontving de gemeente op 31 maart 2015 de jaarstukken 2014 en de ontwerpbegroting 2016 van de VRD. De jaarstukken zijn ter kennisgeving aangeboden, voor de begroting wordt een reactie van de gemeenteraden gevraagd. Het algemeen bestuur van de VRD is verplicht om voor 1 juli de begroting vast te stellen. Tijdens de bijeenkomst van de raad met alle verbonden partijen op 4 juni heeft directeur Fred Heerink de financiële en beleidsdocumenten van de Veiligheidsregio Drenthe toegelicht. Problemen of vraagstukken: De VRD werkt op grond van een gemeenschappelijke regeling. De gemeenteraden van de deelnemende gemeenten controleren en bepalen de kaders die de burgemeesters inbrengen in het algemeen bestuur van de VRD. Regionaal risicoprofiel en beleidsvisie 2015-2018 De Wet veiligheidsregio’s verplicht het bestuur van een veiligheidsregio om ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsplan vast te stellen. Dit beleidsplan moet mede gebaseerd zijn op een multidisciplinair regionaal risicoprofiel. De aangeboden beleidsvisie legt de basis voor de komende jaren. Door de input van iedere gemeenteraad wordt de strategische koers bepaald. Pagina 1 van 4
Jaarstukken 2014 In de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Drenthe staat opgenomen dat het dagelijks bestuur de jaarstukken jaarlijks aan de gemeenteraden aanbiedt. Ontwerpbegroting 2016 In de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Drenthe staat opgenomen dat het dagelijks bestuur de ontwerpbegroting jaarlijks aan de gemeenteraden aanbiedt en daarbij de mogelijkheid tot zienswijzen geeft. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Regionaal risicoprofiel Het regionaal risicoprofiel biedt inzicht in de waarschijnlijkheid en impact van geïnventariseerde en geanalyseerde risico’s die kunnen leiden tot een ramp, crisis of brand. In 2011 is het vorige regionaal risicoprofiel opgesteld. Dit is nu geactualiseerd. Er zijn drie scenario’s toegevoegd: een tunnelincident, een incident buisleidingen (waardoor aardgas wordt getransporteerd) en een kernincident bij Kerncentrale Lingen. Geconcludeerd wordt dat de impact en waarschijnlijkheid van de scenario’s uit 2011 niet ingrijpend gewijzigd is. De toegevoegde scenario’s leiden niet tot sterke aanpassingen. De adviezen uit het risicoprofiel van 2011 blijven prioritair. Beleidsvisie 2015-2018 Het accent ligt in de komende jaren op een aantal thema’s: 1. VRD in verbinding De VRD is naast een eigenstandige organisatie ook een netwerk waarin veel verschillende partners werken aan de zorg voor veiligheid. De VRD zet zich in als de verbinder van dat netwerk, die kansen en bedreigingen signaleert, ontwikkeling stimuleert en de omgeving (van hulpdiensten tot en met inwoners) faciliteert. Een sterk netwerk betekent ook dat de partners de eigen verantwoordelijkheid kennen en kunnen dragen. Ook hier worden de inwoners betrokken bij het delen van de verantwoordelijkheid. 2. Vakmanschap op maat Om de dienstverlening aan de burgers optimaal te houden, moeten de medewerkers van de hulpdiensten goed voorbereid zijn op hun taak. De verdere ontwikkeling van de hulpverleners en de functionarissen binnen de crisisorganisatie is individueel en maatwerkgericht. Kernwoorden zijn daarbij: aansluiten op dagelijkse praktijk, kennis en vaardigheden in crisisbeheersing ontwikkelen, ervaring opdoen en de verbinding maken binnen het netwerk. Hierbij is ook oog voor bestuurlijke advisering, voor, tijdens en na een incident. 3. Integrale benadering De VRD werkt aan een integrale benadering van veiligheid. Dit zorgt voor een betere balans tussen het voorkomen en bestrijden van incidenten. Dit houdt in dat de inwoners betrokken worden in hun eigen verantwoordelijk voor de veiligheid. Ook bedrijven en instellingen krijgen een belangrijke rol hierin. Samen beantwoorden we de vragen: wat moeten wij bijdragen, wat kunt u zelf en welk niveau van dienstverlening verwacht u van ons? De VRD werkt de beleidsvisie verder uit in haar jaarplannen. De resultaten hiervan komen terug in de gemeenteraad als de begroting wordt aangeboden en later het jaarverslag. Jaarstukken 2014 Het algemeen bestuur van de VRD, de twaalf Drentse burgemeesters, heeft de organisatie in 2013 een taakstelling opgelegd voor 2014 en 2015 van 5% per jaar. Het uitgangspunt voor deze taakstelling was dat er geen bezuinigingen mochten worden doorgevoerd door brandweerposten te sluiten. Er moest gekeken worden naar de formatie van het vaste
Pagina 2 van 4
personeel en doorlichting van het vrijwilligersbestand, het sociaal statuut moest worden gevolgd, werkprocessen moesten worden geharmoniseerd, er moest een kwaliteitsdefinitie worden ontwikkeld op basis van risico’s en er moest een nieuw organisatieplan komen. Deze taakstelling over 2014 is gehaald. De taakstelling over 2015 wordt naar verwachting ook gehaald. Zoals de tussentijdse bestuursrapportages al voorspelden, is 2014 afgesloten met een positief resultaat. Het positief exploitatieresultaat bedraagt € 1,9 miljoen. € 1,2 miljoen is ontstaan doordat in 2014 al structureel is bezuinigd vooruitlopend op 2015. Het andere deel (€ 700.000) is veroorzaakt door minder uitrukken, minder oefeningen, minder investeringen en een aantal meevallers. Het algemeen bestuur Veiligheidsregio Drenthe heeft in haar vergadering van 25 maart besloten om van het positief exploitatieresultaat € 1,4 miljoen terug te betalen aan de gemeenten en het restant (€ 500.000) te reserveren voor de organisatie-doorontwikkeling. Deze € 500.000 is nodig om op de loonsom in te verdienen. Dit door te investeren op mobiliteit en door- en uitstroom van medewerkers. Een bedrag van € 300.000 wordt gereserveerd voor assessments, (bij)scholing en outplacement. Daarnaast wordt geïnvesteerd in automatisering om administratieve processen minder mensafhankelijk te maken. Dit door data bij de bron op te halen en geautomatiseerd te verwerken tot informatie, zonder tussenhandelingen van mensen. Hiervoor wordt een bedrag van € 200.000 gereserveerd. Ontwerpbegroting 2016 De Veiligheidsregio Drenthe (VRD) presenteert voor de tweede keer vanuit een gemeenschappelijke regeling haar begroting. Deze begroting van ruim € 30 miljoen voor 2016 bestaat uit inkomsten uit gemeentelijke bijdragen, rijksbijdragen en bijdragen voor verrichte dienstverlening. Het Algemeen Bestuur van de VRD, bestaande uit de 12 Drentse burgemeesters, heeft de VRD in 2013 een taakstelling opgelegd voor 2014 en 2015 van 5% per jaar. De uitgangspunten voor deze taakstelling waren dat er geen bezuinigingen mochten worden doorgevoerd door brandweerposten te sluiten. Er moest gekeken worden naar de formatie van het vaste personeel en doorlichting van het vrijwilligersbestand, het sociaal statuut moest worden gevolgd, werkprocessen moesten worden geharmoniseerd, er moest een kwaliteitsdefinitie worden ontwikkeld op basis van risico’s en er moest een nieuw organisatieplan komen. De taakstelling voor 2016 wordt gevonden in de organisatieontwikkeling waarbij een besparing in de overheadkosten kan worden gerealiseerd. De gemeentelijke bijdrage aan de VRD is gekoppeld aan de gemeentelijke inbreng van basisbrandweerzorg en voor wat betreft de overheadkosten, gekoppeld aan een bijdrage per inwoner. De bijdrage voor de VRD bedroeg in 2014 € 10,36 per inwoner, in 2015 € 9,41 per inwoner en is voor 2016 begroot op € 9,43 per inwoner. De totale kosten van de VRD stijgen niet ten opzichte van de begroting 2014. De gemeentelijke bijdrage wordt in 2016 echter gedeeld door minder inwoners, wat leidt tot een marginale stijging (t.o.v. 2015) van de bijdrage per inwoner met € 0,02. Alternatief beleid: N.v.t. Financiële effecten: In de meerjarenraming van de VRD is voorzien in een gemeentelijke bijdrage van De Wolden van € 1.293.792 in 2016, € 1.295.045 in 2017 en € 1.284.246 in 2018 en 2019. In huidige de meerjarenbegroting van de gemeente is rekening gehouden met een structurele bijdrage van € 1.313.233 t/m 2018. In de nieuw op te stellen begroting 2016 en volgende jaren zal met de gewijzigde bijdrage rekening worden gehouden.
Pagina 3 van 4
Het door De Wolden over 2014 terug te ontvangen bedrag als aandeel in het positief exploitatieresultaat bedraagt € 77.168. Dit bedrag zal incidenteel worden verwerkt in de 1e tussenrapportage 2015. Personele effecten: N.v.t. Juridische effecten: De Veiligheidsregio Drenthe is een Gemeenschappelijke Regeling van de 12 gemeenten in Drenthe. De 12 Drentse burgemeesters vormen het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast. Dit gebeurt op basis van meerderheidsstemmen. Indien een meerderheid instemt met de voorliggende ontwerpbegroting 2016 zal onze gemeente de bijdrage voor 2016 conform voorliggende ontwerpbegroting van de Veiligheidsregio moeten uitkeren. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Directeur Fred Heerink heeft op 4 juni de stukken toegelicht. Fatale termijnen: Eventuele zienswijzen kan uw raad uiterlijk vóór de algemeen bestuur vergadering van 24 juni indienen. De begroting wordt in de betreffende vergadering vastgesteld door het algemeen bestuur en voor 15 juli aangeboden aan Gedeputeerde Staten van de Provincie Drenthe. Aanpak en uitvoering: Na verwerking van de input van alle twaalf gemeenteraden worden de documenten ter vaststelling aangeboden aan het algemeen bestuur VRD van 24 juni 2015. Bijlagen (alleen digitaal): 1. Aanbiedingsbrief beleidsvisie en het regionaal risicoprofiel; 2. De Sprong, Beleidsvisie 2015-2018; 3. Regionaal risicoprofiel VRD, actualisatie 2015; 4. Aanbiedingsbrief jaarstukken 2014 en ontwerpbegroting 2016; 5. Jaarstukken 2014 (alleen in groene raadsmap); 6. Ontwerpbegroting 2016. Zuidwolde, 4 juni 2015 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer
burgemeester Roger de Groot
Pagina 4 van 4
Ontwerp Nr.
IX / 6
De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2015 Besluit: 1. Kennis te nemen van de Jaarstukken 2014, de Beleidsvisie 2015-2018, het Regionaal Risicoprofiel en de Ontwerpbegroting 2016 van de Veiligheidsregio Drenthe; 2. De Jaarstukken 2014 voor kennisgeving aan te nemen en geen zienswijzen in te dienen op de Beleidsvisie 2015-2018, het Regionaal Risicoprofiel en de Ontwerpbegroting 2016; 3. De geraamde bijdragen 2016 t/m 2018 op te nemen in de gemeentelijke meerjarenbegroting over deze jaren. Zuidwolde, 18 juni 2015 De raad voornoemd,
griffier, drs. I.J. Gehrke
voorzitter, R.T. de Groot
De sprong BELEIDSVISIE 2015 / 2018
De sprong BELEIDSVISIE 2015 / 2018
2
3
INHOUD Inhoud 5 Inleiding 7 De sprong 10 De aanloop 15 De afzet 16 De training 18 Bijlagen 21
VAKMANSCHAP. 4
5
VERBINDING.
INLEIDING Drenthe is een veilige regio. Toch kunnen verstoringen van het normale leven optreden als gevolg van menselijk handelen, ziekte, natuurgeweld of uitval van nutsvoorzieningen. De overheid heeft een belangrijke taak binnen de samenleving voor wat betreft de zorg voor veiligheid. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van incidenten en rampen en voor het beperken van schade als er toch iets gebeurt. Ook informeert de gemeente mensen over risico’s en over (de gevolgen van) een incident. Wel zijn er grenzen aan de mogelijkheden van de overheid. Rol van de overheid Deze beleidsvisie gaat in op de rol van de overheid, de verantwoordelijkheid van burgers en hoe wij een brug slaan tussen deze twee groepen. De vraag die wij ons daarbij hebben gesteld was : hoe kan een beleidsvisie ons helpen in onze dagelijks werk? Vier beleidslijnen De ontwikkelingen in de maatschappij gaan te snel om vier jaar vooruit te blikken met specifieke doelen en acties. Daarom hebben wij gekozen voor een meer algemene beleidsvisie, waarin vier beleidslijnen zijn geformuleerd. Deze vier beleidslijnen vormen de basis voor onze activiteiten en andere (jaar-)plannen.
6
7
Verantwoording De planning en control cyclus bewaakt de voortgang van deze plannen, onder andere op het gebied van financiën en kwaliteit. Ook vindt met de P&C cyclus verantwoording plaats. De afzonderlijke gemeenteraden spelen hierin een cruciale rol, omdat zij de richting van het beleid en de keuzes daarachter mede vormgeven. Verspringen Het beleid kun je vergelijken met verspringen. We willen ons steeds blijven verbeteren. Wij hebben een aanloop daartoe genomen met de vorming van de VRD in 2009 en willen daarmee in 2018 een nieuw record vestigen. Maar dat zal niet het einde van de carrière zijn, maar eerder een stimulans om steeds verder te gaan.
8
9
1. DE SPRONG Deze beleidsvisie heeft als doel de hulpverleningsorganisaties en hun partners te helpen in hun werk. Het is een toetssteen voor de uitwerking van beleidsplannen, jaarplannen en evaluaties. Het geeft geen antwoord op ‘wat gaan we precies doen?’ maar antwoord op: ‘hoe kunnen we …?’ We hanteren twee uitgangspunten en vier beleidslijnen die samen richting geven aan het beleid voor de komende jaren. TWEE UITGANGSPUNTEN 1. De eigen kracht van de samenleving De samenleving is veerkrachtig, ook bij incidenten. Mensen blijken over het algemeen zelfredzaam te zijn. Zij hebben niet alleen maar hulp van de overheid nodig om het normale leven te kunnen hervatten. Wel hebben zij informatie van de overheid nodig over de risico’s bij incidenten en om een afweging te maken over wat ze zelf moeten en kunnen doen. De hulpdiensten ondersteunen hen wanneer nodig.
“In 2013 was in Emmen een brand in een flat waar veel ouderen wonen. Bij aankomst zag ik de bewoners, waarvan enkelen in pyjama, op straat staan. Buren boden hen onderdak en een kop koffie aan. Pas later zijn enkelen in een naburig hotel ondergebracht.” (Officier van Dienst bevolkingszorg) 2. Eigen kracht van en in de organisaties Binnen het netwerk van de Veiligheidsregio werken vele organisaties. We benutten de eigen kracht van deze organisaties om gezamenlijk een sterk netwerk te vormen. Iedere organisatie voegt vanuit de eigen specialiteit vaardigheden en kennis toe. Binnen de organisaties werken we er hard aan om vooral het vakmanschap ruimte te geven. Vakmanschap is de combinatie van technische vaardigheden, persoonlijke competenties, persoonskenmerken en ervaring.
GEZAMENLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID De organisaties binnen het netwerk VRD zijn verantwoordelijk voor de eigen rampbestrijdingsprocessen. De VRD kiest ervoor om daarbij andere organisaties de uitvoering te laten doen. De focus ligt hierbij op vakmanschap. Daarmee denken wij niet langer in aparte kolommen, maar eerder in termen van gezamenlijke verantwoordelijkheid.
“Een van de taken die de gemeente uitvoert is het volgen van berichten op social media. Bij de politie volgen wij die berichten ook. Dus kunnen we ook goed samen werken op dat terrein” (Officier van Dienst Politie) DAGELIJKSE PRAKTIJK De Veiligheidsregio sluit bij calamiteiten aan bij de dagelijkse praktijk van functionarissen die een rol hebben binnen de crisisorganisatie. Waar het gaat om ongeplande, onvoorziene en/of ongebruikelijke situaties moeten mensen doen waar ze goed in zijn of wat ze gewend zijn om te doen.
“In het dagelijkse werk analyseer ik veel informatie. Ook tijdens een crisis is dat een groot deel van mijn taak. Ik maak in het geval van een crisis gebruik van mijn ervaring en de routine die ik op doe in mijn dagelijkse werk.” (Officier van dienst Brandweer) VIER BELEIDSLIJNEN Om invulling te geven aan de eigen kracht van mensen en organisaties, zijn vier beleidslijnen benoemd. De beleidslijnen geven aan waar de VRD zich in de komende periode op gaat richten. 1. Verbinding De Veiligheidsregio Drenthe verbindt haar netwerk met de samenleving en ook de partners onderling. Wij zorgen hiermee ervoor dat de juiste hulp op de juiste tijd en op de juiste plaats komt. De VRD speelt binnen dat netwerk vooral een coördinerende rol. 10
Hoewel burgers over het algemeen zelfredzaam zijn, hebben zij bij incidenten mogelijk specialistische hulp van hulpdiensten nodig. Ook voor het herkennen en beperken van risico’s is ondersteuning gewenst. De verschillende overheidsdiensten (zoals onder andere gemeenten, brandweer en politie) hebben ieder hun eigen vaardigheden en kennis, beschikken over technische hulpmiddelen en over specifieke bevoegdheden. Hiermee onderscheiden zij zich van de burger. Samen zijn zij in staat om incidenten te voorkomen of de schade bij een incident zoveel mogelijk te beperken. Het is de uitdaging om samen met de burgers een antwoord te vinden op de vragen: wat moeten wij u bieden, welk niveau van dienstverlening verwacht u van ons en wat draagt u zelf bij?
“Ieder jaar oefent de brandweer op ons terrein. Maar we wisten nooit wat ze nou precies deden. Tot we eens vroegen om uitleg te geven. Zo konden we zelf ook aangeven wat we kunnen bijdragen in het geval van een incident. Nu kunnen we elkaar beter vinden.” (Campinghouder in Drenthe) 2. Vakmanschap Binnen het netwerk VRD werken veel mensen die ieder hun eigen kennis en vaardigheden meenemen. Ook is in de tijd veel ervaring en kennis opgedaan die leeft in het ‘collectief geheugen’ van betrokken mensen en organisaties. Dit gaan wij verder ontwikkelen en beter benutten binnen crisisbeheersing. Het ontwikkelen van vakmanschap betekent ook dat we de kans op praktijkervaring gaan vergroten.
“Voor het onderling begrip hebben we tijdens een oefenweek een scenario uitgewerkt waarin je een andere rol speelt. Zo vervulde een politiefunctionaris de rol van brandweerofficier. Dit heeft zeer verhelderend gewerkt; er kwam meer begrip over en weer en ook respect voor elkaars werk. Het is niet altijd zo makkelijk als dat het lijkt voor jou als omstander. Erg leerzaam.” (Officier van Dienst GHOR) 11
3. Vertrouwen De VRD werkt niet als zelfstandig orgaan maar altijd voor, met en onder verantwoordelijkheid van anderen. Dit complexe netwerk moet het vertrouwen hebben dat de VRD doet wat is beloofd, uiteraard binnen wettelijke kaders en andere bindende afspraken. De VRD betrekt landelijke, regionale en gemeentelijke overheden bij beleids- en planvorming. Deze al ingeslagen weg breiden we verder uit naar partners, buurregio’s en niet in de laatste plaats de burgers van Drenthe.
“Toch mooi als je van de Inspectie Veiligheid en Justitie te horen krijgt dat je goed hebt nagedacht over je eigen taken en dat je daar ook goed voor bent toegerust.” (Adviseur risicobeheersing, naar aanleiding van het goedkeuren van het dekkingsplan door de Inspectie V&J.) 4. Verantwoording De crisisorganisatie en de afzonderlijke partners daarin worden doorgaans beoordeeld op basis van de input, zoals opkomsttijden. De VRD stelt zich liever de vraag: wanneer hebben we het goed gedaan? De VRD werkt voor een veilige samenleving en zoekt daarom de goedkeuring van de inwoners, bezoekers en bedrijven in Drenthe. Dit vraagt om de eerder genoemde open houding maar ook een andere wijze van evalueren. Ook wil de VRD inwoners en bezoekers van Drenthe stimuleren om elkaar aan te spreken op hun verantwoordelijkheid.
“Het moet logisch worden dat we elkaar helpen.” (Inwoner van de gemeente Coevorden)
VAN VISIE NAAR DOEN De beleidslijnen geven de richting aan. Om invulling te geven aan die richting zijn ook concrete doelen nodig. Deze doelen helpen ons ook scherp te houden wie we zijn, wat we doen en waarom we dat doen.
DOEL
MIDDEL
BELEIDSLIJN
In 2018 hebben inwoners van Drenthe een meer realistisch beeld van risico’s, in combinatie met eigen gedrag en verwachtingen ten aanzien van de overheid.
In 2018 zijn de werkwijzen van de Drentse crisisorganisatie en haar partners geborgd binnen kaders en afspraken, op lokaal, regionaal en landelijk niveau.
In 2018 is het niveau van veiligheid in Drenthe minstens gelijk aan dat in 2014.
In 2018 is het niveau van dienstverlening door diensten binnen de VRD minstens gelijk aan het niveau zoals gemeten in 2013.
Het opleidingsen oefenprogramma is gericht op persoonlijk vakmanschap.
We maken gebruik van de kennis en kunde binnen de organisaties binnen de VRD en daarbuiten.
Allereerst meten we het gevoel van veiligheid, gebruik makend van de inwoners van Drenthe zelf.
We werken vanuit sterke kolommen die met elkaar in verbinding staan.
We delen kennis onderling en bundelen die kennis in plannen die ons helpen ons werk goed te doen.
Er is continu afstemming met ministeries en buurregio’s en partners over ontwikkelingen en mogelijkheden tot ontwikkeling.
De koers en de keuzes daarachter worden getoetst bij de bestuurslagen via de P&C cyclus.
Door een transparante houding in de evaluatiemethodes aan te nemen toetst de VRD haar beleid en keuzes ook bij de inwoners van Drenthe.
De VRD en haar partners communiceren met de inwoners over het voorkomen van incidenten, het beperken van schade en het weten wat te doen bij incidenten.
De VRD en haar partners adviseren pro-actief over risico’s bij nieuwe plannen in het kader van ruimtelijke ordening, evenementen of andere veiligheidsthema’s.
Vakmanschap
Verbinding, Vakmanschap
Verbinding, Vertrouwen
Verbinding, Vertrouwen
Verbinding, Vertrouwen, Vakmanschap
Vertrouwen, Verantwoording
Vertrouwen, Verantwoording, Verbinding
Vertrouwen, Verantwoording, Verbinding
Verbinding, Vertrouwen
Vakmanschap, Vertrouwen
12
13
In 2018 is een methodiek ontwikkeld en beproefd om de kwaliteit van dienstverlening te meten naar de verwachtingen van inwoners
In 2018 werken de partners binnen en buiten de crisismanagementorganisatie effectief met elkaar samen en kennen ze elkaars verantwoordelijkheden en vakkennis.
Verantwoording
Verbinding
2. DE AANLOOP De richting voor het beleid vloeit deels voort uit keuzes die in de eerdere periodes zijn gemaakt. In dit hoofdstuk geven wij een korte terugblik op de periode 2009 – 2014. De vorming van de Veiligheidsregio In 2009 startte de Veiligheidsregio Drenthe (VRD). De uitvoeringsorganisatie hiervan was de Hulpverleningsdienst Drenthe. In 2010 begonnen wij met de vorming van een nieuwe crisisorganisatie die past bij de capaciteit en werkwijze van Drenthe. Kernwaarden van deze crisisorganisatie zijn effectief en efficiënt. Na de vorming van de VRD, de Hulpverleningsdienst Drenthe en de nieuwe crisisorganisatie is gewerkt aan een beleidsplan voor de periode 2011 – 2014. Het beleidsplan had drie delen: crisisbeheersing, Brandweer Drenthe en GHOR. De destijds ingezette koers zetten we voort in de komende jaren, met een focus op vier beleidslijnen: • Verbinding • Vakmanschap • Vertrouwen • Verantwoording
VERTROUWEN. 14
15
Regionalisering In 2011 heeft het bestuur van de Veiligheidsregio Drenthe besloten om de brandweerzorg in Drenthe per 1 januari 2014 te regionaliseren. Er werd al intensief samengewerkt door de verschillende korpsen in de regio en met de regionalisering wilde het bestuur dit een impuls geven. Uitgangspunt was om zo dicht mogelijk bij de eigen organisaties te blijven. Voor de gemeenten moest de regionalisering budgettair neutraal verlopen. Aan de nieuwe organisatie VRD is een taakstelling meegegeven. Deze taakstelling wordt ingevuld in samenspraak met alle medewerkers van de VRD. Tegelijk is gestart met een reis naar een nieuwe, toekomstbestendige organisatie die we gaan vormgeven in deze beleidsperiode.
3. DE AFZET Het beleid wordt ook bepaald door actuele ontwikkelingen in de organisatie en in de samenleving. In dit hoofdstuk beschrijven wij kort de meest opvallende trends die invloed op het werk van de VRD kunnen hebben. De omgeving van de Veiligheidsregio Drenthe De samenleving is in beweging. We zien een verandering van zorgstaat naar meer een participatiemaatschappij, waarin individuen zich verbinden in een netwerk. De afwachtende burger wordt meer een kritische consument die weet wat hij wil en waar dat valt te halen. De overheid (en de overheidsdiensten) haakt daar langzaam op in. We stellen ons de vraag waar we het voor doen, wat we moeten leveren en wat we kunnen leveren. We willen minder regels, een kleinere overheid en meer accent op de eigen verantwoordelijkheden. Dit botst met de oude cultuur die nog deels in stand is: een cultuur van controle en van systeem- en proces denken. De maatschappij in ontwikkeling De overheid heeft te maken me een omgeving in ontwikkeling. Een aantal aspecten raken ook het veiligheidsveld. Een voorbeeld hiervan is dat de visie op vrijwilligheid (vanuit de brandweer) verandert. • In Drenthe zijn er verschillen tussen gebieden waarin het inwoneraantal stijgt en verjongt en zogenaamde krimpgebieden. • Het vertrouwen in de traditionele politieke partijen verschuift naar nieuwe partijen, die zich richten op lokale thema’s of enkele issues (zoals ouderen, dieren of milieu). Dit kan een signaal zijn dat burgers vragen om een andere overheid, die meer in verbinding staat met de samenleving. • Er ontstaat een nieuwe economie die meer door de burgers zelf gedreven wordt. Het vertrouwen in grote aanbieders is aan het verdwijnen; eigen initiatief en
eigen verantwoordelijkheid nemen een belangrijke plaats in. Deze vermaatschappelijking vindt ook plaats in de zorg en op het gebied van veiligheid. • Gemeenten kunnen hun inwoners steeds gemakkelijker aanspreken op hun verantwoordelijkheden, omdat dit door vermaatschappelijking sneller wordt geaccepteerd. • Burgers krijgen steeds meer toegang tot geavanceerde techniek wat hen in staat stelt om zonder overheid zaken op te pakken op het gebied van (onder andere) veiligheid. • Organisatie(s), ook van gemeenten en de gemeenschappelijke regelingen, zijn in ontwikkeling. Door specialisatie krijgt vakmanschap meer ruimte. Dit vraagt om een nieuwe vorm van leiderschap. • Aan burgers wordt meer gevraagd als gevolg van veranderingen in de zorg, en tegelijk worden zij meer zelfredzaam. Dit vraagt om maatwerk. • Mensen moeten hun schaarse tijd verdelen tussen werk, gezin en vrijwilligerswerk; en deze drie vragen ook steeds meer.
HET NETWERK IS ALS VOLGT OPGEBOUWD: VOOR WIE
Bedrijven en organisaties in Drenthe als werkgever Bedrijven en organisaties als leverancier (winkels, diensten) Maatschappelijke organisaties (sport, welzijn, kunst)
MET WIE
De 12 Drentse gemeenten Politie GGD Bestuurlijke partners Partners waarmee een convenant is gesloten
Het werkveld De VRD is een organisatie waarbinnen professionals samenwerken aan verschillende thema’s. Ook is de VRD een complex netwerk van organisaties die samenwerken op het gebied van crisisbeheersing. Daaromheen zijn er vele partijen waar de VRD mee samenwerkt of die invloed hebben op het werk.
16
Inwoners (en bezoekers) van Drenthe
Partners waarmee (incidenteel) wordt samengewerkt Partners met wettelijke taken of bevoegdheden binnen het werkveld Partners waarmee afspraken zijn gemaakt ‘voor het geval dat’
17
4. DE TRAINING Dit hoofdstuk bevat het beleidsplan multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. Historisch kader De werkgroep MOTO heeft in de periode 2009-2014 vooral gewerkt aan de implementatie van de crisisorganisatie in Drenthe. Waar in de eerste fase de aandacht vooral uitging naar oefeningen waarin de gehele hoofdstructuur werd betrokken, zijn in de laatste jaren ook veel op functie gerichte opleidingen en trainingen aan het programma toegevoegd. Ontwikkelingen BOVENREGIONALE SAMENWERKING Landelijk zijn er ontwikkelingen op het gebied van crisismanagement. Sinds de vuurwerkramp in Enschede is er meer aandacht voor opgeschaalde hulpverlening. De laatste grote crises (de vliegtuigcrash op Schiphol en de industriebrand in Moerdijk) gaven een impuls aan twee ontwikkellijnen, zelfredzaamheid en bovenregionale samenwerking. Vooral op dat laatste wordt vanuit de Rijksoverheid aangedrongen. Onder andere het project Bovenregionale samenwerking (Eenheid in verscheidenheid) is hier een gevolg van. CENTRALISATIE Ook speelt de vorming van de Nationale politie, de vorming van een Landelijke Meldkamer Organisatie en verregaande samenwerking tussen regio’s en andere partners een grote rol voor de crisismanagementorganisatie in Drenthe. KWALITEIT TOETSEN Een andere ontwikkeling is een vraag die zich op meerdere plekken aandient: hoe tonen wij de kwaliteit van onze hulpverlening? Evaluaties richten zich vaak op meetbare gegevens die niet aansluiten op hoe de hulpverlening uiteindelijk is ervaren.
VERANTWOORDE ZORG Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s wordt van de partners van de GHOR verwacht dat zij “verantwoorde zorg onder alle (lees: ook ramp) omstandigheden” levert. Dat betekent dat de partners , anders dan voorheen, zelf verantwoordelijk zijn voor de preparatie op opgeschaalde zorg/grootschalige zorg. Voor de GHOR betekent dit een andere benadering van haar ketenpartners.
Activiteitengericht MOTO is een uitvoeringsorganisatie. De activiteiten worden getoetst aan het vastgestelde beleid, zoals onder andere in dit plan verwoord. De activiteiten van MOTO richten zich op: • Kennis verspreiden, • Competenties ontwikkelen, • Ervaring (laten) opdoen, • Toetsing.
Leerpunten uit evaluaties VERBETEREN VAN DE CRISISORGANISATIE In evaluaties van trainingen, oefeningen en werkelijke incidenten zien we dat de structuur zoals die in Drenthe is vormgegeven voor een groot deel goed werkt. Dit betekent dat wat betreft alarmering, opkomsttijden en informatiemanagement de structuur een voldoende platform biedt om te kunnen functioneren. Waar wij nog verbetering kunnen laten zien is op het niveau van vakmanschap en onderlinge samenwerking tussen de overheids- en hulpdiensten onderling en met de overige partners (waaronder burgers).
Wat willen we bereiken? Ook binnen MOTO werken wij volgens de vier beleidslijnen.
VERBETEREN VAN HET AANBOD Het aanbod van MOTO is vormgegeven vanuit twee uitgangspunten: hoe doen we het effectiever en efficiënter (wat betreft opleiden en oefenen) en realistisch oefenen. Voor beide thema’s geldt dat we het aanbod specifiek toespitsen op de behoefte van de ontvanger. Deze uitgangspunten worden in de komende periode verder ontwikkeld.
VERBINDING: de crisisorganisatie staat in verbinding onderling en met de buitenwereld. De mensen binnen de crisisorganisatie kennen elkaars verantwoordelijkheden en mogelijkheden, zodat we gebruik kunnen maken van elkaars kracht. VAKMANSCHAP: de crisisorganisatie bestaat uit kleine teams waarin bekwame mensen met elkaar werken. Bekwaam betekent dat mensen de potentie hebben om te groeien in hun rol; we verwachten niet dat iedereen van de meet af competent is. VERTROUWEN: de crisisorganisatie werkt vanuit een aanvullende of faciliterende overheid. We bieden die hulp die nodig is en aanvullend is op dat wat burgers al doen.
SLUITEN VAN DE LEERCYCLUS Voor de komende periode is de uitdaging om de leercyclus (doelen stellen, activiteiten ontwikkelen en uitvoeren en evalueren) sluitend te maken. Dit geldt voor organisaties en voor individuen.
18
VERANTWOORDEN: we weten wat we kunnen en moeten doen en leveren kwaliteit. Die kwaliteit wordt afgezet tegen de verwachtingen van de burger van onze dienstverlening.
19
5. BIJLAGEN De Wet Veiligheidsregio’s schrijft voor dat een beleidsvisie een aantal elementen moet bevatten. In dit hoofdstuk zijn die elementen opgenomen of wordt met een korte inleiding verwezen naar de website van de VRD. 5a: Beoogde operationele prestaties van VRD-diensten, politie en gemeenten DE OPERATIONELE HOOFDSTRUCTUUR: • Eén situatie GRIP 1 of hoger tegelijkertijd; • Voortzetting van de coördinatie en commandovoering gedurende 48 uur; • Aflossing en bijstand voor en door aangrenzende regio’s. DE BRANDWEER: • Gegarandeerde basisbrandweerzorg conform het dekkingsplan; • Het bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen; • Adequate afhandeling van incident met opschalingsniveau ‘zeer grote brand’ • Twee meetploegen, tegelijkertijd in te zetten gedurende in ieder geval acht uur; • Eén backoffice brandweer gedurende maximaal 48 uur; • Aflossing en bijstand voor en door aangrenzende regio’s. DE GHOR: • Direct spoedeisende geneeskundige hulpverlening van maximaal twintig zwaargewonden en tien lichtgewonden bij acute scenario’s; • Gecoördineerde grootschalige inzet voor spoedeisende medische hulpverlening, publieke openbare gezondheidszorg/psychosociale hulpverlening bij grotere ongevalscenario’s en/of gezondheidsdreigingen van maximaal 40 zwaargewonden en 40 lichtgewonden; • Eén backoffice GHOR gedurende maximaal 48 uur; Aflossing en bijstand voor en door aangrenzende regio’s.
