29
Cultuur 2.1 Inleiding – 31 2.2 Het traditionele cultuurbegrip van een culturalistische benadering – 31 2.2.1 De culturalistische benadering in de praktijk – 32
2.3 Wat is cultuur? – 35 2.4 Cultuur als kenmerk en product van een collectief – 37 2.5 Multicollectiviteit en multiculturaliteit van ieder persoon – 38 2.6 Onbegrensdheid, homogeniteit en heterogeniteit van culturen – 39 2.7 Nationale samenleving en nationale cultuur: tussen homogeniteit en heterogeniteit – 39 2.8 Inhoud van een cultuur – 42 2.9 Opbouw van een cultuur – 43 2.10 De werking van cultuur – 44 2.10.1 Cultuur als model van de werkelijkheid – 44 2.10.2 Cultuur als model voor de werkelijkheid – 46 2.10.3 Cultuur als zingevend kader – 47 2.10.4 Cultuur als verbindend element – 48
2.11 Cultuurschok – 49 2.12 Verwerving van cultuur – 50 2.13 De dynamiek van cultuur – 54 2.14 De duurzaamheid van cultuur – 55
E. Hoffman, Interculturele gespreksvoering, DOI 10.1007/978-90-368-0295-6_2, © Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 2013
2
2.15 De invloed van cultuur en wilsvrijheid – 56 2.15.1 Is vrije wil een westers concept? – 58 2.15.2 Sterke en zwakke evaluatie – 59 2.15.3 Radicale evaluatie – 61
2.16 Persoon, cultuur en natuur – 62 2.17 Cultuur en macht – 66 Literatuurverwijzingen – 68
2.2 • Het traditionele cultuurbegrip van een culturalistische benadering
31
2.1 Inleiding
Veel interculturele communicatietheorieën hangen nog steeds een traditioneel begrip van cultuur aan. Deze – wat eerder genoemd is – culturalistische benadering beperkt cultuur tot nationale culturen en ziet ze als homogeen, coherent en volledig verschillend van elkaar. Interculturele communicatie is dan de ontmoeting tussen afgeleiden van nationale culturen – Nederlander ontmoet Chinees – die zo van elkaar verschillen dat hun communicatie per definitie problematisch verloopt. Culturalisten vinden het daarom van belang dat mensen op de hoogte zijn van culturele verschillen en zij ontwikkelen modellen om nationale culturen te kenmerken, te vergelijken en tegenover elkaar te stellen. Internationaal zeer invloedrijk is de eerdergenoemde Geert Hofstede[1] met zijn indeling van culturen naar de dimensies: collectivistischindividualistisch, machtsafstand, feminien en masculien, mate van onzekerheidsvermijding en lange- en kortetermijnoriëntatie. Populair zijn verder de cultuurdimensies van Edward T. Hall: hoge en lage context, polychroon en monochroon, en hoog of laag territoriaal;[2] en de waardeoriëntaties van Fred Strodtbeck en Florence Kluckhohn, die culturen indelen op basis van vijf fundamentele vragen die alle leden van een bepaalde cultuur moeten beantwoorden. [3] Deze vragen zijn: wat is de menselijke natuur (mensvisie); wat is de relatie tussen mens en natuur; wat is de relatie tussen mensen; welke persoonlijkheid heeft de voorkeur en wat is de oriëntatie op tijd? Recent verschenen nog cultuurindelingen op basis van het onderscheid passieve en actieve culturen[4] en koud-klimaat- en warm-klimaatculturen.[5] Ten slotte is in de sector van het internationaal management specifieke landeninformatie – vaak gebaseerd op de theorieën van Hofstede en Hall – erg populair. In dit hoofdstuk wordt eerst stilgestaan bij het traditionele cultuurbegrip van de culturalistische benadering, waarna een brede en constructivistische benadering van cultuur uitgebreid aan de orde komt. Breed omdat ieder mens in de loop van zijn leven deel uitmaakt van verschillende collectieven en daarmee verbonden culturen die zijn doen en laten beïnvloeden. Constructivistisch omdat de mens niet alleen product is van cultuur, maar als producent zelf cultuur schept en vormgeeft. 2.2 Het traditionele cultuurbegrip van een culturalistische
benadering
