2013

Beleidsrapport Budget 2014 (BP2014-0_0) Periode: 2014 26/11/2013 Gemeentebestuur Sint-Martens-Latem (NIS 44064) Dorp 1 - 9830 Sint-Martens-Latem

Secr.: Jef Van den Heede Fin. beheerder: Annick De Smet

Inleiding Op 25 juni 2010 werd het besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van Titel IV van het gemeente-, provincie- en OCMW-decreet goedgekeurd. De Beleid- en BeheerCyclus, de “BBC,” is een feit. Dit besluit (BVR) is ingrijpend en de implementatie ervan heeft gevolgen voor de ganse organisatie. Het bevat niet alleen regels voor de financiële en boekhoudkundige aspecten van de beleidsvoering maar ook voor de inhoudelijke planning, uitvoering en evaluatie. De organieke decreten leggen de klemtoon op performantie in het beleid, en reiken de lokale besturen de instrumenten aan om het beleid en de financiële gevolgen ervan als geheel te plannen, uit te voeren, op te volgen en erover te rapporteren. Elk bestuur moet ten laatste op 1 januari 2014 instappen, zodat de meerjarenplannen van de volgende legislatuur volgens de nieuwe regels opgesteld worden. Het meerjarenplan 2014-2019 is het vertrekpunt, waarin de missie en strategie worden vertaald naar beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties, aangevuld met een raming van ontvangsten en uitgaven per jaar. De jaarlijkse budgetten dienen in het meerjarenplan te passen, overeenstemming tussen beide beleidsrapporten is een must. BBC impliceert een andere manier van denken, in alle geledingen van de organisatie, met beleidsrapporten die er anders uitzien, en met nieuwe beheersoftware voor de financiële dienst als logisch gevolg.

De gemeente Sint-Martens-Latem heeft er voor gekozen om samen met het OCMW piloot te zijn voor 2013 (GR-besluit 21 november 2011). Daardoor is er reeds een jaar ervaring met het nieuwe systeem opgebouwd, wat zeker een pluspunt is bij de opmaak van de beleidsrapporten die nu voorliggen.

Een eerste stap in de implementatie van BBC is het bepalen van de structuur van de organisatie: de beleidsdomeinen, beleidsvelden en beleidsitems. (zie bijgevoegd schema)

Gemeente Sint-Martens-Latem

Inleiding Budget 2014

1

De beleidsvelden zijn vastgelegd in een limitatieve lijst in het besluit van de Vlaamse Regering. Naar aanleiding van de decreetswijziging van 23/11/2012 is een aanpassing gebeurd in de BBCstructuur van de gemeente: bepaalde beleidsvelden wijzigen immers van naam en nummer. De groepering van de beleidsvelden in beleidsdomeinen is behouden: naast het verplichte beleidsdomein Algemene Financiering is er Algemeen Bestuur, Grondgebiedzaken, Welzijn, Vrije Tijd. Onder Algemene Financiering vallen o.a. het Gemeentefonds, de transacties m.b.t. de schuld, fiscale en financiële aangelegenheden, … Het beleidsdomein Algemeen Bestuur bevat de beleidsvelden die betrekking hebben op de interne organisatie (gemeentehuis, loods, secretariaat, financiële dienst), de dienst burgerzaken, de bijdragen aan de kerkfabrieken, de politie en de brandweer. Er is een verschil met 2013 in het beleidsveld 0119 dat nu aangevuld wordt met een 4° beleidsitem Communicatie. Het beleidsdomein Grondgebiedzaken bevat alle beleidsvelden m.b.t. wegenis, groen, ruimtelijke ordening, milieu, energie, huisvuil, waterbeheersing, openbaar vervoer, begraafplaatsen. Het beleidsdomein Welzijn bevat alle beleidsvelden m.b.t. het onderwijs, sociale zaken, hulp aan het buitenland, en de bijdrage aan het OCMW. Hier zijn verschillende beleidsvelden van naam en nummer veranderd. Het beleidsdomein Vrije Tijd bevat alle beleidsvelden m.b.t. cultuur, musea, jeugd, sport, bibliotheek, evenementen, toerisme, senioren.

Aangezien er bij de decreetwijziging van 2012 ook een aantal aanpassingen in het algemeen rekeningstelsel gebeurden, werd van de gelegenheid gebruik gemaakt ook hier enkele vereenvoudigingen door te voeren gebaseerd op de ervaring in het pilootjaar.