VERANTWOORDING. 20
21
DE GEMEENTEN: • Twee teams bevolkingszorg tegelijkertijd gedurende 12 uur of één team bevolkingszorg gedurende 24 uur; • Een coördinerend gemeentesecretaris gedurende 48 uur; • Aflossing en bijstand voor en door aangrenzende regio’s. DE POLITIE: • Voldoende personeel voor maximaal twee kleinschalige ontruimingen tegelijkertijd; • Voldoende personeel voor maximaal twee afzettingen/ afschermingen bij enig middelincident tegelijkertijd; • Eén backoffice politie gedurende maximaal 48 uur; het afhandelen van één incident buiten de reguliere werkzaamheden gedurende maximaal 48 uur. 5b: Uitwerking landelijke doelstellingen De minister van Veiligheid en Justitie heeft de professionalisering en harmonisering van de crisiscommunicatie vastgesteld als landelijke doelstelling. De Veiligheidsregio Drenthe levert hier een actieve bijdrage aan door sleutelfunctionarissen binnen de crisiscommunicatie aan te stellen, op te leiden en te betrekken bij verdere beleidsvorming. 5c: Informatieparagraaf Het informatiemanagement wordt georganiseerd vanuit de visie dat het de eigen kracht van de samenleving en betrokken partners in het netwerk van de crisisorganisatie moet ondersteunen en versterken. Deze visie wordt langs de twee hoofdlijnen vorm gegeven: Informatie in het netwerk van de crisisorganisatie wordt zo aangeboden aan de samenleving dat het de mogelijkheden tot zelfredzaamheid en burgerhulp vergroot. Dat betekent dat in eerste plaats deze informatie in de crisisorganisatie wordt vergaard, gedeeld en beheerd.
Eigen kracht van de organisaties komt tot uiting wanneer zij als ‘één’ crisisorganisatie ononderbroken en afgestemd op elkaar hulp verlenen, de maatschappij informeren en duiden. Voor het informatiemanagement betekent dit dat alle betrokkenen in het netwerk voorzien in de wederzijdse informatiebehoefte. 5d: Regionaal risicoprofiel Het regionaal risicoprofiel is een gezamenlijke inspanning van een groep multidisciplinaire partners in een veiligheidsregio. Het regionaal risicoprofiel biedt inzicht in de waarschijnlijkheid en impact van risico’s binnen het verzorgingsgebied evenals de capaciteiten om risico’s te voorkomen of te bestrijden. Dit inzicht kan mede een basis vormen voor beleidskeuzen in de beleidsvisie. De beleidskeuzen in de beleidsvisie bepalen mede de koers voor risicobeheersing en crisisbeheersing in de opvolgende periode. 5e: Beschrijving niet-wettelijke adviesfunctie VRD vervult voor crisisbeheersing geen niet-wettelijk omschreven adviesrol. Uit planvorming en evaluaties van oefeningen en incidenten kunnen gevraagd en ongevraagd aanbevelingen en adviezen volgen. Gemeenten en andere partners kunnen altijd advies vragen. 5f: Opkomsttijden brandweer De opkomsttijden van de brandweer zijn vastgelegd in het regionaal dekkingsplan Brandweer Drenthe dat in januari 2014 is goedgekeurd. Dit dekkingsplan gaat uit van de ‘klant’ en wat die kan verwachten van Brandweer Drenthe. Dit document is te vinden op de website www. VRD.nl.
Colofon 2015, Veiligheidsregio Drenthe Tekst: Veiligheidsregio Drenthe Vormgeving: Cathleen van den Akker Fotografie: Tiepes Fotografische Vormgeving
22
23
Begroting 2016
Inhoud Inleiding
Bedrijfsvoering 20
Leeswijzer
4
BRANDWEERZORG
5
Risicobeheersing Operationele voorbereiding Vakbekwaamheid
Wat willen we bereiken?
20
Processen en taken anders inrichten
20
Hoe bereiken we ons doel?
20
5
Herinrichten bedrijfsvoeringsprocessen
20
8
Speerpunten 2016
20
9
Personeel 22
Techniek en logistiek
11
Investeringen 24
Operationele informatievoorziening
12
Incidentbestrijding
13
Paragrafen 26
Totaal overzicht programma Brandweerzorg 15
Weerstandsvermogen en risicobeheersing 26 Financiering
27
Multidisciplinaire Veiligheid
16
Kasgeldlimiet
29
Wat willen we bereiken?
16
Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld
29
Hoe willen we dat bereiken?
16
Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) 30
Speerpunten 2016
17
Verbonden Partijen
32
Algemene dekkingsmiddelen en GHOR 18 Wat willen we bereiken?
18
Hoe voeren we het beleid uit?
18
Speerpunten 2016
19
Paapje
2
mutaties reserves
33
Financiële Begroting
36
Inleiding De begroting 2016 is tot stand gekomen door de begroting 2015 aan te passen aan de kaders die vanuit de gemeenten zijn meegegeven. Hiertoe kwam het algemeen bestuur op 18 februari 2015 bijeen. Daadkrachtig en betrokken Voor u ligt de begroting 2016 deze is tot stand gekomen zoals onze missie verwoord “daadkrachtig en betrokken”. Daadkrachtig als het gaat om de uitvoering van de opdracht om de taakstelling vorm te geven. Betrokkenheid als het gaat om de medewerkers van de veiligheidsregio Drenthe; 700 vrijwilligers en 218 vaste krachten die nauw betrokken zijn bij de organisatie en de missie dagelijks waarmaken Taakstellingen 2014/2015 De taakstellingen van voorgaande jaren zijn voornamelijk uitgevoerd in het primaire proces. Enkele voorbeelden hiervan zijn: - slimme inzet van mensen en middelen - minder maar hoogwaardiger oefenen - minder alarmeringen bij automatisch brandalarm - personeel door geheel Drenthe inzetten op hun specialisme - minder inhuur van externen - meer zelf uitvoeren - enzovoort. Taakstelling 2016: doorontwikkeling organisatie In 2016 wordt de taakstelling gevonden in de organisatie doorontwikkeling. Vacatures die door natuurlijk verloop ontstaan, worden niet meer ingevuld. De organisatieontwikkeling zal in het teken staan van verdere investering in menselijk talent en innovatieve bedrijfsoplossingen. Door de waarden vakmanschap, vertrouwen, verbinding en de ideeën van onze medewerkers te combineren met innovatieve werkwijzen kunnen we zorgen voor een substantiële besparing in de overhead van onze organisatie. Hiermee zorgen wij er ook voor dat we niet verder hoeven te besparen in het primaire proces. Belangrijkste opgaven voor 2016 - Het crisismanagement wordt aangepast op de evaluatiegegevens van 2014. Er starten pilots met kleinere teams, die beter oefenen en hogere kwaliteit bereiken. - De GHOR zet verder in op verbinden van netwerkpartijen en sluit dus nog meer aan bij hun dagelijkse werk. - Risicobeheersing stuurt op bewustwording, voorlichting op scholen en instellingen en het aanbrengen van rookmelders. De balans tussen preventie en repressie moet en kan nog beter door (onder andere) de inzet van brandonderzoek. - Operationele voorbereiding en Incidentbestrijding zetten in op efficiëntie, veilig optreden en verbinding in de samenleving. Maar ook op bovenregionale samenwerking. - De ondersteunende afdelingen wijzigen processen zodat zij meer ondersteunend worden aan het primaire proces. Efficiënter werken, kortere lijnen, minder regels, minder controle, maar wel meer talentontwikkeling en mobiliteit. - Er komt in 2016 een nieuwe verdeelsleutel voor de bijdrage van de gemeenten voor het brandweerdeel. Nieuw evenwicht De taakstellingen zijn in 2014 en 2015 voortvarend opgepakt en dankzij de betrokkenheid van alle medewerkers ook daadwerkelijk ingevuld. Een nieuwe organisatie heeft echter ook tijd nodig om evenwicht te vinden tussen de inhoudelijke opgave, het organiseren daarvan en de inzet van de daarvoor benodigde financiële middelen. De organisatie gaat werken met zelforganiserende teams, die werken met heldere opdrachten en kaders. Het vinden van nieuw evenwicht geldt dus niet alleen voor de begroting en rekening. Ook in de relatie tussen gemeenten en Gemeenschappelijke Regeling. En niet op zijn minst voor alle betrokken medewerkers van Veiligheidsregio Drenthe: 700 vrijwilligers en 218 vaste krachten die nauw betrokken zijn bij de organisatie en de missie dagelijks waarmaken: ‘daadkrachtig en betrokken’.
Fred Heerink Directeur
4 3
Leeswijzer De beleidsbegroting kent programma’s en paragrafen. Drie programma’s De VRD kent drie programma’s: - Brandweerzorg (Hoofdstuk 1) - Multidisciplinaire veiligheid (Hoofdstuk 2) - GHOR (Hoofdstuk 3) Brandweerzorg heeft programmaonderdelen Het programma Brandweerzorg kent programmaonderdelen, omdat dit programma bestaat uit meerdere beleidsvelden. In de programmaonderdelen wordt beschreven: - wat het doel is; - de wijze waarop het doel moet worden bereikt; - wat de speerpunten voor 2016 zijn; - wat het mag kosten. Paragrafen De uitgaven voor personeel, bedrijfsvoering en kapitaallasten worden behandeld in de paragrafen en (vooralsnog) niet doorbelast naar de programma’s. Mede op grond van het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ (BBV) kent de VRD de volgende paragrafen: - Bedrijfsvoering (Hoofdstuk 4) - Personeel (Hoofdstuk 5) - Investeringen (Hoofdstuk 6) - Weerstandsvermogen en risicobeheersing (Hoofdstuk 7) - Financiering (Hoofdstuk 8) - Verbonden partijen (Hoofdstuk 9) Dekking van programma’s en paragrafen De dekking voor de uitgaven van de programma’s en paragrafen zijn opgenomen in het overzicht algemene dekkingsmiddelen en het overzicht met mutaties in de reserves (Hoofdstuk 10).
4
Brandweerzorg gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Hierbij richten we ons op een brede doelgroep, van burger tot bestuur. De programma’s ‘Brandveilig leven’ en ‘Brandveiligheid in de zorg’ worden verder in de regio uitgerold.
De programmaonderdelen van Brandweerzorg zijn: - Risicobeheersing - Operationele voorbereiding • Techniek en logistiek • Vakbekwaamheid • Operationele informatievoorziening - Incidentbestrijding
Hoe voeren we het beleid uit? Brandveilig Leven wordt themagericht uitgevoerd Brandveilig Leven omvat activiteiten die tot doel hebben de fysieke en sociale veiligheid van verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Burgers, bedrijven en instellingen hebben daarbij een duidelijke eigen verantwoordelijkheid. De brandweer heeft de rol van adviseur en stimulator en zoekt proactief de samenwerking met andere partners (onderwijsinstellingen, zorginstellingen, woningcorporaties) om het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen te vergroten en de kans op incidenten te verkleinen. In Drenthe is bij Risicobeheersing begonnen met het regionaal werken in thema’s. Het onderwerp brandveilig leven komt in alle thema’s terug.
Risicobeheersing
Het team Risicobeheersing richt zich vooral op het voorkomen van branden en ongevallen en het vergroten van het (brand)veiligheidsbewustzijn van burgers en ondernemers. Wat we willen bereiken? Verder investeren in bewustwording Burgers blijken tijdens incidenten over het algemeen zelfredzaam te zijn. Wel hebben zij bij incidenten mogelijk specialistische hulp nodig. Ook voor het herkennen en beperken van risico’s is ondersteuning gewenst. De verschillende overheidsdiensten (zoals gemeenten, brandweer en politie) hebben ieder hun eigen vaardigheden en kennis, beschikken over technische hulpmiddelen en over specifieke bevoegdheden. Burgers en overheid zijn hierdoor samen in staat om incidenten te voorkomen of de schade bij een incident zoveel mogelijk te beperken.
Toezicht brandveiligheid Hieronder valt het uitvoeren van toezicht op brandveiligheid bij objecten en evenementen. Dit wordt in de thema’s uitgevoerd en worden regionaal afspraken over gemaakt. Advisering en vergunningverlening (wettelijke taak) De brandweer is de specialist op het gebied van (brand) veiligheid en heeft vooral de rol van regisseur en adviseur. Het team Risicobeheersing adviseert aan het bevoegd gezag over de omgevingsvergunning op bouw, milieu, gebruik en evenementen, met betrekking tot brandveiligheid. Daarnaast adviseert het team Risicobeheersing op het gebied van ruimtelijke ordening.
Het is de uitdaging om samen met de burgers een antwoord te vinden op de volgende vragen: - Wat moeten wij u bieden? - Welk niveau van dienstverlening verwacht u van ons? - Wat draagt u zelf bij? We blijven investeren in bewustwording van het totale concept van (brand-)veiligheid zodat er een betere balans tussen preventie en repressie ontstaat. We maken de samenleving bewust van de risico’s en de
5
Externe Veiligheid (wettelijke taak) Externe veiligheid is momenteel vervat in diverse besluiten en regelingen. In 2014 is het basisnet vastgesteld. Eveneens zijn dat jaar ook ‘mijnbouwlocaties’ (gaswinlocaties) onder externe veiligheid regelgeving komen te vallen. Een bijzondere toevoeging is de samenwerking met regio Groningen, in het kader van BRZO (Besluit risico’s zware ongevallen) taken. Daarnaast heeft de brandweer een wettelijke adviestaak op het Vuurwerkbesluit.
Natuurbrandbeheersing en zelfredzaamheid Natuurbrandbeheersing kenmerkt zich door een nauwe samenhang tussen alle schakels van de veiligheidsketen en intensieve samenwerking met andere partners in natuurgebieden. Voor Risicobeheersing ligt de nadruk op het: - inzichtelijk maken van risico’s in natuurgebie- den; - afspreken van preventieve maatregelen met ter reinbeheerders en bevoegd gezag; - stimuleren van zelfredzaamheid en veiligheids bewustzijn bij bewoners, bezoekers en gebruikers van natuurgebieden, als onderdeel van Brandveilig Leven.
Brandveiligheid in de zorg samenvoegen met GNBB Het project brandveiligheid in de zorg heeft als doel om het brandveiligheidsniveau bij zorginstellingen op een hoger niveau te brengen, door te investeren in veiligheidsbewustzijn. Dit project heeft veel raakvlakken met het project ‘Geen Nood bij Brand’ (GNBB). GNBB heeft als einddoel om attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid te vergroten bij cliënten, medewerkers en bestuurders van zorginstellingen. Kortom: van regelgericht naar risicobewust. Door brandveiligheid in de zorg en GNBB samen te voegen tot één structurele (werk)methodiek kunnen processen en tools zoals scenariodenken en het masterplan brandveiligheid worden doorontwikkeld tot een krachtig instrument voor integrale (brand)veiligheid. Brandveiligheid in de zorg en dekkingsplan Het op 18 december 2014 vastgestelde dekkingsplan heeft de prioriteit verlegd naar die zorginstanties waarvoor een opkomsttijd geldt van meer dan 15 minuten. Onderzoek heeft uitgewezen dat het hierbij gaat om 15 zorgobjecten. Bij de vaststelling van het dekkingsplan is afgesproken dat voor 1 januari 2016 bij deze zorgobjecten het project Brandveiligheid in de zorg is doorlopen. De verwachting is dat deze planning wordt gehaald.
6
Speerpunten 2016 - uniformeren van beleidsregels en werkprocessen voor alle 12 gemeenten - advisering rond bouw-, milieu- en gebruiksaan vragen - advisering fysieke veiligheid richting bevoegd gezag op structuurvisies, ruimtelijke plannen, Externe Veiligheid, (provinciale) milieuprogramma’s, maar ook naar burgers en ondernemers - Brandveiligheid in de zorg en project Geen Nood Bij Brand samenvoegen tot een structurele werkmethodiek genaamd GNBBD - kennisontwikkeling/-deling door gerichte deelname aan seminars/cursussen/opleiding en specialistische vakgroepen van Brandweer Nederland
- onderhouden van netwerken (gemeente, provincie, Rijksoverheid/ministerie, Brandweer Nederland, ondernemers, industrie, Erkende Overleg Partners) - advisering bij grootschalige (infrastructurele) projecten - doorontwikkeling organisatie toepassen op risicobeheersing - opstarten team brandonderzoek (TBO) met de 3 Noordelijke regio’s - gebruik maken van één zaaksysteem RB/VRD in plaats van verschillende gemeentelijke applicaties voor het administratief verwerken van de VTH taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) en aanslui ten bij ontwikkelingen RUD
Wat mag het kosten?
Risicobeheersing
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
-210.033
-154.327
64.539
-207.616
-143.077
-143.077
-143.077
-143.077
7
Operationele Voorbereiding Operationele voorbereiding betreft alle activiteiten ter voorbereiding op het daadwerkelijke operationele optreden. Hieronder vallen de teams: - Vakbekwaamheid - Techniek en logistiek - Operationele informatievoorziening De primaire doelstelling is het leveren van producten en diensten die de uitvoering van de repressieve brandweerwerkzaamheden versterken of ondersteunen.
8
Vakbekwaamheid
Vakbekwaamheid is de voorbereiding van het brandweerpersoneel op het daadwerkelijke operationele en repressieve optreden. Effectief, vakkundig en veilig repressief optreden is alleen mogelijk als het brandweerpersoneel goed is opgeleid en geoefend.
De interne processen worden verder op elkaar afgestemd. De gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt genomen om onze manschappen, bevelvoerders, officieren en specialistische functies vakbekwaam te laten worden en blijven.
Wat we willen bereiken? We willen bereiken dat onze medewerkers goed zijn opgeleid, geoefend en getraind voor de taken waar ze voor staan.
De Wet veiligheidsregio’s en de Arbowet zijn de basis voor het stellen van kwaliteitseisen aan de brandweer, ook op het gebied van opleiden en oefenen. De uitwerking van de Wet veiligheidsregio’s is vastgesteld in het Besluit personeel veiligheidsregio’s (BPV). Het BPV is de basis voor normen voor vakbekwaam blijven, die vanuit het project ‘Versterkingsplan Brandweeronderwijs’ worden vastgesteld en vervolgens vertaald binnen de veiligheidsregio.
Hoe voeren we het beleid uit? In 2015 wordt een nieuw plan opgesteld voor de oefencyclus september 2015 - december 2016. Basis voor het nieuwe beleid zijn bezuinigingsvoorstellen volgend uit de taakstelling en de projecten uit het ‘Versterkingsplan Brandweeronderwijs’. Ook de nieuwe werkwijze ‘Oefenen op maat’ maakt onderdeel uit van het beleid, waarbij oefeningen vraaggericht worden aangeboden.
9
Speerpunten voor 2016 - gezamenlijk binnen de regio en binnen het samenwerkingsverband 3Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) oefeningen voorbereiden en uitvoeren - implementatie ‘Versterkingsplan Brandweeronderwijs’: belangrijkste projecten zijn ‘Normen voor vakbekwaam blijven’ en de oprichting van een landelijk opleidingsinstituut (Brandweeracademie 2.0) - ‘Oefenen op maat’ grotendeels implementeren - team Vakbekwaamheid is vorm gegeven - naast de 0-metingen voor bevelvoerders en officieren krijgen de ‘ben je er klaar voor momenten’ voor man schappen een vervolg
Vakbekwaamheid
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
1.864.918
2.086.403
1.863.935
-17.032
1.846.903
1.846.903
1.846.903
1.846.903
10
Techniek en logistiek
Techniek en logistiek zorgt ervoor dat het materiaal en materieel dat gebruikt wordt door Incidentbestrijding beschikbaar is en overeenkomstig de landelijke en Drentse eisen, normen en richtlijnen kan worden gebruikt. Wat we willen bereiken? We willen bereiken dat ons repressieve personeel beschikt over voldoende materieel en materiaal, dat geschikt is om het werk goed uit te voeren. En dat zo kostenefficiënt mogelijk.
Speerpunten 2016 - doorontwikkeling organisatie toepassen op team Techniek en logistiek - eenduidigheid en gezamenlijke afstemming op het gebied van onderhoud en inkoop van materieel en materiaal - het verder implementeren van een materieel beheerssysteem - uitvoering geven aan de investeringsplanning
Hoe voeren we het beleid uit? Eén van de beleidsmatige uitgangspunten is dat de risico-inventarisatie van het gebied bepalend is voor het benodigde materieel in het gebied. Bepalend hiervoor zijn onder andere: - aanwezige bedrijven; - mate van industrie en natuur; - de hoogte van gebouwen; - historische binnenstad; - weg-, spoor- en watervervoer. Conform (landelijke) normen, richtlijnen en afspraken wordt het materieel en materiaal vervangen, gekeurd en onderhouden.
Wat mag het kosten?
Techniek en Logistiek
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
1.723.216
1.590.800
1.598.372
-112.835
1.485.537
1.427.457
1.427.457
1.427.457
11
Operationele informatievoorziening
Speerpunten voor 2016 - verder bouwen aan het team Operationele informatievoorziening - werken aan een vraaggestuurd presentatiesy steem voor uitrukkende basiseenheden - het structurele beheer van inhoudelijke informatie (versiebeheer, eigenaarschap, reviseren) borgen in de organisatie
Operationele informatievoorziening is het werkgebied waarbij (digitale) informatie, benodigd voor het optreden van de brandweer bij incidenten, op een effectieve manier voorhanden is. Wat we willen bereiken? We willen bereiken dat onze medewerkers op het juiste moment kunnen beschikken over actuele informatie voor de taken waar ze voor staan. Dit geldt voor zowel de koude (risicobeheersing), warme (incidentbestrijding), als crisismanagementorganisatie.
Wat mag het kosten? Het vakgebied OIV beschikt niet over een zelfstandig budget. De financiën voor dit werkveld zijn onderdeel van meerdere budgetten, verdeeld over Incidentbestrijding, Risicobeheersing, Techniek en Logistiek en ICT.
Hoe voeren we het beleid uit? Operationele informatievoorziening (OIV) heeft in 2015 een nieuwe start gemaakt. Daarom is er in 2015 een visie vastgesteld waarin het systeem (Informatiehuis) is gedefinieerd. In 2016 wordt dit stapsgewijs ingevoerd. Het doel is om centraal de benodigde data op te slaan waardoor alle gebruikers kunnen beschikken over dezelfde actuele gegevens. De wijze van ontsluiten wordt afhankelijk van het type gebruiker. Zo zal Risicobeheersing meer planmatig gebruik maken van kaartmateriaal, onder andere voor natuurbrandbeheersing. De repressieve eenheden krijgen de objectinformatie (digitaal) aangereikt op het moment dat daar naar toe wordt uitgerukt. Dit alles passend binnen het algemene ICT beleid van de VRD. Het team OIV heeft een aantal deelteams ingericht die daaraan werken.
12
Incidentbestrijding Hoe voeren we het beleid uit? In het onderdeel Incidentbestrijding werken basiseenheden en verschillende specialismen samen aan brandbestrijding, hulpverlening, rampenbestrijding en crisismanagement. Dit gebeurt op basis van een 24/7 paraatheid. Hiervoor staan de volgende onderwerpen centraal: - korte lijnen - directe afstemming - intensieve samenwerking - daadkracht - effectieve en efficiënte inzet van mensen en middelen - heldere bevoegdheden - minder bureaucratie - onderlinge verbinding
Het onderdeel Incidentbestrijding speelt een herkenbare rol wanneer branden en ongevallen zich voordoen. Het basisniveau waaraan incidentbestrijding moet voldoen is vastgelegd in de wet door middel van vereisten aan de basisbrandweerzorg en de opkomsttijden van eenheden. De kwaliteitseisen zorgen voor uniformiteit, dus uitwisselbaarheid tussen de basiseenheden incidentbestrijding. Daarnaast maken ze de prestaties van het onderdeel Incidentbestrijding inzichtelijk. Incidentbestrijding heeft tot taak: - het beperken en bestrijden van brand; - het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; - het beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen, het waarschuwen van de bevolking, het verkennen van gevaarlijke stoffen en het ontsmetten; - het uitvoeren van taken in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Wat we willen bereiken? Dat de inwoners van Drenthe kunnen rekenen op een snelle en passende respons als een oproep komt via de MkNN. De post die het snelste ter plaatse kan zijn rukt uit. Dit zorgt ervoor dat we binnen 80% van alle meldingen binnen 15 min met een TS ter plaatse zijn.
13
Speerpunten 2016 - doorontwikkelen door het invoeren van een passende respons op kleinere incidenten, toegespitst op de voorzienbare risico’s binnen het verzorgingsgebied en het modulair kunnen samenstellen van de TS6 op of nabij de plaats incident - in verbinding blijven met de samenleving, onder andere door de verantwoordelijkheid (deels) lager in de organisatie te beleggen, waardoor posten hun eigen afwegingen en keuzes kunnen maken in het behouden van deze verbinding - het borgen van de verbinding tussen lokale samenleving en brandweer(posten) - het bevorderen van de balans tussen preventie en repressie om de samenleving zoveel mogelijk een totaalconcept brandveiligheid te bieden - het verder centraal stellen van vakmanschap: de vakman weet wat nodig is om zijn werkvragen te beantwoorden en wordt hierin gecoacht en ondersteund door de backoffice - verder ontwikkelen van de lerende organisatie: leermomenten en evaluaties dienen breed in de organisatie te worden gedeeld en geïmplementeerd - het borgen van de thema’s arbeidsveiligheid en arbeidshygiëne op zowel planmatig als intrinsiek niveau: de risico’s van het brandweerwerk worden onderkend en er wordt naar gehandeld deze te beperken/voorkomen, waarbij planvorming de medewerkers ondersteunt deze stappen te ondernemen - blijven investeren binnen het netwerk van Brandweer Nederland in het algemeen en omliggende regio’s in het bijzonder: het is van belang dat Incidentbestrijding bijdraagt aan landelijke ontwikkelingen die mede de toekomst van de brandweer Drenthe bepalen - voortbouwend op de huidige Kazerne Volgorde Tabel (KVT) blijven investeren in een brede benadering van brandweerprestaties: naast de opkomsttijd dienen meer prestatie indicatoren te worden ontwikkeld die de kwaliteit van de brandweer bepale
Wat mag het kosten?
Incidentbestrijding
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
4.654.283
4.720.962
4.725.143
-1.250
4.723.893
4.700.303
4.692.870
4.692.870
14
Totaal overzicht programma Brandweerzorg Brandweerzorg
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016 Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
Incidentbestrijding
4.654.283
4.720.962
4.725.143
-1.250
4.723.893
4.700.303
4.692.870
4.692.870
Meldkamer Noord Nederland
894
-
2.317.218
-2.317.218
-
-
-
-
Techniek en Logistiek
1.723.216
1.590.800
1.598.372
-112.835
1.485.537
1.427.457
1.427.457
1.427.457
Risicobeheersing
-210.033
-154.327
64.539
-207.616
-143.077
-143.077
-143.077
-143.077
Vakbekwaamheid
1.864.918
2.086.403
1.863.935
-17.032
1.846.903
1.846.903
1.846.903
1.846.903
Totaal programma
8.033.279
8.243.838
10.569.207
-2.655.951
7.913.256
7.831.586
7.824.153
7.824.153
15
Meerjarenraming
Multidisciplinaire Veiligheid Het Multidisciplinair Veiligheidsbureau is het advies- en uitvoeringsorgaan voor crisisbeheersing in Drenthe. Belangrijke aandachtspunten zijn: - het maken en in stand houden van verbindingen met netwerkpartners; - het continu ontwikkelen van vakmanschap; - via planvorming voorbereiden op crises. Veiligheidsregio Drenthe heeft eind 2014 een evaluatie gehouden van de werking van de crisismanagementorganisatie die in juni 2011 van start ging. Uit die evaluatie kwam een aantal verbeterpunten die in 2015 zijn verwerkt in jaarplannen. Wat willen we bereiken? Veiligheidsregio Drenthe werkt aan effectieve en efficiënte crisisbeheersing. Dat betekent dat de crisisorganisatie adequaat is voorbereid op crises die passen bij het Drentse risicoprofiel. Bij crisisbeheersing zijn naast de hulpdiensten en gemeenten vele andere publieke en private partijen betrokken. Het Multidisciplinair Veiligheidsbureau zorgt voor de verbinding tussen de partners en partijen in crisisbeheersing en voor verbinding met de samenleving, waar het gaat om veiligheid. Het veiligheidsbureau faciliteert de ontwikkeling van vakmanschap en ondersteunt de crisisorganisatie in het maken van praktische plannen en middelen die helpen bij risico- en crisisbeheersing in Drenthe. Het team vertaalt landelijke ontwikkelingen naar Drenthe en adviseert gevraagd en ongevraagd management en bestuurders over crisisbeheersing.
Wat betreft planvorming komt de nadruk te liggen op de wijze waarop plannen worden ontsloten, zodat ze in zowel de koude als warme fase bruikbaar zijn voor de hulpdiensten. Daarnaast wordt de inhoud van rampbestrijdingsplannen op een interactieve wijze (door middel van e-learning) aangeboden aan functionarissen die een rol hebben in de crisismanagementorganisatie. Het veiligheidsbureau ondersteunt de coördinerend gemeentesecretaris op het gebied van crisisbeheersing. Vanuit die rol adviseert en faciliteert het veiligheidsbureau ook de ambtsgroep gemeentesecretarissen en het gemeentelijk netwerk fysieke veiligheid. Informatiemanagement heeft continu de aandacht, wat betreft het verbeteren en verfijnen van de wijze waarop functionarissen hun informatie delen.
Hoe willen we dat bereiken? Crisisbeheersing is mensenwerk. Daarom ligt de focus op de individuele functionarissen binnen de crisisorganisatie. In 2016 biedt de VRD een maatwerkprogramma (M)OTO aan, dat gecoördineerd wordt door het veiligheidsbureau.
16
Speerpunten 2016 - Versterken van het netwerk Crisisbeheersing vindt per definitie plaats in een groot netwerk met veel verschillende partners. De VRD zet zich in om de verbindingen in dat netwerk te versterken door het organiseren van ontmoetingen en door kennisdeling. - Verbinding met de samenleving In samenwerking met partners legt de VRD nadrukkelijk de verbinding met de samenleving, door het gesprek aan te gaan over de rol en mogelijkheden van de overheid, de eigen verantwoordelijkheid en met elkaar de vraag te be antwoorden: wanneer doen we het goed? De verbinding krijgt gestalte door een programma van risicocommunicatie in samenwerking met de partners van de VRD, waarin zelfredzaamheid het uitgangspunt is. - Crisiscommunicatie Communicatie is een belangrijk onderdeel van crisisbeheersing. Vooral de vertrouwenspositie van de overheid kan met minder effectieve communicatie geschaad worden. Om die reden is doorlopend aandacht nodig voor dit specifieke proces, zeker omdat de samenleving ook steeds verandert in de wijze waarop met elkaar gecommuniceerd wordt. - Informatiemanagement Uit evaluaties van oefeningen en incidenten blijkt dat behalve goede operationele informatie ook informatie uit de samenleving cruciaal is voor de werking van de crisisorganisatie. Dit wordt verder ontwikkeld binnen de VRD, met inbreng van het veiligheidsbureau. Wat mag het kosten?
Multidisciplinaire Veiligheid
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
103.681
193.909
193.909
-
193.909
193.909
193.909
193.909
17
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio(GHOR) De GHOR kent twee hoofdprocessen bij rampen: - acute gezondheidszorg - publieke gezondheidszorg: - psychosociale hulpverlening - medische milieukunde - infectieziektebestrijding - gezondheidsonderzoek Wat we willen bereiken? - voor zover mogelijk het voorkomen van rampen en crises - bieden van een optimale en adequate geneeskundige hulpverlening bij grootschalige ongevallen, rampen en crises - samen met de GGD beperken van gezondheidsschade voortvloeiend uit grootschalige infectieziekten - versterken verbinding Publieke Gezondheidszorg en Veiligheid
De GHOR richt zich ten aanzien van de ‘witte kolom’ op voorbereiding, afstemming en informatievoorziening. De ‘witte kolom’ bestaat uit de (operationele) diensten en instellingen die als gevolg van de Wet veiligheidsregio’s een taak hebben op het gebied van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises. Het betreft bijvoorbeeld de ambulancedienst, de ziekenhuizen, GGZ, huisartsen en natuurlijk de GGD. De GHOR maakt afspraken met de buurregio’s over wederzijdse bijstand.
Wat we willen bereiken is vastgelegd in de volgende beleidsdocumenten: - Beleidsplan 2015 – 2018 Veiligheidsregio Drenthe - Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Drenthe (vastgesteld juni 2014) - Meerjarenplan Opleiden–Trainen–Oefenen 2014 – 2017 GHOR Drenthe
De GHOR levert adviezen, procesbeschrijvingen, contracten, opleidingen-trainingen-oefeningen, een 24 uurs inzetbaarheid en crisismanagers en/of sleutelfunctionarissen ten behoeve van haar crisismanagement.
Hoe voeren we het beleid uit? GHOR Drenthe maakt afspraken met zorginstellingen, zorgaanbieders en diensten (waaronder de GGD) die een taak hebben op het gebied van de geneeskundige hulpverlening in de regio Drenthe, over verantwoorde zorg onder bijzondere (ramp) omstandigheden.
18
Speerpunten 2016 - Publieke gezondheid en veiligheid het verder in lijn brengen van publieke gezondheid en veiligheid in het sociale domein: snelle verbindingen mogelijk maken tussen de kolommen en de disciplines - voor de GHOR in de eerste plaats voor de partners binnen de witte kolom - Verbeteren informatiemanagement binnen de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en binnen de witte kolom: goede communicatie in de ‘koude’ fase is de basis voor succesvolle informatie-uitwisseling in de ‘warme’ fase; LCMS (systeem voor netcentrisch werken) wordt uitgebreid met een zogenaamde ‘witte kaart’ - Psychosociale gezondheid en maatschappelijke crisis publieke zorg en veiligheid beter verbinden ten behoeve van de continuïteit van zorg en de bevordering van de zelfredzaamheid van burgers: de samenleving wordt in toenemende mate geconfronteerd met incidenten en crises die impact hebben op de psychosociale gezondheid van groepen mensen - Niet red-zamen aandacht voor niet-redzamen die in de thuissituatie worden verpleegd: het gevolg van decentralisaties in de zorg is een impact op de continuïteit van de zorg in zijn algemeenheid, maar vraagt ook (nieuwe) aandacht in de preparatie, repressie en nazorg bij crises en rampen - Zorgcontinuïteit zorginstellingen ondersteunen bij instelling overstijgende discontinuïteiten, ‘de zeven disbalansen in de zorg’: wanneer er sprake is van een disbalans tussen de vraag naar en het aanbod aan zorg is dit een bedreiging voor de zorgcontinuïteit; uiteraard zijn de zorginstellingen door de zorgplicht zelf verantwoordelijk voor de zorgcontinuïteit van hun eigen instelling Systeemoefeningen - Opleiden, trainen en oefenen jaarlijks samen met de zorginstellingen en de hulpverleningsdiensten ‘witte’ scenario’s beoefenen in een systeemoefening: de resultaten ondersteunen de zorginstellingen bij het - waar nodig - verbeteren van hun procedures en/of organisatie, en geven de GHOR en de zorginstellingen inzicht in de mate waarop men is voorbereid. Actief bijdragen aan de opleidings- en trainingsactiviteiten van partners in Drenthe. - Optimalisering GGD-crisisorganisatie continue verbetering van de eigen crisisorganisatie na en bijdragen aan een optimalisatie van de GGD-crisis organisatie, zodat beide bij een calamiteit of incident naadloos op elkaar aansluiten - Cycloonverband het uitgangspunt ‘van, voor en door de zorg’ dient in Noord Nederland een structureel karakter te krijgen Wat mag het kosten?
