Notitie
‘Inzet op re-integratie 2012/2013’ Visie en afwegingen bij de besteding van het participatiebudget
Inleiding 1. Beleidskeuzes en koersbepalende ontwikkelingen 1.1 Reductie participatiebudget 1.2 Eén regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt 1.3 Eerder gemaakte beleidskeuzes 2. Focus binnen de inzet van het participatiebudget 2.1 Effectieve interventies 2.2 (Arbeids)Marktgericht werken 2.3 Verdere professionalisering 3. Beschikbare dienstverlening aan de klant 3.1 Dienstverlening 3.2 Inzet naar doelgroep 3.3 Interventies en trajecten 4. Conclusie en samenvatting
-
Bijlagen: Stroomschema dienstverlening Verdeling en kenmerken klantgroep WWB juli 2012 Dienstverlening per trede van de participatieladder
1
Inleiding De afgelopen jaren is er sprake van een forse bezuiniging op het participatiebudget. Dit maakt het noodzakelijk om op basis van heldere keuzes tot een efficiënte inzet van middelen te komen. Gaandeweg is hier een nieuwe focus voor gekozen. Met deze notitie geven wij aan welke afwegingen op dit moment leidend zijn voor de besteding van het participatiebudget, welke keuzes en ontwikkelingen hierbij bepalend zijn en wat dit betekent voor de dienstverlening aan de klant. 1
Vanuit het participatiebudget wordt de bijstandsgerechtigde ondersteund om zo snel mogelijk weer in het eigen levensonderhoud te voorzien. Hierbij is sprake van maatwerk. Immers de redenen waardoor burgers een aanspraak doen op de bijstand zijn divers, zoals ook de mate van afstand tot de arbeidsmarkt. Er is veel in beweging in het sociale domein. De Wet werken naar vermogen is weliswaar ingetrokken, verwacht wordt dat een nieuw kabinet met een vergelijkbaar initiatief tot één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt zal komen. Ook werken we aan het vormgeven van een regionaal werkbedrijf. Naar aanleiding van de landelijke en regionale ontwikkelingen zal de inzet van het participatiebudget eind 2013 opnieuw worden geactualiseerd.
1
We spreken in deze notitie over ‘het participatiebudget’. Daarmee bedoelen we hier het werk-deel van het participatiebudget ofwel het re-integratiebudget. Het participatiebudget bevat verder nog inburgeringsmiddelen en gelden voor de financiering van volwasseneneducatie. Deze worden in deze notitie niet inhoudelijk besproken.
2
1. Beleidskeuzes en koersbepalende ontwikkelingen Een aantal ontwikkelingen en reeds gemaakte beleidskeuzes zijn bepalend voor de inzet van het participatiebudget. De belangrijkste daarbij zijn: de forse vermindering van het budget, de ontwikkeling naar één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt en eerder door de raad gemaakte beleidskeuzes. 1.1 Reductie participatiebudget Sinds 2010 is sprake van een forse reductie van het participatiebudget. Zie onderstaande tabel. Participatiebudget (werkdeel) Totaal
2010
2011
2012
vanaf 2013
5,5 mln.
4,8 mln.
2,7 mln.
2,8 mln.
De bezuiniging is opgevangen door het maken van de volgende keuzes: a) Grotere focus op kosteneffectiviteit (wat wordt ingezet, hoe vaak, voor welk doel, voor welke prijs) b) Afbouw van relatief dure instrumenten als vangnetbanen c) Exclusief bestemmen van het beschikbare budget voor toeleiding naar werk d) Zoeken naar cofinanciering wanneer er sprake is van bredere doelstelling naast reintegratie e) Verdere verzakelijking contractafspraken f) Voorkomen dubbeling in activiteiten en versterken eigen klantregie (o.a. besluit tot afbouw van Voorwerk) 1.2 Eén regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt De Wet werken naar vermogen (WWNV) beoogde één regeling te zijn voor de onderkant van de arbeidsmarkt. Dit zou betekenen dat naast WWB en WSW ook de (re-integratie van de) doelgroep Wajongers onder de verantwoordelijkheid van de gemeente zou komen. Met de val van het kabinet is de WWNV ingetrokken. Verwacht wordt dat ook een nieuw kabinet met een vergelijkbaar initiatief zal komen. Voor de uitgangspunten van de WWNV (werken naar vermogen, eenduidige regelgeving en lonend maken van werk) is breed draagvlak. De controverse lag vooral in de financiële paragraaf van de wet. In Ede en ook in de regio is besloten onverminderd door te gaan met de verdere uitwerking van de ingeslagen weg. Belangrijke aandachtspunten daarbij zijn een vraaggerichte werkgeversdienstverlening, focus op toeleiding naar werk en de komst van mogelijk nieuwe doelgroepen.