In BBC ligt de focus op outputgestuurd beleid. Er worden beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties geformuleerd. Over de prioritaire doelstellingen wordt er gerapporteerd aan de raad. Het beleid dat niet in doelstellingen wordt geformuleerd, wordt het overig beleid genoemd. Het budget 2014 sluit volledig aan met het eerste jaar van het meerjarenplan 2014-2019. Het bestaat uit 3 delen: de beleidsnota, de financiële nota, en de toelichting. Elk deel wordt hierna kort toegelicht.



2

1.Beleidsnota De beleidsnota bevat volgende onderdelen: -

De doelstellingennota

-

Het doelstellingenbudget

-

De financiële toestand

-

De lijst met opdrachten voor werken, leveringen en diensten

-

De lijst met daden van beschikking

-

De lijst met nominatief toegekende subsidies

1.1

Doelstellingennota

In de doelstellingennota worden de prioritaire beleidsdoelstellingen verwoord met de daaraan verbonden actieplannen en onderliggende acties, en per actieplan de bijhorende uitgaven en inkomsten. In het meerjarenplan 2014-2019 worden 3 doelstellingen als prioritair beschouwd. Aangezien het budget 2014 dient aan te sluiten met het meerjarenplan zijn er ook in het budget 2014 3 prioritaire doelstellingen.

1.2

Doelstellingenbudget

Het doelstellingenbudget bevat, per beleidsdomein, het totaal van de verwachte ontvangsten en uitgaven van de prioritaire beleidsdoelstellingen voor het betrokken jaar. Die ramingen worden overgenomen uit de doelstellingennota. Ook de verwachte ontvangsten en uitgaven voor de niet prioritaire doelstellingen en voor het overige beleid worden opgenomen. Dit onderdeel bevat meer gedetailleerde informatie.

1.3

Financiële toestand

Volgens art. 20 van het BVR bevat de financiële toestand minstens: 1° een vergelijking van het resultaat op kasbasis in het budget met het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar in kwestie in het meerjarenplan; 2° een vergelijking van de autofinancieringsmarge in het budget met de autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar in kwestie in het meerjarenplan. In het overzicht bevat de eerste cijferkolom de bedragen zoals ze in het eerste jaar van het meerjarenplan opgenomen zijn. De tweede cijferkolom bevat de bedragen van het budget. Beide kolommen zijn in het eerste jaar van de beleidscyclus dezelfde.



3

Het verplichte financiële evenwicht in het budget wordt gedefinieerd a.d.h.v. het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge. Jaarlijks moet er een positief resultaat op kasbasis zijn. Het gebudgetteerde resultaat is het verschil van de gebudgetteerde ontvangsten en uitgaven. De middelen die gereserveerd worden voor toekomstige uitgaven worden daarvan in mindering gebracht, zo bekomt men het resultaat op kasbasis. Daarbij mag ook rekening gehouden worden met het overschot van de vorige jaren. In het budget moet het resultaat op kasbasis van het betrokken jaar groter of gelijk aan nul zijn. In het budget 2014 is het resultaat op kasbasis 794.668 euro. Er moet ook aangetoond worden dat de autofinancieringsmarge op het einde van de planningsperiode (2019) minstens nul is, en liefst positief. Dit wijst op een structureel evenwicht. De autofinancieringsmarge wordt berekend door van het verschil tussen de exploitatieontvangsten en – uitgaven, de leningslasten (aflossingen en intresten) in mindering te brengen. Als dat een positief bedrag oplevert, dan levert de exploitatie voldoende middelen om op structurele wijze de leningslasten te dragen. De autofinancierinsgmarge wordt kleiner naargelang de leningslasten zwaarder zijn. In budget 2014 is de autofinancieringsmarge + 584.051 euro.

1.4

Lijst met opdrachten voor werken, leveringen en diensten

Deze lijst bevat de gedelegeerde opdrachten per beleidsdomein.

1.5

Lijst met daden van beschikking

Er zijn voor 2014 geen daden van beschikking.

1.6

Lijst met nominatief toegekende subsidies

De lijst wordt opgedeeld in exploitatie en investeringen, en vervolgens per beleidsdomein en beleidsveld. In deze lijst zijn ook de toelagen aan de socio-culturele verenigingen opgenomen.



