Onderwijs- en examenregeling (OER) Master 2012/2013 Departement Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht
In de Onderwijs- en examenregeling zijn de opleidingsspecifieke rechten en plichten opgenomen van studenten enerzijds en de Universiteit Utrecht anderzijds. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
INHOUD 1. Algemene bepalingen 1.1 toepasselijkheid van de regeling 1.2 begripsbepalingen 1.3 internet en e-mail 2. Toelating 2.1 toelatingseisen opleiding 2.2 Engelse taal / Nederlandse taal voor studenten met een buitenlandse vooropleiding 2.3 toelating programma's 2.4 schakelzone 2.5 toelatingsprocedure 2.6 voorwaardelijke toelating 2.7 voorlopige toelatingsbeschikking 3. Inhoud en inrichting van de opleiding 3.1 doel van de opleiding 3.2 vorm van de opleiding 3.3 taal waarin de opleiding wordt verzorgd 3.4 studielast 3.5 programma's; startmomenten 3.6 samenstelling programma's 3.7 onderdelen elders 3.8 honoursprogramma 4. Onderwijs 4.1 cursus 4.2 ingangseisen cursussen 4.3 inschrijving voor cursussen 4.4 aanwezigheids- en inspanningsverplichting 5. Toetsing 5.1 algemeen 5.2 examencommissie 5.3 toetsing stage of onderzoekopdracht en scriptie 5.4 cijfers 5.5 overmachtsituatie, inhaaltoets 5.6 reparatie en herkansing 5.7 toetsvorm 5.8 mondelinge toetsen 5.9 individuele toetsvoorziening voor afronding van de opleiding 5.10 toetsvoorziening bijzondere gevallen 5.11 termijn beoordeling 5.12 geldigheidsduur 5.13 inzagerecht 5.14 bewaartermijn toetsen 5.15 vrijstelling 5.16 fraude en plagiaat 6. Examen 6.1 examen 6.2 judicium cum laude 6.3 graad 6.4 honours 6.5 getuigschrift 6.6 final Grade Point Average (GPA) 6.7 beroepsvereisten 7. Studiebegeleiding 7.1 studievoortgangsadministratie 7.2 studiebegeleiding 7.3 handicap
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
2
8.
Overgangs- en slotbepalingen 8.1 overstap oude stijl opleiding doctoraal naar opleiding master 8.2 vangnetregeling 8.3 wijziging 8.4 bekendmaking 8.5 inwerkingtreding
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
3
BIJLAGEN 1. Specifieke toelatingscriteria 2. Specifieke eindtermen 3. Programma’s 4. Uitvoeringsregeling internationalisering 5. Beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht “civiel effect” 6. Stagereglement 7. Regeling masterscriptie 8. Final GPA 9. Inbrengtabel behorend bij de overgangsregeling doctoraal
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
4
Paragraaf 1 – Algemene bepalingen
art. 1.1 – toepasselijkheid van de regeling 1. Deze regeling geldt voor het studiejaar 2012/2013 en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en het examen van de masteropleidingen • Criminologie (croho 66469), • European Law (croho 60602), • Fiscaal recht (croho 66827), • Law and Economics (60742), • Nederlands recht (croho 66451), • Notarieel recht (croho 66828), • Public International Law (croho 60856), • Recht en onderneming (croho 60741), en • Recht, bestuur en management (croho 60743), hierna te noemen de opleiding, en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven, onverminderd het bepaalde in lid 2. De opleiding wordt verzorgd door het departement Rechtsgeleerdheid binnen de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht, hierna te noemen het departement. 2. Voor de te behalen onderdelen van het examen en voor de regels inzake het combineren van richtingen of programma's gelden de bepalingen uit de Onderwijs- en examenregeling van het jaar waarin de student voor de eerste maal ingeschreven staat voor de betreffende opleiding. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 geldt, i.v.m. de beëindiging van de opleiding Fiscaal recht als vastgelegd in art. 3.5 lid 3, voor cohort 2008 het minder verplichtende programma van de opleiding voor cohort 2009, zoals opgenomen in bijlage 3. art. 1.2 – begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en van het examen van de opleiding; c. studiepunt: eenheid uitgedrukt in ECTS, waarbij een studiepunt gelijk staat aan 28 uur studeren; d. gedragscode taal: de op grond van art. 7.2 sub c van de wet door het college van bestuur vastgestelde gedragsregels ten aanzien van het verzorgen van het onderwijs en de examens in een andere taal dan het Nederlands; e. opleiding: de masteropleidingen genoemd in art. 1.1 van deze regeling. Een opleiding kan bestaan uit meerdere masterprogramma's. f. programma: een samenhangend geheel van onderwijseenheden binnen een opleiding, zoals beschreven in art. 3.6 & bijlage 3 van deze regeling; g. onderdeel: een onderwijseenheid (cursus) van de opleiding, in de zin van de wet, opgenomen in de Universitaire onderwijscatalogus; h. cursus: het geheel van onderwijs en toetsing van een onderdeel; i. niet-juridische cursus: een cursus die niet door het departement (in de studiegids) als juridisch is gekenmerkt; j. toets: tentamen als bedoeld in art. 7.10 van de wet; k. examen: het afsluitend masterexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd als aan alle verplichtingen van de gehele masteropleiding is voldaan; l. Universitaire onderwijscatalogus: het onder verantwoordelijkheid van het college van bestuur gehouden register van de binnen de universiteit verzorgde cursussen; m. contract onderwijsvoorzieningen: het door de onderwijsdirecteur (of andere functionaris namens de opleiding) en gehandicapte student afgesloten contract waarin is vastgelegd op welke noodzakelijke en redelijke voorzieningen de student recht heeft; n. Internationaal Diploma Supplement (IDS): bijlage bij het mastergetuigschrift waarin op gestandaardiseerde wijze een toelichting is opgenomen over de studieresultaten, de aard en de inhoud van de opleiding (mede in internationale context), de Universiteit Utrecht en het Nederlands systeem van hoger onderwijs; o. praktische oefening: • het deelnemen aan een onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het verwerven van bepaalde vaardigheden, waaronder: * het schrijven van een scriptie, * het maken van een werkstuk, * het houden van een mondelinge presentatie, * het uitvoeren van een onderzoekopdracht; of • het deelnemen aan een onderwijsactiviteit die gericht is op kennismaking met de beroepspraktijk, zoals: * het deelnemen aan een excursie, of Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
5
p. q. r.
s. t.
u. v. w. De
* het doorlopen van een stage; cursuscoördinator: de examinator die in de onderwijscatalogus als cursuscoördinator is aangewezen, of diens vervanger, en die eindverantwoordelijk is voor de desbetreffende cursus; universitaire jaarkalender: de periodiek door het college van bestuur vastgestelde indeling van het academisch jaar; semester: gedeelte van het academisch jaar waarvan de begin- en einddatum zijn bepaald in de universitaire jaarkalender, waarbij semester 1 periode 1 + 2 omvat en semester 2 periode 3 + 4; cursusperiode: gedeelte van het academisch jaar, hetzij een semester, hetzij een deel van een semester, waarvan de begin- en de einddatum zijn bepaald in de universitaire jaarkalender; onderwijsdirecteur: het door de decaan aangewezen lid van het bestuur van het departement Rechtsgeleerdheid belast met de leiding van de afdeling van het onderwijsinstituut waaronder de opleiding ressorteert; examencommissie: de examencommissie voor de masteropleidingen van het departement; programmaleider: de hoogleraar die verantwoordelijk is voor het onderwijsprogramma van de opleiding/programma; verklaring van civiel effect: de verklaring als bedoeld in bijlage 5, dat is voldaan aan de vereisten voor toelating tot de opleidingen van advocatuur en rechterlijke macht. overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
art. 1.3 – internet en e-mail 1. Bij de student wordt PC-basisvaardigheid, waaronder kunnen werken met internet en e-mail, verondersteld. 2. Computer- en internetgebruik is noodzakelijk voor het volgen van de opleiding. 3. Materiaal dat bij een cursus digitaal wordt aangeboden kan onderdeel uitmaken van de te toetsen stof. 4. De student dient geregeld zijn universitaire e-mailadres, de website van het departement en de digitale leeromgeving te raadplegen. Informatie die via e-mail, de digitale leeromgeving of de website wordt verspreid, wordt als bekend verondersteld.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
6
Paragraaf 2 – Toelating
art. 2.1 – toelatingseisen opleiding Lid 1 van dit artikel geldt niet voor de opleiding Criminologie; zie daarvoor bijlage 1. 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands bachelor of doctoraal diploma van wetenschappelijk onderwijs op het terrein van het recht, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden: a. heeft kennis van en inzicht in de grondslagen, de beginselen, het systeem, de samenhang en de ontwikkeling van het recht alsmede de rechtswetenschappelijke methoden; b. heeft kennis van en inzicht in de kerngebieden van het recht, te weten: privaatrecht, strafrecht, staats- en bestuursrecht en internationaal en Europees recht; c. heeft kennis van en inzicht in de internationale en nationale maatschappelijke context waarin het recht functioneert; d. is in staat bestaande wetenschappelijke kennis te vergaren, deze op waarde te schatten en zich deze eigen te maken, ongeacht of de bronnen van deze kennis in het Nederlands of in het Engels zijn gesteld; e. kan regelgeving analyseren en toepassen in concrete gevallen, juridische casus oplossen en rechtspraak analyseren en toepassen; f. kan een juridische argumentatie opbouwen en een juridisch oordeel vormen; g. kan een wetenschappelijk onderzoek uitvoeren en kan daartoe een probleemstelling formuleren en een onderzoek voorbereiden; h. kan zowel schriftelijk als mondeling voldoende helder presenteren en kan in het Engels over zijn vakgebied communiceren; i. kan een schriftelijk of mondeling betoog van een ander kritisch analyseren en waarderen; j. kan op kritische wijze reflecteren op eigen handelen; k. is in staat om kennis, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten; l. heeft een attitude gericht op de wetenschappelijke beroepsuitoefening en gericht op levenslang leren. 2. De specificieke toelatingseisen voor de verschillende masteropleidingen zijn opgenomen in bijlage 1. Voor het komend academisch jaar gelden de in deze OER geformuleerde toelatingseisen1. 3. Indien er sprake is van een deficiëntie in de vooropleiding kan de toelatingscommissie van de desbetreffende masteropleiding bepalen dat deze bachelorcursus gevolgd moet worden als onderdeel van de Master. Deze deficiëntieregeling is alleen van toepassing indien het bachelorexamen rechtsgeleerdheid is behaald, maar er één cursus ontbreekt die geldt als toelatingseis om te worden toegelaten tot de desbetreffende masteropleiding. art. 2.2 – Engelse taal / Nederlandse taal voor studenten met een buitenlandse vooropleiding 1. Inschrijving voor een Engelstalige masteropleiding is pas mogelijk nadat is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende beheersing van de Engelse taal. Deficiënties in de vooropleiding in Engels worden voor aanvang van de opleiding opgeheven door het afleggen van één van de volgende toetsen: IELTS (International English Language Testing System), academic module. De minimum IELTS score (overall band) is 6,5, met ten minste 6,0 voor het onderdeel 'writing', of TOEFL (Test Of English as a Foreign Language). De minimum TOEFL score (internet-based test) is 93, of Cambridge EFL (English as a Foreign Language) Examinations, met een van de volgende certificaten: - Cambridge Certificate in Advanced English, met minimum score B, of - Cambridge Certificate of Proficiency in English, met minimum score C. 2. De bezitter van een in Nederland behaald universitair bachelordiploma voldoet aan de eis met betrekking tot voldoende beheersing van de Engelse taal. 3. De bezitter van een buitenlands diploma kan pas inschrijven voor een Nederlandstalige masteropleiding, nadat a. voldaan is aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, proramma 2, dan wel het certificaat Nederlands als Vreemde Taal, 'Profiel Academische Taalvaardigheid (PAT)' of 'Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (PTHO)', en b. is aangetoond dat voldaan is aan de eis van voldoende beheersing van de Engelse taal, conform het bepaalde in lid 1 van dit artikel.
1
Zo worden dus de toelatingseisen voor de masteropleidingen in 2012/2013 vastgelegd in de Onderwijs- en examenregeling master van het academisch jaar 2011/2012.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
7
art. 2.3 - toelating programma's Een overzicht van de specifieke toelatingscriteria per opleiding/programma is opgenomen in bijlage 1. art. 2.4 - schakelzone Studenten met een diploma HBO-Rechten die tevens in het bezit zijn van het certificaat van de schakelzone Recht van de OU zijn toelaatbaar tot de opleidingen European Law, Nederlands recht, Public International Law en Recht en onderneming. art. 2.5 - toelatingsprocedure 1. De toelating tot de opleiding of de onderscheiden programma's is opgedragen aan de toelatingscommissie van de opleiding of het programma. Deze wordt gevormd door twee leden, aangewezen uit het wetenschappelijk personeel dat met onderwijs in de opleiding is belast, waarvan één voorzitter van de toelatingscommissie is. 2. Als adviserend lid, tevens secretaris, wordt aangewezen een medewerker van het departement. 3. De aanwijzing van de leden geschiedt door de decaan. 4. Met het oog op de toelating tot de opleiding Criminologie stelt de toelatingscommissie een onderzoek in naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat. In aanvulling op schriftelijke bewijzen van de gevolgde opleiding(en) kan de commissie bepaalde kennis, inzicht en vaardigheden laten toetsen door deskundigen in of buiten de universiteit. 5. Met het oog op de toelating tot een programma van de opleiding onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in bijlage 1 gestelde voorwaarden. De commissie betrekt bij haar onderzoek de motivatie en ambitie van de kandidaat met betrekking tot het desbetreffende programma, alsmede de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. 6. Het toelatingsonderzoek vindt tweemaal per jaar plaats of, indien de opleiding één instroommoment heeft, één maal per jaar. De uiterste data voor indienen van het toelatingsverzoek zijn te vinden via www.uu.nl/master. 7. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding en een bepaald programma wordt voor de gepubliceerde sluitingsdatum ingediend bij de toelatingscommissie. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie een na deze sluitingsdata ingediend verzoek in behandeling nemen. 8. De toelatingscommissie beslist binnen 4 weken na sluiting van de termijn voor indienen van een toelatingsverzoek op het verzoek. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 bedoelde eisen t.a.v. kennis en vaardigheden, zoals die blijken uit getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 9. De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. art. 2.6 – voorwaardelijke toelating 1. Op verzoek van de kandidaat, die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art. 2.1, eerste lid, genoemde bacheloropleiding, kan de toelatingscommissie hem voorwaardelijk toelaten tot de opleiding, mits: a. hij de verplichte onderdelen van de major heeft behaald; en b. hij overigens van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 30 studiepunten (ECTS) moet behalen. 2. Een voorwaardelijke toelating dient voor aanvang van de opleiding te zijn omgezet in een definitieve toelating.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
8
Paragraaf 3 - Inhoud en inrichting van de opleiding
art. 3.1 – doel van de opleiding 1. Met de opleiding wordt beoogd: • gespecialiseerde kennis, vaardigheid en inzicht op het gebied van het recht te verwerven en het bereiken van de eindkwalificaties genoemd in het tweede lid, en • voorbereiding op de beroepsuitoefening op het gebied van het recht, en • voorbereiding op de opleiding tot onderzoeker op het gebied van het recht. 2. De voor de masteropleidingen met LLM-titel gemeenschappelijke eindtermen: De afgestudeerde: a) heeft gedegen kennis van en inzicht in de grondslagen, de beginselen, het systeem, de samenhang en de ontwikkeling van het recht alsmede de rechtswetenschappelijke methoden; b) heeft een diepgaande kennis van en inzicht in de gebieden van het recht bestreken door de door hem gekozen opleiding/programma; c) heeft gedegen kennis van en inzicht in de internationale en nationale maatschappelijke context waarin het rechtsgebied, bestreken door de door hem gekozen opleiding/programma, functioneert en is in staat deze context mee te wegen in de analyse van juridische problemen; d) is in staat zelfstandig bestaande wetenschappelijke kennis te vergaren, deze op waarde te schatten en zich deze eigen te maken, ongeacht of de bronnen van deze kennis in het Nederlands of in het Engels zijn gesteld, mede met het oog op de eigen beroepsuitoefening; e) kan zelfstandig een wetenschappelijk verantwoord onderzoek opzetten en uitvoeren op het rechtsgebied, bestreken door de door hem gekozen opleiding/programma, en het resul taat daarvan zowel schriftelijk als mondeling helder en beargumenteerd presenteren; f) kan zelfstandig een schriftelijk of mondeling betoog van een ander kritisch analyseren en waarderen, mede door het betoog af te zetten tegen algemeen aanvaarde kennis van en inzichten in het desbetreffende onderwerp; g) kan een beargumenteerd standpunt innemen in de voortgaande publieke discussie over de ontwikkeling van het recht en geeft daarbij blijk zich bewust te zijn van de werking en de grenzen van het recht en van metajuridische en internationale aspecten die bij de rechtsvorming en de rechtshandhaving een rol spelen; h) is in staat om kennis, ideeën, oplossingen en conclusies alsmede de argumenten. motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten; i) bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd karakter. In bijlage 2 zijn de eindkwalificaties van de masteropleiding Criminologie en de specifieke eindkwalificaties van de verschillende LLM-opleidingen/programma's opgenomen. art. 3.2 – vorm van de opleiding Alle masteropleidingen worden uitsluitend voltijds verzorgd. art. 3.3 – taal waarin de opleiding wordt verzorgd Het onderwijs in de masteropleiding Law and Economics is geheel Engelstalig, evenals het onderwijs binnen de opleiding European Law en de opleiding Public International Law. Het onderwijs in de overige masteropleidingen kan zowel Nederlandstalig als Engelstalig zijn. Indien de opleiding in het Engels wordt verzorgd, is daarbij de gedragscode Taal van de Universiteit Utrecht van toepassing. art. 3.4 - studielast De masteropleidingen hebben een opleidingsduur van 1 jaar en een studielast van 60 studiepunten (ECTS), m.u.v. de deeltijdopleiding Nederlands recht, die een opleidingsduur van 2 jaar heeft en een studielast van 60 studiepunten (ECTS). art. 3.5 – programma's; startmomenten 1. De masteropleiding Nederlands recht kent de volgende programma's: a. Privaatrecht; b. Staats- en bestuursrecht; c. Strafrecht. 2. De opleiding Criminologie en de opleiding Law and Economics hebben 1 startmoment per jaar en wel in september. De overige masteropleidingen/-programma's van het departement starten twee keer per jaar: per 1 september en per 1 februari, behoudens het bepaalde in lid 3, 4, 5 en 6. 3. De opleiding Fiscaal recht is beëindigd; de laatste afstudeerdatum is 31 oktober 2012. 4. De opleiding Recht, bestuur en management is beëindigd; de laatste afstudeerdatum is 31 oktober 2012. Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
9
5. 6.
