P.V. 11 ADMINISTRATION COMMUNALE DE WOLUWE-SAINT-LAMBERT
GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE
Séance du Conseil communal du 16/12/2013. Zitting van de Gemeenteraad van 16/12/2013. PRÉSENTS/AANWEZIG : M./de Hr FRANKIGNOUL, Président/Voorzitter, M./de Hr MAINGAIN, Bourgmestre/Burgemeester, Mme/Mw LOUIS, M./de Hr BOTT, Mme/Mw NAHUM-HASQUIN, M./de Hr VELDEKENS, Mme/Mw DESTREE-LAURENT, MM./de HH. MATGEN, THAYER, LIENART, Echevins/Schepenen, M./de Hr DÉSIR, Mme/Mw CARON, MM./de HH. LEMAIRE, VANDERWAEREN, DE SMUL, Mmes/Mwen HENRY, CHARUE, M./de Hr IDE, Mme/Mw BROCHÉ, M./de Hr VAN DER AUWERA, Mmes/Mwen de VALKENEER, MELARD, DRION du CHAPOIS, DRANSART, CALMEYN, MM./de HH. JAQUEMYNS, VANDEVELDE, DEVILLE, MM./de HH. DEROUBAIX, GEELHAND, Membres/Leden et/en M./de Hr LAMBERT, Secrétaire communal/Gemeentesecretaris. ENTRÉS EN COURS DE SÉANCE/BINNENGEKOMEN TIJDENS DE VERGADERING : Mme/Mw MOLENBERG, MM./de HH. de MAERE d'AERTRYCKE et/en de HARENNE. EXCUSÉES/VERONTSCHULDIGD : Mmes/Mwen BETTE, VAN GOIDSENHOVEN-BOLLE, TSHOMBE et/en BEGYN.
SÉANCE PUBLIQUE OPENBARE VERGADERING
1. Approbation du procès-verbal du 18/11/2013. Goedkeuring van de notulen van de vergadering van 18/11/2013. Le procès-verbal de la séance du 18/11/2013 est approuvé. De notulen van de vergadering van 18/11/2013 worden goedgekeurd. #018/16.12.2013/A/0001# ---------M. de HARENNE entre en séance. De Hr de HARENNE komt de vergaderzaal binnen. ---------Le Président soumet à l’assemblée un point en urgence intitulé « Politique de sécurité et approche de la délinquance juvénile – Convention Gouvernement fédéral/Commune de Woluwe-Saint-Lambert – Approbation ». L’urgence est admise à l’unanimité. De Voorzitter legt aan de vergadering een dringend punt voor genoemd “Veiligheidsbeleid en aanpak van de jeugdcriminaliteit – Overeenkomst Federale Regering/Gemeente van Sint-LambrechtsWoluwe – Goedkeuring”. De dringendheid wordt unaniem aanvaard. ----------
2 Le Président demande également si l’interpellation n° 64 relative aux nuisances causées par les antennes GSM ne peut être traitée comme première interpellation au regard des nombreux habitants présents dans le public pour ce point. L’assemblée marque son accord. De Voorzitter vraagt eveneens of interpellatie nr 64 betreffende de hinder veroorzaakt door de GSMantennes niet als eerste interpellatie behandeld kan worden gezien de vele inwoners die voor dit punt aanwezig zijn. De vergadering gaat hiermee akkoord. ---------2. HYDROBRU – Statuts – Modifications – Approbation. HYDROBRU – Statuten – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu les articles 117 et 135 de la nouvelle loi communale ; Vu l’article 56 des statuts sociaux de l’intercommunale bruxelloise de distribution et d’assainissement d’eau HYDROBRU ; Vu l’article 9 de la loi du 22/12/1986 relative aux intercommunales et l’article 57 des statuts sociaux d’HYDROBRU ; Considérant la décision du Conseil d’administration d’HYDROBRU du 27/09/2013 de soumettre à l’Assemblée générale un projet de modifications statutaires portant sur : 1. la refonte des mécanismes de rétrocession directs et indirects de l’Intercommunales vers les communes associées et l’uniformisation des tarifs d’abonnements à l’échelle de la Région de Bruxelles-Capitale [impact sur les articles 44, 54 bis (nouveau) et 55 des statuts sociaux] ; 2. la suppression du Collège des Commissaires, rendue possible par l’adoption par le Parlement bruxellois d’une ordonnace ad hoc le 01/03/2012 [impact sur les articles 24, 25, 28, 29, 45, 50, 51, 52 et 66 des statuts sociaux] ; 3. la reformulation des dispositions statutaires relatives au respect par l’intercommunale des lois et réglementations linguistiques [impact sur l’article 64 des statuts sociaux] ; Vu la note explicative relative aux modifications susmentionnées présentée par HYDROBRU ; Considérant que les modifications statutaires ainsi proposées sont pertinentes et justifiées en regard des objectifs poursuivis ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE : - d’approuver les modifications statutaires d’HYDROBRU, reprises ci-dessus et adressées par l’intercommunale en date du 09/10/2013 au Collège des bourgmestre et échevins, en vue de leur entrée en vigueur au 01/01/2014. L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0002# ----------
3 DE RAAD, Gelet op de artikelen 117 en 135 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op artikel 56 van de statuten van de Brusselse intercomunale voor waterdistributie en sanering HYDROBRU; Gelet op artikel 9 van de wet van 22/12/1986 betreffende de intercommunales en artikel 57 van de statuten van HYDROBRU; Gelet op de beslissing van de Raad van Bestuur van HYDROBRU op zijn zitting van 27/09/2013 om aan de Algemene Vergadering een ontwerp tot wijziging van de statuten voor te leggen met betrekking tot: 1. de herziening van de mechanismen voor directe en indirecte retrocessie door de intercommunale aan de aangesloten gemeenten en uniformering van de abonnementstarieven in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest [impact op de artikelen 44, 54 bis (nieuw) en 55 van de statuten]; 2. de afschaffing van het College van Commissarissen, die werd mogelijk gemaakt door de aanname van een ad-hocordonnantie door het Brussels Parlement op 01/03/2012 [impact op de artikelen 24, 25, 28, 29, 45, 50, 51, 52 en 66 van de statuten]; 3. de herformulering van de statutaire bepalingen over de naleving van de wetten en bepalingen inzake talen door de intercommunale [impact op artikel 64 van de statuten]; Gelet op de door HYDROBRU voorgelegde verklarende nota over de hierboven vermelde wijzigingen; Overwegende dat de aldus voorgestelde statutenwijzigingen relevant en gerechtvaardigd zijn gezien de nagestreefde doelstellingen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST: - de statutenwijzigingen van HYDROBRU goed te keuren, zoals hierboven en door de intercommunale op 09/10/2013 werden gestuurd naar het College van burgemeester en schepenen met het oog op de inwerkingtreding ervan op 01/01/2014. De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0002# ---------3. Points des Services Techniques soumis pour information : Punten van de Technische Diensten voorgelegd voor inlichting: 3.1. Magasin communal – Remorque – Acquisition – Dépense. Gemeentemagazijn – Aanhangwagen – Aankoop – Uitgave. DE RAAD, Overwegende dat het aangewezen is over te gaan tot de aankoop van een aanhangwagen voor het gemeentemagazijn;
4 Gelet op het artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het aangewezen is over te gaan tot de aankoop van een aanhangwagen voor het gemeentemagazijn; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-1° a) (limiet van 8.500 EUR excl. BTW niet bereikt); Gelet op de wet van 17/06/2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 110; Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 4; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 1.000 EUR BTWI; Overwegende dat 2 offertes werden ontvangen: - MAKRO CASH & CARRY BELGIUM NV, Nijverheidsstraat 70 te 2160 Wommelgem: 946,83 EUR BTWI, - AUTO 5, Paepsemlaan 20 te 1070 Anderlecht: 1.038,90 EUR BTWI; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht, voorzien op de begrotingswijziging nr 6 van het dienstjaar 2013 op artikel 13700/744-51 van de buitengewone begroting; Gelet op artikelen 234 lid 3 en 236 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST, onder voorbehoud van de goedkeuring van de begrotingswijziging nr 6 van het dienstjaar 2013 door de toezichthoudende overheid : - de aankoop van een aanhangwagen voor het gemeentemagazijn goed te keuren; - de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking met aanvaarde factuur als gunningswijze van de opdracht te kiezen, in toepassing van de artikelen 26 §1-1° a) van de wet van 15/06/2006 en 110 van het koninklijk besluit van 15/07/2011 op de overheidsopdrachten; - deze opdracht te gunnen aan de inschrijver die de meest interessante offerte heeft ingediend, zijnde MAKRO CASH & CARRY BELGIUM NV, Nijverheidsstraat 70 te 2160 Wommelgem, tegen een bedrag van 946,83 EUR BTWI. Deze uitgave, voorzien op de begrotingswijziging nr 6 van het dienstjaar 2013 op artikel 13700/74451 van de buitengewone begroting, zal gedekt worden door afname van het buitengewone reservefonds. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.”
5 De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0003# ---------3.2. Fêtes – Groupe électrogène et remorque – Acquisition – Dépense. Feesten – Generatoraggregaat en aanhangwagen – Aankoop – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique d'acquérir un groupe électrogène avec remorque pour les fêtes ; Vu l'article 234 alinéa 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'indique d'acquérir un groupe électrogène avec remorque pour les fêtes ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 3 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-642 relati f au marché « Un groupe électrogène avec remorque pour les fêtes » établi par la division Administration et Marchés ; Considérant que le montant estimé de ce marché s'élève à 31.000 EUR TVAC ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est prévu à la modification budgétaire n° 6 du budget extraordinaire 2013, à l'article 76300/744-51 ; Vu les articles 234 alinéa 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; DECIDE, sous réserve de l'approbation de la modification budgétaire n° 6 de l'exercice 2013 par l'autorité de tutelle : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013-6 42 et le montant estimé du marché « Un groupe électrogène avec remorque pour les fêtes », établis par la division Administration et Marchés, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant estimé s'élevant à 31.000 EUR TVAC ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ;
6 - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - COCKAERTS & CO, rue de la Cambre 278A en c/c, - WACKER NEUSON, rue Adrienne Bolland 24 à 6041 Gosselies, - ATLAS COPCO BELGIUM, Brusselsesteenweg 346 à 3090 Overijse. La dépense de 31.000 EUR TVAC, prévue à la modification budgétaire n° 6 du budget extraordinaire 2013, à l'article 76300/744-51, sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0004# ---------DE RAAD, Overwegende dat het aangewezen is over te gaan tot de aankoop van een generatoraggregaat met aanhangwagen voor de feesten; Gelet op het artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het aangewezen is over te gaan tot de aankoop van een generatoraggregaat met aanhangwagen voor de feesten; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-1° a) (limiet van 85.000 EUR excl. BTW niet bereikt); Gelet op de wet van 17/06/2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 3; Gelet op het bestek met nr 2013-642 dat in het kader van de opdracht “Een generatoraggregaat met aanhangwagen voor de feesten“ werd opgesteld door de afdeling Administratie en Opdrachten; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 31.000 EUR BTWI; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op de begrotingswijziging nr 6 van het dienstjaar 2013 op artikel 76300/744-51;
7 Gelet op artikelen 234 lid 3 en 236 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST, onder voorbehoud van de goedkeuring van de begrotingswijze nr 6 van het dienstjaar 2013 door de toezichthoudende overheid: - goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr 2013-642 en de raming voor de opdracht “Een generatoraggregaat met aanhangwagen voor de feesten”, opgesteld door de afdeling Administratie en Opdrachten: de lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de raming bedraagt 31.000 EUR BTWI; - bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; - volgende firma’s uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - COCKAERTS & CO, Ter Kamerenstraat 278A t/g, - WACKER NEUSON, rue Adrienne Bolland 24 te 6041 Gosselies, - ATLAS COPCO BELGIUM, Brusselsesteenweg 346 te 3090 Overijse. De uitgave van 31.000 EUR BTWI, voorzien op de begrotingswijziging nr 6 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013, op artikel 76300/744-51, zal gedekt worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.” De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0004# ---------3.3. WTC – Chaufferie – Travaux – Dépense. WTC – Verwarming – Werken – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il est nécessaire d'effectuer des travaux à la chaufferie du WTC, chaussée de Stockel 80 en c/c ; Vu l'article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 14/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il est nécessaire d'effectuer des travaux à la chaufferie du WTC, chaussée de Stockel 80 en c/c ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ;
8 Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-636 relati f au marché « WTC – Travaux de chaufferie » établi par la division Administration et Marchés ; Considérant que le montant estimé de ce marché s'élève à 45.000 EUR TVAC ; Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée sans publicité ; Considérant qu'il est proposé de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - ALTYS BELGIUM, rue Charles Lemaire 1 à 1160 Auderghem, - ARLEX ENGINEERING, avenue Lavoisier 31 à 1300 Wavre, - WATTIAUX GROUP, rue de l'Artisanat 5 à 1400 Nivelles, - CEPER, avenue Levis de Mirepoix 9 à 1090 Jette, - IMTECH MAINTENANCE SA, boulevard Industriel 26 à 1070 Anderlecht, - OMNITHERM, rue des Ponts 23 à 1480 Tubize, - CFA, rue du Mont d'Orcq 1 à 7503 Froyennes, - CHAUFFAGE TAILDEMAN, rue Paradis des Chevaux 37-39 à 6060 Gilly, - COFELY SERVICES SA, boulevard du Roi Albert II 30 bte 28 à 1000 Bruxelles, - VDS CHAUFFAGE, rue Edith Cavell 63 à 1180 Uccle, - CHAUFFAGE BARAL MAINTENANCE, avenue du Roi Albert 70 à 1120 Neder-Over-Heembeek, - CLOSE, avenue Ariane 10 en c/c, - DS CHAUFFAGE, avenue Notre-Dame de Lourdes 24 à 1090 Jette, - CAVAM, avenue A. Allard 275 à 1420 Braine-l'Alleud ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est inscrit à l’article 13700/724-60 du budget extraordinaire de l’exercice 2013 et sera financé par emprunt ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 al. 3 et 236 ; DECIDE : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013-6 36 et le montant estimé du marché « WTC – Travaux de chaufferie », établis par la division Administration et Marchés, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant estimé s'élevant à 45.000 EUR TVAC ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - ALTYS BELGIUM, rue Charles Lemaire 1 à 1160 Auderghem, - ARLEX ENGINEERING, avenue Lavoisier 31 à 1300 Wavre, - WATTIAUX GROUP, rue de l'Artisanat 5 à 1400 Nivelles, - CEPER, avenue Levis de Mirepoix 9 à 1090 Jette, - IMTECH MAINTENANCE SA, boulevard Industriel 26 à 1070 Anderlecht, - OMNITHERM, rue des Ponts 23 à 1480 Tubize, - CFA, rue du Mont d'Orcq 1 à 7503 Froyennes, - CHAUFFAGE TAILDEMAN, rue Paradis des Chevaux 37-39 à 6060 Gilly, - COFELY SERVICES SA, boulevard du Roi Albert II 30 bte 28 à 1000 Bruxelles, - VDS chauffage, rue Edith Cavell 63 à 1180 Uccle, - CHAUFFAGE BARAL MAINTENANCE, avenue du Roi Albert 70 à 1120 Neder-Over-Heembeek, - CLOSE, avenue Ariane 10 en c/c, - DS CHAUFFAGE, avenue Notre-Dame de Lourdes 24 à 1090 Jette, - CAVAM, avenue A. Allard 275 à 1420 Braine-l'Alleud ;
9 - de financer cette dépense par le crédit inscrit à l’article 13700/724-60/13927 du budget extraordinaire de l’exercice 2013. Cette dépense sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors d’une prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0005# ---------3.4. Immeuble sis rue Saint-Lambert 72 – Divers travaux de rénovation – Dépense. Gebouw gelegen Sint-Lambertusstraat 72 – Verschillende renovatiewerken – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'avère nécessaire d'effectuer divers travaux de rénovation au bâtiment sis rue Saint-Lambert 72 ; Vu l'article 234 alinéa 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'avère nécessaire d'effectuer divers travaux de rénovation au bâtiment sis rue Saint-Lambert 72 ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 3 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-637 relati f au marché « Divers travaux de rénovation au bâtiment sis rue Saint-Lambert 72 » établi par la division Administration et Marchés ; Considérant que le montant estimé de ce marché s'élève à 15.000 EUR (21 % TVAC) ; Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée sans publicité ;
10 Considérant qu'il est proposé de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - DENIS SPRL, rue Tige Manchère 5 à 4120 Ehein (Neupré), - BAWANET, rue du Tilleul 205 à 1140 Evere, - MDG SPRL, chaussée de Mont-Saint-Jean 315 à 1410 Waterloo, - ACTRA SA, rue de la Vallée 16 à 1050 Ixelles, - JVG BUILD SPRL, rue Champ du Roi 131 à 1040 Etterbeek ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est inscrit à la modification budgétaire n° 6 du budget extraordinaire de l’exercice 2013, à l’article 92200/724-60, et sera financé par un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 al. 3 et 236 ; DECIDE, sous réserve de l'approbation de la modification budgétaire n° 6 par l'autorité de tutelle : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013-6 37 et le montant estimé du marché « Divers travaux de rénovation au bâtiment sis rue Saint-Lambert 72 », établis par la division Administration et Marchés, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant estimé s'élevant à 15.000 EUR (21 % TVAC) ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - Denis sprl, rue Tige Manchère 5 à 4120 Ehein (Neupré), - BAWANET, rue du Tilleul 205 à 1140 Evere, - MDG SPRL, chaussée de Mont-Saint-Jean 315 à 1410 Waterloo, - ACTRA SA, rue de la Vallée 16 à 1050 Ixelles, - JVG BUILD SPRL, rue Champ du Roi 131 à 1040 Etterbeek. Cette dépense, prévue à la modification budgétaire n° 6 du budget extraordinaire de l’exercice 2013 à l'article 92200/724-60, sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance.» L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0006# ---------3.5. Territoire communal – Marquages routiers – Renouvellement – Dépense. Gemeentelijk grondgebied – Wegmarkeringen – Vernieuwing – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'avère nécessaire de renouveler les marquages routiers ; Vu l'article 234 alinéa 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous :
11 « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'avère nécessaire de renouveler les marquages routiers ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-643 relati f au marché « Renouvellement des marquages routiers » établi par la division Administration et Marchés ; Considérant que le montant estimé de ce marché s'élève à 50.000 EUR TVAC (48.900 EUR TVAC pour le renouvellement des marquages et 1.100 EUR TVAC pour la coordination sécurité : C.R.E.A.) ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est prévu à la modification budgétaire n°6 du budget extraordinaire 2013, à l'article 42100/735-60 ; Vu les articles 234 alinéa 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; DECIDE, sous réserve de l'approbation de la modification budgétaire n° 6 de l'exercice 2013 par l'autorité de tutelle : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013-6 43 et le montant estimé du marché « Renouvellement des marquages routiers », établis par la division Administration et Marchés, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant estimé s'élevant à 50.000 EUR TVAC ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - PHIL SIGN MARKING sprl, rue des Verreries 29 bte V1 à 7170 Manage, - TRAFIROAD, Begoniastraat 9a à 9810 Eke-Nazareth, - TRAFFIC SERVICES NV, Schoonmansveld 23 à 2870 Puurs, - SIGNCO, Blockstraat 72 à 2830 Willebroek, - J&J MARQUAGE, quai Saint-Léonard 36/A à 4000 Liège. La dépense de 50.000 EUR TVAC (48.900 EUR TVAC pour le renouvellement des marquages et 1.100 EUR TVAC pour la coordination sécurité : C.R.E.A.), prévue à la modification budgétaire n° 6 du budget extraordinaire 2013, à l'article 42100/735-60, sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente délibération sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0007# ----------
12 DE RAAD, Overwegende dat het noodzakelijk is de wegmarkeringen te vernieuwen; Gelet op het artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het noodzakelijk is de wegmarkeringen te vernieuwen; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-1° a) (limiet van 85.000 EUR excl. BTW niet bereikt); Gelet op de wet van 17/06/2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 2; Gelet op het bestek met nr 2013-643 dat in het kader van de opdracht “Vernieuwing van wegmarkeringen” werd opgesteld door de afdeling Administratie en Opdrachten; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 50.000 EUR BTWI (48.900 EUR BTWI voor de vernieuwing van de wegmarkeringen en 1.100 EUR BTWI voor het veiligheids- en gezondheidsplan: C.R.E.A); Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op de begrotingswijziging nr 6 van het dienstjaar 2013 op artikel 42100/735-60; Gelet op artikelen 234 lid 3 en 236 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST, onder voorbehoud van de goedkeuring van de begrotingswijziging nr 6 van het dienstjaar 2013 door de toezichthoudende overheid: - goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr 2013-643 en de raming voor de opdracht “Vernieuwing van wegmarkeringen”, opgesteld door de afdeling Administratie en Opdrachten: de lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de raming bedraagt 50.000 EUR BTWI; - bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. - volgende firma’s uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - PHIL SIGN MARKING sprl, rue des Verreries 29 bte V1 te 7170 Manage, - TRAFIROAD, Begoniastraat 9a te 9810 Eke-Nazareth, - TRAFFIC SERVICES NV, Schoonmansveld 23 te 2870 Puurs, - SIGNCO, Blockstraat 72 te 2830 Willebroek, - J&J MARQUAGE, quai Saint-Léonard 36/A te 4000 Liège.
13 De uitgave van 50.000 EUR BTWI (48.900 EUR BTWI voor de vernieuwing van de wegmarkeringen en 1.100 EUR BTWI voor het veiligheids- en gezondheidsplan: C.R.E.A.) voorzien op de begrotingswijziging nr 6 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013, op artikel 42100/735-60, zal gedekt worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.” De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0007# ---------3.6. WTC – Borne de chargement pour véhicule électrique – Acquisition – Dépense. WTC – Oplaadpaal voor elektrische voertuig – Aankoop – Uitgave. DE RAAD, Gelet op de noodzaak om tot de aankoop van een oplaadpaal voor het derde elektrische voertuig over te gaan; Gelet op artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het nodig blijkt over te gaan tot de levering van een oplaadpaal voor het derde elektrische voertuig; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-1° a) (limiet van 85.000 EUR excl. BTW niet bereikt); Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 110; Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 4; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2.000 EUR BTWI; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking op aangenomen factuur; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op artikel 13600/744-51 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013; Gelet op artikelen 234 lid 3 en 236 van de nieuwe gemeentewet;
14 BESLIST : - goedkeuring te verlenen aan de raming ten bedrage van 2.000 EUR BTWI voor de opdracht “Levering van een oplaadpaal voor het derde elektrische voertuig”; - bovengenoemde opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking op aangenomen factuur; - deze opdracht te gunnen aan de firma THEPLUGINCOMPANY, Prins Boudewijnlaan 30 B te 2550 Kontich, tegen het bedrag van 2.000 EUR BTWI; - de betaling te laten gebeuren met het krediet ingeschreven op artikel 13600/744-51/6472 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013. Deze uitgave zal worden gefinancierd door afname van het buitengewone reservefonds. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.” De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0008# ---------3.7. Square Meudon et place Degrooff – Etude de réhabilitation – Extension de marché – Dépense. Meudonsquare en Degrooffplein – Renovatiestudie – Uitbreiding van de opdracht – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique de procéder à une étude complémentaire pour l'implantation des zones de livraison dans le cadre du marché public relatif à l'étude pour la réhabilitation de l'espace public entre le square de Meudon et la place Degrooff; Vu l'article 236 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Vu sa décision du 29/12/2011 désignant la SPRL ESPACES MOBILITES, rue de Londres 15 à 1050 Ixelles, pour un montant de 48.819 EUR TVAC et engageant un montant de 72.000 EUR dans le cadre du marché public relatif à l'étude pour la réhabilitation de l'espace public entre le square de Meudon et la place Degrooff ; Vu sa décision du 04/04/2013 approuvant le transfert d'activités de la firme désignée vers la SCRL EM & PARTNERS, rue d'Argile 92 à 1082 Berchem-Sainte-Agathe ; Considérant qu'il s'avère nécessaire de procéder à une étude complémentaire pour l'implantation des zones de livraison ; Vu l'offre de la SCRL EM & PARTNERS d'un montant de 12.390,40 EUR TVAC ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-2° a) ;
15 Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l'article 236 ; DECIDE : - d'approuver l'extension de marché public relatif à l'étude pour la réhabilitation de l'espace public entre le square de Meudon et la place Degrooff ; - d'attribuer cette extension à la SCRL EM & PARTNERS, rue d'Argile 92 à 1082 Berchem-SainteAgathe, moyennant la somme de 12.390,40 EUR TVAC, en application des articles 26 § 1-2° a) de la loi du 15/06/2006 et 105 de l'arrêté royal du 15/07/2011. La présente délibération sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0009# ---------3.8. Stade communal – Bloc A – Rénovation de la chaufferie – Travaux complémentaires – Dépense. Gemeentestation – Blok A – Renovatie van de verwarming – Bijkomende werken – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'est avéré nécessaire d'effectuer des travaux complémentaires dans le cadre de la rénovation de la chaufferie du bloc A au stade communal ; Vu l'article 236 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'est avéré nécessaire d'effectuer des travaux complémentaires dans le cadre de la rénovation de la chaufferie du bloc A au stade communal ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-2° a) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 ;
16 Vu les offres du 02/10/2013 de la firme ALTYS , rue Charles Lemaire 1 à 1160 Auderghem, des montants respectivement de 1.898,49 EUR TVAC et de 3.673,77 EUR TVAC, soit un total de 5.572,26 EUR TVAC ; Considérant que l'engagement de crédits au moment de l'attribution du marché à l'article 76410/72460 du budget extraordinaire de l'exercice 2012 couvre cette extension de marché ; Considérant que cette extension de marché dépasse de plus de 10 % le montant de l'attribution du marché ; Considérant dès lors qu'il s'indique d'en informer le Conseil communal ; Vu l'article 236 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d'approuver les offres du 02/10/2013 de la firme ALTYS, rue Charles Lemaire 1 à 1160 Auderghem, des montants respectivement de 1.898,49 EUR TVAC et de 3.673,77 EUR TVAC, soit un total de 5.572,26 EUR TVAC, pour des travaux complémentaires dans le cadre de la rénovation de la chaufferie du bloc A au stade communal ; - d'attribuer cette extension de marché à la firme ALTYS par procédure négociée sans publicité en application des articles 26 § 1-2° a) de la loi du 15/06/2006 et 236 de la nouvelle loi communale ; - d'inscrire cette dépense à l'article 76410/724-60/3080 du budget extraordinaire 2013 (report de l'exercice 2012). La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0010# ---------3.9. Stade communal – Hangar – Compteur gaz énergétique – Placement – Dépense. Gemeentestadion – Loods – Energetische gasteller – Plaatsing – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant que, suite aux obligations PEB, un compteur gaz énergétique a été placé au hangar du stade communal, avenue J.F. Debecker 54 en c/c ; Vu l'article 234 alinéa 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant que, suite aux obligations PEB, un compteur gaz énergétique a été placé au hangar du stade communal, avenue J.F. Debecker 54 en c/c ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 8.500 EUR) ;
17 Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 110 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 4 ; Considérant que ces travaux ont été exécutés par la firme ALTYS BELGIUM, rue Charles Lemaire 1 à 1160 Auderghem ; Considérant que le montant de ces travaux s'élève à 3.423,11 EUR TVAC ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est prévu à l’article 76410/724-60 du budget extraordinaire de l’exercice 2013 et sera financé par emprunt ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 alinéa 3 et 236 ; DECIDE : - d'approuver la dépense de 3.423,11 EUR TVAC pour le placement d'un compteur gaz énergétique au hangar du stade communal, avenue J.F. Debecker 54 en c/c, par la firme ALTYS BELGIUM, rue Charles Lemaire 1 à 1160 Auderghem. Cette dépense, inscrite à l'article 76410/724-60/14453 du budget extraordinaire 2013, sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0011# ---------3.10. Voirie – Jardinières – Acquisition – Dépense. Wegenis – Bloembakken – Aankoop – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu’il s’avère nécessaire de pouvoir placer des jardinières ; Vu l'article 234 al.3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération, telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu’il s’avère nécessaire de pouvoir placer des jardinières ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ;
18 Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/06/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-663 relati f au marché « ID 663 – Fourniture de jardinières » établi par la division Administration et Marchés ; Considérant que le montant estimé de ce marché s'élève à 40.000 EUR TVAC ; Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée sans publicité ; Considérant qu'il est proposé de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - ACE MOBILIER URBAIN, rue de Trazegnies 500 à 6031 Monceau-sur-Sambre, - VELOPA SA, chaussée de Tirlemont 75 à 5030 Gembloux, - SCHREDER, rue du Tronquoy 10 à 5380 Fernelmont ; Considérant que la date du 16/12/2013 est proposée comme date limite à laquelle les offres doivent parvenir à l'administration ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est prévu à l’article 76600/741-52 du budget extraordinaire de l’exercice 2013 et sera financé par emprunt ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 al. 3 et 236 ; DECIDE : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013-6 63 et le montant estimé du marché « ID663 – Fourniture de jardinières », établis par la division Administration et Marchés, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant estimé s'élevant à 40.000 EUR TVAC ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - ACE MOBILIER URBAIN, rue de Trazegnies 500 à 6031 Monceau-sur-Sambre, - Velopa SA, chaussée de Tirlemont 75 à 5030 Gembloux, - Schreder, rue du Tronquoy 10 à 5380 Fernelmont ; - de fixer la date limite pour faire parvenir les offres à l'administration au 16/12/2013 ; - d'approuver le crédit permettant cette dépense inscrit à l'article 76600/741-52/15086 du budget extraordinaire 2013 ; - de financer cette dépense au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0012# ----------
19 3.11. Voirie – Bornes anti-parking, bancs, poubelles et cendriers – Acquisition – Dépense. Wegenis – Parkeerpalen, banken, vuilnisbakken en asbakken – Aankoop – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il est nécessaire de poursuivre l'équipement des voiries en bornes, bancs, poubelles et cendriers ; Vu l'article 234 al.3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération, telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu’il s’avère nécessaire de poursuivre l'équipement des voiries en bornes, bancs, poubelles et cendriers ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/072011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-662 relati f au marché « ID662 – Fourniture de bornes antiparking en fonte, de bancs en fonte, de poubelles et de cendriers » établi par la division Administration et Marchés ; Considérant que le montant estimé de ce marché s'élève à 75.000 EUR TVAC ; Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée sans publicité ; Considérant qu'il est proposé de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - ACE MOBILIER URBAIN, rue de Trazegnies 500 à 6031 Monceau-sur-Sambre, - VELOPA SA, chaussée de Tirlemont 75 à 5030 Gembloux, - SCHREDER, rue du Tronquoy 10 à 5380 Fernelmont ; Considérant que la date du 16/12/2013 est proposée comme date limite à laquelle les offres doivent parvenir à l'administration ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est prévu à l’article 42100/741-52 du budget extraordinaire de l’exercice 2013 et sera financé par emprunt ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 al. 3 et 236 ;
20 DECIDE : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013-6 62 et le montant estimé du marché « ID662 – Fourniture de bornes anti-parking en fonte, de bancs en fonte, de poubelles et de cendriers », établis par la division Administration et Marchés, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant estimé s'élevant à 75.000 EUR TVAC ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - ACE MOBILIER URBAIN, rue de Trazegnies 500 à 6031 Monceau-sur-Sambre, - Velopa SA, chaussée de Tirlemont 75 à 5030 Gembloux, - Schreder, rue du Tronquoy 10 à 5380 Fernelmont ; - de fixer la date limite pour faire parvenir les offres à l'administration au 16/12/2013 ; - d'approuver le crédit permettant cette dépense inscrit à l'article 42100/741-52/15083 du budget extraordinaire 2013 ; - de financer cette dépense par un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0013# ---------3.12. Crèche Sarah Goldberg – Cuisine – Aménagement – Dépense. Kinderdagverblijf Sarah Goldberg – Keuken – Aanleg – Uitgave. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique de procéder à l'aménagement de la cuisine de la future crèche Sarah Goldberg ; Vu l’article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE Considérant qu'il s'indique de procéder à l'aménagement de la cuisine de la future crèche Sarah Goldberg ; Considérant que la dépense est estimée à 45.000 EUR TVAC ; Considérant que les crédits nécessaires sont disponibles à l'article 84400/744-51 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; Considérant qu’il s’indique de consulter 2 firmes pour ce marché ; Vu les articles 26 § 1-1 °a) de la loi du 15/06/200 6 et 105 § 1-2° de l'arrêté royal du 15/07/2011 sur les marchés publics ;
21 Vu l’article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d'approuver le lancement d'un marché afin de procéder à l'aménagement de la cuisine de la future crèche Sarah Goldberg et le cahier spécial des charges y afférent ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation de ce marché, en application des articles 26 § 1-1 °a) de la loi du 15/06/2006, 105 § 1-2° de l'arrêté royal du 15/07/2011 sur les marchés publics et 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; - d'approuver la dépense de 45.000 EUR inscrite à l'article 84400/744-51/15095 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; - d'approuver la liste des firmes suivantes à consulter dans le cadre de ce marché : - WATHELET RAPID, avenue de la Reine 328-332 à 1020 Laeken, - DISTRINOX, Zoning Nord – avenue Zénobe Gramme 34 à 1300 Wavre. Cette dépense sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à Monsieur le MinistrePrésident de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0014# ---------3.13. Parking – Borne de stationnement – Acquisition et placement – Dépense. Parking – Parkeerautomaat – Aankoop en plaatsing – Uitgave. DE RAAD, Overwegende dat het nodig blijkt over te gaan tot de aankoop en plaatsing van een parkeerautomaat ter hoogte van 127 Tomberg; Gelet op artikelen 234 lid 3 en 236 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen in zitting van 05/12/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het nodig blijkt over te gaan tot de aankoop en plaatsing van een parkeerautomaat ter hoogte van 127 Tomberg; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-1° a) (limiet van 8.500 EUR excl. BTW niet bereikt); Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 105 § 1-4° en 110; Overwegende dat de uitgave geraamd wordt op 7.000 EUR BTWI;
22 Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure tot stand gekomen gewoon met aangenomen factuur; Overwegende dat deze uitgave op artikel 42100/741-52 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013 voorzien is; Gelet op artikelen 234 lid 3 en 236 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST: - de plaatsing van een opdracht betreffende de aankoop en plaatsing van een parkeerautomaat ter hoogte van 127 Tomberg goed te keuren; - de aansluiting op het elektrische netwerk door SILBELGA te voorzien; - de onderhandelingsprocedure tot stand gekomen gewoon met aangenomen factuur met de firma KRAUTLI, Maelbeekzone – Industrielaan 15 te 1702 Dilbeek, volgens zijn offerte van 18/11/2013 goed te keuren, in toepassing van artikel 26 § 1-1° a) van de wet van 15/06/2006 en 105 § 1-4° en 110 van het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de overheidsopdrachten; - een uitgave van 7.000 EUR goed te keuren en in te schrijven op artikel 42100/741-52/14934 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013. Deze uitgave zal gefinancierd worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.” De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0015# ---------3.14. Immeuble rue Saint-Lambert 102 – Rénovation – Décomptes – Dépense supplémentaire. Gebouw gelegen Sint-Lambertusstraat 102 – Renovatie – Afrekeningen – Bijkomende uitgave. LE CONSEIL, Considérant que, dans le cadre de la rénovation lourde de la maison sise rue Saint-Lambert 102, il s'avère nécessaire d'adapter les travaux prévus et de réaliser des travaux supplémentaires demandés à la firme HULLBRIDGE ASSOCIATED SA, rue de Piéton 71 à 6183 Trazegnies ; Vu l'article 236 al. 2 de la nouvelle loi communale; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Vu la décision du Conseil communal du 21/03/2011 relative à l'approbation des conditions, de l'estimation et du mode de passation (appel d'offres général) du marché pour la rénovation lourde de la maison d’habitation sise rue Saint-Lambert 102 en c/c ;
23 Vu ses décisions des 29/12/2011 désignant, pour l'exécution de ce marché, la firme HULLBRIDGE ASSOCIATED SA, rue de Piéton 71 à 6183 Trazegnies, au montant de son offre de 157.914,76 EUR TVAC (6 %) ; Considérant qu'en cours de chantier, certains travaux supplémentaires et adaptations ont donné lieu à des décomptes ; Considérant que le montant des décomptes dépasse les 10 % du marché initial ; Considérant que l'engagement de 200.000 EUR à l'article 92200/723-60 du budget extraordinaire 2011 est suffisant ; Vu la loi du 24/12/1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ultérieures ; Vu l'article 236 al. 2 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d'approuver les décomptes I, II et 1, 2, 3, 4, 5, 6 et 8 pour un montant total supplémentaire de 7.551,60 EUR TVAC ; - de refuser le décompte 7 pour un montant de 1.005,68 EUR TVAC ; - d'approuver un délai complémentaire de 6 jours ouvrables relatifs aux décomptes approuvés ; - de refuser le délai complémentaire de 1 jour ouvrable sollicité au décompte 9 ; - de refuser les diverses adaptations des quantités présumées pour un montant total de 13.798,93 EUR TVAC. Cette dépense, inscrite à l’article 92200/723-60/2948 du budget extraordinaire (report 2011), sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0016# ---------3.15. Immeuble rue Saint-Lambert 106 – Rénovation – Décomptes – Dépense supplémentaire. Gebouw gelegen Sint-Lambertusstraat 106 – Renovatie – Afrekeningen – Bijkomende uitgave. LE CONSEIL, Considérant que, dans le cadre de la rénovation lourde de la maison sise rue Saint-Lambert 106, il s'avère nécessaire d'adapter les travaux prévus et de réaliser des travaux supplémentaires demandés à la firme HULLBRIDGE ASSOCIATED SA, rue de Piéton 71 à 6183 Trazegnies ; Vu l'article 236 al. 2 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous :
24 « LE COLLEGE, Vu la décision du Conseil communal du 20/09/2010 relative à l'approbation des conditions, de l'estimation et du mode de passation (appel d'offres général) du marché pour la rénovation lourde de la maison d’habitation sise rue Saint-Lambert 106 en c/c ; Vu sa décision du 28/12/2010 désignant, pour l'exécution de ce marché, la firme HULLBRIDGE ASSOCIATED SA, rue de Piéton 71 à 6183 Trazegnies, au montant de son offre de 173.174,20 EUR TVAC (6 %) et engageant une dépense de 200.000 EUR à l'article 92200/723-60 du budget extraordinaire 2010 ; Considérant qu'en cours de chantier, certains travaux supplémentaires et adaptations ont donné lieu à des décomptes ; Considérant que le montant des décomptes dépasse les 10 % du marché initial ; Considérant que l’engagement de 200.000 EUR à l'article 92200/723-60 du budget extraordinaire 2010 est suffisant ; Vu la loi du 24/12/1993 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ultérieures ; Vu l'article 236 al. 2 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d'approuver les décomptes I, II, III et 1, 2, 3, 4, 5, 6 et 7 pour un montant total supplémentaire de 13.740,08 EUR TVAC ; - d'approuver un délai complémentaire de 11 jours ouvrables relatifs à ces décomptes ; - d'approuver les diverses adaptations des quantités présumées pour un montant total de - 490,36 EUR TVAC. Cette dépense, inscrite à l’article 92200/723-60/2877 du budget extraordinaire (report 2010), sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0017# ---------4. Voirie – Divers aménagements – Première reconduction – Dépense – Approbation. Wegenis – Verschillende aanlegwerken – Eerste verlenging – Uitgave – Goedkeuring. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'avère nécessaire de poursuivre le programme d’aménagements de la voirie ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-2° b) (nouveaux travaux/services consistant en la répétition de travaux/services similaires) ;
25 Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu la décision du Conseil communal du 28/06/2010 approuvant le cahier spécial des charges n° ID144 – Aménagements 2010 du marché initial « Divers aménagements de la voirie » ; Considérant que le cahier spécial des charges initial n° ID144 – Aménagements 2010 comprend la possibilité de répéter le marché via une procédure négociée suivant l'article 26 § 1-2° b) de la loi d u 15/06/2006 relative aux marchés publics, stipulant l'attribution des nouveaux travaux consistant en la répétition de travaux similaires, attribués à l'adjudicataire du marché initial par le même pouvoir adjudicateur, à condition que ces travaux soient conformes à un projet de base et que ce projet ait fait l'objet du marché initial passé par adjudication ou par appel d'offres, la décision d'attribution des marchés répétitifs devant intervenir dans les trois ans après la conclusion du marché initial ; Vu la décision du Collège des bourgmestre et échevins du 28/12/2010 attribuant le marché initial à NV DEKEMPENEER HFW, Zaventemsesteenweg 63 à 1831 Diegem, pour le montant d'offre de 506.641,16 EUR TVAC ; Considérant que le montant estimé du marché « Divers aménagements de la voirie » s'élève à 550.000 EUR TVA, frais CRR et révision de prix compris ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est inscrit à la modification budgétaire n° 6 au budget extraordinaire 2013, à l’article 42100/731-60 et qu’il sera financé par emprunt ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l'article 234 ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; DECIDE, sous réserve d'approbation de la modification budgétaire n° 6 par l’autorité de tutelle : - de lancer la procédure visant l'attribution du marché répétitif « Divers aménagements de la voirie – ID644 », comme prévu dans le cahier spécial des charges n° ID144 Aménagements 2010 ; - de recourir à la procédure négociée, suivant l'article 26 § 1-2° b) de la loi du 15/06/2006 relative a ux marchés publics ; - de financer cette dépense, inscrite à la modification budgétaire n° 6, à l'article 42100/731-60 du budget extraordinaire 2013, par un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0018# ---------DE RAAD, Overwegende dat het aangewezen is de uitvoering van aanlegwerken van wegen verder te zetten; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-2° b) (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten);
26 Gelet op de wet van 17/06/2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 2; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 28/06/2010 betreffende de goedkeuring van het bijzonder bestek met nr ID144 – Aanlegwerken 2010 van de oorspronkelijke opdracht “Allerlei aanlegwerken van wegen”; Overwegende dat in het oorspronkelijke bestek met nr ID144 – Aanlegwerken 2010 de mogelijkheid is opgenomen de opdracht te herhalen ingevolge een onderhandelingsprocedure volgens bovenvernoemd artikel 26 § 1-2° b) van de wet van 1 5/06/2006 op de overheidsopdrachten, zijnde het gunnen van nieuwe werken, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken, aan de aannemer waaraan de eerste opdracht werd gegund door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met een basisontwerp en dat dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht, gegund na aanbesteding of offerteaanvraag. Deze procedure is beperkt tot een periode van 3 jaar na het gunnen van de oorspronkelijke opdracht; Gelet op de beslissing van het College van burgemeester en schepenen van 28/12/2010 betreffende de gunning van de oorspronkelijke opdracht aan NV DEKEMPENEER HFW, Zaventemsesteenweg 63 te 1831 Diegem, voor het bedrag van zijn offerte van 506.641,15 EUR BTWI; Overwegende dat de uitgave voor de opdracht “Allerlei aanlegwerken van wegen” wordt geraamd op 550.000 EUR BTW, kosten OCW en prijsherzienningen inbegrepen; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op de begrotingswijziging nr 6 van het buitengewone begroting 2013, op artikel 42100/731-60 en dat de financiering gebeurt met lening; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 234; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013; BESLIST, onder voorbehoud van de goedkeuring van de begrotingswijziging nr 6 door de toeziende overheid: - goedkeuring wordt verleend aan het opstarten van de gunningsprocedure voor de herhalingsopdracht “Allerlei aanlegwerken van wegen – ID644”, zoals voorzien in het oorspronkelijke bestek met nr ID144 – Aanlegwerken 2010; - de onderhandelingsprocedure volgens artikel 26 § 1-2° b) van de wet van 15/06/2006 op de overheidsopdrachten te kiezen; - de uitgave voor deze opdracht ingeschreven in de begrotingwijziging nr 6 onder artikel 42100/73160 van het buitengewone begroting 2013 goed te keuren en te dekken door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0018# ----------
27 5. Voirie – Rénovation des trottoirs – Première reconduction – Dépense – Approbation. Wegenis – Renovatie van voetpaden – Eerste verlenging – Uitgave – Goedkeuring. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'avère nécessaire de poursuivre le programme de rénovation des trottoirs ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-2° b) (nouveaux travaux/services consistant en la répétition de travaux/services similaires) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu la décision du Conseil communal du 27/05/2013 approuvant le cahier spécial des charges n° 2013-527 du marché initial « Rénovation de trottoirs – ID527 »; Considérant que le cahier spécial des charges initial n° 2013-527 comprend la possibilité de répéter le marché via une procédure négociée suivant l'article 26 § 1-2° b) de la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics, stipulant l'attribution des travaux nouveaux consistant en la répétition de travaux similaires, attribués à l'adjudicataire du marché initial par le même pouvoir adjudicateur, à condition que ces travaux soient conformes à un projet de base et que ce projet ait fait l'objet du marché initial passé par adjudication ou par appel d'offres, la décision d'attribution des marchés répétitifs devant intervenir dans les trois ans après la conclusion du marché initial ; Vu la décision du Collège des bourgmestre et échevins du 26/09/2013 attribuant le marché initial à VIABUILD, Schaliënhoevedreef 20F à 2800 Mechelen, pour le montant d'offre contrôlé de 502.856,22 EUR TVAC ; Considérant que le montant estimé du marché « Rénovation de trottoirs » s'élève à 600.000 EUR TVAC, frais CRR, révision et coordination sécurité compris ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est inscrit par la modification budgétaire n° 6 au budget extraordinaire de l’exercice 2013, article 42130/735-60 et sera financé par emprunt ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l'article 234 ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE, sous réserve d'approbation de la modification budgétaire n° 6 par les autorités de Tutelle : - de lancer la procédure visant l'attribution du marché répétitif « Rénovation de trottoirs ID 659 », comme prévu dans le cahier spécial des charges n° 2 013-527 ; - de recourir à la procédure négociée, suivant l'article 26 § 1-2° b) de la loi du 15/06/2006 relative a ux marchés publics ; - de financer cette dépense, inscrite en modification budgétaire n° 6 à l'article 42130/735-60 du budget extraordinaire 2013, par emprunt à contracter auprès du Fonds Régional de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0019# ----------
28 DE RAAD, Overwegende dat het aangewezen is het onderoudsprogramma van voetpaden verder te zetten; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-2° b) (nieuwe werken/diensten, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken/diensten); Gelet op de wet van 17/06/2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 2; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van 27/05/2013 betreffende de goedkeuring van het bijzonder bestek met nr 2013-527 van de oorspronkelijke opdracht “Herstellen van voetpaden”; Overwegende dat in het oorspronkelijke bijzonder bestek met nr 2013-527 de mogelijkheid is opgenomen de opdracht te herhalen ingevolge een onderhandelingsprocedure volgens bovenvernoemd artikel 26 § 1-2° b) van de wet van 1 5/06/2006 op de overheidsopdrachten, zijnde het gunnen van nieuwe werken, bestaande uit de herhaling van soortgelijke werken, aan de aannemer waaraan de eerste opdracht werd gegund door dezelfde aanbestedende overheid, op voorwaarde dat deze werken overeenstemmen met een basisontwerp en dat dit ontwerp het voorwerp uitmaakte van een eerste opdracht, gegund na aanbesteding of offerteaanvraag. Deze procedure is beperkt tot een periode van 3 jaar na het gunnen van de oorspronkelijke opdracht; Gelet op de beslissing van het College van burgemeester en schepenen van 26/09/2013 betreffende de gunning van de oorspronkelijke opdracht aan VIABUILD, Schaliënhoevedreef 20F te 2800 Mechelen, voor het bedrag van zijn offerte van 502.856,22 EUR BTWI; Overwegende dat de uitgave voor de opdracht “Renovatie van voetpaden – ID659” wordt geraamd op 600.000 EUR BTWI, kosten OCW, prijsherziening en veiligheidscoordinatie inbegrepen; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op de begrotingswijziging nr 6 van het buitengewone begroting 2013 op artikel 42130/735-60 en dat de financiering gebeurt met lening; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikel 234; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST, onder voorbehoud van de goedkeuring van de begrotingswijziging nr 6 door de toeziende overheid: - goedkeuring wordt verleend aan het opstarten van de gunningsprocedure voor de herhalingsopdracht “Renovatie van voetpaden – ID659”, zoals voorzien in het oorspronkelijke bijzonder bestek met nr 2013-527; - de onderhandelingsprocedure volgens artikel 26 § 1-2° b) van de wet van 15/06/2006 op de overheidsopdrachten te kiezen; - de uitgave voor deze opdracht ingeschreven in de begrotingswijziging nr 6 onder artikel 42130/73560 van het buitengewone begroting 2013 goed te keuren. Deze uitgave zal gedekt worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.
29 Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0019# ---------6. Plan communal de Mobilité – Troisième et dernière phase – Approbation. Gemeentelijk Mobiliteitsplan – Derde en laatste fase – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu sa délibération du 15/09/2008 approuvant la convention-cadre mobilité entre la Région de Bruxelles-Capitale et la Commune ; Vu la convention cadre mobilité signée en date du 20/10/2008 ; Vu la mission confiée au bureau d’études TRITEL – devenu entre-temps TRACTEBEL ENGINEERING – en date du 23/12/2008, suivant le cahier des charges approuvé par le Collège en séance du 20/10/2008 ; Considérant qu’un Plan Communal de Mobilité est un outil prospectif de planification qui vise à créer au niveau communal les conditions d’une mobilité durable et de qualité ; Considérant que la mission se compose de 3 phases : Phase 1 : Etat des lieux, diagnostic et objectifs ; Phase 2 : Elaboration d’un scénario de mobilité durable ; Phase 3 : Le programme d’actions – Fiches projets ; Considérant que les trois documents de la première phase (Diagnostic, atlas cartographique et objectifs) ont été approuvés par le comité d’accompagnement et par le Collège respectivement les 28/09 et 25/11/2010 ; Considérant que les phases 2 et 3 constituent le plan ou programme d’actions à mener en matière de mobilité ; Considérant que les éléments constitutifs du PCM – à savoir, l’atlas cartographique, le scénario de mobilité durable et le programme d’actions – ont été soumis à enquête publique du 03/06 au 19/07/2013 ; Considérant que le PCM a été corrigé au mois d’août 2013 en fonction des remarques récoltées lors de l’enquête publique ; Considérant que la version définitive du PCM a été soumise au comité d’accompagnement au mois de septembre et que les membres n’ont plus émis de remarques. Que, dès lors, le PCM peut être considéré comme approuvé par le comité d’accompagnement ; Considérant que la phase 3 en particulier et le PCM en général sont terminés et respectent tant la convention cadre précitée que le cahier des charges de l’étude ; Vu le document finalisé « Plan communal de Mobilité – Phases 2 et 3 – Août 2013 » ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE par 22 voix pour et 9 abstentions (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, VAN DER AUWERA, Mme DRANSART, MM. DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : 1. d’approuver le document « Plan communal de Mobilité – Phases 2 et 3 – Août 2013 » ; 2. de soumettre le PCM – phase 1, 2 et 3 à l’approbation du Gouvernement. #018/16.12.2013/A/0020# ----------
30 DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 15/09/2008 waarbij de kaderovereenkomst Mobiliteit tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeente werd goedgekeurd; Gelet op de kaderovereenkomst Mobiliteit die op 20/10/2008 werd getekend; Gelet op de opdracht die op 23/12/2008, als gevolg van het bestek dat door het College tijdens zijn zitting van 20/10/2008 werd goedgekeurd, aan het studiebureau TRITEL – intussen omgedoopt tot TRACTEBEL ENGINEERING – werd toevertrouwd; Overwegende dat een Gemeentelijk Mobiliteitsplan (GMP) een prospectief hulpmiddel is dat op gemeentelijk vlak een duurzame en kwalitatieve mobiliteit nastreeft; Overwegende dat de opdracht uit 3 fases bestaat: Fase 1 : Inventaris, diagnose en doelstellingen; Fase 2 : Opstellen van een scenario voor een duurzame mobiliteit; Fase 3 : Het actieplan – Projectfiches; Overwegende dat de drie documenten van de eerste fase (Diagnose, cartografische atlas en doelstellingen) zowel door het begeleidingscomité als door het College werden goedgekeurd en dit respectievelijk op 28/09 en 25/11/2010; Overwegende dat fases 2 en 3 het plan of programma vormen van de acties die op vlak van mobiliteit moeten worden gevoerd; Overwegende dat de onderdelen van het GMP – namelijk de cartografische atlas, het scenario voor duurzame mobiliteit en het actieplan – van 03/06 tot en met 19/07/2013 onderworpen werden aan een openbaar onderzoek; Overwegende dat het GMP in augustus 2013 werd aangepast in functie van die opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek werden gemaakt; Overwegende dat het definitieve GMP tijdens de maand september aan het begeleidingscomité werd voorgelegd en dat de leden geen opmerkingen meer hadden. Dat hieruit besloten mag worden dat het GMP door het begeleidingscomité werd goedgekeurd; Overwegende dat fase 3 in het bijzonder en het GMP in het algemeen afgerond zijn en zowel voornoemde kaderovereenkomst als het bestek van de studie respecteren; Gelet op het afgeronde document “Gemeentelijk Mobiliteitsplan – Fases 2 en 3 – augustus 2013”; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST met 22 stemmen voor en 9 onthoudingen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, VAN DER AUWERA, Mw DRANSART, de HH. DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE) : 1. het document “Gemeentelijk Mobiliteitsplan – Fases 2 en 3 – augustus 2013” goed te keuren; 2. het GMP – fase 1, 2 en 3 voor te leggen aan de goedkeuring van de Regering. #018/16.12.2013/A/0020# ---------Motif d’absention du groupe ECOLO : Nous aurions souhaité disposer des documents complets dans leur version définitive pour donner un avis éclairé. En commission, M. le Bourgmestre nous a fait part de son intention de nous inviter à assister à une présentation ultérieure de ce plan. Il aurait été souhaitable de nous présenter la version finale de ce plan AVANT de nous inviter à l’approuver.
31 Reden van de onthouding van de ECOLO-groep: Wij hadden graag over de volledige documenten in hun definitieve versie beschikt om een duidelijk advies te kunnen geven. In de commissie heeft de burgemeester gezegd dat hij ons wilde uitnodigen op een latere voorstelling van dit plan. Men had ons de eindversie van dit plan beter bezorgd VOOR men ons uitnodigde om het goed te keuren. ---------7. Contrat propreté publique 2012-2017 – Approbation. Openbare netheidcontract 2012-2017 – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le plan régional de propreté publique 2013-2017 adopté le 16/02/2012 par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l'arrêté du 05/09/2013 du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant pour l'année 2013, les modalités d'octroi de subventions aux communes dans le cadre de la propreté-publique ; Considérant qu'il s'indique de poursuivre le renforcement de la coopération entre les services régionaux et communaux de la propreté, conformément aux orientations du plan propreté 2013-2017 ; Vu l'article 135 § 2 de la nouvelle loi communale relatif aux attributions des communes, notamment en matière de propreté publique ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE : d'approuver le contrat de propreté ci-dessous à conclure avec l'Agence Bruxelles-Propreté : Entre, d'une part, L’Agence Régionale pour la Propreté, représentée par M. Rachid MADRANE, Secrétaire d’État à la Région de Bruxelles-Capitale en charge de la collecte et du traitement des déchets et de la Propreté publique, et M. Vincent JUMEAU, Directeur général, ci-après dénommée « l'Agence ». et d'autre part, La Commune de Woluwe-Saint-Lambert, représentée par MM. Olivier MAINGAIN, Bourgmestre et Patrick LAMBERT, Secrétaire Communal, ci-après dénommée « la Commune ». Il est convenu ce qui suit : Article 1. Objet du contrat Le présent contrat a pour objet d’améliorer le niveau général de propreté publique de la Commune au travers d’une bonne collaboration entre l’Agence et celle-ci, dans le cadre des objectifs du Plan Propreté 2013-2017 et des objectifs propres à la Commune. Le contrat de propreté fixe également les modalités d’utilisation, par la Commune, de la subvention régionale dans le cadre de la propreté publique. Article 2. Durée du contrat Le présent contrat est conclu pour la durée restante du Plan Propreté 2013-2017 et ce, indépendamment de la mise en œuvre de la VIème réforme de l’État (réforme intra-bruxelloise en matière de propreté publique). Il entre en vigueur au moment de sa signature par l’ensemble des parties contractantes.
32 Article 3. Comité de pilotage Le Comité de pilotage est composé de représentants de la Commune, de l’Agence et du Secrétaire d’État en charge de la Collecte et du Traitement des déchets et de la Propreté publique Le Comité de pilotage a, dans le cadre du contrat de propreté, pour missions principales : - de remplir un rôle d’interface entre la Commune et l’Agence ; - de valider les priorités du Plan Propreté 2013-2017 que la Commune décide de mettre en œuvre ; - d’assurer le suivi des affectations des crédits régionaux par la Commune ; - de définir les modalités de collaboration entre la Commune et l’Agence dans le cadre du présent contrat et d'aborder tout problème de coopération structurelle ; - de prendre toute mesure utile à la bonne exécution du présent contrat. ll se réunit au moins trois fois par an sur convocation de l’Agence. Les points à aborder lors de ces réunions sont mis à l’ordre du jour par l’Agence après validation du Secrétaire d’État. L’Agence communique cet ordre du jour aux Communes au plus tard 15 jours avant la tenue de chaque réunion. Chaque Commune communique les points qu’elle désire mettre à l’ordre du jour au plus tard 10 jours avant la date fixée. L’ordre du jour définitif est transmis à chaque Commune au plus tard 5 jours avant la date du Comité de pilotage. En dehors des réunions ordinaires du Comité de pilotage, chaque partie peut demander que celui-ci se réunisse pour traiter d’un point particulier. Chaque réunion fait l’objet d’un compte-rendu établi par l’Agence dont une copie est transmise au Secrétaire d’Etat en charge de la Collecte et du Traitement des déchets et de la Propreté publique, au Bourgmestre et/ou à l’Échevin(e) compétent(e) pour la Propreté publique ainsi qu’aux différents participants. Chaque compte-rendu est considéré comme définitif à défaut de remarques formulées par écrit endéans les 15 jours à dater de la réception de celui-ci. Article 4. Plan des Priorités communales relatives au Plan Propreté 2013-2017 (PPC) La Commune établit, sur base des priorités définies dans le Plan Propreté 2013-2017, les mesures qu’elle estime pertinentes de mettre en œuvre. La Commune s’engage à, endéans les 15 jours à dater de la signature du présent contrat, transmettre à l’Agence le document qui figure en Annexe I dûment complété. Article 5. Le Plan pluriannuel d’actions communales (PPAC) Endéans les 30 jours à dater de la réception du PPC et sur base de ce dernier, la Commune et l’Agence élaborent un Plan pluriannuel d’actions communales. Le PPAC définit, par année calendrier, les objectifs opérationnels et financiers ainsi que les actions de propreté publique planifiées par la Commune dans le cadre de la subvention régionale. Il est rédigé sur base du document qui figure en Annexe II et est soumis à l’approbation du Comité de pilotage dans les 30 jours de son établissement. Article 6. Le Programme annuel d’utilisation (PAU) Sur la base du PPAC, l’Agence et la Commune établissent, chaque année calendrier pendant la durée du présent contrat, un Programme annuel d’utilisation selon le document figurant en Annexe III. Pour l’année 2013, le PAU est établi et approuvé par le Comité de pilotage endéans les 90 jours à dater de l’entrée en vigueur du présent contrat. Pour les années calendrier suivantes, il le sera au plus tard le 31 janvier de chacune des dites années. Toute demande de modification du Programme annuel d’utilisation fait l’objet d’une approbation par le Comité de pilotage. Article 7. Le Rapport annuel d’activités communales (RAAC) La Commune s’engage à transmettre annuellement à l’Agence, pour le 31 mars de l’année qui suit l’année calendrier de référence, un Rapport annuel d’activités communales, établi selon le document figurant en Annexe IV.
33 Ce rapport se compose de deux parties : - la première partie énumère les activités de propreté publique menées par la Commune durant l’année calendrier de référence ; - la seconde partie est constituée d’un descriptif de l’utilisation effective de la subvention régionale telle que prévue dans le PAU pour l’année calendrier de référence. Elle est accompagnée des pièces justificatives. Le RAAC est soumis pour approbation au Comité de pilotage. Article 8. Montant et liquidation de la subvention Le subside régional annuel attribué à la Commune s’élève à 125.946 EUR pour l’année 2013. Ce montant est à tout le moins maintenu pour la durée de présent contrat, sous réserve d’une décision du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale justifiée par des contraintes budgétaires particulières. Une première tranche de 35 % est libérée dans le mois de l’approbation par le Comité de pilotage du PAU. Une tranche supplémentaire de 25% est libérée au plus tard un mois après que le Comité de pilotage ait constaté le bon déroulement des actions du présent Contrat de propreté. Le solde est libéré dans un délai d’un mois à dater de la validation par le Comité de pilotage du Rapport annuel d’activités communales, si celui-ci permet d’établir que la Commune a respecté les obligations du présent contrat. Articles 9. Dispositions finales 1. En cas de non-respect des engagements pris par l’une des parties au contrat de propreté, l’autre partie saisit le Comité de pilotage. Celui-ci établit à ce propos un rapport circonstancié qui est transmis au Secrétaire d’État à la Région de Bruxelles-Capitale en charge de la Collecte et du Traitement des déchets et de la Propreté publique. 2. En cas de défaillance imputable à l’Agence, le Secrétaire d’État peut autoriser la Commune qui le souhaite à se dégager du présent contrat. Cette dernière devra toutefois respecter ses obligations relatives à l’année calendrier en cours. 3. En cas de défaillance imputable à la Commune, le Secrétaire d’État peut décider, après avoir entendu l’autorité communale concernée, que celle-ci perd le droit, en tout ou partie, au solde de la subvention. Fait à ………………., le ………………. Pour l’Agence Régionale pour la Propreté,
Pour la Commune de Woluwe-Saint-Lambert,
Le Secrétaire d’État à la Région de BruxellesCapitale chargé de la Collecte et du Traitement des déchets et de la Propreté publique,
Le Bourgmestre,
Rachid MADRANE
Olivier MAINGAIN
Le Directeur général,
Le Secrétaire communal,
Vincent JUMEAU
Patrick LAMBERT
La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0021# ----------
34 DE RAAD, Gelet op het gewestelijke reinheidsplan 2013-2017 goedgekeurd op 16/02/2012 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; Gelet op het besluit van 05/09/2013 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat, voor het jaar 2013, de toekenningsmodaliteiten vastlegt van de subsidies aan de gemeenten in het kader van de openbare reinheid; Overwegende dat het aangewezen is de coördinatie tussen de gewestelijke en gemeentelijke reinheidsdiensten verder te verbeteren, overeenkomstig de beleidslijnen van het gewestelijke reinheidsplan; Gelet op het artikel 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet betreffende de bevoegdheden van de gemeenten, in het bijzonder in verband met de openbare reinheid; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen in zitting van 05/12/2013; BESLIST: Het reinheidscontract hieronder goed te keuren in overeenkomst met het Agentschap Netheid: Tussen enerzijds, Het Gewestelijke Agentschap Netheid, vertegenwoordigd door De Hr Rachid MADRANE, Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor de Ophaling en Verwerking van Afval en voor de Openbare netheid, en De Hr Vincent JUMEAU, Directeur-Generaal, hierna genoemd “het Agentschap”, en, anderzijds, de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, vertegenwoordigd door de HH. Olivier MAINGAIN, Burgemeester en Patrick LAMBERT, Gemeentesecretaris, hierna genoemd “de Gemeente”. Wordt het volgende overeengekomen : Artikel 1. Voorwerp van het contract Het voorwerp van dit contract is de verbetering van de algemene staat van openbare netheid van de Gemeente door middel van een goede samenwerking tussen het Agentschap en de Gemeente, in het kader van de doelstellingen van het Netheidsplan 2013-2017 en de eigen doelstellingen van de Gemeente. Dit netheidscontract bepaalt eveneens de gebruiksmodaliteiten van de gewestsubsidie in het kader van de openbare netheid door de Gemeente. Artikel 2. Looptijd van het contract Dit contract wordt gesloten voor de resterende duur van het Netheidsplan 2013-2017 en dit, onafhankelijk van de uitvoering van de Vijfde staatshervorming (intra-Brusselse hervorming inzake openbare netheid). De overeenkomst treedt in werking op datum van ondertekening door alle partijen. Artikel 3. Stuurcomité Het Stuurcomité bestaat uit vertegenwoordigers van de Gemeente, van het Agentschap en van de Staatssecretaris bevoegd voor de Ophaling en Verwerking van afval en voor de Openbare Netheid. Het Stuurcomité heeft, in het kader van het netheidscontract, als voornaamste taken: - een schakelrol vervullen tussen de Gemeente en het Agentschap; - de prioriteiten van het Netheidsplan 2013-2017 valideren die de Gemeente wil uitvoeren; - de opvolging verzekeren van de aanwending van de gewestkredieten door de Gemeente ;
35 - de samenwerkingsmethoden bepalen tussen de Gemeente en het Agentschap in het kader van dit contract en eventuele problemen in de structurele samenwerking aanpakken; - elke maatregel treffen die nuttig is voor de goede uitvoering van dit contract. Het stuurcomité komt ten minste drie keer per jaar samen op verzoek van het Agentschap. De punten die aan bod komen tijdens deze vergaderingen worden door het Agentschap op de agenda gezet na validering door de Staatssecretaris. Het Agentschap bezorgt deze agenda uiterlijk 2 weken voor aanvang van elke vergadering aan de Gemeenten . Elke Gemeente bezorgt de punten die ze op de agenda wil zetten uiterlijk 10 dagen voor de vastgelegde datum. De definitieve agenda wordt uiterlijk 5 dagen voor de vergaderdatum van het Stuurcomité aan elke Gemeente bezorgd. Naast de gewone vergaderingen van het Stuurcomité, kan elke partij het Stuurcomité verzoeken bijeen te komen om een specifiek punt te behandelen. Van elke vergadering wordt verslag opgemaakt door het Agentschap. Een kopie hiervan wordt bezorgd aan de Staatssecretaris bevoegd voor de Ophaling en Verwerking van Afval en voor Openbare Netheid, aan de Burgemeester en/of bevoegde Schepen(e) voor Openbare Netheid alsook aan de verschillende deelnemers. Elk verslag wordt als definitief beschouwd indien binnen 2 weken na ontvangst ervan geen schriftelijke opmerkingen werden geformuleerd. Artikel 4. Prioriteitenplan van de gemeenten voor het Netheidsplan 2013-2017 (PGP) De gemeente bepaalt, op basis van de vastgelegde prioriteiten in het Netheidsplan 2013-2017, de maatregelen die zij nodig acht uit te voeren. De Gemeente verbindt zich ertoe om, binnen 2 weken na ondertekening van dit contract, het document in Bijlage I volledig ingevuld te bezorgen aan het Agentschap. Artikel 5. Het Gemeentelijk Meerjarenactieplan (GMAP) Binnen 30 dagen na ontvangst van het Netheidsplan en op basis hiervan maken de Gemeente en het Agentschap een Meerjarenactieplan gemeenten op. Het Gemeentelijk Meerjarenactieplan bepaalt, per kalenderjaar, de operationele en financiële doelstellingen alsook de geplande openbare netheidsacties door de Gemeente in het kader van de gewestsubsidie. Het wordt opgesteld op basis van het document in Bijlage II en is onderworpen aan de goedkeuring van het Stuurcomité binnen 30 dagen na opstelling ervan. Artikel 6. Het Jaarlijks bestedingsprogramma (JBP) Op basis van het Gemeentelijk Meerjarenactieplan stellen het Agentschap en de Gemeente, elk kalenderjaar tijdens de duur van dit contract, een Jaarlijks Bestedingsprogramma op, volgens het document in Bijlage III. Voor het jaar 2013 wordt het JBP opgesteld en goedgekeurd door het Stuurcomité binnen 90 dagen na inwerkingtreding van dit contract. Voor de volgende kalenderjaren is dit uiterlijk op 31 januari van elk respectief jaar. Elke vraag tot wijziging van het Jaarlijks bestedingsprogramma maakt het voorwerp uit van een goedkeuring door het Stuurcomité. Artikel 7. Het jaarverslag van de gemeentelijke activiteiten(JGA) De Gemeente verbindt zich ertoe om jaarlijks aan het Agentschap, tegen 31 maart van jaar volgend op het referentiekalenderjaar, een Jaarverslag van de Gemeentelijke Activiteiten te bezorgen dat is opgesteld volgens het document in Bijlage IV. Dit verslag bestaat uit twee delen : - Het eerste deel geeft een opsomming van de activiteiten die de gemeente tijdens het genoemde kalenderjaar heeft ondernomen inzake openbare netheid; - Het tweede deel vormt een beschrijving van de effectieve aanwending van de gewestelijke subsidie zoals voorzien in het jaarlijks bestedingsprogramma voor het kalenderjaar in kwestie. Dit deel wordt vergezeld van de verantwoordingsstukken.