-
1.3 Eerder gemaakte beleidskeuzes Met de kadernota ‘Wet werken naar vermogen’ en de memo ‘noodzaak re-integratie activiteiten’ is al eerder een aantal beleidsuitgangspunten door de raad vastgesteld die leidend zijn voor de inzet van het participatiebudget in 2012 en 2013. Samengevat bestaan deze uit: Een vraaggerichte (regionale) benadering van de klant én werkgever Primaire focus op de toeleiding naar (de kortste weg naar) werk Exclusief bestemmen van het participatiebudget voor de klanten met perspectief op werk Het zo ‘nuttig’ mogelijk doen zijn van klanten zonder perspectief op werk (toeleiding naar activering en/of uitvoeren van tegenprestatie voor de uitkering).
3
Uitgangspunten voor de dienstverlening aan de klant zijn: - De eigen kracht en verantwoordelijkheid van de klant is het vertrekpunt voor de verdere dienstverlening. Klanten worden gestimuleerd om de eigen kracht te mobiliseren. - De dienstverlening aan klanten is gericht op de kortste weg naar zo regulier mogelijk werk. De gemeente helpt indien nodig bij het zoeken naar een geschikte werkplek of organiseert dit. Klanten dienen waar mogelijk (een deel van) de uitkering terug te verdienen door te werken naar vermogen of het leveren van een tegenprestatie. - Waar nodig wordt de klant ingezet op een werk/leertraject, met individuele leerdoelen gericht op het inzichtelijk maken/ ontwikkelen van werknemersvaardigheden en het opdoen van concrete werkervaring. Doel van deze inzet is het (verder) ‘bemiddelbaar’ maken van de klant. - Er wordt gewerkt vanuit een integrale benadering van de klant, in nauwe afstemming en samenwerking met andere voorzieningen/ samenwerkingspartners in het veld van WMO/AWBZ zoals schuldhulpverlening, verslavingszorg, woonvoorzieningen, GGZ. De forse bezuinigingsopdracht en de keuze om dubbelingen in activiteiten te voorkomen (in te zetten op eigen klantregie), leidde in 2012 tot de afbouw van stichting Voorwerk. Sinds juli 2012 is de dienstverlening van Voorwerk overgenomen door Werk & Inkomen. Dit betekent dat de re-integratieconsulenten niet meer doorverwijzen naar Voorwerk, maar na het stellen van een diagnose ook zelf de toeleiding en begeleiding van werk/leertrajecten doen. Het besluit om het participatiebudget exclusief in te zetten voor klanten met perspectief op werk betekent niet dat klanten zonder perspectief op werk aan hun lot worden overgelaten. Vanuit een integrale benadering zoeken we samen met andere maatschappelijke partners en de klant naar wat nodig is om de klant zo maximaal mogelijk te laten participeren.
4
2. Focus binnen de inzet van het participatiebudget Voor een effectieve inzet van het participatiebudget binnen bovenstaande kaders is vernieuwing en een heldere focus nodig. Kosteneffectiviteit en een professionele houding richting de klant zijn daarbij van belang. Daarnaast zet Werk & Inkomen meer dan eerst in op een vraaggerichte werkgeversbenadering. Om tot voldoende arbeidsplekken en een goede matching te komen, dient de arbeidsmarkt en de werkgever centraal te staan en ‘van buiten naar binnen’ gewerkt te worden. 2.1 Effectieve interventies Meer dan eerst wordt gelet op de kosteneffectiviteit van de ingezette middelen. Bijvoorbeeld ook bij de inkoop van trajecten of door het bepalen van wat echt werkt voor welke doelgroep op welk moment.
