De Verrekijker nr. 6/2013
1
De Verrekijker nr. 6/2013
Blz. 3. 4 5. 6.
Van de Groene Tafel Het is gelukt! Uitnodiging Nieuwjaarstreffen Oude IJsselstreek en Montferland trappen 2014 samen af door: Anje Peters Over uilen en broeken door: Herman Pelgrom Mutaties Limericks door: Harrie van Hal De Wieden, een uitje door: Ina van der Vlist Onkruid: Winterjasmijn door: Janrein van Oostrum INV Montferland onthult herdenkingsbord door: Diny ten Brink-Schrijvers Natuur en milieu door: Ineke Hafkenscheid Cursus wilde planten door: KNNV Arnhem IVN Natuurontbijt Colofon
9. 12.
13. 18. 20. 21. 23. 24. 25.
Kopij voor De Verrekijker 2014-1 voor of op donderdag 27 februari 2014 aanleveren.
[email protected] 2
De Verrekijker nr. 6/2013
Op 9 december jl. heeft de tweede Algemene Leden Vergadering van IVN-afdeling Montferland plaatsgevonden. Nadat op de eerste vergadering niet de benodigde 2/3 meerderheid van de leden aanwezig was om tot een geldige stemming over te kunnen gaan, was vanavond een meerderheid van stemmen voldoende om in te stemmen met het opheffen van de IVN-afdeling Montferland. De aanwezige leden hebben unaniem vóór gestemd.
De leden en donateurs van Montferland zullen met ingang van 1 januari 2014 toetreden tot IVN-afdeling De Oude IJsselstreek. De actieve leden, met name de gidsen, vormen dan een nieuwe regiowerkgroep. 3
De Verrekijker nr. 6/2013
Het bestuur van IVN-afdeling De Oude IJsselstreek heet alle Montferlandse leden en donateurs van harte welkom! Wij zijn er van overtuigd dat de prettige samenwerking wordt gecontinueerd én uitgebreid en wij zien de toekomst vol vertrouwen tegemoet. Henk ten Brink, voorzitter IVN Montferland Herman Obbink, voorzitter IVN De Oude IJsselstreek
Door: Herman Obbink De overlegsessies van de afdelingen hebben tot een geweldig resultaat geleid. Montferland en Oude IJsselstreek gaan met ingang van 1 januari 2014 samen verder als één afdeling! Beide werkten al op veel terreinen samen en dat blijft gewoon zo. In de praktijk zal er weinig tot niets veranderen. De Afdeling Montferland wordt met ingang van 1 januari a.s. Werkgroep Montferland van de IVNafdeling De Oude IJsselstreek en zet de activiteiten die de Afdeling Montferland tot op heden ontplooide gewoon voort. Er is dit jaar op veel terreinen ongelofelijk veel gebeurd. * De oprichting van de Werkgroep PR en communicatie is niet ongemerkt voorbijgegaan en deze heeft zich inmiddels een vaste plek verworven. *Werkgroep de Verrekijker maakt nu onderdeel uit van de werkgroep PR. *Werkgroep Winkeltje/Tentoonstellingen is gesplitst.Het Winkeltje gaat verder onder leiding van Grada Zijderveld. * Riet van Dijk, jaren lang onvermoeibaar coördinator, gaat met ingang van januari met het onderdeel ‘Tentoonstellingen’ over naar de werkgroep PR en communicatie. * En tot slot heeft Janrein, tot nu toe coördinator van De Verrekijker, bij de werkgroep Strang en Iessel het stokje van Kees Meyboom overgenomen. * En, ‘last but not least’, het feit dat de regiowerkgroep Montferland per 1 januari deel gaat uitmaken van onze afdeling. Samen delen we het enthousiasme voor en de kennis van de natuur. Met de komst van Montferland zullen we veel van elkaar kunnen leren en 4
De Verrekijker nr. 6/2013
kennis uitwisselen, zowel via de coördinatorenvergadering, de wandelingen als de cursussen. Een nieuwe start moet goed worden ingeluid en beklonken. De Nieuwjaarsbijeenkomst op zaterdag 11 januari 2014 in zalencentrum Berentsen in Loo bij Duiven, is daarvoor een prima gelegenheid. We zullen dan als ’vernieuwde afdeling’ een toast uitbrengen op het nieuwe jaar. Ik hoop dat het, net als het fris ogende nieuwe jaarprogramma 2014, bol staat van onze gezamenlijke inzet voor de natuur.
voor ons NIEUWJAARSTREFFEN Het is inmiddels een traditie: Afdeling De Oude IJsselstreek begint het nieuwe jaar met een Nieuwjaarsbijeenkomst. Dit jaar verwelkomen we naast de leden van de regiowerkgroepen Graafschap, Strang en Iessel en Liemers voor het eerst ook de leden van Montferland! Onze bijeenkomst zal plaats vinden op
zaterdag 11 januari 2014 om 14 uur in zalencentrum Berentsen, Loostraat 51, Loo (Gem. Duiven) We zorgen voor een middagvullend programma, zowel binnen als buiten. Wandelaars raden wij aangepast schoeisel aan. Het Winkeltje is aanwezig en zal veel artikelen (voor het merendeel boeken) tegen inkoopprijs aanbieden. Ons advies: breng een goed gevulde beurs mee (pinnen is niet mogelijk!). 5
De Verrekijker nr. 6/2013
De middag wordt, zoals gebruikelijk, afgesloten met soep en brood. IVN-leden en hun introducés zijn van harte uitgenodigd. De toegang voor leden is gratis, introducés betalen € 8,In verband met de catering is van te voren opgeven dringend gewenst. Dit kan tot uiterlijk 4 januari 2014 bij Fenny Lammers 0314-345028 of
[email protected] of Klaas Tuinema 0316-331535 of
[email protected] Tot ziens op zaterdag 11 januari a.s.!