36 Het JGA wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het Stuurcomité. Artikel 8. Bedrag en uitbetaling van de subsidie De jaarlijkse gewestsubsidie toegekend aan de Gemeente bedraagt 125.946 € voor het jaar 2013. Dit bedrag wordt op zijn minst gehandhaafd voor de looptijd van dit contract, onder voorbehoud van een beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering , gerechtvaardigd door bijzondere begrotingsverplichtingen. Een eerste schijf van 35% wordt vrijgemaakt binnen een maand na de goedkeuring door het sturingscomité van het jaarlijks bestedingsprogramma. Een bijkomende schijf van 25% wordt vrijgemaakt binnen een maand nadat het sturingscomité het goede verloop van de acties voorzien in het netheidscontract heeft vastgesteld. Het saldo wordt vrijgemaakt binnen een maand na de validatie door het Sturingscomité van het jaarverslag van de gemeentelijke activiteiten, indien hiermee kan worden vastgesteld dat de gemeente de verplichtingen van het netheidscontract is nagekomen. Artikel 9. Slotbepalingen 1. Bij niet-naleving van de aangegane verbintenissen in het netheidscontract door één van beide partijen, brengt de andere partij dit aan bij het Stuurcomité. Deze maakt hieromtrent een gemotiveerd verslag op dat bezorgd wordt aan de Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor de Ophaling en Verwerking van afval en voor Openbare Netheid. 2. Indien er sprake is van tekortkoming die kan worden toegeschreven aan het Agentschap, kan de Staatssecretaris toestemming geven aan de Gemeente om zich vrij te maken van dit contract, als ze dit wenst. Deze laatste moet evenwel alle verplichtingen van het lopende kalenderjaar naleven. 3. Indien er sprake is van tekortkoming die kan worden toegeschreven aan de Gemeente, kan de Staatssecretaris beslissen, na de betrokken gemeentelijke overheid te hebben gehoord, dat deze, volledig of gedeeltelijk, het recht op het saldo van de subsidie verliest. Opgemaakt te …………………, op …………………... Voor het Gewestelijk Agentschap voor Netheid,
Voor de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe,
De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor de Ophaling en Verwerking van afval en voor OpenbareNetheid,
De Burgemeester,
Rachid MADRANE
Olivier MAINGAIN
De Directeur-generaal,
De Gemeentesecretaris,
Vincent JUMEAU
Patrick LAMBERT
Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0021# ----------
37 8. Immeuble sis avenue du Couronnement 67 – Remise en vente – Approbation. Gebouw gelegen Kroninglaan 67 – Herverkoop – Goedkeuring. LE CONSEIL, Considérant que la commune est propriétaire d'une maison unifamiliale sise avenue du Couronnement 67 ; Considérant que ces locaux sont vides, en mauvais état et inadaptés pour accueillir des services communaux ; Considérant qu'il est de l'intérêt de la commune de vendre ce bien ; Vu sa délibération du 28/06/2010 approuvant le « Règlement de procédure de vente de gré à gré au plus offrant des biens immobiliers communaux » ; Vu sa délibération du 27/02/2012 par laquelle il décide de vendre ce bien selon les conditions de ce règlement ; Considérant que l'estimation du Receveur de l'Enregistrement était de 315.000 EUR ; Considérant qu'aucun acquéreur n'a remis un prix ; Considérant qu'au vu du contexte économique et de l'ampleur des travaux à prévoir, le Receveur de l'Enregistrement a revu le montant de son estimation en date du 12/12/2012 et puis en date du 12/06/2013 ; Considérant que celui-ci a été porté à 298.000 EUR et ensuite à 275.000 EUR ; Vu sa délibération du 24/06/2013 par laquelle il décide de vendre ce bien selon les conditions de ce règlement ; Considérant que des incertitudes juridiques résultant d'une contestation émanant d'une personne ayant remis offre pesent sur la validité de la procédure entamée sur la base de cette décision; Considérant que pour garantir la sécurité juridique, il est préférable de l'annuler; Vu le courrier du 25/11/2013 du Receveur de l'Enregistrement confirmant son estimation du 12/06/2013; Considérant que la procédure de vente de gré à gré peut être retenue moyennant une publicité appropriée ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE par 20 voix pour, 5 voix contre (MM. DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSART) et 6 abstentions (Mme CARON, MM. LEMAIRE, VANDERWAREN, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - d'annuler la procédure résultant de sa décision du 24/06/2013 approuvant la vente de gré à gré au plus offrant du bien sis avenue du Couronnement 67; - d'approuver la remise en vente, selon les termes du « Règlement de procédure de vente de gré à gré au plus offrant des biens immobiliers communaux », du bien sis avenue du Couronnement 67, au prix minimum de 275.000 EUR ; - de faire procéder aux mesures de publicité visé à l'article 2 du règlement de procédure de vente de gré à gré au plus offrant des biens immobiliers communaux du 01/03/2014 au 31/03/2014;
38 - d'approuver le projet d'acte de vente rédigé par le successeur du notaire Gérald SNYERS d'ATTENHOVEN, tel que repris ci-après : « Marcelis et Guillemyn, notaires associés » Sprl Siège : B-1000 Bruxelles, rue Joseph Stevens, 7, 24ème étage. RPM Bruxelles : 0897.073.024 VENTE DE GRE A GRE L’AN DEUX MILLE QUATORZE, Le Devant Nous, Maître Carole GUILLEMYN, notaire associé à Bruxelles, A Woluwe-Saint-Lambert, ONT COMPARU : DE PREMIERE PART, LA COMMUNE de WOLUWE-SAINT-LAMBERT (NN 0207 389 859), ici représentée par son Collège des Bourgmestre et Echevins, au nom duquel agissent : - Monsieur Olivier MAINGAIN, Bourgmestre ( CI …), - Monsieur Patrick LAMBERT, Secrétaire communal (CI 591-0706300-48), Agissant en leurs dites qualités conformément à la loi du trente mars mil neuf cent vingt et un, et en exécution d'une délibération publique du Conseil communal en date du 16 décembre 2013, acte qui n’a soulevé aucune objection de la part de l’autorité de tutelle, ainsi que l’atteste une lettre datée du ________ 2014 émanant du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale, Administration des Pouvoirs locaux, Tutelle administrative sur les Communes, portant les références _________________. Copies conformes de la décision du Conseil communal et de la lettre de la Tutelle, dont question ci-dessus, resteront ci annexées, mais ne seront pas transcrites. Ci-après dénommée : « la Commune » et/ou « le vendeur ». DE DEUXIEME PART, ... Ci-après dénommé(s) : « l’acquéreur » / « les acquéreurs ». Les comparants ont arrêté la convention suivante : Le vendeur déclare par les présentes, dans le cadre du règlement de procédure de vente de gré à gré au plus offrant de biens immobiliers communaux, tel qu’adopté par décision du Conseil communal en date du 28/06/2010, non improuvée par la Tutelle dans le délai légal, vendre sous les garanties ordinaires de droit et pour quitte et libre de toutes dettes et charges privilégiées ou hypothécaires généralement quelconques aux acquéreurs, qui déclarent accepter, le bien ci-après décrit : DESCRIPTION DU BIEN COMMUNE DE WOLUWE-SAINT-LAMBERT (Troisième division – Art.00002) Une maison d’habitation sise avenue du Couronnement numéro 67 (année de construction : 1938), cadastrée selon extrait récent de la matrice cadastrale section D numéro 125 L 4 pour une contenance d’un are douze centiares (1a 12ca). Ci-après dénommée « le bien ». ORIGINE DE PROPRIETE Le vendeur déclare être propriétaire du bien prédécrit pour en avoir eu la jouissance paisible, publique, non équivoque et non interrompue, à titre de propriétaire, depuis plus de trente ans à compter de ce jour. L’acquéreur devra se contenter de l’origine de propriété qui précède à l’appui de laquelle il ne pourra exiger d’autre titre de propriété qu’une expédition des présentes. PROPRIETE - OCCUPATION – IMPOTS Le vendeur déclare que le bien est libre de toute occupation, même précaire. L’acquéreur aura la propriété du bien vendu à dater de ce jour, ainsi que sa jouissance par la prise de possession réelle, à charge pour lui de payer et supporter à compter du même jour tous les impôts et les charges généralement quelconques s’y rapportant. Le transfert des risques visés par les articles 1788 et 1789 du Code civil s’opère à compter de ce jour.
39 L’acquéreur paie ce jour sa quote-part dans le précompte immobilier de l’année en cours, calculée pro rata temporis au jour de son entrée en jouissance, soit la somme de € _________ . Dont quittance. Le vendeur déclare que le bien ne fait l’objet d’aucune taxe de recouvrement. CHARGES ET CONDITIONS La présente vente est consentie et acceptée aux charges, clauses et conditions suivantes: Etat du bien. Le bien se vend tel qu'il se trouve et s’étend dans son état à ce jour, bien connu de l'acquéreur, qui déclare l'avoir visité et avoir pris et reçu toute information quant à sa situation, son état et son affectation. Le vendeur n’est pas responsable des défauts et vices qui sont apparents et que l’acquéreur a pu luimême constater. L’acquéreur sera sans recours contre le vendeur pour raison de vices cachés, mais uniquement dans la mesure où le vendeur ne les connaissait pas. Sans que cette affirmation puisse entraîner un quelconque recours de la part de l’acquéreur envers le vendeur compte tenu de l’ancienneté éventuelle du bâtiment et de l’absence de connaissances techniques du vendeur en ces domaines, le vendeur déclare ne pas avoir connaissance de l’existence de vices cachés, en ce compris de mérule ou d’amiante. Contenance. La superficie ci-dessus indiquée n’est pas garantie, le plus ou le moins, fût-il supérieur au vingtième, faisant profit ou perte pour l’acquéreur sans modification quant au prix. Les indications cadastrales ne sont données qu'à titre de simple renseignement et l'acquéreur ne pourra se prévaloir d'une inexactitude ou d'une omission dans lesdites indications. 3. Servitudes – Conditions spéciales. Le bien est vendu avec toutes les charges et servitudes actives ou passives, apparentes ou non apparentes, continues ou discontinues qui peuvent l'avantager ou le grever. L'acquéreur souffrira les servitudes passives, sauf à s'en défendre, et profitera des servitudes actives, s'il en existe, à ses frais, risques et périls, sans cependant que la présente clause ne puisse donner à qui que ce soit plus de droits qu'il n'en aurait, soit en vertu de titres réguliers et non prescrits, soit en vertu de la loi. En toute hypothèse, l'acquéreur est subrogé à compter de ce jour dans tous les droits et obligations du vendeur en la matière. A cet égard le vendeur déclare qu’il n’a conféré aucune servitude ou charge sur le bien et qu'à sa connaissance, il n'en existe pas et qu’il n’en a pas existé au cours des trente dernières années. 4. Mitoyenneté. Le bien est vendu sans garantie de mitoyenneté. 5. Litiges. Le vendeur déclare et garantit qu’à ce jour il n’existe, à sa connaissance, aucun litige entre lui et un tiers qui possèderait ou qui ne possèderait pas de droit relativement au bien ou qui invoquerait un tel droit relativement au bien, à sa jouissance, son utilisation ou son occupation, ou qui pourrait mettre en danger les droits, la jouissance ou l’utilisation du vendeur relativement au bien. 6. Déclarations Le vendeur déclare : - que le bien n'est grevé d'aucun droit de préemption conventionnel, d'aucune option d'achat ni d'aucun droit de réméré. Pour autant que de besoin, le vendeur déclare qu’il n’a pas pris d’engagement de vente relativement au bien (y compris offre d’achat, promesse d’achat, compromis de vente) ; - qu’il n’est pas au courant d’une procédure pendante concernant une révision du revenu cadastral du bien. 7. Assurance Le vendeur déclare que le bien est assuré contre les risques d’incendie et risques accessoires. A partir de ce jour, l’acquéreur devra faire son affaire personnelle de l’assurance dudit bien. La police existante cessera ses effets au terme des huit jours qui suivront l’acte. 8. Compteurs et canalisations Les compteurs, conduites, canalisations, appareils et autres installations généralement quelconques placés dans le bien par une administration qui n'aurait donné ces objets qu'à titre de location, ne font pas partie de la vente et sont réservés au profit de qui de droit. Quant aux abonnements aux eaux, gaz et électricité et/ou autres services d'utilité publique, l'acquéreur les paiera et supportera pro rata temporis à partir de ce jour.
40 URBANISME 1. En cas de construction, l’acquéreur devra se conformer aux règlements et prescriptions des autorités compétentes et spécialement aux prescriptions de la loi du vingt-neuf mars mil neuf cent soixante-deux, complétée par celle du vingt-deux décembre mil neuf cent septante sur l'aménagement du territoire, ainsi qu'aux prescriptions du Code Bruxellois de l’Aménagement du Territoire (« COBAT »). 2. Le vendeur déclare que le bien ne fait pas l'objet d'un permis d'urbanisme ou d'un certificat d'urbanisme laissant prévoir que tel permis pourrait être obtenu et qu'il n'est donc pris aucun engagement quant à la possibilité d'effectuer sur les biens concernés aucun des actes et travaux visés à l'article 98 §1 du COBAT. A ce sujet, l’acquéreur déclare savoir qu'aucun des actes et travaux dont question audit article 98 §1 du COBAT ne peut être effectué sur le bien tant que le permis d'urbanisme adéquat n'a pas été obtenu. 3. Le vendeur déclare que le bien n’est pas repris dans un Arrêté portant expropriation du bien. 4. Conformément à l’article 275 du COBAT le Notaire soussigné, par lettre du 6 juin 2013, a demandé à la Commune de Woluwe-Saint-Lambert, département Urbanisme, de confirmer les renseignements urbanistiques, qui s’appliquent au bien vendu. Par sa réponse du 2 juillet 2013, ladite Commune a transmis les renseignements suivants ici littéralement reproduits : « En réponse à votre lettre du 05/06/2013, nous vous prions de noter que le bien : 1. n’est pas repris dans les limites d’un plan particulier d’affectation du sol, de lotissement ou d’expropriation approuvé. 2. est situé dans une zone d’habitation du Plan Régional d’Affectation du Sol approuvé par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 03 mai 2001. 3. n’est pas repris dans une liste de sites ou monuments classés ou susceptibles de l’être, ni inscrit d’office à l’inventaire du patrimoine immobilier de la Région de Bruxelles-Capitale. 4. n’est grevé d’aucune emprise pour canalisation de produits gazeux ou autres. 5. n’est pas repris dans un espace de développement renforcé du logement et de la rénovation. 6. n’est pas repris dans un périmètre soumis au droit de préemption tel que prévu par le Code bruxellois de l’Aménagement du Territoire approuvé par arrêté du 09/04/2004 du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale. Par ailleurs, nous vous informons que : 7. tout projet de transformation même intérieure et tout changement d’affectation doivent faire l’objet d’un permis d’urbanisme. 8. conformément à l’article 28 du Règlement Communal sur les Bâtisses, la zone de recul doit être aménagée en jardin ; le quart au moins de sa surface doit être planté et parfaitement entretenu en tout temps. Les plantations à haute tige y sont interdites. Cette zone de recul doit conserver constamment cette affectation de jardinet à l’exclusion de tout autre usage. La zone de recul ne peut être utilisée par aucune exploitation. Il ne peut être rien établi ni déposé dans la zone de recul qui puisse nuire à la viabilité ou à la beauté de la voie publique. 9. un règlement communal, voté le 25/11/2010, permet aux acquéreurs, répondant à certaines conditions, d’obtenir une réduction du précompte immobilier d’un bien destiné à héberger son propriétaire. Ce règlement est entré en vigueur le 01/01/2011. Tout renseignement à ce propos peut être obtenu auprès du Service des Propriétés Communales (tél : 02/761.28.18). Nous vous invitons à en informer l’acquéreur du bien faisant l’objet de l’acte pour lequel les renseignements urbanistiques sont demandés. » Les parties déclarent avoir reçu, préalablement à ce jour, une copie des renseignements urbanistiques. CODE DU LOGEMENT BRUXELLOIS Le Code du Logement bruxellois est entré en vigueur le onze juillet deux mille treize. Ce Code impose la mise en conformité de tous les logements donnés en location avec des normes de sécurité, de salubrité et d'équipements des logements. Le vendeur déclare que le bien vendu n’est plus pourvu dans les zones d’évacuation du logement, d’un détecteur de fumée certifié par un organisme agréé.
41 ORDONNANCE RELATIVE A LA GESTION DES SOLS POLLUÉS Les parties déclarent avoir été informées des dispositions contenues dans l’Ordonnance du cinq mars deux mille neuf relative à la gestion et à l’assainissement du sol lesquelles imposent notamment au vendeur d’un bien immeuble de transmettre à l’acquéreur, préalablement à la vente, une attestation du sol délivrée par l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement (ci-après l’IBGE) et, s’il ressort de cette attestation que la parcelle concernée est potentiellement polluée, de faire procéder à une reconnaissance de l’état de sol ainsi que, le cas échéant, au traitement de la pollution. Les acquéreurs reconnaissent avoir été informés du contenu des attestations du sol délivrée par l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement en date du …….décembre 2013 mentionnant les informations détaillées de l’inventaire de l’état du sol relative à la parcelle sur laquelle est érigé le bien vendu. Cette attestation stipule textuellement ce qui suit : « Parcelle n° 21673_D_0125_L_004_00 Avenue du Couronnement 67, 1200 Bruxelles Superficie : 113,92 m2 La parcelle n’est actuellement pas inscrite à l’inventaire de l’état du sol.» Les acquéreurs déclarent avoir reçu une copie de l’attestation du sol. Le vendeur déclare qu’il ne détient pas d’information supplémentaire susceptible de modifier le contenu des attestations du sol ou de remettre en cause la dispense de procéder à une reconnaissance de l’état du sol et précise notamment, après avoir pris connaissance de la liste des activités à risque au sens de l'Ordonnance, qu'à sa connaissance et sous réserve de l’activité mentionnée sur l’attestation du sol, aucune de ces activités n’est ou n'a été exercée sur le bien vendu. SECURITE DE CHANTIER A. L’arrêté Royal du vingt-cinq janvier deux mille un s’applique aux chantiers temporaires ou mobiles, c’est-à-dire les lieux où s’effectuent les travaux du bâtiment ou de génie civil suivants : 1° travaux d’excavation ; 2° travaux de terrassemen t ; 3° travaux de fondation et de renforcement ; 4° travaux hydrauliques ; 5° travaux de voirie ; 6° p ose de conduits utilitaires, notamment, des égouts, des conduits de gaz, des câbles électriques, et interventions sur ces conduits, précédées par d’autres travaux visés au présent paragraphe ; 7° travaux de construction ; 8° travaux de montage et démontage, notamment, d’éléments préfabriqués, de poutres et de colonnes ; 9° travaux d’aménagement ou d’équipement ; 10° travaux de tran sformation ; 11° travaux de rénovation ; 12° travaux de réparation ; 13° travaux de démantèlemen t ; 14° travaux de démolition ; 15° travaux de maintenance ; 16° travaux d’entretien, de peinture et de nettoyage ; 17° travaux d’assainissement ; 18° travaux de finition se rapportant à un ou plusi eurs travaux visés aux points 1° à 17° B. Les parties reconnaissent avoir été informées de la portée de cet Arrêté royal, et le vendeur déclare expressément ne pas avoir effectué dans le bien objet de la présente vente, de travaux susceptibles d’entrer dans le cadre dudit Arrêté royal et n’avoir donc pas de dossier d’intervention ultérieure à présenter à l’acquéreur. REGLEMENTATION SUR LES INSTALLATIONS ELECTRIQUES L’Arrêté Royal du 25 juin 2008, modifiant l’Arrêté Royal du 10 mars 1981 rendant obligatoire le Règlement général sur les Installations électriques pour les installations domestiques et certaines lignes de transport et de distribution d’énergie électrique et modifiant l’article 276 du Règlement général sur les Installations électriques et insérant un article 276bis dans le Règlement général sur les installations électriques a été publié au Moniteur Belge du 30 juin 2008, impose au vendeur, lors d’un transfert de propriété d’une unité d’habitation, de faire effectuer à sa charge et à ses frais une visite de contrôle de l’installation électrique à basse tension par un organisme agréé, et d’en remettre ensuite le procèsverbal de visite à l’acquéreur. Cet engagement n’implique pas la mise en conformité de l’installation électrique par le vendeur, le bien étant vendu dans son état actuel. L’original du procès-verbal de visite est remis, à l’instant, à l’acquéreur qui le reconnaît. L’acquéreur reconnaît être au courant du fait que, dans le cas où le procès-verbal constate que l’installation électrique ne répond pas aux prescriptions du règlement, il a l’obligation d’adapter cette installation au présent règlement endéans un délai de dix-huit mois à dater de ce jour, et ce à l’entière décharge du vendeur.
42 CERTIFICAT DE PERFORMANCE ENERGETIQUE Un certificat de performance énergétique bâtiments résidentiels portant le numéro 2011112800000037577-01-6 et se rapportant au bien, objet de la présente vente, a été établi par WATTEUW Gaël en date du 28 novembre 2011. Y figurent les données suivantes : Classe d’énergie G ; Emission de CO2 par m² par an : 155. Le contenu de ce certificat a été communiqué par le vendeur à l’acquéreur avant tout engagement de celui-ci. L’original en est remis par le vendeur à l’acquéreur à l’instant. PRIX Les parties reconnaissent que lecture a été donnée par le notaire de l'alinéa premier de l'article 203 du Code de l'Enregistrement relatif à la répression des dissimulations dans le prix et les charges indiqués dans un acte présenté à la formalité de l'enregistrement. Les parties ont ensuite déclaré que la présente vente a été consentie et acceptée pour le prix de € ____________________________. Laquelle somme a été payée sur le compte du notaire tenant la plume / de la Commune de WoluweSaint-Lambert par virement préalable par débit du compte ____________, ce qui est attesté par le notaire en exécution de la législation anti-blanchiment. DONT QUITTANCE entière et définitive faisant double emploi avec toute autre de même nature, donnée par Monsieur le Receveur communal ici intervenant à cette fin. FRAIS Tous les frais, droits et honoraires relatifs au présent acte devront être payés et supportés par les acquéreurs. DISPENSE D’INSCRIPTION D’OFFICE Après que le Notaire instrumentant ait attiré l’attention des parties sur les risques d’une dispense d’inscription d’office en cas de non paiement total du prix, le vendeur a requis formellement Monsieur le Conservateur des hypothèques de ne pas prendre inscription d’office lors de la transcription du présent acte. DECLARATIONS FISCALES 1. Après lecture par le notaire tenant la plume, de l’article 62 paragraphe 2 et 73 du Code de la Taxe sur la Valeur Ajoutée, le vendeur a déclaré ne pas être assujettie à ladite taxe. 2. En application de l’article 184bis du Code des droits d’enregistrement l’acquéreur déclare que les fonds utilisés pour le paiement du prix de vente ne proviennent pas d’un jugement ou d’un arrêt dont les droits d’enregistrement n’ont pas été acquittés. 3. Le ou les acquéreurs déclarent être informés de la possibilité de pouvoir bénéficier d’un abattement de droit d’enregistrement, en vertu de l’article 46bis du Code des Droits d’Enregistrement applicable en Région Bruxelloise. L’acquéreur demande l’application de l’article 46 bis du Code des Droits d’Enregistrement, d’Hypothèque et de Greffe, et déclare expressément: • qu’il satisfait aux conditions mentionnées audit article 46 bis, à savoir qu’il n’est pas propriétaire, en Belgique ou à l’étranger, pour la totalité d’un autre bien immobilier destiné en tout ou en partie à l’habitation. • qu’il s’engage à établir sa résidence principale dans le bien acquis endéans les deux ans de la date de l’enregistrement de cet acte. • qu’il s’engage à maintenir sa résidence principale dans la Région de Bruxelles-Capitale pendant une durée ininterrompue d’au moins cinq ans, à compter de la date de l’établissement de sa résidence principale dans le bien pour lequel l’abattement a été obtenu. OU L’acquéreur déclare être informé des dispositions contenues à l'article 46bis du Code des droits d'Enregistrement relatives à l'abattement, et déclare ne pas pouvoir en bénéficier. ELECTION DE DOMICILE. Pour l'exécution des présentes, le vendeur déclare faire élection de domicile en la maison communale et l’acquéreur déclare faire élection de domicile dans le bien acquis.
43 CERTIFICAT D’ETAT CIVIL. Le notaire instrumentant atteste l’identité (nom-prénoms-adresse-lieu et date de naissance) des personnes physiques intervenant au présent acte, telle qu'indiquée en tête des présentes, et ce au vu des pièces officielles prévues par la loi (carte d’identité/passeport) conformément aux dispositions de l’article 11 de la Loi organique sur le Notariat Pour satisfaire aux prescriptions de la loi hypothécaire, le notaire instrumentant certifie, au vu des documents préindiqués, l'exactitude de l'état civil (nom – prénoms – lieu et date de naissanceadresse) des personnes physiques intervenant au présent acte. DECLARATIONS FINALES. - Chaque partie déclare qu’elle n'a pas déposé de requête en concordat judiciaire, qu’elle n’est pas pourvue d'un administrateur provisoire, qu’elle n'a pas été déclarée en faillite non clôturée à ce jour, et d'une manière générale, qu’elle n’est pas dessaisie de l'administration de ses biens. - Les parties déclarent avoir reçu le projet du présent acte au moins cinq jours ouvrables avant ce jour. - Les parties reconnaissent par la présente que le notaire instrumentant les ont informé des obligations spéciales incombant aux notaires qui découlent de l’article 9 de la loi Ventôse dans le cas d’intérêts contradictoires ou d’engagements disproportionnés repris dans un acte et déclarent qu’ils ont attiré leur attention sur le fait qu’ils ont le libre choix de désigner un autre notaire ou de demander à un conseiller de les assister. Les parties déclarent à cet égard qu’ils estiment qu’il n’existe pas d’intérêts contradictoires et que les engagements repris dans l’acte ne sont pas disproportionnés. DROITS D’ECRITURE (Code des droits et taxes divers) Le droit d’écriture dû sur le présent acte s’élève à cinquante euros (€ 50,00-). DONT ACTE. Fait et passé lieu et date que dessus. Lecture intégrale et commentée des mentions visées par la loi et des modifications éventuelles intervenues depuis la communication du projet d'acte, et lecture partielle et commentée des autres clauses, les parties, représentées comme indiqué ci-dessus, ont signé avec Nous, Notaire. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0022# --------DE RAAD, Overwegende dat de gemeente de eigenaar is van een ééngezinswoning gelegen Kroninglaan 67; Overwegende dat deze lokalen leeg staan, zich in slechte staat bevinden en ongeschikt zijn om gemeentediensten te herbergen; Overwegende dat het in het belang van de gemeente is om dit goed te verkopen; Gelet op zijn beraadslaging van 28/06/2010 waarbij het “Procedurereglement voor de verkoop uit de hand van gemeentelijke onroerende goederen aan de meestbiedende” werd goedgekeurd; Gelet op zijn beraadslaging van 27/02/2012 waarbij hij beslist dit goed te verkopen volgens de voorwaarden van dit reglement; Overwegende dat de raming van de Ontvanger der Registratie 315.000 EUR bedroeg; Overwegende dat geen enkele koper een bod heeft gedaan; Overwegende dat gezien de economische context en de omvang van de voorziene werken de Ontvanger der Registratie zijn raming op 12/12/2012 en daarna op 12/06/2013 herzien heeft; Overwegende dat deze prijs eerst op 298.000 EUR en daarna op 275.000 EUR werd gebracht;
44 Gelet op zijn beraadslaging van 24/06/2013 waarbij hij beslist dit goed te verkopen volgens de voorwaarden van dit reglement; Overwegende dat juridische onzekerheden, die hun oorsprong vinden bij een persoon die een bod heeft uitgebracht, wegen op de rechtsgeldigheid van procedure die op basis van deze beslissing werd gestart; Overwegende dat om het juridisch veilig te spelen het de voorkeur wegdraagt om deze te annuleren; Gelet op het schrijven van 25/11/2013 van de Ontvanger der Registratie waarbij hij zijn raming van 12/06/2013 bevestigt; Overwegende dat de procedure voor de verkoop uit de hand behouden mag worden mits aangepaste bekendmaking; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST met 20 stemmen voor, 5 stemmen tegen (de HH. DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA, Mw DRANSART) en 6 onthoudingen (Mw CARON, de HH. LEMAIRE, VANDERWAREN, DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - de procedure stop te zetten die het resultaat was van zijn beslissing van 24/06/2013 waarbij de verkoop uit de hand aan de meestbiedende van het goed gelegen Kroninglaan 67 werd goedgekeurd; - om het goed gelegen Kroninglaan 67 opnieuw te koop te stellen volgens de voorwaarden van het « Procedurereglement voor de verkoop uit de hand van gemeentelijke onroerende goederen aan de meestbiedende » voor een minimumprijs van 275.000 EUR ; - om over te gaan tot de maatregelen ter bekendmaking zoals voorzien in artikel 2 van het procedurereglement voor de verkoop uit de hand van gemeentelijke onroerende goederen aan de meestbiedende van 01/03/2014 tot en met 31/03/2014; - om het voorstel van verkoopakte opgesteld door de opvolger van notaris Gérald SNYERS d'ATTENHOVEN, zoals hieronder vermeld, goed te keuren : « Marcelis & Guillemyn, geassocieerde notarissen » Bvba Zetel : B-1000 Brussel, Jozef Stevensstraat, 7, 24ste verdieping. RPR Brussel : 0897.073.024 HET JAAR TWEEDUIZEND VEERTIEN Op Voor Ons, Carole GUILLEMYN, geassocieerd notaris te Brussel. Te Sint-Lambrechts-Woluwe. ZIJN VERSCHENEN: ENERZIJDS De GEMEENTE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE (NN 0207 389 859), hier vertegenwoordigd door haar College van Burgemeester en Schepenen, waarvoor handelen : - De Hr Olivier MAINGAIN , Burgemeester (IK ...), - De Hr Patrick LAMBERT, Gemeentesecretaris (IK 591-0706300-48), Handelend in hun gezegde hoedanigheid overeenkomstig de wet van dertig maart negentienhonderd éénentwintig en in uitvoering van de openbare beraadslaging van de Gemeenteraad de dato 16 december 2013, akte die geen bezwaar heeft opgeroepen vanwege de toezichthoudende overheid, zoals blijkt uit een brief de dato _____ 2014, uitgaande van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bestuur van de plaatselijke Besturen, administratief toezichthouder op de Gemeenten, met d ereferenties _____________.
45 Eeenduidige afschriften van de beslissing van de Gemeenteraad en van de brief van de Toezichthouder, waarvan sprake hierboven, zullen hieraan gehecht blijven maar zullen niet overgeschreven worden. Hierna genoemd: “de GEMEENTE” en/of “de verkoper”. ANDERZIJDS : … Hierna genoemd: “de koper” en/of “de kopers”. VERKOOP: De comparanten hebben volgende overeenkomst vastgelegd : De verkoper verklaart bij deze, in het kader van het reglement betreffende de verkoop uit de hand aan de meestbiedende van gemeentelijke onroerende goederen, zoals aangenomen bij beslissing van de Gemeenteraad de dato 28 juni 2010, et dat niet binnen de wettelijke termijn afgekeurd werd door de Toezichthouder, te verkopen onder de gewone waarborgen naar recht en voor vrij, zuiver en onbelast van alle schulden en eender welke bevoorrechte of hypothecaire lasten, aan de kopers, die verklaren te aanvaarden, het hierna beschreven goed : BESCHRIJVING VAN HET GOED: GEMEENTE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE (Derde afdeling - Artikel.00002) Een woonhuis, gelegen Kroninglaan, nummer 67 (bouwjaar: 1938), gekastreerd blijkens recent uittreksel uit de kadastrale legger sectie D nummer 125 L 4 voor een oppervlakte van een are twaalf centiaren (01a 12ca). Hierna genoemd: “het goed”. OORSPRONG VAN EIGENDOM: De Gemeente verklaart eigenares te zijn van voorschreven goed om er sedert meer dan dertig jaar te rekenen vanaf heden het voortdurend en onafgebroken, ongestoord, openbaar, niet dubbelzinnig bezit van te hebben. De koper verklaart genoegen te nemen met de oorsprong van eigendom die voorafgaat en zal geen andere titel kunnen eisen dan een uitgifte van onderhavige akte. * EIGENDOM - GEBRUIK – BELASTINGEN De verkoper verklaart dat het goed vrij van gebruik is, zelfs van enige bezetting ter bede. De koper zal vanaf heden het eigendomsrecht van het verkochte goed bezitten, evenals het genot door de werkelijke inbezitneming, op last voor hem om alle belastingen en taksen te dragen en te betalen vanaf dezelfde dag. De overdracht van de risico’s voorzien in de artikelen 1788 en 1789 van het Burgerlijk Wetboek vindt eveneens op heden plaats. De verkoper betaalt heden zijn aandeel in de onroerende voorheffing voor het lopende jaar, pro rata temporis op de dag van zijn ingenottreding, te weten een bedrag van ___ euro. Waarvan kwijting. De verkoper verklaart dat er geen enkele verhaalbelasting verschuldigd is voor het goed. LASTEN EN VOORWAARDEN Onderhavige verkoop wordt toegestaan en aanvaard onder volgende lasten, bedingen en voorwaarden : 1. Staat van het goed. Het goed wordt verkocht in de staat waarin het zich thans bevindt, goed gekend door de kopers, die verklaren het bezocht te hebben en de nodige inlichtingen genomen en verkregen te hebben met betrekking tot zijn ligging, staat en bestemming. De verkoper is niet verantwoordelijk voor de zichtbare gebreken die de kopers zelf hebben kunnen vaststellen. De kopers zijn zonder verhaal tegen de verkoper voor verborgen gebreken, doch enkel in de mate dat de verkoper daar geen kennis van had. Zonder dat deze verklaring enig verhaal van de koper jegens de verkoper mogelijk maakt gelet op de mogelijke ouderdom van het gebouw en het gebrek aan technische kennis van de verkoper op dit vlak, verklaart de verkoper dat er, naar zijn weten, geen verborgen gebreken, met inbegrip van huiszwam en asbest, aanwezig zijn in het goed.
46 2. Oppervlakte. - De hierboven vermelde oppervlakte in de beschrijving van het goed is niet gewaarborgd. Elk verschil met de werkelijke oppervlakte, zelfs indien dit meer dan één/twintigste is, zal ten bate of ten laste zijn van de kopers, zonder enige wijziging van de prijs. - De kadastrale aanduidingen worden als eenvoudige inlichtingen verschaft en de kopers kunnen zich niet beroepen op enige onjuistheid of vergetelheid in gezegde aanduidingen. 3. Erfdienstbaarheden - Bijzondere voorwaarden. Het goed wordt verkocht met alle heersende en lijdende, zichtbare of onzichtbare, voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden die het kunnen bevoordelen of bezwaren. De kopers zullen de lijdende erfdienstbaarheden moeten dulden, behoudens hun verzet, en zullen van De Hrsende erfdienstbaarheden mogen genieten, indien ze bestaan, dit alles voor eigen rekening en op eigen risico, evenwel zonder dat dit beding aan wie dan ook meer rechten kan verlenen dan hij er heeft, hetzij krachtens regelmatige en niet verjaarde titels, hetzij krachtens de wet. In elke hypothese wordt de koper terzake vanaf heden in de rechten en plichten gesteld van de verkoper. De verkoper verklaart terzake dat hij zelf geen erfdienstbaarheid of bijzondere voorwaarde heeft gevestigd en dat er, bij zijn weten, geen bestaan en dat er geen hebben bestaan de laatste dertig jaar. 4. Mandeligheid Het goed wordt verkocht zonder waarborg van mandeligheid. 5. Geschillen De verkoper verklaart en waarborgt dat er, op heden, geen enkel geschil bestaat tussen hemzelf en een derde die al dan niet een recht zou bezitten met betrekking tot het goed of die een dergelijk recht met betrekking tot het goed, zijn genot, zijn gebruik of zijn bezetting zou inroepen of die de rechten, het genot of het gebruik van de verkoper met betrekking tot het goed in gevaar zou brengen. 6. Verklaringen De verkoper verklaart : - dat het goed met geen enkel conventioneel voorkoop- of voorkeurrecht of recht van wederinkoop is bezwaard. Voor zoveel als nodig verklaart de verkoper dat hij geen verkoopverbintenis heeft opgenomen met betrekking tot het goed (met inbegrip van verkoopbelofte, aankoopbelofte, verkoopsovereenkomst); - dat hij niet op de hoogte is van een lopende procedure tot herziening van het kadastraal inkomen van het goed. 7. Verzekeringen. De verkoper verklaart dat het goed verzekerd is tegen brand en alle aanverwante risico’s. Vanaf heden, staan de kopers persoonlijk in voor de verzekering van het goed. De bestaande polis zal ophouden uitwerking te hebben na verloop van acht dagen die de akte volgen. 8. Nutsvoorzieningen. De tellers, buizen, leidingen, toestellen en andere installaties in het goed geplaatst door een openbare of een private instelling, zijn in de verkoop niet begrepen, en worden aan hun rechthebber voorbehouden. De kopers zullen voor alle abonnementen voor water, gas en elektriciteit en/of andere diensten van openbaar nut de vergoedingen betalen pro rata temporis vanaf heden. STEDENBOUW: - In geval van bouw zal de koper zich moeten schikken naar de regelementen en voorschriften van de bevoegde overheden en in het bijzonder naar de voorschriften van de wet van negenentwintig maart negentienhonderd tweeënzestig, aangevuld door de wet van tweeëntwintig december negentienhonderd zeventig houdende de inrichting van het territorium, alsook naar de voorschriften van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening het “BRO” genoemd. - De verkoper verklaart dat het goed niet het voorwerp uitmaakt van een stedenbouwkundige vergunning of van een stedenbouwkundig attest dat laat voorzien dat een dergelijke vergunning zou kunnen worden verkregen en dat er bijgevolg geen verzekering kan worden gegeven omtrent de mogelijkheid om op het goed één van de werken en handelingen zoals bedoeld in artikel 98, §1 BRO uit te voeren. Terzake verklaren de kopers te weten dat de werken en handelingen vermeldt in artikel 98 §1 BRO niet mogen worden verricht op het goed zolang de gepaste vergunning niet werd bekomen. - De verkoper verklaart dat het goed niet opgenomen werd op een Besluit tot onteigening van het goed. - Overeenkomstig artikel 275 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening heeft de
47 instrumenterende notaris op 6 juni 2013 aan de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe gevraagd de stedenbouwkundige inlichtingen te bevestigen betreffende het verkochte goed. Er blijkt ondermeer uit het antwoord van de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe op de dato 2 juli 2013 letterlijk wat volgt: « En réponse à votre lettre, nous vous prions de noter que le bien : - N’est pas repris dans les limites d’un plan particulier d’affectation du sol, de lotissement ou d’expropriation approuvé. - Est situé dans une zone d’habitation du Plan Régional d’Affectation du Sol approuvé par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 03 mai 2001. - N’est pas repris dans une liste de sites ou monuments classés ou susceptibles de l’être, ni inscrit d’office à l’inventaire du patrimoine immobilier de la Région de Bruxelles-Capitale. - N’est grevé d’aucune emprise pour canalisation de produits gazeux ou autres. - N’est pas repris dans un espace de développement renforcé du logement et de la rénovation. - N’est pas repris dans un périmètre soumis au droit de préemption tel que prévu par le Code bruxellois de l’Aménagement du Territoire approuvé par arrêté du 09/04/2004 du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale. Par ailleurs, nous vous informons que : - Tout projet de transformation même intérieure et tout changement d’affectation doivent faire l’objet d’un permis d’urbanisme. - Conformément à l’article 28 du Règlement Communal sur les Bâtisses, la zone de recul doit être aménagée en jardin ; le quart au moins de sa surface doit être planté et parfaitement entretenu en tout temps. Les plantations à haute tige y sont interdites. Cette zone de recul doit conserver constamment cette affectation de jardinet à l’exclusion de tout autre usage. La zone de recul ne peut être utilisée par aucune exploitation. Il ne peut être rien établi ni déposé dans la zone de recul qui puisse nuire à la viabilité ou à la beauté de la voie publique. - Un règlement communal, voté le 25/11/2010, permet aux acquéreurs, répondant à certaines conditions, d’obtenir une réduction du précompte immobilier d’un bien destiné à héberger son propriétaire. Ce règlement est entré en vigueur le 01/01/2011. Tout renseignement à ce propos peut être obtenu auprès du Service des Propriétés Communales (tél : 02/761.28.18). Nous vous invitons à en informer l’acquéreur du bien faisant l’objet de l’acte pour lequel les renseignements urbanistiques sont demandés. » De kopers verklaren voorafgaand aan heden een kopie van de voormelde brief ontvangen te hebben. ORDONNANTIE MET BETREKKING TOT DE BRUSSELSE HUISVESTINGSCODE. Partijen verklaren op de hoogte te zijn dat de Brusselse Huisvestingscode in werking is getreden op 11 juli 2013. Deze Code legt op dat alle woningen, die in huur worden gegeven, in conformiteit zijn gesteld met de normen van veiligheid, gezondheid en uitrusting. De verkoper verklaart dat het verkochte goed niet meer uitgerust is met een, door een erkend organisme gewaarborgde, branddetector in de evacuatiezones van de woning. ORDONNANTIE BETREFFENDE HET BEHEER VAN VERONTREINIGDE BODEMS VAN 5 MAART 2009 : De partijen verklaren te zijn ingelicht over de bepalingen van de Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems welke onder andere aan de verkoper van een onroerend goed de verplichting opleggen een bodemattest geleverd door het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) vóór de verkoop, aan de kopers te overhandigen, en, in voorkomend geval, de verplichtingen van identificatie en behandeling van de bodemvervuiling te zijnen laste te nemen. De kopers erkennen geïnformeerd te zijn omtrent de inhoud van het bodemattest afgeleverd door het Brussels Instituut voor Milieubeheer gedagtekend van december 20131 hetwelk de gedetailleerde informatiegegevens bevat van de inventaris van de bodemtoestand voor het hierboven beschreven perceel waarop het gebouw waarvan het verkochte goed deel uitmaakt, opgericht is. Dit bodemattest bepaalt letterlijk wat volgt: "La parcelle n’est actuellement pas inscrite à l’inventaire de l’état du sol.", waarvan de vertaling luidt : “Het perceel is momenteel niet opgenomen in de inventaris van de bodemtoestand”. De kopers verklaren een kopie van het bodemattest te hebben ontvangen. De verkoper verklaart dat hij over geen aanvullende informatie beschikt die de inhoud van het
48 bodemattest zou kunnen wijzigen en stelt vast, na kennis te hebben genomen van de lijst van de risicoactiviteiten in de zin van de Ordonnantie, dat, naar zijn weten, geen van deze risicoactiviteiten werd of wordt uitgeoefend op het perceel voorwerp van huidige overeenkomst. POSTINTERVENTIEDOSSIER. A. De partijen verklaren op de hoogte te zijn van de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001, in werking getreden op 1 mei 2001, aangaande de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen waar de volgende aannemingswerkzaamheden worden uitgevoerd : graafwerken, grondwerken, funderings -en verstevigingswerken, waterbouwkundige werken, wegenwerken, plaatsing van nutsleidingen, inzonderheid, riolen, gasleidingen, elektriciteitskabels, en tussenkomsten op deze leidingen, voorafgegaan door andere in deze paragraaf bedoelde werken, bouwwerken, montage en demontage van, inzonderheid, geprefabriceerde elementen, liggers en kolommen, inrichtings- of uitrustingswerken, verbouwingswerken, vernieuwbouw, herstellingswerken, ontmantelingswerken, sloopwerken, instandhoudingswerken, onderhouds-, schilder- en reinigingswerken, saneringswerken, afwerkingswerkzaamheden behorende bij één of meer van de hiervoor vermelde werkzaamheden. B. Binnen dit kader verklaart de Verkoper uitdrukkelijk dat er in het goed voorwerp van onderhavige verkoop, geen werken werden uitgevoerd die in het kader van gezegd Koninklijk besluit zouden kunne vallen en dat hij bijgevolg geen postinterventiedossier aan de koper kan overhandigen. ELEKTRISCHE INSTALLATIES Het Koninklijk besluit van 25 juni 2008, dat het Koninklijk Besluit van 10 maart 1981, welke het Reglement op de Electrische Installaties verplicht maakt voor de huishoudelijke electrische installaties en bepaalde transport- en distributielijnen van electrische energie en dat artikel 276 van het Algemeen regelement op de electrische installaties wijzigt, waarbij een artikel 276bis in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties wordt toegevoegd, werd in het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2008 bekend gemaakt en verplicht de verkoper om, bij de eigendomsoverdracht van een wooneenheid, op zijn last en kosten een controleonderzoek te laten uitvoeren van de electrische installatie door een erkend organisme, en om daarna het proces-verbaal aan de koper te overhandigen. Deze verplichting houdt niet in dat de electrische installatie door de verkoper in overeenstemming gebracht moet worden, het goed zijnde verkocht in zijn bestaande toestand. Het origineel van het proces-verbaal van het controlebezoek wordt terstond overhandigd aan de koper, die het erkent. Indien de electrische installatie niet beantwoordt aan de voorschriften van het regelment, verklaart de koper te weten dat hij over een termijn van 18 maanden beschikt vanaf heden om de gebreken aan de installatie te laten herstellen en de installatie te laten herkeuren, zonder verdere verantwoordelijkheid dienaangaande van de verkoper. ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT Een energieprestatiecertificaat voor residentiële gebouwen met nummer 20111128-00000037577-016 werd opgemaakt met betrekking tot het goed door energiedeskundige WATTEUW Gaël, op 28 november 2011. Volgende gegevens staan erop vermeld : Energieklasse : G CO2 uitgifte per m² per jaar 155. Het origineel exemplaar wordt terstond door de verkoper aan de koper overhandigd. PRIJS. De partijen erkennen dat ondergetekende Notaris, hen lezing heeft gegeven van artikel 203, alinea 1 van het Wetboek van Registratierechten betreffende de bewimpeling aangaande de prijs en lasten aangeduid in de akte die ter registratie wordt aangeboden. De huidige verkoop wordt toegestaan en aanvaard tegen en middels de prijs van EURO (€ ). Welke prijs betaald werd op rekening van de instrumenterende notaris/van de Gemeente SintLambrechts-Woluwe door een voorafgaandelijke overschrijving komende van rekening nummer , wat door de notaris bevestigd wordt in het kader van de witwaswetgeving. Waarvan definitieve en volledige kwijting, dubbel gebruik uitmakend met elke andere kwijting. KOSTEN.
49 Alle kosten, belastingen en honoraria betreffende onderhavige akte vallen ten laste van de kopers. VRIJSTELLING VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING. Nadat de instrumenterende notaris de aandacht van de partijen gevestigd heeft op de risico’s van het vrijstellen van ambsthalve inschrijving in geval van gehele niet betaling van de prijs, verzoekt de verkoper de bevoegde Hypotheekbewaarder uitdrukkelijk geen ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de onderhavige akte. VERKLARINGEN PRO FISCO 1. Na lezing door de instrumenterende van de bepalingen van de artikelen 62 paragraaf 2 en 73 van het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, verklaart de verkoper verklaart dat hij niet onderworpen is aan de Belasting over de Toegevoegde Waarde; 2. In toepassing van artikel 184 van het Wetboek van Registratierechten, verklaren de kopers dat de fondsen die zij gebruiken voor de betaling van het opeisbaar gedeelte van de verkoopprijs niet volgen uit een vonnis of een arrest waarop een som eisbaar blijft als registratierecht. 3. De kopers verklaren volledig ingelicht te zijn geweest door de ondergetekende notaris over de voorwaarden om te kunnen genieten van het abattement ingevolge van artikel 46 bis van het Wetboek van Registratierechten. De kopers vraagt om toepassing van artikel 46 bis van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en verklaart: 1. te voldoen aan de voorwaarde vermeld in artikel 46 bis, te weten elk of gezamenlijk op de datum van de overeenkomst tot koop voor de geheelheid geen eigenaar te zijn van een ander onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk tot bewoning is bestemd; 2. zich ertoe te verbinden hun hoofdverblijfplaats te vestigen op de plaats van het gekochte goed binnen de door artikel 46 bis vereiste termijn, te weten binnen de twee jaar dezer. 3.zich ertoe te verbinden hun hoofdverblijfplaats in het aangekochte goed te behouden gedurende een ononderbroken periode van minstens vijf jaar vanaf het tijdstip waarop zij haar hoofdverblijfplaats gevestigd heeft in het verkochte goed. OF Ingelicht over de inhoud en de draagwijdte van artikel 46bis van het Wetboek van Registratierechten betreffende de vermindering van de heffingsgrondslag voor de berekening van de registratierechten, verklaren de kopers niet te voldoen aan voorwaarden van dit artikel. WOONSTKEUZE. Voor de uitvoering van de onderhavige akte verklaart de verkoper keuze van woonplaats te doen op het gemeentehuis en de koper verklaart woonstkeuze te doen in het aangekochte goed. GETUIGSCHRIFT VAN BURGERLIJKE STAND. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 11 van de Organieke Wet op het Notariaat merkt de instrumenterende notaris de identiteit waar (naam-voornaam-adres-geboorteplaats- en datum) van de natuurlijke personen die bij het verlijden van de onderhavige akte voor hem zijn verschenen op grond van de officiële documenten vermeld in de wet (identiteitskaart). Teneinde te voldoen aan de voorschriften van de hypothecaire wet waarmerkt de instrumenterende notaris op grond van de officiële documenten vermeld in de wet (identiteitskaart) de naam, voornaam, datum en plaats van geboorte en het adres van de kopers en van de overige natuurlijke personen die bij het verlijden van de akte voor hem zijn verschenen evenals de benaming, rechtsvorm, datum van de oprichtingsakte en zetel van de verschijnende vennootschappen. VERKLARINGEN VAN DE PARTIJEN. - Iedere partij verklaart, in de mate dat het voorwerp van de verklaring op haar betrekking heeft, dat zij tot op heden geen verzoekschrift heeft ingediend tot collectieve schuldenregeling, dat zij geen verzoek tot gerechtelijke reorganisatie heeft ingesteld, dat zij zonder voorlopige bewindvoerder, dat zij tot op heden niet failliet verklaard is en dat de faling nog niet afgesloten is en dat zij in het algemeen het beheer van haar goederen niet verloren heeft. - De partijen verklaren dat zij minstens 5 werkdagen op voorhand een ontwerp van deze hebben bekomen en er kennis van hebben kunnen nemen. - De partijen bij deze erkennen dat de instrumenterende notaris hen gewezen hebben op de bijzondere verplichtingen aan de notaris opgelegd door artikel 9 van de Organieke Wet op het Notariaat in geval van tegenstrijdige belangen of onevenwichtige bedingen opgenomen in de akte en verklaren dat hij hen erop gewezen heeft dat in dit geval elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. De partijen verklaren terzake dat zich hier volgens hen geen manifeste tegenstrijdigheid van belangen voordoet en dat zij alle bedingen in onderhavige akte voor evenwichtig houden en deze aanvaarden. RECHTEN OP GESCHRIFTEN (Wetboek diverse rechten en taksen): het recht bedraagt 50,- euro.
50 WAARVAN AKTE. Opgesteld en verleden te Brussel, ter kantore. Datum als voormeld. Na integrale voorlezing en uitleg van de bepalingen bedoeld in de wet en van de eventuele wijzingen sinds de mededeling van de ontwerpakte, en gedeeltelijke voorlezing en uitleg van de overige clausules, hebben de partijen, aanwezig/vertegenwoordigd zoals hoger vermeld, deze akte met ons, Notaris, ondertekend. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden #018/16.12.2013/A/0022# ---------Motif d’abstention de M. LEMAIRE : Suite à des réflexions d’ordre technique d’une part et compte tenu de l’implantation espérée de nouveaux logements communaux sur le territoire de Woluwe-SaintLambert. Reden van de onthouding van de Hr LEMAIRE: Wegens technische redenen en rekening houdend met de gehoopte inplanting van nieuwe gemeentewoningen op het grondgebied van Sint-LambrechtsWoluwe. ---------Mme MOLENBERG entre en séance. Mw MOLENBERG komt de vergaderzaal binnen. ---------
9. Ecoles communales – Personnel enseignant à charge du pouvoir organisateur – Programmation sociale 2013 – Octroi. Gemeentescholen – Onderwijzend personeel ten laste van de inrichtende macht – Eindejaarstoelage 2013 – Toekenning. LE CONSEIL, Vu l’arrêté royal du 23/10/1979, tel que modifié, accordant une allocation de fin d’année à certains titulaires d’une fonction rémunérée à charge du Trésor public ; Vu l’article 148 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE d’accorder, pour l’année 2013, une allocation de fin d’année calculée conformément aux dispositions de l’arrêté royal du 23/10/1979, tel que modifié : a) au personnel enseignant temporaire des établissements communaux d’enseignement, à charge du pouvoir organisateur pour la période allant du 01/09/2012 au 30/06/2013 ; b) au personnel enseignant temporaire à charge du pouvoir organisateur admis à la pension pendant la période de référence. Les membres du personnel défini sous les rubriques a) et b), dont les prestations ne couvrent pas la totalité de la période de référence, recevront l’allocation au prorata des prestations effectuées.
51 Le montant de l’allocation est fixé comme suit : - partie forfaitaire : 361,81 EUR - partie variable : 2,5 % de la rétribution annuelle brute qui a servi de base au calcul de la rémunération due pour le mois d’octobre 2013 ou, à défaut, pour le dernier mois presté. La cotisation de sécurité sociale, égale à 13,07 %, sera appliquée sur le montant total de l’allocation. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0023# ---------DE RAAD, Gelet op het koninklijk besluit van 23/10/1979, zoals gewijzigd, houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt; Gelet op artikel 148 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST: aan het hierna vermeld gemeentepersoneel de eindejaarstoelage 2013 toe te kennen, berekend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 23/10/1979, zoals gewijzigd: a) het tijdelijk onderwijzend personeel aan de gemeentelijke onderwijsinrichtingen, ten laste van de inrichtende macht voor de periode van 01/09/2012 tot 30/06/2013; b) het tijdelijk onderwijzend personeel ten laste van de inrichtende macht dat tijdens de verwijzingsperiode op rust gesteld werd. De personeelsleden omschreven onder de rubrieken a) en b), waarvan de activiteiten de volledige verwijzingsperiode niet bestrijken zullen de eindejaarstoelage krijgen in verhouding tot hun prestaties. Het bedrag van de toelage wordt als volgt vastgesteld: - forfaitair gedeelte: 361,81 EUR - variabel gedeelte: 2,5 % van de jaarlijkse brutobezoldiging die tot grondslag diende voor de berekening van de bezoldiging verschuldigd voor de maand oktober 2013 of de laatste gepresteerde maand. De sociale afhoudingen, gelijk aan 13,07 %, zullen toegepast worden op het volledig bedrag van de toelage. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0023# ---------M. MATGEN quitte la séance. De Hr MATGEN verlaat de vergaderzaal. ---------10. Groupements s’occupant de jeunes – Reconduction de la reconnaissance – Approbation. Verenigingen die zich inzetten voor de jeugd – Verlenging van de erkenning – Goedkeuring.