-
Bij de inkoop van trajecten is relevant: Effectiviteit van het instrument voor de doelgroep Behoefte aan het instrument (voor de doelgroep en vanuit de arbeidsmarkt) Financiering van trajecten (leer/werkplekken) in plaats van construct (project) Zo realistisch mogelijke werkomgeving Werkgeversnetwerk/ uitstroom mogelijkheden (stages, behoefte arbeidsmarkt) Focus op eigen kracht burger en uitstroom naar zo regulier mogelijk werk Betrouwbare samenwerkingspartner, kwaliteit geboden begeleiding Optimaliseren maatschappelijke winst (breder bezien dan enkel Werk & Inkomen) 2.2 (Arbeids)Marktgericht werken De denkrichting vanuit de WWNV heeft de primaire focus op de toeleiding naar (zo regulier mogelijk) werk. Dit vraagt om nieuwe vitale coalities met het bedrijfsleven en het ‘van buiten naar binnen denken’. Om voldoende arbeidsplekken te kunnen realiseren voor het werken naar vermogen zullen we vernieuwend en proactief moeten zijn. Een regionale, vraaggerichte en flexibele werkgeversbenadering is nodig om tot creatieve samenwerking en oplossingen te komen. Wat leeft er onder werkgevers? Hoe kan de gemeente samen met werkgevers vorm geven aan de maatschappelijke opdracht voor het organiseren van participatie en ‘werken naar vermogen’? Op dit moment worden op lokaal, regionaal en Food Valley niveau initiatieven genomen op dit thema die elkaar kunnen aanvullen en versterken. Voor Werk & Inkomen betekent dit een omslag in denk- en werkwijze. Naast een focus op bemiddelen van klanten richting werkgever, zal nadrukkelijker van buiten naar binnen gewerkt gaan worden. De vraag van de werkgever is leidend in de zoektocht naar maatschappelijk ondernemerschap. Om dit voortvarend op te kunnen pakken is er vanuit de reintegratieconsulenten sprake van een intensivering van het accountmanagement en versterkte aandacht voor het ‘ophalen’ van de behoeften van werkgevers. Daarnaast vertaalt marktgericht werken zich ook in de wijze van inkoop van trajecten en de eigen inzet van de gemeente als werkgever. Zo werken we aan een intensivering van ‘social return on investment’ en is de inkoop van trajecten verzakelijkt. We kopen enkel nog werk/leerplekken in, en financieren geen constructen. Gemeente Ede wil zelf ‘maatschappelijk verantwoord ondernemend’ zijn.
5
2.3 Verdere professionalisering Zoals gezegd vragen de ontwikkelingen binnen het sociaal domein een andere inzet van middelen en consulenten binnen Werk & Inkomen. Zowel werkprocessen als de focus van de dienstverlening veranderen en worden intensiever (meer taken belegd bij de consulenten zelf, intensivering dienstverlening aan werkgevers). De ondersteuning van consulenten in dit veranderingsproces is van groot belang. Dat wat er in de spreekkamer tussen consulent en klant gebeurt, is immers cruciaal voor de effectiviteit van onze dienstverlening. Ook bijvoorbeeld de facilitering van het werkproces door een goed diagnose instrument. Samen met alle betrokkenen geven we deze verandering in 2013 verder vorm. Dit vereist inzet, investering en vernieuwingskracht.
-
Er is sprake van een verschuiving naar: focus op werken naar vermogen (wat kan de klant wél) toeleiding naar werk (in plaats van bieden van zorg of ondersteuning) van buiten naar binnen denken (arbeidsmarktgericht) vraaggerichte werkgeversbenadering nieuwe rol consulent als trajectbegeleider/ regievoering (n.a.v. overdracht taken Voorwerk)
6
3. Beschikbare dienstverlening aan de klant In dit hoofdstuk geven wij een beeld van de dienstverlening aan de klant binnen de hierboven beschreven kaders. 3.1 Dienstverlening Werk en Inkomen bedient ruim 1600 klanten. Daarvan hebben er ongeveer 1550 een WWBuitkering (1350 HUG, Hoofduitkeringsgerechtigden, en 200 partners). De groep niet-Wwb’ers bestaat uit nuggers, inburgeraars of degenen die van de BBZ-regeling gebruik maken (zelfstandigen). Jaarlijks stromen gemiddeld 600 nieuwe klanten in en 600 uit de uitkering.
