Technisch plan Vrivo
2013/2014 2014/2015
Versie 1.0
Inhoudsopgave:
Bladzijde 1:
Inhoudsopgave
Bladzijde 2:
Het hoe en wat van een training
Bladzijde 3:
Techniek: Pass
Bladzijde 5:
Techniek: Bovenhands
Bladzijde 7:
Techniek: Aanval
Bladzijde 9:
Techniek: Blokkering
Bladzijde 11:
Techniek: Verdediging
Bladzijde 13:
Techniek: Service
1
Hoe en wat van een training Je geeft of je gaat training geven bij Vrivo. Wat moet ik doen? Wat wordt er van mij verwacht? Hoe bouw ik een training op? Welke technieken komen er kijken? Dit zijn zo een aantal vragen waar je mee kunt zitten. Dit technische plan is er voor gemaakt om je daarmee te helpen. Je vindt hier geen pasklare antwoorden en trainingen, maar wel de basis principes.
Wat wordt er van mij verwacht: Als trainer sta je voor je eigen groep. Je groep wil plezier, maar wil ook wat leren. Zorg er dus voor dat je er 100% bent. Daarnaast verwachten wij ook dat je bij elke wedstrijd aanwezig bent om je team te coachen. Communiceer met je team. Weet ook wat ze van jou verwachten, maak afspraken met elkaar, zodat je dat later ook weer terug kunt kijken en je samen je doelen kunt bereiken. Plezier staat altijd voorop. Als men geen plezier meer heeft, zal men ook niks meer willen leren. Welk team je ook traint, zorg er voor dat ze plezier houden. Bereid je training ook altijd voor. Lukraak wat oefeningen neerzetten is geen training, maar een tijdsverdrijf. Wil wat bereiken me je training. Ook je team zal dat verschil merken. Als je hun duidelijk maakt wat jouw doel is voor die training, dan weten ze ook of ze het gehaald hebben. Als daardoor elke training een succes word (succesbeleving bij trainer en spelers), ga je het mooiste jaar tegemoet. Probeer niet teveel te willen in één training. Behandel één punt, waardoor je training niet van de hak op de tak loopt. Een voorbeeld is: de uitgangspositie van je pass, of: de aanloop van de aanval, of: je voetenstand tijdens het spelen. Dus niet de hele pass (uitgangspositie, verplaatsen, speelhouding, balcontact en vervolgactie).
Hoe bereid ik mijn taining voor: Je training begint met het voorbereiden thuis. Zo zou je voorbereiding er uit kunnen zien: Datum Tijdsduur Aanwezige spelers en functies Beginsituatie Doel van de training. Wat wil ik bereikt hebben na deze training(en)?
Hoe ziet een training eruit: Elke training heeft een basis van waar je uit werkt: warming-up kern 1; aanleren kern 2; herhaling eindspel Evaluatie
Hoe kan ik het team iets aanleren: Drie algemene methodische principes: sluit aan bij bekende en beheerste oefeningen laat oefeningen oplopen in moeilijkheidsgraad verander de situatie en/of verander de opdracht 2
Techniek: Pass De pass bestaat uit 5 onderdelen. Probeer als je met de techniektraining bezig gaat, dus maar 1 onderdeel (accent) te nemen. De accenten zijn: 1. Uitgangshouding 2. Verplaatsing 3. Speelhouding 4. Balcontact 5. Vervolgactie
Uitgangshouding:
voetenstand iets buiten schouderbreedte voeten op één lijn loodrecht op lijn serveerder-passer knieën voor de tenen schouders voor de knieën LZP (=lichaamszwaartepunt) naar voren schouders ontspannen schouders loodrecht op lijn serveerder-passer armen ontspannen armen wijzen naar beneden naar serveerder kijken
Verplaatsing:
verplaatsen nadat de balbaan herkend is verplaatsing naar achteren in shuffle voor meer controle over de bal verplaatsing zijwaarts in shuffle waardoor het lichaam in juiste speelhouding blijft eerste pas in shuffle afhankelijk van de kant waar de bal cq service gespeeld wordt pass links van het lichaam = eerst linkervoet naar achteren zetten, dan shuffle pass rechts van het lichaam = eerst rechtervoet naar achteren zetten verplaatsing van achteren naar voren: lopend