Door: Anje Peters Ongeveer tien sessies waren er nodig. Hierin werden IVN Oude IJsselstreek (OIJ) en IVN Montferland (MFL) naast elkaar gelegd en de activiteiten geïnventariseerd. En wat blijkt? Er zijn meer overeenkomsten dan verschillen! Zo zitten leden van beide organisaties al langere tijd samen in meerdere werkgroepen. “Een mooie basis voor verdere samenwerking”, constateren Herman Obbink (voorzitter OIJ) en Henk ten Brink (voorzitter MFL en waarnemend bestuurslid OIJ). Dat beide heren elkaar inmiddels goed kennen, blijkt uit de gemoedelijke sfeer tijdens het gesprek. Er spreekt enthousiasme over de toekomst uit. Voordat zij hierover verder vertellen, stellen zij zich aan u voor. Oliemannetje versus sportman De 55-jarige Herman Obbink vertelt trots dat hij is geboren in de Achterhoek. Anderhalf jaar geleden werd hij benaderd voor het voorzitterschap van IVN OIJ en hij heeft daar “nog geen dag spijt van gehad”. Hij ziet zichzelf als een soort ‘oliemannetje’ dat open staat voor allerlei ideeën van mensen die hem binnen het IVN omringen. Momenteel woont hij in Zelhem en reist dagelijks naar Wierden waar hij als griffier werkt. Onderweg geniet hij volop van de Achterhoekse natuur, 6
De Verrekijker nr. 6/2013
benadrukt hij. Overigens geldt dat ook voor zijn vrije tijd waarin hij graag fietst en wandelt. Bijvoorbeeld de route via het Boelekeerlspad. Henk ten Brink ging negen jaar geleden op zijn 60-ste met pensioen nadat hij ondermeer in de transportsector en het openbaar vervoer had gewerkt. Naast chauffeur was hij in die tijd ook vakbondslid, ondernemingsraadlid en -voorzitter. Henk is een sportman. Hij heeft ‘hele en halve’ marathons gelopen en zit veel op de racefiets. Daarnaast is hij Nordic Walkinginstructeur en begeleidt hij een groep seniorensporters. Vlak voor zijn pensioen volgde hij de IVN-Groen- en Gidsencursus en ging als natuurgids aan de slag. Ook is hij coördinator van de gidsen en van aangevraagde wandelingen. En bijna drie jaar voorzitter van MFL. Zoals gezegd is hij sinds kort waarnemend bestuurslid bij OIJ. Regiowerkgroep Henk: “Het bestuur van MFL leed aan metaalmoeheid. De bestuursleden wilden na de huidige periode niet verder en er waren geen gegadigden voor de opvolging”. Omdat de samenwerking met IVN-OIJ op verschillende onderdelen al een feit was, is er gekeken naar mogelijkheden om deze te intensiveren, lichten Herman en Henk toe. Zo werken leden van OIJ en MFL bijvoorbeeld al samen op het gebied van Opleidingen, Natuur Actief en het Jaarprogramma. Daarnaast kent de Werkgroep Audiovisuele Presentaties, de Vogelwerkgroep en de Public Relationswerkgroep een ‘gemengd’ ledenbestand. Ook op financieel vlak lijken de organisaties op elkaar. Beide hebben door de jaren heen een reserve opgebouwd die zij in 2014 gedeeltelijk willen inzetten. In de begroting worden dan investeringen op het gebied van bijvoorbeeld ‘Opleidingen’ en ‘Public Relations’ geoormerkt. Daarnaast wordt geïnvesteerd in boekhoudapparatuur en –programma’s. Waren de leden van OIJ al eerder akkoord gegaan, afgelopen 9 december hebben ook de leden van MFL hun fiat gegeven aan het voorstel om als regiowerkgroep van IVN-OIJ verder te gaan. Organisatie Uit een notarieel advies bleek opheffing van IVN-MFL de beste en goedkoopste optie. De statuten van beide organisaties worden in de toekomst nog verder gestroomlijnd, op basis van nieuwe richtlijnen van het hoofdkantoor in Amsterdam. ‘Montferland’ completeert het kwartet regiowerkgroepen waaruit OIJ is opgebouwd. De overige drie zijn ‘De Liemers’, ‘Rond Strang en Iessel’ en ‘Graafschap’. Het bestuur van OIJ bestaat uit de voorzitter, secretaris, penningmeester en twee algemene bestuursleden. Herman: “Het bestuur verzorgt werkgroepoverstijgende zaken zoals de ledenadministratie, de financiën, de nieuwjaarsbijeenkomst, de algemene ledenvergadering en het 7
De Verrekijker nr. 6/2013