-
Globaal gezegd bestaat de dienstverlening aan de klant uit: Aanmelding en screening aan de poort Intake om in kaart te brengen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn van de klant Indeling in vier groepen met bijbehorende dienstverlening op maat: a) Direct bemiddelbaar: indien nodig bieden we ondersteuning gericht op sollicitatievaardigheden, het vinden van vacatures etc. en/of concrete bemiddeling en ontzorgen/nazorg aan werkgevers. b) Klanten met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt, waarbij inzet nodig is om (beter) bemiddelbaar te worden (ontwikkelen van werknemersvaardigheden, opdoen van arbeidsritme etc.), eventueel gecombineerd met (toeleiding naar) ondersteuning bij het oplossen van persoonlijke problematiek. c) Klanten zonder perspectief op werk met zorgbehoefte. Voor deze klanten wordt actief samengewerkt met onder meer de WMO/AMBZ/schuldhulpverlening. Vanuit deze samenwerkingspartners kan de klant ondersteuning krijgen bij het oplossen of hanteerbaar maken van persoonlijke problematiek en het vinden van een passende vorm van participatie. d) Klanten met een legitieme aanspraak op bijstand, zonder perspectief op werk en zonder zorgbehoefte. Voor deze groep beperkt de dienstverlening zich tot het rechtmatig verstrekken van de uitkering. Waar aan de orde kan een tegenprestatie voor de uitkering worden gevraagd. Uitgangspunt voor alle groepen is: Wie kan werken, werkt ook. Als dat niet lukt bij een reguliere werkgever kan na of tijdens een re-integratietraject een tegenprestatie voor de uitkering worden gevraagd. Denk daarbij aan maatschappelijk nuttige activiteiten of laaggeschoold beschikbaar werk. In bijlage 1 is de dienstverlening in een stroomschema weergegeven.
7
3.2 Inzet naar doelgroep De inzet van het participatiebudget richt zich primair op de toeleiding naar werk. Vooral betekent dit het (beter) bemiddelbaar maken van klanten (doelgroep b) en een optimale aansluiting organiseren met de arbeidsmarkt. Vertaald naar de participatieladder houdt dit met name inzet op trede 3, 4 en 5 in. Ook trede 6 (direct bemiddelbaar naar werk) krijgt ondersteuning, voor zover dit voor een vlotte uitstroom naar de arbeidsmarkt noodzakelijk is. Een nieuwe, actieve werkgeversbenadering houdt verder in: - het creëren van banen voor de onderkant van de arbeidsmarkt - het vraaggericht benaderen van werkgevers, ophalen van behoeften en ontwikkelingen in de markt. Soms constateren we na veelvuldige inzet in trajecten en begeleiding dat toeleiding naar een reguliere werkomgeving niet haalbaar is. Voor deze doelgroep (c en d: klanten zonder groeipotentie in trede 1 en 2 op de participatieladder, soms ook trede 3 en 4) is integrale dienstverlening aan de orde en/of overdracht naar samenwerkingspartners in het veld van WMO/AMBZ. Vanuit de decentralisaties Sociaal Domein worden nieuwe arrangementen ontwikkeld voor de afstemming tussen Werk & Inkomen en de WMO. Komend najaar gaat dit project van start met als opdracht tot samenhangend en effectief beleid te komen gericht op het snijvlak van WWB/Wmo. Voor 2012/2013 is gekozen om waar nodig ook vanuit het participatiebudget een bijdrage te leveren aan een voortvarende uitwerking hiervan. Daarbij kan ook gekeken worden naar vernieuwende financierings- en samenwerkingsvormen met marktpartijen.
