WANDGOOT SIGNA BASE EENVOUDIG. VERRASSEND. INSPIREREND. CATALOGUS 2014/2015
Geldig vanaf 1 oktober 2014 Technische wijzigingen voorbehouden www.rehau.be
Bouw Automotive Industrie
Vanwege een systeemomschakeling naar SAP zijn in 2012 onze artikelnummers in materiaalnummers veranderd.
Deze uitgave vervangt alle voorgaande catalogi. REHAU is niet verantwoordelijk voor eventuele drukfouten.
De voorheen gebruikte artikelnummers zijn vervangen door een materiaalnummer en aangevuld met 2 cijfers: oud: 123456-789 (artikelnummer) nieuw: 11234561789 (materiaalnummer) Om dit in de catalogus weer te geven, hebben wij de aangevulde cijfers optisch gemarkeerd: 1 = 1, bijv.: 11234561789
Levering en berekening conform de bij u bekende REHAU leverings- en betalingscondities. Deze vindt u onder www.rehau.be of worden u op aanvraag toegezonden.
Wij vragen om uw begrip, dat systeemtechnisch alle offertes, orderbevestigingen, pakbonnen en facturen na de omschakeling met de 11-cijferige nummers worden verzonden.
2
De actuele geldende bruto prijzen en de bijbehorende artikelnummers worden u op aanvraag toegezonden.
WANDGOOT SIGNA BASE UIT PVC NIEUW Bij deze nieuwe ontwikkeling staat de montage op de bouwplaats centraal. Alles is intuïtief bedienbaar en exact op de werkzaamheden bij de installatie afgestemd. Het inbouwen van schakelmateriaal is mogelijk zonder invoeren van de kabels. De wandcontactdoos wordt gemakkelijk buiten de goot bedraad en samen met de aan beide zijden aangesloten kabels van boven af in de inbouwdoos geplaatst. Opmerkelijk aan deze inbouwdoos is, dat deze zonder gereedschap in de goot wordt bevestigd: de doos wordt op de DIN-rail geklikt en vergrendelt door eenvoudig indrukken met de duim. Alle bedieningselementen zijn direct van boven af bereikbaar. Het simpelweg vastklikken van het deksel zorgt voor een perfecte sluiting: gewoon door het indrukken met de vingers zonder veel kracht. Een duidelijk voelbaar drukpunt vereenvoudigt het vastklikken. Aan het eind hoort men een duidelijke klik: de niet te missen feedback voor de correcte positie van het deksel. Het High-Performance oppervlak is slijtvast, heeft een mooi design en valt op. De gelijkmatige homogene structuur zonder oneffenheden zorgt voor een matzijde uiterlijk. Het polymeer is gemakkelijk in onderhoud, zodat eenvoudige verontreinigingen met gangbare schoonmaakmiddelen kunnen worden verwijderd. De buitenkant zorgt voor een bovengemiddelde bescherming tegen vuil en stof. De in hoek verstelbare hulpstukken overtuigen door het vaste hoekpunt. Ondanks dat deze traploos kunnen worden bewogen, bestaat zowel bij de buitenhoek als bij de binnenhoek een echte, vaste rand. De blik valt altijd op een rechte hoeklijn. De “beweging” wordt vanuit de hoekfocus naar de zijkant toe asymmetrisch verzet. Het bijzondere van deze oplossing: het beweegbare scharnier ligt niet direct in het hoekgebied. Dit verbetert de stabiliteit en de pasnauwkeurigheid.
Normen: Levering:
Kleuren:
Materiaal: Afmetingen:
NBN EN 50085-1: 2006, NBN EN 50085-2-1: 2012 Goot en deksel apart, ieder met beschermfolie (na montage te verwijderen) 2 koppelingen per lengte (2 m) RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Geringe afwijkingen van de RAL-kleuren zijn productietechnisch mogelijk Profielen: RAU-PVC 1393 PC-ABS Inbouwdiepte: 70 mm; Bouwbreedte: 110, 130, 170 mm
3
SIGNA BASE
SIGNA BASE
SIGNA BASE
70/110
70/130
70/170
6036
7456
10056
17017101410 17017101510 12
17017301410 17017301510 12
17017701410 17017701510 12
RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid m
17017801410 17017801510 60
17017801410 17017801510 60
17017801410 17017801510 60
Eindstuk
RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid st.
17010141410 17010141510 10
17010341410 17010341510 10
17010741410 17010741510 10
Binnenhoek verstelbaar
RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid st.
17010161410 17010161510 1
17010361410 17010361510 1
17010761410 17010761510 1
Buitenhoek verstelbaar
RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid st.
17010171410 17010171510 1
17010371410 17010371510 1
17010771410 17010771510 1
Vlakke hoek
RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid st.
17010181410 17010181510 1
17010381410 17010381510 1
17010781410 17010781510 1
Verpakkingseenheid st.
17017901100 50
17017901100 50
17017901100 50
Goot
Deksel
Nominale maat hoogte/ breedte Binnenwerkse diameter mm2 RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid m
Hulpstukken
SIGNA klemmen
4
SIGNA BASE
SIGNA BASE
SIGNA BASE
Nominale maat hoogte/ breedte
70/110
70/130
70/170
Zaagsnede-afdekking
RAL 9001 crèmewit RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid st.
17017451410 17017451510 10
17017551410 17017551510 10
17017651410 17017651510 10
Wandafdekramen 3-voudig
RAL 9010 helder wit Verpakkingseenheid st.
17017401510 15
17017501510 15
17017601510 15
Koppeling goot naar goot
Grijs Verpakkingseenheid st.
17010021100 10
17010021100 10
17010021100 10
Inbouwdoos Grijs met afneembare zijdelen Verpakkingseenheid st. voor data-inbouw
17010031100 10
17010031100 10
17010031100 10
Scheidingsschot SIGNA/SIGNO uit RAU-PVC (lengte: 2 m)
Grijs Verpakkingseenheid m
17018101100 40
17018101100 40
17018101100 40
Afdekraam SIGNA in PVC, enkel
Wit Verpakkingseenheid st.
17017211510 10
17017211510 10
17017211510 10
Afdekraam SIGNA in PVC, dubbel
Wit Verpakkingseenheid st.
17017221510 10
17017221510 10
17017221510 10
Afdekraam SIGNA in PVC, 3-voudig
Wit Verpakkingseenheid st.