jaarprogramma. De algemene ledenvergadering en de nieuwjaarsbijeenkomst worden bij toerbeurt door de verschillende regiowerkgroepen georganiseerd. Henk vertegenwoordigt MFL als waarnemer in het bestuur en zal zich straks officieel verkiesbaar stellen. Hij ziet zichzelf als de ‘link’ tussen het bestuur en IVN-MFL die beide partijen goed op de hoogte houdt. Hoewel het verlies van zelfstandigheid voor sommige Montferlanders wellicht als nadelig wordt ervaren, weegt het feit dat de afdeling haar bestuurlijke last kwijt is hier zeker tegenop, vindt Henk. “We kunnen ons nu volledig op activiteiten richten waar we goed in zijn: het organiseren van wandelingen en andere natuurevenementen.” Herman vult aan “dat we nu samen sterker staan en kennis van een groter gebied krijgen”. Alle werkgroepen van OIJ en MFL blijven hetzelfde doen als voorheen en houden dezelfde contactpersonen. Hierin verandert niets. Ook over de financiën zijn beide heren het eens. Iedere groep zou een startbudget kunnen krijgen en heeft hierover de verantwoordelijkheid. De eventuele winst wordt afgedragen aan het bestuur. De contributie voor leden van IVN-OIJ en IVN-MFL varieert van €18,- tot €20,-. Het definitieve nieuwe contributiebedrag wordt nog bepaald aan de hand van verwachte landelijke richtlijnen uit Amsterdam. Vertrouwen Welke toekomstverwachtingen hebben beide bestuursleden? Herman: “Vanuit OIJ en MFL zullen niet ineens veel gidsen in elkaars gebied aan de slag gaan. Elk lid blijft in principe bij zijn eigen werkgroep”. Beiden verwachten over en weer wél belangstelling voor elkaars werkgebieden. “Zo zal het bestuur extra aandacht geven aan de regiowerkgroep MFL”, oppert Herman, “en kunnen kennis en ervaring onderling worden uitgewisseld”. Bijvoorbeeld over het ‘duogidsen’ dat in MFL verder is ontwikkeld dan in de OIJ. Henk: “Het is een gezamenlijk optrekken zoals bij Natuur Actief en de Vogelwerkgroep”. Het 8
De Verrekijker nr. 6/2013
elkaar over en weer uitnodigen voor een (voor)wandeling past hierin ook mooi. Evenals het landschapsbeheer waarvan de deelnemers van OIJ en MFL bij elkaar kijken en van elkaar leren. Overigens hoopt Henk ook de ‘papieren leden’ van MFL in de toekomst te enthousiasmeren voor deelname aan activiteiten. Kortom: Herman en Henk hebben veel vertrouwen in de toekomstige samenwerking! Wat de leden en donateurs ervan merken? Nou, op korte termijn de ontvangst van ‘De Verrekijker’, het blad voor alle leden van OIJ, inclusief het gezamenlijke jaarprogramma en de nieuw ontworpen visitekaartjes! Dan volgt de jaarvergadering voor de leden. De uitnodiging komt nog! En last but not least heeft iedereen de beschikking over de website ivn.nl/afdeling/de-oude-ijsselstreek.nl voor allerlei informatie!
door: Herman Pelgrom O, wat willen we graag dat de wereld begrijpelijk in elkaar steekt. Dat begint al vroeg. Zodra een kind een beetje kan praten, overstelpt hij je met zijn waaromvragen. Je wordt er soms hoorndol van. Maar toch … het is een nuttige fase. Gelukkig gaat die fase nooit helemaal over (behalve dan bij afgestompte en zelfgenoegzame types). Gemakzucht ligt echter op de loer, zoals blijkt uit onderstaande bijdrage. IVN-gidsen krijgen tijdens excursies nogal eens een vraag naar de herkomst en de betekenis van plaats- of veldnamen. Antwoorden zijn vaak lastig en de verleiding is groot onbekommerd een voor de hand liggende verklaring uit de mouw te schudden. Zwolle wordt dan heel gemakzuchtig met zwellen in verband gebracht, Zwijndrecht met zwijn en Ridderkerk met ridder. De laatste twee deugen in elk geval van geen kant, terwijl de eerste zeer twijfelachtig is. Al ligt in de toponymie (plaatsnaamkunde) een uitleg nog zo voor de hand, je kunt er enorm mee de mist in gaan. Gissen en op je gevoel afgaan is daarom uit den boze. Zelfs etymologen die alles weten van klankwetten en klankverschuivingen in de loop van de taalgeschiedenis verdwalen nogal eens. Zonder archiefonderzoek blijft de plaatsnaamkunde een riskante zaak. Neem nou Drempt. Je denkt al gauw aan Drempel. De stuifduinenrij aan de noordzijde van de Oude IJssel loopt immers van Gendringen tot Drempt? Bij Drempt ligt de drempel. Dus Drempt móét wel drempel betekenen. Zo ongeveer is de redenering. Simpel toch? Maar een korte 9
De Verrekijker nr. 6/2013
samenvatting van archiefonderzoek in ‘Woordenboek der Noord- en ZuidNederlandse plaatsnamen’ van dr. J. de Vries (1962) leert ons heel wat anders: “… in de 11de eeuw Tremethe, in 1122 Tremete, in de 13de eeuw Trimethe. Het woord hangt samen met drem of drum, dat ‘eindstuk van een stuk grond’ betekent.” Mij overkwam onlangs het volgende plaatsnaamkundige avontuur: Voor een van de poorten die het bos en het park rond Huize de Ulenpas (Hoog-Keppel) afsluiten voor indringers, stonden enige wandelaars bewonderend te kijken naar de afbeeldingen van uilen op de robuuste zuilen naast het hek. Omdat ik me al jaren erger aan de toponymische verwarring die deze afgietsels oproepen, liet ik mijn bloed maar