Het programma Grondslagen van het recht van de opleiding Nederlands recht is beëindigd: de laatste afstudeerdatum is 31 augustus 2014. Het deeltijdprogramma van de opleiding Nederlands recht is beëindigd; de laatste afstudeerdatum is 31 augustus 2015.
art. 3.6 – samenstelling programma's 1. De verschillende programma's van de master Nederlands recht zijn opgebouwd uit de onderdelen, zoals vermeld in bijlage 3. 2. Indien meerdere programma's binnen een opleiding worden gedaan, dienen alle onderdelen van de afzonderlijke programma's te worden voltooid, inclusief de scriptie, zodat per programma minimaal 60 ECTS is gedaan. 3. De masteropleidingen Criminologie, European Law, Law and Economics, Notarieel recht, Public International Law en Recht en onderneming zijn opgebouwd uit de onderdelen, zoals vermeld in bijlage 3. 4. In de Universitaire onderwijscatalogus worden de inhoud en de onderwijsvorm van de onderdelen van de onderscheiden opleidingen/programma's nader omschreven, onder vermelding van de voorkennis, die gewenst is om aan het desbetreffende onderdeel met goed gevolg te kunnen deelnemen. art. 3.7 – onderdelen elders2 1. Voorzover de omvang van de vrije keuzeruimte dit toelaat, kunnen maximaal 15 studiepunten (ECTS) op masterniveau van buiten het departement meetellen voor het masterexamen; het eventuele meerdere geldt als extra. 2. Onderdelen op masterniveau van buiten het departement Rechtsgeleerdheid die tijdens de opleiding elders behaald worden, kunnen uitsluitend met voorafgaande toestemming van de examencommissie worden ingebracht voor het masterexamen. Met uitzondering van de masteropleidingen Criminologie, Law and Economics en Recht, bestuur en management, moeten de onderdelen juridisch van aard zijn, dit ter beoordeling van de examencommissie. Voor onderdelen die voorafgaand aan de start van de masteropleiding zijn behaald aan een andere instelling voor hoger onderwijs, kan slechts op grond van art. 5.15 vrijstelling worden verleend. 3. Onderdelen op masterniveau van een buitenlandse universiteit maken deel uit van het masterexamen, als ze behaald zijn in het kader van een uitwisselingsprogramma van de Universiteit Utrecht. Inbreng van een summercourse is mogelijk, als deze (mede) onder verantwoordelijkheid van het departement is verzorgd en als deze na afronding van de bacheloropleiding en voorafgaand aan de masteropleiding, of tijdens de masteropleiding, is behaald. 4. Inbreng van een onderdeel, behaald in het kader van een uitwisselingsprogramma van de Universiteit Utrecht, in plaats van een verplicht of gebonden keuze-onderdeel uit het masterprogramma is mogelijk, als voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. het te vervangen onderdeel is geen onderdeel dat het Nederlandse recht tot onderwerp heeft, maar behandelt Europeesrechtelijke, internationale, rechtsvergelijkende of nietjuridische onderwerpen; b. het vervangende onderdeel overlapt qua inhoud geheel of grotendeels het te vervangen onderdeel; de beoordeling van de mate van inhoudelijke overlap geschiedt door de examinator van het te vervangen onderdeel. 5. In het Reglement examencommissie worden nadere regels gesteld t.a.v. de procedure voor het inbrengen van onderdelen van buiten het departement. art. 3.8 - honoursprogramma 1. Met uitzondering van de selectieve masteropleidingen, kan elke masteropleiding van het departement meedoen aan het honoursprogramma onder de naam Excellent mastertracé (EMT). 2. Of een masteropleiding aan het honoursprogramma meedoet, wordt uiterlijk 4 maanden voor aanvang van de opleiding door de onderwijsdirecteur besloten en bekend gemaakt. 3. Indien de opleiding meedoet aan het honoursprogramma, worden per programma maximaal 15 studenten geselecteerd voor deelname hieraan. 4. Selectie van de kandidaten geschiedt op basis van behaalde studieresultaten, motivatie en de bereidheid substantieel extra tijd aan de opleiding te besteden. Van de selectie kan een gesprek en/of een schriftelijke opdracht deel uitmaken. 5. Indien een student is geselecteerd voor het honoursprogramma, wordt een overeenkomst van deelname met het departement Rechtsgeleerdheid gesloten om het wederzijdse commitment te bevestigen. 6. Het honoursprogramma wordt gevolgd in aanvulling op het reguliere programma van de opleiding. De onderdelen van beide programma's, m.u.v. de scriptie, moeten binnen één jaar worden behaald. De door de onderwijsdirecteur benoemde programmaleiding van het Excellent
2
Zie voor meer informatie over internationalisering bijlage 4.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
10
7.
mastertracé kan in bijzondere gevallen toestemming verlenen om van deze termijn af te wijken. De inhoud van het honoursprogramma bestaat uit extra (onderwijs)activiteiten, waaronder inhoudelijke bijeenkomsten ter verdieping van de cursussen uit de opleiding en een overkoepelende module voor alle deelnemende studenten van het honoursprogramma.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
11
Paragraaf 4 - Onderwijs
art. 4.1 - cursus Alle cursussen uit het aanbod van de Universiteit Utrecht die deel uit kunnen maken van de opleiding zijn opgenomen in de Universitaire onderwijscatalogus. art. 4.2 - ingangseisen cursussen Om deel te mogen nemen aan de cursus RGMARE310 Dynamics of Law in European and International Context: Part 2 moet de cursus RGMARE300 Dynamics of Law in European and International Context: Part 1 zijn behaald. Binnen de overige masteropleidingen gelden geen ingangseisen voor afzonderlijke cursussen. art. 4.3 - inschrijving voor cursussen Aan een cursus kan pas worden deelgenomen nadat de student zich tijdig daarvoor heeft ingeschreven. Zie www.uu.nl/inschrijfperiodes. art. 4.4 – aanwezigheids- en inspanningsverplichting 1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de cursus waarvoor hij staat ingeschreven. 2. Naast de algemene eis dat de student actief participeert in het onderwijs, worden de aanvullende eisen per onderdeel in de Universitaire onderwijscatalogus omschreven. 3. Bij een kwalitatief of kwantitatief onvoldoende deelname kan de cursuscoördinator de student uitsluiten van verdere deelname aan de cursus of een gedeelte daarvan. 4. Studenten die niet voldoen aan de vereisten die in de cursusbeschrijving staan beschreven kunnen door de cursuscoördinator worden uitgesloten van deelname aan de reparatiemogelijkheid.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
12
Paragraaf 5 – Toetsing
art. 5.1 – algemeen 1. Tijdens de cursus wordt de student op academische vorming getoetst en wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen bereikt. De toetsing van de student is afgerond bij het einde van de cursus. 2. In de Universitaire onderwijscatalogus staat beschreven aan welke prestaties de student moet voldoen om de cursus met succes af te ronden en wat de criteria zijn waarop de student beoordeeld wordt. 3. In het Reglement examencommissie staat de gang van zaken bij toetsing beschreven. 4. Zonder inschrijving voor het betreffende onderdeel is deelname aan toetsen niet toegestaan, behoudens individuele toestemming van de examencommissie. art. 5.2 - examencommissie 1. De decaan stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in en draagt er zorg voor dat het onafhankelijk en deskundig functioneren van de examencommissie voldoende wordt gewaarborgd. 2. De decaan benoemt de voorzitter en de leden van de examencommissie voor een termijn van drie jaar op basis van hun deskundigheid op het terrein van de betreffende opleiding(en) of het terrein van toetsing. Herbenoeming is mogelijk. Alvorens tot benoeming over te gaan, hoort de decaan de leden van de desbetreffende examencommissie. 3. Als lid of voorzitter van de examencommissie kan niet benoemd worden diegene die een managementfunctie met financiële verantwoordelijkheid bekleedt of (deel)verantwoordelijkheid voor een onderwijsprogramma heeft. Hieronder worden in ieder geval verstaan: de decaan, vicedecaan, directeur/hoofd/manager van een departement, lid van een departementaal management/bestuursteam, directeur/hoofd/manager van een afdeling, lid van een afdelingsmanagement/bestuursteam, lid/voorzitter van de board of studies van de Graduate School of Undergraduate School en de onderwijsdirecteur. 4. Het lidmaatschap van de examencommissie eindigt bij het verstrijken van de benoemingstermijn. Voorts wordt aan de voorzitter en de leden door de decaan op eigen verzoek ontslag verleend. De voorzitter en de leden worden door de decaan ontslagen, indien zij niet meer voldoen aan de vereisten genoemd in lid 2 of lid 3 van dit artikel. Voorts kan de decaan de voorzitter en de leden ontslaan indien is gebleken dat zij de wettelijke taken onvoldoende uitvoeren. 5. De decaan maakt de samenstelling van de examencommissie(s) aan de studenten en docenten bekend. art. 5.3 - toetsing stage of onderzoekopdracht en scriptie 1. De toetsing van een stage of van een onderzoekopdracht wordt verricht door de desbetreffende begeleider en één of meer andere interne en/of externe deskundigen. De volledige regeling masterstage is opgenomen in bijlage 6. 2. Masterscripties worden door twee docenten beoordeeld. In het gesprek tussen student en docent, waarin het onderwerp van de scriptie (voorlopig) wordt vastgesteld, kan de docent desgewenst ook afspraken maken met de student over de periode van de begeleiding. Deze afspraken kunnen bijvoorbeeld inhouden dat geen begeleiding wordt gegeven in de zomermaanden, dat de begeleiding niet langer dan een bepaalde periode zal duren of niet meer dan een bepaald aantal uur zal bedragen. De volledige regeling masterscriptie is opgenomen in bijlage 7. art. 5.4 - cijfers Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. De eindbeoordeling van een cursus is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager. Het cijfer 5 wordt niet van decimalen voorzien. In het Reglement examencommissie zijn nadere bepalingen opgenomen met betrekking tot de beoordeling van een onderdeel en de afronding van cijfers. art. 5.5 - overmachtsituatie, inhaaltoets 1. Een student die vanwege een aantoonbare overmachtsituatie niet in staat is of niet in staat is geweest tot het afleggen van maximaal één (deel)toets per cursus mag alsnog een inhaaltoets afleggen indien hij voorafgaand aan de toets de overmachtsituatie heeft gemeld bij het Studiepunt Rechten. Indien dit laatste niet mogelijk was dan dient de student dit zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de overmachtsituatie te melden. Deze student komt hierna niet meer in aanmerking voor een reparatietoets als bedoeld in art. 5.6. 2. De cursuscoördinator bepaalt de vorm van de inhaaltoets en beslist of een student mag deelnemen aan de inhaaltoets. 3. De inhaaltoets is een toets, waarbij de gehele stof van de cursus kan worden getoetst.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
13
art. 5.6 - reparatie en herkansing 1. Indien de student aan alle inspanningsverplichtingen tijdens de cursus heeft voldaan en hem niettemin geen voldoende is toegekend, maar wel het (voorlopig) eindcijfer van tenminste een niet afgeronde 4,0, wordt hij eenmaal in de gelegenheid gestel een aanvullende of een vervangende toets af te leggen. 2. Voor een cursus met deeltoetsen geldt de in de volgende leden van dit artikel beschreven reparatieregeling. Voor een cursus met slechts één toets geldt de in de volgende leden van dit artikel beschreven herkansingsregeling. 3. De cursuscoördinator bepaalt de vorm van de reparatietoets en herkansingstoets en beslist met inachtneming van lid 1 of een student mag deelnemen aan de reparatietoets of herkansingstoets. 4. De reparatietoets is een individuele toets, waarbij de gehele stof van de cursus kan worden getoetst. De reparatietoets wordt beoordeeld met 'voldoende' of 'onvoldoende'. Indien de reparatietoets 'voldoende' is, wordt het eindcijfer voor de desbetreffende cursus een 6. Is de reparatietoets 'onvoldoende', dan blijft het oorspronkelijke eindcijfer onveranderd. 5. De herkansingstoets is een individuele toets, waarbij de gehele stof van de cursus wordt getoetst. De herkansingstoets wordt beoordeeld met een cijfer, dat ook het eindcijfer is. 6. Er is geen inhaalmogelijkheid voor studenten die niet hebben deelgenomen aan de reparatietoets of aan de herkansingstoets. art. 5.7 – toetsvorm 1. Toetsing binnen een cursus vindt plaats op de wijze als vermeld in de Universitaire onderwijscatalogus. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie toestaan dat een toets op een andere wijze dan krachtens het eerste lid is bepaald, wordt afgelegd. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 3. Een centraal afgenomen schriftelijke (deel)toets duurt in beginsel twee uur. Op verzoek van de cursuscoördinator kan de onderwijsdirecteur toestemming verlenen tot uitbreiding van de duur van de toets. art. 5.8 – mondelinge toetsen Het mondeling afnemen van een toets is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. art. 5.9 - individuele toetsvoorziening voor afronding van de opleiding 1. Indien een student voor het behalen van het masterexamen nog ten hoogste één (eerder bij de meest recente gelegenheid volledig afgelegd maar niet met goed gevolg voltooid) onderdeel nodig heeft, komt hij desgevraagd in aanmerking voor een individuele toetsvoorziening. De individuele toetsvoorziening wordt in beginsel alleen toegewezen als het niet verlenen aantoonbaar tot een studievertraging van minimaal drie maanden leidt. 2. De student dient zijn verzoek voor een individuele toetsvoorziening, als bedoeld in lid 1, schriftelijk in bij de examencommissie op het moment dat vaststaat dat hij aan de voorwaarden voldoet. De examencommissie deelt haar beslissing binnen vier weken schriftelijk mee aan de student en - indien zij instemt met het verzoek - aan de cursuscoördinator van het betreffende onderdeel. 3. De individuele toetsvoorziening heeft in beginsel plaats in de onderwijsperiode, volgend op die waarin is voldaan aan de voorwaarden voor de toetsvoorziening. art. 5.10 - toetsvoorziening bijzondere gevallen 1. Indien het niet verlenen van een individuele toetsvoorziening zou leiden tot een 'bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard' kan de examencommissie een individuele toetsvoorziening toekennen. 2. Verzoeken om een bijzondere toetsvoorziening moeten zo snel mogelijk met bewijsstukken worden ingediend bij de examencommissie. art. 5.11 – termijn beoordeling 1. De examinator stelt zo spoedig mogelijk na het afnemen van een mondelinge toets het oordeel vast en reikt indien mogelijk de student desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt het oordeel over een schriftelijk of op andere wijze afgenomen toets vast binnen 10 werkdagen na de dag waarop deze is afgenomen danwel ingeleverd, en hij verschaft de administratie van het departement de nodige gegevens ten behoeve van de uitreiking van het schriftelijk of elektronisch bewijsstuk van het oordeel aan de student. De examinator kan verlenging van deze termijn naar 15 werkdagen aanvragen bij de onderwijsdirecteur. 3. De student wordt gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 5.13, en op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
14