-
Jongeren vormen binnen het werkveld van Werk & Inkomen een specifieke groep. Gemeente Ede wil zo veel mogelijk jongeren toeleiden naar werk of terug leiden naar school. Jongeren mogen in het begin van hun werkzame leven niet aan de kant komen te staan. Vanaf 1 juli geldt bovendien dat jongeren tot 27 jaar geen recht hebben op een WWB-uitkering als het volgen van een opleiding nog tot de mogelijkheden behoort. Wanneer een jongere een bijstandsuitkering aanvraagt, wordt actief en preventief met de jongere meegedacht over zijn/haar mogelijkheden richting school of werk. Daarnaast werkt Werk & Inkomen intensief samen met partners die speciaal op deze groep gericht zijn zoals: RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaters) wijk- en jongerenwerk jongerenkamer van het Veiligheidshuis i.s.m. reclassering en politie de praktijkschool CHE Een andere specifieke groep zijn de nuggers (niet-uitkeringsgerechtigden). De dienstverlening aan nuggers vindt plaats onder strikte voorwaarden. Boven een bepaalde inkomensgrens dient de nugger zelf aan het traject bij te dragen. Het investeren in nuggers loont vooral als sprake is van opleiding tot een beroep waar veel vraag naar is. Of om aanspraak op een uitkering te voorkomen.
8
3.3 Interventies en trajecten Voor de doelgroep met perspectief op werk bestaat de dienstverlening uit diagnose, trajectbegeleiding en ingekochte trajectplaatsen bij externe partijen (stages, proefplaatsingen, leer/werkplekken). De trajectplaatsen worden zowel ingezet als ontwikkelen/in beeld brengen van werknemersvaardigheden van de klant, als ook in het kader van handhaving of actief houden van de klant. Huidige trajecten waar een contractafspraak mee loopt: - Belmont (hotelwerkzaamheden) - Rebike (doorstart als Restore-bike) - Werkcentre (productie en bemiddeling) - Road2Work (sorteren en demonteren van elektronische apparatuur, AEEA) - Openluchttheater (groenonderhoud) - Service voor de wijk (klus & tuin, particuliere dienstverlening) - Permar (groen/magazijn/post.nl) Aandachtspunt bij de inkoop van trajecten zijn de criteria zoals genoemd in paragraaf 2.1 Steeds opnieuw dienen we te bekijken welke trajecten het beste aansluiten op de arbeidsmarkt, waar we de grootste maatschappelijke winst realiseren (in breed perspectief), en hoe er vanuit Werk & Inkomen voldoende instroom in trajecten gerealiseerd kan worden. Voor sommige doelgroepen is het waardevol om specialistische kennis of –aanpak in te kopen. Vaak geldt dit bijvoorbeeld voor ex-gedetineerden, vluchtelingen, (ongemotiveerde) jongeren, klanten met psychiatrische problematiek. Vanuit Werk & Inkomen zijn er samenwerkingsafspraken met: - Mind at Work (psychiatrische problematiek) - Vluchtelingenwerk (vluchtelingen- c.q. taalproblematiek) - Gele Keet (ex-gedetineerden) - Titan (risicojongeren) - De Medewerker (vrijwilligerswerk als opstap naar regulier werk) - Volwasseneneducatie (bij ROC A12, taal-, digitale- en rekenvaardigheden, schuldpreventie) - Loopbaanbemiddeling (specifiek voor jongeren) Voor een optimale aansluiting richting werkgevers en om hen waar nodig ook te ‘ontzorgen’ zetten we als interventies o.a. in: • Tegemoetkoming in de opleidingskosten • Extra taalonderwijs • Proefplaatsingen • Stages, jobcoaching • No-risk polissen
9
4. Conclusie en samenvatting Binnen het veld Werk & Inkomen is veel in beweging. Genoodzaakt door forse bezuinigingen maar ook door gemaakte beleidskeuzes, is er sprake van een verschuiving in denk- en werkwijze. De recentelijk ingezette lijn kenmerkt zich door een primaire focus op de toeleiding naar (zo regulier mogelijk) werk en het versterken van het werkend vermogen van de klant. Het accent ligt daarbij op het (beter) bemiddelbaar maken van de klant binnen werkleertrajecten en het zoeken van een optimale aansluiting bij de arbeidsmarkt. Deze ontwikkeling betekent een verschuiving in de inzet van consulenten: - Directe klantregie en begeleiding van trajecten in eigen hand - Versterking van accountmanagement en een vraaggerichte werkgeversbenadering De keuze om de inzet van het participatiebudget exclusief te bestemmen voor toeleiding naar werk, betekent niet dat er geen ondersteuning meer is voor bijstandsgerechtigden zonder perspectief op werk. Dit wordt echter niet meer vanuit het participatiebudget vorm gegeven, maar in nauwe afstemming en samenwerking met andere maatschappelijke partners zoals zorginstellingen, WMO en wijkwerk.