52 LE CONSEIL, Vu sa délibération du 01/07/1983 adoptant le nouveau règlement en matière de reconnaissance et d’octroi de subsides aux organismes s’occupant de jeunes ; Considérant que le Collège a été saisi de la demande de reconduction de reconnaissance pour les groupements suivants : Antichambre Ateliers Schuman Caïssa Woluwe Le CREE Le Gué Théâtre Pré-Vert 10e FSC 14e GCB 38e GCB 42e FSC 66e FSC – 77e GCB 70e FSC 92e FSC 95e FSC 104e FSC 172e SGP Considérant que les dossiers transmis sont conformes aux prescrits des articles 1 à 7 dudit règlement ; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE : - de procéder à la reconduction de la reconnaissance des groupements mentionnés ci-dessus pour une année à partir du 01/12/2013. L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0024# ---------DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 01/07/1983, waarbij het gemeentelijk reglement voor de erkenning en subsidiëring van jeugdverenigingen goedgekeurd werd; Overwegende dat het College aanvragen tot verlenging van de erkenning heeft ontvangen van volgende verenigingen en groeperingen: Jeugdatelier ‘t Frank Model VVKSM Kruisboog-Hadewijch De Schakel Tienerwerking
53 Overwegende dat de doorgezonden dossiers voldoen aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 1 tot 7 van het genoemde reglement; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST: - de verlenging van de erkenning aan de genoemde verenigingen en groeperingen toe te kennen voor een jaar dat loopt vanaf de 01/12/2013. De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0025# ---------11. Groupements s’occupant de jeunes – Subsides 2013 – Octroi – Approbation. Verenigingen die zich inzetten voor de jeugd – Toelagen 2013 – Toekenning – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu sa délibération du 01/07/1983 adoptant le nouveau règlement en matière de reconnaissance et d’octroi de subsides aux organismes s’occupant de jeunes ; Considérant qu’un crédit de 40.000 EUR est prévu à l’article 76100/332-01 du budget ordinaire pour 2013 au titre de subsides aux groupements s’occupant de jeunes ; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE : - d’octroyer comme suit un subside pour 2013 aux organismes repris ci-dessous : Antichambre Le CREE Le Gué Ateliers Créatifs Schuman Théâtre Pré Vert 14e GCB 10e FCS 42e FCS 92e FCS 95e FCS 172e SGP 70e FCS 104e FCS 66e FCS – 77e GCB 38e GCB Caïssa Woluwe JJJY
5.220 EUR 1.170 EUR 1.170 EUR 1.620 EUR 820 EUR 960 EUR 310 EUR 640 EUR 350 EUR 1.190 EUR 550 EUR 500 EUR 630 EUR 570 EUR 510 EUR 860 EUR 18.720 EUR
54 L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0026# ---------DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 01/07/1983, waarbij het gemeentelijk reglement voor de erkenning en subsidiëring van jeugdverenigingen goedgekeurd werd; Overwegende dat een krediet van 40.000 EUR is voorzien op artikel 76100/332-01 van de gewone begroting voor 2013 als subsidie aan groeperingen die zich inzetten voor de jeugd; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST: - een subsidie voor 2013 aan de hierna genoemde organismen toe te kennen: Jeugdhuis De Schakel Jeugdatelier ‘t Frank Model Tienerwerking VVKS/M Kruisboog- en Hadewijchgroep
2.890 EUR 630 EUR 310 EUR 400 EUR
De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0027# ---------M. MATGEN rentre en séance tandis que Mme CHARUE la quitte. De Hr MATGEN komt vergaderzaal terug binnen terwijl Mw CHARUE ze verlaat. ---------12. Clubs de pensionnés – Subsides 2013 – Octroi – Approbation. Clubs voor gepensioneerden – Toelagen 2013 – Toekenning – Goedkeuring. LE CONSEIL, Considérant qu’un crédit de 3.500 EUR est prévu à l’article 83400/332/02 du budget ordinaire pour 2013 au titre de subsides aux clubs de pensionnés ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d’octroyer comme suit, un subside pour 2013 aux clubs de pensionnés repris ci-dessous : - Seniors Francophones : 326 EUR
55 - Cercle des Pensionnés de Roodebeek : 301 EUR - Club de Pétanque Meudon-Van Meyel : 317 EUR - FRAT – Groupement mixte de veufs et veuves : 315 EUR - Equipes d’Amitié du Kapelleveld : 335 EUR - Le Club des lettres : 310 EUR - Senioka : 284 EUR - 3 X 20 Prekelinden : 269 EUR - Club du Lundi : 314 EUR - De Zonnebloem : 283 EUR - Vivre Heureux : 320 EUR L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0028# ---------DE RAAD, Overwegende dat een krediet van 3.500 EUR is voorzien op artikel 83400/332/02 van de gewone begroting voor 2013 als toelage aan gepensioneerde clubs; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST: - een toelage voor 2013 aan de hierna vermelde clubs voor gepensioneerden toe te kennen: - Seniors Francophones: 326 EUR - Cercle des Pensionnés de Roodebeek: 301 EUR - Club de Pétanque Meudon-Van Meyel: 317 EUR - FRAT – Groupement mixte de veufs et veuves: 315 EUR - Equipes d’Amitié du Kapelleveld: 335 EUR - Le Club des lettres: 310 EUR - Senioka: 284 EUR - 3 X 20 Prekelinden: 269 EUR - Club du Lundi: 314 EUR - De Zonnebloem: 283 EUR - Vivre Heureux: 320 EUR De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0028# ---------Mme CHARUE rentre en séance tandis que M. BOTT la quitte. Mw CHARUE komt vergaderzaal terug binnen terwijl de Hr BOTT ze verlaat. ----------
56 13. Ordonnance du 11/07/2013 modifiant l’ordonnance du 17/07/2003 portant le Code bruxellois du Logement – Recours en annulation devant la Cour constitutionnelle – Autorisation d’ester en justice. Ordonnantie van 11/07/2013 tot wijziging van de ordonnantie van 17/07/2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode – Beroep tot vernietiging bij het Grondwettelijk Hof – Toelating om in rechte te treden. LE CONSEIL, Vu l’ordonnance du 11/07/2013 modifiant l’ordonnance du 17/07/2003 portant le Code bruxellois du Logement ; Considérant que le nouveau Code bruxellois du Logement contient notamment de nouvelles dispositions relatives à l’attribution des logements publics qui entreront en vigueur le 01/07/2014 ; Considérant que lesdites dispositions sont susceptibles de porter atteinte à l’autonomie communale ainsi qu’à l’exercice du droit de propriété et instaurent une discrimination entre les différents opérateurs immobiliers publics intervenant dans le secteur du logement ; Considérant qu’il convient de défendre les intérêts de la commune ; Vu l’article 270 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE par 26 voix pour et 5 voix contre (MM. DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSART) : - d’autoriser le Collège des bourgmestre et échevins à introduire un recours en annulation devant la Cour constitutionnelle contre l’ordonnance du 11/07/2013 modifiant l’ordonnance du 17/07/2003 portant le Code bruxellois du Logement. L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la Tutelle sur les communes de la région de Bruxelles-Capitale ainsi que les arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0029# ---------M. BOTT rentre en séance. De Hr BOTT komt vergaderzaal terug binnen. --------14. Immeuble sis avenue de Broqueville 270 – Bail – Résiliation – Approbation. Gebouw gelegen de Broquevillelaan 270 – Huurovereenkomst – Opzegging – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le bail commercial signé par la commune le 22/05/2008 avec M. et Mme DUSQUESNE-VAN DE MOORTEL pour le bien sis avenue de Broqueville 270 et pour une durée de neuf années ; Considérant que la commune a recentré ses activités et que les locaux ne sont plus voués à être occupés par l'administration ; Considérant que l'ASBL Centre de consultations familiales et sexologiques a besoin d'une nouvelle implantation et que les locaux visés conviennent ;
57 Considérant qu'il est de l'intérêt financier de la commune de réduire la durée de la convention ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE : - de marquer son accord sur la résiliation anticipée au 31/03/2014 du bail relatif au bien sis avenue de Broqueville 270. L'intitulé de la présente décision sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0030# ---------15. Terrain communal sis à l'angle de la rue Vervloesem et de l'avenue des Iles d'Or – Echange – Convention – Adaptation – Approbation. Gemeenteterrein gelegen op de hoek van de Vervloesemstraat en de Goudeneilandenlaan – Ruil – Overeenkomst – Aanpassing – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu sa délibération du 16/09/2013 approuvant la convention d'échange d'un terrain communal sis à l'angle de la rue Vervloesem et de l'avenue des Iles d'Or avec 2 terrains appartenant au groupe THOMAS & PIRON, via la société FONCIERE DU COEUR DE VILLE ayant son siège à 6852 Our (Paliseul) – La Besace 14 ; Considérant qu'une erreur matérielle s'est glissée dans la rubrique “SOULTE” du projet de convention ; Considérant que, selon les estimations du Receveur de l'Enregistrement du 30/06/2011, la valeur vénale du terrain communal (parcelle n° 58 D 2) s'é lève à 1.160 EUR le mètre carré et celle de la parcelle n° 58 E 2, appartenant au groupe THOMAS & PIRON (via la société FONCIERE DU COEUR DE VILLE) à 580 EUR le mètre carré, alors que les montants figurant dans le projet de convention sont respectiment de 1120 EUR et 560 EUR ; Considérant qu'il y a lieu dès lors d'adapter les valeurs des terrains concernés aux montants de 915.240 EUR pour le terrain communal et de 1.046.900 EUR pour le terrain appartenant à THOMAS & PIRON ; Considérant qu'il y a lieu dès lors d'adapter la soulte à 916.840 EUR minimum en faveur de la commune, sous réserve du nombre de mètres carrés qu'il sera autorisé d'y construire ; Considérant qu'il y a lieu dès lors d'adapter le projet de convention ; Vu la proposition de convention d'échange adaptée ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ;
58 DECIDE : - d'approuver l'adaptation de la convention d'échange d'un terrain communal sis à l'angle de la rue Vervloesem et de l'avenue des Iles d'Or avec deux terrains appartenant au Groupe THOMAS & PIRON via la société “FONCIERE DU COEUR DE VILLE” ayant son siège à 6852 Our (Paliseul) – La Besace 14 ; - d'approuver la convention d'échange telle que reprise ci-dessous : CONVENTION D’ECHANGE Entre d’une part A. La Commune de "WOLUWE-SAINT-LAMBERT", ici représentée par : son Bourgmestre Olivier MAINGAIN et son Secrétaire communal Patrick LAMBERT, En exécution de la délibération du Conseil communal du 16/09/2013, dont un extrait du registre restera ci-annexé. Cette délibération a été approuvée par l'autorité de tutelle suivant courrier du *, dont copie restera ciannexée. Ci-après dénommée "le comparant sub A" ou "Commune" Et d’autre part B. La société anonyme "FONCIÈRE DU COEUR DE VILLE", ayant son siège social à (6852) Paliseul (Our), La Besace 14, inscrite au registre des personnes morales sous le numéro d'entreprise 0461.504.125, ici représentée, conformément à l'article 27 des statuts, par *, domicilié à *, Ci-après dénommée "le comparant sub B" ou "FCV". Les parties sub A et B ensemble dénommées "les parties" ou "les comparants" ou les "copermutants". EXPOSE PREALABLE 1. Le comparant sub A est propriétaire du bien ci-après décrit : Commune de Woluwe-Saint-Lambert, deuxième division Une parcelle de terrain sise rue Vervloesem, cadastrée selon extrait récent de la matrice cadastrale section C, numéro 58 D 2 pour une superficie selon cadastre de 6 ares 07 centiares et selon mesurage dont question ci-après de 7 ares 89 centiares. Revenu cadastral non indexé : 2. Le comparant sub B est propriétaire des biens ci-après décrits : Commune de Woluwe-Saint-Lambert, deuxième division a) Une parcelle de terrain avec les constructions y érigées (destinées à la démolition) sise rue Vervloesem 150, cadastrée selon titre et extrait récent de la matrice cadastrale section C numéro 46/L pour une superficie selon cadastre de 28 ares 08 centiares. Revenu cadastral non indexé : 2.436 EUR Selon ancien titre, le bien susmentionné, alors à l'état de terrain, contenait en superficie, y compris la moitié du lit de l'ancien ruisseau Roodebeek comblé, 28 ares 69 centiares 43 dixmilliares et était cadastré section C numéro 46/G et 46/I. b) Une parcelle de terrain sise à front de l'avenue des Iles d'Or, cadastrée selon titre et récent extrait cadastral section C numéro 58/E/2 pour une superficie selon cadastre de 9 ares 29 centiares et selon mesurage dont question ci-après de 9 ares 41 ca. Revenu cadastral non indexé : 8 EUR
59 3. Le groupe THOMAS & PIRON, dont fait partie FCV, s’est vu délivrer le 11 octobre 2012 par le Collège des Bourgmestre et Echevins de la Commune un permis d’urbanisme référencé PU 19908 autorisant la réalisation de 33 appartements répartis en un immeuble de gabarit rez + 5 étages et de 35 parkings en sous-sol, sur la parcelle décrite ci-dessus sub 2.a). Il projette d’étendre son projet immobilier et, par souci de cohérence urbanistique, de réaliser un bâtiment permettant de fermer l’angle de l’avenue Vervloesem et l’avenue des Iles d’Or. L’ensemble du projet de construction comprenant les constructions actuellement autorisées par le permis susmentionné et les nouvelles constructions projettées est ci-après dénommé le « Nouveau Projet ». Dans cette optique, et étant donné la configuration des lieux - la parcelle appartenant à la Commune décrite sub 1. est en effet enclavée entre les deux parcelles propriété de FCV, décrites respectivement sub 2 a) et b) - la société anonyme THOMAS & PIRON a adressé le 25 octobre 2012 une lettre à la Commune contenant une proposition d’échange, selon les termes et conditions y figurant, entre la Commune et FCV de (i) la parcelle décrite ci-dessus sub 1 appartenant à la Commune, et de (ii) la parcelle décrite ci-dessus sub 2.b) et une partie de la parcelle décrite cidessus sub 2.a) appartenant à FCV. 4. Par une lettre du 20 février 2013 adressée au groupe THOMAS & PIRON, la Commune a marqué son accord de principe sur ladite proposition du 25 octobre 2012, sous réserve des conditions y figurant. La Commune déclare, en se référant à la note dont question ci-dessous, que son accord de principe est justifié par des motifs sérieux eu égard, notamment, au caractère difficilement constructible de la parcelle dont elle est propriétaire, cette dernière étant enclavée entre les deux parcelles décrites sub 2.a) et 2.b) appartenant à FCV. Le groupe THOMAS & PIRON apparaît donc comme étant le seul à même de répondre au souhait de la Commune, étant de voir se réaliser un projet immobilier cohérent et de qualité, proposant un immeuble de logements de type trois façades, fermant ainsi harmonieusement, à son extrémité, le front bâti. Dans ce but, les comparants sub A et sub B souhaitent procéder à un échange de parcelles entre eux, aux conditions reprises ci-après. La Commune se réfère à la "NOTE RELATIVE AUX PROCEDURES APPLICABLES EN CAS D’ECHANGE DE PARCELLES APPARTENANT AU DOMAINE PRIVE COMMUNAL" rédigée par Maître COENRAETS, en particulier à son paragraphe III, laquelle note conclut dans les termes suivants : "Une commune peut procéder, de gré à gré, à un échange de parcelles avec un propriétaire privé, pour peu que des motifs sérieux permettent de le justifier. En l’occurrence, et eu égard notamment au caractère difficilement constructible de la parcelle communale, prise telle quelle, la société THOMAS & PIRON, propriétaire des parcelles jointives de la parcelle communale à échanger, apparaît comme étant la seule à même de répondre au souhait de la commune, étant de voir se réaliser un projet immobilier de qualité, proposant un immeuble de logements de type trois façades – refermant ainsi harmonieusement, à son extrémité, le front bâti – et permettant des aménagements d’espaces verts qui profiteront aux habitants du quartier concerné par le projet." 5. Le groupe THOMAS & PIRON a introduit le 12 avril 2013 une demande d’obtention de permis d’urbanisme et de permis d’environnement en vue de la réalisation du Nouveau Projet. Dans ce cadre, le groupe THOMAS & PIRON reste entièrement libre de constituer l’équipe de son choix (architecte, géomètre, techniques spéciales etc..) sans instructions quelconques de la part de la Commune. ENSUITE DE QUOI, les comparants conviennent entre eux ce qui suit: Le comparant sub A cède à titre d'échange au comparant sub B, qui accepte, le bien immeuble suivant: Commune de Woluwe-Saint-Lambert, deuxième division Une parcelle de terrain sise rue Vervloesem, cadastrée selon extrait récent de la matrice cadastrale section C, numéro 58 D 2 pour une contenance selon cadastre de 6 ares 07 centiares et selon mesurage de 7 ares 89 centiares.
60 Tels que ce bien figure au procès-verbal de mesurage, de division et d’échange dressé par la N.V. Bureau Basteyns géomètre-expert, à 3020 Herent Brusselsesteenweg 4/A, le 2 mai 2013, lequel restera annexé à la présente convention. Origine de propriété La Commune de Woluwe-Saint-Lambert est propriétaire du bien prédécrit, sous plus grande superficie, depuis plus de trente ans. En contre-échange, le comparant sub B cède au comparant sub A qui accepte, le bien immeuble suivant: Commune de Woluwe-Saint-Lambert, deuxième division a) une parcelle de terrain sise rue Vervloesem 150, cadastrée selon extrait récent de la matrice cadastrale section C, partie du numéro 46/L pour une contenance selon mesurage de 864 m². b) Une parcelle de terrain sise à front de l'avenue des Iles d'Or, cadastrée selon titre et récent extrait cadastral section C numéro 58/E/2 pour une superficie selon cadastre de 9 ares 29 centiares et selon mesurage dont question ci-après de 9 ares 41 ca. Tels que ces biens figurent au plan et procès-verbal de mesurage, de division et d’échange dressé par la NV Bureau Basteyns géomètre-expert, dont question ci-dessus, pour une superficie totale de 18 ares 05 centiares. Origine de propriété La société anonyme "FONCIÈRE DU COEUR DE VILLE", prénommée, est propriétaire des biens prédécrits pour les avoir acquis de Madame DU PONT Alphonsine aux termes d’un acte reçu par le notaire François Herinckx, à Bruxelles, et le notaire André Philips, à Koekelberg, le 12 juillet 2005, dûment transcrit. CONDITIONS GENERALES Le présent échange est fait sous les clauses, charges et conditions suivantes : 1. Les biens sont cédés dans l’état dans lequel ils se trouvent ce jour, bien connu des parties, qui déclarent les avoir visités et avoir pris toute information quant à leur situation, leur état et leur affectation, sans qu’une partie puisse exercer aucun recours, soit en cas de vices apparents ou cachés, soit en cas de vices apparents ou cachés du sol ou de sous-sol. Les co-permutants prendront les biens tels qu'ils se comportent et ils échapperont à toutes garanties et responsabilités à cet égard et spécialement à celles basées sur les articles 1641 et 1643 du Code Civil. Les comparants déclarent avoir visité le site et avoir pris connaissance des bâtiments existants se trouvant sur les biens échangés ainsi que des places de parking public donnant sur l’avenue des Iles d’Or. 2. La contenance susindiquée n'est pas garantie, la différence pouvant exister devant faire profit ou perte pour les co-permutants, même si cette différence excédait un/vingtième, sauf recours contre le géomètre. 3. Les indications cadastrales ou autres indications sont données sans garantie ni responsabilité et les comparants n'auront aucun recours à exercer en cas d'inexactitude, d'erreur ou d'omission de ce chef. 4. Les biens sont cédés avec toutes les charges et servitudes, actives ou passives, apparentes ou occultes, continues ou discontinues, dont ils pourraient être avantagés ou grevés, qui peuvent y être attachées et sauf aux co-permutants de faire valoir les unes et à se défendre des autres, le tout à leurs frais, risques et périls, et sans que la présente clause ne puisse donner à qui que ce soit, plus de droits qu’il ne justifierait en avoir, soit en vertu de titres réguliers et non prescrits, soit en vertu de la loi.
61 A ce sujet, les co-permutants déclarent, qu’à leur connaissance, il n’existe pas de servitudes et/ou conditions spéciales grevant les biens cédés autres que celles éventuellement reprises dans leur titre de propriété, que personnellement, ils n’en ont conféré aucune et qu’ils déclinent toute responsabilité quant aux servitudes et/ou conditions spéciales qui auraient pu avoir été concédées par des propriétaires antérieurs. Les co-permutants déclarent avoir pris connaissance des conditions spéciales grevant les biens relatives à la zone de protection du monument classé de la ferme Hof Ter Cauweschueren, tels que reprises dans les renseignements urbanistiques mentionnés ci-après. 5. Le transfert de propriété aura lieu à la date de signature de l’acte authentique. Les co-permutants auront la jouissance des biens échangés à partir du jour de l'acte authentique par la prise de possession réelle. 6. Les co-permutants supporteront toutes les taxes publiques, charges et impositions quelconques émanant de quelque autorité compétente que ce soit, afférentes aux biens échangés à compter de la signature de l’acte authentique. 7. Tous les frais, droits et honoraires des présentes sont à charge de FCV. CONDITIONS SUSPENSIVES Le présent échange est conclu sous les conditions particulières suivantes : 1. Le présent échange est réalisé sous la condition suspensive de la délivrance, dans un délai de 12 mois à compter de l’approbation par le conseil communal de la convention ci présente, d’un permis d’urbanisme et d’environnement définitif et exempt de tout recours relatif au Nouveau Projet, étant entendu que ledit permis d’urbanisme devra notamment autoriser la réalisation d’un minimum de deux mille (2.000) mètres carrés hors sol brut sur la parcelle cédée par la Commune (décrite sub 1 à l’exposé préalable). Le délai susmentionné de 12 mois pourra être prolongé de 8 mois par le copermutant B. 2. Le présent échange est réalisé sous la condition suspensive de la non intervention de l’autorité de tutelle. DIVISION Le bien décrit sub 2.a) cédé par le Comparant sub B provient de la division d'une parcelle qui ne fait pas l'objet d'un permis de lotir. Conformément à l'article 104 du Code bruxellois de l’Aménagement du Territoire, le notaire instrumentant communiquera au Collège des Bourgmestre et Echevins de la Commune de WoluweSaint-Lambert et au fonctionnaire délégué le plan de division, ainsi qu'une attestation précisant la nature de la présente convention et la destination du bien cédé, à savoir zone mixte au Plan Régional d’Affectation du Sol . Le lot ainsi cédé n’étant pas destiné à l’habitation, un permis de lotir n’est pas requis. URBANISME Généralités Les co-permutants reconnaissent avoir été informés de l’opportunité de recueillir de leur côté, antérieurement aux présentes, tous renseignements sur la situation urbanistique des biens présentement cédés et sur leur environnement. Le notaire rédacteur de la présente convention a demandé à la Commune de Woluwe-Saint-Lambert de lui délivrer les renseignements urbanistiques qui s'appliquent aux biens objets du présent échange.
62 La réponse de la Commune de Woluwe-Saint-Lambert, en date du 10 mai 2013, stipule littéralement ce qui suit: 1/ en ce qui concerne les parcelles 46 L et 58 E 2 "En réponse à votre lettre réceptionnée en date du 19 avril 2013, nous vous prions de noter que les biens : ne sont pas repris dans les limites d’un plan particulier d’affectation du sol, de lotissement ou d’expropriation approuvé. sont situés dans une zone mixte du Plan Régional d’Affectation du Sol approuvé par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 03 mai 2001. sont situés dans la zone de protection du classement comme monument de certaines parties de l’aile primitive de l’ancienne ferme Hof Ter Cauwerschueren et de la totalité de son fournil par arrêté du 03/05/2005. n’est grevé d’aucune emprise pour canalisation de produits gazeux ou autres. ne sont pas repris dans un espace de développement renforcé du logement et de la rénovation. ne sont pas repris dans un périmètre soumis au droit de préemption tel que prévu par le Code bruxellois de l’Aménagement du Territoire approuvé par arrêté du 09/04/2004 du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale. Par ailleurs, nous vous informons que : - Un procès-verbal portant le n°129/01 a été dressé e n date du 07/03/2001 en ce qui concerne le bien sis rue Vervloesem, 150. - tout projet de transformation même intérieure et tout changement d’affectation doivent faire l’objet d’un permis d’urbanisme. - conformément à l’article 28 du Règlement Communal sur les Bâtisses, la zone de recul doit être aménagée en jardin ; le quart au moins de sa surface doit être planté et parfaitement entretenu en tout temps. Les plantations à haute tige y sont interdites. Cette zone de recul doit conserver constamment cette affectation de jardinet à l’exclusion de tout autre usage. La zone de recul ne peut être utilisée par aucune exploitation. Il ne peut être rien établi ni déposé dans la zone de recul qui puisse nuire à la viabilité ou à la beauté de la voie publique. - un règlement communal, voté le 25/11/2010, permet aux acquéreurs, répondant à certaines conditions, d’obtenir une réduction du précompte immobilier d’un bien destiné à héberger son propriétaire. Ce règlement est entré en vigueur le 01/01/2011. Tout renseignement à ce propos peut être obtenu auprès du Service des Propriétés Communales (tel :02/761.28.18). Nous vous invitons à en informer l’acquéreur du bien faisant l’objet de l’acte pour lequel les renseignements urbanistiques sont demandés". 2/ en ce qui concerne la parcelle 58/D/2 "En réponse à votre lettre réceptionnée en date du 19 avril 2013, nous vous prions de noter que les biens : N’est pas repris dans les limites d’un plan particulier d’affectation du sol, de lotissement ou d’expropriation approuvé. est situé dans une zone mixte du Plan Régional d’Affectation du Sol approuvé par arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 03 mai 2001. est situé dans la zone de protection du classement comme monument de certaines parties de l’aile primitive de l’ancienne ferme Hof Ter Cauwerschueren et de la totalité de son fournil par arrêté du 03/05/2005. n’est grevé d’aucune emprise pour canalisation de produits gazeux ou autres. n’est pas repris dans un espace de développement renforcé du logement et de la rénovation.
63 ne sont pas repris dans un périmètre soumis au droit de préemption tel que prévu par le Code bruxellois de l’Aménagement du Territoire approuvé par arrêté du 09/04/2004 du Gouvernement de la Région de Bruxelles Capitale. Par ailleurs, nous vous informons que : - tout projet de transformation même intérieure et tout changement d’affectation doivent faire l’objet d’un permis d’urbanisme. - conformément à l’article 28 du Règlement Communal sur les Bâtisses, la zone de recul doit être aménagée en jardin ; le quart au moins de sa surface doit être planté et parfaitement entretenu en tout temps. Les plantations à haute tige y sont interdites. Cette zone de recul doit conserver constamment cette affectation de jardinet à l’exclusion de tout autre usage. La zone de recul ne peut être utilisée par aucune exploitation. Il ne peut être rien établi ni déposé dans la zone de recul qui puisse nuire à la viabilité ou à la beauté de la voie publique. - un règlement communal, voté le 25/11/2010, permet aux acquéreurs, répondant à certaines conditions, d’obtenir une réduction du précompte immobilier d’un bien destiné à héberger son propriétaire. Ce règlement est entré en vigueur le 01/01/2011. Tout renseignement à ce propos peut être obtenu auprès du Service des Propriétés Communales (tel :02/761.28.18). Nous vous invitons à en informer l’acquéreur du bien faisant l’objet de l’acte pour lequel les renseignements urbanistiques sont demandés" Les co-permutants déclarent avoir reçu une explication de ces renseignements, ainsi qu'une copie des réponses de la Commune. Expropriation – Monuments/Sites – Alignement - Emprise. Les co-permutants déclarent que, à leur connaissance, les biens qu’ils cèdent ne sont pas concernés par des mesures d'expropriation, soumis à une servitude d'alignement, ni grevé d’une emprise souterraine ou de surface en faveur d’un pouvoir public ou d’un tiers et que les biens qu’ils cèdent ne sont pas inscrits à l’inventaire des sites d’activité inexploités. Les co-permutants déclarent avoir pris connaissance que les parcelles échangées se trouvent dans la zone de protection du monument classé la ferme Hof Ter Cauweschueren et pour partie, en ce qui concerne la parcelle 58 E 2, dans la zone même classée du site classé Hof Ter Cauweschueren. Situation existante. Les co-permutants déclarent qu’à leur connaissance les biens qu’ils cèdent ne sont affectés, par le fait d’un tiers, d’aucun acte ou travail irrégulier. Les co-permutants déclarent que les biens qu’ils cèdent sont actuellement affectés à usage de parcelle de terrain et déclarent que, à leur connaissance, cette affectation est régulière et qu’il n’y a aucune contestation à cet égard. Les co-permutants ne prennent aucun engagement quant à l’affectation que l’un et l’autre voudrait donner au bien lui étant cédé, chacun faisant de cette question son affaire personnelle sans recours contre l’autre. Les co-permutants déclarent que les biens cédés n’ont fait l’objet d’aucun permis ou certificat d’urbanisme laissant prévoir la possibilité d’y effectuer ou d’y maintenir aucun des actes et travaux visés par la législation régionale applicable et qu’ils ne prennent aucun engagement quant à la possibilité d’exécuter ou de maintenir sur les biens cédés aucun des actes et travaux visés par lesdites législations, à l’exception du permis d’urbanisme délivré le 11 octobre 2012 sous les références 19908 au groupe THOMAS & PIRON, dont question au point 3 de l’exposé préalable. Droit de préemption Les co-permutants déclarent que les biens qu’ils cèdent ne sont grevés d'aucun droit de préemption ou droit de préférence, promesse de vente ou de rachat conventionnel. Les co-permutants déclarent qu’à leur connaissance, les biens qu’ils cèdent ne sont grevés d'aucun droit de préemption ou droit de préférence légal ou réglementaire.
64 GESTION ET ASSAINISSEMENT DU SOL 1. Les parties déclarent avoir été informées des dispositions de l’Ordonnance du 5 mars 2009 relative à la gestion et à l’assainissement du sol lesquelles imposent notamment au cédant d’un bien immeuble de transmettre au cessionnaire, préalablement à la cession, une attestation du sol délivrée par l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement (ci-après l’IBGE) et, s’il ressort de cette attestation que la parcelle concernée est potentiellement polluée, de faire procéder à une reconnaissance de l’état de sol ainsi que, le cas échéant, au traitement de la pollution. 2. Les co-permutants reconnaissent avoir pris connaissance, préalablement aux présentes, du contenu des attestations du sol délivrées par l’Institut Bruxellois pour la Gestion de l’Environnement en date du 26 avril et 2 mai 2013 , dont ils reconnaissent avoir reçu copie. Les attestations stipulent textuellement ce qui suit : 1/ en ce qui concerne la parcelle 58 D 2 appartenant à la Commune "2. Statut de la parcelle La parcelle est inscrite à l’inventaire de l’état du sol dans la catégorie 2. Les informations détaillées relatives à cette parcelle n’ont pas encore fait l’objet d’une procédure de validation. 3. Informations détaillées disponibles dans l’inventaire de l’état du sol Identification des titulaires de droits réels (Selon les informations communiquées par le service du cadastre). Nom Adresse Commune de Woluwe-Saint-Lambert Avenue Hymans 2, 1200 Woluwe-SaintLambert L’IBGE ne dispose pas d’information quant aux activités sur cette parcelle. Evénement, autre que l’exploitation (passée) d’une activité à risque, ayant pu engendrer une pollution du sol connus sur le site: non Etudes réalisées et leurs conclusions: L'IBGE dispose des études suivantes pour cette parcelle Type étude Reconnaissance de l’état du sol (SOL/00167/2013)
Date de l’étude 16/04/2013
Conclusions Pas de pollution détectée
Nature et titulaires des obligations Il n’y a actuellement pas d’obligations en ce qui concerne l’aliénation de droits réels (exp. vente) ou la cession d’un permis d’environnement sur la parcelle en question. Une reconnaissance de l’état du sol doit être réalisée si la parcelle susmentionnée fait l’objet: - de l’implantation d’une nouvelle activité à risque, et ce à charge du demandeur du permis d’environnement (art. 13 § 3) - d’une découverte de pollution lors d’une excavation du sol, et ce à charge de la personne qui exécute ces travaux ou pour le compte de laquelle les travaux sont réalisés (art. 13 § 6) - d’un incident ou accident ayant pollué le sol, et ce à charge de l’auteur de cet évènement (art. 13 § 7). Sachez que des dispenses de l’obligation de réaliser une reconnaissance de l’état du sol sont prévues aux articles 60 et 61 de l’Ordonnance du 5 mars 2009. Ces dispenses doivent être notifiées ou demandées à Bruxelles Environnement - IBGE via l’envoi en recommandé des formulaires concernés (www.bruxellesenvironnement.be > Professionnels > Thèmes > Sols >Identification et traitement > reconnaissance de l’état du sol).
65 4. Validité de l’attestation du sol La présente attestation du sol est valide de manière indéfinie. De manière générale, la validité de la présente attestation du sol, déterminée ci-dessus est annulée lorsque il y a l’un des changements suivants: - Exploitation actuelle ou passée d’activités à risque, autres que celles citées dans la présente attestation du sol ou cessation d’activités à risque citées dans la présente attestation du sol; - Découverte de pollutions du sol pendant l’exécution de travaux d’excavation ; - Evénement autre que les activités à risque motivant une présomption de pollution du sol ou ayant engendré une pollution du sol ; - Données administratives de la parcelle, entre autre sa délimitation, son affectation, etc. - Notification de déclarations de conformité, de déclarations finales ou imposition de mesures de sécurité conformément aux dispositions de l’Ordonnance du 5 mars 2009 ; - Non respect ou changement des conditions figurant dans les déclarations de conformité ou les évaluations finales citées aux articles 15, 27, 31, 35, 40, 43 et 48 de l’Ordonnance du 5/3/2009 relative à la gestion et à l’assainissement des sols pollués (M.B. 10/3/2009) Cette attestation du sol abroge toute autre attestation du sol délivrée précédemment. ». 2/ en ce qui concerne la parcelle 58 E 2 appartenant à FCV "2. Statut de la parcelle La parcelle est inscrite à l’inventaire de l’état du sol dans la catégorie 1. Les informations détaillées relatives à cette parcelle ont déjà fait l’objet d’une procédure de validation. 3. Informations détaillées disponibles dans l’inventaire de l’état du sol Identification des titulaires de droits réels (Selon les informations communiquées par le service du cadastre). Nom Adresse Thomas & Piron La Besace 14, Our - Paliseul L’IBGE ne dispose pas d’information quant aux activités sur cette parcelle. Evénement, autre que l’exploitation (passée) d’une activité à risque, ayant pu engendrer une pollution du sol connus sur le site: non Etudes réalisées et leurs conclusions: L'IBGE dispose des études suivantes pour cette parcelle Type étude Reconnaissance de l’état du sol (2009/1082/01)
Date de l’étude 02/07/2009
Conclusions Pas de pollution détectée
Nature et titulaires des obligations Il n’y a actuellement pas d’obligations en ce qui concerne l’aliénation de droits réels (exp. vente) ou la cession d’un permis d’environnement sur la parcelle en question. Une reconnaissance de l’état du sol doit être réalisée si la parcelle susmentionnée fait l’objet: - de l’implantation d’une nouvelle activité à risque, et ce à charge du demandeur du permis d’environnement (art. 13 § 3) - d’une découverte de pollution lors d’une excavation du sol, et ce à charge de la personne qui exécute ces travaux ou pour le compte de laquelle les travaux sont réalisés (art. 13 § 6) - d’un incident ou accident ayant pollué le sol, et ce à charge de l’auteur de cet évènement (art. 13 § 7). Sachez que des dispenses de l’obligation de réaliser une reconnaissance de l’état du sol sont prévues aux articles 60 et 61 de l’Ordonnance du 5 mars 2009. Ces dispenses doivent être notifiées ou demandées à Bruxelles Environnement - IBGE via l’envoi en recommandé des formulaires concernés (www.bruxellesenvironnement.be > Professionnels > Thèmes > Sols >Identification et traitement > reconnaissance de l’état du sol).
66 4. Validité de l’attestation du sol La présente attestation du sol est valide de manière indéfinie. De manière générale, la validité de la présente attestation du sol, déterminée ci-dessus est annulée lorsque il y a l’un des changements suivants: - Exploitation actuelle ou passée d’activités à risque, autres que celles citées dans la présente attestation du sol ou cessation d’activités à risque citées dans la présente attestation du sol; - Découverte de pollutions du sol pendant l’exécution de travaux d’excavation ; - Evénement autre que les activités à risque motivant une présomption de pollution du sol ou ayant engendré une pollution du sol ; - Données administratives de la parcelle, entre autre sa délimitation, son affectation, etc. - Notification de déclarations de conformité, de déclarations finales ou imposition de mesures de sécurité conformément aux dispositions de l’Ordonnance du 5 mars 2009 ; - Non respect ou changement des conditions figurant dans les déclarations de conformité ou les évaluations finales citées aux articles 15, 27, 31, 35, 40, 43 et 48 de l’Ordonnance du 5/3/2009 relative à la gestion et à l’assainissement des sols pollués (M.B. 10/3/2009) - Cette attestation du sol abroge toute autre attestation du sol délivrée précédemment. ». 3/ en ce qui concerne la parcelle 46 L appartenant à FCV "2. Statut de la parcelle La parcelle est inscrite à l’inventaire de l’état du sol dans la catégorie 3. Les informations détaillées relatives à cette parcelle ont déjà fait l’objet d’une procédure de validation. 3. Informations détaillées disponibles dans l’inventaire de l’état du sol Identification des titulaires de droits réels (Selon les informations communiquées par le service du cadastre). Nom Adresse Thomas & Piron La Besace 14, Our - Paliseul L’IBGE ne dispose pas d’information quant aux activités sur cette parcelle. Evénement, autre que l’exploitation (passée) d’une activité à risque, ayant pu engendrer une pollution du sol connus sur le site: non Autre motif d’inscription : Pollution avérée Etudes réalisées et leurs conclusions: L'IBGE dispose des études suivantes pour cette parcelle Type étude Reconnaissance de l’état du sol (2009/1082/01)
Date de l’étude 02/07/2009
Conclusions Pollution détectée
Etude détaillée (2009/1082/01) Etude de risque (2009/1082/01) Restrictions d’usage
10/12/2009 29/01/2010 01/2010
Pollution délimitée Risques : santé humaine Excavation uniquement avec projet d’assainissement Dalle de béton obligatoire
Nature et titulaires des obligations Aucune nouvelle reconnaissance de l’état du sol ne doit être réalisée dans le cadre d’une aliénation de droits réels (ex. vente) ou d’une cession de permis d’environnement sur la parcelle en question. Vu que la parcelle en question est polluée, les restrictions d’usage et les mesures de suivi imposées par l’IBGE (à fournir par le cédant de droits réels ou de permis d’environnement au cessionaire) doivent impérativement être respectées et/ou mises en œuvre.
67 Les travaux d’excavation et/ ou de pompage d’eau souterraine ne peuvent avoir lieu sans un projet d’excavation de terres polluées et/ou projet de pompage d’eau souterraine préalablement approuvé par l’IBGE, ou un projet de gestion du risque / d’assainissement préalablement déclaré conforme par l’IBGE. Une reconnaissance de l’état du sol doit être réalisée si la parcelle susmentionnée fait l’objet: - de l’implantation d’une nouvelle activité à risque, et ce à charge du demandeur du permis d’environnement (art. 13 § 3) - d’une découverte de pollution lors d’une excavation du sol, et ce à charge de la personne qui exécute ces travaux ou pour le compte de laquelle les travaux sont réalisés (art. 13 § 6) - d’un incident ou accident ayant pollué le sol, et ce à charge de l’auteur de cet évènement (art. 13 § 7). Sachez que des dispenses de l’obligation de réaliser une reconnaissance de l’état du sol sont prévues aux articles 60 et 61 de l’Ordonnance du 5 mars 2009. Ces dispenses doivent être notifiées ou demandées à Bruxelles Environnement - IBGE via l’envoi en recommandé des formulaires concernés (www.bruxellesenvironnement.be > Professionnels > Thèmes > Sols >Identification et traitement > reconnaissance de l’état du sol). 4. Validité de l’attestation du sol La présente attestation du sol est de 1 an maximum à dater de sa délivrance. De manière générale, la validité de la présente attestation du sol, déterminée ci-dessus est annulée lorsque il y a l’un des changements suivants: - Exploitation actuelle ou passée d’activités à risque, autres que celles citées dans la présente attestation du sol ou cessation d’activités à risque citées dans la présente attestation du sol; - Découverte de pollutions du sol pendant l’exécution de travaux d’excavation ; - Evénement autre que les activités à risque motivant une présomption de pollution du sol ou ayant engendré une pollution du sol ; - Données administratives de la parcelle, entre autre sa délimitation, son affectation, etc. - Notification de déclarations de conformité, de déclarations finales ou imposition de mesures de sécurité conformément aux dispositions de l’Ordonnance du 5 mars 2009 ; - Non respect ou changement des conditions figurant dans les déclarations de conformité ou les évaluations finales citées aux articles 15, 27, 31, 35, 40, 43 et 48 de l’Ordonnance du 5/3/2009 relative à la gestion et à l’assainissement des sols pollués (M.B. 10/3/2009) - Cette attestation du sol abroge toute autre attestation du sol délivrée précédemment. ». c) Les co-permutants déclarent, chacun en ce qui concerne les parcelles dont ils sont propriétaires, qu’ils ne détiennent pas d’information supplémentaire susceptible de modifier le contenu des attestations du sol et précise notamment, après avoir pris connaissance de la liste des activités à risque au sens de l'ordonnance, qu'à leur connaissance aucune de ces activités n’est ou n'a été exercée sur les terrains objets de la présente convention, à l’exception de ce qui est dit ci-dessus pour la parcelle 46 L. SOULTE Le présent échange est fait moyennant le paiement d’une soulte calculée sur la base : - de la valeur actuelle des parcelles prédécrites, en fonction des valeurs communiquées par le receveur de l’enregistrement de la Commune, soit : - un prix de 1.160 EUR par mètre carré pour la parcelle appartenant à la Commune, soit une valeur de neuf cents quinze mille deux cents quarante euros (915.240 EUR) pour 7 ares 89 centiares ; et - un prix de 580 EUR par mètre carré pour les parcelles appartenant à FCV, soit une valeur de un million quarante six mille neuf cents euros (1.046.900 EUR), pour 18 ares 05 centiares. - d’une valeur de convenance déterminée en fonction du nombre de mètres carrés brut hors sol qu’autorisera le permis d’urbanisme, définitif et exempt de tout recours, de réaliser sur la parcelle décrite sub 1 appartenant actuellement à la Commune. Ladite valeur est actuellement fixée à un million quarante-huit mille cinq cents euros (1.048.500 EUR) partant d’une superficie brute hors sol autorisée de 2.330 mètres carré à raison de 450 EUR le mètre carré et sera modifiée, le cas échéant, en fonction du nombre de mètres carré autorisés dans le permis d’urbanisme définitif et exempt de tout recours.
68 En conséquence, le présent échange est consenti et accepté moyennant le paiement par FCV à la Commune d’une soulte fixée actuellement à neuf cents seize mille huit cents quarante euros (916.840 EUR). Ladite soulte sera recalculée et fixée définitivement suite à la délivrance des permis d’urbanisme et d’environnement exempt de tout recours, dont question au point 1 des conditions suspensives susmentionnées, en fonction de la superficie brute hors sol effectivement autorisée. La soulte, telle que définitivement fixée, sera entièrement payable à la signature de l’acte authentique. DECLARATION POUR L'ENREGISTREMENT L’acquisition par le comparant sub A a lieu pour cause d’utilité publique au sens de l’article 161, 2° du Code des droits d’enregistrement, ainsi qu’il ressort de * dans sa lettre du * adressée au comparant sub B. ASSUJETTISSEMENT A LA TVA Le Comparant sub A déclare : - ne pas être assujetti à la Taxe sur la Valeur Ajoutée ; - ne pas l'avoir été endéans les cinq dernières années ; - ne pas être membre ou avoir été membre d'une association de fait assujettie à la Taxe sur la Valeur Ajoutée, ni d’une unité TVA ; - n’avoir aliéné durant les cinq années précédant les présentes, aucun bien immobilier avec application des dispositions de l'article 8 paragraphes 2 et 3 du Code de la TVA (vente avec option TVA). Le Comparant sub B déclare être assujetti à la Taxe sur la Valeur Ajoutée sous le numéro BE 0461.504.125. ACTE AUTHENTIQUE L'acte constatant la réalisation du présent échange sera reçu au plus tard dans les 2 mois de la réalisation de toutes les conditions suspensives sur proposition du notaire instrumentant. Les parties, informées de leur droit de choisir chacune leur notaire, sans supplément de frais, pour autant que ce choix soit communiqué dans les 8 jours calendrier à dater des présentes, ont toutes deux désigné à cette fin l’étude des notaires associés Pierre Van den Eynde, Lorette Rousseau, Catherine Hatert & Joost De Potter. Les parties ont été dûment avisées de l’obligation de paiement des droits d’enregistrement dans les quatre mois de la signature de la présente convention ou de la réalisation des conditions suspensives, sous peine d’amende. SANCTIONS Si une des parties reste en défaut de remplir ses obligations, après une mise en demeure notifiée par exploit d’huissier ou lettre recommandée adressée à la partie défaillante et restée sans suite pendant quinze jours, l'autre partie pourra, dès l'expiration du délai fixé ci-dessus : - soit poursuivre l'exécution forcée de la présente convention. - soit considérer de plein droit l’échange pour nul et non avenu. Dans ce cas une somme égale à dix pour cent de la soulte ci-dessus stipulée sera due par la partie en défaut à titre de dommagesintérêts. Les parties reconnaissent toutefois avoir été informées par le notaire rédacteur de la présente convention, que seule une résolution judiciaire de l’échange leur permettra d’être dans une situation régulière relativement au paiement des droits d’enregistrement (sous réserve des possibles dispositions légales régionales en matière d’enregistrement de résolution amiable).
69 La partie défaillante supportera en outre les droits d'enregistrement dus sur la présente convention, les frais judiciaires et extrajudiciaires qui auraient été exposés par l'autre partie pour aboutir à la résolution judiciaire ou à l'exécution du présent échange, les frais et honoraires qui seraient dus aux notaires ainsi que les dommages éventuellement subis par l'autre partie. Si, du fait du Comparant sub B la soulte ou le solde de la soulte n’était payé dans le délai ci-dessus convenu pour la signature de l’acte authentique, ou si du fait du Comparant sub A l’acte authentique n’était pas signé dans ledit délai, la partie défaillante serait, de plein droit et sans mise en demeure, redevable d’un intérêt moratoire calculé sur la soulte ou son solde au taux de l'intérêt légal augmenté de trois pour cent l'an, calculé jour par jour jusqu'à complet paiement ou signature de l’acte authentique, à partir de cette date limite. ELECTION DE DOMICILE Pour l'exécution des présentes, les parties élisent domicile jusqu'à la signature de l'acte authentique en leur siège respectif susindiqué. LITIGE – TRIBUNAUX Tout litige relatif à l'interprétation ou l'exécution de la présente convention, fera l'objet de discussions entre les parties en vue d'un règlement amiable. A défaut d'accord entre les parties, la plus diligente introduira une action devant les tribunaux de l'ordre judiciaire. LOI CONTENANT ORGANISATION DU NOTARIAT Les parties reconnaissent que leur attention a été attirée sur le droit de chaque partie de désigner librement un autre notaire ou de se faire assister par un conseil, en particulier quand l'existence d'intérêts contradictoires ou d'engagements disproportionnés est constatée. CLOTURE Fait à Le En autant d'originaux que de parties ayant un intérêt distinct, chacune reconnaissant avoir reçu l’exemplaire lui revenant ; un exemplaire supplémentaire est destiné au notaire. Commune de Woluwe-Saint-Lambert
Foncière Cœur de Ville SA
La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0031# ---------DE RAAD, Gelet op de beraadslaging van 16/09/2013 waarbij een overeenkomst werd goedgekeurd om een terrein van de gemeente gelegen op de hoek van de Vervloesemstraat en de Gouden eilandenlaan te ruilen voor 2 terreinen van de groep THOMAS & PIRON via de maatschappij “FONCIERE DU COEUR DE VILLE” met als zetel La Besace 14 te 6852 Our (Paliseul); Overwegende dat er een feitelijke fout in de rubriek « OPLEG » van het ontwerp van overeenkomst is geslopen;
70 Overwegende dat volgens de ramingen van de Ontvanger der Registratie van 30/06/2011 de verkoopwaarde van het gemeenteterrein (perceel n° 5 8 D 2) 1.160 EUR per vierkante meter bedraagt en die van perceel n° 58 E 2, eigendom van de groep THOMAS & PIRON (via de maatschappij “FONCIERE DU COEUR DE VILLE”) 580 EUR per vierkante meter bedraagt, daar waar de cijfers in het ontwerp van overeenkomst respectievelijk 1.120 EUR en 560 EUR zijn; Overwegende dat het aangewezen is om de waarde van de betrokken terreinen dus aan te passen aan de bedragen van 915.240 EUR voor het terrein van de gemeente en van 1.046.900 EUR voor het terrein van THOMAS & PIRON; Overwegende dat het dus aangewezen is om de opleg te wijzigen in minimaal 916.840 EUR ten voordele van de gemeente, onder voorbehoud van het aantal vierkante meters dat er bebouwd zal mogen worden; Overwegende dat het dus aangewezen is om het ontwerp van overeenkomst aan te passen; Gelet op het aangepaste voorstel van ruilovereenkomst; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST: - de aanpassing van de overeenkomst tot ruil van een terrein van de gemeente gelegen op de hoek van de Vervloesemstraat en de Gouden eilandenlaan voor 2 terreinen van de groep THOMAS & PIRON via de maatschappij “FONCIERE DU COEUR DE VILLE“ met als zetel La Besace 14 te 6852 Our (Paliseul) goed te keuren; - de ruilovereenkomst zoals hieronder beschreven goed te keuren: RUILOVEREENKOMST Tussen aan de ene kant A. De gemeente "SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE", hier vertegenwoordigd door : haar Burgemeester Olivier MAINGAIN en haar Gemeentesecretaris Patrick LAMBERT, In uitvoering van de beraadslaging van de Gemeenteraad van 16/09/2013 waarvan een uittreksel uit het register hieraan zal worden toegevoegd. Deze beraadslaging werd goedgekeurd door de toezichthoudende overheid volgend op de briefwisseling van *, waarvan een kopie hieraan zal worden toegevoegd. Hierna "de comparant sub A" of "Gemeente" genoemd. En aan de andere kant B. De naamloze vereniging "FONCIÈRE DU COEUR DE VILLE", met haar maatschappelijke zetel te La Besace 14 te 6852 Our (Paliseul), ingeschreven in het rechtspersonenregister onder ondernemingsnummer 0461.504.125, hier vertegenwoordigd in overeenstemming met artikel 27 van de statuten door *, gedomicilieerd te *, Hierna "de comparant sub B" of "FCV" genoemd. De partijen sub A en B worden samen "de partijen" of "de comparanten" of de "ruilers" genoemd. VOORAFGAANDE UITEENZETTING 1. De comparant sub A is eigenaar van het hierna beschreven goed:
71 Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, tweede divisie Een perceel grond gelegen Vervloesemstraat, gekadastreerd volgens recent uittreksel van de kadastrale legger sectie C, nummer 58 D 2 voor een oppervlakte volgens kadaster van 6 are 07 centiare en volgens opmeting waarvan hierna sprake van 7 are 89 centiare. Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen: 2. De comparant sub B is eigenaar van de hierna beschreven goederen: Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, tweede divisie a) Een perceel grond met de opgetrokken gebouwen (bestemd ter afbraak) gelegen Vervloesemstraat 150, gekadastreerd volgens titel en recent uittreksel van de kadastrale legger sectie C nummer 46/L voor een oppervlakte volgens kadaster van 28 are 08 centiare. Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen: 2.436 EUR Volgens oude titel bevatte voormeld goed, op dat ogenblik niet bebouwd, een oppervlakte van, met inbegrip van de helft van de bedding van de gedempte Roodebeek, 28 are 69 centiare 43 honderdsten en was dit gekadastreerd sectie C nummer 46/G en 46/I. b) Een perceel grond gelegen langs de Gouden Eilandenlaan, gekadastreerd volgens titel en recent kadastraal uittreksel sectie C nummer 58/E/2 voor een oppervlakte volgens kadaster van 9 are 29 centiare en volgens opmeting waarvan verder sprake van 9 are 41 ca. Niet-geïndexeerd kadastraal inkomen: 8 EUR 3. De groep THOMAS & PIRON, waar FCV deel van uitmaakt, heeft op 11 oktober 2012 een stedenbouwkundige vergunning ontvangen van het College van burgemeester en schepenen van de gemeente, referentie PU 19908, voor de bouw van 33 appartementen verdeeld over een gebouw met volume glkvlrs + 5 verdiepingen en 35 ondergrondse parkeerplaatsen op voormeld perceel sub 2.a). De groep stelt voor zijn bouwproject uit te breiden en, om de stedenbouwkundige coherentie te behouden, een gebouw neer te zetten om de hoek van de Vervloesemstraat en de Gouden Eilandenlaan te sluiten. Het geheel van het project met de gebouwen die momenteel toegelaten zijn door de voormelde stedenbouwkundige vergunning en de nieuwe voorgestelde constructie wordt hierna het « Nieuwe Project » genoemd. In deze optiek, en gezien de ligging der gronden – het perceel dat eigendom is van de gemeente en dat beschreven wordt sub 1. ligt inderdaad geprangd tussen de twee percelen die eigendom zijn van FCV en die respectievelijk beschreven worden sub 2 a) en b) – heeft de naamloze vennootschap THOMAS & PIRON op 25 oktober 2012 een brief naar de gemeente geschreven waarin een ruil voorgesteld wordt volgens de bepalingen en voorwaarden die erin zijn opgenomen, tussen de gemeente en FCV van (i) het perceel hierboven beschreven sub 1 dat eigendom is van de gemeente, en van (ii) het perceel hierboven beschreven sub 2.b) en een deel van het perceel hierboven beschreven sub 2.a), allebei eigendom van FCV. 4. Per schrijven van 20 februari 2013 aan de groep THOMAS & PIRON heeft de Gemeente zich principieel akkoord verklaard met het voorstel van 25 oktober 2012 onder voorbehoud van de hierin opgenomen voorwaarden. De gemeente verklaart, door te verwijzen naar de hierna vermelde nota, dat haar principeakkoord gerechtvaardigd wordt door ernstige beweegredenen gezien, met name, het perceel dat in haar bezit is moeilijk bebouwd kan worden, aangezien het ingesloten zit tussen de twee percelen beschreven sub 2.a) en 2.b), allebei eigendom van FCV. De groep THOMAS & PIRON blijkt dus de enige te zijn die beantwoordt aan de wens van de gemeente, namelijk een kwaliteitsvol en coherent bouwproject met een driegevel woningbouw die op een harmonieuze wijze het uiteinde van de bouwlijn afsluit. Met dit doel voor ogen willen comparanten sub A en sub B overgaan tot een onderlinge ruil van percelen volgens de hierna volgende voorwaarden. De Gemeente verwijst naar de "NOTA IN VERBAND MET DE PROCEDURES DIE VAN TOEPASSING ZIJN IN HET GEVAL VAN EEN RUIL VAN PERCELEN DIE TOEBEHOREN AAN HET GEMEENTELIJK PRIVÉDOMEIN” opgesteld door Meester COENRAETS, in het bijzonder naar paragraaf III die met de volgende woorden afsluit :
72 "Een gemeente mag, uit de hand, percelen ruilen met een privéeigenaar voor zover dit door ernstige beweegredenen wordt gerechtvaardigd. In dit geval, en met name gezien de moeilijkheid om te bouwen op het perceel van de gemeente, lijkt de maatschappij THOMAS & PIRON, eigenaar van de aaneensluitende percelen met het te verruilen perceel van de gemeente, de enige te zijn die beantwoordt aan de wens van de gemeente, namelijk een kwaliteitsvol en coherent bouwproject met een driegevel woningbouw die op een harmonieuze wijze het uiteinde van de bouwlijn afsluit, en waardoor er groene ruimtes kunnen worden aangelegd die de bewoners van de betrokken wijk in dit project ten goede zullen komen." 5. De groep THOMAS & PIRON heeft op 12 april 2013 een aanvraag ingediend voor een stedenbouwkundige vergunning en een milieuvergunning om het Nieuwe Project te kunnen verwezenlijken. In het kader hiervan staat het de groep vrij zijn ploeg naar keuze samen te stellen (architect, landmeter, bijzondere technieken, enz…) zonder instructies van welke aard dan ook, van de gemeente. WAARNA de comparanten wat volgt tussen hen overeenkomen: De comparant sub A staat in ruil aan comparant sub B, die aanvaardt, het volgende onroerend goed af: Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, tweede divisie Een perceel grond gelegen Vervloesemstraat, gekadastreerd volgens recent uittreksel van de kadastrale legger sectie C, nummer 58 D 2 voor een oppervlakte volgens kadaster van 6 are 07 centiare en volgens opmeting van 7 are 89 centiare. Zoals het goed vermeld wordt in het proces-verbaal van opmeting, verdeling en omruiling opgesteld door de N.V. Bureau Basteyns landmeter-expert, te 3020 Herent Brusselsesteenweg 4/A, op 2 mei 2013, dat bij deze overeenkomst gevoegd zal worden. Oorsprong van de eigendom De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe is sinds meer dan dertig jaar onder grotere oppervlakte eigenaar van hoger beschreven eigendom. In ruil waarvoor de comparant sub B aan comparant sub A, die aanvaardt, het volgende onroerende goed afstaat: Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, tweede divisie a) Een perceel grond gelegen Vervloesemstraat 150, gekadastreerd volgens recent uittreksel van de kadastrale legger sectie C, deel van nummer 46/L voor een oppervlakte volgens opmeting van 864m². b) Een perceel grond gelegen langs de Gouden Eilandenlaan, gekadastreerd volgens titel en recent kadastraal uittreksel sectie C nummer 58/E/2 voor een oppervlakte volgens kadaster van 9 are 29 centiare en volgens opmeting waarvan verder sprake van 9 are 41 ca. Zoals de goederen vermeld worden in het proces-verbaal van opmeting, verdeling en omruiling opgesteld door de N.V. Bureau Basteyns landmeter-expert, waarvan hieronder sprake, voor een totale oppervlakte van 18 are 05 centiare. Oorsprong van de eigendom De naamloze vennootschap "FONCIERE DU COEUR DE VILLE", bovengenoemd, is eigenaar van de hoger beschreven eigendommen door ze verworven te hebben van mevrouw DU PONT Alphonsine volgens de voorwaarden van een akte ontvangen door notaris François Herinckx, te Brussel, en door notaris André Philips, te Koekelberg, op 12 juli 2005, behoorlijk overgeschreven. ALGEMENE VOORWAARDEN Deze ruil gebeurt onder volgende bepalingen, lasten en voorwaarden :
73 1. De eigendommen worden afgestaan in de staat waarin ze zich nu bevinden en die door de partijen goed gekend is. De partijen verklaren deze bezocht te hebben en alle nodige informatie te hebben ingewonnen betreffende hun situatie, hun staat en hun bestemming, zonder dat enige partij enig beroep kan instellen weze het voor zichtbare of verborgen gebreken, of voor zichtbare of verborgen gebreken van de bodem of de ondergrond. De ruilers nemen de eigendommen zoals ze zijn en ze ontsnappen aan alle garanties en verantwoordelijkheden in dit verband en in het bijzonder aan die welke gebaseerd zijn op artikelen 1641 en 1643 van het Burgerlijk Wetboek. De comparanten verklaren de plaats bezocht te hebben en kennis genomen te hebben van de bestaande gebouwen op de geruilde eigendommen evenals van de openbare parkeerplaatsen die uitkomen op de Gouden Eilandenlaan. 2. De voormelde oppervlakte is niet gegarandeerd. Het eventuele verschil zal winst of verlies uitmaken voor de ruilers, zelfs wanner dit verschil groter is dan een/twintigste, behalve bij beroep tegen de landmeter. 3. De kadastrale of andere indicaties worden zonder garantie of verantwoordelijkheid gegeven en de comparanten kunnen uit dien hoofde geen beroep instellen in geval van onnauwkeurigheid, fout of weglating. 4. De eigendommen worden afgestaan met alle lasten en erfdienstbaarheden, actieve of passieve, zichtbare of verborgen, continue of onderbroken, die hen zouden kunnen bevoordelen of benadelen, die eraan verbonden zouden kunnen zijn en behoudens de verplichting van de ruilers om de ene te laten gelden en zich tegen de andere te verzetten, alles op hun kosten en op eigen risico, met dien verstande dat onderhavig beding niet meer rechten aan een derde kan verlenen dan deze verkregen krachtens een regelmatige, niet verjaarde titel ofwel krachtens de wet. In verband hiermee verklaren de ruilers dat er bij hun weten geen andere erfdienstbaarheden of bijzondere voorwaarden de afgestane eigendommen bezwaren dan die welke eventueel zijn opgenomen in hun eigendomstitel, dat ze er persoonlijk geen hebben opgelegd en dat ze iedere verantwoordelijkheid afwijzen betreffende erfdienstbaarheden en/of bijzondere voorwaarden die door vroegere eigenaars werden verleend. De ruilers verklaren kennis genomen te hebben van de bijzondere voorwaarden die de eigendommen bezwaren in verband met de vrijwaringszone van het geklasseerde monument Hof Ter Cauweschueren, zoals opgenomen in de hierna vermelde stedenbouwkundige inlichtingen. 5. De overdracht van de eigendom zal plaatsvinden op de datum van de ondertekening van de authentieke akte. De ruilers zullen het genot van de geruilde eigendommen kennen vanaf de dag van de authentieke akte door de reële inbezitname. 6. De ruilers zullen alle openbare taksen, lasten en belastingen die uitgaan van welke bevoegde overheid dan ook en die betrekking hebben op de geruilde eigendommen, dragen vanaf de ondertekening van de authentieke akte. 7. Alle onderhavige kosten, rechten en honoraria zijn ten laste van FCV. OPSCHORTENDE VOORWAARDEN Deze ruil wordt gesloten onder de volgende bijzondere voorwaarden :
74 1. Deze ruil wordt gesloten onder de opschortende voorwaarde van de aflevering, binnen een termijn van 12 maanden te rekenen vanaf de goedkeuring door de Gemeenteraad van deze overeenkomst, van een definitieve stedenbouwkundige vergunning en milieuvergunning, vrijgesteld van ieder beroep aangaande het Nieuwe Project, met dien verstande dat voormelde stedenbouwkundige vergunning de verwezenlijking moet toelaten van minimaal tweeduizend (2.000) vierkante meter bruto boven de grond op het perceel dat werd afgestaan door de Gemeente (beschreven sub 1 in de voorafgaande uiteenzetting). Voormelde termijn van 12 maanden kan door ruiler B met 8 maanden verlengd worden. 2. Deze ruil wordt uitgevoerd onder opschortende voorwaarde van de niet-interventie van de toezichthoudende overheid. VERDELING Het goed beschreven sub 2.a), afgestaan door Comparant sub B, komt uit de verdeling van een perceel dat geen voorwerp uitmaakt van een verkavelingsvergunning. Conform artikel 104 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening zal de optredende notaris aan het College van burgemeester en schepenen van de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe en aan de gemachtigde ambtenaar het plan van de verdeling overhandigen evenals een attest dat de aard van deze overeenkomst en de bestemming van het afgestane goed preciseert, namelijk gemengde zone in het Gewestelijk Bestemmingsplan. Aangezien het zo afgestane lot niet bedoeld is voor een woning, is er geen verkavelingsvergunning nodig. STEDENBOUW Algemeen De ruilers erkennen dat ze op de hoogte zijn gesteld van de mogelijkheid om ieder afzonderlijk, voorafgaand aan deze overeenkomst, alle mogelijke inlichtingen in te winnen over de stedenbouwkundige situatie van de eigendommen die hierbij worden afgestaan en over hun omgeving. De notaris die deze overeenkomst opstelt heeft aan de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe gevraagd om hem de stedenbouwkundige inlichtingen te verschaffen die betrekking hebben op de onderwerpen van deze ruil. Het antwoord van de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe van 10 mei 2013 stelt letterlijk wat volgt (vertaling): 1/ wat de percelen 46 L en 58 E 2 betreft "In antwoord op uw brief ontvangen op 19 april 2013 vragen wij u te noteren dat de eigendommen: niet opgenomen zjjn binnen de grenzen van een bijzonder bestemmings-, verkavelings- of goedgekeurd onteigeningsplan. zich in een gemengde zone bevinden van het Gewestelijk Bestemmingsplan dat goedgekeurd is door het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 mei 2001. zich in de vrijwaringszone bevinden van de klassering als monument van bepaalde delen van de oude vleugel van het gewezen Hof Ter Cauwerschueren en van het hele bakhuis door het besluit van 03/05/2005. niet bezwaard zijn met onteigening voor leidingen voor gas of andere producten. . niet opgenomen zijn in een ruimte voor versterkte ontwikkeling van huisvesting en renovatie
75 niet opgenomen zijn in een perimeter die onderworpen is aan een voorkooprecht zoals voorzien door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd door het besluit van 09/04/2004 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien melden wij u dat: - Een proces-verbaal met nummer 129/01 werd opgesteld op 07/03/2001 in verband met de eigendom gelegen Vervloesemstraat 150. - alle transformatie werken, ook binnenshuis, en iedere wijziging van de bestemming moeten het voorwerp uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning. - de achteruitbouwzone moet, overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentelijke Bouwverordening, als tuin worden ingericht ; minstens een kwart van deze oppervlakte moet beplant en steeds onderhouden worden. Hoogstammige aanplantingen zijn er verboden. Deze achteruitbouwzone moet steeds de bestemming van voortuin behouden met uitsluiting van ieder ander gebruik. De achteruitbouwzone mag niet worden uitgebaat. Er mag in de achteruitbouwzone niets geplaatst of opgetrokken worden dat de leefbaarheid of schoonheid van de openbare weg kan aantasten. - een gemeentereglement dat op 25/11/2010 goedgekeurd werd, staat de verwervers, onder bepaalde omstandigheden, toe om een vermindering te krijgen op de onroerende voorheffing van een goed dat bestemd is om zijn eigenaar te herbergen. Dit reglement is van kracht sinds 01/01/2011. Alle inlichtingen hierover kunnen verkregen worden bij de dienst Gemeenteeigendommen (tel :02/761.28.18). Wij nodigen u uit om de koper van het goed dat het voorwerp vormt van de akte waarvoor de stedenbouwkundige inlichtingen werden gevraagd, hierover in te lichten". 2/ wat het perceel 58/D/2 betreft "In antwoord op uw brief ontvangen op 19 april 2013 vragen wij u te noteren dat de eigendommen(sic): niet opgenomen is binnen de grenzen van een bijzonder bestemmings-, verkavelings- of goedgekeurd onteigeningsplan. zich in een gemengde zone bevindt van het Gewestelijk Bestemmingsplan dat goedgekeurd is door het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 3 mei 2001. zich in de vrijwaringszone bevindt van de klassering als monument van bepaalde delen van de oude vleugel van het gewezen Hof Ter Cauwerschueren en van het hele bakhuis door het besluit van 03/05/2005. niet bezwaard is met onteigening voor leidingen voor gas of andere producten. niet opgenomen is in een ruimte voor versterkte ontwikkeling van huisvesting en renovatie. niet opgenomen zijn (sic) in een perimeter die onderworpen is aan een voorkooprecht zoals voorzien door het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd door het besluit van 09/04/2004 van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien melden wij u dat: - alle transformatie werken, ook binnenshuis, en iedere wijziging van de bestemming moeten het voorwerp uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning. - de achteruitbouwzone moet, overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentelijke Bouwverordening, als tuin worden ingericht ; minstens een kwart van deze oppervlakte moet beplant en steeds onderhouden worden. Hoogstammige aanplantingen zijn er verboden. Deze achteruitbouwzone moet steeds de bestemming van voortuin behouden met uitsluiting van ieder ander gebruik. De achteruitbouwzone mag niet worden uitgebaat. Er mag in de achteruitbouwzone niets geplaatst of opgetrokken worden dat de leefbaarheid of schoonheid van de openbare weg kan aantasten.
76 - een gemeentereglement dat op 25/11/2010 goedgekeurd werd, staat de verwervers, onder bepaalde omstandigheden, toe om een vermindering te krijgen op de onroerende voorheffing van een goed dat bestemd is om zijn eigenaar te herbergen. Dit reglement is van kracht sinds 01/01/2011. Alle inlichtingen hierover kunnen verkregen worden bij de dienst Gemeenteeigendommen (tel :02/761.28.18). Wij nodigen u uit om de koper van het goed dat het voorwerp vormt van de akte waarvoor de stedenbouwkundige inlichtingen werden gevraagd, hierover in te lichten". De ruilers verklaren uitleg over deze informatie gekregen te hebben, evenals een kopie van de antwoorden van de Gemeente. Onteigening – Monumenten/landschappen – Rooilijn - Grondinneming. De ruilers verklaren dat, naar wat zij weten, de eigendommen die ze afstaan geen voorwerp uitmaken van onteigeningsmaatregelen, van een rooilijnerfdienstbaarheid, noch van ondergrondse grondinneming of aan het oppervlak ten voordele van een openbare overheid of van een derde en dat de eigendommen die ze afstaan niet zijn ingeschreven in de inventaris van de niet-uitgebate bedrijfsruimten. De ruilers verklaren kennis genomen te hebben van het feit dat de geruilde percelen zich in de vrijwaringszone bevinden van het als monument geklasseerde Hof Ter Cauweschueren en gedeeltelijk, voor wat perceel 58 E 2 betreft, in dezelfde geklasseerde zone van het geklasseerde landschap Hof Ter Cauweschueren. Bestaande situatie. De ruilers verklaren dat bij hun weten de eigendommen die ze afstaan niet bezwaard zijn door een onregelmatige daad of onregelmatige werkzaamheden door een derde.. De ruilers verklaren dat de eigendommen die ze afstaan momenteel als grondpercelen bestemd zijn en verklaren dat, bij hun weten, deze bestemming wettelijk is en dat er hierover geen betwisting bestaat. De ruilers gaan geen enkele verbintenis aan wat betreft de bestemming die de ene of de andere zou willen geven aan de eigendom die aan hem werd afgestaan. Iedere partij maakt hiervan zijn eigen zaak zonder beroep tegen de andere. De ruilers verklaren dat de afgestane eigendommen niet het voorwerp uitmaken van enige stedenbouwkundige vergunning of attest dat de mogelijkheid voorziet om er geen enkele daad of werkzaamheid uit te voeren of te onderhouden die bedoeld worden door de toe te passen gewestelijke wetgeving. Ze gaan ook geen enkele verbintenis aan wat betreft de mogelijkheid om op de afgestane eigendommen de daden of werkzaamheden bedoeld door voormelde wetgeving uit te voeren of te onderhouden, met uitzondering van de stedenbouwkundige vergunning die op 11 oktober 2012 werd afgeleverd onder nummer 19908 aan de groep THOMAS & PIRON, waarvan sprake in punt 3 van de voorafgaande uiteenzetting. Voorkooprecht. De ruilers verklaren dat de eigendommen die ze afstaan geen voorwerp uitmaken van een bedongen recht op voorkoop of voorrang, verkoopbelofte of wederinkoop. De ruilers verklaren dat naar hun weten de eigendommen die ze afstaan geen voorwerp uitmaken van een wettelijk of reglementair recht op voorkoop of voorrang.
77 BEHEER EN SANERING VAN DE BODEM 1. De partijen verklaren op de hoogte gesteld te zijn van de beschikkingen van de Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van de bodem die met name aan de overdrager van een onroerend goed de verplichting opleggen om, voor de overdracht, aan de overnemer een grondattest over te maken dat door het Brussels Instituut voor Milieubeheer (hierna BIM) werd afgeleverd en, indien uit dit attest blijkt dat het betrokken perceel vervuild is, de staat van de bodem te laten onderzoeken en, indien nodig, de vervuiling te laten behandelen. 2. De ruilers erkennen voorafgaand aan deze overeenkomst, kennis genomen te hebben van de inhoud van de bodemattesten die door het Brussels Instituut voor Milieubeheer werden afgeleverd op 26 april en 2 mei 2013, waarvan ze erkennen een kopie te hebben ontvangen. De attesten bepalen letterlijk wat volgt (vertaling) : 1/ wat betreft het perceel 58 D 2 dat aan de gemeente toebehoort "2. Statuut van het perceel Het perceel is in de inventaris van de bodemtoestand ingeschreven in categorie 2. De gedetailleerde informatie in verband met dit perceel heeft nog geen voorwerp uitgemaakt van een validatieprocedure. 3. Gedetailleerde informatie beschikbaar in de inventaris van de bodemtoestand Identificatie van de houders der zakelijke rechten (Volgens de informatie verkregen van het kadaster). Naam Adres Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe Paul Hymanslaan 2, 1200 Sint-LambrechtsWoluwe Het BIM beschikt over geen enkele informatie betreffende activiteiten op dit perceel. Evenement, ander dan de (gewezen) exploitatie van een risicoactiviteit, dat een gekende vervuiling van de bodem op de site had kunnen veroorzaken: nee Uitgevoerde studies en hun conclusies: Het BIM beschikt voor dit perceel over de volgende studies Type studie Verkennend bodemonderzoek (SOL/00167/2013)
Datum van de studie 16/04/2013
Conclusies Geen vervuiling waargenomen
Aard en houders van de verplichtingen Er zijn momenteel geen verplichtingen wat betreft vervreemding van zakelijke rechten (vb. verkoop) of overdracht van een milieuvergunning voor het betrokken perceel. Er moet een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd als voormeld perceel het voorwerp uitmaakt van: - de inplanting van een nieuwe risicoactiviteit en dit ten laste van de aanvrager van de milieuvergunning (art. 13 § 3) - indien er bij graafwerken een bodemverontreiniging wordt ontdekt, en dit ten laste van de persoon die de werken uitvoert of voor wiens rekening de werken worden uitgevoerd (art. 13 § 6) - een gebeurtenis, of ongeval, die bodemverontreiniging veroorzaakt, en dit ten laste van de persoon die deze gebeurtenis veroorzaakt heeft (art. 13 § 7).