art. 5.12 – geldigheidsduur 1. De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is 3 jaar. Voor deeltijdstudenten Nederlands recht is de geldigheidsduur van behaalde onderdelen 6 jaar. Bepalend voor de geldigheidsduur van een onderdeel is de opleiding waarvan het deel uitmaakt ten tijde van het masterexamen, niet ten tijde van het afleggen ervan3. 2. Deeltoetsen en opdrachten die behaald zijn binnen een onderdeel dat niet met goed gevolg is afgelegd, vervallen na het academisch jaar waarin zij zijn behaald. Wanneer binnen een academisch jaar aan dezelfde cursus een tweede maal wordt deelgenomen, moeten alle (deel)toetsen van de betreffende cursus opnieuw worden afgelegd. 3. Doctoraalonderdelen van het departement die ingebracht kunnen worden voor het masterexamen hebben een geldigheidsduur van 12 jaar vanaf de datum van behalen. 4. In afwijking van het gestelde in de vorige leden kan de examencommissie, op verzoek van de student, voor een onderdeel een verlengde geldigheidsduur bepalen in geval van bijzondere omstandigheden. art. 5.13 – inzagerecht 1. Gedurende dertig dagen na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijke toets in Osiris Online krijgt de student op zijn verzoek en op een door de cursuscoördinator te bepalen wijze inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan elke belanghebbende kennis nemen van vragen en opdrachten van de desbetreffende toets, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 3. De cursuscoördinator kan besluiten dat toetsvragen en andere opgaven na het afleggen van de toets of na het inzien van het beoordeelde werk weer ingenomen worden. art. 5.14 - bewaartermijn toetsen 1. De opgaven, uitwerkingen en het beoordeelde werk van de schriftelijke toetsen worden gedurende twee jaar na de beoordeling bewaard. 2. De scriptie en de beoordeling daarvan wordt gedurende zeven jaar na de beoordeling bewaard. art. 5.15 – vrijstelling 1. De examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een onderdeel, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding voorafgaand aan de start van de masteropleiding heeft behaald, b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken met betrekking tot het desbetreffende onderdeel. Een vrijstelling kan alleen betrekking hebben op een hele cursus en niet op een gedeelte ervan. 2. Als het gaat om een vrijstelling op grond van een onderdeel van een HBO-opleiding en/of werk/beroepservaring moet de student aantonen dat er in bedoelde gevallen sprake was van activiteiten op academisch masterniveau. 3. Vrijstellingen verkregen op basis van doctoraal- of masteronderdelen van het departement die deel uitmaken van een doctoraal- of bachelorexamen, leiden niet tot een geringere studielast dan bedoeld in art. 3.4; ter waarde van het aantal studiepunten voor de onderdelen waarop de vrijstellingen zijn gebaseerd, dienen ECTS binnen de masteropleiding te worden verworven. Voor de masterscriptie kan geen vrijstelling worden verkregen. Onderdelen van het departement die geen deel uitmaken van een doctoraal- of bachelorexamen kunnen volgens de inbrengtabel in bijlage 8 worden ingebracht in het masterexamen. 4. Vrijstellingen verkregen op basis van onderdelen voltooid in het kader van een andere masteropleiding4 leiden niet tot een geringere studielast dan bepaald in art. 3.4; ter waarde van het aantal studiepunten voor de onderdelen waarop de vrijstellingen zijn gebaseerd, dienen ECTS binnen de tweede opleiding te worden verworven. Voor de masterscriptie kan geen vrijstelling worden verkregen. 5. Het bepaalde in lid 4 geldt niet in het geval de andere opleiding een masteropleiding is van het departement en ter waarde van de onderdelen die deel gaan uitmaken van de tweede masteropleiding in de eerste masteropleiding extra ECTS zijn behaald bovenop de minimaal verplichte studiebelasting van 60 ECTS. Het bepaalde in lid 4 geldt evenmin in het geval de andere opleiding een masteropleiding is van het departement die wordt beëindigd zonder dat het examen is behaald. 6. Het bepaalde in lid 4 geldt slechts ten dele voor studenten die in het bezit zijn van een masterdiploma Sustainable Development van de UU: voor maximaal 30 ECTS kunnen verkregen
3
Wanneer iemand bijvoorbeeld binnen de opleiding Legal Research een onderdeel behaalt, maar daarna overstapt naar Nederlands recht en daar het onderdeel kan inbrengen, dan is de geldigheidsduur ervan 3 jaar. 4 Deze bepaling geldt zowel indien de andere masteropleiding van het departement is als indien deze van elders is; de bepaling geldt eveneens indien de andere opleiding een doctoraalopleiding of een bacheloropleiding van elders is.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
15
vrijstellingen in mindering gebracht worden op de studielast van de masteropleiding Nederlands recht, programma Staats- en bestuursrecht. art. 5.16 – fraude en plagiaat 1. Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt. Onder fraude valt onder meer: tijdens het tentamen spieken. Degene die gelegenheid biedt tot spieken is medeplichtig aan fraude; tijdens het tentamen in het bezit te zijn van hulpmiddelen (voorgeprogrammeerde rekenmachine, mobiele telefoon, boeken, syllabi, aantekeningen etc), waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; door anderen laten maken van (delen van) een studieopdracht; zich voor de datum of het tijdstip waarop het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te stellen van de vragen of opgaven van het desbetreffende tentamen; fingeren van enquête- of interviewantwoorden of onderzoekgegevens. Van plagiaat is sprake bij het in een scriptie of ander werkstuk gegevens of tekstgedeelten van anderen overnemen zonder bronvermelding. Onder plagiaat valt onder meer: het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing; het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften of encyclopedieën zonder aanhalingstekens of verwijzing; het opnemen van een vertaling van bovengenoemde teksten zonder aanhalingstekens en verwijzing; het parafraseren van bovengenoemde teksten zonder (deugdelijke) verwijzing; parafrasen moeten als zodanig gemarkeerd zijn (door de tekst uitdrukkelijk te verbinden met de oorspronkelijke auteur in tekst of noot), zodat niet de indruk wordt gewekt dat het gaat om eigen gedachtegoed van de student; het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk; het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat; ook wanneer in een gezamenlijk werkstuk door een van de auteurs plagiaat wordt gepleegd, zijn de andere auteurs medeplichtig aan plagiaat, indien zij hadden kunnen of moeten weten dat de ander plagiaat pleegde; het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uitreksels of papers) of die tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. 2. a. Wanneer fraude wordt geconstateerd of vermoed, deelt de examinator dit schriftelijk mee aan de examencommissie. b. Wanneer de examinator plagiaat constateert of vermoedt: - deelt hij dit schriftelijk mee aan de student; - stelt hij de student in de gelegenheid schriftelijk daarop te reageren; - stuurt hij daarna de schriftelijke stukken en bevindingen naar de examencommissie. c. De examencommissie stelt de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord. 3. De examencommissie stelt vast of er sprake is van fraude of plagiaat en deelt de examinandus schriftelijk haar besluit en de sancties conform het bepaalde in het vierde lid mede, onder vermelding van de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 4. Fraude en plagiaat wordt door de examencommissie als volgt bestraft: a. In ieder geval: - ongeldig verklaren van het ingeleverde werkstuk of tentamen; - berisping, die aangetekend wordt in OSIRIS; b. en eventueel voorts, afhankelijk van aard en omvang van de fraude of plagiaat, en van de studiefase van de examinandus, één of meer van de volgende sancties: - verwijderen uit de cursus; - het niet meer in aanmerking komen voor een positief judicium (cum laude) als bedoeld in art. 6.2; - uitsluiting van deelname aan tentamens of andere vormen van toetsing, die behoren bij het betreffende onderwijsonderdeel voor het lopende academisch jaar, dan wel voor een periode van 12 maanden; - volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. c. Indien de student reeds eerder een berisping heeft gekregen: volledige uitsluiting van deelname aan alle tentamens of andere vormen van toetsing voor een periode van 12 maanden. d. Bij zeer ernstige en/of herhaalde fraude kan de examencommissie het college van bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van de betrokkene definitief te beëindigen. Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
16
Paragraaf 6 – Examen
art. 6.1 – examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast en reikt het getuigschrift als bedoeld in art. 6.5 uit zodra de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. 2. Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende toetsen haar daartoe aanleiding geven. 3. Beoordeling van het examendossier maakt deel uit van het afsluitend examen. Als datum voor het examen geldt de laatste werkdag van de maand waarin de examencommissie heeft vastgesteld dat de student aan de eisen van het examenprogramma heeft voldaan. 4. Voor het behalen van het examen geldt als voorwaarde dat voor alle onderdelen een voldoende is behaald of een vrijstelling is verkregen. Tevens dient aan alle overige voorwaarden te zijn voldaan. 5. Voor het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift geldt tevens als voorwaarde dat de student ingeschreven was voor de opleiding in de periode dat de toetsen zijn afgelegd. Ingeval de student niet aan deze voorwaarde voldoet, kan het college van bestuur een verklaring van geen bezwaar afgeven met betrekking tot het behalen van het examen en de afgifte van het getuigschrift nadat de student de verschuldigde collegegelden en administratiekosten voor de 'ontbrekende' perioden heeft betaald. 6. Degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd en aanspraak heeft op uitreiking van een getuigschrift, kan de examencommissie verzoeken daartoe nog niet over te gaan. Dit verzoek moet worden ingediend binnen twee weken nadat de student op de hoogte is gebracht van de uitslag van het examen. Bij dit verzoek geeft de student aan wanneer hij het getuigschrift wil ontvangen. De examencommissie willigt het verzoek in het studiejaar 2012/2013 in ieder geval in wanneer de student: - een bestuursfunctie gaat vervullen waarvoor een bestuursbeurs van de Universiteit Utrecht beschikbaar is; - een stage of onderdeel in het buitenland gaat volgen. De examencommissie kan het verzoek tevens inwilligen indien het niet inwilligen van het verzoek zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard vanwege de omstandigheid dat betrokkene in de studieplanning geen rekening heeft kunnen houden met de invoering van het automatisch afstuderen per september 2011. 7. Minimaal 45 studiepunten (ECTS) van de totaal 60 studiepunten van de opleiding moeten na aanvang van de opleiding worden behaald via onderdelen verzorgd door het departement Rechtsgeleerdheid, waaronder in ieder geval de masterscriptie. 8. De bepaling van lid 7 dat minimaal 45 ECTS na aanvang van de opleiding moeten worden behaald, geldt niet in het geval de studiepunten zijn behaald tijdens een andere masteropleiding van het departement.5 9. Maximaal één bachelorcursus kan onderdeel uitmaken van het masterexamen. Dit kan alleen indien de toelatingscommissie van de desbetreffende Masteropleiding heeft aangegeven dat deze bachelorcursus gevolgd moet worden in de Master, omdat er sprake is van een deficiëntie in de vooropleiding. 10. Indien onderdelen inhoudelijk geheel of gedeeltelijk overlappen kan de examencommissie de inbreng van deze onderdelen voor het examen beperken door aftrek van studiepunten (ECTS) naar rato van de overlap. art. 6.2 - judicium cum laude Het judicium 'cum laude' wordt toegekend aan het masterexamen, indien voldaan is aan elk van de volgende voorwaarden: - voor de onderdelen van het examen is gemiddeld tenminste het cijfer 8,0 (onafgerond) behaald; - in de loop van de masteropleiding is nooit voor een onderdeel een onvoldoende behaald en is nooit een voldoende overgedaan; - er is geen beslissing van de examencommissie inhoudend dat de student vanwege vastgestelde fraude/plagiaat niet meer in aanmerking komt voor een positief judicium; . In het Reglement examencommissie kunnen nadere bepalingen worden opgenomen met betrekking tot de toekenning van een judicium. art. 6.3 – graad 1. Aan degene die het examen Criminologie met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Arts (MA)” verleend.
5
Zie ook de overgangsbepaling in art. 8.1 van deze OER.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
17
2. 3.
Aan degene die het examen van een van de overige opleidingen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Master of Laws (LLM)” verleend. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend. Degene aan wie de graad “Master of Arts (MA)” is verleend is tevens gerechtigd tot het voeren van de titel “doctorandus (drs)”. Degene aan wie de graad “Master of Laws (LLM)” is verleend is tevens gerechtigd tot het voeren van de titel “meester (mr.)”.
art. 6.4 - honours 1. Indien het honoursprogramma als bedoeld in art. 3.8 met goed gevolg is afgesloten, wordt dit vermeld op het Internationaal Diploma Supplement. 2. Voor de vermelding gelden, naast de vereisten van het reguliere masterexamen, de volgende voorwaarden. De student heeft - de onderdelen van het reguliere programma, m.u.v. de scriptie, binnen de daarvoor gestelde termijn behaald, en - een (niet gewogen) gemiddeld cijfer van ten minste 7,3 (niet afgerond) behaald voor de onderdelen van de master, m.u.v. de scriptie, en - voldoende kwalitatief en kwantitatief deelgenomen aan zowel de verdiepende bijeenkomsten als aan de bijeenkomsten van de overkoepelende module, en - ter afsluiting van het honoursprogramma in een reflectiedocument beschreven wat hij/zij heeft gedaan en geleerd gedurende het programma. 3. De programmaleiding van het Excellent mastertracé beslist of de student heeft voldaan aan alle specifieke vereisten van het honoursprogramma. art. 6.5 - getuigschrift 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de examencommissie een getuigschrift (diploma) uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt, ook al rondt een student meerdere programma's af. 2. De examencommissie voegt aan dit getuigschrift het Internationaal Diploma supplement toe, waarmee (internationaal) inzicht wordt verschaft in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding. art. 6.6 - final Grade Point Average (GPA) 1. Voor studenten die per september 2007 of later hun opleiding zijn aangevangen, is op het Internationaal Diploma Supplement het final Grade Point Average (GPA) vermeld om de academische prestaties van een student weer te geven. 2. Het final GPA is het gemiddelde cijfer van de resultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de opleiding, gewogen naar studiepunten en uitgedrukt op een schaal van 1 tot en met 4 met twee decimalen. 3. De berekening van het final GPA gaat als volgt: - alle geldende tentamenresultaten, mits uitgedrukt als cijfer op een schaal van 1 tot 10, behaald in het examenprogramma van de masteropleiding worden omgerekend naar quality points; - quality points zijn het geldend tentamenresultaat x aantal studiepunten (ECTS) van het betreffende onderdeel; - het totaal aantal behaalde quality points gedeeld door het totaal aantal behaalde ECTS geven het gemiddeld tentamenresultaat; - het gemiddeld tentamenresultaat wordt volgens de tabel in bijlage 8 omgezet in het final GPA. art. 6.7 – beroepsvereisten Nadere informatie over de beroepsvereisten voor toelating tot de opleidingen van de advocatuur en de rechterlijke macht, het zogenaamde “civiel effect”, is opgenomen in bijlage 5.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
18
Paragraaf 7 – Studiebegeleiding
art. 7.1 – studievoortgangsadministratie 1. Het departement registreert de individuele studieresultaten van de studenten en stelt deze via OSIRIS-student ter beschikking. 2. Bij het Studiepunt Rechten kan een gewaarmerkt studievoortgangsdossier worden verkregen. art. 7.2 - studiebegeleiding 1. Het departement draagt zorg voor de studiebegeleiding van de studenten, die voor de opleiding zijn ingeschreven. 2. De studiebegeleiding omvat: - toewijzing van een tutor/studieadviseur; - het bieden van verwijzing en hulp bij door studenten ervaren moeilijkheden tijdens de studie. art. 7.3 - handicap Aan de student met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden het onderwijs te volgen en de toetsen af te leggen op de wijze zoals vastgelegd in zijn Contract onderwijsvoorzieningen. Verzoeken om een studiecontract af te sluiten worden ingediend bij de studieadviseur.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
19
Paragraaf 8 – Overgangs- en slotbepalingen
art. 8.1 – overstap oude stijl opleiding doctoraal naar opleiding master 1. Onder de voorwaarden genoemd in de overgangsregeling kunnen doctoraalonderdelen van de faculteit worden ingebracht ten behoeve van het masterexamen. Voor deze onderdelen geldt niet de bepaling uit art. 6.1 lid 7 dat minimaal 45 ECTS moeten zijn behaald na aanvang van de opleiding. 2. Op verzoek van de student kan de examencommissie besluiten de studielast van het onderdeel scriptie met maximaal 3,5 ECTS te verhogen, indien de student door het inbrengen van doctoraalonderdelen uitkomt op een studielast tussen de 56,5 en 60 ECTS. Deze bepaling is niet van toepassing op de masteropleiding Criminologie. art. 8.2 – vangnetregeling In die gevallen waarin deze regeling niet voorziet, niet duidelijk voorziet of tot kennelijke onredelijke uitkomsten leidt, wordt door of namens de decaan beslist, na de examencommissie of de toelatingscommissie te hebben gehoord. art. 8.3– wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de Departementsraad en Faculteitsraad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de student daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. art. 8.4 – bekendmaking De decaan draagt zorg voor bekendmaking van deze regeling, alsmede van elke wijziging via internet. art. 8.5– inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2012
.
