Pilots LOB in groen vmbo en mbo Stand van zaken februari 2013 Niek van den Berg, 25/2/2013
In het kader van het Masterplan Kwaliteit vmbo-groen van de AOC-raad zijn voor het schooljaar 2012-2013 middelen beschikbaar ter versterking van LOB doorstroomtrajecten vmbo- naar mbo-groen. In het najaar van 2012 zijn van de ingediende aanvragen er zes goedgekeurd. Vijf vmbo-scholen en de Vereniging Buitengewoon Groen (VBG) werken nu aan een door henzelf vormgegeven pilot waarin ze loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) inzetten om de doorstroom van groen vmbo naar groen mbo te vergroten. De scholen ronden hun pilot voor 1 juli 2013 af met een eindrapportage over hun geplande en gerealiseerde activiteiten, deelname, opbrengsten, doelen en inzet van middelen. In het najaar van 2013 presenteren ze hun ervaringen en opbrengsten tijdens de landelijke conferentie van de AOC-raad. Vanuit de AOC-raad begeleidt Niek van den Berg (
[email protected]) de projecten. Onder meer bezoekt ze de scholen voor gesprekken over de voortgang van de activiteiten, contextfactoren die een rol spelen, het meten/beargumenteren van effecten, relevante kennis uit andere projecten en uit onderzoek, en dergelijke meer. Verder zijn er verspreid over het schooljaar drie gezamenlijke kennisdeelbijeenkomsten waarbij de projecten zichzelf presenteren, elkaar bevragen, gezamenlijke vraagstukken aan de orde komen en dergelijke. Niek van den Berg betrekt de ervaringen van de pilots tevens bij het onderzoek in opdracht van de AOC-raad naar factoren die de (verhoudingsgewijs geringe) doorstroom van vmbo-groen naar mbo-groen verklaren en wat de scholen hier zelf aan kunnen doen. Hierna volgt per school een schets van de projecten (op basis van de projectplannen en verslagen van voortgangsgesprekken uit december 2012 en januari 2013).
1
Het Citaverde College (Limburg) matcht ouders, mbo-ers, opleiders en werkveld aan vmbo-ers om hen te begeleiden bij LOB-activiteiten. Citaverde heeft vestigingen in Roermond, Heerlen, Horst en Nederweert. In de eerste drie zitten vmbo en mbo in 1 gebouw; In Nederweert zit een vmbo-tschool zonder mbo erbij. De leerlingenpopulaties verschillen tussen de locaties. In Nederweert kiezen leerlingen niet zozeer voor het groene onderwijs, in Horst juist relatief veel. De vestigingen in Roermond en Heerlen zijn stedelijke scholen waar veel leerlingen niet specifiek kiezen voor groen, maar er wel affiniteit mee hebben. De doorstroom naar groen mbo verschilt aanzienlijk tussen de locaties, van 5% in Nederweert tot 20% in Roermond, 30% in Horst en 45% in Heerlen. In de pilot wil Citaverde op alle locaties het concept Matchmaker uitproberen en evalueren. Per locatie kiezen 10 vmbo-leerlingen voor LOB-begeleiding door een ouder, mbo’er, opleider of persoon uit het werkveld. Het doel is leerlingen door de begeleiding bewuster te laten kiezen en daarmee de interne doorstroom met 15% te verhogen en de uitval in het eerste jaar van het mbo met 20% te verlagen. Projectleider van deze pilot is Louis Linssen (
[email protected]).
Het Clusius College (Kop van Noord-Holland) werkt in Alkmaar en Schagen aan een goed uitgekristalliseerd en geborgd LOB-programma. Het Clusius college heeft 8 vmbo vestigingen en 3 mbo vestigingen in NoordHolland. De pilot draait in Schagen (vmbo + sinds 4 jaar klein mbo, alleen voor niveau 1 en 2) en Alkmaar (vmbo en groot mbo). De keuze voor Clusius lijkt vaak een negatieve keuze en een keuze voor een kleine, veilige, rustige en witte school. Oriëntatie door vmbo’ers is breed, ook buiten de groene onderwijs- en beroepensector. Het gaat erom dat elke leerling op de juiste plek komt, binnen of buiten de groene sector. De doorstroom naar mbo-groen is laag (minder dan 25%, was 6 jaar terug 30%, inmiddels 19-20% over Clusius als geheel). Bij het Clusius College ontbreekt nog een goed en uitgekristalliseerd LOB beleid met een draaiboek, geborgde activiteiten en duidelijke verantwoordelijkheden. Een afstudeerproject van een docent in opleiding heeft geholpen LOB te agenderen. In het kader van de pilot werkt de werkgroep LOB/portfolio aan het 2
realiseren van (papieren) portfolio’s en aan het samenhangend beschrijven, selecteren en borgen van LOB-activiteiten (draaiboek). De interne doorstroom naar het groene mbo zou met 5% moeten toenemen en de schooluitval uit het mbo zou moeten afnemen. Projectleider is Frank Numan (
[email protected]).