78 Weet dat er vrijstellingen van de verplichting om een verkennend bodemonderzoek uit te voeren, voorzien zijn in artikels 60 en 61 van de Ordonnantie van 5 maart 2009. deze vrijstellingen moeten ter kennis gebracht worden aan of aangevraagd worden bij Leefmilieu Brussel – BIM via een aangetekende verzending van de gepaste formulieren (www.leefmilieubrussel.be > Professionelen > Sector > Bodem >Identificatie en behandeling > verkennend bodemonderzoek). 4. Geldigheid van het bodemattest De geldigheidsduur van onderhavig bodemattest is niet bepaald. In het algemeen wordt de geldigheid van onderhavig bodemattest dat hierboven werd vastgesteld, geannuleerd wanneer er een van de volgende veranderingen optreedt : - huidige of gewezen exploitatie van risicoactiviteiten andere dan die welke in huidig bodemattest worden vermeld, of stopzetting van risicoactiviteiten die in huidig bodemattest worden vermeld ; - ontdekking van bodemverontreiniging tijdens de uitvoering van graafwerken ; - een andere gebeurtenis dan de risicoactiviteiten die een vermoeden van bodemverontreiniging rechtvaardigt of die een bodemverontreiniging veroorzaakt heeft ; - de administratieve gegevens van het perceel, o.a. de grenzen ervan, de bestemming, enz… - de betekening van conformiteitsverklaringen, van slotverklaringen of het opleggen van veiligheidsmaatregelen overeenkomstig de schikkingen van de Ordonnantie van 5 maart 2009 ; - het niet naleven of wijzigen van de voorwaarden in de conformiteitsverklaringen of de slotverklaringen vermeld in artikels 15, 27, 31, 35, 40, 43 en 48 van de Ordonnantie van 5/3/2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde (SB 10/3/2009) Dit bodemattest heft alle voorgaande afgeleverde bodemattesten op.». 2/ wat perceel 58 E 2 betreft dat eigendom is van FCV "2. Statuut van het perceel Het perceel is in de inventaris van de bodemtoestand ingeschreven in categorie 1. De gedetailleerde informatie in verband met dit perceel heeft al voorwerp uitgemaakt van een validatieprocedure. 3. Gedetailleerde informatie beschikbaar in de inventaris van de bodemtoestand Identificatie van de houders der zakelijke rechten (Volgens de informatie verkregen van het kadaster). Naam Adres Thomas & Piron La Besace 14, Our - Paliseul Het BIM beschikt over geen enkele informatie betreffende activiteiten op dit perceel. Evenement, ander dan de (gewezen) exploitatie van een risicoactiviteit, dat een gekende vervuiling van de bodem op de site had kunnen veroorzaken : nee Uitgevoerde studies en hun conclusies: Het BIM beschikt voor dit perceel over de volgende studies Typestudie Verkennend bodemonderzoek (2009/1082/01)
Datum van de studie 02/07/2009
Conclusies Geen vervuiling waargenomen
Aard en houders van de verplichtingen Er zijn momenteel geen verplichtingen wat betreft vervreemding van zakelijke rechten (vb. verkoop) of overdracht van een milieuvergunning voor het betrokken perceel. Er moet een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd als voormeld perceel het voorwerp uitmaakt van:
79 - de inplanting van een nieuwe risicoactiviteit en dit ten laste van de aanvrager van de milieuvergunning (art. 13 § 3) - indien er bij graafwerken een bodemverontreiniging wordt ontdekt, en dit ten laste van de persoon die de werken uitvoert of voor wiens rekening de werken worden uitgevoerd (art. 13 § 6) - een gebeurtenis, of ongeval, die bodemverontreiniging veroorzaakt, en dit ten laste van de persoon die deze gebeurtenis veroorzaakt heeft (art. 13 § 7). Weet dat er vrijstellingen van de verplichting om een verkennend bodemonderzoek uit te voeren, voorzien zijn in artikels 60 en 61 van de Ordonnantie van 5 maart 2009. deze vrijstellingen moeten ter kennis gebracht worden aan of aangevraagd worden bij Leefmilieu Brussel – BIM via een aangetekende verzending van de gepaste formulieren (www.leefmilieubrussel.be > Professionelen > Sector > Bodem >Identificatie en behandeling > verkennend bodemonderzoek). 4. Geldigheid van het bodemattest De geldigheidsduur van onderhavig bodemattest is niet bepaald. In het algemeen wordt de geldigheid van onderhavig bodemattest dat hierboven werd vastgesteld, geannuleerd wanneer er een van de volgende veranderingen optreedt: - Huidige of gewezen exploitatie van risicoactiviteiten andere dan die welke in huidig bodemattest worden vermeld, of stopzetting van risicoactiviteiten die in huidig bodemattest worden vermeld ; - Ontdekking van bodemverontreiniging tijdens de uitvoering van graafwerken ; - Een andere gebeurtenis dan de risicoactiviteiten die een vermoeden van bodemverontreiniging rechtvaardigt of die een bodemverontreiniging veroorzaakt heeft ; - De administratieve gegevens van het perceel, o.a. de grenzen ervan, de bestemming, enz… - De betekening van conformiteitsverklaringen, van slotverklaringen of het opleggen van veiligheidsmaatregelen overeenkomstig de schikkingen van de Ordonnantie van 5 maart 2009 ; - Het niet naleven of wijzigen van de voorwaarden in de conformiteitsverklaringen of de slotverklaringen vermeld in artikels 15, 27, 31, 35, 40, 43 en 48 van de Ordonnantie van 5/3/2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde (SB 10/3/2009) - Dit bodemattest heft alle voorgaande afgeleverde bodemattesten op.». 3/ wat perceel 46 L betreft dat eigendom is van FCV "2. Statuut van het perceel Het perceel is in de inventaris van de bodemtoestand ingeschreven in categorie 3. De gedetailleerde informatie in verband met dit perceel heeft al voorwerp uitgemaakt van een validatieprocedure. 3. Gedetailleerde informatie beschikbaar in de inventaris van de bodemtoestand Identificatie van de houders der zakelijke rechten (Volgens de informatie verkregen van het kadaster). Naam Adres Thomas & Piron La Besace 14, Our - Paliseul Het BIM beschikt over geen enkele informatie betreffende activiteiten op dit perceel. Evenement, ander dan de (gewezen) exploitatie van een risicoactiviteit, dat een gekende vervuiling van de bodem op de site had kunnen veroorzaken: nee Andere reden voor inschrijving: bewezen verontreiniging Uitgevoerde studies en hun conclusies: Het BIM beschikt voor dit perceel over de volgende Type studie Verkennend bodemonderzoek (2009/1082/01) Gedetailleerde studie (2009/1082/01)
Datum studie 02/07/2009
Conclusies Waargenomen vervuiling
10/12/2009
Afgebakende verontreiniging
80 Risicostudie (2009/1082/01)
29/01/2010
Beperking in gebruik
01/2010
Risico’s : menselijke gezondheid Uitgravingen enkel met saneringsproject Betonnen tegel verplicht
Aard en houders van de verplichtingen Er moet geen nieuw verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd in het kader van een vervreemding van zakelijke rechten (vb. verkoop) of overdracht van een milieuvergunning voor het betrokken perceel. Gelet op het feit dat het perceel in kwestie verontreinigd is, moeten de gebruikelijke beperkingen en de opvolgingsmaatregelen die door het BIM worden opgelegd (door de overdrager van zakelijke rechten van de milieuvergunning te bezorgen aan de overnemer) absoluut nagevolgd of in werking gesteld worden. Graafwerken of het oppompen van water mag niet zonder project ter afgraving van vervuilde grond of project voor het oppompen van grondwater dat vooraf door het BIM werd goedgekeurd, of zonder project rond risicobeheer/sanering dat op voorhand conform verklaard werd door het BIM. Er moet een verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd als voormeld perceel het voorwerp uitmaakt van: - de inplanting van een nieuwe risicoactiviteit en dit ten laste van de aanvrager van de milieuvergunning (art. 13 § 3) - indien er bij graafwerken een bodemverontreiniging wordt ontdekt, en dit ten laste van de persoon die de werken uitvoert of voor wiens rekening de werken worden uitgevoerd (art. 13 § 6) - een gebeurtenis, of ongeval, die bodemverontreiniging veroorzaakt, en dit ten laste van de persoon die deze gebeurtenis veroorzaakt heeft (art. 13 § 7). Weet dat er vrijstellingen van de verplichting om een verkennend bodemonderzoek uit te voeren, voorzien zijn in artikels 60 en 61 van de Ordonnantie van 5 maart 2009. deze vrijstellingen moeten ter kennis gebracht worden aan of aangevraagd worden bij Leefmilieu Brussel – BIM via een aangetekende verzending van de gepaste formulieren (www.leefmilieubrussel.be > Professionelen > Sector > Bodem >Identificatie en behandeling > verkennend bodemonderzoek). 4. Geldigheid van het bodemattest Onderhavig bodemattest is maximaal 1 jaar geldig na afgifte ervan. In het algemeen wordt de geldigheid van onderhavig bodemattest dat hierboven werd vastgesteld, geannuleerd wanneer er een van de volgende veranderingen optreedt: - huidige of gewezen exploitatie van risicoactiviteiten andere dan die welke in huidig bodemattest worden vermeld, of stopzetting van risicoactiviteiten die in huidig bodemattest worden vermeld; - ontdekking van bodemverontreiniging tijdens de uitvoering van graafwerken; - een andere gebeurtenis dan de risicoactiviteiten die een vermoeden van bodemverontreiniging rechtvaardigt of die een bodemverontreiniging veroorzaakt heeft; - de administratieve gegevens van het perceel, o.a. de grenzen ervan, de bestemming, enz… - de betekening van conformiteitsverklaringen, van slotverklaringen of het opleggen van veiligheidsmaatregelen overeenkomstig de schikkingen van de Ordonnantie van 5 maart 2009; - het niet naleven of wijzigen van de voorwaarden in de conformiteitsverklaringen of de slotverklaringen vermeld in artikels 15, 27, 31, 35, 40, 43 en 48 van de Ordonnantie van 5/3/2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde (SB 10/3/2009) - Dit bodemattest heft alle voorgaande afgeleverde bodemattesten op.». c) De ruilers verklaren, ieder voor wat betreft de percelen waarvan ze eigenaar zijn, dat ze geen bijkomende informatie bezitten die de inhoud van de attesten zou kunnen wijzigen, en preciseren met name, na kennis genomen te hebben van de lijst met risicoactiviteiten in de zin van de ordonnantie, dat bij hun weten geen enkele van deze activiteiten werd uitgevoerd op de terreinen die het voorwerp zijn van onderhavige overeenkomst, met uitzondering van wat hierboven gezegd werd voor perceel 46 L.
81 OPLEG De huidige ruil wordt uitgevoerd mits de betaling van een opleg waarvan de berekening gebaseerd is op: - de huidige waarde van de voormelde percelen in functie van de waarde meegedeeld door de ontvanger der registratie van de Gemeente, ofwel: - een prijs van 1.160 EUR per vierkante meter voor het perceel dat eigendom is van de Gemeente, ofwel een waarde van negenhonderdvijtienduizend tweehonderdveertig euro (915.240 EUR) voor 7 are 89 centiare; en - een prijs van 580 EUR per vierkante meter voor de percelen die eigendom zijn van FCV, ofwel een waarde van een miljoen zesenveertigduizend negenhonderd euro (1.046.900 EUR) voor 18 are 05 centiare. - een aangelegenheidswaarde vastgesteld in functie van het definitieve en vrijgesteld van ieder beroep bovengronds bruto vloeroppervlak dat door de stedenbouwkundige vergunning zal worden toegestaan op het perceel beschreven sub 1 dat momenteel eigendom is van de Gemeente. Voornoemde is momenteel vastgesteld op een miljoen achtenveertigduizend vijfhonderd euro (1.048.500 EUR) vertrekkende van een toegelaten bovengronds bruto vloeroppervlak van 2.330 vierkante meter aan 450 EUR per vierkante meter en, indien nodig, aangepast in functie van het aantal toegestane vierkante meters in de definitieve stedenbouwkundige vergunning en vrijgesteld van ieder beroep. Bijgevolg wordt deze ruil goedgekeurd en aanvaard mits de betaling door FCV aan de Gemeente van een opleg die momenteel wordt vastgelegd op negenhonderdzestienduizend achthonderdveertig euro (916.840 EUR). Voormelde opleg zal definitief worden herberekend en vastgelegd na het afleveren van de stedenbouwkundige vergunningen en de milieuvergunningen vrijgesteld van ieder beroep, waarvan sprake in punt 1 van de voormelde opschortende voorwaarden, in functie van het effectief toegestane bovengronds bruto vloeroppervlak. De definitief vastgestelde opleg zal volledig betaalbaar zijn bij ondertekening van de authentieke akte. VERKLARING VOOR DE REGISTRATIE De aanschaf door comparant sub A gebeurt wegens redenen van openbaar nut in de zin van artikel 161, 2° van het Wetboek der Registratierechten, net zoals blijkt uit * in zijn brief van * gericht aan comparant sub B. BTW-PLICHT Comparant sub A verklaart: - niet BTW-plichtig te zijn; - de voorbije vijf jaar niet BTW-plichtig te zijn geweest; - geen lid te zijn of geweest te zijn van een feitelijke vereniging die onderworpen is aan de Belasting op Toegevoegde Waarden noch van een BTW-eenheid; - de vijf jaren voor dit jaar geen enkel onroerend goed vervreemd te hebben met toepassingen van de schikkingen van artikel 8 paragrafen 2 en 3 van het BTW-wetboek (verkoop met BTW-optie). Comparant sub B verklaart BTW-plichtig te zijn onder nummer BE 0461.504.125. AUTHENTIEKE AKTE De akte die deze ruil vaststelt zal, op voorstel van de instrumenterende notaris, uiterlijk twee maanden na het verwezenlijken van alle opschortende voorwaarden ontvangen worden.
82 De partijen, die op de hoogte gesteld zijn van het feit dat ze, zonder bijkomende kosten, elk hun eigen notaris mogen kiezen, op voorwaarde dat deze keuze binnen de 8 kalenderdagen te rekenen vanaf heden meegedeeld wordt, hebben allebei hiertoe de studie van de verenigde notarissen Pierre Van den Eynde, Lorette Rousseau, Catherine Hatert & Joost De Potter aangeduid. De partijen werden gewezen op hun verplichting om, op straffe van boete bij niet-nakoming, de registratierechten te betalen binnen de vier maanden na ondertekening van onderhavige overeenkomst of na verwezenlijking van de opschortende voorwaarden. SANCTIES Indien een van beide partijen zijn verplichtingen niet nakomt, na in gebreke te zijn gesteld d.m.v. deurwaardersexploot of aangetekend schrijven aan de in gebreke zijnde partij waarop niet is gereageerd binnen de twee weken, kan de andere partij, na het verlopen van bovenvermelde termijn : - ofwel de gedwongen uitvoering van de overeenkomst bewerkstelligen. - ofwel de ruil van rechtswege als nietig en van onwaarde beschouwen. In dat geval zal de partij die in gebreke is bij wijze van schadevergoeding een som gelijk aan tien percent van de hierboven vastgestelde opleg verschuldigd zijn. De partijen erkennen desondanks dat ze er door de notaris die deze overeenkomst opstelt, op gewezen zijn dat enkel een wettelijke ontbinding van de ruil ervoor zorgt dat ze zich in een reguliere situatie bevinden wat betreft de betaling van de registratierechten (onder voorbehoud van mogelijke legale gewestelijke beschikkingen i.v.m. de registratie van minnelijke schikkingen). De partij die in gebreke is, zal naast de registratiekosten die voor deze overeenkomst verschuldigd zijn, de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten die door de andere partij werden aangegaan om tot de wettelijke ontbinding of uitvoering van deze te komen, de kosten en honoraria die aan de notarissen verschuldigd zouden zijn, evenals de mogelijke schade die door de andere partij zou zijn geleden, dragen. Indien Comparant sub B de opleg of het saldo van de opleg niet binnen de hierboven overeengekomen termijn voor de ondertekening van de authentieke akte getekend heeft, of indien Comparant sub A de authentieke akte niet binnen voormelde termijn getekend heeft, zal de partij die in gebreke blijft, van rechtswege in gebreke gesteld worden en zal er haar verwijlinteresten op de opslag of het saldo ervan worden aangerekend tegen de wettelijke interest verhoogd met drie percent per jaar, berekend per dag tot volledige betaling of ondertekening van de authentieke akte, te rekenen vanaf het verlopen van deze termijn. DOMICILIEKEUZE Voor de uitvoering van deze overeenkomst kiezen de partijen tot aan de ondertekening van de authentieke akte domicilie in hun respectievelijke bovenvermelde maatschappelijke zetels. GESCHIL – RECHTBANKEN Ieder geschil betreffende de interpretatie of de uitvoering van deze overeenkomst zal het voorwerp uitmaken van gesprekken tussen de partijen om zo tot een minnelijke schikking te komen. Indien ze niet tot een akkoord komen, zal de meest gerede partij een rechtsvordering instellen voor de rechtbanken van de rechterlijke orde. WET BETREFFENDE DE ORGANISATIE VAN HET NOTARIAAT De partijen erkennen dat ze gewezen werden op het recht van iedere partij om vrij een andere notaris aan te duiden of om zich te laten bijstaan door een raadsheer, in het bijzonder wanneer er tegengestelde belangen of onevenredige verbintenissen worden vastgesteld.
83 AFSLUITING Gedaan te op in evenveel exemplaren als er partijen met een duidelijk belang zijn, waarbij ieder erkent het exemplaar te hebben ontvangen dat hem toekomt; een bijkomend exemplaar is bestemd voor de notaris. Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe
FONCIÈRE CŒUR DE VILLE SA
Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0031# ---------Mmes LOUIS, MOLENBERG, M. THAYER, Mme BROCHÉ, MM. VANDEVELDE et DEVILLE quittent la séance. Mwen LOUIS, MOLENBERG, de Hr THAYER, Mw BROCHÉ, de HH. VANDEVELDE en DEVILLE verlaten de vergaderzaal. ---------16. Convention commune / ASBL Village culturel – Matériel mis à disposition – Résiliation de commun accord – Approbation. Overeenkomst gemeente / VZW Cultureeldorp – Materieel ter beschikking gesteld – Ontbinding in onderlinge overeenstemming – Goedkeuring. LE CONSEIL, Considérant que par décision du Collège des bourgmestre et échevins du 06/12/2005, ratifiée par le Conseil communal le 15/12/2005 et prise pour information par l’autorité de tutelle le 08/02/2006, la commune a acquis divers équipements et mobiliers indispensables au fonctionnement du théâtre sis sur le site WOLUBILIS pour un montant de 693.784,00 EUR TVAC ; Considérant qu'en vertu de la convention approuvée par le conseil communal du 20/04/2006, ces équipements ont été loués par l’ASBL VILLAGE CULTUREL, emphytéote ; Considérant qu'il y a lieu de mettre fin à cette convention de location, le matériel étant amorti ; Vu l'article 232 de la nouvelle loi communale ; Sur la proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE : - d'approuver la convention de résiliation de commun accord suivante: CONVENTION LA COMMUNE DE WOLUWE- SAINT-LAMBERT, représentée par le Collège des Bourgmestre et Echevins en la personne de M. Olivier MAINGAIN, Bourgmestre et M. Patrick LAMBERT, Secrétaire communal, ci-après dénommée « LA COMMUNE ». ET
84 L’ASBL VILLAGE CULTUREL, enregistrée à la Banque Carrefour sous le numéro d’entreprise 860.615.177, 2 avenue Paul Hymans à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, représentée par Mme. Michèle HASQUIN-NAHUM, Vice-Présidente et M. .............................................................., Trésorier, ci-après dénommée « l’ASBL VILLAGE CULTUREL ». Les parties à la présente convention déclarent mettre fin de manière anticipée et de commun accord avec effet au 31/12/2013 à la convention approuvée par le conseil communal du 20/04/2006 relative à la mise à disposition de matériel pour une valeur de 693.784,00 EUR TVAC, le matériel étant amorti. Woluwe-Saint-Lambert , le ............................, fait en deux exemplaires, chacune des parties reconnaissant avoir reçu le sien. Pour l'ASBL VILLAGE CULTUREL ........................... M. HASQUIN-NAHUM Trésorier Vice -Présidente
Pour la COMMUNE P. LAMBERT Secrétaire communal
O.MAINGAIN Bourgmestre
L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0032# ---------DE RAAD, Overwegende dat bij beslissing van het College van burgemeester en schepenen van 06/12/2005, goedgekeurd door de Gemeenteraad op 15/12/2005 en ter informatie ontvangen door de toezichthoudende overheid op 08/02/2006, de gemeente voor een bedrag van 693.784,00 EUR BTWi diverse stukken uitrusting en meubilair heeft verworven die onontbeerlijk zijn voor de werking van het theater gelegen op de site van WOLUBILIS; Overwegende dat krachtens de overeenkomst goedgekeurd door de Gemeenteraad van 20/04/2006, deze uitrusting gehuurd wordt door de VZW CULTUURDORP, erfpachter; Overwegende dat het aangewezen is deze overeenkomst te beëindigen aangezien het materiaal afgeschreven is; Gelet op artikel 232 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST: - om de volgende verbrekingsovereenkomst met wederzijdse toestemming goed te keuren: OVEREENKOMST DE GEMEENTE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE, vertegenwoordigd door het College van burgemeester en schepenen in de persoon van De Hr Olivier MAINGAIN, Burgemeester, en de heer Patrick LAMBERT, Gemeentesecretaris, hierna « de GEMEENTE » genoemd EN DE VZW CULTUURDORP, ingeschreven in de kruispuntbank onder ondernemingsnummer 860.615.177, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, vertegenwoordigd door mevrouw Michèle HASQUIN-NAHUM, Ondervoorzitster en de heer ......................................................., penningmeester, hierna « de VZW CULTUURDORP » genoemd.
85 De partijen van onderhavige overeenkomst verklaren om, vervroegd en met onderlinge toestemming, met ingang van 31/12/2013 een einde te maken aan de overeenkomst die werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 20/04/2006 i.v.m. de terbeschikkingstelling van materiaal ter waarde van 693.784,00 EUR BTWi aangezien het materiaal is afgeschreven. Sint-Lambrechts-Woluwe, ............................, opgemaakt in twee exemplaren waarbij iedere partij verklaart haar exemplaar ontvangen te hebben. Voor de VZW CULTUURDORP ........................... Mw. HASQUIN-NAHUM Penningmeester Ondervoorzitster
Voor de GEMEENTE P. LAMBERT Gemeentesecretaris
O.MAINGAIN Burgemeester
De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de Ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0032# ---------M. THAYER rentre en séance. De Hr THAYER komt de vergadering terug binnen. ---------17. Budget 2014 – Douzièmes provisoires – Approbation. Begroting 2014 – Voorlopige twaalfden – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu l’article 14 de l’arrêté royal du 02/08/1990, portant règlement général sur la comptabilité communale ; Considérant que le budget pour 2014 ne sera pas adopté avant le 31/12/2013 ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; DECIDE : - de solliciter l’autorisation de pouvoir disposer de crédits provisoires à concurrence de quatre douzièmes pour l’année 2014. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0033# ---------DE RAAD, Gelet op artikel 14 van het koninklijk besluit van 02/08/1990 houdende algemeen reglement op de gemeentelijke comptabiliteit; Overwegende dat de begroting voor 2014 niet vóór 31/12/2013 zal aangenomen worden; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013;
86 BESLIST: - de toelating te vragen over voorlopige kredieten ten belope van vier twaalfden voor het jaar 2014 te mogen beschikken. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0033# ---------18. Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales – Investissements communaux – Crèche Sarah Goldberg – Convention – Approbation. Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën – Gemeentelijke investeringen – Kinderdagverblijf Sarah Goldberg – Overeenkomst – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu sa délibération du 27/05/2013 par laquelle un accord est marqué sur l’acquisition de bâtiments pour la crèche Sarah Goldberg ; Considérant que le montant de cette dépense s’élève à 500.000 EUR TVAC et qu’elle est financée via un emprunt à conclure auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales (FRBRTC) ; Vu la décision du Collège des bourgmestre et échevins du 13/06/2013 par laquelle le marché fut attribué à la firme SYMOBO, Dorpsstraat 10 E à 1910 Kampenhout ; Vu l’arrêté du Gouvernement du 12/07/2012 destiné à prendre en charge certains investissements communaux à réaliser en 2013 et 2014 ; Vu le courrier du 25/07/2013 du FRBRTC qui confirme que le projet de construction de la crèche Sarah Goldberg répond aux conditions fixées par l’article 3.1° de l’arrêté du Gouvernement précité ; Vu le courrier du FRBRTC du 21/11/2013 qui communique à la commune le projet de convention de prêt à conclure entre les parties en vue du financement et de la prise en charge totale du montant de l’investissement par le FRBRTC, soit 500.000 EUR ; Vu l’article 117 de la loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; APPROUVE la convention ci-dessous : Convention en exécution de l'article 4 § 4 de l’ordonnance du 8 avril 1993 créant le FRBRTC telle que modifiée par l’ordonnance du 24 novembre 2011 ENTRE : LE FONDS REGIONAL BRUXELLOIS DE REFINANCEMENT DES TRESORERIES COMMUNALES Représenté par Monsieur Rudi VERVOORT Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites, de la Propreté publique, de la Coopération au Développement et de la Statistique régionale. Ci-après dénommé «le Fonds »
87 LE GOUVERNEMENT DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE représenté par Monsieur Rudi VERVOORT Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l’Aménagement du Territoire, des Monuments et Sites et de la Propreté publique, de la Coopération au Développement et de la Statistique régionale. Ci-après dénommé «le Gouvernement » LA COMMUNE DE WOLUWE-SAINT-LAMBERT représentée par Monsieur Olivier MAINGAIN, Bourgmestre et Monsieur Patrick LAMBERT, Secrétaire communal. Ci-après dénommée «la Commune » Il est convenu ce qui suit : CHAPITRE I – DISPOSITIONS GENERALES Article 1 La présente convention règle les modalités de mise à disposition de la Commune d’un prêt du Fonds conformément aux articles 2, §4 et 4, §4 de l’ordonnance du 8 avril 1993 créant le FRBRTC telle que modifiée par l’ordonnance du 24 novembre 2011 et de l'arrêté du 12 juillet 2012 attribuant aux Communes des prêts en exécution de l'article 2, §4 de l'ordonnance du 8 avril 1993 portant création du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. CHAPITRE II – DISPOSITIONS FINANCIERES Article 2 Le Fonds octroie à la Commune un prêt de 500.000 Euros destinés à financer l’investissement suivant : Crèche Sarah Goldberg – achat de préfabriqués. Ce prêt sera mis à la disposition de la Commune au plus tard le 31 décembre 2013. Article 3 Ce prêt à long terme est remboursable en 20 ans. Le remboursement s’effectue par annuité constante, la première annuité étant due un an après la mise à disposition des fonds. Le remboursement des charges en capital et intérêts de ce prêt est déclaré irrécouvrable par la décision du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 12 juillet 2012 pour autant que la Commune respecte les articles 5,6 et 7 de la présente convention. Article 4 Le taux d’intérêt du prêt à long terme est fixé deux jours ouvrables avant la date valeur de la mise à disposition de fonds sur base du coût de financement du fonds pour un emprunt similaire. CHAPITRE III –DISPOSITIONS PARTICULIERES Article 5 Afin de permettre le contrôle et le suivi de l’utilisation conforme du prêt tel que visé à l’article 2 la Commune transmettra au Fonds : - un rapport annuel sur l'état d'avancement de la réalisation de l’investissement couvert par le prêt octroyé ; Le premier rapport sera déposé pour le 15 novembre 2014 ; - le décompte de tous les paiements effectués au moyen du prêt octroyé. A ce décompte seront annexés les extraits de compte bancaire ou toute autre forme de preuve de paiement.
88 Ces documents seront transmis au Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales A l’attention de monsieur Michel Van der Stichele, Directeur général City Center – 1er étage Boulevard du Jardin Botanique, 20 1035 Bruxelles Article 6 La Commune autorise un représentant du Fonds à effectuer tout contrôle sur place et sur pièces de l’utilisation du prêt octroyé. Article 7 La Commune s’engage à ne pas aliéner ni à modifier l'affectation du (des) bien(s) financé(s) par le prêt pendant la durée de celui-ci sans autorisation préalable du FRBRTC. CHAPITRE IV - GARANTIES Article 8 En cas de non respect des conditions visées aux articles 5, 6 et 7 de la présente convention, constaté par le Ministre en charge du FRBRTC, le Gouvernement peut pour l'année ou les années suivantes qu'il désigne, interrompre la mise en irrécouvrable. Les échéances restant dues du montant du prêt octroyé seront à nouveau dues par la Commune. Article 9 En vue de garantir le remboursement, en principal ou en intérêts, de toutes les sommes dont la Commune est redevable au Fonds en exécution de la présente convention, la Commune autorise le Gouvernement à prélever d’office sur la Dotation générale aux Communes la créance exigible. CHAPITRE V - DISPOSITIONS FINALES Article 10 La présente convention se termine de plein droit le jour qui suit le dernier remboursement en capital des prêts consentis par le Fonds et repris à l’article 2 de la présente convention. Article 11 La présente convention prend ses effets à la date de signature par toutes les parties. Fait à Bruxelles, le en autant d’exemplaires que de parties Pour le Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries communales : Le Ministre-Président,
Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : Le Ministre-Président,
Pour la Commune : Le Bourgmestre,
Le Secrétaire,
89 L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à Monsieur le MinistrePrésident du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0034# ---------DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 27/05/2013 waarbij een akkoord wordt gegeven om de gebouwen voor het kinderdagverblijf Sarah Goldberg aan te kopen; Overwegende dat het bedrag van deze uitgave 500.000 EUR BTWI bedraagt en zal gefinancierd worden door een lening af te sluiten bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHGT); Gelet op de beslissing van het College van burgemeester en schepenen van 13/06/2013 waarbij deze overheidsopdracht wordt toegekend aan de firma SYMOBO, Dorpsstraat 10 E te 1910 Kampenhout; Gelet op het besluit van de Regering van 12/07/2012 houdende de tenlasteneming van sommige gemeentelijke investeringen gerealiseerd in 2013 en 2014; Gelet op het schrijven van 25/07/2013 van het BGHGT waarin bevestigd wordt dat het project van het oprichten van het kinderdagverblijf Sarah Goldberg beantwoordt een de voorwaarden gesteld in artikel 3.1° van voornoemd besluit van de Regering; Gelet op het schijven van 21/11/2013 van het BGHGT waarbij aan de gemeente de ontwerpovereenkomst van lening tussen de partijen met het oog op van de financiering en de volledige tenlastenneming van het bedrag van de investering door het BGHGT, hetzij 500.000 EUR; Gelet op artikel 117 van de gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; KEURT GOED onderstaande overeenkomst: Overeenkomst in uitvoering van artikel 4, §4 van de ordonnantie van 08/04/1993 houdende oprichting van het BGHGT, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 24/11/2011 TUSSEN: HET BRUSSELS GEWESTELIJK HERFINANCIERINGSFONDS VAN DE GEMEENTELIJKE THESAURIEËN Vertegenwoordigd door de heer Rudi VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke Statistiek. Hierna genoemd “het Fonds” DE BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE REGERING Vertegenwoordigd door de heer Rudi VERVOORT, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Openbare Netheid, Ontwikkelingssamenwerking en Gewestelijke Statistiek.
90 Hierna genoemd “de Regering” DE GEMEENTE SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE Vertegenwoordigd door de heer Olivier MAINGAIN, Burgemeester en de heer Patrick LAMBERT, Gemeentesecretaris. Hierna genoemd “de Gemeente” Wordt overeengekomen wat volgt: HOOFDSTUK I – ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Deze overeenkomst bepaalt de voorwaarden waaronder het Fonds aan de Gemeente een lening ter beschikking stelt overeenkomstig de artikelen 2, §4 en 4, §4 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het BGHGT, zoals gewijzigd door de ordonnantie van 24 november 2011 en van het besluit van 12 juli 2012 dat aan de Gemeenten leningen toekent, ter uitvoering van artikel 2, §4 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. HOOFSTUK II – FINANCIËLE BEPALINGEN Artikel 2 Het Fonds staat aan de Gemeente een lening toe van 500.000 Euro’s bestemd tot de financiering van volgende investering: Kinderdagverblijf Sarah Goldberg – aankoop van gebouwen. Deze lening zal aan de Gemeente uiterlijk op 31 december 2013 ter beschikking gesteld worden. Artikel 3 Deze lening op lange termijn is terugbetaalbaar op 20 jaar. De uitbetaling gebeurt in vaste jaarbedragen. De eerste annuïteit is verschuldigd één jaar na de terbeschikkingstelling van de fondsen. De terugbetaling van de kapitaal- en intrestlasten van deze lening wordt oninvorderbaar verklaard bij beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2012, op voorwaarde dat de Gemeente zich houdt aan de artikelen 5, 6 en 7 van deze overeenkomst. Artikel 4 De intrestvoet van de lening op lange termijn wordt twee werkdagen voor de waardedatum van de terbeschikkingstelling van de fondsen vastgesteld op basis van de financieringskosten voor het Fonds van een gelijkaardige lening. HOOFDSTUK III – BIJZONDELIJKE BEPALINGEN Artikel 5 Om de conforme aanwending van de lening als bedoeld in artikel 2 te kunnen controleren en opvolgen, dient de Gemeente aan het Fonds volgende stukken te bezorgen: een jaarverslag waarin beschreven wordt hoever het staat met de realisatie van de investering die gedekt wordt door de toegekende lening. Het eerste verlag moet ingediend worden tegen 15 november 2014; de afrekening van alle betalingen die met behulp van de toegekende lening verricht werden. Bij deze afrekening dienen de bankrekeningsuittreksels of enige andere vorm van betalingsbewijs gevoegd te worden. Deze stukken dienen toegestuurd te worden aan:
91 Het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën Ter attentie van de Heer Michel Van der Stichele, Directeur-generaal City Center – 1ste verdieping Kruidtuinlaan 20 1035 Brussel Artikel 6 De Gemeente geeft een vertegenwoordiger van het Fonds toelating om op stukken en ter plaatse iedere mogelijke controle uit te oefenen op de aanwending van de toegekende lening. Artikel 7 De Gemeente verbindt zich ertoe het (de) door de lening gefinancierde goed(eren) gedurende de looptijd ervan zonder de voorafgaande toelating van het BGHGT niet te vervreemden en evenmin de bestemming ervan te wijzigen. HOOFDSTUK IV- WAARBORGEN Artikel 8 Indien de Minister bevoegd voor het BGHGT vaststelt dat de voorwaarden bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7 van deze overeenkomst niet worden nageleefd, kan de Regering de oninvorderbaarheid onderbreken voor het jaar of de volgende jaren die ze zelf aanduidt. De nog verschuldigde bedragen die waren geleend zullen dan door de Gemeente verschuldigd zijn. Artikel 9 Om de terugbetaling van alle bedragen, zowel wat de hoofdsom als de intresten betreft, die de Gemeente in uitvoering van deze overeenkomst aan het Fonds verschuldigd is, te waarborgen, geeft de Gemeente toelating aan de Regering om ambtshalve bij de algemene dotatie aan de Gemeenten de invorderbare schuldvordering te innen. HOOFDSTUK V – SLOTBEPALINGEN Artikel 10 Deze overeenkomst loopt van rechtswege af op de dag die volgt op de laatste kapitaalsaflossing van de leningen toegekend door het Fonds en hernomen in artikel 2 van deze overeenkomst. Artikel 11 Deze overeenkomst heeft uitwerking op de datum van de ondertekening door alle partijen. Opgemaakt te Brussel, op in evenveel exemplaren als partijen Voor het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën: De Minister-President,
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: De Minister-President,
Voor de Gemeente: De Burgemeester,
De Secretaris,
92 De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0034# ---------19. Ordonnance visant à améliorer la situation budgétaire des communes de la Région de Bruxelles Capitale – Exercices 2013-2015 – Approbation. Ordonnantie tot verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Dienstjaren 2013-2015 – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu l’ordonnance du 19/07/2007 visant à améliorer la situation budgétaire des communes de la Région de Bruxelles-Capitale ; Considérant que cette ordonnance accorde des subventions aux communes bruxelloises ; Vu la lettre du 12/12/2013 de M. le Ministre-Président portant exécution de l’ordonnance précitée ; Considérant que, pour les exercices 2013 à 2015, le montant de la subvention annuelle est de 434.400 EUR ; Vu la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 12/12/2013 ; DECIDE : d’approuver la signature du contrat visant à améliorer la situation budgétaire communale, avec la Région de Bruxelles-Capitale : CONTRAT VISANT A AMELIORER LA SITUATION BUDGETAIRE COMMUNALE ENTRE LES SOUSSIGNES : La Région de Bruxelles-Capitale, représentée par son Gouvernement, poursuite et diligence de son Ministre-Président et de son Ministre des Finances, agissant en exécution de l'ordonnance du 19 juillet 2007 « visant à améliorer la situation budgétaire des communes » et de l'Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18 juillet 2000 « portant règlement de son fonctionnement et réglant la signature des actes du Gouvernement », dénommée ci-après "la Région", de première part, ET La commune de Woluwe-Saint-Lambert dont le siège est sis à 1200 Bruxelles – avenue Paul Hymans 2 représentée par son bourgmestre et son secrétaire communal, dénommée ci-après "la commune" de seconde part, IL EST CONVENU CE QUI SUIT :
93 Article 1er – OBJET Le présent contrat est conclu en application de l'article 6 de l'ordonnance du 19 juillet 2007 visant à améliorer la situation budgétaire des communes de la Région de Bruxelles-Capitale (ci-après l'ordonnance). Il vise, dans le cadre de cette ordonnance, à préciser les droits et obligations des parties. Article 2 – DUREE Le présent contrat prend cours le jour de sa signature par toutes les parties. Il a une durée de 3 ans, au terme desquels il prend fin de plein droit. Article 3 – OBLIGATIONS A CHARGE DE LA COMMUNE Sauf circonstances exceptionnelles, la commune met en oeuvre toutes les mesures utiles afin d'améliorer sa situation budgétaire. A cette fin, la commune s'engage à: 1° respecter la note prospective et le plan de gest ion visés à l'article 4, §2, 3° de l'ordonnance. Ceux-ci figurent en annexe au présent contrat et sont réputés en faire partie intégrante. 2° affecter la subvention régionale à la résorption du déficit à l'exercice propre de la commune. Néanmoins : - Si par l’apport de la subvention régionale, le budget est excédentaire à l’exercice propre et en mali au cumulé, la commune affectera prioritairement cet excédent résultant de la subvention à la résorption de ce mali contribuant ainsi au remboursement de la dette court terme qu’il génère. - Si par l’apport de la subvention régionale, le budget est excédentaire à l’exercice propre et que le résultat cumulé est en boni, la commune affectera cet excédent résultant de la subvention : • par un prélèvement vers le compte de provisions pour risques et charges en vue de couvrir le déficit hospitalier, pour les communes hospitalières uniquement, si la nécessité est démontrée , • par prélèvement vers l’extraordinaire pour le financement d'investissement prévu par le plan de gestion • par prélèvement vers l'extraordinaire pour le remboursement anticipé d’une partie de sa dette long terme • par prélèvement vers l'extraordinaire, à une capitalisation de son fonds de pension 3° à produire annuellement un inventaire du parc lo catif de la commune et de son CPAS et de présenter les mesures veillant à maintenir la surface du parc mise en location. En outre un plan de logement respectant les objectifs pour les années restantes à couvrir du plan de gestion triennal devra être transmis. Elle veillera à mettre à disposition de la Région les informations et la collaboration nécessaires à la définition d’un outil de contractualisation en vue d’atteindre l’objectif de pourcentage de logements à finalité sociale de la Région. 4° produire annuellement une actualisation du plan de gestion triennal pour le mois d'avril de chaque année. Cette actualisation devra être traduite en terme SEC 95. 5° produire annuellement un plan de de mouvement du personnel et d'embauche triennal. Ce plan devra tenir compte des nouveaux recrutements, remplacements, départs à la retraite, promotions, évolutions de carrière, nominations. 6° produire un plan d'investissement pour les année s restantes à couvrir du plan de gestion triennal en indiquant les sources de financement des investissements (recours à l'emprunt, subside, réalisation d'actifs, utilisation des provisions et réserves.
94 Article 4 – OBLIGATIONS A CHARGE DE LA RÉGION En contrepartie de l'engagement de la commune de respecter les obligations visées à l'article 3, la Région lui alloue une subvention annuelle d'un montant de 434.400 EUR. Cette subvention annuelle est liquidée pour la première fois lors de signature du présent contrat et, par la suite, au cours du premier trimestre de chaque année. Article 5 – EVALUATION DE L'EXECUTION DU CONTRAT Afin de déterminer si les parties respectent leurs obligations respectives il est tenu compte des remarques éventuellement formulées par le comité d'accompagnement visé aux articles 7 à 9 de l'ordonnance. Une première évaluation aura lieu sur base des comptes 2013, la seconde évaluation se fera sur base des comptes 2014. Article 6 – SANCTIONS §1 Si la commune viole les obligations prévues par le présent contrat, la Région la met en demeure de remédier au manquement constaté dans le délai qu'il fixe. §2 Si la commune ne remédie pas au manquement à l'échéance du terme fixé par la Région, cette dernière peut, après avoir entendu le collège des bourgmestre et échevins, d'une part, exiger le remboursement de tout ou partie de la subvention octroyée et/ou, d'autre part, s'abstenir de verser les subventions encore dues en vertu du contrat. §3 La commune bénéficiaire qui reçoit plus d'une mise en demeure au cours de la même période de trois ans peut, en outre, être déchue du droit de déposer un dossier de candidature pour le terme de trois ans qui suit celui au cours duquel les manquements sont constatés. Article 7 – ELECTION DE DOMICILE - DELEGATION §1 Pour l’exécution du présent contrat, la Région fait élection de domicile au cabinet du MinistrePrésident de la Région de Bruxelles-Capitale, sis à 1000 Bruxelles, rue Ducale, 7-9. §2 La commune élit domicile à 1200 Bruxelles – avenue Paul Hymans, 2 §3 La Région est libre de désigner une personne chargée de suivre la bonne exécution du présent contrat en tous ses aspects. Dans ce cas, elle notifie sans délai à la commune l'identité et les coordonnées complètes de son délégué. Article 8 - TUTELLE Le présent contrat ne porte pas préjudice à l’exercice de la tutelle par l’autorité régionale, en application de l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale. * Fait à Bruxelles, le en autant d’exemplaires originaux que de parties, chacune de celles-ci recevant le sien. Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, Le Ministre-Président,
Le Ministre des Finances
Rudi VERVOORT
Guy VANHENGEL
95 Pour la commune, Le Bourgmestre,
Le secrétaire communal,
Olivier MAINGAIN
Patrick LAMBERT
L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0035# ---------DE RAAD, Gelet op de ordonnantie van 19/07/2007 ter verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; Overwegende dat deze ordonnantie aan de Brusselse gemeenten toelagen toekent; Gelet op de brief van 12/12/2013 van de Hr Minister-Voorzitter houdende uitvoering vaanvoormelde ordonnantie; Overwegende dat de jaarlijkse toelage 434.400 EUR bedraagt; Gelet op de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen van 12/12/2013; BESLIST: de ondertekening van de overeenkomst ter verbetering van de budgettaire toestand van de gemeente goed te keuren: OVEREENKOMST TER VERBETERING VAN DE BUDGETTAIRE TOESTAND VAN DE GEMEENTE TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, ten verzoeke van zijn Minister-President en van zijn Minister van Financiën, handelend in uitvoering van de ordonnantie van 19 juli 2007 « ter verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » en van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 « tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering », hierna genoemd "het Gewest", enerzijds, EN De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe met zetel gevestigd 1200 Brussel, Paul Hymanslaan 2 vertegenwoordigd door haar burgemeester en haar gemeentesecretaris, hierna genoemd "de gemeente"
96 anderzijds, WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Artikel 1 – VOORWERP Deze overeenkomst wordt afgesloten in toepassing van artikel 6 van de ordonnantie van 19 juli 2007 tot verbetering van de budgettaire toestand van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna de ordonnantie). Zij heeft tot doel om in het kader van deze ordonnantie de rechten en verplichtingen van de partijen te verduidelijken. Artikel 2 - DUUR Deze overeenkomst neemt een aanvang op de dag van de ondertekening ervan door alle partijen. Zij heeft een duur van 3 jaar, na afloop waarvan zij van rechtswege afloopt. Artikel 3 – VERPLICHTINGEN TEN LASTE VAN DE GEMEENTE Behoudens uitzonderlijke omstandigheden neemt de gemeente alle maatregelen die nodig zijn om haar budgettaire toestand te verbeteren. Daarom verbindt de gemeente zich ertoe : 1° de prospectieve nota en het beheersplan, bedoeld in artikel 4, §2, 3° van de ordonnantie, na te leven. Deze zijn als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd en worden geacht er integraal deel van uit te maken. 2° de gewestelijke toelage te bestemmen voor de weg werking van het tekort op het eigen dienstjaar van de gemeente. Desalniettemin: Indien de begroting ingevolge de inbreng van de gewesttoelage een overschot op het eigen dienstjaar vertoont en een tekort op het gecumuleerd resultaat, moet de gemeente het overschot dat voortvloeit uit de toelage, in de eerste plaats bestemmen voor de wegwerking van dat tekort om zodoende de schuld op korte termijn die daardoor tot stand gebracht wordt, terug te betalen. - Indien de begroting ingevolge de inbreng van de gewesttoelage een overschot op het eigen dienstjaar vertoont en ook het gecumuleerd resultaat een overschot vertoont, moet de gemeente het overschot dat voortvloeit uit de toelage: •·overboeken naar de rekening met provisies voor lasten en risico's en daarmee het ziekenhuistekort dekken, dit alleen indien het gaat om een ziekenhuisgemeente en de noodzaak daartoe wordt aangetoond, •·overboeken naar de buitengewone dienst om het te bestemmen voor de investeringsfinanciering waarin voorzien is door het beheersplan, •·overboeken naar de buitengewone dienst om het te bestemmen voor de vervroegde aflossing van een deel van haar schuld op lange termijn, •·overboeken naar de buitengewone dienst om het te bestemmen voor een kapitalisatie van haar pensioenfonds. 3° jaarlijks een inventaris van het huurwoningenpar k van de gemeente en haar OCMW op te stellen en de maatregelen voor te stellen die erover moeten waken dat de oppervlakte van het te huur gestelde park op peil gehouden wordt. Bovendien zal er een huisvestingsplan bezorgd moeten worden dat de doelstellingen respecteert die voor de resterende jaren van het driejarig beheersplan vastgelegd zijn. Ze zal erop toezien het Gewest alle informatie te verstrekken en samenwerking te verlenen die nodig zijn om een contractualiseringsinstrument te definiëren teneinde de door het Gewest nagestreefde doelstelling inzake het percentage woningen met een sociaal oogmerk te halen.
97 4° jaarlijks een actualisering van het driejarig be heersplan voor te leggen tegen de maand april van elk jaar. Deze actualisering moet worden geformuleerd in SEC 95. 5° jaarlijks een driejarenplan voor te leggen met d e voornaamste personeelsbewegingen en aanwervingen. Dit plan dient rekening te houden met nieuwe aanwervingen, vervangingen, pensioneringen, promoties, loopbaanevoluties, benoemingen. 6° een investeringsplan voor te leggen voor de over blijvende jaren van het driejarig beheersplan met vermelding van de financieringsbronnen voor de investeringen (leningen, subsidies, verwezenlijking van activa, gebruik van provisies en reserves. Artikel 4 – VERPLICHTINGEN TEN LASTE VAN HET GEWEST In ruil voor de verbintenis van de gemeente om de in artikel 3 bedoelde verplichtingen na te komen, kent het Gewest haar een jaarlijkse toelage toe ten bedrage van 434.400 EUR. Deze jaarlijkse toelage wordt voor de eerste maal uitbetaald bij de ondertekening van deze overeenkomst en nadien in de loop van het eerste trimester van elk jaar. Artikel 5 – EVALUATIE VAN DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST Om uit te maken of de partijen hun respectievelijke verplichtingen nakomen, wordt rekening gehouden met de eventuele opmerkingen van het in de artikelen 7 tot 9 van de ordonnantie bedoelde begeleidingscomité. Een eerste evaluatie vindt plaats op grond van de rekeningen 2013, de tweede gebeurt voor de rekeningen 2014. Artikel 6 – SANCTIES §1 Wanneer de gemeente de in deze overeenkomst vastgelegde verplichtingen schendt, maant het Gewest haar aan de vastgestelde tekortkoming te verhelpen binnen de termijn die het Gewest bepaalt. §2 Wanneer de gemeente de tekortkoming niet heeft verholpen bij het verstrijken van de door het Gewest vastgelegde termijn, kan laatstgenoemde, na het college van burgemeester en schepenen gehoord te hebben, enerzijds de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de toegekende toelage eisen en / of anderzijds afzien van de storting van de toelagen die krachtens de overeenkomst nog verschuldigd zijn. §3 De begunstigde gemeente die binnen dezelfde driejarige periode meer dan één ingebrekestelling ontvangt, kan daarnaast het recht ontnomen worden een aanvraagdossier in te dienen voor de termijn van drie jaar die volgt op deze tijdens de welke de tekortkomingen worden vastgesteld. Artikel 7 – WOONSTKEUZE - AFVAARDIGING §1 Het Gewest maakt voor de uitvoering van deze overeenkomst woonstkeuze op het kabinet van de Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gelegen te 1000 Brussel, Hertogstraat 7-9. §2 De gemeente maakt woonstkeuze te 1200 Brussel, Paul Hymanslaan, 2 §3 Het Gewest is vrij om een persoon aan te stellen die moet instaan voor de opvolging van de goede uitvoering van alle onderdelen van deze overeenkomst. In dat geval maakt het onverwijld de identiteit en de volledige contactgegevens van zijn afgevaardigde bekend aan de gemeente. Artikel 8 - TOEZICHT Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de uitoefening van het toezicht door de gewestelijke overheid, in toepassing van de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. *
98 Gedaan te Brussel, op in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn, waarbij elkeen het zijne ontvangt. Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-President,
De Minister van Financiën,
Rudi VERVOORT
Guy VANHENGEL
Voor de gemeente, De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
Olivier MAINGAIN
Patrick LAMBERT
De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de Ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0035# ---------Mmes LOUIS, MOLENBERG, BROCHÉ, MM. VANDEVELDE et DEVILLE rentrent en séance tandis que M. MATGEN la quitte. Mwen LOUIS, MOLENBERG, BROCHÉ, de HH. VANDEVELDE en DEVILLE komen de vergaderzaal terug binnen terwijl de Hr MATGEN ze verlaat. ---------20. Règlement-taxe sur les prestations lors de décès et inhumations – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement op de prestaties bij overlijden en teraardebestellingen – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur les prestations de la commune lors de décès et inhumations arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution qui consacrent l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ;
99 Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il s’impose de réévaluer les divers taux des taxes, eu égard notamment à l’augmentation du coût de la vie ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler et de modifier ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 21 voix pour et 10 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSART, MM. DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - de renouveler et de modifier le règlement-taxe sur les prestations de la commune lors de décès et inhumations comme suit : Article 1. Il est établi, à partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018, une taxe sur les prestations effectuées par la commune lors de décès sur son territoire et lors d'inhumations dans le cimetière communal. Article 2. Les taux de la taxe sont fixés comme suit : Pour les personnes non domiciliées à Woluwe-Saint-Lambert au moment du décès : Pour les prestations de l'ordonnateur qui appose les scellés : - 127,50 EUR pour l’exercice 2014 ; - 130,00 EUR pour l’exercice 2015 ; - 132,50 EUR pour l’exercice 2016 ; - 135,50 EUR pour l’exercice 2017 ; - 138,00 EUR pour l’exercice 2018. Pour les prestations effectuées pour un convoi arrivant au cimetière communal en dehors des heures régulières d'ouverture de celui-ci ou un autre jour que le jour fixé mais durant les heures régulières : - 127,50 EUR pour l’exercice 2014 ; - 130,00 EUR pour l’exercice 2015 ; - 132,50 EUR pour l’exercice 2016 ; - 135,50 EUR pour l’exercice 2017 ; - 138,00 EUR pour l’exercice 2018. Pour un corps déposé à la morgue du cimetière communal : - 51 EUR par jour pour l’exercice 2014 ; - 52 EUR par jour pour l’exercice 2015 ; - 53 EUR par jour pour l’exercice 2016 ; - 54 EUR par jour pour l’exercice 2017 ; - 55 EUR par jour pour l’exercice 2018. Pour les personnes domiciliées à Woluwe-Saint-Lambert au moment du décès : Pour les prestations de l'ordonnateur qui appose les scellés : - 76,50 EUR pour l’exercice 2014 ; - 78,00 EUR pour l’exercice 2015 ;
100 - 79,50 EUR pour l’exercice 2016 ; - 81,00 EUR pour l’exercice 2017 ; - 82,50 EUR pour l’exercice 2018. Pour les prestations effectuées pour un convoi arrivant au cimetière communal en dehors des heures régulières d'ouverture de celui-ci ou un autre jour que le jour fixé mais durant les heures régulières : - 51 EUR pour l’exercice 2014 ; - 52 EUR pour l’exercice 2015 ; - 53 EUR pour l’exercice 2016 ; - 54 EUR pour l’exercice 2017 ; - 55 EUR pour l’exercice 2018. Pour un corps déposé à la morgue du cimetière communal : - 25,50 EUR par jour pour l’exercice 2014 ; - 26,00 EUR par jour pour l’exercice 2015 ; - 26,50 EUR par jour pour l’exercice 2016 ; - 27,00 EUR par jour pour l’exercice 2017 ; - 27,50 EUR par jour pour l’exercice 2018. Article 3. La taxe est due par les héritiers ou ayants droit du défunt. Article 4. Ne donnent pas lieu à la perception de la taxe, les prestations effectuées lors du décès ou de l'inhumation : - des invalides de guerre dont le pourcentage d'invalidité atteint au moins 50 % et qui sont, à ce titre, titulaires d'un brevet de pension à charge du Trésor ; - des indigents. L’état d’indigence sera admis sur production d’un certificat du Centre Public d’Aide Sociale ; - d’enfants de moins de 6 mois, mort-nés ou de fœtus décédés. Article 5. La taxe est payable au comptant entre les mains du receveur communal ou de son préposé. Article 6. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4 § 3 de la loi du 24/12/1996. Article 7. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Article 8. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement.
101 La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0036# ---------DE RAAD, Gelet op het taksreglement op de prestaties van de gemeente bij overlijden en teraardebestelling goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94, de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Overwegende dat de inning van deze taks een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat de verschillende belastingstarieven, ingevolge met name de stijgende levensduurte, herzien moeten worden; Overwegende dat het aangewezen is dit taksreglement te hernieuwen en te wijzigen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 21 stemmen voor et 10 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA, Mw DRANSART, de HH. DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - als volgt het taksreglement op de prestaties bij overlijden en teraardebestellingen te hernieuwen en te wijzigen: Artikel 1. Er wordt, vanaf 01/01/2014 en voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, een belasting vastgesteld op de prestaties van de gemeente bij overlijden op haar grondgebied en teraardebestellingen op de gemeentelijke begraafplaats. Artikel 2. De aanslagvoeten van de belasting worden als volgt vastgesteld:
102 Voor de niet in Sint-Lambrechts-Woluwe gedomicilieerde personen op het ogenblik van het overlijden: Voor de prestaties van de hoofdaanspreker die het zegel plaatst: - 127,50 EUR voor het dienstjaar 2014; - 130,00 EUR voor het dienstjaar 2015; - 132,50 EUR voor het dienstjaar 2016; - 135,50 EUR voor het dienstjaar 2017; - 138,00 EUR voor het dienstjaar 2018. Voor de prestaties verricht voor een lijkstoet die op de gemeentelijke begraafplaats aankomt buiten de normale openingsuren of op een andere dag dan voorzien maar binnen de normale uren: - 127,50 EUR voor het dienstjaar 2014; - 130,00 EUR voor het dienstjaar 2015; - 132,50 EUR voor het dienstjaar 2016; - 135,50 EUR voor het dienstjaar 2017; - 138,00 EUR voor het dienstjaar 2018. Per dag voor een lijk ondergebracht in het lijkenhuis van de gemeentelijke begraafplaats: - 51 EUR voor het dienstjaar 2014; - 52 EUR voor het dienstjaar 2015; - 53 EUR voor het dienstjaar 2016; - 54 EUR voor het dienstjaar 2017; - 55 EUR voor het dienstjaar 2018. Voor de in Sint-Lambrechts-Woluwe gedomicilieerde personen op het ogenblik van het overlijden: Voor de prestaties van de hoofdaanspreker die het zegel plaatst: - 76,50 EUR voor het dienstjaar 2014; - 78,00 EUR voor het dienstjaar 2015; - 79,50 EUR voor het dienstjaar 2016; - 81,00 EUR voor het dienstjaar 2017; - 82,50 EUR voor het dienstjaar 2018. Voor de prestaties verricht voor een lijkstoet die op de gemeentelijke begraafplaats aankomt buiten de normale openingsuren of op een andere dag dan voorzien maar binnen de normale uren: - 51 EUR voor het dienstjaar 2014; - 52 EUR voor het dienstjaar 2015; - 53 EUR voor het dienstjaar 2016; - 54 EUR voor het dienstjaar 2017; - 55 EUR voor het dienstjaar 2018. Voor een lijk ondergebracht in het lijkenhuis van de gemeentelijke begraafplaats: - 25,50 EUR voor het dienstjaar 2014; - 26,00 EUR voor het dienstjaar 2015; - 26,50 EUR voor het dienstjaar 2016; - 27,00 EUR voor het dienstjaar 2017; - 27,50 EUR voor het dienstjaar 2018. Artikel 3. De taks is verschuldigd door de erfgenamen of de rechthebbenden van de overledene. Artikel 4. Geven geen aanleiding tot het innen van de belasting, de prestaties bij overlijden of teraardebestelling van: - oorlogsinvaliden waarvan het invaliditeitspercentage minstens 50 % bereikt en die hierdoor houder zijn van een titel op pensioen ten laste van de Schatkist;
103 - onvermogenden. Het onvermogen wordt erkend door het voorleggen van een bewijs verstrekt door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn; - kinderen van minder dan zes maanden oud, doodgeborenen of overleden foetussen. Artikel 5. De belasting zal contant worden betaald aan de gemeenteontvanger of zijn aangestelde. Artikel 6. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. In dat geval ontvangt de belastingplichtige zonder kosten een aanslagbiljet. De betekening zal hem onmiddellijk meegedeeld worden. Het aanslagbiljet is gedagtekend en bevat de gegevens vermeld in artikel 3 § 4 van de wet van 24/12/1996. Artikel 7. De invordering van de taks zal geschieden conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 8. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post gezonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de Gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van het bericht van belasting of van de inning van de aangerekende belasting anders dan inkohiering of binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag die volgt op de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat, en die voorkomt op voormeld aanslagbiljet in het geval van inkohiering. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0036# ---------21. Règlement-taxe sur les exhumations – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement op de ontgravingen – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur les exhumations arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution qui consacrent l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ;
104 Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il s’impose de réévaluer les divers taux des taxes, eu égard notamment à l’augmentation du coût de la vie ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 21 voix pour et 10 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSART, MM. DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - de renouveler et de modifier comme suit le règlement-taxe sur les exhumations : Article 1. Il est établi au 01/01/2014 pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018 une taxe sur chaque exhumation ordinaire d’un montant fixe de : - 444 EUR pour l’exercice 2014 ; - 453 EUR pour l’exercice 2015 ; - 462 EUR pour l’exercice 2016 ; - 471 EUR pour l’exercice 2017 ; - 480 EUR pour l’exercice 2018 ; Sont exonérées de la taxe : - les exhumations faites à la demande du pouvoir judiciaire; - les exhumations résultant de la désaffectation du cimetière; - l'exhumation des invalides de guerre dont le pourcentage d'invalidité atteignait au moins 50 % et qui étaient, à ce titre, titulaires d'un brevet de pension à charge du Trésor. Article 2. L'imposition est perçue au comptant et est payable au moment de l'introduction de la demande auprès de l'administration communale. Article 3. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification devra lui en être faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4 §3 de la loi du 24/12/1996. Article 4. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales.
105 Article 5. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0037# ---------DE RAAD, Gelet op het taksreglement op de opgravingen goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94, de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Overwegende dat de inning van deze taks een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat de verschillende belastingstarieven, ingevolge met name de stijgende levensduurte, herzien moeten worden; Overwegende dat het aangewezen is dit taksreglement te hernieuwen en te wijzigen; Op het voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 21 stemmen voor en 10 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA, Mw DRANSART, de HH. DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - het taksreglement op de opgravingen als volgt te hernieuwen en te wijzigen:
106 Artikel 1. Er wordt, vanaf 01/01/2014 voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, een belasting gevestigd op elke gewone opgraving van: - 444 EUR voor het dienstjaar 2014; - 453 EUR voor het dienstjaar 2015; - 462 EUR voor het dienstjaar 2016; - 471 EUR voor het dienstjaar 2017; - 480 EUR voor het dienstjaar 2018. Worden evenwel van de belasting vrijgesteld: - de opgravingen gedaan op aanvraag van de rechterlijke macht; - de opgravingen welke gebeuren wegens de verandering van bestemming van de begraafplaats; - de opgravingen der oorlogsinvaliden waarvan het invaliditeitspercentage minstens 50 % bereikte en die, hierdoor, houder waren van een pensioentitel ten laste van de Schatkist. Artikel 2. De taks wordt contant ingevorderd en is betaalbaar op het ogenblik dat de aanvraag bij het gemeentebestuur wordt ingediend. Artikel 3. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. In dat geval ontvangt de belastingplichtige zonder kosten een aanslagbiljet. De betekening ervan zal onmiddellijk gebeuren. Het aanslagbiljet is gedagtekend en bevat de gegevens vermeld in artikel 4 § 3 van de wet van 24/12/1996. Artikel 4. De invordering van de taks zal geschieden conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 5. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post gezonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de Gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, en dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier, of binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat zoals die voorkomt op voormeld aanslagbiljet in geval van inkohiering. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0037# ---------M. MATGEN rentre en séance. De Hr MATGEN komt de vergaderzaal terug binnen. ----------
107 22. Règlement-taxe sur la délivrance de documents administratifs – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement op het afgeven van bestuurlijke documenten – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur la délivrance de documents administratifs arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 et modifié le 25/02/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution qui consacrent l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Considérant que contrairement à la taxe prévue pour l’enregistrement d’une cohabitation légale, rien n’était prévu pour une cessation de cohabitation légale et qu’il y a lieu de remédier à cette carence ; Considérant qu’il y a lieu d’adapter les tarifs pour délivrance des permis de conduire en fonction des dernières législations émanant du SPF Mobilité et Transports ; Considérant que le terme « titre de séjour » doit remplacer celui de « carte d’identité » pour ce qui concerne la délivrance de documents administratifs aux étrangers ; Considérant l’arrêté ministériel du 15/03/2013, modifié le 27/03/2013, et la circulaire du 26/11/2013 annonçant l’indexation du prix de revient de la carte d’identité électronique pour les citoyens belges et du titre de séjour pour étrangers à partir du 01/01/2014 ; Considérant la circulaire du Service public fédéral Mobilité et Transports du 26/11/2013 fixant à 16 EUR la rétribution fédérale pour la délivrance d’un permis de conduire international à partir du 01/02/2014 ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant dès lors qu’il y lieu de renouveler et de modifier ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE par 22 voix pour et 10 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSART, MM. DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) :
108 - de renouveler et de modifier comme suit le règlement-taxe sur la délivrance de documents administratifs. Article 1. Il est établi à partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018 aux conditions fixées ci-dessous, une taxe indirecte au profit de la commune sur la délivrance de certificats et autres documents. La taxe est à charge des personnes ou des institutions auxquelles ces documents sont délivrés par la commune sur demande ou d'office. Article 2. Le montant de cette taxe est fixé comme suit : a ) sur la délivrance de cartes et pièces d'identité : 1) Enfants : - gratuite pour toute pièce d’identité à tout enfant de moins de 12 ans (sans photo) ; - gratuit pour le certificat d’identité d’enfant non belge de moins de 12 ans (avec photo) ; - 6,10 EUR pour la carte d’identité électronique pour enfant belge de moins de 12 ans (à savoir le prix de la confection de la carte, à verser au Service Public Fédéral Intérieur) ; - 142,80 EUR pour la carte d’identité électronique pour enfant belge de moins de 12 ans en procédure urgente (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 109,80 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur) ; - 215,20 EUR pour la carte d’identité électronique pour enfant belge de moins de 12 ans en procédure d’extrême urgence (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 174,20 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur). 2) Adultes : - 19,20 EUR pour la carte d’identité électronique (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 15,20 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur) ; - 148,90 EUR pour la carte d’identité électronique en procédure urgente (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 116,90 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur) ; - 221,30 EUR pour la carte d’identité électronique en procédure d’extrême urgence (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 181,30 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur). 3) Adultes et enfants : - 5 EUR pour toute commande réitérée de codes PIN-PUK initiée par l’habitant. b) sur la délivrance de passeports : 1) Pour un enfant de moins de 12 ans : - 41 EUR pour le passeport en procédure normale (à verser à la Banque Nationale de Belgique) ; - 210 EUR pour le passeport en d'urgence (à verser à la Banque Nationale de Belgique). 2) Pour un enfant de 12 ans à 18 ans : - 53,50 EUR pour le passeport en procédure normale (y compris le prix de la confection du passeport, à savoir 41 EUR à verser à la Banque Nationale de Belgique) ; - 240 EUR pour le passeport en procédure d'urgence (y compris le prix de la confection du passeport, à savoir 210 EUR à verser à la Banque Nationale de Belgique). 3) Pour un adulte : - 100 EUR pour la procédure normale (y compris le prix de la confection du passeport, à savoir 41 EUR à verser à la Banque Nationale de Belgique et 30 EUR à verser au Service Public Fédéral Affaires Etrangères) ; - 270 EUR pour la procédure d'urgence (y compris le prix de la confection du passeport, à savoir 210 EUR à verser à la Banque Nationale de Belgique et 30 EUR à verser au Service Public Fédéral Affaires Etrangères).