17017231510 10
17017231510 10
17017231510 10
Toebehoren
5
6
TECHNISCHE INFORMATIE
7
INHOUDSOPGAVE 1 ���������������� Elektrische installatiesystemen . . . . . . . . . . . . . . 9 1.1 ������������� Informatie en veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . 9 1.2 ������������� Algemene montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . 10 1.2.1 ���������� Sterkstroomkabels in wandgoten . . . . . . . . . . . . . . 10 1.2.2 ���������� Gemeenschappelijk leggen van kabels voor sterkstroom- en communicatie-installaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 1.2.3 ���������� Installatie van communicatiekabels . . . . . . . . . . . . . 10 1.2.4 ���������� Eisen aan het personeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 1.2.5 ���������� Veiligheidsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 1.2.6 ���������� Veiligheidsinstructies voor metalen goten . . . . . . . . . . 10 1.3 ������������� Bewerken van wandgoten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 2 ���������������� Wandgootsysteem SIGNA BASE . . . . . . . . . . . . . . 2.1 ������������� Montage wandgootsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.2 ������������� Montage binnenhoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.3 ������������� Montage buitenhoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.4 ������������� Montage eindstuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.5 ������������� Montage deksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.6 ������������� Van inbouwdoos naar datadoos . . . . . . . . . . . . . . . 2.6.1 ���������� Montage inbouwdoos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.6.2 ���������� Montage datadoos . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.6.3 ���������� Demontage inbouwdoos . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.7 ������������� Montage van stopcontacten, type ”module 45” . . . . . . . 2.8 ������������� Bodemperforaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.9 ������������� Kabelindeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.9.1 ���������� Wandgootdoorsneden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2.9.2 ���������� Capaciteit per geplaatste apparatuurinbouwdoos . . . . . . .
12 12 12 13 13 13 13 14 14 15 16 21 22 22 22
3 ���������������� Classificatie wandgootsystemen . . . . . . . . . . . . . 23 4 ���������������� Kabeldoorsneden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.1 ������������� Buitendiameter één- en meeraderige geïsoleerde sterkstroomkabels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.2 ������������� Buitendiameter van installatiekabels voor communicatie-installaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4.3 ������������� Buitendiameter van installatiekabels voor ISDN . . . . . . . . 4.4 ������������� Buitendiameter van installatiekabels voor datanetwerken . . .
24 24 24 25 25
5 ���������������� Materiaalspecificatiebladen . . . . . . . . . . . . . . . . 26 5.1 ������������� Materiaalspecificatieblad RAU-PVC 1100-1999 (polyvinylchloride zonder weekmakers) 5.2 ������������� Materiaalspecificatieblad RAU-PC+ABS-Blend . . . . . . . . 26 5.3 ������������� Materiaalspecificatieblad RAU-SB . . . . . . . . . . . . . . 28 6 ���������������� Algemene voorschriften/normen . . . . . . . . . . . . . 29
8
1
ELEKTRISCHE INSTALLATIESYSTEMEN
Informatie, veiligheids, en montage-instructies
1.1
Informatie en veiligheidsinstructies
Informatie over deze technische informatie Geldigheid Deze technische informatie geldt voor wandgootsysteem SIGNA. Pictogrammen en logo’s
Veiligheidsinstructie
Actualiteit van de technische informatie Controleer voor uw eigen veiligheid en een correcte toepassing van onze producten regelmatig, of uw technische informatie al in een nieuwe uitgave beschikbaar is. De uitgavedatum van uw technische informatie is altijd linksonder op de achterzijde afgedrukt. De meest actuele technische Informatie kunt u aanvragen bij uw REHAU kantoor, uw distributeur of via internet downloaden via www.rehau.be
Juridische informatie
Belangrijke informatie
Informatie op internet
Uw voordelen
Veiligheidsinstructies, montage- en bedieningshandleidingen Lees, vóór de aanvang van de montagewerkzaamheden, de veiligheidsinstructies en de montage- en bedieningshandleidingen zorgvuldig en volledig door voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van andere personen. Bewaar de montage- en bedieningshandleidingen en hou deze bij de hand. Indien u de veiligheidsinstructies of de afzonderlijke montagevoorschriften niet heeft begrepen of wanneer deze voor u onduidelijk zijn, neem dan contact op met uw REHAU verkoopkantoor.
Bedieningshandleiding lezen Correct gebruik De ELEKTRO INSTALLATIESYSTEMEN mogen alleen conform deze technische informatie worden gepland, geïnstalleerd en gebruikt. Ieder ander gebruik is niet correct en daarom niet toegestaan.
Hou alle geldende nationale en internationale leg-, installatie-, ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschriften bij de installatie van ELEKTRO INSTALLATIESYSTEMEN aan en ook de instructies in deze technische informatie. Voor toepassingsgebieden, die in deze technische informatie niet werden genoemd (speciale toepassingen), moet overleg met onze technische afdeling worden gepleegd. Voor een uitvoerig advies kan u contact opnemen met uw REHAU verkoopkantoor. De plannings- en montage-instructies zijn direct met het betreffende REHAUproduct verbonden. Er wordt gedeeltelijk naar algemeen geldende normen of voorschriften verwezen. Hou de geldige stand van de richtlijnen, normen en voorschriften aan. Met aanvullende normen, voorschriften en richtlijnen voor de planning, de installatie en het gebruik van ELEKTRO INSTALLATIESYSTEMEN moet tevens rekening worden gehouden maar zijn geen onderdeel van deze technische informatie.
9
Algemene veiligheidsmaatregelen -- Houdt uw werkplek schoon en vrij van hinderlijke objecten. -- Zorg voor voldoende verlichting van de werkplek. -- Hou kinderen en huisdieren en onbevoegde personen weg van gereedschappen en de montageplaats. Dit geldt vooral bij renovatiewerkzaamheden in woongebieden. -- Gebruik alleen de voor het betreffende REHAU ELEKTRO INSTALLATIESYSTEEM bedoelde componenten. Het gebruik van componenten die niet tot het systeem behoren of het gebruik van gereedschappen, die niet voor het betreffende ELEKTRO INSTALLATIESYSTEEM toepasbaar zijn, kan ongevallen of ander gevaar veroorzaken.
Voorwaarden voor het personeel -- De montage en inbouw van elektrische apparaten mag alleen door elektrotechnici worden uitgevoerd (zie DIN VDE 0105 deel 1 en DIN 31000/ VDE 1000). -- Laat werkzaamheden aan elektrische installaties of kabeldelen enkel door gekwalificeerd en geautoriseerd personeel uitvoeren.
1.2
Algemene montage-instructies
1.2.1
Sterkstroomkabels in wandgoten
In een gootdeel kunnen meerdere mantelkabels worden gelegd. Bij de dimensionering en de installatie moet erop gelet worden, dat er geen ontoelaatbare opwarming van de kabels kan optreden (VDE 0298, deel 4). De grootte van de goten moet, afhankelijk van de benodigde en toekomstige bekabeling, worden gedimensioneerd (DIN VDE 0100, deel 430). Wanneer in een gootdeel éénaderkabels, bijv. H07V/U/R/K worden gelegd, dan mag het deksel van de goot alleen met behulp van gereedschap worden geopend. Daarbij moet DIN VDE 0100, deel 520 worden in acht genomen worden. Enkel de aders van het hoofdcircuit, inclusief de bijhorende hulpcircuits mogen dan geïnstalleerd worden (uitgezonderd in elektrische en afgesloten elektrische werkplaatsen).