Een traditionele cultuuropvatting ziet cultuur als alleen maar verbonden met een volk – nationaal of etnisch – en als homogeen, coherent, statisch en andersoortig. De grondslag voor deze opvatting is gelegd door Johann Gottfried Herder (1744-1803), die volkeren een goddelijke oorsprong toedicht.[6] Hij is van mening dat God de mens in etnische formaties heeft geschapen. Herder spreekt van het genetische karakter van een volk dat overeenkomt met de geest (‘Volksgeist’) en de ziel (‘Volksseele’) van het volk. Voor hem zijn etnische collectieven gelijkvormig en homogeen. Herder spreekt niet over cultuur, maar zijn concept van een homogeen volk vormt de basis van het traditionele cultuurbegrip. De aanname is hierbij dat volkeren zich kenmerken door bepaalde gestandaardiseerde gedragswijzen – ook wel zeden en gewoonten genoemd – die alle volksgenoten praktiseren. Dit is de homogeniteit van een cultuur. De afzonderlijke gewoonten passen bij elkaar: ze ondersteunen en bevestigen elkaar, en zo bepalen ze het bijzondere, eigen karakter van een volk. Een vreedzaam volk kenmerkt zich alleen maar door vreedzame gewoonten; een oorlogszuchtig volk kent alleen maar agressieve gewoonten. Dit op elkaar afgestemd zijn van gewoonten is de coherentie van een cultuur. Verder zijn de culturele patronen van een volk niet tot nauwelijks onderhevig aan verandering. Dat mensen
2
32
2
Hoofdstuk 2 • Cultuur
zich ontwikkelen en niet alleen product maar ook producent zijn van cultuur, zien culturalisten als verwaarloosbare factoren, met andere woorden: culturen zijn in hun ogen statisch. De andersoortigheid van een cultuur betekent dat volkeren en hun gewoonten zich duidelijk van elkaar onderscheiden. Zo ziet Herder culturen als autonome eilanden of als afgesloten kegels. ‘Iedere natie,’ zegt hij, ‘heeft haar middelpunt van heerlijkheid in zichzelf zoals iedere kegel zijn zwaartepunt heeft.’[7] Op basis van het cultuurconcept van Herder ontstaat later de volkskunde of etnologie, die zich toentertijd vooral richtte op exotische, niet-westerse culturen. Voor eenvoudig gestructureerde collectieven kon het traditionele cultuurbegrip nog weleens opgaan, maar de verwachting bestond dat ook moderne pluriforme nationale samenlevingen homogeen, coherent, statisch en andersoortig zouden zijn. De homogeniteit van een natie werd nu verklaard met het concept van het ‘nationale karakter’(‘national character’).[8] Het nationale karakter van een samenleving ontstaat volgens dit concept door de identieke socialisatie van de kinderen in hun eerste levensjaren (nationale homogeniteit). En aangezien ouders in een land, bijvoorbeeld Amerika, de kinderen anders opvoeden dan in Rusland, resulteert dit in verschillende nationale karakters. Of zoals Margaret Mead stelt: verschillen in het karakter van een samenleving zijn terug te voeren op cultuurspecifieke opvoedingsmethoden.[9] De nationale homogeniteit in het concept van het ‘nationale karakter’ betreft niet alleen de opvoeding maar als gevolg hiervan ook het individuele karakter van de leden van de nationale samenleving. De nationale cultuur van een samenleving heeft door de primaire socialisatie in de kindertijd een indringende en duurzame invloed op de persoonlijkheid van al haar mensen. Volgens Ruth Benedict vertelt het levensverhaal van ieder mens hoofdzakelijk over zijn aanpassing aan culturele patronen en standaarden.[10] Het nationale karakter van een samenleving valt dan ook samen met de belangrijkste persoonlijkheidskenmerken van al haar individuele leden, en omgekeerd weerspiegelt het karakter van een persoon het nationale karakter van de samenleving waartoe hij behoort. Sinds het onderzoek naar ‘nationale karakters’ en de studie van de relatie ‘cultuur en persoonlijkheid’ zijn nieuwe begrippen opgekomen als ‘mentaliteit’ en ‘culturele standaarden’ om de homogeniteit van culturen te bevestigen,[11] maar ondanks kritische tegenstemmen blijven veel interculturele communicatietheorieën culturalistisch voortgaan in het kielzog van het oude onderzoek naar nationale karakters. 2.2.1 De culturalistische benadering in de praktijk