109 c) sur la délivrance de documents administratifs aux étrangers : 1) Titres de séjours : - 10 EUR pour une attestation d’immatriculation ; - 19,20 EUR pour le titre de séjour pour étrangers (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 15,20 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur) ; - 148,90 EUR pour le titre de séjour en procédure urgente (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 116,90 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur) ; - 221,30 EUR pour le titre de séjour (cartes E, E+, F, F+ et H ) en procédure d’extrême urgence (y compris le prix de la confection de la carte, à savoir 181,30 EUR à verser au Service Public Fédéral Intérieur). 2) Annexe 3 ter (déclaration d’arrivée pour Européens) :
GRATUIT
3) Annexe 15 (attestation de séjour provisoire en attendant l’obtention du titre de séjour) :
GRATUIT
4) Annexe 15 bis (idem remise au début de la procédure de regroupement) :
10 EUR
5) Annexe 41 (idem, regroupement familial avec un non européen en séjour limité)
10 EUR
6) Annexe 19 (demande d’établissement avec délivrance du titre de séjour de 5 ans et transcription dans le registre population) :
10 EUR
7) Article 9.2 (demande conçue pour ceux qui souhaitent rester en Belgique, mais ne possèdent ni le visa ni les documents requis (raisons humanitaires) : 8) Annexe 3 bis (Prise en charge pour touristes) : par document délivré
GRATUIT 10 EUR
9) Annexe 32 (Prise en charge pour étudiants) : par document délivré
2,50 EUR
10) Annexe 33 (Document de séjour) : par document délivré
GRATUIT
11) Annexe 35 (Document spécial de séjour) : par document délivré pour une prolongation
5 EUR 5 EUR
12) Annexe 19 ter (Demande de carte de séjour de membre de la famille d’un citoyen de l’Union Européenne) :
10 EUR
13) Déclaration d'arrivée : 1/ Document délivré pour un séjour pour raisons médicales, prorogation liée à un certificat médical : GRATUIT 2/ Document délivré pour séjour touristique : par document délivré 10 EUR 14) Permis de travail : 1/ A et B (Entreprises) : 2/ C (demandeurs d’asile, étudiants et autres) :
10 EUR 1,50 EUR par document
d) sur la demande d’acquérir la nationalité belge en vertu des articles 11 bis (§2), 12 bis, et 24 du code de la nationalité belge, par dossier déposé entre les mains de l’Officier de l’Etat Civil : 82 EUR e) sur la demande de renoncer à la nationalité belge en vertu de l’article 22 du code de la nationalité belge, par dossier déposé entre les mains de l’Officier de l’Etat Civil : 82 EUR e’) sur l’acquisition de la nationalité belge par naturalisation en vertu de l’article 19 du code de la nationalité belge, par dossier déposé entre les mains de l’Officier de l’Etat Civil : 82 EUR
110 f)
sur la délivrance de carnet de mariage délivré autrement que sous le régime Pro-Déo : 20 EUR
g) sur la déclaration de cohabitation légale faite devant l’Officier de l’Etat Civil :
20 EUR
g’) sur la déclaration de cessation de cohabitation légale faite devant l’Officier de l’Etat Civil : 20 EUR h) sur la délivrance d'autres certificats de toute nature, extraits, copies, autorisations, etc., délivrés d'office ou sur demande, à l'exception d'actes concernant la nationalité : - pour le premier exemplaire : 5 EUR - pour chaque exemplaire supplémentaire délivré simultanément : 2,50 EUR i)
sur délivrance de certificats, expéditions, copies ou extraits d'actes de l'état civil : - pour le premier exemplaire : 2,50 EUR - pour chaque exemplaire supplémentaire délivré simultanément : 1,50 EUR
j)
sur la délivrance de documents reprenant les données personnelles que contient un fichier communal au sujet d’une personne dans la mesure où ces renseignements sont susceptibles d’être communiqués et que leur communication est autorisée par les législations en vigueur : 5 EUR
k) sur la délivrance d’un permis de conduire international : - jusqu’au 31/01/2014 : 22,20 EUR (y compris la rétribution fédérale de 12,25 EUR). - à partir du 01/02/2014 : 26,00 EUR (y compris la rétribution fédérale de 16,00 EUR). k’) sur la délivrance de permis de conduire modèle cartes bancaires : 1. Permis de conduire provisoire (modèles 3 mois, 18 mois et 36 mois) - 26,00 EUR pour un permis de conduire provisoire (y compris la rétribution fédérale de 20 EUR) ; - 26,00 EUR pour un duplicata (y compris la rétribution fédérale de 20 EUR) ; 2. Permis de conduire permanent (catégories A, B, et BE) et/ou limités (catégories C, D, CE et DE) - 26,00 EUR pour un permis de conduire permanent et/ou limité (y compris la rétribution fédérale de 20 EUR) ; - 26,00 EUR pour un duplicata, un changement de catégorie, un échange de permis de conduire étranger, etc (y compris la rétribution fédérale de 20 EUR) ; 3. Permis de conduire catégorie G (tracteurs) -26 EUR (y compris la rétribution fédérale de 20 EUR) ; l)
Légalisation de signature. - pour le premier exemplaire : - pour chaque exemplaire identique supplémentaire délivré simultanément :
m) Certification conforme de copies de documents : - première copie : - copies suivantes identiques :
2,50 EUR 1,50 EUR
2,50 EUR 1,00 EUR
Article 3. La taxe est perçue au moment de la délivrance du document. Le cas échéant la preuve du paiement de la taxe est constatée par l'apposition d'un timbre adhésif ou d'une estampille, indiquant le montant de la taxe. Les personnes ou les institutions assujetties à la taxe, qui introduisent une demande pour l'obtention de l'un ou de l'autre document, sont tenues de consigner le montant de la taxe au moment de leur demande lorsque ce document ne peut pas être délivré immédiatement.
111 Article 4. Sont exonérés de la taxe : a) les pièces dont la délivrance est déjà soumise au paiement d'un droit au profit de la commune, en vertu d'une loi, d'un arrêté royal ou d'un règlement de l'autorité ; b) les pièces délivrées aux autorités judiciaires, aux administrations publiques, institutions y assimilées et aux établissements d'utilité publique ; c) les pièces qui doivent être délivrées gratuitement par l'administration communale, en vertu d'une loi, d'un arrêté ou d'un règlement quelconque de l'autorité ; d) les pièces délivrées à des personnes dont l'indigence est dûment constatée ; e) les autorisations relatives à des manifestations religieuses ou politiques, celles à délivrer aux oeuvres de bienfaisance pour l'organisation d'une fête, d'un bal ou d'un cortège ainsi que pour le placement d'un calicot sauf si le calicot porte une publicité commerciale ; f) les pièces destinées à faire titre de l'autorisation d'exercer une activité qui, comme telle, est déjà frappée d'une imposition ou d'une redevance au profit de la commune ; g) les pièces sollicitées en vue d'obtenir un abonnement scolaire ou de travail ou un prix réduit sur les transports en commun ; h) les certificats attestant la composition d'une famille, pour permettre à un chef de famille nombreuse d'obtenir une réduction sur le prix des transports publics ; i) les certificats de vie délivrés pour permettre l'encaissement de pensions, rentes, allocations sociales et de pensions à charge des pouvoirs publics ; j) les expéditions, copies ou extraits des décisions du Conseil communal et du Collège des bourgmestre et échevins délivrés, en tant que ces décisions les concernent, aux agents et anciens agents de l'administration communale, ainsi qu'à leurs ayants droit ; k) les certificats de bonnes vie et mœurs, ainsi que les copies certifiées conformes, délivrés aux chômeurs et aux jeunes travailleurs en période d'attente des allocations de chômage, sur présentation respectivement de la carte de contrôle et de quittance C3 et de leur document A23 et ce uniquement en vue de la recherche d'un emploi. Article 5. La taxe est payable conformément aux dispositions de l'article 2 ci-avant entre les mains du receveur ou de son préposé. Article 6. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4, §3 de la loi du 24/12/1996. Article 7. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Article 8. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0038# ----------
112 DE RAAD, Gelet op het taksreglement op het afgeven van bestuurlijke documenten goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013 en gewijzigd op 25/02/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94, de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Overwegende dat, in tegenstelling met de taks op de aangifte van een wettelijk samenwoningscontract, niets voorzien is bij de beëindiging van een wettelijk samenwoningcontract, en dat het nodig deze tekortkoming te verhelpen; Overwegende dat het aangewezen is de tarieven op het afgeven van rijbewijzen aan te passen aan de meest recente regelgeving van de FOD Mobiliteit en Transport; Overwegende dat de term ‘verblijfsbewijs’ die van ‘identiteitskaart’ moet vervangen wat het afleveren van administratieve documenten aan vreemdelingen betreft; Overwegende het ministerieel besluit van 15/03/2013, gewijzigd op 27/03/2013, en de omzendbrief van 26/11/2013, die de indexering van de kostprijs van de elektronische identiteitskaart voor Belgische burgers en voor het verblijfsbewijs voor vreemdelingen vanaf 01/01/2014 aankondigt; Overwegende de omzendbrief van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van 26/11/2013, waarbij vanaf 01/02/2014 de federale retributie voor de aflevering van een internationaal rijbewijs op 16 EUR wordt vastgesteld; Overwegende dat de inning van deze taks een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat het aangewezen is dit taksreglement te hernieuwen en te wijzigen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST met 22 stemmen voor en 10 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA, Mw DRANSART, de HH. DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - het taksreglement voor het afleveren van administratieve documenten als volgt te hernieuwen:
113 Artikel 1. Er wordt vanaf 01/01/2014 en voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, ten voordele van de gemeente en onder de hierna vermelde voorwaarden, een indirecte taks geheven op het afgeven van getuigschriften en andere documenten. De taks is ten laste van de personen of instellingen waaraan deze documenten op aanvraag of van ambtswege door de gemeente worden afgegeven. Artikel 2. Het bedrag van de taks is als volgt vastgesteld: a) op het afgeven van identiteitskaarten en identiteitsbewijzen : 1) Kinderen: - gratis voor elk identiteitsbewijs voor kinderen van minder dan 12 jaar (zonder foto) - gratis voor een identiteitsdocument voor niet-Belgische kinderen van minder dan 12 jaar (met foto); - 6,10 EUR voor een elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen van minder dan 12 jaar (namelijk de aanmaakprijs van de kaart, die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort); - 142,80 EUR voor een elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen van minder dan 12 jaar met de dringende procedure (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 109,80 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort); - 215,20 EUR voor een elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen van minder dan 12 jaar met de zeer dringende spoedprocedure (met inbegrip van de federale retributie aanmaakprijs van de kaart, namelijk 174,20 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort). 2) Volwassenen: - 19,20 EUR voor een elektronische identiteitskaart (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 15,20 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort); - 148,90 EUR voor een elektronische identiteitskaart volgens de dringende procedure (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 116,90 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort); - 221,30 EUR voor een elektronische identiteitskaart volgens de zeer dringende spoedprocedure (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 181,30 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort). 3) Volwassenen en kinderen : - 5 EUR voor elke herhaalde bestelling van PIN-PUK codes aangevraagd door de inwoner. b) op het afgeven van reispassen: 1) Voor een kind jonger dan 12 jaar : - 41 EUR voor de reispas met normale procedure (aan de Nationale Bank van België te storten); - 210 EUR voor de reispas met spoedprocedure (aan de Nationale Bank van België te storten). 2) Voor een kind van 12 tot 18 jaar : - 53,50 EUR voor de reispas met normale procedure (met inbegrip van de aanmaakprijs voor de reispas, namelijk 41 EUR, die aan de Nationale Bank van België moet worden gestort); - 240 EUR voor de reispas met spoedprocedure (met inbegrip van de aanmaakprijs voor de reispas , namelijk 210 EUR, die aan de Nationale Bank van België moet gestort worden). 3) Voor een volwassene: - 100 EUR voor de normale procedure (met inbegrip van de aanmaakprijs voor de reispas, namelijk 41 EUR die aan de Nationale Bank van België moet worden gestort en 30 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken moet worden gestort);
114 - 270 EUR voor de spoedprocedure (met inbegrip van de aanmaakprijs voor de reispas, namelijk 210 EUR die aan de Nationale Bank van België moet worden gestort en 30 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken gestort moet worden). c) op het afgeven van administratieve documenten aan vreemdelingen : 1) Verblijfsbewijzen - 10 EUR voor een inschrijvingsbewijs; - 19,20 EUR voor een verblijfsbewijs voor buitenlanders (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 15,20 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort). - 148,90 EUR voor het verblijfsbewijs volgens de dringende procedure (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 116,90 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort). - 221,30 EUR voor het verblijfsbewijs (kaart E, E+, F, F+ en H) volgens de zeer dringende spoedprocedure (met inbegrip van de aanmaakprijs van de kaart, namelijk 181,30 EUR die aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken wordt doorgestort). 2) Bijlage 3 ter: (verklaring van aankomst voor Europeanen)
GRATIS
3) Bijlage 15: (tijdelijke verblijfsvergunning in afwachting van het verkrijgen van de verblijfsvergunning) GRATIS 4) Bijlage 15 bis: (idem, uitreiking aan het begin van de herenigingsprocedure)
10 EUR
5) Bijlage 41: (idem, gezinshereniging met een niet-Europeaan met een beperkte verblijfsvergunning)
10 EUR
6) Bijlage 19: (aanvraag tot vestigingsvergunning met aflevering van een verblijfsvergunning van 5 jaar en inschrijving in het bevolkingsregister)
10 EUR
7) Bijlage 9.2: (aanvraag opgesteld voor diegenen die in België willen blijven, maar noch over een visum, noch over de vereiste documenten beschikken (humanitaire redenen)
GRATIS
8) Bijlagen 3 bis: (Verbintenis tot tenlasteneming voor toeristen) per afgegeven document
10 EUR
9) Bijlagen 32: (Verbintenis tot tenlasteneming voor studenten) per afgegeven document
2,50 EUR
10) Bijlagen 33: (Verblijfsdocument) per afgegeven document
GRATIS
11) Bijlagen 35: (Bijzonder verblijfsdocument) per afgegeven document voor een verlenging
5 EUR 5 EUR
12) Bijlage 19 ter: (aanvraag voor een verblijfsvergunning voor een familielid van een burger van de Europese Unie)
10 EUR
13) Aankomstverklaringen: 1/ Document, uitgereikt omwille van medische redenen, verlenging in verband met een medisch getuigschrift: GRATIS 2/ Document uitgereikt voor een toeristisch verblijf: - per afgegeven document 10 EUR
115 14) Arbeidskaarten 1/ A en B (bedrijven): 2/ C (asielzoekers, studenten en anderen):
10 EUR 1,50 EUR per document
d) op aanvraag tot het verkrijgen van de Belgische nationaliteit krachtens artikelen 11 bis §2, 12 bis, en 24 van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit, per dossier ingediend bij de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand: 82 EUR e) op aanvraag tot het verzaken aan de Belgische nationaliteit krachtens artikel 22 van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit, per dossier ingediend bij de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand: 82 EUR e') op de verwerving van de Belgische nationaliteit krachtens artikel 19 van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit, per dossier neergelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand; 82 EUR op het afgeven van het huwelijksboekje, afgeleverd buiten het Pro-Deostelsel: 20 EUR g) op de aangifte van wettelijk samenwoningscontract: 20 EUR g’) op de aangifte van beëindiging van wettelijk samenwoningscontract: 20 EUR h) op het afgeven van om het even welke andere getuigschriften, uittreksels, afschriften, machtigingen, enz., afgegeven van ambtswege of op aanvraag, met uitzondering van akten betreffende de nationaliteit: voor het eerste exemplaar : 5,00 EUR voor elk bijkomend exemplaar dat gelijktijdig wordt afgegeven 2,50 EUR i)
op het afgeven van getuigschriften, uitgiften, uittreksels, afschriften van een akte van de burgerlijke stand: - voor het eerste exemplaar 2,50 EUR - voor elk bijkomend exemplaar dat gelijktijdig wordt afgegeven 1,50 EUR
j)
op het afgeven van documenten met persoonsgegevens vermeld in een gemeentelijk gegevensbestand met betrekking tot een persoon voor zover deze inlichtingen vatbaar zijn voor mededeling en dat deze mededeling toegelaten is door de in voege zijnde wetgeving: 5 EUR
k) op het afgeven van internationale rijbewijzen: - tot en met 31/01/2014 22,20 EUR (met inbegrip van de federale retributie met name 12,25 EUR); - vanaf 01/02/2014 26,00 EUR (met inbegrip van de federale retributie met name 16,00 EUR). k’) op de afgifte van rijbewijzen model bankkaart: 1. Voorlopige rijbewijzen (modellen 3, 18 en 36 maanden): - 26,00 EUR voor een voorlopig rijbewijs ( met inbegrip van de federale retributie, met name 20 EUR); - 26,00 EUR voor een duplicaat (met inbegrip van de federale retributie, met name 20 EUR); 2. Permanente (categorieën A, B en BE) en/of beperkte (categorieën C, D, CE en DE) rijbewijzen: - 26,00 EUR voor een permanent en/of beperkt rijbewijs (met inbegrip van de federale retributie, met name 20 EUR);
116 - 26,00 EUR voor een duplicaat, een verandering van categorie, een uitwisseling van een buitenlands rijbewijs, enz. (met inbegrip van de federale retributie, met name 20 EUR); 3. Rijbewijs categorie G (tractoren): - 26 EUR (met inbegrip van de federale retributie, met name 20 EUR); l)
Legaliseren van handtekeningen: - voor het eerste exemplaar - voor elk bijkomend identiek exemplaar dat gelijktijdig wordt afgegeven
m) Eensluidend verklaren van afschriften van stukken: - eerste afschrift - volgende identieke afschriften
2,50 EUR 1,50 EUR
2,50 EUR 1,00 EUR
Artikel 3. De taks wordt geïnd op het ogenblik van het afgeven van het document. Telkens wanneer het mogelijk is, wordt het bewijs van betaling van de taks geleverd door het aanbrengen van een kleefzegel of een stempel, die het bedrag van de taks aangeeft. De aan de taks onderworpen personen of instellingen, die een aanvraag tot het bekomen van een of ander document indienen, zijn verplicht het bedrag van de taks te deponeren op het ogenblik van hun aanvraag als het document niet onmiddellijk kan worden afgegeven. Artikel 4. Zijn vrijgesteld van de taks: a) de stukken waarvan het afgeven reeds onderworpen is aan het betalen van een recht ten voordele van de gemeente krachtens een wet, een koninklijk besluit of een reglement van de overheid; b) de stukken afgegeven aan de rechterlijke overheden, aan de openbare besturen, de instellingen ermee gelijkgesteld en aan de instellingen van openbaar nut; c) de stukken die door het gemeentebestuur gratis dienen afgegeven te worden krachtens een wet, een koninklijk besluit of om het even welk reglement van de overheid; d) de stukken afgegeven aan personen waarvan de behoeftigheid behoorlijk werd vastgesteld; e) de machtigingen betreffende godsdienstige of politieke gebeurtenissen, deze af te geven aan liefdadigheidswerken voor het inrichten van een feest, van een bal of van een stoet, alsook voor het plaatsen van een spandoek behalve wanneer het spandoek een handelsreclame draagt; f) de stukken verleend om te gelden als toelating voor het uitoefenen van een werkzaamheid die als dusdanig al bezwaard is met een belasting of een vergoeding ten voordele van de gemeente; g) de stukken aangevraagd om een school- of werkabonnement te krijgen, of een verminderde prijs op het openbaar vervoer; h) de getuigschriften die de samenstelling van een gezin vermelden en dienen om het hoofd van een groot gezin toe te laten een vermindering te krijgen op de prijs op het openbaar vervoer; i) de getuigschriften van leven afgegeven om pensioenen, renten, sociale bijdragen en pensioenen ten laste van openbare machten te kunnen innen; j) de uitgiften, kopieën of uittreksels van beslissingen van de Gemeenteraad en van het College van burgemeester en schepenen, afgegeven aan de personeelsleden en gewezen personeelsleden van het gemeentebestuur, alsook aan hun rechthebbenden, in zoverre deze beslissingen op hen betrekking hebben; k) de getuigschriften van goed zedelijk gedrag, alsmede de voor eensluidend verklaarde afschriften, afgegeven aan werklozen en jonge werkzoekenden in wachtperiode van werkloosheidsuitkering, op vertoon van respectievelijk hun controle- en kwijtingkaart C3 en van hun document A23, en dit alleen voor het zoeken van werk. Artikel 5. De taks is in de handen van de ontvanger of zijn aangestelde betaalbaar conform de beschikkingen van voornoemd artikel 2.
117 Artikel 6. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. In dat geval ontvangt de belastingplichtige zonder kosten een aanslagbiljet. De betekening moet onmiddellijk gebeuren. Het aanslagbiljet is gedagtekend en bevat de gegevens vermeld in artikel 4 § 3 van de wet van 24/12/1996. Artikel 7. De invordering van de taks zal geschieden conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 8. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post gezonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de Gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier, dan wel binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werk dag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat, en die voorkomt op voormeld aanslagbiljet in geval van inkohiering. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0038# ---------23. Règlement-taxe sur la distribution gratuite à domicile d’imprimés publicitaires – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement voor het gratis huis aan huis verspreiden van reclamedrukwerk – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur la diffusion publicitaire arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution qui consacrent l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ;
118 Considérant qu’il y a lieu de se référer à la circulaire du ministère de la Région de Bruxelles capitale du 08/10/1993 qui recommande de soumettre à la taxe les imprimés publicitaires comportant moins de 40 % de textes rédactionnels non-publicitaires ; Considérant que les personnes morales de droit public ou de droit privé exerçant des missions telles que visées à l’article 180, 181 du C.I.R. ne doivent pas être traitées de la même manière que les autres eu égard à leur finalités spéciales ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il s’impose de réévaluer les divers taux des taxes, eu égard notamment à l’augmentation du coût de la vie ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler et de modifier ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 26 voix pour et 6 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - de renouveler et de modifier le règlement-taxe sur la distribution gratuite à domicile d’imprimés publicitaires comme suit : Article 1. A partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018, la distribution gratuite à domicile (est uniquement visée la distribution gratuite dans le chef des destinataires) d'imprimés publicitaires non-adressés d'autre part, donneront lieu au paiement d'une taxe en faveur de la commune. Article 2. Est visée par les présentes dispositions : la distribution gratuite dans le chef des destinataires d'imprimés publicitaires non-adressés ouverts à tous les annonceurs ou émanant d’un seul commerçant ou d’un groupe de commerçants et comportant moins de 40 % de textes rédactionnels non publicitaires ; Article 3. Par textes rédactionnels, il faut entendre : 1) les textes écrits par les journalistes dans l'exercice de leur profession, pour autant qu'il n'y soit pas fait mention, soit explicitement, soit implicitement, de firmes ou de produits déterminés ; 2) les textes qui, au niveau de la population de la commune, jouent un rôle social et d'information générale en dehors des informations commerciales ou apportent une information officielle d'utilité publique en faveur de l'ordre ou du bien-être comme les services d'aide, les services publics, les mutuelles, les hôpitaux, les services de garde (médecins, infirmiers, pharmaciens) ou des informations d'utilité publique telles que les informations communales et les faits divers nationaux et internationaux ; 3) les nouvelles générales et régionales, politiques, sportives, culturelles, artistiques, folkloriques, littéraires et scientifiques et les informations non-commerciales aux consommateurs; 4) les informations sur les cultes, les annonces d'activités telles que fêtes et kermesses, fêtes scolaires, activités de maisons de jeunes et des centres culturels ; 5) les annonces notariales ; 6) les annonces émanant de particuliers relatives à des transactions mobilières ou immobilières ; 7) les offres d'emplois ; 8) la propagande électorale.
119 Article 4. Sont considérés comme textes publicitaires : les articles dans lesquels il est fait mention, soit explicitement, soit implicitement de firmes ou de produits déterminés et 1. qui, sous une forme directe ou voilée, renvoient le lecteur à des réclames ; 2. qui, d'une façon générale, visent à signaler, à faire connaître, à recommander des firmes, produits ou services en vue d'aboutir à une transaction. Article 5. Le pourcentage de 40 % de textes rédactionnels non publicitaires sera calculé en tenant compte de leur surface totale d'occupation, y compris leurs annexes tels que dessins, gravures ou photographies, dans l'imprimé publicitaire pris dans sa surface intégrale de rédaction, y compris les pages de couverture. Article 6. La taxe est due solidairement par l'éditeur des imprimés visé par les présentes dispositions et par le distributeur des imprimés taxables. Article 7. Les taux de taxation sont fixés comme suit : a) Carte et feuille (imprimée) publicitaire ou échantillons : 1) Superficie imprimée inférieure ou égale à 2.000 cm2 : 0,0037 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2014 ; 0,0038 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2015 ; 0,0039 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2016 ; 0,0039 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2017 ; 0,0040 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2018. 2) Superficie imprimée supérieure à 2.000 cm2 : 0,0090 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2014 ; 0,0092 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2015 ; 0,0094 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2016 ; 0,0096 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2017 ; 0,0098 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2018. b) Catalogue, dépliant ou journal publicitaire (plus d'une feuille) ou échantillons : 0,037 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2014 ; 0,038 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2015 ; 0,039 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2016 ; 0,039 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2017 ; 0,040 EUR par exemplaire distribué pour l’exercice 2018. Pour a) et b), le minimum de l'imposition est fixé par distribution à : 18,00 EUR pour l’exercice 2014 ; 18,50 EUR pour l’exercice 2015 ; 19,00 EUR pour l’exercice 2016 ; 19,50 EUR pour l’exercice 2017 ; 20,00 EUR pour l’exercice 2018. c) Taxation forfaitaire : A la demande du redevable, un régime de taxation forfaitaire mensuelle, à raison de douze fois par an, est accordé dans le cas de distributions répétitives d’imprimés publicitaires faisant mention du même nom commercial, en remplacement des cotisations ponctuelles. Les taux de taxation forfaitaire sont fixés comme suit :
120 Carte et feuille publicitaire ou échantillons : - Superficie inférieure ou égale à 2.000 cm2, quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois : 170 EUR par mois pour l’exercice 2014 ; 173 EUR par mois pour l’exercice 2015 ; 176 EUR par mois pour l’exercice 2016 ; 180 EUR par mois pour l’exercice 2017 ; 184 EUR par mois pour l’exercice 2018. - Superficie supérieure à 2.000 cm2, quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois : 456 EUR par mois pour l’exercice 2014 ; 465 EUR par mois pour l’exercice 2015 ; 474 EUR par mois pour l’exercice 2016 ; 484 EUR par mois pour l’exercice 2017 ; 493 EUR par mois pour l’exercice 2018. - Catalogue dépliant ou journal publicitaire ou échantillons, quel que soit le nombre d'exemplaires distribués au cours du mois : 1.700 EUR par mois pour l’exercice 2014 ; 1.730 EUR par mois pour l’exercice 2015 ; 1.760 EUR par mois pour l’exercice 2016 ; 1.800 EUR par mois pour l’exercice 2017 ; 1.840 EUR par mois pour l’exercice 2018. Article 8. Est exonérée de la taxe la distribution d'imprimés en faveur des sociétés, associations sans but lucratif et personnes morales visées par les articles 180 et 181 du Code des Impôts sur les revenus. Article 9. §1. Le contribuable est tenu de faire une déclaration spontanée à la Commune contenant tous les renseignements nécessaires à la taxation, au plus tard 15 jours calendrier avant chaque distribution. En cas de taxation forfaitaire demandée par le contribuable conformément à l’article 7 c), cette déclaration est valable jusqu'à révocation par le contribuable moyennant un préavis d’un mois, par pli recommandé à l’attention de l’administration communale. §2. Au cas où la commune constate une distribution d’imprimés publicitaires qui n’a pas fait l’objet d’une déclaration spontanée, elle adresse une formule de déclaration au contribuable que celui-ci est tenu de renvoyer dans les 30 jours à compter de l’envoi de la formule. §3. A défaut de déclaration dans les délais ou en cas de déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise, le redevable sera imposé d'office. §4. Avant de procéder à la taxation d’office, l’administration notifiera au redevable le recours à cette procédure, conformément aux dispositions de l’article 6 de la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Le redevable dispose d’un délai de trente jours à compter de la date d'envoi de la notification pour faire valoir ses observations par écrit. §5. Les taxes enrôlées d'office sont majorées de 30 % lors de la première application de la procédure de taxation d'office décrite au présent article. §6. Il y a récidive entraînant une nouvelle majoration de 30 % de la taxe majorée, s'il a déjà été notifié au redevable par lettre recommandée l'application d'une procédure de taxation d'office pour un exercice d’imposition visé par le présent règlement.
121 §7. Le montant de cette majoration est également enrôlé et sera recouvré par le receveur conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d’impôts d’Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996. Article 10. La taxe est due au comptant et est perçue par le receveur communal ou son préposé. Article 11. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4 § 3 de la loi du 24/12/1996. Article 12. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996. Article 13. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0039# ---------DE RAAD, Gelet op het taksreglement op de verspreiding van de reclame goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94, de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;
122 Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Overwegende dat het aangewezen is om te verwijzen naar de omzendbrief van de minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 08/10/1993 die aanraadt om reclamedrukwerk dat minder dan 40 % niet publicitaire redactionele teksten bevat, aan de taks te onderwerpen; Overwegende dat rechtspersonen van openbaar of privaat recht die opdrachten uitvoeren zoals bedoeld in artikelen 180 en 181 van het W.I.B. niet op dezelfde manier moeten worden behandeld gezien hun bijzondere doelgerichtheid; Overwegende dat de inning van deze taks een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat de verschillende belastingstarieven, ingevolge met name de stijgende levensduurte, herzien moeten worden; Overwegende dat het aangewezen is dit taksreglement te hernieuwen en te wijzigen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 26 stemmen voor en 6 stemmen tegen (Mw CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE): - het taksreglement op het gratis huis-aan-huis verspreiden van publicitair drukwerken te hernieuwen en te wijzigen als volgt: Artikel 1. Met ingang van 01/01/2014 en voor vijf jaar met een termijn verstrijkend op 31/12/2018, wordt een gemeentetaks geheven op het gratis huis aan huis verspreiden (enkel de gratis verspreiding in hoofde van de bestemmelingen wordt geraakt) van niet-geadresseerde reclamedrukwerken. Artikel 2. Worden geviseerd door deze beschikkingen : de gratis verspreiding, in hoofde van de bestemmelingen, van niet-geadresseerde reclamedrukwerken toegankelijk voor alle aankondigers of afkomstig van één handelaar of van een groep handelaars, die minder dan 40 % niet publicitaire redactionele teksten bevatten. Artikel 3. Met redactionele teksten dient te worden verstaan: 1) de door journalisten geschreven teksten in de uitoefening van hun beroep voor zover niet impliciet of expliciet firma's of bepaalde producten worden vermeld; 2) de teksten welke naar de inwoners van de gemeente toe, een sociale en algemene voorlichtingsfunctie vervullen buiten de handelsinformatie of die een officiële informatie van algemeen belang buiten handelsinformatie of een officiële informatie van algemeen belang ten voordele van de orde of het welzijn zoals de hulpdiensten, de openbare diensten, de ziekenfondsen, de hospitalen, wachtdiensten (dokters, verplegers, apothekers) of inlichtingen van openbare nut zoals gemeentelijke inlichtingen of nationale en internationale berichten bevatten; 3) algemene, regionale, politieke, sportieve, culturele, artistieke, folkloristische, litteraire en wetenschappelijke berichten alsook inlichtingen zonder handelsdoeleinden die voor de gebruikers bestemd zijn; 4) inlichtingen inzake erediensten, aankondigingen voor activiteiten zoals festiviteiten, kermissen, schoolfeesten, activiteiten van jeugdhuizen en culturele centra; 5) de notariële aankondigingen; 6) de aankondigingen uitgaand van particulieren aangaande roerende of onroerende transacties; 7) de werkaanbiedingen; 8) de verkiezingspropaganda.
123 Artikel 4. Worden beschouwd als reclameteksten: de artikelen waarin expliciet of impliciet melding wordt gemaakt van firma's of bepaalde producten en die 1) de lezer rechtstreeks of onrechtstreeks verwijzen naar reclame; 2) op een algemene wijze, ernaar streven firma's, producten of diensten te vermelden, te laten kennen en aan te bevelen ten einde een handelstransactie te kunnen afsluiten. Artikel 5. Het percentage van 40 % niet-publicitaire redactionele teksten zal berekend worden rekening houdend met hun totaal ingenomen oppervlakte, met inbegrip van hun bijlagen zoals tekeningen, gravures of foto's in het reclamedrukwerk in de volledige redactionele oppervlakte met inbegrip van de omslagpagina's. Artikel 6. De taks is hoofdelijk verschuldigd door de uitgever van drukwerken geviseerd door deze beschikkingen en door de verdeler van de belaste drukwerken. Artikel 7. De bedragen van de heffingen worden als volgt vastgesteld: a) (Bedrukte) reclamekaart en -blad of stalen: 1) bedrukte oppervlakte kleiner of gelijk aan 2.000 cm²: 0,0037 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2014; 0,0038 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2015; 0,0039 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2016; 0,0039 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2017; 0,0040 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2018. 2) bedrukte oppervlakte groter dan 2.000 cm²: 0,0090 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2014; 0,0092 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2015; 0,0094 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2016; 0,0096 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2017; 0,0098 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2018. b) catalogus, folder of publicitair krantje (meer dan één blad) of stalen: 0,0037 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2014; 0,0038 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2015; 0,0039 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2016; 0,0039 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2017; 0,0040 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2018. Voor a) en b) wordt de minimumbelasting per bedeling vastgesteld op: 18,00 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2014; 18,50 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2015; 19,00 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2016; 19,50 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2017; 20,00 EUR per bedeeld exemplaar voor het dienstjaar 2018. c) forfaitaire aanslag: Op vraag van de belastingplichtige kan een regime van maandelijkse forfaitaire aanslagen, a rato van twaalfmaal per jaar, worden toegestaan in geval van herhaalde bedeling met vermelding van dezelfde commerciële naam, ter vervanging van de gelegenheidsheffing. De bedragen van de forfaitaire heffingen worden als volgt vastgesteld:
124 Reclamekaart en -blad of stalen: - Oppervlakte kleiner of gelijk aan 2.000 cm², wat ook het aantal bedeelde exemplaren in de loop van de maand moge zijn: 170,00 EUR voor het dienstjaar 2014; 173,00 EUR voor het dienstjaar 2015; 176,00 EUR voor het dienstjaar 2016; 180,00 EUR voor het dienstjaar 2017; 184,00 EUR voor het dienstjaar 2018. - Oppervlakte groter dan 2.000 cm², wat ook het aantal bedeelde exemplaren in de loop van de maand moge zijn: 456,00 EUR voor het dienstjaar 2014; 465,00 EUR voor het dienstjaar 2015; 474,00 EUR voor het dienstjaar 2016; 484,00 EUR voor het dienstjaar 2017; 493,00 EUR voor het dienstjaar 2018. - Catalogus, folder of publicitair blad, ook het aantal bedeelde exemplaren in de loop van de maand moge zijn: 1.700,00 EUR voor het dienstjaar 2014; 1.730,00 EUR voor het dienstjaar 2015; 1.760,00 EUR voor het dienstjaar 2016; 1.800,00 EUR voor het dienstjaar 2017; 1.840,00 EUR voor het dienstjaar 2018. Artikel 8. Wordt vrijgesteld van de taks: de bedeling van drukwerk ten voordele van maatschappijen, verenigingen zonder winstoogmerk en rechtspersonen geviseerd door de artikelen 180 en 181 van het hiervoor vermelde wetboek op de inkomstenbelastingen. Artikel 9. §1. De belastingplichtige is gehouden tenminste 15 kalenderdagen voor iedere distributie bij de gemeente de voor de aanslag alle noodzakelijke gegevens aan te geven. In geval van forfaitaire aanslag, door de belastingplichtige aangevraagd conform artikel 7 c), is deze verklaring geldig tot herroeping door de belastingplichtige mits een opzeg van één maand, aangetekend te bezorgen ter attentie van het gemeentebestuur. §2. Indien de gemeente een bedeling van reclamedrukwerk vaststelt die geen voorwerp heeft uitgemaakt van een spontane verklaring, bezorgt ze een aangifteformulier aan de belastingplichtige. Deze is eraan gehouden dit formulier ingevuld terug te sturen binnen de 30 dagen te tellen vanaf het versturen van voormeld formulier. §3. Wanneer de aangifte niet gebeurt binnen de termijn, of wanneer de aangifte onzorgvuldig, onvolledig of niet correct gebeurt, wordt de belastingplichtige ambtshalve belast. §4. Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent de gemeente aan de belastingplichtige de beroepsmogelijkheden tegen deze procedure, en dit conform artikel 6 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van verzending van de betekening om zijn bezwaren schriftelijk over te maken. §5. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden met 30 % verhoogd tijdens de eerste toepassing van de ambtshalve uitgevoerde belastingsprocedure die in onderhavig artikel wordt beschreven.
125 §6. Er is sprake van herhaling van overtreding, met een nieuwe verhoging van 30 % van de reeds verhoogde belasting, wanneer de belastingplichtige reeds per aangetekend schrijven op de hoogte werd gesteld van de toepassing van een ambtshalve uitgevoerde belastingsprocedure. §7. Het bedrag van deze verhogingen wordt ook ingekohierd en zal door de ontvanger ingevorderd worden conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996. Artikel 10. De taks is contant verschuldigd en wordt door de gemeenteontvanger of zijn aangestelde ingevorderd. Artikel 11. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar. In dat geval ontvangt de belastingplichtige zonder kosten een aanslagbiljet. De betekening hiervan zal onmiddellijk gebeuren. Het aanslagbiljet is gedagtekend en bevat de gegevens vermeld in artikel 4 § 3 van de wet van 24/12/1996. Artikel 12. De invordering van de taks zal geschieden conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996. Artikel 13. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post gezonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, en dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier, of binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat zoals die voorkomt op voormeld aanslagbiljet in geval van inkohiering. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0039# ---------24. Règlement-taxe sur les commerces de produits alimentaires à emporter établis sur le domaine public – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement op de handelsvestigingen die meeneembare voedingswaren slijten op het openbaar domein – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur les commerces de produits alimentaires à emporter établis sur la voie publique arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution qui consacrent l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ;
126 Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 22 voix pour et 10 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSART, MM. DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - de renouveler comme suit le règlement-taxe sur les commerces de produits alimentaires à emporter établis sur la voie publique Article 1. Il est établi à partir du 01/01/2014 et pour un terme de un an expirant le 31/12/2014 une taxe communale sur l'occupation du domaine public par des commerces fixes de produits alimentaires à emporter. Sont visés les établissements existants au cours de l'exercice d'imposition, qui offrent à titre principal des produits alimentaires préparés et/ou cuisinés, chauds et/ou froids et dans lesquels la possibilité est offerte aux clients de les consommer soit sur place, soit en dehors. Article 2. La taxe est fixée à 17,50 EUR par mois et par m² ou fraction de m² de superficie occupée et par commerce de produits alimentaires définis à l'article 1er. Article 3. §1. La taxe est due par toute personne physique ou morale qui a reçu l’autorisation d’occuper le domaine public aux fins d'exercer une activité visée à l'article 1er. A défaut d’octroi d’une quelconque autorisation d’occupation du domaine public, la taxe est due par la personne qui occupe effectivement le domaine public. §2. La superficie prise en considération pour le calcul de la taxe est celle mentionnée dans l’autorisation d’occuper le domaine public. A défaut d’octroi d’une quelconque autorisation d’occupation du domaine public ou en cas de discordance entre la superficie mentionnée dans l’autorisation et la superficie constatée par un agent assermenté habilité à cette fin par le Collège des bourgmestre et échevins ou un huissier de justice, la surface prise en considération est celle mentionnée dans le constat, qui fait foi jusqu’à preuve du contraire. Article 4. Si en cours d’occupation, des modifications sont apportées aux conditions de l'autorisation délivrée, donnant ouverture à une majoration de la taxe, celle-ci se calcule à raison de la différence entre la taxe due suivant les bases nouvelles et le montant de la taxe établie primitivement. Le nouveau montant sera dû dès le 1er du mois suivant.
127 Article 5. La taxe est payable préalablement au comptant entre les mains du receveur communal ou de son préposé. La preuve de paiement préalable délivrée par la commune doit être apposée à un endroit visible pour les agents de l’administration. Article 6. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4 § 3 de la loi du 24/12/1996. Article 7. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996. Article 8. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0040# ---------DE RAAD, Gelet op het taksreglement op de handelsvestigingen die meeneembare voedingswaren slijten op de openbare weg goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94, de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;
128 Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Overwegende dat de inning van deze belasting een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat het aangewezen is dit taksreglement te hernieuwen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 22 stemmen voor en 10 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA, Mw DRANSART, de HH. DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - het taksreglement op de handelsvestigingen die meeneembare voedingswaren slijten op de openbare weg als volgt te hernieuwen: Artikel 1. Er wordt, vanaf 01/01/2014 voor een termijn van een jaar verstrijkend op 31/12/2014, een gemeentebelasting geheven op de bezetting van het openbaar domein door vaste handelsvestigingen in meeneemvoedingswaren. Bedoeld worden de in de loop van het belastingsdienstjaar bestaande handelsvestigingen, die hoofdzakelijk bereide en/of samengestelde voedingswaren, warm en/of koud aanbieden en waarin de mogelijkheid wordt geboden aan de klanten om ze ter plaatse of buiten te verbruiken. Artikel 2. De belasting wordt vastgesteld op 17,50 EUR per maand en per m² of per deel van m² bezette oppervlakte en per handelsvestiging in voedingswaren zoals bepaald in artikel 1. Artikel 3. §1. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de vereiste vergunning heeft verkregen om het openbaar domein te bezetten teneinde er een in artikel 1 omschreven activiteit uit te oefenen. Als er geen enkele vergunning voor de bezetting van het openbaar domein werd uitgereikt, is de belasting verschuldigd door de persoon die het openbaar domein daadwerkelijk bezet. §2. De oppervlakte die in aanmerking wordt genomen om de belasting te berekenen is deze die vermeld wordt in de vergunning om het openbaar domein te mogen bezetten. Als er geen vergunning werd toegekend om het openbaar domein te bezetten of als de oppervlakte die in de vergunning staat, niet overeenkomt met de oppervlakte die wordt vastgesteld door de door het College van burgemeester en schepenen daartoe bevoegde en beëdigde beambte of door een gerechtsdeurwaarder, wordt, tot bewijs van het tegendeel, de in de vaststelling vermelde oppervlakte gebruikt. Artikel 4. Wanneer er tijdens de bezetting wijzigingen worden aangebracht aan de voorwaarden van de verleende vergunning die aanleiding geven tot een verhoging van de belasting, wordt deze berekend a rato van het verschil tussen de verschuldigde belasting volgens de nieuwe belastbare basis en het bedrag van de oorspronkelijk gevestigde belasting. Het nieuwe bedrag is verschuldigd vanaf de eerste dag van de volgende maand. Artikel 5. De taks wordt contant en voorafgaand geïnd door de Gemeenteontvanger of zijn aangestelde. Het door het gemeentebestuur vooraf verstrekte betalingsbewijs moet zichtbaar aangebracht worden ten behoeve van de gemeenteambtenaren. Artikel 6. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
129 In dat geval ontvangt de belastingplichtige zonder kosten een aanslagbiljet. De betekening ervan gebeurt onverwijld. Het aanslagbiljet is gedagtekend en bevat de gegevens vermeld in artikel 4 § 3 van de wet van 24/12/1996. De invordering van de taks zal geschieden conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 7. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post verzonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per inkohiering, dan wel binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat zoals vermeld op voormeld aanslagbiljet in geval van inkohiering. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0040# ---------25. Règlement-taxe sur l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules situés sur la voie publique – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement op het aanbrengen van reclamedrukwerk op voertuigen die zich op de openbare weg bevinden – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules situés sur la voie publique arrêté le 10/09/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu la situation financière de la commune ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la compétence fiscale des communes visées par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant que l'apposition de ces imprimés publicitaires entraîne une majoration des dépenses de la commune en matière de propreté publique, lesdits imprimés étant jetés sur la voirie publique par les utilisateurs des véhicules sur lesquels ils sont apposés ; Considérant que ce nouveau mode de diffusion publicitaire doit être soumis à taxation eu égard aux considérants repris ci-dessus ; Considérant qu’il s’impose de réévaluer les divers taux des taxes, eu égard notamment à l’augmentation du coût de la vie ; Vu la nouvelle loi communale et notamment l'article 117 alinéa 1er ;
130 Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales ; Vu la loi du 15/03/1999, relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 ; Vu la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9, lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au Code Judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du Code des Impôts sur les Revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Vu le règlement de police sur l’occupation privative du domaine public ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler et de modifier ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE à l’unanimité : - de renouveler et de modifier le règlement-taxe sur l’apposition d’imprimés publicitaires sur des véhicules situés sur la voie publique comme suit : Article 1 : Il est établi à partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018 une taxe communale sur l’apposition d’un ou plusieurs imprimés publicitaires sur des véhicules situés sur la voie publique. Article 2 : Par apposition, il faut entendre: le placement d’imprimés publicitaires sur un ou plusieurs véhicules situés sur la voie publique. Par imprimé publicitaire, il faut entendre toute feuille, carte et/ou catalogue contenant de la publicité à caractère commercial. Par publicité à caractère commercial, il faut entendre toute publicité contenant la mention, explicite ou implicite, de firmes ou de produits déterminés ou la publicité qui, sous une forme directe ou voilée, renvoie le lecteur à des réclames ou qui vise à signaler, à faire connaître, à recommander des firmes, produits ou services en vue d’aboutir à une transaction commerciale ou qui comprend une ou des annonces émanant de particuliers ou de professionnels relatives à des transactions mobilières ou immobilières ou qui comprend une ou des offres de services rémunérés. Article 3 : La taxe est due par l’éditeur de l’imprimé publicitaire. Si l’éditeur n’est pas identifiable, la taxe est due par le distributeur de l’imprimé publicitaire. Si ni l’éditeur ni le distributeur ne sont identifiables, la taxe est due par la personne physique ou morale au profit de laquelle l’imprimé publicitaire est apposé et qui est susceptible de pouvoir en tirer bénéfice. Article 4 : Sont exonérés : 1. les imprimés ayant un lien direct avec une manifestation organisée par ou avec le soutien de la commune ou par les établissements d’utilité publique et par les associations non lucratives, 2. les imprimés apposés sur un véhicule avec le consentement de son propriétaire ou de l’utilisateur du véhicule, à charge pour le redevable de la taxe d’apporter la preuve du consentement susdit.
131 Article 5 : Le taux de taxation est fixé comme suit : - entre un et 1.000 exemplaires à : 255 EUR pour l’exercice 2014 ; 260 EUR pour l’exercice 2015 ; 265 EUR pour l’exercice 2016 ; 270 EUR pour l’exercice 2017 ; 275 EUR pour l’exercice 2018. au delà de 1.000 exemplaires par exemplaire à : 0,255 EUR pour l’exercice 2014 ; 0,260 EUR pour l’exercice 2015 ; 0,265 EUR pour l’exercice 2016 ; 0,270 EUR pour l’exercice 2017 ; 0,275 EUR pour l’exercice 2018 ; étant entendu que le nombre d’exemplaires qui sert de base à la taxation et qui ne correspond pas à une centaine sera arrondi à la centaine supérieure. -
Article 6 : Le contribuable est tenu de faire une déclaration à la commune contenant tous les renseignements nécessaires à la taxation, au plus tard 15 jours calendrier avant chaque occupation ou distribution. La non-déclaration dans les délais, la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise du redevable entraîne l'enrôlement d'office de la taxe conformément aux dispositions de l'article 6 de la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Avant de procéder à la taxation d’office, l’administration notifiera au redevable le recours à cette procédure, conformément aux dispositions de l’article 6 de la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Le redevable dispose d’un délai d’un mois à compter du troisième jour ouvrable qui suit l’envoi de la notification pour faire valoir ses observations par écrit. Les taxes enrôlées d'office sont majorées d'un montant égal à la taxe due et, en cas de récidive de l'infraction, d'un montant égal au double de la taxe due. Article 7 La taxe est due au comptant et est perçue par le receveur communal ou son préposé. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L’avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l’article 4 § 3 de la loi du 24/12/1996. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d’impôts d’État sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Article 8 Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. Article 9 Les règles relatives au recouvrement, aux intérêts de retard et moratoires, aux poursuites, aux privilèges, à l'hypothèque légale et à la prescription en matière d'impôts d’état sur le revenu sont applicables à cette taxe.
132 La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0041# ---------DE RAAD, Gelet op het taksreglement op het aanbrengen van reclamendrukwerk op voertuigen die zich op de openbare weg bevinden dat werd goedgekeurd op 10/09/2012 voor een termijn eindigend op 31/12/2013; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op artikel 252 van de nieuwe gemeentewet die de gemeenten een budgettair evenwicht oplegt; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Overwegende dat de belasting waarover dit reglement handelt een evenwichtige verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen garandeert; Overwegende dat het aanbrengen van dit reclamedrukwerk een hogere uitgave van de gemeente op het vlak van openbare reinheid met zich meebrengt doordat dit drukwerk op de grond wordt gesmeten door de gebruikers van de voertuigen waarop dit geplaatst wordt; Overwegende dat, gezien voormelde overwegingen, deze nieuwe wijze van reclame maken belast moet worden; Overwegende dat de verschillende belastingstarieven, ingevolge met name de stijgende levensduurte, herzien moeten worden; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikel 117, 1ste lid; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en invordering van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94; Gelet op de wet van 23/03/1999 betreffende de rechtelijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de beschikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Gelet op het politiereglement op de privatieve bezetting van het openbaar domein; Overwegende dat het aangewezen is om dit taksreglement te hernieuwen en te wijzigen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen in zitting van 28/11/2013; BESLIST met éénparigheid:
133 - als volgt het taksreglement voor het aanbrengen van reclamedrukwerk op voertuigen die zich op de openbare weg bevinden te hernieuwen en te wijzigen: Artikel 1: Er wordt met ingang van 01/01/2014 en voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, een gemeentelijke belasting geheven op het aanbrengen van één of meer reclamedrukwerk(en) op voertuigen die zich op de openbare weg bevinden. Artikel 2: Onder aanbrengen wordt verstaan: het plaatsen van reclamedrukwerk op één of meerdere voertuigen die zich op de openbare weg bevinden. Onder reclamedrukwerk wordt verstaan: elk blad, kaartje en/of catalogus met reclame van commerciële aard. Onder reclame van commerciële aard wordt verstaan: elke reclame die - expliciet of impliciet ondernemingen of bepaalde producten vermeldt of reclame die, op een directe of verhullende wijze, de lezer verwijst naar advertenties of die opmerkzaam wil maken op, laten kennismaken met , aanbevelingen doen inzake ondernemingen, producten of diensten om een commerciële transactie te verkrijgen of die één of meer advertenties bevat van particulieren of ondernemers inzake roerende of onroerende transacties of die één of meer aanbiedingen van betaalde diensten bevat. Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de uitgever van het commerciële drukwerk. Indien de uitgever niet geïdentificeerd kan worden, is de belasting verschuldigd door de verdeler van het commerciële drukwerk. Als noch de uitgever, noch de verdeler geïdentificeerd kan worden, is de belasting verschuldigd door de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wie het reclamedrukwerk werd aangebracht en die er mogelijk profijt uit kan halen. Artikel 4: Zijn vrijgesteld: 1. drukwerk met een direct verband met een evenement georganiseerd door of met de steun van de gemeente of door de instellingen van openbaar nut en verenigingen zonder winstoogmerk, 2. drukwerk dat met de toestemming van de eigenaar of de gebruiker van een voertuig op dit voertuig wordt aangebracht waarbij de belastingplichtige het bewijs moet leveren van de voormelde toestemming. Artikel 5: Het belastingtarief is als volgt vastgesteld: - tussen één en 1.000 exemplaren op: • 255 EUR voor het dienstjaar 2014; • 260 EUR voor het dienstjaar 2015; • 265 EUR voor het dienstjaar 2016; • 270 EUR voor het dienstjaar 2017; • 275 EUR voor het dienstjaar 2018. - meer dan 1.000 exemplaren, per exemplaar, op: • 0,255 EUR voor het dienstjaar 2014; • 0,260 EUR voor het dienstjaar 2015; • 0,265 EUR voor het dienstjaar 2016; • 0,270 EUR voor het dienstjaar 2017; • 0,275 EUR voor het dienstjaar 2018 ; met dien verstande dat het aantal exemplaren dat als basis dient voor de belasting en niet overeenkomt met een honderdtal, naar het volgende honderdtal wordt afgerond.
134 Artikel 6: De belastingplichtige dient uiterlijk 15 kalenderdagen voor iedere bezetting of verspreiding bij het gemeentebestuur aangifte te doen van alle elementen die noodzakelijk zijn voor de berekening van de belasting. Bij gebrek aan een aangifte binnen de vastgelegde termijnen, in geval van een onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte door de belastingplichtige wordt de belasting ambtshalve ingekohierd volgens de beschikkingen van artikel 6 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Alvorens over te gaan tot de ambtshalve inkohiering zal het bestuur de belastingplichtige op de hoogte brengen van de beslissing om tot deze procedure over te gaan volgens de beschikkingen van artikel 6 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en invordering van provincie- en gemeentebelastingen. De belastingplichtige beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op het versturen van de van de kennisgeving, om zijn opmerkingen schriftelijk te laten kennen. De ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en bij recidive van de overtreding met een bedrag gelijk aan tweemaal de verschuldigde belasting. Artikel 7 De belasting moet contant betaald worden en wordt geïnd door de gemeenteontvanger of zijn aangestelde. Wanneer de inning niet contant kan gebeuren, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk invorderbaar. In dat geval zal de belastingplichtige kosteloos een aanslagbiljet ontvangen. Dit zal hem onverwijld betekend worden. Het aanslagbiljet zal gedagtekend zijn en zal de gegevens bevatten vermeld in artikel 3 § 4 van de wet van 24/12/1996. De invordering van de belasting zal gebeuren conform de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, conform artikel 12 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Artikel 8 De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven. of per post gezonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per kohier, dan wel binnen de zes maanden te rekenen vanaf de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat zoals die voorkomt op voormeld aanslagbiljet in het geval van inkohiering. Artikel 9 De regels rond invorderingen, verwijl- en moratoire interesten, vervolgingen, voorrechten, de wettelijke hypotheek en verjaring inzake Rijksbelastingen op de inkomsten, zijn van toepassing op deze belasting. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0041# ----------
135 26. Règlement-taxe sur l’occupation temporaire du domaine public – Renouvellement – Modifications – Approbation. Taksreglement op het tijdelijk bezetten van het openbaar domein – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur l’occupation temporaire du domaine public arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution qui consacrent l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Vu la loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 de la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 26 voix pour, 5 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) et 1 abstention (M. DE SMUL) : - de renouveler comme suit le règlement-taxe sur l’occupation temporaire du domaine public : Article 1. Il est établi au profit de la commune à partir du 01/01/2014 et pour un terme de un an expirant le 31/12/2014, une taxe sur l'occupation privative temporaire du domaine public par : a) des chantiers à l'occasion de travaux de construction, de démolition, de reconstruction, de transformation, de rénovation d'immeubles ou d'autres travaux aux bâtiments ; b) des conteneurs de débris et conteneurs à usages divers ; c) des échafaudages, tours, grues et appareils de levage et autres dispositifs surplombant le domaine public à l’occasion de travaux de construction, de démolition, de reconstruction, de transformation, de rénovation d'immeubles ou d'autres travaux aux bâtiments ; d) des véhicules, remorques et matériel de loisirs ou autres dispositifs.
136 A) Occupation temporaire du domaine public par des chantiers à l'occasion de travaux de construction, de démolition, de reconstruction, de transformation ou de rénovation d'immeubles ou d'autres travaux aux bâtiments. Article 2. Un chantier est une zone où des travaux de construction, de démolition, de reconstruction, de transformation, de rénovation d'immeubles ou d'autres travaux aux bâtiments sont exécutés et où il est possible de stocker des matériaux de construction, des conteneurs, des silos, des grues et autres objets nécessaires à l’exécution des travaux. Article 3. Le taux de la taxe est fixé à 1 EUR par m² et par jour. Il n’est pas tenu compte pour le calcul de la taxe sur les chantiers de la superficie occupée par des échafaudages, des tours-grues, grues ou des appareils de levage, ceux-ci étant taxés de manière distincte conformément aux points B et C du présent règlement. Article 4. En cas d’autorisation expresse d’occupation du domaine public, la taxe est due par la personne physique ou morale titulaire de l’autorisation d’occupation. A défaut d’octroi d’une quelconque autorisation d’occupation du domaine public, la taxe est due solidairement par le maître de l’ouvrage, l’entrepreneur principal qu’il a chargé des travaux, le(s) sous-traitant(s) éventuel(s) et toute autre personne qui occupe effectivement le domaine public. B) Occupation temporaire du domaine public à l’occasion du placement de conteneurs de débris ou de conteneurs à usages divers. Article 5. Au sens du présent règlement, on entend par : - Conteneurs de débris : des conteneurs fermés ou ouverts destinés à amener ou évacuer des matériaux de construction ou autres à l’occasion de travaux ou autres activités. - Conteneurs à usages divers : des conteneurs fermés éventuellement pourvus de portes et fenêtres, pour y héberger notamment un réfectoire, une salle de réunion de chantier, une installation sanitaire ou un commerce temporaire dans le cadre de transformations en cours. Article 6. Le taux de la taxe sur les conteneurs est fixé à 15 EUR par jour et par conteneur. Le placement d’un conteneur de débris entraîne la réservation de 46m² à l’usage exclusif du placement du conteneur. Lorsque le conteneur est muni d’un dispositif de déversement, ce dispositif est taxé distinctement conformément à l’article 10 du présent règlement. Dans l’espace précité, l’occupation à une autre fin que celle du placement du conteneur sera taxée conformément à l’article 3. Article 7. En cas d’autorisation expresse d’occupation du domaine public, la taxe est due par la personne physique ou morale titulaire de l’autorisation d’occupation. A défaut d’octroi d’une quelconque autorisation d’occupation du domaine public, la taxe est due solidairement par le maître de l’ouvrage, l’entrepreneur principal qu’il a chargé des travaux, le(s) sous-traitant(s) éventuel(s) et toute autre personne qui occupe effectivement le domaine public.
137 C) Occupation temporaire du domaine public par des échafaudages, tours-grues, grues et appareils de levage et autres dispositifs surplombant le domaine public à l’occasion de travaux de construction, de démolition, de reconstruction, de transformation ou de rénovation d'immeubles ou autres travaux aux bâtiments. Article 8. Le taux de la taxe est fixé comme suit : - 75 EUR par tour-grue, grue ou appareil de levage pour le premier jour à majorer de 25 EUR par jour supplémentaire. - 30 EUR par échafaudage et par dispositif surplombant le domaine public pour le premier jour et par unité de 6 mètres courants de façade à majorer de 5 EUR par mètre courant de façade supplémentaire. Pour chaque jour supplémentaire, la taxe s’élève à 2,50 EUR par unité de 6 mètres courants de façade. Toute fraction d’unité de façade de moins de 6 mètres courants est comptée pour une unité complète. Article 9. En cas d’autorisation expresse d’occupation du domaine public, la taxe est due par la personne physique ou morale titulaire de l’autorisation d’occupation. A défaut d’octroi d’une quelconque autorisation d’occupation de la voie publique, la taxe est due solidairement par le maître de l’ouvrage, l’entrepreneur principal qu’il a chargé des travaux, le(s) sous-traitant(s) éventuel(s) et toute autre personne qui occupe effectivement le domaine public. D) Occupation temporaire du domaine public par des véhicules, remorques et matériel de loisirs ou autres dispositifs. Article 10. Toute occupation temporaire non visée aux chapitres A), B) et C), sera taxée au taux suivant : 1,5 EUR/m2/jour avec un minimum de 10 m2. Article 11. §1. En cas d’autorisation expresse d’occupation du domaine public, la taxe est due par la personne physique ou morale titulaire de l’autorisation d’occupation. §2. En cas d’occupation du domaine public sans obtention préalable de l’autorisation requise en vertu du règlement de police sur l’occupation privative du domaine public, la taxe est due par la personne physique ou morale qui occupe effectivement le domaine public. E) Dispositions communes. Article 12. La taxe ainsi fixée est indépendante de l'indemnité éventuellement due pour la réparation du trottoir et de la voirie. Article 13. La taxe est due à partir du premier jour de l'occupation du domaine public et aussi longtemps que la cessation de l’occupation n’a pas été notifiée à l’administration communale, sauf si un terme est prévu dans l’autorisation d’occuper le domaine public. Toute tranche de 24 heures commencée est comptée pour une journée entière. Article 14. La superficie prise en considération pour le calcul de la taxe est celle mentionnée dans l’autorisation d’occuper le domaine public. A défaut d’octroi d’une quelconque autorisation d’occupation de la voie publique ou en cas de discordance entre la superficie mentionnée dans l’autorisation et la superficie constatée par un agent assermenté habilité à cette fin par le Collège des bourgmestre et échevins ou un huissier de justice, la surface prise en considération est celle mentionnée dans le constat, qui fait foi jusqu’à preuve du contraire.
138 La superficie ainsi déterminée vaut aussi longtemps que le titulaire de l’autorisation ou la personne qui occupe effectivement le domaine public n’a pas introduit une demande de modification de la superficie occupée conformément aux prescriptions du règlement de police sur l’occupation privative du domaine public. Pour le calcul de la superficie, toute fraction de m² est comptée pour une unité. Article 15. Ne sont pas visées par le présent règlement : - les occupations liées à la circulation et au stationnement non privatif des véhicules sur la voie publique, à l’exception des accotements et des trottoirs, des passages aériens et souterrains, des chemins et servitudes de passage réservés aux piétons ; - les occupations liées à la circulation et au stationnement non privatif des véhicules dans les parcs à stationnement ; - les occupations du domaine public pour lesquelles l’emplacement occupé est attribué par voie d’adjudication publique ou en vertu d’un contrat de concession ; - les occupations du domaine public réalisées par un organisme public dans le cadre d’une mission de sécurisation ou d’entretien du domaine public ; - les occupations du domaine public réalisées pour le compte de la commune ou du C.P.A.S. de Woluwe-Saint-Lambert ; - les occupations du domaine public régies par le règlement-redevance sur l’occupation du domaine public pour l’exercice d’activités ambulantes, foraines ou de gastronomie foraine et pour le marché de la brocante de Woluwe-Saint-Lambert ; - les occupations du domaine public par des terrasses, échoppes, étals et autres objets quelconques ou par des véhicules promotionnels. Ces occupations sont régies par le règlement-taxe sur l’occupation du domaine public. - les occupations du domaine public par les commerces de produits alimentaires à emporter ; - les occupations du domaine public par des distributeurs automatiques. Article 16. Sont exemptées du paiement de la taxe : - les occupations du domaine public par les opérateurs de réseaux publics de télécommunications au sens de l’article 98 de la loi du 21/03/1991 ; - les occupations du domaine public réalisées par les intercommunales, conformément à l’article 26 de la loi du 22/12/1986 ; - les occupations dont il est question à l’article 16 de l’ordonnance du 22/11/1990 relative à l’organisation des transports en commun dans la Région de Bruxelles-capitale. Article 17. §1. La taxe est due sans que le redevable puisse revendiquer un quelconque droit de concession ou de servitude sur le domaine public. Il lui incombera de supprimer ou de réduire l'usage accordé à la première injonction de l'autorité communale. A défaut pour lui de se plier à pareille injonction, l’autorité communale y fera procéder d'office aux frais du redevable. §2. Le retrait de l'autorisation délivrée ou la renonciation au bénéfice de celle-ci par le redevable n'entraîne pour ce dernier aucun droit à l’obtention d’une indemnité quelconque ou à la restitution du montant des taxes qu’il aurait déjà payées. §3. Le paiement de la taxe n'entraîne, pour la commune, aucune obligation spéciale de surveillance de l’espace public occupé. Cette occupation se fait aux risques et périls et sous la responsabilité du bénéficiaire de l'autorisation. §4. L'application de la taxe est faite sans préjudice de l’obtention des autorisations administratives ou de police requises et sous réserve du respect des droits des tiers. Article 18. La taxe est payable au comptant entre les mains du receveur communal ou d'un agent spécialement désigné à cet effet, préalablement à l’occupation du domaine public.