Deze regeling is vastgesteld door de decaan van de Faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht op 26 juni 2012 met instemming van de faculteitsraad d.d. 05 juni 2012.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
20
Bijlage 1 Specifieke toelatingscriteria
Criminologie Toegelaten tot de masteropleiding Criminologie kunnen worden degenen die in het bezit zijn van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid of Sociale wetenschappen verleend door de Universiteit Utrecht of van een vergelijkbaar bachelordiploma van een van de zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden of in het buitenland. Daarnaast dienen zij een minor criminologie te hebben gedaan of te beschikken over vergelijkbare aantoonbaar academische kennis of praktijkervaring in de criminologie. Studenten met een bachelordiploma Rechtsgeleerdheid worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en kunnen uit dien hoofde toegelaten worden tot de opleiding. De masteropleiding Criminologie kent de volgende specifieke selectiecriteria: a. Er wordt getoetst op de mondelinge en schriftelijke kennis van het Engels. Kandidaten kan gevraagd worden voorafgaand aan de selectie een Engelstalig essay te schrijven dan wel een toelichtend gesprek met de selectiecommissie in het Engels te voeren. b. Bij de aanmelding moet een motivatiebrief worden gevoegd waarin de kandidaat zijn of haar academische achtergrond schetst, de motivatie aangeeft om de masteropleiding te volgen en eventueel de rol die de master in de voorgenomen carrière speelt. c. Tevens moeten bij de aanmelding 2 aanbevelings-/referentiebrieven worden gevoegd. Een toelatingsgesprek kan deel uit maken van de selectieprocedure.
European Law Toegelaten tot de masteropleiding European Law worden degenen die in het bezit zijn van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid verleend door de Universiteit Utrecht of van een bachelordiploma van een van de juridische zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden. Daarnaast wordt kennis op het terrein van de volgende twee cursussen sterk aanbevolen: European Law en International and European Institutional Law. Degenen die in het bezit zijn van voornoemde diploma’s worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Toegelaten tot de opleiding worden studenten die een bachelordiploma van het University College Utrecht of the Roosevelt Academy met het law-track, van minimaal 6 cursussen of 45 ECTS aan juridische cursussen, hebben behaald. Toegelaten tot de opleiding wordt de bezitter van het certificaat van de schakelzone Recht van de OU.
Law and Economics Toegelaten tot de masteropleiding Law and Economics worden degenen die in het bezit zijn van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid verleend door de Universiteit Utrecht of van een bachelordiploma van een van de juridische zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden. Degenen die in het bezit zijn van voornoemde diploma's worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Toegelaten tot de opleiding worden studenten die een bachelordiploma van het University College Utrecht of the Roosevelt Academy met het law-track, van minimaal 6 cursussen of 45 ECTS aan juridische cursussen, hebben behaald. The programme is open to applicants holding a Bachelor’s degree in “Economics and Law” or a Bachelor’s degree in Law. A good knowledge of English is required. Check the precise requirements regarding your proficiency in English.
Nederlands recht De bezitter van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid verleend door de Universiteit Utrecht alsmede de bezitter van een bachelordiploma Nederlands recht of Rechtsgeleerdheid van een van de juridische zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden wordt geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Toegelaten tot de opleiding wordt de bezitter van het certificaat van de schakelzone Recht van de OU. Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
21
Notarieel recht - Toegelaten tot de masteropleiding Notarieel recht worden degenen die in het bezit zijn van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid met een notarieel traject verleend door de Universiteit Utrecht. Zij worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. - Tevens worden toegelaten degenen die in het bezit zijn van een bachelordiploma Notarieel Recht van een van de juridische zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden. Zij worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. De Toelatingscommissie stelt in overleg met de examencommissie een studiecontract op zodanig dat het te behalen masterexamen notarieel recht voldoet aan de beroepsvereisten voor de opleiding tot kandidaat-notaris van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Het programma in dit studiecontract kan maximaal 60 studiepunten (ECTS) omvatten. - Verder kunnen worden toegelaten degenen die in het bezit zijn van een bachelordiploma of doctoraaldiploma Nederlands recht zonder notarieel voortraject. Zij worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. De Toelatingscommissie stelt in overleg met de examencommissie een studiecontract op zodanig dat het te behalen masterexamen notarieel recht voldoet aan de beroepsvereisten voor de opleiding tot kandidaat-notaris van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Het programma in dit studiecontract zal minimaal 60 en maximaal 127,5 studiepunten (ECTS) omvatten.
Public International Law Toegelaten tot de masteropleiding Public International Law worden degenen die in het bezit zijn van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid verleend door de Universiteit Utrecht of van een bachelordiploma van een van de juridische zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden. Daarnaast wordt kennis op het terrein van de volgende twee cursussen sterk aanbevolen: International and European Institutional Law en Public International Law. Degenen die in het bezit zijn van voornoemde diploma’s worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1, en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Toegelaten tot de opleiding worden studenten die een bachelordiploma van het University College Utrecht of the Roosevelt Academy met het law-track, van minimaal 6 cursussen of 45 ECTS aan juridische cursussen, hebben behaald. Toegelaten tot de opleiding wordt de bezitter van het certificaat van de schakelzone Recht van de OU.
Recht en onderneming Toegelaten tot de masteropleiding Recht en onderneming worden degenen die in het bezit zijn van het diploma van een bacheloropleiding met een major Rechtsgeleerdheid verleend door de Universiteit Utrecht of van een bachelordiploma van een van de juridische zusterfaculteiten in het Koninkrijk der Nederlanden. Daarnaast is kennis op het gebied van de cursussen Arbeidsrecht, Economisch publiekrecht en Handels- en rechtspersonenrecht sterk aanbevolen. Zij worden geacht te beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in art. 2.1 en worden uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding. Toegelaten tot de opleiding wordt de bezitter van het certificaat van de schakelzone Recht van de OU.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
22
Bijlage 2 Specifieke eindtermen
Criminologie De afgestudeerde in de masteropleiding Criminologie 1. heeft goed inzicht in de oorzaken en gevolgen van criminaliteit en het sociale en politieke proces dat leidt tot strafbaarstelling van bepaalde gedragingen; 2. heeft het gedrag van delinquenten vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines bestudeerd; 3. heeft grondige kennis van de gangbare theorieën in de criminologie; 4. heeft een kritische instelling ontwikkeld ten aanzien van het probleem van maatschappelijke veiligheid, weet het vertoog daaromheen te doorgronden en de maatregelen die in de samenleving - en in het bijzonder door de overheid - worden genomen, op hun waarde te schatten; 5. heeft een aantal klassieke criminologische teksten gelezen en is in staat om op een kritische manier de waarde daarvan te analyseren in verband met actuele criminologische problemen; 6. heeft inzicht in de effectiviteit van interventies om criminaliteit te beteugelen, weet hoe deze effectiviteit te meten, en heeft inzicht in de beperkingen van het probleemoplossend vermogen van het strafrecht; 7. heeft inzicht in de bruikbaarheid van de resultaten van criminologisch onderzoek voor in de strafrechtspleging te nemen beslissingen, alsmede in de normatieve grenzen die het strafrecht aan zulke beslissingen stelt; 8. heeft kennis opgedaan van culturele aspecten van criminaliteitsverschijnselen, van de maatschappelijke reactie daarop en van de culturen van instellingen die een rol spelen bij de strafrechtspleging; 9. heeft zich verdiept in de tak van criminologie die bekend staat als de kritische criminologie en kan zich mengen in de wetenschappelijke discussie op dit gebied; 10. heeft kennis van de internationale literatuur op het gebied van criminologie en van actuele publicaties in toonaangevende tijdschriften; 11. is in staat om criminaliteitsvraagstukken internationaal te vergelijken; 12. kan zelfstandig criminologisch onderzoek doen met behulp van kwalitatieve en etnografische onderzoeksmethoden en de uitkomsten daarvan verbinden met criminologische theorieën; 13. kan op basis van onderzoek een standpunt innemen in de voortgaande publieke en wetenschappelijke discussie op het gebied van de criminologie; 14. is in staat om de resultaten van zijn onderzoek en analyses, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van zowel specialisten als niet-specialisten; 15. kan een schriftelijk of mondeling betoog van een ander kritisch analyseren en waarderen; bezit de leervaardigheden die hem in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter; 16. heeft een internationaal gerichte attitude; 17. bezit de juiste ethische houding (ten aanzien van de privacy van respondenten, kennis van de regels van vertrouwelijkheid, enz.); 18. is zich bewust van de maatschappelijke context waarin criminologisch onderzoek plaatsvindt en van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid.
European Law De afgestudeerde in de masteropleiding European Law voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft een gedegen algemene kennis van het Europese institutionele en materiële recht; 2. heeft inzicht in de wisselwerking tussen het Europese en nationale recht; 3. heeft inzicht in de bijbehorende maatschappelijke en politieke context; studenten leren het Europese recht te bestuderen tegen de achtergrond van politieke ontwikkelingen; 4. heeft een diepgaande kennis van de deelgebieden van het Europese recht waaraan bijzondere aandacht wordt besteed in de opleiding; 5. heeft vaardigheden die hem in staat stellen een eigen oordeel te vormen over Europeesrechtelijke vraagstukken. Dit gebeurt door schriftelijke opdrachten, zoals het schrijven van papers en voorstellen voor Europese wetgeving; 6. is in staat opdrachten in de groep te presenteren en te bediscussiëren, neemt actief deel aan discussies en heeft geleerd een kritische houding aan te nemen.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
23
Fiscaal recht De afgestudeerde in de masteropleiding Fiscaal recht voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft gedegen kennis van en inzicht in de voor de fiscale praktijk belangrijke vakken binnen het belastingrecht, de economie en het privaatrecht, waaronder estate planning en internationaal ondernemen; 2. is in staat tot kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk onderzoek op het terrein van het belastingrecht en de raakvlakken met de overige rechtsgebieden; 3. heeft het vermogen om belastingwetenschap en de fiscale praktijk kritisch te benaderen en te plaatsen tegenover andere juridische en niet-juridische opvattingen en hierover een standpunt te bepalen; 4. is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis van het Fiscaal recht en daarbij behorende oordelen; 5. heeft een gedegen kennis van fiscale theorieën, waarmee hij/zij in staat is de relatie tussen belastingrecht en ander recht, alsmede tussen belastingen en samenleving te analyseren; 6. heeft een diepgaande kennis van het belastingrecht en de toepassing daarvan in de praktijk, waarbij twee specialisaties (estate planning en internationaal ondernemen) zijn voorzien; 7. heeft vaardigheid in de toepassing van het belastingrecht, in samenhang met andere rechtsdisciplines; 8. kan zelfstandig een wetenschappelijk verantwoord onderzoek verrichten naar aanleiding van aspecten van een leerstuk of naar aanleiding van een concreet probleem, en het resultaat daarvan zowel schriftelijk als mondeling helder presenteren; 9. is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten; 10. bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter; 11. voldoet aan de toelatingseisen voor het beroep van belastingadviseur, zoals geformuleerd door de Nederlandse orde van Belastingadviseurs.
Law and Economics De afgestudeerde in de masteropleiding Law and Economics voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. is in staat tot het zelfstandig academisch denken en handelen op het snijvlak van recht en economie; 2. heeft op economisch terrein kennis van economische theorieën en inzicht in de rechtseconomische analyse van het economisch publiekrecht, in het bijzonder markttoezicht en regulering van markten en de relatie met corporate governance; 3. heeft op juridisch terrein kennis van het economisch publiekrecht, in het bijzonder Europeesrechtelijke en nationaalrechtelijke vraagstukken van markttoezicht, economische regulering en de Europese en nationale publiekrechtelijke en privaatrechtelijke aspecten van mededingingsrecht, aanbestedingsrecht en corporate governance; 4. is in staat zich op professionele wijze te verstaan met zowel juristen als economen en is in staat kennis te nemen van wetenschappelijke vakliteratuur op het terrein van zowel het recht als de rechtseconomie, bij uitstek waar het betreft vraagstukken van toezicht op markten en bedrijven en vraagstukken van regulering van markten en bedrijven; 5. is in staat veelzijdige vraagstukken inzake marktregulering en markttoezicht, binnen het bedrijfsleven, de overheid en andere maatschappelijke organisaties zowel vanuit juridisch als rechtseconomisch perspectief te benaderen en te analyseren, en een bijdrage te leveren aan het oplossen van dergelijke vraagstukken; 6. kan zelfstandig een wetenschappelijk verantwoord onderzoek verrichten naar aanleiding van de juridische en rechtseconomische aspecten van een leerstuk of naar aanleiding van een concreet probleem, en het resultaat daarvan zowel schriftelijk als mondeling helder presenteren; 7. is in staat op academisch niveau in het Engels te communiceren over vraagstukken van mededinging en regulering.
Nederlands recht De afgestudeerde in het masterprogramma Nederlands recht, deeltijd voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft gedegen kennis van en inzicht in de traditionele rechtsgebieden, vooral in het procesrecht, (internationaal) privaatrecht, staatsrecht en bestuursrecht, strafrecht en/of arbeidsrecht; 2. heeft kennis van en inzicht in de historische grondslagen van het recht en van de economische, politieke, culturele en maatschappelijke factoren die een rol spelen bij de totstandkoming, Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
24
3. 4. 5. 6. 7. 8.
ontwikkeling en toepassing van regels en beginselen in de belangrijkste deelgebieden van het recht; heeft kennis van en inzicht in belangrijke ontwikkelingen op het gebied van het nationaal en internationaal recht; heeft kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen internationale ontwikkelingen en het nationale recht; is in staat vraagstukken vanuit zowel een juridisch als algemeen maatschappelijk perspectief wetenschappelijk te analyseren en kritisch te benaderen en te evalueren; is in staat kritisch te reflecteren op ontwikkelingen in het recht en is zich bewust van de beperkingen van het recht voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken; is in staat kwalitatief goed onderzoek te verrichten op een zelf gekozen rechtsgebied en is in staat de resultaten van dit onderzoek zowel mondeling als schriftelijk helder te presenteren; kan op basis van eigen onderzoek een standpunt innemen in de (publieke) discussie over het recht en over belangrijke ontwikkelingen op nationaal en internationaal terrein.
De afgestudeerde in het masterprogramma Grondslagen van het recht voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft inzicht in de normen, waarden en beginselen die aan het Nederlandse recht ten grondslag liggen; 2. heeft inzicht in de wisselwerking tussen theorieën met betrekking tot recht en samenleving en concrete juridische vraagstukken; 3. is in staat theoretisch georiënteerde literatuur te doorgronden; 4. is in staat het positieve recht kritisch te bevragen vanuit rechtstheoretisch, rechtsfilosofisch, rechtssociologisch en/of rechtshistorisch perspectief; 5. is in staat kwalitatief goed onderzoek te doen, waarin concrete juridische vraagstukken worden gerelateerd aan theoretische beschouwingen over recht en samenleving, en daarover zowel mondeling als schriftelijk helder te presenteren.