kruipen waar het niet kan gaan. Ik vertelde hun dat déze uilen, oelen of ulen niets te maken hebben met de ‘ulen’ in het woord ‘Ulenpas’. En dat hier eerzame wandelaars en natuurminnaars misleid worden door gemakzuchtige taal- en geschiedvervalsers. Ik vertelde dat ‘ule’ in werkelijkheid ‘moerassige plek’ betekent en ‘pas’ meestal een doorgang aanduidt en soms een weide. En dat die verklaring helemaal past in het beeld dat de historische Hottingeratlas uit eind achttiende eeuw van dit gebied toont. Duidelijk is daarin te zien hoe onbegaanbaar en drassig het gebied tussen Drempt en Hoog-Keppel in vorige eeuwen is geweest. Waarschijnlijk vanwege mijn groene jack en de kijker die op mijn borst bungelde kenden ze me enig gezag toe. Maar of ze me echt geloofden? Achter hun beleefde blik zag ik de twijfel dansen: is die vreemde meneer niet gewoon een betweter? Ook bij plaatsnamen op ‘broek’ (betekenis ‘moeras’) tref je nog wel eens een verkeerde interpretatie aan, al is niet steeds duidelijk of het hier niet om een grap gaat. Een in de wind bollende broek aan een waslijn in de Broekstraat in Hummelo, het Baakse Broek of in Broek op Langendijk is haast zeker op Google Afbeeldingen te vinden… Bovenstaande voorbeelden van verkeerde interpretatie vallen onder het verschijnsel volksetymologie. Daaronder wordt verstaan het al te 10
De Verrekijker nr. 6/2013
gemakkelijk en daardoor verkeerd interpreteren van woorden waarvan de herkomst duister is. Om die woorden toch te begrijpen worden ze in verband gebracht met bekende woorden die (ongeveer) hetzelfde klinken. Dikwijls heeft dat met gemakzucht, intellectuele stoerdoenerij of gewoon met domheid te maken. Sommige verkeerde interpretaties zijn zo ingeburgerd dat je niet eens meer beseft dat je met volksetymologie te maken hebt. De verkeerd begrepen en verkeerd gebruikte woorden hebben dan bestaansrecht gekregen. We kunnen niet meer zonder. Een paar voorbeelden van over de landsgrenzen: - Als de Engelsen een hamburger bestellen, hebben ze waarschijnlijk geen idee dat het populaire broodje met een schijf rundergehakt oorspronkelijk alles te maken had met de Duitse stad Hamburg. In Engeland heeft ’burger’ namelijk de betekenis van ‘schijf’ gekregen. In die betekenis leidt ‘burger’ nu een geheel eigen leven. Het kan zelfs nieuwe combinaties aangaan, zoals blijkt uit ‘kaasburger’ en ‘visburger’. Je hoeft je nauwelijks af te vragen wat voor menstype een Engelsman voor ogen heeft bij een inwoner van Hamburg! - Ook interessant is het woord ‘witbier’. Dat stamt van het Duitse Weizenbier. ‘Weizen’ is tarwe. Wie het Achterhoekse dialect kent, krijgt nu waarschijnlijk een Aha-Erlebnis. Juist: weit is het Saksische woord voor tarwe! We zouden dus eigenlijk moeten zeggen ‘tarwebier’. Behalve deze etymologische is er nog een andere reden om dat te doen. ‘Witbier’ is lang niet altijd wit. Er zijn ook donkere soorten. Heel erg hoeven we ons niet te schamen voor het gebruik van het woord witbier. De Duitsers zelf zeggen ook ‘Weissbier’. Als iemand meer gevallen van volksetymologie kent m.b.t. toponiemen, zou ik daarover graag geïnformeerd willen worden. Liefst van binnen onze regio ‘De Oude IJsselstreek’, maar daarbuiten mag natuurlijk ook. Mijn e-mailadres is:
[email protected].
11
De Verrekijker nr. 6/2013
Nieuwe leden (per oktober 2013): Mw. J.Postma uit Zevenaar Dhr. M.F. Kapenga uit Duiven Opgezegd: Mw. L. Witjes uit Latum per 1-1-14
Nog een paar Limericks van Harrie van Hal: Een nachtuil in het Wehlse Broek bij Giessen had last van bijgeluiden op zijn trommelvliezen zijn bijdehante uilenmaatje sprak wijs: nou dan laat je die “bij” er toch uit door flink niezen!! Een vos in het Drentse Ruinen liep ’s nachts door zijn jachtgebied te struinen plots sprong er een kip over het gaas in een wip toen werd het een “kip zonder pluimen”
12
De Verrekijker nr. 6/2013
6 mei 2012 door: Ina van der Vlist
Zes graden en bitterkoud. De zoogdierwerkgroep reist naar Belt Schutsloot om te gaan kanovaren. Dat doe je alleen met dit weer als dat al lang van te voren is afgesproken. Iedereen heeft zich warm ingepakt en we beginnen, nog wat onwennig, maar vol goede moed aan kanoroute D - 8,5 km. Al snel stoppen we voor een heerlijke kop koffie in een leeg, warm café. Arie is bijna jarig en trakteert op gebak. Na deze verkwikkende rustpauze worden de kano’s weer opgezocht en neemt ieder zijn plek weer in. Alhoewel…. Arie lijkt zich bij Gerrie en Han veiliger te voelen. Toch niet zoveel vertrouwen in de kanokunsten van Jacques en Ina? Om half elf moeten we er dan toch echt aan geloven. Er zijn geen warme cafe’s meer onderweg. Wel een paar rustplaatsen. Een tocht door smalle sloten. Het riet langs de oevers is nog laag, maar geeft toch wat beschutting. We genieten van het weidse uitzicht. Horen en zien de koekoek. Hier en daar staat wat jongvee in de wei. Frisgroen 13