Culturalisme komt veelvuldig voor in alledaagse gesprekken, professionele gespreksvoering, media, overheidsbeleid, politieke propaganda, en in onderzoek en deskundigheidsbevordering op het gebied van interculturele communicatie. Het culturalisme, nog steeds voortbouwend op de aannamen van de studies van nationale karakters, kenmerkt zich door essentialisme, re ifcatie, reductionisme en determinisme.[12] Essentialisme is de aanname dat culturele identiteit – met name (nationale) etniciteit, ’kleur’ ofwel religie – een wezenlijk, natuurlijk en aangeboren gegeven is van een persoon. Een persoon kan dus zijn culturele identiteit niet veranderen en niet afleggen. Culturele identiteit is voor culturalisten een natuurlijk gegeven; een vaste, essentiële en biologische categorie.[13]
2.2 • Het traditionele cultuurbegrip van een culturalistische benadering
33
Een voorbeeld van het essentialiseren van culturele identiteit gebeurde in de talkshow van Oprah Winfrey toen de golfer Tiger Woods te gast was. Er ontstond een felle discussie over ‘wie hij is’, bij wie hij hoort. Zwart Amerika eist hem voor zich op als ‘zwarte’, maar Woods wil zich niet laten indelen. Hij blijft wijzen op zijn gemengde afkomst: Afrikaans én Aziatisch. ‘Eén druppel zwart bloed maakt je al zwart,’ riep een woedende zwarte man. Maar Oprah nam het voor Woods op: ‘Hij zegt dat hij zwart en Aziatisch bloed heeft, wat is daar op tegen?’ Ze had aan Woods’ vader gevraagd van welk ras zijn zoon is. De oude heer had gezegd: ‘Van het menselijke ras.’[14]
Cultuur wordt in een culturalistische visie verdinglijkt of gereïficeerd.1 Dit wil zeggen dat aangenomen wordt dat cultuur een ‘ding’ is dat mensen hebben, waartoe mensen behoren of waarvan zij lid zijn.[15] Cultuur als ‘ding’ is dan een bepaalde homogene, statische traditie, onafhankelijk van veranderende omstandigheden. Daarmee wordt de cultuur gereduceerd tot een eenvoudige, onveranderlijke set van normen (reductionisme). Het handelen van mensen – behorende tot deze cultuur – zou altijd gebaseerd zijn op bepaalde culturele normen die níet worden gevolgd omdat men daarover heeft nagedacht, maar omdat men altijd zo handelt en er geen mogelijkheden bestaan om op een andere wijze te handelen (determinisme). Dit cultureel determinisme maakt dat in het handelen van mensen de cultuur zelf niet ter discussie staat en dat de cultuur door het handelen ook niet kan worden bijgesteld. De cultuur bepaalt alomvattend hoe mensen hun leven inrichten en welke visie op de werkelijkheid ze hebben. Een voorbeeld. De in New York woonachtige Chinese immigrant Dong lu Chen bracht zijn vrouw om het leven, nadat zij hem verteld had ontrouw te zijn geweest. In de strafzaak die hierop volgde, schetste een deskundige de Chinese cultuur ten aanzien van overspel. Kern van zijn betoog was dat bij overspel door de vrouw, de man verplicht is te handelen en zijn vrouw behoort te doden. Dat is noodzakelijk om zijn mannelijkheid te verzekeren, in aanzien te blijven bij de groep, maar ook om voor de toekomst een bruidegom te vinden voor zijn dochters. Dat in China overspelige vrouwen uiteindelijk overigens niet om het leven worden gebracht, komt doordat de groep de man ervan weerhoudt zijn vrouw te doden. Chen woonde echter in New York, waar de groep hem er niet van kon weerhouden zijn vrouw te doden. Hij had dus geen andere keus. De bevindingen van de deskundige werden door de rechter zonder nadere discussie overgenomen. Volgens de rechter was niet alleen zijn vrouw, maar vooral Chen het slachtoffer van het feit dat hij niet in vrijheid kon bepalen of hij zijn vrouw om het leven moest brengen. Zijn cultuur besliste voor hem (…): ‘My culture made me do it.’ Van handelingsvrijheid was hier dus geen sprake. Chens culturele erfenis veroorzaakte druk die hem ertoe bracht zijn vrouw te doden, het maakte hem gezien de omstandigheden vatbaarder over zijn toeren te raken. Dat dit gedrag leidde tot de dood van zijn vrouw, is te betreuren maar van minder groot belang.[16]
De wijze waarop de rechter Chen benadert, laat zien dat hij vanuit een culturalistische visie identiteit koppelt aan het lidmaatschap van een cultuur en dan nog maar aan één cultuur, een nationaal-etnische (reductionisme). In het geval van Chen is dat de Chinese cultuur. Het 1
Reïficatie (verdinglijking). Reïficatie is ‘de verzelfstandiging van sociale verschijnselen tot eenheden met vaste eigenschappen die iets eigens zijn, los van menselijke praktijken’ (Van Leeuwen, 2003: 187).