De afgestudeerde in het masterprogramma Privaatrecht voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft gedegen kennis van en inzicht in één of meer van de deelgebieden burgerlijk recht, handelsrecht of intellectueel eigendomsrecht, alsmede het internationaal privaatrecht en het faillissementsrecht; 2. is in staat om zelfstandig en in korte tijd gedegen kennis en inzicht te verwerven in een privaatrechtelijk leerstuk of onderwerp; 3. heeft kennis van en inzicht in de historische en maatschappelijke factoren die een rol spelen bij de totstandkoming, ontwikkeling en interpretatie van regels en beginselen op het terrein van het privaatrecht; 4. heeft kennis van en inzicht in belangrijke ontwikkelingen op Europees en internationaal gebied die van invloed zijn op het privaatrecht in Nederland; 5. heeft kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen en wederzijdse beïnvloeding van internationale ontwikkelingen en het nationale privaatrecht; 6. is in staat vraagstukken vanuit zowel een juridisch als algemeen maatschappelijk perspectief te analyseren en te benaderen; 7. is in staat kritisch te reflecteren op ontwikkelingen in het privaatrecht; 8. is in staat tot kwalitatief goed onderzoek op het terrein van het privaatrecht en is in staat de resultaten van dit onderzoek zowel mondeling als schriftelijk helder te presenteren; 9. kan op basis van eigen onderzoek een standpunt innemen in de (publieke) discussie over het privaatrecht en over de belangrijke ontwikkelingen op dat terrein. De afgestudeerde in het masterprogramma Staats- en bestuursrecht voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft gedegen kennis van en inzicht in het algemene staats- en bestuursrecht; 2. heeft gedegen kennis van en inzicht in de deelgebieden van het staatsrecht en het bestuursrecht, waaraan bijzondere aandacht is besteed in de opleiding; 3. kan de samenhang tussen het staatsrecht en het bestuursrecht en de samenhang tussen de verschillende deelgebieden doorgronden en helder uiteenzetten; 4. heeft kennis van en inzicht in belangrijke ontwikkelingen op Europees en internationaal gebied die van invloed zijn op het nationale staats- en bestuursrecht; 5. heeft kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen en wederzijdse beïnvloeding van Europese en internationale ontwikkelingen en het nationale staats- en bestuursrecht; 6. kan politieke en maatschappelijke factoren die een rol spelen bij de totstandkoming, ontwikkeling en toepassing van regels en beginselen op het terrein van het staats- en bestuursrecht onderscheiden, analyseren en benoemen; 7. kan zelfstandig en in korte tijd gedegen kennis en inzicht verwerven in een staats- en/of bestuursrechtelijk leerstuk of onderwerp; 8. kan maatschappelijke vraagstukken vanuit juridisch perspectief analyseren en benaderen: Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
25
9.
kan zelfstandig kwalitatief goed onderzoek verrichten op het terrein van het staats- en bestuursrecht en kan de resultaten van dit onderzoek zowel mondeling als schriftelijk helder presenteren; 10. kan op basis van eigen onderzoek een goed beargumenteerd standpunt innemen in de (publieke) discussie over het staats- en bestuursrecht en over belangrijke ontwikkelingen op dat terrein. De afgestudeerde in het masterprogramma Strafrecht voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft gedegen kennis van en inzicht in de voor de nationale strafrechtspleging belangrijke deelgebieden, waaronder het strafprocesrecht, het materieel strafrecht en het bijzonder strafrecht; 2. heeft kennis van en inzicht in de historische, economische, politieke, culturele en maatschappelijke factoren die een rol spelen bij de totstandkoming, ontwikkeling en toepassing van regels en beginselen op het terrein van het straf(proces)recht; 3. heeft kennis van en inzicht in belangrijke ontwikkelingen op het gebied van het Europees en internationaal strafrecht, waaronder ook de rechtspraak over de rechten van mens wordt begrepen; 4. heeft kennis van en inzicht in de wisselwerking tussen en wederzijdse beïnvloeding van internationale ontwikkelingen en het nationale straf(proces)recht; 5. is in staat vraagstukken vanuit zowel een juridisch als algemeen maatschappelijk perspectief te analyseren en te benaderen; 6. is in staat kritisch te reflecteren op ontwikkelingen in het straf(proces)recht en is zich bewust van de beperkingen van het strafrecht in het oplossen van maatschappelijke problemen; 7. is in staat tot kwalitatief goed onderzoek op het terrein van het (internationale) straf(proces)recht en is in staat de resultaten van dit onderzoek zowel mondeling als schriftelijk helder te presenteren; 8. kan op basis van eigen onderzoek een standpunt innemen in de (publieke) discussie over het straf(proces)recht en over belangrijke ontwikkelingen op nationaal en internationaal terrein.
Notarieel recht De afgestudeerde in de masteropleiding Notarieel recht voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft gedegen kennis van en inzicht in de voor het notariaat belangrijke vakken binnen het privaatrecht, het belastingrecht, het bestuursrecht, het formeel notarieel recht en enig inzicht in enkele economische vakken; 2. is in staat de op het terrein van het notariaat verworven kennis en inzicht, alsmede de ontwikkelde probleemoplossende vermogens, toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere context die gerelateerd is aan het vakgebied; 3. is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis van het notarieel recht en daarbij behorende oordelen; 4. is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten; 5. bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter (promotieonderzoek); 6. heeft het civiel effect ten behoeve van het notariaat behaald, conform de vereisten gesteld in het KB Beroepsvereisten kandidaat-notaris.
Public International Law De afgestudeerde in de masteropleiding Public International Law voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft een gedegen algemene kennis van het internationaal publiekrecht en inzicht in de bijbehorende historische, maatschappelijke en politieke context; 2. heeft een gedegen kennis van de deelgebieden van het internationaal publiekrecht waaraan bijzondere aandacht wordt besteed in de opleiding; 3. is in staat veelzijdige internationaal publiekrechtelijke vraagstukken te begrijpen en te analyseren, en een bijdrage te leveren aan het oplossen van dergelijke vraagstukken; 4. is in staat internationaal publiekrechtelijke vraagstukken te presenteren en te bediscussiëren, en daarin een kritische houding aan te nemen; 5. heeft vaardigheden die hem in staat stellen een eigen oordeel te vormen over internationaal publiekrechtelijke vraagstukken;
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
26
6. is in staat zelfstandig een wetenschappelijk verantwoord onderzoek te verrichten op het gebied van het internationaal publiekrecht, en het resultaat daarvan zowel mondeling als schriftelijk helder te presenteren; 7. is in staat op academisch niveau in het Engels te communiceren over internationaal publiekrechtelijke vraagstukken; 8. is in staat theorie en praktijk met elkaar te verbinden.
Recht, bestuur en management De afgestudeerde in de masteropleiding Recht, bestuur en management voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft inzicht in de werking van de gedecentraliseerde eenheidsstaat, de functie van wetgeving en beleid en het functioneren van internationale organisaties; 2. heeft kennis van en inzicht in het verloop van beleidsprocessen bij publieke organisaties en het beschrijven, analyseren en verklaren van hun maatschappelijke effecten; 3. is in staat bestuurlijke en maatschappelijke problemen zowel vanuit juridisch als vanuit bestuurskundig perspectief op een geïntegreerde wijze te benaderen en op te lossen; 4. beheerst elementaire sociaal-wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden en is in staat theoretische concepten van een empirische uitwerking en onderbouwing te voorzien; 5. kan zelfstandig een wetenschappelijk verantwoord onderzoek verrichten naar aanleiding van aspecten van een leerstuk of naar aanleiding van een concreet probleem, en het resultaat daarvan zowel schriftelijk als mondeling helder presenteren; 6. is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten; 7. bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.
Recht en onderneming De afgestudeerde in de masteropleiding Recht en onderneming voldoet naast de algemene eindtermen tevens aan de volgende specifieke eindtermen: 1. heeft kennis van en inzicht in de theoretische, methodologische en vakinhoudelijke aspecten van de belangrijke kernleerstukken op de betreffende deelvakgebieden in hun nationaalrechtelijke, Europeesrechtelijke en internationaalrechtelijke context; 2. heeft kennis van en inzicht in historische, politieke, maatschappelijke en economische factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling, de totstandkoming en de toepassing van de onderscheiden regelingen en de daarin opgenomen normen en waarden, en die invloed uitoefenen op de inhoud en plaats van het recht in de (internationale) samenleving; 3. heeft kennis, inzicht en vaardigheden op de drie gebieden waarop de onderneming opereert: het nationale en internationale handelsverkeer; het functioneren als arbeidsorganisatie; de nationale en Europese markt; 4. kan complexe situaties analyseren en beoordelen op hun juridische en praktische implicaties ten einde een eigen en kritische bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de vakgebieden; 5. kan reflecteren op de ontwikkeling, de vormgeving van de juridische normen en de consequenties ervan op de terreinen waarop de master zich richt, zowel nationaal als Europees en internationaal; 6. kan de samenhang tussen verschillende vraagstukken op het gebied van het ondernemings- en handelsrecht, economisch publiekrecht en het arbeids- en socialezekerheidsrecht goed doorgronden en helder uiteen zetten; 7. moet in staat zijn de vergaarde wetenschappelijke kennis op waarde te schatten en deze eigen te maken met het oog op de eigen beroepsuitoefening; 8. kan zelfstandig een wetenschappelijk verantwoord onderzoek verrichten naar aanleiding van aspecten van een leerstuk of naar aanleiding van een concreet probleem, en het resultaat daarvan zowel schriftelijk als mondeling helder presenteren; 9. kan een schriftelijk of mondeling betoog kritisch analyseren en waarderen; 10. kan een beargumenteerd standpunt innemen in de voortgaande publieke discussie over de ontwikkeling van het recht op het brede vakgebied. Hij geeft daarbij blijk zich bewust te zijn van de grenzen en de werking van het recht en van metajuridische aspecten die bij de rechtsvorming, rechtstoepassing en rechtshandhaving een rol spelen; 11. kan de gekozen oplossing in de economische, politieke en sociale context plaatsen en aan een publiek van juristen en andere beoefenaren van andere, aanpalende disciplines overtuigend presenteren; 12. is in staat om met de opgedane kennis een vervolg studie op een hoger niveau te gaan volgen dan wel een eigen onderzoeksproject te ondernemen.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
27
Bijlage 3 Programma's Opleiding Master Criminologie De opleiding bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 22,5 ECTS: RGMAAD100 RGMAKR500 RGMACU500
Advanced Methodology * Critical Reflection on Criminology * Cultural Criminology *
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
Gebonden keuze 15 ECTS, één track te kiezen uit: Track Criminologie: RGMACR100 Criminologie en strafrecht RGMAKL100 Klinische criminologie * Track Global Criminology: RGMACO800 Comparative Penology RGMAGL100 Global Crime and Green Criminology *
7,5 ECTS 7,5 ECTS
Verplicht 22,5 ECTS, RGMASC081
22,5 ECTS
Scriptie criminologie6 *
7,5 ECTS 7,5 ECTS
* dit onderdeel is niet juridisch van aard
6
Voor de scriptie verzamelt de student de gegevens via stage/veldwerk in binnen- en buitenland.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
28
Opleiding Master European Law Het programma bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 22,5 ECTS: RGMACO300 RGMAEU850 RGMAHL100
Constitutional Law of the European Union 7,5 ECTS European Public Law7 7,5 ECTS Regulating the European Union's Single Market 7,5 ECTS (voorheen: Harmonisation & Implementation of EU Law)
Gebonden keuze 15 ECTS, twee cursussen: Track Citizenship and European Public Law: RGMAEU700 European/International Criminal Law RGMAEU450 European Migration Law Track Socio-Economic Citizenship and EU-Law: RGMAEU400 European Competition Law RGMAEU950 European Labour Law Track General European Law, te kiezen uit: RGMAEU400 European Competition Law RGMAEU700 European/International Criminal Law RGMAEU950 European Labour Law RGMAEU450 European Migration Law
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
7,5 7,5 7,5 7,5
ECTS ECTS ECTS ECTS
Vrije keuze 7,5 ECTS: één cursus uit het masteraanbod Rechtsgeleerdheid
7,5 ECTS
Verplicht 15 ECTS: RGMASC200
15 ECTS
Thesis European Law
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling. Sterk aanbevolen voor de master is dat de volgende twee cursussen zijn gevolgd: RGBOE0300 European Law RGBOI0350 International and European Institutional Law
7
In het programma is de cursus European Public Law opgenomen. Het is niet mogelijk daarnaast de cursus Europees staats- en bestuursrecht voor het masterexamen mee te laten tellen.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
29
Opleiding Master Law and Economics De opleiding bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 60 ECTS: RGMAPR500 RGMACO600 RGMAEC300 RGMAEC400 RGMAEU400 RGMARE700 RGMASC250
Principles of Microeconomics# * Comparative Corporate Governance Economics of Regulatory Law and Policy8 Economics of Competition Law and Policy9 European Competition Law Regulation and Supervision of Markets Research in Law and Economics
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 15 ECTS
# Voor studenten die worden toegelaten op basis van een bacheloropleiding Economie behaald aan de Utrecht School of Economics is er een vervangende cursus. In plaats van EC1PME Principles of Microeconomics moet één van de volgende cursussen worden behaald: RGMAIN100 International Commercial Law, RGMAHL100 Regulating the EU's Single Market (voorheen: Harmonisation & Implementation of EU Law).
* dit onderdeel is niet juridisch van aard
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling.
8
Wegens inhoudelijke overlap kan deze cursus niet worden ingebracht naast RGLMUS201 Regulation and Economics. 9 Wegens inhoudelijke overlap kan deze cursus niet worden ingebracht naast RGLMUS701 Law and Economics of Competition Policy.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
30
Opleiding Master Nederlands recht, Programma Privaatrecht Het programma bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 22,5 ECTS: RGMACA200 RGMAFA100 RGMAIN500
Capita selecta privaatrecht I Faillissementsrecht Internationaal privaatrecht
Gebonden keuze 15 ECTS, één track te kiezen uit: Track Burgerlijk recht, twee cursussen te kiezen uit: RGMABE200 Beslag- en executierecht RGMACA300 Capita selecta privaatrecht II RGMAGE200 Gezondheidsrecht Track Handelsrecht, twee cursussen te kiezen uit: RGMAHA100 Internationaal handelsrecht (voorheen: Handelsverkeersrecht) RGMAON200 Ondernemingsrecht RGMAVE900 Verzekeringsrecht Track Intellectueel eigendomsrecht: RGMACO500 Communicatie- en mediarecht RGMAVE500 Comparative Intellectual Property Law
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
Vrije keuze 7,5 ECTS: één cursus uit het masteraanbod Rechtsgeleerdheid
7,5 ECTS
Verplicht: RGMASC410
15 ECTS
Scriptie Nederlands recht (Privaatrecht)
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
31
Opleiding Master Nederlands recht, Programma Staats- en bestuursrecht Het programma bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 22.5 ECTS: RGMABE500 RGMAEU650 RGMAST150 RGMAWE300
Bestuursrecht: Verdieping Europees staats- en bestuursrecht10 Staatsrecht: Verdieping Wetenschappelijke workshop SBR
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 0 ECTS
Gebonden keuze 15 ECTS, één track te kiezen uit: Track Algemeen staats- en bestuursrecht: RGMABU200 Fundamental Rights in National and European Perspective (voorheen: Civil, Social and Political Rights) 7,5 ECTS RGMAPR100 Practicum staats- en bestuursrecht 7,5 ECTS Track Omgevingsrecht: RGMARU100 Ruimtelijk bestuursrecht 7,5 ECTS RGMAWA200 Water en infrastructuur 7,5 ECTS Vrije keuze7,5 ECTS: één cursus uit het masteraanbod Rechtsgeleerdheid
7,5 ECTS
Verplicht 15 ECTS: RGMASC400
15 ECTS
Scriptie Nederlands recht (Staats- en bestuursrecht)
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling.
10
Wegens inhoudelijke overlap kan de cursus European Public Law niet naast deze cursus worden ingebracht voor het examen.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
32
Opleiding Master Nederlands recht, Programma Strafrecht Het programma bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 22,5 ECTS: RGMABI100 RGMAPR620 RGMAMA100
Bijzonder strafrecht Capita selecta strafprocesrecht Materieel strafrecht
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
Gebonden keuze 7,5 ECTS, één cursus te kiezen uit: RGMACR100 Criminologie en strafrecht RGMAPS100 Ideeëngeschiedenis: Schuld en vergelding RGMASA100 Strafrechtelijke sancties
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
Gebonden keuze 7,5 ECTS, één cursus te kiezen uit: RGMAST350 Comparative Criminal Justice RGMAEU700 European/International Criminal Law RGMAHU100 Human Rights and Criminal Law
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
Vrije keuze 7,5 ECTS: één cursus uit het masteraanbod Rechtsgeleerdheid
7,5 ECTS
Verplicht 15 ECTS: RGMASC430
15 ECTS
Scriptie Nederlands recht (Strafrecht)
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
33
Opleiding Master Notarieel recht De opleiding bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 45 ECTS: RGMAVE301 RGMAIN500 RGMANO100 RGMAON200 RGMAWE200 RGMASU200
Erfrecht Internationaal privaatrecht Notaris, recht en samenleving Ondernemingsrecht Overdrachtsbelasting 11 Schenk- en erfbelasting (voorheen: Successierecht)
Verplicht 15 ECTS: RGMASC350
Scriptie notarieel recht
12
7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5
ECTS ECTS ECTS ECTS ECTS ECTS
15 ECTS
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling.