De Verrekijker nr. 6/2013
blad aan de bomen en zingende fitissen, tjiftjafs, boompiepers en koolmezen geven toch een voorjaarsgevoel. Op een wat breder stuk zwemt een prachtig paar knobbelzwanen statig langs ons. Ondertussen kanoën we ons warm. Een aanlegsteiger is voor ons de eerste stopplaats om de armen rust te geven, de benen te strekken en wat te struinen. Er is een vlonder waar we met z’n allen net op kunnen zitten. Verder is het een nogal vochtig blauw graslandje met elzen, parnassia, veenmossen, haarmossen, biezen, zeggen en russen. Ook vinden we bloeiende tormentil, oranje trechtertjes, dat zijn mosklokjes en een halfwas heikikker. Veel gelach tot ieder zijn plek weer heeft, varen we weer uitgerust van wal. Gestapeld riet ligt, soms afgedekt met dekzeilen, aan de rand van de rietvelden. Een eenzame, verlaten trekker op het land. Hier en daar buigen wat oude rietstengels zich over het water. Grauwe, maar mooie wolkenluchten. Af en toe het verwarmende zonnetje. Opdrogende libellen en bloeiende dotters langs de oever, een mooi gezicht zo vanuit de kano. Dan moeten we tegen de wind in een stuk over een veengat. Flinke golven op het water. Spannend en koud ook, met die wind. Riet, Gerard, Barry en Rick in de Cherokee kano voorop. Daarna Gerrie, Han en Arie en de kano met Jeltje, Jannie en Tonnie. Na de ‘oversteek’ wachtten ze braaf totdat de dameskano met Marion, Hanneke, Henriette en Ans en het duo Jacques en Ina ook aan de overkant zijn. Daar hoorde ik voor het eerst van mijn leven het snorren van de snor. Een prachtig geluid. De vogel doet zijn naam eer aan.
14
De Verrekijker nr. 6/2013
We komen langs een veld met mooie donkerroze bloemen, moeraskartelblad. Ook daar worden uitgebreid foto’s van gemaakt. Verderop bloeit de kleine valeriaan. Het is een uur. We zijn toe aan de volgende stop. Weer een zompig, golvend terrein. We staan op het veen. Tussen de oude stoppels van het maaien zien we van alles. Een nietig, lila viooltje, een zwart egelslakje, volop ronde zonnedauw, veel kapsels van fraai haarmos en eenarig wollegras. We vinden een vossendrol en reesporen. Er ligt zelfs een dode rat. Ook resten van een vogel. De veren lijken afgebeten door een roofdier. Was het de vos? We gaan weer door. De Cherokee kano met Riet als fier boegbeeld zet de vaart er weer goed in. Ze verdwijnen al snel uit het zicht. We varen onder een brug door. Hier en daar een windmolentje voor de afvoer van overtollig water. De roep van een wulp. Mooie witte bloemen langs het water. Ze lijken op een aronskelk en zijn het waard om af te remmen en foto’s te maken. Hilariteit als we in de kant vastlopen. Het sturen van een kano valt nog steeds niet mee en samenwerken is een groot goed. 15
De Verrekijker nr. 6/2013
De laatste geplande rustplaats slaan we over. Riet en haar kanomannen zien we er niet. Ze zijn al ver vooruit. Wij varen nu ook flink door. Een visdiefje rust uit op een bord van Natuurmonumenten. Het is inmiddels kwart voor drie. De bebouwde kom is in zicht en we varen rustig terug naar het beginpunt. Iedereen blij. We hebben het droog gehouden. Geen regen en niemand over boord. Hadden een prachtige dag met De Wieden bijna voor ons alleen.
Slangenwortel
16
De Verrekijker nr. 6/2013
Stram en verkleumd vinden we een pannenkoekenrestaurant om ons te warmen. Warme chocomel is populair en de pannenkoeken smaken uitstekend. Ondertussen genieten we nog na van al het moois wat we hoorden en zagen. De vele vogelsoorten. Waaronder de bosrietzanger, tapuit, karekiet, ooievaar, blauwe- en zilverreiger, tafel-, kuif- en wilde eend, boeren- huis- en gierzwaluw, kievit, boomvalk, buizerd, zwarte stern, gekraagde roodstaart, nachtegaal, gaai, witte kwikstaart, roodborst, winterkoning, rietgors, fuut, fazant, merel, spreeuw, zwartkop, hegge- en huismus, zanglijster, vink, houtduif en tortel. Ook heel veel aalscholvers, nijlganzen en kokmeeuwen. Helaas geen blauwborst….. en ook weinig zoogdieren. Tot slot: Henriëtte bedankt voor de organisatie van deze geweldige tocht!