4

2. Financiële nota De financiële nota bevat volgende onderdelen: -

Het exploitatiebudget

-

Het investeringsbudget

-

Het liquiditeitenbudget

2.1 Exploitatiebudget Het exploitatiebudget bevat alle verwachte exploitatieontvangsten en -uitgaven. De transactiekredieten zijn de kredieten binnen één financieel boekjaar. Ze worden toegekend per beleidsdomein. De machtiging door de raad gebeurt dan ook op dit hoog niveau. Het rapport vertoont een samenvatting per beleidsdomein, doch deze cijfers zijn de samenvatting van alle bedragen die per algemene rekening per beleidsveld worden geraamd. Daarbij is rekening gehouden met de evolutie in de voorbije jaren, met rationalisering en besparing: meer doen met evenveel of minder middelen is haalbaar als die middelen op een effectieve en efficiënte manier worden ingezet. Aangezien de kredietbewaking op een ander niveau gebeurt, is het ook minder nodig om buffers te voorzien, en kan er veel strakker geraamd worden. Volgens het BBC principe moeten ontvangsten en uitgaven die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de opgelijste beleidsvelden, zo correct mogelijk toegewezen worden aan het corresponderende beleidsveld. Dit impliceert dat sommige uitgaven (en ontvangsten) meer verspreid en opgedeeld worden dan ten tijde van de NGB.

Personeelskosten De personeelskosten worden toegewezen aan de beleidsvelden waar de betrokken personeelsleden effectief werken. Bij de raming werd rekening gehouden met volgende elementen: -

Indexaanpassing in de tweede jaarhelft

-

Periodieke verhogingen en doorschuiving in de functionele loopbaan

-

2°pensioenpijler van 2%

-

Actualisering van de weddes van het onderwijzend personeel, wat echter eenzelfde impact heeft op de ontvangsten

-

Jobstudenten in administratie, technische dienst en sporthal

-

Impact van de hogere bijdragen voor de pensioenen voor de vastbenoemde personeelsleden (36%)

-

Beëindiging proeftijd van het in 2013 aangeworven diensthoofd burgerzaken



5

Werkingskosten en toelagen Er wordt rekening gehouden met besparingen waar mogelijk. De dotatie aan het OCMW is 780.000 euro. Daarbij dient opgemerkt dat een aantal toelagen aan gezinnen worden overgeheveld naar het ocmw. De dotatie aan de politiezone stijgt met 2% zoals in het meerjarenplan is bepaald, tot 962.590 euro. Voor de brandweer wordt een bijdrage voorzien van 304.782 euro, gebaseerd op het herrekend voorschotbedrag van 2012. Er wordt ook een bedrag van 25.000 opgenomen in functie van de definitieve afrekening van 2012 en 2013. Het uitgangspunt van het meerjarenplan 2014-2019 m.b.t. de besparing van 2% in de werkingskosten is automatisch van toepassing voor het budget 2014. Een strakke kostenbewaking blijft noodzakelijk om die besparing te realiseren. Een opmerkelijk verschil met 2013 zijn de kosten van de sporthal: aangezien er per 1 januari 2014 een overgang is naar een gemeentelijke dienst, dienen alle kosten en opbrengsten rechtstreeks opgenomen te worden in het gemeentebudget.

Schuld Het resterend schuldsaldo van de bestaande leningen wordt kleiner aangezien er sinds 2006 geen nieuwe leningen meer werden aangegaan. De rentelasten blijven laag door de lagere rentevoeten op herzieningsdatum. Er wordt in budget 2014 rekening gehouden met de lasten van de voorziene leningen van 1,5 mio euro. De leningslasten m.b.t. de financiering van het OCMW worden in 2014 voorzien aan uitgaven- en ontvangstenzijde, zodat dit een nuloperatie blijft.