139 La preuve du paiement délivrée par la commune doit être apposée à un endroit visible pour les agents de l'administration. Lorsque la perception ne peut pas être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable de la taxe recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4 § 3 de la loi du 24/12/1996, relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. Article 19. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3ème jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3ème jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996 relative à l’établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0042# ---------DE RAAD, Gelet op het taksreglement op het tijdelijk bezetten van het openbaar domein dat werd goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn eindigend op 31/12/2013; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name artikelen 91 tot 94 en de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 dat procedure inzake bezwaarschriften bepaalt; Overwegende dat de inning van deze taks een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert;
140 Overwegende dat het aangewezen is om dit taksreglement te hernieuwen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 26 stemmen voor, 5 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) en 1 onthouding (de Hr DE SMUL): - het taksreglement op het tijdelijk bezetten van het openbaar domein als volgt te hernieuwen: Artikel 1. Er wordt met ingang van 01/01/2014 en voor een termijn van een jaar verstrijkend op 31/12/2014, een belasting geheven voor de tijdelijke privatieve bezetting van het openbaar domein in de volgende gevallen: a) werven ter gelegenheid van bouw-, slopings-, heropbouw-, verbouwings-, renovatiewerken of voor andere werken aan gebouwen; b) afvalcontainers en containers voor divers gebruik; c) stellingen, torenkranen, kranen en hefapparaten en andere toestellen die over het openbaar domein hangen tijdens bouw-, slopings-, heropbouw-, verbouwings-, renovatiewerken of voor andere werken aan gebouwen; d) voertuigen, aanhangwagens, vrije-tijdsmateriaal of andere installaties ; A) Het tijdelijk bezetten van het openbaar domein door werven ter gelegenheid van bouw-, slopings-, heropbouw-, verbouwings- of renovatiewerken of voor andere werken aan gebouwen. Artikel 2. Een werf is een zone waar er bouw-, slopings-, heropbouw-, verbouwings-, renovatiewerken of andere werken aan gebouwen worden uitgevoerd en waar het mogelijk is om bouwmateriaal, containers, silo’s, kranen en andere noodzakelijke voorwerpen voor de uitvoering van de werken op te slaan. Artikel 3. De aanslagvoet van de belasting wordt op 1 EUR per m² en per dag vastgelegd. Bij de berekening van de taks op werven wordt er geen rekening gehouden met de oppervlakte die in beslag genomen wordt door stellingen, torenkranen, kranen en hefapparaten aangezien die afzonderlijk belast worden overeenkomstig punten B en C van dit reglement. Artikel 4. Indien er een expliciete vergunning voor het bezetten van het openbaar domein werd uitgereikt, moet de taks betaald worden door de fysieke persoon of de rechtspersoon aan wie de vereiste vergunning werd toegestaan. Als er geen enkele vergunning voor de bezetting van het openbaar domein werd uitgereikt, zijn de bouwheer, de hoofdaannemer belast met de werken, eventuele onderaannemer(s) en alle andere personen die het openbaar domein effectief bezetten hoofdelijk aansprakelijk om de belasting te betalen. B) Het tijdelijk bezetten van het openbaar domein door het plaatsen van afvalcontainers en containers voor divers gebruik. Artikel 5. Binnen het kader van dit reglement wordt er verstaan onder: - Afvalcontainers: open of gesloten containers die dienen om tijdens werken of andere activiteiten bouwmaterialen of andere materialen aan of af te voeren. - Containers voor divers gebruik: gesloten containers, eventueel met deuren en ramen, waarin een eetzaal, een werfvergaderzaal, sanitaire installaties of een tijdelijke handelszaak ondergebracht worden binnen het kader van de aan de gang zijnde verbouwingen.
141 Artikel 6. De aanslagvoet van de belasting wordt op 15 EUR per dag en per container vastgelegd. Het plaatsen van een afvalcontainer houdt in dat er 46 m² gereserveerd worden die enkel gebruikt mogen worden om de container te plaatsen. Als de container uitgerust is met een giettoestel wordt dit toestel overeenkomstig artikel 10 van voorliggend reglement afzonderlijk belast. In de hierboven vermelde ruimte wordt elk ander gebruik dan de plaatsing van een container belast overeenkomstig artikel 3. Artikel 7. In het geval er een expliciete vergunning voor het bezetten van het openbaar domein werd uitgereikt, moet de taks betaald worden door de fysieke of rechtspersoon aan wie de vereiste vergunning werd uitgereikt. Als er geen enkele vergunning voor de bezetting van het openbaar domein werd uitgereikt, zijn de bouwheer, de hoofdaannemer belast met de werken, eventuele onderaannemer(s) en alle andere personen die het openbaar domein effectief bezetten hoofdelijk aansprakelijk om de belasting te betalen. C) Het tijdelijk bezetten van het openbaar domein door het plaatsen van stellingen, torenkranen, kranen en hefapparaten en andere toestellen die over het openbaar domein hangen tijdens bouw-, slopings-, heropbouw-, verbouwings-, renovatiewerken of andere werken aan gebouwen. Artikel 8. De aanslagvoet van de belasting wordt als volgt vastgesteld: - 75 EUR per torenkraan, kraan of hefapparaat, voor de eerste dag, te vermeerderen met 25 EUR per bijkomende dag. - 30 EUR per stelling en per inrichting die over het openbaar domein hangt voor de eerste dag en per eenheid van 6 meter strekkende gevellengte, te vermeerderen met 5 EUR per bijkomende strekkende meter gevellengte. Voor elke bijkomende dag bedraagt de taks 2,50 EUR per eenheid van 6 meter strekkende gevellengte. Elke fractie van een eenheid van minder dan 6 meter strekkende gevellengte wordt als een volledige eenheid gerekend. Artikel 9. Indien er een expliciete vergunning voor het bezetten van het openbaar domein werd uitgereikt, moet de taks betaald worden door de fysieke persoon of de rechtspersoon aan wie de vereiste vergunning werd uitgereikt. Als er geen enkele vergunning voor de bezetting van het openbaar domein werd uitgereikt, zijn de bouwheer, de hoofdaannemer belast met de werken, eventuele onderaannemer(s) en alle andere personen die het openbaar domein effectief bezetten hoofdelijk aansprakelijk om de taks te betalen. D) Het tijdelijk bezetten van het openbaar domein door voertuigen, aanhangwagens of vrijetijdsmateriaal. Artikel 10. Iedere tijdelijke bezetting die niet behandeld werd in de hoofdstukken A), B) en C) wordt als volgt belast: 1,5 EUR/m²/dag met een minimum van 10 m². Artikel 11. §1. Indien er een expliciete vergunning voor het bezetten van het openbaar domein werd uitgereikt, moet de taks betaald worden door de fysieke persoon of de rechtspersoon aan wie de vereiste vergunning werd uitgereikt. §2. Indien het openbaar domein bezet werd zonder de voorafgaande vergunning die vereist is krachtens het politiereglement voor de private bezetting van het openbaar domein, moet de belasting betaald worden door de fysieke persoon of de rechtspersoon die het openbaar domein effectief bezet.
142 Artikel 12. De belasting die zo wordt vastgesteld, staat los van de eventuele vergoeding voor het herstellen van het trottoir en de openbare weg. Artikel 13. De belasting is verschuldigd vanaf de eerste dag van de bezetting van het openbaar domein en dit zolang het stopzetten van de bezetting van het openbaar domein niet aan het gemeentebestuur werd meegedeeld. Dit geldt niet als er in de vergunning om het openbaar domein te bezetten een verstrijkingstermijn is voorzien. Elke begonnen periode van 24 uur telt voor een volledige dag. Artikel 14. De oppervlakte die in aanmerking komt om de belasting te berekenen, is deze die vermeld staat in de vergunning om het openbaar domein te bezetten. Als er geen enkele vergunning is om het openbaar domein te bezetten of als de oppervlakte die in de vergunning staat niet overeenkomt met de oppervlakte die vastgesteld wordt door een door het College van burgemeester en schepenen aangestelde beëdigde ambtenaar of door een gerechtsdeurwaarder, wordt de oppervlakte in aanmerking genomen die in de vaststelling vermeld wordt. Deze blijft rechtsgeldig tot bewijs van het tegendeel. De zo vastgestelde oppervlakte blijft geldig zolang de houder van de vergunning of de persoon die het openbaar domein effectief bezet geen aanvraag indient om de bezette oppervlakte te wijzigen overeenkomstig de voorschriften in het politiereglement op de privatieve bezetting van het openbaar domein. Voor de berekening van de oppervlakte wordt elk deel van een m² als een eenheid geteld. Artikel 15. Vallen niet onder het voorliggende reglement: - het bezetten dat in verband staat met het niet-privatief circuleren en parkeren van voertuigen op de openbare weg, met uitzondering van de bermen en de voetpaden, de bovengrondse en ondergrondse over- en doorgangen voor voetgangers, de paden en erfdienstbaarheden van doorgang voorbehouden aan voetgangers; - het bezetten dat in verband staat met het niet-privatief circuleren en parkeren van voertuigen op parkeerterreinen; - het bezetten van het openbaar domein waarvoor de gebruikte plaats werd toegekend bij aanbesteding of krachtens een concessieovereenkomst; - het bezetten van het openbaar domein door een openbare instelling in het kader van een opdracht met het oog op de beveiliging of het onderhoud van het openbaar domein; - het bezetten van het openbaar domein in opdracht van de gemeente of het OCMW van SintLambrechts-Woluwe; - het bezetten van het openbaar domein in uitvoering van het vergoedingsreglement voor de bezetting van het openbaar domein voor de uitoefening van ambulante activiteiten, kermisactiviteiten of kermisgastronomie en voor de “rommelmarkt van Sint-Lambrechts-Woluwe”; - het bezetten van het openbaar domein door terrassen, kramen, standen en andere voorwerpen of door promotievoertuigen. Deze bezettingen vallen onder het taksreglement op de bezetting van het openbaar domein. - het bezetten van het openbaar domein door handelszaken in meeneemvoedingswaren; - het bezetten van het openbaar domein door automatische verdeelapparaten; Artikel 16. Worden vrijgesteld van betaling van de belasting : - het bezetten van het openbaar domein door de operatoren van openbare telecommunicatienetwerken in de zin van artikel 98 van de wet van 21/03/1991; - het bezetten van het openbaar domein door intercommunales, overeenkomstig artikel 26 van de wet van 22/12/1986 ; - het bezetten waarvan sprake is in artikel 16 van de ordonnantie van 22/11/1990 houdende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
143 Artikel 17. §1. De taks is verschuldigd zonder dat de belastingplichtige daardoor eender welk recht op een concessie of erfdienstbaarheid op het openbaar domein kan opeisen. Hij is ertoe gebonden om bij de eerste vraag van de gemeentelijke overheid het toegestane gebruik stop te zetten of te verminderen. Als hij zich niet plooit naar dit verzoek, zal de gemeente daar ambtshalve toe laten overgaan en dit op kosten van de belastingplichtige. §2. Het intrekken van een afgeleverde vergunning of het vrijwillig opzeggen door de belastingplichtige houdt voor deze laatste niet in dat hij recht zou hebben op het verkrijgen van eender welke schadevergoeding of op de terugbetaling van de belasting die hij al betaald zou hebben. §3. Het betalen van de belasting houdt niet in dat de gemeente een speciale verplichting tot toezicht van het openbaar domein zou hebben. Deze bezetting gebeurt op kosten en risico en onder de verantwoordelijkheid van de begunstigde van de vergunning. §4. De toepassing van de taks gebeurt onafhankelijk van het verkrijgen van de vereiste administratieve vergunningen of vergunningen van de politie en onder het voorbehoud dat de rechten van derden gerespecteerd worden. Artikel 18. De belasting wordt contant en voorafgaandelijk aan de bezetting van het openbaar domein betaald aan de Gemeenteontvanger of aan een speciaal daarvoor aangestelde gemeenteambtenaar. Het door de gemeente afgeleverde betalingsbewijs moet op een voor de gemeenteambtenaren zichtbare plaats worden geplaatst. Als de inning niet contant kan gebeuren, wordt de taks ingekohierd en is die meteen opeisbaar. In dat geval zal de persoon die de taks verschuldigd is, zonder kosten, een aanslagbiljet ontvangen. Dit zal hem onverwijld meegedeeld worden. Het aanslagbiljet zal gedagtekend zijn en zal de vermeldingen onder artikel 4 § 3 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen bevatten. Artikel 19. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post verzonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per inkohiering, dan wel binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat zoals vermeld op het aanslagbiljet in geval van inkohiering. Het innen van de belasting gebeurt overeenkomstig de regels voor de inning van de Staatsbelastingen op de inkomsten, overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0042# ----------
144 27. Règlement-taxe sur les demandes de permis d’environnement en ce compris les déclarations de classe III – Renouvellement – Modification – Approbation. Taksreglement op de aanvragen tot het verkrijgen van milieuvergunningen inbegrepen de verklaringen van Klasse III – Hernieuwing – Wijziging – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-taxe sur les demandes d'obtention de permis d'environnement arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la compétence fiscale des communes visée par les articles 41, 162 et 170 § 4 de la Constitution, qui consacre l’autonomie fiscale des communes sous réserve des exceptions prévues par la loi ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 24/12/1996 relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales, la loi du 15/03/1999 relative au contentieux en matière fiscale, notamment ses articles 91 à 94 et la loi du 23/03/1999 relative à l'organisation judiciaire en matière fiscale, notamment l'article 9 lequel insère les articles 1385decies et 1385undecies au code judiciaire ; Vu les dispositions du Titre VII, chapitres 1, 3, 4, 7 à 10 du code des Impôts sur les revenus ; Vu l'arrêté royal du 12/04/1999 déterminant la procédure de réclamation ; Vu l’ordonnance du 05/06/1997 relative aux permis d’environnement qui prévoit que les installations sont réparties en cinq classes en fonction de la nature et de l’importance des dangers et nuisances qu’elles sont susceptibles de causer : les classes IA, IB, II, IC et III ; Considérant que les installations de classe III sont uniquement soumises à une déclaration préalable auprès de la commune contrairement aux installations de la classe II qui sont soumises à une demande de permis d’environnement ; Considérant que pour ces raisons, il y a lieu d’appliquer un taux moindre pour les installations de classe III, celles-ci étant moins nuisibles que celles de la classe II ; Considérant que la perception de la taxe visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il s’impose de réévaluer les divers taux des taxes, eu égard notamment à l’augmentation du coût de la vie ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler et de modifier ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 27 voix pour et 5 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - de renouveler et de modifier comme suit le règlement-taxe sur les demandes d'obtention ou de renouvellement de permis d'environnement de classe II ainsi que sur les déclarations de classe III :
145 Article 1. Il est établi à partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018, une taxe communale spéciale sur toute demande d'obtention ou de renouvellement de permis d'environnement de la classe II et sur toute déclaration de classe III, en application de l'ordonnance du 05/06/1997 de la Région de Bruxelles-capitale relative au permis d'environnement. Article 2. Le taux de la taxe pour les délivrances de permis d’environnement de classe II est fixé à : 112 EUR par dossier pour l’exercice 2014 ; 114 EUR par dossier pour l’exercice 2015 ; 116 EUR par dossier pour l’exercice 2016 ; 118 EUR par dossier pour l’exercice 2017 ; 120 EUR par dossier pour l’exercice 2018. Le taux de la taxe pour les déclarations de classe III est fixé à : 56 EUR par dossier pour l’exercice 2014 ; 57 EUR par dossier pour l’exercice 2015 ; 58 EUR par dossier pour l’exercice 2016 ; 59 EUR par dossier pour l’exercice 2017 ; 60 EUR par dossier pour l’exercice 2018. Article 3. La taxe est due par toute personne physique ou morale qui introduit une demande en vue de l'obtention d'un permis d'environnement ou une demande en vue d’une prolongation de permis d’environnement ou un dossier de déclaration de classe III. Article 4. Les demandes d'obtention de permis d'environnement pour des installations des classes IA et IB et qui sont transmises à l'Institut bruxellois pour la Gestion de l'Environnement, sont expressément exclues de l'application de la présente taxe spéciale. Article 5. La taxe est perçue au comptant par le receveur communal ou son proposé au moment de l'introduction de la demande. Lorsque la perception ne peut être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible. Dans ce cas, le redevable recevra, sans frais, un avertissement-extrait de rôle. La notification lui en sera faite sans délai. L'avertissement-extrait de rôle sera daté et portera les mentions indiquées à l'article 4, §3 de la loi du 24/12/1996. Le recouvrement de la taxe est poursuivi conformément aux règles relatives au recouvrement en matière d'impôts d'Etat sur les revenus, conformément à l’article 12 de la loi du 24/12/1996. Article 6. Le redevable de l'imposition peut introduire une réclamation écrite et motivée, remise ou présentée par envoi postal au Collège des bourgmestre et échevins de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2 à 1200 Woluwe-Saint-Lambert dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date de l’avis de cotisation ou de la perception des impôts perçus autrement que par rôle ou dans les six mois à dater du 3e jour ouvrable qui suit la date d’envoi de l’avertissement-extrait de rôle mentionnant le délai de réclamation, telle qu’elle figure sur ledit avertissement-extrait de rôle en cas d’enrôlement. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-capitale. #018/16.12.2013/A/0043# ----------
146 DE RAAD, Gelet op het taksreglement op de aanvragen tot het verkrijgen van milieuvergunningen vastgesteld op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten, aangehaald in de artikelen 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet, die de fiscale autonomie van de gemeenten bekrachtigen onder voorbehoud van de wettelijke uitzonderingen; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 24/12/1996 betreffende de vestiging en de invordering van provincie- en gemeentebelastingen, de wet van 15/03/1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, met name de artikelen 91 tot 94 en de wet van 23/03/1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken, met name artikel 9 dat de artikelen 1385decies en 1385undecies invoegt in het Gerechtelijk Wetboek; Gelet op de schikkingen van Titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 7 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het koninklijk besluit van 12/04/1999 tot bepaling van de procedure inzake bezwaarschrift; Gelet op de ordonnantie van 05/06/1997 betreffende de milieuvergunningen, die voorziet dat de inrichtingen in vijf klassen zijn verdeeld in funktie van de aard en de belangrijkheid van de gevaren en de hinder, die ze met zich kunnen meebrengen, met name de klassen IA, IB, II, IC en III; Overwegende dat de inrichtingen van klasse III enkel onderworpen zijn aan een voorafgaande aangifte bij de gemeente, dit in tegenstelling met de inrichtingen van klasse II die onderworpen zijn aan een aanvraag om een milieuvergunning; Overwegende dat het om deze redenen wenselijk is om een lagere aanslagvoet toe te passen voor de inrichtingen van klasse III, daar ze minder schadelijk zijn dan deze van klasse II; Overwegende dat de taks waarover dit reglement handelt een evenwichtige verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen garandeert; Overwegende dat de verschillende belastingstarieven, ingevolge met name de stijgende levensduurte, herzien moeten worden; Overwegende dat dit reglement moet worden hernieuwd en gewijzigd; Op het voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 27 stemmen voor en 5 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - als volgt het taksreglement op de aanvragen tot het verkrijgen van milieuvergunningen Klasse II inbegrepen de aangiften van Klasse III te hernieuwen en te wijzigen: Artikel 1. Er wordt met ingang van 01/01/2014 en voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, een bijzondere gemeentebelasting vastgesteld op elke aanvraag tot het verkrijgen of vernieuwen van een milieuvergunning van de klasse II en op iedere aangifte van klasse III, in toepassing van de ordonnantie van 05/06/1997 van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest betreffende de milieuvergunning.
147 Artikel 2. De aanslagvoet van de belasting op de aanvragen tot het verkrijgen van milieuvergunningen van Klasse II wordt vastgesteld op: 112 EUR per dossier voor het dienstjaar 2014; 114 EUR per dossier voor het dienstjaar 2015; 116 EUR per dossier voor het dienstjaar 2016; 118 EUR per dossier voor het dienstjaar 2017; 120 EUR per dossier voor het dienstjaar 2018. De aanslagvoet van de belasting op de verklaringen van Klasse III wordt vastgesteld op: 56 EUR per dossier voor het dienstjaar 2014; 57 EUR per dossier voor het dienstjaar 2015; 58 EUR per dossier voor het dienstjaar 2016; 59 EUR per dossier voor het dienstjaar 2017; 60 EUR per dossier voor het dienstjaar 2018. Artikel 3. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die een aanvraag tot het verkrijgen van een milieuvergunning, een aanvraag tot verlenging van een milieuvergunning of een aangiftedossier klasse III heeft ingediend. Artikel 4. De aanvragen tot het verkrijgen van milieuvergunningen voor inrichtingen van de klassen IA en IB en die worden overgemaakt aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer, worden uitdrukkelijk uitgesloten van de toepassing van deze bijzondere belasting. Artikel 5. De belasting zal contant geïnd worden door de Gemeenteontvanger of zijn aangestelde op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend. Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk opeisbaar. In dat geval ontvangt de belastingplichtige, zonder kosten, een aanslagbiljet. De betekening hiervan gebeurt onverwijld. Het aanslagbiljet is gedagtekend en bevat de gegevens vermeld in artikel 4 § 3 van de wet van 24/12/1996. De invordering van de belasting zal geschieden overeenkomstig de regels die gelden voor de invordering inzake de Rijksbelastingen op de inkomsten, overeenkomstig artikel 12 van de wet van 24/12/1996. Artikel 6. De belastingplichtige kan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen dat afgegeven of per post verzonden wordt aan het College van burgemeester en schepenen van de gemeente SintLambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2 te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwe, dit binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van de kennisgeving van de aanslag of van de inning van de belastingen op een andere wijze dan per inkohiering, dan wel binnen de zes maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat zoals vermeld op voormeld aanslagbiljet in geval van inkohiering. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0043# ----------
148 28. Règlement-redevance relatif à la location de matériel, aux transports et aux prestations associées – Renouvellement – Modifications – Approbation. Vergoedingsreglement betreffende het verhuren van materieel, het vervoer en de bijhorende prestaties – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-redevance relatif à la location de matériel, aux transports et aux prestations associées arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Considérant qu’il y a lieu de réclamer au bénéficiaire du service la contre-partie financière dudit service rendu par la commune ; Considérant que la perception de la redevance visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 27 voix pour et 5 voix contre (MM. DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA et Mme DRANSART) : - de renouveler comme suit le règlement-redevance relatif à la location de matériel, aux transports et aux prestations associées : Article 1. A partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018, la mise à disposition par la commune de matériel avec ou sans transport et/ou prestations associées donne(nt) lieu au paiement des redevances suivantes : A. Matériel : 1. Vaisselle : Tasse Sous-tasse Assiette plate Assiette profonde Assiette dessert Fourchette Cuillère Couteau Cuillère à café Verre à vin Verre long-drink Verre à champagne Pot à lait Plateau en plastique Thermos
par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour
0,11 EUR 0,11 EUR 0,16 EUR 0,16 EUR 0,16 EUR 0,11 EUR 0,11 EUR 0,11 EUR 0,11 EUR 0,16 EUR 0,16 EUR 0,27 EUR 0,27 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR
149 2. Signalisation (hors champ d’application du règlement-redevance pour les services techniques rendus par la commune à l’occasion de réservation d’emplacements de parcage ou de stationnement) : Panneau de signalisation Chevalet Stationnement interdit Barrière Nadar Barrière Nadar avec signalisation Clôture de chantier Clignotant sur pied Balise rouge et blanc Lisse rouge et blanc Cône de trafic Mât Drapeau
par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour
1,10 EUR 1,10 EUR 1,10 EUR 1,65 EUR 1,65 EUR 2,20 EUR 1,10 EUR 1,10 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR 11,00 EUR
3. Propreté : Brouette, pelle et brosse
par jour
1,10 EUR
4. Electricité : Coffret 220V 1x16A Mono Coffret 220V 3x16A Mono Coffret 220V 3x16A Tri Coffret 220V 63A+32A+ 16A Tri +4x16A Mono Coffret 220V 32A+16ATri +4x16A Mono Câbles, le M, Guirlande lumineuse au mètre Allonge multi-prises au mètre Ensemble de 6 talkie-walkie Passe câbles routiers
par jour par jour par jour
5,50 EUR 8,80 EUR 8,80 EUR
par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour
22,00 EUR 22,00 EUR 1,10 EUR 0,55 EUR 3,30 EUR 27,50 EUR 55,00 EUR
5. Aménagement : Stand en toile Chaise Table pour quatre personnes Planche pour dix personnes Tréteau pour planche Porte manteaux
par jour par jour par jour par jour par jour par jour
22,00 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR 1,10 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR
Panneau d'exposition Eléments de podium (par élément) Escalier pour podium Tenture grise Barbecue Réchaud au gaz propane Chauffe eau au gaz propane Extincteur à poudre Bar Evier Bassin en plastique Jeu " Roue de la Fortune" Jeu "Massacre" Jeu "Hamster" Jeu "Galets" Jeu "Fil Electrique"
par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour par jour
3,30 EUR 3,30 EUR 5,50 EUR 0,55 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 11,00 EUR 11,00 EUR 5,50 EUR 2,20 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR
150 6. Décoration florale : Plante petite Plante moyenne Plante grande
par jour par jour par jour
1,10.EUR 2,20 EUR 3,30 EUR
B. Transport et véhicules avec le chauffeur, sans convoyeur : Fourgonnette ou Pick-up Max 3500 K par heure 38,50 EUR Camion-grappin Max 7000 Kg par heure 44,00 EUR Camion-conteneur avec grue Max 19000 Kg par heure 49,50 EUR Bulldozer Max 2500 Kg par heure 99,00 EUR Elévateur avec nacelle Max 7M/14M par heure 121,00 EUR Benne à immondices par heure 49,50 EUR Balayeuse par heure 71,50 EUR Camion-pompe par heure 71,50 EUR Déboucheuse-hydrocureuse par heure 93,50 EUR Epandeuse de sel par heure 22,00 EUR C. Autres prestations, par ouvrier (hors champ d’application du règlement-redevance pour les services techniques rendus par la commune à l’occasion de réservation d’emplacements de parcage ou de stationnement) : Pose signalisation par heure 33,00 EUR Dépose signalisation par heure 33,00 EUR Convoyeur par heure 33,00 EUR Transport aller par heure 33,00 EUR Montages divers par heure 33,00 EUR Montage électricité par heure 33,00 EUR Démontage électricité par heure 33,00 EUR Démontages divers par heure 33,00 EUR Transport retour par heure 33,00 EUR Mise en rue Piétonne par heure 33,00 EUR Balayage manuel par heure 33,00 EUR Prestation ouvrier par heure 33,00 EUR D. Dispositions communes pour les catégories A. B. et C. Frais de dossier : 15 EUR Article 2. Les redevances sont dues par la personne, la société, l'association ou l'organisme qui sollicite la mise à disposition du matériel et/ou du transport et/ou des prestations. Par décision du Collège des bourgmestre et échevins, une exonération des redevances est accordée aux demandeurs pour des activités humanitaires, philanthropiques, culturelles ou associatives. Article 3. Pour être prise en compte, toute demande de matériel ou de prestation sera adressée par écrit au Collège des bourgmestre et échevins. Le détail de la demande sera indiqué sur le formulaire destiné à cet effet. Le cas échéant, cette demande sollicitera l’exonération de la redevance. Pour être recevable toute demande sera introduite au moins 1 mois calendrier avant la mise à disposition du matériel et/ou du transport. Le demandeur sera averti par courrier des disponibilités du matériel. Ce courrier invitera le demandeur à s'acquitter des redevances dues. Le cas échéant, le demandeur sera informé du refus de la demande.
151 Article 4. Lors de la mise à disposition du matériel, le demandeur signera la note d'envoi pour réception du matériel en bon état et en aura la responsabilité totale, y compris en cas de vol. Lors de la mise à disposition du matériel, du transport et du montage/démontage, le demandeur prendra toutes les mesures nécessaires pour assurer la sécurité du personnel communal ainsi que celle de toutes les personnes présentes sur les lieux. Lors de la reprise du matériel, le demandeur sera dégagé de sa responsabilité dès que la note d'envoi sera signée par le représentant de l'administration communale et par le demandeur pour la reprise du matériel avec les remarques éventuelles concernant la détérioration et/ou les nonrestitutions. Article 5. Le demandeur acquittera la somme due auprès du receveur communal ou de son préposé avant la mise à disposition du matériel et montrera la preuve de paiement lors de la mise à disposition du matériel ou en début de prestation ou, le cas échéant, le courrier l’exonérant de la redevance. Article 6. Une garantie égale au montant total des redevances est exigée par la commune avant la mise à disposition des objets loués. Cette garantie sera bloquée par le receveur communal ou son préposé sous forme de somme versée en espèces ou payée par bancontact. Elle sera libérée dès que la commune aura constaté que le mobilier et le matériel ont été restitués propres et en bon état. Le surcoût pour détérioration et/ou retard sera déduit de la garantie. Le surcoût pour matériel rendu non nettoyé sera de 30 % de la valeur de la redevance réclamée. En cas de dégât, de restitution tardive ou de non restitution, le montant des frais de réparation et/ou de rachat sera établi par le responsable des locations. Article 7. Le demandeur de prêt de matériel est entièrement responsable du matériel qui lui est confié, depuis la mise à disposition jusqu'à la reprise effective. Pour ce qui concerne les véhicules, le demandeur est invité à contracter une assurance adéquate pour la valeur du matériel prêté dont le montant figurera sur la confirmation renvoyée par l’assureur. Article 8. Pour la vaisselle, les enlèvements et restitutions se font entre 14h et 16h, les jours ouvrables. Article 9. A défaut de règlement à l'amiable, le recouvrement des redevances sera poursuivi par voie civile. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0044# ---------DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 17/12/2012, betreffende het verhuren van materieel, van vervoer en bijhorende prestaties voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119;
152 Overwegende dat het aangewezen is om van de afnemer van de dienst de financiële tegenprestatie van voormelde dienst die door de gemeente verricht wordt, te eisen; Overwegende dat de inning van de vergoeding die in onderhavig reglement bedoeld wordt een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat het aangewezen is dit vergoedingsreglement te hernieuwen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepen van 28/11/2013; BESLIST met 27 stemmen voor en 5 stemmen tegen (de HH. DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA en Mw DRANSART): - als volgt het vergoedingsreglement betreffende het verhuren van materieel, het vervoer en de bijhorende prestaties te hernieuwen: Artikel 1. Met ingang van 01/01/2014 en voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, wordt het ter beschikking stellen door de gemeente van materieel met of zonder transport en/of bijhorende prestaties, onderworpen aan de betaling van een vergoeding die als volgt vastgesteld is: A. Materieel: 1. Vaatwerk: Kopje Schoteltje Plat bord Soepbord Dessertbord Vork Lepel Mes Koffielepeltje Wijnglas Long-drinkglas Champagneglas Melkpot Plastic schaal Thermosfles
per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag
0,11 EUR 0,11 EUR 0,16 EUR 0,16 EUR 0,16 EUR 0,11 EUR 0,11 EUR 0,11 EUR 0,11 EUR 0,16 EUR 0,16 EUR 0,27 EUR 0,27 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR
2. Signalisatiematerieel (buiten het toepassingsgebied van het vergoedingsreglement omtrent technische diensten bewezen door de gemeente bij het reserveren van parkeer- of standplaatsen): Verkeersbord per dag 1,10 EUR Schraag “verboden parkeren” per dag 1,10 EUR Nadar hek per dag 1,10 EUR Nadar hek met bord per dag 1,65 EUR Werfafsluiting per dag 1,65 EUR Knipperlicht op voet per dag 2,20 EUR Baken rood en wit per dag 1,10 EUR Dwarsligger rood en wit per dag 1,10 EUR Verkeerskegel per dag 1,10 EUR Mast per dag 2,20 EUR Vlag per dag 11,00 EUR 3. Reiniging: Kruiwagen, schop en borstel
per dag
1,10 EUR
153 4. Elektriciteit: Bord 220V 1x16A Mono Bord 220V 3x16A Mono Bord 220V 3x16A Tri Bord 220V 63A+32A+ 16A Tri +4x16A Mono Bord 220V 32A+16ATri +4x16A Mono Kabel/per meter Feestverlichting, snoer per meter Stekkerdoos met verlengdraad per meter Set van 6 walkie-talkies Kabelbescherming, in goot
per dag per dag per dag
5,50 EUR 8,80 EUR 8,80 EUR
per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag
22,00 EUR 22,00 EUR 1,10 EUR 0,55 EUR 3,30 EUR 27,50 EUR 55,00 EUR
5. Inrichting: Stand in stof Stoel Tafel voor 4 personen Plank voor 10 personen Schraag voor plank Kapstok Tentoonstellingspaneel Podiumelement (per element) Trap voor podium Grijs gordijn Barbecuestel Verwarmer op propaangas Waterverwarmer op propaangas Brandblusser met poeder Bar Spoelbak Plastic kuip Spel "Rad van Fortuin" Spel "Massacre" Spel "Hamster" Spel "Keien" Spel "Elektrische draad"
per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag per dag
22,00 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR 1,10 EUR 1,10 EUR 2,20 EUR 3,30 EUR 3,30 EUR 5,50 EUR 0,55 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 11,00 EUR 11,00 EUR 5,50 EUR 2,20 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR 5,50 EUR
6. Planten: Kleine plant Middelgrote plant Grote plant
per dag per dag per dag
1,10 EUR 2,20 EUR 3,30 EUR
per uur per uur
38,50 EUR 44,00 EUR
per uur per uur per uur per uur per uur per uur per uur per uur
49,50 EUR 99,00 EUR 121,00 EUR 49,50 EUR 71,50 EUR 71,50 EUR 93,50 EUR 22,00 EUR
B. Vervoer, wagen met chauffeur, zonder bijzitter: Bestelwagen of Pick-up Max. 3500 Kg Vrachtwagen met grijparm Max. 7000 Kg Containervrachtwagen met grijparm Max. 19000 Kg Bulldozer Max. 2500 Kg Lift met mand Max. 7M/14M Vuilniswagen Veegmachine Pompvrachtwagen Hogedrukreiniger Zoutstrooier
154 C. Andere prestaties, per arbeider (buiten het toepassingsgebied van het vergoedingsreglement omtrent technische diensten bewezen door de gemeente bij het reserveren van parkeer- of standplaatsen): Plaatsen van signalisatie per uur 33,00 EUR Wegnemen van signalisatie per uur 33,00 EUR Bijzitter per uur 33,00 EUR Transport heen per uur 33,00 EUR Diverse montages per uur 33,00 EUR Elektrische montage per uur 33,00 EUR Elektrische demontage per uur 33,00 EUR Diverse demontages per uur 33,00 EUR Transport terug per uur 33,00 EUR Omvormen tot wandelstraat per uur 33,00 EUR Manueel straatvegen per uur 33,00 EUR Prestatie arbeider per uur 33,00 EUR D. Gemeenschappelijke bepalingen voor de categorieën A, B en C: Dossierkosten: 15 EUR Artikel 2. De vergoedingen zijn verschuldigd door de persoon, de maatschappij, de vereniging of de instelling die vraagt om over het materieel en/of het transport en/of de diensten te beschikken. Het College van burgemeester en schepenen kan beslissen om aan de aanvragers vrijstelling van de vergoedingen te verlenen wegens humanitaire, filantropische, culturele of associatieve activiteiten. Artikel 3. Om in aanmerking genomen te kunnen worden, zal elke aanvraag voor materieel of voor prestaties schriftelijk aan het College van burgemeester en schepenen gericht worden. Het voorwerp van de aanvraag zal op het daartoe bestemde formulier vermeld worden. Indien van toepassing, zal deze aanvraag de vraag tot vrijstelling van de vergoeding bevatten. Om ontvankelijk te zijn, dient elke aanvraag uiterlijk 1 kalendermaand vóór de terbeschikkingstelling van het materieel en/of het vervoer ingediend te worden. De aanvrager zal schriftelijk ingelicht worden over de beschikbaarheid van het materieel. Hij zal hierbij uitgenodigd worden de verschuldigde vergoeding te betalen. In voorkomend geval zal de aanvrager over de weigering van de aanvraag ingelicht worden. Artikel 4. Bij de terbeschikkingstelling van het materieel tekent de aanvrager de verzendingsnota voor ontvangst in goede staat af en wordt hij er volledig verantwoordelijk voor, ook bij diefstal. Bij de terbeschikkingstelling van het materieel, het vervoer en de montage/demontage neemt de aanvrager al de nodige maatregelen om de veiligheid van het gemeentepersoneel, evenals van alle andere aanwezige personen te waarborgen. Bij de terugname van het materieel wordt de aanvrager ontheven van zijn verantwoordelijkheid op het ogenblik dat de verzendingsnota voor terugname van het materieel wordt ondertekend door de afgevaardigde van de gemeente en door de aanvrager met eventuele opmerkingen aangaande beschadigingen en/of niet-teruggave. Artikel 5. De aanvrager zal de verschuldigde som betalen aan de gemeenteontvanger of zijn aangestelde voor de terbeschikkingstelling van het materieel en zal het betalingsbewijs, of in voorkomend geval het schrijven waarin hij wordt vrijgesteld van betaling, voorleggen bij de terbeschikkingstelling van het materieel of bij de aanvang van de prestaties.
155 Artikel 6. Een waarborg gelijk aan het totale bedrag van de vergoeding wordt door de gemeente geëist vóór het ter beschikking stellen van de gehuurde voorwerpen. Deze waarborg wordt geblokkeerd door de gemeenteontvanger of zijn aangestelde middels een som betaald in contanten of per bancontact. Zij wordt vrijgegeven zodra de gemeente heeft vastgesteld dat het meubilair en/of het materieel in goede staat en proper terugbezorgd werd. De meerkost voor beschadiging en/of vertraging wordt van de waarborg afgetrokken. De meerkost voor niet gereinigd materieel wordt vastgesteld op 30 % van het bedrag van de geëiste vergoeding. In geval van schade, van laattijdige teruggave of niet-teruggave wordt het bedrag van de herstellingskosten en/of wederaankoop opgesteld door de verantwoordelijke van de verhuur. Artikel 7. De aanvrager voor de huur van het materieel is volledig verantwoordelijk voor het materieel dat hem wordt toevertrouwd vanaf de terbeschikkingstelling tot aan de daadwerkelijke teruggave. Voor wat de voertuigen betreft, wordt de aanvrager verzocht een aangepaste verzekering af te sluiten voor de waarde van het geleende materieel, waarvan het bedrag zal voorkomen op de bevestiging vanwege de verzekeraar. Artikel 8. Voor het vaatwerk dienen de afhalen en de teruggaven te gebeuren op werkdagen tussen 14 en 16 uur. Artikel 9. Bij gebrek aan een minnelijke schikking, zal de inning van de vergoeding via een burgerlijke procedure gebeuren. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0044# ---------29. Règlement-redevance sur l’entreposage et la conservation de véhicules et objets mobiliers – Renouvellement – Modifications – Approbation. Vergoedingsreglement op het opslaan en het bewaren van voertuigen en roerende goederen – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu sa délibération du 17/12/2012 renouvelant le règlement-redevance relatif à l'entreposage et à la conservation de véhicules et objets mobiliers pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Considérant qu’il y a lieu de réclamer au bénéficiaire du service la contre-partie financière dudit service rendu par la commune ; Considérant que la perception de la redevance visée au présent règlement assure une répartition équitable de la charge fiscale entre les différents contribuables ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ;
156 Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE à l’unanimité : - de renouveler comme suit le règlement-redevance sur l'entreposage et la conservation de véhicules et objets mobiliers : Article 1. Il est établi, à partir du 01/01/2014 pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018, une redevance sur l’entreposage et la conservation de véhicules et objets mobiliers. A. VEHICULES. Article 2. Les véhicules abandonnés dont l'administration communale débarrasse les voies publiques, sont déposés aux risques et périls de leurs propriétaires dans un lieu désigné par le Collège des bourgmestre et échevins. Sont considérés comme abandonnés au sens de la présente disposition, les véhicules en état de circuler qui, d'après les constatations effectuées par la police de la zone Montgomery sont demeurés immobilisés au même endroit pendant un temps prolongé et dont les propriétaires ou détenteurs ne sont pas identifiables. Sont également considérés comme abandonnés, les véhicules en état de circuler, se trouvant dans les conditions ci-dessus définies et dont les propriétaires ou détenteurs sont identifiés mais n'ont pas de domicile ou de résidence connus en Belgique, ou ont de notoriété publique définitivement quitté le Royaume, ou encore n'ont pas manifesté de manière non équivoque leur intention d'en débarrasser la voie publique dans les 30 jours du dépôt d'un avertissement de police à leur domicile ou résidence. L'avertissement dont question à l'alinéa précédent mentionnera le présent règlement ainsi que le lieu où les véhicules seront éventuellement déposés. Article 3. La police de la zone Montgomery tient un registre des véhicules déposés, conforme au modèle fixé par le Collège des bourgmestre et échevins. Article 4. Les véhicules déposés sont conservés pendant un délai de six mois à partir du jour de leur dépôt. Ceux entreposés à la suite d'une décision judiciaire, sont conservés jusqu'à leur libération par les autorités judiciaires. Article 5. A l'expiration du délai mentionné à l'article 4, les véhicules non réclamés par leurs propriétaires ou leurs ayants droit, deviendront propriété de la commune et pourront être réalisés suivant les modalités à arrêter par le Collège des bourgmestre et échevins. Article 6. Si le véhicule est entreposé au dépôt communal, la restitution de celui-ci ou du produit de la vente est subordonnée au paiement préalable à la commune du coût du remorquage, de la redevance d'occupation d'un emplacement au dépôt communal et des frais de toute nature qui auraient été éventuellement exposés en vue de retrouver le propriétaire ou ses ayants droits. Article 7. §1. La redevance d'occupation d'un emplacement au dépôt communal est établie comme suit : a) pour un véhicule automobile : 50 EUR par mois ou fraction de mois ; b) pour une motocyclette ou un tricycle à moteur : 7,50 EUR par mois ou fraction de mois ; c) pour une bicyclette ou un cyclomoteur : 2,50 EUR par mois ou fraction de mois.
157 §2. Elle n'est pas due si l'abandon résulte de faits délictueux indépendants de la volonté du propriétaire du véhicule. §3. Dans tous les cas, les frais de remorquage du véhicule établis sur la base du prix remis par l’adjudicataire désigné par la zone de police Montgomery et les frais de toute nature éventuellement exposés en vue de retrouver le propriétaire ou ses ayants droit, restent à charge de celui-ci ou de ceux-ci. Article 8. La redevance prévue à l'article 7 est exigible en cas de mise en dépôt d'un véhicule saisi conformément aux dispositions de la loi du 21/11/1989 et ses lois et arrêtés modificatifs, relative à l'assurance obligatoire de responsabilité en matière de véhicules automoteurs. Article 9. La destruction éventuelle par les soins de la commune de véhicules importés sous le régime de la circulation internationale avec dispense de documents douaniers, sera signalée au service des douanes et accises, administration centrale, service de la circulation internationale. Il sera signalé aux acquéreurs des véhicules ci-avant définis, que leur importation doit être régularisée par les services des douanes et des taxes avant leur mise en circulation. B. OBJETS MOBILIERS. Article 10. L'administration communale conserve durant six mois les biens mis sur la voie publique en exécution de jugements d'expulsion abandonnés par leur propriétaire et qu’elle a dû enlever pour mettre fin à l'encombrement de la voie publique. Article 11. L’administration communale tient un registre de ces biens, lequel peut être consulté par tout intéressé. Article 12. Les frais de transport et de garde sont fixés forfaitairement à 40 EUR pour une durée de 1 jour à 6 mois. Article 13. Une exonération est appliquée : 1) aux personnes ayant droit au revenus d’intégration sociale ; 2) aux personnes ayant établi un contrat de médiation de dettes via un CPAS ; 3) aux personnes ayant droit à la garantie de revenus aux personnes âgées ; 4) aux personnes bénéficiaires des statuts BIM (ex VIPO) ou OMNIO. Un justificatif sera exigé pour valider le droit à l’exonération. Article 14. Les propriétaires devront reprendre possession des objets mobiliers le plus rapidement possible après avoir acquitté les frais exposés pour leur enlèvement et leur conservation. A défaut de les reprendre, les propriétaires seront invités, un mois au moins avant l'expiration du délai fixé à l'article 10, par lettre qui leur sera remise contre accusé de réception ou par lettre recommandée adressée à leur dernier domicile connu, à retirer les biens qui auront été déposés dans un lieu désigné par le Collège des bourgmestre et échevins. Après cette mise en demeure et à l'expiration du délai fixé à l'article 10, ces objets deviendront la propriété de la commune et pourront être mis en vente sans autre procédure ni formalité.
158 Si l'expulsé se trouve en infraction avec la loi sur le domicile et qu'il n'est pas possible de ce fait de recueillir sa nouvelle adresse, les biens deviendront également la propriété de la commune après six mois d'entreposage et pourront être mis en vente sans autre procédure ni formalité. Article 15. Le Bourgmestre peut, sans attendre l'expiration de ces délais, disposer des biens susceptibles d'une détérioration rapide ou préjudiciable à l'hygiène, à la santé ou à la sécurité publiques. En cas de vente, le produit de celle-ci est tenu à la disposition du propriétaire ou de ses ayants droit jusqu'à l'expiration du délai fixé à l'article 10, après quoi il devient propriété de la commune. La destination donnée aux biens en cause est mentionnée au registre prévu à l'article 11. C. DISPOSITIONS COMMUNES. Article 16. La redevance est perçue au comptant par le receveur communal ou son préposé. A défaut de règlement amiable, le recouvrement de la redevance sera poursuivi devant les juridictions civiles compétentes. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0045# ---------DE RAAD, Gelet op het vergoedingsreglement op het opslaan en het bewaren van voertuigen en roerende goederen goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Overwegende dat het aangewezen is om van de afnemer van de dienstverlening de financiële tegenprestatie van voormelde dienst die door de gemeente verricht wordt, te eisen; Overwegende dat de inning van deze vergoeding een eerlijke verdeling van de fiscale last tussen de verschillende belastingplichtigen verzekert; Overwegende dat het aangewezen is dit reglement te hernieuwen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met éénparigheid: - als volgt het vergoeding op het opslaan en het bewaren van voertuigen en roerende goederen te hernieuwen: Artikel 1. Er wordt, vanaf 01/01/2014 voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018, een vergoeding op het opslaan en het bewaren van voertuigen en roerende goederen gevestigd.
159 A. VOERTUIGEN. Artikel 2. De achtergelaten voertuigen die het gemeentebestuur van de openbare wegen weghaalt, worden op risico van hun eigenaars op een door het College van burgemeester en schepenen bepaalde plaats in bewaring genomen. Worden in de zin van deze bepaling als achtergelaten beschouwd, de voertuigen die rijklaar zijn en die volgens de vaststellingen van de politie van de zone Montgomery, gedurende een lange tijd op dezelfde plaats onbewogen gestaan hebben en waarvan de identiteit van de eigenaars of bezitters niet vastgesteld kan worden. Worden eveneens als achtergelaten beschouwd, de voertuigen die rijklaar zijn en zich in de hiervóór vermelde toestand bevinden en waarvan de eigenaars of bezitters gekend zijn maar geen gekende verblijf- of woonplaats in België hebben, of waarvan algemeen bekend is dat zij het Rijk hebben verlaten, of die op niet dubbelzinnige wijze niet het voornemen hebben betoond er de openbare weg van te ontlasten binnen de 30 dagen na het afleveren door de politie van een waarschuwing op hun woon- of verblijfplaats. De waarschuwing waarvan sprake in de vorige lid zal onderhavig reglement vermelden en ook de plaats waar de voertuigen eventueel ondergebracht zullen worden. Artikel 3. De politie van de zone Montgomery houdt een register bij van de in bewaring genomen voertuigen, overeenkomstig het door het College van burgemeester en schepenen vastgestelde model. Artikel 4. De opgeslagen voertuigen worden bewaard gedurende een periode van zes maanden te rekenen vanaf de dag dat ze werden opgeslagen. Deze die opgeslagen zijn ten gevolge van een juridische beslissing, zullen bewaard blijven tot op het ogenblik der vrijgave door de juridische overheid. Artikel 5. Na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn worden de voertuigen die niet door hun eigenaars of rechthebbenden opgeëist werden, eigendom van de gemeente en kunnen zij ten gelde gemaakt worden, overeenkomstig de door het College van burgemeester en schepenen vast te stellen modaliteiten. Artikel 6. Indien het voertuig in de gemeentelijke opslagplaats staat, zal de teruggave van het voertuig of van de opbrengst van de verkoop slechts geschieden na de voorafgaande betaling aan de gemeente van de kostprijs van het slepen, van de vergoeding voor het bezetten van een standplaats in de gemeentelijke bergplaats en van de kosten van alle aard die eventueel gemaakt zouden zijn om de eigenaar of zijn rechthebbenden terug te vinden. Artikel 7. §1 De vergoeding voor het bezetten van een standplaats in de gemeentelijke opslagplaats wordt als volgt bepaald: a) voor een autovoertuig: 50 EUR per maand of gedeelte van een maand; b) voor een motorrijwiel of een motordriewieler: 7,50 EUR per maand of gedeelte van een maand; c) voor een fiets of een bromfiets: 2,50 EUR per maand of gedeelte van een maand. §2 Zij is niet verschuldigd indien het achterlaten het gevolg is van misdadige handelingen onafhankelijk van de wil van de eigenaar van het voertuig. §3 In alle gevallen blijven de sleepkosten voor het voertuig, die opgesteld worden op basis van de prijs van de door de politiezone Montgomery aangeduide aannemer, en de eventueel gemaakte kosten van eender welke aard om de eigenaar of zijn rechthebbenden terug te vinden, ten laste van hem of hen.
160 Artikel 8. De bij artikel 7 voorziene vergoeding is invorderbaar in geval van in bewaringstelling in de gemeentelijk opslagplaats van een voertuig dat in beslag genomen werd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 21/11/1989, en haar wijzigingswetten en wijzigingsbesluiten, betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen. Artikel 9. De eventuele vernietiging door toedoen van de gemeente van wagens ingevoerd onder het regime van het internationaal verkeer met vrijstelling der douanedocumenten, zal gemeld worden aan de dienst van de Douane en Accijnzen, Algemene Administratie, Dienst Internationaal Verkeer. Aan de kopers van bovenvermelde wagens zal gemeld worden dat hun invoer geregulariseerd moet worden door de diensten van de Douane en van de Belastingen vooraleer zij in het verkeer gebracht worden. B. ROERENDE GOEDEREN. Artikel 10. Het gemeentebestuur bewaart gedurende zes maanden de goederen, die op de openbare weg werden geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, en die zij, na achterlating door hun eigenaar, heeft moeten wegnemen om de openbare weg vrij te maken. Artikel 11. Het gemeentebestuur houdt van deze goederen een register bij, dat door iedere belanghebbende kan worden ingezien. Artikel 12. De transport- en bewaringskosten zijn forfaitair vastgesteld op 40 EUR voor een tijdspanne van 1 dag tot 6 maanden. Artikel 13. Er geldt een vrijstelling voor: 1) personen die recht hebben op het leefloon; 2) personen die via het OCMW een schuldbemiddelingsovereenkomst hebben afgesloten; 3) personen die recht hebben op de Inkomensgarantie voor ouderen; 4) personen die recht hebben op het statuut van RVV (vroeger WIGW) of OMNIO; Om aanspraak op een vrijstelling te kunnen maken zal er een bewijs gevraagd worden. Artikel 14. De eigenaars zullen, zo vlug mogelijk, de roerende goederen terug in hun bezit nemen en dit nadat ze de kosten van ophaling en bewaring betaald hebben. Indien de goederen niet opgehaald worden, zullen de eigenaars verzocht worden om ten laatste één maand vóór het verstrijken van de in artikel 10 vastgestelde termijn, deze te komen ophalen op een door het College van burgemeester en schepenen vastgestelde plaats. Dit verzoek aan de eigenaars zal geschieden hetzij per schrijven met ontvangstbewijs, hetzij per aangetekend schrijven gestuurd naar hun laatst gekende adres. Na deze ingebrekestelling en na het verstrijken van de in artikel 10 vermelde termijn, worden de voorwerpen eigendom van de gemeente en mogen zij verkocht worden zonder enige andere rechtspleging of formaliteit. Indien de uitgewezene in overtreding is met de wet op de verblijfplaatsen en het dientengevolge onmogelijk is zijn nieuw adres te kennen, zullen zijn goederen na zes maanden bewaring eveneens eigendom van de gemeente worden en zal er tot de verkoop mogen worden overgegaan zonder enige andere rechtspleging of formaliteit.
161 Artikel 15. De Burgemeester mag, zonder het verstrijken van die termijnen af te wachten, beschikken over de goederen die aan een snel bederf onderhevig zijn of die schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid. In geval van verkoop, wordt de opbrengst ter beschikking gehouden van de eigenaar of van zijn rechthebbenden tot de in artikel 10 gestelde termijn is verstreken. Daarna wordt de opbrengst eigendom van de gemeente. De bestemming die aan de goederen wordt gegeven, wordt vermeld in het register voorgeschreven bij artikel 11. C. ALGEMENE BESCHIKKINGEN Artikel 16. De belasting zal contant worden betaald aan de gemeenteontvanger of zijn aangestelde. Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, zal de inning van de belasting gebeuren via de bevoegde juridische instanties. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0045# ---------30. Règlement-redevance sur l’occupation du domaine public pour l’exercice d’activités ambulantes et foraines ou de gastronomie foraine et pour l’exercice d’activités sur le « marché de la brocante de Woluwe » – Renouvellement – Approbation. Vergoedingsreglement op het gebruik van de openbare ruimte voor de uitoefening van ambulante activiteiten, kermisactiviteiten en kermisgastronomie en voor het uitoefenen van activiteiten op de “rommelmarkt van Woluwe” – Hernieuwing – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-redevance sur l’occupation du domaine public pour l’exercice d’activités ambulantes et foraines ou de gastronomie foraine et pour l’exercice d’activités sur le « marché de la brocante de Woluwe » arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la loi du 25/06/1993 relative à l'exercice et à l’organisation d'activités ambulantes et foraines telle que modifiée par les lois du 04/07/2005 et du 20/07/2006 ; Vu l’arrêté royal du 24/09/2006 relatif à l’exercice et à l’organisation d’activités ambulantes, notamment les articles 23 et 39 qui font état de redevance pour le droit d’usage de l’emplacement, et non de taxe ; Vu l’arrêté royal du 24/09/2006 relatif à l’exercice et à l’organisation des activités foraines et des activités ambulantes de gastronomie foraine ; Considérant qu’il y a lieu de réclamer au bénéficiaire du service la contre-partie financière dudit service rendu par la commune et que, par ailleurs, il y a lieu d’encourager la vie associative dans la commune ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ;
162 Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 31 voix pour et 1 abstention (M. DE SMUL) : - de renouveler et de modifier comme suit le règlement-redevance sur l’exercice d’activités ambulantes et foraines ou de gastronomie foraine et pour l’exercice d’activités sur le « marché de la brocante de Woluwe » : Article 1. A partir du 01/01/2014 et pour un terme de cinq ans expirant le 31/12/2018, l’octroi d’un ou plusieurs emplacements sur le domaine public pour l’exercice d’activités ambulantes et foraines ou de gastronomie foraine donnera lieu au paiement d'une redevance. Article 2. Montants : §1. Redevance sur les emplacements octroyés pour l’exercices d’activités ambulantes 1.1. Sur le domaine public en ce compris les marchés publics en dehors du « marché de brocante de Woluwe ». Le montant de la redevance est fixé à 1,10 EUR par jour et par m2 ou fraction de m2. La surface prise en considération pour le calcul de la redevance est celle du quadrilatère fictivement inscriptible autour de l’objet ou du groupe d’objets qui occupent le domaine public. 1.2. Sur le « marché de la brocante de Woluwe » Le montant de la redevance est fixé à 24 EUR par emplacement et par participation. Chaque emplacement est limité à 4 m sur 2 m de profondeur. Par dérogation, le montant de la redevance est fixé à 12 EUR pour les participants en possession d’une carte d’accès pour ce marché. §2. Redevance sur les emplacements octroyés pour l’exercice d’activités foraines ou d’activités de gastronomie foraine. Le montant de la redevance est fixé à 15 EUR par mètre courant de développement de façade de l’attraction pour toute la durée de la fête foraine. Pour toute installation foraine dont la profondeur dépasse 9 mètres, le taux est porté à 23 EUR par mètre courant de développement de façade de l’attraction. Pour l'application de la redevance, la longueur de développement de façade de l’attraction est arrondi au mètre supérieur. Le produit minimum de la taxe ne peut être inférieur à 45 EUR par installation. §3. Redevance à charge des marchands ambulants sans étals ou échoppes fixes. Une redevance d’un montant fixe de 10 EUR par jour sera exigée de tout marchand ambulant n’utilisant ni étals ni échoppes se trouvant sur le domaine public dans le but de vendre des biens. Article 3. A l’exception des vendeurs particuliers non-marchands sur le « marché de la brocante de Woluwe », la redevance n'est applicable qu'aux personnes en possession d’une autorisation d’exercer des activités ambulantes ou foraines, délivrée par un guichet d’entreprise. Sont exemptées du paiement de la redevance : Les occupations du domaine public par des ambulants, des activités foraines ou de gastronomie foraine dans le cadre de braderies et autres manifestations organisées par les comités de quartier ou par des associations de commerçants en partenariat avec la commune dûment autorisées par le Collège des bourgmestre et échevins.
163 Article 4. La redevance est perçue par le receveur communal ou son préposé à l’administration communale dès signification de la décision du Collège des bourgmestre et échevins concernant une demande d’emplacement sur le domaine public, et au plus tard le dernier jour ouvrable précédent une occupation du domaine public. Lorsque l’organisation du marché, de la brocante ou de la fête foraine fait l’objet d’une concession de service public, la redevance est perçue par le concessionnaire ou son préposé. La remise de la carte d’accès aux participants du « marché de la brocante de Woluwe » est subordonnée au paiement préalable de la redevance entre les mains du receveur communal ou de son préposé. La preuve du paiement préalable doit être apposée à un endroit visible pour les agents de l’administration ou du concessionnaire. L’absence d’autorisation ne dispense pas du paiement de la redevance. Article 5. En aucun cas, la redevance payée ne sera remboursée. Article 6. A défaut de règlement amiable, le recouvrement de la redevance sera poursuivi devant les juridictions civiles compétentes. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0046# ---------DE RAAD, Gelet op het vergoedingsreglement voor de uitoefening van ambulante activiteiten, kermisactiviteiten of kermisgastronomie en voor het uitoefenen van activiteiten op de “rommelmarkt van Woluwe” goedgekeurd op 17/12/2012 voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Gelet op de wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd door de wetten van 04/07/2005 en 20/07/2006; Gelet op het koninklijk besluit van 24/09/2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten, met name de artikelen 23 en 39 die melding maken van een vergoeding voor het gebruiksrecht van de standplaats en niet van een taks; Gelet op het koninklijk besluit van 24/09/2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie; Overwegende dat het aangewezen is om van de afnemer van de dienstverrichting de financiële tegenprestatie van voormelde dienst die door de gemeente verricht wordt, te eisen en dat het tevens belangrijk is het verenigingsleven in de gemeente aan te moedigen; Overwegende dat het aangewezen is dit reglement te hernieuwen;
164 Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 31 stemmen voor en 1 onthouding (de Hr DE SMUL): - het vergoedingsreglement op de uitoefening van ambulante activiteiten, kermisactiviteiten of kermisgastronomie en voor het uitoefenen van activiteiten op de “rommelmarkt van Woluwe” als volgt te hernieuwen en te wijzigen: Artikel 1. Vanaf 01/01/2014 en voor een termijn van vijf jaar verstrijkend op 31/12/2018 moet er een vergoeding betaald worden voor de toekenning van een of meerdere plaatsen op het openbaar domein voor de uitoefening van ambulante activiteiten, kermisactiviteiten of kermisgastronomie. Artikel 2. Bedragen : §1. Vergoeding voor de plaatsen die toegekend worden voor de uitoefening van ambulante activiteiten 1.1. Op het openbaar domein, met inbegrip van de openbare markten, met uitzondering van de "rommelmarkt van Woluwe". Het bedrag van de vergoeding bedraagt 1,10 EUR per dag en per m² of deel van m². De oppervlakte die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van de vergoeding is deze van een vierhoek, die denkbeeldig rond het voorwerp of de groep van voorwerpen die het openbaar domein bezetten, kan getrokken worden. 1.2. Op de “rommelmarkt van Woluwe” Het bedrag van de vergoeding bedraagt 24 EUR per plaats en per deelname. Elke plaats is beperkt tot 4 m op 2 m diepte. In afwijking daarvan bedraagt het bedrag van de vergoeding 12 EUR voor deelnemers die over een toegangskaart voor deze markt beschikken. §2. Vergoeding voor de plaatsen die toegekend worden voor de uitoefening van kermisactiviteiten of kermisgastronomie. Het bedrag van de vergoeding bedraagt 15 EUR per strekkende meter gevelbreedte van de attractie voor de volledige duur van de kermis. Voor alle kermisattracties die dieper zijn dan 9 meter bedraagt de vergoeding 23 EUR per strekkende meter gevelbreedte van de attractie. Bij de berekening van de vergoeding wordt de lengte van de kermisattractie naar de volgende meter afgerond. De minimale vergoeding mag niet minder dan 45 EUR per attractie bedragen. §3. Vergoeding ten laste van ambulante handelaren zonder stalletje of vast kraam. Ambulante handelaren zonder kraam of winkel, die zich op het openbaar domein bevinden om goederen te verkopen, moeten een vaste vergoeding van 10 EUR per dag betalen. Artikel 3. Met uitzondering van particuliere verkopers op de “rommelmarkt van Woluwe”, die geen handelaar zijn, is de vergoeding enkel van toepassing op personen die in het bezit zijn van een door een ondernemingsloket uitgereikte vergunning voor kermis- of ambulante activiteiten. Zijn vrijgesteld van de betaling van de vergoeding: Het gebruik van de openbare ruimte door ambulante handelaren, kermisactiviteiten en kermisgastronomie in het kader van braderijen en andere manifestaties georganiseerd door de wijkcomités of handelaarverenigingen in samenwerking met de gemeente en goedgekeurd door het College van Burgemeester et schepenen.
165 Artikel 4. De vergoeding wordt geïnd door de Gemeenteontvanger of zijn aangestelde binnen het gemeentebestuur zodra die op de hoogte gebracht wordt van de beslissing van het College van burgemeester en schepenen betreffende een aanvraag voor een plaats op het openbaar domein, en dit ten laatste op de laatste werkdag die voorafgaat aan de bezetting van het openbaar domein. Als de organisatie van een markt, een rommelmarkt of een kermis onder een vergunning van openbare dienstverlening valt, wordt de vergoeding geïnd door de concessiehouder of diens aangestelde. Het overhandigen van de toegangskaart aan de deelnemers van de “rommelmarkt van Woluwe” is afhankelijk van de voorafgaande betaling van de vergoeding aan de Gemeenteontvanger of zijn aangestelde. Het bewijs dat de vergoeding vooraf betaald werd, moet geplaatst worden op een zichtbare plaats voor de ambtenaren van het bestuur of van de concessiehouder. Het gebrek aan vergunning is geen vrijstelling voor de vergoeding. Artikel 5. De betaalde vergoeding zal in geen enkel geval terugbetaald worden. Artikel 6. Bij ontstentenis van minnelijke schikking, zal de inning van de vergoeding via de bevoegde burgerlijke gerechtelijke instanties verlopen. Deze beraadslaging zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0046# ---------31. Règlement-redevance pour les services techniques rendus par la commune à l'occasion de réservations d'emplacements de parcage ou de stationnement – Renouvellement – Modifications – Approbation. Vergoedingsreglement voor de technische diensten verleend door de gemeente voor het reserveren van parkeerplaatsen of stationeringplaatsen – Hernieuwing – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-redevance pour les services techniques rendus par la commune à l’occasion de réservations d’emplacements de parcage ou de stationnement arrêté le 17/12/2012 pour un terme expirant le 31/12/2013 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Considérant qu’il y a lieu de réclamer au bénéficiaire du service la contre-partie financière dudit service rendu par la commune ; Considérant qu’il y a lieu de renouveler ce règlement ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 26 voix pour et 5 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) et 1 abstention (M. DE SMUL) :
166 - de renouveler comme suit le règlement-redevance pour les services techniques rendus par la commune à l'occasion de réservations d'emplacements de parcage ou de stationnement : Article 1. Il est établi au profit de la commune de Woluwe-Saint-Lambert à partir du 01/01/2014 pour un terme de un an expirant le 31/12/2014, une redevance pour les services techniques rendus par la commune, à la demande expresse de personnes physiques ou morales, à l'occasion de réservations d'emplacements de parcage ou de stationnement sur la voie publique. Article 2. Les montants des redevances sont fixés comme suit : §1. Pour le chargement, le transport, le placement du matériel de signalisation et l’enlèvement après son utilisation en ce compris un jour de réservation, soit deux plaques de signalisation pour une zone de 20m : 40 EUR §2. A partir du deuxième jour, pour la mise à disposition des plaques : 15 EUR par plaque et par jour. §3. A partir de la troisième plaque de signalisation, par plaque : 15 EUR par plaque et par jour. §4. Frais de dossier : 15 EUR. Article 3. §1. La réservation d’emplacements de parcage ou de stationnement sur la voie publique implique une occupation privative de la voie publique, qui doit être autorisée par le Bourgmestre, en vertu du règlement de police sur l’occupation du domaine public. §2. Lorsque la demande d’autorisation est introduite en dehors du délai de dix jours ouvrables prévu par le règlement précité mais est néanmoins accueillie favorablement en raison de motifs d’urgence, les montants des redevances et frais de dossier visés à l’article 2 sont doublés. Article 4. Les redevances sont dues par la personne, la société, l'association ou l'organisme qui sollicite la mise à disposition du matériel et/ou du transport et/ou des prestations. Par décision du Collège des bourgmestre et échevins, une exonération des redevances est accordée aux demandeurs pour des activités humanitaires, philanthropiques, culturelles ou associatives. La redevance est due même si le placement de la signalisation est imposé par le bourgmestre. Article 5. La redevance est perçue au comptant et préalablement à l’occupation auprès du receveur communal ou de son préposé. A défaut de paiement, le recouvrement de la redevance sera poursuivi devant les juridictions civiles compétentes. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0047# ---------DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 17/12/2012, waarbij voor een termijn verstrijkend op 31/12/2013, het Vergoedingsreglement voor het reserveren van parkeerplaatsen of stationeringplaatsen wordt vastgesteld;
167 Gelet op artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de Gemeente; Gelet op de gemeentewet, met name artikelen 117, 1ste lid en 119; Overwegende dat het aangewezen is om van de afnemer van de dienstverlening de financiële tegenprestatie van voormelde dienst die door de gemeente verricht wordt, te eisen; Overwegende dat het aangewezen is dit reglement te hernieuwen; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 26 stemmen voor en 5 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE) en 1 onthouding (de Hr DE SMUL): - om als volgt het vergoedingsreglement te hernieuwen voor de technische diensten die de gemeente verleent bij het reserveren van parkeerplaatsen of stationeringplaatsen: Artikel 1. Vanaf 01/01/2014 en voor een termijn van een jaar verstrijkend op 31/12/2014 wordt er ten bate van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe een vergoeding vastgesteld voor de technische diensten die de gemeente verleent op uitdrukkelijke vraag van natuurlijke of rechtspersonen bij het reserveren van parkeerplaatsen of stationeringplaatsen op de openbare weg. Artikel 2. De bedragen van de vergoedingen worden als volgt vastgesteld: §1. Voor het laden, het transport, de plaatsing van het materiaal, namelijk twee signalisatieborden voor een zone van 20m, en het weghalen ervan na het gebruik, evenals een dag reservatie: 40 EUR. §2. Vanaf de tweede dag, voor het ter beschikking stellen van de borden: 15 EUR per bord en per dag. §3. Vanaf het derde signalisatiebord, per bord: 15 EUR per bord en per dag. §4. Dossierkosten: 15 EUR. Artikel 3. §1. Het reserveren van parkeerplaatsen of stationeringplaatsen op de openbare weg houdt een privaat gebruik van de openbare weg in dat door de burgemeester moet worden toegestaan volgens het politiereglement op de privatieve bezetting van het openbaar domein. §2. Als de aanvraag voor de vergunning ingediend wordt buiten de termijn van tien werkdagen die voorzien is in het eerder vermelde reglement, maar omwille van hoogdringendheid toch goedgekeurd wordt, worden de bedragen van de vergoedingen en dossierkosten vermeld onder artikel 2 verdubbeld. Artikel 4. De vergoeding is verschuldigd door de persoon, de maatschappij, de vereniging of de instelling die de ter beschikking stelling van het materiaal en/of het transport en/of de diensten heeft aangevraagd. Er kan bij beslissing van het College van burgemeester en schepenen een vrijstelling van de vergoeding worden toegestaan aan organisatoren van culturele, humanitaire, filantropische of associatieve activiteiten. De vergoeding is ook verschuldigd wanneer het plaatsen van borden door de Burgemeester wordt opgelegd.