Speelhouding: Spreid-schredestand afhankelijk van hoek waaronder de bal gespeeld moet worden Pass naar rechts (zone 1): rechtervoet voor schouders optrekken en naar voren brengen ellebogen gestrekt linkerhand op rechterhand(of andersom) brengen en duimen naast elkaar duimen naar benden drukken linkerschouder omhoog (schouders kantelen) armen wijzen naar links benden Pass naar links (zone 2): linkervoet voor schouders optrekken en naar voren brengen ellebogen gestrekt linkerhand op rechterhand(of andersom) brengen en duimen naast elkaar duimen naar benden drukken rechterschouder omhoog (schouders kantelen) armen wijzen naar links benden
3
Balcontact:
LZP van achteren naar voren brengen / lichte strekking in knieen en heupgewricht De bal richting spelverdeler duwen met gestrekte armen De bal wordt gespeeld op de onderarmen midden tussen ellebogen en de polsen Raakpunt voor het lichaam ligt op heuphoogte en - voor de linkerknie voor een pass naar rechts - voor de rechterknie bij een pass naar rechts - midden voor het lichaam bij een pass terug in dezelfde richting Armactie afhankelijk van de balsnelheid van de service Hoek vd armen tov de vloer afhankelijk van afstand tot net en hoogte vd service
Vervolgactie: LZP gaat naar voren vaak met als gevolg dat de achterste voet stapt in de richting van de pass Na het balcontact bewegen de armen door en wijzen de onderarmen naar de target Verplaatsing naar de meest optimale positie om de bal aan te vallen of de aanval te dekken
Servicepass naar rechts is het tegenovergestelde
4
Techniek: Bovenhands De bovenhandse techniek bestaat uit 5 onderdelen. Probeer als je met de techniektraining bezig gaat, dus maar 1 onderdeel (accent) te nemen. De accenten zijn: 1. Uitgangshouding 2. Verplaatsing 3. Speelhouding 4. Balcontact 5. Vervolgactie
Uitgangshouding:
voeten in schredestand voorste voet wijst in de richting waar de bal heen moet lichaam licht gebogen in knieën en heupen bovenlichaam licht voorover ellebogen gebogen armenzwaai ondersteunt een snelle verplaatsing
Verplaatsing:
zsm naar de afgesproken positie er zijn voordat de bal er is tijdens verplaatsing kijken naar de bal inschatten balbaan afstempassen om onder de bal te komen
Speelhouding:
de voet die het dichtst bij het net staat voor deze voet wijst in de richting van spelen de achterste voet wijst 45° tov het net de schouderlijn staat op 45° tov het net handen omhoog brengen op juiste plaats en in balans knieën iets gebogen; heupen onder de bal
Balcontact:
de handen nemen de vorm van de bal aan (kommetje) handen achterover kantelen duimen wijzen naar elkaar vingers spreiden ellebogen zijn licht gebogen en niet te ver uit elkaar (hoek in ellebogen is voor iedereen verschillend) beweging inzetten met een strekking van de knieën de bal boven het hoofd spelen bal met zoveel mogelijk vingers spelen ellebogen strekken / vingers strekken
Vervolgactie:
de bal zo lang mogelijk nawijzen lichaam is helemaal gestrekt, van tenen tot vingers het lichaam komt omhoog door beenstrekking altijd de bal achterna lopen om de aanval te dekken
5
6
Techniek: Aanval De aanval bestaat uit 5 onderdelen. Probeer als je met de techniektraining bezig gaat, dus maar 1 onderdeel (accent) te nemen. De accenten zijn: 1. Uitgangshouding 2. Verplaatsing 3. Speelhouding / afzet 4. Balcontact / slag 5. Vervolgactie
Uitgangshouding: uitgangshouding rechtop; UGP voor de ideale aanloop in rally; zsm naar de ideale uitgangspositie
Verplaatsing:
aanloop inzetten voordat set-up gegeven wordt laatste 2 passen rechts – links of links – rechts voorlaatste pas = remvoet in looprichting laatste pas = linkervoet 45° tov rechtervoet (afzetpas) armen bewegen tijdens voorlaatste pas van borst naar bijna gestrekt achterwaarts tijdens laatste pas bewegen armen van laag naar hoog
Speelhouding / afzet:
hoe dichter bij net, hoe kleiner afstand tussen de voeten voeten bijna tegelijk op grond (LZP achter de voeten) hoe verder van het net, hoe groter de afstand tussen de voeten LZP tussen de voeten Voorlaatste pas in de richting van de aanloop Laatste pas (afzetpas) is om de slagschouder van het net weg te draaien Hoek in het kniegewricht bij de afzet is ongeveer 135 graden, dus niet te diep inveren de armen worden gebogen en naar voren gezwaaid
Balcontact / slag:
handen op hoofdhoogte, niet slagarm wijst naar de bal slagarm wordt langs het oor naar achteren bewogen elleboog slagarm blijft boven schouderlijn niet slagarm zorg voor balans linkerknie komt naar voren romp draait van rechts naar links (torsie) balcontact, volle hand, hand wikkelt zich af over de bal hand ontspannen, polsslag afmaken
Vervolgactie / landing: slagarm zwaait door in de slagrichting romprotatie afmaken, waardoor bij de landing de voeten parallel aan elkaar de grond raken afwikkelen van de voeten van tenen naar de hiel landing op twee voeten i.v.m. blessures en overbelasting van de knieën zo snel mogelijk klaar staan voor de volgende actie
7
8
Techniek: Blokkering De blokkering bestaat uit 5 onderdelen. Probeer als je met de techniektraining bezig gaat, dus maar 1 onderdeel (accent) te nemen. De accenten zijn: 1. Uitgangshouding 2. Verplaatsing 3. Speelhouding / afzet 4. Balcontact 5. Vervolgactie
Uitgangshouding:
kijken naar pass. Spelverdeler en 1e fase van set-up voeten schouderbreedte plat op de grond, loodrecht op net knieen licht gebogen (druk op vloer uitoefenen) bekken licht voorover gekanteld handen op schouderhoogte / bovenarmen verticaal naast romp
Verplaatsing:
korte verplaatsing met side-steps (aansluitpassen langere verplaatsing met kruispas schouders evenwijdig aan het net houden handen blijven op schouderhoogte kijken naar set-up en verplaatsing daar aan aanpassen
Speelhouding / afzet:
voeten loodrecht op het net plaatsen vanuit stand inveren tot knieen ongeveer in hoek 90° zijn afzet uit verplaatsing met ruimere hoek in het kniegewricht aanspannen van de buikspieren handen zakken iets beneden schouderhoogte voor afzet max. afzet waarbij de armen direct over het net komen
Balcontact:
vingers optrekken vingers spreiden/handen hebben vormspanning (enigszins bol) wijsvingers evenwijdig; duimen raken elkaar bijna polsen fixeren hoofd tussen de armen brengen spanning in de schoudergordel buikspieren aanspannen; benen naar voren bewegen
Vervolgactie:
na balcontact armen achterwaarts bewegen ter voorkoming van netfouten landen op twee voeten / afwikkelen van de voet van de tenen naar de hiel omdraaien in de richting van de bal als deze het blok gepasseerd is klaarmaken voor de volgende actie
9
10
Techniek: Verdediging De verdediging bestaat uit 5 onderdelen. Probeer als je met de techniektraining bezig gaat, dus maar 1 onderdeel (accent) te nemen. De accenten zijn: 1. Uitgangshouding 2. Verplaatsing 3. Speelhouding 4. Balcontact 5. Vervolgactie
Uitgangshouding:
voeten spreidstand buiten schouderbreedte tenen recht vooruit of zelfs iets naar binnen knieen wijzen een beetje naar binnen schouders voor de knieen; knieen voor de voeten hoofd in de nek; altijd naar de bal kijken armen breed van de romp; ellebogen 135° gebogen schuin armen los van de romp
Verplaatsing:
verplaatsing na herkenning balbaan bij 2e / 3e tempo aanval verplaatsing is alleen om de juiste positie te bereiken bij voldoende tijd shuffle; grotere verplaatsingen = lopen verplaatsingen enkel bij voldoende tijd
Speelhouding:
deze is identiek aan uitgangshouding stop verplaatsen tussen afzet en balcontact van de aanvaller balansverstoring dmv splitstep of een hop richting bal het lichaamszwaartepunt naar voren brengen voeten naar binnen draaien op de bal van de voeten klaar staan
Balcontact: brede armenhouding met doel handen onder de bal brengen armen naar voren bewegen; snijvlak maken bal op eigen speelhelft houden door bekken te kantelen
