AANBIEDINGSBRIEF (070/2013)
Aan de gemeenteraad,
Hierbij treft u de Programmabegroting 2014 aan. Indeling van de programmabegroting De Programmabegroting 2014 kent een nagenoeg zelfde indeling als de Programmabegroting 2013. In de bijlagen is de stand van zaken met betrekking tot de indicatoren, de heroverwegingen I en de actiepunten uit het collegeprogramma opgenomen. Procedure voor vaststelling van de Programmabegroting 2014 Schriftelijke vragen van technische aard kunnen worden ingediend bij de griffier. Behandeling van de ontwerpbegroting 2014 vindt in alle drie de raadscommissies plaats. Wij gaan er vanuit dat de inleiding en samenvatting onderwerp van gesprek zijn in alle drie de commissies, evenals de bijlagen met betrekking tot het collegeprogramma en de heroverwegingen I. Wij stellen verder de volgende verdeling voor. Op 28 oktober 2013 is de commissie ABZ met als aandachtsgebied het programma Bestuur en Regio en de verplichte paragrafen, waaronder de financiële begroting, 30 oktober de commissie Ruimte met als aandachtsgebied het programma Ruimte en 31 oktober de commissie Samenleving met als aandachtsgebied het programma Samenleving. Op 7 november 2013 wordt de begroting behandeld in de gemeenteraad. Wij bieden u bij deze de Programmabegroting 2014 aan. Gelet op het bepaalde in artikel 191, tweede lid Gemeentewet verzoeken wij deze programmabegroting voor 15 november 2013 vast te stellen. Een ontwerpbesluit (068/2013) bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Dit vaststellingsbesluit vindt u op pagina 87 van de programmabegroting.
Burgemeester en wethouders van Papendrecht, de secretaris, de burgemeester,
R.G. Beek
Programmabegroting 2014
C.J.M. de Bruin
Programmabegroting 2014
2
Inhoudsopgave 0. SAMENVATTING .............................................................................................................................. 5
1. INLEIDING ........................................................................................................................................ 7
2. DE PROGRAMMA’S ....................................................................................................................... 11 1 Samenleving ................................................................................................................................. 11 2 Ruimte ........................................................................................................................................... 22 3 Bestuur en regio ............................................................................................................................ 38 4 Algemene dekkingsmiddelen ........................................................................................................ 46
3. VERPLICHTE PARAGRAFEN ........................................................................................................ 47 3.1
Weerstandsvermogen en taakstellingen .............................................................................. 47
3.2
Onderhoud kapitaalgoederen 2013 ...................................................................................... 51
3.3
Financiering ......................................................................................................................... 57
3.4
Woonlasten ........................................................................................................................... 63
3.5
Grondbeleid .......................................................................................................................... 68
3.6
Bedrijfsvoering ..................................................................................................................... 71
3.7
Verbonden partijen ............................................................................................................... 74
4. DE FINANCIËLE BEGROTING ....................................................................................................... 79 4.1 Toelichting op de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de lopende begroting ................... 79 4.2 Resultaatbepaling en resultaatbestemming................................................................................. 82 4.3 Financiële positie ......................................................................................................................... 84
5. ONTWERP-RAADSBESLUIT ......................................................................................................... 87
Bijlage A.
Verloop reserves
88
Bijlage B.
Stand van zaken uitvoering heroverwegingen I
89
Bijlage C.
Stand van zaken actiepunten collegeprogramma
93
Bijlage D.
Indicatoren Programmabegroting 2014
98
Programmabegroting 2014
3
Programmabegroting 2014
4
0. SAMENVATTING “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” kiezen en werk(en) in crisistijd De laatste begroting in de huidige collegeperiode is gemaakt in een tijd van grote financiële druk en nadruk op rijksbezuinigingen. De effecten van de rijksbezuinigingen ijlen na, zodat wij voor het jaar 2014 een relatief groot positief bedrag begroten, namelijk € 929.000. We rekenen ons niet te rijk, want het positieve bedrag is bijna geheel nodig om het verwachte tekort in 2015 af te dekken. De uitkomst daarvan is dat we over twee jaren geredeneerd een sluitende begroting hebben. Dat biedt perspectief om voor de onvermijdelijke heroverwegingen waarin keuzes gemaakt moeten worden voor het jaar 2016 en volgende jaren meer tijd te nemen. Daarvoor is en wordt ambtelijk voorwerk verricht. De actiepunten van het collegeprogramma zijn bijna geheel uitgevoerd. Een overzicht daarvan is als bijlage opgenomen. Veel positieve aandacht is uitgegaan naar de drie speerpunten van beleid: economie, onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid. De verwevenheid tussen deze speerpunten is groot. In relatief korte tijd is een veelheid aan actiepunten uitgewerkt en is de uitvoering opgepakt. Het jaar 2014 is een jaar waarin een aantal van belang zijnde voorzieningen voor onze gemeente worden afgerond. We denken dan bijvoorbeeld aan het sportcentrum (inclusief zwembad) en de kinderboerderij. Ook zal op vele terreinen sprake zijn van uitvoering van visies en beleid. Ten aanzien van de uitvoering van het Masterplan Centrum 2000+ zijn met name drie resterende grote ruimtelijke ontwikkelingen van belang. Het gaat om Den Briel, locatie Veerpromenade en de herinrichting van het marktplein. Ontwikkelingen die veel energie kosten om ze te realiseren. Op het gebied van maatschappelijke ontwikkeling zijn de drie grote decentralisaties van betekenis. Deze zullen tot ingrijpende veranderingen in de gemeentelijke financiële huishouding leiden. Dit wordt mede veroorzaakt door de bij de decentralisaties behorende efficiencykorting. De rol van de overheid verandert in die zin dat steeds meer verantwoordelijkheden worden teruggelegd in de maatschappij. Dat betekent wel dat we verbinden en de regie nemen, maar de uitvoering steeds vaker uitbesteden of overlaten aan burgers, bedrijven of instellingen. Ten aanzien van de financiële situatie is sprake van onzekerheden. Onzekerheid ten aanzien van de rijksbezuinigingen. Maar ook ten aanzien van de herijking van het gemeentefonds. De economische situatie lijkt te verbeteren, maar grote economische groei is op korte termijn niet te verwachten. Dat impliceert dat soberheid en minder uitbundige financiële middelen voor meerdere jaren realiteit zullen zijn. Ondanks dat is de financiële situatie van onze gemeente gezond te noemen, voor nu en ook de langere termijn.
Programmabegroting 2014
5
Programmabegroting 2014
6
1. INLEIDING “Een nieuw perspectief met Papendrecht centraal” kiezen en werk(en) in crisistijd Vanaf de start was duidelijk dat onze gemeente tijdens deze collegeperiode geconfronteerd zou worden met financieel mindere tijden. Dat heeft geresulteerd in het aan de ene kant volbrengen van de opdrachten uit het collegeprogramma op een realistische en sobere wijze en het aan de andere kant zorgvuldig kiezen van speerpunten die bijzondere aandacht hebben gekregen. Het rijksbeleid, zoals zich dat voor ons heeft ontvouwd, op 17 september 2013, belooft op korte termijn niet een dusdanig economisch herstel dat de komende vier jaren gerekend kan worden op ruimere financiële middelen. Vanaf 2015 krijgt onze gemeente verder te maken met dalende inkomsten vanuit het gemeentefonds. De financiële basis is solide genoeg om daar op een verantwoorde wijze op te reageren. Dat neemt niet weg dat inmiddels duidelijk is, zoals ook al in vorige begrotingen aangegeven, dat gemakkelijke keuzes en maatregelen om de begroting sluitend te krijgen niet meer te vinden zijn. Te maken keuzes en te nemen maatregelen zullen ingrijpender en pijnlijker zijn dan veel van de maatregelen die tot nu toe zijn genomen. Papendrecht streeft naar een (bovengemiddeld) comfortabel woon-, leef- en werkklimaat, waarin samenhang, binding, geborgenheid en voorzieningen dichtbij van belang zijn. Dat was en blijft de allesomvattende opdracht vanuit het collegeprogramma. Verder is Papendrecht een zelfstandige gemeente die verbindt in ruimtelijke en in menselijke zin, waarbij inwoners en gemeente samen verantwoordelijkheid dragen. Daarbij is verder van belang dat we een blijvend financieel gezonde gemeente zijn. Aan deze zaken hebben we succesvol gewerkt. Ondanks de minder uitbundige financiële situatie hebben wij speerpunten benoemd waar specifieke aandacht aan wordt besteed. Het gaat dan om economie, onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid. In deze begroting is de septembercirculaire nog niet verwerkt. De in eerdere begrotingen gememoreerde financiële koers die gekenmerkt wordt door realisme en gepaste soberheid blijven wij volgen. Dat betekent dat we aan de uitgavenkant zo sober mogelijk vorm en inhoud geven aan de opdrachten die het collegeprogramma ons stelt. Daarbij zoeken we ook naar vormen van kostenreductie die niet direct de productie raken. De mogelijkheden om nog gemakkelijk geld te kunnen besparen zijn gering. Dat geldt zowel voor bedrijfsvoerings- en efficiencykosten als voor personele kosten. Keuzes op dit vlak leiden naar verwachting vaker tot vermindering van productie en dienstverlening. De ontwikkeling in de regio krijgt verder aandacht. Gekeken wordt naar vormen van bestuurlijke en ambtelijke samenwerking die niet de eigenheid van onze organisatie beperken. Wij zien daartoe voldoende mogelijkheden. De tijd is rijp om daar waar samenwerking kansen biedt in effectiviteit en efficiency deze te bevorderen en te versnellen. Steeds meer medewerkers zijn regionaal actief bij de uitwerking van inhoudelijke vraagstukken. Dat betekent dat we ook organisatorische maatregelen bij ons in huis moeten nemen om het zijn van een zelfstandige organisatie die participeert in een netwerkorganisatie enerzijds verder te faciliteren en anderzijds verder af te bakenen. Met de Programmabegroting 2014 bouwen we verder op de Programmabegroting 2013. De prestatie-indicatoren zijn zoveel mogelijk op basis van de beschikbare informatie geactualiseerd. De uitkomsten zijn in een tijd van economische tegenspoed in het algemeen bevredigend te noemen. In het collegeprogramma zijn veel actiepunten verwoord. De Programmabegroting 2014 is het laatste moment waarop ten aanzien van deze actiepunten zowel actie kan worden aangekondigd, dan wel de conclusie kan worden getrokken dat voldaan is aan de voornemens in het collegeprogramma. We richten ons daarbij op de analyse van het collegeprogramma vertaald naar actiepunten. Los van de actiepunten zijn ook nog veel nieuwe en niet in het collegeprogramma genoemde voorstellen uitgevoerd. Beleids-, visievorming en uitvoering Hoewel vanaf de start van de collegeperiode veel is gedaan en opgepakt, is op onderdelen sprake van startnotities en nota’s van uitgangspunten, waarbij een koers wordt uitgezet die na de collegeperiode uitwerking zal krijgen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de visie op het groen-blauw netwerk, waar gezocht zal worden naar uit te werken onderdelen en voor een startnotitie binnenstedelijke
Programmabegroting 2014
7
herontwikkeling. In veel gevallen zijn visies vastgesteld en zijn vooral de uitvoeringsprogramma’s en de wijzigingen daarvan van betekenis. De in gang gezette verbreding van Stichting Welzijn Ouderen Papendrecht (SWOP) naar een brede welzijnsinstelling wordt verder doorgezet. Dat betekent dat met de BWI striktere subsidieafspraken worden gemaakt over wat we van hen verwachten. De regierol van de gemeente loopt via de subsidierelatie. Eén van de relevante invalshoeken daarbij is dat onderzocht wordt wat het welzijnswerk betekent voor het voorkomen van (dure) instroom in de zorg. Bij de bespreking van de programma’s wordt nader ingegaan op wat we in 2014 gaan doen op het vlak van onze speerpunten economie, onderwijs en arbeidsmarkt en duurzaamheid. Bijzondere aandacht gaat uit naar een te organiseren showcase, of event, waarbij we de composieten technologie die in de maritieme en luchtvaart sector wordt gebruikt benadrukken. We hebben belangrijke partners gevonden die geïnteresseerd zijn en willen participeren waardoor de uitstraling / exposure van het event naar onze mening groot zal zijn. In juli 2013 is het integraal huisvestingsplan (IHP) vastgesteld door de gemeenteraad. In 2014 ligt de aandacht op de regie op de bouw- en planningsactiviteiten van de schoolbesturen om zo de uitvoering van het IHP te bewaken. Belangrijke prioriteiten in 2014 op het gebied van jeugd zijn de (verdere) voorbereiding en implementatie van de transitie jeugdzorg en de doorontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin. Het oorspronkelijke Masterplan Centrum 2000+ is voor een groot gedeelte gerealiseerd. De prioriteit ligt nu bij de realisatie van de drie resterende grote ruimtelijke ontwikkelingen, te weten Den Briel, locatie Veerpromenade en de herinrichting van de Markt. In de huidige economische tijd vergt het realiseren van deze ontwikkelingen veel meer energie dan was voorzien. Op 8 december 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Integraal Ontwikkelingsplan Slobbengors en de Samenwerkingsovereenkomst Fokker - Papendrecht. Deze documenten vormen samen de leidraad voor de gemeente voor de verdere ontwikkeling van Slobbengors. Het Integraal Voorlopig Ontwerp zal in januari 2014 aan de gemeenteraad worden aangeboden en na behandeling dienen als basis voor de aanbesteding van de nieuwbouw van het kantoor. In het kader van de heroverwegingen, maar ook vanuit de bezinning welke taken bij een lokale overheid horen, is de vraag aan de orde of de exploitatie van een aantal voorzieningen een kerntaak van de gemeente is. In 2014 wordt besluitvorming voorbereid ten aanzien van de diverse voor de kunstuitleen onderzochte alternatieve uitvoeringsvormen. De oplevering van de nieuwe, multifunctionele sportvoorziening sportcentrum Papendrecht, ter vervanging van zwembad de Hooght en de sporthallen De Donck en De Laaght, vindt gefaseerd in 2014 en 2015 plaats. In 2014 worden ook verdere stappen gezet in de trajecten maatschappelijke huisvesting I en II. Traject I voorziet in algemene maatschappelijke huisvesting. Traject II voorziet in een nieuwe multifunctionele (jeugd)accommodatie. In 2014 worden nadere voorstellen aan de gemeenteraad voorgelegd. In 2014 en volgende jaren wordt het Programmaplan dienstverlening Papendrecht uitgevoerd. De kern van het programma is dat we de gemeentelijke dienstverlening richten op de wensen en eisen van onze burgers, bedrijven en instellingen. Zo innoveren we door in te zetten op digitale ontwikkelingen als selfservice-concepten, denken we actief mee met burgers, bedrijven en instellingen die een vraag of verzoek hebben en zorgen voor benodigd maatwerk. De in de vorige programmabegroting aangegeven reductie van personeelskosten is volledig doorgevoerd via maatregelen in de formatiebudgettering. Het traject van heroverwegingen I is bijna geheel doorlopen. Slechts een gering aantal heroverwegingen zijn lastig te realiseren of nog in onderzoek. Financieel perspectief nu en op middellange termijn In de Perspectiefnota 2014 is reeds aangegeven dat een aanhoudend somber economisch beeld leidt tot omvangrijke bezuinigingen op de rijksbegroting. Dat impliceert dat de komende jaren sprake is van effecten voor het gemeentefonds. Daarnaast zijn de decentralisatiemaatregelen voor ons realiteit (inclusief de efficiencykortingen). Dat betekent concreet dat het financiële meerjarenbeeld onder druk komt te staan en het streven naar het verkrijgen van een sluitende meerjarenraming meer inspanningen vergt dan in eerdere jaren. Om twee redenen is onze financiële focus vooral gericht op het begrotingsjaar 2014. De eerste reden is dat terughoudendheid in het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen gepast is in de aanloop naar het jaar waarin verkiezingen plaatsvinden. De tweede reden is de grotere financiële onzekerheid voor de langere termijn. Duidelijk is dat we te maken krijgen met de effecten van de aanhoudende economische recessie of geringe economische
Programmabegroting 2014
8
groei, dat de decentralisatie operaties financiële effecten zullen hebben en dat we te maken krijgen met de tot 2015 uitgestelde herverdeling van het gemeentefonds. Veel zekerheid over onzekerheid derhalve. Dit vraagt om keuzes. Te denken valt aan het voorzieningenniveau, aan onderhoudsniveaus, aan ambtelijke inzet, aan terugleggen van taken (en dus deels het niet meer uitvoeren van taken) en aan verdergaande vormen van samenwerking. Maar ook inkomstenverhogende maatregelen zijn denkbaar. Deze keuzes kunnen grote gevolgen hebben voor het beslag op de financiële middelen (en dan vooral de neerwaartse bijstelling daarvan). Dit zijn keuzes die we op dit moment niet kunnen maken zonder de koers van de komende jaren te beïnvloeden. Derhalve worden deze keuzes niet gemaakt. Het is aan het nieuwe college en de gemeenteraad om op basis van de dan actuele financiële situatie tot standpuntbepaling te komen. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de inmiddels beschikbare en nog onderhanden zijnde ambtelijk geïnventariseerde mogelijkheden. De cijfers voor het begrotingsjaar 2014 laten vooralsnog een overschot zien. De nuance daarbij is dat nog niet in de volle omvang rekening is gehouden met de consequenties van extra rijksbezuinigingen (het pakket van zes miljard euro). De septembercirculaire is niet volledig verwerkt in de begrotingscijfers voor 2014, wel is een aanname van de gevolgen van de septembercirculaire verwerkt, voordat deze feitelijk bekend werd. Dit geldt ook voor de meerjarenramingen. Deze zijn met betrekking tot de algemene uitkering uit het gemeentefonds per definitie omgeven met relatief veel onzekerheden. Tevens zullen de decentralisaties tot ingrijpende veranderingen in de gemeentelijke financiële huishouding leiden. Pas in de loop van het eerste kwartaal van 2014 zal meer informatie beschikbaar zijn over de financiële impact van genoemde maatregelen. Het verloop van het begrotingssaldo is als volgt: Begrotingsresultaat (-/- = nadelig)
2015
2016
340.000
-520.000
-651.000
5.000
5.000
-237.000
-957.000
-953.000
-964.000
-959.000
Stand perspectiefnota 2014 (na bestemming)
103.000
-1.477.000
-1.604.000
-959.000
-954.000
Mutaties programmabegroting 2014
826.000
675.000
970.000
69.000
-68.000
Uitkomsten begroting 2014-2018
929.000
-802.000
-634.000
-890.000
-1.022.000
Uitkomsten meerjarenraming 2013-2017
2014
2017
2018
Perspectiefnota 2014 Autonome mee- en tegenvallers
Wat betreft de begrotingsresultaten wordt opgemerkt dat rekening houdend met het verwachte positieve resultaat 2013, samen met de verwachte uitkomsten van 2014 en 2015, de incidentele tekortraming voor 2015 kan worden gecompenseerd. Daarmee is voor de komende twee jaren sprake van een sluitend begrotingsresultaat. Zoals aangegeven geeft dit ruimte voor het nieuwe college en de gemeenteraad om nadere voorstellen te doen voor het sluitend maken van het begrotingsjaar 2016 en volgende jaren.
Programmabegroting 2014
9
Programmabegroting 2014
10
2. DE PROGRAMMA’S 1 Samenleving Programmadoelstelling Papendrecht is een plezierige gemeente om in te wonen, te werken en te recreëren en dat moet zo blijven. Om de gemeente leefbaar te houden moet de kwaliteit van de voorzieningen op het gebied van sport, onderwijs, cultuur, zorg, recreatie, winkelaanbod en welzijn op niveau zijn. Twee ontwikkelingen raken dit streven: veranderende demografische verhoudingen en ontwikkelingen in het financieel perspectief. Zo zal het aantal mensen met een welzijnsvraag/ zorgvraag de komende jaren stijgen en zal de groei van het aantal inwoners afvlakken en tot stilstand komen. Dit alles onder een minder rooskleurig financieel gesternte dat de komende jaren steeds meer om keuzes vraagt. Vanuit dit perspectief is het de inzet om het kwaliteitsniveau van de voorzieningen minimaal op het huidige niveau te houden en daar waar nodig en mogelijk een kwaliteitsverbetering te realiseren. Dit betekent in ieder geval dat ten aanzien van deze voorzieningen meer samenwerking zal worden gevraagd van betrokkenen en dat een soberder uitvoering niet altijd te vermijden zal zijn. De kern is dat we met minder meer moeten doen. In het Regeerakkoord is opgenomen dat gemeenten door de decentralisaties in het sociale domein de eerstverantwoordelijke overheidslaag worden voor de onderwerpen werk, maatschappelijke ondersteuning en jeugdzorg. Dit vereist een zorgvuldige voorbereiding door de gemeente(n). 1.1 Sociale zaken en Werkgelegenheid 1.1.1
Samenhang, binding en maatschappelijke participatie
Decentralisaties sociale domein Op grond van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet en Participatiewet krijgen gemeenten per 1 januari 2015 een brede integrale verantwoordelijkheid voor het sociale domein. De kern van de decentralisatieoperatie is dat burgers die het nodig hebben ondersteuning krijgen die aansluit bij persoonlijke situaties en behoeften. De decentralisaties kennen veel onderlinge verbanden en samenhang, waarvoor in het proces continu aandacht is. Toch kent elke decentralisatie zijn eigen dynamiek onder meer door wetgevingstrajecten op rijksniveau. In de decentralisatiebrief van 19 februari 2013 heeft het kabinet de randvoorwaarden geschetst voor de decentralisaties. Zo werkt het kabinet aan het verstevigen van de uitvoeringskracht van gemeenten, aan ruimte voor maatwerk en integraliteit in wet- en regelgeving, aan een stevig ondersteuningsaanbod voor gemeenten en ontschotting van budgetten. Ontschotting houdt in dat gemeenten in staat worden gesteld met een integraal budget maatwerk te leveren voor hun inwoners. Doordat gemeenten, in de overtuiging van het rijk, dit maatwerk kunnen leveren gaan de decentralisaties ook gepaard met grote efficiency kortingen. Grootse sociale opgaven De decentralisaties binnen het sociaal maatschappelijk domein zijn omvangrijk omdat ze veel inwoners raken en financieel risicovol zijn. Het gaat om de decentralisatie jeugdzorg, AWBZonderdelen naar de Wmo (waaronder extramurale begeleiding, persoonlijke verzorging, inkomensregelingen voor chronisch zieken en gehandicapten en de MEE-gelden), de invoering van de Participatiewet, passend onderwijs, het beperken van de hulp in de huishouding (korting op het budget), bezuinigingen op dagopvang en vervoer en het extramuraliseren van de zorg. Dit betekent dat we als gemeente de komende jaren de eigen kracht en de kracht van de samenleving fors moeten vergroten. In Papendrecht wordt hier onder andere met de totstandkoming en verdere ontwikkeling van de Brede Welzijnsinstelling Papendrecht (BWI) op ingezet. Tegelijk is voor een fors aantal taken samenwerking met andere omliggende gemeenten nodig. Door samen te werken kunnen we onder andere risico’s delen, innovatie stimuleren, kokers doorbreken, ambtelijke kennis bundelen en optimaal profiteren van onze lokale kracht. Voor de decentralisaties zijn verschillende wetgevingstrajecten nodig. De exacte uitkomst hiervan is onzeker, mede door het ontbreken van een parlementaire meerderheid van de regeringspartijen in de Eerste Kamer.
Programmabegroting 2014
11
Financiële effecten Met de decentralisaties zijn grote bedragen gemoeid. Ingeschat wordt dat het voor de Drechtsteden gaat om ongeveer € 300 miljoen. Dit betekent regionaal, maar ook lokaal, dat de begroting binnen het sociaal domein verdubbelt. De decentralisaties gaan gepaard met aanzienlijke ombuigingstaakstellingen. Per saldo is op termijn een verdubbeling van het gemeentefonds geen ondenkbare uitkomst volgens het kabinet. De gelden die voor de decentralisaties ter beschikking worden gesteld kennen ten aanzien van de besteding een grote mate van beleidsvrijheid. Het geld kent in die zin geen geoormerkte bestemming. In het Regeerakkoord is het perspectief geschetst om de budgetten van de voorgenomen decentralisaties in stappen te bundelen en zo breed mogelijk te ontschotten in het gemeentefonds tot één integraal budget: het zogenaamde deelfonds sociaal domein. In de decentralisatiebrief heeft het kabinet dit uitgewerkt. Het sociale deelfonds is geen specifieke of brede doeluitkering, maar een onderdeel van het gemeentefonds. Voor dit onderdeel is afgesproken dat hierover specifieke verantwoording aan de gemeenteraad wordt afgelegd. De bundeling richt zich op de budgetten die bedoeld zijn om de participatie te bevorderen. Transitie Jeugdzorg De invoering van de Jeugdwet wordt gezamenlijk met 17 gemeenten in Zuid-Holland Zuid voorbereid op basis van de visie Jeugdigen en Gezinnen Versterken. De intentionele schaalkeuzes zijn leidend voor het niveau waarop de invoering wordt voorbereid. Dit wordt vertaald in een beleidskader inclusief een verordening die in het najaar 2013 op lokaal niveau ter besluitvorming wordt aangeboden. In 2014 ligt de nadruk vooral op het ontwikkelen van een organisatie (op lokaal en regionaal niveau) om goed invulling te kunnen geven aan de taken die de gemeenten er per 1 januari 2015 bij krijgen. Hierbij valt te denken aan inkoop en monitoring. Lokaal is in 2014 ruimte voor innovatie in de vorm van pilots om naast de transitie al stappen te zetten in de transformatie en concreet handen en voeten te geven aan het nieuwe ontwerp voor de jeugdzorg. Transitie Wmo/AWBZ De invoering van de nieuwe Wmo (inclusief de decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, AWBZ) wordt gezamenlijk met de andere gemeenten binnen de Drechtsteden opgepakt. Gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de nieuwe Wmo een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van burgers die beperkt kunnen participeren. De aanspraken op extramurale zorg in de AWBZ komen te vervallen waarbij de bijbehorende budgetten, maar niet de rijkstaken, worden overgeheveld naar gemeenten. Om op 1 januari 2015 de verantwoordelijkheden en taken uit te kunnen voeren, wordt begin 2014 op lokaal niveau een beleidskader inclusief een verordening vastgesteld. Daarnaast ligt in 2014 de nadruk op de ontwikkeling van een organisatie wat betreft indicatiestelling, inkoop en monitoring. Evenals 2013 wordt ook 2014 benut om door middel van pilots de gewenste transformatie en innovatie verder gestalte te geven. Voorbeelden zijn De wijk in regie en de uitwerking van het convenant van de Drechtsteden met zorgverzekeraar VGZ. Transitie Participatiewet Binnen de Drechtsteden worden al geruime tijd voorbereidingen getroffen voor de invoering van de Participatiewet. Bestaande regelingen voor mensen met een beperkt arbeidsvermogen die zijn aangewezen op ondersteuning zullen worden opgenomen in deze wet. De Participatiewet treedt naar verwachting op 1 januari 2015 in werking. Eén van de voorbereidingen is de voorgenomen liquidatie van Drechtwerk en onderbrenging hiervan binnen de GR Drechtsteden. Door het treffen van meervoudige lokale voorbereidingen om leerwerkplekken te creëren voor de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt anticiperen de gemeenten op deze ontwikkelingen. Besluitvorming wordt eind 2013 verwacht, waarna de verschillende voorbereidingen in 2014 worden voortgezet. Brede Welzijnsinstelling De Stichting Welzijn Ouderen Papendrecht (SWOP) is zich aan het omvormen van een welzijnsstichting gericht op ouderen tot een brede welzijnsinstelling (BWI) die zich niet alleen op ouderen richt, maar op alle mensen die op enigerlei wijze ondersteuning nodig hebben om zo zelfstandig mogelijk deel te nemen aan de maatschappij. De BWI heeft voor 2014 opdracht gekregen om een oriëntatie naar de bestaande taken in het licht van de verbreding uit te voeren enerzijds en de gevolgen voor de decentralisaties anderzijds. Besluitvorming hierover wordt jaarlijks meegenomen bij de subsidieafspraken, waarbij de kwaliteitsvoorwaarden verder worden aangescherpt (conform het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl, direct er op af).
Programmabegroting 2014
12
Bij (toekomstige) besluitvorming over de decentralisaties is het van belang goed te bewaken wat het welzijnswerk kan betekenen om (dure) instroom in de zorg te voorkomen. In 2014 wordt concreet in beeld gebracht wat dit voor de BWI en andere instellingen betekent. Maatschappelijke stage Bezuinigingen van het Rijk hebben ertoe geleid dat de beschikbare middelen voor de uitvoering van de maatschappelijke stage met ingang van 2015 worden gekort. In 2014 vindt besluitvorming plaats over de toekomst van de maatschappelijke stage en de gemeentelijke rol hierin.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Iedereen kan maatschappelijk meedoen
Uitvoering geven aan het in 2012 vastgestelde Wmo beleidsplan (2012-2015) en uitvoeringsplan. Aandachtspunt hierbij is de Brede Welzijnsinstelling (BWI). In 2014 vindt monitoring van de BWI en voorbereiding van de eventuele heroriëntatie van de rol van het welzijnswerk vanaf 2015 plaats.
2014 e.v.
Sociale cohesie is een fundament voor een leefbare en veilige buurt
Samen met de wijkplatforms bewerkstelligen wij samenkomsten, ontmoetingen in de wijk en wijkgesprekken. Op het terrein van afstemming wonen, zorg en welzijn wordt met de maatschappelijke partners gezocht naar creatieve arrangementen.
Permanent
In stand houden en versterken van sociale netwerken
Subsidieafspraken maken met de BWI, zodat hier invulling aan kan worden gegeven.
2014 e.v. (doorlopend)
Uitvoeren nota Vrijwilligersbeleid en Maatschappelijke Stage
2014 e.v.
Alle mensen die kunnen werken de kans te bieden zich door en in een baan te ontwikkelen Om de zelfredzaamheid te vergroten nemen ook bewoners/wijkplatforms initiatieven in het algemeen belang van hun straat, buurt of wijk
Uitvoering door SDD en lokaal
2014 e.v. (doorlopend)
Vanuit wijkgericht werken samen met wijkplatforms buurtbewoners stimuleren en ondersteunen bij straat-, buurt- en wijkactiviteiten die bijdragen aan onderlinge betrokkenheid Ook inzetten op vergroten van de zelfredzaamheid van wijkplatforms en buurtbewoners waar het gaat om het organiseren en het uitvoeren.
Permanent
Goede ondersteuning van het vrijwilligerswerk dat aansluit op de behoefte van de Papendrechtse vrijwilligers.
De ontwikkeling van de BWI wordt verder voortgezet (o.a. één lokaal coördinatiepunt, promoten van vrijwilligerswerk voor jong en oud). In 2014 vindt besluitvorming plaats over de toekomst van de maatschappelijke stage.
2014
Aanbieden van / vinden van voldoende en passende ondersteuning voor mantelzorgers.
Mantelzorgondersteuning is een van de aandachtspunten binnen de BWI
2014
1.1.2
Voorbereiden implementatie Participatiewet.
Werkgelegenheid en economie (en duurzaamheid)
In deze tijd van economische recessie zullen we alles in het werk moeten stellen om de bestaande bedrijven en arbeidsplaatsen te behouden. De werkgelegenheid in Papendrecht en de regio moet immers op peil blijven. Een goede gemeentegrens overschrijdende en regionale samenwerking zijn hierbij van groot belang. Papendrecht moet een sterke gemeente blijven in een economisch sterke
Programmabegroting 2014
13
regio. Het college voert een actief beleid ten aanzien van het bieden van mogelijkheden aan ondernemers om hun bedrijfsactiviteiten uit te voeren. Daarbij hoort ook het verder revitaliseren en herstructureren van bedrijventerreinen (dit geldt in bijzondere mate voor bedrijventerrein Oosteind. Onder het motto Verbinden en zichtbaar inspireren (titel uitvoeringsprogramma) werkt de gemeente Papendrecht aan het versterken van de economische structuur van de gemeente en de regio. De speerpunten economie, duurzaamheid en onderwijs & arbeidsmarkt zijn verbonden in dit uitvoeringsprogramma. De algemene lijn is dat de Papendrechtse economie op onderdelen sterk is en dat bestaande initiatieven en successen verder uitgebouwd en verbonden worden. Successen worden voldoende zichtbaar en uitgedragen. Daarnaast wordt de gemeente met een aantal uitdagingen geconfronteerd. De gemeente beschikt over een aantal troeven: - sterk middelbaar onderwijs; - toonaangevende multinationale bedrijven (in de topsectoren); - sterke maritieme sector; - Oosteind als één van de beste bedrijventerreinen van Nederland. De gemeente werkt bovendien voortvarend aan diverse ontwikkelingen en is het van belang deze successen verder uit te bouwen: - doorontwikkeling naar een toekomstbestendig LOC West-Alblasserwaard; - uitwerking van het Integraal ontwikkelingsplan Slobbengors en de Samenwerkingsovereenkomst Fokker – Papendrecht; - versterking van winkelcentrum De Meent in combinatie met het marktplein; - initiatieven op het gebied van duurzaamheid, zoals de Milieubarometer. De gemeente wordt ook geconfronteerd met knelpunten en uitdagingen, waaronder: - knelpunten op de arbeidsmarkt, zoals een gebrek aan technisch personeel en beperkte instroming in het techniekonderwijs; - behouden en benutten van een sterke positie van de gemeente Papendrecht in regionale samenwerkingsverbanden; - een op onderdelen nog te verbeteren dienstverlening richting het Papendrechtse bedrijfsleven; - het waarborgen van een goede balans tussen inzet en aandacht ten aanzien van de topsectoren en het lokale bedrijfsleven in de gemeente; - opgaven op het gebied van verduurzaming van bedrijven en werklocaties; - gebrek aan het uitdragen van successen, zichtbaar zijn en promoten van de gemeente. Om voldoende uiting te geven aan de attitude van verbinden en zichtbaar inspireren, moet rekening worden gehouden met het economisch profiel van de gemeente Papendrecht. Dit profiel kent een tweeledig karakter; enerzijds de vestigingslocatie en economische dynamiek van een aantal bedrijven actief in de topsectoren en anderzijds de diversiteit van het lokale bedrijfsleven. Ontwikkelingen, zoals het Integraal ontwikkelingsplan Slobbengors met de realisatie van een nieuw hoofdkantoor van Fokker, de doorontwikkeling van het LOC, revitalisering van Oosteind en het project Maritieme Delta in de Drechtsteden staan niet op zichzelf, maar illustreren dat de economie van Papendrecht beschikt over een aantal toonaangevende sectoren. In het bijzonder zijn dit voor Papendrecht de topsectoren maritiem, luchtvaart en de voedingsmiddelenindustrie. Aan de andere kant heeft de lokale economie ook een belangrijk eigen gezicht. Illustratief hiervoor zijn de diverse bedrijfslocaties, lokale middenstanders in de Meent, de wijkwinkelcentra en andere bedrijven die gevestigd zijn in de wijken van Papendrecht. Het uitvoeringsprogramma is daarom gericht op voldoende balans tussen beide thema’s en het leggen van kansrijke verbindingen. Gestreefd wordt naar de ontwikkeling van een arbeidsmarkt die aansluit op de (toekomstige) vraag uit het bedrijfsleven. Het uitvoeringsprogramma ontwikkelt een aantal concrete initiatieven en producten om de arbeidsmarkt te versterken. In dialoog met onderwijs en bedrijfsleven streven de samenwerkende gemeenten naar een vitale economie, waarin participatie op de arbeidsmarkt en werkgelegenheid essentieel zijn. Bij het thema onderwijs en arbeidsmarkt wordt gewerkt aan de bevordering van de verbinding tussen de verschillende actoren in het onderwijsveld. Een voorbeeld is de bedrijfsschool van Fokker in Papendrecht, evenals de ontwikkeling van concrete projecten tussen scholen en bedrijven. Bij het
Programmabegroting 2014
14
thema onderwijs en arbeidsmarkt is de doorstart van het LOC (het vormgeven van een nieuw arrangement met focus op techniek) een belangrijk aandachtspunt in 2014. Het streven is om per 1 augustus 2014 te beschikken over een LOC dat zelfstandig verder kan en in de breedte is verbonden met Papendrechtse scholen, bedrijfsleven, Leerpark in Dordrecht (Da Vinci College), Hogeschool Rotterdam, TU Delft en Erasmus universiteit Rotterdam. Op het vlak van onderwijs streven wij naar: - verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt (blijvende dialoog en gezamenlijke initiatieven bevorderen tussen onderwijsinstellingen en bedrijven); - onderwijs dichtbij het bedrijfsleven vorm geven; - ontwikkelen leerlijnen/ permanente stageplaatsen voor jongeren om hen op jonge leeftijd kennis te laten maken met het bedrijfsleven; - initiëren van themadagen gericht op loopbaan en beroepsoriëntatie; - stimuleren ondernemerschap; - helpen van jongeren bij een goede loopbaanstart. Duurzaamheid is voor onze gemeente een belangrijk onderwerp dat in allerlei activiteiten terug te vinden is. We denken dan aan initiatieven op het vlak van duurzame overheid, duurzaam bouwen, duurzame mobiliteit, opwekking duurzame energie, duurzaam waterbeheer en duurzaam groenbeheer. In deze tijd van recessie heeft onze gemeente gekozen voor duidelijke speerpunten. Speerpunten die bepalend zijn voor de beleidsinzet en waarmee we ook successen boeken. Het zijn deze successen en initiatieven op het vlak van de speerpunten economie, duurzaamheid en arbeidsmarkt die ieder op zich bijdragen aan de economische ontwikkeling van Papendrecht. Met het uitvoeringsprogramma Verbinden en zichtbaar inspireren is beoogd de knelpunten weg te nemen, de uitdagingen aan te gaan en proactief aan te slag te gaan met het verzilveren van economische ontwikkelingskansen.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Excelleren en verbinden van de topsectoren
Stimulering innovatie en valorisatie bij de topsectoren.