Ontvangsten De geraamde ontvangsten uit de aanvullende belastingen (6.627.461 euro) liggen een stuk hoger dan in 2013. De Aanvullende personenbelasting wordt op 3.722.981 euro geraamd volgens de brief van FOD Financiën dd.25/10/2013. De stijging is in hoofdzaak te verklaren door een vertraagd doorstortingsritme, en compenseert vooral ook de lagere ontvangsten in 2013. Voor de opcentiemen onroerende voorheffing raamt de Vlaamse overheid een bedrag van 2.704.521 euro. De opbrengsten uit de overige lokale belastingen zijn gebaseerd op de cijfers van 2013 en voorgaande. De ontvangst uit het gemeentefonds wordt 765.033 euro en de aanvullende dotatie blijft 85.682 euro. De opbrengsten uit korte termijnbeleggingen worden iets lager geraamd dan in 2013. De intrestvoeten blijven laag, en het belegd volume zal afnemen door de uitvoering van de lopende en de geplande investeringen. De opbrengsten uit dividenden zijn gebaseerd op de informatie verstrekt door de intercommunales.



6

2.2 Investeringsbudget Het investeringsbudget bevat de uitgaven en ontvangsten, kosten en opbrengsten die verbonden zijn aan de aanschaf, het gebruik (d.w.z. de normale exploitatie van de activa) en de vervreemding van duurzame middelen. Het bevat de nieuwe investeringsenveloppen, en een overzicht, per beleidsdomein, van de transactiekredieten van alle investeringsenveloppen voor het financiële boekjaar in kwestie. Als een investeringsenveloppe eenmaal in het budget is goedgekeurd, blijft ze geldig tot de gemeenteraad deze investeringsenveloppe bij budget of bij budgetwijziging annuleert of tot de gemeenteraad de rekening van deze investeringsenveloppe vaststelt.

2.3 Liquiditeitenbudget Het liquiditeitenbudget geeft de geldstromen weer en is een overzicht van alle ontvangsten en uitgaven, dus niet alleen van diegene die het gevolg zijn van de geplande verrichtingen uit het exploitatie- en het investeringsbudget. Ook de ontvangsten en uitgaven voor toegestane en op te nemen leningen, leasings, waarborgen, … komen hierin terecht. Het geeft het resultaat op kasbasis weer, dat hetzelfde bedrag moet zijn als in het luik financiële toestand bij de beleidsnota. In het liquiditeitenbudget worden ook de bestemde gelden opgenomen.

Gecumuleerd budgettair resultaat van vorig boekjaar Zoals voorheen wordt het geraamd budgettair resultaat van het vorig boekjaar als startresultaat opgenomen bij het budget. Het werkelijk resultaat wordt dan, eens de Rekening goedgekeurd is, bij een budgetwijziging opgenomen. Het geraamde startresultaat voor budget 2014 bedraagt 3.336.315 euro, dit is het resultaat na budgetwijziging 2013. De vroeger aangelegde reservefondsen maken deel uit van dit cijfer. Het gecumuleerd budgettair resultaat voor 2014 bedraagt bijgevolg 1.781.148 euro. De aangelegde reservefondsen worden hernomen als bestemde gelden, omdat ze een specifieke en vaststaande bestemming hebben. Het beschikbare resterende resultaat daalt bijgevolg met deze gelden, aangezien het middelen zijn die gereserveerd werden voor een specifieke bestemming in de volgende boekjaren. Dit brengt het resultaat op kasbasis op 794.668 euro.



7

3. Toelichting De toelichting bevat volgende onderdelen: -

het exploitatiebudget per beleidsdomein

-

de evolutie van het exploitatiebudget

-

de transactiekredieten voor investeringsverrichtingen per beleidsdomein

-

de evolutie van de transactiekredieten voor investeringsverrichtingen

-

per nieuwe investeringsenveloppe die betrekking heeft op een prioritaire beleidsdoelstelling, een raming van de ontvangsten en uitgaven die gepaard gaan met de normale exploitatie van de activa

-

de evolutie van het liquiditeitenbudget

-

een overzicht, per beleidsveld, van de te verstrekken werkings- en investeringssubsidies

-

alle bijkomende informatie die relevant is voor de raadsleden en die niet elders in het beleidsrapport is opgenomen

Het overzicht van de subsidies komt deels overeen met de lijst die in de beleidsnota is opgenomen, maar is uitgebreider en bevat een overzicht van alle subsidies die verstrekt worden aan overheden, verenigingen, gezinnen. Andere bijkomende informatie die toegevoegd is aan het document: -

de raming van de aanvullende personenbelasting

-

de raming van de opcentiemen

-

de raming van de dotatie uit het gemeentefonds

-

de brieven van de intercommunales met vermelding van de dividenden



8

2013

Recommend Documents