17
De Verrekijker nr. 6/2013
Winterjasmijn
(Jasminum nudiflorum)
door: Janrein van Oostrum Gele bloemen doen je aan het voorjaar denken. Narcissen, tulpen, Primula’s en Forsythia maken je vrolijk: de warmere tijd komt er weer aan! Kinderen maken de zon op tekeningen altijd geel. Je hoort altijd weer dat er mensen in november de Forsythia al in bloei zagen staan. Ze slaan de plank helemaal mis. Ze hebben Winterjasmijn gezien. Die bloeit al volop in november, soms zelfs al in oktober en gaat tot februari door! Zeker als hij tegen een lekker warme muur staat. Mij geven de honderden bloemen altijd een prettig gevoel en bij elk huis met een tuin waarin ik woonde had ik er wel een! Verwacht dit keer geen lang verhaal, anecdotes of geneeskundige achtergronden. Dit wordt een kort onkruidverhaal. Eigenlijk is het helemaal geen onkruid. Je hebt het zo weg als je er last van dreigt te krijgen. De bladeren van Winterjasmijn zijn tegenoverstaand en bestaan uit drie deelblaadjes, die zijn eirond zijn. De vele gele bloempjes staan apart en zijn tot tweeëneenhalve centimeter groot. Hij begint al in oktober te bloeien als het blad nog volop aan de plant zit. Na de eerste vorst valt dat echter gedeeltelijk al vrij snel af maar op het kale hout bloeit hij vrolijk door. De bloemen zitten direct op de 18
De Verrekijker nr. 6/2013
donkergroene vierkante takken van twee jaar oud. Oorspronkelijk komt Winterjasmijn uit China. Hij groeit daar in bergachtig gebied op tussen de 800 en 4500 meter hoogte en stelt maar weinig eisen aan de grond. En hij kan wel wat kou verdragen. Hij heeft alleen een verschrikkelijke hekel aan natte voeten. Omdat de takken lang en slap zijn kun je Winterjasmijn het beste als leiplant tegen een muur laten groeien. Aanbinden is wel nodig. De slappe takken worden steeds langer en buigen door. Als ze wat ouder zijn en de grond raken maken ze op die plek heel gemakkelijk wortels. Je kunt de tak dan gewoon afsnijden en ergens anders planten. Laat je hem zijn gang gaan dan loopt hij meters per jaar van zijn plek weg. Kopen hoef je Winterjasmijn dus echt niet. Als je er een weet te staan zal de eigenaar graag wat stekken afstaan! Zaden heb ik nog nooit gevonden. Plant winterjasmijn in de buurt van je huis. Dan staat hij beschermd en profiteert van de warmte die de muren uitstralen. Daarmee voorkom je ook enigszins dat de bloemen bevriezen. Bij scherpe vorst gebeurt dat namelijk nogal eens. Omdat de takken zo dun en slap zijn kun je een pergola of een boog gebruiken om hem te ondersteunen als je hem solitair laat groeien of latwerk om hem bij een muur te houden. Zoals gezegd, aanbinden moet want ranken of hechtwortels heeft hij niet. Maar het is en blijft altijd een geweldig gezicht, zo’n vrolijke gevelbekleding in een nagenoeg bloemloze periode. Jasminum nudiflorum is een warrige groeier. Als hij drie jaar of ouder is moet je hem ieder jaar in maart snoeien. Knip daarbij in ieder geval het dode of beschadigde hout uit de plant. Uitgebloeide scheuten knip je af tot op 2 à 3 ogen vanaf een hoofdtak. Bovendien kun je ieder jaar verjongingsnoei toepassen. Knip dan de langste en dikste tak bij de basis weg. Snijd aan het einde van het najaar eens een mooie bos takken met knoppen af en zet die vier weken weg in een koelkast (temperatuur zo laag mogelijk). Zet ze daarna in een vaas. Na ongeveer 10 dagen bij kamertemperatuur zullen ze gaan bloeien. Ze zijn vrij lang houdbaar. 19
De Verrekijker nr. 6/2013
Door: Diny ten Brink-Schrijvers De publiekswandeling op 4 augustus kreegt een speciaal tintje. De deelnemers aan de Galgenberg-wandeling in het Bergherbos waren getuige van de onthulling van een bord ter nagedachtenis aan de verzetsstrijders in Montferland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zo’n vijf jaar geleden zaten Anje en ik samen op de gidsencursus van het IVN. Eén van de eindopdrachten was om een nieuwe wandel- of fietsroute samen te stellen. Wij hebben ervoor gekozen de Galgenbergwandeling op papier te zetten. Uiteraard zijn we daarbij gesteund door de gidsen die onze afdeling Montferland rijk was. De eerste onderzoekingstocht hebben we samen gelopen met enkele ervaren gidsen. Eén van die gidsen wees ons op een oude, bijna kale paal. Er waren nog enkele rode vlekjes verf zichtbaar. De rest was er in de loop van de jaren afgebladderd. Het is op de plek waar we nu staan. Wij horen dat dit niet zomaar een plek is en dat die paal er ook niet zomaar staat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was deze hoek het ontmoetingspunt van de ondergrondse verzetsstrijders. Na de oorlog markeert de paal deze plek. Dappere mensen uit de gemeente Bergh zijn tijdens deze donkere periode in het Bergherbos bijeen gekomen om hun strategie te bepalen. Wat er precies allemaal besproken is, weten we niet. We kunnen hierover niets terugvinden in de boeken. En of het nu echt precies deze plaats was, is ook niet duidelijk. Wel kunnen we ons voorstellen dat het bos een uitstekende schuilplaats was voor stiekeme ontmoetingen en geheime besprekingen. Na de afsluiting van onze opleiding blijft het verhaal ons bezig houden. Maar terwijl de jaren verstrijken rot de paal steeds verder weg. En dat geeft geen goed gevoel. Die rottende paal lijkt een symbool voor het geheugen van de na-oorlogse mens. 20
De Verrekijker nr. 6/2013
Och, vergeet maar wat er gebeurd is. En och, het is allemaal al zo lang geleden... Maar we mogen niet vergeten. Allereerst niet uit respect en uit dankbaarheid voor degenen die door hun moed en inzet en met gevaar voor eigen leven op hún manier voor de vrede gevochten hebben. En ten tweede moeten we er ons van bewust zijn dat vrede niet zo vanzelfsprekend is. In West-Europa, in ons land, in de Achterhoek, in de Montferlandse bossen, hier op deze plek genieten we al 68 jaar van de vrijheid. Maar kijk eens buiten Europa…. Nee, niet vergeten, niets vergeten! We moeten herinneren en scherp blijven om herhaling te voorkomen. Daarom zijn wij vandaag even hier, op deze plek, gestopt. Om met toestemming van Stichting Huis Bergh en de medewerking van Natuurmonumenten een rottende paal te vervangen. Om de herinnring levend te houden.