2
34
2
Hoofdstuk 2 • Cultuur
gevolg is dat mensen niet aangesproken worden als individu maar als een aparte collectiviteit met een bepaalde en vaste homogene inhoud. In de casus is Dong lu Chen voor de rechter niet een persoon of een burger maar louter dé Chinese cultuur, die Chen dermate beperkte in zijn vrijheid dat hij noch keuzes kon maken, noch kon reflecteren over de consequenties van zijn voorgenomen handelen. Het gedrag, het doden van zijn vrouw, valt hem daarom niet of nauwelijks te verwijten. Dit reductionisme – het spreken over mensen niet als individu maar als een afgeleide van een collectiviteit met een bepaalde, vaste homogeen culturele inhoud – is hardnekkig. Zo waarschuwen auteurs van recente literatuur over interculturele competentie weliswaar voor generalisatie en culturalisering, maar aarzelen vervolgens niet uitspraken te doen als: ‘Amerikanen bijvoorbeeld vinden het niet prettig als een ander te dicht bij hen in de buurt komt. Een Japanner heeft minder behoefte aan een grote persoonlijke ruimte’ in een publicatie voor de politie over hoe men moet omgaan met verschillen.[17] In de culturalistische visie vindt dus een tweeledige reductie plaats: 1) de reductie van een persoon tot alleen zijn nationaal-etnische cultuur en 2) de reductie van deze cultuur tot een onveranderlijk, homogeen ‘ding’. Deze dubbele reductie betekent dat elke culturele ontwikkeling in het handelen van subjecten wordt afgewezen en dat een persoon geen invloed heeft op de omschrijving van ‘zijn’ cultuur. Het is dan zinloos te onderzoeken waarom mensen handelen zoals ze handelen, en in welke omstandigheden. Zegt iemand dat hij handelde conform zijn cul tuur, dan ben je uitgepraat. Soms letterlijk zoals in het volgende voorbeeld. Een vrijwilligster van een afdeling van de Nederlandse kindertelefoon schreef in haar casusbeschrijving dat ze een keer een jongetje aan de lijn had die haar vertelde dat hij geslagen werd door zijn vader. Toen de jongen opmerkte: ‘Ja, zo is onze cultuur’, had de vrijwilligster het gesprek afgebroken. ‘Ik kan immers’, zo schreef ze, ‘de cultuur toch niet veranderen.’
In een culturalistische visie wordt het essentialisme versterkt door het gelijkstellen van de inhoud van een cultuur aan een duidelijk afgebakende gemeenschap, bijvoorbeeld ‘het Chinese volk’. Zo’n gemeenschap is afgescheiden van andere gemeenschappen en hun culturen, die héél andere waarden, overtuigingen, gevoelens en gewoonten hebben.2 ‘Culturalisten,’ zegt Sasja Tempelman, ‘scheppen een beeld van de wereld, als een schilderij van Mondriaan, bestaande uit verschillende, onafhankelijke culturele blokken.’[18] Het is alsof de pluriforme samenstelling van een land overeenkomt met geografisch en sociaal keurig gescheiden culturele groepen met herkenbare tradities en gefixeerde gewoonten, die de leden van die zogenaamde gemeenschappen onontkoombaar determineren.[19] Conservatieve politici in Nederland hebben het bijvoorbeeld over ‘de Nederlandse cultuur’ als een opzichzelfstaand cultureel blok,3 dat zich duidelijk onderscheidt van andere culturen. In de ogen van deze conservatieve politici dreigen de vreemde culturen in de Nederlandse samenleving, de Nederlandse cultuur zelfs weg te schuiven van haar eigen grondgebied.