2013- 2017
Promotie: Papendrecht op de kaart, met accenten lokaal en gericht op de topsectoren.
2013-2017
Verankering onderwijs-arbeidsmarktprogramma, met als belangrijkste element het voorbereiden van de doorstart van het LOC en het binden van de diverse onderwijs-arbeidsmarktinitiatieven lokaal en regionaal.
2013-2017
Organiseren regionale (promotie en) acquisitie.
2014-2017
Ruimte voor bedrijventerreinen Revitalisering Bedrijventerrein Oosteind Uitvoeringsprogramma Drechtsteden Cluster Merwede - Oosteind. Bedrijventerrein Oosteind in de top tien van beste bedrijventerreinen van Nederland. Faciliteren van de groei van bedrijven gericht op het bieden van voldoende vestigingsruimte.
2013-2017
Stimuleren starters en ondernemen in de wijk door faciliteren initiatieven
2013-2017
Verbeteren en monitoren kwaliteit dienstverlening bedrijven
2013-2017
Behoud en groei van het lokale bedrijfsleven
Programmabegroting 2014
15
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Verduurzaming werklocaties en bedrijfsleven
2013-2017
Stimuleren maatschappelijk verantwoord ondernemen
2013-2017
Sturen op gezonde, toekomstgerichte detailhandel
2013-2017
Overzichtskaart maken van de WestAlblasserwaard met scholen, bedrijfsscholen, opleidingstrajecten en bedrijven.
Voorjaar 2014
Organiseren van showcase maritiem en luchtvaart. De technologie die voor de luchtvaartindustrie gebruikt wordt verknopen aan de maritieme sector.
Voorjaar 2014
Relaties borgen met het Convenant Masterplan Beroepskolom VMBO-MBO, Programma arbeidsmarktbeleid Drechtsteden en Samenwerking met het Leerpark in Dordrecht (onder andere het Da Vinci College), de Hogeschool Rotterdam, de TU Delft en andere relevante onderwijs- en kennisinstellingen. Met name de focus op de vakmanschaps- en technologieroute in 2013/2014.
2014 e.v.
Voor basisschoolleerlingen naast de Newtonhoek mogelijkheden zoeken om kennis te maken met technische bedrijven.
2014 e.v.
Samenwerking binnen de West-Alblasserwaard versterken met de andere gemeenten (Alblasserdam, Sliedrecht, Molenwaard en Hardinxveld-Giessendam).
2014 e.v.
Starten van een pilot leerwerkplaatsen met RIVAS, Woonkracht 10 en Waerdenburgh.
2013/2014
Onderzoeken van haalbaarheid gezamenlijke bedrijfsopleiding voor een aantal scheepsbouwen daaraan gerelateerde bedrijven in de WestAlblasserwaard.
2014
1.2 Onderwijs en Jeugd 1.2.1
Onderwijs
De scholen zijn verantwoordelijk voor goed onderwijs. Hierbij staan kennisoverdracht en sociale vaardigheden centraal. De gemeentelijke speerpunten zijn: het leveren van bijdragen aan het onderwijs om een goede aansluiting op de arbeidsmarkt te bevorderen en waar mogelijk het bevorderen van doorstroming van VMBO naar middelbaar beroepsonderwijs (MBO, niveau 2 en hoger) en het actief tegengaan van vroegtijdig schoolverlaten. De gemeente vervult een initiërende en stimulerende rol op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt. Voor ons is dit ook één van de speerpunten van nieuw beleid, naast economie en duurzaamheid. Wij streven ernaar partijen (ook over de grenzen van de gemeente heen) bijeen te brengen en hen te stimuleren belangen te bundelen. Wij vervullen de katalysator- of aanjaagfunctie, waarna de bal vooral
Programmabegroting 2014
16
bij de maatschappelijke partners ligt. Wij hebben de verwachting dat initiatieven tot mooie eindresultaten kunnen leiden, zeker vanuit het lange termijn perspectief. De Kadernota Onderwijs Focus op talentontwikkeling 2012-2016 wordt in 2014 (verder) geïmplementeerd. Het bestuurlijk overleg (LEA/OOGO) tussen gemeente en het onderwijsveld heeft hierbij de regie. In mei 2013 hebben de gemeente en het onderwijsveld gezamenlijk de prioriteiten voor het schooljaar 2013-2014 bepaald. Een belangrijke prioriteit in 2014 is de (regionale en lokale) voorbereiding van de invoering van de Wet passend onderwijs per 1 augustus 2014, in het bijzonder de verbinding met de decentralisatie van de jeugdzorg. Andere prioriteiten zijn het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten. In 2014 wordt een tussenevaluatie van de kadernota opgesteld en aan de gemeenteraad aangeboden. Onderwijshuisvesting (IHP) In juli 2013 is het integraal huisvestingsplan (IHP) vastgesteld door de gemeenteraad. In 2014 ligt de aandacht op de regie op de bouw- en planningsactiviteiten van de schoolbesturen om zo de uitvoering van het IHP te bewaken. Als gevolg van rijksmaatregelen vindt op macroniveau een uitname uit het Gemeentefonds plaats van middelen die in het Gemeentefonds toegerekend worden aan onderwijshuisvesting, maar daar door veel gemeenten niet aan uitgegeven worden. Papendrecht geeft deze middelen daarentegen wel uit aan de huisvesting van het primair onderwijs. Deze algemene korting door het Rijk komt neer op ongeveer € 100,-- per leerling per jaar en wordt met ingang van 2015 uit het Gemeentefonds gehaald en toegevoegd aan de lumpsum in het primair en voortgezet onderwijs. Begin 2013 is aan de Raad van State een wetsvoorstel voor advies voorgelegd voor het overhevelen van het buitenonderhoud primair onderwijs naar de scholen. Indien de wetgeving helder is, worden afspraken met het onderwijsveld gemaakt over de overheveling per 1 januari 2015. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Verzorgen van optimale ontwikkelingskansen voor kinderen en jongeren
Uitvoering van de Kadernota Onderwijs 20122016
2014 (e.v.)
Opstellen tussenevaluatie Kadernota Onderwijs 2012-2016
Najaar 2014
Uitvoeren Programma Onderwijs en Arbeidsmarkt
2014 e.v.
Onderwijshuisvesting van goede kwaliteit
Uitvoering van het nieuwe Integrale Huisvestingsplan
2014 e.v.
Voorzien in voldoende openbaar onderwijs
Toezicht houden op het Openbaar Primair Onderwijs en Openbaar Voortgezet Onderwijs
Continu
Een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt (via LOC)
Doorontwikkeling van het LOC West Alblasserwaard tot een volwaardig coördinatie en kristallisatiepunt van onderwijs- en arbeidsmarktinitiatieven voor de topsectoren en verbonden toeleveranciers en afnemers.
2014 e.v.
Doorontwikkelen en verder verknopen van de bedrijfsschool van Fokker met het LOC en andere bestaande bedrijfsscholen van onder andere IHC, Bakker Sliedrecht, Pon Cat en Scheepswerf Slob; hetgeen kan resulteren in een gemeenschappelijke vakmanschaps- en technologieroute.
2014 e.v.
Website verder ontwikkelen en uitbreiden met werkgroepen die actief zijn vanuit het LOC.
2014 e.v.
Programmabegroting 2014
17
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
1.2.2
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Bestuurlijke vormgeving van het LOC concretiseren.
2014
Activiteitenprogramma opnemen in een jaarkalender op de website. Daarin ook de activiteitenprogramma’s van de scholen opnemen.
2014 e.v.
Jeugd
Op 18 december 2012 heeft het college de tussenevaluatie van de Kadernota Jeugd 2010-2014 vastgesteld. In 2014 worden de aandachtspunten die in de evaluatie zijn geformuleerd verder uitgewerkt. Hierbij worden ook de aanbevelingen meegenomen die de Rekenkamercommissie begin 2012 heeft geformuleerd naar aanleiding van een onderzoek naar de doeltreffendheid van het jeugdbeleid. Belangrijke prioriteiten in 2014 zijn de (verdere) voorbereiding en implementatie van de transitie jeugdzorg en de doorontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin. Andere prioriteiten zijn de implementatie van de notitie Meedoen en de samenwerkingsovereenkomst Kansen voor Kinderen II, uitwerking van de nieuwe visie van het kabinet op de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk (die in de tweede helft van 2013 beschikbaar komt) en het versterken van de lokale coördinatie op het gebied van jeugd en veiligheid. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Jongeren bijeen brengen via activiteiten om zo op het sociale vlak meer jongeren in aanraking met elkaar te kunnen brengen en het aanbieden van een daarvoor geschikte accommodatie
Uitvoeren van jeugdactiviteiten door het jeugden jongerenwerk in Papendrecht.
2014 (e.v.)
Vormgeving en besluitvorming maatschappelijke huisvesting, allereerst ter vervanging van Interval. Start uitvoering.
2014
Kinderen en jongeren moeten de kans krijgen om veilig op te groeien en zich te ontwikkelen tot jongvolwassenen, die later op een positieve manier invulling kunnen geven aan het eigen leven en kunnen bijdragen aan de gemeenschap
Implementeren uitvoeringsprogramma’s Centrum Jeugd en Gezin, Meedoen (kind- en jongerenwerk) en Kansen voor Kinderen II
2014 (e.v.)
Voorbereiden implementatie decentralisatie Jeugdzorg, inclusief de verbinding met passend onderwijs
2014
1.3 Ouderen en volksgezondheid 1.3.1
Ouderen
In 2013 is ervoor gekozen ouderen niet meer te benaderen als een afzonderlijke groep. Ondersteuning richt zich met name op de kwetsbaren in het algemeen, zonder dat hier sprake is van leeftijdsgrenzen. Dit uitgangspunt krijgt onder andere vorm en inhoud door het uitwerken van de subsidieafspraken met de BWI voor 2014 en latere jaren. 1.3.2
Volksgezondheid
De gemeente streeft naar het voorkomen van schade aan de gezondheid. Preventie is hierbij het uitgangspunt. De speerpunten voor de komende jaren zijn vastgelegd in de in 2012 vastgestelde nota Lokaal gezondheidsbeleid 2012-2015. De speerpunten zijn: - inzetten op het bevorderen van mentale weerbaarheid, gericht op kinderen en jongeren, volwassenen en ouderen, allen met een lage sociaaleconomische status;
Programmabegroting 2014
18
-
inzetten op het bevorderen van een gezond gewicht, gericht op kinderen en volwassenen, allen met een lage sociaaleconomische status; inzetten op het voorkomen van het gebruik van genotmiddelen door jongeren.
In 2013 is besloten de Logopedische Dienst op te heffen (zie ook de paragraaf verbonden partijen). Daarbij is tevens besloten om voor de komende jaren preventieve activiteiten op het gebied van logopedie toe te voegen aan de integrale jeugdgezondheidszorg. Dit vindt met ingang van 2014 plaats. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Bevorderen en beschermen van gezondheid van inwoners
Uitvoering geven aan Nota Gezondheidsbeleid Zuid-Holland Zuid 2012-2015 Gezondheid gewoon dichtbij, inclusief de lokale paragraaf.
2014 e.v.
Meer verantwoordelijkheid terugleggen bij de burgers
Onderbrengen preventieve logopedie bij jeugdgezondheidszorg.
2014
1.4 Sport recreatie en cultuur 1.4.1
Sport
Sport en bewegen leveren een positieve bijdrage aan lichamelijke en geestelijke gezondheid. De gemeente Papendrecht draagt hieraan bij door het aanbieden van eigentijdse sportfaciliteiten en het scheppen van voorwaarden. In het najaar van 2012 is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de kunstgrasvelden in Papendrecht. Naar aanleiding van deze rapportage worden sinds 2013 gesprekken gevoerd met v.v. Papendrecht en v.v. Drechtstreek over samenwerking, cofinanciering en de maatschappelijke inzet van voetbalverenigingen. In feite hebben wij een bidbook aangeboden, waarbij gesproken is over andere vormen van participatie van de verenigingen in relatie tot financiering. Dit is een nieuwe aanpak,die aansluit bij het collegeprogramma. Daarbij zijn we in gesprek getreden met de besturen van deze verenigingen, niet alleen om financiën en exploitatie af te stemmen, maar ook de besturen aan te spreken op hun onderlinge samenwerking, hun dienstbaarheid aan de Papendrechtse samenleving en eigen verantwoordelijkheden en bijdrage. Voor 2014 zijn twee kredieten binnen de begroting opgenomen voor de realisatie van kunstgrasvelden. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod aan sportvoorzieningen voor de georganiseerde en niet-georganiseerde sporters
Uitvoering sportnota Sport op Koers Uitvoeringsprogramma 2014 realiseren
2014 Begin 2014
Vaststellen uitvoeringsprogramma 2015
Eind 2014
Realisatie kunstgrasvelden bij v.v. Papendrecht en v.v. Drechtstreek (bij adequate uitkomst gesprekken).
2014
De reguliere sportvoorzieningen dienen algemeen toegankelijk en goed bereikbaar te zijn. Hierbij gaat het zowel om de fysieke bereikbaarheid als om de sociale veiligheid
Programmabegroting 2014
19
1.4.2
Recreatie
Het college hecht grote waarde aan het groene karakter van de gemeente. De groene structuur is bepalend voor een aangenaam leefmilieu. Het beleid is gericht op behoud van de bestaande groene, blauwe en recreatieve kwaliteiten van de wijken, versterken van de groen- en waterstructuur en van de recreatieve structuur. Een toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige openbare (buiten)ruimte achten wij van groot belang. De kwaliteit van het buitengebied dient versterkt te worden door het verbeteren van de toegankelijkheid van het Groene Hart, de bereikbaarheid van de Biesbosch en de functionele kwaliteit van ecologische verbindingszones. Het voorgaande dient natuurlijk wel plaats te vinden binnen de meerjarig beschikbare begrotingsruimte. In 2014 wordt gestart met de uitwerking om te komen tot vernieuwing van het integraal beheer van de openbare ruimte (IBOR) en alle daarmee samenhangende deelplannen. Met het gereed komen van de visie op het groenblauwe netwerk wordt de ambitie van het college voor het versterken van de openbare ruimte-structuur in Papendrecht en het vergroten van de gebruiks- en belevingswaarde geconcretiseerd (zo wordt in de ruimtelijke bufferzone tussen het bedrijvenpark Polder Nieuwland en de wijk Westpolder een groen-blauwe inrichting gerealiseerd). Onderdeel van de visie is ook een visie op het gebied ten noorden van de A15 (de Vriesenpolder). Dit gebied is in de Transformatievisie Merwedezone genoemd als onderzoeks- en aandachtsgebied voor recreatieve bestemmingen. Er liggen dan ook kansen voor het intensiveren van de recreatiemogelijkheden. Er zal echter wel gezocht moeten worden naar externe kostendragers voor de ontwikkeling van dit gebied. Op deze wijze wordt een samenhangende visie op versterking van recreatiemogelijkheden uitgewerkt. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Versterken van de natuurgerichte recreatieve bestemming ten noorden van de A15 (als onderdeel van de Merwedezone)
Openstaan voor initiatieven van derden binnen de kaders van het Groenblauwe netwerk
Permanent
Versterken van Slobbengors als recreatieen sportgebied
Vaststellen van een samenhangende visie op versterking van de recreatiemogelijkheden
2013- begin 2014
1.4.3
Cultuur
Cultuur levert een belangrijke bijdrage aan maatschappelijke vorming. De gemeente heeft hierbij verschillende rollen: uitvoerder, financier, stimulator en soms ook initiator. Deze rollen zullen moeten worden vormgegeven in het licht van nieuwe financiële kaders van de Nota Cultuurbeleid 2012-2014.. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Verbeteren bekendheid, gebruik en waardering van culturele voorzieningen in Papendrecht
Uitvoering Nota Cultuurbeleid 2012-2014
Permanent
1.5 Wonen Wonen is een actueel thema. In 2014 wordt verder uitvoering gegeven aan de Woonvisie Papendrecht 2012-2020. Verder speelt een veelheid aan ontwikkelingen op het gebied van wonen, bijvoorbeeld de discussie over de rolverdeling tussen gemeente en woningcorporatie. Deze ontwikkelingen kunnen grote gevolgen hebben voor Papendrecht en worden daarom nauwlettend gevolgd. Indien noodzakelijk worden de ontwikkelingen vertaald in gemeentelijk beleid.
Programmabegroting 2014
20
Subdoelstelling Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Realisatie van een goed woonmilieu in Papendrecht voor nu en in de toekomst
Opstellen wijkenvisie
2014
Onderzoek haalbaarheid Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (zelfbouw)
Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2014
2015
2016
2017
2018
Programma Samenleving Baten Sociale zaken en werkgelegenheid Onderwijs en jeugd Ouderen en Volksgezondheid Sport recreatie en cultuur
11.196.000 10.797.000 10.709.000 10.649.000 10.649.000 9.082.000 341.000 21.000 1.752.000
8.821.000 194.000 21.000 1.760.000
8.734.000 194.000 21.000 1.760.000
8.673.000 194.000 21.000 1.760.000
8.673.000 194.000 21.000 1.760.000
Lasten
31.657.000 28.422.000 28.103.000 28.042.000 28.010.000
Sociale zaken en werkgelegenheid Onderwijs en jeugd Ouderen en Volksgezondheid Sport recreatie en cultuur
15.549.000 15.164.000 14.996.000 14.995.000 14.984.000 6.643.000 5.566.000 5.549.000 5.508.000 5.506.000 795.000 794.000 657.000 656.000 656.000 8.670.000 6.898.000 6.901.000 6.883.000 6.864.000
Saldo
Programmabegroting 2014
-20.461.000 -17.625.000 -17.394.000 -17.393.000 -17.361.000
21
2 Ruimte Programmadoelstelling Papendrecht wil een gemeente zijn waarin het goed wonen is in een stedelijke omgeving, met dichtbij ook veel groen en water. De aandacht binnen het programma Ruimte gaat in de toekomst niet zozeer uit naar groei, maar naar dynamisch beheer. Aandacht voor de (ruimtelijke) kwaliteit wordt de komende jaren van groot belang. Die (ruimtelijke) kwaliteit kenmerkt zich door aandacht voor een gezond leefmilieu, duurzaamheid, leefbaarheid en bereikbaarheid. Dit is ook in financieel minder uitbundige tijden inzet van het ruimtelijk beleid. Een comfortabel woon-, leef- en werkklimaat blijft belangrijk voor onze gemeente. De ambitie is het in stand houden en versterken daarvan. Voor de inwoners van onze gemeente willen we een comfortabele leefomgeving blijven bieden waarbij veiligheid, goede voorzieningen, bereikbaarheid, duurzaamheid, groen- en milieuvriendelijkheid belangrijke begrippen zijn. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het centrum, de verdere afronding van het centrum en de bouw van het sportcentrum dragen hieraan bij. Samenwerken met inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners is van groot belang bij het realiseren van de gezamenlijke ambities. 2.1
Volkshuisvesting en ruimtelijke ontwikkeling
2.1.1
Ruimtelijk beleid
De ruimtelijke visie op de gemeente is vastgelegd in de Structuurvisie Papendrecht 2020; een venster naar de toekomst (vastgesteld door de gemeenteraad op 2 juli 2009). De strategische hoofdkeuzen zijn hierin beschreven. In de visie worden op een hoog abstractieniveau op hoofdlijnen uitspraken gedaan over de ruimtelijke structuur van de gemeente. Sinds 2009 is een groot deel van het uitvoeringsprogramma uitgewerkt in nieuw beleid (zie hiervoor paragraaf 2.1.6). Dit is de aanleiding om in 2014 te starten met een actualisatie van de Papendrechtse structuurvisie. In 2014 worden vanuit de doelstellingen en ambities van de structuurvisie, kijkend naar de ontwikkelingen die op de gemeente afkomen èn rekening houdend met de rol die de gemeente kan en wil spelen, ook een visie en een kader bepaald voor binnenstedelijke herontwikkeling. Deze visie wordt nadrukkelijk in overleg met inwoners, ondernemers, de woningcorporatie en andere betrokkenen opgesteld. Al enkele jaren worden gemeenten geconfronteerd met een dalende vraag naar nieuwe woningen, kantoren en winkels. Hierdoor zijn de investeringsmiddelen voor de overheid afgenomen en geplande projecten komen veel moeizamer tot stand. Deze nieuwe economische en maatschappelijke context vraagt van gemeenten om zich te herbezinnen op hun rol en taken. Nog meer dan voorheen wordt de komende jaren gezocht naar die partijen (burgers, bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld) die willen investeren en initiatieven willen ontplooien op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen. Bij ruimtelijke ontwikkeling zal het minder vaak de overheid zijn die het regelt. Er komt meer ruimte voor andere vormen van ontwikkeling. Bijvoorbeeld co-productie van de overheid in gezamenlijkheid met een particuliere of maatschappelijke organisatie of ontwikkelingen door particulieren, waarbij de overheid faciliteert. Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is daarvan een voorbeeld. De zoektocht bij een herijking van de structuurvisie zal voor een groot deel gaan over deze andere rolneming. De volgende projecten hebben voor de gemeente prioriteit. - Het oorspronkelijke Masterplan Centrum 2000+ is voor een groot gedeelte gerealiseerd. De prioriteit ligt nu bij de realisatie van de drie resterende grote ruimtelijke ontwikkelingen, te weten Den Briel, locatie Veerpromenade en de herinrichting van het marktplein. Voor een visie op een goede aansluiting van het centrumgebied op haar omgeving is een actualisatie van het masterplan nodig. Het zal hierbij niet gaan om een nog verdere uitbreiding van de centrumvoorzieningen. - Op 8 december 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Integraal Ontwikkelingsplan Slobbengors en de Samenwerkingsovereenkomst Fokker - Papendrecht. Deze documenten vormen samen de leidraad voor de gemeente voor de verdere ontwikkeling van Slobbengors. Het Integraal Voorlopig Ontwerp zal in januari 2014 aan de gemeenteraad worden aangeboden en na behandeling dienen als basis voor de aanbesteding van de nieuwbouw van het kantoor. Dit
Programmabegroting 2014
22
aanbestedingstraject zal direct na de raadsbehandeling starten. De verdere voorbereiding voor de bouw zal eveneens in 2014 plaatsvinden. De feitelijke bouw start begin 2016. In regionaal verband (Drechtsteden) vindt vanuit het perspectief van het lokale belang afstemming plaats over het ruimtelijke beleid. Gewenste ruimtelijke ontwikkelingen worden op elkaar afgestemd en programmatische afspraken worden gemaakt. Om de gestelde doelen te kunnen realiseren staat samenwerking met andere partijen nog nadrukkelijker op de agenda dan voorheen. In 2015 neemt het Rijk een aantal Deltabeslissingen. Deze beslissingen zijn bepalend voor de toekomst van de Nederlandse delta. Het doel van het Deltaprogramma is het voorkomen van grote overstromingen en forse droogteschade in de toekomst. Voor breed gedragen conclusies hecht het Rijk aan een samenhangende aanpak, waarin regionale en nationale analyses bij elkaar worden gebracht om de problematiek scherp in beeld te brengen. Ook vanuit onze gemeente worden de ontwikkelingen goed gevolgd en participeren wij de komende jaren zowel ambtelijk als bestuurlijk in (regionale) overleggen. Gezamenlijk staan de gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden met het Rijk en het Waterschap namelijk voor de grote opgave om een oplossing te vinden voor de waterveiligheidsproblematiek die op de lange termijn (2050-2100) op het gebied af komt. In 2013 is een visie op het gemeentelijke vastgoed /strategische panden geformuleerd. De kernvraag was welk vastgoed op basis van strategische overwegingen wordt aangehouden en welk vastgoed eventueel afgestoten kan worden als zich daartoe kansen voordoen. Daarbij is ook gekeken naar de maatschappelijke functies die op dit moment in de panden worden uitgevoerd.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Ontwikkelen en uitvoeren van het ruimtelijke beleid op basis van de Structuurvisie Papendrecht 2020; een venster naar de toekomst.
De doelstellingen en maatregelen zijn op hoofdlijnen hierna beschreven. Jaarlijks worden het college en de gemeenteraad geïnformeerd over de voortgang.
Jaarlijks
Actueel gemeentebreed ruimtelijk beleid als handelingskader voor de gemeente en als basis voor het beoordelen van (particuliere) initiatieven.
Structuurvisie actualiseren.
2014 - 2015
De aanwezigheid van Fokker tot ver in de toekomst zeker stellen én het versterken van de recreatieve gebruiksmogelijkheden van Slobbengors.
De ontwikkeling en realisatie van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker, de vernieuwbouw van de fabriek en de herinrichting van Slobbengors, waarbij ook een bijdrage wordt geleverd aan de arbeids- en onderwijsmarkt en duurzaamheid.
2012 – 2017
In 2014 vindt besluitvorming plaats over het Integraal Voorlopig Ontwerp, de aanbestedingsprocedure zal worden gestart, en de voorbereidingen voor de bouwfase zullen worden getroffen (in de vorm van concretisering van de ontwerpen van het hoofdkantoor en de buitenruimte).
2014
Bieden van kaders voor het stimuleren, faciliteren en sturen van binnenstedelijke herontwikkeling.
Opstellen van een visie op binnenstedelijke herontwikkeling, tezamen met andere belanghebbenden.
2014 - 2015
Verdergaande samenwerking in de regio (Drechtsteden) om te bezien waar Papendrecht de regio kan versterken en waar de regio Papendrecht kan versterken, alsmede de behartiging van het Papendrechts belang in regionale kwesties, zoals programmatische afstemming.
Met Papendrechtse kennis en kunde een bijdrage leveren aan (grote) regionale opgaven door te participeren in overleggen en hier voorbereidend werk voor verrichten, danwel acties uit te voeren naar aanleiding van werkafspraken
Permanent
Programmabegroting 2014
23
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Het regionale en Papendrechtse belang vertegenwoordigen in regionale overleggen, aangaande het Deltaprogramma, alsmede het als regio en gemeente goed voorbereid zijn op nieuw rijksbeleid vanaf 2015.
Participeren in ambtelijke en bestuurlijke overleggen en hier voorbereidend werk voor verrichten, dan wel acties uitvoeren naar aanleiding van werkafspraken.
2014
Strategisch vastgoedbeheer
Naar aanleiding van de inventarisatie gemeentelijk vastgoed een differentiatie aanbrengen tussen panden die worden aangehouden en panden die eventueel vanaf 2014 kunnen worden afgestoten (op basis van visie en marktsituatie).
2013 - 2015
2.1.2
Ruimtelijke ordening
Op grond van de Wro mag het geldende planologische regime vanaf 1 juli 2013 niet ouder zijn dan tien jaar. Indien bestemmingsplannen deze termijn overschrijden, mogen voor bouwplannen in dat plangebied geen bouwleges worden geïnd. De actualisering van bestemmingsplannen is het afgelopen jaar volgens planning verlopen. Er zijn alleen nog plannen jonger dan tien jaar. Dit zijn deels bestemmingsplannen en deels beheersverordeningen met een conserverend karakter. Ontwikkelingen worden met behulp van andere planologische instrumenten mogelijk gemaakt. De komende jaren wordt met het actueel houden van de geldende plannen toegewerkt naar een logische herzieningscyclus. Door opdeling van het gemeentelijk grondgebied in zes deelgebieden kan op termijn ongeveer elke anderhalf jaar een bestemmingsplanherziening worden opgestart. De herziening van Slobbengors omvat enerzijds de actualisatie van de geldende planologie van dit gebied en maakt anderzijds het op te richten hoofdkantoor van Fokker mogelijk. De opgestelde visie op het historische dijklint wordt vertaald in een uniforme regeling voor bouwen en gebruiken. Het gebied ligt in vijf verschillende bestemmingsplannen en beheersverordeningen waardoor uniformiteit ontbreekt. Met een op te stellen bestemmingsplan wordt een objectief toetsingskader geboden. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Het actueel houden van een deel van bestemmingsplan Rivieroevers (het Slobbengors) en het juridischplanologisch mogelijk maken van de realisatie van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker
Vaststellen bestemmingsplan Slobbengors
1 kwartaal 2014
Het (rijks)project voor de aanpassing van de aansluiting A15 – N3 juridisch planologisch mogelijk maken.
Vaststellen bestemmingsplan A15 – N3 aansluiting
1 kwartaal 2014
Een uniform toetsingskader voor bouwen en gebruiken aan het dijklint.
Vaststellen bestemmingsplan Dijk
4 kwartaal 2014
Programmabegroting 2014
e
e
e
24
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Actueel houden (jonger dan tien jaar) van bestemmingsplannen en beheersverordeningen met als doel aan de wet te voldoen en tot een logische herzieningscyclus van tien jaar te komen.
Vaststellen beheersverordening Rivieroevers (woongebied)/ Dijkstrook-Middenpolder
4 kwartaal 2014
Opstarten bestemmingsplan voor Aan de Noord en bedrijventerrein Het Nieuwland
3 kwartaal 2014
Opstarten herziening beheersverordening Woongebied (inclusief sportcentrum, actualisatie Rivieroevers/DijkstrookMiddenpolder, bestemmingsplan A15/N3, Land van Matena en correcties meegenomen).
2015
Opstarten herziening beheersverordening Centrum (inclusief Den Briel en centrumontwikkelingen).
2017
Opstarten herziening beheersverordening Buitengebied.
2018
Opstarten herziening bestemmingsplan Industrieterrein Oosteind.
2019
Opstarten herziening bestemmingsplan Dijk.
2020
Tijdig en goed reageren op zich aandienende ruimtelijke ontwikkelingen.
Inspelen op zich aandienende ontwikkelingen geïnitieerd door zowel derden als door de eigen organisatie met omgevingsvergunning (Wabo), projectplan (bestemmingsplan voor ontwikkellocatie) of met buitenplans ontheffingsbesluit.
Permanent
Integraal toezicht op omgevingsvergunningen (Wabo).
Oppakken van integrale handhavingstaken.
Permanent
2.1.3
e
e
Comfortabele leefomgeving
Het is van belang dat inwoners van Papendrecht zich comfortabel voelen in de leefomgeving. Daarbij hoort dat inwoners zich veilig voelen en voorzieningen dichtbij zijn en inwoners via de wijkplatforms mee kunnen denken over de directe leefomgeving. Het creëren van een comfortabele leefomgeving is ook een verantwoordelijkheid van de inwoners zelf, waarbij de overheid het particulier initiatief stimuleert in een tijd dat de financiële middelen beperkt zijn. Het college geeft uitvoering aan de noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen als gevolg van de economische recessie. Dit wordt vormgegeven door het gesprek en de dialoog over het pakket heroverwegingen met de gemeenteraad te voeren en met nadrukkelijke consultatie in de samenleving. Ondanks de noodzaak van financiële aanpassingen is het van belang te blijven investeren in een gemeente waar het goed toeven is in termen van comfortabel wonen, werken en recreëren. Zo wordt voorgenomen beleid zoveel mogelijk ongewijzigd gerealiseerd, worden geplande investeringen in de utiliteitsbouw en infrastructuur uitgevoerd en wordt uitvoering gegeven aan het nieuwe sportcentrum. De prioriteit ligt ook bij de voortgang van de centrumontwikkelingen. Daarmee wordt de bedrijvigheid in de particuliere sector vergroot. Dit alles leidt tot een substantieel aantal feitelijke ruimtelijke ontwikkelingen in 2014. Tegelijkertijd is de gemeente vaak afhankelijk van derden om gewenste en geplande ontwikkelingen te realiseren. Al enkele jaren is merkbaar dat het in deze sector economisch slecht gaat. Ontwikkelingen waar de planvorming al een tijd geleden is afgerond, zijn soms nog altijd niet gerealiseerd.
Programmabegroting 2014
25
Gebiedsontwikkeling Lange Tiendweg Sportcentrum Papendrecht De bouw van het sportcentrum vordert gestaag. De contouren van de dubbele sporthal en het binnen zwembad zijn duidelijk herkenbaar. Volgens planning van Pellikaan Bouwbedrijf uit Tilburg kan in februari 2014 een gedeelte van de sporthal door de gebruikers van sporthal De Donck in gebruik worden genomen. Vervolgens kan de sporthal De Donck worden gesloopt om ruimte te maken voor de aanleg van de buitenbaden en de ligweide. Voor de zomer van 2014 wordt het gehele gebouw, zijnde de dubbele sporthal en het binnenbad, opgeleverd door de bouwer. De buitenbaden en de ligweide zijn gereed voor het buitenbadseizoen van 2015. Multifunctionele (jeugd) accommodatie (MF(J)A) Lange Tiendweg In het kader van de gebiedsontwikkeling Lange Tiendweg zal het huidige jeugdcentrum Interval worden gesloopt. Bestuurlijk is afgesproken dat Interval niet eerder wordt gesloopt dan dat er een nieuw MF(J)A in het gebied is gerealiseerd. Planologisch is rekening gehouden met nieuwbouw aan het plein met het Apollohotel en het gebouw van Basic Fit. Naar verwachting wordt in het eerste kwartaal van 2014 een voorstel voor een uitvoeringskrediet voor de realisatie van een nieuw MF(J)A ter besluitvorming voorgelegd. De hoogte van de investeringsaanvraag moet worden bezien in het licht van de huidige economische tijd. Na het beschikbaar komen van het uitvoeringskrediet kan in 2014 de uitwerking van het bouwplan ter hand worden genomen. Mocht alles voorspoedig verlopen dan kan het bouwplan eind 2014 worden aanbesteed en kan begin 2015 daadwerkelijk met de bouw worden begonnen. Woningbouw Met een projectontwikkelaar is een overeenkomst gesloten voor het bouwen van woningen op de plaats van de huidige ligweide van het zwembad De Hooght. Het vigerende bestemmingsplan voorziet hier al in. De bedoeling is dat de woningen gefaseerd worden gebouwd. Volgens de planning van de projectontwikkelaar zullen, medio 2014, nabij de Zonnedauw de eerste woningen worden gerealiseerd. De economische situatie in zijn algemeenheid en de woningmarkt in het bijzonder zullen bepalend zijn voor het tempo waarin de rest van de woningen kunnen worden gerealiseerd.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Kwalitatief hoogwaardige herbestemming van het gebied in Kraaihoek-noord tussen de Burgemeester Keijzerweg en de Lange Tiendweg voor economische activiteiten, sport- en recreatieve voorzieningen en wonen
Gebiedsontwikkeling Lange Tiendweg, waaronder de ontwikkeling van een aantrekkelijk, aansprekend en toegankelijk sportcentrum. De multifunctionele sportvoorziening wordt in 2014 opgeleverd.
2012 - 2015
Slopen sporthal De Donck om plaats te maken voor de buitenbaden en de ligweide.
2013 - 2015
De plannen voor de woningbouwlocatie tussen het sportcentrum en de Zonnedauw worden uitgewerkt, er zijn gegadigden. De bouw start na afronding van planvorming voor het eerste deel van de locatie en bij verkoop van 70% van de woningen in dit deel.
Een bij de gemeente en de inwoners passend pakket aan maatschappelijke huisvesting voor ondermeer sport, recreatie en cultuur
Programmabegroting 2014
Plannen voor een nieuwe multifunctionele jeugdaccommodatie worden momenteel uitgewerkt. Hetgeen dient te leiden tot een aanvraag uitvoeringskrediet
2013 - 2014
Het accommodatiebeleid wordt onderzocht en gestreefd wordt naar het slimmer huisvesten van instellingen Nadere plan- en bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot maatschappelijke huisvesting
2013 - 2014
26
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Afronding van de wijk Oostpolder tot een gedifferentieerd woongebied met wijkgerelateerde (groen)voorzieningen
Ontwikkeling locatie Eiland (noodwinkel) voor woningbouw
2015
Uitgifte locatie Aalscholver voor (particuliere) woningbouw
2013 - 2015
Uitgifte van particuliere kavels Zuidkil
2014 - 2016
Nieuwbouw winkel-/voorzieningencentrum Land van Matena
2013 - 2015
Planvorming kerkgebouw nabij centrumgebied Land van Matena
2015
Ontwikkeling bedrijventerrein Land van Matena
2012 - 2015
Ontwikkeling woningbouw Land van Matena
2014 - 2016
Versterken van de groen- en waterstructuur en van de recreatieve structuur
Groenplan (EFRO) ontwikkeling Groenplan (EFRO) uitvoering
2013 - 2014 2015 - 2015
Ontwikkeling Merwehoofd tot een hoogwaardige woonlocatie
Verdere afbouw van het woongebied, zorg voor een goede verkeersontsluiting en eventuele parkeerproblemen helpen oplossen
2014 - 2016
Huisvesting bieden aan startende ondernemers en ondernemers die nu vanuit huis werken
Exploitatie van de voormalige supermarkt aan het Erasmusplein als een voorziening voor startende ondernemers, die aldaar de mogelijkheid krijgen tot het huren van kantoorruimte.