Door: Ineke Hafkenscheid
Natuur en Milieu Toen ik lid werd van het IVN, stond IVN nog voor Instituut Voor Natuur- en Milieueducatie. Tegenwoordig is de milieueducatie vervangen voor “en duurzaamheid”. Wat precies met duurzaamheid bedoeld wordt, weet ik niet goed, daarom gaat dit stukje over wat natuureducatie met het milieu te maken heeft. Milieu, dat is eigenlijk gewoon een moeilijk woord voor omgeving. Alles wat leeft heeft behoefte aan een goede omgeving en voor ieder levend wezen kan dat een heel andere zijn. De ene plant wil een kalkrijke grond en de andere juist een zure. Maar niet alleen de zuurgraad van de grond is natuurlijk van belang. Ook de vochtigheid, of het water schoon is, de 21
De Verrekijker nr. 6/2013
temperatuur, luchtkwaliteit, voedingsstoffen, zonlicht en ga zo maar door. En het mooie is eigenlijk dat zelfs in de meest extreme omgevingen er wel planten of diertjes zijn die juist daar kunnen gedijen. Denk aan cactussen in de woestijnen, diep in de oceaan levende vissen of, dichter bij huis, het zinkviooltje. Maar de meeste levende wezens houden niet van die hele extreme omstandigheden. Hoe prettiger de omgeving, hoe meer soorten je er vindt. Heel kleine verschillen in het landschap bepalen dan welke plant waar zit, voor de dieren is er voldoende variatie voor een gezond menu. Een ideale situatie. Wanneer de omgeving verandert door een storm of brand, dan is er niets aan de hand, zolang het gebied groot genoeg is. Sommige planten hebben zelfs op dit moment gewacht, zodat er voor hen weer nieuwe ruimte is om tot groei en bloei te komen. Na verloop van tijd komt de oorspronkelijke soortenrijkdom weer terug. Als de omgeving verandert door handelen van de mens, dan heeft dat vaak een veel grotere invloed op de natuur. Hoe kleiner de natuurgebiedjes, hoe kleiner de kans om tegenslagen te boven te komen. Water-, grond-, en luchtvervuiling zijn ingrijpend voor heel grote gebieden. Vermesting, verzuring, verdroging, versnippering, verwarming van de aarde: bijna overal op de wereld staat de natuur onder druk. Sommige dieren en planten weten zich aan te passen aan een nieuwe omgeving en gedijen dan prima, de meeste anderen hebben het moeilijk en veel worden zelfs met uitsterven bedreigd. Er is sprake van vermindering van de diversiteit. Het wordt overal steeds meer van hetzelfde. En dat is jammer, heel jammer. Er zijn gelukkig een heleboel initiatieven om ervoor te zorgen dat bepaalde natuur bewaard blijft. Er zijn gelukkig ook nog een heleboel mensen die daarbij zelf de handen uit de mouwen steken. Het IVN is daar heel actief in. Het IVN wil mensen betrekken bij hun omgeving. Meer kennis over natuur, milieu en landschap, vergroot de betrokkenheid en maakt bewust. Het doel is een groene en duurzame leefomgeving. Natuur en milieu.
22
De Verrekijker nr. 6/2013
De afdeling Arnhem van de KNNV organiseert al sinds meer dan twintig jaar jaarlijks een cursus Wilde Planten. Inmiddels hebben meer dan vijfhonderd mensen deze cursus gevolgd. Hoofddoel van de cursus is deelnemers te leren hoe ze met behulp van een flora zelf de naam van wilde planten kunnen vinden. Daarnaast komen ook andere onderwerpen aan bod zoals de bouw van planten, de voortplanting, de relatie met insecten en de systematiek. Verder is er ruimte voor bewondering en verwondering. De cursus wordt gegeven in de periode april - juni 2014. De cursus omvat negen lessen op woensdagavond van 19.30 tot 22.00 uur en drie excursies op de zaterdagochtend. De lessen beginnen met een (meestal korte) inleiding. Daarna volgen praktische oefeningen in het zelf determineren van planten. Dat doen we in kleine groepjes onder begeleiding van ervaren mensen. Bij de excursies bezoeken we plekken met een voor Nederland bijzonder rijke flora. Praktische informatie: De cursusdata zijn 9, 16 en 23 april, 7, 14 en 21 mei en 4, 11 en 18 juni. De excursies zijn op 19 april, 17 mei en 31 mei. De cursus wordt gegeven in de Thomas a Kempisschool, Thomas a Kempislaan 25, 6822 LR, Arnhem. De cursusprijs is €55,-- voor IVN- en KNNV-leden en €60,-- voor niet-leden. Daarbij is een reader inbegrepen. Als flora gebruiken we de zesde druk van de KNNVuitgave: "Veldgids Nederlandse Flora" van Henk Eggelte. Verder zijn nodig een loep (vergroting 10x) en een spits pincet. De flora, loep en pincet kunnen via de cursus worden besteld. Inlichtingen en aanmelding bij: Wil Wamelink 026-3643990