1.2.2
Gemeenschappelijk leggen van kabels voor sterkstroom- en communicatie-installaties
Neem hiervoor DIN VDE 0100-520 (opstellen van laagspanningsinstallaties) en DIN EN 50174-2 (informatietechniek – installatie van communicatiebekabeling) in acht.
Werkkledij -- Draag een veiligheidsbril, geschikte werkkleding, veiligheidsschoenen, veiligheidshelm en bij lange haren een haarnetje. -- Draag geen losse kleding of sieraden; deze kunnen door bewegende onderdelen worden gegrepen. -- Draag bij montagewerkzaamheden boven het hoofd een veiligheidshelm.
1.2.3
Tijdens de montage -- Lees de betreffende montage- en bedieningshandleidingen en hou deze aan. -- Scharen zijn scherp. Berg deze zodanig op dat er geen verwondingsgevaar hierdoor ontstaat. -- Houd bij het inkorten de veiligheidsafstand aan tussen de vasthoudhand en het snijgereedschap. -- Grijp tijdens het snijden nooit in de snijzone van het gereedschap of in bewegende delen. -- Trek bij onderhouds- of ombouwwerkzaamheden en bij verandering van montageplaats in principe altijd de netstekker van het gereedschap uit en berg het gereedschap tegen onbedoeld inschakelen op.
1.2.4
Installatie van communicatiekabels
EN 50173-2 beschrijft de installatie van communicatiebekabeling en de eisen en richtlijnen met betrekking tot het installatie-ontwerp en de praktijk in gebouwen.
Vereisten voor het personeel
De montage en inbouw van elektrische apparaten mogen enkel door elektrotechnici worden uitgevoerd. (zie DIN (VDE 0105), deel 1 en DIN 31000/ VDE 1000).
1.2.5
Veiligheidsmaatregelen
-- Elektrogoten, installatiegoten- en kolommen en toebehoren uit metaal moeten in een aardvoorziening worden opgenomen (zie DIN EN 50085 (VDE 0604)). -- De effectiviteit van de veiligheidsmaatregelen moet conform DIN VDE 0100 gecontroleerd en bewezen worden, na afronding van een elektrische installatie.
1.2.6
Veiligheidsinstructies voor metalen goten
Bij de bewerking van het systeem kunnen scherpe hoeken en randen ontstaan bij het inkorten. Personen kunnen zich hieraan verwonden en elektrische bekabeling kan hierdoor beschadigd raken. Men dient dus altijd te ontbramen zodat deze gevaren uitgesloten worden. Zie hiervoor ook DIN VDE 0100.
10
1.3
Bewerken van wandgoten
Inkorten met de hand Cirkelzagen Zaagsnelheid Boren
AU-PVC 1309 met fijngetande handzagen (standaard zaagbladen voor kunststof, staal en non-ferro metalen) Hardmetalen schijf* 60 m/s HSS-boor volgens DIN 388 (Ø 6 mm) Niet centeren
* Voor machinesnijden zijn cirkelzagen met kunststof zaagbladen geschikt met diameters van 250 tot 350 mm, aantal tanden 80-105. Opstelling wisseltanden, snijsnelheid bij 28 rpm per minuut 40-60 m/s.
Aluminium met fijngetande handzagen (standaard zaagbladen voor kunststof, staal en non-ferro metalen) Hardmetalen schijf* 40 m/s
Plaatstaal met fijngetande handzagen (standaard zaagbladen voor kunststof, staal en non-ferro metalen) HSS-fijnvertanding 50 m/min.
Centeren
Centeren
Lintzagen Zaagblad 0,9 mm dik, hardmetaal, 24 tanden/inch, snijsnelheid tot 60 m/min.
Warmte-uitzetting van de materialen Lineaire uitzettingscoëfficiënt RAU-PVC 1309: Aluminium: Plaatstaal:
80 x 104 1/°C 24 x 104 1/°C 12 x 104 1/°C
Lengteverandering per 1 °C temperatuurverschil, gerelateerd aan lengte = 1 m: RAU-PVC 1309: 0,08 mm. Aluminium: 0,024 mm. Plaatstaal: 0,012 mm.
11
2 2.1
WANDGOOTSYSTEEM SIGNA BASE Montage wandgootsysteem
De wandgoot heeft een eenzijdige dynamieklijn aan een zijwand, die naar keuze naar boven of beneden kan worden gemonteerd.
Zolang de wandgoot nog met beschermfolie is bedekt, toont een groen opgedrukte lijn de positie van de dynamieklijn.
De koppeling bevindt zich voorgemonteerd binnen aan de zijwanden. Door de verende borgclip is deze bij het koppelen van het koppelstuk gefixeerd.
Binnenhoek vastklikken. De hoekverstelling van het 2-delige hoekstuk compenseert afwijkingen van de wanden van 3°-5°.
Wanneer de wandhoek groter is dan 90° moet voor de montage van de binnenhoek de uitstekende lip via de breukplaats worden verwijderd.
Bij buitenhoeken de goten tegen elkaar monteren. Kabels en apparaten installeren.
2.2
Montage binnenhoek
In hoek verstelbare binnenhoek op de goot plaatsen en vastdrukken. De aangevormde haken klikken in de dekselopening van de goot.
12
Bij binnenhoeken kunnen de goten tegen elkaar of overlappend worden gemonteerd.
2.3
Montage buitenhoek
In hoek verstelbare buitenhoek op de goot plaatsen en vastdrukken. De aangevormde haken klikken in de dekselopening van de goot.
2.4
Buitenhoek vastklikken. De hoekverstelling van het 2-delige hoekstuk compenseert afwijkingen van de wanden van 3°-5°.
Montage eindstuk For å demontere den innv
Het eindstuk bevat een metalen klem en kan gereedschaploos op het gootuiteinde worden geschoven.
2.5
Uitgeschoven voorkomt de metalen klem dat het eindstuk ongewild van de goot valt.
Plaats voor de montage een smalle platte schroevendraaier (bijv. 0,8 x 4,0 mm) in de looprichting van de goot onder de metalen klem, leg deze zo mogelijk op de montagerail en druk deze in de richting van het eindstuk.
Montage deksel Skyv underdelen for montasje under den monterte hetteformdelen,
Gootdeksel en goot worden na de montage door het eind- of hoekstuk overlapt. De snijranden worden van kleurfolie voorzien en zijn niet zichtbaar.
2.6
Schuif het deksel voor de montage onder het gemonteerde eind- of hoekstuk
of plaats het eind-of hoekstuk er overheen.
Van inbouwdoos naar datadoos
Voor de installatie van wandcontactdozen, schakelaars of andere apparaten dient de inbouwdoos in uitleveringstoestand gemonteerd te worden.
Verwijder voor de installatie van data-apparaten de beide voorste hoekdelen van de inbouwdoos aan één of beide zijden.
De voorste hoekdelen kunnen verwijderd worden door de weerhaken (die zich in het midden bevinden) van binnen naar buiten weg te drukken.