2
3
Denk in dit verband ook aan het boek Botsende beschavingen (Engels: Clash of Civilizations) van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington die hierin zegt dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflict wordt. Huntington S. (1993). The Clash of Civilizations. 7 http://ikesharpless.pbworks.com/f/Samuel+Huntington,+The+Clash+of+Civilizations.pdf (01-02-2012). Denk in dit verband ook de voormalige Vlaams-nationalistische politieke partij het Vlaams Blok – nu Vlaams Belang geheten – in België.
2.3 • Wat is cultuur?
35
Rita Verdonk zei in haar speech bij de oprichting van haar partij Trots Op Nederland: ‘… Maar dat wij Nederlanders in ons eigen land steeds maar moeten opschuiven en ons moeten aanpassen aan nieuwe culturen. Daarvan zeg ik: genoeg! Er zijn grenzen. Want, mensen, als onze Nederlandse cultuur verdwijnt, verdwijnen ook onze waarden en vrijheden.’[20]
Ulrich Beck[21] neemt met de metafoor van een container stelling tegen zo’n monolithisch cultuurbegrip. Cultuur is volgens hem geen stevig gesloten container waar niets uit of in kan. Bij nationale samenlevingen is dat erg duidelijk te zien, aldus Beck, want in onze geglobaliseerde wereld staan alle landen wijd open en vindt er een permanente transfer tussen hen plaats. Omdat alles in beweging is – zie verderop in 7 par. 2.13 de metafoor van cultuur als een rivier –, is homogeniteit niet mogelijk. Wolfgang Welsch[22] vult aan dat ‘afgeslotenheid’ van culturen nog nooit mogelijk was, gezien oudere globaliseringen zoals in het Romeinse Rijk en tijdens de volksverhuizingen. Een culturalistische visie gaat gepaard met een uitvergroting en verabsolutering van culturele verschillen met andere culturen. Culturele verschillen worden voorgesteld als onverenigbaar: als essenties, die van de ‘onze’ tegenover die van ‘de anderen’.[23] En ze zijn – vanwege hun essentie – onontkoombaar, zelfs voor tweede- en derdegeneratiemigranten. Mensen brengen dit cultureel anders-zijn ook wel onder woorden met het begrip ‘mentaliteit’. Nederlandse orga nisaties geven bijvoorbeeld aan dat ze geen allochtonen willen aannemen, omdat ze een andere mentaliteit hebben.[24] Vergelijkbaar met het verklaringsmodel ‘mentaliteit’ is het mechanisme om complexe gedragingen te duiden met alleen maar een verwijzing naar de etnische afkomst van iemand en eenvoudig vast te stellen: ‘het is een Marokkaan’.[25] Samengevat is er in een culturalistische visie geen oog voor de vele collectieven en culturen die behalve de nationale samenleving en haar nationale cultuur, invloed hebben op mensen. Evenmin is er oog voor de diversiteit, de dynamiek en de onbegrensdheid van culturen en voor hun wederzijdse beïnvloeding. Verder wordt miskend dat de mens als subject in staat is tot zelfreflectie en zelfevaluatie en daarmee tot (culturele) verandering. Ten slotte laat een culturalistische visie buiten beschouwing wat culturele groepen met elkaar gemeen hebben, want alléén de gewoonten, opvattingen en tradities die tegengesteld zijn aan de eigen vertrouwde, zijn ‘cultureel’. Zodoende reduceert culturalisme volgens Gerd Baumann ‘alle culturele complexiteiten, zowel binnen gemeenschappen als dwars door hele, pluriforme samenlevingen tot één verbazingwekkend simpele vergelijking cultuur = gemeenschap = etnische identiteit = natuur = cultuur’.[26] In de volgende paragrafen is de uitwerking opgenomen van een meer actueel en toepassingsgericht begrip van cultuur. 2.3 Wat is cultuur?