11
M.i.v. 2007/2008 is de cursus Wet belastingen rechtsverkeer onderdeel van de masterfase en maakt de cursus Verdieping goederenrecht (voorheen: Onroerend goed) niet langer deel uit van het programma van de masteropleiding. Indien Wet belastingen rechtsverkeer als onderdeel van het bachelorexamen in Utrecht is gedaan, kan de student op verzoek vrijstelling krijgen voor het onderdeel Overdrachtsbelasting; ter compensatie moet dan een onderdeel naar keuze op masterniveau worden gedaan. 12 Wegens inhoudelijke overlap kan deze cursus niet worden ingebracht naast Successierecht onder de code RGMAVE401.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
34
Opleiding Master Public International Law Het programma bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 22,5 RGMAGE300 RGMAIN010 RGMAIN600
ECTS: General Course on Public International Law International Law of Human Rights International Law Moot Court13
Gebonden keuze 15 ECTS, twee cursussen: Track Environment and Law of the Sea: RGMAIN450 International Environmental Law RGMAIN750 International Law of the Sea Track Conflict and Security Law: RGMAIN350 International and European Security Law RGMAIN400 International Humanitarian Law Track General Public International Law, te kiezen uit: RGMAIN350 International and European Security Law RGMAIN450 International Environmental Law RGMAIN400 International Humanitarian Law RGMAIN750 International Law of the Sea
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS 7,5 ECTS
7,5 7,5 7,5 7,5
ECTS ECTS ECTS ECTS
Vrije keuze 7,5 ECTS: één cursus uit het masteraanbod Rechtsgeleerdheid
7,5 ECTS
Verplicht 15 ECTS: RGMASC210 Thesis Public International Law
15 ECTS
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling. Sterk aanbevolen voor de master is dat de volgende twee cursussen zijn gevolgd: RGBOI0350 International and European Institutional Law RGBOI0500 Public International Law
13
In incidentele gevallen kan deze cursus vervangen worden door RGMAPH100 Philip C. Jessup International Law Moot Court Competition of door RGMAJE100 Jean Pictet Competition. Voor deze cursussen geldt een selectieprocedure die, evenals de begeleiding, wordt uitgevoerd door de afdeling IER.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
35
Opleiding Master Recht en onderneming De opleiding bestaat uit de volgende cursussen: Verplicht 15 ECTS: RGMAIN050 RGMAON200
Individueel en collectief arbeidsrecht Ondernemingsrecht
Gebonden keuze 7,5 ECTS, één cursus te kiezen uit14: RGMAEU400 European Competition Law RGMAME100 Mededingingsrecht
7,5 ECTS 7,5 ECTS
7,5 ECTS 7,5 ECTS
Gebonden keuze 15 ECTS15, één track te kiezen uit: Track Commerciële transacties, RGMAEU500 International Corporate Law and Business Transactions16 7,5 ECTS RGMAFA100 Faillissementsrecht 7,5 ECTS Track Arbeid en sociaal beleid: RGMAEU100 Europees arbeidsrecht 7,5 ECTS RGMARE250 Privaat en publiek socialezekerheidsrecht 7,5 ECTS (voorheen: Nederlands en Europees recht van de sociale verzekeringen) Track Markt en toezicht: RGMAEU250 Europees economisch recht en beleid: Markttoezicht en marktrecht 7,5 ECTS RGMAHL100 Harmonisation & Implementation of EU Law 7,5 ECTS Vrije keuze 7,5 ECTS: één cursus uit het masteraanbod Rechtsgeleerdheid
7,5 ECTS
Verplicht 15 ECTS: RGMASC450
15 ECTS
Scriptie recht en onderneming
Zie voor de voorwaarden om te voldoen aan de beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht (de zgn. verklaring van civiel effect) bijlage 5 van deze regeling.
14 Het is niet mogelijk om in de vrije keuzeruimte het niet gekozen vak alsnog in te voeren vanwege de inhoudelijke overlap. 15 In het academisch jaar 2012/2013 is het niet verplicht de gebonden cursussen zo te kiezen dat wordt voldaan aan een track, maar wel moeten tenminste 2 van de 7 genoemde gebonden cursussen worden behaald. 16 Wegens inhoudelijke overlap kan dit cursus niet worden ingebracht naast RGMAEU500 European Corporate Law.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
36
Bijlage 4 Uitvoeringsregeling internationalisering ter uitwerking van art. 3.7 Onderwijs- en examenregeling master
Eerste uitgangspunt van het internationaliseringsbeleid van het departement Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht is dat in beginsel alle onderdelen, behaald in het kader van het uitwisselingsprogramma, ingebracht kunnen worden voor het examen van de opleiding waar de student mee bezig is. Het tweede uitgangspunt is dat de student die een deel van zijn/haar studie in het buitenland wil doen, dit in beginsel doet in het kader van het uitwisselingsprogramma van departement of universiteit, bij een van diens uitwisselingspartners. Derde uitgangspunt is dat studie in het kader van het uitwisselingsprogramma deel uitmaakt van de studie in Utrecht; het diploma kan niet worden aangevraagd of afgegeven voordat de uitwisseling is afgerond en de resultaten uit het buitenland maken deel uit van het examen en tellen mee voor het judicium op gelijke voet als Utrechtse cursussen.
Hoe is inbreng geregeld Hoewel uitgangspunt is dat alles ingebracht kan worden, moeten aan dat uitgangspunt i.v.m. eisen aan niveau en inhoud van het afsluitend examen van de betreffende opleiding, beperkingen worden gesteld en derhalve gelden voor inbreng een aantal voorwaarden. De beoordeling of inbreng van een onderdeel voor het examen mogelijk is wordt uitgevoerd door de examencommissie. Inbreng is uitsluitend mogelijk met toestemming van de examencommissie. De voorwaarden waaraan moet worden voldaan zijn opgenomen in de Onderwijs- en examenregeling master en Reglement examencommissie master en zijn de volgende: • het onderdeel is van masterniveau (art. 3.7 lid 2 OER master); • het onderdeel is juridisch van aard; deze voorwaarde geldt niet voor onderdelen die ingebracht worden voor Criminologie, Law and Economics en Recht, bestuur en management (art. 3.7 lid 2 OER master); indien onderdelen niet-juridisch van aard zijn, kunnen ze voor de overige opleidingen als extra cursussen gelden (bovenop de nominale studielast van de opleiding); • het onderdeel overlapt qua inhoud niet of nauwelijks met andere onderdelen van het examen (art. 6.1 lid 10 OER master)17; • het onderdeel is behaald in het kader van een uitwisselingsprogramma, m.u.v. de situatie zoals hierna wordt beschreven (art. 3.7 lid 3 OER master); • de student vraagt vooraf schriftelijk toestemming voor inbreng (art. 3.7 lid 2 OER master), in beginsel d.m.v. indienen van het 'Formulier t.b.v. registratie buitenlandse vakken binnen de opleiding' met bijlagen bij de examencommissie; • de student overlegt op verzoek aan de examencommissie aanvullende informatie (Reglement examencommissie master). Welke buitenlandse universiteit Van het uitgangspunt dat men naar een buitenlandse universiteit gaat waarmee een uitwisselingsprogramma bestaat, kan worden afgeweken, indien de student goede studieinhoudelijke redenen heeft om in het buitenland te studeren bij een universiteit die geen uitwisselingspartner is. Of een buitenlandse universiteit in het lopende jaar een uitwisselingspartner is, is na te gaan in de brochure Rechten studeren in het buitenland. In zo'n situatie geldt de volgende procedure: De student dient (per brief of mail) tijdig een gemotiveerd schriftelijk verzoek in bij het International Office. Bij het verzoek is - naast de persoonlijke en studievoortgangsgegevens van de student informatie gevoegd over de universiteit, waar de student wil gaan studeren alsmede over diens inhoudelijke motivatie voor het verzoek. Het verzoek wordt beoordeeld door de gebiedscommissie/coördinator, waar de betreffende universiteit onder valt. Bij deze beoordeling wordt het niveau en aanbod van de betreffende universiteit vergeleken met dat van uitwisselingspartners; de gebiedscoördinator geeft geen oordeel over de specifieke vakkeuze van de student, maar uitsluitend over algemene vragen van niveau e.d. Wanneer het oordeel over (het niveau van) de universiteit positief is, stuurt het IO daarvan bericht aan de student en aan de examencommissie. Vervolgens sluit de student aan bij het normale traject van uitwisseling, waaronder ook het normale goedkeuringstraject bij de examencommissie voor inbreng van cursussken. Meer informatie over algemene zaken rondom uitwisseling zijn te verkrijgen via de brochure, de website en de voorlichting van het IO.
17 In geval van inbreng in plaats van een verplicht of gebonden keuze-onderdeel is overlap uiteraard wel toegestaan; zie verder art. 3.7 lid 4
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
37
Buitenlandse onderdelen zijn deel examen Om de buitenlandse resultaten te kunnen laten meetellen voor het examen, moeten deze geregistreerd worden. Voor verwerking door de examencommissie van in het buitenland behaalde uitslagen gelden de volgende regels: • uitslagen moeten d.m.v. duidelijke, originele, schriftelijke berichten van de betreffende universiteit worden ingeleverd bij de examencommissie (al dan niet via het IO); deze berichten dienen bij voorkeur - naast persoonlijke gegevens van de student en gegevens van de universiteit - de volgende informatie te bevatten: code en naam vak, niveau vak, studielast vak, tentamendatum en -uitslag. • inbreng is alleen mogelijk als er een voldoende beoordeling18 is; uitsluitend 'gevolgd' of bepalingen van dergelijke strekking zijn niet genoeg; een resultaat dat in het betreffende land voldoende is, geldt ook hier als voldoende, een buitenlandse onvoldoende is hier ook onvoldoende; • de studielast die is toegekend door de buitenlandse universiteit wordt hier zonder aanpassingen overgenomen; als bv 5 ECTS is toegekend door de betreffende universiteit, geldt het vak voor 5 ECTS, ongeacht hoe moeilijk of makkelijk men het vak ervaren heeft. • als de studielast in het buitenland niet in ECTS maar in andere eenheden wordt uitgedrukt, wordt de studielast door de examencommissie omgerekend naar ECTS. De omrekening geschiedt op basis van de studielast van een volledig jaar studie of een volledige opleiding in relatie tot een studielast van 60 ECTS voor een opleiding van 1 jaar in Utrecht. Summercourses Voor de inbreng van summercourses geldt dat dit uitsluitend mogelijk is als deze onder verantwoordelijkheid van het departement is verzorgd. Voor het overige gelden de algemene voorwaarden voor inbreng zoals hierboven geformuleerd.
Tot slot Voorzover in de OER, het Reglement examencommissie en deze uitvoeringsregeling zaken niet zijn geregeld m.b.t. inbreng van onderdelen uit het buitenland beslist de examencommissie.
18 Het is niet vereist dat dit altijd in de vorm van een cijfer is; de beoordeling 'voldoende' of 'behaald' volstaat ook.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
38
Bijlage 5 Beroepsvereisten voor advocatuur en rechterlijke macht "civiel effect" Aan het masterdiploma in Utrecht is het “civiel effect” verbonden (d.w.z. wordt voldaan aan de beroepsvereisten voor toelating tot de opleidingen van de advocatuur en de rechterlijke macht) als de student aan de volgende voorwaarden heeft voldaan: -
-
het behaalde bachelorexamen en het masterexamen omvatten gezamenlijk tenminste 200 studiepunten (ECTS) juridische cursussen, waarvan minimaal 60 op masterniveau, en een masterexamen waaraan de graad “Master of Laws (LLM)” is verbonden en de major Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht inclusief het toga-traject19 of het notarieel traject20 of het fiscaal traject21 met de cursus Handels- en rechtspersonenrecht of het multidisciplinair traject22 met de cursus Handels- en rechtspersonenrecht is behaald, en van de opleiding maakt deel uit één van de mastercursussen Procesrecht, Procesrecht privaatrecht, Procesrecht staats- en bestuursrecht, Procesrecht strafrecht of Procesrecht recht en onderneming (7,5 ECTS) of de combinatie van de bachelorcursussen Bestuursprocesrecht, Burgerlijk procesrecht en Strafprocesrecht (15 ECTS).
Voor studenten met een bachelordiploma van een andere universiteit wordt aan de hand van een verklaring van de betreffende universiteit bekeken welke eisen worden gesteld aan het te volgen programma om in aanmerking te komen voor het “civiel effect”.
19
zie OER bachelor zie OER bachelor 21 zie OER bachelor 22 zie OER bachelor; nb bij invulling van de keuzeruimte van 22,5 ECTS met de procesrechtcursussen en Handelsen rechtspersonenrecht en een juridische master met 60 studiepunten juridische cursussen, moet nog 1 juridische cursus extra behaald worden om aan de eis van 200 studiepunten juridische cursussen te voldoen. 20
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
39
Bijlage 6 Stagereglement 1.
Toepassing Dit stagereglement is van toepassing op stages die ingebracht worden in het examen van de masteropleidingen Criminologie, Fiscaal recht, European Law, Law and Economics, Nederlands recht, Notarieel recht, Public International Law, Recht, bestuur en management en Recht en onderneming van het departement.
2.
Stagecoördinatoren Voor algemene informatie over stages kan de student terecht op de stagesite van het departement, www.uu.nl/rechten/stage. Voor goedkeuring van de stage en de toekenning van een stagebegeleider kan de student zich wenden tot de stagecoördinator van het betreffende vakgebied.
3.
Doel van de stage Het doel van de stage is dat: 1. de student zich oriënteert op de beroepspraktijk van juristen of juridisch bestuurskundigen; 2. de student leert zijn kennis toe te passen in een praktijksituatie; 3. de student zijn professionele vaardigheden vergroot door werkzaamheden te verrichten ten dienste van de stagebiedende organisatie.
4.
Tijdsduur en omvang De tijdsduur van de masterstage is minimaal 30 hele werkdagen. Het minimum aantal werkdagen voor een parttime stage is drie dagen per werkweek. De stage wordt met 7,5 ECTS-studiepunten gehonoreerd.
5.
Inbreng van de stage in het studieprogramma Om ECTS te krijgen voor de stage en om deze in te kunnen brengen voor het masterexamen geldt de volgende voorwaarde: de stage is van tevoren goedgekeurd door de stagecoördinator van de opleiding of het programma en na afloop als voldoende beoordeeld door de docentbegeleider.
6.
Eisen voor goedkeuring 1. De student staat ingeschreven als masterstudent of heeft zich aangemeld voor de eerstvolgende masterstart aan het departement Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht. 2. De student legt voor aanvang de stage ter goedkeuring voor aan de stagecoördinator van desbetreffende opleiding of programma. 3. De student heeft de bachelor en in ieder geval de voor de stage relevante mastercursussen behaald. (Zie de website.) 4. De inhoud van de stage sluit aan bij het studieprogramma of bij het beroepenveld. Aan deze eis is in ieder geval voldaan als de stage aansluit bij een cursus van het departement. 5. De stagecoördinator van de opleiding of het programma heeft het goedkeuringsformulier ondertekend en een docentbegeleider van het departement aangewezen. 6. De student is niet in dienst (geweest) bij de stage-instelling.
7.