2013 e.v. jaren
Verbetering uitstraling en functionaliteit bestaand bedrijventerrein
Revitalisering bedrijventerrein Oosteind (met behulp van UHB-subsidie van de provincie Zuid-Holland worden de zijwegen op het bedrijventerrein heringericht): - Planontwikkeling - Start uitvoering
2012 - 2014 2014
Realisatie nieuwe hoofdkantoor en fabriek van Fokker en herinrichting Slobbengors: - Voorbereiding uitvoering (o.a. aanbesteding) - Uitvoering
2013 - 2015 2014 - 2017
Ontwikkeling van het centraal gelegen woon-, werk- en voorzieningengebied Land van Matena tot het centrumgebied van de woongebieden Oostpolder en Baanhoek-west (Sliedrecht)
Werkgelegenheid in combinatie met versterking groen-recreatieve structuur van de gemeente.
2.1.4
Uitvoering lokale woonvisie
Op 6 december 2012 is de woonvisie vastgesteld. Naar aanleiding van de uitvoeringsagenda worden in 2014 twee onderzoeken afgerond. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Realisatie van een goed woonmilieu in Papendrecht voor nu en in de toekomst.
- Onderzoek mogelijkheden verbetering bestaande bouw - Onderzoek haalbaarheid (collectief) particulier opdrachtgeverschap
2013 - 2014
Programmabegroting 2014
27
2.1.5
Centrumontwikkeling
De afgelopen jaren is hard gewerkt aan de realisatie van het in 2001 vastgestelde Masterplan 2000+ voor het centrumgebied. Het Masterplan vormde het uitgangspunt voor het in 2003 vastgestelde bestemmingsplan Centrum en omvat tien deelgebieden, alsmede een aantal ingrepen in de infrastructuur en de inrichting van de openbare ruimte. Het college hecht groot belang aan verdere centrumontwikkeling. De eerste prioriteit ligt bij het afbouwen en aantrekkelijker maken van de gebouwen in het centrum, het versterken van de horecafunctie en doorontwikkeling van de functie van het marktplein. Drie grote resterende opgaven in dit kader zijn: herontwikkeling van de locatie Veerpromenade (de voormalige van der Kevielocatie), herinrichting van het marktplein en ontwikkeling van Den Briel (het voormalig busstation). Het college streeft naar vergroting van de aantrekkelijkheid van het centrum en het creëren van goede overgangen van het centrumgebied naar omliggende woongebieden. Daartoe wil het college de visie op het centrum herijken. We gaan uit van een ruimer fysiek begrip van het centrum dan alleen het winkelcentrum De Meent. In 2014 wordt gestart met de actualisering van het Masterplan centrum (integrale visieontwikkeling centrumgebied). Om het centrum nog levendiger te maken zijn evenementen ondersteunend. Eind 2013 worden de uitgangspunten voor het evenementenbeleid geformuleerd. Het meerjarige evenementenbeleid wordt in 2014 opgesteld.
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Uitvoering van deelprojecten uit het Masterplan 2000+
Ontwikkeling locatie Veerpromenade: - Planvorming en start nieuwbouw - Afronden nieuwbouw Het marktplein: - Opstellen van scenario’s voor herinrichting marktplein en gemeenteraad en bevolking daarbij betrekken - Planvorming Den Briel locatie: - Nieuwbouw kopflat - Planvorming en start bouw zorgwoningen en gezondheidscentrum / comm. ruimten - Planvorming en nieuwbouw parkeergarage - Planvorming en aanleg binnentuin
Planning
2012 - 2014 2015 - 2016 e
1 kwartaal 2014 2013 - 2014
2013 - 2015 2012 - 2016 2012 - 2016 2013 - 2016 e
Een visie op een goede aansluiting van het centrumgebied op haar omgeving voor behoud en vergroting van de aantrekkelijkheid van het centrum
Startnotitie Integrale visieontwikkeling centrumgebied / actualisatie Masterplan Centrum.
1 kwartaal 2014
Herijking van het Masterplan met vergroting van het centrumgebied
Nieuwe planning in 2014
Papendrechtse Kerstmarkt georganiseerd voor en door Papendrechters
Organiseren Papendrechtse Kerstmarkt
Jaarlijks (december)
Inzicht in aard en samenhang georganiseerde activiteiten in Papendrecht ten behoeve van input te ontwikkelen evenementenbeleid
Opstellen uitgangspunten evenementenbeleid
Eind 2013
Ontwikkelen evenementenbeleid
Begin 2014
Doorontwikkeling De Meent als eigentijdse voorziening
Centrumoverleg met ondernemers en KvK
Doorlopend
Programmabegroting 2014
28
2.1.6
Uitwerken structuurvisie
Tijdens de huidige collegeperiode is uitvoering gegeven aan een groot gedeelte van de uitvoeringsagenda voor nieuw beleid van de structuurvisie. Op 21 maart 2013 is de nota Grondbeleid Papendrecht 2012 vastgesteld. Eind 2013 worden naar verwachting de Dijkvisie en de visie op het groenblauwe netwerk afgerond. Een startnotitie over binnenstedelijke herontwikkeling is in het eerste kwartaal van 2014 gereed. Vanuit de Dijkvisie wordt een toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen aan de dijk opgesteld zodat de kwaliteiten die in de visie naar voren zijn gebracht ook naar de toekomst toe gewaarborgd blijven. De ambities uit de visie op het groenblauwe netwerk worden in 2014 doorvertaald naar een groenbeleidsplan en vervolgens naar groenbeheerplannen. In de volgende collegeperiode worden de in de uitvoeringsagenda opgenomen ambities verder uitgewerkt. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Een toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen aan het dijklint
Na vaststelling van de dijkvisie (naar verwachting eind 2013) wordt bezien of dit nadere uitwerking behoeft in bestemmingsplannen of andere ruimtelijke plannen
2014 - 2017
Het verbeteren van de leefomgeving door het verhogen van de betekenis van groen en water voor de inwoners van Papendrecht
Na de vaststelling van de visie op het groenblauwe netwerk wordt bezien met wie op welke termijn onderdelen gerealiseerd kunnen worden
2014 - 2017
Het benoemen van richtlijnen ten aanzien van de rol van de gemeente bij binnenstedelijke herontwikkeling
Vaststellen van een nieuwe planning voor visie binnenstedelijke herontwikkeling
2014 e.v.
2.2
Groen en milieu
2.2.1
Groen
Het college vindt het behoud van het groene karakter van Papendrecht - en zo mogelijk uitbreiding van groen - van belang. Ook is het beleid van het college gericht op het behoud van de bestaande blauwe, en recreatieve kwaliteiten van de wijken en op het versterken van de groen- en waterstructuur. In 2014 wordt de herijking van de beleidsvisie Integraal beheer Openbare Ruimte (beleidsvisie IBOR) voltooid. De beleidsvisie IBOR betreft de visie op het gebied van het integraal beheer van de openbare ruimte, waarbij de componenten kwaliteit en financiën van belang zijn. De beleidsvisie IBOR is een overkoepelende visie waaruit een aantal beleidsplannen voortvloeien, zoals het groenbeleidsplan. Het groenbeleidsplan wordt in 2014 opgesteld ter uitwerking van het groenblauwe netwerk, het beleidsmatig uitwerken van het groenplan en de invulling van flora en fauna. Hiermee wordt de groenfunctie op een structurele en beleidsmatige wijze gewaarborgd. Bij het opstellen van deze beleidsplannen zijn de beschikbare financiële kaders uitgangspunt.
Programmabegroting 2014
29
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Als onderdeel van het Integraal ontwikkelingsplan (IOP) en de samenwerkingsovereenkomst (SOK) met Fokker, in combinatie met de ontwikkeling van het nieuwe internationale hoofdkantoor van Fokker op Slobbengors, het gebied Slobbengors als recreatie- en sportgebied versterken.
Vaststellen van definitieve ontwerp voor de herinrichting Slobbengors.
2013- begin 2014
In 2014 wordt gestart met de uitwerking om te komen tot vernieuwing van het IBOR en alle daarmee samenhangende deelplannen. Toetsen van de geformuleerde heroverwegingen en definitief implementeren in de begroting
2014-2015
Het uitvoeren van het groenplan.
Permanent
Versterking van de groenfunctie
Het uitvoeren van beheer en onderhoudsplannen afgestemd op overige disciplines en het hierbij zo mogelijk verbeteren van de infrastructuur. Dit met inachtname van de vastgestelde kwaliteit in IBOR
Permanent
Duurzaam beheer en onderhoud als basis laten dienen voor het op te stellen groenbeleid
Het opstellen en uitvoeren van meerjarige baggerplannen
Permanent
Waarborgen en verstrekken groenfunctie op een structurele en beleidsmatige wijze.
Groenbeleidsplan
2014-2015
Terugdringen en waar mogelijk voorkomen van overlast door honden
Herziening uitvoeringsbesluit honden 2010
2014
Bomenverordening Groene Kaart
Betere bescherming van de beschermwaardige bomen (zowel openbaar als particulier) en het aantal regels verminderen.
Permanent
Herijking IBOR Het ontwikkelen van een hernieuwde visie op het gebied van integrale openbare ruimte waarbij het behoud van de kwaliteit van de openbare ruimte in zijn algemeenheid, wegen en het groene karakter van Papendrecht de inzet is. Het aansluiten van de hernieuwde visie op de geformuleerde heroverwegingen na voldoende discussie en onderzoek. Een leefbare, bereikbare en veilige openbare ruimte is een van de uitgangspunten bij het opstellen van het plan. Groenvoorzieningen Op peil houden van de kwaliteit van de groenvoorzieningen
2.2.2
Milieu
Het Milieubeleidsplan Drechtsteden 2011-2015; Een regio duurzaam in balans geeft richting aan het milieubeleid van de komende jaren. Het plan legt een relatie met de ruimtelijke en economische (gebieds)opgaven van de regio, waardoor het geheel een samenhangend kader biedt met verschillende beleidsvelden. Het Milieubeleidsplan levert enerzijds een bijdrage aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving en het vestigingsklimaat en maakt anderzijds ontwikkelingen in de regio mogelijk. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de aanpak van geluidoverlast bij woningen, verbetering van de
Programmabegroting 2014
30
luchtkwaliteit en veiligheid op en langs het spoor. Onderdeel van het beleidsplan is een Regionale Uitvoeringsagenda 2011-2015. Uiteraard moet bij de uitwerking van de opgaven te allen tijde voorkomen worden dat nieuwe milieuproblemen ontstaan. Bij nieuwe ontwikkelingen en herstructureringsopgaven wordt rekening gehouden met de randvoorwaarden die veelal vanuit de beleidskaders of bij wet gesteld worden. Dit komt terug in thema-uitwerkingen. Tevens wordt rekening gehouden met het lokale beleid van de Drechtstedengemeenten. Duurzaamheid Voor een visie op een duurzame ontwikkeling van Papendrecht hanteren we het principe van Triple P (People, Planet, Profit) met als hoofdthema de leefbaarheid van Papendrecht. Met het toepassen van de Triple P benadering van duurzaamheid (en daarmee van het begrip duurzame ontwikkeling) streven we samenhang na tussen (toekomstig) gemeentelijk beleid en een duurzame ontwikkeling van Papendrecht. Duurzaamheid krijgt betekenis voor alle beleidsterreinen zoals voor wonen en de woonomgeving, welzijn en voorzieningen, economie en werken, mobiliteit en bereikbaarheid én omgevingskwaliteit. Ook biedt de Triple P benadering aanknopingspunten voor het in samenhang verder uitwerken van de speerpunten van het college. Een belangrijke randvoorwaarde voor een goede duurzame ontwikkeling is het betrekken van de inwoners van Papendrecht bij deze ontwikkeling. Dit is tevens een wens van het college. Samen met betrokken burgers en maatschappelijke organisaties kunnen we het verschil maken. In het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Papendrecht zijn lopende acties (2013-2015), acties voor de korte tot middellange termijn (2015-2018) en de middellange tot lange termijn (vanaf 2018) opgenomen. Wat wil Papendrecht de komende jaren bereiken en waar wil zij staan in 2020? Papendrecht kan als beheergemeente kiezen voor een groene economie. Dit houdt in dat een kwaliteitsverbetering niet ten koste mag gaan van de inwoners en het milieu. Als randvoorwaarden worden onder meer de doelstellingen uit het klimaatakkoord gebruikt. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Duurzame woon-, leef- en werkomgeving.
Uitvoeren van het uitvoeringsprogramma van de Visie op een duurzame ontwikkeling van Papendrecht, met acties op de korte, middellange en lange termijn.
2014 - 2020
Uitvoeren van de Regionale Uitvoeringsagenda 2011-2015
2014
De uitvoering van het Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013 met als lokaal speerpunt het stimuleren van duurzame vormen voor energievoorziening loopt door in 2014. Lopende acties zijn: energiescan bestaande woningen, zonnepanelen op gemeentelijk vastgoed, energiescans bij hotels en metaalelectro bedrijven en verduurzaming bedrijventerreinen. Een nieuw regionaal energieprogramma wordt, afhankelijk van de financiële middelen, opgesteld.
2014
Evaluatie en actualisatie van de Bodembeheernota Zuid-Holland Zuid (2011) in 2014.
2014
Bij (ver)bouw van gebouwen duurzame, klimaatvriendelijke en energiebesparende maatregelen toepassen.
Permanent
Uitvoering milieutaken
Permanent
Programmabegroting 2014
31
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Bijdragen aan de ambitie; een duurzaam, veilig, gezond en leefbaar Papendrecht
Uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ), dat jaarlijks wordt opgesteld voor milieuvergunningverlening, toezicht en handhaving Papendrecht.
Permanent
Lokale prioriteiten: duurzame ontwikkeling heeft in Papendrecht hoge prioriteit. Daarom is in 2013 vooral extra ingezet op de aspecten Leefbaarheid en Duurzaamheid. Deze lijn wordt in 2014 en verder voortgezet.
2014 e.v.
De uitvoering van het actieplan geluid
2014 e.v.
Opstellen van het uitvoeringsprogramma van de beleidsvisie externe veiligheid (2013) en het uitvoeren van de daarin opgenomen actiepunten.
2014 e.v.
Voorlichting aan de wijkplatforms over bijvoorbeeld geluidsbelasting, externe veiligheid en andere milieu- en duurzaamheidsthema’s
Permanent
2.3
Verkeer en beheer
2.3.1 Verkeer en vervoer Het college hecht grote waarde aan een goede bereikbaarheid van Papendrecht. In 2014 wordt gewerkt aan de verbetering van de doorstroming van het verkeer zowel binnen de gemeente als op de A15. Daarnaast worden de (regionale) hoofdfietsroutes verbeterd. Medio 2013 zijn de hoofdlijnen voor het nieuwe parkeerbeleid centrum vastgesteld door de gemeenteraad. In 2014 wordt de nieuwe parkeersituatie in het centrum geïmplementeerd. Het college wil de voorzieningen van de waterbus in stand houden en indien mogelijk de vaartijden uitbreiden. In 2014 wordt verder gewerkt aan maatregelen die benoemd zijn in de bij het Gemeentelijk Verkeersen Vervoerplan (GVVP) behorende uitvoeringsparagraaf. Daarbij wordt grote waarde gehecht aan het opstellen van een Bereikbaarheidsplan. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Behouden en waar mogelijk versterken van de leefkwaliteit door het creëren van een duurzaam verkeers- en vervoersysteem (Gemeentelijk Verkeersen Vervoersplan = GVVP). In de uitvoeringsparagraaf zijn verschillende vervolgstappen gedefinieerd.
Bereikbaarheidsplan Het opstellen van het Bereikbaarheidsplan met een toekomstvisie en maatregelen voor het in stand houden van de bereikbaarheid van Papendrecht.
Eind 2013 / begin 2014
Parkeerbeleid centrum Implementeren van de nieuwe parkeersituatie in het centrum (per 1 januari 2014)
Begin 2014
Monitoren parkeergedrag en bezetting parkeergarages.
Permanent
Kansen aangrijpen om regionale fietsverbindingen, met subsidie, te realiseren. De maatregelen rond de Beneden Merwede fietsroute worden in 2013 en 2014 gerealiseerd met bijdragen van het rijk en de provincie, waarbij de hoofdfietsroutes door
2013-2014
Programmabegroting 2014
32
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Papendrecht beter worden geoutilleerd.
In stand houden van de voorziening van de waterbus
Doorstroming en oversteekbaarheid Burgemeester Keijzerweg De uitvoering van de werkzaamheden rond de Burgemeester Keijzerweg tussen Noordhoek en Veerweg. Deze weg krijgt een nieuwe veiliger inrichting op basis van een studie naar de bereikbaarheid van Papendrecht-West. Daarbij wordt de doorstroming van het verkeer geoptimaliseerd.
2014
Nota Langzaam Verkeer Een nota Langzaam Verkeer wordt opgesteld in combinatie met het Verkeersveiligheidsplan met aandacht voor de routes en verkeersveiligheid van fietsers en voetgangers in de gemeente en veilige school-/thuisroutes / omgevingen.
Eind 2014
Om de voorziening op Oosteind te verbeteren, wordt met bijdragen van derden, de waterbushalte Oosteind in 2013 of begin 2014 verplaatst naar de Rosmolenweg.
2014
Ook wordt onderzocht of de fietsverbinding naar de halte Westeind verbeterd kan worden en de haalbaarheid en consequenties worden onderzocht van een uitbreiding c.q. verbetering van de dienstverlening van de Waterbus en het versterken van de verbinding met Zwijndrecht.
2.3.2
Kwaliteit openbare ruimte
In Papendrecht is een aantal beleidsmatige maatregelen getroffen om de kwaliteit van de openbare ruimte op een kwalitatief voldoende peil te houden. Zo wordt structureel uitvoering gegeven aan het groenplan (in 2014 vindt beleidsmatige herijking plaats), het wegenplan en het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan. In het kader van de heroverwegingen zijn de beschikbare gelden voor het beheer van de openbare ruimte verlaagd. Dat betekent dat creatief wordt gezocht naar maatregelen die de kwaliteit van de openbare ruimte op niveau houden tegen geringere kosten dan voorheen. Medio 2014 wordt een haalbaarheidsonderzoek gestart in het kader van het afvalbrengstation (ABS) en de huisvesting van het personeel van de buitendienst aan de Willem Dreeslaan. Tevens wordt de omvorming van de Service Level Agreement voor de inzameling van het huishoudelijk afval met HVC naar een Dienstverleningsovereenkomst in besluitvorming gebracht. Hierbij wordt het prijsniveau geactualiseerd. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Groenvoorzieningen Op peil houden van de kwaliteit van de groenvoorzieningen
Het uitvoeren van het groenbeheerplan.
Permanent
Het uitvoeren van beheer en onderhoudsplannen afgestemd op overige disciplines en
Permanent
Versterking van de groenfunctie
Programmabegroting 2014
33
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
het hierbij zo mogelijk verbeteren van de infrastructuur. Dit met inachtname van de vastgestelde kwaliteit in IBOR Duurzaam beheer en onderhoud als basis laten dienen voor het op te stellen groenbeleid
Het opstellen en uitvoeren van meerjarige baggerplannen
Permanent
Waarborgen en versterken groenfunctie op een structurele en beleidsmatige wijze.
Groenbeleidsplan
2014-2015
Milieuvriendelijke manier van onkruidbestrijding zonder chemicaliën (wettelijke verplichting vanaf eind 2015).
Uitvoeren van twee pilots. Tevens wordt voldaan aan de voorwaarden tot het tekenen van het bijenconvenant voor bijvriendelijke onkruidbestrijding.
2014
Het uitvoeren van het wegenbeheerplan.
Permanent
Het uitvoeren van beheer en onderhoudsplannen afgestemd op overige disciplines en het hierbij zo mogelijk verbeteren van de infrastructuur. Dit met in acht name van de vastgestelde kwaliteit in IBOR
Permanent
Het uitvoeren van het beheer en onderhoudsplannen zoals opgenomen in het verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP 20142018), waarbij aandacht wordt besteed aan overleg met samenwerkingspartners op dit vlak.
Uitvoering conform het meerjaren onderhoudsplan
Wegen Een wegeninfrastructuur met bijbehorende voorzieningen die voorziet in de behoefte van de gebruiker. Dit met uitgangspunt “schoon, heel en veilig” zoals verwoord in het IBOR
Riolering Het op een voor de volksgezondheid en voor het milieu verantwoorde wijze inzamelen en (laten) verwerken van afvalwater
Het voorkomen van wateroverlast
Permanent
Het uitvoeren van de zorgplicht grondwaterbeheer
Permanent
Afvalinzameling Het inzamelen en (laten) verwerken van huishoudelijke afvalstoffen conform wettelijke kaders
Het inzamelen en (laten) verwerken van huishoudelijke afvalstoffen
Permanent
Het bevorderen van afvalscheiding van de afvalstromen
Het invoeren van gescheiden papierinzameling
Permanent
Goede voorziening in het kader afvalinzameling voor de burger (afvalbrengstation/ABS) en huisvesting personeel buitendienst.
Uitwerking in bestuurlijk voorstel
2014
Uitvoeren beheer begraafplaats
Permanent
Begraafplaats Het bieden van de mogelijkheid tot ter aardestelling, urnenbijzettingen en asverstrooiing Het onderhouden en beheren van de begraafplaats
Ruimen vanwege het verlopen van rechten en de beperkte ruimte op de begraafplaats.
Straatreiniging Zwerfafval scoort hoog als overlast bij de burger. De medewerkers van het wijkonderhoud besteden daaraan veel tijd
Programmabegroting 2014
Permanent
34
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Door het intensief inzetten van de veegmachine wordt voorkomen dat verstopte straatkolken ontstaan en vermindert het onkruid. Naast de reguliere werkzaamheden wordt op het winkelcentrum De Meent iedere doordeweekse dag en op zaterdag door Drechtwerk het zwerfafval verwijderd en de afvalbakken geleegd Openbare verlichting Het met openbare verlichting borgen van de persoonlijke, sociale en verkeersveiligheid
Aandacht voor het toepassen van milieuvriendelijke verlichting (energiebesparing)
Herijking IBOR Het ontwikkelen van een hernieuwde visie op het gebied van integrale openbare ruimte waarbij het behoud van de kwaliteit van de openbare ruimte in zijn algemeenheid, wegen en het groene karakter van Papendrecht de inzet is
Het ontwerpen en uitvoeren van verlichtingsplannen conform de aanbevelingen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSvV)
Permanent
Het toepassen van energievriendelijke technieken en materialen.
Permanent
Het integraal uitvoeren van onderhoudsplannen. De taken zijn uitbesteed aan Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede BV (OVL)
Permanent
In 2014 wordt gestart met de uitwerking om te komen tot vernieuwing van het IBOR en alle daarmee samenhangende deelplannen. Toetsen van de geformuleerde heroverwegingen en definitief implementeren in de begroting.
2014-2015
Het aansluiten van de hernieuwde visie op de geformuleerde heroverwegingen na voldoende discussie en onderzoek Een leefbare, bereikbare en veilige openbare ruimte is een van de uitgangspunten bij het opstellen van het plan.
2.3.3
Exploitatie voorzieningen
In het kader van de heroverwegingen, maar ook vanuit de bezinning welke taken bij een lokale overheid horen, is de vraag aan de orde of de exploitatie van een aantal voorzieningen een kerntaak van de gemeente is. In 2014 worden voor de kunstuitleen diverse alternatieve uitvoeringsvormen onderzocht. De oplevering van de nieuwe, multifunctionele sportvoorziening, ter vervanging van zwembad de Hooght en de sporthallen De Donck en De Laaght, vindt gefaseerd in 2014 en 2015 plaats. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken? Theater en Kunstuitleen Het kunnen bieden van een laagdrempelig, hoogwaardig en zo breed mogelijk landelijk theateraanbod.
Programmabegroting 2014
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Het zorgen voor een theaterprogramma voor jong en oud gedurende het jaar in een accommodatie van een scholengemeenschap Het verzorgen van de programmering, de (technische) ondersteuning van de voorstellingen, de kaartverkoop, e.d.
Doorlopend
35
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Het bieden van mogelijkheden aan zoveel mogelijk inwoners om kennis te nemen van cultuuruitingen of daaraan deel te nemen en daarmee een bijdrage leveren aan de maatschappelijke vorming.
Ten aanzien van kunstuitleen worden diverse uitvoeringsvormen onderzocht. Bestuurlijke besluitvorming moet nog plaatsvinden.
2014
Het beheer en verhuur van het zwembad en twee gemeentelijke sporthallen aangevuld met enkele gemeentelijke gymzalen en sporthallen van derden.
Permanent
Het zwembad de Hooght in combinatie met de sporthallen De Donck en De Laaght te vervangen door nieuwbouw op de bestaande locatie, een multifunctionele sportvoorziening, aantrekkelijk en goed toegankelijk. Oplevering gefaseerd in 2014 en 2015.
2014-2015
Het sociaal cultureel werk organiseert en coördineert activiteiten (organisatie door derden) voor verschillende doelgroepen.
Permanent
Jongeren worden ondersteund en begeleid op straat. Het mogelijk maken van een open inloop in Interval en op locatie (chill-inn) voor (deze) jongeren.
Permanent
Zwembad de Hooght en Sportaccommodaties Het bieden van de mogelijkheid sport te beoefenen in aantrekkelijke accommodaties. Het kunnen bieden van accommodaties die voldoen aan de huidige veiligheidsen sporttechnische eisen.
Interval Het ontplooien van sociaal culturele activiteiten met als doel jongerenoverlast te beperken en talenten te ontwikkelen.
2.3.4
Wijkgericht werken
Vanuit wijkgericht werken worden samen met wijkplatforms buurtbewoners gestimuleerd en ondersteund bij straat-, buurt- en wijkactiviteiten die bijdragen aan onderlinge betrokkenheid. Ook wordt ingezet op het vergroten van de zelfredzaamheid van wijkplatforms en buurtbewoners waar het gaat om het organiseren en het uitvoeren. In 2014 vindt besluitvorming en implementatie plaats van een beleidsnotitie over wijkgericht werken. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken? Wijkgericht werken Doelmatige samenwerking tussen gemeente, inwoners en ketenpartners
Het zorgen voor goede verbindingen tussen wijkplatforms en wijkbewoners Doorontwikkeling wijkgericht werken / rol wijkplatforms Uitbouwen sociale samenhang in de maatschappij door het ondersteunen van wijkplatforms, bewonerscommissies, individuele bewoners, activiteiten en vrijwilligers
Programmabegroting 2014
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Overleg voeren met de wijkplatforms. Inzetten mogelijkheden voor ondersteuning van het particulier initiatief ter verbetering van de leefomgeving
Permanent
Het uitvoeren van het activiteitenprogramma
Permanent
Opstellen van een beleidsnotitie over wijkgericht werken
Besluitvorming en implementatie e 1 kwartaal 2014
36
Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2014
2015
2016
2017
2018
Programma Ruimte Baten Huisvesting en ruimtelijke ordening Groen en Milieu Verkeer en beheer
17.308.000 22.937.000 31.297.000 12.056.000 11.359.000 9.137.000 14.612.000 22.856.000 7.359.000 7.457.000 7.548.000 811.000 868.000 893.000
3.483.000 7.662.000 911.000
2.630.000 7.818.000 911.000
Lasten
26.592.000 32.081.000 40.560.000 20.400.000 19.519.000
Huisvesting en ruimtelijke ordening Groen en Milieu Verkeer en beheer
10.946.000 16.432.000 24.924.000 9.924.000 9.888.000 9.877.000 5.722.000 5.761.000 5.759.000
Saldo
-9.284.000
Programmabegroting 2014
-9.144.000
-9.264.000
4.816.000 9.851.000 5.733.000
3.955.000 9.832.000 5.732.000
-8.344.000
-8.160.000
37
3 Bestuur en regio Programmadoelstelling Papendrecht is en blijft een zelfstandige gemeente die verbindt in ruimtelijke en in menselijke zin, waarbij bewoners, instellingen, bedrijven en gemeente gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen. Het hoofduitgangspunt is lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Daarbij is samenwerken in de verschillende regionale verbanden van belang, maar wel met behoud van de eigen identiteit van onze gemeente, waarbij veilig en comfortabel leven, wonen, recreëren en werken voorop staan. Onze gemeente is een zelfstandige gemeente met een eigen identiteit binnen de Drechtsteden, Alblasserwaard-Vijfheerenlanden en Zuid-Holland Zuid. Uitgangspunt in bestuurlijk handelen is daarbij verlengd lokaal bestuur. De gemeente stelt, naast het algemeen belang, de inwoners centraal en is als gemeente duidelijk, betrouwbaar, transparant en legt verantwoordelijkheid af. Bestuurlijke speerpunten De bestuurlijke speerpunten zijn in het collegeprogramma opgenomen. Daarnaast en in aanvulling daarop wordt speciale aandacht besteed aan de onderwerpen duurzaamheid, onderwijs en arbeidsmarkt en economie. Een ander belangrijk aandachtspunt is de uitvoering van het in 2013 vastgestelde Ontwikkelprogramma dienstverlening Papendrecht. Aan deze onderwerpen is in deze begroting dan ook ruim en specifiek aandacht besteed.
3.1
Veiligheid / handhaving
Toezicht en handhaving Inwoners moeten zich veilig voelen, waarbij sprake moet zijn van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid en inwoners om aandacht te hebben voor bestrijding van overlast, verloedering en verrommeling. De overheid zorgt voor handhaving en toezicht. Om de overlast in de openbare ruimte te beperken is handhaving belangrijk. De kwalitatieve inrichting van de openbare ruimte vereist adequate handhaving. De gemeente wil en moet de wet- en regelgeving, waarvoor zij bevoegd gezag is, handhaven. Het voorkomen van overtredingen heeft hierbij prioriteit. Dit is de preventieve kant van toezicht. Door naleving van regels te benadrukken wordt overtreding van regels voorkomen. We proberen hier de (noodzaak van) handhaving te voorkomen. Om dit mogelijk te maken te maken wordt het handhavingsbeleid geactualiseerd en worden prioriteiten voor handhaving bepaald. Gemeentelijke toezicht Drank- en Horecawet Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) in werking getreden. De gemeenten zijn sindsdien verantwoordelijk voor de handhaving van de wet, het voordeel is dat handhaving veel gerichter kan worden ingezet. Met ingang van 1 januari 2014 is het verboden alcohol te verkopen aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast zijn jongeren onder de 18 jaar strafbaar als ze alcohol in bezit hebben, zowel in horecagelegenheden als op de openbare weg. Verkopers van alcohol die in twaalf maanden tijd drie keer worden betrapt op verboden verkoop, verliezen (tijdelijk) hun vergunning. De in de DHW verplicht gestelde verordening paracommercie ter voorkoming van oneerlijke mededinging bij het verstrekken van alcoholhoudende drank wordt in het najaar van 2013 vastgesteld. Met de nieuwe DHW heeft de burgemeester de bevoegdheid gekregen om toezichthouders Drank- en horecawet aan te wijzen. In de regio Zuid-Holland Zuid zijn verschillende initiatieven gestart om meer samen te werken. Papendrecht heeft samen met andere gemeenten in de AlblasserwaardVijfheerenlanden een convenant afgesloten dat samenwerking mogelijk maakt. De buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) kunnen op basis van dit convenant handhavend optreden binnen de verschillende gemeenten. Hiermee wordt de kwetsbaarheid verminderd en verbetert de kwaliteit van handhaving bij grote evenementen. Wijziging Wet Bibob De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen en subsidies of bij aanbestedingen. Per 1 juli 2013 is de nieuwe Wet Bibob in werking getreden, deze regelt een uitbreiding en verbetering van het gebruik van de wet. De wet heeft de doelstelling om meer uniformiteit in het gebruik ervan te
Programmabegroting 2014
38
betrachten en de regeldruk voor ondernemers te verminderen. Voor de gemeentelijke producten en diensten geldt dat de Wet Bibob nu niet meer de branches en sectoren noemt waarbinnen deze geldt. Gemeenten kunnen in een beleidslijn bepalen binnen welke sectoren zij de Wet Bibob inzetten. De uitbreiding van de wet maakt het onder andere mogelijk de vastgoedsector, kansspelsector, de vuurwerkimporteurs, vergunningen in het kader van de Huisvestingswet en de doorvoer, uitvoer en overdracht van strategische goederen en diensten aan een Bibob onderzoek te onderwerpen. Buitengewoon Opsporingsambtenaren Op lokaal niveau wordt het takenpakket van de buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) steeds verder uitgebreid. De gemeentelijke boa’s zijn bevoegd op een uiteenlopend aantal terreinen te handhaven. Ze moeten daarbij over steeds meer vaardigheden beschikken. Opleidingen en cursussen worden geïntensiveerd tot een systematiek van permanente bijscholing. Voor de boa’s blijven opleidingen gericht op vaardigheden als gespreks- en benaderingstechnieken van grote waarde. Openbare orde en veiligheid De overheid voert met het integrale veiligheidsbeleid (Integraal Veiligheidsplan 2012-2015, IVP) de regie over de veiligheid binnen de gemeente. Ketensamenwerking is hierbij van groot belang, want de uitvoering van het veiligheidsbeleid ligt bij een veelheid aan partijen. Naast de gemeente, of meer nog de politie, dienen ook burgers, bedrijven en instellingen een bijdrage te leveren aan het lokale veiligheidsbeleid. Naast de prioriteiten uit het IVP wordt in 2014 in de eerste plaats extra ingezet op de vermindering van jongerenoverlast, de in 2013 ontwikkelde integrale aanpak wordt voortgezet. Ten tweede worden, ter vermindering van geweld en alcoholoverlast, verschillende maatregelen in het kader van de nieuwe Drank- en Horecawet ingezet. Op het gebied van de vermindering van veelvoorkomende criminaliteit, hebben maatregelen ter voorkoming van woninginbraken tevens veel aandacht. Met ingang van 1 januari 2013 is de nieuwe Politiewet in werking getreden en de Nationale Politie opgericht. In 2014 wordt de nieuwe politieorganisatie verder ingericht. De belangrijkste wijziging voor Papendrecht is dat de indeling van politieteams op gemeentelijk niveau wijzigt. Het huidige wijkteam van politie in de Alblasserwaard West wordt opgesplitst, onze gemeente gaat gezamenlijk met de gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht het nieuwe basisteam ‘Drechtsteden Buiten’ vormen. Rampenbestrijding en crisisbeheersing Een belangrijke ontwikkeling is de start van het bureau Gemeenten, op het niveau van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid, per 1 januari 2014. Dit is één van de belangrijkste uitkomsten van de doorontwikkeling van de gemeentelijke kolom op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Bij het bureau Gemeenten worden coördinerende en beleidsmatige taken, onder andere op het gebied van planvorming en opleiden en oefenen, belegd. Met deze activiteiten draagt het bureau Gemeenten bij aan de versterking van de gemeentelijke risico- en crisisbeheersing tegen de achtergrond van de Wet veiligheidsregio's. Door uniforme taken waar mogelijk centraal uit te voeren, wordt een kwaliteitsverbetering op het gebied van bevolkingszorg verwacht. De lokale crisisbeheersingsorganisaties worden op de schaal van de subregio’s geclusterd. Voor de Drechtsteden wordt hiermee één crisisbeheersingsorganisatie ingericht. Dit houdt onder meer in dat in gezamenlijkheid invulling aan de personele inzet bij eventuele crises wordt gegeven. Op deze manier wordt een organisatie opgezet waarbij continuïteit van functies en bijbehorende kwaliteit kan worden gewaarborgd. 3.2
Bedrijfsleven
De lokale arbeidsmarkt en economie krijgen in Papendrecht permanente aandacht. Dit heeft resultaat, de economische bedrijvigheid is groot en de werkloosheid is relatief gering. Om die situatie te consolideren en waar mogelijk te verbeteren, moet echter wel geïnvesteerd worden in een blijvend duurzame economie en arbeidsmarkt. De gemeente neemt de regie om verbinding te leggen tussen gemeente en ondernemers. Enerzijds om bedrijven en ondernemers van dienst te zijn en anderzijds om belangrijke impulsen te geven aan de plaatselijke economische ontwikkeling en werkgelegenheid. Specifieke aandacht is er voor de
Programmabegroting 2014
39
MKB-ondernemers (detailhandel) en startende ondernemers en de topsectoren. Onze gemeente (en met name het centrum) vervult een belangrijke regiofunctie, met name voor de Alblasserwaard. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Contact onderhouden startende ondernemers
Intensiveren project ZZP’er in beeld in samenwerking met de KvK en intensiveren mentorproject.
2014-2015
Relatie met bedrijfsleven versterken
Bedrijfsbezoeken in kwantitatief en kwalitatief opzicht verbeteren. Organiseren van en participeren in netwerkmomenten.
Permanent
Overlegstructuren met bedrijven optimaliseren
Overleggen met Ondernemersvereniging Papendrecht en verschillende winkelcentra. Aangevuld met bijzondere overleggen inzake het IVP, KVO en startende ZZP’ers.
Permanent
Digitale dienstverlening aan bedrijven optimaliseren
Subsite bedrijfsleven uitbreiden met meer digitale voorzieningen voor bedrijven.