‘Cultuur’ komt van het Latijnse cultura, dat landbouw, verzorging, beschaving betekent en is afgeleid van colere (cultus = bebouwd) met de betekenis: het land bebouwen, verzorgen, koesteren en vereren. In het dagelijks taalgebruik wordt het begrip ‘cultuur’ vooral in twee be tekenissen gebruikt: cultuur in de zin van artistieke en intellectuele prestaties in de wereld van de kunst en als tweede in de antropologische4 betekenis: hoe mensen vorm en betekenis geven aan hun leefwereld. 4
Antropologie (van het Griekse ‘anthrōpos’, mens) betekent letterlijk studie of wetenschap van de mens. (7 http://www.antropologen.nl/over-abv/320 (28 januari 2012).
2
36
2
Hoofdstuk 2 • Cultuur
De antropologische betekenis kom je tegen in uitspraken als ‘de nationale cultuur’; ‘behoud van de eigen cultuur’; ‘dat is echt een andere cultuur’; ‘cultuurbotsing’; ‘blijf van onze cultuur af ’; ‘culturen als buren’; ‘communicatie tussen culturen’ en ‘leven tussen twee culturen’. De antropologische betekenis van cultuur is in de persoonlijke beleving van mensen een abstract begrip. Cultuur is echter wel aanwijsbaar in het dagelijks handelen van mensen: in hun communicatie, arbeid en sociale activiteiten. Wanneer mensen iets willen zeggen over de invloed die ‘cultuur’ op hen heeft, vertellen ze waar ze vandaan komen, uit wat voor ‘nest’ ze komen, over hun levensgeschiedenis, opvoeding, socialisatie, gewoonten, tradities en over hun referentiekader van opvattingen, waarden en normen. Het begrip ‘cultuur’ is daarmee een beschrijvende term. Vanuit een waarnemersstandpunt is het te gebruiken om de invloed van collectieven op mensen te beschrijven. Waarneembaar is dat mensen geboren worden, opgroeien, leven en werken in allerlei collectieven als familie, etnische groep, religieuze gemeenschap, straat, school, buurt, stad, streek en nationale samenleving. Binnen elk van deze collectieven bestaat een voorgestructureerde sociale orde. Het samenleven en samenwerken binnen zo’n collectief is op een bepaalde wijze georganiseerd, verloopt op een bepaalde wijze. Om dit samenleven en samenwerken op die bepaalde wijze mogelijk te maken, is en wordt binnen elk collectief een cultuur voortgebracht. En cultuur is in dit verband synoniem voor beschaving en verwijst daarmee naar het culturele instrumentarium waarover de leden van collectieven beschikken. Nu bestaan er in de antropologische literatuur talloze definities van cultuur, houden verschillende vakdisciplines zoals psychologie, sociologie, linguïstiek, managementwetenschappen, vreemdetalenonderwijs en bedrijfscommunicatie zich bezig met de definiëring van cultuur, en is er ook veel onderlinge strijd over de juiste cultuuropvatting. De grondslag voor de cultuurdefinitie in dit boek is ontleend aan Johan Tennekes die cultuur omschrijft als ‘… een samenhangend geheel van betekenissen dat de mens oriënteert op de werkelijkheid waarin hij leeft. (…) een collectief levensprogramma. Het omvat de manier van denken, spreken en handelen zoals die binnen een bepaald sociaal verband toonaangevend is.’[27] Cultuur, zegt Tennekes, is zo tegelijkertijd een model van de werkelijkheid en een model voor de werkelijkheid.[28] Cultuur als model van de werkelijkheid betekent dat cultuur de mens een geheel van interpretatiekaders biedt, waarmee hij zich kan oriënteren in de situatie waarin hij zich bevindt. Als model voor de werkelijkheid verschaft cultuur de mens een geheel van instructies en aanwijzingen voor juist, adequaat en effectief handelen. Jürgen Habermas spreekt in dit verband van een ‘reservoir van weten’ (‘Wissensvorrat’), waaruit mensen putten om de werkelijkheid waar te nemen, te begrijpen en te hanteren: ‘Kultur nenne ich den Wissensvorrat, aus dem sich die Kommunikationsteilnehmer, indem sie sich über etwas in einer Welt verständigen, mit Interpretationen versorgen.’