Het Edudelta College (Zuid-Holland en Zeeland) intensiveert zowel in Barendrecht als Goes met de pilot Jouw Natuur Talent de LOB-activiteiten. Op beide locaties verschil het vmbo in leerlingenpopulatie en in doorstroom naar het mbo. In Barendrecht komt de instroom in vmbo (vooral KL en BL) voor ongeveer 40% vanuit Rotterdam Zuid, vanwege: kleinschaligheid, goede gerichte zorg, witte school, dieren (paarden). De interne doorstroom naar het mbo is teruggelopen tot 5% dit jaar. In Goes komt de instroom in het vmbo (vooral GL en TL) uit de (groene) regio en is er een betere maar dalende interne doorstroom naar het mbo. Op beide locaties wil men duurzaam LOB beleid realiseren: LOB met keuzes op korte termijn omzetten in loopbaanleren met keuzes op lange termijn. Hiervoor wil men onder meer mbo’ers uit het eigen groene mbo als ambassadeur inzetten. Mbo’ers ontvangen een training; vmbo’ers lopen mee in mbo en gaan op bedrijfsbezoek, begeleid door een mbo’er. Vmbo’ers delen hun ervaringen met andere vmbo’ers (mentorles) en ouders (open dagen) en ook mbo’ers delen onderling hun ervaringen. Ook wil men tot een betere afstemming tussen vmbo- en mbo-team komen. In dat verband krijgen vmbo-docenten een training dat ze een rol hebben in toeleiding naar groen mbo. Men wil met de activiteiten geen ‘groene fuik’ opzetten, maar vmbo’ers toch enthousiasmeren voor groen mbo. De doorstroomambities uit het projectplan zijn voor locatie Barendrecht verlaagd: 7% in 2014, 10% in 2015 en 15% in 2016. Projectleider is Evert van Dijk (
[email protected]).
3
Groenhorst (Midden-Nederland en Flevoland) ontwikkelt in Groenhorst Almere een op LOB gerichte elektronische leeromgeving (elo) waarin leerlingen hun contacten met bedrijven en mbo zichtbaar maken. Groenhorst Almere is een stadse groene school. Men wil de leerlingen en het groene beroeps- en onderwijsveld dichter bij elkaar brengen. Van belang voor LOB is opdoen van ervaringen, contact met werkveld en onderzoeken van aansluiting bij de eigen kwaliteiten. De huidige praktijk kent aantal knelpunten: schoolse setting, beperkte beroepsbeeld, smalle oriëntatie, ondernemers hebben vaak weinig tijd voor leerlingen. In de pilot werkt men aan de inzet van een specifiek op LOB gericht onderdeel van de digitale leeromgeving, met daarin opdrachten voor contacten tussen leerlingen en groene beroepsbeoefenaren, en contacten tussen leerlingen mboers en oud-leerlingen in het hbo (ambassadeurs). Projectleider is Michal Fekkes (
[email protected]).
Lentiz Onderwijsgroep (Zuid-Holland) zet in het Lentiz Maaslandcollege (in aanvulling op bestaande activiteiten) in op LOB-lessen met inzet van nieuwe media. Lentiz Maasland is een kleine school in een rustige omgeving. De school heeft relatief veel sociaal kwetsbare leerlingen. Uitgangspunt is dat leerlingen na deze school in alle mbo-opleidingen verder moeten kunnen, daarom krijgen alle leerlingen (m.u.v. leerlingen in het LW-traject) wiskunde. Groene bedrijven in de regio hebben in de toekomst behoefte aan meer personeel. De bedoeling is om in de pilot leerlingen zeer goed te informeren over de groene mbo-opleidingen in Maasland en ze bewust te maken hoe zij hun passie aan deze mogelijkheden kunnen koppelen. Insteek is steeds dat competenties van groene beroepsbeoefenaars zichtbaar worden. Naast wat er al aan LOB werd gedaan, zijn de LOB-lessen in klas 3 en 4 nieuw. Leerlingen gaan hierbij aan de hand van opdrachten met inzet van nieuwe media groene beroepen ontdekken en de door hen opgedane informatie bespreken (reflectiegesprekken) en delen (verslagen, portfolio, presentaties). Leerlingen hebben ook contacten met vervolgonderwijs (bezoek open dagen e.d.). Opnieuw ingevoerd is dat alle leerlingen naar de open dag van het eigen groene mbo gaan. Daarnaast is er ook het proefstuderen van 4
4e klassers die een dagdeel meelopen in het mbo. De school hoopt zo de interne doorstroom te vergroten van 30% vorig schooljaar (deze locatie; 26-35 % in de afgelopen jaren voor heel Lentiz) naar 40% dit schooljaar (meting via Intergrip). Projectleider is Rens Looij (
[email protected]).
De VBG (groene vmbo-afdelingen op scholengemeenschappen verspreid over het land) onderzoekt het hoge doorstroompercentage bij de VBGscholen en de bijdrage van LOB daaraan. De VBG neemt een aparte positie in ten opzichte van vmbo Groen op de vmbolocaties van de AOC ’s. De scholengemeenschappen met afdelingen vmbo Groen hebben doorgaans 3-4 afdelingen in totaal. Leerlingen zien en ervaren dus al vroeg breed wat er zoal kan, niet alleen in een groene richting. De keuze voor vmbo Groen in de bovenbouw lijkt bij de leerlingen op de VBG-scholen doorgaans een vrij bewuste keuze voor een groene opleiding. Doorstroom vanuit de vmbo Groen afdelingen van de 34 VBG scholen vindt plaats naar het mbo Groen van alle AOC’s en is met gemiddeld 50% hoger dan de interne doorstroom binnen de AOC’s. Er zijn veel verschillen tussen de VBG-scholen in de manier waarop zij LOB vormgeven; wel wordt LOB steeds meer een vast ingepland onderdeel in het curriculum. De vragen die in de pilot worden beantwoord zijn: hoe hoog is per VBG-school het doorstroomresultaat (per crebo voor 2010, 2011 en 2012), hoe kan het verklaard worden en wat dragen de LOB trajecten in de VBG-scholen daaraan bij (tips en tops)? Projectleider is Clasien Grootendorst (
[email protected]).
.
5