168 Artikel 5. De vergoeding wordt contant en voorafgaand aan de bezetting geïnd door de Gemeenteontvanger of zijn aangestelde. Bij niet-betaling, zal de inning van de vergoeding via de bevoegde burgerlijke gerechtelijke instanties gebeuren. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0047# ---------32. Règlement-redevance pour services administratifs rendus aux personnes physiques et morales – Modifications – Approbation. Vergoedingsreglement voor administratieve diensten bewezen aan natuurlijke en rechtspersonen – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le règlement-redevances pour services administratifs rendus aux personnes physiques et morales établi le 24/06/2013 pour un terme expirant le 31/12/2015 ; Vu l’article 252 de la nouvelle loi communale imposant aux communes de réaliser l’équilibre budgétaire ; Vu la situation financière de la commune ; Vu la nouvelle loi communale et notamment les articles 117 alinéa 1er et 119 ; Vu la décision du 24/10/2013 du Collège des bourgmestre et échevins marquant un accord sur la modification des tarifs et répartition des célébrations des mariages ; Considérant qu’il y a lieu de réclamer au bénéficiaire d’un service la contre-partie financière dudit service rendu par la commune ; Considérant qu’il y a lieu de modifier ce règlement-redevance ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE par 22 voix pour et 10 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA, Mme DRANSRART, MM. DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) : - de modifier le règlement précité comme suit : ARTICLE 1.- Les services rendus aux personnes physiques et morales dans le cadre du présent règlement donnent lieu au paiement à la commune des redevances relevées ci-après : Copie de documents ou de listings, dans la mesure où ces renseignements peuvent être communiqués, la page................................................................................................................................ 0,60 EUR 1) Mariages : Mariages célébrés le mercredi matin................................................................................... 0,00 EUR Mariages célébrés le jeudi de matin................................................................................ 170,00 EUR Mariages célébrés le vendredi : avant 11h15 ...................................................................... 0,00 EUR Mariages célébrés le vendredi : à partir de 11h15........................................................... 170,00 EUR Mariages célébrés le samedi matin................................................................................. 170,00 EUR
169 2) Recherches généalogiques, l'heure .............................................................................. 31,00 EUR 3) Ordres du Jour du Conseil communal pour une année ................................................... 9,00 EUR 4) Prestations administratives supplémentaires générées par une demande de mise en non-valeur justifiée par la remise en dehors du délai prescrit de toute pièce que le redevable était tenu de produire préalablement en exécution des dispositions stipulées dans le règlement-taxe communal ......................................................................................................................................... 95,00 EUR 5) Cahiers spéciaux des charges pour les appels d'offres généraux et les adjudications publiques, la page................................................................................................................................ 0,60 EUR et les plans accompagnant ceux-ci, le m² ........................................................................... 1,80 EUR 6) Duplicata d'un permis d'urbanisme, d'un permis d'environnement délivré par la commune, par page ............................................................................................................................ 0,10 EUR avec minimum par duplicata ............................................................................................... 1,00 EUR Duplicata d'un permis d'environnement délivré par une autre autorité, la page................................................................................................................................ 0,10 EUR avec minimum par duplicata ............................................................................................... 1,00 EUR Listes mensuelles des permis d'urbanisme, pour une année .......................................... 155,00 EUR Plans de la commune, le m²................................................................................................ 6,00 EUR Règlement communal sur les bâtisses.............................................................................. 15,00 EUR Extrait du règlement, la page .............................................................................................. 0,10 EUR 7) Frais de dossier et d'envoi en matière de permis d'urbanisme relatifs à : a) Abattage d'arbres, placement d'enseignes lumineuses, transformations intérieures.......................................................................................... 50,00 EUR b) Permis simples (procédure 45 jours)........................................................................... 100,00 EUR c) Permis avec commission de concertation ( procédure 90 jours + CC) ........................ 150,00 EUR d) Permis avec étude d’incidence (procédure EP + CC) ................................................. 200,00 EUR e) Permis de régularisation qui ne nécessite pas l’intervention d’un architecte ............... 500,00 EUR f) Permis de régularisation simple qui nécessite l’intervention d’un architecte................. 750,00 EUR g) Permis de régularisation qui nécessite une enquête publique et l’avis de la commission de concertation .............................................................. 1.000,00 EUR h) Permis socio-économique............................................................................................. 77,00 EUR i) Certificat d’urbanisme .................................................................................................... 77,00 EUR j) Permis de lotir .............................................................................................................. 200,00 EUR .................................................................................................................... +0,30 EUR/m2 de terrain Tous ces montants sont à payer à la réception de l’accusé de réception déclarant le dossier complet. En cas de non-paiement, ils devront de toute manière être acquittés avant l’envoi des permis. 8) Frais de recherches et d'envoi de renseignements à l'occasion de l'aliénation par des tiers de biens immobiliers ou à l’occasion de demandes de renseignements quant à la problématique de sols pollués et des permis d’environnement (passé environnemental de la propriété immobilière mise en vente, situation du bien suivant les plans cadastraux, situation du bien en fonction d'un plan particulier d'affectation du sol, situation du bien en fonction d'un plan de lotissement, situation du bien en fonction du P.R.A.S., situation du bien en fonction du Plan régional de développement, vérification de la liste des sites ou monuments classés ou susceptibles de l'être, vérification des emprises éventuelles pour canalisations de produits gazeux ou autres, vérification des taxes ou impôts communaux restant éventuellement dus) a) renseignements fournis dans le mois de la réception de la demande.. ....................... 100,00 EUR b) renseignements fournis dans les 7 jours de la réception de la demande .................... 300,00 EUR
170 9) Copie ou extrait des procès-verbaux et des avis des commissions de concertation, délivré en vertu de l'article 11 de l'arrêté de l'Exécutif de la Région de BruxellesCapitale du 29/06/1992 relatif aux commissions de concertation ............................... 0,10 EUR/page avec un minimum de .......................................................................................................... 1,00 EUR Copies ou extraits de documents ou règlements ou extraits des plans visés par l'ordonnance organique de la planification et de l'urbanisme ou par l'ordonnance relative au permis d'environnement: format A4, la feuille ............................................................................................................. 0,10 EUR avec un minimum de........................................................................................................... 1,00 EUR format A3, la feuille ............................................................................................................. 0,20 EUR avec un minimum de........................................................................................................... 2,00 EUR autre format, le m²............................................................................................................... 6,00 EUR 10) Frais de recherche et frais de consultation des permis de bâtir ou d’urbanisme et des certificats d’urbanisme anciens, par permis......................................................................................................................... 10,00 EUR 11) Paiement par appareil électronique : d’un montant de 0,01 EUR à 9,99 EUR .............................................................................. 0,25 EUR d’un montant de 10,00 EUR et plus ..........................................................................................gratuit ARTICLE 2.- Une réduction de 50 % sur les taux visés à l’article 1. 6) et 1.9) est accordée aux associations sans but lucratif dont le siège social est situé à Woluwe-Saint-Lambert et dont la demande porte sur l’obtention de documents dans le cadre d’enquêtes publiques organisées en application des ordonnances régionales en matière d’urbanisme et d’environnement. ARTICLE 3.- La redevance est payable au Receveur communal, à ses préposés ou aux agents percepteurs régulièrement désignés à cet effet. Chaque fois que la chose sera possible, la redevance sera perçue par l'apposition d'une vignette ou d'une estampille sur le document délivré. La consignation à titre de garantie d'un montant égal à celui de la redevance pourra être exigée préalablement à la prestation de service demandée. ARTICLE 4.- A défaut de règlement à l'amiable, le recouvrement sera opéré suivant la voie civile. ARTICLE 5.- Le présent règlement sera applicable à partir du 01/07/2013 et pour un terme expirant le 31/12/2015. Il sera publié conformément aux dispositions de l'article 112 de la nouvelle loi communale. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0048# ---------DE RAAD, Gelet op het vergoedingsreglement voor administratieve diensten bewezen aan natuurlijke en rechtspersonen, vastgesteld op 24/06/2013 voor een termijn die ten einde loopt op 31/12/2015; Gelet op het artikel 252 van de nieuwe gemeentewet dat de gemeenten verplicht om een begroting in evenwicht te hebben; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de nieuwe gemeentewet en met name artikelen 117, 1ste lid en 119;
171 Gelet op de beslissing van 24/10/2013 van het College van burgemeester en schepenen waarbij een akkoord wordt gegeven over de wijziging van de tarieven en de verdeling van het voltrekken van de huwelijken ; Overwegende dat het aangewezen is om van de afnemer van een dienstverlening de financiële tegenprestatie van voormelde dienst die door de gemeente verricht wordt, te eisen; Overwegende dat het aangewezen is dit vergoedingsreglement te wijzigen ; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 28/11/2013; BESLIST met 22 stemmen voor en 10 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA, Mw DRANSRART, de HH. DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE): - het voornoemd reglement alsof te wijzigen: ARTIKEL 1.- De diensten bewezen aan natuurlijke en rechtspersonen in toepassing van dit reglement geven aanleiding tot de betaling aan de gemeente van de volgende vergoedingen: Afschrift van documenten of listings, in de mate dat deze inlichtingen kunnen worden meegedeeld door het gemeentebestuur, per bladzijde ...................................................................................................................... 0,60 EUR 1) Huwelijken - Huwelijken voltrokken op woensdag ‘s morgens - Huwelijken voltrokken op donderdag ‘s morgens - Huwelijken voltrokken op vrijdag voor 11 u 15 - Huwelijken voltrokken op vrijdag vanaf 11 u 15 - Huwelijken voltrokken op zaterdag ‘s morgens
0,00 EUR 170,00 EUR 0,00 EUR 170,00 EUR 170,00 EUR
2) Genealogische opzoekingen, per uur............................................................................ 31,00 EUR 3) Agenda van de Gemeenteraad, per jaar ......................................................................... 9,00 EUR 4) Bijkomende administratieve prestaties veroorzaakt door een aanvraag tot in onwaardestelling door de voorlegging buiten de gestelde termijn van elk document dat de belastingplichtige vooraf diende voor te leggen in uitvoering van de in het gemeentelijk taksreglement bepaalde voorschriften ......................................................................................................................................... 95,00 EUR 5) Bestekken voor offerteaanvragen en aanbestedingen, per bladzijde ....................................................................................................................... 0,60 EUR en de bijbehorende plannen, per m² ................................................................................... 1,80 EUR 6) Afschrift van een stedenbouwkundige vergunning, van een milieuvergunning door de gemeente verleend, per bladzijde ...................................................................................................................... 0,10 EUR met een minimum, per afschrift, van ................................................................................... 1,00 EUR Afschrift van een milieuvergunning door een andere overheid verleend, per bladzijde ....................................................................................................................... 0,10 EUR met een minimum, per afschrift, van ................................................................................... 1,00 EUR Maandelijkse lijsten van de stedenbouwkundige vergunningen, per jaar......................... 155,00 EUR Plannen van de gemeente, per m² ...................................................................................... 6,00 EUR Gemeentelijke bouwverordening....................................................................................... 15,00 EUR Uittreksel van de verordening, per bladzijde........................................................................ 0,10 EUR
172 7) Dossier- en verzendingskosten inzake stedenbouwkundige vergunningen betreffende: a) vellen van bomen, plaatsen van lichtreclames, verbouwingen binnenshuis .................. 50,00 EUR b) Eenvoudige vergunning (procedure 45 dagen) .......................................................... 100,00 EUR c) Vergunning met overlegcommissie (procedure 90 dagen + OC) ................................ 150,00 EUR d) Vergunning met effectenstudie (procedure ES + OC) ................................................ 200,00 EUR e) Regularisatievergunning die geen tussenkomst van een architect vereist................... 500,00 EUR f) Eenvoudige regularisatievergunning die de tussenkomst van een architect vereist .... 750,00 EUR g) Regularisatievergunning die een openbaar onderzoek en het advies van de overlegcommissie vereist .......................................................................................... 1000.00 EUR h) Socio-economische vergunning ................................................................................... 77,00 EUR i) Stedenbouwkundig attest.............................................................................................. 77,00 EUR j) Verkavelingvergunning................................................................................................. 200,00 EUR ........................................................................................................................ + 0.30 EUR/m2 terrein Alle bedragen zijn verschuldigd bij ontvangst van het ontvangstbewijs waarbij het dossier volledig wordt verklaard. In geval van niet-betaling, dienen ze in ieder geval te worden betaald voor de verzending van de vergunning. 8) Opzoekings- en verzendingskosten met betrekking tot inlichtingen verstrekt naar aanleiding van de vervreemding van onroerende goederen door derden of ter gelegenheid van aanvragen van inlichtingen in verband met de problematiek van de bodemvervuiling en van de milieuvergunningen: (milieuvoorgeschiedenis van te koop aangeboden onroerende goederen, ligging van het goed volgens de kadastrale plannen, ligging van het goed in functie van een bijzonder bestemmingsplan, ligging van het goed in functie van een verkavelingplan, ligging van het goed in functie van het G.B.P., ligging van het goed in functie van het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, controle van de lijst van geklasseerde of voor klassering vatbare monumenten of landschappen, controle van eventuele ondergrondse innemingen voor pijpleidingen voor gas- en andere producten, controle van eventueel nog verschuldigde gemeentelijke taksen en belastingen) a) inlichting verstrekt binnen de maand na ontvangst van het verzoek........................... 100,00 EUR b) inlichting verstrekt binnen de 7 dagen na ontvangst van het verzoek.......................... 300,00 EUR 9) Kopie of uittreksel van de processen-verbaal en de adviezen van de overlegcommissies, afgeleverd uit hoofde van artikel 11 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 29/06/1992 betreffende de overlegcommissies ............................................................................................... 0,10 EUR/per blad met een minimum van ........................................................................................................ 1,00 EUR Kopieën of uittreksels van documenten of reglementen of uittreksels van plannen waarvan sprake in de ordonnantie houdende organisatie van de planning en stedenbouw of de ordonnantie betreffende de milieuvergunning: A4 formaat, per blad ........................................................................................................... 0,10 EUR met een minimum van......................................................................................................... 1,00 EUR A3 formaat, per blad ........................................................................................................... 0,20 EUR met een minimum van......................................................................................................... 2,00 EUR ander formaat, per m² ......................................................................................................... 6,00 EUR 10) Opzoekings- en raadplegingskosten van bouw- of stedenbouwkundige vergunningen en oude stedenbouwkundigen certificaten. per vergunning.................................................................................................................. 10,00 EUR 11) Betalingen met een toestel voor elektronisch betalen: van een bedrag tussen 0,01 EUR en 9,99 EUR ................................................................. 0,25 EUR van een bedrag van 10,00 EUR en meer. Gratis ARTIKEL 2.- Verenigingen waarvan de maatschappelijke zetel zich te Sint-Lambrechts-Woluwe bevindt die een aanvraag doen voor het verkrijgen van documenten in het kader van een openbaar onderzoek dat ingesteld wordt in toepassing van regionale stedenbouwkundige en milieuordonnanties hebben recht op een vermindering van 50 % op de tarieven zoals vermeld in het artikel 1.6) en 1.9)
173 ARTIKEL 3.- De vergoeding is betaalbaar aan de Gemeenteontvanger, aan zijn beambten of aan de daartoe speciaal aangewezen ontvangers. Telkens wanneer het mogelijk is zal de vergoeding geïnd worden door het aanbrengen van een zegel of een stempel op het afgeleverde document. Het is mogelijk dat er vóór het uitvoeren van de verlangde dienstverlening een waarborg, gelijk aan de voorziene vergoeding, wordt geëist. ARTIKEL 4.- Bij gebrek aan een minnelijke schikking zal de inning gebeuren door middel van de burgerlijke rechtsvordering. ARTIKEL 5.- Dit reglement zal van toepassing zijn vanaf de 01/07/2013 voor een termijn verstrijkende op 31/12/2015. Het zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikel 112 van de nieuwe gemeentewet. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0048# ---------33. Règlement-redevance sur le stationnement de véhicules à moteur sur la voie publique – Modifications – Approbation. Vergoedingsreglement betreffende het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg – Wijzigingen – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu sa délibération du 16/09/2013 modifiant le règlement-redevance relatif au stationnement de véhicules à moteur sur la voie publique ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Vu l'arrêté royal du 16/03/1968 relatif à la police de la circulation routière ; Vu l'arrêté royal du 01/12/1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique (le Code de la route) ; Vu le règlement complémentaire de police en ses dispositions relatives à la circulation routière ; Vu l'arrêté ministériel du 07/05/1999 relatif à la carte de stationnement pour personnes handicapées ; Vu l'arrêté ministériel du 09/01/2007 concernant la carte communale de stationnement ; Vu l'ordonnance du 22/01/2009 portant organisation de la politique du stationnement et création de l'Agence de stationnement de la Région de Bruxelles-Capitale ; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18/07/2013 portant le volet réglementaire du Plan régional de politique du stationnement ; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18/07/2013 relatif aux zones de stationnement réglementées et aux cartes de dérogation ; Vu l’arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 21/03/2013 fixant les modalités d’utilisation des places de stationnement réservées en voirie aux opérateurs de véhicules à moteur partagés ; Considérant qu'il s'indique d'insérer dans le présent règlement une mesure transitoire prolongeant la validité des cartes d'habitant pour une période venant à échéance le 31/12/2014 ;
174 Considérant qu'une adaptation de notre règlement aux divers changements législatifs intervenus dernièrement et encore à venir, s'avère nécessaire et se fera progressivement jusqu'à la mise en place du Plan communal de stationnement ; Considérant que des dérogations portant sur l'entrée en vigueur de certaines dispositions des arrêtés du 18/07/2013 sus cités seront demandées à la Région afin de permettre une mise en place cohérente du Plan communal de politique du stationnement (P.C.P.S.) qui n'est actuellement matériellement pas possible ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 12/12/2013 ; DECIDE à l’unanimité : - de modifier le règlement-redevance relatif au stationnement de véhicules à moteur sur la voie publique comme suit : Article 1 : Il est établi au profit de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, pour un terme expirant le 31/12/2015, une redevance sur le stationnement sur la voie publique d’un véhicule à moteur aux endroits et aux moments où ce stationnement est autorisé, moyennant l’usage régulier des appareils dits horodateurs ou parcmètres ou par l’usage du disque de stationnement « zone bleue », comme prévu au règlement général de police sur la circulation routière (A.R. du 01/12/1975). Chapitre I : Zones pourvues d’appareils dits horodateurs ou parcmètres Article 2 : Le temps de stationnement est limité conformément aux modalités d’utilisation figurant sur lesdits appareils, à savoir en : Zone rouge (zone à rotation accélérée de stationnement). Du lundi au samedi, à deux heures maximum. La redevance pour le conducteur qui opte pour une durée de stationnement de maximum deux heures en zone rouge est fixée à 0,50 EUR pour la première ½ heure nonobstant les dispositions de l'article 5 ci-après. Au-delà de la première ½ heure et jusqu’à une heure et demi, le taux est fixé à 0,50 EUR le ¼ heure. Au-delà d’une heure et demi, le taux est fixé à 0,75 EUR le ¼ heure. Zone orange (zone mixte) Du lundi au samedi, à deux heures maximum. La redevance pour le conducteur qui opte pour une durée de stationnement de maximum deux heures en zone orange est fixée à 0,50 EUR pour la première ½ heure, nonobstant les dispositions de l'article 5 ci-après. Au-delà de la première ½ heure et jusqu’à une heure et demi, le taux est fixé à 0,50 EUR le ¼ heure. Au-delà d’une heure et demi, le taux est fixé à 0,75 EUR le ¼ heure. Zone verte (zone à caractère essentiellement résidentiel) Du lundi au vendredi, à 4h30 maximum. La redevance pour le conducteur qui stationne en zone verte est fixée, pour les trois premières heures, à 0,25 EUR par ¼ heure, nonobstant les dispositions de l'article 5 ci-après. A partir de la quatrième heure, la redevance est fixée à 0,50 EUR le ¼ heure. Article 3 : La redevance prévue à l’article 2 peut être payée en alimentant directement l’horodateur ou le parcmètre en pièces de monnaie ou par utilisation de la carte « Proton » conformément aux instructions mentionnées sur les appareils. Le conducteur qui n’appose pas de ticket de stationnement délivré par l’horodateur ou le parcmètre derrière son pare-brise est présumé opter pour le système forfaitaire de paiement (T1) tel que repris à l’article 4 ci-dessous.
175 Article 4 § 1er : Le conducteur désireux de stationner pour une durée plus longue que celle qui est visée à l’article 2, peut occuper un emplacement de stationnement tel que défini audit article 2 moyennant le paiement d'une redevance forfaitaire de 25 EUR, payable dans les 5 jours par versement/virement bancaire conformément aux instructions indiquées sur la formule de virement délivrée ou apposée sur le véhicule par le préposé au stationnement. À cet effet, les plages de stationnement sont fixées durant la matinée de 09h à 13h30 et durant l'après-midi de 13h30 à 18h pendant une durée maximale de 4h30. Cette modalité de paiement de la redevance forfaitaire sera reprise sur les horodateurs comme correspondant au « tarif 1 ». § 2 : Par dérogation au paragraphe 1er, les plages de stationnement sont fixées durant la matinée de 9h à 12h et durant l'après-midi de 14h à 18h pour la place Saint-Lambert et l’avenue Georges Henri entre le square de Meudon et la rue de Linthout. Article 5 : Le conducteur qui souhaite stationner son véhicule pour une durée inférieure ou égale à 15 minutes peut se rendre à l’horodateur ou au parcmètre et y retirer gratuitement un ticket de stationnement, en se conformant aux modalités indiquées sur l’appareil. Ce ticket de stationnement valable pour une très courte durée ne confère le droit de laisser son véhicule en place que durant 15 minutes ou moins. Tout conducteur dont la durée mentionnée sur ce ticket de stationnement est dépassée, est présumé avoir opté pour le système forfaitaire de paiement (T1) tel que repris à l’article 4 ci-dessus, à défaut pour lui d’avoir apposé un ticket de stationnement conformément à l’article 2 ci-dessus avant l’échéance du quart d’heure de stationnement gratuit. Il est interdit d’utiliser successivement plusieurs tickets de stationnement de très courte durée sans déplacement de son véhicule. Article 6 : Utilisation de l'horodateur. L'introduction de pièces de monnaie adéquates dans les appareils ou l'utilisation de la carte « proton » selon les instructions reprises sur les appareils donne droit à une durée de stationnement ininterrompue maximum de 2 heures en zone rouge et en zone orange et de 4h30 en zone verte, comme indiqué sur les appareils sous le « tarif 2 ». Le dysfonctionnement éventuel du lecteur de cartes proton ne doit pas permettre au conducteur de conclure que l’horodateur est inutilisable. Article 7 : L’usager supporte les conséquences qui pourraient résulter d’un usage irrégulier de l’appareil ou des détériorations qu’il lui aurait fait subir. Article 8 : Le ticket de stationnement doit être apposé de façon visible derrière le pare-brise du véhicule de telle manière que les mentions y indiquées soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. Article 9 : Lorsque l’horodateur est inutilisable le disque de stationnement « zone bleue » suivant modèle annexé à l’arrêté ministériel du 14/05/2002 doit être visiblement apposée sur la face interne du pare-brise (art. 27 pt 3.1.1. du règlement général de police sur la circulation routière) de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. Chapitre II : Zones contrôlées par disque de stationnement – Zone bleue Article 10 : Le temps de stationnement en zone bleue est limité à 2 heures maximum, moyennant l’utilisation du disque de stationnement « zone bleue », suivant modèle annexé à l’A.M. du 14/05/2002, comme prévu au règlement général de police sur la circulation routière (A.R. du 01/12/1975) et notamment à l'article 27.12 prévoyant des modalités particulières pour l'utilisation du disque au-delà des jours ouvrables de la plage horaire usuelle (de 09h à 18h). Le conducteur qui opte pour cette durée maximum de stationnement bénéficie de la gratuité.
176 Article 11 : Le conducteur désireux de stationner pour une durée plus longue que visée à l’article 10, peut occuper un emplacement de stationnement tel que visé audit article 10 moyennant le paiement d'une redevance forfaitaire de 25 EUR par demi jour. A cet effet, les plages de stationnement sont fixées durant la matinée de 09h à 13h30 et durant l'après-midi de 13h30 à 18h. La redevance est payable dans les 5 jours par versement/virement bancaire, conformément aux instructions indiquées sur la formule de virement délivrée ou apposée sur le véhicule par le préposé au stationnement. Article 12 : La durée de stationnement souhaitée par l’usager sera constatée par les indications qu’il aura fait figurer sur son disque de stationnement, placé de façon visible derrière le pare-brise de son véhicule et utilisé conformément aux modalités figurant à l’article 27.1.1. du règlement général de police sur la circulation routière (A.R. du 01/12/1975) et à l’A.M. du 14/05/2002. Chapitre III : Zones riverains Article 13 : Le stationnement dans les zones « riverains » est autorisé 24 heures sur 24 et 7 jours sur 7, samedis, dimanches et jours fériés inclus. Le montant de la redevance relative au stationnement sur la voie publique est fixé à 50 EUR par demi-journée, à savoir de 00h à 12h ou de 12h à 24h. Chapitre IV : Zones de chargement/déchargement Article 13 bis : Zones jaunes La zone de livraison est transformée en zone de stationnement payant sauf pour les chargements et déchargements de véhicules (voir règlement général sur la police de la circulation routière et plus particulièrement les dispositions de l’article 27). Dans ces zones jaunes, et durant la période indiquée sur les panneaux la signalant, la redevance en cas de stationnement s'élève à 50 EUR la demi-journée de 09h à 13h30 et de 13h30 à 18h (excepté pour les chargements/déchargements). Le contrôle de ces zones sera assuré par les contrôleurs du stationnement. Chapitre V : Dispositions communes Article 14 : Les personnes à mobilité réduite porteuses de la carte spéciale délivrée par un organisme officiel conformément à l’arrêté ministériel du 29/07/1991 sont autorisés à faire stationner leur véhicule gratuitement et sans limite de durée, sur les emplacements desservis par les horodateurs et en zone bleue. Ils sont cependant tenus d’apposer la carte officielle précitée sur la face interne du pare-brise ou sur la partie avant de leur véhicule de telle manière que les mentions y indiquées soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. Les véhicules prioritaires en service bénéficient également de la gratuité du stationnement. Article 15 : La redevance n'est pas due les dimanches et jours fériés, ni les samedis en zones vertes. Article 16 : Le véhicule doit avoir quitté l’emplacement de stationnement, au plus tard à l’expiration du temps de stationnement autorisé. Article 17 : Le conducteur ou, à défaut, le propriétaire d’un véhicule se trouvant sur un emplacement visé par le présent règlement et dépourvu de ticket de stationnement, de carte de stationnement ou de disque de stationnement ou dont le ticket de stationnement ou le disque de stationnement fait apparaître le dépassement du temps de stationnement autorisé au moment de la vérification par un préposé, est réputé avoir opté pour le tarif 1 (stationnement de longue durée) conformément aux articles 4 et 11 ci-avant. La redevance est payable dans les 5 jours par versement/ virement bancaire, conformément aux instructions indiquées sur la formule de virement apposée sur le véhicule par le contrôleur. Le conducteur dispose d’un délai de 15 jours calendrier pour transmettre à la Commune toute contestation relative à la redevance.
177 Article 18 : Le stationnement d’un véhicule à moteur sur un emplacement pourvu de parcmètres ou d’horodateurs ou contrôlé par disque de stationnement se fait au risque de l’utilisateur ou de celui au nom de qui le véhicule est immatriculé. Le paiement de la redevance donne droit au stationnement mais non à une quelconque surveillance. L’administration communale ne peut être rendue responsable des faits de dégradations ou de vol du véhicule. Article 19 : A défaut de paiement de la redevance dans le délai prescrit, un rappel est envoyé par la commune. S'il n'y est pas donné suite, un deuxième rappel sera expédié et des frais administratifs d'un montant de 15 EUR seront réclamés et portés à charge du débiteur de la redevance. Ensuite et toujours en cas de non-paiement, le dossier sera transmis à l'huissier de justice pour recouvrement. L'huissier de justice poursuit la procédure selon les règles du droit commun en organisant une phase de recouvrement amiable approfondie ayant pour but d'éviter le recouvrement par la voie judiciaire. En cas de non-paiement après les démarches amiables entreprises par l'huissier de justice, ce dernier poursuivra le recouvrement par la voie judiciaire. Les frais, droits et débours occasionnés dans toutes les phases du recouvrement des montants dus seront à la charge du débiteur de cette redevance et s'ajouteront aux tarifs initialement dus (montant de la redevance et frais administratifs) par le débiteur. Ces frais, droits et débours seront calculés conformément à l'arrêté royal du 30/11/1976 fixant le tarif des actes accomplis par les huissiers de justice en matière civile et commerciale ainsi que celui de certaines allocations. Chapitre VI: Cartes de stationnement Article 20 : Utilisation de la carte d’habitant Tout habitant de la commune de Woluwe-Saint-Lambert inscrit ou résidant sur le territoire communal peut bénéficier d’une carte d’habitant dont la validité expire le 31/12/2014. Le demandeur doit prouver soit son inscription au registre de population, soit le paiement de la taxe sur les résidences non-principales. Le demandeur peut obtenir une carte par véhicule immatriculé à son nom, ou pour un véhicule immatriculé au nom d’une personne morale. Dans ce dernier cas, le demandeur doit prouver qu'il en a la jouissance exclusive (voiture de société, leasing professionnel…) par toutes voies de droit. Le nombre de cartes d’habitants est limité à 5 cartes maximum par ménage. On entend par ménage la ou les personnes vivant communément sous le même toit. Les cartes d’habitant délivrées restent valables jusqu'au 31/12/2014 pour autant que le bénéficiaire reste inscrit ou que la résidence non-principale soit maintenue sur le territoire communal et qu’il garde son immatriculation ou la jouissance exclusive du véhicule. Toute modification soit d’adresse, soit de véhicule ou d’immatriculation doit être déclarée auprès de l’administration communale de Woluwe-Saint-Lambert. Dès le changement de domicile ou de résidence, le détenteur de la carte doit faire parvenir celle-ci à l’administration communale de Woluwe-Saint-Lambert. La carte d’habitant sera obtenue moyennant le paiement d’une caution de 10 EUR, qui sera remboursée lors de la restitution définitive de la carte. En cas de perte ou de destruction de la carte, l’habitant devra demander un duplicata. Pour chaque duplicata une nouvelle caution de 10 EUR sera réclamée. La carte d’habitant permet de stationner dans toutes les zones bleues installées sur le territoire de Woluwe-Saint-Lambert sans limitation de durée. La carte d'habitant doit être apposée de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule.
178 En outre, lorsque l’habitant ou le résident demeure dans un quartier visé par la délibération du conseil communal définissant la liste des quartiers pour lesquels les habitants peuvent obtenir la carte d’habitant d’un quartier, celui-ci peut stationner sans limitation de durée dans les zones vertes et oranges du quartier dans lequel il demeure, à l’exception des zones rouges. Le quartier du demeurant sera indiqué sur la carte d’habitant. Article 21 : Utilisation de la carte « riverains ». Seuls les habitants d'une zone « riverains » peuvent obtenir une carte « riverains » qui permet de stationner gratuitement dans la zone « riverains » concernée. La carte « riverains » doit être apposée de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. La carte « riverains » peut être obtenue selon la même procédure et le même tarif que la carte d'habitants, stipulés dans l'article 20 et donne les mêmes droits que celle-ci. Article 22 : Carte de stationnement « de service ». Une carte spécifique gratuite « toutes zones » est délivrée pour les véhicules de service identifiables de la Commune. Une carte spécifique gratuite « zones bleues et vertes » est délivrée pour les véhicules de service identifiables du CPAS, de Wolu TV, de l’agence immobilière sociale (A.I.S.) de la Commune et des 3 sociétés immobilières de service public (SISP) dont le siège social est établi à Woluwe-SaintLambert. Cette carte permet de bénéficier du stationnement gratuit en zone verte et du stationnement sans limitation de temps en zone bleue. Elle n’est en aucun cas utilisable en zone rouge ni en zone orange. La carte doit être apposée de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. Article 23 : Autorisation de stationnement pour conducteurs de véhicules partagés (« car-sharing » de type Cambio). Les véhicules « Cambio » sont assimilés à des véhicules disposant d’une carte d’habitant ou de riverains. Article 24 : Utilisation de la carte de stationnement pour professions (para-)médicales. Le prestataire de soins à domicile qui souhaite bénéficier du stationnement gratuit en zone verte et du stationnement sans limitation de temps en zone bleue et en zones « riverains », peut s’acquitter de la redevance au moyen d’une carte de stationnement pour professions (para-)médicales. Cette carte de stationnement peut être délivrée à toute personne physique prodiguant des soins à domicile et disposant d’un numéro auprès de l’Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI). Le demandeur peut obtenir une carte par véhicule immatriculé à son nom, ou pour un véhicule immatriculé au nom d’une personne morale. Dans ce dernier cas, le demandeur doit prouver qu'il en a la jouissance exclusive (voiture de société, leasing professionnel…) par toutes voies de droit. La carte de stationnement sera obtenue moyennant le paiement de 10 EUR. La durée de la carte de stationnement pour professions (para-)médicales est de deux ans. Une nouvelle carte pourra être délivrée par périodes successives de deux ans. En cas de perte ou de destruction de la carte, il ne sera pas délivré de duplicata. La carte de stationnement pour professions (para-)médicales permet de stationner dans les zones vertes, bleues et « riverains ». La carte doit être apposée de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. L'apposition du disque bleu sur la face interne du pare-brise avant du véhicule avec l'indication de l'heure d'arrivée est cependant requise pour faciliter le contrôle de la durée de stationnement autorisé en zone payante. La carte de stationnement pour professions (para-)médicales n’est en aucun cas utilisable en zone rouge ni en zone orange. Article 25 : Utilisation de la carte de stationnement pour professions « d’enseignement et d’éducation ». L’enseignant et le personnel des écoles et des crèches qui, en période scolaire, souhaite bénéficier du stationnement gratuit en zone verte ou orange du siège de l'établissement et du stationnement sans limitation de temps en zone bleue, peut s’acquitter de la redevance au moyen d’une carte de stationnement pour professions « d’enseignement et d’éducation ».
179 Cette carte de stationnement peut être délivrée à toute personne physique travaillant dans les écoles et crèches situées dans une zone de la commune où le stationnement est réglementé. Le demandeur peut obtenir une carte par véhicule immatriculé à son nom, ou pour un véhicule immatriculé au nom d’une personne morale. Dans ce dernier cas, le demandeur doit prouver qu'il en a la jouissance exclusive (voiture de société, leasing professionnel…) par toutes voies de droit. La carte de stationnement pour professions « d’enseignement et d’éducation » peut être obtenue moyennant le paiement de la somme indivisible de 120 EUR par période de 12 mois. Une carte mensuelle peut néanmoins être obtenue au tarif de 15 EUR/mois. Ces cartes ne sont pas valables pendant les périodes de congés scolaires. En cas de perte ou de destruction de la carte, il ne sera pas délivré de duplicata. La carte de stationnement pour professions « d’enseignement et d’éducation » permet de stationner sans limitation de durée dans les zones bleues et, le cas échéant, dans la zone verte ou orange du siège de l'établissement. La carte doit être apposée de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. La carte de stationnement pour professions « d’enseignement et d’éducation » n’est en aucun cas utilisable en zone rouge. Article 26 : Utilisation de la carte de stationnement pour « activités professionnelles ». L’indépendant, le titulaire de profession libérale ou l’entreprise qui souhaite bénéficier du stationnement gratuit en zone verte et zone « riverains » du siège social ou d'exploitation de la société et du stationnement sans limitation de temps en zone bleue, peut s’acquitter de la redevance au moyen d’une carte de stationnement pour « activité professionnelle ». Par entreprise, il y a lieu d’entendre toute personne morale quel que soit son statut (les institutions publiques, privées, ASBL, SA, SPRL(U), établissements réservés au cultes visés par la loi sur le temporel des cultes, hôpitaux, cliniques, polycliniques, dispensaires et œuvres de bienfaisance). Cette carte de stationnement peut être délivrée à tout indépendant, titulaire de profession libérale ou entreprise dont le siège social ou d’exploitation se situe dans une zone de la commune où le stationnement est réglementé. Le demandeur est tenu de fournir une attestation justifiant de son activité sur le territoire, ainsi que la liste de la ou des immatriculations demandées. La carte de stationnement pour « activités professionnelles » peut être obtenue moyennant le paiement de la somme de 200 EUR/an pour les 2 premières cartes et de 400 EUR/an pour les cartes suivantes. Au-delà des deux premières cartes d’abonnement, il ne sera distribué de carte supplémentaire qu’à concurrence d’une carte par tranche complète de 10 employés. L’abonnement ne sera renouvelé au même tarif pour l’année suivante qu’à la condition, pour les sociétés de plus de 50 employés, d’avoir établi et/ou mis à jour un plan de déplacement d’entreprise (PDE) sur le modèle élaboré par Bruxelles Environnent – IBGE. Ce plan devra avoir été agréé par la commune (pour les entreprises de 50 à 199 employés) ou par Bruxelles Environnent – IBGE (pour les entreprises de plus de 200 employés). À défaut de ces documents, les tarifs seront doublés, soit 400 EUR pour les deux premières cartes et 800 EUR pour les cartes suivantes. L’entreprise organise, suivant ses propres règles internes, les modalités de distribution de ces abonnements à son personnel. En cas de perte ou de destruction de la carte, il ne sera pas délivré de duplicata. La carte de stationnement pour « activités professionnelles » permet de stationner sans limitation de durée dans les zones bleues et, le cas échéant, dans la zone verte ou la zone « riverains » du siège social ou d'exploitation de la société. La carte doit être apposée de telle manière que les mentions soient lisibles pour un observateur se trouvant devant le véhicule. La carte de stationnement pour « activités professionnelles » n’est en aucun cas utilisable en zone rouge ni en zone orange. Article 27 : Utilisation de la carte de stationnement « de courtoisie ». Une carte dite « de courtoisie » sera délivrée à l’attention de visiteurs au tarif de 5 EUR/jour.
180 Cette carte ne peut être délivrée plus de 3 jours d’affilée par mois ni plus de 12 fois dans l’année. La carte « de courtoisie » sera délivrée à tout habitant de la zone pouvant prouver, soit son inscription au registre de la population, soit le paiement de la taxe sur les résidences non principales. Il en fera la demande préalable au nom du visiteur sur présentation des mêmes documents que requis pour l’obtention de la carte d’habitant. Les conditions d’utilisation de cette carte dite de courtoisie seront identiques, pendant la durée de sa validité, à celles prévues à l’article 15, y compris dans les zones oranges. Les cartes de courtoisie délivrées dans une zone « riverains » sont soumises aux dispositions de l'article 13. En cas de perte ou de destruction de la carte, il ne sera pas délivré de duplicata. Article 28 : Les présentes dispositions annulent et remplacent celles arrêtées par le Conseil communal le 16/09/2013. La présente délibération sera transmise, pour disposition, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale. #018/16.12.2013/A/0049# ---------DE RAAD, Gelet op zijn beraadslaging van 16/09/2013 waarbij het vergoedingsreglement op het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg wordt gewijzigd; Gelet op de het artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de het koninklijk besluit van 16/03/1968 betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op de het koninklijk besluit van 01/12/1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (de Wegcode); Gelet op het bijkomend reglement betreffende de politie in haar bevoegdheden betreffende het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit van 07/05/1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap; Gelet op het ministerieel besluit van 09/01/2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart; Gelet op de ordonnantie van 22/01/2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18/07/2013 houdende het reglementair luik van het Gewestelijk Parkeerbeleidsplan; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18/07/2013 betreffende de gereglementeerde parkeerzones en de vrijstellingskaarten; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21/03/2013 houdende de voorwaarden voor het gebruik van voorbehouden parkeerplaats aan operatoren van gedeelde motorvoertuigen; Overwegende dat het aangewezen is in onderhavig reglement een overgangsmaatregel op te nemen waarbij de geldigheid van de inwonerskaart wordt verlengd voor een periode eindigend op 31/12/2014;
181 Overwegende dat een aanpassing van onderhavig reglement aan diverse, recent besloten en toekomstige, regelgevende wijzigingen noodzakelijk is en geleidelijk zal gebeuren tot bij de instelling van het Gemeentelijk Parkeerbeleidplan; Overwegende dat de afwijkingen houdende de inwerkingtreding van sommige beschikkingen van de voornoemde besluiten van 18/07/2013 zullen aangevraagd worden bij het Gewest teneinde de instelling van een coherent Gemeentelijk Parkeerbeleidplan mogelijk te maken, wat op dit ogenblik materieel onmogelijk is; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen in zitting van 12/12/2013; BESLIST met éénparigheid: - als volgt het vergoedingsreglement betreffende het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg te wijzigen: Artikel 1 : Er wordt, ten gunste van de gemeente van Sint-Lambrechts-Woluwe voor een termijn, die afloopt op 31/12/2015, een vergoeding ingevoerd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg en dit op de plaatsen en ogenblikken waar het parkeren geregeld wordt door middel van het regelmatig gebruik van parkeermeters of -automaten, of door het gebruik van een parkeerschijf voor “blauwe zone” zoals vastgesteld door het algemeen politiereglement op het wegverkeer (koninklijk besluit van 01/12/1975). Hoofdstuk I: Zones uitgerust met apparaten als parkeerautomaten of -meters Artikel 2 : De parkeertijd wordt beperkt conform de gebruiksmodaliteiten vermeld op deze apparaten, namelijk: Rode zone (zone met snelle parkeerrotatie) Van maandag tot zaterdag, tot twee uur maximum. De vergoeding voor de bestuurder die maximum twee uren in rode zone wenst te parkeren wordt vastgesteld op 0,50 EUR voor het eerste ½ uur, niettegenstaande de bepalingen van artikel 5 hierna. Na het eerste ½ uur en tot anderhalf uur wordt het tarief vastgesteld op 0,50 EUR per ¼ uur. Na anderhalf uur wordt het tarief vastgesteld op 0,75 EUR per ¼ uur. Oranje zone (gemengde zone) Van maandag tot zaterdag, tot twee uur maximum. De vergoeding voor de bestuurder die maximum twee uren in rode zone wenst te parkeren wordt vastgesteld op 0,50 EUR voor het eerste ½ uur, niettegenstaande de bepalingen van artikel 5 hierna. Na het eerste ½ uur en tot anderhalf uur wordt het tarief vastgesteld op 0,50 EUR per ¼ uur. Na anderhalf uur wordt het tarief vastgesteld op 0,75 EUR per ¼ uur. Groene zone (zone met in hoofdzaak een residentieel karakter) Van maandag tot vrijdag, tot 4u30 maximum. De vergoeding voor de bestuurder, die in groene zone parkeert, wordt vastgesteld voor de drie eerste drie uren op 0,25 EUR per ¼ uur, niettegenstaande de bepalingen van artikel 5 hierna. Vanaf het vierde uur wordt de vergoeding vastgesteld op 0,50 EUR per ¼ uur. Artikel 3 : De vergoeding vermeld in artikel 2 kan betaald worden onmiddellijk bij de parkeerautomaat of -meter, met geldstukken of protonkaart, volgens de richtlijnen op de apparaten. De bestuurder die geen parkeerbiljet afgeleverd door de parkeerautomaat onder zijn voorruit schuift, zal beschouwd worden gekozen te hebben voor het forfaitaire betalingssysteem (T1) zoals vermeld in onderstaande artikel 4.
182 Artikel 4 § 1: De bestuurder die langer dan de in artikel 2 bepaalde duur wil parkeren mag een parkeerplaats zoals omschreven onder artikel 2 bezetten, mits de betaling van een forfaitaire vergoeding betaalbaar binnen de 5 dagen door storting/bankoverschrijving van 25 EUR, overeenkomstig de voorschriften die in het door de aangestelde ter controle geplaatste of afgegeven stortings-/overschrijvingsbulletin staan vermeld. Hiertoe worden de parkeertijden vastgesteld in de voormiddag van 9u tot 13u30 en in de namiddag van 13u30 tot 18u voor een maximumduur van 4u30. Deze betalingwijze van de forfaitaire vergoeding is op de parkeerautomaten weergegeven als "tarief 1". § 2: In afwijking op § 1 worden de parkeertijden vastgesteld in de voormiddag van 9u tot 12u en in de namiddag van 14u tot 18u voor het Sint-Lambertusplein en de Georges Henrilaan tussen het Meudonplein en de Linthoutstraat. Artikel 5 : De bestuurder die 15 minuten of minder wenst te parkeren kan aan een parkeerautomaat of –meter een gratis parkeerbiljet verkrijgen, volgens de richtlijnen vermeld op de apparaten. Dit parkeerbiljet voor zeer korte duur laat slechts toe te parkeren voor 15 minuten of minder. Elke bestuurder waarvoor het parkeerticket aantoont dat de toegelaten parkeertijd is overschreden zal beschouwd worden gekozen te hebben voor het forfaitair vergoedingssysteem (T1), zoals vermeld in artikel 4, behoudens hij een parkeerbiljet heeft geplaatst overeenkomstig artikel 2 voor het vestrijken van het gratis kwartier. Het is verboden verschillende opeenvolgende parkeerbiljetten voor het kort parkeren te gebruiken zonder zijn wagen te verplaatsen. Artikel 6 : Gebruik van de parkeerautomaat Het inbrengen van de gepaste geldstukken in de toestellen of het gebruik van de protonkaart volgens de instructies weergegeven op de automaten geeft recht op een ononderbroken parkeertijd van maximum 2 uren in een rode zone en in een oranje zone en van 4u30 in een groene zone. Deze forfaitaire betalingwijze van de vergoeding is op de apparaten weergegeven onder “tarief 2”. Het eventueel niet functioneren van de protonlezer mag de bestuurder er niet toe aanzetten te besluiten dat de parkeerautomaat niet bruikbaar is. Artikel 7 : De gebruiker zal de gevolgen dragen die kunnen voortvloeien uit het onregelmatig gebruik van of uit de beschadigingen aangebracht aan de automaten. Artikel 8 : Het parkeerticket moet duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het voertuig geplaatst worden zodat de vermelde gegevens leesbaar zijn voor een waarnemer die zich voor de wagen bevindt. Artikel 9 : Indien de parkeerautomaat niet bruikbaar is, moet de “blauwe zone” schijf, volgens het bij het ministerieel besluit van 14/05/2002 gevoegde model, duidelijk zichtbaar op de binnenkant van de voorruit geplaatst worden (art. 27 punt 3.1.1. van het algemeen politiereglement op het wegverkeer) zodanig dat de vermeldingen leesbaar zijn voor een waarnemer die zich voor de wagen bevindt. Hoofdstuk II : Zones gecontroleerd door de parkeerschijf – Blauwe zone. Artikel 10 : De parkeertijd in blauwe zone is beperkt tot 2 uur maximum, mits het gebruik van de parkeerschijf "blauwe zone", volgens model gevoegd bij het M.B. van 14/05/2002. en zoals bepaald in het algemeen politiereglement op het wegverkeer (koninklijk besluit van 01/12/1975) in het bijzonder artikel 27.12 houdende bijzondere modaliteiten voor het gebruik van de schijf boven de werkdagen en de gebruikelijke uurtijdsperiode (van 9u tot 18u). De bestuurder, die kiest voor deze maximale parkeertijd geniet van de kosteloosheid.
183 Artikel 11 : De bestuurder die langer wil parkeren dan bedoeld onder artikel 10, kan een parkeerplaats bezetten zoals bepaald in dat artikel 10 mits een forfaitaire vergoeding te betalen van 25 EUR per halve dag. Hiertoe wordt de parkeertijd vastgesteld in de voormiddag van 9u tot 13u30 en in de namiddag van 13u30 tot 18u. De vergoeding is betaalbaar binnen de 5 dagen door storting/bankoverschrijving overeenkomstig de voorschriften die in het door de controleur geplaatste of afgegeven storting-/overschrijvingsbulletin staan vermeld. Artikel 12 : De door de gebruiker gewenste parkeertijd zal worden vastgesteld aan de hand van de aanwijzingen, die hij heeft doen voorkomen op zijn parkeerschijf, duidelijk zichtbaar aangebracht aan de binnenkant van de voorruit van zijn wagen en gebruikt in overeenstemming met art. 27.1.1. van het algemeen politiereglement op het wegverkeer (koninklijk besluit van 01/12/1975) en het M.B. van 14/05/2002). Hoofdstuk III : Zones "buurtbewoners" Artikel 13 : Het parkeren in de zones "buurtbewoners" is toegelaten 24 uren op 24 en 7 dagen op 7, zaterdagen, zondagen en feestdagen inbegrepen. Het bedrag van de vergoeding betreffende het parkeren op de openbare weg is vastgesteld op 50 EUR per halve dag, te weten van 00u tot 12u of van 12u tot 24u. Hoofdstuk IV : Zones voor laden en lossen Artikel 13 bis : Gele zones De leveringszones worden omgezet in zones met betalend parkeren, behalve bij laden en lossen (zie algemeen politiereglement op het wegverkeer en meer in het bijzonder de beschikkingen van artikel 27). In de gele zones en gedurende de periode, die op de panelen wordt aangegeven, zal de automobilist bij parkeren een vergoeding van 50 EUR per halve dag van 9u tot 13u30 en van 13u30 tot 18u moeten betalen (uitgezonderd voor laden/lossen). De controle van deze zones zal door de parkeercontroleurs uitgevoerd worden. Hoofdstuk V : Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 14 : Personen met beperkte mobiliteit die houder zijn van de speciale kaart, afgeleverd door een officiële instantie overeenkomstig het ministerieel besluit van 29/07/1991, mogen gratis en voor onbeperkte duur parkeren op de plaatsen die beheerd worden door parkeerautomaten en in een blauwe zone. Hun officiële kaart moet echter duidelijk zichtbaar aangebracht worden binnen onder de voorruit of in het voorste gedeelte van het voertuig op zodanige wijze dat de gegevens ervan leesbaar zijn voor een waarnemer die zich voor de wagen bevindt. De in dienst zijnde prioritaire voertuigen parkeren eveneens gratis. Artikel 15 : De vergoeding is niet verschuldigd op zon- en feestdagen, noch op zaterdag in groene zones. Artikel 16 : Het voertuig moet de parkeerplaats verlaten hebben ten laatste bij het verstrijken van de toegestane parkeertijd. Artikel 17 : De bestuurder of, bij ontstentenis, de eigenaar van het voertuig dat zich op een plaats bevindt bedoeld door dit reglement en niet is voorzien van een parkeerticket, parkeerabonnement of een parkeerschijf of waarvoor het parkeerticket of de parkeerschijf aantoont dat de toegelaten parkeertijd is overschreden op het ogenblik van de controle door een aangestelde, zal beschouwd worden gekozen te hebben voor tarief 1 (langere duur parkeren) overeenkomstig de artikelen 4 en 11 hiervoor.
184 Deze vergoeding is betaalbaar binnen de 5 dagen door storting/bankoverschrijving overeenkomstig de instructies die de aangestelde ter controle op de voorruit van het voertuig zal achtergelaten hebben. De bestuurder beschikt over 15 kalenderdagen om elke betwisting betreffende deze vergoeding aan de gemeente over te maken. Artikel 18 : Het parkeren van een motorvoertuig op een plaats beheerd door parkeerautomaten of – meters of gecontroleerd door een parkeerschijf gebeurt op risico van de gebruiker of van degene onder wiens naam het voertuig is ingeschreven. Het betalen van de vergoeding geeft recht op parkeren maar niet op een of ander toezicht. Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade aan of van het voertuig. Artikel 19 : Bij ontstentenis van de betaling van de vergoeding binnen de voorgeschreven termijn, zal de gemeente een herinnering opsturen. Bij uitblijven van een gevolg zal een tweede herinnering opgestuurd worden en zullen dossierkosten ten bedrage van 15 EUR gevorderd worden ten laste van de persoon die de vergoeding verschuldigd is. Vervolgens en steeds in het geval van niet betaling, zal het dossier voor invordering overgemaakt worden aan de gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder zal de procedure verder zetten volgens de regels van het gemeen recht via een grondige fase van invordering in der minne teneinde de invordering langs gerechtelijke weg te vermijden. In geval van niet betaling na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen in der minne, zal deze laatste de invordering verder zetten via gerechtelijke weg. De gedane onkosten, rechten en uitgaven in alle fasen van de invordering van de verschuldigde bedragen zijn ten laste van de schuldenaar van de vergoeding en worden toegevoegd aan de initiële tarieven (bedrag van de vergoeding en dossierkosten) te betalen door de schuldenaar. Deze onkosten, rechten en uitgaven worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30/11/1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen. Hoofdstuk VI : Parkeerkaarten Artikel 20 : Gebruik van een inwonerskaart. Elke inwoner van Sint-Lambrechts-Woluwe die ingeschreven is of verblijft op het grondgebied van de gemeente, kan genieten van een inwonerskaart waarvan de geldigheidsdatum vervalt op 31/12/2014. De aanvrager bewijst zijn inschrijving via de bevolkingsregisters, of via de betaling van de belasting op de niet-hoofdverblijfplaatsen. De aanvrager kan een kaart verkrijgen middels het op zijn naam of op de naam van een rechtspersoon ingeschreven voertuig. In het laatste geval bewijst de aanvrager met alle rechtsmiddelen dat hij er het exclusieve genot van heeft (bedrijfswagen, beroepsleasing…). Het aantal inwonerskaarten wordt beperkt tot maximaal 5 kaarten per gezin. Onder gezin wordt verstaan: alle personen die samen onder hetzelfde dak wonen. De inwonerskaarten blijven geldig tot 31/12/2014 voor zover de genieter de inschrijving of de niethoofdverblijfplaats behoudt op het grondgebied van de gemeente en zolang het voertuig op zijn naam is ingeschreven of zolang hij er het exclusief genot van heeft. De houder van de kaart deelt elke wijziging, hetzij van adres, hetzij van voertuig of kentekenplaat mede aan het gemeentebestuur van Sint-Lambrechts-Woluwe. Zodra hij verhuist of de niethoofdverblijfplaats stopzet, bezorgt hij de kaart terug aan het gemeentebestuur van Sint-LambrechtsWoluwe. De inwonerskaart kan worden verkregen mits betaling van een waarborg van 10 EUR, die zal worden terugbetaald bij definitieve inlevering van de kaart.
185 In geval van verlies of vernietiging van de kaart dient de inwoner een duplicaat aan te vragen. Voor elk duplicaat wordt een nieuwe waarborg van 10 EUR gevraagd. De inwonerskaart maakt het mogelijk gratis te parkeren in de blauwe zones op het grondgebied van Sint-Lambrechts-Woluwe zonder tijdsbegrenzing. De inwonerskaart moet zodanig worden aangebracht dat de gegevens ervan leesbaar zijn voor een waarnemer die voor de wagen staat. Bovendien, wanneer een inwoner of een ingezetene in een wijk verblijft, bedoeld in de beraadslaging van de gemeenteraad, die de lijst vaststelt van de wijken waarvan de inwoners een wijkinwonerskaart kunnen bekomen, mogen laatstgenoemden er zich parkeren zonder tijdsbegrenzing in de groene en oranje zones van de wijk waar zij verblijven, met uitzondering van de rode zones. De wijk van de inwoner wordt vermeld op de inwonerskaart. Artikel 21 : Gebruik van de kaart "buurtbewoners". Alleen de bewoners van een zone "buurtbewoners" kunnen een kaart "buurtbewoners" verkrijgen die hen toelaat in de desbetreffende zone "buurtbewoners" gratis te parkeren. De kaart "buurtbewoners" moet zodanig worden aangebracht dat de gegevens ervan leesbaar zijn voor een waarnemer die voor de wagen staat. De kaart "buurtbewoners" kan worden bekomen volgens dezelfde procedure en hetzelfde tarief als de inwonerskaart vermeld in artikel 20 en geeft dezelfde rechten als deze. Artikel 22 : “Dienstparkeerkaart”. Gemeentelijke dienstvoertuigen krijgen een bijzondere gratis parkeerkaart “voor alle zones”. Dienstvoertuigen van OCMW, van Wolu TV, het sociaal verhuurkantoor (S.V.K.) van de gemeente of van een van de drie openbare vastgoedmaatschappijen die hun maatschappelijke zetel in SintLambrechts-Woluwe hebben, krijgen een bijzondere gratis parkeerkaart “blauwe en groene zones”. Deze kaart maakt het mogelijk gratis te parkeren in groene zones en onbeperkt te parkeren in blauwe zones. Deze kaart kan nooit in rode of oranje zones gebruikt worden. De kaart moet zodanig geplaatst worden dat de vermeldingen leesbaar zijn voor iemand die zich voor de wagen bevindt. Artikel 23 : Toelating tot parkeren voor de bestuurders van de gedeelde voertuigen (“car-sharing” van het type Cambio). De voertuigen “Cambio” zijn gelijkgesteld aan de voertuigen die beschikken over een inwonerskaart of buurtbewonerskaart. Artikel 24 : Gebruik van de parkeerkaart voor (para-) geneeskundige beroepen. De persoon die geneeskundige zorgen aan huis verstrekt en die wenst te genieten van gratis parkeren in de groene zone en parkeren zonder tijdslimiet in de blauwe zone en in de zones "buurtbewoners", kan mits betaling een parkeerkaart bekomen voor (para-) geneeskundige beroepen. Deze parkeerkaart kan afgeleverd worden aan ieder natuurlijke persoon die geneeskundige zorgen aan huis verstrekt en die over een inschrijvingsnummer beschikt bij het Rijksinstituut Voor Invaliditeit en Ziekteverzekering. De aanvrager kan een kaart bekomen per voertuig dat op zijn naam geregistreerd is, of voor een voertuig dat geregistreerd is op de naam van een rechtspersoon. In het laatste geval, moet de aanvrager bewijzen dat hij er het exclusieve vruchtgebruik van heeft (firmawagen, professionele leasing, …) op alle rechtswegen. De parkeerkaart kan bekomen worden mits de betaling van 10 EUR. De geldigheid van de parkeerkaart voor (para-) geneeskundige beroepen is twee jaar. In geval van verlies of beschadiging van de kaart, zal er geen duplicaat afgeleverd worden. De parkeerkaart voor (para-) geneeskundige beroepen staat toe te parkeren in de blauwe, de groene en "buurtbewoners". De parkeerkaart moet zodanig geplaatst worden dat alle inlichtingen, vermeld op de kaart, leesbaar zijn voor een waarnemer, die zich voor het voertuig staat. Het plaatsen achter de voorruit van de blauwe schijf met aanduiding van het uur van aankomst is echter verplicht in de betalende zones om de controle van de parkeerduur te vergemakkelijken. De parkeerkaart voor (para-) geneeskundige beroepen is in geen enkel geval geldig in de rode of de oranje zone.
186 Artikel 25 : Gebruik van de parkeerkaart voor “onderwijzend en opvoedkundig personeel”. Onderwijzers en personeel van scholen en kribbes die, in schoolperiode, willen genieten van gratis parkeren in de groene of oranje zone waar de instelling gevestigd is en parkeren zonder tijdslimiet in de blauwe zone, kunnen mits betaling een parkeerkaart verkrijgen voor “onderwijzend en opvoedkundig personeel”. Deze parkeerkaart kan afgeleverd worden aan iedere natuurlijke persoon die werkt in een school of kribbe, die gevestigd is in een gemeentelijk gereglementeerde parkeerzone. De aanvrager kan een kaart verkrijgen per voertuig dat op zijn naam geregistreerd is, of voor een voertuig dat geregistreerd is op de naam van een rechtspersoon. In het laatste geval, moet de aanvrager bewijzen dat hij er het exclusieve vruchtgebruik van heeft (firmawagen, professionele leasing, …) met alle rechtsmiddelen. De parkeerkaart kan verkregen worden mits betaling van het ondeelbare bedrag van 120 EUR voor een periode van 12 maanden. Het is mogelijk om een maandelijkse kaart te verkrijgen tegen 15 EUR/maand. Deze kaarten zijn niet geldig tijdens de schoolverloven. In geval van verlies of beschadiging van de kaart, zal er geen duplicaat afgeleverd worden. De parkeerkaart voor “onderwijzend en opvoedkundig personeel” staat toe te parkeren zonder tijdslimiet in de blauwe zones en, in voorkomend geval, in de groene of oranje zone waar de instelling gevestigd is. De parkeerkaart moet zodanig achter de voorruit geplaatst worden dat alle inlichtingen vermeld op de kaart leesbaar zijn voor een waarnemer. De parkeerkaart voor “onderwijzend en opvoedkundig personeel” is in geen enkel geval geldig in de rode zone. Artikel 26 : Gebruik van de parkeerkaart voor “beroepsactiviteiten”. Zelfstandigen, beoefenaars van vrije beroepen of een onderneming die willen genieten van gratis parkeren in de groene en "buurtbewoners" zone van de hoofd- of exploitatiezetel van de maatschappij en parkeren zonder tijdslimiet in de blauwe zone, kunnen mits betaling een parkeerkaart verkrijgen voor “beroepsactiviteiten”. Onder onderneming wordt verstaan: elke rechtspersoon, ongeacht diens statuut (openbare en privéinstellingen, vzw, NV, (E)BVBA, instellingen die vallen onder de wet op de temporaliën van de erediensten, ziekenhuizen, klinieken, poliklinieken, dispensaria en weldadigheidsinstellingen). Deze parkeerkaart kan afgeleverd worden aan iedere zelfstandige, beoefenaar van een vrij beroep of onderneming waarvan de sociale zetel in een zone met parkeerreglement op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. De aanvrager moeten een bewijs van zijn activiteit op het grondgebied bezorgen, evenals een lijst met de gewenste kentekenplaat of -platen. De parkeerkaart “voor beroepsactiviteiten” kan verkregen worden mits de betaling van 200 EUR per jaar voor de eerste twee kaarten en 400 EUR per jaar voor de volgende kaarten. Eenmaal de eerste twee abonnementskaarten afgeleverd werden, zullen er slechts per schijf van 10 werknemers bijkomende kaarten afgeleverd worden. Het abonnement kan het jaar daarop met hetzelfde bedrag verlengd worden op voorwaarde dat de ondernemingen die meer dan 50 werknemers tellen een Bedrijfsvervoerplan (BVP), naar het model ontwikkeld door Leefmilieu Brussel - BIM -, opstellen of updaten. Dit plan moet door de gemeente goedgekeurd worden (voor bedrijven van 50 tot 199 werknemers) of door Leefmilieu Brussel - BIM (voor bedrijven vanaf 200 werknemers). Bij gebrek aan deze documenten zal het bedrag verdubbeld worden, namelijk 400 EUR per jaar voor de eerste twee kaarten en 800 EUR per jaar voor de volgende kaarten. De onderneming organiseert zelf, volgens haar eigen interne regels, de verdeling van deze abonnementen onder haar personeel. In geval van verlies of beschadiging van de kaart, zal er geen duplicaat afgeleverd worden. De parkeerkaart voor “beroepsactiviteiten” staat toe te parkeren zonder tijdslimiet in de blauwe zones en, in voorkomend geval, in de groene zone waar de hoofd- of exploitatiezetel van de maatschappij gevestigd is. De parkeerkaart moet zodanig achter de voorruit geplaatst worden dat alle inlichtingen vermeld op de kaart leesbaar zijn voor een waarnemer. De parkeerkaart voor “beroepsactiviteiten” is in geen enkel geval geldig in de rode of de oranje zone.