[29] Cultuur informeert de mens dus niet alleen over de werkelijkheid (model van de werkelijkheid), maar verschaft de mens ook als het ware een collectief programma van actie (model voor de werkelijkheid). In dit collectief actieprogramma staat voorgeschreven wat binnen een bepaald sociaal systeem waardevol is in het leven, wat van belang is om na te streven en hoe je dat het beste kunt bereiken. Clifford Geertz zegt over cultuur als actieprogramma: ‘Culture is best seen … as a set of controlmechanisms – plans, recipes, rules, instructions (what computer engineers call “programs”) – for governing behavior.’[30] Aan dit begrip ‘programs’ ontleent Geert Hofstede wellicht zijn definitie van cultuur: ‘Al die (…) patronen van denken, voelen en potentieel handelen die (…) zijn aangeleerd. (…) Het is de collectieve mentale programmering die de leden van één groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere.’[31]
2.4 • Cultuur als kenmerk en product van een collectief
37
Samenvattend wordt voor dit boek gewerkt met de omschrijving van cultuur als de gemeenschappelijke wereld van betekenissen: de ervaringen, waarden, symbolen, kennis en praktijken, die een bepaald collectief kenmerken. Deze gemeenschappelijke wereld van betekenissen hebben de mensen binnen een bepaald collectief in de loop van de tijd met elkaar voortgebracht en aan deze cultuur bouwen ze voortdurend verder. Aangezien élk collectief een min of meer eigen cultuur kent, zijn er evenveel culturen als er collectieven zijn. De culturen van collectieven kun je weliswaar subculturen noemen, maar de culturele invloed die ervan uitgaat blijft van belang. Denk bijvoorbeeld aan de sterke invloed van religie of aan het culturele verschil wanneer je opgroeit in een grote stad of in een dorpje op het platteland. Hoe de invloed van de nationale cultuur op iemands dagelijkse leven ondergeschikt kan zijn aan de subculturele invloed van onder andere regio en sociaaleconomische positie, blijkt uit het verhaal van Vedran Frankovic uit Istrië in Kroatië. Vedran vertelde dat zijn over leden grootvader hem had verteld dat hij nooit zijn dorp uit is geweest en toch in vier landen heeft gewoond zonder dat dat enige invloed had op wie hij was en wat hij deed. Wat was namelijk het geval: tijdens het leven van zijn grootvader (geboren begin twintigste eeuw) maakte Istrië deel uit van vier verschillende landen: achtereenvolgens Oostenrijk (het Habsburgse Rijk), Italië, Joegoslavië en Kroatië.5
2.4 Cultuur als kenmerk en product van een collectief
De talloze collectieven waarvan mensen deel uitmaken, zijn op verschillende manieren te ordenen:[32] 55 van macrocollectieven naar meso- en microcollectieven. Afhankelijk van waar je het onderscheid laat beginnen, zijn respectievelijke voorbeelden: werelddelen, landen, regio’s, organisaties, steden, dorpen, buurten, families, gemeenschappen, vriendenkringen en partnerrelaties; 55 in sociale groepen, waarin mensen met elkaar contact hebben en in categorieën, waarin mensen zonder dat ze contact met elkaar moeten hebben iets met elkaar gemeenschappelijk hebben; bijvoorbeeld professionals, sporters, treinreizigers, werkzoekenden en volwassenen; 55 in interpersoonlijke verbanden en in zakelijke betrekkingen. In interpersoonlijke verbanden is sprake van relationele contacten met concrete mensen, zoals familie, kenniskringen, clubs, bedrijven, gemeenschappen en organisaties. Zakelijke betrekkingen betreffen de functionele contacten die mensen met allerlei instanties onderhouden, zoals de school, de belastingdienst, de gemeente, de bankinstelling, de rechtbank, het arbeidsbureau en het gezondheidscentrum. Naast deze min of meer traditionele collectieven zijn er de afgelopen jaren door de toenemende globalisering, de mondiale migratiestromen en de mogelijkheden van internet, nieuwe vormen van vooral transnationale collectieven ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn de transnationale netwerken die mensen onderhouden met familie en vrienden in hun herkomstgebieden en 5
Met dank aan Vedran Frankovic.