Trek na het ontgrendelen de beide hoekdelen weg, naar voren toe.
13
2.6.1
Montage inbouwdoos
Inbouwdoos op de montagerail op de gootbodem klikken.
Door schuiven in de juiste positie brengen en volledig indrukken.
Kabels 3 x 1,5 of 3 x 2,5 mm² worden door de openingen aan de zijkant eenvoudig gefixeerd.
De wandcontactdooseenheid kan gemakkelijk buiten de inbouwdoos worden bedraad.
De voorbedrade wandcontactdooseenheid met kabel van boven af in de inbouwdoos plaatsen. Daarna de draagring met de beide voorgemonteerde
Monteer bij de inbouw van dubbele apparaten twee inbouwdozen naast elkaar in de goot.
De deksels worden tot aan de draagring geschoven en vastgeklikt.
Afdekramen vastschroeven. De grootte van de afdekramen moet minimaal 81 mm zijn. Neem de instructies van de leverancier van de apparaten in acht.
Binnenaanzicht
Inbouwdoos op de montagerail op de gootbodem klikken.
Door schuiven in de juiste positie brengen en volledig indrukken.
bevestigingsschroeven vastschroeven.
2.6.2
Montage datadoos
De beide voorste hoekdelen van de inbouwdoos aan één of beide zijden verwijderen.
14
Het data-apparaat kan gemakkelijk buiten de inbouwdoos worden bedraad.
Het voorbedrade data-apparaat met datakabel van boven af in de inbouwdoos plaatsen.
De deksels worden tot aan de draagring geschoven en vastgeklikt.
Centrale plaat vastschroeven. De grootte van de afdekramen moet minimaal 81 mm zijn. Neem de instructies van de leverancier van de apparaten in acht.
2.6.3
De draagring met de beide voorgemonvoorgemonteerde teerde bevestigingsschroeven bevestigingsschroeven vastschroeven.
Monteer bij de inbouw van dubbele apparaten twee inbouwdozen naast elkaar in de goot.
De schroevendraaier op de bodem van de goot op het verankeringspunt in het sleufgat plaatsen. De schroevendraaier vh punt weg drukken en zo de doos uit de verankering in de montage-rail losmaken.
De doos is nu aan de zijde van het verankeringspunt ontgrendeld.
Demontage inbouwdoos
De schroevendraaier aan de zijkant onder het lichtgrijze verankeringspunt schuiven.
Het lichtgrijze verankeringspunt naar boven tillen en daardoor ontgrendelen.
Daarna de schroevendraaier aan de nog niet ontgrendelde zijde onder de doos plaatsen en naar voren tillen.
Nu kan de doos gemakkelijk uitgenomen worden.
15
2.7
Montage van stopcontacten, type "module 45"
Opbouwbehuizing (zwart) Contactdoos (wit) Afdekraam Zijdelingse bevestigingsvoet van afdekraam (wit) Mini-opening links (afkoppeling opbouwbehuizing) Mini-opening rechts (afkoppeling opbouwbehuizing) Bevestigingsvoet opbouwbehuizing (zwart) Ronde vorm van bodem van opbouwbehuizing (zwart)
2.7.1
Montage van stopcontacten, type "module 45"
Inbouw en montage van elektrische apparatuur mag enkel door erkende electro-techniekers uitgevoerd worden. De geldende veiligheidsrichtlijnen (nationaal maar ook internationaal), normen (VDE, NBN etc.) moeten steeds toegepast worden evenals de actuele montagevoorschriften vermeld in de technische brochure van REHAU.
16
1. Het ”module 45” stopcontact uit de verpakking nemen
2. De kabels zijdelings aansluiten aan de schroefaansluitingen van de zwarte opbouwbehuizing 3. De witte contactdoos van de behuizing losmaken.
4. De zwarte opbouwdoos met de aangesloten kabels langs de rugzijde in het SIGNA-afdekraam drukken en vastklikken. (Controleer de bevestiging: de aangesloten contactdooseenheid mag niet meer met de hand losgemaakt worden).
5. De witte contactdoos opnieuw vooraan op de zwarte opbouwdoos bevestigen en gelijktijdig met een vingerdruk in het afdekraam klikken. (Controleer de bevestiging: de aangesloten contactdooseenheid mag niet meer met de hand losgemaakt worden).
6. Het afdekraam met de bedrade ”module 45” contactdoos op de SIGNA-goot plaatsen. Daarbij de zijdelingse bevestigingsvoetjes aan de rugzijde van het afdekraam in de rail voor het deksel klikken. (Controleer de bevestiging: het afdekraam met de bedrade ”module 45”-contactdoos mag niet meer met de hand losgemaakt worden).
17
b. Met zowel de linker- als de rechter midden- en ringvinger tegelijkertijd aan de achterzijde onder de zwarte opbouwbehuizing grijpen. Gelijktijdig met de vingertoppen van beide wijsvingers de twee bevestigingsklemmen (die het afdekraam aan de goot vasthechten), zo vastnemen dat men deze van de gootwand in de richting van de contactdoos drukken kan. Plaats beide duimen op de rand van het afdekraam.
7. Aansluitend het SIGNA-deksel links en rechts van het afdekraam op de goot klikken en zijdelings tot aan het verankeringspunt van het afdekraam schuiven.
2.7.2
Demontage van inbouwapparatuur "module 45"
Gelieve eerst volgende maatregelen in acht te nemen. Enkel een erkend elektro-installateur mag de kabels verwijderen en de stroom nakijken.
c. Met beide wijsvingers gelijktijdig de bevestigingspunten krachtig in de richting van de contactdoos drukken - daarbij gelijktijdig de zwarte opbouwbehuizing met de midden- en ringvinger uit de goot nemen. De bevestiging van het afdekraam komt los van de goot.
1. Het SIGNA-deksel links en rechts van het verankeringspunt van het afdekraam losmaken en wegnemen. 2. Voor het uitnemen van het afdekraam (samen met de bekabelde contactdoos ”module 45”) met beide handen samen aan beide zijden volgende handeling uitvoeren: a. De handen zo draaien dat men de handpalmen ziet.