2014
3.3
Dienstverlening en communicatie
3.3.1
Dienstverlening
In 2013 is het Programmaplan dienstverlening Papendrecht vastgesteld. Met de vaststelling hiervan hebben het college en de gemeenteraad de koers voor de komende jaren uiteengezet. Onze koers laat zich kenmerken door een grotere gerichtheid op de verwachtingen, wensen en eisen die onze burgers, bedrijven en instellingen hebben en door het voortdurend aanpassen van de gemeentelijke dienstverleningsorganisatie aan de veranderende omstandigheden in de omgeving. Daarnaast ziet de gemeente Papendrecht de trend waarbij gemeentelijke organisaties onder druk van vermeende efficiëntie gedwongen worden tot een steeds bedrijfsmatiger karakter. De trend neigt naar het opstellen van protocollen, procedures en systemen die de flexibiliteit beperken. Papendrecht beseft echter dat het juist in dienstverlenende functies belangrijk is dat de medewerkers contextafhankelijk te werk kunnen gaan. De medewerkers in deze dienstverlenende functies voelen als geen ander de spanning tussen het bedrijfsmatig ideaal en de mogelijkheden tot het flexibel inspelen op de vraag van een burger, bedrijf of instelling. We bieden hen dan ook de flexibiliteit die van onmisbaar belang is voor de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening. Het accent blijft dus naast de efficiency, liggen op de kwaliteit en doeltreffendheid van de gemeentelijke dienstverlening, omdat we geloven dat deze werkwijze uiteindelijk het meest efficiënt is. In het ontwikkelprogramma dienstverlening en het collegeprogramma is de dienstverlening stevig verankerd: zo is in het collegeprogramma opgenomen dat dienstverlening mensgericht, snel en zeker, samenwerkingsgericht, transparant en aanspreekbaar moet zijn. Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat de gemeente er moet zijn voor haar burgers, bedrijven en instellingen, niet andersom. De verwachtingen van burgers, bedrijven en instellingen nemen continu toe. De duidelijke opdracht uit het collegeprogramma wordt daarmee nog relevanter. Burgers, bedrijven en instellingen verwachten vooraf duidelijkheid over te doorlopen procedures. Men verwacht dat wij meedenken, actief inspelen op nieuwe ontwikkelingen, geen overbodige gegevens opvragen, zaken slim en snel oplossen. Maar ook dat we, als de situatie daar om vraagt, kunnen omschakelen en de tijd nemen om een maatwerkoplossing te bieden. Kortom van de gemeente wordt verwacht dat we een professionele partner zijn. Het continu inspelen op deze verwachtingen is van belang voor de ervaren kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening. We proberen daarom voortdurend signalen bij burgers, bedrijven en instellingen op te halen door klantvraaganalyse en klanttevredenheidsonderzoeken toe te passen. Verder hebben we te maken met verregaande vormen van digitalisering. De overheidsbrede implementatie-agenda dienstverlening e-overheid (i-NUP) wil met 24 ‘’digitale’’ voorzieningen de benodigde basisinfrastructuur voor de e-overheid en gemeentelijke dienstverlening implementeren.
Programmabegroting 2014
40
Concrete voorbeelden daarvan voor 2014 zijn de regionale consolidatie van de GBA en de landelijke invoering van Registratie Niet-Ingezetenen. Daarnaast starten we in Papendrecht verkenningen in het kader van sociale media, webcare en selfservice-concepten. We beseffen echter als geen ander dat we ook een special-care doelgroep (minder zelfredzamen) hebben die niet of nauwelijks gebruik maakt van de digitale voorzieningen. Voor deze groep regelen we maatwerkoplossingen. De kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening is van essentieel belang voor het vertrouwen in de lokale overheid. Het bestuurlijk uitgangspunt is dat Papendrecht als autonome gemeente de zeggenschap houdt over de eigen financiële huishouding, het eigen grondgebied, het eigen beleid en een eigen gekwalificeerd ambtelijk apparaat. Onze gemeente streeft naar een adequate dienstverlening aan haar burgers, bedrijven en instellingen. Dat betekent dat dienstverlening mensgericht, snel en zeker, samenwerkingsgericht, transparant en aanspreekbaar moet zijn. De regionale samenwerking kan hierbij kansen bieden. Hierbij denken wij aan verdergaande samenwerking in de backoffice en het uniformeren van systemen. Uitgangspunt is dat de directe dienstverlening aan onze burgers, bedrijven en instellingen lokaal aangestuurd blijft. Directe samenwerkingskansen zien we in de vorm van mogelijke efficiencywinsten en verbetering van de kwaliteit door het samen inkopen en beheren van ondersteunende systemen, het organiseren van opleidingen, het gezamenlijk optimaliseren van processen en het in contact brengen van professionals op specifieke gebieden zodat kennis en kunde kan worden gedeeld. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Openingstijden die aansluiten op de behoeften van onze burgers, bedrijven en instellingen
Aanpassing van de openingstijden en breed invoeren van werken op afspraak.
2013-2014
Vermindering kwetsbaarheid en verder professionaliseren van de dienstverleningsorganisatie
Doorontwikkeling lokale dienstverleningsorganisatie.
2014-2015
Professionaliseren telefonische dienstverlening
Invoeren standaarden, warm doorverbinden e.d.
2014
Uitbreiden digitale dienstverlening
Uitbreiden mogelijkheden van Papendrecht heeft Antwoord©. Onder andere meer webformulieren, sociale media en self-service.
2014
Verbetering van (fysieke) dienstverlening aan de balie en receptie
Heroriëntatie op invulling van takenpakket, procesvoering en inrichting.
2014
Invloed houden op automatisering waaronder i-NUP (Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid), zaakgericht werken en andere projecten ter verbetering van bedrijfsvoering of dienstverlening
Starten met lokale, integrale stuurgroep waarin deze ontwikkelingen worden besproken om zo de invloed op de regionale projecten te vergroten.
2014
Burgers vooraf duidelijk informeren over doorlooptijden, procedures en andere zaken.
Invoering kwaliteitshandvest met een set breed gedragen en meetbare servicenormen. Sturen op basis van set servicenormen. Tevens schrijven in klare taal.
2014
Gericht blijven op behoeften van onze burgers, bedrijven en instellingen en de ontwikkelingen daarop richten.
Door klantvraaganalyse, klanttevredenheidsonderzoeken en benchmarking inzichtelijk maken welke behoeften er in de samenleving zijn.
Permanent
Deregulering en administratieve lastenverlichting
Processen efficiënter en effectiever laten verlopen door procesanalyse. Aanvraagformulieren standaardiseren en screenen op overbodige indieningsvereisten.
Permanent
Programmabegroting 2014
41
Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Verbeteren afhandeling en intake van meldingen in het kader van de openbare ruimte
Updaten van het systeem, uitbreiden digitale mogelijkheden (mobiele app) en implementeren van nieuwe werkwijze.
2014
Op regionaal niveau harmoniseren en optimaliseren van processen en systemen burgerzaken om zo de effectiviteit en efficiency te verbeteren
Harmonisatie en optimalisatie van 22 burgerzakenprocessen en de regionale consolidatie van de nu nog lokale GBAsystemen, invoering RNI.
2014
Verbeteren bedrijfsvoering, rechtmatigheid en dienstverlening
Proactief bijdragen aan de regionale invoering van het digitaal archief en Zaakgericht werken.
2014-2015
Succesvol organiseren verkiezingen gemeenteraad en europees parlement
Er is een integrale projectgroep geformeerd die de verkiezingen organiseert.
2014
Effectief en efficiënt vormgeven van het parkeerbeleid.
Implementeren Easypark
2014
3.3.2
Burgerzaken
Internationale samenleving Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een juiste bijhouding van de gemeentelijke basis administratie (GBA) en registers van de burgerlijke stand. Omdat de gemeentelijke basis administratie een brondocumenten administratie is, worden aan buitenlandse brondocumenten eisen gesteld. Documenten uit het buitenland moeten voorzien zijn van legalisaties. Inmiddels is gebleken dat legalisatie van buitenlandse brondocumenten in veel gevallen geen zekerheid geeft over de juistheid van de inhoud. Dit leidt tot schijnzekerheid, omdat documenten uit landen die geen goed functionerende burgerlijke stand hebben of waarvan de inhoud discutabel is, in Nederland de status betrouwbaar krijgen, terwijl ze dat niet zijn. Een andere aanpak wordt vormgegeven in het project naar “Betrouwbare Persoonsgegevens”, met ingang van 1 april 2013 worden documenten uit een aantal landen niet meer gelegaliseerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het toezicht op de inhoudelijke juistheid van het brondocument blijft de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan waar het document wordt aangeboden. Door het verschuiven van de verantwoordelijkheden nemen de gemeentelijke behandeltijden toe en hebben we te maken met hogere kosten voor verificatie van brondocumenten, administratie en opleiding. Naast het streven naar een optimale expertise dient ook beleid te worden gevoerd aangaande de procedures van verificatie en bezwaar en beroep Vaststellen van de identiteit en identiteitsfraude “Ben je wie je zegt dat je bent”. Medewerkers van de balie vervullen een poortwachterfunctie in het voorkómen van identiteitsfraude. Bij identiteitsfraude gaat het over fraude met identiteit en identiteitsgegevens door een persoon of groep personen met het doel op onrechtmatige wijze voordeel te halen. Identiteitsfraude veroorzaakt steeds meer problemen voor overheid en bedrijfsleven. Controle van gegevens, documenten en personen is een essentieel onderdeel van een zorgvuldige dienstverlening aan burgers. De vreemdelingendienst wordt uitgenodigd om een bijeenkomst te houden over fraude met documenten, daarbij betrekken wij uiteraard andere gemeenten in de regio. Geslachtsnaamswijzigingen Met ingang van 1 oktober 2013 stuurt de dienst Justis namens het ministerie van Veiligheid en Justitie geen geslachtsnaamswijzigingen meer naar gemeenten. Het Ministerie gaat de aanvragen zelf afhandelen. De rol van de gemeenten is het horen van betrokkenen en het aanvullen en controleren van GBA gegevens. 3.3.3
Communicatieve overheid
We blijven ons inzetten om de dienstverlening aan burgers, bedrijven en instellingen te verbeteren. Van de gemeente wordt verwacht dat zij betrouwbaar, bereikbaar en geloofwaardig is en procedures
Programmabegroting 2014
42
snel afhandelt. Helder communiceren is hierbij van groot belang. In 2014 gaan we voortvarend verder met het in 2013 ingezette streven om te schrijven in klare taal (lager taalniveau, zonder jargon). Zodat ook burgers met een lager taalniveau onze brieven en folders snappen. Wij zoeken in toenemende mate de dialoog, bijvoorbeeld met ondernemers bij de revitalisering van het bedrijventerrein Oosteind en onze maatschappelijke partners bij de visie op intergemeentelijke samenwerking. Ook de inzet van social media is in toenemende mate van belang. Deze wijze van communiceren stimuleren wij en willen we verder uitbouwen. De interactieve beleidsvorming wordt in 2014 verder vormgegeven. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Dienstverlening aan ondernemers verbeteren
Pakket van verbetervoorstellen samenstellen. Subsite Ondernemen verder uitbouwen (o.a. E-herkenning integreren en Antwoord© aanvullen, meer volledig digitale producten integreren). Jaarlijkse bijeenkomst organiseren.
2014
Minimalisatie overbodige indieningvereisten en standaardisatie aanvraagformulieren
Volgens een vast formaat opstellen van standaardaanvraagformulieren voor alle producten en diensten.
Permanent
Schrijven in klare taal (B1 taalniveau)
Traject van bewustwording en opleiding organiseren voor medewerkers die uitgaande stukken schrijven voor burgers, bedrijven en instellingen.
Permanent
Betrekken burgers bij visie- en planvorming gemeente
Vormgeven instrument interactieve beleidsvorming.
2014
3.3.4
Permanent
Administratieve regeldruk
Ook in 2014 wordt daar waar het kan het regelniveau verminderd. Naast de verbetering van de dienstverlening draagt een vermindering van regels bij aan een slagvaardiger overheid. Daar waar dat kan wordt het regelniveau verminderd. Voorbeelden zijn vermindering van regeldruk bij subsidieverstrekking en het verminderen van administratieve lastendruk in het kader van de centrumontwikkeling door partners aan de voorkant bij de planvorming te betrekken. Ook de aanpassing van het welstandsbeleid is een voorbeeld waarbij daar waar het kan de administratieve regeldruk voor burgers, bedrijven en instellingen wordt verminderd. Ook is ten aanzien van de kapvergunningen, de verantwoording over subsidies en bij het bidbook bij de sportvoorzieningen sprake van directe vermindering van administratieve regeldruk. Ook de rijksoverheid is bezig met trajecten die de regeldruk verminderen en daarmee kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de dienstverlening. Zo hoeven burgers voor hun rijbewijs in 2014 niet e e meer verplicht vanaf hun 70 jaar maar vanaf hun 75 jaar gekeurd te worden, kan de verklaring omtrent gedrag digitaal worden aangevraagd en zijn op dit moment landelijke pilots gaande waarbij de aangifte van overlijden digitaal kan worden ingediend. Subdoelstellingen Wat willen we bereiken?
Maatregelen Wat gaan we er voor doen?
Planning
Minimum niveau wet- en regelgeving nastreven
Mogelijkheden onderzoeken tot schrappen van wetten en/of het vereenvoudigen van regelgeving
permanent
Verbeteren proportionaliteit tussen subsidiebedrag en administratieve lasten bij verlenen en vaststellen subsidies
Subsidieverordening waarbij wordt uitgegaan van verschillende subsidieregimes
permanent
Programmabegroting 2014
43
3.4
Regionale samenwerking
Binnen de Drechtsteden is en wordt een intensieve discussie gevoerd over de samenwerking en toekomst van de Drechtsteden. Voor Papendrecht zijn onze Visie op intergemeentelijke samenwerking en de daarin vastgelegde vuistregels leidend. Uitgangspunt is verlengd lokaal bestuur. Dat geldt zowel voor de regionale programmering als de inrichting van het netwerkbestuur. We behouden zeggenschap over de eigen financiële huishouding, het grondgebied, het beleid en een gekwalificeerd ambtenarenapparaat. Op het vlak van samenwerking is het van belang te versnellen. Dat kan zowel op het bestuurlijke niveau als op het niveau van ambtelijke samenwerking. Het is tijd voor innovatieve oplossingen, behorend bij een dynamische netwerkorganisatie. Onze gemeente staat midden in de samenleving en participeert vanuit die positie in vele netwerken. Als gemeente streven wij naar succesvolle samenwerkingsverbanden door middel van een eenduidige en herkenbare samenwerkingshouding. Naast netwerksamenwerking in de Drechtsteden is er samenwerking met Alblasserwaard-Vijfheerenlanden op basis van logische functionele verbanden, maar ook vindt samenwerking plaats op het gebiedsniveau Zuid-Holland Zuid. Wij willen als bestuur de samenleving zo goed mogelijk bedienen. Naar onze mening is een bestuurlijke zelfstandig Papendrecht met zeggenschap over het ambtelijk apparaat randvoorwaardelijk. Wij willen doorontwikkelen naar een netwerkorganisatie, waarbij het toegroeien naar één ambtelijke organisatie van meerdere gemeenten niet wenselijk is. Om de samenwerking te intensiveren zijn voorstellen gedaan die betrekking hebben op het bijeenbrengen van capaciteit. Met de gedachte achter die voorstellen kunnen wij instemmen, maar wij stellen wel voorwaarden aan de inrichting van de sturingsrelatie. De voorstellen die een eenduidige sturing van het netwerk versterken ondersteunen wij in principe. De inhoudelijke agenda wordt in hoge mate bepaald door het regionaal meerjarenprogramma en hetgeen in de begroting is vastgesteld. Verder is sprake van voorstellen met betrekking tot de (uniformering van de) werkwijze. Met name daar waar samenwerking efficiënt en effectief is, ondersteunen wij de voorstellen. Het jaar 2014 zal een jaar worden waarbij de diverse voorstellen revenuen gaan opleveren, waarbij de vraag is in hoeverre wij besparingen in de begroting van 2015 en volgende jaren kunnen opnemen. Doorontwikkeling organisatie De noodzaak is regionaal aanwezig om efficiënter en effectiever te gaan werken (onder andere via het Ontwikkelprogramma Drechtsteden). Los van de exacte uitkomst van de besluitvorming over het ontwikkelprogramma zijn de eerste reacties van gemeenten bekend. Het beeld van Papendrecht is dat wij vanuit kracht en eigenheid reageren op de voorstellen en vooral daarbij proactief moeten zijn. Onze organisatie moet flexibel en toekomstgericht worden ingericht zodat we soepel kunnen meebewegen met de regionale besluitvorming over samenwerking. In het krachtenveld van de regio heeft Papendrecht een positie bepaald met de vaststelling van de visie op intergemeentelijke samenwerking. De wereld daarna heeft niet stil gestaan. Intensiever dan ooit tevoren is gezocht naar verdere samenwerkingsmogelijkheden. De wil is aanwezig om verder ambtelijk samen te werken, zonder de grenzen van de eigenheid te overschrijden. Dat betekent dat 2014 voor ons ook het jaar van de doorontwikkeling van de organisatie is (en dan met name voor wat betreft de implementatie). Naast de regionale impulsen zijn ook intern organisatorische overwegingen van betekenis voor het doorontwikkelen. Maar ook vernieuwende, of zelfs innovatieve vormen van werken en samenwerken maken een doorontwikkeling wenselijk. Kijkend naar het meerjarenperspectief is tevens een belangrijke invalshoek of bij de doorontwikkeling van de organisatie ook efficiënter en effectiever kan worden gewerkt. Besparingen zijn op dit moment niet de belangrijkste drijfveer, maar zijn wel een relevante invalshoek. De hoofdlijnen van de doorontwikkeling zijn via een aantal lijnen te beschrijven, zonder daarbij de specifiek organisatorische veranderingen te benoemen. Van belang is dat de wisselwerking tussen bestuur en organisatie wordt versterkt (mede door intensiever opdrachtgericht te gaan werken) en wordt ook de wisselwerking tussen bestuur en samenleving versterkt door nog intensiever te communiceren, de dienstverlening op hoog niveau te houden en informatie van buiten naar binnen te halen. Uiteraard hoort daarbij ook een versterking van concernsturing en bedrijfsvoering. Naast integratie van inhoudelijke beleidsvelden zal ook het middelenbeleid verder worden geïntegreerd. Onderdeel daarvan is ook de versterking van de financiële functie. Een tegenwicht daarbij wordt gevormd door de concerncontrol functie die onafhankelijker vorm wordt gegeven. Verder optimaliseren wij beheer en uitvoering door uitvoerende onderdelen (intern) op afstand te plaatsen en samenhangende beheer- en uitvoeringsvelden te bundelen. Ons model maakt het mogelijk flexibeler samen te werken met en voor anderen.
Programmabegroting 2014
44
Daarnaast bevorderen wij de ontwikkeling van onze medewerkers. We zien steeds meer dat onze medewerkers regionaal actief zijn (bijvoorbeeld in de werkzaamheden rondom de decentralisaties, maar ook bij verschillende inhoudelijke andere thema’s). De verwachting is dat de medewerkers ook bij de uitwerking van onderdelen van het ontwikkelprogramma meer regionaal gaan werken. Daartoe moeten de competenties aanwezig zijn of worden bevorderd. We zien een combinatie van harde en zachte kant van de organisatieontwikkeling als een samenhangend, onlosmakelijk geheel. Ten aanzien van de harde kant kunnen we stellen dat sprake is van een basisstructuur die houvast biedt en primaire samenwerkingsverbanden duidt. Onze mening is dat de komende jaren steeds frequenter sturing vanuit opdrachten plaatsvindt en minder vanuit hiërarchische entiteiten in de vorm van afdelingen. Het opdrachtgericht werken wordt belangrijker. Naar verwachting wordt daarbij steeds meer in wisselende samenstellingen van medewerkers samengewerkt. Voor de organisatiestructuur betekent dit naar alle waarschijnlijkheid dat de komende jaren sprake zal zijn van organische aanpassingen, inspelend op kansen en bedreigingen. Dit is de essentie van het doorontwikkelen van de organisatie. Het is geen reorganisatie waarbij de structuur een aantal jaren in beton gegoten zal zijn. Onzekerheden zullen een vaste waarde worden, flexibiliteit zal vaker gevraagd worden. De organisatievorm is daarbij voorwaardenscheppend. Het ambtelijk apparaat wordt daarop gericht. We dagen de medewerkers uit met ideeën te komen over verandering, verbetering en innovatie. Natuurlijk worden die gewogen binnen de benoemde uitgangspunten en kaders. Maar meer dan voorheen zal interne veranderingsbereidheid en veranderingskracht worden gewaardeerd en gehonoreerd. Soms is het een adequate weg om via interne pilots te toetsen of een idee ook in de praktijk werkt. Dat vereist organisatorische moed en de bereidheid om soms ook via trial and error uit te proberen, te verkennen, te proeven en te ontdekken. Deze houding, waarbij bestuur en medewerkers meer organisatorisch adaptief denken en handelen, is gevraagd. Management en medewerkers werken vanuit vertrouwen, nemen verantwoordelijkheid, zijn open en communicatief, zetten zich maximaal in en zijn veranderingsbereid. Ook ten aanzien van de aanstellingen en de rechtspositie van medewerkers zullen we de komende periode tot vernieuwing komen. Daarbij speelt vrijwilligheid een rol, maar ook de mindset van medewerkers verandert in de richting van grotere flexibiliteit. Ook daarbij maken we gebruik van kansen. In het kader van de strategische personeelsplanning scheppen we vanuit visie een beeld voor de toekomst en beantwoorden de vraag welke personeelsbehoefte in welke vorm daar bij hoort. Dat betreft als basis een personeelsbehoefte qua formatie, maar minstens net zo van belang is de duiding van noodzakelijke competenties met bijbehorend gedrag en vaardigheden (dit kan bijvoorbeeld via een beoordeling van de competenties door de leidinggevende of een competentiescan). Het voorgaande kent veel Human Resource Management aspecten (HRM aspecten) die niet veronachtzaamd moeten worden. De leidinggevenden en in het verlengde daarvan de organisatie moeten dienovereenkomstig anders gaan werken dan nu het geval is.
Wat mag het kosten? Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2014
2015
2016
2017
2018
Baten
527.000
525.000
582.000
631.000
598.000
Veiligheid en handhaving Dienstverlening en communicatie Regionale samenwerking
75.000 452.000 0
75.000 450.000 0
75.000 507.000 0
75.000 556.000 0
75.000 523.000 0
Lasten
7.455.000
7.248.000
7.166.000
7.132.000
7.130.000
Veiligheid en handhaving Dienstverlening en communicatie Regionale samenwerking
2.455.000 4.467.000 534.000
2.456.000 4.295.000 497.000
2.342.000 4.328.000 497.000
2.345.000 4.290.000 497.000
2.345.000 4.288.000 497.000
-6.928.000
-6.723.000
-6.584.000
-6.501.000
-6.531.000
Programma Bestuur en regio
Saldo
Programmabegroting 2014
45
4 Algemene dekkingsmiddelen Omschrijving (-/- =nadelig) (-/- = nadelig)
2014
2015
2016
2017
2018
Algemene Dekkingsmiddelen Baten
Lasten
Saldo
Programmabegroting 2014
35.943.000 34.262.000 34.244.000 33.023.000 32.922.000
1.146.000
2.806.000
1.336.000
1.335.000
1.372.000
34.797.000 31.456.000 32.908.000 31.688.000 31.550.000
46
3. VERPLICHTE PARAGRAFEN 3.1
Weerstandsvermogen en taakstellingen
De paragraaf weerstandsvermogen is verruimd tot weerstandsvermogen en taakstellingen om provincie als toezichthouder en raad als kaderstellend en controlerend orgaan transparant meer inzicht te verschaffen over de financiële positie van de gemeente Papendrecht. Het weerstandsvermogen is het vangnet voor financiële tegenvallers. Voor de hoogte en samenstelling van het weerstandsvermogen zijn geen landelijke normen en richtlijnen vastgesteld. De normen voor het weerstandsvermogen worden door de raad vastgesteld. Gerelateerd aan de omvang van begroting en vermogen en aanwezige risico’s (direct en op termijn), is het weerstandsvermogen adequaat. Een gangbare norm is het hanteren van een beoogde weerstandscapaciteit (= weerstandsvermogen gedeeld door risico’s) van tussen de 1 en 1,5. Met een weerstandscapaciteit van 2 is het weerstandsvermogen goed tot uitstekend te noemen. Het weerstandsvermogen en de begroting voldoen aan de wettelijke bepalingen: Programmabegroting 2014 en Jaarrekening 2012 zijn in evenwicht. Er zijn geen taakstellingen opgenomen om de begroting sluitend te maken. Er zijn geen negatieve reserves of voorzieningen. Het weerstandsvermogen geeft het volgende beeld: Weerstandsvermogen
incidenteel
structureel
Direct beschikbaar (ultimo) 2013
10.425.000
100.000
Direct beschikbaar (ultimo) 2014
7.320.000
170.000
Direct beschikbaar (ultimo) 2017
5.725.000
170.000
Op termijn (na 2017) beschikbaar
5.925.000
310.000
Incidenteel weerstandsvermogen Het incidentele vermogen is bedoeld voor het opvangen van onvoorziene eenmalige kosten of (des)investeringen. Incidenteel weerstandsvermogen
ultimo 2013
ultimo 2014
ultimo 2015
op termijn
1. Algemene reserve
Direct
4.692.000
4.282.000
4.356.000
2. Reserve raadsvisie
Direct
541.000
549.000
207.000
216.000
3. Reserve stedelijke vernieuwing
Direct
1.751.000
1.814.000
1.951.000
2.042.000
4. Reserve zonder naam
Direct
4.924.000
2.321.000
1.056.000
1.104.000
5. Risicoreserve grondexploitaties
Direct
4.393.000
4.393.000
4.393.000
4.393.000
6. Risicoreserve erfpachtsgronden
Direct
973.000
1.410.000
1.857.000
3.127.000
7. Risicoreserve deelnemingen
Direct
68.000
102.000
136.000
238.000
8. Risicoreserve Noordoevers transform. zone Weerstandsvermogen
4.586.000
Direct
1.167.000
1.214.000
1.263.000
1.422.000
Totaal
18.509.000
16.085.000
15.219.000
17.128.000
Risico’s: 9. Risico's grondexploitatie
Direct
-4.393.000
-4.393.000
-4.393.000
-4.393.000
10. Risico's erfpachtsgronden
Direct
-973.000
-1.410.000
-1.857.000
-3.127.000
11. Risico's deelnemingen
Direct
-68.000
-102.000
-136.000
-238.000
12. Risico's Noordoevers transformatie zone
Direct
-1.167.000
-1.214.000
-1.263.000
-1.422.000
13. Risico's bijdragen verbonden partijen
Direct
-430.000
-650.000
310.000
310.000
14. Stille reserve aandelen Eneco
Direct
0
0
0
0
Risico's
Totaal
-7.031.000
-7.769.000
-7.339.000
-8.870.000
Direct restant weerstandsvermogen
Totaal (afg)
11.500.000
8.300.000
7.900.000
8.300.000
15. Verwacht begrotingsresultaat
Op termijn
-155.000
pm
pm
pm
16. Verwacht rekeningresultaat
Op termijn
pm
pm
pm
pm
17. Afgegeven gemeentegaranties
Op termijn
-920.000
-890.000
-890.000
-890.000
18. Risico inschatting herijking gemeentefonds
Op termijn
0
-90.000
-743.000
-1.490.000
Termijn restant weerstandsvermogen Totaal 10.425.000 7.32.000 6.267.000 5.920.000 In lijn met voorgaande jaren worden vanwege hun neutrale karakter de egalisatiereserves (taakmutaties rijksstromen, omgevingsvergunning, tarief afvalstoffenheffing en riool evenals de reserve voor bedrijfsvoering en frictie personeel ten behoeve van onder andere afronding OOP) buiten beschouwing gelaten.
Programmabegroting 2014
47
Toelichting: 1. t/m 4. Diverse reserves Dit betreffen de reserves volgens de Programmabegroting 2014. De Reserve ontwikkeling nieuw beleid maakt onderdeel uit van de Algemene reserve. Aan de Algemene reserve, de Reserve raadsvisie, de Reserve stedelijke vernieuwing en de Reserve zonder naam wordt jaarlijks een correctie voor prijsinflatie toegevoegd. De wijzigingen ten behoeve van het sportcentrum en het Integrale Huisvestingsplan zijn verwerkt. Bij de Reserve zonder naam en Reserve raadsvisie is meerjarig financieel rekening gehouden met de voorgenomen onttrekkingen ten behoeve van het gemeentehuis, Het gaat daarbij om € 1,65 miljoen in 2015, waarvan € 1,3 miljoen van de Reserve zonder naam en € 0,35 miljoen van de Reserve raadsvisie. 5. t/m 12. Risico’s grondexploitatie De risico’s van de grondexploitaties zijn ultimo 2012 opnieuw beoordeeld, bijgesteld en financieel in de Programmabegroting 2014 opgenomen. Gelet op de onzekere economische ontwikkelingen wordt het risico bij de grondexploitaties volledig afgedekt. De Risicoreserve Noordoevers transformatiezone wordt in lijn met besluitvorming aangehouden op het maximum risico. Tevens wordt jaarlijks een correctie voor prijsinflatie toegevoegd. 13. Risico’s bijdragen verbonden partijen Verbonden partijen hebben zelf een weerstandvermogen, maar gemeenten zijn achtervang. De ontwikkelingen in 2014 en volgende jaren per verbonden partij zijn weergegeven in de paragraaf verbonden partijen. Bij de bepaling van risico’s bij verbonden partijen wordt eerst gekeken naar specifieke risico’s en vervolgens naar het risico van de verbonden partij in het algemeen. Daarbij wordt de lijn gevolgd: 1) Kan het risico opgevangen worden binnen de bestaande budgetten dan wel is budgetbijstelling vanuit behoedzaamheid wenselijk? Te denken valt aan de bijstelling van de budgetten bij de Perspectiefnota 2014 van het Papendrechtse aandeel in de ICT kosten GRD hierbij anticiperend op de vaststelling van het ICT transitieplan GRD later in 2013. 2) Is het noodzakelijk dan wel wenselijk een voorziening te treffen? Te denken valt aan de bij de Jaarrekening 2012 opgenomen voorziening voor verwachte frictiekosten GRD. 3) Is het wenselijk binnen het weerstandsvermogen rekening te houden met een specifiek risico? Illustratief hierbij is de aparte reserve voor Noordoevers. Ook valt te denken aan de berekening van de risicowaardering verbonden partijen waarbij voor het risico van Drechtwerk een specifiek bedrag is opgenomen. 4) Waar geen specifiek risico is geduid nemen we behoedzaamheidhalve een percentage van onze bijdrage. Daarbij wordt aangesloten bij gangbare risicomanagement modellen (Risman, Naris, Deloitte) gebaseerd op het principe ‘kans maal impact’. Over het geheel genomen zijn de ontwikkelingen onzeker en gelet op de impact van risico’s bij de verbonden partijen schatten wij het benodigd weerstandsvermogen voor risico’s bij verbonden partijen in op € 6.500.000 in 2014, hierin zit een incidenteel risico voor ontwikkelingen rondom de GR Logopedische dienst en Drechtwerk. Vanaf 2015 bedraagt het risico € 310.000. 14. Stille reserve aandelen Eneco (positief of negatief risico) Eventuele ontwikkelingen bij Eneco (zie paragraaf verbonden partijen) kunnen van betekenis zijn voor de waardering van de aandelen Eneco. Wij houden conform behoedzaam beleid geen rekening met een overwaarde van de aandelen. Het positieve risico voor 2014 op een hogere uitkering is verdisconteerd in het risico verbonden partijen. 15. Verwacht begrotingsresultaat De stand van de Eerste Concernrapportage 2013, na verwerking amendement, is hierin opgenomen. 16. Verwacht rekeningresultaat Gezien het financiële klimaat waarin gemeenten zich in het algemeen bevinden, wordt vanuit behoedzaam beleid geen rekening gehouden met rekeningoverschotten.
Programmabegroting 2014
48
17. Afgegeven gemeentegaranties Er is door de gemeente Papendrecht voor circa € 10 miljoen aan geldleningen gegarandeerd. Ultimo 2014 zal nog 9,9 miljoen openstaan, dat is circa 1 miljoen minder begin 2013 (ultimo 2012). Daarnaast is zij achtervang voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor een deel daarvan (52,2 miljoen) kan de gemeente Papendrecht mogelijk worden aangesproken, ultimo 2014 zal dit gedaald zijn tot 50,9 miljoen. Ook dit is circa 7,6 miljoen lager dan in 2013. 18. Herijking Gemeentefonds en decentralisaties Het is onduidelijk wat de status is en daarmee het effect van de herijking van het gemeentefonds en de decentralisaties. In de meicirculaire 2013 en landelijk wordt niet gerept over het eerder gecommuniceerde maximale nadeel van € 15 per inwoner, welke vanuit behoedzaamheidsprincipe als een korting op de algemene uitkering was geraamd uitgaande van 75% nadeelgemeente. Dit wordt nu binnen het weerstandsvermogen meegenomen. Ook wordt rekening gehouden met het risico op voorbereidingskosten in 2014 van het opzetten van een uitvoeringsorganisatie voor de decentralisatie Jeugdzorg en AWBZ. Het weerstandsvermogen is toereikend dit nadeel op te vangen. Structureel weerstandsvermogen Het structurele weerstandsvermogen is bestemd voor tegenvallers als gevolg van autonome ontwikkelingen en calamiteiten waarvoor geen budget aanwezig is. Structurele tegenvallers dienen uiteindelijk structureel uit het begrotingsresultaat te worden gefinancierd. Het is toegestaan om gedurende een aantal jaren een bestemmingsreserve in te zetten. Het structureel weerstandsvermogen van de gemeente Papendrecht is: ultimo 2013
Structureel weerstandsvermogen
ultimo 2014
ultimo 2015
op termijn
1. Besparing inflatiecorrectie
Direct
0
0
0
140.000
2. Budget voor onvoorziene uitgaven
Direct 100.000
100.000
100.000
100.000
3. Onbenutte belastingcapaciteit
Direct
0
70.000
70.000
70.000
Totaal 100.000 Op termijn 0 Totaal 100.000
170.000 0
170.000 0
310.000 -770.000
170.000
170.000
-460.000
4. Vermindering renteresultaat bij aanwending reserves Weerstandsvermogen op korte en lange termijn
Toelichting: 1. Besparing inflatiecorrectie Aan enkele reserves wordt jaarlijks een correctie voor inflatie toegevoegd. Hiermee blijven deze reserves waardevast. Dit principe kan worden losgelaten met bijbehorende besparing. 2. Budget onvoorziene uitgaven Voor onvoorziene uitgaven is jaarlijks € 100.000 beschikbaar. 3. Onbenutte belastingcapaciteit Gemeenten mogen gezamenlijk de opbrengsten van de onroerende zaakbelasting (OZB) jaarlijks met maximaal 3% verhogen (landelijk gemiddelde). Deze zogeheten macronorm geldt voor de onroerende zaakbelasting en is een macro-plafond dat is ingesteld om te forse lokale lastenstijgingen te voorkomen. In de Programmabegroting 2014 van Papendrecht is met een stijging van de OZB met de inflatiecorrectie van 1,75% tot een opbrengst van ruim € 5,4 miljoen rekening gehouden. De onbenutte belastingcapaciteit in 2014 (het gat tussen de 1,75 en 3%) is € 70.000 met structureel effect. Als jaarlijks de inflatie lager is dan de 3% en de OZB enkel met inflatie wordt gecorrigeerd, is sprake van een structureel cumulatief effect. De opbrengsten uit afvalstoffenheffing en rioolheffing dekken volledig de kosten (100% kostendekkendheid), zodat op deze onderdelen geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit. 4. Vermindering renteresultaat bij aanwending van alle reserves De gemeente Papendrecht heeft algemene- en bestemmingsreserves per ultimo 2013 voor € 18,5 miljoen. Onze vaste activa bedraagt € 86 miljoen. Deze activa zijn grotendeels met vreemd vermogen gefinancierd. Hierdoor is de gemeente financieel kwetsbaar als gevolg van renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Het aanwenden van reserves heeft een ongunstig effect op het renteresultaat. Bij aanwending neemt de financieringsbehoefte toe en stijgen de rentelasten.