10
BIJLAGE 1 Dienstverlening aan klant in stroomschema
Zorg moeilijke doelgroepen WGSL Bemiddeling Arrangementen met werkgevers WMO samenwerking voor klanten die gebruik maken van AWBZ/WMO producten
INTAKE
Toeleiding
Werk & Inkomen
Inzicht krijgen/vergroten bemiddelbaarheid
Branchegerichte Werk/leertrajecten
Projecten + return on investment
Sollicitatietrainingen Bemiddeling
Samenwerking met schuldhulpverlening
Terug naar school
11
BIJLAGE 2 Verdeling en kenmerken Klantgroep WWB Zomer 2012 telt het klantenbestand van Werk en Inkomen in totaal 1350 Hoofd UitkeringsGerechtigden (HUG). Het aantal klanten waaraan we potentieel dienstverlening bieden is echter groter. Er is ook sprake van 200 partners binnen de HUG. Ook bestaat er een groep klanten met een participatiedossier maar zonder WWB-uitkering. Denk daarbij aan trajecten voor nuggers (nietuitkeringsgerechtigden), inburgeraars, mensen in een vangnetbaan of burgers die van de BBZregeling gebruik maken. Deze groep is ongeveer 130 klanten groot. Al deze klantgroepen staan ingedeeld op de participatieladder, zie onderstaand schema. In 2011 kregen overigens ongeveer 600 nieuwe klanten een uitkering, en stroomden er ongeveer 600 klanten uit de WWB-uitkering. Trede participatieladder Trede 6: Betaald werk Direct bemiddelbare klanten Trede 5: Betaald werk met ondersteuning Klanten bemiddelbaar door ondersteuning gemeente Trede 4: Onbetaald werk Klanten die werken aan terugkeer naar werkzaam bestaan Trede 3: Georganiseerde activiteiten Klanten die werken aan terugkeer naar werkzaam bestaan (met grote afstand tot de arbeidsmarkt) Trede 2: Sociale contacten buitenshuis Klanten met sociaal leven (in principe) zonder mogelijkheden op werk Trede 1: Geïsoleerd Klanten zonder sociaal verkeer met een bijzonder kleine kans op werk Totaal klantenbestand
Aantallen per trede 40 (2,4 % van totaal) 150
(9,3 % van totaal)
237 (14,6 % van totaal) 386 (23,8 % van totaal)
480 (29,7 % van totaal) 328 (20,2 % van totaal) 1621
De consulent deelt elke nieuwe klant in op de participatieladder. Daarbij wordt de huidige participatiegraad van de klant beoordeeld. Minimaal een keer per jaar vindt zo nodig bijstelling plaats. Het streven is de klant naar hogere treden te laten doorgroeien en (deels) uit de uitkering te laten stromen.