Programma GHOR
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
1.305.939
1.232.660
1.232.660
-
1.232.660
1.232.660
1.232.660
1.232.660
19
Bedrijfsvoering In 2016 zet de VRD verder in op de ontwikkeling van de organisatie om te komen tot een waardengedreven organisatie die meer gericht is op het primaire proces. Vanuit de ondersteunende afdelingen voelen we ons betrokken bij en verantwoordelijk voor de eindproducten van het primaire proces. Wat willen we bereiken? Verder investeren in mobiliteit binnen de organisatie De VRD wil een organisatie zijn waar betrokken medewerkers met plezier werken en kansen krijgen om zich persoonlijk te ontwikkelen. In een tijd waarin de ontwikkelingen snel gaan en kennis snel veroudert wordt van medewerkers creativiteit, flexibiliteit en veranderbereidheid gevraagd. Van functie of taken wisselen geeft mensen een frisse uitdaging en een kans tot persoonlijke en professionele groei. Ook als werkgever blijven we zo interessant voor onze medewerkers.
Herinrichten bedrijfsvoeringsprocessen We gaan onze (bedrijfsvoerings) processen herinrichten op basis van de waarden van onze organisatie: praktisch en transparant, zonder ingewikkelde procedures en besluitvormingsprocessen. Hierbij maken we gebruik van slimme, innovatieve (ICT) oplossingen. Speerpunten voor 2016 P&O - het aanbieden van testen en loopbaanbegelei ding - de mogelijkheid voor medewerkers om een E-portfolio te maken, waarin zij hun competenties en deskundigheid zichtbaar kunnen maken - het aanbieden van loopbaanworkshops - digitale mogelijkheden waarbij we als organisatie een match kunnen maken tussen het aanwezige talent en de behoefte van de organisatie - een groter beroep op opleidingen, waarbij E-learning een belangrijke plek gaat krijgen - de mogelijkheid voor medewerkers om in de keuken van een andere organisatie te kijken (stages en netwerken) - deelname aan mobiliteitsnetwerken
Processen en taken anders inrichten Voor overhead taken betekenen de organisatieontwikkelingen en de toenemende digitalisering dat deze taken steeds meer zullen verschuiven naar zelforganiserende teams in het primaire proces, ondersteund door slimme ICT oplossingen. Door talentontwikkeling, mobiliteit en informatisering/ automatisering, wordt het mogelijk om de vacatures die ontstaan, anders of niet meer in te vullen. Hoe bereiken we ons doel? Talentontwikkeling Om medewerkers beter in staat te stellen mobiel te worden, is het nodig dat zij inzicht krijgen in datgene waar zij goed in zijn: hun talenten. In 2015 wordt een basis gelegd voor mobiliteit en talentontwikkeling. We bieden medewerkers faciliteiten en mogelijkheden, maar hanteren als uitgangspunt dat medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling en inzetbaarheid op de langere termijn.
Informatiemanagement en Automatisering - beter digitaal samenwerken en informatiedeling: toegankelijke en betrouwbare informatie en informatiesystemen ter ondersteuning van het werk en de samenwerking - dit vraagt om een door ontwikkeling waarbij digitaal samenwerken bijvoorbeeld wordt ondersteund door
20
maken. Passend meubilair en aanpassingen aan bestaande kantooromgevingen zijn hiervoor noodzakelijk - knelpunten uit de RI&E’s van alle huisvesting (ook uitruklocaties) in gebruik van de VRD oppakken: hiervoor wordt in 2015 een actuele RI&E opgemaakt. In 2016 wordt gestart met de uitvoering van het plan. - inkooptrajecten voorbereiden en begeleiden: door de schaalvergroting van de regionalisering zal dit vaker gebeuren en zal incidenteel extra capaciteit en expertise ingezet moeten worden
chatmogelijkheden, videoconferentie, apps en digitale samenwerkingsplatformen. - stuurinformatie op maat voor (zelforganiserende) teams: bijvoorbeeld door middel van een dashboard. In 2016 hebben we de behoefte in kaart, waarna de werkwijze en eerste stappen naar de inrichting volgen - implementatie van de aandachtspunten die in 2015 naar voren komen uit de kadernotitie ‘Informatieveiligheid’ en de uitgevoerde risicoanalyse - herijken basisinrichting ICT-omgeving in verband met vernieuwing/aanbesteding van de ICT-onderlaag in 2017: hiervoor herijken we in 2016 de gemaakte keuzes en treffen we voorbereidingen om in 2017 verder te kunnen bouwen op een goed presterende ICT-onderlaag - onderzoeken hoe nieuwe ontwikkelingen bij kunnen dragen aan betrouwbaarheid en flexibiliteit van onze ICT-omgeving: bijvoorbeeld op het gebied van cloud-toepassingen - werken aan een verdere professionalisering van het functioneel beheer binnen de VRD en de samenwerking met de ICT-leveranciers verder verbeteren
Financiën - bedrijfsprocessen doorlichten op het verruimen van budgettaire mogelijkheden voor de budget houders - het efficiënter gebruikmaken van de beschikbare systemen: betere koppelingen van de systemen om de uitwisseling van gegevens betrouwbaar te maken - vereenvoudigen van de interne controle Samenwerking met de GGD - samen ondersteunen: naar verwachting wordt ook op andere gebieden dan I&A en facilitair in de ondersteunende processen intensiever samengewerkt, wat voor de VRD een herijking van processen en systeem keuzes kan betekenen
Facilitaire zaken - exacte kostenverdeling voor bruikleen- en erfpacht locatie van de brandweerhuisvesting duidelijk: in 2015 wordt per gemeente onderzocht welk onderhouds- en exploitatietaken en budgetten worden overgedragen naar de VRD, in principe verloopt dit budgettair neutraal tussen de gemeenten en de VRD. De afspraken in deze zullen middels een begrotingswijziging in de begroting 2016 worden opgenomen. - de VRD medewerkers werken regionaal: het huisvestingsconcept wordt hier op aangepast, met als streven het flexibele kantoorconcept (Het Nieuwe Werken) op alle werklocaties mogelijk te
21
Wat mag het kosten?
ICT Organisatiekosten Huisvesting Totaal programma bedrijfsvoering
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Meerjarenraming
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
771.691
676.756
699.591
-
699.591
757.671
757.671
757.671
1.553.109
1.165.163
1.196.741
-43.578
1.153.163
1.153.163
1.153.163
1.153.163
997.483
1.022.920
1.018.920
-
1.018.920
1.018.920
1.018.920
1.018.920
3.322.283
2.864.839
2.915.252
-43.578
2.871.674
2.929.754
2.929.754
2.929.754
Personeel
Hieronder het overzicht van de formatie. De personele lasten van de Meldkamer Noord Nederland worden niet geraamd in het programma Personeel, maar is wel onderdeel van de formatie.
Personeelsbegroting 2016
fte 2015
Bureau brandweer
865.000
12,00
Directie en Staf
379.484
4,00
-1,00
3,00
District NoordMidden
2.281.111
39,49
-1,00
37,49
District ZuidOost
4.279.060
74,25
-5,50
68,75
District ZuidWest
1.685.598
25,79
-1,00
25,79
Middelen
2.878.630
46,30
-0,93
45,37
Multidisciplinaire Veiligheid
448.484
6,00
Meldkamer Noord Nederland
1.627.677
28,00
Effecten cao ontwikkeling
Verlaging i.v.m. taakstelling
2016 40,00
6,00
167.600
0,00
0,00
0,00
14.612.644
235,83
-9,43
226,40
Effect taakstelling bezuiniging
-985.000
PM
PM
PM
Effect taakstelling cao verhoging
-167.600
PM
PM
PM
13.460.044
PM
PM
PM
Totaal
Structureel effect begroting
22
Natuurlijk verloop In het kader van de meerjarenraming is een onderzoek verricht naar het natuurlijk verloop van ons personeel. In de komende vier jaar zullen ongeveer 13 mensen de organisatie verlaten. Doordat prijs- en loonstijgingen niet worden gecompenseerd kan een deel van deze uitstroom aangewend worden voor dekking van de hogere lasten. Door talentontwikkeling, mobiliteit en informatisering/automatisering, wordt het mogelijk om de vacatures die ontstaan, niet meer in te vullen.
Wat mag het kosten?
Programma Personeel
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
12.683.429
12.467.478
12.558.478
-
12.558.478
12.347.178
12.147.178
12.147.178
Programmakosten personeel
12.558.478
Niet salarisgerelateerde kosten*
-726.111
Salariskosten Meldkamer Noord Nederland
1.627.677
Totale begrote salariskosten
13.460.044
*Onder de niet salarisgerelateerde kosten wordt verstaan: - opleidingskosten - reis-+ verblijfskosten - organisatieontwikkelingskosten
23
Investeringen
Plan
Actief
Vervangingsplan ICT en huisvesting
Machines, apparaten en installaties
2016
2017
2018
2019
2020
218.713
521.689
257.558
66.463
66.463
218.713
521.689
257.558
66.463
66.463
Vervoersmiddelen
2.367.970
471.900
1.020.635
1.891.835
1.980.770
Machines, apparaten en installaties
648.850
896.053
1.417.722
489.856
356.998
Overig
753.168
753.168
753.168
753.168
753.168
Subtotaal Vervangingsplan Materieel
Subtotaal
3.769.989
2.121.122
3.191.526
3.134.860
3.090.937
Totaal
3.988.702
2.642.811
3.449.084
3.201.322
3.157.399
Materieel
De investeringen bestaan uit bedrijfsvoeringinvesteringen, zoals de inrichting van de werklocaties, posten, ICT en materiële investeringen in vervoermiddelen, apparaten en machines.
Qua vervanging staat het volgende op de planning: 2016: tankautospuiten van Assen, Havelte en Westerbork 2017: de tankautospuit in Gieten 2018: de commandohaakarmbak in Assen, diverse ongevallen gevaarlijke stoffen containers en het haakarmvoertuig in Emmen 2019: het haakarmvoertuig in Assen, het schuimblus voertuig in Hoogeveen en de tankautospuiten in Assen, Sleen en Vries 2020: de hoogwerker in Meppel en de tankautospuiten van Smilde en Zwinderen
ICT en Huisvesting Deze investeringen hebben vooral in 2013 plaatsgevonden. De nadruk op de vervanging hiervan zal rond 2016, 2017 en 2018 liggen. In de kaderbrief is aangegeven dat investeringen in ICT en informatievoorziening nodig zijn om de organisatiewijziging door te kunnen voeren. Er is een inventarisatie gemaakt van welke systemen en verbindingen geoptimaliseerd en vernieuwd dienen te worden. Van deze inventarisatie is een kostenopzet gemaakt van de incidentele kosten, zoals voor inhuur van deskundigen, en de structurele kosten. De incidentele kosten zullen door middel van onderputting of onttrekking van reserves worden gedekt. Voor de structurele lasten is dekking binnen de begroting gevonden.
De grootste investeringen die verder continu plaatsvinden betreffen uitrukkleding en ademluchtmateriaal.
24
Wat mag het kosten?
Programma Investeringen
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
3.152.271
3.920.098
4.257.419
-5.000
4.252.419
4.298.419
4.298.419
4.298.419
25
Paragrafen De uitgaven voor personeel, bedrijfsvoering en kapitaallasten worden behandeld in de paragrafen en (vooralsnog) niet doorbelast naar de programma’s. Mede op grond van het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ (BBV) kent de VRD de volgende paragrafen: - Bedrijfsvoering (zie hoofdstuk 4) - Personeel (zie hoofdstuk 5) - Investeringen (zie hoofdstuk 6) - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiering - Verbonden partijen De eerste drie paragrafen zijn verantwoord in hoofdstukken 4, 5 en 6. Hieronder volgt een toelichting op de laatste drie paragrafen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen Beleidsuitgangspunten In de nota reserves (2013) staan de beleidsuitgangspunten voor het weerstandsvermogen: - Het maximaal weerstandsvermogen bedraagt 5% van de begrote uitgaven. - Het minimaal weerstandsvermogen bedraagt 1% van de begrote uitgaven.
Risico’s Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) De ontwikkelingen over de integratie van de Meldkamer Noord Nederland in de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) blijft een punt van aandacht. De minister van Veiligheid en Justitie heeft als bezuiniging landelijk een korting van € 42.000.000 op de meldkamers voorgesteld. Dit wordt gerealiseerd door vermindering van 25 naar 10 landelijke meldkamers. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat dit tot een korting van 2,5% op de OOV-gelden binnen het Gemeentefonds kan leiden. Over deze bezuiniging en de gevolgen hiervan op het gemeentefonds zijn steeds gesprekken gaande met de minister.
De begrote uitgaven van de begroting in 2016 is € 31.950.000. Hieruit volgt een: - maximaal weerstandsvermogen van € 1.600.000; - minimaal weerstandsvermogen van € 320.000. Het huidige weerstandsvermogen bedraagt 1,87% van de begrote uitgaven 2016. Eind 2014 bedraagt het saldo van de algemene reserve € 577.985. Jaarlijks zal het weerstandsvermogen worden afgezet tegen het risicoprofiel van de VRD.
Werkkostenregeling In 2015 is de Werkkostenregeling ingevoerd. De werkkostenregeling is een fiscale regeling voor verstrekkingen aan werknemers. In de regeling wordt inzichtelijk gemaakt welke verstrekkingen belast en welke onbelast zijn. Een werkgever mag maximaal 1,2% van de loonsom onbelast verstrekken. Over het meerdere moet de werkgever (VRD) belasting betalen.
26
voldaan; - het beheer prudent en risicomijdend is. De risicobeheersing richt zich op renterisico’s, krediet risico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.
Door een landelijk initiatief van de brandweer heeft het ministerie van Financiën in principe toegezegd een ontheffing te verlenen, wanneer de brandweer kan aantonen dat de vrijwilliger gerichte kosten maakt voor de uitoefening van zijn taak. Dit onderzoek wordt in 2015 uitgevoerd en kan effecten hebben voor de begroting 2016.
Wettelijk kader In 2014 is het Treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn binnen de mogelijkheden van de wet Fido en de Ruddo de kaders vastgelegd voor de uitvoering van de Treasuryfunctie bij de VRD.
Herijking maatstaven Bdur Als uitwerking van de herijking van de verschillende maatstaven in het gemeentefonds worden ook de maatstaven voor de verdeling van Bdur gelden bekeken. Deze herijkingen brengt herverdeeleffecten met zich mee. De omvang van deze herverdeling is nog niet bekend, maar gaat ook voor de VRD een verandering van de huidige uitkering betekenen.
De uitvoering van de financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de wettelijke kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), die op 1 januari 2001 is ingevoerd en voor het laatst in 2009 is gewijzigd. In de wet staan transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt tot uitdrukking in een verplicht Treasurystatuut en een financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening. Een ander belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is dat deze wet aan de lagere overheden de verplichting oplegt financiële risico’s op treasurygebied te beheersen. Daarnaast regelt de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) de vereisten ten aanzien van de kredietwaardigheid van financiële instellingen.
Achteraf verwerken van effecten regionalisering In de ontwerpbegroting 2014 is aangegeven dat bij een omvangrijke reorganisatie die in een relatief korte doorlooptijd plaatsvindt zoals de regionalisering van de brandweer, niet alle ontwikkelingen en knelpunten tot op de bodem is uitgezocht en financieel in kaart kunnen worden gebracht. Er zullen zich ongetwijfeld zaken voordoen die tot herallocatie van middelen binnen de begroting leiden. Ook deze effecten zullen nog budgettair neutraal in de begroting 2016 moeten worden verwerkt.
Financiering
De financieringsparagraaf geeft inzicht in de ontwikkelingen in de begroting en behandelt de beleidsvoornemens voor het komende jaar. Uit de financieringsparagraaf moet blijken dat: - de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient; - aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt
27
Ontwikkeling liquiditeitspositie De liquiditeitspositie per 1 januari 2016 zal ten opzichte van 2014 verslechteren. In 2014 was dat nog nihil maar in 2016 zal deze € 1,7 miljoen negatief zijn. Dit komt omdat op het investeringsniveau van € 4.000.000 een bezuinigingstaakstelling ligt van € 600.000. Hierdoor is per saldo € 3.400.000 beschikbaar als financieringsmiddel voor nieuwe investeringen. Daarnaast is de jaarlijkse aflossingsverplichting € 1,1 miljoen.
Per saldo is dus beschikbaar hebben wij € 2,3 miljoen aan financieringsmiddelen beschikbaar tegen over een investeringsplan van € 4.000.000. In 2016 is de liquiditeitspositie nog dusdanig dat wij verwachten dat er geen aanvullende financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. De reservepositie is in liquiditeiten beschikbaar.
Jaar
Langlopende schuld alle bedragen in € 1 mln.
Cashflow (inkomsten)
Percentage schuld als aandeel exploitatie
2015
13,71
29,0
47%
2016
12,59
29,0
43%
2017
11,47
29,0
40%
2018
10,35
29,0
36%
2019
9,23
29,0
32%
bedragen in € mln.
De schuldpositie ten opzichte reguliere structurele cashflow schommelt rond de 50 %. Stand per 1-1 alle bedragen in € 1 mln.
Opname
Aflossing
Stand per 31-12
2014
0,4
15
-0,57
14,83
2015
14,83
0
-1,12
13,71
2016
13,71
0
-1,12
12,59
2017
12,59
0
-1,12
11,47
2018
11,47
0
-1,12
10,35
2019
10,35
0
-1,12
9,23
Jaar
bedragen in € mln.
28
Kasgeldlimiet Berekening kasgeldlimiet (in mln. Euro's) 1
2016
2017
2018
2019
8,50%
8,50%
8,50%
8,50%
2,7
2,7
2,7
2,7
5,6
3,6
3,2
1,6
Totaal netto vlottende schuld (2-3)
-5,6
-3,6
-3,2
-1,6
Toegestane kasgeldlimiet (1)
2,7
2,7
2,7
2,7
Ruimte
8,3
6,3
5,9
4,3
Toegestane kasgeldlimiet * In procenten van de grondslag * In bedrag
2
Omvang vlottende schuld
3
Vlottende middelen Toets kasgeldlimiet
4
Voor 2016 is het begrotingstotaal begroot op € 31.950.000, dus de toegestane kasgeldlimiet is ruim € 2.715.000. Het uitgangspunt is dat een eventueel financieringstekort, binnen de kasgeldlimiet, zoveel mogelijk met kort geld (lagere rente) wordt gefinancierd, totdat lang geld goedkoper wordt. Op basis van de liquiditeitsprognose wordt de kasgeldlimiet niet overschreden.
Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld Achtergrond renterisiconorm De Wet Fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rentetypische looptijd groter dan of gelijk aan 1 jaar. Van renterisico is sprake als er onzekerheid bestaat rond toekomstige renteniveaus. Deze situatie doet zich op de volgende momenten voor: - bij variabel rentende leningen - indien een toekomstige financieringsbehoefte nog niet afgedekt is - bij naderende renteaanpassingen van leningen
De VRD voldoet in de periode 2015-2019 aan de risiconorm. Kanttekening is wel dat er in 2014 een lening is aangetrokken die bij herfinanciering ruim boven de renterisiconorm komt. Door de jaarlijkse aflossing ontstaan staat binnen 5-7 jaar wel een renterisico, indien nieuw aan te trekken leningen voor een hoger rentepercentage dan 2,5% plaatsvinden.
29
Doel Het doel van de renterisiconorm is om op de lange termijn niet afhankelijk te zijn van het renteniveau in een bepaald jaar. Met de norm bevordert de Wet Fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen en levert een bijdrage aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de kapitaalmarkt. Jaarlijks mogen de renterisico’s niet hoger zijn dan 20% van het lastentotaal van de begroting bij aanvang van het boekjaar. In onderstaande tabel wordt de norm afgezet tegen de feitelijke situatie. Berekening renterisiconorm (in mln. Euro's)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
1
Renteherzieningen
0
0
0
0
0
0
2
Betaalde aflossingen
0,57
1,12
1,12
1,12
1,12
1,12
3
Renterisico (1+2)
0,57
1,12
1,12
1,12
1,12
1,12
4a
Ruimte onder renterisiconorm (6>3)
6,4
5,0
4,9
4,9
4,9
4,9
4b
Overschrijding renterisiconorm Berekening renterisiconorm
5a
Begrotingstotaal
32,2
25,1
24,6
24,6
24,6
24,6
5b
Vastgestelde percentage
20%
20%
20%
20%
20%
20%
6
Renterisiconorm
6,4
5,0
4,9
4,9
4,9
4,9
Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) EMU-tekortruimte De wet voorziet in een wettelijk instrumentarium voor het bereiken en vasthouden van houdbare overheidsfinanciën. De EMU-tekortruimte voor decentrale overheden blijft tot en met 2015 gehandhaafd op 0,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Na 2015 neemt de EMU tekortruimte af richting 0,2% BBP in 2017. De individuele medeoverheden verstrekken jaarlijks begrotingsinformatie aan het CBS. Het is nog de vraag in hoeverre dit ook voor een gemeenschappelijke regeling als de VRD geldt. Gemeenschappelijke regelingen zijn een relatief kleine decentrale-overheid. De VRD neemt overeenkomstig het BBV wel het EMU saldo op in de begroting. EMU-enquête 2013 bevat gegevens over het lopende begrotingsjaar en de twee jaren daarop volgend. Hieruit blijkt dat op macroniveau het EMU-tekortsaldo 0,61% is en wordt overschreden. De resultaten van de EMU-enquête 2014 van de gemeenschappelijke regelingen heeft het CBS niet meegenomen.
30
EMU saldo van de VRD Hieronder de berekening van het EMU-saldo van de VRD. In het overzicht is het EMU-saldo berekend voor de jaren 2014 tot en met 2016 op basis van deze begroting. Tabel EMU saldo nr.
Omschrijving (bedragen in € mln.)
2014
2015
2016
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit de reserves (zie BBV, artikel 17c)
0,28
0,30
0,20
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
4,00
2,80
2,90
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa, die op de balans worden geactiveerd
5
0
0
0
-2,89
-4,00
-3,99
Baten uit bijdragen van andere overheden, de EU en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im) materiële vaste activa, voor zover niet op de exploitatie verantwoord
0
0
0
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, en woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
0
0
0
8
Baten bouwgrondexploitatie : Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
0
0
0
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen ed.) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten
0
0
0
11
Verkoop van effecten : nee
nee
nee
0
0
0
1,39
-0,90
-0,89
a. Gaat u effect verkopen ? (ja/nee) b. Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie ? Berekend EMU saldo
31
Verbonden partijen Een Verbonden Partij (VP) is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de VRD een financieel én een bestuurlijk belang heeft. Er is sprake van een financieel belang als de VRD aansprakelijk is bij het niet nakomen van de verplichtingen door de rechtspersoon. Er is sprake van een bestuurlijk belang als de VRD vertegenwoordigd is in het bestuur of zeggenschap daarin kan uitoefenen.
De VRD en verbonden partijen
Stichting Beheer Openbare Voorziening MkNN Het doel van de stichting is het beheer van de locatie van de meldkamer in Drachten. Er wordt bestuurlijk deelgenomen in de stichting en een kleine bijdrage betaald.
De Verbonden Partijen (VP) is een instrument voor het realiseren van de doelstellingen van de VRD. De VRD bepaalt de aard en omvang van de bijdrage en niet de VP. Dat betekent dat de VRD aandacht besteedt aan de taak van de VP en dat de verantwoording zodanig gestalte moet krijgen dat duidelijk wordt welke bijdrage de VP levert en tegen welke kosten.
Samenwerking
De VRD kan haar taken beter uitvoeren in samenwerking met andere partijen. De beste resultaten uit samenwerking zijn te behalen als de betrokken partijen zich vanzelfsprekend met elkaar verbonden voelen. Bijvoorbeeld vanwege gemeenschappelijke waarden of belangen. Kwaliteit- en resultaatverbetering staan voorop. Voorbeelden van samenwerking zijn: - de dienstverleningsovereenkomst met Emmen voor de uitvoering van de financiële administratie - de dienstverleningsovereenkomst met Assen voor de uitvoering van de salarisadministratie - de dienstverleningsovereenkomst met GGD Drenthe voor de administratievoering van de GHOR - de samenwerkingsovereenkomst met Veiligheids regio Fryslan en Groningen voor deuitvoering van de meldkamer
Stichting BON De bestuurlijke deelname, samen met de veiligheidsregio’s Friesland en Groningen, in de Stichting Brandweeropleidingen Noord (BON) benadert de definitie van een verbonden partij. Er is echter volgens de statuten geen sprake van een financieel belang in de stichting. De stichting is aandeelhouder in de BON BV. De BON B.V. heeft een 100%-deelneming in Oefencentrum Noord B.V. en Brandweeropleidingen Noord B.V. De VRD heeft in de afgelopen jaren samen met de veiligheidsregio’s Friesland en Groningen een overbruggingskrediet in de vorm van een achtergestelde lening verstrekt aan de BON B.V. 50% van deze lening is nog niet terugbetaald. Instituut Fysieke Veiligheid Dit is de organisatie die de krachten bundelt op het terrein van de fysieke veiligheid in Nederland. Het Instituut wordt bestuurd door de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s. Zo zal het IFV onder andere een bijdrage gaan leveren aan de brandweeropleidingen en het delen van informatie en expertise. Ook zal het IFV zich bezig houden met het verwerven en beheren van materieel, uitrusting en telecommunicatievoorzieningen. De VRD betaalt jaarlijks een contributie.
32
Algemene dekkingsmiddelen en mutaties reserves Het overzicht algemene dekkingsmiddelen bevat de bijdragen van de gemeenten en het rijk als structurele dekking voor structurele uitgaven van de exploitatie. Het overzicht van de mutaties in de reserves bevat de incidentele dekking voor incidentele uitgaven van de exploitatie.
Algemene Dekkingsmiddelen Programma Alg. dekkingsmiddelen en reserves
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
-30.501.908
-28.922.822
Begroting 2016
Meerjarenraming
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
240.948
-29.263.344
-29.022.396
-28.833.506
-28.592.073
-28.592.073
Bijdrage van gemeenten In 2016 is de nullijn gehandhaafd, dit met uitzondering van twee afspraken met individuele gemeenten. Deze afspraken werken door in de bijdrage voor 2016. Dit betekent dat de loon- en prijsontwikkelingen binnen de huidige begroting worden opgevangen. Overzicht gemeentelijke Bijdrage
Aantal inwoners per 1-1-2013
Aantal inwoners per 1-1-2014
Verschil
Bedrag per inwoner 2015
Bijdrage per inwoner 2015
Bedrag per inwoner 2016
Bijdrage per inwoner 2016
Aa en Hunze
25.541
25.357
-184
9,41
240.418
9,43
239.139
Assen
67.204
67.190
-14
9,41
632.592
9,43
633.663
Borger-Odoorn
25.662
25.627
-35
9,41
241.557
9,43
241.686
Coevorden
35.765
35.769
4
9,41
336.656
9,43
337.334
De Wolden
23.761
23.583
-178
9,41
223.662
9,43
222.409
Emmen
108.392
108.052
-340
9,41
1.020.294
9,43
1.019.028
Hoogeveen
54.874
54.664
-210
9,41
516.529
9,43
515.531
Meppel
32.726
32.867
141
9,41
308.050
9,43
309.966
Midden Drenthe
33.422
33.366
-56
9,41
314.601
9,43
314.672
Noordenveld
31.024
31.087
63
9,41
292.029
9,43
293.179
Tynaarlo
32.456
32.493
37
9,41
305.508
9,43
306.438
19.091
18.933
-158
9,41
179.704
9,43
489.918
488.988
-930
Westerveld
4.611.600
33
178.555 4.611.600
Meerjarenraming Bijdrage Brandweerzorg 2015
Bijdrage VRD 2015
Bijdrage Brandweerzorg 2016
Aa en Hunze
1.051.215
1.291.633
1.051.215
1.290.354
-1.278
Assen
2.218.097
2.850.689
2.218.097
2.851.760
1.071
2.850.689
2.824.278
2.824.278
786.045
1.027.602
786.045
1.027.731
129
1.027.602
1.017.249
1.017.249
Overzicht gemeentelijke bijdrage
Borger-Odoorn
Bijdrage VRD 2016
Verschil 2016 tov 2015
2017
2018
2019
1.291.633
1.279.983
1.279.983
Coevorden
1.436.190
1.772.846
1.436.190
1.773.524
678
1.772.846
1.758.894
1.758.894
De Wolden
1.071.383
1.295.045
1.071.383
1.293.792
-1.253
1.295.045
1.284.146
1.284.146
Emmen
5.570.404
6.590.698
5.570.404
6.589.432
-1.266
6.590.698
6.545.238
6.545.238
Hoogeveen
1.763.140
2.279.669
1.763.140
2.278.671
-998
2.279.669
2.256.313
2.256.313
Meppel
968.219
1.276.269
968.219
1.278.185
1.916
1.276.269
1.264.742
1.264.742
Midden Drenthe
1.159.106
1.473.707
1.159.106
1.473.778
70
1.473.707
1.460.131
1.460.131
Noordenveld
1.085.613
1.377.642
1.085.613
1.378.792
1.150
1.377.642
1.366.077
1.366.077
Tynaarlo
1.024.412
1.329.920
1.040.569
1.347.007
17.087
1.346.077
1.349.875
1.349.875
856.547
1.036.251
849.114
1.027.669
-8.581
1.021.385
997.627
997.627
18.990.371
23.601.971
18.999.095
23.610.695
8.724
23.603.262
23.404.553
23.404.553
Westerveld
Bijdrage van het rijk De bijdrage van het rijk betreft de Brede doeluitkering (Bdur) en is overeenkomstig de ministeriële circulaire van december 2014 begroot.
Krimp inwonersaantal De totale kosten van de VRD stijgen niet ten opzichte van de begroting 2014. De gemeentelijke bijdrage wordt in 2016 echter gedeeld door minder inwoners, wat leidt tot een marginale stijging van de bijdrage per inwoner met €0,02. Hierdoor kunnen onderlinge verschillen in de gemeentelijke bijdrage ontstaan. Er zijn nog geen beleidsafspraken gemaakt om anders om te gaan met de systematiek van het berekenen van de bijdrage per inwoner.
Loon- en prijscompensatie De begroting 2016 is gebaseerd op de begroting 2015 verminderd met een taakstelling van €400.000 om de loon- en prijscompensatie van 2014 te verwerken. Wanneer zich in 2015 prijs- en loonontwikkelingen voordoen, zullen deze via een begrotingswijziging worden opgenomen in de begroting 2016. De lastenuitzetting zal via een extra financiële taakstelling op de programma’s binnen de begroting worden opgevangen. De exploitatiebudgetten van 2016 zijn niet verhoogd. De begroting voor 2017, 2018 en 2019 is opgesteld op basis van prijspeil 2015.
In het verleden was er altijd sprake van een toename van het aantal inwoners in Drenthe. Dit betekende dat de bijdrage per inwoner niet steeg. Door de vergrijzing en migratie is het aantal inwoners in Drenthe echter per 1 januari 2014 ten opzichte van 1 januari 2013 met 930 inwoners afgenomen.
34
Mutaties Reserves
De mutaties in de reserves zijn opgenomen overeenkomstig de in 2013 vastgestelde nota reserves. In de financiële begroting is een nadere specificatie en toelichting opgenomen van de individuele reserves. Jaar
2014
2015
2016
Aard reserve
eindstand
storting
Brandweer Opleidingen Noord
Bestemmingsreserve
78.241
0
Bosbrandbestrijding
Bestemmingsreserve
98.691
0
-4.000
94.691
0
-4.000
90.691
Egalisatiereserve
420.459
0
-20.000
400.459
0
-20.000
380.459
Opleiden en oefenen GHOR
Bestemmingsreserve
100.000
0
-10.000
90.000
0
-10.000
80.000
Frictiebudget Regionalisering
Bestemmingsreserve
642.801
0
-242.300
400.501
0
-165.300
235.201
Naam reserve
Rampenpot
onttrekking
eindstand
storting
-28.000
50.241
0
2017
50.241
20 2018 18 storting
50.241
0
onttrekking
2019
Aard reserve
Brandweer Opleidingen Noord
Bestemmingsreserve
0
Bosbrandbestrijding
Bestemmingsreserve
0
-4.000
86.691
0
-4.000
82.691
0
-4.000
78.691
Egalisatiereserve
0
-20.000
360.459
0
-20.000
340.459
0
-20.000
320.459
Opleiden en oefenen GHOR
Bestemmingsreserve
0
-10.000
70.000
0
-10.000
60.000
0
-10.000
50.000
Frictiebudget Regionalisering
Bestemmingsreserve
0
0
235.201
0
0
235.201
0
0
235.201
Rampenpot
eindstand
eindstand
storting
Naam reserve
onttrekking
onttrekking
eindstand
storting
50.241
0
onttrekking
eindstand
50.241
Jaarlijks worden de bestemmingen en handhaving van de reserves beoordeeld op omvang van de saldi, actualiteit en doel.
35
Financiële Begroting Overzicht exploitatie (meerjarig) Programma
Brandweerzorg
Totaal Brandweerzorg Bedrijfsvoering
Totaal Bedrijfsvoering Multidisciplinaire Veiligheid Totaal Multidisciplinaire Veiligheid GHOR Totaal GHOR Personeel
Product
Incidentbestrijding MkNN Techniek en Logistiek Risicobeheersing Vakbekwaamheid
ICT Organisatiekosten Huisvesting Multidisciplinaire Veiligheid
GHOR Personeel back-office Personeel beroeps
Saldo begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2016
2017
2018
2019
-1.250
4.723.893
4.700.303
4.692.870
4.692.870
-2.317.218
-
-
-
-
-112.835
1.485.537
1.427.457
1.427.457
1.427.457
64.539
-207.616
-143.077
-143.077
-143.077
-143.077
2.086.403
1.863.935
-17.032
1.846.903
1.846.903
1.846.903
1.846.903
8.033.279
8.243.838
10.569.207
-2.655.951
7.913.256
7.831.586
7.824.153
7.824.153
771.691
676.756
699.591
-
699.591
757.671
757.671
757.671
Jaarrekening
Begroting
Uitgaven
Inkomsten
2014
2015
2016
2016
4.654.283
4.720.962
4.725.143
894
-
2.317.218
1.723.216
1.590.800
1.598.372
-210.033
-154.327
1.864.918
1.553.109
1.165.163
1.196.741
-43.578
1.153.163
1.153.163
1.153.163
1.153.163
997.483
1.022.920
1.018.920
-
1.018.920
1.018.920
1.018.920
1.018.920
3.322.283
2.864.839
2.915.252
-43.578
2.871.674
2.929.754
2.929.754
2.929.754
103.681
193.909
193.909
-
193.909
193.909
193.909
193.909
103.681
193.909
193.909
-
193.909
193.909
193.909
193.909
1.305.939 1.305.939
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
-
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
10.253.039
10.010.082
9.901.082
-
9.901.082
9.689.782
9.489.782
9.489.782
2.430.390
2.457.396
2.657.396
-
2.657.396
2.657.396
2.657.396
2.657.396
12.558.478
12.347.178
12.147.178
12.147.178
4.252.419
4.298.419
4.298.419
4.298.419
4.252.419
4.298.419
4.298.419
4.298.419
-28.823.096
-28.799.506
-28.592.073
-28.592.073
-28.823.096
-28.799.506
-28.592.073
-28.592.073
-199.300
-34.000
-34.000
-34.000
-199.300
-34.000
-34.000
-34.000
-
-
-
-
Totaal 12.683.429 12.467.478 12.558.478 Personeel Investeringen Kapitaallasten 3.152.271 3.920.098 4.257.419 -5.000 Totaal 3.152.271 3.920.098 4.257.419 -5.000 Investeringen Algemene Algemene dekkingsdekkingsmid- -28.564.574 -28.618.522 240.948 -29.064.044 middelen delen Totaal Algemene -28.564.574 -28.618.522 240.948 -29.064.044 dekkingsmiddelen Mutatie reReserves -1.937.334 -304.300 -199.300 serves Totaal -1.937.334 -304.300 -199.300 Reserves Eindtotaal -1.901.026 31.967.873 -31.967.873
36
Uitgangspunten Algemeen De begroting is opgesteld overeenkomstig de in 2013 vastgestelde kaders: - Nota reserves - Financieel kader - Financiële verordening - Notitie P&C
Meerjarenbegroting In de begroting 2015 is de nullijn gehanteerd. Dit houdt in dat geen structurele verhoging van de loon- en prijscompensatie is verwerkt. De cao-stijging wordt structureel in de begroting verwerkt in het jaar nadat de cao-stijging definitief is geworden. Indien de loonsverhoging zich eerder voordoet dan 2016 zal dit ten laste van het rekeningresultaat van het betreffende jaar worden gebracht. De prijs- en loonstijging zal binnen de begroting door een financiële taakstelling op de programma’s moeten worden opgevangen. De exploitatiebudgetten van 2015 zijn niet verhoogd. De begroting voor de jaren na 2016 zijn analoog aan het voorgaande opgesteld op basis van prijspeil 2015. Gemeentelijke bijdrage De basis voor de gemeentelijke bijdrage is de bijdrage in het voorgaande begrotingsjaar en bestaat uit een inwonersbijdrage en een bijdrage basisbrandzorg. De bijdrage wordt niet aangepast aan de effecten van loon-en prijsstijgingen. De effecten van de wijziging in het inwonersaantal wordt in de gemeentelijke bijdrage verwerkt.