Programmabegroting 2014
49
Het opgenomen bedrag veronderstelt het aanwenden van alle geprognosticeerde reserves ultimo 2017 ad € 17,1 miljoen en een samenhangend negatief effect op het renteresultaat van € 770.000. Anderzijds vermindert hierdoor de inflatiecorrectie met € 140.000. Taakstellingen In de Begroting 2013 - 2017 was een taakstelling op bedrijfsvoering opgevoerd. Omschrijving Taakstelling bedrijfsvoering
2013 -
2014 -
2015 110.000
2016 200.000
2017 290.000
Deze is volledig gerealiseerd binnen het budget voor loonkosten & bedrijfsvoering. Daarmee zijn er geen openstaande taakstellingen meer uit voorgaande jaren. De realisatie van de heroverwegingen ligt op koers (zie bijlage B). De heroverwegingen zijn financieel vertaald in de programma’s. Voor enkele heroverwegingen geldt dat deze qua voorbereiding in uitvoering zijn, maar ze zich nog moeten manifesteren in 2014 en 2015. Zoals opgenomen in de perspectiefnota houden we in de meerjaren begrotingscijfers rekening met een korting van 1,5% in 2014, 3% in 2015 en 4,5% vanaf 2016 en verder van onze bijdrage aan verbonden partijen gebaseerd op de beweging trap op/af met gemeentefonds. GR GR D
2014
2015
2016
2017
2018
88.000
178.000
267.000
267.000
267.000
GR PG&J
0
0
36.000
36.000
36.000
GR OZHZ
4.000
8.000
12.000
12.000
12.000
0
10.000
14.000
14.000
14.000
7.000
14.000
20.000
20.000
20.000
GR VR Drechtwerk GR LP GR OVL Totaal
0
0
0
0
0
1.000
1.000
2.000
2.000
2.000
100.000
211.000
351.000
351.000
351.000
Met de verbonden partijen zijn we in overleg. Met de grootste verbonden partij, de GRD, is ten tijde van het opstellen van deze begroting bestuurlijk overleg over de invulling van deze trap af korting. Overigens is daarbij niet het feit dat trap af wordt gegaan het discussiepunt, maar de wijze waarop aangezien dit zo nauw vervlochten is met gemeentelijk beleid en uitvoeringstaken. In de meerjarenbegroting 0214 – 2018 zijn geen nieuwe taakstellingen opgenomen. Conclusies De begrotingsomvang bedraagt over 2014 € 69 miljoen en stijgt naar € 72 miljoen in 2015 en daalt tot € 58 miljoen in 2018. De waarde van de bezittingen bedraagt € 105 miljoen per 1/1/2013. Per ultimo 2013 bedraagt het structurele weerstandsvermogen € 0,1 miljoen en het incidentele termijn weerstandsvermogen € 10,4 miljoen (= 10% van € 105 miljoen). Wij hebben geen negatieve voorzieningen of reserves, geen taakstellingen en de heroverwegingen liggen op koers. Over de eerste twee jaar is er evenwicht. Het incidentele weerstandsvermogen is om eenmalige tegenvallers te financieren. Per ultimo 2014 is de vermogensomvang € 16 miljoen - inclusief apart gevormde risicoreserves van € 7,1 miljoen en zijn de benoemde risico’s € 8,6 miljoen. Dit komt neer op een weerstandscapaciteitsratio van 2. Ultimo 2014 resteert een restant vermogen voor eenmalige tegenvallers van € 7,3 miljoen. Daarmee is het weerstandsvermogen toereikend. Gemeentelijke beleid- en uitvoeringstaken zijn bij gemeenschappelijke regelingen ondergebracht met bijbehorende financiële verplichtingen. Een toename van regelingen en/of het onderbrengen van meer taken naar een gemeenschappelijke regeling leidt bij een gelijkblijvend financieel kader tot een afname van het autonome budget. Het sturen op de begrotingen van de regelingen en de managementrapportages zijn vooraf en gedurende het jaar belangrijke instrumenten voor budgetsturing op en risicobeheersing van de gemeenschappelijke regelingen en de financiële gevolgen voor de gemeente.
Programmabegroting 2014
50
3.2 Onderhoud kapitaalgoederen 2013 Inleiding In deze paragraaf wordt aangegeven wat we gaan doen aan de openbare infrastructuur in 2014. De gemeente heeft op haar grondgebied kapitaalgoederen in de vorm van wegen, civiele constructies, riolering, water, groen en gebouwen. Het onderhoud en beheer van de kapitaalgoederen is zoveel mogelijk vastgelegd in beleidsnota's en in meerjaren onderhoudsplannen. Met het vaststellen van het Wegenplan 2013-2017 en het Groenplan 2013-2017 is tevens de beheervisie openbare ruimte vastgesteld.
Beheervisie openbare ruimte De openbare ruimte heeft vele functies. Het is dé ontmoetingsplek van de samenleving, het is de plek voor economische en maatschappelijke activiteiten, voor transport en vervoer en voor ontspanning, de plek waar kinderen spelen en opgroeien, bewoners en bezoekers genieten van groen, water en buitenlucht. Beheer is erop gericht om al deze functies van de openbare ruimte blijvend te faciliteren. Alle onderdelen van de openbare ruimte dienen hiertoe gedurende de levenscyclus aan hun functie te blijven voldoen en na afloop van de levensduur te worden vervangen. De openbare ruimte wordt door middel van beheer en onderhoud in stand gehouden. Belangrijk hierbij is dat klein onderhoud, groot onderhoud en vervanging in onderlinge samenhang worden uitgevoerd. Om zo onnodige kosten te voorkomen. Dit proces is onderstaand in beeld gebracht.
Aanleg
Vervanging
Klein onderhoud /IBOR Groot onderhoud
Onderhouds toestand
Onderhoudscyclus 0
Tijd (jaren)
40 - 60 jaar
Figuur 1: Onderhoudscyclus
Openbare ruimte (IBOR) Algemeen Beleidskader: Beleidsvisie IBOR 2009-2014. Met de Beleidsvisie IBOR 2009-2014 is een kader vastgesteld voor de integrale aanpak van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Papendrecht. De huidige beleidsvisie IBOR loopt in 2014 af. De startnotitie voor de IBOR 2014-2018 is door het College op 12 augustus 2013 vastgesteld. Besluitvorming wordt eind 2014 dan wel begin 2015 verwacht.
Programmabegroting 2014
51
De verwerking van de financiële bijstellingen als gevolg van de vastgestelde heroverwegingen zijn aanleiding om een geactualiseerd IBOR-beleidsvisie op te stellen. Daarnaast vraagt de doorontwikkeling van de onderstaande thema's een nieuwe impuls voor de komende vier jaar: 1. het beheren en onderhouden van de openbare ruimte op een zodanige manier dat de inwonertevredenheid gehandhaafd blijft tegen maatschappelijk verantwoorde kosten en dat de gemeente voldoet aan haar wettelijke zorgplicht; 2. het doorontwikkelen van de betrokkenheid van de inwoners met als doel leefbaarheid te bevorderen; 3. het doorontwikkelen van de integrale afstemming bij de uitvoering van werkzaamheden door onder andere meer te gaan werken op regie; 4. het doorontwikkelen van duurzaam beheer. Riolering Beleidskader Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 Stedelijk Waterplan 2007-2016 Egalisatievoorziening Groot onderhoud 2013-2023 De Wet milieubeheer bepaald dat gemeenten verplicht zijn een geldig verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) te hebben. Verbreed wil hierbij zeggen dat de gemeente naast een zorgplicht voor afvalwater ook de zorgplicht heeft voor hemelwater en grondwater. Het vGRP geeft inzicht in het beleid van de gemeente op het gebied van het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater en hemelwater. Daarnaast geeft het vGRP inzicht in het grondwater en dat er geen structureel nadelige gevolgen zijn voor de bestemming van de grond. Tevens worden de kosten van de activiteiten en de gevolgen voor de rioolheffing op korte en lange termijn in beeld gebracht. In 2012 is de voorbereiding opgestart in het kader van een nieuw vGRP voor de periode 2014 - 2018. Besluitvorming vindt eind 2013 plaats. Samenwerking in de waterketen In 2008 heeft Waterschap Rivierenland samen met 12 gemeenten in de polder AlblasserwaardVijfheerenlanden, een intentieverklaring “Samenwerken in de waterketen” ondertekend. Met deze ondertekening is een stap gezet om in de nabije toekomst concrete zaken gezamenlijk op te pakken. Gemeenten stemmen met elkaar af om te onderzoeken waar bezuiniging binnen de riolering mogelijk is. Vooral op het gebied van “samenwerking zoeken” op beleid- / beheersmatige aspecten zijn voordelen te halen. Op het product zelf is het de vraag of er winst valt te boeken, vanwege de samenhang met andere gemeentelijke vakgebieden wegen en groenvoorziening. De bevindingen worden vervolgens uitgewerkt in acht Businesscases, die een inschatting opleveren op de haalbaarheid en de te bereiken bijdrage aan een meer doelmatige afvalwaterketen. Eind 2013/begin 2014 wordt besluitvorming hieromtrent verwacht. In 2014 wordt uitwerking en implementatie voorzien, en worden organisatorische aanpassingen aangebracht. Wegen Beleidskader Wegenplan 2013-2017 Voorziening asfaltwegen 2013-2023 Voorziening IBOR 2013-2023 Het Wegenplan 2013-2017 geeft aan hoe we de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk inzetten voor het onderhoud van de openbare wegen. Hierbij wordt rekening gehouden met de opgelegde heroverweging. Het hoofddoel is het verantwoord begaanbaar houden van de openbare verharding, waarbij maximale afstemming plaatsvindt met het Gemeentelijk Rioleringplan. Duurzaam Veilig is de leidraad voor het inrichten van wegen. Het klein onderhoud en werkzaamheden uit de voorziening IBOR worden vooral ingezet om de levensduur te realiseren tot het moment van vervanging.
Programmabegroting 2014
52
Groen Beleidskader Groenplan 2013-2017 Voorziening IBOR 2013-2023 Het huidig groenbeleid dateert van 1991 (Groenvisie) en is daarom toe aan actualisering. Om de periode tot het nieuwe groenbeleidsplan te overbruggen is het Groenplan 2013-2017 opgesteld. In het Groenplan 2013-2017 is de wijze van onderhoud voor de komende jaren vastgelegd. Waarbij rekening is gehouden met de opgelegde heroverwegingen. Het Groenplan 2013-2017 is voornamelijk gericht op het groenbeheer en in mindere mate op het groenbeleid. Op 12 augustus heeft het College de startnotitie vastgesteld voor het op te stellen Groenbeleidsplan. Het Groenbeleidsplan is de verdere uitwerking van de Visie Groenblauwe netwerk. Het Groenblauwe netwerk is de lange termijn visie voor het groen in Papendrecht. In 2013 is de nieuwe boomverordening model 'groene kaart' door de gemeenteraad vastgesteld, hierin krijgen waardevolle en monumentale bomen en bomen in boomzones een aanvullende bescherming. In 2014 wordt het Groenbeleidsplan opgesteld. Het doel van het Groenbeleidsplan is een duurzaam groenbeleid waarbij het bestaande groen zoveel mogelijk behouden blijft, de (ecologische) kwaliteit wordt verbeterd, de flora en fauna gestimuleerd en de Groenblauwe netwerk verder wordt ontwikkeld. Het Groenbeleidsplan geeft richting voor de komende tien jaar. Het nieuwe Groenbeleidsplan bevat: 1. uitgangspunten en beleidslijnen voor bestendiging, duurzaamheid en ontwikkeling van “het groen” in Papendrecht; 2. basiskaarten met de (hoofd)groenstructuur. De groenstructuur is opgebouwd uit 3 hoofdlagen: de boomstructuur, de ecologische structuur en de recreatieve (= gebruik) structuur; 3. visies voor de verschillende deelgebieden in Papendrecht, een dergelijk visie wordt weergegeven in streefbeelden die de ambitie op het gebied van bomen, ecologie en recreatie bevatten. Dit vormt tevens een kader voor later op te stellen beheersplan(nen), op algemeen gemeentelijk niveau en in het bijzonder de parken; 4. informatie over diverse groene wetten en kaders (zoals de flora- en faunawet, boswet e.d.) die voor Papendrecht van belang zijn.
Openbare verlichting Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. Het doel van openbare verlichting is om bij duisternis de weggebruiker te ondersteunen. Met het beheer van de openbare verlichting wordt de installatie in stand gehouden door effectief beheer en efficiënt onderhoud. Voor het beheer en onderhoud wordt zo nodig gebruik gemaakt van de richtlijn voor Openbare Verlichting ROVL-2011. Per 1 januari 2012 is de lichte Gemeenschappelijke Regeling (GR) met een Algemeen Bestuur, (AB) en een Dagelijks Bestuur (DB) van start gegaan. In deze GR werken 12 gemeenten (Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Nederlek, Vianen en Zederik) samen op het dagelijks beheer, databeheer en directievoering / toezicht op het onderhoudsbestek.
Programmabegroting 2014
53
Civiele constructies Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. Binnen de openbare ruimte bevinden zich infrastructurele kunstwerken, die de kruising van (water) wegen of andere natuurlijke barrières mogelijk maken. Dit zijn onder andere bruggen, vissteigers, geluidsschermen en duikers. Vanuit het oogpunt van veiligheid en aanzien dienen deze onderdelen te worden beheerd en onderhouden. Het huidige beleid is erop gericht de kunstwerken op het kwaliteitsniveau 'basis' te onderhouden. Voor de constructieve veiligheid van de civiele constructies zijn de algemeen geldende constructieve eisen van toepassing.
Speelruimte Beleidskader Speelruimtebeleid 2011-2016 In deze nota zijn de jaarlijkse uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de speelvoorzieningen geïnventariseerd en begroot. Dit kan aanleiding geven tot opheffen van bestaande speelplaatsen, verandering van inrichting van bestaande speelplaatsen en aanleg van nieuwe speelplaatsen. Het doel van het vastgestelde uitvoeringsprogramma speelruimtebeleid Papendrecht 2011-2016 is om richting te geven aan het proces dat leidt tot het realiseren en behouden van veilige speelplekken, afgestemd op de vraag en leeftijdsopbouw in de wijk.
Baggeren Beleidskader Voorzieningen baggeren vijvers en watergangen 2012-2022 Voorzieningen baggeren havens 2012-2022 Het doel van het Stedelijk Waterplan is om te komen tot een goed beheersbaar en aantrekkelijk watersysteem met oppervlakte water van voldoende kwaliteit. In het vastgestelde Stedelijk Waterplan is een uitvoeringsprogramma opgenomen om het bovenstaande doel te bereiken. Het onderhoud van de watergangen wordt conform de beschikbare voorzieningen en het stedelijk waterplan uitgevoerd. In 2014 wordt een beheerplan voor onderhoud watergangen opgesteld.
Parkeergarages Beleidskader Beleidsvisie IBOR 2009-2014. Binnen de Drechtsteden zijn meerdere gemeenten welke een parkeerregulering voor het centrumgebied hebben. Veelal in de vorm van een blauwe zone of een parkeervergunningstelsel. Papendrecht exploiteert op dit moment twee parkeergarages (De Meent en Overtoom). In het parkeerbeleid worden de kaders en tarieven van beide parkeergarages vastgesteld. Het beleid wordt bepaald vanuit afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Afdeling Beheer en Uitvoering zorg voor uitvoering van het onderhoud (zoals bebording, programmering, etc.). In 2014 wordt een beheerplan parkeergarages opgesteld, met als doel de structurele kostenontwikkeling in beeld te brengen.
Programmabegroting 2014
54
Onderhoud kapitaalgoederen, jaarplan projecten Groot onderhoud en vervangingsprojecten wordt in deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen benoemd en is als jaarplan beschreven. Een forse inspanning voor het klein onderhoud vindt plaats via de reguliere begroting. In de onderstaande tabel wordt een overzicht weergegeven van de donaties aan de verschillende voorzieningen. Deze stortingen vinden plaats op basis van meerjarenplannen.
Overzicht dotaties. Onderdeel openbare ruimte
Dotaties 2014 aan voorzieningen
IBOR
€
Riolering (conform nieuwe GRP), t.b.v. de voorziening groot onderhoud Wegen, t.b.v. voorziening groot onderhoud
€ 2.099.000 €
292.700
Asfalt wegen
€
418.700
Groenvoorziening t.b.v. voorziening groot onderhoud Vijvers en watergangen
€
177.900
€
142.600
Geluidschermen
€
0
Havens
€
80.100
Pontons t.b.v. waterbus
€
15.500
Speelruimte
€
68.000
Parkeergarages
€
47.000
Programmabegroting 2014
195.000
55
Wat doen we ervoor in 2014. Projecten groot onderhoud en vervanging
Uit
Havenstraat e.o.
Egalisatie voorziening grootonderhoud
€ 1.575.000
Molenlaan
Egalisatie voorziening grootonderhoud
€ 1.785.000
Rioolvervanging Gantelweg (in samenhang met Revitalisering Oosteind)
Egalisatie voorziening grootonderhoud
€
200.000
Molenlaan (asfalt rijbaan), Wieklaan, aansluitende stukken B.K. weg.
Voorziening asfaltwegen
€
420.000
Burgemeester Keijzerweg
Voorziening asfaltwegen
€ 1.944.000
Plaatselijk groot onderhoud, o.a. Voorziening IBOR Middenstraat, Rembrandtlaan,Scheidingslaan. Daarnaast enkele functionele aanpassingen en wegen/verkeerprojecten
€
195.000
Baggeren vijvers + watergangen – (gedeeltelijk) hoofdwatergangen Kraaihoek
Voorziening baggeren vijvers en watergangen
€
170.000
Dit jaar geen projecten, wel dagelijks onderhoud
Voorziening Geluidsscherm
Alle speellocaties in de wijk Molenvliet
Voorziening speelruimte
€
68.000
Ombouwen betaalautomaten vanwege niet onderhouden chip per 01-01-2014. Dagelijks en regulier onderhoud.
Voorziening parkeergarages
€
47.000
Naast deze programmering van 2014, vindt ook de uitloop van projecten uit de voorgaande jaren plaats.
Programmabegroting 2014
56
3.3
Financiering
Het Financieringsstatuut vormt het kader voor beleid en uitvoering van de treasuryfunctie. De advisering over en het beheer met betrekking tot treasury worden in opdracht van de gemeente uitgevoerd door het Servicecentrum Drechtsteden en is vooral gericht op het liquiditeitsrisico en het renterisico. Afhankelijk van de hoogte en de verwachte duur van het liquiditeitstekort of liquiditeitsoverschot wordt vermogen tijdelijk of langdurig aangetrokken of uitgezet. Het uitgangspunt bij het aantrekken van vermogen is dat de kasgeldlimiet optimaal benut wordt en zoveel mogelijk kort vermogen wordt aangetrokken. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de financieringsfunctie van de gemeente Papendrecht is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Ontwikkelingen De huidige de schuldenproblematiek in Europees verband heeft er toe geleid dat ook op nationaal niveau er meer focus is gekomen op begrotingsdiscipline en schuldposities. Op dit moment zijn er in Nederland twee relevante wetgevingstrajecten actief, te weten de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet hof) en het Schatkistbankieren. 1. Wet Houdbare Overheidsfinanciën: Dit wetsvoorstel, dat op 23 april 2013 is aangenomen door de Tweede Kamer betreft een doorvertaling van EU-begrotingsrichtlijnen naar nationale wetgeving. In de EU-richtlijnen is vastgelegd dat het maximale begrotingstekort van de overheid 3% van het BBP mag bedragen. Becijferingen hebben uitgewezen dat 0,38% van dit tekort voor rekening komt van gemeenten. Via de Wet hof zal deze tekortlimiet worden verankerd. Daarbij zal per gemeente vooraf een toegestaan portie tekort worden bepaald, de zogenoemde individuele referentiewaarde. Vervolgens zal een berekening worden gemaakt van het gemeentelijke EMU-saldo. Dit is een benadering op kasbasis, dit in tegenstelling tot het gebruikelijke baten/lastenstelsel. Als gevolg van deze benadering komen onder andere grote investeringen ineens ten laste van het saldo. Het Rijk heeft aangegeven om op termijn overschrijdingen van de norm met gemeenten te gaan verrekenen, mogelijk via de Algemene Uitkering. In discussies met het Rijk over deze Wet heeft onder andere de VNG gewezen op het gevaar dat hierdoor het realiseren van al dan niet noodzakelijke gemeentelijke investeringen in de knel kan komen. Voor de berekening van het EMU-saldo van de gemeente Papendrecht zie de tabel aan het einde van deze paragraaf. 2. Schatkistbankieren: Dit is een initiatief dat is voortgekomen uit het Begrotingsakkoord 2013. Het betekent dat decentrale overheden al hun overschotten aan liquide middelen, rekening houdend met een bepaald drempelbedrag (voor Papendrecht circa € 550.000), in ’s Rijks Schatkist zullen moeten stallen. Het oogmerk van Schatkistbankieren is tweeledig. Ten eerste heeft het een voordelig effect op de staatsschuld (EMU-schuld) doordat de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten. Ten tweede vermindert Schatkistbankieren het kredietrisico van uitzettingen. Keerzijde is dat de rendementen bij de Schatkist belangrijk lager zullen zijn. Om in dit nadeel tegemoet te komen zal onderling lenen tussen decentrale overheden toegestaan zijn. Dit draagt bij aan de eerstgenoemde doelstelling omdat de middelen dan binnen de EMU-sector blijven. Het Schatkistbankieren zal wettelijk worden verankerd door een aanpassing van de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Ten tijde van het opstellen van deze paragraaf was het wetsvoorstel in behandeling bij de Tweede Kamer. Gezien het feit dat gemeente Papendrecht in meerjarig perspectief met name aan de opnemende kant van het financieringsspectrum zal zitten, zullen de gevolgen voor de gemeente naar verwachting beperkt zijn. Zodra beide geschetste ontwikkelen in wetgeving verankerd zijn, zal worden bezien in hoeverre het gemeentelijke Financieringsstatuut moet worden aangepast.
Programmabegroting 2014
57
Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien:
Verloop rentetarieven 1 juli 2012 - 1 juli 2013 3,00%
10-jaars IRS 3-maands Euribor
Percentage
2,50%
2,00%
1,50%
1,00%
0,50%
1-jul-13
1-jun-13
1-mei-13
1-apr-13
1-mrt-13
1-feb-13
1-jan-13
1-dec-12
1-nov-12
1-okt-12
1-sep-12
1-aug-12
1-jul-12
0,00%
Datum
De korte rente, welke vooral onder invloed staat van het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft zich gedurende het eerste halfjaar 2013 consequent op een niveau van rond de 0,20% bewogen. Ook de kapitaalmarktrente is gedurende het afgelopen jaar vrij stabiel geweest: deze heeft in overwegende mate zijwaarts bewogen in de bandbreedte van 1,5% tot 2%. De beweging ten tijde van opstelling van deze paragraaf was opwaarts gericht. Oorzaak hiervan is de vrees dat de centrale banken wereldwijd over willen gaan tot afbouw van steun- en verruimende maatregelen. Voor het komende jaar wordt door een aantal sector- en grootbanken gemiddeld de in de volgende tabel weergegeven renteontwikkeling voorzien, waarbij benadrukt moet worden dat dit een momentopname is die dagelijks wijzigt. Renteverwachting komend jaar (rentevisie) Actueel ten tijde van opstelling begroting 2014
Gemiddelde verwachting grootbanken van stand over 1 jaar
Toe-/afname
Korte rente (3-maands Euribor), ca.
0,22%
0,33%
0,11%
Lange rente (10-jaars IRS), ca.
2,10%
2,07%
-0,03%
Spread
1,88%
1,74%
-0,14%
Omschrijving
Opgemerkt moet worden dat banken bij het verstrekken van financiering, afhankelijk van de leninglooptijd, nog wel opslagen berekenen bovenop de IRS-niveaus. Deze opslagen zijn het afgelopen jaar opgelopen en bedragen thans circa 0,8% (80 basispunten) voor een 10-jaars lening. Door ontwikkelingen als de schuldencrisis en strengere vermogensvereisten voor banken, de zogenoemde Basel III-richtlijnen, kunnen deze opslagen verder oplopen. Geconcludeerd kan worden dat met name voor de lange rente een stijging wordt verwacht. Het renteverschil tussen korte en lange rente zal daarmee oplopen.
Programmabegroting 2014
58
Schuldpositie De afgelopen jaren is de bewustwording rond schuldposities, juist ook van overheden, sterk toegenomen. Een schuldpositie ontstaat indien de eigen middelen van een gemeente ontoereikend zijn om bijvoorbeeld activiteiten of investeringen te bekostigen. In dat geval dient externe financiering te worden aangetrokken. Een goed zicht op de schuldpositie draagt bij aan het besef dat de aan financiering verbonden rente en aflossingen andere noodzakelijke uitgaven van de gemeente verdrukken. De (ontwikkeling van de) schuldpositie kan vanuit meerdere invalshoeken worden benaderd. Eén van de meest geijkte is de Debt Ratio. Deze ratio wordt ontleend aan de balans, waarbij wordt bezien welk percentage van het totaal vermogen (balanstotaal) met vreemd vermogen gefinancierd is. Ook kan een verhouding worden bepaald tussen de schuldpositie (balans) ten opzichte van de totale exploitatiebaten. In de navolgende tabel wordt de (ontwikkeling van) de schuldpositie van de gemeente Papendrecht zowel in historisch perspectief als richting de toekomst in beeld gebracht. Een complicerende factor daarbij is dat een kengetal als de Debt Ratio wordt uitgedrukt in het balanstotaal. Dat hindert een doorkijk naar de toekomst, omdat in begrotingen doorgaans geen volledige balans is opgenomen, maar slechts op onderdelen. In onderstaande tabel is het balanstotaal vanaf 2013 dan ook geschat. Bedragen x € 1.000
Verloop schuldpositie 2011-2017
Werkelijk
Werkelijk
Voorlopig
Raming
Raming
Raming
Raming
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Debt ratio Totale schuld (1)
€
Balanstotaal (2)
€ 111.472
€ 121.588
€ 122.000
€ 122.000
€ 122.000
€ 122.000
€ 122.000
Debt Ratio %
68%
68%
65%
67%
66%
64%
57%
76.263
€
82.093
€
79.726
€
82.340
€
79.988
€
77.636
€
69.034
Nettoschuld per inwoner Netto schuld (3)
€
53.921
€
56.505
€
54.626
€
57.240
€
54.888
€
52.536
€
43.934
Aantal inwoners
32.032
32.082
32.100
32.100
32.100
32.100
32.100
Bedrag x € 1,-
€ 1.683
€ 1.761
€ 1.702
€ 1.783
€ 1.710
€ 1.637
€ 1.369
Schuldevolutie (4) Bedrag x € 1,-
€ 78
-
-€ 60
€ 81
-€ 73
-€ 73
-€ 268
Schuldquote Netto Schuld
€
53.921
€
56.505
€
54.626
€
57.240
€
54.888
€
52.536
€
43.934
Exploitatiebaten (5)
€
83.070
€
80.377
€
84.938
€
85.074
€
65.655
€
63.569
€
56.808
Schuldquote %
65%
70%
64%
67%
84%
83%
77%
(1) Som van opgenomen leningen, kortlopende schulden en overlopende passiva. Zie balans. (2) Vanaf 2013 geschat. (3) Totale schuld minus som van uitgezette langlopende leningen, kortlopende vorderingen, liquide middelen en overlopende activa. Zie balans. (4) Toe/afname nettoschuld per inwoner t.o.v. voorgaand jaar. (5) Vóór bestemming.
Voor 2014 wordt een Debt Ratio verwacht van 67%. Dit betekent dat 67% van de gemeentelijke bezittingen met externe schuld gefinancierd is (en dus 33% met eigen middelen). Dit ligt boven het landelijke gemiddelde (55%), maar onder de kritische VNG-norm van 80%. Verwacht wordt dat de Debt Ratio de komende jaren licht daalt en zicht beweegt naar het landelijk gemiddelde. De nettoschuld per inwoner zal in 2014 een kleine € 1.800,- bedragen. De schuldquote van de gemeente zal in 2014 naar verwachting eveneens 67% bedragen en ook dit is enigszins hoger dan het landelijk gemiddelde (60%). Maar onder de kritische VNG-norm van 130%.
Programmabegroting 2014
59
Voor 2015 en verder worden schuldquotes van rond de 80% verwacht. Dit wordt vooral veroorzaakt door een zgn. ‘noemereffect’; in de meerjarenbegrotingen worden namelijk lagere exploitatiebaten voorzien. Renterisico’s Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn. Renterisico op korte schuld: de kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Indien hierbij de kasgeldlimiet bij herhaling wordt overschreden dient geconsolideerd te worden ofwel moet één en ander worden omgezet in langlopende financiering. Voor 2014 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Papendrecht als volgt worden bepaald:
Berekening kasgeldlimiet 2014: €
Begrotingstotaal Relevant percentage Kasgeldlimiet
69,000 miljoen 8,5% 5,865 miljoen
€
De gemeente Papendrecht verwacht in 2014 binnen de kasgeldlimiet te opereren. Renterisico op langlopende schuld: de renterisiconorm De toekomstige financieringsbehoefte van de gemeente wordt gebaseerd op de liquiditeitenplanning, die in nauwe samenwerking tussen gemeente en SCD wordt samengesteld en periodiek wordt geactualiseerd. Uit de meest recente liquiditeitenplanning komt naar voren dat de gemeente, om binnen de kasgeldlimiet te blijven, genoodzaakt is om in 2014 een lange financiering aan te trekken van € 5 miljoen euro. De door de gemeente gehanteerde rentevoet voor (her)financiering is bepaald op 4%. De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar te voorkomen, één en ander ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie. Met deze norm bevordert de Wet fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Conform voorschrift van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm van de gemeente Papendrecht voor 2014 circa € 14,0 miljoen bedraagt, zijnde 20% van het begrotingstotaal. Renterisiconorm
(bedragen x € 1.000)
Renterisico's
2014
2015
2016
2017
Renteherzieningen
€
-
€
-
€
-
€
-
Aflossingen
€
2.386
€
12.352
€
7.352
€
8.602
Renterisico
€
2.386
€
12.352
€
7.352
€
8.602
€
69.000
€
13.800
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2014 Percentage cf. regeling Renterisiconorm 2014
20%
Toetsing renterisico aan norm: Renterisico
€
2.386
Renterisiconorm
€
13.800
Ruimte onder de norm
€
11.414-
Programmabegroting 2014
60
Uit deze opstelling blijkt dat de gemeente Papendrecht binnen de grenzen van de renterisiconorm opereert. Kredietrisico’s Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen (verstrekte geldleningen en beleggingen) of uit verstrekte garanties. Verstrekte geldleningen De gemeente heeft voor een totaalbedrag van circa € 3,6 miljoen aan leningen verstrekt. Dit kan als volgt worden gespecificeerd naar risicocategorie: Bedragen x € 1.000 Verwachte stand per Categorie
1-1-2014
% verdeling per eind 2014
31-12-2014
Gemeenten / Provincies
€
-
€
-
0,0%
Overheidsbanken
€
-
€
-
0,0%
Semi-overheidsinstellingen
€
1.815
€
1.815
50,6%
Financiële instellingen (A en hoger)
€
-
€
-
0,0%
Overige toegestane instellingen volgens Treasurystatuut
€
1.807
€
1.773
49,4%
Niet-toegestane instellingen volgens Treasurystatuut
€
-
€
-
0,0%
€
3.622
€
3.588
100,0%
Woningcorporaties met garantie WSW
0,0%
Totaal
Het hierboven bij semi-overheidsinstellingen vermelde bedrag bestaat o.a. uit: Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) (€ 1,6 miljoen) Verleende garanties De borgstellingen kunnen als volgt worden gespecificeerd naar risicogroep: Bedragen x € 1.000 Verwachte stand per Risicopr ofiel
Categorie Directe borgstellingen (m.b.t. lokale instellingen, verenigingen e.d.) Achtervangpositie in waarborgfondsen (bijv. Waarborgfonds sociale woningbouw) Totaal
Programmabegroting 2014
1-1-2014
Middel/h oger
€
Laag
31-12-2014
% verdeling per eind 2014
10.077
€
9.980
16,4%
€
52.196
€
50.915
83,6%
€
62.273
€
60.895
100,0%
61
EMU-saldo Vanwege de voortdurende kredietcrisis en gebrekkige begrotingsdiscipline hebben de Europese lidstaten besloten een grens aan het nationale begrotingstekort van 3% te stellen, het EMU-saldo, Deze afspraken over de begrotingsdiscipline zijn opgenomen in de nieuwe Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof). (zie begin van deze paragraaf).. Voor de gemeente Papendrecht geldt onderstaand overzicht voor haar bijdrage aan het EMU-saldo: Gemeente Papendrecht Berekening EMU-saldo
2013 x € 1000,-
2014 x € 1000,-
2015 x € 1000,-
Volgens jaarverantwoording 2013
Volgens begroting 2014
Volgens meerjarenraming
-720
-1.877
-2.036
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
1.442
1.505
1.613
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4.337
5.445
4.384
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
3.084
9.842
3.313
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
12.150
7.903
13.412
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
11.920
6.979
12.523
2.710
3.405
6.594
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
Programmabegroting 2014
ja
nee
-965
ja
nee
-9.099
ja
nee
-6.835
62
3.4
Woonlasten
Inleiding De lokale heffingen kunnen we onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Dit zijn in de regel retributies (bijvoorbeeld leges, marktgeld) of bestemmingsheffingen (bijvoorbeeld afvalstoffenheffing, rioolheffing). Deze heffingen worden verantwoord op de betreffende programma’s en niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zuivere belastingen, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en de hondenbelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze paragraaf heeft betrekking op beide heffingen. In het vervolg gaan wij achtereenvolgens in op: Ontwikkelingen en rijksbeleid Overzicht opbrengst gemeentelijke heffingen Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Overige lokale heffingen Kwijtscheldingen Ontwikkelingen en rijksbeleid Tot op heden wordt de maximale jaarlijkse stijging van de onroerende-zaakbelastingen begrenst door de macronorm. In het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen (BOFV) van mei 2013 heeft de VNG met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. Er wordt gestreefd naar vervanging met ingang van 2014. Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten (x € 1.000) Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2014 en 2013, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2012. Wij merken op dat de verschillen tussen 2014 ten opzichte van 2013 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals ontwikkelingen in de WOZ-waarde en areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol.
Programmabegroting 2014
63
Heffingssoort Rekening 2012
Begroting na wijz. 2013
Begroting 2014
Mutatie 2014 t.o.v. 2013
Algemene dekkingsmiddelen (ongebonden heffingen) Onroerende-zaakbelastingen
4.979
5.124
5.401
277
- OZB woningen eigenaren
3.324
3.295
3.461
166
- OZB niet-woningen eigenaren
992
1.050
1.123
73
- OZB niet-woningen gebruikers
663
779
817
38
Hondenbelasting
158
155
155
0
5.137
5.279
5.556
277
Afvalstoffenheffing
2.986
2.986
3.009
23
Rioolheffing
3.348
3.764
4.193
429
Grafrechten
403
450
460
10
Bouwleges
470
545
635
90
Overige leges (uittreksel bevolkingsregister, huwelijken , reisdocumenten, rijbewijzen, APV vergunningen, marktgelden)
616
640
495
-145
Subtotaal Gebonden heffingen
Subtotaal TOTAAL
Overige leges (uittreksel Procentueel bevolkingsregister, huwelijken , reisdocumenten, rijbewijzen, APV vergunningen, marktgelden) 3% Bouwleges 4% Grafrechten 3%
Rioolheffing 30%
7.823
8.385
8.792
407
12.960
13.664
14.348
684
aandeel per heffingssoort op totale opbrengst 2014
- OZB woningen eigenaren 24%
- OZB niet-woningen eigenaren 8%
- OZB niet-woningen gebruikers 6% Hondenbelasting 1% Afvalstoffenheffing 21%
Programmabegroting 2014
64
Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de lokale lastendruk. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de woonlasten volgens de Atlas van de lokale lasten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) voor meerpersoonshuishoudens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. In de kolom 2014 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt. 2010
2011
2012
2013
2014
OZB-eigenaar
229,00
232,00
237,00
237,00
242,00
Afvalstoffenheffing
222,00
222,00
222,00
222,00
222,00
Rioolheffing eigenaar
177,00
204,00
228,00
255,00
258,00
628
658
687
714
722
2,3%
4,8%
4,4%
3,9%
1,1%
Ontwikkeling lastendruk % stijging tov vorig jaar
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in Papendrecht in 2014 met 1,1% zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor. Hieronder treft u per heffing een toelichting aan. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren de hoogste gemeentelijke belastingopbrengst. De OZB wordt gesplitst in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt met het vaststellen van de begroting de totale opbrengst van deze heffing. De heffingsgrondslag is de totale WOZ-waarde van de onroerende zaken, oftewel de WOZ-capaciteit. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2014 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2013. Door de geraamde opbrengst te delen door de WOZ-capaciteit ontstaat het tarief en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen. Bij het tot stand komen van het tarief is (o.a. met betrekking tot waarde ontwikkeling en percentage leegstand) uitgegaan van het advies van de Gemeentebelastingen Drechtsteden. Sinds 2009 wordt de OZB berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. 2010
2011
2012
2013
2014
Eigenaar woning
0,1026
0,1081
0,1124
0,1181
0,1287
Eigenaar niet-woning
0,1942
0,1994
0,2070
0,2105
0,2219
Gebruiker niet-woning
0,1555
0,1598
0,1659
0,1746
0,1867
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Uitgangspunt is dat dit kostendekkend gebeurt. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):
Tarief Stijging
2010
2011
2012
2013
2014
222,00
222,00
222,00
222,00
222,00
2,8%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Rioolheffing Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Tot 2010 konden alleen de kosten
Programmabegroting 2014
65
van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel via het rioolrecht worden verhaald. De kosten die via de nieuwe rioolheffing worden verhaald zijn in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) vastgesteld. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):
Rioolheffing eigendom Stijging
2010
2011
2012
2013
2014
177,00
204,00
228,00
255,00
258,00
3,5%
15,3%
11,8%
11,8%
1,2%
Papendrecht heft van eigenaren van panden een vast bedrag per jaar. Hierbij is 1 januari bepalend. Vergelijking andere gemeenten Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) is het goed een vergelijk met andere gemeenten te maken. Ook het landelijk gemiddelde is hierin opgenomen. Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2013 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. De woonlasten in 2013 in Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht laten zich samenvatten in onderstaand schema (x € 1). Gem eente
Gem iddelde
tarief
OZB
Rioolheffing
Afvalstoffen
WOZ-w aarde
OZB
eigenaar
eig/gebr
heffing
Totaal
Rangnr. m eerp.huish.