[email protected] 23
De Verrekijker nr. 6/2013
Vroeg in de ochtend, de zon komt langzaam op. De wereld wordt wakker. Geen mooier moment om de natuur te beleven. Daarom is er het IVN Natuurontbijt. Samen met hun kinderen, partner, vriend of vriendin zien deelnemers de natuur ontwaken. De afgelopen twee jaar organiseerden IVN-afdelingen op tientallen locaties een natuurontbijt met honderden enthousiaste deelnemers. In 2014 wordt het IVN Natuurontbijt nog meer een middel om je afdeling te promoten. Waarom meedoen aan het IVN Natuurontbijt? Met deze activiteit spreek je nieuwe mensen aan, vooral ouders met kinderen. Je laat ze op een leuke manier kennismaken met het werk van IVN en van jouw afdeling. Je vertelt ze over de activiteiten en de cursussen die ze kunnen volgen. En natuurlijk mogen ze ook lid worden. Je kunt je eigen draai geven aan het ontbijt en de activiteit. Als je meedoet in de landelijke IVN campagne, kun je gebruik maken van de landelijke boekingssite www.natuuronbijt.nl en promotiemiddelen en lift je mee op de landelijke publiciteit. Wat houdt het IVN Natuurontbijt in? Een ontbijt met zoveel mogelijk lokale en biologische producten, midden in de natuur. Voorafgegaan of gevolgd door een buitenactiviteit van IVN, bij voorkeur geschikt voor ouders met kinderen. Hoe werkt het en wanneer gebeurt het? De meivakantie is het hoogtepunt van deze activiteit, van 26 april tot en met 5 mei 2014. In deze periode zorgt het Landelijk Bureau voor betaalde publiciteit. Wanneer je afdeling graag mee wil doen, maar het lukt niet om het in deze periode te organiseren, dan kun je uitwijken naar een datum tussen 1 april en 30 juni 2014. Dan is de site www.natuurontbijt.nl actief. De werkgroep PR ziet wel wat in deze activiteit. Maar… omdat ze pas gestart is en heel veel te doen had en heeft lijkt het verstandiger nog een jaartje te wachten. Dan kan ze zich er goed op voorbereiden, dat was nu niet mogelijk. 24
De Verrekijker nr. 6/2013 Het IVN Vereniging voor natuur - en milieueducatie is een vereniging van vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu. Verspreid door Nederland heeft het IVN ruim 180 afdelingen. Meer dan 16.000 leden zetten zich actief in voor natuur en milieu door middel van allerlei voorlichtende en educatieve activiteiten.
Afdeling De Oude IJsselstreek Bestuur: Voorzitter: Herman Obbink, Vincent van Goghstraat 16, 7021 ED Zelhem Secretaris: Gertrud Mulders, Vreeltstraat 16, 7011JA Gaanderen Penningmeester: Loes Nansink en Barend Rijkmans Fruitweg 10, 7006 MT Doetinchem Lid: Fenny Lammers, Stadsedijk 4, 7025 EK Halle Lid: Klaas Tuinema, Vondellaan 4, 6901ME Zevenaar Coördinatoren werkgroepen Rondom Strang en Iessel: Janrein van Oostrum Graafschap: Gerrie Til Liemers: Roel Brocx Cursussen: Jannie Klein Lebbink Audiovisuele prentaties: Bernard Berendsen Landschapsbeheer: Gerrit Rougoor Vogelwerkgroep: Gerard ter Heijne Zoogdierwerkgroep: Henriëtte van der Loo Winkeltje/Tentoonst.: Riet van Dijk Milieuwerkgroep: Carla Oosterhoff, Werkgroep PR: Evelien Pleiter Natuur Actief Marleen Hofman, Webmaster Evelien Pleiter
(0314) 62 48 85 (0315) 32 32 13
[email protected] (0314) 33 50 76 (0314) 34 50 28 (0316) 33 15 35
(0315) (0314) (0316) (0314) (0543) (0315)
34 66 88 62 55 36 34 45 55 63 17 79 51 27 31 65 10 30
(0314) 34 52 93 (0314) 34 43 35 (0314) 32 34 33 (0316) 28 45 25 (0049 2874) 90 17 05
[email protected]
Contributie/donatie Contributie leden € 18,- per jaar; contributie huisgenootleden € 7,- per jaar; Donateurs betalen € 14,- per jaar. Rek. nr. 14 85.43.677 t.n.v. IVN Oude IJsselstreek Ledenadministratie Loes Nansink en Barend Rijkmans, Fruitweg 10, 7006 MT Doetinchem
(0314) 33 50 76
Adreswijzigingen tijdig doorgeven aan ledenadministratie! Beëindigen lidmaatschap/donatie: 3 maanden voor einde kalenderjaar doorgeven. Redactie De Verrekijker Janrein van Oostrum, Ph. P. Cappettilaan 8, 7071CS, Ulft Gerrie Til Marietje Wenting (tekeningen)
(0315) 34 66 88 (0314) 62 55 36 (0314) 68 18 90
* De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de geplaatste artikelen. * Plaatsing houdt niet in dat IVN Oude IJsselstreek het met de inhoud eens is. * Overname van artikelen uit dit blad is alleen toegestaan na overleg met de redactie.
25
De Verrekijker nr. 6/2013
De verrekijker verschijnt zes keer per jaar.
26