3. Om een enkelvoudige ”module 45”-contactdoos uit het afdekraam te nemen, met een fijne gleufschroevendraaier (bijv. met lemmet 0,8 x 4,0 x 100 mm) eerst volgende bevestigingsklemmen van de contactdoos losmaken:
18
b. Deze procedure herhalen aan de rechter mini-opening c. Aan de tegenoverliggende zijkant links en rechts van de bevestigingsvoetjes van het afdekraam punten a en b herhalen. d. De enkelvoudige ”module 45”-contactdoos is nu aan de 4 hoekpunten van de opbouwbehuizing losgekomen en kan weggenomen worden. e. Deze procedure voor elk ander stopcontact herhalen (1-, 2- of 3-voudig). 4. Om de zwarte opbouwbehuizing van de rugzijde het afdekraam los te maken, dient u met beide handen volgende acties gelijktijdig uit te voeren: a. Met de linker midden- en wijsvinger aan één kant de beide zwarte bevestigingsvoetjes van de contactdoos van de rand naar binnen duwen. Tegelijk met de linkerduim onderaan de rand van het afdekraam tegenhouden.
a. Aan de zijkant links van de bevestigingsvoetjes van het afdekraam het heft van de schroevendraaier zo ver mogelijk in de mini-opening tussen de zwarte opbouwbehuizing (onderaan) en de witte contactdoos (bovenaan) schuiven. De schroevendraaier indrukken en gelijktijdig in klokwijzerszin draaien. Men hoort een klik, waarbij de contactdoos, uit deze hoek uit het afdekraam omhoog komt.
b. Tegelijkertijd met de duim van het rechterhand op de ronde vorm van de behuizing drukken. Met de andere vingers de rugzijde van het afdekraam naar boven tillen.
19
c. De klemverbinding van de zwarte opbouwbehuizing het afdekraam.
20
komt los van
2.8 Bodemperforaties
21
2.9 Kabelindeling
2.9.1 Wandgootdoorsneden Gootafmeting nominale maat
Buitenmaten Hoogte/breedte [mm]
Doorsnede binnenwerk [mm2]
Effectieve doorsnede [mm2] bij vulfactor 0,4
SIGNA 70/110 SIGNA 70/130 SIGNA 70/170
70/110 70/130 70/170
6036 7456 10056
2414 2982 4022
2.9.2
Benodigd aantal voor "n" kabels 10,5 mm buitendiameter bijv. 3x1,52 25 31 42
Aanbevolen bevestigingspunten per m 4 4 4
Capaciteit per geplaatste apparatuurinbouwdoos
1 970 2 1090
Effectieve doorsnede bij vulfactor 0,4 388 436
Aantal kabels per kamer bij 3 x 1,5 4 5
SIGNA 70/130
70/130
1 1740 2 1740
696 696
7 7
SIGNA 70/170
70/170
1 3040 2 3040
1216 1216
13 13
Doorsnede binnenwerk per kamer [mm2]
1
SIGNA 70/110
Buitenmaten Hoogte/breedte [mm] 70/110
Gootafmeting
3 × 2,5 3 × 1,5
2 1 3 × 2,5 3 × 1,5
2 1 3 × 2,5 3 × 1,5
2
22
3
CLASSIFICATIE WANDGOOTSYSTEMEN
Classificatie wandgootsystemen SIGNA BASE volgens NBN EN 50085 De classificatie wordt in de volgende uitgave aangevuld. Neem indien nodig contact op met uw vertegenwoordiger, wij zenden u deze dan toe. - met PVC-deksel -- met hoekstukken --- geen opgave 1. Inbouw-/opbouw elektrotechnische installatiesystemen op de wand 2. Inbouw-/opbouw elektrotechnische installatiesystemen aan het plafond 3. Aan de wand en ondersteund op de vloer 4. Aan de wand en ondersteund door een ander horizontaal vlak op de vloer 5. Gemonteerd op afstand van de wand of het plafond met bevestigingsdelen. 6. Bescherming tegen contact met vloeistoffen en geïsoleerde geleiders en onderdelen onder spanning in geval van plintgoten in combinatie met natte reiniging van de vloer 7. Houd de specificatie in de catalogus aan, die alle installaties toelaat, maar de positie van geïsoleerde geleiders en onderdelen onder spanning in elektrotechnische installaties beperkt
23
4 4.1
KABELDOORSNEDEN Buitendiameter één- en meeraderige geïsoleerde sterkstroomkabels Kabeldoorsnede mantelkabel in mm2
1 × 1,5 1 × 2,5 1×4 1×6 1 × 10 1 × 16 3 × 2,5 2×4 2×6 3×6 4×6 2 × 10 3 × 10 4 × 10 5 × 10 4 × 16 5 × 16 4 × 25 5 × 25
4.2
24
2 × 1,5 2 × 2,5 5 × 1,5 4 × 2,5 4×4
4 × 1,5 3×4 5 × 2,5
5×4 5×6 2 × 16
3 × 1,5
Kabeldiameter in mm (gemiddelde waarde) 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 23 26 28 31
Kabeldoorsnede per kabel in mm2 28,3 38,5 50 63,7 78,5 95 113 133 154 177 201 227 255 284 315 416 531 616 755
Buitendiameter van installatiekabels voor communicatie-installaties IE-Y - Y (St) × Bd Aders met statische afscherming Aantal paren 2 × 2 × 0,6 4 × 2 × 0,6 6 × 2 × 0,6 10 × 2 × 0,6 16 × 2 × 0,6 20 × 2 × 0,6 24 × 2 × 0,6
Kabeldiameter in mm (gemiddelde waarde)
Kabeldoorsnede per kabel in mm2
5 7 8 10 11 12 13
20 38,5 50 78,5 95 113 133
Y-YY Bd Kabels met trekontlasting Aantal paren 2 × 2 × 0,6 4 × 2 × 0,6 6 × 2 × 0,6 10 × 2 × 0,6 16 × 2 × 0,6 20 × 2 × 0,6 24 × 2 × 0,6
Kabeldiameter in mm (gemiddelde waarde)
Kabeldoorsnede per kabel in mm2
8 11 12 158 18 19 20
50 95 113 177 255 284 315
4.3
4.4
Buitendiameter van installatiekabels voor ISDN ISDN systeemkabel 10 Mb/s J-2Y (ST)Y Aantal paren 2 × 2 × 0,6 4 × 2 × 0,6 6 × 2 × 0,6 10 × 2 × 0,6 20 × 2 × 0,6
Kabeldiameter in mm (gemiddelde waarde)
Kabeldoorsnede per kabel in mm2
5 6 8 8,5 11
20 28,3 50 63,7 95
ISDN systeemkabel 16 Mb/s P2YCYM Aantal paren 2 × 2 × 0,6 4 × 2 × 0,6 6 × 2 × 0,6 10 × 2 × 0,6 12 × 2 × 0,6 16 × 2 × 0,6 20 × 2 × 0,6 24 × 2 × 0,6 30 × 2 × 0,6 40 × 2 × 0,6 50 × 2 × 0,6 60 × 2 × 0,6 80 × 2 × 0,6
Kabeldiameter in mm (gemiddelde waarde)
Kabeldoorsnede per kabel in mm2
5 6,0 8 8,5 9 10 11 12 13 15 16 17 20
20 28,3 50 56,7 63,7 78,5 95 113 133 177 201 227 315
Kabeldiameter in mm (gemiddelde waarde) 5 6 6 8 10 5 11 11 13 8 9 5 5 5 7 8 8 6,7 × 13,9