Alblasserdam
207.000
0,1203
249
250
273
772
329
Dordrecht
168.000
0,1153
194
158
248
600
37
H.I. Ambacht
228.000
0,1289
294
155
306
755
300
Papendrecht
202.000
0,1181
237
255
222
714
229
Sliedrecht
182.000
0,0979
178
193
194
565
17
Zw ijndrecht
179.000
0,1209
217
208
290
715
225
Landelijk gemiddelde
236.000
0,1091
250
183
264
697
De indicatie in de laatste kolom betekent hoe lager het rangnummer hoe lager de w oonlasten.
Overige lokale heffingen - Hondenbelasting De Gemeentewet regelt dat gemeenten een belasting op het houden van honden mogen heffen. De hondenbelasting is van nature een zuiver belasting die, net als de onroerende-zaakbelastingen, naar de algemene middelen van de gemeente vloeit. Volgens een uitspraak van hof ’s-Hertogenbosch is het heffen van hondenbelasting toegestaan als de kosten van hondenbezit voor de gemeente van wezenlijke betekenis zijn voor de heffing. De gemeente Sittard – Geleen is tegen dit oordeel in cassatie gegaan. Het college wacht deze afspraak verder af. In onze gemeente wordt (een aanzienlijk deel van) de opbrengst besteed aan voorzieningen gerelateerd aan honden, zoals hondenuitlaatplaatsen. - Lijkbezorgingsrechten - Leges - Parkeerbelastingen - Marktgeld - Havengelden - Kadegelden - Brandweerrechten Kwijtschelding Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen
Programmabegroting 2014
66
erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt ook een vermogenstoets plaats. Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst. Het doel hiervan is om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen. Op het gebied van kwijtschelding is een aantal ontwikkelingen gaande die wellicht aanleiding geven om de kwijtscheldingsverordening te wijzigen. Het gaat om regels rond vermogen, kwijtschelding van de privébelastingen van ondernemers, kosten van kinderopvang en de kwijtscheldingsnorm voor 65+sers. Hiervoor zullen waar nodig voorstellen worden gedaan. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. Er kan kwijtschelding worden verleend voor: Afvalstoffenheffing Leges gereserveerde invalidenparkeerplaats Naar verwachting wordt in 2014 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend:
x € 1.000 Afvalstoffenheffing
Werkelijk 2012 126
Programmabegroting 2014
Begroting 2013 128
Begroting 2014 128
67
3.5
Grondbeleid
In juli 2009 is de Structuurvisie Papendrecht 2020 vastgesteld. De structuurvisie is het belangrijkste beleidsdocument voor de ruimtelijke ontwikkeling van Papendrecht binnen de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met de structuurvisie wil en kan de gemeente regie voeren op de ontwikkelingen en processen die voor de toekomst van de gemeente belangrijk zijn. Het ruimtelijk beleid is bepalend voor de inrichting van de leefomgeving en is daarom bij uitstek een overheidstaak. In navolging op de structuurvisie is de nota Grondbeleid Papendrecht in de raadsvergadering van maart 2013 vastgesteld. De nota geeft een strategische visie op het toekomstige grondbeleid van de gemeente Papendrecht. Het grondbeleid is erop gericht het grondgebruik binnen de gemeente te optimaliseren, binnen de gemeentelijke doelstellingen in het kader van de ruimtelijke ordening (structuurvisie). Voorwaarde hierbij is dat geen onaanvaardbaar maatschappelijk en/of economisch risico wordt gelopen. Nu de gemeente bijna is uitgegroeid gaat het bij nieuwe ontwikkelingen vooral om herontwikkeling van bestaande wijken. Daardoor krijgt de gemeente te maken met meer spelers/actoren en een grotere maatschappelijke betrokkenheid. Ontwikkelingen zijn daardoor vaak complexer. De gemeente kan hierop inspelen met het voorliggende grondbeleid door een actieve houding te nemen, waar mogelijk en gewenst. Bij particuliere ontwikkelingen kan de gemeente beter sturen en kosten verhalen door de inzet van het instrumentarium van de Grex. De gemeente kan daarmee actief invloed uitoefenen op de grondmarkt zonder dat zij risico loopt als ontwikkelaar. Algemeen De aanhoudende financiële en economische crisis blijft invloed houden op de bouwactiviteiten in de gemeente. Potentiële kopers op de woningmarkt blijven terughoudend, ondanks dat meer duidelijk is over het rijksbeleid aangaande maximeren van hypotheken en de fiscale regelgeving. Diverse projectontwikkelaars verkeren financieel in zwaar weer. Projecten lopen vertraging op en/of worden verder doorgeschoven in de tijd. Nieuwbouw wordt heroverwogen (geoptimaliseerd), waardoor inkomsten uit grondverkoop lager zijn en vertragen in de tijd. Weinig nieuwe woningbouwprojecten worden gepresenteerd. De risico’s manifesteren zich voor onze gemeente vooral bij het complex Centrum en het complex Land van Matena. De gemeente is op dit moment nog in staat om de risico’s op te vangen binnen de aangelegde financiële reserves (risicoreserve grondexploitaties en reserve stedelijke vernieuwing). De (financiële) situatie vraagt van de gemeente echter ook een andere wijze van benaderen van de grondexploitatie. Het planaanbod van (woning)bouwactiviteiten voor de komende jaren zal optimaal moeten worden afgestemd op de vraag uit de markt. Daarnaast moeten eventuele partners in de ontwikkeling(en) extra worden getoetst op solvabiliteit. Uitgangspunten grondexploitatie Op basis van het huidige beleid worden bij grondexploitatie de volgende uitgangspunten gehanteerd: De gemeente streeft bij de realisatie van de maatschappelijke en ruimtelijke doelstellingen naar maatschappelijk gewenst en efficiënt ruimtegebruik en een optimale prijs-kwaliteitverhouding. De gemeente kiest voor een actief grondbeleid, waarbij de gemeente zelf de initiator is van de grondexploitatie. De gemeente opereert hierbij als risicodragend ondernemer. De gemeente biedt ruimte voor de bouw van woningen in particulier opdrachtgeverschap. De gemeente kiest voor passief grondbeleid (faciliterend) indien de financiële risico’s voor het ontwikkelen van het gebied te groot zijn of het verkrijgen van grondposities niet mogelijk blijkt. De gemeente beperkt zich tot grondexploitatie en zal geen opstallen ontwikkelen c.q. voor langere tijd exploiteren, tenzij hiervoor een gegronde reden aanwezig is. De gemeente hanteert marktconforme prijzen met als uitgangspunt de residuele grondwaarde methodiek; Voor de realisatie van sociale woningbouw wordt aangesloten bij de PALT-afspraken. Voor de sociale sector betekent dit een maximaal grondkostenbedrag van ruim € 14.000 exclusief omzetbelasting per woning (prijspeil 2012). De exploitatieberekeningen worden jaarlijks geactualiseerd.
Programmabegroting 2014
68
Winsten worden tussentijds genomen als deze op verantwoorde wijze kunnen worden bepaald (voorzichtigheidsbeginsel). Bij winstneming wordt het behaalde resultaat verrekend met de risicoreserve grondexploitaties. Komt de risicoreserve hierdoor boven het gewenste niveau dan zal dit worden geëgaliseerd via de reserve stedelijke vernieuwing. Een voorzienbaar verlies wordt opgenomen in de jaarrekening door het treffen van een voorziening. Komt de risicoreserve hierdoor onder het gewenste niveau dan zal dit worden geëgaliseerd via de reserve stedelijke vernieuwing. De risico’s worden normatief bepaald, waarbij als uitgangspunt wordt genomen dat alle nog verwachte uitgaven 5% hoger en alle verwachte opbrengsten 7,5% lager zullen uitvallen. De uitkomst is het gecorrigeerd resultaat (risico).
Meerjarenperspectief Grondexploitaties De exploitatieberekeningen worden jaarlijks herzien. Hiervoor wordt bij de jaarrekening per complex een bouwrekening opgesteld. In deze bouwrekeningen worden de werkelijke uitgaven en inkomsten vergeleken met de raming van het betreffende jaar. Daarnaast worden de grondexploitatieberekeningen bijgesteld, zodat een doorkijk kan worden gegeven naar het uiteindelijke resultaat. Hierbij wordt - naast de beoordeling van de beschikbare budgetten - ook gekeken naar de fasering en looptijd van een project en wordt de hoogte van de gehanteerde parameters voor rente en inflatie opnieuw beoordeeld. Voor de berekening van de financieringslasten wordt uitgegaan van een rentepercentage van 4,5% bij een positieve1 boekwaarde (uitgaven groter dan de inkomsten) en 1,5% bij een negatieve boekwaarde (inkomsten groter dan uitgaven). De geraamde kosten voor latere jaren zijn gecorrigeerd met 1,5% inflatie. Voor de geprognosticeerde opbrengsten wordt geen rekening gehouden met inflatie. Niet in exploitatie genomen gronden De gemeente heeft gronden in bezit die nog niet in exploitatie zijn genomen. Dit betreft strategische grondaankopen inclusief planbegeleidingskosten en de kosten van haalbaarheidsonderzoeken voor nieuwe ontwikkelingen. De totale boekwaarde per 31 december 2013 bedraagt bijna € 541.000. De hierin begrepen strategische grondaankopen hebben een prijs van € 6 per m². Dit is marktconform. In exploitatie genomen gronden De in exploitatie genomen gronden zijn opgenomen in een negental lopende grondexploitaties. Daarvan zijn de complexen Centrum en Land van Matena de meest risicovolle. Voor complexen waar een tekort wordt verwacht, wordt een voorziening gevormd. In onderstaande tabel is een prognose van het totaal van in exploitatie genomen gronden opgenomen waarbij rekening is gehouden met verrekening van de voorziening tekort Centrumplan, de voorziening tekort Land van Matena en (tussentijdse) winstneming. Per saldo wordt na afronding van alle lopende exploitaties een voordelig resultaat verwacht van € 1.576.000. Verloop van het totaal van in exploitatie genomen gronden Omschrijving Totaal in exploitatie genomen gronden
Boekwaarde per 1-jan-12 3.066.000
Uitgaven 2012 15.307.000
Boekwaarde Totaal nog Totaal nog Inkomsten per verwachte verwachte 2012 31-12-2012 (1) uitgaven (1) inkomsten (2) -4.083.000
14.290.000
43.376.000
59.242.000
Verwacht Resultaat (1-2) -1.576.000
Risicoreserve grondexploitatie De risicoreserve grondexploitaties is bedoeld om financiële risico’s van nog niet in exploitatie genomen gronden op te kunnen vangen. Daarnaast kunnen tekorten op lopende grondexploitaties worden afgedekt. De minimale omvang van deze reserve is, op basis van de stand van de grondexploitaties ultimo 2012 en na verrekening van de beschikbare voorzieningen, berekend op € 4.393.000. Komt de risicoreserve boven of onder het gewenste niveau, dan zal dit, in lijn met het gemeentelijk beleid, via de reserve stedelijke vernieuwing worden geëgaliseerd.
1
Conform het Besluit Begroting en Verantwoording worden uitgaven positief en inkomsten negatief verantwoord.
Programmabegroting 2014
69
Meerjarenbegroting 2014 - 2018 De budgetten van de grondexploitatie zijn onderdeel van de gemeentebegroting. In de onderstaande tabel is een specificatie opgenomen per kostensoort van de verwachte uitgaven en inkomsten. Budgetten grondexploitaties 2014 - 2018 Kostensoort Uitgaven Verwervingskosten Milieukosten Planontwikkeling Kosten bouw- en woonrijpmaken Financieringskosten Inflatie Beheer- en administratiekosten Fondsvorming Totaal uitgaven Inkomsten Gronduitgifte Inflatie Huren Bijdragen derden Verrekening verliesvoorziening Totaal inkomsten Totaal Saldo
Programmabegroting 2014
Exploitatieopzet 2013
Waarvan begroot in 2014
Waarvan begroot in 2015
Waarvan begroot in 2016
Waarvan begroot in 2017
Waarvan begroot in 2018
57.556.000 7.329.000 12.486.000 82.643.000 18.668.000 928.000 15.432.000 18.070.000 213.112.000
347.000 47.000 340.000 7.384.000 1.387.000 95.000 628.000 1.566.000 11.794.000
0 25.000 110.000 7.839.000 1.220.000 277.000 548.000 772.000 10.791.000
3.000 76.000 101.000 2.464.000 1.221.000 143.000 522.000 41.000 4.571.000
0 26.000 50.000 3.029.000 255.000 198.000 218.000 0 3.776.000
0 25.000 50.000 2.453.000 96.000 151.000 25.000 0 2.800.000
-151.107.000 0 -12.114.000 -21.496.000 -29.971.000 -214.688.000
-11.445.000 0 -348.000 -4.265.000 0 -16.058.000
-7.812.000 0 -344.000 -1.180.000 0 -9.336.000
-4.821.000 0 -318.000 0 -18.234.000 -23.373.000
-9.527.000 0 0 0 0 -9.527.000
-3.420.000 0 0 0 0 -3.420.000
-1.576.000
-4.264.000
1.455.000
-18.802.000
-5.751.000
-620.000
70
3.6
Bedrijfsvoering
De besturing en beheersing van het toezicht op en de verantwoording over de bedrijfsprocessen binnen de gemeentelijke organisatie is het onderwerp van de paragraaf bedrijfsvoering. De uitvoering van de programma’s wordt direct of indirect ondersteund door de bedrijfsvoering. De meeste werkzaamheden op dit terrein worden verricht door de afdeling Bestuur en Organisatie, dan wel zijn qua uitvoering uitbesteed aan het Servicecentrum Drechtsteden. In dit hoofdstuk worden onderdelen belicht die in 2014 (verder) worden vormgegeven op het gebied van bedrijfsvoering. Doorontwikkeling Organisatie De doorontwikkeling is via een aantal lijnen te beschrijven, zonder daarbij de specifiek organisatorische veranderingen te benoemen. Van belang is dat de wisselwerking tussen bestuur en organisatie wordt versterkt (mede door intensiever opdrachtgericht te gaan werken) en wordt ook de wisselwerking tussen bestuur en samenleving versterkt door nog intensiever te communiceren, de dienstverlening op hoog niveau te houden en informatie van buiten naar binnen te halen. Uiteraard hoort daarbij ook een versterking van concernsturing en bedrijfsvoering. Naast integratie van inhoudelijke beleidsvelden zal ook het middelenbeleid verder worden geïntegreerd. Onderdeel daarvan is ook de versterking van de financiële functie. Een tegenwicht daarbij wordt gevormd door de concerncontrol functie die onafhankelijker vorm wordt gegeven. Verder optimaliseren wij beheer en uitvoering door uitvoerende onderdelen (intern) op afstand te plaatsen en samenhangende beheer- en uitvoeringsvelden te bundelen. Ons model maakt het mogelijk flexibeler samen te werken met en voor anderen. Personeel Medewerkers zijn van grote waarde, hun prestaties bepalen in belangrijke mate het succes van de organisatie. Ook de steeds veranderende omgeving vraagt om groei en ontwikkeling van medewerkers. Ons human capital (de medewerkers) vereist daarmee ook vanuit organisatiebelang voortdurende aandacht. We willen als gemeente Papendrecht een aantrekkelijke werkgever blijven. . Het is van groot belang voldoende aandacht te blijven houden voor het personeel, de heroverwegingen en de voorgaande acties kennen ook HRM aspecten die niet veronachtzaamd mogen worden. Leidinggevenden moeten voldoende oog hebben voor de gevolgen voor het personeel, de veelheid aan ontwikkelingen kan anders een weerslag hebben op de prestaties van het ambtelijk apparaat. Gelet op de veranderende omgeving en steeds verder toenemende digitalisering is de vraag opportuun hoe de gemeente Papendrecht anders kan gaan werken en nieuwe concepten binnen de gemeentelijke organisatie kan integreren. Mobiliteit Door de steeds veranderende vraag aan gemeenten en de bijbehorende wijzigingen van taken is een voortdurende ontwikkeling en aanpassing van de gemeentelijke organisatie noodzakelijk. Als medewerkers niet meegaan in deze ontwikkeling, ontstaat een mismatch tussen zittende medewerkers en de organisatie. Hierbij spelen ook de bezuinigingen en de vergrijzing een grote rol. Om die mismatch te voorkomen en te zorgen dat medewerkers inzetbaar blijven, zijn diverse mobiliteitsinstrumenten nodig, variërend van strategische personeelsplanning (SPP), duurzaam inzetbaarheidsbeleid en opleiding en ontwikkeling. Met strategische personeelsplanning worden de volgende aspecten in kaart gebracht: - in beeld brengen van de huidige situatie (formatie, kwalitatief en kwantitatief) - in beeld brengen van de beïnvloedende interne en externe omgevingsfactoren - huidige situatie doorvertalen naar de toekomst (bij ongewijzigd beleid) - bepalen van de toekomstige gewenste situatie (of wellicht meerdere scenario’s) - confrontatie situatie bij ongewijzigd beleid en toekomstig gewenste situatie - bepalen van maatregelen op grond van keuzes. SPP is ook een pijler onder het Sociaal beleidskader en het nieuwe Regionale sociale plan dat in 2013 met de vakorganisaties is afgesproken. Het eerste deel van SPP wordt begin 2014 afgerond.
Programmabegroting 2014
71
Om onze positie van aantrekkelijke werkgever te behouden en te versterken, maar ook om te blijven voldoen aan de eisen die de omgeving van ons vraagt, zullen we mede gezien de eerder genoemde arbeidsmarktproblematiek blijvend moeten investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers om zo lang mogelijk gebruik te kunnen blijven maken van hun kennis en kunde. Via de CAO wordt dit ondersteund door de invoering van een Individueel loopbaanbudget van € 500 per medewerker voor een periode van 3 jaar. Integriteit Onze gemeente vindt aandacht voor integriteit belangrijk. Niet alleen omdat wij als werkgever op grond van de Ambtenarenwet verplicht zijn een integriteitbeleid te voeren, maar omdat wij vinden dat bij een goed werkgeverschap behoort dat integriteit en integriteitvraagstukken worden besproken. Ter bevordering van goed ambtelijk handelen en om misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie te voorkomen is in 2012 een integriteittraject gestart dat tot in 2013 tot vele gesprekken over dit onderwerp heeft geleid. In 2014 zal de kennis over integriteit en de inbreng vanuit de discussies leiden tot een meer formeel vervolg in de vorm van herdefiniëring van het integriteitbeleid, de gedragscode en het invoeren van de ambtseed of gelofte. Ziekteverzuim Er is de laatste jaren sprake van een oplopend ziekteverzuimcijfer, terwijl het verzuimpercentage van vergelijkbare gemeenten (20.000-50.000 inwoners) in 2012 is gedaald. In vergelijking met de Gemeentelijke Verzuimnorm (25% van de gemeenten in onze inwonersklasse heeft een verzuimpercentage dat lager is dan deze norm) van vergelijkbare gemeenten ligt ons verzuimpercentage 1% hoger. De Gemeentelijke Verzuimnorm wordt vaak als streefcijfer gehanteerd. Ziekteverzuimpercentage Papendrecht Vergelijkbare gemeenten Gemeentelijke verzuimnorm
2008 4,16
2009 4,36
2010 4,92 5,0
2011 4,95 5,1
2012 5,28 4,8
(25% van de gemeenten zit onder dit percentage)
4,20
4,1
4,1
4,3
4,2
In 2013 is een nieuwe dienstverleningsovereenkomst met de Arbo Unie afgesloten. In de nieuwe dienstverleningsafspraken wordt ook voorzien in een intensivering van ziekteverzuimbegeleiding. De maandelijkse verzuimanalyses zijn uitgebreid en gereflecteerd aan de landelijke referentiecijfers (gemeentelijke verzuimnorm, gemiddeld verzuimpercentage, meldingsfrequentie). In 2013 is een start gemaakt met de uitvoering van de plannen van aanpak van de Risicoinventarisatie en -evaluaties (RIE’s) naar arbeidsomstandigheden per locatie. Dit wordt in 2014 voortgezet. Arbeidsvoorwaarden Als onderdeel van het Ontwikkelingsprogramma Drechtsteden wordt een vervolgstap gemaakt in de harmonisering en uniformering van personele regelingen en arbeidsvoorwaarden. Ook landelijk wordt gewerkt aan een modernisering van de arbeidsvoorwaarden in het traject ‘CAO van de Toekomst’ (modernisering van de arbeidsvoorwaarden, flexibilisering van werktijden en verhoging van inzetbaarheid en bevordering van de mobiliteit van medewerkers). Tevens wordt in 2014 de werkkostenregeling ingevoerd, deze heeft mogelijk ook gevolgen voor personele regelingen. Huisvesting Diverse onderzoeken hebben aangetoond dat sprake is van een veelheid aan problemen met het gebouw dat inmiddels meer dan twintig jaar in gebruik is. De noodzaak om de problemen aan te pakken wordt versterkt door de inmiddels gewijzigde opvattingen over adequaat ruimtegebruik. Een keuze over de wijze van uitvoeren van groot onderhoud is voorbehouden aan een volgend college. Naar goed Papendrechts gebruik is redenerend vanuit de noodzaak tot uitvoeren van groot onderhoud wel financieel geanticipeerd in de meerjarenbegroting om groot onderhoud vanaf 2015 mogelijk te maken. Wij hebben door een combinatie van het doen van een investeringsvoorstel naast onttrekking aan reserves financieel geanticipeerd op het uitvoeren van noodzakelijk groot onderhoud. Het jaar 2014 zal worden benut om inhoudelijke voorbereidingen te treffen en besluitvorming voor te bereiden, waarbij ook aandacht wordt besteed aan het aanzicht van het gemeentehuis.
Programmabegroting 2014
72
ICT ondersteuning Voor de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening en de bedrijfsvoering van de organisatie zijn informatisering en ICT van groot belang. In 2014 worden de resultaten van het transitieplan Drechtsteden zichtbaar en worden zowel de infrastructuur (gebruik en beheer) als de informatievoorziening geoptimaliseerd. Hiermee is de ICT omgeving klaar voor de toekomst en wordt het nieuwe werken op ICT-gebied mogelijk gemaakt. De gemeente Papendrecht heeft zijn informatieambitie op orde. In 2014 worden de projecten opschoning archieven, informatiebeleidsplan, zaakgericht werken en digitaal archief afgerond. Van cruciaal belang is de verdere consolidatie van de GBA. Met de consolidatie en de nieuwe infrastructuur beschikt de Drechtsteden over een optimale I&A omgeving. Communicatie Communicatie is een belangrijk speerpunt nu en in de toekomst. De communicatieve overheid wordt verder vormgegeven, waarbij toepassing van social media een rol gaat spelen. Ook bij de veranderende rol van de overheid richting samenleving, is een adequate communicatie van betekenis. In 2014 zullen op communicatiegebied de verkiezingen en de vorming van een nieuw college bijzondere aandacht krijgen. Ten aanzien van het nieuwe collegeprogramma zal bezien worden in hoeverre een communicatiestrategie ondersteunend kan zijn, waarbij het bestaande wordt verbonden met nieuwe elementen. De verschuiving van drukwerk naar digitale communicatie zet zich voort. Planning en control In 2014 wordt als basis voor sturing en verantwoording ten behoeve van het management een verdere kwaliteitsslag gemaakt naar integrale informatievoorziening. Het gaat hierbij niet alleen om financiële informatie, maar ook informatie op het gebied van bijvoorbeeld HRM. Wij hebben ons te houden aan interne en externe regelgeving bij de uitvoering van onze werkzaamheden en processen. Om risico’s op fouten te verkleinen treffen we beheersmaatregelen en bouwen we waarborgen in. Interne controle richt zich op het toetsen van de opzet en werking van de beheersmaatregelen, bedoeld om de rechtmatigheid en doelmatigheid te borgen. Wij pakken dit in 2014 verder op. Daarnaast participeren we in het regionale auditteam. De uiteindelijke doelstellingen zijn efficiencywinst, kennisdeling en samenwerking op het gebied van het versterken van de controlfunctie van het netwerk. Juridische kwaliteitszorg Het aantal verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur neemt toe, naar verwachting wordt hier in 2014 veel inzet op gepleegd. Het werkproces wordt aangepast en de coördinatie van (tijdige) afhandeling van WOB-verzoeken geschiedt door de klachtencoördinator. Er blijkt vaak een verband te zijn met bestaande bezwaar- en/of klachtprocedures. Bij de afhandeling van bezwaarschriften en klachten wordt de inzet van mediationvaardigheden, gelet op de positieve bijdrage, voortgezet.
Programmabegroting 2014
73
3.7 Verbonden partijen Algemeen Verbonden partijen zijn publiekrechtelijke of privaatrechtelijk organisaties, waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Het financiële belang bestaat uit de middelen die aan de verbonden partij beschikbaar zijn gesteld en die niet verhaalbaar zijn bij een faillissement van de verbonden partij, dan wel uit een bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het bestuurlijke belang verwijst naar hetzij de zeggenschap uit hoofde van vertegenwoordiging in bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.
Overzicht verbonden partijen Gemeenschappelijke regelingen 1. Drechtsteden 2. Publieke Gezondheid & Jeugd 3. Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 4. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid 5. Sociale werkvoorziening Drechtwerk 6. Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede BV (OVL) 7. Logopedische dienst 8. Gevudo - garantstellingsprovisie HVC (baat)
Relatie met programma
Eneco Bank Nederlandse Gemeenten Oasen Regionale Ontwikkelmaatschappij ROM-D 13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V.
Bijdrage 2014 Kleur * € 1.000 Stoplicht
1,2,3,4 1,2 2 3 1 2
DB/AB AB AB AB AB DB/AB
12,0% 6,6% 2,0% 6,6% 12,0% 10,0%
15.254 1.088 406 1.415 2.852 47
14.898 1.087 406 1.417 2.962 47
Oranje Oranje Oranje Oranje Oranje Groen
1 2,4
AB DB/AB
7,7%
76 80
80
Groen Groen
Relatie met programma 9. 10. 11. 12.
Bijdrage 2013 bijgesteld * € 1.000
Vertegenwoordiging in DB en AB en % zeggenschap
4 4 4 2,4
Geïnvesteerd Vertegenwoordiging vermogen in DB en AB en % * € 1.000 zeggenschap AB 0,7% 984 AB 0,0% 15 AB 3,9% 13 AB 201
4
100,0%
18
Dividend 2013 * € 1.000 790 9
Dividend 2014 Kleur * € 1.000 Stoplicht 700 Groen 9 Groen Groen Groen Groen
Toelichting kleur stoplicht De risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode brengt in beeld welke risico's de gemeente loopt in haar financiële, informatieverstrekkende en bestuurlijke relatie met de verbonden partij. Ook algemene omstandigheden, bijvoorbeeld jonge regeling, worden meegewogen. Indien er geen opmerking over het risico is, is het stoplicht groen. Kunnen enkele opmerkingen gemaakt worden, kleurt het stoplicht oranje. Mocht de relatie met de verbonden partij risicovol zijn dan is het stoplicht rood. Algemeen In de Perspectiefnota 2014 hebben we voor de verbonden partijen vanuit het perspectief van een lagere algemene uitkering een korting op de bijdragen opgenomen. In het kader van Samen de trap af bij rijksbezuinigingen zullen de verbonden partijen mee moeten bewegen. 1. Drechtsteden Inhoudelijke samenwerking, afstemming en voorbereiding van beleid binnen de Drechtsteden vindt plaats op onderdelen van de beleidsterreinen fysiek, sociaal en economie. Drechtsteden werken samen in gezamenlijke uitvoeringsorganisaties als de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD), Servicecentrum Drechtsteden (SCD) en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D) als onderdelen van de Drechtsteden. Met die samenwerking zetten de gemeenten in op een optimale dienstverlening aan de inwoners, organisatorische en financiële verbeteringen en presentatie van de Drechtsteden naar buiten als economisch krachtige, goed bereikbare en leefbare regio. De gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (GRD) telt zes diensten. Hiervan kan het volgende overzicht worden weergegeven, waarbij tevens de bijdrage van de gemeente aan deze diensten is vermeld:
Programmabegroting 2014
74
Dienst Bureau Drechtsteden Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Overige verrekeningen Totaal Excl WSW (Drechtwerk) totaal
Omvang GRD Bijdrage 2013 bijgesteld Papendrecht * € 1.000 * € 1.000 4.552 347 2.772 299 202.060 13.472 7.868 nvt 40.266 3.101 6.095 433 1.549 96 100 265.262 17.748 15.254
Omvang GRD Bijdrage 2014 Papendrecht * € 1.000 * € 1.000 3.508 331 2.160 239 193.306 13.398 8.022 nvt 41.782 2.998 4.694 435 1.549 96 100 255.121 17.497 14.898
Bron: begroting GRD 2014 mei 2013
Dienst Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden* Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Begroting 2013 in fte’s 30,9 260,0 72,5 348,0 46,0 14,6 772,0
Begroting 2014 in fte’s 32,4 259,4 72,5 340,0 46,0 14,6 764,9
Bron: begroting GRD 2014 mei 2013 * Raming 2013 op basis van de doorlichting van werkprocessen en de verwachte uitstroom van personeel. Deze raning exclusief de effecten van de ontvlechting van de GR' en PG&J, VR en OD.
Voor 2014 wordt op basis van de in december 2012 vastgestelde actualisatie van het regionaal MeerJarenProgramma (rMJP) gekozen voor de prioriteiten economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en leefomgeving. Het rMJP is hierbij de beleidsagenda. Voor 2014 zal de beleidsagenda nog grotendeels hierop gebaseerd zijn, terwijl gedurende 2014 mogelijk gewerkt zal worden aan nieuwe beleidsprogrammering, afhankelijk van de uitkomst van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. Ook voor 2014 zullen de financiële gevolgen van de crisis zich nog duidelijk laten gelden. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Drechtsteden. Scherpe keuzes in beleidsuitvoering en strakke sturing op bedrijfsvoering zijn ook voor de Drechtsteden voor 2014 aan de orde. Toelichting stoplicht De omvang van de begroting van de GRD is fors en daarmee ook de impact van eventuele afwijkingen. De GRD heeft sinds 2011 een bezuinigingstaakstelling die leidt tot een daling van de gemeentelijke bijdrage met 10% in 2015, totaal € 6,0 miljoen. Voor 2014 is de taakstelling € 5,5 miljoen. Voor de te verwachte frictiekosten SCD hebben we via de jaarrekening 2012 een voorziening getroffen. Effecten van de nieuwe klantrelatie met GR'en en de nieuwe verrekensystematiek zijn nog niet in de begroting verwerkt en kunnen, zeker daar waar het kosten ICT betreft, een effect hebben op de gemeentelijke bijdrage. In de actualisatie van de begroting 2013 is een éénmalig ontwikkelbudget van € 250.000 opgenomen voor doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering, etc. van de GR Drechtsteden. In de primaire begroting 2014 is dit bedrag opgegeven. In de Drechtraad van 14 mei 2013 is een motie aangenomen die het mogelijk maakt een onafhankelijk onderzoek in te stellen om investeringen uit het verleden en het voorstel Transitieplan ICT goed te kunnen beoordelen. Het garanderen van de bedrijfscontinuïteit en het leggen van de basis voor verdere (noodzakelijke) doorontwikkeling van de dienstverlening zijn de pijlers van dit plan. Daarnaast spelen ook beleidsinhoudelijke risico’s. Door de grote onzekerheden over de komende vernieuwing in de sociale zekerheid, en verder Rijksbeleid heeft de begroting een sterk pro forma karakter. De Drechtraad stelt de begroting vast en de financiële risico’s worden bij de GRD onderkend en bewaakt. Desondanks lopen de deelnemers via de gemeenschappelijke regeling een financieel risico.
Programmabegroting 2014
75
Sinds 2009 volgt de GRD de systematiek om kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aan te passen aan de reëel verwachte kostenstijgingen. Dit gebeurt via een indexering op basis van de ramingen van het Centraal Plan Bureau voor de ontwikkeling van lonen en prijzen. In de primaire begroting 2014 is deze indexering achterwege gelaten. 2. Publieke Gezondheid en Jeugd Zuid-Holland Zuid De Gemeenschappelijke regeling Zuid-Holland Zuid is in 2012 gewijzigd in een Gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Jeugd ZHZ met een directe sturing van de gemeenten, waarbinnen de GGD, de Regiostaf en het Bureau Leerplicht en voortijdig schoolverlaten (BLVS) functioneren. Toelichting stoplicht De ingezette verbetering van de organisatie Publieke Gezondheid en Jeugd wordt in 2014 voortgezet. Daarbij blijft de financiële situatie van de dienst een belangrijk aandachtspunt, waarover zowel college als raad periodiek worden geïnformeerd. Algemeen kan worden geconstateerd dat de begrotings- en vermogenspositie van de gemeenschappelijke regeling voor de komende jaren kwetsbaar blijft. In de primaire begroting 2014 zijn de inwonerbijdragen ten opzichte van 2013 niet verhoogd als gevolg van inflatiecorrectie. Naar verwachting heeft de GR in oktober 2013 de risico’s zichtbaar met het bijbehorende weerstandsvermogen. 3. Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Op 1 januari 2011 startte de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). Deze dienst werkt voor en samen met 17 gemeenten en de provincie Zuid-Holland aan een veilige, gezonde, duurzame en leefbare en vitale leefomgeving in Zuid-Holland Zuid. Zij voert wettelijke taken uit voor individuele gemeenten en de provincie. Voor het collectief van opdrachtgevers voert OZHZ opdrachten uit in de vorm van bovenlokale taken en programma’s. De 17 gemeenten uit de regio Zuid-Holland Zuid zijn eigenaar, samen met de provincie Zuid-Holland. Toelichting stoplicht In de begroting 2014 van de Omgevingsdienst wordt ingegaan op de risico’s voor deze dienst. Aandacht wordt besteed aan een aantal onderwerpen, waaronder alleenrecht SCD en meerkosten ICT dienstverlening. Het weerstandsvermogen komt naar verwachting ultimo 2016 op het bestuurlijk vastgestelde niveau van € 1,1 miljoen. In de begroting 2014 van de Omgevingsdienst is uitgegaan van de nullijn voor indexering van de gemeentelijke bijdragen. 4. Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid De Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid (VRZHZ) is in 2009 opgericht, ter uitvoering van de in 2010 in werking getreden Wet Veiligheidsregio's. De brandweerzorg is per 1 januari 2013 binnen de regio Zuid-Holland Zuid volledig geregionaliseerd. Dat wil zeggen, dat dan het gemeentelijk brandweerpersoneel in regionale dienst is en de brandweertaken van de gemeenten zijn overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Toelichting stoplicht In het AB van 26 september 2012 is afgesproken om een substantiële kostenverlaging op de totale gemeentelijke inbreng van het begrotingsjaar 2013, uit te werken, die na bestuurlijke besluitvorming uiterlijk per begrotingsjaar 2016 volledig structureel geëffectueerd zijn. In de begroting van de gemeente is hiervoor vanaf 2016 een taakstelling opgenomen van € 100.000. In de begroting van de Veiligheidsregio is nog geen rekening gehouden met een aantal ontwikkelingen, waaraan financiële gevolgen zijn verbonden: - Overheveling van de Regionale Ambulance Voorziening Zuid-Holland (overheveling voorzien per 1 januari 2014); - Reorganisatie van de organisatie-eenheid per 1 juli 2013; - Uitwerking van de 10%- en 15%-bezuinigingsscenario’s op de gemeentelijke inbreng per 1 januari 2013 voor de basisbrandweerzorg (box 1) en de overhead (box 5); - Ontwikkelingen rondom de vorming van een Landelijke Meldkamer Organisatie; - Wijze waarop de huisvesting van de brandweer vanaf 2014 zowel qua eigendom als qua beheer is georganiseerd.