Specifiek Besluit Begroting en Verantwoording De begroting 2015-2018 is opgesteld overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en er heeft een indeling in programma’s plaatsgevonden. Loon- en prijscompensatie De ontwerpbegroting is de basis voor de begroting 2017-2019. De begroting 2016 is opgesteld op basis van het prijspeil van de begroting 2015. Er is geen prijscompensatie toegepast. In de kaderbrief voor de begroting 2016 is de loon- en prijscompensatie ingeschat op € 0,4 miljoen), de daadwerkelijke loonontwikkeling (excl. overige prijsontwikkelingen)bedraagt € 167.600,-. Dit is de doorrekening van de het nieuwe cao-akkoord voor gemeenteambtenaren gesaldeerd met een verlaging van de pensioenpremies die in december 2014 bekend werd. Dit bedrag heeft een structureel effect op de begroting 2016 en is als zodanig ook benoemd in de tabel op pagina 22. De overige loon- en prijsontwikkeling 2015 en 2016 inclusief de geraamde cao ontwikkeling wordt in geschat op bedrag van € 0,4 miljoen. Dit bedrag van € 0,4 miljoen is als een bezuinigingstaakstelling in de begroting verwerkt en leidt dus niet tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
In 2015 zal nog een opdracht worden uitgewerkt om vanaf het begrotingsjaar 2016 tot een transparante en duurzame verdeelsystematiek voor de bijdrage van de gemeenten aan de VRD te komen. Daarbij wordt ook de verdeling van de BTW-stelpost nog voortvloeiend uit de regionalisering, betrokken. Loonkosten De loonkosten zijn opgenomen op basis van het maximum van de functieschaal volgens het functieboek. De looncomponenten (opleiding, reiskosten, flexibele beloning en dergelijke) bedragen in totaal circa 4,4% van de begrote loonsom van het backoffice personeel.
37
Kapitaallasten Er wordt in de bijdrage van de basisbrandweerzorg uitgegaan van een bijdrage in het materieel op basis van een annuïtaire berekening van het materieel vervangingsplan. De basis hiervoor is het overgenomen materieel van de gemeenten. VRD moet binnen deze bijdrage zorgdragen voor de financiering en vervanging van het materieel. Daarnaast is op de kapitaallasten een bezuiniging van € 601.500 ingeboekt. Toelichting en analyse meerjarenbegroting De bedragen per programma zijn nagenoeg ongewijzigd in de meerjarenbegroting. De voornaamste verschillen worden veroorzaakt door: - aanpassingen door uitvoering van de taakstelling; - afspraken uit het verleden die doorwerking hebben in de begroting 2016 De overige mutaties tussen de begrotingsjaren hebben betrekking op mutaties in de reserves. Incidentele baten en lasten Er zijn buiten de incidentele uitgaven, als gevolg van de mutaties in de reserves, geen incidentele baten en lasten opgenomen.
38
AANBIEDINGSBRIEF BIJ DE ‘KADERNOTA 2016’
Aan de leden van de gemeenteraad en de griffier.
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage Behandeld door Telefoonnummer
: : : : : :
T.N. Kramer 8211
Onderwerp
:
Aanbiedingsbrief Kadernota 2016.
Verzonden: Zuidwolde, 28 april 2015.
Geachte leden van de raad, Inleiding Hierbij bieden wij u de Kadernota 2016 aan. De Kadernota is de eerste stap in de planning en controlcyclus voor 2016, immers aan de hand van de kaders in deze nota stellen we de Programmabegroting op. Waar we vorig jaar in verband met de collegewisseling volstonden met een Kaderbrief, brengen we nu weer een volledige nota uit. Daarin vormen de vijf programma’s die we vorig jaar hebben benoemd de kern. De kadernota geeft de gemeenteraad inzicht in waar we als gemeente (financieel) staan, waar we naar toe willen en met welke middelen dat kan. De kadernota is geschikt om de vertaalslag te maken naar de realisatie van de toekomstvisie. Nadat het 1e jaar van deze raadsperiode is verstreken staat de uitvoering van het collegeprogramma in de steigers en zijn de eerste resultaten zichtbaar. We zijn trots hoe e.e.a. verloopt. Ook de samenwerking met de gemeente Hoogeveen geeft een positief gevoel. Gezien de inhoud van deze kadernota, zijn er meerdere positieve ontwikkelingen te constateren. Zo is het belangrijkste uitgangspunt dat de meerjarenraming 2016-2019 sluitend is. We voorzien ontwikkelingen die ook op langere termijn een sluitende begroting waarborgen. Een sluitende begroting vereist een evenwicht tussen lasten en baten. In deze aanbiedingsbrief willen we een aantal zaken accentueren: 1. Belangrijke trends en de implicaties daarvan voor De Wolden; 2. Programmasturing en kadernota; 3. Financiële uitkomst kadernota 2016; 4. De inzet van de incidentele middelen; 5. Kaderstellende vragen en voorstellen; 6. Planning behandeling kadernota.
Aanbiedingsbrief Kadernota 2016
28-4-2015
Pagina 1
Belangrijke trends en implicaties daarvan voor De Wolden We zien de volgende belangrijke trends: Verbeteren van de leefbaarheid Uit de verschillende speerpunten in de Kadernota 2016 blijkt dat wij streven naar een aantrekkelijke woon- en leefomgeving. Niet alleen de veiligheid maar ook de bereikbaarheid van de verschillende kernen krijgt de nodige aandacht. Daarnaast wordt geïnvesteerd in het landschap en het milieu. Ook vindt een actualisatie plaats van het Woonplan. Voorzichtig economisch herstel We ontvangen in toenemende mate signalen dat de economie aantrekt. De economie groeit weer enigszins, de export neemt toe en het consumentenvertrouwen is ook positiever. De investeringen laten positieve cijfers zien en ook is er een voorzichtige trend waar te nemen dat de verkopen van bestaande woningen weer in de lift zit, evenals de verkoop van bouwkavels. Het herstel gaat overigens wel gepaard met de nodige risico’s. Er is nog steeds sprake van een lage groei en een lage inflatie. Ook langdurige werkloosheid geeft reden tot zorg. Op gemeentelijk terrein wordt o.a. ingezet op uitvoering van het economisch actieplan, de detailhandelvisie en het Ondernemersfonds. De deelname aan de Regio Zwolle, LEADER Zuidwest Drenthe, snel internet en het nieuwe beleid rondom de invoering van de Participatiewet krijgen aandacht. Culturele zaken en het Sociaal domein De gemeente zet het volgende jaar ook in op cultuur in combinatie met recreatie en toerisme (bovenlokale evenementen). Er is een streven om in 2017 culturele gemeente van Drenthe te worden. Vanaf 1 januari 2015 zijn onze taken in het sociaal domein sterk uitgebreid door de decentralisaties van de Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet. De invoering van de nieuwe taken (transitie) is in het algemeen goed verlopen. Vanuit het uitgangspunt dat ‘niemand tussen wal en schip mag vallen’ zijn problemen die zich hebben voorgedaan, opgelost. Nu de transitie grotendeels achter de rug is, komt het accent te liggen op de hervorming van het sociaal domein (transformatie). In het kader van de decentralisaties spraken we af dat we er vanuit gaan dat de financiële gevolgen budgettair neutraal zullen zijn. Hoewel er nog niet volledig zicht is op de budgettaire ontwikkelingen in 2015, blijven we vasthouden aan een per saldo budgettair neutrale uitvoering. Er komt echter nog een herverdeling van middelen door het Rijk voor de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet waarbij de verdeling van de rijksmiddelen niet meer op basis van historie maar van objectieve maatstaven gaat plaatsvinden. Zoals het beeld nu is, lijken de gevolgen voor De Wolden mee te vallen. Meer informatie wordt verwacht in de komende meicirculaire over het gemeentefonds. We constateren dat er een terugloop is voor wat betreft het verhuurde aantal m2 maatschappelijk vastgoed. Wij gaan hierover een notitie uitwerken om inzicht te krijgen in de overcapaciteit. Ook gaan we nieuwe partners zoeken voor de vrijgekomen ruimten. Overheidsparticipatie Het college en de raad zijn zich bewust van de veranderingen in de samenleving. De inwoners, bedrijven, verenigingen en instellingen nemen meer verantwoordelijkheden op zich. Deze ontwikkeling heeft er toe geleid dat meer en meer initiatieven uit de samenleving komen.
Aanbiedingsbrief Kadernota 2016
28-4-2015
Pagina 2
Herverdeling gemeentefonds Er wordt al enkele jaren gewerkt aan een herverdeling van het Gemeentefonds. Vorig jaar is de eerste tranche daarvan verwerkt. Deze had voor De Wolden een beperkt effect. In de meicirculaire van dit jaar zal het effect van de tweede tranche worden verwerkt. Deze lijkt voor De Wolden structureel positief uit te vallen. We verwerken dit in de begroting. Financiële kengetallen In ons collegeprogramma hebben we verwoord dat we onze gemeente financieel gezond willen houden. Om daar inhoud aan te geven voeren we sinds vorig jaar met u(w werkgroep Financiën) gesprekken over de introductie van een aantal financiële kengetallen. Inmiddels wordt daar ook landelijk over nagedacht en proberen we bij deze ontwikkeling aansluiting te zoeken. Landelijk gaat het om de volgende vijf kengetallen: 1. Schuldpositie; 2. Solvabiliteit; 3. Grondexploitatie; 4. Structureel exploitatieoverschot; 5. Belastingcapaciteit. Wij zouden hieraan een 6e kengetal willen toevoegen, te weten de omvang van de reserve investeringsprojecten. Ook stellen we voor de omvang van deze reserve als investeringsplafond op te nemen. Van de 5 landelijke kengetallen, zal de komende vijf jaar naar verwachting alleen het ontbreken van een structureel exploitatieoverschot voor De Wolden een aandachtspunt zijn. We brengen dit bij de begroting in beeld. Programmasturing en kadernota Sinds medio 2014 werken we met programmasturing. Er is een duidelijke knip aangebracht tussen opdrachtgever- en opdrachtnemerschap. Het college is namens de raad de opdrachtgever, die ‘bestellingen plaatst’ bij de opdrachtnemer, dat is de ambtelijke organisatie. De opdrachtgever bepaalt dus ‘wat’ er moet worden gedaan, de opdrachtnemer bepaalt ‘hoe’ dat wordt gedaan. Bij het formuleren van die vragen worden programmabestuurders ondersteund door een programmaregisseur. De Kadernota die nu voorligt is ook door hen, samen met vakinhoudelijke medewerkers uit allerlei disciplines tot stand gekomen. In de Kadernota actualiseren we het huidige beleid en voegen nieuwe speerpunten in. Daarom zijn de kaders waarvan u in deze Kadernota kennisneemt van groot belang. Immers met deze kaders stellen wij de programmabegroting op en deze vormt als het ware onze opdracht voor 2016 en volgende jaren. Financiële uitkomsten kadernota 2016 Als we ons richten op de meerjarige financiële doorkijk (zie pagina 4 kadernota 2016), dan blijkt dat we voor wat betreft de laatste twee jaarschijven (2018 en 2019) vooralsnog koersen op een voordelig exploitatiesaldo. Hierin zijn de financiële gevolgen, voor zover op geld gezet, van deze kadernota meegeteld. Daarmee koerst het college op een sluitend meerjarenperspectief. Door in stemmen met de voorstellen legt de raad een fundament voor het sluitend maken en houden van de meerjarenraming in november van dit jaar.
Aanbiedingsbrief Kadernota 2016
28-4-2015
Pagina 3
Meerjarenperspectief 2016-2019 (bedragen x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Tekort in meerjarenperspectief t/m wijziging 5/2015
518 N
42 V
319 V
319 V
- structurele gevolgen Kadernota 2016-2019
332 N
217 N
240 N
87 N
850 N
175 N
79 V
232 V
Exploitatieresultaten inclusief Kadernota 2016
Voor alle duidelijkheid, de uitkomsten van de 2e tranche van het groot onderhoud gemeentefonds zijn niet in deze cijfers verwerkt. Hierover is aanvullende tekst opgenomen onder de paragraaf ‘Financieel meerjarenbeleid 2016 -2019’ van de Kadernota 2016. Het financiële meerjarenbeeld is als gevolg van verschillende ontwikkelingen nog wel onzeker. Vooral worden genoemd de mogelijke structurele gevolgen van de wijziging in de bekostiging Wet Sociale Werkvoorziening (Participatiewet), de taakdecentralisaties in het sociale domein en van de vorming van de Regionale Dienst Drenthe (RUD). Dit is ook de reden waarom de raad wordt voorgesteld bij de behandeling van de kadernota 2016 (nog) geen definitieve besluiten te nemen over de inzet van de (structurele) financiële middelen. Als bijlage 1 is in de kadernota een totaaloverzicht opgenomen van de aangeleverde uitzettingen en wensen voor 2016 en volgende jaren. Voor zover mogelijk en noodzakelijk zijn door ons deze uitzettingen van de bekende prioriteitsaanduiding voorzien (zie ook de toelichting aan het eind van het hoofdstuk ‘Overige financieel-technische aspecten’. Het betreft hier dus de volgende criteria: 1. Onontkoombaar (uitvloeisel van wet- en/of regelgeving, of de gemeente loopt, wanneer de activiteit niet wordt uitgevoerd een aanzienlijk juridisch, financieel en/of bedrijfsrisico of er is sprake van vastgesteld beleid, waar voor de uitvoering geen c.q. onvoldoende financiën beschikbaar zijn); 2. Aanpassing op basis van de realisatiecijfers; 3. Nieuw beleid, waarbij geldt 'nieuw voor oud' (er is sprake van gewenst beleid, waartoe de gemeente niet verplicht is); 4. Niet realiseerbare bezuiniging. De inzet van de incidentele middelen In een afzonderlijk hoofdstuk van de kadernota 2016 gaat het college in op de vermogenspositie en de reserves & voorzieningen van de gemeente. De vrij te besteden middelen van de ‘Reserve investeringsprojecten’ staan nog steeds onder druk. Deze incidentele middelen bieden op dit moment nog onvoldoende ruimte om alle aanwezige ambities en wensen waar te maken. Het (vrije) saldo van deze reserve bedraagt momenteel namelijk afgerond € 116.000 negatief. De claims die hierop voor de jaren 2016 t/m 2019 door middel van de speerpunten uit de kadernota 2016 zijn gelegd, bedragen in totaal € 165.000 (prioriteiten 1 t/m 4). Daarmee zou het nadelig saldo toenemen tot een bedrag van € 281.000 negatief. Gezien de uitkomsten van de jaarrekening 2014 en daarmee het voordelig resultaat, verwacht het college dat deze reserve minimaal wordt aangezuiverd tot dit bedrag en er zelfs enige ruimte ontstaat voor aanvullende investeringen en wensen.
Aanbiedingsbrief Kadernota 2016
28-4-2015
Pagina 4
Kaderstellende vragen en voorstellen Samenvattend stellen wij u voor: 1. kennis te nemen van de informatie uit de ‘Kadernota 2016’ en van de voorlopig berekende exploitatiesaldi voor de jaren 2016 t/m 2019; 2. in te stemmen met de daarin beschreven beleidsontwikkelingen/speerpunten met bijbehorende prioriteiten; 3. kennis te nemen van het ‘Overzicht financiële gevolgen speerpunten en overige uitzettingen kaderbrief 2016’; 4. kennis te nemen van de voortgangsrapportage realisatie afgesproken bezuinigingen 2012-2018; 5. kennis te nemen van het overzicht ‘Reserve investeringsprojecten’; 6. in te stemmen met het voorstel om de genoemde zes kengetallen richting de begroting verder uit te werken. Verdere planning behandeling kadernota De verdere planning voor de behandeling en vaststelling van de kadernota ziet er als volgt uit (zie ook uitgebrachte griffiememo): wo. 13 mei di. 19 mei do. 21 mei vr. 29 mei do. 4 juni do. 4 juni
-
vr. 5 juni vr. 12 juni di. 16 juni do. 18 juni do. 25 juni
-
Verstrekking boekwerk aan raad, griffie; Persconferentie; Financieel-technische toelichting raad (18.30 uur); Indiening schriftelijke technische vragen raadsfracties; Bijeenkomst raad – Verenigingen voor Dorpsbelangen (19.30 uur); Gecombineerde bijeenkomst met alle verbonden partijen voor overleg en toelichting (uit PTA); Schriftelijke beantwoording door college; Inleveren algemene beschouwingen bij de griffier (10.00 uur); Verzending schriftelijke reactie college (16.00 uur); Behandeling kadernota 2016 (2e termijn) – (17.00 uur); Behandeling kadernota 2016 (besluitvorming) – (19.30 uur).
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van De Wolden, Secretaris, Nanne Kramer
Aanbiedingsbrief Kadernota 2016
Burgemeester, Roger de Groot
28-4-2015
Pagina 5
Kadernota 2016
actief en betrokken
dewolden.nl
Kadernota 2016
Gemeente De Wolden Bezoekadres:
Raadhuisstraat 2 7921 GD Zuidwolde
Postadres:
Postbus 20 7920 AA Zuidwolde
Telefoon: E-mail: Internet:
14 0528
[email protected] www.dewolden.nl
Inhoudsopgave
Inleiding en leeswijzer ......................................................................................................1 Uiteenzetting financiële positie .........................................................................................2 Inleiding .................................................................................................................. 2 Rekeningresultaat 2014 ............................................................................................. 2 Begroting 2015 ......................................................................................................... 2 Financieel meerjarenbeleid 2016 - 2019 ....................................................................... 3 Doorrekening meerjareninvesteringsplannen 2015 - 2018 .............................................. 4 Vermogenspositie en houdbare gemeentefinanciën ........................................................ 6 Voortgang afgesproken bezuinigingen ..............................................................................8 Inleiding .................................................................................................................. 8 Voortgang bezuinigingen 2012 - 2018.......................................................................... 8 Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief .......................................................10 Programma 01 - Leefbaarheid ................................................................................... 10 Programma 02 - Economie en werk ........................................................................... 22 Programma 03 - Sociaal beleid en onderwijs ............................................................... 31 Programma 04 - Dienstverlening ............................................................................... 38 Programma 05 - Financiën en bedrijfsvoering ............................................................. 45 Overige financieel-technische aspecten ..........................................................................50 Inleiding ................................................................................................................ 50 Uitgangspunten opstellen raming (programma) begroting 2016 .................................... 50 Rentevisie en te hanteren inflatiecijfer ....................................................................... 52 Ontwikkelingen met betrekking tot heffingen en tarieven ............................................. 52 Beoordelingscriteria 'nieuw' geld, inclusief incidenteel .................................................. 53 Bijlagen ...........................................................................................................................55 Overzicht financiële gevolgen speerpunten en overige uitzettingen kadernota 2016 ......... 57 Overzicht van de 'reserve investeringsprojecten' ......................................................... 59
Kadernota 2016
Inleiding en leeswijzer
Inleiding en leeswijzer Deze Kadernota kent een soortgelijke opbouw als die van voorgaande jaren. Op onderdelen zijn er natuurlijk aanpassingen die te maken hebben met de nieuwe programmastructuur en de sinds dit jaar toegepaste methode van programmasturing. Wat de voorbereiding betreft, is thans ook voor het eerst de zogenoemde ‘scrum-methode’ toegepast en heeft de opbouw vanaf het eerste concept plaatsgevonden vanuit de digitale omgeving van het computerprogramma LIAS. Hiervoor heeft de raad bij de behandeling van de programmabegroting 2015-2018 de benodigde middelen beschikbaar gesteld. Indien op sommige plaatsen wordt verwezen naar onderliggende stukken, dan worden deze voor de raad ter inzage gelegd. In de kadernota zijn hiervan dan de hoofdlijnen opgenomen. Daar waar bij onderwerpen een ‘pm-raming’ is vermeld, zijn geen bedragen als dekking in de meerjarencijfers meegenomen. De kadernota is verder als volgt opgebouwd. Na de inleiding en leeswijzer geeft het college vervolgens een uiteenzetting van de financiële positie van de gemeente. Daarbij wordt zijdelings ingegaan op het rekeningresultaat 2014, de begroting 2015 en op het meerjarenbeeld 2016-2019. Ook zijn de laatste ontwikkelingen over de algemene uitkering uit het gemeentefonds vermeld. Tenslotte worden de financiële risico’s, de reserves & voorzieningen en het onderwerp ‘houdbare gemeentefinanciën’ behandeld. In het volgende hoofdstuk gaat het college in op de voortgang van de bezuinigingen 2012-2018, zoals deze door de raad zijn vastgesteld bij besluit van 10 november 2011, 7 november 2013 en 6 november 2014. Hierna beschrijft het college een aantal bekende (nieuwe) wettelijke gevolgen c.q. ontwikkelingen per programma. Daarbij is zoveel mogelijk aangegeven wat deze plannen (financieel) betekenen, zowel incidenteel als structureel in meerjarenperspectief. In sommige situaties kunnen speerpunten en ontwikkelingen worden uitgewerkt binnen bestaande budgetten van de exploitatiebegroting. Deze hebben dan geen invloed op de berekende saldi. Daarna behandelt het college enkele specifieke financieel-technische aspecten. Het betreft dan onder andere de uitgangspunten voor het opstellen van de ramingen van de (programma) begroting 2015. Naast de rentevisie, inflatie en de ontwikkelingen over de tarieven en heffingen zijn hier ook opnieuw de criteria benoemd (enigszins aangepast) die gelden voor de beoordeling van nieuwe plannen en/of investeringen. De raad heeft in het verleden aangegeven deze criteria als hulpmiddel te gebruiken bij het stellen van prioriteiten over nieuwe uitgaven en de uit te voeren investeringen. In het komende najaar draagt dit bij aan een heldere besluitvorming. Tenslotte is er een 2-tal bijlagen opgenomen. Als bijlage 1. is toegevoegd een indicatief samenvattend overzicht van de nu al bekende financiële uitzettingen e.d. uit deze kadernota en mogelijke prioriteitsstelling. Hieruit blijkt ook het totaal bedrag per prioriteit. Bijlage 2 geeft een overzicht van de binnen de ‘Reserve investeringsprojecten’ ondergebrachte en grotendeels geoormerkte middelen.
1
Kadernota 2016
Uiteenzetting financiële positie
Uiteenzetting financiële positie Inleiding In dit hoofdstuk gaat het college onder andere in op de uitkomsten van de jaarrekening 2014. De jaarrekening zelf komt zoals gebruikelijk in de tweede raadsvergadering van mei aanstaande aan de orde. We beperken ons in dit hoofdstuk voornamelijk tot de financiële uitkomst van de jaarrekening 2014. In een afzonderlijk voorstel aan de raad wordt ingegaan op de mogelijke bestemming daarvan. In het verleden is door de gemeenteraad al besloten de voordelige exploitatiesaldi te willen reserveren. Ook wordt in dit hoofdstuk teruggekeken op de begrotingsbehandeling 2015 en de besluiten die de raad heeft genomen in de vergadering van 6 november 2014 en gaat het college in op de financiële vooruitzichten voor de begrotingsperiode 2016 – 2018, inclusief de ontwikkelingen over de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Tenslotte wordt de mogelijke inzet van incidenteel geld behandeld onder het kopje ‘Vermogenspositie – reserves & voorzieningen’.
Rekeningresultaat 2014 In de context van de Kadernota 2016 is het vrij besteedbaar deel van het rekeningresultaat 2014 van belang (= ± € 1,9 miljoen - behoudens correcties voortvloeiende uit de accountantscontrole en noodzakelijke aanwendingen als gevolg van eerder genomen besluiten). De uitkomsten van de jaarrekening 2014 werken deels door in 2015 en volgende jaren. Het betreft hier dan de structurele gevolgen van de jaarrekening. Structurele gevolgen jaarrekening 2014 Voor zover er sprake is van een structurele doorwerking van bedragen uit de jaarrekening 2014, zal hiermee in de cijfers van de primitieve begroting 2016 rekening worden gehouden. Een nadere analyse van het rekeningresultaat 2014 zal duidelijk moeten maken welke afwijkingen structureel doorwerken en zouden moeten leiden tot een aanpassing van het meerjarenbeeld. Bestemming rekeningresultaat 2014 Bij de aanbieding van de begroting 2015 is de raad medegedeeld dat op voorhand geen rekening is gehouden met een te verwachten rekeningsaldo 2014. Via de decemberrapportage is later aangekondigd dat er sprake was van een voorlopig bijgesteld voordelig saldo van afgerond € 606.000. In voorkomende gevallen wordt een positief rekeningsaldo bestemd voor dekking van lopende investeringsprojecten. Bij het aanbieden van de jaarrekening 2014 is daarom voorgesteld om het vrij besteedbare deel van het rekeningresultaat 2014 toe te voegen aan de ‘Reserve investeringsprojecten’. Voor een toelichting op deze reserve evenals informatie omtrent de stand hiervan, wordt verwezen naar de bijlagen.
Begroting 2015 De programmabegroting 2015 is behandeld in de raadsvergadering van 6 november 2014. Na besluitvorming was het voordelig saldo in meerjarenperspectief 2018 bepaald op afgerond € 886.000, mede dankzij het daarbij door de raad vastgestelde dekkingsplan 2015-2017. Het saldo binnen de exploitatiebegroting 2015 bedraagt na de behandeling van de begroting en inclusief de vastgestelde begrotingswijzigingen t/m nr. 5, afgerond € 988.000 nadelig (inclusief nog te verwerken correcties). Bij brief van 11 november 2014 is de programmabegroting 2015 met bijbehorende stukken, waaronder het vaststellingsbesluit, ter goedkeuring aan de provincie voorgelegd. Als reactie hierop is door gedeputeerde staten d.d. 18 december 2014 medegedeeld dat de begroting 2015 van De Wolden, na een toets op hoofdlijnen, materieel in evenwicht is. Hierbij heeft de provincie het volgende overwogen: − De begroting en jaarrekening zijn tijdig toegestuurd;
2
Kadernota 2016
Uiteenzetting financiële positie
− De begroting is naar het oordeel van de provincie structureel en reëel niet in evenwicht, maar in de meerjarenraming is aannemelijk gemaakt dat de gemeente dit evenwicht in 2018 tot stand brengt. − De provincie gaat er van uit dat de gemeente de realisatie van de opgenomen bezuinigingsmaatregelen blijft monitoren en waar nodig tot bijstelling overgaat. Van de voortgang en het verdere verloop hiervan wenst de provincie graag op de hoogte te worden gehouden. − Begin 2015 wordt (zoals gewoonlijk) aan de hand van het financieel toezichtkader nader onderzoek naar de begroting 2015 verricht, inclusief de voortgang en het verdere verloop van de bezuinigingsmaatregelen. De resultaten hiervan wil de provincie graag in samenhang met b.v. de Kadernota 2016 met de raad bespreken. Hiermee valt de gemeente onder het repressief financieel toezicht. Wel wordt bij het vervolgonderzoek begin 2015 vooral gekeken naar de financiële positie van de gemeente in het begrotingsjaar en de komende jaren. Zoals gebruikelijk wil de provincie de uitslag hiervan in samenhang met deze kadernota met de gemeente bespreken. Tot zover de berichtgeving van de provincie betreffende de begroting 2015. Normaal gesproken vindt in de zomer het jaarlijks terugkerende gesprek tussen de provincie en een delegatie van de gemeenteraad plaats. Ook de portefeuillehouder financiën, de griffier en ambtelijke ondersteuning zullen daarbij aanwezig. Naast de bespreking van het verdiepingsonderzoek over de programmabegroting 2015, zullen ook de Kadernota 2016 en het accountantsrapport bij de jaarrekening 2014 aan de orde komen.
Financieel meerjarenbeleid 2016 - 2019 Meerjarenperspectief Het onderstaande financieel overzicht geeft een meerjarige doorkijk op hoofdlijnen van de voorlopig berekende financiële uitkomsten van de gemeentelijke exploitatie. Overigens bestaat er nog steeds onduidelijkheid over de structurele financiële effecten van een aantal belangrijke ontwikkelingen, zoals de algemene uitkering en de werkelijke bestedingen op grond van de verschillende taak decentralisaties in het sociaal domein. Ondanks dat de eerste uitkomsten hiervan niet ongunstig zijn, blijft voorzichtigheid geboden. Mede hierom zijn op voorhand op dit onderdeel geen mutaties ingeboekt. Ook niet wat de lastenkant betreft, zoals onder andere de prijsinflatie van de diverse onderhoudsbudgetten, subsidiebijstellingen en dergelijke. De bijdrage aan de 'Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen', die hoofdzakelijk wordt bepaald door de hoogte van de loonkosten, is om dezelfde reden ook niet aangepast. Definitieve besluitvorming over speerpunten en wensen van nieuw beleid ligt in dit stadium dan ook niet voor de hand. Immers, we weten niet precies hoe ver de financiële polsstok reikt. De geraamde exploitatiesaldi voor de komende jaren zijn op basis van de thans bekende informatie als volgt bepaald (zie ook onder inleiding). (bedragen x € 1.000)
Meerjarenperspectief 2016-2019 2016
2017
2018
2019
Tekort in meerjarenperspectief t/m wijziging 5/2015
518 N
42 V
319 V
319 V
- structurele gevolgen Kadernota 2016-2019
332 N
217 N
240 N
87 N
850 N
175 N
79 V
232 V
Exploitatieresultaten na aanvullende maatregelen
Naast de onzekerheden over de rijksuitkeringen, bestaat er ook nog geen duidelijkheid over de gevolgen van de nieuwe Participatiewet in relatie tot de WSW en de kostenontwikkeling van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD). Op basis van de hiervoor vermelde eindbedragen hoeven er vooralsnog geen aanvullende maatregelen (bezuinigingen, ombuigingen en inkomstenverhogingen) te worden genomen. Cumulatie van al deze zaken zou misschien kunnen leiden tot een aanpassing van bovengenoemd beeld bij de begroting 2016 in het komende najaar.
3
Kadernota 2016
Uiteenzetting financiële positie
Ontwikkelingen algemene uitkering uit het gemeentefonds In de Kaderbrief 2015 (pagina 11) hebben wij al melding gemaakt van de ontstane scheefgroei binnen het gemeentefonds. Omdat de huidige verdeling niet meer aansluit op de kosten die de gemeenten maken, heeft het Rijk besloten de algemene uitkering anders te gaan verdelen. Dit gebeurt in verschillende tranches. Op de 1e tranche, die op 1 januari 2015 al is ingegaan, volgt per 1 januari 2016 een 2e tranche. Ook de volgende herziening maakt dus onderdeel uit van het zogenoemde 'groot onderhoud' van het gemeentefonds. Voor meer achtergronden over de aanleiding en het doel van de herziening van het gemeentefonds, verwijzen wij naar de Kaderbrief 2015. Eind maart 2015 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken een notitie aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Raad voor de Financiële verhoudingen (Rfv) gezonden met de voorlopige uitkomsten van de 2e fase groot onderhoud gemeentefonds. Deze nieuwe verdeling wordt ingevoerd in 2016 en er is sprake van voorlopige herverdeeleffecten die in de meicirculaire 2015 zullen worden geactualiseerd naar het uitkeringsjaar 2016. Wat hiervan precies de gevolgen zullen zijn is niet bekend omdat in die circulaire ook andere aspecten betreffende de algemene uitkering aan de orde zullen komen. Hierbij moeten we dan denken aan de bijstelling van het accres, de verdere ontwikkeling van de uitkeringsbasis, de compensatie van loon- en prijsstijging, eventuele autonome kortingen aan de 'achterdeur' en de bijstelling van de budgetten voor de drie taakdecentralisaties. De 2e fase groot onderhoud laat zien dat er op hoofdlijnen een herverdeling is te zien van grotere naar kleinere en van stedelijke naar plattelandsgemeenten. Dit is het gecombineerde effect van alle nieuwe verdeelformules (Werk & Inkomen, Brandweer & Rampenbestrijding en Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing). Onderwijshuisvesting (onderdeel van Educatie) is opnieuw onderzocht wat echter geen nieuwe aanpassing nodig maakt. In bijlage 4 behorende bij de hiervoor genoemde notitie, zijn de voorlopige herverdeeleffecten genoemd. Voor De Wolden is berekend dat het totaal van deze effecten uit de 2e fase van het groot onderhoud zijn bepaald op afgerond € 1,0 miljoen voordelig. Samen met het nadelige herverdeeleffect van de 1e fase blijft er ruim € 9 ton over. Het is in dit soort situaties gebruikelijk dat er een overgangsregeling of suppletie-uitkering wordt getroffen. Inzet van de VNG is alle effecten (plus en min), ook die betrekking hebben op het sociaal domein, te verzamelen en dan de suppletie-uitkering uit te smeren over een maximaal effect van € 15 per inwoner per jaar. Zoals het nu lijkt is de overgangsperiode 2 jaar. Wat de algemene uitkering betreft, adviseert de VNG de gemeenten om flexibiliteit in de begroting in te bouwen, zeker op het gebied van de drie grote decentralisaties, zodat niet bij de eerste de beste correctie c.q. tegenvaller er (wederom) tekorten ontstaan en de gemeente opnieuw in de discussie verzeild raakt van aanvullende bezuinigingen.
Doorrekening meerjareninvesteringsplannen 2015 - 2018 Algemene toelichting De gemeentelijke investeringen zijn in twee hoofdcategorieën in te delen: a. Programma-investeringen (beleid) b. Investeringen in bedrijfsmiddelen (apparaat)
De volgende gemeentelijke investeringen kunnen zich voordoen: - Investeringen met een economisch nut; - Investeringen met een maatschappelijk nut; - Langlopende geldleningen; - Deelnemingen; - Bijdragen in vaste activa van derden; - Bouwgrondexploitatie.