Kabeldoorsnede per kabel in mm2 20 28,3 28,3 50 78,5 20 95 95 133 50 63,7 20 20 20 38,5 50 50 93
Buitendiameter van installatiekabels voor datanetwerken Datanetwerk Coax RG 58 10 Base2 Coax RG 59 antennekabel WS 30 Coax RG 62 IBM Arc Net Twinax binnenkabel Ethernet koaks 10 Base 5 (Cheapernet) Ethernet coax Thwinwire 10 Base2 Transceiver-aansluiting 4 × 2 × AWG 20 IBM-datakabel type 1 IBM-datakabel type 2 IBM datakabel type 5 IBM-datakabel type 6 IBM-datakabel type 9 PVC 4 × 2 × AWG 24 (20 MHz) 2 × 2 × AWG 24 (100 MHz) 4 × 2 × AWG 24 (100 MHz) 4 × 2 × AWG 23 (PIMF) 4 × 2 × AWG 23 (600 MHz) Duplex
25
5 5.1
MATERIAALSPECIFICATIEBLADEN Materiaalspecificatieblad RAU-PVC 1100-1999 (polyvinylchloride zonder weekmakers)
Chemische opbouw RAU-PVC 1100-1999 wordt uit polyvinylchloride met hulpstoffen zoals stabilisatoren, glijmiddelen, pigmenten enz. vervaardigd. Kenmerkende eigenschappen Taaihard, vormstabiel, uitstekende chemische bestendigheid en bestand tegen veroudering. Thermische eigenschappen RAU-PVC 1100 - 1999 is een thermoplast. De fysische waarden veranderen daarom in de verschillende temperatuurbereiken. De in tabel 1 aangegeven sterktewaarden zijn gerelateerd aan +20 °C. Bij een afnemende temperatuur wordt het materiaal gevoeliger voor breuk, de uitzetting bij breukbelasting wordt minder en de druk en buigsterkte worden groter. Bij een stijging van de temperatuur wordt de breukrek groter, de druk- en buigsterkte worden minder. In het temperatuurbereik van +10°C tot +40°C zijn de veranderingen van de mechanische waarden gering en hoeven deze bij de meeste toepassingen niet in aanmerking genomen te worden. Van +40 °C tot +60 °C moet de mechanische belasting worden verminderd. Het verwekingspunt van RAU-PVC 1100 – -1999 ligt bij ca. +80°C. Mechanische en elektrische eigenschappen Vraag materiaalspecificatieblad AV0200 aan. Chemische bestendigheid RAU-PVC 1100 - -1999 is bestand tegen de meeste verdunde en geconcentreerde zuren en logen evenals tegen waterige zoutoplossingen. Verder is dit materiaal bestand tegen minerale olie, plantaardige olie, paraffineolie, alcohol, benzine, alifatische koolwaterstoffen en hogere vetzuren. Polyvinylchloride zonder weekmakers is in esters, ketonen, gechloreerde koolwaterstoffen, aromatische koolwaterstoffen, zwavelkoolstof en andere oplosmiddelen zwelbaar tot oplosbaar en daarom niet bestand tegen deze stoffen. Bestendigheid tegen weersinvloeden en veroudering RAU-PVC 1100 – 1999 is vanwege zijn chemische structuur uitermate verouderingsbestendig. Gedrag bij brand Als sterk chloorhoudende koolwaterstof is RAU-PVC 1100-1999 moeilijk ontvlambaar; het dooft nadat de vlam is verwijderd. Gasdoorlatendheid (20 °C, wanddikte testlichaam 0,04 mm) Zuurstof cm3 119 · 2 m × 24 timer uur × 1 bar Stikstof cm3 45 · 2 m × 24 timer ba uur × 1 bar Kooldioxide cm3 270 · 2 m × 24 timer uur × 1 bar 26
Fysiologische kenmerken Voor medische toepassingen en voor de levensmiddelensector worden fysiologische kwaliteiten geleverd, die, voor zover aanwezig, op de bestaande normen of aanbevelingen van het Ministerie van Volksgezondheid afgestemd zijn. Kleurmogelijkheden RAU-PVC 1100 – 1999 is in bijna iedere gewenste kleur te fabriceren. Bij voorkeur moet echter worden uitgegaan van RAL-kleuren. Bij metallic-kleuren dient overleg gevoerd te worden met onze technische afdeling, aangezien metaalpigmenten bepaalde eigenschappen nadelig kunnen beïnvloeden. Verlijmen RAU-PVC 1100 -1999 kan met standaard harde PVC-lijmen eenvoudig en met een goede sterkte aan elkaar en aan andere materialen worden verlijmd. Men dient de lijmvoorschriften in acht te nemen. Lassen RAU-PVC 1100 - 1999 is door eenvoudige warmte-inwerking (lassen met lasspiegel, hete lucht, hoogfrequent) verlasbaar. De lassterkte is zeer goed. Toepassing Profielen, buizen, hulpstukken, holle producten en halffabrikaten uit RAU-PVC 1100 – 1999 worden in vele industriële domeinen gebruikt. Vraag ons materiaalspecificatieblad aan voor meer informatie!
5.2
Materiaalspecificatieblad RAU-PC+ABS-Blend
Karakterisering Met RAU-PC+ABS wordt een serie amorfe, thermoplastische polymeerblends op basis van polycarbonaat en ABS bedoeld (PC+ABS). Hier zijn warmtevormbestendigheid, taaiheid en sterkte op een ideale manier met elkaar gecombineerd. Afhankelijk van het type en de hoeveelheid van de uitgangscomponenten kan het eigenschapsprofiel binnen bepaalde grenzen variëren. Er zijn in principe vier productlijnen: - 100-serie: - 400-serie: - 600-serie: - 800-serie:
Standard Glasvezelversterking Brandwerend PC+ASA (speciale toepassingen)
Thermische eigenschappen RAU-PC+ABS dekt qua warmtevormbestendigheid bijna het gehele bereik tussen ABS en polycarbonaat. De standaardtypes hebben een Vicat/B50warmtevormbestendigheid tussen 110 °C en 129 °C; die van de halogeenvrije brandwerende types loopt tot ca. 110 °C. In tegenstelling tot puur ABS bestaat, vanwege de hogere restmodule, bij overschrijding van de Vicattemperatuur (vanwege de hoge glasovergangstemperatuur van het PC) een zekere thermische reserve. De kogeltest volgens IEC 335-1 resulteert in waarden tussen 75 °C en 125 °C (speciale types nog hoger). De lineaire thermische uitzettingscoëfficiënt ligt in het gebied van ABS en vertoont een geringe afhankelijkheid van de spuitrichting (uitzondering: glasvezelversterking).