Programmabegroting 2014
76
Op basis van een recente risico-inventarisatie is het weerstandsvermogen bepaald. Ultimo 2012 zit het weerstandsvermogen onder het benodigde bedrag. Met maatregelen in de bedrijfsvoering wordt aanvulling in 2013 tot het benodigde bedrag voorzien. Bij indexatie van de gemeentelijke bijdrage 2014 is de nullijn gehanteerd. 5. Sociale Werkvoorziening Drechtwerk In de ontwerpbegroting van Drechtwerk is een beleidsarm scenario geschetst. Dat wil zeggen dat hier geen rekening is gehouden met de plannen, zoals die in de “Visie op uitvoering van de Participatiewet” worden voorgesteld. Onderdeel van deze plannen is het liquideren van Drechtwerk. De onderdelen van Drechtwerk worden in dit plan ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Hiermee komt de bestuurlijke aansturing van alle regelingen die in de Participatiewet worden samengevoegd in één hand. Vooralsnog wordt aangekoerst op samenvoeging per 1 januari 2014, maar het Drechtstedenbestuur zal hierover in september 2013 op basis van de dan bekende informatie besluiten of aan de datum van 1 januari 2014 wordt vastgehouden, of dat de samenvoeging op een later tijdstip zal plaatsvinden. In deze begroting zijn de financiële effecten uitgewerkt zoals deze optreden indien we geen aanpassingen zouden doen in de organisatie. Toelichting stoplicht In de ontwerpbegroting 2014 zijn de gevolgen van het sociaal akkoord van 11 april 2013 nog niet verwerkt. Dat betekent dat hier nog uitgegaan wordt van het stopzetten van nieuwe instroom van SWmedewerkers per 1 januari 2014. Naar verwachting zal de invoering van de Participatiewet pas per 1 januari 2015 plaatsvinden. Dat betekent dat het scenario wat nu per 2014 is ingezet, pas start op 1 januari 2015. De voorliggende begroting 2014 en meerjarenraming (2015-2017) moeten derhalve beschouwd worden als referentiekader. De bedrijfsmatige inzichten die de basis vormen voor de gewijzigde begroting 2013 gelden onverkort voor deze begroting. De financiële gegevens die het kabinet in zijn contourennota gepresenteerd heeft (vlak voor het kerstreces 2012) zijn verwerkt. 6. Bureau Openbare Verlichting Lek-Merwede De gemeente Papendrecht heeft samen met negen andere gemeenten in de AlblasserwaardVijfheerenlanden een gemeenschappelijke regeling Bureau Openbare Verlichting (Bureau OVL) ingericht voor het dagelijks beheer, databeheer en directievoering/toezicht op het onderhoudsbestek voor de openbare verlichting. In 2014 zal het Bureau OVL haar functie als kenniscentrum alsmede het operationeel beheer verder optimaliseren. Op basis van de verwachte groei en het gegeven dat de basis op orde is, kan de beschikbare capaciteit steeds meer projectmatig voor gemeenten worden ingezet. Voor 2014 heeft Bureau OVL een nulbegroting zonder kostenstijging. Onvermijdelijke kostenstijgingen zoals de pensioenpremie voor de medewerkers kunnen binnen het verwachte resultaat van projecten worden gedekt. Bij het vaststellen van de begroting 2012 is de omvang van het weerstandsvermogen bepaald op € 53.000. Onderdeel hiervan is de algemene reserve. Deze bedraagt € 19.000. Voor 2014 wordt dit kader niet herzien. 7. Logopedische dienst, Kring Sliedrecht Inmiddels is (op 19 maart 2013 door het college, op 25 april 2013 door de raad) besloten akkoord te gaan met opheffing van de Logopedische Dienst. Het streven is de dienst per 1-1-2014 op te heffen. Eind 2013 wordt het liquidatieplan verwacht, waarbij de liquidatiekosten duidelijk zullen worden. Tevens is besloten akkoord te gaan met een scenario, waarbij op beperkte schaal nog preventieve logopedie wordt toegevoegd via een pluspakket aan de integrale jeugdgezondheidszorg. 8. Gevudo De gemeenschappelijke regeling “Gemeenschappelijke Vuilverwerking Dordrecht en Omstreken” (Gevudo) bezit namens 12 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid aandelen in de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC). De Gemeenschappelijke regeling Gevudo staat naar rato van haar deelname in HVC garant voor het nakomen van de verplichtingen die HVC aangaat met betrekking tot de financiering van verbrandingsinstallaties. Hiervoor wordt een garantstellingprovisie ontvangen. Voor het jaar 2014 wordt geen nieuw beleid voorzien. Tevens zal naar verwachting geen sprake zijn van investeringen. Voor 2014 wordt dan ook een sluitende exploitatie geraamd.
Programmabegroting 2014
77
9. Eneco Eneco realiseerde over het eerste halfjaar van 2013 een nettoresultaat van € 184 miljoen. Dit is een stijging van € 9 miljoen (+5%) ten opzichte van het resultaat over het eerste halfjaar van 2012. Verder nam in het eerste half jaar van 2013 de omzet nam toe met € 63 miljoen (+2%) tot € 2.873 miljoen door een hoger energieverbruik bij klanten in verband met koude weersomstandigheden in het voorjaar en door hogere gereguleerde transporttarieven voor gas en elektriciteit. Aangezien de halfjaarcijfers 2012 van Eneco juist een daling van het bedrijfsresultaat met 7% ten opzichte de halfjaarcijfers 2011 toonden, is het gunstig dat zich een positieve lijn heeft ontwikkeld. Discussies over tarieven en het uitstel van de splitsingswet zijn een onzekere factor voor de toekomst. e
In de programmabegroting 2013 was rekening gehouden met lagere dividend uitkering. Via de 1 Concernrapportage 2013 hebben we het dividend 2013 bijgesteld. Vooralsnog handhaven we de staande dividend uitkering. Mocht de positieve lijn zich voortzetten dan zullen we dit via het gebruikelijke planning- en controlinstrumentarium meenemen. Het positieve risico is meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. 10. BNG De BNG heeft vanaf 2012 tot minimaal 2018 de winstuitkering tot 25 procent van hun aandelen gehalveerd. De vooruitzichten voor 2013 zijn volgens de bank opnieuw met meer dan normale onzekerheden omgeven. Volgens de bank heeft dat alles te maken met de lastige economische omstandigheden. Gelet op de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over de hoogte van de nettowinst 2013. Daarom is bij de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 het te ramen dividend BNG op maximaal € 1,49 gesteld. 11. Oasen Voor 2014 worden ten opzichte van 2013 geen bijzonderheden verwacht. 12. Regionale Ontwikkelmaatschappij ROM-D Om de regionale economie in de Drechtsteden te versterken is in 1999 De Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D), opgericht. Zij heeft in dat kader als taak bedrijventerreinen te ontwikkelen en te herstructureren/revitaliseren. Daarnaast heeft de ROM-D tot taak bredere regionale economische ontwikkelingen te initiëren en grootschalige woningbouwlocaties te (her)ontwikkelen. Het Drechtstedenbestuur (gemachtigd door de Drechtstedengemeenten, die elk aandeelhouder in de ROM-D zijn) stuurt op de uitvoering en versterking van de ROM-D. Verder is een Raad van Commissarissen uit leden voorgedragen door de eigenaren van de ROM-D. Een ander belangrijk element in de nieuwe structuur van de ROM-D is de vorming van een fonds (ROM-D Capital) dat uitsluitend gevormd wordt door publieke middelen. Publieke partijen kunnen hierin investeren. Het opgebrachte kapitaal kan risicodragend ingezet worden in de projecten die onder aansturing van de directie van de ROM-D worden uitgevoerd. Een Investment Committee houdt toezicht op en geeft advies over de inzet van deze publieke gelden. Effectuering van ROM-D Capital heeft in 2013 plaatsgevonden. 13. Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V. In de raadsvergadering van december 2011 is de gemeenteraad akkoord gegaan met de samenwerkingsovereenkomst tussen Fokker en de gemeente Papendrecht. In december 2011 is de samenwerkingsentiteit Fabriek Slobbengors C.V. en de gemeentelijke besloten vennootschap Gemeente Papendrecht Slobbengors Beheer B.V. opgericht. Beide rechtspersonen hebben in 2013 voor het eerst financieel verantwoording afgelegd. In 2014 zal ook de C.V. ten behoeve van het nieuwe hoofdkantoor worden opgericht.
Programmabegroting 2014
78
4. DE FINANCIËLE BEGROTING De Programmabegroting 2014-2018 is opgesteld conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Ook is rekening gehouden met de aandachtspunten zoals deze door de toezichthouder in de circulaire Financieel Toezicht Begroting 2014-2017 zijn vermeld. Om ook voor begrotingsjaar 2014 in aanmerking te komen voor Provinciaal repressief toezicht (toezicht achteraf) gelden de volgende criteria. De Begroting 201 dient in evenwicht te zijn of, indien dit niet het geval is, moet aannemelijk worden gemaakt dat dit uiterlijk 2017 of uiteraard eerder wel het geval zal zijn. Van materieel evenwicht is sprake als op basis van het huidig beleid en vastgesteld nieuw beleid, structurele lasten worden gedekt door structurele baten en incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten. Andere criteria betreffen het in evenwicht zijn van de Jaarrekening 2012 en het tijdig indienen van de jaarrekening 2013en de begroting 2014. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2014 is een aantal financiële uitgangspunten gehanteerd. In het Centraal Economisch Plan 2013 wordt voor 2014 een inflatie van 1,75% geprognosticeerd. Het inflatiecijfer voor 2014 wordt in onze gemeente gebruikt voor het verhogen van de leges, rechten, dienstverlening en belastingen per 1 januari 2014. Voor de inflatiecorrectie op de budgetten voor inkopen en subsidieverstrekking wordt in lijn met voorgaande jaren ervoor gekozen de budgetten niet te corrigeren voor inflatie.
4.1 Toelichting op de belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de lopende begroting Voor de Begroting 2014-2018 wordt uitgegaan van de lopende meerjarenraming 2013-2017. De hierin opgenomen jaarschijven zijn aangepast bij de Perspectiefnota 2014 voor autonome mee- en tegenvallers en eventueel nieuw beleid. Ook zijn de voorstellen van de vastgestelde heroverwegingen financieel verwerkt. Door veranderende wet – en regelgeving, nieuwe ontwikkelingen of voortschrijdend inzicht op onderdelen tijdens het opstellen van de begroting kunnen (moeten) cijfers nog aangepast worden. Mochten zich geen verdere wijzigingen meer voor doen dan waarmee rekening is gehouden, dan is het nieuwe begrotingskader gereed. Het verloop van het begrotingssaldo is als volgt: Begrotingsresultaat (-/- = nadelig)
2015
2016
340.000
-520.000
-651.000
5.000
5.000
-237.000
-957.000
-953.000
-964.000
-959.000
Stand perspectiefnota 2014 (na bestemming)
103.000
-1.477.000
-1.604.000
-959.000
-954.000
Mutaties programmabegroting 2014
826.000
675.000
970.000
69.000
-68.000
Uitkomsten begroting 2014-2018
929.000
-802.000
-634.000
-890.000
-1.022.000
Uitkomsten meerjarenraming 2013-2017
2014
2017
2018
Perspectiefnota 2014 Autonome mee- en tegenvallers
Bovenstaande tabel laat alleen in 2014 een positief resultaat zien. In deze opstelling zijn de vastgestelde heroverwegingsvoorstellen verwerkt en is een inschatting gemaakt van de mogelijke financiële gevolgen van de in het Bestuursakkoord aangekondigde decentralisaties van overheidstaken op de volgende beleidsterreinen: Werken naar vermogen, begeleiding AWBZ, Jeugdzorg, Ruimte, natuur en economie en water. De afwijkingen in de uitkomsten van de ontwerpbegroting ten opzichte van de stand bij de Perspectiefnota 2014 zijn het gevolg van de volgende mutaties:
Programmabegroting 2014
79
Omschrijving ( -/- = nadelig)
2014
Stand Perspectiefnota 2014
103.000 -1.477.000 -1.604.000
Publiekszaken Parkeerexploitatie Sportcentrum Inflatiecorrectie Alg uitkering MC AU raming 6 mld korting AU risico raming nadeelgemeente Overige baten en lasten OZB Kapitaallasten Kostenplaatsen excl. renteresultaat Renteresultaat Aanpassing WMO overig/divers Begroting voor resultaatbestemming Onttrekking reserves t.b.v. gem.huis Tariefsegalisaties afval c.q. riool Aanpassing Reserves Begroting
2015
2016
2017
2018
-959.000
-954.000
-158.000 -120.000 -63.000 -14.000 -116.000 -75.000 -50.000 -32.000 -31.000 22.000 20.000 19.000 52.000 52.000 52.000 52.000 682.000 -77.000 -196.000 -1.219.000 -300.000 -450.000 -600.000 -600.000 0 743.000 1.114.000 1.485.000 54.000 112.000 112.000 112.000 277.000 277.000 277.000 277.000 31.000 122.000 72.000 75.000 233.000 -1.632.000 -57.000 -93.000 38.000 -4.000 210.000 -73.000 157.000 157.000 157.000 157.000 32.000 -24.000 -24.000 -23.000 951.000 -897.000 1.024.000 123.000
-47.000 -32.000 9.000 52.000 -1.216.000 -600.000 1.485.000 112.000 277.000 124.000 -136.000 -180.000 157.000 7.000 12.000
0 1.650.000 -53.000 -53.000 -72.000 -25.000 929.000 -802.000
0 -53.000 -1.000 -634.000
0 -53.000 -1.000 -890.000
0 -66.000 -14.000 -1.022.000
Publiekszaken Wettelijke aanpassingen zoals de verlenging van de geldigheidsduur van reisdocumenten en rijbewijzen hebben een negatief effect op het aantal aanvragen en opbrengsten. Daarnaast is een negatieve bijstelling aan de orde op basis van nacalculatie over de afgelopen jaren (reëel uitgegeven documenten) in het algemeen en 2012 in het bijzonder. Dit wordt veroorzaakt door de destijds incidenteel hogere uitgifte van het aantal reisdocumenten vanwege het feit dat kinderen voortaan over een eigen reisdocument moeten beschikken. Per saldo een structureel nadelige bijstelling op basis van realisme en behoedzaamheid van de raming legesopbrengsten rijbewijzen en reisdocumenten. Door de beperkte geldigheid (5 of 10 jaar) van deze producten is sprake van pieken en dalen in de aanvragen en dus fluctuaties in de legesopbrengsten. Parkeerexploitatie De opbrengsten van de parkeergarages en het straatparkeren, inclusief vaste tarieven voor alle vergunningen, zijn bijgesteld conform raadsbesluit en de amendementen bij het raadsbesluit van 4 juli 2013. De amendementen betroffen een oplopend real-time parkeertarief en een limitatief tarief van de parkeervergunning vanaf 2017. Om de oorspronkelijke budgettaire doelstellingen te benaderen heeft het college een andere invulling van parkeervoorziening Den Briel ingezet. De lagere kapitaallast is in de analyse (zie tabel) opgenomen bij de kapitaallasten. De vastgestelde tarifering voor de garages en de vergunningen resulteert, inclusief het voordeel in de beheerkosten van Den Briel, in een negatieve bijstelling van € 116.000 aflopend tot een structureel nadeel van € 32.000. Wanneer hiermee de lagere kapitaallasten van parkeervoorziening Den Briel worden verrekend is per saldo sprake van een kleiner nadeel in 2014 (€ 43.000), in 2015 (€ 34.000 nadeel) en in 2016 (€ 9.000 nadeel). Vanaf 2017 wordt een voordeel verwacht van € 9.000. Het college beraadt zich op een nader voorstel aan de gemeenteraad met het oog op haar aanvankelijke budgettaire doel. Sportcentrum Fasering realisatie en vrijval kapitaallasten de Donck. Inflatiecorrectie Inflatiecorrectie centrum en Land van Matena.
Programmabegroting 2014
80
Algemene uitkering: Meicirculaire/Raming 6 mld. korting/risico raming nadeel gemeente/overige baten en lasten Deze posten kunnen, gezien hun onderlinge relatie, het best tegelijk worden toegelicht. De ontwikkeling van de meicirculaire is negatief. Ten opzichte van eerdere circulaires is sprake van een minder groot nadeel in 2014 en voor de jaren daarna een sterk oplopend negatievere ontwikkeling. Een deel daarvan is al verwerkt bij de perspectiefnota. Bijgevolg kent het effect van de meicirculaire 2013voor ons een plus in 2014 en een fors nadeel vanaf 2017. Hoewel nog niet opgenomen in de meicirculaire is vanuit behoedzaamheid rekening gehouden met een extra korting van het rijk van 6 miljard. De verwerking is op basis van aannames. De meicirculaire geeft geen duidelijkheid over de gevolgen van eventuele herijking van het gemeentefonds en decentralisaties. Nog steeds is niet te bepalen of wij voor- of nadeelgemeente zijn. De korting risicoraming nadeelgemeente is uit de berekening gehaald en nu opgenomen als risico in het weerstandsvermogen. Tot slot zijn oude stelposten ingetrokken en nieuwe stelposten opgevoerd op basis van de meicirculaire 2013. OZB De afgesproken inflatiebijstelling van de OZB opbrengst met 1,75% was nog niet verwerkt in de perspectiefnota, hetgeen een voordeel betekent van € 277.000. Kapitaallasten/Kostenplaats excl. Renteresultaat/Renteresultaat Deze posten kunnen, gezien hun onderlinge relatie, het best tegelijk worden toegelicht. Mutaties in het investeringsprogramma als gevolg van uitstel of fasering leiden niet alleen tot verschuivingen in de kosten van rente en afschrijving (kapitaallasten), maar ook in financieringsbehoeften. De verschuivingen zijn met name ontstaan door fasering van de investeringen voor huisvesting onderwijs door de realisatie van de heroverweging op het IHP, anticiperen op groot onderhoud gemeentehuis en een andere invulling locatie Den Briel. Overig/divers Diverse (kleine) correcties. Onttrekking reserves ten behoeve van groot onderhoud gemeentehuis In de Perspectiefnota 2014 is aangegeven dat het noodzakelijke groot onderhoud van het gemeentehuis op enig moment moet worden gepleegd. De context waarin en in welke mate is nog in onderzoek. Dit vindt plaats tegen de achtergrond dat de financiële situatie van de gemeente is verslechterd. Uitvoering van groot onderhoud is echter onvermijdelijk. Een voorstel daartoe wordt tussentijds aan de raad voorgelegd. De verdere voorbereiding van het groot onderhoud vindt plaats, inclusief de vraag welke investeringen daarmee gemoeid zijn. Voorts is naar goed Papendrechts gebruik, redenerend vanuit de noodzaak tot uitvoeren van groot onderhoud, wel vanaf 2015 financieel geanticipeerd op het groot onderhoud in de begroting. De keuze over de wijze van uitvoering is voorbehouden aan een nieuw college en een nieuwe gemeenteraad. Een deel van de benodigde investeringen komt uit opgebouwde reserves. Die onttrekkingen zijn hier aan de orde. Egalisatiereserve riool- en afvalstoffenheffing Deze reserve dient om grote tariefsmutaties op te vangen. De kosten van het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) en de inzamelingskosten afvalstoffen worden verrekend met de opbrengsten. Het saldo wordt vervolgens onttrokken of gestort in deze reserve. Aanpassing reserves De inflatie op de reserves dient te worden bijgesteld aan de hand van de mutaties.
Programmabegroting 2014
81
4.2 Resultaatbepaling en resultaatbestemming Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) verplicht de gemeenten een onderscheid te maken in resultaatbepaling en resultaatbestemming. Op deze manier wordt inzichtelijk hoe het resultaat is opgebouwd om vervolgens een voorstel te doen dit te bestemmen. Op deze wijze worden onttrekkingen en stortingen uit reserves duidelijk zichtbaar en geven een beter inzicht in het eigenlijke resultaat. Meerjarig overzicht baten en lasten Omschrijving (-/- = nadelig) Programma Samenleving Baten Lasten
Realisatie 2012
2014
2015
-15.981.000
-20.461.000
Programma Ruimte Baten Lasten
26.427.000 36.138.000
17.308.000 26.592.000
22.937.000 32.081.000
31.297.000 40.560.000
12.056.000 20.400.000
11.359.000 19.519.000
Saldo
-9.711.000
-9.284.000
-9.144.000
-9.264.000
-8.344.000
-8.160.000
684.000 7.933.000
527.000 7.455.000
525.000 7.248.000
582.000 7.166.000
631.000 7.132.000
598.000 7.130.000
-7.249.000
-6.928.000
-6.723.000
-6.584.000
-6.501.000
-6.531.000
-32.941.000
-36.674.000
4.816.000 28.802.000 1.037.000 2.366.000 -276.000 -2.181.000 147.000 0 34.711.000
5.298.000 28.840.000 674.000 3.250.000 -202.000 -2.907.000 0 -156.000 34.797.000
5.298.000 26.785.000 575.000 3.413.000 -201.000 -4.746.000 0 332.000 31.456.000
5.298.000 26.657.000 576.000 3.509.000 -201.000 -3.160.000 0 229.000 32.908.000
5.298.000 26.274.000 577.000 2.638.000 -201.000 -3.128.000 0 229.000 31.688.000
5.298.000 26.277.000 579.000 2.538.000 -201.000 -3.171.000 0 229.000 31.550.000
Resultaat voor bestemming
1.770.000
-1.877.000
-2.036.000
-334.000
-550.000
-503.000
Resultaatbestemming Baten Lasten Totaal resultaatbestemming
2.904.000 4.621.000 -1.717.000
3.703.000 897.000 2.806.000
2.063.000 829.000 1.234.000
422.000 722.000 -300.000
358.000 697.000 -340.000
200.000 719.000 -519.000
929.000
-802.000
-634.000
-890.000
-1.022.000
Saldo Totaal saldo programma's Algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen Algemene uitkering Dividend Saldo financieringsfunctie Bijzondere personeelslasten Kostenplaatsen Diversen Post onvoorzien Saldo dekkingsmiddelen
Resultaat na bestemming
53.000
10.649.000 28.042.000
2018
11.196.000 31.657.000
Programma Bestuur en regio Baten Lasten
10.709.000 28.103.000
2017
12.007.000 27.988.000
Saldo
10.797.000 28.422.000
2016
10.649.000 28.010.000
-17.625.000 -17.394.000 -17.393.000 -17.361.000
-33.492.000 -33.242.000 -32.238.000 -32.052.000
Onder de post Resultaatbestemming zijn posten opgenomen die volgens planning met een reserve worden verrekend. Hieronder vallen bijvoorbeeld de saldi van rioolrechten en afvalstoffenheffing die met een tariefsegalisatiereserve worden verrekend. Dit om de tarieven een gelijkmatig karakter te geven. Het besluit tot inzet van de reserves berust bij de gemeenteraad. De resultaatbestemming is dan ook een voorstel tot bestemming.
Programmabegroting 2014
82
Het voorstel tot resultaatbestemming 2014-2018 is als volgt: Resultaatbestemming Programma Samenleving Afboeking boekwaarde Oranje Nassauschool Afboeking boekwaarde Moerbeihof Bijdrage fasering Integraal Huisvestingsplan Bijdrage in kosten Sportcentrum Programma Ruimte Bijdrage in kosten beeldbepalende panden Stortingen grondexploitatie Bijdrage in de kosten afvalstoffenheffing Bijdrage in de kosten riolering Storting risico opslag Erfpachtsgronden Programma Bestuur Reserve Raadsvisie (verbouwing raadszaal) Algemene dekkingsmiddelen Risicoreserve deelnemingen Inflatiecorrectie diverse reserves Egalisatiereserve omgevingsvergunning Nieuw beleid Verbouwing gemeentehuis Risicoreserve taakmutaties Totaal (per saldo)
Programmabegroting 2014
2014
2015
2016
2017
2018
384.000 677.000 0 2.000.000
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
-37.000
-105.000
-16.000
106.000 406.000 -415.000
98.000 290.000 -415.000
89.000 201.000 -415.000
25.000 0 62.000 102.000 -350.000
25.000 0 32.000 -37.000 -350.000
0
350.000
0
0
0
-34.000 -256.000 -130.000 105.000 0
-34.000 -230.000 -20.000 0 1.300.000
-34.000 -225.000 0 0 0 100.000 -300.000
-34.000 -245.000 0 0
-34.000 -255.000 0 0
2.806.000
1.234.000
0
0
100.000 -340.000
100.000 -519.000
83
4.3 Financiële positie De raming 2014 sluit met een voordelig begrotingssaldo van € 929.000. In het jaar 2015 is sprake van een negatief saldo. De verwachte overschotten uit de jaren 2013 en 2014 zijn voldoende om het verwachte tekort in 2015 te dekken, waardoor meerjarig sprake is van een sluitende begroting. In verband met de economische crisis is bij de Perspectiefnota 2014 geen nieuw beleid opgenomen. Voor het jaar 2014 is uitgegaan van staand beleid met op sommige terreinen wat beleidsintensivering. In dit kader geldt de regel “nieuw voor oud”. Dus alleen nieuwe zaken als daarvoor iets anders kan vervallen. De gemeentelijke administratie bestaat uit drie programma’s en algemene dekkingsmiddelen. Dit betreft geen echt programma maar vervult een financieringsfunctie. Hieronder staan alle inkomsten van de gemeente verantwoord w.o. belastingen, algemene uitkering en financieringsresultaat. Met deze middelen worden de kosten uit de programma’s gedekt. Een gespecificeerd overzicht van de algemene dekkingsmiddelen is opgenomen in de tabel Meerjarig overzicht baten en lasten, te vinden in paragraaf 4.2. Incidentele baten en lasten Door de provincie worden strenge eisen gesteld als het gaat om materieel evenwicht. Dit evenwicht wordt bepaald door de incidentele baten en lasten uit de meerjarige resultaten te elimineren. De strekking is dat structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten en niet mogen worden beïnvloed door incidentele zaken. In artikel 19 van het Besluit verantwoording en verantwoording (BBV) is opgenomen dat de gemeente in haar stukken een overzicht van deze incidentele posten moet opnemen, voorzien van een toelichting. In de begrotingscirculaire 2014-2017 heeft de provincie aandachtspunten met betrekking tot de BBV-voorschriften opgenomen. Voor wat betreft incidentele baten en lasten is aangegeven dat deze per programma verantwoord moeten worden. Incidentele Baten en Lasten (-/- = nadelig) Programma Samenleving Inhaalafschrijving onderwijs Huur kinderopvang Maatschappelijk deel sportcentrum Programma Ruimte Opbrengst grondverkopen (5%) Algemene dekkingsmiddelen Groot onderhoud Gemeentehuis Ontwikkeling nieuw beleid Resultaatbestemming (mutaties reserve) Onttrekking inhaalafschrijving onderwijs Onttrekking maatschappelijk deel Sportcentrum Storting opbrengsten grondverkopen Onttrekking reserve zonder naam Onttrekking reserve raadsvisie Onttrekking ontwikkeling nieuw beleid Totaal incidentele baten en lasten
2014
2015
2016
2017
2018
-646.000 -102.000 -2.000.000
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
62.000
130.000
140.000
0
0
0 -105.000
-1.650.000 0
0 0
0 0
0 0
646.000 2.000.000 -62.000
0 0 -140.000
0 0 0
0 0 0
105.000
0 0 -130.000 1.300.000 350.000 0
0
0
0
-102.000
0
0
0
0
Weerstandsvermogen Voor een overzicht van het gemeentelijk weerstandsvermogen wordt verwezen naar het onderdeel verplichte paragrafen. Hierin is een berekening gemaakt van het vermogen in relatie tot de risico’s.
Programmabegroting 2014
84
Stand en verloop van de reserves In onderstaand overzicht is in een gecomprimeerd overzicht opgenomen van het verloop van de diverse gemeentelijke reserves. Reserves bestaan uit algemene reserves, deze zijn vrij besteedbaar en bestemmingsreserves, gevormd voor een bepaald doel. Onder de bestemmingsreserves vallen ook de tariefsegalisatiereserves rioolrechten en afvalstoffenheffing. Zoals de naam aangeeft worden deze reserves gebruikt om grote tariefsveranderingen als gevolg van fluctuaties in de jaarlijkse kosten te voorkomen. Per jaar is een overzicht gemaakt van de geraamde kosten en opbrengsten. Eventuele saldi worden verrekend met de reserve. Verloop reserves
2013 Algemene reserves
Saldo ultimo Saldo ultimo Saldo ultimo Saldo ultimo Saldo ultimo
Saldo ultimo Bij
Af
2014
2015
2016
2017
2018
4.692.000
79.000
489.000
4.282.000
4.356.000
4.431.000
4.508.000
4.586.000
Bestemmingsreserves
15.834.000
818.000
3.214.000
13.438.000
12.129.000
12.354.000
12.615.000
13.057.000
Totaal reserves
20.526.000
897.000
3.703.000
17.720.000
16.485.000
16.785.000
17.123.000
17.643.000
Stand en verloop van de voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor toekomstige verplichtingen. Voorzieningen worden dan ook beschouwd als vreemd vermogen. Dit in tegenstelling tot reserves die als eigen vermogen worden gekwalificeerd. De voorzieningen van de gemeente zijn te verdelen in latente voorzieningen en onderhanden werk. Onder de latente voorzieningen zijn alle onderhoudsvoorzieningen opgenomen. Te denken valt aan de gemeentelijke gebouwen voor sociaal cultureel werk, onderwijs, sportvoorzieningen e.d. Ook is de personeelsvoorziening FPU hieronder opgenomen. Onderhoudsvoorzieningen worden opgesteld op basis van een 10-jarig onderhoudsplan. Vervolgens wordt een gemiddelde benodigde jaarlijkse storting berekend. De hoogte van de voorziening dient steeds toereikend te zijn en mag volgens het BBV niet negatief zijn. Jaarlijks dient nagecalculeerd te worden of enerzijds de werkzaamheden hebben plaats gevonden conform de planning en anderzijds of de storting toereikend is. Op deze manier ontstaat een dynamisch beheer waarbij planning van de onderhoudswerkzaamheden steeds wordt afgestemd met het financiële aspect. In 2012 zijn de gemeentelijke panden beoordeeld op staat van onderhoud en zijn nieuwe kostenoverzichten opgesteld. Waar nodig zijn de stortingen bijgesteld. Het verloop van de voorzieningen is als volgt: Verloop voorzieningen
Saldo per dec-13
Saldo per dec-14
Saldo per dec-15
Saldo per dec-16
Voorzieningen ter egalisatie van kosten
13.125.000
11.506.000
11.139.000
10.077.000
9.659.000
10.247.000
2.725.000
2.983.000
3.264.000
3.538.000
3.714.000
3.692.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
125.000
15.975.000
14.614.000
14.528.000
13.740.000
13.498.000
14.064.000
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Voorzieningen voor middelen van derden, waarvan de bestemming gebonden is Totaal Voorzieningen
Saldo per dec-17
Saldo per dec-18
De gevormde tekorten op grondexploitaties worden volgens de voorschriften rechtstreeks op de post onderhanden werk gecorrigeerd. Een gedetailleerd overzicht per voorziening is op de afdeling Bestuur en Organisatie aanwezig.
Programmabegroting 2014
85
Leningenportefeuille Ter financiering van de gemeentelijke uitgaven worden leningen afgesloten. Afhankelijk van de aard van de financiering en de mogelijkheden binnen de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) vallen deze uiteen in kortlopende leningen, looptijd korter dan één jaar, en langlopende geldleningen. In deze wet is voorgeschreven welk gedeelte met kort geld mag en welk gedeelte met lang geld moet worden gefinancierd. Dit is afhankelijk van de hoogte van de kasgeldlimiet, die wordt berekend op basis van een percentage van het begrotingstotaal. Gestreefd wordt naar een optimale combinatie van leningen die leidt tot de laagste rentekosten. Het aantrekken van de leningen wordt uitgevoerd door het Servicecentrum Drechtsteden. De totale leningenportefeuille per 1 januari 2014 bedraagt € 69 miljoen. In onderstaand overzicht wordt het geraamde verloop van de leningen weergegeven. Leningenportefeuille
2014
2015
2016
2017
2018
Saldo begin boekjaar Nieuw aan te trekken leningen Aflossing
69.865.000 5.000.000 2.386.000
72.479.000 10.000.000 12.352.000
70.127.000 5.000.000 7.352.000
67.775.000 0 8.602.000
59.173.000 0 2.602.000
Saldo einde boekjaar
72.479.000
70.127.000
67.775.000
59.173.000
56.571.000
Investeringsprogramma 2014-2018 Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de geplande investeringen voor de komende jaren. In verband met de heroverwegingen zijn de investeringen niet alleen intensief bekeken op nut en noodzaak, maar ook op het tijdstip van vervanging. Het merendeel van de investeringen betreft vervangingsinvesteringen. Na beoordeling op bovenstaande zaken is in onderstaande, gecomprimeerde tabel per categorie investering weergegeven welke investeringen voor de komende jaren staan gepland. Prog. Investeringsprogramma ma kp Gemeentehuis 1 Huisvesting onderwijs 1 Sportcentrum 1 Kunstgrasvelden 2 Parkeergarage div. Vervangingsinvesteringen Totaal investeringen
2014 2015 910.000 3.190.000 1.640.000 0 5.651.000 0 750.000 0 500.000 0 391.000 123.000 9.842.000 3.313.000
2016 0 0 0 0 0 150.000 150.000
2017 0 0 0 0 0 55.000 55.000
2018 0 0 0 0 0 520.000 520.000
De meeste investeringen in het investeringsplan (IP) betreffen vervanging van reeds aanwezige activa. In het jaar na het verstrijken van de geplande levensduur wordt een nieuwe investering bezien. Bij vervanging wordt eerst gekeken naar nut en noodzaak van vervanging en de huidige staat van het actief. Als vervanging kan worden uitgesteld, wordt deze doorgeschoven. Het kan natuurlijk ook voorkomen dat een actief eerder vervangen moet worden dan gepland. Bij investeringen zal worden bezien of samenwerking met anderen mogelijk is en in welke producten zal worden geïnvesteerd. De waardering en afschrijving van vaste activa is conform artikel 212 Gemeentewet, opgenomen in de Financiële verordening gemeente Papendrecht. In bijlage 1 van deze verordening zijn de uitgangspunten voor nieuwe investeringen opgenomen. Ten aanzien van het groot onderhoud gemeentehuis is een inschatting van benodigde investeringen gemaakt, deels opgebouwd uit bestaande reserves (zie de tekst op pagina 81). Besluitvorming is voorbehouden in meerjarenperspectief aan college en gemeenteraad. Het bedrag in 2014 is de bestaande onderhoudsprogrammering (gebouw en inrichting).
Programmabegroting 2014
86
5. ONTWERP-RAADSBESLUIT Datum en nummer 7 november 2013, nummer 068/2013
De raad van de gemeente Papendrecht; Gelezen het voorstel (1089814) van het college van 10 en 15 oktober 2013, gelet op artikel 191 Gemeentewet,
besluit: 1. De Begroting 2014 (inclusief de verplichte paragrafen, de financiële begroting met resultaatbestemming 2014 en het investeringsprogramma 2014) vast te stellen; 2. De Meerjarenbegroting 2015 – 2018 voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2013, de griffier,
de voorzitter,
A.P.M.A.F. Bergmans
C.J.M. de Bruin
Programmabegroting 2014
87
Bijlage A.
Verloop reserves
Verloop reserves
Saldo ultimo
2013
Bij
Af
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
Saldo ultimo
2014
2015
2016
2017
2018
A. Algemene reserve Algemene reserve Resultaat vorig boekjaar
4.692.000 -
79.000
489.000
4.282.000
4.356.000
4.431.000
4.508.000
4.586.000
Algemene reserves
4.692.000
79.000
489.000
4.282.000
4.356.000
4.431.000
4.508.000
4.586.000
Reserve zonder naam
4.924.000
74.000
2.677.000
2.321.000
1.056.000
1.072.000
1.088.000
1.104.000
Reserve stedelijke vernieuwing
1.751.000
88.000
25.000
1.814.000
1.951.000
2.006.000
2.024.000
2.042.000
Risicoreserve grondexploitaties
4.393.000
-
-
4.393.000
4.393.000
4.393.000
4.393.000
4.393.000
541.000
8.000
-
549.000
207.000
210.000
213.000
216.000
1.359.000
-
512.000
847.000
458.000
167.000
2.000
7.000
Reserve frictie personeel
107.000
-
-
107.000
107.000
107.000
107.000
107.000
Reserve bedrijfsvoering
312.000
-
-
312.000
312.000
312.000
312.000
312.000
Risicoreserve erfpachtsgronden
973.000
437.000
-
1.410.000
1.857.000
2.314.000
2.716.000
3.127.000
68.000
34.000
-
102.000
136.000
170.000
204.000
238.000
1.167.000
47.000
-
1.214.000
1.263.000
1.314.000
1.367.000
1.422.000
239.000
-
239.000
239.000
239.000
239.000
239.000
-
130.000
130.000
150.000
50.000
50.000-
150.000-
Bestemmingsreserves
15.834.000
818.000
3.214.000 13.438.000 12.129.000 12.354.000 12.615.000 13.057.000
Totaal reserves
20.526.000
897.000
3.703.000 17.720.000 16.485.000 16.785.000 17.123.000 17.643.000
B. Bestemmingsreserves
Reserve raadsvisie Reserve tariefsegalisatie riool en afvalstoffen
Risicoreserve deelnemingen Risicoreserve Noordoevers transformatiezone Egalisatie rijksstromen taakmutaties Risicoreserve Omgevingsvergunningen
Programmabegroting 2014
88
Bijlage B.
Stand van zaken uitvoering heroverwegingen I
PROGRAMMA SAMENLEVING Heroverwegingen
2013
2014
2015
Stand van zaken
190.000
190.000
190.000
Een besparing van meer dan € 190.000 is structureel gerealiseerd.
-
200.000
400.000
Het geactualiseerde Integraal huisvestingsplan gaat uit van de taakstelling oplopend tot € 400.000 structureel in 2015.
88.000
88.000
88.000
Gerealiseerd
Subsidies In 2011 en 2012 zijn gesprekken gevoerd met instellingen, waarbij voor alle instellingen met een subsidiebedrag boven de € 10.000 een bezuiniging van 12,5% is gerealiseerd (verdeeld over twee jaar). Ook is de Algemene subsidieverordening aangepast.
Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP) Sociale voorzieningen GR Logopedische dienst Inmiddels is een principebesluit genomen door de deelnemende gemeenten om de logopedische dienst op te heffen (liquideren). Preventieve logopedie wordt op beperkte schaal voor enkele jaren toegevoegd aan jeugdgezondheidszorg via een pluspakket. Voor Papendrecht zal dit circa € 32.000 gaan kosten. Eind 2013 wordt meer duidelijkheid over de liquidatiekosten verwacht bij het vaststellen van het liquidatieplan.
Exploitatie nieuwe sportcentrum
8.500
8.500
86.000
-
-
100.000
Accommodatiebeleid Uitgangspunt is dat met een combinatie van huurverhogingen, meer kostendekkend verhuren en de uitkomsten van het traject Maatschappelijke Huisvesting de structurele ombuiging wordt gerealiseerd. Een en ander is onderdeel van de trajecten Maatschappelijke Huisvesting.
Verbetering kostendekkende verhuur overdekte sportvoorzieningen Tussentijdse verhoging zwembadtarieven
Programmabegroting 2014
Gerealiseerd. Het totale exploitatiebudget is gekort. Een exploitatieopzet voor het nieuwe sportcentrum wordt uitgewerkt. De heroverweging accommodatiebeleid maakt onderdeel uit van het traject Maatschappelijke Huisvesting (een bezuiniging van € 50.000 in 2014 en € 150.000 in de jaren daarna). Inmiddels zijn de bezettingsgraden van de panden verhoogd en zijn waar mogelijk meer kostendekkende tarieven gerealiseerd. Met de afgesloten huurovereenkomsten zijn meer inkomsten gegenereerd van € 148.000 (2013), € 125.000 (2014), € 114.000 (2015) en € 67.000 structureel (2016 e.v.). De dalende meeropbrengst houdt verband met de nog af te sluiten verlenging van de huurovereenkomsten. Deze inkomsten zijn nog niet meegenomen in de inkomstenraming. Hiermee is de taakstelling 2014 gerealiseerd en is een belangrijke bijdrage geleverd in de taakstelling 2015 en latere jaren. Voor 2015 bedraagt de taakstelling nu nog € 36.000 en vanaf 2016 is een taakstelling opgenomen van € 83.000.
-
50.000
150.000
25.000
37.000
37.000
Gerealiseerd.
25.000
32.500
40.000
Gerealiseerd.
100.000
Het uitvoeringsplan bestaat enerzijds uit verhoging van de inkomsten en anderzijds uit het verlagen van de uitgaven. De eerste helft 2014 dient te worden bezien of de aanpak leidt tot de structurele besparing zoals ingezet. Uit de jaarcijfers 2012 blijkt dat de hogere inkomsten onvoldoende gegenereerd worden. Het tekort over 2012 bedraagt € 95.000 ondanks de
Exploitatie theater / prijsbeleid Op basis van het uitvoeringsplan is de begroting van het theater aangepast .
Het besluit tot opheffing van of uittreden uit de GR Logopedische Dienst Kring Sliedrecht is in uitvoering. De uittreding kan plaatsvinden per 2016. Aan de uittreding zijn eenmalige frictiekosten verbonden. De heroverweging wordt met ingang van 2016 gehaald. De frictiekosten worden verspreid over meerdere jaren.
50.000
75.000
89
uitgevoerde heroverweging. Daarnaast staat voor 2013 nog een taakstelling van € 12.500, voor 2014 van € 25.000 en vanaf 2015 € 37.500 in uitvoering. Tegen deze achtergronden wordt de exploitatie van het theater nader bezien op problematiek en haalbaarheid.
Organisatiekosten adviesraden
pm
22.000
22.000
13.000
13.000
13.000
Een bezuiniging van € 22.000 dient met ingang van 2014 gerealiseerd te worden. Deze is uitsluitend te realiseren door het besluit terug te draaien dat de adviesraden onder de verordening van de raadscommissie vallen. Een voorstel is in voorbereiding.
Maatschappelijke stages Landelijk is aangegeven te stoppen met de maatschappelijke stage. Dit betekent dat de vergoeding van het rijk, die gedeeltelijk als heroverweging is ingeboekt, komt te vervallen.
Bezuiniging is structureel ingeboekt. De makelaarsfunctie is in samenhang met het coördinatiepunt vrijwilligerswerk ondergebracht bij de Brede Welzijnsinstelling.
Kunstuitleen/artotheek In 2013 wordt € 1.800 bezuinigd op de bedrijfsvoeringkosten van de kunstuitleen. Intussen wordt gezocht naar een oplossing voor de grotere structurele bezuiniging voor 2014 en de jaren later.
1.800
35.000
35.000
Er zijn diverse initiatieven onderzocht. Gezocht wordt naar de mogelijkheid de kunstuitleen onder te brengen in een zelfstandige Papendrechtse stichting of in een landelijke organisatie van kunstuitleen. Gesprekken met diverse mogelijke partners zijn nog niet afgerond.
16.000
16.000
16.000
Gerealiseerd.
25.000
25.000
25.000
De bezuiniging is gerealiseerd. Op de korte termijn via de aangegeven maatregelen en structureel door inpassing via het traject II maatschappelijke huisvesting.
10.000
10.000
10.000
Gerealiseerd.
4.000
4.000
4.000
Gerealiseerd.
Schoolzwemmen De financiering van het schoolzwemmen is met ingang van het schooljaar 20122013 stopgezet. Er is een vangnetconstructie in de vorm van een turbocursus ontwikkeld voor leerlingen in groep 6,7 en 8 die geen zwemdiploma hebben. Ouders met een minimuminkomen kunnen een beroep doen op de Stichting Leergeld. De turbocursus is inmiddels twee keer aangeboden, maar beide keren vanwege te weinig aanmeldingen niet doorgegaan. Interval De heroverweging voor Interval is ingevuld door het Powerpark festival in plaats van jaarlijks, één keer per twee jaar te organiseren. Daarnaast is bezuinigd op het activiteiten budget en het onderhoud van het gebouw in samenhang met traject II maatschappelijke huisvesting. Centrum voor Jeugd en Gezin In 2010 en 2011 is een aantal structurele lasten (o.a. subsidie interne zorgstructuur onderwijs en bijdrage JPT) onder de brede doeluitkering CJG gebracht. Daarnaast zijn de enveloppegelden (te weten € 100.000) ingezet, dan wel beschikbaar voor verbouwing en verhuizing. Jongerenwebsite Cilio Met ingang van 2011 is de gemeentelijke bijdrage voor de jongerenwebsite Cilio beëindigd. Het bereik van de jongeren was te laag, tussen de 4 en 6 procent.
Programmabegroting 2014
90
Subsidieverordening (lastenverlichting) Aanpassing subsidie verordening met het oog op deregulering en lastenverlichting.
pm
pm
20.000
Gerealiseerd.
De besluitvorming over de nieuwbouw kinderboerderij heeft plaatsgevonden.
100.000
100.000
100.000
De heroverweging € 100.000 wordt gerealiseerd in samenhang met de nieuwbouw van de kinderboerderij.
Totaal
556.300
906.000
1.436.000
Kinderboerderij
PROGRAMMA RUIMTE Heroverwegingen
2013
2014
2015
-
105.000
105.000
Gerealiseerd.
-
145.000
145.000
Gerealiseerd.
140.000
140.000
140.000
Gerealiseerd.
45.000
45.000
45.000
Gerealiseerd.
103.000
103.000
103.000
Gerealiseerd.
Wegen Extensief groenonderhoud Aanbesteding civieltechnische werken Fietsenstalling Geluidsscherm A15
Stand van zaken
Reclamebeleid lichtmasten De richtlijnen buitenreclame (het kader voor het op de markt zetten van de reclame concessie) zijn aangeboden ter besluitvorming. De reclameconcessie is in voorbereiding.
75.000
75.000
100.000
5.000
5.000
5.000
Gerealiseerd.
1.500
1.500
1.500
Gerealiseerd.
5.000
5.000
5.000
Gerealiseerd.
-
50.000
50.000
Realisatie afhankelijk van ontwikkelingen en initiatieven van derden.
-
8.000
8.000
Gerealiseerd.
12.500
12.500
12.500
Gerealiseerd.
15.000
15.000
15.000
Gerealiseerd.
402.000
710.000
735.000
2013
2014
2015
350.000
550.000
550.000
Gerealiseerd.
250.000
500.000
500.000
Gerealiseerd.
200.000
Bezuiniging is ingeboekt. Dit betreft het totaal van college, raad en ondersteuning. Op rijksniveau is het benodigde wetsvoorstel gesneuveld. In dit brede domein wordt gezocht naar mogelijkheden om niettemin de besparing waar mogelijk concreet in te vullen. Nog deze raadsperiode wordt hierover
Wegen (inkomsten ingravingen) Verkeersborden verminderen Verkeerregelinstallaties Externe kosten ruimtelijke ontwikkelingen Omgevingsdienst ZHZ Activiteitenprogramma wijken Kosten openbare verlichting Totaal
Een uitvoeringsvoorstel is in voorbereiding. De heroverweging voor 2013 wordt naar verwachting niet gerealiseerd. Nog niet duidelijk is of de heroverweging van € 75.000, oplopend tot € 100.000 in 2015 in totale omvang kan worden gerealiseerd op basis van reclameconcessies.
PROGRAMMA REGIO EN BESTUUR Heroverwegingen
Stand van zaken
Verbonden partijen Bezuinigingstaakstelling is opgenomen in de begroting 2013 van de GRD, Omgevingsdienst ZHZ, en de dienst veiligheidregio ZHZ. Reservering Drechtsteden
Taakmutatie politieke ambtsdragers
Programmabegroting 2014
-
100.000
91
gerapporteerd. BOA activiteiten Onderzoeken Rekenkamer Onderzoeken 213a college Cameratoezicht Inhuur externen beperken Legesinkomsten publiekszaken Commissie bezwaarschriften Gemeentenieuws goedkoper Digitale gemeentegids Inkomsten strafbeschikkingen BOA's
Deregulering
Risico-inventarisatie ZHZ / Veiligheidsocieteit Communicatiebudget Totaal
35.000
35.000
Gerealiseerd.
20.000
20.000
20.000
Gerealiseerd.
18.650
18.650
18.650
Gerealiseerd.
4.000
3.000
2.000
Gerealiseerd.
-
-
100.000
Gerealiseerd.
10.000
10.000
10.000
Gerealiseerd.
5.000
5.000
5.000
Gerealiseerd.
6.000
6.000
6.000
Gerealiseerd.
1.750
1.750
1.750
Gerealiseerd.
30.000
30.000
30.000
-
-
25.000
13.000
13.000
13.000
Gerealiseerd.
-
-
10.000
Gerealiseerd.
743.400 1.292.400
PROGRAMMA ALGEMENE DEKKINGMIDDELEN Heroverwegingen Inflatiecorrectie niet doorvoeren Reserves in stand houden/ aanvullen
1.526.400
2014
2015
500.000
500.000
500.000
Gerealiseerd.
112.000
112.000
112.000
Gerealiseerd.
45.000
45.000
45.000
Gerealiseerd.
75.000
75.000
75.000
Gerealiseerd.
-
150.000
150.000
Gerealiseerd.
25.000
25.000
25.000
Te realiseren via aparte besluitvorming.
15.000
15.000
15.000
Gerealiseerd.
100.000
150.000
200.000
Taakstellingen zijn tot en met 2016 gerealiseerd door inleveren van formatieruimte en personele maatregelen.
Informatisering en automatisering stelpost BTW in afvalstoffen- en rioolheffing Groot onderhoud gemeentehuis Werving en selectie Ambtelijk apparaat: doorlichting
Heroverweging is niet gehaald. De gedachte extra opbrengst is niet gerealiseerd. Permanent aandachtspunt bij wijzigingen van verordeningen en aanpassingen van regelgeving. Realisatiemogelijkheden worden onderzocht. Initiatieven worden daar waar mogelijk genomen.
2013
Werkkapitaal terugdringen
Totaal
35.000
872.000 1.072.000
Programmabegroting 2014
Stand van zaken
1.122.000
92
Bijlage C.
Stand van Zaken actiepunten collegeprogramma
Actiepunten collegeprogramma
Stand van zaken
Uitwerking overige prestatievelden, zoals de samenhang wijk en buurt, compensatieplicht en vrijwilligers- en mantelzorgbeleid
Gerealiseerd. Opgenomen in het Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2012-2015, vastgesteld in de raadsvergadering van 28 juni 2012.
Wmo beleidsplan (2012-2015)
Gerealiseerd. Is vastgesteld in juni 2012. Het uitvoeringsprogramma 2013 is in april 2013 vastgesteld.
Toename verantwoordelijkheid re-integratie
Gerealiseerd. Uitvoering via SDD en Drechtwerk. Sturing ook via programma’s onderwijs-arbeidsmarkt (meervoudig lokaal en lokaal).
Voorlichting over regelingen en mogelijkheden die beschikbaar zijn voor sociaal zwakkeren in de samenleving
Gerealiseerd. Uitvoering door SDD via uitvoeringsprogramma Wmo.
Nota vrijwilligerswerk
De nota Vrijwilligersbeleid en Maatschappelijke stage 2011-2015 is gerealiseerd (raadsbesluit 27 oktober 2011). Uitvoering via het uitvoeringsprogramma Wmo.
Inzetten op bedrijfsmatige aansturing Drechtwerk
Gerealiseerd. Raad van Commissarissen is ingesteld en een uitvoeringsorganisatie voor decentralisatiewetgeving is ingericht. Benodigde aanpassingen zijn het gevolg van veranderd rijksbeleid en daaruit voortvloeiende wetgeving.
Actief beleid te voeren ten aanzien van het bieden van mogelijkheden aan ondernemers om hun bedrijfsactiviteiten uit te voeren
Gerealiseerd. Onderdeel van Uitvoeringsprogramma Economie “Verbinden en zichtbaar inspireren” dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 13 juni 2013.
Verder revitaliseren en herstructureren van bedrijventerreinen
Door onze gemeente is met andere partners gewerkt aan het aanpassen van de voorlandkering, de waterhuishouding en de ecologische verbindingszone in de als bedrijventerrein ontwikkelde polder Nieuwland. De definitieve oplevering is februari 2014. De tweede fase revitalisering Oosteind wordt in het eerste kwartaal van 2014 gerealiseerd (visie, convenant, MER-rapportage, bestemmingsplan).
Beter benutten openingstijden winkels
Het huidige beleid is als toereikend beoordeeld.
Activeren vrijwilligers
De nota Vrijwilligersbeleid en Maatschappelijke stage 2011-2015 is gerealiseerd (raadsbesluit 27 oktober 2011). Uitvoering via het uitvoeringsprogramma Wmo.
Onderwijsbeleid met goede aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven / kadernota onderwijs
Gerealiseerd. De Kadernota Onderwijs 2012-2016 is op 28 juni 2012 vastgesteld en is uitgevoerd en nog in uitvoering.
Integraal huisvestingsplan (IHP) Gerealiseerd. Het Integraal Huisvestingsplan 2013-2022 (IHP) is vastgesteld in de raad van 4 juli 2013.
Aandacht voor jongeren in jongerenbeleid
Programmabegroting 2014
Gerealiseerd. De tussenevaluatie kadernota Jeugd 2010-2014 is op 18 december 2012 door het college vastgesteld. Bij het speelruimtebeleid is
93
Actiepunten collegeprogramma
Stand van zaken
en wordt nadrukkelijk aandacht geschonken aan de mening van jongeren. Stimuleren maatschappelijke participatie jongeren
Gerealiseerd. De wettelijke verplichting ten aanzien van de maatschappelijke stage eindigt in 2015.
Activeren jeugd
Gerealiseerd. De wettelijke verplichting ten aanzien van de maatschappelijke stage eindigt in 2015.
Uitwerken jeugdbeleid
Gerealiseerd. De tussenevaluatie kadernota Jeugd 2010-2014 is op 18 december 2012 door het college vastgesteld. Daarin zijn de aanbevelingen uit het rapport Rekenkamercommissie 2012 meegenomen. De doelstellingen van de kadernota zijn geconcretiseerd in de notitie Meedoen!, vastgesteld in de gemeenteraad van 31 maart 2011.
In stand houden Interval als voorziening
Onderdeel van het project maatschappelijke huisvesting I en II. Daarbij gaat het om het realiseren van een multifunctionele (jeugd)accommodatie. De inhoudelijke beleidsdiscussie vindt plaats in het kader van de doelstellingen van de kadernota Jeugd 2010-2014.
Realiseren CJG
Gerealiseerd. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is eind 2011 geopend.
Aandacht voor specifieke vragen ouderen
Gerealiseerd. Opgenomen in het Beleidsplan wet maatschappelijke ondersteuning 2012-2015, vastgesteld in de raadsvergadering van 28 juni 2012. Uitvoeringsprogramma 2013 is in april 2013 vastgesteld.
Herijking ouderennota
Gerealiseerd. Opgenomen in het Beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2012-2015.
Preventiebeleid volksgezondheid
Gerealiseerd. Nota lokaal gezondheidsbeleid 2012-2016 is op 25 oktober 2012 vastgesteld door de gemeenteraad.
Realisatie nieuwe sportcentrum
In uitvoering. Oplevering geschiedt in fasen. De gemeenteraad is laatstelijk bij brief van 27 augustus 2013 geïnformeerd over de voortgang en de planning.
Uitvoering Sport op koers
Gerealiseerd. Op 11 februari 2010 heeft de gemeenteraad de beleidsnota Sport op Koers, sportbeleid van de gemeente Papendrecht 2010-2016 vastgesteld. Op 6 maart 2012 heeft het college het uitvoeringsprogramma Sport 2012 vastgesteld. Dit programma is in 2013 gecontinueerd.
Gemeentelijke cultuurnota
Gerealiseerd. De nota Cultuurbeleid 2012–2014 is op 10 mei 2012 vastgesteld.
Inrichten groen-blauwe zone
Op 10 mei 2012 is de startnotitie vastgesteld. De uitwerking van de visie staat gepland voor de gemeenteraad van december 2013.
Ontwikkelen en uitbouwen recreatiezone Slobbengors
Het IOP Slobbengors is in december 2011 vastgesteld. Het opstellen van de visie op de inrichting staat gepland voor 2014.
Meer verbinden gemeente en ondernemers
Het uitvoeringsprogramma Economie “Verbinden en zichtbaar inspireren” is op 13 juni 2013 vastgesteld. De uitvoering vindt plaats in de periode 2013-2017.
Creëren van comfortabele leefomgeving
Permanente aandacht. Onderdeel van veel beleidsvisies. Voorbeelden daarvan zijn IBOR, Woonvisie, uitvoeringsprogramma Economie, Onderwijs-Arbeidsmarkt, Duurzaamheid, Sportvelden, IOP, recreatiezone Polder Nieuwland, Tiendzone.
Accommodatiebeleid
Komt tot uitdrukking in het project maatschappelijke huisvesting I en II (algemene voorzieningen en mf(j)a) en IHP (onderwijsvoorzieningen).
Programmabegroting 2014
94
Actiepunten collegeprogramma
Stand van zaken
Onderzoek doen naar multifunctionele jeugdaccommodatie
Onderdeel van het project maatschappelijke huisvesting I. Daarbij gaat het om het realiseren van een multifunctionele (jeugd)accommodatie. De inhoudelijke beleidsdiscussie vindt plaats in het kader van de doelstellingen van de kadernota Jeugd 2010-2014.
Gemeentewerf voor de gemeente behouden
Gerealiseerd.
Uitwerken woonvisie
Gerealiseerd. Op 6 december 2012 is de Woonvisie Papendrecht 20122020 vastgesteld.
Centrumontwikkeling
Permanente voortgang. Keuze voor speerpunten in uitvoering: - Den Briel - Ontwikkellocatie Veerpromenade - Herinrichting markt
Uitwerken onderdelen structuurvisie zoals dijklint, welstandsbeleid, monumentenbeleid, grondbeleid en visie op het groenblauwe netwerk
Gerealiseerd: Woonvisie, vastgesteld 6 december 2012 Nota Grondbeleid, vastgesteld 21 maart 2013 Welstandsbeleid, vastgesteld 1 november 2012 Erfgoedverordening, vastgesteld 24 januari 2013 GVVP, vastgesteld op 11 februari 2010 Klimaatbeleid, vastgesteld Gebiedsspecifiek Bodembeleid, vastgesteld 31 maart 2011 Beleid hogere waarden geluid, vastgesteld Route gevaarlijke stoffen, vastgesteld 30 juni 2011 Andere onderdelen zijn in uitvoering (2013-2014).
Onderzoek binnenstedelijke herontwikkeling
In voorbereiding. Geen prioriteit gekregen in verband met het grote aantal andere onderwerpen op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling. Planning is nog deze raadsperiode een startnotitie op te leveren.
Toepassen duurzame oplossingen in openbare gebouwen
Gerealiseerd. Verwezen wordt onder andere naar drie brieven aan de gemeenteraad over duurzaamheid en verder extra maatregelen duurzaamheid sportcentrum, specifieke aandacht voor duurzaamheid centrum, kinderboerderij, Fokker, discussie groot onderhoud gemeentehuis, e.d.
Regionaal klimaatbeleid, duurzaamheid en energiebesparende maatregelen
Permanente aandacht. In 2013 is de groepsaankoop zonnepanelen voor inwoners succesvol verlopen en zijn de eerste elektrische laadpalen geplaatst. Energieonderzoeken bij supermarkten, zorginstellingen en middelbare scholen hebben een groot besparingspotentieel aangetoond.
Doorontwikkeling recreatieve functie ten noorden van de A15 als onderdeel van de Merwedezone binnen budgettaire kaders
Onderdeel van visie op Groen-blauw netwerk. De startnotitie is vastgesteld in de gemeenteraad van 10 mei 2012. De visie wordt in december 2013 ter vaststelling aangeboden.
Verkeerscirculatieplan
In planning. De huidige naam is bereikbaarheidsplan. De startnotitie van het bereikbaarheidsplan is vastgesteld in de raad van 21 maart 2013. De uitwerking in een nota van uitgangspunten is uitgesteld vanwege de dialoog en bijbehorende aanpassing aan het parkeerbeleid. Inzet is om nog deze raadsperiode op basis van de startnotitie een inhoudelijke bespreking te entameren.
Parkeerbeleid
De hoofdlijnen parkeerbeleid zijn vastgesteld in de raad van 04 juli 2013. De bijbehorende uitvoeringsregeling is in het najaar van 2013 gereed. Invoering per 1-1-2014.
Programmabegroting 2014
95
Actiepunten collegeprogramma
Stand van zaken
Voorzieningen waterbus in stand houden en zo mogelijk uitbreiden
In principe is dit een provincie aangelegenheid. De regio besluit in principe niet zelf over voorzieningen rond de Waterbus. De besluitvorming rond voorzieningen en dienstverlening van de Waterbus is een specifieke aangelegenheid van de provincie Zuid-Holland. Periodiek vindt wel tussen de regio Drechtsteden en de provincie een concessieoverleg Waterbus plaats. Om de voorziening op Oosteind te verbeteren, wordt met bijdragen van derden, de waterbushalte Oosteind in 2013 of begin 2014 verplaatst naar de Rosmolenweg. Ook wordt onderzocht of de fietsverbinding naar de halte Westeind verbeterd kan worden. De haalbaarheid en consequenties worden onderzocht van een uitbreiding c.q. verbetering van de dienstverlening van de Waterbus en het versterken van de verbinding met Zwijndrecht.
Onderzoeken naar Gerealiseerd. De resultaten van het onderzoek zijn schriftelijk aan de mogelijkheden Duurzaam Veilig gemeenteraad bij brief meegedeeld. Het Duurzaam Veilig Verkeersplein is Verkeersplein aangelegd. Wijkgericht uitvoeringsprogramma
Gerealiseerd. Ieder jaar wordt een activiteitenprogramma opgesteld en voorgelegd aan het college. De visie wijkgericht werken is in voorbereiding.
Optreden Buitengewoon Opsporingsambtenaren in openbare ruimte
De wijze van optreden is permanent aandachtspunt en wordt actief gevolgd. Daarnaast wordt via opleiding aandacht geschonken aan de wijze van optreden. Twee boa’s hebben inmiddels succesvol de opleiding Drank- en Horecawet doorlopen.
Verbetering dienstverlening
Gerealiseerd. Het Ontwikkelprogramma Dienstverlening is op 4 juli 2013 in de raad vastgesteld op basis van de in 2010 vastgestelde Visie op Dienstverlening Papendrecht. De implementatie is ter hand genomen en zal in 2014 tot resultaten leiden. Daarmee worden nieuwe stappen gezet op de weg van professionele verbetering van de dienstverlening.
Lokale overheid moet meer communicatief worden
Systematische aandacht voor het betrekken van burgers bij beleidsontwikkeling en uitvoering. Naast de wettelijke procedures en eisen hieromtrent gaan wij actief om met inspraak.
Uitwerken interactieve beleidsvorming
Systematische aandacht voor het betrekken van burgers bij beleidsontwikkeling en uitvoering. Naast de wettelijke procedures en eisen hieromtrent gaan wij actief om met inspraak.
Verminderen administratieve regeldruk
Systematische aandacht bij collegevoorstellen zoals bij welstandsbeleid, subsidieverdeling, nieuwe subsidieverordening, APV. In een groot aantal gevallen heeft dit ook tot aanpassing van beleid en regelgeving geleid.
Verbetering sturing op verbonden partijen
Permanent actief aandachtspunt. Zie ook de Visie op intergemeentelijke samenwerking (vastgesteld in de gemeenteraad op 28 juni 2012).
Samenwerking in regio vanuit efficiency
Zie Visie op intergemeentelijke samenwerking (vastgesteld in de gemeenteraad op 28 juni 2012).
Aandacht voor noordelijke Drechtsteden
Zie Visie op intergemeentelijke samenwerking (vastgesteld in de gemeenteraad op 28 juni 2012).
Inzichtelijk maken directe en indirecte subsidies
Huurovereenkomsten worden geactualiseerd en afspraken over harmonisatie bij noodzakelijke actualisatie. Verder is de subsidiebundel gecompleteerd en een nieuwe verordening gemaakt en ingevoerd.
Kaderstelling voor investeringen Aandacht via systematische heroverwegingen; vervolgens regulier en uitvoeringsprogramma's onderdeel in de P&C-cyclus. Onderzoek naar afstoten Onderdeel van grondbeleid via brief van 2012. Op 21 maart 2013 is de gemeentelijke eigendommen en nota Grondbeleid vastgesteld in de gemeenteraad. activa
Programmabegroting 2014
96
Actiepunten collegeprogramma
Stand van zaken
OZB alleen verhogen met inflatiecorrectie
Gerealiseerd.
Bouwleges en overige leges kostendekkend maken
Grotendeels gerealiseerd. Permanent punt van aandacht in samenhang met doorbelastingsysteem.
Behoedzaam en actief grondbeleid
Gerealiseerd, zie nota Grondbeleid.
Inhuur externen beperken
Gerealiseerd via systematische aandacht. Meerjarig is sprake van een dalende reeks. Besparingen zijn gerealiseerd.
Onderzoek naar taken en activiteiten verbonden partijen
Zie Visie op intergemeentelijke samenwerking (vastgesteld in de gemeenteraad op 28 juni 2012).
Taakstelling opleggen aan verbonden partijen
Gerealiseerd en permanent aandachtspunt.
Budgetten groen en wegen zoveel mogelijk ontzien
Gerealiseerd en permanent aandachtspunt.
Programmabegroting 2014
97
Bijlage D.
Indicatoren Programmabegroting 2014
1 Samenleving e
1 Hoofddoelstelling Uitbouwen sociale samenhang in de maatschappij door ondersteunen van verenigingsleven, activiteiten vrijwilligers en wijkgericht werken. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Schaalscore sociale cohesie (samengestelde score)
6,1 (2009)
% inwoners dat het afgelopen jaar actief is geweest om de buurt te verbeteren
32% (2009)
Deelname vrijwilligerswerk (% inwoners dat het afgelopen jaar vrijwilligerswerk heeft gedaan)
25% (2009)
Streefwaarde
5,9 (2011)
5,7 (2013)
=
20% (2011)
15% (2013)
=
33% (2013)
=
e
2 Hoofddoelstelling Werkgelegenheid in de regio op peil houden door behoud van bestaande bedrijven en arbeidsplaatsen (in stand houden) en creëren van mogelijkheden voor ondernemers om hun bedrijfsactiviteit uit te voeren (uitbouwen). Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Oordeel ondernemers over het ondernemingsklimaat
6,6 (2010)
(Ontwikkeling) aantal startende ondernemers (t.o.v. regionale en landelijke ontwikkeling)
187 (2010) Ontwikkeling 2009-2010: Papendrecht +23% Drechtsteden +16% Nederland +17%
210 (2011) Ontwikkeling 2010-2011: Papendrecht +12% Drechtsteden +5% Nederland + 9%
199 (2012) Ontwikkeling 2011-2012: Papendrecht -5% Drechtsteden -2% Nederland -15%
=
(Ontwikkeling) aantal werkzame personen (t.o.v. regionale en landelijke ontwikkeling)
11.381 (per 1-1-2010)
11.471 (per 1-1-2011)
11.498 (per 1-1-2012)
=
Ontwikkeling 2009-2010: Papendrecht +3,0% Drechtsteden +0,2% Nederland -1,0%
Ontwikkeling 2010-2011: Papendrecht +0,8% Drechtsteden +0,8% Nederland+0,1%
Ontwikkeling 2011-2012: Papendrecht +0,2% Drechtsteden -1,7% Nederland -0,7%
Programmabegroting 2014
Streefwaarde =
98
e
3 Hoofddoelstelling Kwalitatief goed onderwijs moet in Papendrecht blijven met specifieke aandacht voor een goede aansluiting op de arbeidsmarkt en het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. Ten aanzien van het onderwijsniveau is de rol van de gemeente vooral voorwaardenscheppend en faciliterend. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Schoolverzuim (absoluut en relatief)
2009-2010 Absoluut 4 Relatief 84
Aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters
79 (definitief cijfer 2008-2009) 91 (definitief cijfer 2009-2010) 73 (definitief cijfer 2010-2011) 80 (voorlopig cijfer 2011-2012)
Streefwaarde
2010-2011 Absoluut 6 Relatief 85
2011-2012 Absoluut 2 Relatief 237*)
0 (absoluut getal)
+ (lager absoluut getal)
*) De stijging van het relatief schoolverzuim wordt veroorzaakt door een betere samenwerking tussen de scholen en het Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten. Hierdoor vindt een betere melding en registratie van het schoolverzuim plaats en is de betrouwbaarheid van de meting gestegen.
Teruglopende leerlingaantallen De onderstaande tabel geeft de ontwikkeling van het leerlingaantal in Papendrecht weer voor de planperiode van het IHP op basis van de teldatum 1 oktober 2012 en de leerling prognose 2022 (meest recent). Soort onderwijs basisonderwijs speciaal basisonderwijs speciaal onderwijs voortgezet onderwijs TOTAAL
Aantal leerlingen Aantal leerlingen per 1 okt 2012 2022-2023 3.047 2.579 157 158 70 61 3.543 3.214 6.817 6.012
Ontwikkeling -468 +1 -9 -329 -805
Zowel landelijk als lokaal laat de demografische ontwikkeling zien dat sprake is van (forse) krimp. Deze krimp zet zich geleidelijk (per schooljaar) in en zet zich de komende 10 schooljaren door. De top van het aantal leerlingen in het primair onderwijs was in het jaar 2009 en is en blijft nu dalende. In het voortgezet onderwijs is de komende drie jaar nog sprake van een stijging (met name door de leerlingen uit de regio), maar daarna zet naar verwachting in 2015 de krimp ook hier in. e
4 Hoofddoelstelling Stimuleren van maatschappelijke participatie (zowel ouderen als jongeren) door aandacht voor sport, onderwijs, cultuur en recreatie. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Sportdeelname
61% (2009)
63% (2012)
Cultuurparticipatie
83% (2009)
76% (2012)
96% (2013)
=
Gebruik recreatieve voorzieningen
85% (2009)
81% (2012)
88% (2013)
=
Onvoldoende sociale contacten
5% (2009)
7% (2013)
+ (lager %)
Sociaal isolement
10% (2009)
16% (2013)
+ (lager %)
Programmabegroting 2014
Streefwaarde +
99
e
5 Hoofddoelstelling Voorkomen van schade aan gezondheid. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Ervaren gezondheid (goed tot uitstekend)
88% (2009)
Oordeel inwoners over de gezondheidsvoorzieningen ((zeer) tevreden)
68% (2009)
Streefwaarde =
72% (2011)
78% (2013)
=
2 Ruimte e
1 Hoofddoelstelling Het in stand houden en versterken van een comfortabel woon-, leef- en werkklimaat. Kernwoorden daarbij zijn veiligheid, goede voorzieningen, bereikbaarheid, duurzaamheid, groen en milieuvriendelijkheid. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Positief oordeel inwoners over de voorzieningen: -sportvoorzieningen -totaal winkelaanbod
83% (2009) 80% (2009)
Streefwaarde
75% (2011) 88% (2011)
85% (2013) 85% (2013)
= =
7,5 (2011)
7,6 (2013)
=
Oordeel inwoners over hun woonomgeving (rapportcijfer)
7,3 (2009)
Oordeel inwoners over openbaar vervoer (tevredenheid)
61% (2009)
61% (2011)
71% (2013)
=
Positief oordeel inwoners over fietsvriendelijkheid
73% (2009)
74% (2011)
73% (2013)
=
Positief oordeel inwoners over parkeermogelijkheden
41% (2009)
47% (2011)
Oordeel ondernemers over bereikbaarheid per auto (rapportcijfer)
7,7 (2010)
=
Oordeel ondernemers over bereikbaarheid per openbaar vervoer (rapportcijfer)
6,8 (2010)
=
+
e
2 Hoofddoelstelling Vergroten van de aantrekkelijkheid van het centrum met aandacht voor woon-, leef- en werkklimaat. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Positief oordeel inwoners over winkelcentrum De Meent
72% (2011)
Programmabegroting 2014
62% (2012)
Streefwaarde 67% (2013)
=
100
e
3 Hoofddoelstelling Versterken van recreatie en groenfunctie. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Oordeel inwoners over hun woonomgeving (rapportcijfer)
7,3 (2009)
7,5 (2011)
Streefwaarde 7,6 (2013)
=
3 Bestuur en regio e
1 Hoofddoelstelling Kwalitatief goed invulling geven aan de communicatieve en dienstverlenende rol van eerste overheid, waarbij de gemeente de regierol heeft en ondernemers, instellingen en inwoners interactief betrekt bij de beleidsvorming. Dit vraagt permanente inzet en aanhoudende aandacht. Algemeen maatschappelijke en economische omstandigheden zijn hier van grote invloed, terwijl tegelijkertijd een positief oordeel en daarmee gepaard gaand vertrouwen te voet komt en te paard gaat. Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Vertrouwen inwoners in de gemeente (% inwoners dat een redelijk tot volledig vertrouwen heeft in de gemeente)
74% (2011)
Oordeel inwoners over het gemeentebestuur (rapportcijfer)
Streefwaarde
69% (2013)
=/+
6,4 (2011)
6,4 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over hun betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen (rapportcijfer)
5,5 (2011)
5,7 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over hun betrokkenheid bij de uitvoering van gemeentelijke plannen (rapportcijfer)
5,3 (2011)
5,6 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over de gemeentelijke informatie (rapportcijfer)
6,7 (2011)
6,8 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over de duidelijkheid van gemeentelijke informatie (rapportcijfer)
6,9 (2011)
7,0 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over de beschikbaarheid van gemeentelijke informatie (rapportcijfer)
7,0 (2011)
7,0 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over gemeentelijke informatie via lokale krant (rapportcijfer)
7,1 (2011)
7,4 (2013)
=/+
Oordeel inwoners over informatie op gemeentelijke website (rapportcijfer)
7,0 (2011)
6,9 (2013)
=/+
Oordeel burgers over kwaliteit van de dienstverlening (rapportcijfer)
7,6 (2010)
7,7 (2013)
+
Oordeel ondernemers over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening (rapportcijfer)
6,3 (2010)
Programmabegroting 2014
7,7 (2011)
+
101
e
2 Hoofddoelstelling Bevorderen naleving van vergunningen en regels om leefbaarheid te vergroten en te handhaven (voorkomen overlast). Indicator
Nulmeting / vervolgmeting
Streefwaarde
Oordeel inwoners over controle en handhaving van regels door gemeente (rapportcijfer)
5,8 (2011)
Percentage inwoners dat overlast ervaart door groepen jongeren
15% (2009)
14% (2011)
12% (2013)
+ (lager %)
Percentage inwoners dat parkeeroverlast ervaart
23% (2009)
24% (2011)
30% (2013)
+ (lager %)
Percentage inwoners dat last heeft van te hard rijden
31% (2009)
31% (2011)
31% (2013)
+ ( lager %)
6,1 (2013)
+
e
3 Hoofddoelstelling: Verminderen van administratieve lastendruk en regeldruk voor inwoners en ondernemers. Indicator
Nulmeting
Oordeel inwoners over de hoeveelheid regels (rapportcijfer)
5,6 (2011)
5,3 (2013)
+
Oordeel inwoners over deregulering door gemeente (rapportcijfer)
6,0 (2011)
6,2 (2013)
+
Programmabegroting 2014
Streefwaarde
102