Beoordeling van de stage 1. De docentbegeleider beoordeelt of aan de stage is voldaan aan de hand van a. een portfolio met daarin het evaluatieverslag van de begeleider van de stageplaats, het stageverslag van de student, geproduceerde stukken en geproduceerde conceptstukken tijdens de stage; De vormvereisten die gesteld worden aan de portfolio staan beschreven op de website. b. het eindgesprek tussen de docentbegeleider en de student. 2. Er wordt geen cijfer gegeven, maar “voldoende” of “onvoldoende”.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
40
Bijlage 7 Regeling masterscriptie De masterscriptie is een individueel onderzoek met een omvang van 15 ECTS23. Het moet getuigen van een genuanceerd en diepgaand onderzoek; verzamelde kennis wordt kritisch besproken en er wordt een eigen visie op de problematiek gegeven. Aanknopingspunten voor de wijze waarop scripties worden beoordeeld kun je vinden via het Studiepunt online. Keuze van het onderwerp 1. Uitgangspunt is dat de student vrij is in het kiezen van een scriptieonderwerp. Het te kiezen onderwerp dient te passen in de door de student gekozen master en evt. het programma binnen de master. 2. De student is vrij om een docent met examenbevoegdheid te benaderen met het verzoek zijn scriptie te begeleiden. De docent kan de student doorverwijzen naar de scriptiecoördinator of een andere docent, indien: - het (gespecialiseerde) onderwerp behoort tot het werkterrein van een andere docent; - de docent reeds relatief veel scripties begeleidt; - werkafspraken binnen de afdeling hiertoe nopen. 3. Indien de scriptiebegeleider het door de student aangedragen onderwerp ongeschikt acht, zet hij de redenen voor dat standpunt uiteen. In overleg tussen de student en de docent kan een ander onderwerp worden vastgesteld. 4. Iedere Master heeft een scriptiecoördinator. Eventueel is per programma een scriptiecoördinator aangewezen. Als de student noch een voorkeur voor een docent noch een voorkeur voor een onderwerp heeft, dient de student zich in eerste instantie tot de scriptiecoördinator te wenden. De scriptiecoördinator houdt een lijst bij van mogelijke scriptieonderwerpen. Minimale begeleiding 5. De begeleiding van de masterscriptie gebeurt individueel op afspraak. De student neemt zelf het initiatief. 6. In een eerste gesprek tussen de student en de docent wordt het onderwerp van de scriptie (voorlopig) vastgesteld. De docent geeft de student zo mogelijk aanwijzingen mee omtrent problemen en vragen waarop hij moet letten. Zo nodig noemt hij enige literatuur en/of jurisprudentie. 7. De student formuleert, alvorens te gaan schrijven, een zo duidelijk mogelijke probleemstelling met onderbouwing (1 à 2 A-4). De probleemstelling kan een aantal subvragen omvatten. Tevens stelt de student een plan van behandeling op of een voorlopige inhoudsopgave en een tijdsplanning. Probleemstelling en plan van behandeling behoeven instemming van de docent. 8. Indien de student dat wenst, kan tussentijds een gedeelte van de scriptie door de docent worden bezien ten einde een voorlopig oordeel of commentaar te geven. Ook kan de docent als voorwaarde voor verdere begeleiding stellen dat hem tussentijds een gedeelte wordt voorgelegd. Het spreekt vanzelf dat de student zich bij problemen met de scriptie steeds tot de docent kan wenden. Afspraken hierover worden in onderling overleg gemaakt. 9. Op of voor een afgesproken tijdstip doet de student een concept van de scriptie aan de docent toekomen. Het concept is volledig, dat wil zeggen met conclusies, volledige voetnoten, literatuurlijst, inhoudsopgave, lijst van afkortingen en eventueel een samenvatting. 10. De docent beoordeelt de scriptie zo snel mogelijk met als maximum 15 werkdagen. In een beoordelingsgesprek geeft de docent zijn kritiek en commentaar op het concept. Daarbij deelt hij mede of hij het concept als zodanig als voldoende of als onvoldoende beschouwt. Met inachtneming van het uitgangspunt dat de scriptie een zelfstandig product van de student moet zijn, geeft de docent in het laatste geval zo nauwkeurig mogelijk aan op welke onderdelen verbeteringen wenselijk respectievelijk noodzakelijk zijn. 11. De student wordt in de gelegenheid gesteld op basis van het commentaar van de docent een definitieve versie van de scriptie te vervaardigen. De docent beoordeelt deze versie opnieuw. Zo nodig vindt opnieuw een gesprek over de definitieve versie plaats. De docent bepaalt het cijfer zo snel mogelijk, in ieder geval uiterlijk twee weken na indiening van de definitieve versie. Bij de bepaling van het cijfer speelt het gehele proces van de totstandkoming van de scriptie een rol. 12. De definitieve scriptie wordt door een tweede docent beoordeeld. Deze beoordelaar toetst of hij zich kan vinden in de voorgestelde beoordeling. Het cijfer wordt in onderling overleg vastgesteld. 13. De begeleider geeft de student schriftelijk of mondeling een motivering van de beoordeling en het cijfer. 14. De student houdt zich aan de afspraken die hij met de begeleider maakt. De student stelt de begeleider op de hoogte van vertraging. Indien de student van het afgesproken onderwerp wenst af te zien, meldt hij dit ten spoedigste aan de begeleider.
23
De scriptie van de opleiding Criminologie heefteen omvang van 22,5 ECTS.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
41
Eisen aan de scriptie 15. De omvang van de masterscriptie is gemiddeld 35 pagina's. Het voorgeschreven minimum is 25 pagina's, uitgaande van ongeveer 500 woorden per pagina. 16. De scriptie dient geschreven te worden in heldere bewoordingen en duidelijke taal. In overleg met de docent kan een andere taal dan het Nederlands (of het Engels, in geval van een Engelstalige opleiding) worden gekozen. 17. Indien een student in meer dan één master binnen het departement wenst af te studeren, dient voor elke master in beginsel een aparte scriptie te worden geschreven. Soms bestaan er mogelijkheden de twee afzonderlijke scripties, die elk aan de gestelde eisen moeten voldoen, tot een groter geheel te integreren. Ook wanneer twee scripties tot een geheel zijn geïntegreerd, wordt voor elk van beide een afzonderlijke beoordeling afgegeven. Van de definitieve versie ontvangt de docent twee exemplaren.
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
42
Bijlage 8 Final GPA Gemiddeld (gewogen) tentamenresultaat
final GPA
8,00 of hoger 7,99 7,98 7,97 7,96 7,95 7,94 7,93 7,92 7,91 7,90 7,89 7,88 7,87 7,86 7,85 7,84 7,83 7,82 7,81 7,80 7,79 7,78 7,77 7,76 7,75 7,74 7,73 7,72 7,71 7,70 7,69 7,68 7,67 7,66 7,65 7,64 7,63 7,62 7,61 7,60 7,59 7,58 7,57 7,56 7,55 7,54 7,53 7,52 7,51 7,50
4,00 3,99 3,98 3,97 3,96 3,95 3,94 3,93 3,92 3,91 3,90 3,89 3,88 3,87 3,86 3,85 3,84 3,83 3,82 3,81 3,80 3,79 3,78 3,77 3,76 3,75 3,74 3,73 3,72 3,71 3,70 3,69 3,67 3,66 3,65 3,63 3,62 3,61 3,59 3,58 3,57 3,55 3,54 3,53 3,51 3,50 3,49 3,47 3,46 3,45 3,43
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
43
7,49 7,48 7,47 7,46 7,45 7,44 7,43 7,42 7,41 7,40 7,39 7,37 7,36 7,35 7,33 7,32 7,31 7,29 7,28 7,27 7,25 7,24 7,23 7,21 7,20 7,19 7,17 7,16 7,15 7,13 7,12 7,11 7,09 7,08 7,07 7,05 7,04 7,03 7,01 7,00 6,99 6,98 6,97 6,96 6,95 6,94 6,93 6,92 6,91 6,90 6,89 6,88 6,87 6,86 6,85 6,84 6,83
3,42 3,41 3,39 3,38 3,37 3,35 3,34 3,33 3,31 3,30 3,29 3,28 3,27 3,26 3,25 3,24 3,23 3,22 3,21 3,20 3,19 3,18 3,17 3,16 3,15 3,14 3,13 3,12 3,11 3,10 3,09 3,08 3,07 3,06 3,05 3,04 3,03 3,02 3,01 3,00 2,99 2,98 2,97 2,96 2,95 2,94 2,93 2,92 2,91 2,90 2,89 2,88 2,87 2,86 2,85 2,84 2,83
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
44
6,82 6,81 6,80 6,79 6,78 6,77 6,76 6,75 6,74 6,73 6,72 6,71 6,70 6,69 6,68 6,67 6,66 6,65 6,64 6,63 6,62 6,61 6,60 6,59 6,58 6,57 6,56 6,55 6,54 6,53 6,52 6,51 6,50 6,49 6,48 6,47 6,46 6,45 6,44 6,43 6,42 6,41 6,40 6,39 6,37 6,36 6,35 6,33 6,32 6,31 6,29 6,28 6,27 6,25 6,24 6,23 6,21
2,82 2,81 2,80 2,79 2,78 2,77 2,76 2,75 2,74 2,73 2,72 2,71 2,70 2,69 2,67 2,66 2,65 2,63 2,62 2,61 2,59 2,58 2,57 2,55 2,54 2,53 2,51 2,50 2,49 2,47 2,46 2,45 2,43 2,42 2,41 2,39 2,38 2,37 2,35 2,34 2,33 2,31 2,30 2,29 2,28 2,27 2,26 2,25 2,24 2,23 2,22 2,21 2,20 2,19 2,18 2,17 2,16
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
45
6,20 6,19 6,17 6,16 6,15 6,13 6,12 6,11 6,09 6,08 6,07 6,05 6,04 6,03 6,01 6,00
2,15 2,14 2,13 2,12 2,11 2,10 2,09 2,08 2,07 2,06 2,05 2,04 2,03 2,02 2,01 2,00
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
46
Bijlage 9 Inbrengtabel in geval van overstappen naar de bachelor en/of master met behaalde doctoraalvakken.
code
bachelor /mastervak
ECT S
RGMABE500
Bestuursrecht: verdieping Inleiding algemene economie Civil, social and political rights Comparitive Law
7,5
American Law AngloAmerikaanse trust AngloAmerikaanse trust Personeelseconomi e Individueel en collectief arbeidsrecht + aanvullende opdracht Arbeidsrecht
Judicial Administration and Legal Argumentation Financiële informatievoorzieni ng en verslaglegging Organisatie 2: Strategie en organisatie Bedrijfseconomie
7,5
Kernvak belastingrecht Kernvak belastingrecht Kernvak staats en bestuursrecht
7,5
ECB1IAE RGMABU200 RGBOA0110
RGMAAM100 RGMAAN100 RGMAAN100 ECB2PE RGMAIN050
RGBOA0210
RGMARE600
ECB2FIV
ECB2ORG
RGBOB0100 RGBK00100 RGBK00100 RGBK00510
bachel or of master ? master
code
doctoraalvak
EC TS
RGMA020
Algemeen bestuursrecht
6
bachel or master
RGMA030
Algemene economie
6
RGMA060
6
RGMA080
7,5 7,5
bachel or, zwaart epuntva k master master
Algemene leerstukken grondrechten Algemene rechtsvergelijking
RGMA090 RGMA092
Amerikaans Recht: inleiding Anglo - Amerikaanse Trust
6 6
7,5
master
RGMA093
9
7,5
bachel or master
RGMA100
Anglo – Amerikaanse Trust (uitgebreid) Arbeidsmarktvraagstukken
RGMS041
Arbeidsovereenkomstenrec ht
6
bachel or, zwaart puntva k master
RGME080
Arbeidsrecht
6
RGMA110
Argumentatietheorie
6
7,5
bachel or
RGMB010
Balanslezen
3
7,5
bachel or
RGMB018
Bedrijfsbeleid en organisatie
6
7,5
bachel or bachel or bachel or bachel or, basisva k
RGMB020
Bedrijfseconomie
6
RGMB050
Belastingrecht
6
RGMB051
Belastingrecht (uitgebreid)
9
RGMB110 + RGMS075
Bestuursrecht 4punts + Staatsrecht
6 + 9
7,5 7,5 7,5
7,5
7,5
7,5 15
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
6
47
6
RGBK00510
Kernvak staats- en bestuursrecht
15
RGMAVE100
Vergelijkend klachtenrecht Procesrecht privaatrecht of Procesrecht Recht en Ondernemen of Procesrecht staatsen bestuursrecht of Procesrecht Strafrecht Civil Procedure in Europe Procesrecht privaatrecht of Procesrecht Recht en Ondernemen of Procesrecht staatsen bestuursrecht of Procesrecht Strafrecht Individueel en collectief arbeidsrecht + aanvullende opdracht Managing competieveness Criminologie
RGBOI0450
International Organized Crime
7,5
RGBOC0300
Criminologisch onderzoek
7,5
RGMAPR600 RGMAPR630 RGMAPR610 RGMA620
RGMABU300 RGMAPR600 RGMAPR630 RGMAPR610 RGMA620
RGMAIN050
EC2MC RGBOC0100
RGMAST150 RGMADI100 RGMABU100 ECB2EPS
RGBOE0100
RGMAVE300
geen equivalent in 05/06 Staatsrecht: verdieping Dier en recht Buitenlands recht Economie van de publieke sector niet bekend Economisch publiekrecht
Verdieping
RGMB115 + RGMS075
Bestuursrecht 6punts + Staatsrecht
9 + 9
7,5
bachel or, basisva k master
RGMB133
6
7,5
master
RGMB191
Bestuursrechtelijk klachtrecht Burgerlijk procesrecht
7,5
master
RGMB193
6
7,5
master
RGMC004
Burgerlijk procesrecht in Europa Civiel- en bestuursprocesrecht
7,5
master
RGMS051
Collectief arbeidsrecht
6
7,5
bachel or bachel or, minor crim. bachel or, minor crim. bachel or, minor crim.