4
Kadernota 2016
Uiteenzetting financiële positie
Programma-investeringen Bij programma-investeringen gaat het om projecten met een (grote) politiek-maatschappelijke impact, die veelal tot stand komen op basis van bestuurlijk strategische keuzes. De belangrijkste kenmerken zijn: - afhankelijk van de financiële ruimte is er jaarlijks een bedrag beschikbaar voor kapitaallasten; - de voortgang wordt gevolgd via tussentijdse rapportages conform de budgetcyclus; - besluitvorming door de politiek. Tot de programma-investeringen worden bijvoorbeeld gerekend de investeringen in het kader van de (sociale) veiligheid, verkeer en vervoer, recreatieve voorzieningen, sport-, cultuur- en wijkvoorzieningen, volksgezondheid (riolering). Het komt ook voor dat investeringen worden gedekt met incidentele middelen. Bedrijfsmatige investeringen Bedrijfsmatige investeringen zijn investeringen die betrekking hebben het functioneren van de organisatie. Zijn deze middelen er niet, dan kan de organisatie niet functioneren. Dit zijn de bedrijfsmiddelen, welke nodig zijn voor het uitvoeren van onze gemeentelijke taken. Enkele voorbeelden zijn de bedrijfsgebouwen, technische installaties, het meubilair, de computers en tractie. De vrijval van kapitaallasten zijn nodig voor het aangaan van nieuwe (vervangings)investeringen. Belangrijke randvoorwaarden hierbij zijn: - vrijvallende kapitaallasten zijn in beginsel beschikbaar (uitgezonderd gebouwen); - dekking nieuwe en vervangingsinvesteringen gebeurt uit vrijvallende kapitaallasten; - niet benutte vrijvallende kapitaallasten kunnen incidenteel worden ingezet. Om de continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen is het noodzakelijk dat er voldoende middelen in de begroting aanwezig zijn om vervangingsinvesteringen te plegen. Hiervoor zijn in de meerjarenraming enkele stelposten opgenomen. ---------Er is geen meerjareninvesteringsplan 2016 - 2019 opgesteld omdat de vervangingsinvesteringen bedrijfsvoering met ingang van 1 januari 2015 grotendeels onderdeel uitmaken van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen (SWO). De hiermee gemoeid zijnde stelpost is ook deels overgedragen aan de SWO. De programma-investeringen 2016 en volgende jaren zijn waar nodig vermeld bij de speerpunten per programma. De benoemde investeringen hebben deels betrekking op de afvalinzameling en -verwerking alsmede op de riolering. De hieruit voortvloeiende kapitaallasten hebben in principe geen budgettaire gevolgen omdat het uitgangspunt geldt dat er 100% kostendekkende heffingen tegenover staan. De investeringen die niet meerjarig afgeschreven behoeven te worden en veelal een maatschappelijk nut hebben, worden gewoonlijk ineens afgeboekt ten laste van de 'Reserve investeringsprojecten'. Dit gebeurt vaak ook met andere éénmalige budgetten die in de kadernota c.q. begroting worden aangevraagd. Gelet op de onder druk staande uitkomsten van de meerjarencijfers in deze kadernota en de beperkte financiële ruimte, ligt het niet voor de hand dat alle aangeleverde (investerings)wensen kunnen worden gehonoreerd. Sterker nog, van de raad wordt een kaderstellende uitspraak gevraagd of er überhaupt buiten de categorie-1 prioriteit, ook nog ruimte vrijgemaakt moet worden voor wensen met een andere prioriteit. Ook zal een uitspraak gedaan moeten worden of er incidenteel geld vrijgemaakt kan worden voor een aantal noodzakelijke investeringen die ineens gedekt moeten worden.
5
Kadernota 2016
Uiteenzetting financiële positie
Vermogenspositie en houdbare gemeentefinanciën Vermogenspositie In de 'Financiële verordening artikel 212' is vastgelegd dat de nota reserves & voorzieningen periodiek wordt geactualiseerd. Tot nu toe was het gebruikelijk dat deze eens in de vier jaar ter vaststelling aan de raad werd aangeboden. Het laatst is dit gebeurd in 2013 zodat het voor de hand ligt om het eerstvolgende exemplaar in 2017 aan de raad voor te leggen. In de tussenliggende jaren wordt deze nota van een update voorzien en de uitkomsten daarvan gedeeld met de raad. Volgens de cijfers uit de ‘Nota reserves & voorzieningen 2016 – 2019’ bedraagt het tekort binnen de ‘Reserve investeringsprojecten’ per 1 april 2015 afgerond € 116.000. Hierbij is aangenomen dat de werkelijke onttrekkingen plaatsvinden volgens de geplande investeringen. Ook is geredeneerd vanuit een saldo in deze reserve van € 7,0 miljoen per 1-1-2015 en de volgende (afgeronde) onttrekkingen op jaarbasis: 2015 € 5,9 miljoen 2016 € 0,9 miljoen 2017 € 0,3 miljoen In het verleden heeft de raad besloten om de voorlopig berekende voordelige exploitatieoverschotten jaarlijks bij de bestemming van het rekeningresultaat te storten in de ‘Reserve investeringsprojecten’. De herziene 'Nota reserves & voorzieningen 2016-2019' is voor de raad bij de stukken ter inzage gelegd en is ook op de raadsapp geplaatst.
Houdbare gemeentefinanciën/financiële kengetallen In zowel de Kaderbrief 2015 (pagina 8 en 9) als in de Programmabegroting 2015 (programma ‘Financiën en bedrijfsvoering’) is aandacht besteed aan het benoemen van financiële kaders die kunnen worden toegepast bij het samenstellen van de toekomstige programmabegrotingen. Over deze problematiek is in overleg met de VNG door een Adviescommissie vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincie en gemeenten (BBV) een rapportage uitgebracht. De aanbevelingen hieruit zijn door het Ministerie van BZK onderschreven en door een stuurgroep is ingestemd met een verplichte basisset van vijf kengetallen die in samenhang, informatie moeten geven aan raadsleden over de financiële positie van de gemeente. Wij stellen ons in aanvulling hierop voor een 6e kengetal toe te voegen en wel de financiële ruimte die beschikbaar is binnen de ‘Reserve investeringsprojecten’. Bij het ontwikkelen van nieuw beleid wordt door de gemeente veelal ook gekeken naar deze reserve. In het verleden werd deze reserve veelvuldig als bron aangewezen voor de dekking van de beschikbaar gestelde investeringen en incidentele budgetten. De 1. 2. 3. 4. 5. 6.
zes kengetallen zijn: Netto schuldquote; Solvabiliteitsratio; Grondexploitatie; Structurele exploitatieruimte; Vrije belastingcapaciteit; Financiële ruimte ‘Reserve investeringsprojecten’.
Doel van deze kengetallen is dat daarmee beter door de raad het oordeel over de structureel en reëel sluitende begroting kan worden onderbouwd. Voorgesteld wordt de set van kengetallen in de toekomst te presenteren in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, omdat de kengetallen een goed beeld geven van de financiële positie en dus van betekenis zijn voor de weerbaarheid en wendbaarheid. De beoogde invoering is met de begroting 2016 en de jaarrekening 2015. Bovengenoemde informatie is mede ontleend aan de decembercirculaire gemeentefonds 2014.
6
Kadernota 2016
Uiteenzetting financiële positie
Tijdens de laatst gehouden vergadering van de Financiële Raadswerkgroep op 2 april jl. is de informatie uit de hierover opgestelde notitie gedeeld met de werkgroep leden. Ook zijn de uitkomsten besproken en waar noodzakelijk aanvullend toegelicht. In het kort is het volgende beeld van De Wolden te schetsen. Op basis van het vorenstaande is de basisset kengetallen De Wolden uitgewerkt. De kengetallen zijn communicerende vaten, waarbij enkele een stoplichtfunctie (rood) hebben en de andere een signaalfunctie. Het is overigens van belang de kengetallen in samenhang te presenteren aangezien een afzonderlijk kengetal niet zoveel zegt over de financiële positie. Daarnaast zijn wij ons er van bewust dat uitkomsten weliswaar momentopnames zijn maar daarnaast ook een voorspellend karakter hebben. Samenvattend ontstaat het volgende beeld: Netto schuldquote
Deze loopt wel op maar valt binnen de landelijk gestelde kaders;
Solvabiliteitsratio
Deze neemt weliswaar af maar valt binnen de landelijke richtlijn;
Grondexploitatie
Gemeente heeft beperkt geïnvesteerd – er geldt geen norm;
Exploitatieruimte
Gezien de voorlopige uitkomst is er slechts beperkte financiële ruimte;
Onbenutte Belastingcapaciteit
Er is ruimte om de OZB extra te verhogen = politieke afweging;
Investeringsprojecten
Na uitvoering huidig collegeprogramma is de stand nihil.
De Wolden zou op basis van het huidige beeld in 2020 mogelijk geen sluitende begroting meer hebben en daarom moeten interen op het eigen vermogen. Dit impliceert aanvullende bezuinigingen, niet alleen om extra te kunnen investeren maar ook omdat er sprake is van een toekomstig financieringstekort (met extra rentelasten). Het college neemt zich voor dit beeld bij de opstelling van de programmabegroting 2016 te actualiseren en daarbij vanzelfsprekend ook de uitkomsten van de komende meicirculaire over het gemeentefonds te betrekken.
7
Kadernota 2016
Voortgang afgesproken bezuinigingen
Voortgang afgesproken bezuinigingen Inleiding In de aanbiedingsbrief bij de programmabegroting 2015 is als afzonderlijke bijlage 6 een overzicht toegevoegd van de vastgestelde bezuinigingen vanaf 2010. Hierna gaat het college volgens afspraak in op de voortgang van de nog lopende bezuinigingen, zoals vastgesteld bij de behandeling van de verschillende programmabegrotingen op 10 november 2011, op 7 november 2013 en op 6 november 2014.
Voortgang bezuinigingen 2012 - 2018 Het college heeft met de raad afspraken gemaakt over de manier van rapportage betreffende de voortgang in de realisatie van de afgesproken bezuinigingen. Zo zijn er twee rapportagemomenten, namelijk de kadernota en de decemberrapportage. Daarnaast wordt een update van de zogenoemde bezuinigingsmatrix, voor zover daartoe aanleiding is, op de raadsapp geplaatst. Dat wil zeggen als er nieuwe informatie beschikbaar is. In voorkomende gevallen brengt het college de raad tussentijds extra op de hoogte ingeval er bijzondere ontwikkelingen zijn. In aanvulling op de laatste bezuinigingsmatrix per 1 mei 2015 wil het college hieronder in het kort nog stilstaan bij de volgende ontwikkelingen. Totaaloverzicht bezuinigingen. Volgens bijlagen aanbiedingsbrief 2015 (1) Raadsbesluit 10 november 2012 Af - correctie zwembad Ruinen
2015
Sub-totaal
1.820.051 78.000 1.742.051 1.069.178 36.629
Totaal Correctie personele taakstelling naar SWO * Totaal-generaal
2.847.858 -263.618 2.584.240
-
(2) Raadsbesluit 7 november 2013 (3) Raadsbesluit 6 november 2014
2016
-
1.820.051 78.000 1.742.051 1.579.500 61.629
3.383.180 -483.440 2.899.740
2017
-
1.820.051 78.000 1.742.051 1.946.000 186.629
3.874.680 -483.440 3.391.240
2018
-
1.820.051 78.000 1.742.051 1.946.000 211.629
3.899.680 -483.440 3.416.240
* Hierin was per abuis ook een taakstelling van € 68.060 meegenomen die bij de gemeente achterblijft. E.e.a. heeft te maken met privatisering van accommodaties en sporthalbeheer.
Ad 1: Alle bezuinigingsmaatregelen zijn op begrotingsbasis verwerkt dan wel als taakstelling opgenomen. Voor de bezuiniging op de formatie van de wethouders geldt dat een bedrag van afgerond € 9.500 niet wordt gehaald omdat naderhand voor een andere invulling is gekozen. De afgelopen jaren is op het leerlingenvervoer op basis van een aanbestedingsvoordeel fors bezuinigd. Deze bezuiniging is ook verwerkt in de begrotingscijfers. Het aantal leerlingen is weliswaar gedaald maar de kosten zijn in verhouding gestegen als gevolg van de compensatieregeling in deze nieuwe aanbesteding. Dit noodzaakt tot een bijstelling van het benodigde budget. Hiervoor wordt verwezen naar het programma 3 ‘Sociaal beleid en onderwijs’. Ad 2: Alle maatregelen zijn op begrotingsbasis verwerkt in de meerjarenraming, meestal in de verschillende budgetten en soms opgevoerd als stelpost, die nog gerealiseerd moet worden. Dit betreft hier nog de verdere invulling van de bezuiniging overhead op de RUD (budget taak decentralisaties) van € 161.000 vanaf 2016, de invulling van de bezuiniging van € 180.000 vanaf 2017 op het bibliotheekwerk, de bezuiniging op de zwembaden de Wijk en Zuidwolde van samen € 100.000 vanaf 2017 en de verdere verwerking van de aanpassing van de onroerende zaakbelastingen in relatie tot een verlaging van de riool- en afvalstoffenheffing.
8
Kadernota 2016
Voortgang afgesproken bezuinigingen
Ad 3: Ook de laatste besluitvorming van de raad is via begrotingswijziging nr. 1/2015 verwerkt in de meerjarenbegroting. Onderdeel hiervan betreft o.a. de bezuiniging op diverse subsidies en bijdragen van € 25.000 in 2016, € 50.000 in 2017 en € 75.000 structureel vanaf 2018. Hier moet nog wel invulling aan worden gegeven Algemeen: Verschillende bezuinigingen worden gerealiseerd door middel van een korting op bijdragen aan gesubsidieerde instellingen, zoals de Stichting Welzijn. Hier staat echter tegenover dat deze instellingen gewoonlijk jaarlijks wel recht hebben op een indexatie van de subsidie wegens loon- en prijscompensatie. Hierdoor lijkt het misschien dat de betreffende instelling niet tot het afgesproken bedrag is 'gekort'. Voor het overige verwijst het college naar de laatst beschikbare bezuinigingsmatrix 2012–2018 (stand 1 mei 2015).
9
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief In dit hoofdstuk zijn conform de opzet van de nieuwe indeling van de begroting en jaarstukken per programma de (financiële) ontwikkelingen in meerjarenperspectief weergegeven.
Programma 01 - Leefbaarheid Dit programma gaat over de fysieke leefomgeving en veiligheid. Het omvat de thema's veiligheid, ruimtelijke ordening, beheer van de openbare ruimte, volkshuisvesting, milieu, water, landschap, cultuurhistorie, afval, riolering, bereikbaarheid en mobiliteit.
Programmahouder Jan ten Kate Beleidsdocumenten Algemeen: • Politieke Termijnagenda 2014-2018 van de raad; • Collegeprogramma 2014-2018, d.d. 29 april 2014; Wonen en duurzaamheid: • Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; • Structuurvisie De Wolden 2010–2030 vastgesteld in maart 2011; • Monumentenverordening 2005; • Woonplan 2010–2015, vastgesteld 12 juli 2012; • Regionale woonvisie Zuidwest Drenthe, vastgesteld 30 oktober 2012; • Nota Grondbeleid gemeente De Wolden 2013-2016. Kwaliteit leefomgeving: • Beheerplan openbare verlichting 2013-2017; • Beheerplan bruggen en kunstwerken 2005; • Kwaliteitsvisie openbare ruimte 2012; • Bermenbeheersplan; • Welstandsnota 2013 vastgesteld 13 december 2012; • (facet)Bestemmingsplannen en beheersverordeningen; • Ambitiedocument Vitaal Platteland, vastgesteld door de raad op 12 juni 2014; • Waterplan De Wolden 2008; • Landschappelijk Ontwikkelings Kader, vastgesteld door de raad op 29 november 2012; • Agenda Platteland gemeenten Zuidwest Drenthe, vastgesteld door college in november 2012; • Milieubeleidsplan 2010–2015 vastgesteld door de raad op 24 juni 2010; • Afvalbeleidsplan 2015-2020 vastgesteld door de raad op 15 januari 2015; • Nota Bodembeheer vastgesteld door de raad op 13 september 2012; • Geurgebiedsvisie, vastgesteld door de raad op 10 juni 2010; • Verbeterd Gemeentelijk Rioleringsplan (V-GRP); • Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en uitvoeringsvoorschriften gemeentelijke begraafplaatsen 2011; • Samenwerkingsagenda Zuidwest Drenthe, vastgesteld door college op 3 december 2013. Bereikbaarheid en mobiliteit: • Gemeentelijke Verkeer- en Vervoersplan (GVVP); • Herzien fietsplan 2013. Veiligheid: • Algemene Plaatselijke Verordening; • Kadernota Toezicht en Handhaving 2015-2018; • Kadernota Integraal veiligheidsbeleid 2010-2014; • Regionaal Crisisplan Drenthe.
10
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Algemeen Wat speelt er in De Wolden? De gemeente De Wolden wil haar grootste kwaliteit, het zijn van een plattelandsgemeente, behouden en versterken. Ontwikkelingsmogelijkheden dienen de ruimtelijke kwaliteit te versterken. De ruimtelijke kwaliteit in De Wolden wordt bepaald door de dynamiek van het landschap. De leefbaarheid in de dorpen wordt bepaald door de dynamiek van de inwoners. Dit betekent leven, wonen en werken binnen een dorps- of plattelandsgemeenschap, waar het ‘naoberschap’ voorop staat. Woningen van goede kwaliteit en de aanwezigheid van voldoende voorzieningen zijn hiervoor bepalend. De bereikbaarheid in het gebied is essentieel en blijft mogelijk via eigen vervoer, openbaar vervoer of alternatieve vervoersvormen. Verkeersveiligheid en veilige fietsvoorzieningen zijn daarbij belangrijk aandachtspunten. Maar ook (een gevoel van) veiligheid in de woon- en werkomgeving draagt bij aan de leefbaarheid. De Wolden wil blijven behoren tot de veiligste woongemeenten in Nederland. Dit vergt aandacht voor fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Wij streven het volgende op de langere termijn na: • Aantrekkelijke woonomgeving; • Goede bereikbaarheid, ook voor mindervaliden; • Hoge kwaliteit landschap, gebouwen en openbare ruimte; • Inwoners ervaren De Wolden als een veilige woon- en leefomgeving.
Het programma in beeld:
Trends en ontwikkelingen Demografische ontwikkeling: Ontgroening en vergrijzing De bevolking van De Wolden verandert van samenstelling. Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd neemt met een kwart af de komende 10 jaar. De groep 75 plussers neemt sterk toe, de komende 20 jaar zelfs met circa 70 procent. De beroepsbevolking neemt in 20 jaar af met 20 procent. Het aantal huishoudens gaat waarschijnlijk licht dalen vanaf 2020 (notitie Vitaal Platteland). Het ambitiedocument Vitaal Platteland geeft aan hoe de leefbaarheid van de Wolden behouden kan blijven bij deze veranderende bevolking. Afname voorzieningen Het aantal voorzieningen in dorpen neemt af. Dat geldt zowel voor maatschappelijke voorzieningen als voor commerciële voorzieningen. Dat heeft te maken met de veranderende bevolkingssamenstelling, maar ook met schaapvergroting, de toegenomen automobiliteit en digitalisering. Nabijheid van voorzieningen is minder belangrijk geworden, de bereikbaarheid des te meer. Door het uitvoeren van centrumplannen werkt de gemeente in de kerndorpen aan een compact, bereikbaar en levendig dorpscentrum. De bereikbaarheid voor inwoners zonder auto is een aandachtspunt. Vrijkomende bebouwing Zowel in de kernen als in het buitengebied ontstaat leegstand en lege plekken. In de kernen komt dit door de afname van voorzieningen, in het buitengebied door de schaalvergroting in de landbouw. Leegstand mag niet leiden tot verpaupering omdat daarmee de kwaliteit van de leefomgeving daalt. Daarom faciliteert de gemeente herbestemming en herontwikkeling.
11
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Klimaatverandering Door klimaatverandering krijgen we te maken met meer hevige buien en langere periodes van droogte. Afvoer van overtollig water en aanvoer in tijden van droogte vragen om een robuust watersysteem. De gemeente werkt mee aan de inrichting van noodbergingsgebieden, zoals in het gebied Uffelte-Ruinen, en in de zandwinplassen. Samenwerking in de waterketen Sinds 2011 werkt de gemeente De Wolden samen met de gemeenten Meppel, Steenwijkerland, Hoogeveen, Midden-Drenthe en het waterschap Reest en Wieden (onder de naam Fluvius) om de afspraken uit het Bestuursakkoord Water (2011) over een doelmatiger waterbeheer te realiseren. De intensieve samenwerking moet leiden tot: − het realiseren van kostenbesparingen in het beheer van de afvalwaterketen; − het behouden dan wel vergroten van de kwaliteit van de uitvoering van de beheertaken; − het verminderen van de kwetsbaarheid bij de uitvoering van beheertaken; − het afstemmen van investeringen in de afvalwaterketen en het watersysteemsysteem. Uiteindelijk leidt deze samenwerking ertoe dat de stijging van de lasten (rioolheffing en zuiveringsheffing) voor inwoners en bedrijven in de toekomst beperkt blijft. Eind 2015 wordt een gezamenlijk watertakenplan Fluvius 2016-2021 voor de regio ter vaststelling aangeboden. Dit plan vervangt het verbreed gemeentelijk rioleringsplan. Het plan bevat een gezamenlijke visie op de waterketen (winning – gebruik – zuivering) en ambities, processen en activiteiten worden afgestemd. Hierdoor ontstaan op het gebied van het rioleringsbeheer en zuiveringsbeheer kansen voor samenwerking en kostenbesparing. Het plan bevat verder voor elke organisatie een specifiek deel voor de uitvoering van maatregelen en activiteiten, een kostendekkingsplan riolering en een voorstel voor de ontwikkeling van de rioolheffing. Van afval naar grondstof Om duurzaam (her)gebruik te stimuleren, werkt het rijk samen met gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties aan het in 2014 gepresenteerde programma 'Van Afval Naar Grondstof' (VANG). Het gezamenlijke doel is om meer duurzame producten op de markt te brengen, het stimuleren van bewuster consumeren én hergebruik van afvalstromen door optimale afvalscheiding. Het VANG-programma is gebaseerd op de principes van een circulaire economie. Herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het behoud van natuurlijke hulpbronnen staan daarin centraal. Producten worden uiteindelijk zo gemaakt en vermarkt dat ze in de afvalfase volledig recyclebaar zijn. Voor gemeenten betekent dit: − de komende jaren (nog) meer huishoudelijk afval gescheiden in te zamelen; − de inwoners stimuleren hierin hun verantwoordelijkheid te nemen. De ambitie uit het VANG programma op het gebied van afvalscheiding waar gemeenten de komende jaren uitvoering aan dienen te geven is voor 2020 gesteld op 75% en nader geconcretiseerd in een hoeveelheid restafval per inwoner per jaar van maximaal 100 kg (is nu voor De Wolden 260 kg). Bronscheiding is uitgangspunt van beleid. In aanvulling daarop kan zo mogelijk nascheiding worden toegepast. Minder overheid, meer inwonersinitiatief Er is sprake van een veranderende rol van de overheid in de samenleving. 'De burger participeert en de overheid faciliteert'. De Wolden kenmerkt zich door inwoners die zich betrokken voelen bij hun woonomgeving en zich hierin actief willen inzetten voor hun leefomgeving. Toename onveiligheid door veranderingen zorg Door veranderingen in de zorg moeten inwoners langer thuis blijven wonen. Dit geldt voor ouderen maar ook voor bijvoorbeeld mensen met psychiatrische problematiek. Hiermee ontstaat de kans dat het gevoel van sociale onveiligheid en overlast toeneemt. Dit vraagt om aandacht vanuit integraal veiligheidsbeleid. Nieuwe omgevingswet In de nieuwe Omgevingswet (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) wordt nagenoeg alle huidige wetgeving omtrent de leefomgeving herzien. Dit zal grote impact op de organisatie hebben, daarom wordt het door de organisatie ook nauwlettend in de gaten gehouden. Dit betreft vooral de ontwikkelingen rondom het vormgeven, voorbereiden en invoeren van de nieuwe Omgevingswet.
12
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Workshops, diverse bijeenkomsten, VNG overleg en nieuwsbrieven zijn de middelen die hieraan bijdragen. Overigens wordt vaststelling en invoering niet eerder verwacht dan 2018-2019. Het kabinet wil het omgevingsrecht op deze manier makkelijker maken en de regels voor ruimtelijke projecten vereenvoudigen en bundelen.
Beleidsdoelen Gelet op de beoogde maatschappelijke effecten uit het programma ‘leefbaarheid’, stelt het college zich de volgende doelen. Doelen aantrekkelijke woonomgeving: • Woningzoekenden interesseren voor een woning in De Wolden en zo het herstel van de woningmarkt benutten; • Betaalbare woonruimte realiseren of laten realiseren in zowel huur als koop; • Behoud van de hoge kwaliteit van de woningvoorraad; • Meewerken aan het tot stand brengen van energiezuinige woningen met lage energielasten; • Stimuleren dat ouderen langer thuis kunnen blijven wonen; • Goed voorbereiden op de nieuwe omgevingswet; • Samen met bewoners en woningcorporatie leegstand en verpaupering voorkomen; • Faciliteren dat de leefbaarheid blijft behouden in tijden van ontgroening, vergrijzing en krimp; • De CO2 uitstoot verder verlagen voor een gezonde leefomgeving; • Een efficiënter afvalwaterbeheer; • De mogelijkheden van afval als grondstof zo goed mogelijk benutten. Doelen bereikbaarheid, ook voor mindervaliden: • De verkeersveiligheid verhogen en het aantal verkeersslachtoffers terugdringen; • Het fietsverkeer en gebruik van openbaar vervoer bevorderen. Doelen hoge kwaliteit landschap, gebouwen en openbare ruimte: • Het huidige kwaliteitsniveau van de openbare ruimte behouden; • Samenwerken met inwoners om de kwaliteit van de leefomgeving te verhogen; • Wegbermen soortenrijker en mooier maken; • Het mooie afwisselend landschap behouden in samenwerking met inwoners en vrijwilligers; • Meewerken aan het inrichten van gebieden voor (incidentele) waterberging; • Meewerken aan robuuste watersystemen; • De mogelijkheden onderzoeken van het gebruiken en aanleggen van nieuwe energiebronnen met behoud van ruimtelijke kwaliteit; • Onze cultuurhistorische waarden behouden en benutten. Inwoners ervaren De Wolden als een veilige woon- en leefomgeving: • Zichtbaarheid van de politie vergroten, de wijkagent heeft een centrale positie in de wijken en dorpen; • Aansluiting tussen het veiligheidsbeleid en zorgnetwerken vergroten; • Bestrijden van alcohol en drugsproblematiek, waarbij geldt: preventie voor repressie; • Betrokkenheid van inwoners op veiligheid vergroten door de inzet van burgernet; • Regiefunctie op integrale veiligheid vergroten; • Het opstellen van een veiligheidsanalyse en nieuw integraal veiligheidsbeleid; • Effectief inzetten van toezicht en handhaving.
13
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Speerpunten Om de doelen in deze raadsperiode te halen wordt in 2016 met de volgende concrete punten gestart. 140 – openbare orde en veiligheid Activiteit
Nieuw integraal veiligheidsbeleid.
Gevolgen voor de burger
Een veilige woon en leefomgeving, op De Wolden afgestemd beleid.
Middelen
2016 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Het huidige integraal veiligheidsbeleid liep tot 2014. In 2015 wordt nieuw beleid ontwikkeld. Hiertoe is in 2014 gestart met het uitvoeren van een belevingsonderzoek onder inwoners. De resultaten hiervan worden meegenomen in een op te stellen veiligheidsanalyse. In deze analyse wordt zichtbaar welke veiligheidsthema’s in De Wolden aandacht verdienen. Aan de hand van de analyse wordt de raad gevraagd prioriteiten te stellen voor nieuw veiligheidsbeleid. Uiteindelijk resulteert dit in een nieuwe kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2016 – 2020. Bij het vaststellen van deze kadernota Integrale Veiligheid wordt afhankelijk van de gekozen prioriteiten middelen gevraagd voor de uitvoering hiervan. Deze worden in de kadernota 2017 meegenomen.
140 – openbare orde en veiligheid Activiteit
Veiligheidshuis Drenthe.
Gevolgen voor de burger
Gestructureerde en gezamenlijke aanpak van onveiligheid.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 € 6.000
2017 € 6.000
2018 € 6.000
2019 € 6.000
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Binnen Veiligheidshuis Drenthe werken de gemeenten samen met justitiële- en zorgpartners aan de aanpak van complexe, keten overstijgende (sociale) veiligheidsproblemen. Veiligheidshuis Drenthe fungeert als informatie- en schakelpunt tussen justitiepartners die op schaal van regio NoordNederland opereren en lokaal/regionaal georganiseerde Drentse partners zoals gemeenten en zorginstellingen. Gemeenten lossen veel problemen met hun burgers zelf op, in goede (bilaterale) samenwerking met hun ketenpartners. Uitgangspunt is om daar waar het kan, zaken lokaal op te pakken, en waar nodig – bij geweld, criminaliteit en (ernstige) overlast - expertise vanuit het Veiligheidshuis bij te schakelen. Het Veiligheidshuis fungeert in deze als hulpmiddel en biedt de infrastructuur waarlangs gemeenten en zorginstanties snel kunnen schakelen met politie, OM en andere strafpartners. De nazorg aan ex-gedetineerden neemt een bijzondere positie in binnen het Veiligheidshuis. Dit is een gemeentelijke uitvoeringstaak, maar de meeste Drentse gemeenten hebben de coördinatie hiervan in het Veiligheidshuis belegd. Dit geldt ook voor De Wolden. Veiligheidshuis Drenthe wordt deels gefinancierd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze Rijksbijdrage is gebonden aan bestuurlijke afspraken tussen VNG en het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Bij toekenning hiervan is het uitgangspunt dat de gemeenten financieel bijdragen aan het veiligheidshuis in die regio.
14
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
210 – Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen Activiteit
Herinrichting Dijkhuizen Ruinerwold, overheidsparticipatie.
Gevolgen voor de burger
Verkeersveilige omgeving voor de gebruikers. Minder aantrekkelijk maken van de route voor het doorgaande verkeer.
Middelen (dekking is deels voorzien t.l.v. de reserve investeringsprojecten)
2016 Pm -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Naast het herinrichten van de weg Dijkhuizen is er sprake van een pilotproces overheidsparticipatie. Beiden hebben geen wettelijke grondslag. Dorpsbelangen heeft samen met de gemeente een herinrichtingsplan voor de weg Dijkhuizen opgesteld. Doel van het plan is van Dijkhuizen weer een verblijfsgebied te maken. Dijkhuizen is nu vooral een verkeersader. Het dorp wil de oude ‘dorpsstraat’ terug. Een dorpsstraat met voorrang voor verblijf. In 2014 zijn dorp en gemeente op zoek gegaan naar financieringsmogelijkheden. Deze zijn deels gevonden. De totale kosten om Dijkhuizen te kunnen herinrichten worden geraamd op € 1.350.000. Via BDU (bijzondere doeluitkering) en rioleringsmaatregelen, regio Zwolle is € 488.000 beschikbaar. Om het herinrichtingsplan te kunnen uitvoeren ontbreekt nog een bedrag van € 862.000. Het dorp heeft de plannen inmiddels gereed en wil samen met een aannemer de voorbereiding en de uitvoering gaan oppakken. Intentie is om in 2015 met de uitvoering te starten.
210 – Wegen, straten, pleinen en verkeersmaatregelen Activiteit
Centrumplan de Wijk
Gevolgen voor de burger
Verbetering bereikbaarheid, parkeren en leefbaarheid van het dorpscentrum)
Middelen (dekking is grotendeels al voorzien uit de reserve investeringsprojecten)
2016 € 400.000 -
2017 € 50.000 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Het centrumplan de Wijk bestaat uit twee deelplannen, te weten: − de herontwikkeling van de Horstlocatie en het Holwortelplein en − aanpassingen aan de Dorpsstraat in verband met verbetering doorstroming, parkeren en fietsen wandelzone. In de Kaderbrief 2015 is voor de verdere uitvoering van het centrumplan de Wijk een totaalbedrag aangegeven van € 530.000. Een bedrag van € 480.000 in het jaar 2015 en een bedrag van € 50.000 voor het jaar 2017. Door vertraagde en complexe besluitvorming van de betrokken ondernemers in het proces, is er sprake van aanpassing in het proces en de ramingen per jaar. Voor 2015 is geen bedrag nodig van € 480.000 (opgave kaderbrief 2015), maar een bedrag van € 100.000. Dit bedrag is nodig voor het afronden van de bestemmingsplanprocedure, het omgevingsmanagement, verwerken van bezwaren, onderhandelingen van de koopovereenkomst en projectleiding. Het resterende bedrag van € 380.000 wat gevraagd was voor 2015, kan worden doorgeschoven naar 2016. Door de langere doorlooptijd is het benodigde bedrag voor 2016 met € 20.000 verhoogd. Het bedrag van € 400.000 voor 2016 is nodig voor de aanlegkosten van de openbare ruimte van de Horstlocatie met een uitloop realisatie in 2017. De planning is dat de supermarkt in 2016 wordt gebouwd, behoudens mogelijke procedures bij de Raad van State.
15
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
240 – Waterkering, afwatering en landaanwinning Activiteit
Hogere waterschapslasten door gewijzigde toedeling.
Gevolgen voor de burger
Geen.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 € 12.000
2017 € 12.000
2018 € 12.000
2019 € 12.000
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Het waterschap Reest & Wieden heeft de kostentoedelingsverordening gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat eigenaren van de verharde wegen vanaf 2014 een hoger tarief aan waterschapsbelasting betalen. Voor de gemeente De Wolden betekent dit structureel € 12.000 hogere lasten.
550 - Natuurbescherming Activiteit
Ondersteuning landschapsbeheer door inwoners (vrijwilligersgroepen).
Gevolgen voor de burger
Door goed beheer houden inwoners (vrijwilligers) zelf het particuliere landschap in stand en daarmee de aantrekkelijke woonomgeving.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 € 20.157
2017 € 20.157
2018 € 20.157
2019 € 20.157
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Twee jaar lang is een pilotproject uitgevoerd (LOWS: Landschap onderhouden we samen). Het was een pilot om te onderzoeken of het landschapsbeheer door vrijwilligers haalbaar en zinvol is. Het resultaat van de pilot is dat inmiddels 35 groepen vrijwilligers zich succesvol inzetten voor het landschap van de Wolden. De Wolden gaf subsidie aan het pilotproject voor de begeleiding van vrijwilligers en voor de onkosten van agrariërs. De begeleiding van vrijwilligers en agrariërs is uitgevoerd door Stichting Landschapsbeheer Drenthe. Deze vorm van landschapsbeheer is een voorbeeld van hoe in de toekomst vorm gegeven kan worden aan inzet van inwoners (vrijwilligersgroepen) vanuit de participatiewet. Het gaat hier niet om gemeentelijke eigendommen, maar om landschapselementen die het eigendom zijn van agrariërs en particulieren, buiten de Ecologische Hoofd Structuur. Er is geen reguliere natuurbeheersubsidie beschikbaar. Maar het particuliere, agrarische landschap is wel van grote waarde voor de aantrekkelijkheid van de woon- en leefomgeving. Omdat vrijwilligers en agrariërs hier gezamenlijk de handen uit de mouwen steken willen we als gemeente de helft van de begeleidingsen uitvoeringskosten financieren, op voorwaarde dat provincie Drenthe de andere helft financiert. We doen dit samen met de 5 gemeenten van Zuidwest Drenthe in het kader van de Agenda Platteland gemeenten Zuidwest Drenthe. Het budget landschapsbeleidsplan hiervoor structureel verhogen van € 24.843 naar € 45.000.