2
38
2
Hoofdstuk 2 • Cultuur
verspreid over de hele wereld; transnationale velden[33] van religies, popmuziek, filmindustrie, voetbal, kunst, politiek en recht; internationale sociale bewegingen, waaronder milieuactivisten en antiglobalisten en virtuele transnationale collectieven, zoals internationaal samengestelde chatgroepen en websitebezoekers. Klaus P. Hansen maakt nog een ander belangrijk onderscheid naar min of meer vrijwillig gekozen collectieven – bijvoorbeeld op grond van vriendschap, opleiding, beroep of religie – en onvrijwillige of lotsverbonden collectieven (Schicksalskollektive)[34] zoals natuurcollectieven op grond van biologische criteria: familie, sekse- en leeftijdgenoten. Verder ziet hij een verschil tussen abstracte collectieven: koffiedrinkers, hondenbezitters, kiesgerechtigden en dergelijke, en sociale collectieven (vergelijkbaar met het hiervoor genoemde onderscheid tussen groepen en categorieën). In abstracte collectieven ontbreken concrete individuen en het contact tussen hen. Dit is wel het geval in sociale collectieven, waar contacten en communicatie het sociale, de collectiviteit, doen ontstaan. Binnen elk collectief ontwikkelt zich in de loop van de tijd een min of meer toonaange vende cultuur, door de voortdurende communicatie tussen de mensen onderling en de interactie met hun sociale en natuurlijke omgeving. In deze interactie met hun omgeving creëren mensen voortdurend allerlei betekenissen. Hierdoor ontwikkelen zij een zekere gemeenschappelijke taal, gemeenschappelijke kennis en praktijken en gemeenschappelijke opvattingen en waardeoordelen over de hun omringende werkelijkheid. 2.5 Multicollectiviteit en multiculturaliteit van ieder persoon
De mens is een collectief wezen, dat voor de vormgeving van zijn leven andere mensen nodig heeft. Gaandeweg maakt een mens zo deel uit van vele collectieven en dit maakt – zoals eerder gezegd – dat ieder persoon zich kenmerkt door multicollectiviteit en multiculturaliteit. In dit opzicht leven migranten(jongeren) niet tussen twee culturen zoals dikwijls beweerd wordt. Deze misleidende uitdrukking dient vaak als verklaring voor de moeilijkheden waarmee vooral jongeren met een andere herkomst te kampen hebben en voor de maatschappelijke problemen die zij als reactie daarop kunnen veroorzaken. Dit is echter een verkeerde voorstelling van zaken, omdat ze het bestaan suggereert van een cultureel vacuüm, een soort niemandsland tussen ‘de’ autochtone en ‘de’ immigrantencultuur. Migranten(jongeren) leven niet zozeer tussen culturen, maar hebben deel aan meerdere collectieven en daarmee culturen.[35] Ze leven met of in verscheidene culturen. Ook overschrijden mensen met een andere herkomst de nationale grenzen. Veel Molukkers, Surinamers, Marokkanen, Turken, Koerden, Irakezen, Iraniërs en andere mensen met een andere herkomst zijn transnationale burgers geworden:[36] ze leven sterk mee met wat er in hun herkomstgebied gebeurt en onderhouden intensieve contacten met familie en bekenden, van wie velen zijn uitgewaaierd over de hele wereld. Vaak pendelen mensen met een andere herkomst op en neer tussen herkomstland en aankomstland. Een voorbeeld van transnationaal burgerschap is de Surinaams-Hindoestaanse gemeenschap in Nederland, die van oudsher is georiënteerd op India. Dit leidt tot een toenemend aantal reizen naar India die het midden houden tussen pelgrimage en toerisme. Doordat veel ‘Indiase cultuur’ ook via Engeland beschikbaar is, raakt de Hindoestaans-Nederlandse gemeenschap ook georiënteerd op Engeland, met eveneens een toenemend aantal reizen naar vooral Londen en Birmingham. Wat zich hier ontwikkelt, is geen transnationale gemeenschap bestaande uit een migrantengemeenschap in Nederland en het thuisland,
http://www.springer.com/978-90-368-0294-9