RGMC010
6
RGMC050
Commerciële economie / marketing Criminologie: inleiding
6
RGMC061
Criminologie: vervolg 1
6
RGMC062
Criminologie: vervolg 2
6
RGMC063
Criminologie: vervolg 3
6
7,5
6
6
7,5
master
RGMD010
Decentralisatie
6
7,5 7,5 7,5
master master bachel or
RGMD015 RGMD050 RGME045
Dier en recht Duits recht: inleiding Economische orde
6 6 3
RGME050 RGME040
Economische politiek Economisch publiekrecht
6 6
RGME095
Erfrecht
11
7,5 7,5
7,5
bachel or, zwaart epuntva k master
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
48
RGMAVE301 RGMAES100 RGMAES100 RGMAEU150
huwelijksvermoge ns- en erfrecht Erfrecht Estate planning I Estate planning I European Tort Law
7,5 7,5 7,5 7,5
master master master master
RGME095 RGME101 RGME103 RGME102
Europees arbeidsrecht Internationaal en europees belastingrecht 1 Europees staatsen bestuursrecht European Contract Law Europees economisch recht & beleid Europees materieel recht
7,5
master
7,5
RGMAME100
Mededingingsrecht
RGMAEU300
European Property Law European Private Law Nederlands en Europees recht van de sociale verzekeringen European/Internati onal Criminal Law European Migration Law Europese economische integratie Financiële organisatie en verslaglegging Faillisementsrecht Philosophy of Human Rights Ondernemingsfina nciering of Financiering 2 Economie voor fiscalisten Inkomstenbelastin g en winst Bijzonder strafrecht (caputvak) Inleiding forensische psychiatrie en
RGMAEU100 RGBOE0250
RGMAEU650 RGMAEU550 RGMAEU250
RGBOE0300
RGBOE005 RGMARE250
RGMAEU700 RGMAEU450 RGME140
ECB2FIV
RGMAFA100 RGBOPO050 RGMAON100 ECBOE150
RGBOE0150 RGBOI0150 RGMABI100
RGBOI0700
11 6 9 6
RGME104
Erfrecht Estate planning Estate planning (uitgebreid) Europees aansprakelijkheidsrecht Europees arbeidsrecht
bachel or
RGME106
Europees belastingrecht
6
7,5
master
RGME108
Europees bestuursrecht
6
7,5
master
RGME115
Europees contractenrecht
6
7,5
master
RGME118
Europees economisch recht en beleid
6
7,5
RGME120
Europees economisch recht 1
6
7,5
bachel or, verdiepingsv ak master
RGME130
6
7,5
master
RGME132
Europees economisch recht 2 Europees goederenrecht
7,5
RGME136
Europees privaatrecht
6
7,5
bachel or master
RGME138
Europees socialezekerheidsrecht
6
7,5
master
RGME139
Europees strafrecht
6
7,5
master
RGME147
6
7,5
bachel or
RGME140
Europese constitutie en de burger Europese economische integratie
7,5
bachel or
RGME180
Externe verslaggeving
6
7,5 7,5
master bachel or master bachel or
RGMF010 RGMF015
Faillissementsrecht Filosofie van de mensenrechten Financiering van de onderneming
6 6
bachel or bachel or master
RGMF028
4
RGMF030
Fiscaal comptabele toepassingen Fiscaal ondernemingsrecht
RGMF033
Fiscaal strafprocesrecht
6
bachel or, minor
RGMF040
Forensische psychiatrie: inleiding
6
7,5 7,5
7,5 7,5 7,5
7,5
RGMF025
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
6
6
6
6
49
6
RGMAFO100 RGMAFO100 EC26KB RGMAGE500
RGBOR0500
psychologie Formeel belastingrecht Formeel belastingrecht Geld-, krediet- en bankwezen Gelijke behandeling in de Europese Unie Rechtsgeschiedeni s
7,5
crim. master
RGMF060
Formeel belastingrecht
6
7,5
master
RGMF061
9
7,5
bachel or master
RGMG010
Formeel belastingrecht (uitgebreid) Geld-, krediet- en bankwezen Gelijke behandeling in het EU-recht
bachel or, reflecti vak master bachel or
RGMG030
Geschiedenis van de staatstheorieën
6
RGMG040 RGMG045 + RGMV035 RGMH015
Gezondheidsrecht Goederenrecht + Verbintenissenrecht
6 6+ 11
Handels- en rechtspersonenrecht
9
RGMH011
Handelsverkeersrecht
6
Handhaving dierenbeschermingswetgevi ng Handhaving en rechtsbescherming
6
7,5
7,5
RGMI161
6 6
RGMAGE200 RGBK00400
Gezondheidsrecht Kernvak privaatrecht
7,5 15
RGBOH0100
Handels- en rechtspersonenrec ht
7,5
RGMAHA100
Handelsverkeersre cht Handhaving dierenbescherming swetgeving Handhavingsrecht of Bestuursrecht: verdieping Bijzondere overeenkomsten Huwelijksvermoge ns- en erfrecht Huwelijksvermoge nsrecht Industriële organisatie Informatietechnolo gie en recht: inleiding Inkomsten- en loonbelasting Beginselen intellectuele eigendom Beginselen intellectuele eigendom Comparitive Intellectual Property Law Comparitive Intellectual Property Law Comparative Intellectual Property Law
7,5
bachel or, verdiepingsv ak master
7,5
master
RGMH025
7,5 7,5
bachel or master
RGMH021
7,5
bachel or bachel or bachel or
RGMH040
Huurrecht
6
RGMH056
Huwelijksvermogensrecht
9
RGMH056
Huwelijksvermogensrecht
9
bachel or bachel or
RGMI005
Industriële organisatie
6
RGMI013
Informatietechnologie en recht: inleiding
6
bachel or bachel or
RGMI038
Inkomsten- en loonbelasting Intellectuele eigendom 1: industrieel eigendomsrecht
9
7,5
bachel or
RGMI051
Intellectuele eigendom 2: auteursrecht
6
7,5
master
RGMI060
Intellectuele eigendom 3: mediarecht
6
7,5
master
RGMI070
Intellectuele eigendom 4: octrooirecht
6
7,5
master
RGMI081
Intellectuele eigendom 5: vergelijkend auteursrecht
6
RGMAHA200
RGBOH0210 RGMABE500
RGBOB0410 RGBOI0160 RGBOI0161
ECB3IO RGBOI0800
RGBOI0100 RGBOB0300
RGBOB0300
RGMAVE500
RGMAVE500
RGMAVE500
7,5 7,5
7,5 7,5
7,5 7,5
RGMI040
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
50
6
6
RGBOI0300
RGBOE0250
RGBOE0250
RGMAIN150
RGMAIN200 RGMAIN450 RGMAIN500 RGMAIN500 RGMAIN750 RGBOG0410
RGMAEU450
RGMAIN850
ECB2IMFB
RGBOI0200
RGBOI0470 RGMAIS100 RGBOP0300 RGMASA100 RGMAJO100 RGBOI0200
RGMAIN700
RGMAME200
International and European Labour Law Internationaal en europees belastingrecht 1 Internationaal en europees belastingrecht 1 International Business and Financial Transactions International economic law International Environmental Law Internationaal privaatrecht Internationaal privaatrecht International Law of the Sea Grensoverschrijde nde aspecten strafrecht
7,5
bachel or
RGMI091
Internationaal arbeidsrecht
6
7,5
bachel or
RGMI093
Internationaal belastingrecht
6
7,5
bachel or
RGMI094
Internationaal belastingrecht (uitgebreid)
9
7,5
master
RGMI101
Internationaal commercieel en financieel recht
6
7,5
master
RGMI110
6
7,5
master
RGMI115
7,5
master
RGMI130
Internationaal economisch recht Internationaal en Europees milieurecht 1 Internationaal Privaatrecht
7,5
master
RGMI131
6
7,5
master
RGMI140
7,5
RGMI150
European Migration Law niet bekend
7,5
bachel or, minor cri. master
Internationaal Privaatrecht (notarieel recht) Internationaal recht van de zee Internationaal strafrecht
6
International Commercial Arbitration Internationale monetaire en financiële betrekkingen Inleiding internationale betrekkingen Internet en recht
7,5
master
RGMI185
Internationaal vreemdelingenrecht Internationale bescherming van de rechten van de mens (capita selecta) Internationale commerciële arbitrage
7,5
bachel or
RGMI207
Internationale monetaire en financiële betrekkingen
6
7,5
bachel or
RGMI210
Internationale politieke economie (interfacultair)
6
7,5
RGMI225
Internet en recht
6
Islamitisch recht Personen- en familierecht Strafrechtelijke sancties Legal English for Academic Purposes Inleiding internationale betrekkingen International Law: individual research
7,5 7,5
RGMI230 RGMJ011
Islamitisch recht: inleiding Jeugdrecht en jeugdhulpverleningsrecht Jeugdstraf(proces)recht
6 6
7,5
bachel or master bachel or master
7,5
master
RGMJ025
6
7,5
bachel or
RGML010
7,5
master
RGML020
Juridisch Engels voor academische doeleinden Leer der internationale betrekkingen 1 (interfacultair) Leer der internationale betrekkingen 2 (interfacultair) Luchtrecht
wordt in 05/06 niet aangeboden Human Rights in International and
7,5
RGMI155 RGMI180
RGMJ020
RGML030 7,5
master
RGMM012
Mensenrechten in het internationale recht
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
6 6
6 6
6
6
6
6
6
6 6
51
RGMAME400
RGBOM0210
European Law Human Rights in International Relations Criminal Law and Human Rights Milieurecht
7,5
master
RGMM014
Mensenrechten en buitenlands beleid
6
7,5
RGMM019
6
RGMM041
Mensenrechten in het straf(proces)recht Milieurecht 1
RGMM042
Milieurecht 2
6
Omgevingsrecht: verdieping Bijzonder strafrecht (caputvak) Economisch publiekrecht
7,5
bachel or bachel or master
7,5
master
RGMM060
Milieustrafrecht
6
7,5
RGMN020
Nederlands economisch publiekrecht 1
6
RGMAME100
Mededingingsrecht
7,5
bachel or, zwaart epuntva k master
RGMN030
6
RGBOR0500
Rechtsgeschiedeni s
7,5
RGMN040
RGMANO100
7,5
RGMN061
Notarieel formeel recht
7
RGBOR0550 of of551of552 RGBOO0150
Notarieel formeel recht Rechtspraktijk privaat of strafrecht of sbr Omzetbelasting
bachel or, reflecti evak master
Nederlands economisch publiekrecht 2 Nederlandse c.q. Europese rechtsgeschiedenis
7,5
bachel or
RGMO003
Oefenrechtbank
7
7,5
RGMO005
Omzetbelasting
6
RGBOO0150
Omzetbelasting
7,5
RGMO006
Omzetbelasting (uitgebreid)
7
RGMAON200
Ondernemingsrech t nog niet bekend
7,5
bachel or bachel or master
RGMO011
Ondernemingsrecht
6
RGMO027
6
Onroerend goed Organisatie, beleid en management nog niet bekend
7,5 ?
Overheid en privaatrecht Strafrechtelijke sancties Personen- en familierecht Police and Human Rights Violations Afstudeerwerk
7,5
Practicum beleidsontwikkelin g en-uitvoering Afstudeerwerk
7,5
master
RGMP041
7,5
RGMP046
Afstudeerwerk
7,5
bachel or bachel or
RGBOM0300 RGMAOM500 RGMABI100
RGBOE0100
RGMAON300 ?
RGBOP0210 RGMASA100 RGBOP0300 RGMAPO100
RGMUG
7,5
7,5
7,5 7,5
6
bachel or master
RGMO100
Onderzoeks- en management-vaardigheden Onroerend goed Organisatie, beleid en management: inleiding Organisatie-onderzoek en advies Overheid en privaatrecht
RGMP010
Penitentiair recht/penologie
6
bachel or master
RGMP020
Personen- en familierecht
6
RGMP035
Politie en mensenrechtenschendingen Practicum arbeidsrecht en sociaal beleid Practicum beleidsontwikkeling
6
Practicum economisch publiekrecht Practicum internationaal recht
7
master ?
7,5
7,5
6
RGMO036 RGMO065 RGMO075
RGMP076
RGMP052
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
52
6 11 6 6
7 6
7
RGMUG
Practicum beleidsontwikkelin g en-uitvoering Afstudeerwerk
7,5
master
RGMP063
Practicum management van de beleidsuitvoering
7
7,5
bachel or
RGMP071
Practicum privaatrecht
7
RGMP073
Practicum rechtseconomie
7
RGMP081
Practicum staats- en bestuursrecht Practicum strafrecht
7
6
zie site Economie voor overgangsregeling Afstudeerwerk
7,5
Afstudeerwerk
7,5
RGMAGE200
Gezondheidsrecht
7,5
bachel or bachel or master
RGMAPR600
Procesrecht Privaatrecht Procesrecht Strafrecht Psychiatrie en strafrecht: mensbeelden Psychopathologie
7,5
master
RGMP140
Privaatrechtelijk gezondheidsrecht Procederen Privaatrecht
7,5
master
RGMP145
Procederen Strafrecht
6
7,5
master
RGMP163
Psychiatrie en recht: mensbeelden
6
7,5
RGMP165
Psychiatrie voor juristen
6
7,5 7,5
RGMR020
Recente strafrechtelijke jurisprudentie
6
7,5
master
RGMR024
7,5
RGMR025
RGMARE100 RGBOR0400
Recht en ethiek of Rechtsfilosofie
7,5 7,5
RGMR030
Rechtsfilosofie, recht en ethiek
6
RGBOR0400
Rechtsfilosofie
7,5
RGMR071
Rechtstheorie: Rechtsfilosofie – de klassieken
6
RGBOR0400 RGBOR0700
Rechtsfilosofie of Rechtstheorie
7,5
RGMR075
Rechtstheorie: Rechtsfilosofie – taal en recht
6
RGBOR0610
Rechtssociologie
7,5
RGMR090
Rechtstheorie: rechtssociologie
6
RGBOR0700
Rechtstheorie
7,5
RGMR095
Rechtstheorie: van liberale naar sociale rechtsstaat
6
RGMARE690
Judicial Administration and Legan Argumentation Bestuursrecht:
7,5
bachel or master bachel or bachel or, reflecti evak bachel or, reflecti evak bachel or, reflecti evak bachel or, reflecti evak master
Recht, beleid en internationalisering Rechtseconomie
6
ECB3RE
Procesrecht Privaatrecht of Materieel strafrecht Recht, beleid en internationalisering Rechtseconomie
bachel or, minor crim. master master
RGMR115
Rechtsvinding
6
7,5
master
RGMR140
Regelgeving
6
RGMAPR620 RGMAPS100
RGBOR0100
RGMAPR600 RGMAMA100
RGMUG
RGMABE500
RGMP091 RGMP100
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
7
6
6
53
RGMAST150
RGBK00210
RGBOI0350 RGMACO300
RGBOI0350
RGMAIN700 RGMATH200
RGBOR0500
verdieping of Staatsrecht: verdieping Kernvak internationaal- en europees recht International and European Institutional Law of Constitutional Law of the European Union Internationaal en Europees institutioneel recht of Human Rightsvakken SIM International and European Institutional Law of Theory of international law and organisation Rechtsgeschiedeni s
15
7,5
bachel or, basisva k bachel or
RGMR151 +
RIO 1: internationaal en Europees institutioneel recht + Volkenrecht 1: algemene inleiding RIO 2: Europees institutioneel recht
6+
RGMR171
RIO 3: Internationale en Europese bescherming van de rechten van de mens
6
RGMR182
RIO 4: Internationale organisaties (caput: mondiale en Europese politieke en veiligheidssamenwerking)
6
RGMR190
Romeins recht
6
RGMR210
Romeins recht in literaire bronnen
6
RGMR220
Ruimtelijk bestuursrecht 1
6
RGMR230
Ruimtelijk bestuursrecht 2
6
RGMS029
Scriptie belastingrecht c.q. fiscaal recht Scriptie beleid en management Scriptie economie Scriptie ISEP/NILOS Scriptie privaat/notariaat Scriptie rechtstheorie Scriptie SIM Scriptie Staats- en bestuursrecht Scriptie strafrecht Socialezekerheidsrecht
11
Staatsrecht van de centrale overheid Staatsrecht van de Verenigde Staten van
6
RGMV090 RGMR161
master
7,5
bachel or
7,5 master
7,5
master
7,5
master
7,5
bachel or, reflecti e-vak bachel or, reflecti e-vak bachel or, zwaart epuntva k master
Rechtsgeschiedeni s
7,5
RGBOO0110
Omgevingsrecht
7,5
RGMAOM500
Omgevingsrecht: verdieping
7,5
RGMS034 1 RGMS032 RGMS033 RGMS035 RGMS036 RGMS037 RGMS038
RGMAST150 RGMAST030
Nederlands en Europees recht van de sociale verzekeringen Staatsrecht: verdieping US Constitutional Law
6
7,5
RGBOR0500
RGMARE250
6
7,5
master
RGMS039 RGMS061
7,5
master
RGMS078
7,5
master
RGMS080
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
54
11 11 11 11 11 11 11 11 6
6
RGMAMA300 RGMAMA200
RGMAMA250
RGMAMA300
RGMAMA350
RGMAMA
RGMAMA RGMAMA400
RGMAMA450
RGBK00610
RGMABI100
RGMAVE850 RGMASU100
RGMAVE400
RGMAVE401 RGBOV0020 RGBOV0050
RGMABE200 RGBOV0200
RGMAVE710
RGMABU100
Amerika Stage, algemeen
Masterstage, algemeen Masterstage arbeidsrecht en sociaal beleid Masterstage economisch publiekrecht Masterstage Internationaal en europees recht Masterstage privaatrechtelijke rechtspraktijk Masterstage recht, bestuur en management Masterstage recht en economie Masterstage staats- en bestuursrecht Masterstage strafrechtelijke rechtspraktijk Kernvak strafrecht en strafprocesrecht
7,5
master
RGMS085
7,5
master
RGMS088
Stage arbeidsrecht en sociaal beleid
6
7,5
master
RGMS086
Stage economisch publiekrecht
6
7,5
master
RGMS087
Stage Europees recht
6
7,5
master
RGMS090
Stage privaatrechtelijke rechtspraktijk
6
7,5
master
RGMS092
Stage recht, bestuur en management
11
7,5
master
RGMS094
Stage recht en economie
6
7,5
master
RGMS089
Stage staats- en bestuursrecht
6
7,5
master
RGMS091
Stage strafrechtelijke rechtspraktijk
6
15
RGMS121 + RGMS111
Straf(proces)recht 1 + Straf(proces)recht 2
9 + 7
Bijzonder strafrecht (caputvak) Comparitive Criminal Justice Successierecht en belastingen van rechtsverkeer voor fiscalisten Verdieping successierecht en wet belastingen rechtsverkeer Successierecht Vennootschappen en rechtspersonen Vennootschapsbela sting Beslag- en executierecht Comparitive and Constitutional and Administrative Law of Comparative Constitutional and Administrative Law 2 Buitenlands recht
7,5
bachel or, basisva k master
RGMS125
Strafrecht in het economisch verkeer
6
7,5
master
RGMS130
Strafrechtsvergelijking
6
7,5
master
RGMS141 \
Successiewet
6
7,5
master
RGMS141 RGMS145
Successiewet
6 11
7,5 7,5
master bachel or bachel or
RGMS145 RGMV026
Successiewet Vennootschappen en rechtspersonen Vennootschapsbelasting
11 6
7,5
master
RGMV036
6
7,5
bachel or
RGMV038
Verdieping burgerlijk procesrecht Vergelijkend publiekrecht
Vergelijkend staatsrecht, bondsrepubliek Duitsland
6
7,5
RGMV027
6
9
6
7,5 master
master
RGMV040
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
55
RGMAVE900 RGBOI0500
RGBOI0500
RGMAIN700
RGMAIN700 RGMAIN600
RGMAIN700 RGMATH200
RGMAIN600
RGMAVR100 RGBOG0200 RGMAWA100 RGBOI0280
RGBOIO281
Verzekeringsrecht Public International Law: selected topics + extra opdracht Public International Law: selected topics + extra opdracht International law: individual research of Theory of international law and organisations International law: individual research of International and European law moot court seminar International law: individual research of Theory of international law and organisations International and European law moot court seminar geen equivalent Vreemdelingenrech t: Gender en recht
7,5 7,5
master bachel or
RGMV070 RGMV100
Verzekeringsrecht Volkenrecht 2
6 6
7,5
bachel or
RGMV110
Volkenrecht 3
6
7,5
master
RGMV120
Volkenrecht 4: capita selecta
6
7,5
master
7,5
master
RGMV120 V
7,5
master
Volkenrecht 4: verdiepingsvariant – jessup moot court
7,5
master
RGMV125
Volkenrecht 5
6
7,5
master
7,5
master
RGMV128
Volkenrechtelijk seminar
7
7,5
master
RGMV130 RGMV171
6 6
7,5
RGMV180
Waterstaats- en waterschapsrecht Inleiding sucessierecht en wet belastingen rechtsverkeer Wet belastingen rechtsverkeer
7,5
bachel or master
7,5
bachel or
RGMW030
Volkenrechtsgeschiedenis Vreemdelingenrecht: inleiding Vrouw en recht (capita selecta) Waterstaats- en waterschapsrecht Wet belastingen rechtsverkeer
7,5
bachel or
RGMW030
Wet belastingen rechtsverkeer
6
RGMW010
Onderwijs- en examenregeling master Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht 2012/2013
56
18
6 6 6