560 – Openbaar groen en openluchtrecreatie Activiteit
Beheersing eikenprocessierups.
Gevolgen voor de burger
Met de bestrijding van de eikenprocessierups wordt gezondheidsschade voor inwoners en recreanten voorkomen.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 € 75.000
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Tot dusver heeft de gemeente nog geen beperking in de bestrijding van de eikenprocessierups overwogen. De bestrijding heeft in 2013 circa € 30.000 gekost en in 2014 circa € 60.000. Tot nu toe zijn de kosten bestreden uit de reguliere onderhoudsbudgetten openbaar groen. Gelet op de doorgevoerde bezuiniging op dit budget is dit voor de toekomst geen optie. Het aantal rupsen
16
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
neemt toe, waardoor de bestrijdingskosten toenemen. Naar verwachting zet deze trend door en is in 2016 € 75.000 nodig, voor preventieve behandeling, monitoring en het wegzuigen van nesten. Om een keuze te kunnen maken in de omvang van de bestrijding wordt nieuw beleid ontwikkeld. De beleidsnota wordt dit jaar opgeleverd en afhankelijk van de uitkomsten zal de raad om aanvullend budget worden gevraagd.
721 – Afvalverwijdering en -verwerking Activiteit
Verbeteren dienstverlening milieustraat.
Gevolgen voor de burger
Een betere service bij de milieustraat. Inwoners kunnen het afval sneller storten. Wachttijden aan de poort worden voorkomen.
Middelen (dekking via afvalstoffenheffing)
2016 Pm -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 De milieustraat is niet ingericht om het grof vuil van 23.500 inwoners te ontvangen. Hierdoor ontstaan regelmatig wachttijden aan de poort en staat de dienstverlening onder druk. Verder dient het afval op grond van wettelijk voorschriften (Wet milieubeheer Besluit Gemeentelijke milieustraten) in steeds meer stromen gescheiden te worden. Hiervoor is niet genoeg ruimte, waardoor onnodig restafval ontstaat. Dit geeft extra verwerkingskosten en is niet duurzaam. In 2014 hebben burgemeester en wethouders opdracht gegeven tot een onderzoek naar de mogelijkheid van het opwaarderen van de milieustraat op de huidige locatie. Het onderzoek heeft opgeleverd dat dit mogelijk is. Het opwaarderen van de milieustraat is besproken tijdens de behandeling van het Afvalbeleidsplan. Besloten is om de besluitvorming over de milieustraat separaat te behandelen en bij de behandeling ook nieuwbouw centraal in de gemeente en medegebruik van omliggende milieustraten te betrekken. Uw raad ontvangt daarvoor in 2015 een voorstel. Afhankelijk van de keuze zal indicatief een investering nodig zijn van tussen de € 750.000 tot € 1.500.000. De dekking van de investering vindt plaats binnen de ‘reinigingsbegroting’. 722 – Riolering Activiteit
Verbetermaatregelen riolering 2016 tot en met 2019.
Gevolgen voor de burger
Bedrijfszeker regen-, grond- en afvalwatersysteem. Door goed functionerende systemen wordt milieuverontreiniging en wateroverlast voor inwoners voorkomen.
Middelen (dekking via rioleringsheffing)
2016 € 1.618.000 -
2017 € 1.517.000 -
2018 € 565.000 -
2019 € 445.000 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Het uitvoeren van onderhoud, verbeteringen en planvorming van het watersysteem zoals beschreven in het v-GRP 2012-2017 (verbeterd gemeentelijke rioleringsplan). De maatregelen worden opgenomen in het voor De Wolden specifieke deel van het Watertakenplan 2016 – 2020, dat in december 2016 door de gemeenteraad wordt behandeld.
17
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
723 – Milieubeheer Activiteit
Regionale UitvoeringsDienst Drenthe.
Gevolgen voor de burger
De RUD voert de milieutaken uit voor de gemeentelijke organisatie. Zij is hiervoor een Drentse maat aan het ontwikkelen, waarin de kwaliteit van de werkzaamheden uniform wordt binnen Drenthe.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatiesaldo)
2016 € 35.269
2017 € 35.269
2018 € 35.269
2019 € 35.269
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 De RUD Drenthe is onderdeel van een landelijk dekkend netwerk van omgevingsdiensten, opgezet om de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te verbeteren en te uniformeren. De provincie Drenthe en de twaalf Drentse gemeenten zijn samen eigenaar van RUD Drenthe. RUD Drenthe voert voor de eigenaren/opdrachtgevers het zogenoemde ‘Milieubreed takenpakket’ uit. Dit pakket betreft: alle milieuvergunningen, alle milieumeldingen, milieutoezicht en -handhaving, alle bodemtaken en alle milieuspecialismen. De eigenaren van RUD Drenthe hebben een bestuurlijk besluit genomen dat zij toe willen naar een uniform minimaal uitvoeringsniveau van de RUD Drenthe. Met ingang van 2016 moet dit uniform minimaal uitvoeringsniveau – de ‘Drentse Maat’ – worden ingevoerd. De ‘Drentse Maat’ wordt gedurende 2014 en 2015 ontwikkeld. Onduidelijk is momenteel nog of en zo ja welke financiële consequenties de invoering hiervan de heeft. Afhankelijk van welke variant wordt gekozen, kunnen de meerkosten jaarlijks circa € 35.000 bedragen.
723 – Milieubeheer Activiteit
Uitvoeren (extra) milieuactiviteiten.
Gevolgen voor de burger
MinderCO2 uitstoot, gemeente geeft goede voorbeeld, ondersteunen van lokale initiatieven.
Middelen (dekking was al voorzien uit de reserve investeringsprojecten)
2016 € 60.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Voor het uitvoeren van (extra) milieuactiviteiten is naast het reguliere budget ca. € 60.000 nodig, waarvan ca. € 50.000 voor de (bestaande) subsidieregeling energiebesparing particulieren en € 10.000 voor het ondersteunen van lokale initiatieven. De dekking is reeds voorzien uit de reserve investeringsprojecten (bij kaderbrief en programmabegroting 2015).
723 – Milieubeheer Activiteit
Evaluatie en actualisatie huidig milieubeleid en opstellen actieplan klimaat & energie.
Gevolgen voor de burger
Actueel beleid, hierdoor minder CO2 uitstoot, gemeente geeft goede voorbeeld, ondersteunen van lokale initiatieven.
Middelen (dekking eventueel uit de 'Reserve investeringsprojecten')
2016 € 20.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3: Het huidige MilieuAmbitiePlan loopt van 2010-2015. Het is de bedoeling het beleid te evalueren en de effecten in beeld te brengen. Wat heeft het milieubeleid 2010-2015 ons gebracht? Hoe kan de gemeente het goede voorbeeld geven en hoe kunnen we dit verbeteren?
18
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Een aantal punten uit het huidige MilieuAmbitieplan is (of wordt) al in een ander verband geactualiseerd, zoals vergunningverlening/handhaving (via RUD) en afvalbeleid. Het thema dat nog ‘overblijft’: is Klimaat en energie. Om ontwikkelingen te kunnen volgen en initiatieven te kunnen ondersteunen is het wenselijk een actieplan Klimaat en energie vast te stellen. De wettelijke verplichting voor een jaarlijks milieuprogramma is komen te vervallen. In plaats hiervan stellen we een actieplan 'Klimaat & energie' op.
724 –Lijkbezorging Activiteit
Voorbereidingen begraafplaats Zuidwolde op beheer in Ruimingcyclus.
Gevolgen voor de burger
Voldoende capaciteit op begraafplaats Zuidwolde voor begraven en bijzetten.
Middelen (dekking eventueel uit de reserve investeringsprojecten)
Op dit moment betreft het voorbereidingen en inventarisatie. Er zijn geen extra kosten te verwachten. Pas wanneer daadwerkelijk tot uitvoering over wordt gegaan is dit aan de orde. Kosten zijn nu nog niet bekend. 2016 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 De raad heeft op 25 april 2013 besloten over te gaan tot het sluiten en ruimen van vakken op de begraafplaatsen. Dit in combinatie met het, daar waar mogelijk, inbreiden op overige vakken van de begraafplaatsen en daarbij: − te werken vanuit een op te stellen ruimingsplan en ruimingsprotocol voor de gemeentelijke begraafplaatsen; − in samenspraak met historische verenigingen in beeld brengen van graven met cultuurhistorische waarde op basis van door het college vast te stellen criteria. Dit is in 2015 gestart; − over te gaan tot het uitgeven van dubbel diepe graven op de daarvoor geschikte begraafplaatsen/vakken. De ruimtebehoefte ontstaat het eerst op de begraafplaats Zuidwolde (2020). Gelet hierop is een start gemaakt met de inventarisatie van graven en moeten we een ruimingsplan/proces opstellen.
822 – Overige volkshuisvesting Activiteit
Onderzoek actualisatie Woonplan.
Gevolgen voor de burger
Het Woonplan geeft sturing aan gewenste woningbouwontwikkelingen, zowel qua doelgroep als gewenste prijscategorie. Daarmee wordt geprobeerd voor iedere inwoner een geschikte woning tegen een geschikte prijs aan te bieden.
Middelen (dekking is voorzien uit de reserve woonplan)
2016 € 30.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 In 2015 wordt een evaluatie uitgevoerd van het Woonplan 2011-2015. De verwachting is dat het Woonplan op een aantal punten beleidsmatig geactualiseerd dient te worden. Er zijn allerlei externe factoren/invloeden; zoals veranderende bevolkingsontwikkelingen, decentralisaties, wetgeving, verscherping regels geldverstrekkers en (verhuurders)heffingen voor corporaties die van invloed zijn op het huidige woonbeleid. Actualisatie is mede van belang voor goed juridisch onderbouwde bestemmingsplannen en het maken van prestatieafspraken met de corporatie.
19
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
823 – Bouwvergunningen Activiteit
Evaluatie welstandsbeleid.
Gevolgen voor de burger
Welstandsvrij bouwen, eigen verantwoordelijkheid voor ruimtelijke kwaliteit.
Middelen (dekking is voorzien uit de reserve investeringsprojecten)
2016 € 10.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Bij het vaststellen van de Welstandsnota 2013 heeft de raad besloten de nota na drie jaar te willen evalueren. Het gevraagde budget is nodig voor het inhuren van een extern bureau dat de evaluatie gaat uitvoeren.
Taakstelling en lopende projecten Voor de periode 2016 - 2019 spelen er geen te realiseren bezuinigingen. Eerder genomen bezuinigingen voor het programma Leefbaarheid, zoals bv "kwaliteitsvisie openbare ruimte" (ombouw openbaar groen), zijn inmiddels gerealiseerd.
Exploitatie De volgende financiële mutaties zijn voor aangeleverd (inclusief speerpunten). Produkt (bedragen x 1.000) + = nadeel en - = voordeel
2016
2017
2018
2019
Lasten 140 - Veiligheidshuis Drenthe
6
6
6
6
240 - Waterschapslasten
12
12
12
12
550 - Landschapsbeheer
20
20
20
20
560 - Openbaar groen
75
Pm
Pm
Pm
723 - RUD
35
35
35
35
148
73
73
73
10
10
10
10
-10
-10
-10
-10
0
0
0
0
148
73
73
73
Totaal lasten Baten 810 - Overige leges 810 - Exploitatiebijdragen
Totaal baten
Saldo
Toelichting: 140 - Openbare Orde Tot op heden werd het Veiligheidshuis Drenthe gefinancierd door de gemeenten Emmen, Assen en Hoogeveen. Vanaf 2016 is het de bedoeling dat ook andere gemeenten gaan bijdragen. De voornoemde drie gemeenten nemen gezamenlijk 60% van de kosten voor hun rekening. De overige negen gemeenten gezamenlijk 40%. Voor De Wolden betekent dat een bijdrage van € 6.000 per jaar.
20
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
810 - Ruimtelijke ordening (structuur- en bestemmingsplannen) De inkomsten uit de leges voor bestemmingsplannen dalen door dat we meer met beheersverordeningen werken (meer afwijkingen i.p.v. wijzigingen). Ook doen we meer zelf, waardoor we de kosten vaker via overeenkomsten binnen krijgen (i.p.v. via de leges). Door dit laatste stijgen de inkomsten uit de exploitatiebedragen.
Investeringen De investeringsplanning is geactualiseerd, in die zin dat het tempo en de omvang van de geplande investeringen is aangepast aan de laatste inzichten (o.a. opschuiving i.v.m. capaciteitsprobleem, wettelijke belemmeringen, subsidietoezeggingen, etc.). Over de lopende investeringen zijn er geen op- en/of aanmerkingen. Wel zijn de volgende nieuwe investeringen aangedragen. Investeringen (x € 1.000)
2016
2017
2018
2019
Nieuwe investeringen: - rioleringen
1.618
1.517
565
445
Toelichting per investering: Voor een nadere toelichting zie het betreffende speerpunt. Wel wordt hier nog opgemerkt dat in verband met het principe 100% kostendekking, de extra lasten worden bestreden uit de opbrengst van de rioolrechten.
21
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Programma 02 - Economie en werk Dit programma richt zich op het stimuleren van sociaal-economische vitalisering door het versterken van het ondernemersklimaat, maatschappelijke participatie en de re-integratie naar werk.
Programmahouder Jan ten Kate Beleidsdocumenten • • • • • • • • • • • •
Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2014-2018 van de raad, vastgesteld d.d. 27 maart 2014; Collegeprogramma 2014-2018, vastgesteld d.d. 29 april 2014; Discussienota WSW, opiniërend in de raad besproken d.d. 20 juni 2013; Beleidsplan Participatiewet, vastgesteld d.d. 11 december 2014; Structuurvisie De Wolden 2010-2030, vastgesteld maart 2011; Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017, vastgesteld d.d. 16 mei 2013; Economisch Actieplan, vastgesteld d.d. 30 januari 2014; Nota Evenementen (2013), vastgesteld d.d. 31 oktober 2013; Ambitiedocument Vitaal Platteland, vastgesteld d.d. 12 juni 2014; Agenda Platteland gemeenten Zuidwest Drenthe, vastgesteld door college november 2012; Samenwerkingsagenda Zuidwest Drenthe, vastgesteld door college d.d. 3 december 2013.
Algemeen Wat speelt er in De Wolden? Kenmerkend voor De Wolden is de hoge dichtheid aan ondernemingen. Vooral de detail- en groothandel, agrarische sector, zakelijke dienstverlening en vrijetijdssector zijn goed vertegenwoordigd. Verder is het forse aandeel forensen kenmerkend voor onze gemeente; 77% van de werkzame personen woonachtig in De Wolden, werkt buiten de gemeente. Bijna 50% van de arbeidsplaatsen in De Wolden wordt bezet door personen die elders wonen. De Wolden wil graag een levendige woon- en werkgemeente zijn. De bedrijven zorgen immers voor banen, dragen bij aan de leefbaarheid in de dorpen en bieden diverse voorzieningen. De gemeente kan het ondernemersklimaat op diverse manieren versterken. Verbinden en netwerken zijn de sleutelwoorden. Ondernemers stimuleren om met vernieuwende ideeën te komen en hen daarin faciliteren door snelle procedures en vermindering van regelgeving. We willen dit bereiken door - samen met het bedrijfsleven - activiteiten uit te voeren binnen sectoren die ofwel karakteristiek voor De Wolden zijn, of een belangrijk deel uitmaken van het economisch klimaat. Daarnaast zetten we samen in op projecten om trends en kansen die zich voor doen te ondersteunen. Ook heeft De Wolden zich aangesloten bij het samenwerkingsverband Regio Zwolle vanwege de ontwikkelkansen van deze sociaal-economisch sterke regio waar De Wolden deel van uitmaakt. Regio Zwolle richt zich op groei van het bruto regionaal product en de werkgelegenheid. Specifiek voor de sector toerisme en recreatie geldt dat De Wolden een rijk aanbod heeft aan recreatievoorzieningen en waarden als landschappelijke afwisseling, natuur, cultuurhistorie en streekidentiteit. De gemeente is centraal gelegen in een regio met trekkers als Nationale Parken en het Reestdal. De kwaliteit van het product ligt grotendeels in de handen van ondernemers zelf. Daarnaast wordt deze bepaald door de gemeentelijke kaders voor ontwikkeling. Daarom bieden we ruimte voor initiatiefnemers en stimuleren we gebiedsmarketing, bestaande uit regiopromotie, productontwikkeling en netwerkvorming. Samen met ondernemers zet De Wolden in op een verbetering van de aansluiting van de onderwijsarbeidsmarkt en meer kansen voor arbeidsparticipatie. De invoering van de Participatiewet vergt een extra inspanning op dit vlak.
22
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Wij streven het volgende op de langere termijn na: • Behoud en stimuleren van de bedrijvigheid; • Een uitstekend ondernemersklimaat, dat zich onderscheidt in de regio; • Groei Bruto Lokaal Product; • Goede relaties het bedrijfsleven en de gemeente; • Behoud en ontwikkeling van de toeristisch-recreatieve bestedingen; • Goede recreatieve voorzieningen voor een gunstig leefklimaat voor inwoners; • Werkgelegenheid behouden en creëren. Het programma in beeld:
Trends en ontwikkelingen Het aantal vestigingen in De Wolden is het afgelopen jaar afgenomen met 0,8%. De verwachting is dat het aantal bedrijven de komende jaren stabiel blijft. Verder wordt op de korte termijn niet direct meer werkgelegenheid in de gemeente verwacht. Wel is de gemeente actief in de arbeidsmarktregio en neemt daar ook deel aan werkgelegenheidsinitiatieven die kansen op arbeid bieden voor bewoners van onze gemeente. Deze arbeidsmarktregio zal een steeds grotere en belangrijkere rol spelen bij het maken van afspraken tussen gemeenten, UWV, werkgevers en werknemersvertegenwoordigers. Algemene trends en ontwikkelingen Diverse sectoren en dan specifiek de detailhandel hebben, naast de invloeden van de recessie van de afgelopen jaren, te maken met grote veranderingen in de samenleving. Consumenten doen meer inkopen online terwijl het fysieke winkelen zich steeds meer richt op luxe, ambachtelijke en gespecialiseerde winkels. Er is behoefte aan service, beleving en fysieke winkels die gecombineerd zijn met online diensten. Om winkelstraten levendig houden is het wenselijk dat ondernemers zich meer bewust worden van deze ontwikkelingen en inspelen op de veranderende behoeften van consumenten. Tegelijkertijd kunnen ook inwoners een bijdrage leveren aan behoud van levendige winkelstraten door zoveel mogelijk lokaal inkopen te doen. In de agrarische sector is veranderende wetgeving, schaalvergroting, innovatie en productverbreding een blijvende ontwikkeling. In de zakelijke dienstverlening is de behoefte aan snel internet groeiende en een vereiste. De veranderende huisvestigingsbehoefte is een nieuwe ontwikkeling en het aantal zzp’ers zal komende jaren stijgende zijn. In algemene zin geldt dat samenwerking en kennisdeling tussen ondernemers een trend is die zich meer ontwikkelt, aangevuld met minder regelgeving en een faciliterende overheid. Recreatie en toerisme Consumenten gaan vaker en korter op vakantie. Er is behoefte aan meer comfort, beleving en authenticiteit. Kamperen en standplaatstoerisme is in populariteit afgenomen. Onderscheidend vermogen en professionele (digitale) marketing zijn essentieel voor zowel regio’s als bedrijven om de juiste doelgroepen te bereiken. Meer dan 80% van de consumenten zoekt en boekt online. Voor informatievergaring op locatie wordt steeds meer mobiel internet ingezet. De aanwezigheid van gratis wifi en snelle verbindingen worden steeds meer beschouwd als een basisvoorziening.
23
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Internet Snel internet voor alle woningen en bedrijven in De Wolden is van groot belang. Voor de kleine kernen en het buitengebied is dat niet vanzelfsprekend. Omdat de aansluitkosten per huis/bedrijf daar hoger liggen zien marktpartijen geen brood in dunbevolkte gebieden. Met hulp van de gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe, en subsidies van provincie en gemeente, is een groep inwoners gestart met het project Glasvezel De Wolden. In de eerste fase wordt onderzocht hoeveel inwoners een aansluiting op een nieuw netwerk wil: vraagbundeling. Als blijkt dat er voldoende vraag is komt fase 2 in beeld: de aanleg. Demografische ontwikkeling: afname beroepsbevolking De beroepsbevolking neemt in 20 jaar af met 20%. Het aantal huishoudens gaat waarschijnlijk licht dalen vanaf 2020 (notitie Vitaal Platteland). Dat heeft gevolgen voor de arbeidsmarkt en de economie in onze gemeente. De meeste inwoners zijn forenzen en hebben hun werk buiten de gemeentegrenzen in bijvoorbeeld Hoogeveen, Assen, Emmen, Groningen en de regio Zwolle. De afname van de beroepsbevolking is in de regio zuidwest Drenthe lager dan in de rest van Drenthe. Participatiewet Zelfredzaamheid zit in het DNA van onze bewoners. Toch blijft een deel (financieel) afhankelijk van ondersteuning door de gemeente. Vanuit de Participatiewet werken wij aan (herstel van) deze zelfredzaamheid van onze bewoners. Ondersteuning waar dat noodzakelijk is om hen weer in staat te stellen zelf (zo regulier mogelijk) in een inkomen te voorzien. Maar ook ondernemers/werkgevers helpen personeelsvraagstukken op te lossen met aandacht voor sociaal maatschappelijke duurzaamheid van de onderneming als wel samen kansen te creëren voor de onderkant van de arbeidsmarkt.
Beleidsdoelen Gelet op de beoogde maatschappelijke effecten uit het programma ‘economie en werk’, stelt het college zich de volgende doelen: Doelen economie en werk: • Het vestigingsklimaat verbeteren en daarmee bedrijvigheid behouden en stimuleren; • De samenwerking tussen gemeenten in zowel Drenthe als Regio Zwolle versterken om gemeenschappelijke economische vraagstukken op te lossen en de economische vitaliteit van onze gemeente te versterken; • Ondernemers ontzorgen voor wat betreft informatie over en toegang tot subsidies en personeelsvraagstukken (Werkgeverspunt); • Een sterke sector recreatie en toerisme met een goed aanbod en een professionele vermarkting van het gebied; • Ruinen profileren als Poort van het Dwingelderveld; • Het imago van De Wolden als paardengemeente verstevigen; • Duidelijkheid creëren hoe om te gaan met recreatieparken waar veel permanente bewoning plaats vindt; • Behoud van de hoge arbeidsgraad/lage werkloosheid in de gemeente; • De krimp in de uitvoering van de Wsw zo effectief en efficiënt mogelijk realiseren; • Het organiseren van een nieuwe dienstverleningsstructuur voor de "onderkant van de arbeidsmarkt" conform landelijke afspraken in het Sociaal Akkoord; • Effectief samenwerken in de arbeidsmarktregio Drenthe.
Speerpunten Om de doelen in deze raadsperiode te halen wordt in 2016 met de volgende concrete punten gestart.
24
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
310 – Handel en ambacht Activiteit
Evaluatie en uitvoering Economisch Actieplan.
Gevolgen voor de burger
Een goed functionerend lokaal bedrijfsleven is van belang voor leefbaarheid in De Wolden. Bedrijven zorgen voor banen, dragen bij aan de welvaart en levendigheid in de gemeente en bieden diverse voorzieningen.
Middelen (dekking t.l.v. 'Reserve investeringsprojecten')
2016 € 15.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Het Economische Actieplan is in januari 2014 vastgesteld. Na twee jaar uitvoering staat er in 2016 een evaluatie gepland, gezamenlijk met Ondernemersplatform De Wolden en de ondernemers. Doel is een herijking van de zeven speerpunten met daaraan gekoppeld (nieuwe) activiteiten.
310 – Handel en ambacht Activiteit
Uitvoering Actieplan Detailhandelvisie.
Gevolgen voor de burger
Aantrekkelijke kernen voor inwoners, toeristen en inwoners van omliggende gemeenten.
Middelen
2016 Pm -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Het doel van het actieplan is het vergroten van de aantrekkelijkheid van de (vijf grote) kernen van De Wolden. Dit gebeurt door het benutten van specifieke kwaliteiten, om zo meer bezoekers te trekken, hogere bestedingen te genereren en de bezoekers uit De Wolden en omliggende gemeenten vaker terug te laten komen. De uitvoering van het plan gebeurt in samenwerking met het Ondernemersplatform De Wolden en de ondernemers.
310 – Handel en ambacht Activiteit
Implementatie Ondernemersfonds.
Gevolgen voor de burger
Door een Ondernemersfonds te faciliteren worden economische ontwikkelingen gestimuleerd.
Middelen
2016 Pm -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 De gemeente faciliteert een onderzoek naar een Ondernemersfonds wat is aangevraagd door Ondernemersplatform De Wolden. Het fonds kan worden ingezet voor gemeentebrede en specifieke promotie en marketing, plaatselijke en sectorale activiteiten als Sinterklaasintocht, verlichting, beveiliging en gebiedsmarketing. Door het inzetten van een ondernemersfonds wordt het zogenaamde free riders problematiek omzeilt en wordt met het geld uit het Ondernemersfonds de slagkracht van ondernemers vergroot: Daarnaast stimuleert het fonds de samenwerking tussen de diverse ondernemers en organisaties in De Wolden.
25
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
310 – Handel en ambacht Activiteit
Verhoging bijdrage deelname aan de Regio Zwolle.
Gevolgen voor de burger
Stimulering economische activiteiten en daarmee werkgelegenheid in de regio.
Middelen (dekking ten laste van exploitatie)
2016 € 12.000
2017 € 12.000
2018 € 12.000
2019 € 12.000
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Als schakel tussen west, oost en noord Nederland is de Regio Zwolle een van de sterkste groeiregio’s in Nederland. Daarom heeft de gemeente De Wolden zich met ingang van 1 januari 2014 gevoegd bij de Regio Zwolle. De Regio Zwolle is een licht en flexibel bestuurlijk samenwerkingsverband van 19 gemeenten. Het doel van de economische samenwerking is een toekomst vaste economische ontwikkeling, met een aanhoudende groei van het Bruto Regionaal Product (BRP) en een stevige arbeidsmarkt De mogelijkheden voor economische samenwerking en investeringen worden zo veel mogelijk bekeken vanuit de vier O’s, te weten ondernemers, overheid, onderzoek en onderwijs. De regio wil vanuit deze samenwerking werken aan een optimale omgeving voor vernieuwend ondernemerschap. Onder andere vanwege de sterke wil tot samenwerken en het grensoverschrijdende heeft gemeente De Wolden zich per 1 januari 2014 aangesloten bij de Regio Zwolle. Bij de begroting 2015 is reeds een jaarlijks € 15.000 beschikbaar gesteld voor deelname aan de regio Zwolle. In het kader van de samenwerking is er vanuit de sector Economie van de Regio Zwolle een gezamenlijk werkplan opgesteld én wordt er een investeringsfonds worden opgestart. Voor de financiering van deze economische versterking zal een ophoging van € 0,50 per inwoner worden gevraagd. Het gaat hier om cofinancieringsmiddelen om daarmee ook landelijke bijdragen en fondsen te kunnen activeren voor de ondernemers binnen onze gemeente. Voor De Wolden betekent dit een structurele verhoging van € 12.000 naar een totaalbedrag van € 27.000 per jaar.
310 – Handel en ambacht Activiteit
Aansluiten cluster Agro&Food in de sector Economie van Regio Zwolle.
Gevolgen voor de burger
Stimuleren van activiteiten ten behoeve van de (groei van de) agrarische sector.
Middelen
2016 Pm
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel
-
-
-
-
Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Binnen de Regio Zwolle, sector Economie, is specifiek voor de Agro&Food sector een cluster opgezet om ondernemers, onderwijs, onderzoek en overheid met elkaar in contact te brengen. Met als doel stimulering van innovatie, kennis delen en te gaan samenwerken. Vanuit De Wolden is de keuze gemaakt om aan te sluiten bij cluster Agro&Food vanwege het feit dat de agrarische sector in De Wolden de grootste sector is, sterk in beweging en verbreding van landbouwactiviteiten een belangrijke motor zijn voor een vitaal platteland. 310 – Handel en ambacht Activiteit
Digitalisering recreatieve routes ten behoeve van de gebiedsmarketing.
Gevolgen voor de burger
Dit project is een investering in toerisme en recreatie. Bestedingen van recreanten en toeristen dragen bij aan de lokale economie en werkgelegenheid. Daarnaast versterkt een hoog recreatief voorzieningenniveau de leefbaarheid voor de inwoners.
Middelen (dekking t.l.v. 'Reserve investeringsprojecten')
26
2016 € 15.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Toelichting: Prioriteit 3 Er is een veelheid aan recreatieve routes in De Wolden die digitaal beperkt vindbaar en beschikbaar zijn. Het digitaal ontsluiten van deze routes versterkt de concurrentiepositie van De Wolden als toeristisch-recreatieve bestemming. Als de routes online goed vindbaar zijn, komt de gemeente eerder in beeld als potentiële bezoekers zich oriënteren op een daguitje of vakantie. Ook draagt de digitale ontsluiting van routes bij aan de informatievoorziening voor eigen inwoners en (verblijfs) toeristen die al in De Wolden zijn. De werkzaamheden bestaan uit het inventariseren en digitaliseren van routes en plaatsing ervan op landelijke routewebsites en het routeplatform van het Drents Internetplatform (in voorbereiding). Hierbij werken we zoveel mogelijk samen met Tourist Info De Wolden, initiatiefnemers in de dorpen, TIP kantoren, Recreatieschap, Drents Internet Platform en buurgemeenten. Daarnaast proberen we studenten in te zetten, bijvoorbeeld via Kennispoort Zwolle.
310 – Handel, ambacht en industrie Activiteit
LEADER Zuidwest Drenthe 2015-2022.
Gevolgen voor de burger
Dit project is een investering in toerisme en recreatie. Bestedingen van recreanten en toeristen dragen bij aan de lokale economie en werkgelegenheid. Daarnaast versterkt een hoog recreatief voorzieningenniveau de leefbaarheid voor de inwoners.
Middelen (dekking ten laste van reserve cofinanciering LEADER)
2016 € 14.286
2017 € 14.286
2018 € 14.286
2019 € 14.286
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Dit betreft een voortzetting van een bestaand speerpunt uit de Programmabegroting 2015. Afgesproken is dat de vijf gemeenten in Zuidwest Drenthe elk € 100.000 bijdragen. Dit speerpunt heeft een looptijd van 2015 tot uiterlijk 2022. Nieuw budget ligt in 2022 niet voor de hand omdat dat jaar in het teken staat van afronding. Uitgaande van €100.000 per gemeente betekent dit voor de periode 2015-2021 een bijdrage van € 14.286 per gemeente per jaar. In de programmabegroting 2015 is destijds uitgegaan van € 20.000 per jaar (2015 t/m 2020). Dit was een aanname omdat toen nog maar net gestart was met de voorbereiding van de aanvraag. In het afgelopen half jaar hebben de betrokken partners samen de begroting en planning uitgewerkt en zijn de definitieve bedragen en looptijd bepaald, e.e.a. volgens bovengenoemde informatie.
310 – Handel en ambacht Activiteit
Stimuleren aanbod bovenlokale culturele evenementen.
Gevolgen voor de burger
Dit project is een investering in toerisme, recreatie en cultuur. Een hoog recreatief en cultureel voorzieningenniveau versterkt de leefbaarheid voor de inwoners. Bestedingen van bezoekers dragen bij aan de lokale economie en werkgelegenheid.
Middelen (dekking t.l.v. 'Reserve investeringsprojecten')
2016 € 10.000 -
2017 Pm -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 De afgelopen jaren is ervaring opgedaan met een algemene stimuleringsregeling voor bovenlokale evenementen. Doel was nieuwe evenementen te stimuleren. Daarnaast was de regeling opgesteld voor doorontwikkeling van bestaande evenementen. De regeling heeft beperkt bijgedragen aan nieuwe evenementen; aanvragen kwamen voornamelijk van bestaande evenementen. Gelet hierop willen we de regeling niet als zodanig continueren. Het voorstel is om in 2016 met een impuls uitbreiding van het aanbod bovenlokale culturele evenementen te stimuleren. Uit contacten met de culturele sector en Cultureel Platform is gebleken dat er op dit moment volop plannen zijn voor dit soort (nieuwe) evenementen.
27
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Dit voorstel sluit aan bij het Beleidsplan Recreatie en Toerisme 2013-2017, waarin het Woldens cultuuraanbod is benoemd als een kansrijk thema voor productontwikkeling. Ook draagt het bij aan de voorbereiding van De Wolden als ‘Culturele gemeente van Drenthe 2017´, waarvoor De Wolden zich kandidaat wil stellen. Uitgangspunt voor ondersteuning is dat evenementen aansluiting moeten zoeken bij de vrijetijdssector en een focus hebben op het aantrekken van bezoekers naar de gemeente. De precieze voorwaarden voor ondersteuning willen we vormgeven samen met het Cultureel Platform en Tourist Info De Wolden.
330 – Nutsbedrijven Activiteit
Snel Internet.
Gevolgen voor de burger
Snelle internetverbinding mogelijk voor elk huis en bedrijf, ook in dunbevolkte gebieden
Middelen
2016 Pm
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Het bewonersinitiatief Glasvezel De Wolden onderzoekt in 2015 of er voldoende vraag is naar een snelle glasvezelverbinding in De Wolden. Als er voldoende vraag is wil men een glasvezelverbinding maken naar elk woonhuis en bedrijfspand. Om de aanleg van snel internet te financieren wordt o.a. een beroep gedaan op provincie Drenthe. Ook de gemeente zal waarschijnlijk om een bijdrage worden gevraagd. Dit zal in de loop van 2015 duidelijk worden, evenals de aard en omvang hiervan.
611 – Werkgelegenheid Activiteit
Uitvoering Wsw en herstructurering gemeenschappelijke regelingen.
Gevolgen voor de burger
Zeer beperkt. De gemeente draagt zorg voor een adequate uitvoering van de Wsw voor ruim 100 burgers met een Wsw-arbeidsovereenkomst.
Middelen
2016 Pm
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Voor de bekostiging van de Wsw-uitvoering zullen we niet meer uit het Participatiebudget betalen dan via de berekeningssystematiek van het Rijk als aandeel voor Wsw wordt ingebracht. De bezuiniging op deze rijksbijdrage en tegelijkertijd het stopzetten van de instroom van Wswmedewerkers zet de bedrijfsvoering van Alescon en Reestmond zwaar onder druk. En werden er in de afgelopen jaren al (extra) gemeentelijke bijdragen - vanuit algemene middelen - overgemaakt, de verwachting is, dat deze (extra) gemeentelijke bijdragen in de komende jaren groter zullen worden. Als deelnemer in de twee gemeenschappelijke regelingen zijn wij wettelijk verplicht deze bijdragen te storten ten einde faillissement te voorkomen om zo de uitvoering van de Wsw te waarborgen. Er zal stevig worden ingezet op herstructurering van de bedrijven, maar ook zal worden gekeken of verbeteringen in de huidige governance en infrastructuur (gebouwen, machines en niet-Wsw personeel) mogelijk zijn.