12
BIJLAGE 3 Globaal overzicht dienstverlening per trede op de participatieladder Doelgroep Trede 6 Betaald werk
Doel Z.s.m. bemiddeling naar regulier werk
Dienstverlening • klant zoekt zelf werk. Ook tijdelijk of parttime • klant zo nodig ondersteunen bij het zelf zoeken naar werk: - gebruikmaken van aanwezig netwerk - workshops sollicitatie/motivatie training - oefenen sollicitatiegesprek • samenwerking met uitzendbureaus, UWV en andere partijen om aantal beschikbare werkplekken te vergroten • proactief ophalen behoefte werkgever • ontzorgen van werkgevers door afsluiten van arrangementen (noriskpolis, proefplaatsingen, stages, leer/werkplaatsen) • bieden van nazorg bij plaatsing op (reguliere) werkplek
Realiseren van uitstroom naar reguliere baan of via loondispensatie
• • •
Direct bemiddelbare klanten
Trede 5 Betaald werk met ondersteuning Klanten bemiddelbaar door ondersteuning gemeente
• •
• • Trede 4 Onbetaald werk Klanten die werken aan terugkeer naar werkzaam bestaan
Verkleinen afstand tot arbeidsmarkt door inzet re-integratietrajecten of -instrumenten op maat
• •
• • •
Trede 3 Georganiseerde activiteiten
Zo mogelijk verkleinen afstand tot de arbeidsmarkt
• •
Maatschappelijk actief Klanten die werken aan terugkeer naar werkzaam bestaan (met grote afstand tot de arbeidsmarkt)
Voorkomen overlast • • • •
Trede 2 Sociale contacten buitenshuis
Maatschappelijk actief
• •
Voorkomen overlast •
Klanten met sociaal leven zonder kans op werk Trede 1 Geïsoleerd Klanten zonder sociaal verkeer zonder kans op werk
•
Maatschappelijk actief
•
Voorkomen overlast
•
klant accepteert elke vorm van arbeid. Ook tijdelijk of parttime klant intensief ondersteunen bij het vinden van een baan samenwerking met uitzendbureaus, UWV en andere partijen om aantal beschikbare werkplekken te vergroten proactief ophalen behoefte werkgever ontzorgen van werkgevers door afsluiten van arrangementen (noriskpolis, proefplaatsingen, stages, leer/werkplaatsen, BOL/BBL), maar ook inzet van jobcoaching, tegemoetkoming in noodzakelijke opleidingskosten e.d. bieden van nazorg bij plaatsing op (reguliere) werkplek zo nodig re-integratietraject op maat (behoud of krijgen werk) klant werkt mee aan bemiddelbaar worden ontwikkelen werknemersvaardigheden door inzet: - werk/leertrajecten bij reguliere werkgevers of op projecten met hetzelfde doel (stage, proefplaatsing, werken met behoud van uitkering) - cursussen zoals assertiviteit, budgetbewaking, taal begeleiding door re-integratieconsulent gericht op doorstroom naar regulier werk (van intake tot uitstroom) zo nodig klanten terugleiden naar school bewaken of privé- of werksituatie ondersteuning nodig heeft (schuldhulpverlening, budgetbeheer, hulpverlening, etc.)
klant werkt mee bemiddelbaar te worden bij perspectief op werk ontwikkelen werknemersvaardigheden door inzet: - werk/leertrajecten bij reguliere werkgevers of op projecten met hetzelfde doel (stage, proefplaatsing, werken met behoud van uitkering) - cursussen zoals assertiviteit, budgetbewaking, taal begeleiding door re-integratieconsulent gericht op doorstroom naar regulier werk (van intake tot uitstroom) zo nodig klanten terugleiden naar school bewaken of privé- of werksituatie ondersteuning nodig heeft (schuldhulpverlening, budgetbeheer, hulpverlening, etc.) samenwerking met Wmo voor maatschappelijke activering of (arbeidsmatige) dagbesteding
begeleiding dak- en thuisloze klanten, evenals (ex)gedetineerden samenwerking met Veiligheidshuis en maatschappelijke instanties m.b.t. deze doelgroepen samenwerking met Wmo voor maatschappelijke activering of (arbeidsmatige) dagbesteding bewaken of privésituatie ondersteuning nodig heeft (schuldhulpverlening, budgetbeheer, hulpverlening, etc.) samenwerking met Wmo voor maatschappelijke activering of (arbeidsmatige) dagbesteding bewaken of privésituatie ondersteuning nodig heeft (schuldhulpverlening, budgetbeheer, hulpverlening, etc.)
13