Mechanische eigenschappen De niet versterkte types hebben trekmodulewaarden tussen 2000 en 2700 MPa, vergelijkbaar met ABS. Uitstekend zijn de hoge slag- en kerfslagsterkte over een zeer breed temperatuurbereik. Het arbeidsopnamevermogen (ISO 6603-02: 1989) neemt toe met het PC-aandeel. Opmerkelijk is dat de taaibros-overgang van RAU-PC+ABS bij opmerkelijk lagere temperaturen ligt dan bij zuiver polycarbonaat. De spanningsuitzettingsdiagrammen van de onversterkte types tonen duidelijke maxima in het gebied van de strekgrens; de uitzetting bij breukbelasting loopt verder tot voorbij 50%. De mechanische eigenschappen wijzigen zowel met de temperatuur als ook met de belastingstijd (kruipgedrag). Om de stijfheid en de sterkte te verbeterten kan RAU-PC+ABS worden versterkt met glasvezel. Elektrische eigenschappen Met waarden voor de specifieke oppervlakteweerstand van meer dan 1014, en een doorslagweerstand van > 24 kV/mm wordt voldaan aan de eisen voor de isolatieweerstand in het laagspanningsgebied tot 1000 V. De elektrische eigenschappen hangen, vanwege de zeer lage wateropname, bijna niet af van het vochtgehalte in de omgeving. De kruipstroomvastheid conform CTI (testoplossing A) ligt, afhankelijk van de samenstelling, tussen 150 en 600 V, wat voor een groot aantal toepassingen voldoende is. Brandgedrag / halogeenvrijheid De standaardtypes zijn normaal brandbaar en bereiken UL94/HB of FMVSS 302 BR 100 mm/min. De brandwerende instellingen zijn overwegend gebaseerd op chloor- en broomvrije brandwerende systemen en zijn halogeenvrij volgens VDE 0472/ deel 815. Deze bereiken in de regel niveau UL94/V0 bij 1,6 mm wanddikte. Bepaalde brandwerende speciale types voldoen aan de eisen van de VDE 0604/T1 en /T2 voor kabel- en inbouwgoten in elektro-installaties, en afhankelijk van de wanddikte aan de CSTB-klassen M1 of M2 conform NF P 92-507. De toxiteit, corrosiviteit en dichtheid van de rookgassen van deze halogeenvrije speciale types liggen duidelijk onder die van PVC of halogeenhoudende brandwerende polymeercompounds. Chemische bestendigheid De bestendigheid van RAU-PC+ABS is ten opzichte van water en neutrale waterige media bij temperaturen tot 40 °C gunstig. Daarboven vindt een chemische ontbinding (hydrolyse) plaats, waarvan de snelheid afhangt van de tijd en temperatuur. Voor permanente toepassing in contact met heet water is het daarom niet geschikt. Bij kamertemperatuur bestaat bestendigheid tegen minerale zuren (ook hogere concentraties), talrijke organische zuren en waterige zoutoplossingen. Tegen basen zijn onderdelen uit RAU-PC+ABS niet bestand en kunnen vooral bij hogere temperaturen behoorlijk snel worden aangetast. Aromaten, keton, ester en chloorkoolwaterstoffen veroorzaken zwellen en oplossen, afhankelijk van het aantal functionele groepen en evt. afhankelijk van de lengte van de alifatische resten. Het contact met laagmoleculaire weekmakers (bijv. uit PVC-folie) leidt, bij onder spanning staande delen, vooral bij hogere temperaturen tot de vorming van spanningsscheuren (oplossing: polymere weekmaker). Het contact met paraffine-olie (alifatisch) is ook bij langere contacttijd niet kritisch. Als kritisch moeten vetten en olie op basis van vetzuren worden beschouwd. De geschiktheid van RAU-PC+ABS voor een bepaald deel hangt af van de specifieke constructie en het gebruik daarvan. Het is dan ook absoluut aanbevolen praktijkgerichte testen vooraf uit te voeren.
Optische eigenschappen / inkleurbaarheid De natuurlijke kleur van RAU-PC+ABS wordt bepaald door de rubbercomponent opaak. Er zijn daarom alleen gedekte kleuren mogelijk in een groot aantal variaties. Bij vormstukken met een glad buitenoppervlak krijgt men met onversterkte types in de regel een hoogglanzend, gelijkmatig resultaat. Met speciale types of speciale oppervlaktebehandelingen kan een gereduceerde glans worden gerealiseerd. Weersinvloeden / lichtbestendigheid Onder directe weersinvloeden ontstaan bij RAU-PCAB, afhankelijk van de werkelijke klimaatomstandigheden en de inwerktijd, kleurveranderingen en een afname van de mechanische eigenschappen. Deze afname valt echter nog binnen het kader, waarmee nog bepaalde eisen bijv. in de automotive- of elektro-industrie kunnen worden afgedekt. Dit hangt af van de kwaliteit en de kleurinstelling (gunstig: roetstabilisering zwart). Voor hogere eisen is de serie 800 (PC+ASA) geschikt of kan het vormstuk gelakt worden. De lichtechtheid van RAU-PC+ABS wordt bepaald door het aandeel ABScomponent en de inkleuring. De halogeenvrije brandwerende typen bereiken in de regel minimaal niveau 6 (test volgens DIN 53387). Verwerking RAU-PC+ABS wordt hoofdzakelijk in spuitgietprocessen met gasinjectietechniek verwerkt. Voor bepaalde toepassingen in de elektro- en automotive-industrie wordt de extrusiemethode (speciale profielen) gebruikt. Weinig materiaaltypes zijn geschikt voor het fabriceren van holle lichamen volgens de extrusieblaasmethode. Mechanische verwerking RAU-PC+ABS kan goed worden gezaagd, geboord, gedraaid, gevijld, gefreesd en gestanst. Vooral bij glasvezelversterkte producten worden hardmetalen gereedschappen aanbevolen. Een voldoende koeling met lucht of water moet worden gewaarborgd, zodat de temperatuur op de bewerkingslocatie niet hoger wordt dan de verwekingstemperatuur van het materiaal. Lakken Vormstukken met stof- en vetvrije oppervlakken kunnen bijzonder goed worden gecoat met laksystemen op polyurethaanbasis. Niet geschikte combinaties van oplosmiddelen kunnen echter spanningsscheuren veroorzaken. Het is aanbevolen contact op te nemen met de lakleverancier voor speciale systemen voor (PC+ABS). Bedrukken / beletteren Bedrukken is met de bekende drukmethoden mogelijk. Tevens toepasbaar is foliedruk via warmstempeltechniek. Voor de laserbelettering kunnen speciaal ontwikkelde kleuren worden gebruikt. Metalliseren Het is mogelijk metaal op te dampen met aluminium, tin, koper of andere metalen onder hoog vacuüm. Voor de galvanisatie zijn vooral de ABS-rijke PC+ABS-types geschikt, omdat daarmee de beste hechting kan worden gerealiseerd.