623 – Participatiebudget Activiteit
Nieuw beleid n.a.v. invoering Participatiewet.
Gevolgen voor de burger
Burgers die een bijstandsuitkering ontvangen kunnen rekenen op adequate ondersteuning bij het vinden van (duurzame) arbeidsrelaties.
Middelen (dekking ten laste van de exploitatie uit het totaal van de decentralisatiegelden)
28
2016 Pm
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Toelichting: Prioriteit 1 In het beleidsplan Participatie wet 2015 is reeds aangegeven, dat de beschikbare (Rijks)middelen voor de uitvoering van re-integratie- en participatievoorzieningen niet voldoende zijn om de werkwijze van De Wolden voort te zetten. Tegelijkertijd heeft De Wolden de (sociale) ambitie zich extra in te zetten voor de zwakkere doelgroepen. Wij willen dit concreet uitwerken in het meerjarenbeleidsplan Werk en Participatie (werktitel) 20162020 en vragen daarvoor de nodige (financiële) ruimte. In het meerjarenbeleidsplan werken we dan de intensieve werkgeversdienstverlening uit, waarbij een jobhunter/accountmanager voor speciale doelgroepen wordt ingezet. Deze accountmanager heeft naast de feitelijke bemiddeling ook een adviserende en aanjagende rol binnen De Woldense arbeidsmarkt. In 2014 was het niet langer mogelijk de kosten voor klantmanagers - die feitelijke re-integratie trajecten uitvoeren (coachen, begeleiden en adviseren) - uit het Participatiebudget te betalen. We willen de inzet van deze klantmanagers blijven voortzetten. Met de invoering van de Participatiewet en andere ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zal het volume aan burgers dat aanspraak maakt op de voorzieningen stijgen. We denken hier aan gerichte opleidingen vakvaardigheden, werknemerscompetenties, aanpassingen werkplekken (arbeidsbelemmerden), training & scholing en re-integratietrajecten bij externe (gespecialiseerde) bedrijven. Ook willen we de randvoorwaarden voor het verrichten van de tegenprestatie en/of vrijwilligerswerk adequaat inrichten (aansprakelijkheidsverzekering, begeleiding etc.). Last but nog least worden veel re-integratieactiviteiten regionaal binnen de Arbeidsmarktregio ontwikkeld. De Wolden wil hier actief aan deelnemen om voldoende aandacht voor de ‘couleur locale’ binnen deze projecten te behouden. Deze projecten worden deels via de Arbeidsmarktregio gefinancierd (rijksmiddelen en ESF), maar vragen bijna altijd cofinanciering vanuit de gemeenten. Het college zet in om de uitvoering van dit speerpunt gestalte te geven binnen het totaal van de decentralisatiegelden. Hierbij geldt het door de raad ingenomen standpunt dat we de taakdecentralisaties zoveel mogelijk budgettair neutraal vorm gaan geven. Als daarbij de drie verschillende decentralisaties in ogenschouw worden genomen, dan richten we ons dus op het totaal.
Taakstelling en lopende projecten Op deze plaats is geen specifieke aanleiding te rapporteren over afwijkingen in de bedragen van de te realiseren bezuinigingen. Overigens wordt nog verwezen naar de elders in deze kadernota opgenomen tekst over de voortgang van de afgesproken bezuinigingen.
Exploitatie De volgende financiële mutaties zijn aangeleverd (inclusief speerpunten). Produkt (bedragen x 1.000) + = nadeel en - = voordeel
2016
2017
2018
2019
Lasten 310 - Uitvoering Actieplan Detailhandelvisie
pm
310 - Implementatie ondernemersfonds
pm
310 - Verhoging bijdr. deelname Regio Zwolle
12
12
12
12
330 - Snel internet
pm
pm
pm
pm
611 - Uitvoering Wsw en herstructurering gemeenschappelijke regelingen
pm
pm
pm
pm
623 - Nieuw beleid invoering Participatiewet
pm
pm
pm
pm
Totaal lasten
12
12
12
12
29
Kadernota 2016
Produkt (bedragen x 1.000) + = nadeel en - = voordeel
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
2016
2017
2018
2019
Baten
Totaal baten
Saldo
-
-
-
-
12
12
12
12
Toelichting: Zie de toelichting bij de betreffende speerpunten.
Investeringen De investeringsplanning is geactualiseerd, in die zin dat het tempo en de omvang van de geplande investeringen is aangepast aan de laatste inzichten (o.a. opschuiving i.v.m. de beschikbare realisatiekracht, wettelijke belemmeringen, subsidietoezeggingen, etc.). Voor wat betreft dit programma zijn er geen op- en/of aanmerkingen te melden over zowel de lopende als nieuwe investeringen.
30
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Programma 03 - Sociaal beleid en onderwijs In dit programma staan onze inwoners centraal. Hun behoefte aan ontwikkeling, zorg en kunnen meedoen willen wij ondersteunen. Dit doen wij door voorwaarden te scheppen waardoor dit mogelijk is. Samen geven we hierdoor inhoud aan een participerende samenleving.
Programmahouder Mirjam Pauwels Beleidsdocumenten Algemeen: • Toekomstvisie 2005-2020;; • Politieke Termijnagenda 2010-2014; • Collegeprogramma 2014-2018; • ‘De tering naar de nering zetten’; • Algemene Subsidieverordening; • Maatschappelijk accommodatiebeleid. Onderwijs: • Verordening leerlingenvervoer 2015; • Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs 2015; • Instandhoudingsbeleid kleine scholen. Sport: • Sportbeleid. Cultuur: • Cultuurbeleid; • Routekaart Cultuuronderwijs Zuid-West Drenthe; • Cultuurhistorische waardenkaart; • Cultuuronderwijs in De Wolden 2013; • Beleidsregels subsidiëring muziekverenigingen; • Beleidsregels subsidiëring zangverenigingen. Sociaal domein: • Kadernota Sociaal Domein; • Beleidsplan Wmo 2015-2017; • Verordening Wmo 2015; • Beleidsplan Jeugdhulp 2015-2017; • Verordening Jeugdhulp 2015; • Regeling toegang jeugdhulp De Wolden 2015; • Beleidsplan reïntegratie 2015; • Beleidsuitvoeringsplan Participatiewet; • Afstemmingsverordening 2015; • Verordening Tegenprestatie naar vermogen; • Individuele Inkomenstoeslagverordening 2015; • Individuele Studietoeslagverordening 2015; • Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015. Minimabeleid: • Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening 2012-2016; • Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening 2013; • Kadernota Minimabeleid; • Verordening op het sociaal bijdragefonds; • Verordening op het sociaal participatiefonds; • Verordening participatie schoolgaande kinderen 2012.
31
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Algemeen Wat speelt er in De Wolden? De gemeente De Wolden streeft naar de optimale ontwikkeling van kinderen en jongeren op het gebied van onderwijs, zorg, sport en cultuur. Zij ondersteunt ouders, kinderen, jongeren en professionals met vragen over en/of problemen met opvoeden en opgroeien. Wij stimuleren de sociale en economische zelfredzaamheid van onze inwoners. Wij bevorderen dat inwoners volwaardig en gelijkwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij. Dit willen we bereiken door zoveel mogelijk eigen kracht van onze inwoners en vrijwilligersorganisaties te versterken en daar waar nodig ondersteuning te bieden aan hen die dat nodig hebben. Sport, cultuur en onderwijs dragen hieraan bij. Wij zetten ons daarom ook in voor het vergroten van de sport- en beweegdeelname van onze inwoners en vinden het belangrijk dat de inwoners in aanraking – kunnen- komen met alle vormen van kunst en cultuur. Wij hechten veel waarde aan sport en bewegen als basis voor een gezonde en actieve leefstijl. Ook kunst en cultuur en de deelname daaraan leveren een belangrijke bijdrage aan een goede leefstijl en een prettige leefomgeving. Onze visie daarbij is dat voor iedere Woldenaar, ongeacht achtergrond, leeftijd, beperking en financiële achtergrond sport/bewegen en kunst/cultuur zoveel mogelijk in de nabijheid aanwezig moeten zijn. Sterke, vitale en financieel gezonde verenigingen zijn belangrijk voor het realiseren van de beleidsdoelen op het gebied van sport en cultuur met als uitgangspunt dat de verenigingen zelf verantwoordelijkheid blijven nemen. De Wolden wil de gezondheid van volwassenen en jongeren bevorderen. Voor degenen wier gezondheid en zelfredzaamheid achteruit gaat, is het streven hen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving te laten wonen en hen daartoe de noodzakelijke hulp c.q. voorzieningen te bieden. Het stimuleren van naoberschap en sociale cohesie in de dorpen is ook in dit verband van belang.
Het programma in beeld
Trends en ontwikkelingen Algemeen • Krimp, ontgroening, vergrijzing zorgen voor demografische wijzigingen; • Bereikbaarheid en leefbaarheid onder druk door berperking OV-vervoer en sluiten van voorzieningen; • Maatschappelijke tweedeling neemt toe; • Toename zorgvraag door demografische wijzigingen; • Invulling geven aan "participatiesamenleving” wordt een belangrijke opgave; • Integrale benadering van vraagstukken is de norm. Onderwijs • Daling van het aantal leerlingen voor het basis onderwijs → leegstand, sluiting, verdwijnen
•
32
diversiteit; Nieuwe concepten; o.a. groep 0 ( 2,5-4 jr), verlengde schooldag (van 7 tot 7) en Integrale Kind Centra’s;
Kadernota 2016
• • •
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Passend onderwijs; Verscherping inspectienormen; Brede school concepten.
Cultuur • Inzet Onderwijs Cultuur & Wetenschappen op doorlopende leerlijnen cultuuronderwijs; • OCW wil de samenwerking met de lokale overheden intensiveren op het gebied van cultuur bij onderwerpen als talentontwikkeling, de relatie tussen aanbod en afname in de podiumkunsten en de samenwerking tussen musea; • Brede school concepten; • Bibliotheken in en op school. Sport • Sport inzetten als middel voor bereiken maatschappelijke doelen op andere beleidsterreinen; • Privatisering sportaccommodaties; • Brede school concepten; • Vakleerkrachten primair onderwijs. Zorg
• • • • • •
Toenemende samenhang tussen het medische en het sociale domein; Transformatie sociale domein: het moet anders; Meer uitgaan van eigen kracht; Overheidsparticipatie; Integrale aanpak; ‘Meer met minder middelen’.
Beleidsdoelen Gelet op de beoogde maatschappelijke effecten uit het programma ‘Sociaal beleid en onderwijs’, stelt het college zich de volgenden doelen: Onderwijs • Optimale ontwikkeling van kinderen en jongeren; • Volwaardige en gelijkwaardige deelname aan de maatschappij; • Inwoners blijven zo lang mogelijk zelfstandig functioneren; • Inwoners beschikken over kennis en vaardigheden voor de toekomst; • Inwoners zijn gezond en sociaal en economisch zelfredzaam; • Vergroten van sport en bewegingsdeelname ter realisatie van beleidsdoelstellingen uit onder andere Wmo-,welzijn- en volksgezondheidsbeleid. Cultuur • Meer inwoners maken gebruik van de culturele voorzieningen; • Culturele voorzieningen dragen bij aan de vitaliteit in de dorpen; • We ondersteunen en stimuleren cultuuronderwijs; • We bevorderen de samenwerking tussen de instellingen en verenigingen. Sport • Maatschappelijke participatie; • Bevorderen gezonde leefstijl; • Meer bewegen; • Meer jongeren op gezond gewicht; • Vergroten van sport en bewegingsdeelname ter realisatie van beleidsdoelstellingen uit onder andere de WMO, welzijn- en volksgezondheidsbeleid.
33
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Zorg
•
Inwoners kunnen volwaardig en gelijkwaardig deelnemen aan de (lokale) samenleving en zijn daar primair zelf verantwoordelijk voor; Inwoners kunnen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving blijven; Stimuleren van het realiseren van een positieve en veilige leefomgeving voor kwetsbare inwoners; Versterken van sociale en economische zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners; Ondersteuning van kwetsbare inwoners wordt zo dicht mogelijk bij hun leefomgeving georganiseerd; Bevorderen van samenwerking tussen organisaties voor een optimale dienstverlening aan kwetsbare inwoners; Zorg en ondersteuning organiseren die snel, adequaat en efficiënt is; Uitgangspunt bij het verlenen van zorg en ondersteuning is de zorgvraag van de inwoner.
• • • • • • •
Speerpunten Om de doelen in deze raadsperiode te halen wordt in 2016 met de volgende concrete punten gestart. 511 - Culturele vorming Activiteit
Culturele impuls De Wolden.
Gevolgen voor de burger
We hebben als doel dat de culturele impuls een vernieuwing en verbreding van het culturele aanbod creëert(verbindingen met andere terreinen) en dat (een deel van) dit aanbod een structureel karakter gaat krijgen. Culturele initiatieven krijgen de mogelijkheid zich (verder) te ontwikkelen. Cultuur verbindt mensen met elkaar en biedt mensen de mogelijkheid zich te ontplooien.
Middelen (dekking t.l.v. 'Reserve investeringsprojecten’ )
2016 € 50.000 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 We hebben als doel dat de culturele impuls een vernieuwing en verbreding van het culturele aanbod creëert en dat (een deel van) dit aanbod een structureel karakter gaat krijgen. Centrale items: 1. Het Platteland als podium: Verbinding cultuur - landschap (samenwerking cultuur-natuur-toerisme); 2. Cultuur verbindt en vernieuwt!: Samenwerking en Synergie: verbindingen tussen verenigingen/initiatieven/ondernemers/ cultuurmakers en andere creatieve geesten in De Wolden; 3. Cultuuronderwijs: Zo veel mogelijk kinderen en jongeren komen in aanraking met de rijkdom van cultuur. De totale begroting voor de Culturele Gemeente bedraagt € 180.000. Evenals de provincie Drenthe stelt ook de gemeente De Wolden € 90.000 beschikbaar om culturele gemeente van 2017 te worden. Door een creatieve combinatie te maken met onder andere het speerpunt cultuuronderwijs en de link te leggen met de 'culturele uitmaand' kunnen we met bestaande middelen (€ 40.000) binnen de kostenplaats 'culturele vorming’, een bijdrage leveren aan de culturele gemeente. Hierdoor kunnen we de extra middelen die nu worden vrijgemaakt voor de culturele impuls, maximeren op € 50.000. Deze middelen worden primair ingezet voor uitvoerende activiteiten.
34
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
661/662/663/670/671/672 – Sociaal domein Activiteit
Transformatie sociaal domein.
Gevolgen voor de burger
Kwetsbare inwoners kunnen zo lang én gelukkig mogelijk in hun leefomgeving blijven, en meedoen in de lokale samenleving. Ze doen dat primair op basis van zelfredzaamheid.
Middelen (dekking vindt plaats vanuit reguliere begroting)
2016 -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Binnen het sociaal domein zijn gemeenten vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van een aantal nieuwe taken die voorheen door het rijk werden uitgevoerd. Daarmee is het zogeheten transitieproces in feite afgerond. Een nog grotere opgave voor gemeenten ligt in het transformatieproces. Een voortzetting van het rijksbeleid is geen optie. Zowel in inhoudelijk als financieel opzicht is dat niet haalbaar en we zouden het ook niet moeten willen. Het veranderen (transformeren) van het sociale domein is een politieke en wettelijke opgave. Het kost veel tijd en vraagt veel inzet, draagvlak en betrokkenheid van vele (lokale) partijen en uiteraard onze inwoners. Voor een dergelijk omvangrijk veranderingsproces zijn ook financiële middelen nodig. We willen daarvoor bestaande middelen binnen de exploitatiebegroting inzetten. Er wordt dus niet een beroep gedaan op ‘nieuwe’ middelen. Daarnaast heeft het budget een looptijd van maximaal 3 jaar. Een eventueel saldo vloeit dan terug naar de algemene middelen. Visie & beleid Waar staat de gemeente voor en waar gaan we vanuit? − We doen het voor onze kwetsbare inwoner; − Niemand mag tussen wal en schip vallen; − Iedereen moet zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven; − In onze dienstverlening gaan we uit van wat iemand (zelf) kan. Of wat de sociale omgeving kan betekenen. Onze inzet is aanvullend daarop; − Onze dienstverlening wordt zo dicht mogelijk bij de inwoner georganiseerd (lokaal niveau); − We bevorderen de samenwerking tussen organisaties; − Lokaal maatwerk: elk dorp is anders. Andere belangrijke uitgangspunten zijn: − We zetten meer in op preventie, want ‘voorkomen is beter dan genezen’; − We gaan uit van budgettaire neutraliteit. Dat betekent dat budgetten die thans in de exploitatiebegroting beschikbaar zijn én de rijksbudgetten, bestemd zijn voor de nieuwe taken; − We leggen zoveel mogelijk verbinding en samenhang tussen de thema’s jeugd, maatschappelijke ondersteuning, participatie en passend onderwijs. We gaan werken aan een integrale aanpak; − In ieder geval de eerste jaren ligt de regierol bij de gemeente. Dat kan zich uiten in een verscheidenheid aan gemeentelijke rollen: van actief regisserend tot een ‘overlaten aan…’ en alles wat daar tussen inzit. Onze regierol krijgt ook vorm door ook toezicht te houden op kwaliteit, processen, procedures, budget en samenwerking.
Taakstelling en lopende projecten Hieronder een overzicht van belangrijke projecten en activiteiten die vanuit 2015 doorlopen in 2016 en eventueel volgende jaren. Sport – Buitensportaccommodaties In 2014 zijn de voetbal- en korfbalverenigingen geïnformeerd over de overdracht van het totaalonderhoud kleedaccommodaties en dagelijks onderhoud sportvelden vanaf 2016. In 2015 worden de betreffende verenigingen verder voorbereid op de nieuwe taken ingaande 2016. Op verzoek van vv Wacker is een pilot gestart om naast het dagelijks onderhoud van de sportvelden ook het groot onderhoud over te dragen aan de vereniging.
35
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Sport – Algemeen Op basis van in 2015 vastgesteld sportstimuleringsbeleid wordt er inhoudelijk uitvoering gegeven aan de beleidsuitgangspunten. Zwembaden de Wijk en Zuidwolde Er wordt uitvoering geven aan de motie van 10 oktober 2013 over overdracht bestuurlijke verantwoordelijkheid zwembaden de Wijk en Zuidwolde. Onder verantwoordelijkheid van de belangenverenigingen de Wijk en Zuidwolde onderzoeken werkgroepen/initiatiefgroepen welke mogelijkheden er zijn om het beheer en exploitatie van de zwembaden in de Wijk en Zuidwolde uiterlijk 1 januari 2017 over te nemen. Dorpshuizen de Wijk en Zuidwolde Onder verantwoordelijkheid van de belangenverenigingen de Wijk en Zuidwolde onderzoeken werkgroepen/initiatiefgroepen welke mogelijkheden er zijn om het beheer en exploitatie van de Havezate in de Wijk en de Boerhoorn in Zuidwolde uiterlijk 1 januari 2017 over te nemen. Cultuuronderwijs Ontwikkelprogramma Doorlopende leerlijn Cultuuronderwijs. Dit programma is van en voor de basisscholen in De Wolden. Het programma is ontwikkeld door het lokaal netwerk cultuuronderwijs De Wolden. Het is een co-creatie van de basisscholen en de Stuurgroep Cultuuronderwijs. Doel van het programma is om door middel van een gezamenlijke aanpak, met ruimte voor maatwerk, de kwaliteit van cultuuronderwijs in het primair onderwijs te borgen. Het programma sluit naadloos aan bij de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CeMK 2014-2017). Subsidiebeleid In 2015 is gestart met een proces om, op basis van evaluatie en een interactieve bijeenkomst met de gemeenteraad, te komen tot een nieuw subsidiebeleid. In het jaar 2016 zal de implementatie van dit beleid met inachtneming van mogelijke overgangsrechten centraal staan. Minimabeleid In 2015 is gestart met het herzien van het gemeentelijk armoede en minimabeleid. Naast het initiëren van mogelijkheden voor publiek-private samenwerking op het gebied van noodhulp zal ook worden gestart met een herziening van de bestaande minimaregelingen. In nauwe samenwerking met de Adviesraad voor Sociaal Beleid, zullen op basis van onderzoek met inachtneming van maatschappelijke ontwikkelingen, aanbevelingen worden gedaan welke leidend kunnen zijn voor een nieuw innoverend beleid. Te behalen maatschappelijke effecten zullen leidend zijn in dit proces. In het eerste halfjaar van 2016 zal dit herziene beleid aan de gemeenteraad worden aangeboden. Het beleid zal passend zijn binnen de bestaande financiële en wettelijke kaders.
Exploitatie Nieuwe taken sociaal domein Uitgangspunt is dat de middelen die van het rijk worden ontvangen voor de uitvoering van de nieuwe taken op grond van de Wmo 2015 en de Jeugdwet voldoende zijn om die nieuwe taken uit te voeren. Er is nog onvoldoende zicht op de budgettaire ontwikkeling van de nieuwe taken om daaruit budgettaire conclusies voor 2016 te trekken. In de loop van 2015 is daarover meer bekend. Ontwikkeling huren kinderopvangverblijven Na het faillissement van de Speelwerkgroep en de doorstart door Doomijn bleek al vrij snel dat er een overcapaciteit was ontstaan aan ruimten voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Deze overcapaciteit wordt veroorzaakt door 2 ontwikkelingen: − Aanpassingen van fiscale aard waardoor het beroep op toeslagen voor kinderopvang aanmerkelijk werd beperkt. De gesubsidieerde reguliere kinderopvang werd hierdoor voor veel ouders te duur, waardoor naar alternatieven werd gekeken. − Terugloop van het aantal geboorten waardoor de doelgroep aanmerkelijk is verkleind. Over het jaar 2014 heeft Doomijn de contracten overgenomen van de Speelwerkgroep. Hierdoor zijn alle ruimten in dat boekjaar aan Doomijn verhuurd. Met ingang van 2015 is het verhuurde aantal vierkante meters teruggelopen van 3.030 naar 1.584. Voor de per 01-01-2015 vrijvallende
36
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
ruimten is nog geen herbestemming gevonden. Vooralsnog wordt het maximale risico bepaald op € 150.000. Het college ziet het als haar opdracht om een oplossing te zoeken voor deze overcapaciteit en nieuwe partners te zoeken voor de vrijgekomen ruimten. Daarbij zal er een onderzoek moeten komen met een bredere discussie waar het gaat om de risico's die de gemeente loopt rondom het maatschappelijk vastgoed en het daaronder liggende accommodatiebeleid. De volgende financiële mutaties zijn aangeleverd (inclusief speerpunten). Produkt (bedragen x 1.000) + = nadeel en - = voordeel
2016
2017
2018
2019
Lasten 480 - Leerlingenvervoer
50
50
50
50
Totaal lasten
50
50
50
50
Pm
Pm
Pm
Pm
50
50
50
50
Baten 715 - Huurinkomsten kinderverblijven
Totaal baten
Saldo
Toelichting: Leerlingenvervoer Op grond van het kostenpatroon van de afgelopen 4 jaren is de verwachting dat de raming voor 2016 en volgende jaren met € 50.000 moet worden verhoogd. De afgelopen jaren is in het kader van de bezuinigingstaakstelling en aanbestedingsvoordeel fors bezuinigd op de kosten voor het leerlingenvervoer. Het aantal leerlingen is weliswaar gedaald maar de kosten zijn in verhouding gestegen als gevolg van de compensatieregeling in de nieuwe aanbesteding van het leerlingenvervoer. Op grond van deze regeling wordt de vervoerder gedeeltelijk gecompenseerd indien het werkelijk aantal gereden kilometers meer dan 5% lager is dan in het bestek is opgenomen. Indien het aantal werkelijk gereden kilometers hoger is dan in het bestek is opgenomen worden de samenwerkende gemeenten gecompenseerd.
Investeringen De investeringsplanning is geactualiseerd, in die zin dat het tempo en de omvang van de geplande investeringen is aangepast aan de laatste inzichten (o.a. opschuiving i.v.m. capaciteitsprobleem, wettelijke belemmeringen, subsidietoezeggingen, etc.). Voor wat betreft dit programma zijn er geen op- en/of aanmerkingen te melden over zowel de lopende als nieuwe investeringen.
37
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Programma 04 - Dienstverlening Het programma Dienstverlening omvat in hoofdzaak de dienstverlening aan de inwoners, bedrijven en instellingen en de participatie met de samenleving. Dienstverlening en participatie blijven niet beperkt tot één programma. In de realisatie van alle programma’s is sprake van dienstverlening en participatie. De dienstverlening betreft het bieden van de mogelijkheid om in contact te komen met de overheid en namens de overheid in contact te treden met inwoners, bedrijven en instellingen. In de dienstverlening wil De Wolden herkenbaar zijn. Door participatie geven we ruimte aan eigen initiatief en samenredzaamheid van de samenleving en stimuleren we de ontwikkelkracht van lokale netwerken.
Programmahouder Roger de Groot Beleidsdocumenten Het beleid voor dit programma is vastgelegd in de (beleids)nota’s: • Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld dd. 22 december 2005; • Politieke Termijnagenda 2014-2018 van de raad, vastgesteld d.d. 27 maart 2014; • Collegeprogramma 2014-2018, dd. 29 april 2014; • ‘De blik naar buiten!’, juni 2012; • ‘De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; • Visie dienstverlening, dd. 27 augustus 2009 vastgesteld door de raad; • Realisatieplan dienstverlening dd. 9 februari 2010 vastgesteld door het college; • De uitkomsten van de Benchmark ‘Waar staat je gemeente’ 2013; • Nota burgerparticipatie ‘Investeren in betrokkenheid’, vastgesteld door de raad op 8 maart 2012; • Van ‘de Ontmoeting naar de Verdieping’, vastgesteld door de raad op 29 januari 2015.
Algemeen Wat speelt er in De Wolden? De Wolden investeert in optimale dienstverlening aan inwoners, in goede toegankelijkheid langs diverse kanalen en in transparantie van besluitvorming en bestuur. De Wolden investeert in ondersteuning van (netwerken van) ondernemers, dorpsbelangenorganisaties, dorpshuizen/ontmoetingscentra en initiatieven vanuit de samenleving. Medewerkers denken mee, gaan uit van mogelijkheden, zien kansen en kunnen deze vertalen richting inwoners, bedrijven en organisaties. Inwoners en ondernemers maken gezamenlijk onze gemeenschap. De gemeente stimuleert dat partijen in de gemeenschap meer initiatief en eigen verantwoordelijkheid gaan nemen. Indien nodig treedt de gemeente daarbij op als regisseur. Kaders worden vastgelegd waarbinnen partijen hun rol kunnen nemen. Soms is echter ondersteuning van de gemeente nodig om het initiatief mogelijk te maken, bijvoorbeeld een subsidie, begeleiding bij de opzet van een netwerk of denkkracht. Wij streven het volgende op de langere termijn na: • Een lokale samenleving met een sterke sociale cohesie; • Er is sprake van betrokken en actieve inwoners; • De gemeente is herkenbaar en goed bereikbaar; • Er is een hoge mate van klanttevredenheid; • Er is vertrouwen in het lokale bestuur.
38
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Trends en ontwikkelingen •
•
Zowel de klant als de rijksoverheid stelt tegenwoordig andere eisen aan de dienstverlening door de gemeentelijke overheid; - Maatwerk, behoefte van klant staat centraal; - Vanaf 2020 zoveel mogelijk dienstverlening en informatievoorziening digitaal, face-to-face dienstverlening inzetten als dit toegevoegde waarde heeft; - Via één digitale overheidspoort (mijn overheid) kunnen burgers hun dienstverlening (eenvoudige producten) regelen, monitoren, beheren; - Van organisaties naar organiseren. Veel dienstverlening georganiseerd in ketens (korter/ meer onderlinge samenhang); - Door landelijke standaardisatie van gemeentelijke diensten, waar mogelijk, processen en systemen standaardiseren. Er is sprake van een veranderende rol van de overheid in de samenleving. De burger participeert, de overheid faciliteert.
-
Beleidsdoelen Gelet op de beoogde maatschappelijke effecten uit het programma ‘Dienstverlening’, stelt het college zich de volgende doelen:
• • • • • • • • •
Wij willen maatwerk bieden in onze dienstverlening en zo inspelen op de behoefte van de klant; De gemeente moet herkenbaar en bereikbaar zijn voor haar inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen; Onze inwoners (burgers, bedrijven, instellingen) zien ons als partner om hun vragen, initiatieven, ontwikkelingen te helpen beantwoorden cq realiseren; Wij willen samen met inwoners werken aan plannen en projecten; Wij willen meer ruimte voor inwoners en ondernemers creëren; Wij willen de ontwikkelkracht van lokale netwerken stimuleren; Wij willen de samenredzaamheid binnen de Wolder samenleving vergroten; Uitvoeren en doorontwikkeling van de dorpsvisies, met de nadruk op het sociaal domein; Wij willen een gemeente zijn met een effectief en transparant bestuur dat begrijpelijke besluiten neemt.
Speerpunten Om de doelen in deze raadsperiode te halen wordt in 2016 met de volgende concrete punten gestart. 001 - Bestuursorganen Activiteit
Evaluatie rol en werkwijze van de raad als gevolg van overheidsparticipatie en andere maatschappelijke ontwikkelingen. Desgewenst rol en werkwijze aanpassen.
Gevolgen voor de burger
Een betrokken en effectiever functionerende lokale overheid.
Middelen
2016 Pm -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
39
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Toelichting: Prioriteit 3 Onze gemeente zet flinke stappen waar het de participatie van onze inwoners betreft: • De dorpen hebben een eigen visie kunnen opstellen. • De kaders voor overheidsparticipatie zijn geformuleerd (hoe sluit de gemeente beter aan wat er in de samenleving speelt). • Er is een budget beschikbaar gesteld voor initiatieven vanuit de samenleving. • We nodigen inwoners actief uit om maatschappelijke initiatieven te nemen. Deze beweging brengt de vraag met zich mee, wat dit betekent voor de rol van de gemeenteraad als kadersteller en volksvertegenwoordiger. Uit een landelijk raadsledenonderzoek van Raadslid.nu (2012) blijkt dat raadsleden gemiddeld 16 uur per week aan het raadswerk besteden. Vanaf 2015 heeft de gemeente nieuwe zorgtaken gekregen als gevolg van de decentralisaties van het sociaal domein. De raad van De Wolden heeft dit voortvarend opgepakt: vanaf 2013 is een raadswerkgroep sociaal domein actief. De vraag is o.a. of dit tot verzwaring van het raadswerk leidt. Voorts is er de vraag van het presidium om te bekijken of beëdigde steunfractieleden niet meer taken van raadsleden kunnen oppakken en of dit om een andere vergaderstructuur vraagt. Gelet op het voorafgaande wordt voorgesteld om de rol en werkwijze van de raad te evalueren en desgewenst aan te passen. Hiertoe zal een externe onderzoeker worden ingeschakeld.
001 - Bestuursorganen Activiteit
Organiseren van de jaarlijkse Kindergemeenteraad.
Gevolgen voor de burger
Kinderen maken kennis met de lokale democratie en het besluitvormingsproces van de gemeenteraad.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 € 1.500
2017 € 1.500
2018 € 1.500
2019 € 1.500
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Sinds 2013 organiseert de raadsgriffie een Kindergemeenteraad, met daaraan voorafgaand een lesprogramma voor de deelnemende scholen. Vanwege het aantal gemeentelijke basisscholen is bij de invoering afgesproken om dit jaarlijks te organiseren. Met de geplande organisatie van de Kindergemeenteraad op 15 oktober 2015 hebben alle basisscholen een kans gekregen om mee te doen. Vanwege het succes van de Kindergemeenteraad, stellen we voor om deze activiteit te continueren en hiervoor structureel middelen beschikbaar te stellen.
001 - Bestuursorganen Activiteit
(Her)inrichting en samenspel met gemeenschappelijke regelingen/verbonden partijen.
Gevolgen voor de burger
Een effectiever functionerende lokale overheid.
Middelen
2016 Pm
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 In de PTA 2014-2018 is opgenomen dat de raad zijn kaderstellende en controlerende bevoegdheid ten aanzien van de vele zogenaamde verbonden partijen sterk wil verbeteren. De raad wil de verbonden partijen, in aanloop naar de besluitvorming over de kadernota, jaarlijks uitnodigen voor overleg en toelichting. Op basis van de ervaringen van 2015 en de nieuwe landelijke en regionale handreikingen richten we de sturing op de verbonden partijen nader in.
40
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
001 - Bestuursorganen (participatie) Activiteit
Onderzoek doen naar de behoefte en mogelijkheden aan / van transparantie en participatie in proces van begroten en verantwoorden.
Gevolgen voor de burger
Een transparante lokale overheid in een participerende samenleving.
Middelen
2016 Pm -
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Er is in toenemende mate behoefte aan transparantie en participatie in het proces van begroten en verantwoorden. Diverse organisaties houden zich hiermee bezig en de eerste praktijkvoorbeelden zijn beschikbaar. Enerzijds wordt steeds meer informatie ontsloten (o.a. Open Data), anderzijds ontstaan er ook initiatieven om inwoners te betrekken bij het opstellen van de begroting, overigens direct gekoppeld aan het uitoefenen van invloed op de besteding van de middelen. In 2016 gaan we onderzoeken welke behoefte er bestaat in de Wolder samenleving aan deze vormen van transparantie en welke mogelijkheden er voor de gemeente bestaan.
003 - Burgerzaken (Dienstverlening) Activiteit
Uitvoeringsplan Dienstverlening 2016 - 2019.
Gevolgen voor de burger
De dienstverlening van onze organisatie is er voor elke inwoner, ondernemer of instelling. De klant staat hierbij centraal. We leveren maatwerk, digitale selfservice waar het kan, persoonlijk waar het moet.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 -
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 De Visie Dienstverlening en het Realisatieplan zijn vastgesteld op respectievelijk 27 augustus 2009 en 9 februari 2010. Het is, gelet op diverse trends en ontwikkelingen, gewenst deze visie opnieuw tegen het licht te houden. In 2015 zal er een evaluatie volgen met een aanpassing van de visie. Daarna zal er in 2016 uitvoering plaatsvinden, waarbij op basis van een op te stellen actieplan ook de benodigde middelen zullen worden gevraagd. In de visie dienstverlening 2016–2019 gaan we de visie beschrijven op de dienstverlening aan de klant. Hierin betrekken we de wens om als gemeente herkenbaar en bereikbaar te zijn. Ook de behoefte van de klant met betrekking tot de dienstverlening via de verschillende kanalen (balie, telefoon, post, digitaal, social media) speelt hierin een rol. Dit alles in samenhang met landelijke ontwikkelingen. Vastgestelde speerpunten zijn: • Herkenbaar en bereikbaar zijn voor inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen; • Inwoners (burgers, bedrijven, instellingen) zien ons als partner om hun vragen, initiatieven, ontwikkelingen te helpen beantwoorden cq realiseren; • Maatwerk bieden in dienstverlening en zo inspelen op de behoefte van de klant; • Gemeente zijn met een effectief en transparant bestuur dat begrijpelijke besluiten neemt; • Inrichting en kwaliteitsbewaking basisregistraties; • Doorontwikkeling zaakgericht werken.