Vervolgactie: vanuit de verdedigende houding komen tot een tegenaanval of deze aanval dekken wanneer de bal niet binnen het lichaamsbereik wordt aangevallen, overgaan tot noodtechnieken zoals: rol zijwaarts, rol voorwaarts, duik voorwaarts
11
12
Techniek: Service Onderhandse service: (rechtshandig) Uitgangshouding: De speler staat in een schredenstand met de linkervoet voor, de voet wijzend in de richting van het doel Rechtervoet op 45 graden t.o.v. de linkervoet Gewicht steunt op de voorste voet Bal in de linkerhand op de toppen van de vingers. Dit op heuphoogte en rechts naast het lichaam Rechterhand ontspannen voor de slagschouder Ogen kijken naar het doel
Verplaatsing: Niet van toepassing
Speelhouding / opgooi: Bal zonder rotatie opgooien naar raakpunt of iets daarboven Raakpunt ligt op heuphoogte naast de rechterkant van het lichaam Slagarm naar achteren brengen
Balcontact: Slaghand naar voren brengen / pols fixeren Arm gestrekt in de elleboog bij contact Bal tussen het midden en de onderkant raken
Vervolgactie: Rechtervoet bij linker zetten Positie innemen in het veld
Bovenhandse service, floater: (rechtshandig) Uitgangshouding: De speler staat in een schredenstand met de linkervoet voor, de voet wijzend in de richting van het doel Rechtervoet op 45 graden t.o.v. de linkervoet Gewicht steunt op de achterste voet Bal in de linkerhand op de toppen van de vingers. Dit op heuphoogte en midden voor het lichaam Rechterhand ontspannen voor de slagschouder Ogen kijken naar het doel
Verplaatsing: Niet van toepassing
Speelhouding / opgooi: Bal zonder rotatie opgooien naar raakpunt of iets daarboven Opgooi met twee handen geeft meer controle maar de slagarm moet dan een grotere beweging maken. Opgooi met één hand heeft als voordeel dat de slagarm al naar achter kan worden gebracht. Raakpunt ligt boven en voor het rechteroor 13
Slagarm naar achteren brengen / elleboog gebogen / hand bij het oor Vingers van de slagarm wijzen in de richting van de bal
Balcontact: Overbrengen van het lichaamsgewicht naar de voorste voet / linkervoet een kleine stap voorwaarts Slaghand omhoog en naar voren brengen / pols fixeren Arms licht gebogen in de elleboog bij contact Bal in het midden raken (geen rotatie) Balcontact zo kort mogelijk (karateslag, hete oven) Op het moment van raken valt het LZP precies tussen de twee voeten
Vervolgactie: Geen doorslag van de slagarm (alsof je tegen een muur slaat!) Rechtervoet bij linker zetten Positie innemen in het veld
14
Bovenhandse service, spin: (rechtshandig) Uitgangshouding: De speler staat in een schredenstand met de linkervoet voor, de voet wijzend in de richting van het doel Rechtervoet op 45 graden t.o.v. de linkervoet Gewicht steunt op de voorste voet Bal in de linkerhand op de toppen van de vingers. Dit op heuphoogte en midden voor het lichaam Rechterhand ontspannen voor de slagschouder Ogen kijken naar het doel
Verplaatsing: Niet van toepassing
Speelhouding / opgooi: Bal hoger opgooien en met topspin (eventueel met twee handen) Opgooi met twee handen geeft meer controle maar de slagarm moet dan een grotere beweging maken. Opgooi met één hand heeft als voordeel dat de slagarm al naar achter kan worden gebracht. Raakpunt ligt boven of zelfs iets achter het hoofd Spanboog / rug hol maken in combinate met romprotatie Slagarm verder naar achteren brengen LZP naar achterste voet brengen
Balcontact:
Slagarm agressiever naar de bal zwaaien Romp voorover buigen en terug roteren Hand en pols ontspannen Hand bij balcontact “afwikkelen” over de bal Vingers over de top van de bal voor veel spin Slagrichting hoger voben het net
Vervolgactie: Slagarm zwaait door naar linkerheup Rechtervoet stapt ver door als gevolg van armactie en rotatie van de romp
15
16