27
Lijmen Het verlijmen van vormstukken uit RAU- PC+ABS onderling en met andere materialen is met de daarvoor geschikte lijmen mogelijk. Voorwaarde is dat de lijmoppervlakken geen vet of andere vreemde stoffen bevatten. Reinigen gebeurt bijvoorbeeld met wasbenzine of soortgelijke onschadelijke reinigingsmiddelen. Geschikt zijn 2-componenten lijmstoffen op basis van epoxy- en siliconenhars en polyurethanen. Tevens toepasbaar zijn smeltlijmen en lijmen op cyaanacrylaatbasis. De oplosmiddelverlijming kan uitgevoerd worden met 1,3 dioxolaan, een ca. 8% oplossing van polycarbonaat in 1,3 dioxolaan, met MEK of mengsels uit MEK en cyclohexanon (bijv. 50:50). Lassen Vormstukken uit RAU-PC+ABS kunnen door middel van ultrasoon-, tril-, wrijvings- en warmtelassen onderling worden verbonden. Bij ultrasoon lassen moet gelet worden op een correcte vormgeving van de naad.
5.3
Gasdoorlatendheid De waterdampdoorlaatbaarheid en de permeatiecoëfficiënt van RAU-SB bereiken waarden die ongeveer gelijk zijn aan die van standaard polystyrol resp. hogedruk polyethyleen. Fysiologische kenmerken RAU-SB vertoont geen toxische eigenschappen. Het grootste deel van alle RAU-SB-typen voldoet aan de aanbevelingen van het ”BGA VI, Bundesgesundheitsblatt 1976 Nr. 19” blz. 308. Deze kunnen voor de productie van goederen in de zin van § 2 Nr. 1 van de levensmiddelenwet worden gebruikt, voor zover technisch geschikt en de vulling niet qua smaak en geur wordt beïnvloed.
Materiaalspecificatieblad RAU-SB
Chemische opbouw Dit slagvast polystyrol is een thermoplast, die op de monomeerbasis styrol-butadieen is opgebouwd. Butadieen zorgt als rubberelastomeer voor een verhoging van de slagvastheid van het polystyrol. Kenmerkende eigenschappen RAU-SB is, wel ten koste van de stijfheid en de hardheid, vele malen taaier dan RAU-PS (normaal polystyrol). Afhankelijk van het soort componenten en de modificatiegraad kan met onderdelen uit RAU-SB een indrukwekkend breed spectrum mechanische sterkte worden gerealiseerd. De slagvastheid en ook de koudebestendigheid zijn in vergelijking met RAU-PS wezenlijk hoger, waarbij wel de hardheid van het materiaal afneemt. Thermische eigenschappen Als amorf materiaal verbrost RAU-SB bij lage temperaturen tot minder dan -40 °C slechts beperkt. De permanente gebruikstemperaturen in de warmte bewegen zich, in onbelaste toestand afhankelijk van het type polystyrol, in een bereik van +55 °C tot +85 °C. Elektrische eigenschappen RAU-SB is, net zoals RAU-PS, een goed isolerend materiaal. Tot de uitstekende eigenschappen behoren een hoge specifieke doorgangsweerstand en een hoge doorslagvastheid, buitengewoon lage diëlektrische verliezen en lage diëlektrische constante. Deze eigenschappen zijn bovendien nog verregaand onafhankelijk van de frequentie van de wisselspanning en van de temperatuur. Zie tabel voor meer nauwkeurige gegevens. Chemische bestendigheid RAU-SB is bestand tegen waterige oplossingen van alkalen, niet-oxiderende zuren, zouten en water. Alifatische koolwaterstoffen, etherische oliën en aroma’s kunnen spanningsscheurcorrosie veroorzaken. RAU-SB is niet bestand tegen ethers, esters, ketonen en tegen aromatische en gechloreerde koolwaterstoffen. Deze gelden als oplosmiddelen voor slagvast polystyrol. In speciale gevallen moet de bestendigheid van RAU-SB tegen bepaalde stoffen worden getest. Bestendigheid tegen weersinvloeden en veroudering Door het butadieengehalte is RAU-SB gevoelig voor licht- en weersinvloeden. Al na een korte tijd vergeeld het oppervlak en nemen de fysische eigenschappen af. RAU-SB is daarom niet geschikt voor buitentoepassingen.
28
Gedrag bij brand RAU-SB brandt met een heldere, sterk roetvormende vlam. Conform ASTM D 635-63 wordt slagvast polystyrol als „langzaam brandende stof” ingedeeld. Voor speciale toepassingen kunnen ook zelfdovende polystyroltypen worden toegepast.
Kleurmogelijkheden Onderdelen uit RAU-SB zijn alleen in gedekte kleuren leverbaar. RAU-SB kan worden geleverd in alle door de grondstofleverancier vrijgegeven standaard en speciale kleuren. Verlijmen De verschillende polystyroltypes kunnen in principe volgens alle lijmmethoden onderling of met andere materialen worden verbonden. RAU-SB is, met uitzondering van enkele speciale types, verlijmbaar met gebruikelijke oplosmiddelen zoals esters, ketonen, aromatische of gechloreerde koolwaterstoffen. In speciale gevallen is het aanbevolen te overleggen met onze toepassingstechnische specialisten. Lassen RAU-SB kan alleen met zichzelf en met RAU-PS worden gelast. Speciaal voor het lassen van slagvast polystyrol zijn de volgende methoden goed geschikt: heetgaslassen, warmtelassen, wrijvingslassen, ultrasoon lassen en spuitlassen. Toepassing RAU-SB kan volgens alle voor thermoplastische materialen in gangbare methoden worden verwerkt. RAU-SB wordt in extrusieprocessen voor de fabricage van profielen, buizen en platen gebruikt. Bovendien zijn wij in staat om RAU-SB volgens de spuitgiet-, de holle lichaam blaas- en de dieptrekmethode te vervormen. Vanwege de wezenlijk hogere taaiheid in vergelijking met standaard polystyrol is RAU-SB geschikt voor allerlei gebruik. RAU-SB wordt vooral toegepast bij keukenapparatuur en afdekkingen binnen de automotive-, elektro- en meubelindustrie, voor toilet- en campingartikelen, en TV- en audio-industrie.
6
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN/NORMEN
Normen en regels Voor bouwelementen voor muur- en plafondinstallaties zijn de eisen van de volgende DIN/VDE-normen in de geldende uitgave bindend. NBN EN 50085-1 (VDE 0604-1): 2006-03 Elektrotechnische gootsystemen voor elektrische installaties deel 1: Algemene eisen NBN EN 50085-2-1 (VDE 0604-2-1): 2012-09 Elektrotechnische gootsystemen voor elektrische installaties deel 2-1: Bijzondere eisen voor elektrotechnische gootsystemen voor wand en plafond. NBN EN 50085-2-3 (VDE 0604-2-3):2011-01 Elektrotechnische gootsystemen voor elektrische installaties deel 2-3: Bijzondere eisen aan bedradingskokers voor inbouw in schakelkasten.
29
NOTITIES
NOTITIES
REHAU BELGIË REHAU NV/SA - Ambachtenlaan 22 - Ambachtszone Haasrode 3326 - 3001 Heverlee (Leuven) - Tel.: +32 16 39 99 11 - Fax: +32 16 39 99 13 -
[email protected]
www.rehau.be
©REHAU
E51300 BE NL 10.2014