41
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
003 - Burgerzaken (Dienstverlening) Activiteit
Project Beter en Concreter.
Gevolgen voor de burger
Snellere, goedkopere en flexibelere dienstverlening. Effectieve en vernieuwende manier van aanpakken van een aantal ruimtelijke opgaven.
Middelen (dekking t.l.v. exploitatie)
2016 € 5.000
2017 -
2018 -
2019 -
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 In het regeerakkoord is de noodzaak aangegeven om ruimte te maken voor economische groei. Manieren om dit te realiseren zijn het verminderen van regeldruk en ruimte te geven aan nieuwe, wat meer innovatieve vormen van publieke taakuitvoering. Dit staat bijvoorbeeld verwoord in de Programma’s ‘Beter en Concreter’ en de ‘Agenda Lokale Democratie’. Met dit project willen we bijdragen aan: − Het realiseren van enkele lastige dan wel vastlopende ruimtelijke opgaven; − Snellere, goedkopere en flexibelere dienstverlening. Dit sluit aan bij het beleid van de gemeente en de samenwerkingsorganisatie. Binnen het project experimenteren we met het vernieuwend oplossen van enkele ruimtelijke opgaven. Door het wegnemen van belemmeringen kunnen gebiedsontwikkelingen en ruimtelijke procedures worden versneld. De gevraagde middelen zullen worden aangewend voor de uitvoering van het project (denk hierbij aan de inhuur van vrijdenkers/organisatie van workshops) en de communicatie via de diverse kanalen.
006 - Bestuursondersteuning (Participatie) Activiteit
Faciliteren maatschappelijk initiatief (overheidsparticipatie).
Gevolgen voor de burger
Er wordt meer ruimte voor initiatieven van inwoners gecreëerd en de ontwikkelkracht van lokale netwerken wordt gestimuleerd.
Middelen (incidenteel 2016 t.l.v. ‘Reserve investeringsprojecten’ en structureel t.l.v. de exploitatie
2016 € 25.000 -
2017 € 5.000
2018 € 5.000
2019 € 5.000
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 1 Het betreft de uitwerking van het document ‘Van de Ontmoeting naar de Verdieping’ zoals dat is vastgesteld door de raad op 29 januari 2015. De in dit document vastgestelde speerpunten: a. Faciliteren zelfredzaamheid van de dorpen; b. Doorontwikkeling netwerken en dorpsvisies; c. Ontwikkeltraject organisatie. a. Faciliteren zelfredzaamheid Eén miljoen euro is gereserveerd voor de periode 2015-2018 voor initiatieven uit de Woldense samenleving. Voor uitvoering van de vastgestelde speerpunten 'doorontwikkeling netwerken en dorpsvisies' (de maatschappelijke marktplaats, zowel online als bijeenkomsten) als voor het speerpunt 'organisatieontwikkeling' (capaciteit en kwaliteit m.b.t. ondersteunen initiatieven) is afgesproken om geen beroep te doen op het miljoen voor initiatieven maar daar een aparte middelenstroom voor te reserveren. b. Doorontwikkeling netwerken en dorpsvisies In het door de raad vastgestelde document ‘Van de Ontmoeting naar de Verdieping’ was al opgenomen dat we voor de doorontwikkeling van de netwerken inzetten op de maatschappelijke
42
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
marktplaats (op basis van behoefte peiling en in samenwerking met inwoners en Stichting Welzijn De Wolden). De gemeente De Wolden faciliteert de maatschappelijke marktplaats. Een maatschappelijke marktplaats is website ter ondersteuning van maatschappelijke initiatieven (in de buurt, stad, of rond een thema). Op een marktplaats vind je zowel vraag als aanbod. Er is ondertussen enige jaren ervaring opgedaan met een dergelijk instrument en inmiddels hebben vele initiatiefnemers en aanbieders hun weg gevonden naar deze marktplaats. Naast dat je hiermee lokaal laat zien wat er gebeurt en je vraag en aanbod bij elkaar brengt, vormt de marktplaats een instrument voor overheidsparticipatie. Je gebruikt de marktplaats voor de verzameling van belangrijke gegevens voor beleid en uitvoering van de gemeente: Wie is er actief, welke onderwerpen zijn prioritair, kennen de initiatiefnemers elkaar, wat zijn de behoeften, welke aanbieders zijn er nog meer in de gemeente, op welke terreinen. Je kunt gericht interventies plannen, bijeenkomsten organiseren, ontmoetingen arrangeren, nader onderzoek doen, financiële impulsen geven, toegespitst op de actuele gegevens. Nog een stap verder is, dat je als participatie-adviseur de gegevens uit de marktplaats gebruikt om vragen en informatie voor te leggen aan beleidsambtenaren. En ook andersom: vragen vanuit beleid kunnen worden voorgelegd aan actieve mensen in de gemeente, die je door de marktplaats gericht in beeld hebt gekregen. Dan gaan initiatieven en ambtenaren gelijkwaardig samenwerken aan de gemeente. De netwerkbijeenkomsten ‘Wij De Wolden’ om de netwerken te stimuleren en vraag en aanbod bij elkaar te brengen (en koppeling met maatschappelijke marktplaats online) worden gedurende de regeling georganiseerd. Voor deze doorontwikkeling van de netwerken wordt eenmalig € 25.000 (technische realisatie € 15.000 / Opstart, instructie, leren benutten van de site € 10.000) gereserveerd. c. Ontwikkeltraject organisatie We zijn in 2011 gestart met de maand van de participatie, jaarlijks in september. In dit kader hebben we de afgelopen jaren vele initiatieven ontplooid, waarbij de verschillende doelgroepen binnen dit proces zijn betrokken. Zo hebben we verschillende raadsbijeenkomsten georganiseerd, een Laat je horen krant uitgegeven, een participatiemarkt voor inwoners, een inspiratiebijeenkomst in de Tamboer voor alle medewerkers, en de presentatie van het innovatief netwerk aan de raad. Gelet op de wens om de komende jaren een doorontwikkeling te maken naar overheidsparticipatie reserveren wij voor vorenstaande activiteiten een bedrag van € 5.000.
006 - Bestuursondersteuning (Kernenparticipatie) Activiteit
Faciliteren kernenparticipatie en innovatief netwerk.
Gevolgen voor de burger
Goede afstemming en samenwerking tussen belangenverenigingen en gemeente. De gemeente onderhoudt een hechte samenwerking met de belangenverenigingen (oa werkbezoeken, samen op excursie, thema-avonden). Met het innovatief netwerk heeft de raad afspraken gemaakt over hun adviserende rol.
Middelen (dekking vindt plaats vanuit reguliere begroting)
2016 € 3.000
2017 € 3.000
2018 € 3.000
2019 € 3.000
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 2 De middelen die hiervoor tot nu toe beschikbaar werden gesteld waren incidenteel, gekoppeld aan burgerparticipatie. Dit budget is inmiddels uitgeput.
Taakstelling en lopende projecten Niet van toepassing in dit programma.
43
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Exploitatie De volgende financiële mutaties zijn aangeleverd (inclusief speerpunten). Produkt (bedragen x 1.000) + = nadeel en - = voordeel
2016
2017
2018
2019
Lasten 001 - Evaluatie rol/werkwijze raad
pm
001 - Jaarlijkse Kindergemeenteraad
2
001 - Inrichting/samenspel SWO/GR
pm
001 - Participatie begrotingsproces
pm
003 - Uitvoeringsplan Dienstverlening
2
2
2
pm
pm
pm
003 - Beter en concreter
5
006 – Maatschappelijk initiatief
-
5
5
5
006 - Kernparticipatie en innovatief netwerk
3
3
3
3
10
10
10
10
Baten
-
-
-
-
Totaal baten
-
-
-
-
10
10
10
10
Totaal lasten
Saldo
Investeringen De investeringsplanning is geactualiseerd, in die zin dat het tempo en de omvang van de geplande investeringen is aangepast aan de laatste inzichten (o.a. opschuiving i.v.m. capaciteitsprobleem, wettelijke belemmeringen, subsidietoezeggingen, etc.). Voor wat betreft dit programma zijn er geen op- en/of aanmerkingen te melden over zowel de lopende als nieuwe investeringen.
44
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Programma 05 - Financiën en bedrijfsvoering Het programma Financiën en Bedrijfsvoering richt zich vooral op een gezonde financiële huishouding van de gemeente, om daarmee op korte en langere termijn de dienstverlening aan de inwoners, ondernemers en organisaties te kunnen waarborgen en de ambities van het bestuur te kunnen realiseren. We willen dit bereiken in samenwerking met de raad en in voortdurend contact met de Woldense samenleving. De bedrijfsvoering die nodig is voor het realiseren van de doelstellingen, is primair de verantwoordelijkheid van de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen en valt grotendeels buiten de reikwijdte van dit programma.
Programmahouder Jan van 't Zand Beleidsdocumenten • • • • • • • • • • • • •
Toekomstvisie 2005-2020, vastgesteld d.d. 22 december 2005; Politieke Termijnagenda 2014-2018 van de raad, vastgesteld d.d. 27 maart 2014; Collegeprogramma 2014-2018, d.d. 29 april 2014; 'De tering naar de nering zetten’, eind maart 2010 aangeboden aan de raad; Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido); Nota reserves en voorzieningen; Wet waardering onroerende zaken; Financiële verhoudingswet en Treasurystatuut; Gemeentewet en beleidskader financieel toezicht op gemeenten van de provincie; Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten; Woningfinancieringsregeling ambtenaren 1998; Gemeentelijke verordening onroerende-zaakbelastingen 2015, forensenbelasting 2015 en toeristenbelasting 2015; Leidraad invordering gemeentelijke belastingen.
Algemeen Wat speelt er in De Wolden? De gemeente De Wolden streeft naar het realiseren van een structureel sluitende begroting in meerjarenperspectief op basis van heldere kaders voor de gemeentelijke uitgaven en inkomsten. Wij streven het volgende op de langere termijn na: • Een financieel gezonde gemeente zijn, die haar beschikbare middelen verantwoord inzet; • We willen met de ambtelijke organisatie onze inwoners, ondernemers, verenigingen en instellingen naar tevredenheid van diensten voorzien. Het programma in beeld:
45
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Trends en ontwikkelingen Op het gebied van Financiën nemen we een aantal trends waar. Transparantie Er is in toenemende mate behoefte aan transparantie en participatie in het proces van begroten en verantwoorden. Daarbij gaat het ook om transparantie in de opbouw van de gemeentelijke heffingen en leges. Diverse organisaties houden zich hiermee bezig en de eerste praktijkvoorbeelden zijn beschikbaar. Enerzijds wordt steeds meer informatie ontsloten (o.a. Open Data), anderzijds ontstaan er ook initiatieven om inwoners te betrekken bij het opstellen van de begroting, overigens direct gekoppeld aan het uitoefenen van invloed op de besteding ervan. Beschikbaarheid van informatie Onderdeel van deze transparantie is ook dat informatie sneller en op diverse platforms beschikbaar komt. Moderne informatietechnologie (o.a. apps en social media) spelen een belangrijke rol. Landelijke uniformering van kengetallen De financiële druk die de laatste jaren op gemeenten is komen te staan hebben er onder andere toegeleid dat er steeds nadrukkelijker wordt gekeken naar de financiële positie van gemeenten, waarbij niet alleen meer naar de exploitatie wordt gekeken, maar ook naar het vermogen (balans) en de risico’s daarin. Op landelijk niveau wordt getracht een set kengetallen te introduceren aan de hand waarvan deze positie zal worden beoordeeld.
Beleidsdoelen Gelet op de beoogde maatschappelijke effecten uit het programma 'Financiën en Bedrijfsvoering’, stelt het college zich de volgende doelen: • Meer inhoudelijke samenhang binnen programma’s met integrale afweging en sturen op maatschappelijke effecten; • Een meerjarig sluitende begroting met mogelijk financiële ruimte voor nieuw beleid; • Verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening, een betere kostenbeheersing en een verminderde kwetsbaarheid; • Een helder, gedragen en eenduidig zicht op de omvang van onze investeringsportefeuille; • Rechten zoveel mogelijk kostendekkend houden en transparant inzichtelijk hebben. We zijn echter wel terughoudend in de verhoging van deze rechten.
Speerpunten Om de doelen in deze raadsperiode te halen wordt in 2016 met de volgende concrete punten gestart. 922 – Algemene lasten en baten Activiteit
Introductie financiële kengetallen.
Gevolgen voor de burger
Inzicht in de financiële positie van De Wolden.
Middelen
2016 Pm
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 Aansluitend op de landelijke set kengetallen gaan we met de raad in gesprek over het introduceren van financiële kengetallen voor de Wolden. Daarbij gaat het enerzijds om het benoemen welke kengetallen we op willen nemen en vervolgens het bepalen van normen waaraan de uitkomsten op deze kengetallen worden getoetst.
46
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
930 - Uitvoering Wet WOZ Activiteit
Burgers betrekken bij WOZ-taxaties.
Gevolgen voor de burger
Vroegtijdig inzicht in en overeensteming over de WOZ taxatie van eigen bezittingen.
Middelen
2016 Pm
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 We onderzoeken, mede op basis van ervaringen in andere gemeenten, de mogelijkheden om te gaan werken met voormeldingen aan inwoners en het verwerken van de reacties van inwoners daarop. Allereerst kijken we naar de (politieke) doelstellingen van deze manier van werken. Tevens brengen we ook de kosten en capaciteit (in menskracht en ICT) die dit met zich meebrengt in beeld. Vervolgens kan een keuze worden gemaakt om een dergelijke vorm daadwerkelijk in te zetten. Overigens wordt bij het toezenden van de aanslagen nu al een bijsluiter gevoegd, waarin onder andere wordt gevraagd om eerst informeel contact op te nemen alvorens er een formele bezwaarprocedure wordt gestart.
Bedrijfsvoering Activiteit
Nadere uitwerking risicomanagement.
Gevolgen voor de burger
Beter inzicht in de risico's van de gemeente leidt tot een betere onderbouwing van de omvang van het weerstandsvermogen.
Middelen
2016 Pm
2017 Pm
2018 Pm
2019 Pm
I/S Incidenteel Structureel
Toelichting: Prioriteit 3 In 2015 stellen we een Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen op. In deze nota geeft de raad de kaders aan voor de minimale omvang van het weerstandsvermogen en de wijze waarop het risicomanagement in De Wolden vorm zal krijgen. In 2016 willen we de te kiezen werkwijze implementeren.
Taakstelling en lopende projecten Op deze plaats is geen specifieke aanleiding te rapporteren over afwijkingen in de bedragen van de te realiseren bezuinigingen. Overigens wordt nog verwezen naar de elders in deze kadernota opgenomen tekst over de voortgang van de afgesproken bezuinigingen. Projecten Burgerparticipatie binnen de financiële kolom We willen op termijn inwoners betrekken bij het begrotingsproces. We denken dan zowel aan buurtbudgetten, maar ook sectorbudgetten (bv. sport). We willen dit in de 2e helft van deze collegeperiode oppakken. Eerst wordt prioriteit gegeven aan het inrichten van programmasturing en burger-/overheidsparticipatie in het algemeen. Programmasturing We hebben met de samenwerkingsorganisatie afgesproken dat er vraaggestuurd gewerkt wordt en dat er in processen gedacht wordt. De vragen van de Woldiger samenleving worden op deze wijze doelmatig en doeltreffend opgepakt en opgelost. De vragen zijn in programma's gebundeld met na te streven maatschappelijke effecten. We kenden al de lijnsturing en projectsturing. Nu wordt programmasturing verder vormgegeven. Hierbij zijn de activiteiten gericht op het realiseren van de geformuleerde maatschappelijke effecten en wordt integraal denken en handelen bevorderd. In deze kadernota zijn de effecten vertaald in speerpunten voor de komende periode.
47
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
Tussenrapportages De raad heeft aangegeven eerder in het jaar zicht te willen hebben op de financiële stand van zaken om eventueel te kunnen bijsturen. Daarom wordt gezorgd voor twee tussenrapportages telkens over een periode van 4 maanden. Dit is opgenomen in de P&C-jaarplanning.
Exploitatie De volgende financiële mutaties zijn aangeleverd (inclusief speerpunten). Produkt (bedragen x 1.000) + = nadeel en - = voordeel
2016
2017
2018
2019
Lasten 914 - Ontwikkeling kapitaallasten
-72
922 - Introductie financiële kengetallen
Pm
Pm
Pm
Pm
930 - Burgers betrekken bij WOZ-taxaties
Pm
Pm
Pm
Pm
Bedr.voering - Uitwerking risicomanagement
Pm
Pm
Pm
Pm
-
-
-
-72
22
22
22
22
-183
-108
-108
-108
278
163
186
186
Totaal lasten Baten 330 - Afname dividenduitkering NV BNG 911 - Bespaarde rente eigen vermogen 921 - Algemene uitkering gemeentefonds 931 - Onroerende-zaakbelastingen 935 - Forensenbelasting
-107 -5
-5
-5
-5
980 - Mutatie reserve wegenonderhoud
6
980 - Mutatie reserve BTW-compensatie
5
980 - Mutatie reserve verf. uitk. riolering
15
Totaal baten
112
72
95
14
Saldo
112
72
95
-58
Toelichting: Afname dividenduitkering NV BNG Van de NV Bank Nederlandse Gemeenten is bericht ontvangen dat de dividenduitkering onder druk staat als gevolg van de aanhoudende daling van de marktrente en door ongerealiseerde negatieve marktwaarde-veranderingen. Bespaarde rente eigen vermogen Aan de hand van het concept 'Nota reserves & voorzieningen 2016-2019' is een herberekening gemaakt van de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen. Algemene uitkering gemeentefonds De cijfers vanuit de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn gebaseerd op septembercirculaire 2014. De gevolgen van de decembercirculaire 2014 laten een negatief effect zien. Gewoonlijk worden deze gevolgen verwerkt bij het verschijnen van de eerstvolgende meicirculaire. Om toch een zo zuiver mogelijk beeld van de uitkering te schetsen, is er voor gekozen om de mutaties uit de decembercirculaire 2014 nu wel in deze kadernota mee te nemen.
48
Kadernota 2016
Ontwikkeling programma's in meerjarenperspectief
In de aanloop naar het verschijnen van de meicirculaire 2015, zijn de eerste herverdeeleffecten van de 2e fase groot onderhoud Gemeentefonds bekend geworden. Naar het zich laat aanzien vindt er een verschuiving plaats in de uitkering van grote naar kleine en van stedelijke naar plattelandsgemeenten. Omdat deze effecten nog verwerkt moeten worden in de komende meicirculaire en daarin er ook andere zaken nog een plek krijgen, is in deze kadernota vooralsnog geen aanpassing van de algemene uitkering op dit onderdeel meegenomen. Een meer gedetailleerde toelichting op deze eerste uitkomsten groot onderhoud van het gemeentefonds is opgenomen onder het hoofdstuk 'Uiteenzetting financiële positie'. Mutatie reserves Het betreft hier de reguliere mutaties uit de onttrekkingen aan de verschillende reserves. Onroerende zaakbelastingen en woonforensenbelasting Op basis van een herijking van de cijfers is het gewenst de ramingen op dit onderdeel aan te passen. Ontwikkeling kapitaallasten Op basis van de staat van investeringen behorende bij de begroting 2015 en de nadien beschikbaar gestelde investeringskredieten (t/m wijziging nr. 5/2015), vindt er een mutatie plaats in de kapitaallasten. Deze mutatie blijft vooralsnog beperkt tot de verwerking van de verwachte vrijval van 2018 naar 2019.
Investeringen De investeringsplanning is geactualiseerd, in die zin dat het tempo en de omvang van de geplande investeringen is aangepast aan de laatste inzichten (o.a. opschuiving i.v.m. capaciteitsprobleem, wettelijke belemmeringen, subsidietoezeggingen, etc.). Voor wat betreft dit programma zijn er geen op- en/of aanmerkingen te melden over zowel de lopende als nieuwe investeringen.
49
Overige financieel-technische aspecten
Kadernota 2016
Overige financieel-technische aspecten Inleiding In dit hoofdstuk beschrijft het college de uitgangspunten voor het opstellen van de ramingen voor de begrotingsperiode 2016 – 2019. Ook gaat het college op hoofdlijnen in op de rentevisie en het te hanteren inflatiecijfer evenals de verwachte ontwikkelingen met betrekking tot de heffingen en tarieven en dergelijke. Tenslotte zijn ook hier nog eens de criteria benoemd die de raad hanteert bij de afweging voor het doen van nieuwe uitgaven. Aangezien de algemene uitkering uit het Gemeentefonds een belangrijke rol speelt bij de toekomstige begrotingsuitkomsten, is daar elders in de kadernota afzonderlijk aandacht aan besteed.
Uitgangspunten opstellen raming (programma) begroting 2016 Jaarlijks geeft het college aan de organisatie voor het opstellen van de ramingen voor de nieuwe begroting een aantal kaders mee. Deze volgende kaders vormen de uitgangspunten voor het opstellen van de (meerjaren) begroting 2016 – 2019:
•
Volgens de jaarplancyclus wordt in de kadernota/brief ook ingegaan op de (meerjarige) ontwikkeling van de post onvoorziene uitgaven. De totale post voor onvoorziene uitgaven in de primitieve begroting omvat een budget van afgerond € 30.000. Een deel van deze post ter grootte van € 10.000 is afgezonderd voor incidentele startsubsidies. Voor een beroep op dit budget gaat het in principe om het doen van incidentele uitgaven van maximaal € 5.000 per situatie en er dient altijd achteraf verantwoording te worden afgelegd. Het restant van de post was gesplitst, namelijk een deel voor de raad en een deel voor het college. De raad heeft echter vorig jaar besloten haar aandeel nagenoeg geheel in te zetten als invulling van de bezuiniging van € 18.000 op de bestuurskosten vanaf 2015. Het geringe restant is vervolgens toegevoegd aan het deel van het college (afgerond € 20.000). Ondanks dat de post onvoorziene uitgaven structureel in de begroting is opgenomen, heeft deze raming een incidenteel karakter. Dit betekent dat structurele uitgaven geen invloed hebben op de raming van deze post in een volgend begrotingsjaar, maar doorwerken in het begrotingssaldo van de opvolgende jaarschijven. Voor 2016 is deze post als volgt opgebouwd: a.
4.000.000
Onvoorziene uitgaven raad
Pm
b.
4.000.030
Onvoorziene lasten incidentele startsubsidies
€
c.
4.000.040
Onvoorziene uitgaven college van B&W
“
20.000
Totaal
€
30.000
10.000
•
Ramingen worden gebaseerd op het door de gemeenteraad vastgesteld bestaand beleid. Nieuwe beleidsvoornemens moeten afzonderlijk via het college en raad worden ingebracht. Om te komen tot een integrale afweging worden deze nieuwe voornemens jaarlijks in de kadernota vermeld.
•
De algemene uitkering uit het gemeentefonds en andere rijksvergoedingen worden gebaseerd op de laatst bekende circulaire van het rijk.
•
De aantallen inwoners en woonruimten per 1-1-2015 bedroegen: - aantal inwoners 23.661; - aantal woonruimten 10.661 (woningen/wooneenheden/recreatiewoningen/bijzondere woongebouwen). Er loopt op dit moment een onderzoek bij het rijk om het begrip ‘woonruimten’, dat gebruikt wordt bij de verdeling van de algemene uitkering, nader te herdefiniëren. Het gevolg zou kunnen zijn dat gemeenten met relatief veel recreatiewoningen, gevangeniscellen, zorgcentra en/of studentenwoningen, daar nadeel van ondervinden. Vooralsnog is uitgegaan van een beperkte groei van 5 woonruimten per jaar.
50
Kadernota 2016
Overige financieel-technische aspecten
Op basis van de bestaande begrippen hanteren we de volgende voorlopige aantallen per: 1 januari
2015
2016
2017
2018
2019
Inwoners
23.661
23.651
23.641
23.631
23.621
Woonruimten
11.599
11.604
11.609
11.614
11.619
Bij de ontwikkeling van het aantal inwoners is rekening gehouden met de bevolkingsprognose van maart 2012 van de provincie Drenthe (website provincie Drenthe.nl), waarbij de bevolking van De Wolden krimpt met 10 inwoners per jaar. Deze trend wordt ook bevestigd door de voor onze gemeente opgestelde notitie ‘Vitaal platteland’ van februari 2013. Daarin staat hoe de demografische veranderingen voor De Wolden eruit zien en wat daarvan de gevolgen (kunnen) zijn.
•
De beheersplannen moeten zoveel mogelijk voor de aanlevering van de begrotingscijfers worden doorgerekend zodat de financiële gevolgen hiervan in de begroting worden vertaald. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met bijgestelde informatie, zoals loon- en prijsstijgingen e.d. Zowel in de planning betreffende de kadernota als de begroting wordt hiervoor aandacht gevraagd.
•
De subsidies en bijdragen derden moeten in de begroting worden opgenomen op basis van bestaande regelingen en overeenkomsten (vast bedrag of rekening houdende met indexatiemogelijkheden). Ook houden we rekening met de besluitvorming over de vastgestelde bezuinigingsmaatregelen. Voor de verbonden partijen wordt een werkwijze gehanteerd met als doel de beheersbaarheid van vooral de gemeenschappelijke regelingen te verbeteren.
•
Met betrekking tot de voorlopige hantering van de tarieven voor de gemeentelijke belastingen, wordt voor de aanlevering van de ramingen rekening gehouden met de tarieven 2015. Wel dient de mutatie van het inwonersaantal en het aantal woningen in de raming te worden betrokken. De raad heeft in het verleden aangegeven voor de OZB uit te gaan van een jaarlijkse verhoging (naast autonome uitzetting) met een percentage dat gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor de toeristen- en forensenbelasting gelden vooralsnog de volgende tarieven: - toeristenbelasting, per persoon per nacht € 1,10; - forensenbelasting, per object met een waarde van: * minder dan € 50.000 € 190,00; * € 50.000 < € 100.000 € 550,00; * € 100.000 < € 150.000 € 650,00; * € 150.000 < € 200.000 € 700,00; * € 200.000 > € 750,00.
•
Naast de algemene uitkering heeft de gemeente andere inkomsten zoals leges, retributies, heffingen, huren en pachten e.d. In het kader van het afleggen van rekening en verantwoording is het noodzakelijk dat de budgethouders/ beheerders zorgen voor een goede onderbouwing van de te ontvangen bedragen, met waar mogelijk berekeningen en specificaties van achterliggende informatie.
•
Met betrekking tot de leges burgerzaken, etc. is in de meerjarenraming rekening gehouden met een trendmatige stijging van 3% per jaar. De tarieven van de graf- en begraafrechten en ook de huren worden jaarlijks ook geïndexeerd met het consumentenprijsindexcijfer (cpi) alle huishoudens, huidige basisjaar 2006 = 100.
•
De kostendekkendheid van ondermeer de leges bouwvergunningen, rioolheffing en de afvalstoffenheffing blijft een aandachtspunt. Bij zowel de afvalstoffenheffing als de rioolheffing kent onze gemeente een 100% kostendekkend tarief.
51
Kadernota 2016
Overige financieel-technische aspecten
Rentevisie en te hanteren inflatiecijfer Bij de samenstelling van de begroting 2015 is rekening gehouden met een rentepercentage van 5% voor de berekening van de kapitaallasten en de bespaarde rente over de reserves en voorzieningen en 0,5% voor ‘kort geld/financieringstekort’. Ondanks dat de lange rente momenteel een neerwaartse lijn laat zien, wordt voorgesteld dit percentage, gezien de onzekere economische tijden, ook voorlopig voor 2016 te handhaven. Overigens is het gemiddelde rentepercentage van de huidige lening portefeuille van de gemeente ook afgerond 5%. De percentages van de nog niet afgeloste langlopende leningen kunnen niet (meer) worden aangepast. Bij een eventuele verlaging van het toe te passen rentepercentage, moet ook worden meegewogen het feit dat onze gemeente haar investeringen voor een groot deel heeft gefinancierd met eigen reserves en voorzieningen. Hierover wordt intern eveneens 5% rente vergoed en als bate ingeboekt. Bij een lager rentepercentage zal ook de bespaarde rente (inkomst) op programma 5 aanmerkelijk minder zijn. De huidige CAO voor gemeenten loopt af per 1 januari 2016. In meerjarenperspectief wordt na 2016 geen rekening gehouden met een loonkostenstijging omdat ook de algemene uitkering uit het gemeentefonds in constante prijzen wordt geraamd. Na het bekend worden van de meicirculaire 2015 zal bezien worden welke aanpassing er zal plaatsvinden in de bijdrage aan de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen. Voor wat betreft de algemene uitkering wordt in de eerste jaarschijf rekening gehouden met de meerjarige prijsontwikkeling BBP (gemiddelde van loon- en prijsstijging). Deze wordt in principe gebaseerd op de laatst bekende circulaire over de algemene uitkering. Het betreft dan uitgaven m.b.t. de kostensoorten 431… t/m en 434… (energie, overige aankopen, goederen en diensten, etc.). Voor 2015 zal mogelijk bij de meicirculaire 2015 meer bekend worden en zal, ook afhankelijk van de financiële situatie, worden beoordeeld of en zo ja, tot welk percentage de loon- en prijscompensatie moet plaatsvinden. Vooralsnog wordt bij de opstelling van de meerjarenbegroting 2016-2019 de groei van de algemene uitkering gelijkgesteld met de loon- en prijsstijging en de areaalontwikkeling. Om de pieken en dalen in het verbruik van energie (gas, water, elektra, benzine, olie, e.d.) te elimineren, wordt gewerkt met een driejaars verbruiksgemiddelde.
Ontwikkelingen met betrekking tot heffingen en tarieven In het collegeprogramma 2014-2018 zijn de volgende uitgangspunten vastgelegd met betrekking tot de ontwikkeling van de heffingen en tarieven van de gemeentelijke rechten en belastingen: Wij zijn terughoudend in verhoging van belastingen, leges en heffingen. • Wij gaan terughoudend om met verhoging van de onroerende zaakbelastingen. • De heffingspercentages OZB en de leges, en de graf- en begraafrechten passen we jaarlijks aan met de inflatiecorrectie. Wij werken transparant. • Wij motiveren tarieven en verhogingen daarvan. • De gevolgen van tariefverhogingen voor de woonlasten van de burger brengen wij jaarlijks in beeld. Wij werken kostendekkend. • Wij streven er naar rechten zoveel mogelijk kostendekkend te houden. De onderstaande punten zijn mede gebaseerd op het hiervoor vermelde collegeprogramma: • Met betrekking tot de voorlopige hantering van de tarieven voor de gemeentelijke belastingen, dient voor de aanlevering van de ramingen 2016 rekening te worden gehouden met de tarieven 2015. Wel dient de mutatie van de bevolking en het aantal woningen in de raming te worden betrokken. De raad heeft in het verleden aangegeven voor de OZB uit te gaan van een jaarlijkse verhoging (naast autonome uitzetting) met een percentage dat gelijk is aan de inflatiecorrectie. Voor de toeristen- en forensenbelasting gelden de volgende tarieven:
52
Kadernota 2016
- toeristenbelasting (per persoon, per overnachting) - forensenbelasting bij een waarde van: * minder dan € 50.000 * € 50.000 < € 100.000 * € 100.000 < € 150.000 * € 150.000 < € 200.000 * € 200.000 >
•
• • •
Overige financieel-technische aspecten
€
1,10
€ € € € €
190,00 550,00 650,00 700,00 750,00
Naast de algemene uitkering heeft de gemeente andere inkomsten zoals leges, retributies, heffingen, huren en pachten e.d. In het kader van het afleggen van rekening en verantwoording is het noodzakelijk dat de budgethouders/beheerders zorgen voor een goede onderbouwing van de te ontvangen bedragen, met waar mogelijk berekeningen en specificaties van achterliggende informatie. Ten aanzien van de begraafrechten heeft de raad besloten dat toekomstige tariefsverhogingen zoveel mogelijk beperkt blijven tot een jaarlijkse indexering op basis van het ‘consumentenprijsindexcijfer (CPI) voor alle huishoudens’ (huidige basisjaar 2006 = 100). Dit prijsindexcijfer wordt ook toegepast bij de aanpassing van de huren; Met betrekking tot de leges voor dienstverlening is in de meerjarenraming rekening gehouden met een trendmatige stijging van 3% per jaar; Bij de rioolheffing kent onze gemeente een 100% kostendekkend tarief van € 182,04 voor een éénpersoonshuishouden en € 202,80 voor een meerpersoonshuishouden (2015); Bij de afvalstoffenheffing geldt sinds 2014 ook een kostendekking van 100% op basis van € 173,88 voor een éénpersoonshuishouden en € 220,56 voor een meerpersoonshuishouden.
Beoordelingscriteria 'nieuw' geld, inclusief incidenteel Evenals voorgaande jaren hebben wij ook in deze kadernota per programma alle nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Daarbij hebben wij aangegeven of hiermee financiële consequenties dan wel investeringen gemoeid zijn. Afhankelijk van de besluitvorming in de raad zullen de financiële gevolgen hiervan verwerkt worden in de eindcijfers per jaarschijf. Naast een inhoudelijke afweging die van de raad wordt verwacht, lijkt het daarbij onontkoombaar ook een financiële afweging te maken, gelet op de ontbrekende financiële ruimte in meerjarenperspectief. De raad wordt gevraagd daarbij met de volgende vier (enigszins aangepaste afwegingscriteria) rekening te houden: 1. Onontkoombaar (uitvloeisel van wet- en/of regelgeving, of de gemeente loopt, wanneer de activiteit niet wordt uitgevoerd een aanzienlijk juridisch, financieel en/of bedrijfsrisico of er is sprake van vastgesteld beleid, waar voor de uitvoering geen c.q. onvoldoende financiën beschikbaar zijn); 2. Aanpassing op basis van de realisatiecijfers; 3. Nieuw beleid, waarbij geldt 'nieuw voor oud' (er is sprake van gewenst beleid, waartoe de gemeente niet verplicht is); 4. Niet realiseerbare bezuiniging. Uit de volgorde kan de raad afleiden wat naar het oordeel van het college prioriteit heeft.
53
Kadernota 2016
54
Overige financieel-technische aspecten
Kadernota 2016
Bijlagen
Bijlagen 1. Samenvattend overzicht financiële gevolgen aangeleverde speerpunten e.d.; 2. Overzicht van de ‘Reserve investeringsprojecten’.
55
Kadernota 2016
56
Bijlagen
Kadernota 2016
Bijlagen
Overzicht financiële gevolgen speerpunten en overige uitzettingen kadernota 2016
57
Kadernota 2016
58
Bijlagen
Kadernota 2016
Bijlagen
Overzicht van de 'reserve investeringsprojecten'
59
60
Griffie
TIJDSCHEMA RAADSVERGADERING DONDERDAG 18 JUNI 2015 BEHANDELING KADERNOTA 2016 17.00 uur
Opening Spreekrecht
17.15 uur
Start 2e termijn behandeling kadernota 2016 (voor elke fractie 20 minuten gerekend inclusief interrupties) Fractie van GB Fractie van de VVD Fractie van het CDA
18.15 uur
Grote pauze
19.15 uur
Fractie Fractie Fractie Fractie
20.35 uur
PAUZE
21.00 uur
Reactie van het college (voor elk collegelid 20 minuten)
22.20 uur
Schorsing
Zuidwolde, juni 2015
van van van van
de PvdA D66 CU GL