187 Artikel 27 : Gebruik van de parkeerkaart “gelegenheidskaart”. Een kaart “gelegenheidskaart” wordt tegen 5 EUR/dag aan bezoekers afgeleverd. Deze kaart kan slecht gedurende 3 opeenvolgende dagen en niet meer dan 12 maal per jaar verstrekt worden. Deze kaart “gelegenheidskaart” wordt aan elke bewoner van de zone verstrekt als die ofwel zijn inschrijving in het bevolkingsregister ofwel de betaling van een taks op de niet-hoofdverblijfplaats kan aantonen. Hij moet op voorhand een aanvraag op naam van de bezoeker indienen en dezelfde documenten, die nodig zijn om een inwonerskaart te verkrijgen, voorleggen. De gebruiksvoorwaarden van deze “gelegenheidskaart” kaart zijn identiek, gedurende de geldigheidsperiode, aan hetgeen bepaald is onder artikel 15, met de oranje zones inbegrepen. De gelegenheidskaarten afgeleverd in de zone "buurtbewoners" zijn onderworpen aan de beschikkingen van artikel 13. In geval van verlies of beschadiging van de kaart, zal er geen duplicaat afgeleverd worden. Artikel 28 : Deze bepalingen vernietigen en vervangen deze vastgesteld door de Gemeenteraad op 16/09/2013. Deze beslissing zal, ter beschikking, aan de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgestuurd worden. #018/16.12.2013/A/0049# ---------34. Service Reprographie – Plieuse-agrafeuse – Acquisition – Dépense – Information. Dienst Reprografie – Plooi-nietmachine – Aankoop – Uitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique d'acquérir une assembleuse-plieuse-agrafeuse pour le service de la Reprographie ; Vu les articles 234 al. 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'indique d'acquérir une assembleuse-plieuse-agrafeuse pour le service de la Reprographie ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ultérieures, notamment l'article 26 § 1-1° a) ; Vu les articles 105 § 1-4° et 110 de l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, et ses modifications ultérieures ; Vu l’arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics, et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 4 ; Considérant que le montant de ce marché s’élève à 3.825 EUR TVAC ; Considérant qu’il s'indique de passer le marché par procédure négociée constatée sur simple facture acceptée ;
188 Considérant qu'il y a lieu d'inscrire la dépense de 3.825 EUR TVAC à l'article 13400/744-98 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; Vu les articles 234 alinéa 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d’approuver le lancement d'un marché public par procédure négociée constatée sur simple facture acceptée pour l'acquisition d'une assembleuse-plieuse-agrafeuse pour le service de la Reprographie auprès de la firme MOYSON AFTERPRINT, rue Berthelot 163 à 1190 Forest, en application des articles 26 § 1-1° a) de la loi du 15/06/2006, 105 § 1-4° et 110 de l'arrêté royal du 15/07/2011, 5 § 4 de l'arrêté royal du 14/01/2013 et 234 alinéa 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; - d'approuver la dépense de 3.825 EUR TVAC inscrite à l'article 13400/744-98/14110 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; - de prélever les fonds nécessaires au paiement de cette dépense sur le fonds de réserve extraordinaire. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à Monsieur le MinistrePrésident de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0050# ---------35. Ecole Van Meyel – Conciergerie – Lave-vaisselle – Acquisition – Dépense – Information. School Van Meyel – Conciergeriewoning – Vaatwasmachine – Aankoop – Uitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique de procéder au remplacement d'un lave-vaisselle défectueux et irréparable à la conciergerie de l'école Van Meyel; Vu les articles 234 al. 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'indique de procéder au remplacement d'un lave-vaisselle défectueux et irréparable à la conciergerie de l'école Van Meyel ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ultérieures ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment les articles 105 § 1-4° et 110 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 4 ; Considérant que le montant de ce marché s’élève à 775 EUR TVAC ;
189 Considérant qu’il s'indique de passer le marché par procédure négociée constatée par simple facture acceptée ; Considérant qu'il y a lieu d'inscrire la dépense de 775 EUR TVAC à l'article 72200/744-98 du budget extraordinaire 2013 ; Vu les articles 234 al. 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d'approuver le lancement d'un marché constaté sur simple facture acceptée pour l'acquisition d'un lave-vaisselle encastrable pour la conciergerie de l'école Van Meyel, auprès de la firme NEW VANDEN BORRE, rue Saint-Lambert 102 en c/c, en application des articles 26 § 1-1° a) de la loi du 15/06/2006, 105 § 1-4° et 110 de l'arrêté royal du 15/07/2011, 5 § 4 de l'arrêté royal du 14/01/2013 et 234 al. 3 et 236 de la nouvelle loi communale ; - d'approuver la dépense y relative de 775 EUR TVAC inscrite à l'article 72200/744-98/14936 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; - de prélever les fonds nécessaires au paiement de la présente dépense sur le fonds de réserve extraordinaire. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à Monsieur le MinistrePrésident de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/00051# ---------MM. MATGEN et IDE quittent la séance. De HH. MATGEN en IDE verlaten de vergaderzaal. ----------36. Crèche Sarah Goldberg – Mobilier de puériculture – Acquisition – Dépense – Information. Kinderdagverblijf Sarah Goldberg – Meubilair voor kinderverzorging – Aankoop – Uitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique d'acquérir du mobilier de puériculture afin d'équiper la future crèche Sarah Goldberg ; Vu l'article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE Considérant qu'il s'indique d'acquérir du mobilier de puériculture afin d'équiper la future crèche Sarah Goldberg ; Considérant que la dépense est estimée à maximum 40.000 EUR TVAC ;
190 Considérant que les crédits nécessaires sont disponibles à l'article 84400/741-51 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; Considérant qu’il s’indique de consulter 3 firmes pour ce marché ; Vu les articles 26 § 1-1 °a) de la loi du 15/06/200 6 et 105 § 1-2° de l'arrêté royal du 15/07/2011 sur les marchés publics ; Vu l’article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; DECIDE : - d'approuver le lancement d'un marché pour la fourniture de mobilier de puériculture afin d'équiper la future crèche Sarah Goldberg et le cahier spécial des charges y afférent ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation de ce marché, en application des articles 26 § 1-1 °a) de la loi du 15/06/2006, 105 § 1-2° de l'arrêté royal du 15/07/2011 sur les marchés publics et 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; - d'approuver la dépense maximum de 40.000 EUR inscrite à l'article 84400/741-51/15104 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; - d'approuver la liste des firmes suivantes à consulter dans le cadre de ce marché : - WESCO-CAMMAERT, Mechelsesteenweg 401 à 1930 Zaventem, - HAGELAND, Herrestraat 17 à 3294 Molenstede, - BRICOLUX, rue Saint-Isidore 2 à 6900 Marloie. Cette dépense sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à Monsieur le MinistrePrésident de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0052# ---------DE RAAD, Overwegende dat het nodig kinderverzorgingsmeubilair voor het kinderdagverblijf Sarah Goldberg aan te kopen is; Gelet op het artikel 234 al. 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het nodig is kinderverzorgingsmeubilair voor het kinderdagverblijf Sarah Goldberg aan te kopen; Overwegende dat de maximale uitgave op 40.000 EUR BTWI geraamd wordt;
191 Overwegende dat de nodige kredieten onder artikel 84400/741-51 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013 beschikbaar zijn; Overwegende dat het aangewezen is 3 firma’s voor deze opdracht te raadplegen; Gelet op artikelen 26 § 1-1° a) van de wet van 15/0 6/2006 en 105 § 1-2° van het koninklijk besluit van 15/07/2011 op de overheidsopdrachten; Gelet op artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST : - de aankoop van kinderverzorgingsmeubilair voor het kinderdagverblijf Sarah Goldberg goed te keuren evenals het bestek dienaangaande; - de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als gunningswijze van de opdracht te kiezen, in toepassing van artikelen 26 § 1-1° a) van de wet van 15/06/2006, 105 § 1-2° van het koninklijk besluit van 15/07/2011 op de overheidsopdrachten en 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; - hiertoe een uitgave van maximum 40.000 EUR BTWI aan te nemen en in te schrijven op artikel 84400/741-51/15104 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013; - de hierna vermelde firma’s te raadplegen in het kader van deze opdracht: - WESCO-CAMMAERT, Mechelsesteenweg 401 te 1930 Zaventem, - HAGELAND, Herrestraat 17 te 3294 Molenstede, - BRICOLUX, rue Saint-Isidore 2 te 6900 Marloie. Deze uitgave zal gefinancierd worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.” De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met worden doorgestuurd en dit in toepassing van de Ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0052# ---------37. Jumelage Mbazi / Woluwe-Saint-Lambert – Subside 2013 – Solde – Octroi – Approbation. Verbroedering Mbazi / Sint-Lambrechts-Woluwe – Toelage 2013 – Saldo – Toekenning – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu la loi du 14/11/1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certaines subventions ; Considérant qu’une subvention, d’un montant de 22.500 EUR, a été prévue au budget 2013 à l’article 15003/332-02, en faveur du Comité de jumelage Mbazi / Woluwe-Saint-Lambert ; Considérant qu'il s'indique donc, en application de l'article 5 des dispositions légales précitées, que cette association produise les documents requis ; Considérant que suite à l'octroi par le Conseil communal du 24/06/2013 d'une première tranche du subside de 17.418,75 EUR, il reste un solde de 5.081,25 EUR sur le subside prévu au budget 2013 ; Considérant qu'il est utile de mettre ce montant à disposition du comité de jumelage afin de lui permettre de développer des actions complémentaire en vue de renforcer le jumelage entre WoluweSaint-Lambert et MBazi ;
192 Considérant que le bilan arrêté au 31/12/2012, les comptes 2012 et le rapport d'activités pour la période 2012 de l'association précitée ont été approuvés lors du Conseil communal du 24/06/2013 ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE de confirmer l'octroi d’une subvention d’un montant de 5.081,25 EUR, inscrite au budget 2013 à l’article 15003/332-02, en faveur du Comité de jumelage Mbazi / Woluwe-Saint-Lambert. L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0053# ---------M. de MAERE d’AERTRYCKE entre en séance, MM. MATGEN et IDE y rentrent tandis que M. LEMAIRE et Mme DRANSART la quittent. De Hr de MAERE d’AERTRYCKE komt de vergaderzaal binnen, de HH. MATGEN en IDE erin terug komen terwijl de Hr LEMAIRE en Mw DRANSART ze verlaten. ----------38. Programme de coopération internationale communale – Convention spécifique de partenariat entre les communes de Woluwe-Saint-Lambert et de Bandalungwa pour la programmation 20142016 – Approbation. Internationale gemeentelijke ontwikkelingssamenwerkingsprogramma – Specifieke overeenkomst van deelgenootschap tussen de gemeenten Sint-Lambrechts-Woluwe en Bandalungwa voor de programmatie 2014-2016 – Goedkeuring. LE CONSEIL, Considérant que les communes de Woluwe-Saint-Lambert et de Bandalungwa ont acté leur volonté de coopérer activement en leur délibération du Conseil Communal de Woluwe-Saint-Lambert et par décision du Bourgmestre de Bandalungwa, datées respectivement du 17/03/2011 et du 17/05/2011, qui figurent en annexe I ; Considérant le Protocole de Collaboration qui lie la commune de Woluwe-Saint-Lambert et la commune de Bandalungwa depuis le 17/05/2011 et qui figure en annexe II ; Considérant la décision de la commune de Woluwe-Saint-Lambert et de la commune de Bandalungwa de participer à la phase 2014-2016 du Programme fédéral belge de Coopération internationale communale (CIC) dans le respect du cadre fixé par ce dernier et des conclusions de l’atelier de programmation qui s’est tenu à Kinshasa en date du 04/11 au 07/11/2013 ; Vu l’article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE : - d’approuver la convention spécifique de partenariat 2014-2016 entre la Commune de Woluwe-SaintLambert et la Commune de Bandalungwa en République démocratique du Congo et logique d'intervention du partenariat annexée à la convention.
193 CONVENTION SPECIFIQUE DE PARTENARIAT 2014-2016 ENTRE LA COMMUNE DE WOLUWESAINT-LAMBERT ET LA COMMUNE DE BANDALUNGWA. Considérant que les communes de Woluwe-Saint-Lambert et de Bandalungwa ont acté leur volonté de coopérer activement en leur délibération du Conseil Communal de Woluwe-Saint-Lambert et par décision du Bourgmestre de Bandalungwa, datées respectivement du 17 mars 2011 et du 17 mai 2011, qui figurent en annexe I, Considérant le Protocole de Collaboration qui lie la commune de Woluwe-Saint-Lambert et la commune de Bandalungwa depuis le 17 mai 2011 et qui figure en annexe II, Considérant la décision de la commune de Woluwe-Saint-Lambert et de la commune de Bandalungwa de participer à la phase 2014-2016 du Programme fédéral belge de Coopération internationale communale (CIC) dans le respect du cadre fixé par ce dernier et des conclusions de l’atelier de programmation qui s’est tenu à Kinshasa en date du 4 au 7 novembre 2013, ENTRE D’une part, la commune de Woluwe-Saint-Lambert, ici représentée par son collège des Bourgmestre et Echevins, au nom duquel agissent M. Olivier MAINGAIN, Bourgmestre, et M. Patrick LAMBERT, Secrétaire communal, en vertu de sa délibération du Conseil communal du 17 mars 2011, ET D’autre part, la commune de Bandalungwa, ici représentée par M. Adrien LONGANGE MOKATO, Bourgmestre, IL EST CONVENU CE QUI SUIT : Article 1: Terminologie La terminologie spécifique suivante sera utilisée : "Programme pluriannuel" (PPA) : plan stratégique global pour la période 2014-2016, dans le cas présent de renforcement des capacités des institutions locales du Sud. Ce PPA constitue le Programme de référence 2014-2016 déposé par l’Union des Villes et Communes de Wallonie (UVCW) et l’Association de la Ville et des Communes de Bruxelles (AVCB) auprès de Direction Générale de la Coopération au Développement (DGCD). "Plan d'action annuel" (PA): demande de subvention annuelle totale, intégrée dans le programme pluriannuel. Le PA est renouvelé sur une base annuelle jusqu'à la clôture du PPA. Chaque année, le PA doit inclure l’état d'avancement des activités en cours, une description précise pour l'année suivante des activités, du calendrier et du budget prévisionnel. Ce PA constitue le plan de référence annuel déposé par l’UVCW/AVCB à la DGCD. "Intervention spécifique par Pays" (ISP): plan stratégique spécifique à un pays donné pour la période 2014-2016, qui fait partie intégrante du PPA. Les ISP constituent les plans de référence 2014-2016, par pays, déposés par l’UVCW/AVCB auprès de la DGCD. Logique d’intervention du partenariat (LIP) : stratégie prévisionnelle propre au partenariat (objectifs, résultats attendus, activités, indicateurs objectivement vérifiables, hypothèses) pour la période 20142016, dont la mise en œuvre contribue à atteindre les objectifs et résultats prévus dans l’ISP. Plan opérationnel annuel du partenariat (POA) : demande de subvention annuelle introduite par le partenariat pour la réalisation des activités prévues dans la LIP pour une année donnée. Le POA est renouvelé sur une base annuelle jusqu'à la clôture du PPA. Chaque année, le POA doit inclure l'état d'avancement des activités en cours, une description précise pour l'année suivante des activités, du calendrier et du budget prévisionnel. Conditions générales de participation : document régissant les relations entre la commune du Nord et l’UVCW/AVCB et reprenant l’ensemble des règles et procédures applicables au sein du Programme, en ce compris l’éligibilité des dépenses.
194 Article 2: Objet de la présente convention Le présent document vise à détailler les obligations contractuelles entre la commune de WoluweSaint-Lambert et la commune de Bandalungwa concernant la mise en œuvre du Programme de Coopération internationale communale (CIC), cofinancé par la DGCD et géré, sur mandat de celleci, par l’UVCW et l’AVCB. Les activités couvertes par la présente convention sont liées au PPA 2014-2016, et plus spécifiquement à l’ISP relatif à la République Démocratique du Congo (RDC). Un descriptif complet de la logique d’intervention du partenariat (LIP) pour la période 2014-2016 reprenant les objectifs, résultats attendus, activités principales, indicateurs objectivement vérifiables et hypothèses ainsi que le calendrier qui sera suivi et le budget sont joints respectivement en annexes III, IV et V. La logique d’intervention du partenariat (LIP) sera déclinée annuellement au travers du Plan opérationnel annuel du partenariat (POA) qui fixera de manière très précise les activités, les budgets nécessaires ainsi que les calendriers de travail en vue d’atteindre au terme d’une année donnée les objectifs et résultats attendus fixés par la LIP. Tous les POA à venir seront co-signés par les partenaires et considérés comme partie intégrante de la présente convention. Les annexes font partie intégrante de la présente convention et ne pourront être modifiées que d’un commun accord. 5. Toute modification significative de la LIP ou du POA, du calendrier et/ou du budget qui leur correspondent devra en outre faire l’objet d’une demande écrite auprès de l’UVCW/AVCB, tel que prévu dans les Conditions générales de participation . Cette demande sera introduite par la commune de Woluwe-Saint-Lambert avec l’accord préalable de la commune de Bandalungwa. En cas d’accord de l’AVCB/UVCW, cette modification devra faire l’objet d’un avenant à la présente convention, sur lequel les deux parties marqueront leur accord écrit. Article 3. Conditions et obligations générales 1. La commune de Bandalungwa donne mandat à la commune de Woluwe-Saint-Lambert pour présenter chaque année le POA, signer les Conditions générales de participation et pour les représenter dans toutes les relations avec l’UVCW/AVCB dans le cadre de la mise en œuvre de la LIP et des POA. 2. En Belgique, la commune de Woluwe-Saint-Lambert assurera le suivi administratif, technique et financier de la LIP et des POA par rapport à l’UVCW/AVCB. 3. En République Démocratique du Congo (RDC), la commune de Bandalungwa assurera la mise en œuvre et le suivi administratif, technique et financier de la LIP et des POA. 4. Les POA, en ce compris leurs budgets, seront soumis chaque année à l’UVCW/AVCB afin d’être approuvés au plus tard au mois d’octobre. 5. La commune de Woluwe-Saint-Lambert et la commune de Bandalungwa s’engagent à mener les activités prévues dans les POA conformément aux règles et procédures fixées par l’UVCW/AVCB et par la DGCD. L’ensemble des ces règles et procédures seront communiquées à la commune de Bandalungwa par la commune de Woluwe-Saint-Lambert. Article 4. Durée La présente convention est réalisée sous réserve : de l'acceptation du PPA 2014-2016 et du PA 2014 par la DGCD ;
195 de l’acceptation de la LIP 2014-2016 et du POA 2014 par l’UVCW/AVCB. Toute décision qui mènerait à un changement dans la LIP 2014-2016 ou le POA en cours sera annexée en addendum à la présente convention. La présente convention prend effet au 1er avril 2014. Elle se clôturera en 2016, après approbation du dernier rapport final par l’UVCW/AVCB. Chaque partie peut y mettre fin par l'envoi d'une notification écrite en courrier recommandé à l’autre partie, conformément à l’article 10 de la présente convention. Article 5 : Modalités de mise en œuvre 1. Si possible dans la LIP 2014-2016 (à titre estimatif) et au plus tard dans les POA successifs, les deux communes partenaires définiront leur rôle respectif ainsi que les moyens humains, financiers et matériels auxquels elles auront recours dans la mise en œuvre des activités en vue d’atteindre les objectifs fixés. 2. Les deux communes partenaires conviennent d’unir leurs efforts et d’entretenir des liens étroits de partenariat, sincères et transparents, pour atteindre les objectifs définis dans la LIP 2014-2016. Article 6 : Financement et gestion Le budget prévisionnel relatif à la LIP pour la période 2014-2016 figure en annexe V et fait partie intégrante de la présente convention. Chaque année, la commune de Bandalungwa identifie les besoins, sur base desquels le Comité de Pilotage rédige le POA. A ce titre, la commune de Bandalungwa est le maître d’œuvre, bénéficiaire de la LIP et des POA. La gestion administrative et financière globale de la LIP et des POA est faite en Belgique par la commune de Woluwe-Saint-Lambert, responsable reconnu par l’UVCW/AVCB. A ce titre, la commune de Woluwe-Saint-Lambert informe la commune de Bandalungwa de l’acceptation, de la modification ou du refus des POA, en ce compris leur budget. Un Comité de Pilotage de la LIP est mis en place, composé d’au moins un représentant de chaque commune partenaire et dont la composition figure en annexe VI. Ses principales responsabilités consistent principalement en : le suivi et l’évaluation de la LIP sur base des activités réalisées et des IOV ; le suivi financier et comptable des POA ; la formulation, le cas échéant, de modifications dans le POA et/ou dans la LIP, à soumettre à discussion avec l’UVCW/AVCB ; le rapportage vers l’UVCW/AVCB. Il se concerte le plus régulièrement possible et au moins huit fois par an. Les décisions et résultats découlant de cette concertation sont consignés dans une PV, qui est diffusé à tous les intéressés au sein des deux communes partenaires. La commune de Woluwe-Saint-Lambert prend les engagements financiers en vue de réaliser effectivement le présent accord de partenariat tel que défini précisément dans le PA. Elle met, dans la mesure du possible, le personnel communal nécessaire et compétent à la réalisation du PA et prévoit dans le budget les sommes prévues par le PA. Elle n’honorera toutefois ces engagements que dans le cas où elle obtient, via l’UVCW/AVCB, l’accord de financement de la DGCD. La commune de Woluwe-Saint-Lambert ouvrira une ligne budgétaire, spécifique au nom du Programme, par lequel transiteront toutes les dépenses et recettes liées à la LIP et aux POA. Cette ligne budgétaire sera gérée par M. Jean VANDEVEN, Receveur communal. La commune de Woluwe-Saint-Lambert, pour des raisons pratiques, confie la gestion d'une partie du financement du partenariat à l'asbl Wolu-International dont le président est Olivier MAINGAIN, bourgmestre de Woluwe-Saint-Lambert.
196 En cas de dépassement d’une rubrique budgétaire, l’accord des représentants des deux communes au sein du Comité de Pilotage est requis. Si ce dépassement excède 15% du montant initialement prévu, l’accord préalable de l’UVCW/AVCB est également requis. Le budget annuel total tel que prévu dans le POA ne peut en aucun cas être excédé (sauf si un accord écrit est donné par l’UVCW/AVCB sur le dépassement) La période d'éligibilité des dépenses liées au POA relatif à l’année (N) est d’au maximum 12 mois. Cette période commence le 1er janvier de l'année (N) et se clôture le 31 décembre de cette même année. Les deux communes s’engagent à respecter les règles d’éligibilité des dépenses telles que stipulées dans les Conditions générales de participation. La commune de Bandalungwa tiendra à jour et laissera disponible en permanence pour consultation par la commune de Woluwe-Saint-Lambert, l’UVCW/AVCB et la DGCD un inventaire des équipements et matériels acquis dans le cadre de la LIP et des POA. La commune de Bandalungwa en assumera la responsabilité, notamment en termes de sécurisation et d’entretien. Si ces équipements et matériels ne devaient pas être gérés en bon père de famille, la commune de WoluweSaint-Lambert se réserve le droit d’en demander la restitution ou le remboursement d’un montant équivalent à la commune de Bandalungwa. Tous les biens et équipements achetés dans le cadre de la LIP et des POA à destination de la commune de Bandalungwa seront propriété du Programme dans un premier temps. Ils deviendront pleine propriété de la commune de Woluwe-Saint-Lambert à la clôture du dernier POA en accord avec l’UVCW/AVCB et la DGCD. Article 7 : Rapports et documents La commune de Woluwe-Saint-Lambert fournira à la commune de Bandalungwa copie de tous les documents relatifs au Programme (PPA, PA, Conditions générales de participation, etc.). La commune de Bandalungwa remettra à la commune de Woluwe-Saint-Lambert un rapport trimestriel d’activités narratif et financier complet, accompagné de toutes les pièces originales (ou copies certifiées conformes) liées aux dépenses encourues dans le cadre de la LIP et du POA en cours avant le 15 du mois suivant chaque trimestre (soit les 15 juillet, 15 octobre, 15 janvier, et 15 avril). Le cas échéant, le format sur lequel ces informations doivent être transmises sera fourni par la commune de Woluwe-Saint-Lambert. La commune de Woluwe-Saint-Lambert remettra à l’UVCW/AVCB un rapport annuel d’activités narratif et financier complet, accompagné de toutes les pièces originales (ou copies certifiées conformes) liées aux dépenses encourues dans le cadre de la LIP et du POA en cours avant la date fixée annuellement par l’UVCW/AVCB. Ce rapport annuel sera cosigné par les représentants des deux communes partenaires. Les documents administratifs, techniques et financiers liés à la LIP et aux POA,, en ce compris les pièces comptables originales de la commune de Bandalungwa seront tenus à la disposition de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, de l’UVCW/AVCB et de la DGCD pendant une durée de cinq ans après la date de clôture du dernier POA. Ces documents doivent pouvoir être transmis sur demande de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, de l’UVCW/AVCB ou de la DGCD. De par l'obligation de garder tous les documents liés au Programme après la fin du dernier POA, il serait hautement apprécié que la commune de Bandalungwa fasse parvenir une note d'information annuelle à la commune de Woluwe-Saint-Lambert sur la continuation des activités, à partir de la clôture du dernier POA et ce durant les 5 années suivantes. Cette note permettra à la commune de Woluwe-Saint-Lambert de fournir à l’UVCW/AVCB et à la DGCD des informations mises à jour sur les activités poursuivies sur le terrain.
197 Article 8 : Évaluation externe et audit Une évaluation ou un audit peuvent être menés à tout moment du cycle du Programme, et jusqu’à cinq ans après la fin du dernier POA. Ils sont menés par la DGCD, par l’UVCW/AVCB ou par un tiers indépendant mandaté par ces derniers. Il sera du devoir des deux communes partenaires de participer à cette évaluation/audit et de rendre disponibles tous les documents et informations nécessaires pour ce travail. Article 9 : Modification de la convention La présente convention et ses annexes peuvent être modifiées sous réserve de l’accord des deux parties. Les modifications feront alors l’objet d’un avenant annexé à la convention initiale. Tout avenant à la présente convention requiert une trace écrite et signée prouvant l'accord mutuel des deux parties. Article 10 : Résiliation Le préavis d'interruption de la convention est de six mois à dater de la réception de la notification écrite signée par les autorités de la commune partenaire qui souhaite y mettre un terme. Les deux parties s'engagent à assurer jusqu'à ce terme la conduite des actions en cours dans la limite de leurs responsabilités et obligations. La présente convention devient immédiatement obsolète en cas de cessation ou de retrait du soutien de la DGCD. Le cas échéant, une solution négociée sera proposée à la DGCD pour pouvoir honorer les engagements de dépenses en République Démocratique du Congo comme en Belgique effectués avant la date de notification de cessation de financement. Article 11 : Résolution de litiges et arbitrages En cas de divergence de vue des deux communes partenaires sur l'un ou l'autre point lié à la mise en œuvre ou à la gestion du Programme ou en cas de conflits résultant de l’interprétation ou de l’application de la présente convention, une solution à l'amiable sera recherchée à travers l’UVCW/AVCB. Si toutefois un accord ne peut être trouvé ainsi, il sera fait appel à l’arbitrage de la DGCD. Chaque partenaire date et signe ce document en deux exemplaires et reconnaît avoir reçu le sien. Pour la commune de Woluwe-Saint-Lambert : Le Secrétaire communal, Le Bourgmestre,
Patrick LAMBERT Olivier MAINGAIN Pour la commune de Bandalungwa : Le Bourgmestre,
Adrien LONGANGE MOKATO Fait à …....................., le ….......................
198 Annexes : Délibérations du Conseil communal/municipal de chacune des deux communes partenaires Protocole de Collaboration entre les deux communes partenaires Logique d’Intervention du Partenariat (LIP) pour la période 2008-2012 Calendrier pour la période 2014-2016 Budget pour la période 2014-2016 L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0054# ---------39. Eglise Protestante Evangélique de Bruxelles-Woluwe-Saint-Lambert – Indemnité de Logement – Octroi – Approbation. Protestantse Evangelische Kerk van Brussel-Sint-Lambrechts-Woluwe – Woningvergoeding – Toekenning – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu la requête du 15/08/2013 du Conseil Administratif du Culte Protestant et Evangélique sollicitant l’octroi d’une indemnité de logement pour le Pasteur Stephen ORANGE, habitant avenue Josse Smets 39 à 1160 Auderghem ; Vu l’article 92, 2° du décret impérial du 30/12/180 9 concernant les Fabriques d’église ; Vu l’ordonnance régionale du 18/07/2002 portant sur diverses réformes en vertu de la loi spéciale du 13/07/2001 portant transfert de diverses compétences aux régions et communautés ; Vu l’arrêté du Gouvernement du 09/10/2011 de la région de Bruxelles-Capitale relatif, à la reconnaissance, à la délimitation territoriale de la communauté protestante sur Woluwe-SaintLambert et Woluwe-Saint-Pierre et à la répartition des interventions financières, à savoir : 81,71 % pour Woluwe-Saint-Lambert et 18,29 % pour Woluwe-Saint-Pierre ; Vu l’article 4 de l’ordonnance du 29/06/2006 sur les diverses dispositions relatives aux cultes reconnus réglant une matière visée à l’article 39 de la Constitution ; Vu l’arrêté royal du 06/07/2013 dans lequel un traitement à charge du Trésor public est attaché à une place de pasteur auprès de la paroisse protestante « Association des Eglises protestantes évangéliques de Belgique » à 1200 Woluwe-Saint-Lambert avec effet au 01/01/2013 ; Considérant que la commune est dans l’impossibilité de fournir un logement ; Considérant dès lors qu’il y a lieu de verser une indemnité de logement au Pasteur avec effet rétroactif au 01/01/2013 ; Vu les articles 117, 255 et 256 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE : - d’octroyer une indemnité annuelle de logement de 9.000 EUR, avec effet au 01/01/2013, au Pasteur Stephen ORANGE de l’Eglise Protestante Evangélique de Bruxelles / Woluwe-SaintLambert ;
199 - de repartir l’intervention financière entre les communes de Woluwe-Saint-Pierre et de WoluweSaint-Lambert ; - de fixer la quote-part annuelle de Woluwe-Saint-Lambert à 7.353,90 EUR. L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0055# ---------DE RAAD, Gelet op het verzoek van het Administratieve Raad van de Protestants-Evangelische Eredienst van 15/08/2013, een woningvergoeding toe te kennen aan de predikant Stephen ORANGE woonachting Josse Smetslaan 39 in 1160 Oudergem; Gelet op artikel 92, 2° van het keizerlijk decreet van 30/12/1809 betreffende de kerkfabrieken; Gelet op de ordonnantie van 18/07/2002 houdende diverse hervormingen krachtens de bijzondere wet van 13/07/2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen; Gelet op het besluit van 09/10/2011 van de Brusselse Hoofdstedeliike Regering betreffende de erkenning, de gebiedsomschrijving van de parochie op Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-PietersWoluwe en de verdeling gemeentelijke financiële tussenkomsten, ten laste van respectievelijk 81,71 % voor Sint-Lambrechts-Woluwe en 18,29 % voor Sint-Pieters-Woluwe; Gelet op artikel 4 van de ordonnantie van 29/06/2006 houdende diverse bepalingen betreffende de erkende erediensten, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet omgeving; Gelet op het konninkijk besluit van 06/07/2013 waarbij een wedde ten laste van Schatkist wordt genomen van een Predikant bij de Protestantse parochie “Vereniging van Protestantse Evangelische Kerken België” te 1200 Sint-Lambrechts-Woluwel met ingang van 01/01/2013; Overwegende dat de gemeente in onmogelijkheid is een woning ter beschikking te stellen; Overwegende dat het bij gevolg aangewezen is een woningvergoeding storten aan de predikant, met terugwerkende kracht tot 01/01/2013; Gelet op artikelen 117, 255 en 256 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST: - een jaarlijkse woningvergoeding van 9.000 EUR toe te kennen, met ingang van 01/01/2013, aan de predikant Stephen ORANGE van Protestantse Evangelische Kerken van Brussel-Sint-LambrechtsWoluwe; - de financiële tussenkomst te verdelen tussen de gemeenten van Sint-Lambrechts-Woluwe en SintPieters-Woluwe; - de jaarlijkse bijdrage van Sint-Lambrechts-Woluwe op 7.353,90 EUR vast te stellen. De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0055# ----------
200 40. Services communaux – Outillage – Acquisition – Dépense – Information. Gemeentediensten – Werktuigen – Aankoop – Uitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'avère nécessaire de procéder à l'acquisition d'outillage pour divers services ; Vu l'article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'avère nécessaire de procéder à l'acquisition d'outillage pour divers services ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 85.000 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 2 ; Vu le cahier spécial des charges n° 2013-655 relati f au marché « Acquisition d'outillage pour divers services » établi par la division Nature ; Considérant que ce marché est divisé en lots : * Lot 1 – Outillage pour élagage, estimé à 18.000,00 EUR (21 % TVAC), * Lot 2 – Outillage pour les jardiniers, estimé à 12.000,00 EUR (21 % TVAC), * Lot 3 – Résistographe, estimé à 10.000,00 EUR (21 % TVAC), * Lot 4 – Tondeuse, estimé à 3.500,00 EUR (21 % TVAC) ; Considérant que le montant global estimé de ce marché s'élève à 43.500 EUR (21 % TVAC) ; Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée sans publicité ; Considérant qu'il est proposé de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - VANHIE, Vilvoordesteenweg 172 à 1860 Meise, - VAN WETTER SPRL, rue du Noyer 175 à 1000 Bruxelles, - VERBINNEN, Geerdegemstraat 54 à 2800 Mechelen, - WILLEMEN, Groeningenlei 53 à 2550 Kontich, - MONTAUBAN, Grote Baan 74 à 9100 Nieuwkerken-Waas, - DIS NATURA, rue des Poiriers 3 à 5030 Gembloux ; Considérant que le crédit permettant cette dépense est disponible aux articles 76600/744-51 (lot 1, 2 et 3) et 76410/744-51 (lot 4) du budget extraordinaire 2013 ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 al. 3 et 236 ;
201 DECIDE : - d'approuver le cahier spécial des charges n° 2013 -655 et le montant estimé du marché « Acquisition d'outillage pour divers services », établis par la division Nature, les conditions étant fixées au cahier spécial des charges et par les règles générales d'exécution des marchés publics et le montant total estimé s'élevant à 43.500 EUR (21 % TVAC) ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation du marché ; - de consulter les firmes suivantes dans le cadre de la procédure négociée : - VANHIE, Vilvoordesteenweg 172 à 1860 Meise, - VAN WETTER SPRL, rue du Noyer 175 à 1000 Bruxelles, - VERBINNEN, Geerdegemstraat 54 à 2800 Mechelen, - WILLEMEN, Groeningenlei 53 à 2550 Kontich, - MONTAUBAN, Grote Baan 74 à 9100 Nieuwkerken-Waas, - DIS NATURA, rue des Poiriers 3 à 5030 Gembloux ; - d’approuver le crédit permettant cette dépense inscrit au budget extraordinaire de l'exercice 2013 aux articles 76600/744-51/14737 (lot 1, 2 et 3 : 40.000 EUR) et 76410/744-51/14738 (lot 4 : 3.500 EUR) ; - de financer cette dépense par un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0056# ---------DE RAAD, Gelet op de noodzaak om over te gaan tot de aankoop van werktuigen voor verschillende diensten; Gelet op het artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het noodzakelijk is om over te gaan tot de aankoop van werktuigen voor verschillende diensten; Gelet op de wet van 15/06/2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26 § 1-1° a) (limiet van 85.000,00 EUR excl. BTW niet bereikt); Gelet op de wet van 17/06/2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15/07/2011 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105;
202 Gelet op het koninklijk besluit van 14/01/2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5 § 2; Gelet op het bestek met nr 2013-655 dat in het kader van de opdracht “Aankoop van werktuigen voor verschillende diensten” werd opgesteld door de afdeling Natuur; Overwegende dat deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen: * Perceel 1 – Werktuigen voor snoeien, raming: 18.000 EUR (21 % BTWI), * Perceel 2 – Werktuigen voor de tuiniers, raming: 12.000 EUR (21 % BTWI), * Perceel 3 – Resistograph, raming: 10.000 EUR (21 % BTWI), * Perceel 4 – Grasmaaier, raming: 3.500 EUR (21 % BTWI); Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 43.500 EUR (21 % BTWI); Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat volgende firma’s in aanmerking komen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - VANHIE, Vilvoordesteenweg 172 te 1860 Meise, - VAN WETTER BVBA, Notelaarstraat 175 te 1000 Bruxelles, - VERBINNEN, Geerdegemstraat 54 te 2800 Mechelen, - WILLEMEN, Groeningenlei 53 te 2550 Kontich, - MONTAUBAN, Grote Baan 74 te 9100 Nieuwkerken-Waas, - DIS NATURA, rue des Poiriers 3 te 5030 Gembloux; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is op artikelen 76600/744-51 (percelen 1, 2 en 3) en 76410/744-51 (perceel 4) van de buitengewone begroting 2013; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikelen 234 lid 3 en 236; BESLIST : - goedkeuring wordt verleend aan het bestek met nr 2013-655 en de raming voor de opdracht “Aankoop van werktuigen voor verschillende diensten”, opgesteld door de afdeling Natuur: de lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de raming bedraagt 43.500 EUR (21 % BTWI); - bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; - volgende firma’s worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - VANHIE, Vilvoordesteenweg 172 te 1860 Meise, - VAN WETTER BVBA, Notelaarstraat 175 te 1000 Bruxelles, - VERBINNEN, Geerdegemstraat 54 te 2800 Mechelen, - WILLEMEN, Groeningenlei 53 te 2550 Kontich, - MONTAUBAN, Grote Baan 74 te 9100 Nieuwkerken-Waas, - DIS NATURA, rue des Poiriers 3 te 5030 Gembloux; - de uitgave voor deze opdracht wordt goedgekeurd en ingeschreven op artikelen 76600/74451/14737 (percelen 1, 2 en 3: 40.000 EUR) en 76410/744-51/14738 (perceel 4: 3.500 EUR) van de buitengewone begroting 2013; - deze uitgave zal gedekt worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.”
203 De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0056# ---------M. LEMAIRE et Mme DRANSART rentrent en séance. De Hr LEMAIRE en Mw DRANSART komen de vergaderzaal terug binnen. ----------41. Projet de Plan communal de Développement et son rapport sur les incidences environnementales (RIE) – Adoption définitive – Approbation. Project van Gemeentelijk Ontwikkelingsplan en zijn milieueffectenrapport (MER) – Definitieve aanneming – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu le Code Bruxellois de l'aménagement du territoire (CoBAT) entré en vigueur le 05/06/2004, notamment ses articles 7, 31 (qui dispose que chaque commune de la Région adopte un Plan Communal de Développement applicable à l'ensemble de son territoire) à 36 ; Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18/05/2006 relatif au contenu et à la présentation du Plan Communal de Développement ; Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 18/05/2006 relatif à l'octroi de subventions aux communes pour l'élaboration de leur Plan Communal de Développement ; Vu sa décision du 26/03/1996 de procéder à l'élaboration d'un nouveau Plan Communal de Développement (PCD) applicable sur l'ensemble du territoire de la commune de Woluwe-SaintLambert ; Vu le projet de plan se composant comme suit : 1. Structure du plan : A. Introduction littérale et cartographique B. Volet stratégique C. Volet opérationnel 2. Objet et buts généraux : A. Buts généraux B. Dossier de base de 2003 3. Procédure d'élaboration : A. Réalisation conjointe du PCD et de son RIE B. Procédure légale Vu sa décision du 25/10/2010, approuvant le cahier des charges du rapport des incidences environnementales (RIE ) relatif au Plan Communal de Développement tel que déposé le 13/09/2010 par le bureau AGORA ; Vu l'ordonnance du 18/07/2002 modifiant celle du 29/08/1991 en ce qu'elle modifie la procédure d'élaboration du Plan par la suppression, entre autre, de l'approbation par le Conseil d'un dossier de base ;
204 Vu les articles 34,35 et 36 du Code Bruxellois de l'aménagement du territoire (CoBAT), relatifs à la procédure d'adoption du Plan Communal de Développement ; Considérant que le plan a été soumis à l’enquête publique, du 25/05/2012 au 08/07/2012 ; Considérant que le plan a été transmis, pour avis, aux instances visées par l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 09/09/2010 ainsi qu'à la Commission régionale de développement (CRD) ; Vu les remarques formulées lors de l'enquête publique et les avis recueillis auprès des instances concernées, synthétisés dans le document joint au dossier, lequel document indique également les remarques et avis auxquels la Commune entend faire droit et motive ceux non retenus ; Vu l'avis de la Commission régionale de développement daté du 06/06/2013 ; Vu le plan modifié en conséquence ; Vu l'article 117 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 05/12/2013 ; DECIDE par 22 voix pour, 5 voix contre (Mme CARON, MM. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND et de HARENNE) et 6 abstentions (MM. LEMAIRE, DE SMUL, IDE, Mme BROCHÉ, M. VAN DER AUWERA et Mme DRANSART) : - d'approuver le projet de Plan Communal de Développement et son rapport sur les incidences environnementales (RIE) ; - de transmettre ce plan pour approbation au Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale. La présente délibération sera transmise, pour approbation, à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale et à M. le Secrétaire d'Etat chargé de l'Aménagement du Territoire. #018/16.12.2013/A/0057# ---------DE RAAD, Gelet op het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) dat van kracht is sinds 05/06/2004, met name de artikelen 7, 31 (dat bepaalt dat iedere gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een Gemeentelijk Ontwikkelingsplan moet aannemen dat van toepassing is op het geheel van haar grondgebied) tot 36; Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18/05/2006 betreffende de inhoud en de voorstelling van een Gemeentelijk Ontwikkelingsplan; Gelet op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18/05/2006 betreffende de toekenning van de subsidies aan de gemeenten voor het opstellen van hun Gemeentelijk Ontwikkelingsplan; Gelet op zijn besluit van 26/03/1996 waarbij besloten wordt over te gaan tot het opstellen van een nieuw Gemeentelijk Ontwikkelingsplan (GOP) dat van toepassing is op heel het grondgebied van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe; Gelet op het feit dat het plan als volgt is samengesteld : 1. Structuur van het plan: A. Schriftelijke en cartografische inleiding B. Strategisch luik C. Operationeel luik
205 2. Voorwerp en algemene doelen: A. Algemene doelen B. Basisdossier van 2003 3. Uitwerkingsprocedure: A. Gezamenlijke uitvoering van het GOP en het MER B. Juridische procedure Gelet op zijn beslissing van 25/10/2010 waarbij besloten wordt het bestek van de milieueffectenrapporten (MER) betreffende het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan, zoals ingediend door het studiebureau AGORA op 13/09/2010, goed te keuren; Gelet op de ordonnantie van 29/08/1991 gewijzigd door de ordonnantie van 18/07/2002 waarbij de uitwerkingsprocedure gewijzigd wordt door onder andere de goedkeuring van een basisdossier door de Gemeenteraad weg te laten; Gelet op artikelen 34, 35 en 36 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO) betreffende de procedure voor de goedkeuring van het Gemeentelijk Ontwikkelingsplan; Overwegende dat dit plan onderworpen werd aan het openbaar onderzoek, van 25/05/2012 tot en met 08/07/2012; Overwegende het plan voor advies doorgezonden werd aan de instanties opgesomd in het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 09/09/2010 net als aan de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC); Gelet op de opmerkingen die tijdens het openbaar onderzoek gemaakt werden en de ingewonnen adviezen bij de betrokken instanties die samengevat zijn in het document dat bij het dossier gevoegd is; document dat eveneens de opmerkingen en adviezen vermeldt die de Gemeente in acht zal nemen en waarbij ze motiveert welke ze niet zal toepassen; Gelet op het advies van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie van 06/06/2013; Gelet op het dientengevolge gewijzigde plan; Gelet op artikel 117 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 05/12/2013; BESLIST met 22 stemmen voor, 5 stemmen tegen (Mw CARON, de HH. VANDERWAEREN, DEROUBAIX, GEELHAND en de HARENNE) en 6 onthoudingen (de HH. LEMAIRE, DE SMUL, IDE, Mw BROCHÉ, de Hr VAN DER AUWERA en Mw DRANSART) - het voorstel van Gemeentelijk Ontwikkelingsplan en zijn milieueffectenrapport (MER) goed te keuren; - dit plan voor goedkeuring over te maken aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze beslissing zal ter goedkeuring doorgestuurd worden naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en naar de Hr Staatssecretaris die bevoegd is voor Ruimtelijke Ordening. #018/16.12.2013/A/0057# ----------
206 Motif d’abstention de M. LEMAIRE : Reden van onthouding van de Hr LEMAIRE: C’est par respect pour le travail final fourni par l’administration de l’urbanisme que je m’abstiens. Het is uit respect voor het geleverde werk door het bestuur van stedenbouw dat ik me onthoud. ---------Mme MOLENBERG quitte la séance. Mw MOLENBEG verlaat de vergaderzaal. ---------42. Plan Communal de Développement – Auteur de projet – Dépense supplémentaire – Information. Gemeentelijk Ontwikkelingsplan – Ontwerper – Meeruitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Considérant qu’il est nécessaire de pourvoir à une dépense supplémentaire relative à des études complémentaires dans le cadre de l’élaboration du Plan Communal de Développement ; Vu l’article 236 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Vu la décision du Conseil communal du 19/05/2008 approuvant l'offre du bureau AGORA pour l'élaboration du plan communal de développement accompagné de son rapport sur les incidences environnementales (RIE) ; Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l'article 26 § 1-2° a) ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 105 ; Vu le règlement général de comptabilité communale, notamment l'article 57 ; Considérant qu'il s'est avéré nécessaire d'effectuer des études complémentaires dans ce marché public ; Considérant qu'il s'indique d'engager la somme de 39.000 EUR afin de régler le solde de l'étude réalisée par la SA AGORA ; Vu la nouvelle loi communale, notamment l'article 236 ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 28/11/2013 ; DECIDE : - d'engager un montant de 39.000 EUR à l'article 93000/747-60/13401 du budget 2013 en faveur de la SA AGORA, rue Montagne aux Anges 26 à 1081 Koekelberg. La présente délibération sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. »
207 L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que des arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0058# ---------Mme MOLENBERG rentre en séance tandis que Mme NAHUM-HASQUIN et M. THAYER la quittent. Mw MOLENBERG komt de vergaderzaal terug binnen terwijl Mw NAHUM-HASQUIN en de Hr THAYER ze verlaten. ---------43. Ecoles, crèches et services communaux – Matériel informatique – Acquisition – Dépense – Information. Scholen, kinderdagverblijven en gemeentelijke diensten – Informaticamateriaal – Aankoop – Uitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Considérant qu'il s'indique d'acquérir du matériel informatique afin d'assurer le bon fonctionnement des écoles, des crèches et des services communaux en 2013 et 2014 ; Vu l’article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 21/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'indique d'acquérir du matériel informatique de manière à assurer le bon fonctionnement des écoles, des crèches et des services communaux en 2013 et 2014 ; Vu les articles 26 § 1-1 °a) de la loi du 15/06/200 6 et 105 § 1-2° de l'arrêté royal du 15/07/2011 sur les marchés publics ; Considérant que la dépense est estimée à maximum 100.000 EUR TVAC ; Considérant que les crédits nécessaires sont à inscrire à l'article 13900/742-53 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 et à prévoir à l'article 13900/742-53 du budget extraordinaire de l'exercice 2014 sous réserve d'approbation de celui-ci par le Conseil communal et l'autorité de tutelle ; Considérant qu’il s’indique de consulter 3 firmes pour ce marché ; Vu l’article 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ; DECIDE, sous réserve d'approbation du budget 2014 par le Conseil communal et par l'autorité de tutelle : - d’approuver le lancement d'un marché à commandes pour l'acquisition d'ordinateurs, ordinateurs portables et stations de travail graphiques mis à la disposition du personnel de divers services, crèches et écoles communales durant les années 2013 et 2014 ; - de choisir la procédure négociée sans publicité comme mode de passation de ce marché, en application des articles 26 § 1-1 °a) de la loi du 15/06/2006, 105 § 1-2° de l'arrêté royal du 15/07/2011 sur les marchés publics et 234 al. 3 de la nouvelle loi communale ;
208 - d’approuver le cahier spécial des charges n° 2013 -652 y afférant, établi par la division Administration et Marchés ; - d’approuver la dépense de maximum 100.000 EUR TVAC à inscrire à l'article 13900/742-53 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 et à prévoir à l'article 13900/742-53 du budget extraordinaire de l'exercice 2014 ; - d'approuver la liste des firmes suivantes à consulter dans le cadre de ce marché : - SYSTEMAT, chaussée de Louvain 431E à 1380 Lasne, - Dell NV, Zone 3 Doornveld 130 à 1731 Zellik, - Fujitsu Technology Solutions SA, square Marie Curie 12 à 1070 Anderlecht. Cette dépense sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0059# ---------DE RAAD, Overwegende dat het nodig is informaticamateriaal aan te kopen ten einde de goede werking van de scholen, kinderdagverblijven en gemeentediensten te verzekeren gedurende de jaren 2013 en 2014; Gelet op het artikel 234 al. 3 van de nieuwe gemeentewet; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 21/11/2013; NEEMT KENNIS van de beraadslaging zoals volgt: “HET COLLEGE, Overwegende dat het nodig is informaticamateriaal aan te kopen ten einde de goede werking van de scholen, kinderdagverblijven en gemeentediensten te verzekeren gedurende de jaren 2013 en 2014; Gelet op artikelen 26 § 1-1° a) van de wet van 15/0 6/2006 en 105 § 1-2° van het koninklijk besluit van 15/07/2011 over de overheidsopdrachten; Overwegende dat de maximale uitgave op 100.000 EUR BTWI geraamd wordt; Overwegende dat de nodige kredieten dienen ingeschreven te worden op artikel 13900/742-53 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013 en voorzien te worden op artikel 13900/742-53 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2014 onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2014 door de Gemeenteraad en door de toezichthoudende overheid; Overwegende dat het aangewezen is 3 firma’s voor deze opdracht te raadplegen; Gelet op artikel 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; BESLIST, onder voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2014 door de Gemeenteraad en door de toezichthoudende overheid:
209 - de plaatsing van een bestellingsopdracht voor de aankoop van computers, draagbare computers en grafische werkstations voor het personeel van verschillende gemeentediensten, kinderdagverblijven en scholen gedurende de jaren 2013 en 2014 goed te keuren; - de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking als gunningswijze van de opdracht te kiezen, in toepassing van artikelen 26 § 1-1° a) van de wet van 15/06/2006, 105 § 1-2° van het koninklijk besluit van 15/07/2011 op de overheidsopdrachten en 234 lid 3 van de nieuwe gemeentewet; - goedkeuring te verlenen aan het bestek met nr 2013-652 voor deze opdracht, opgesteld door de afdeling Administratie en Opdrachten; - hiertoe een uitgave van maximum 100.000 EUR BTWI aan te nemen, in te schrijven op artikel 13900/742-53 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2013 en te voorzien op artikel 13900/742-53 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2014; - de hierna vermelde firma’s te raadplegen in het kader van deze opdracht: - SYSTEMAT, chaussée de Louvain 431E te 1380 Lasne, - DELL NV, Zone 3 Doornveld 130 te 1731 Zellik, - FUJITSU TECHNOLOGY SOLUTIONS NV, Marie Curiesquare 12 te 1070 Anderlecht. Deze uitgave zal gefinancieerd worden door middel van een lening aan te gaan bij het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën. Deze beslissing zal ter informatie aan de Gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering voorgelegd worden.” De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met worden doorgestuurd en dit in toepassing van de Ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0059# ---------M. THAYER rentre en séance tandis que Mmes MOLENBERG et CALMEYN la quittent. De Hr THAYER komt de vergaderzaal terug binnen terwijl Mwen MOLENBERG en CALMEYN ze verlaten. ---------44. Services communaux – Logiciel de backup serveur et licences backup pour client Exchange – Acquisition – Dépense – Information. Gemeentediensten – Programma voor het nemen van backups van de servers met bijhorende licenties voor Exchange clients – Aankoop– Uitgave – Inlichting. LE CONSEIL, Vu la nécessité de passer un marché ayant pour objet l'achat d'un logiciel de backup pour les serveurs communaux ; Vu l'article 234 alinéa 3 de la nouvelle loi communale ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 14/11/2013 ; PREND CONNAISSANCE de la délibération telle que reprise ci-dessous : « LE COLLEGE, Considérant qu'il s'avère important d'acheter un logiciel de backup pour les serveurs de l’administration communale (Windows, Linux, Exchange) ;
210 Vu la loi du 15/06/2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services et ses modifications ultérieures, notamment l’article 26 § 1-1° a) (le montant du march é HTVA n'atteint pas le seuil de 8.500 EUR) ; Vu la loi du 17/06/2013 relative à la motivation, à l'information et aux voies de recours en matière de marchés publics et de certains marchés de travaux, de fournitures et de services ; Vu l'arrêté royal du 15/07/2011 relatif à la passation des marchés publics dans les secteurs classiques et ses modifications ultérieures, notamment l'article 110 ; Vu l'arrêté royal du 14/01/2013 établissant les règles générales d'excécution des marchés publics et des concessions de travaux publics et ses modifications ultérieures, notamment l'article 5 § 4 ; Considérant que le montant estimé de ce marché l'élève à 6.000 EUR TVAC ; Considérant qu'il est proposé de passer le marché par procédure négociée par facture acceptée ; Considérant que, sur les 3 firmes consultées, trois offres sont parvenues à l'administration : - PC-MACLOG SPRL, rue Léon Gramme 25 à 1350 Marilles, - A.N.S. COMPUTER, rue Arsène Grosjean 16 à 5020 Namur, - BECLOUD, boulevard du Roi Albert II 27 à 1030 Schaerbeek ; Considérant que le service Informatique propose, tenant compte des éléments précités, d'attribuer ce marché au soumissionnaire ayant remis l'offre régulière la plus avantageuse, soit A.N.S. COMPUTER, rue Arsène Grosjean 16 à 5020 Namur, pour le montant d'offre contrôlé de 5.947,15 EUR TVAC ; Considérant que la dépense est prévue à l'article 13900/742-53 du budget extraordinaire de l'exercice 2013 ; Considérant qu'il est proposé d'engager un montant de 5.947,15 EUR TVAC ; Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 234 alinéa 3 et 236 ; DECIDE : - d'approuver l'achat d'un logiciel de backup pour les serveurs de l’administration communale ; - de choisir la procédure négociée par facture acceptée comme mode de passation du marché ; - d'attribuer ce marché au sousmissionnaire ayant remis l'offre régulière la plus avantageuse, soit A.N.S. Computer, rue Arsène Grosjean 16 à 5020 Namur, pour le montant d'offre contrôlé de 5.947,15 EUR TVAC ; - d'approuver cette dépense, prévue à l'article 13900/742-53/14189 du budget extraordinaire de l’exercice 2013, qui sera couverte au moyen d'un emprunt à contracter auprès du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales. La présente décision sera transmise, pour information, au Conseil communal lors de sa prochaine séance. » L’intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l’ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0060# ----------
211 Mme CALMEYN rentre en séance. Mw CALMEYN komt in vergaderzaal terug binnen. --------Point en urgence : Dringende punt: Politique de sécurité et approche de la délinquance juvénile – Convention Gouvernement fédéral / Commune de Woluwe-Saint-Lambert – Approbation. Politiek van veiligheid en nadering van de jeugdcriminaliteit – Overeenkomst Federale Regering / Gemeente van Sint-Lambrechts-Woluwe – Goedkeuring. LE CONSEIL, Vu la loi du 13/05/1999, relative aux sanctions administratives dans les communes ; Vu la loi du 17/06/2004, modifiant la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24/06/2013 concernant les sanctions administratives communales, d’application à partir du 01/01/2014 ; Vu la décision du Conseil des ministres du 28/04/2006 concernant l’élargissement des possibilités d’imposer des sanctions administratives dans la lutte contre les phénomènes en matière de nuisances ; Considérant le futur arrêté royal établissant les conditions et modalités minimales pour la médiation prévue dans le cadre de la loi relative aux Sanctions Administratives Communales, qui sera d’application dès son adoption ; Vu l’arrêté ministériel du 22/11/2013 portant octroi d’une subvention à la Commune de Woluwe-SaintLambert dans le cadre de la Politique des Grandes Villes ; Sur proposition du Collège des bourgmestre et échevins du 12/12/2013 ; DECIDE : d’approuver la convention de collaboration entre l’Etat fédéral et la commune de Woluwe-SaintLambert, dans le cadre de la politique de sécurité et de l’approche de la délinquance juvénile du gouvernement fédéral reprise ci-dessous : Entre d’une part, l’Etat Belge, représenté par le Gouvernement fédéral, en la personne de Jean-Pascal LABILLE, Ministre des Entreprises et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes ci-après dénommé « l’Etat fédéral », et d’autre part, la Commune de Woluwe-Saint-Lambert, représentée par le Conseil communal, en la personne d’ Olivier MAINGAIN, Bourgmestre, et Patrick LAMBERT, Secrétaire communal, qui agissent en exécution de la séance du Conseil communal du 16/12/2013, ci-après dénommés « la Ville », il est convenu ce qui suit :
212 I. Préambule La loi du 13 mai 1999 modifiant la nouvelle loi communale a introduit la possibilité pour les villes et communes de prévoir, dans certaines conditions, des sanctions administratives contre les infractions à ses règlements et ordonnances. Par ailleurs, la loi du 17 juin 2004 a inséré dans la nouvelle loi communale le recours à la médiation. Le Conseil communal peut ainsi prévoir une procédure de médiation dans le cadre des sanctions administratives communales. Ces dernières années, les sanctions administratives communales ont amené beaucoup de débats dans la société. La nouvelle loi sur les SAC a été votée le 24 juin 2013 et prévoit des procédures plus précises et plus de garanties légales. A l’avenir, l’autonomie communale demeurera cependant la base de l’approche des phénomènes locaux de nuisances. Dans la nouvelle loi sur les SAC, la limite d’âge pour l’établissement d’amendes administratives a été abaissé de 16 ans à 14 ans. La médiation obligatoire déjà d’application pour les mineurs à partir de 16 ans sera donc étendue aux enfants à partir de 14 ans, ce qui représente potentiellement un accroissement de la charge de travail. Afin de faciliter la mise en œuvre de l’alternative à l’amende administrative que représente la médiation, et afin de promouvoir cet instrument de réparation et de lutte contre la récidive, le Ministre des Grandes Villes propose depuis 2007 un partenariat financier et méthodologique à différentes villes et communes. II. Dispositions générales concernant l’exécution de la convention Article 1er Dans le cadre de la politique de sécurité et de l’approche de la délinquance juvénile, l’Etat fédéral met à la disposition de la Ville/Commune un poste de médiateur à temps plein pour la zone de police Montgomery. La présente convention vise à faciliter l’application par les villes et communes des dispositions légales et réglementaires relatives aux sanctions administratives communales. Les villes et communes signataires de la présente convention s’engagent donc à respecter ces dispositions. Article 2 La Commune s’engage à affecter le poste de médiateur à la mise en place et l’application de la procédure de médiation, en application entre autres de la loi du 24 juin 2013 et l’arrêté royal du Article 3 Le médiateur doit être âgé de minimum 18 ans et disposer d’un casier judiciaire vierge. Le médiateur doit disposer d’une licence ou d’un master en droit ou en criminologie. Le médiateur devra en outre être doté d’une expérience professionnelle dans le domaine de la médiation ou être en possession d’un diplôme de formation à la médiation ou encore, être prêt à suivre une telle formation. Le médiateur subventionné par la Politique des Grandes Villes doit être rémunéré selon le barème fixé pour une fonction de niveau A au niveau de l’administration communale. Il est engagé en vertu d’un contrat de travail à durée indéterminée se conformant aux dispositions de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail. Article 4 Afin que le médiateur puisse exercer sa mission au niveau de la zone de police Montgomery, la Commune s’engage à conclure des partenariats avec les villes et communes ressortissant de ladite zone de police. Les termes dudit partenariat seront précisés dans une (des) convention(s).
213 Article 5 En application de l’article 9 de l’arrêté royal du (à déterminer), la Commune mettra à la disposition du médiateur un local adapté afin que celui-ci puisse effectuer ses séances de médiation dans des conditions optimales. Par ailleurs, la Commune fournira le support administratif nécessaire à l’exercice de la fonction de médiateur. Article 6 L’Etat fédéral s’engage à offrir à la Commune un soutien méthodologique à la demande, concernant la mise en œuvre de la procédure de médiation. Celui-ci sera assuré par le Service Politique des Grandes Villes du SPP Intégration Sociale. L’Etat fédéral organisera régulièrement des réunions d’échange d’expérience pour les médiateurs engagés dans les différentes villes du pays, dans le cadre de la présente mesure. Article 7 La Commune s’engage à laisser le temps nécessaire au médiateur pour participer aux réunions d’échange d’expérience organisées par l’Etat fédéral. Article 8 La Commune s’engage à transmettre au Service Politique des Grandes Villes dans les trois mois qui suivent la fin de la présente convention le rapport d’activité du service de médiation mis en place. Article 9 La Commune s’engage à informer le fonctionnaire sanctionnateur communal, le chef de corps de la zone de police, l’éventuel fonctionnaire sanctionnateur provincial ainsi que les agents désignés par le Conseil communal pour constater une infraction aux règlements communaux, de la présente convention et des coordonnées précises de la personne désignée pour exercer la fonction de médiateur. Article 10 La Commune s’engage à prendre diverses initiatives afin de promouvoir la médiation dans le cadre des sanctions administratives communales. III. Dispositions financières Section 1 : Financement pris en charge par l’Etat fédéral Article 11 L’Etat fédéral s’engage à prendre en charge les frais relatifs à la rémunération du médiateur, ainsi que les frais de fonctionnement et d’investissement nécessaires à l’exercice de sa fonction. A cette fin, l’Etat fédéral alloue à la Commune une subvention de maximum 53.000 € par an, à utiliser dans le cadre de l’exécution de la présente convention. Article 12 Seuls seront pris en compte : • les frais de personnel (médiateur), de fonctionnement et d’investissement qui ont un lien réel et direct avec la mise en œuvre de la présente convention; • les dépenses pour lesquelles des factures, des notes de frais, des tickets de caisse ou des reçus peuvent être présentés. Par rémunération du médiateur, il faut entendre : • le salaire brut (y compris la prime de fin d’année); • les cotisations patronales;
214 • le pécule de vacances; • l’intervention de l’employeur dans les frais de transport; • la quote-part patronale dans les chèques-repas (si les autres travailleurs bénéficient également de cette intervention). Ne peuvent être pris en compte : • les frais d'amortissement pour l'utilisation d'infrastructures existantes (bâtiments, matériel, installations, mobilier, …); • la "facturation interne" : par exemple la facturation d'un loyer pour la mise à disposition de bâtiments et d'infrastructures appartenant à une autorité locale ou à une association, … ; • les frais liés au fonctionnement structurel de la Commune ou tout autre partenaire impliqué dans la mise en œuvre de la présente convention; • la TVA : la TVA récupérable ne peut pas faire l'objet d'une subvention et ne peut dès lors être imputée. Ce principe s'applique à toute TVA pouvant être récupérée de n'importe quelle manière. En cas de statut de TVA mixte, seule la partie de la TVA non récupérable peut être subventionnée; • les frais professionnels déductibles; • les amendes, sanctions financières et frais judiciaires ne peuvent être subsidiés; • Des frais pour lesquels une autre source de financement a déjà été obtenue. Les frais de fonctionnement et d’investissement ne peuvent dépasser au total 15 % du montant du subside sauf si la Commune prouve le caractère raisonnable et justifié des frais engendrés. Article 13 La Commune s’engage à rembourser à l’Etat fédéral les montants qui n’auront pas été utilisés ou employés conformément aux dispositions de la présente convention. Section 2 : Procédure de paiement Article 14 Compte tenu des crédits disponibles, le paiement de la subvention allouée par l’Etat fédéral se fera de la manière suivante : • Une première tranche de paiement équivalente, pour l’année concernée, à 50 % de la subvention, dans les trois mois qui suivent la signature de la présente convention. • Une deuxième tranche équivalente au solde de la subvention, sur la base d’une déclaration de créance et d’un décompte final reprenant les justificatifs correspondants à la première tranche et au solde demandé, et après l’approbation du rapport d’activité rendu par la Commune. Le rapport d’activité, la déclaration de créance et le décompte final doivent être transmis au Service Politique des Grandes Villes dans les trois mois qui suivent la fin de la présente convention. La déclaration de créance est datée, signée et certifiée sincère et véritable. Le décompte final sera établi, en utilisant les modèles de tableau mis à disposition par le Service Politique des Grandes Villes. La déclaration de créance et le décompte final sont introduits en deux exemplaires sous format papier. Le rapport d’activité est transmis à l’administration fédérale en 1 exemplaire par la poste et par voie électronique (par e-mail sous format word). Le rapport d’activité doit être rédigé selon le modèle fourni par le Service Politique des Grandes Villes.
215 Article 15 L’Etat fédéral s’engage, conformément aux normes en vigueur et à la procédure de paiement mentionnée ci-dessus, à virer les montants imputés et approuvés sur le compte bancaire IBAN BE38 0910 0019 8372, au nom de la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avec en communication la mention suivante ………………………………………………. Le traitement administratif se déroulera sous la surveillance du Service Politique des Grandes Villes et du Service Subsides et Marchés Publics du SPP Intégration Sociale, Boulevard Roi Albert II 30, 26ème étage, à 1000 Bruxelles. Article 16 La Commune communique au Ministre des Grandes Villes et à l’administration de la Politique des Grandes Villes les coordonnées du responsable administratif en charge du suivi administratif et financier de la convention. IV. Communication Article 17 Les parties s'engagent à échanger en temps utile toute information pertinente liée à la bonne exécution de la présente convention. En outre, la Commune s’engage dans sa communication, à faire connaître du public l'origine des fonds utilisés et la présente convention, notamment par la mention «avec le soutien de la Politique fédérale des Grandes Villes», ainsi que l’apposition du logo de l’État fédéral et de la Politique des Grandes Villes. V. Rectification et modification éventuelle de la présente convention Article 18 A la demande de l’une des parties, des rectifications et des modifications de la présente convention peuvent être apportées. Les rectifications éventuelles font l’objet d’une concertation préalable et doivent de ce fait être notifiées à temps auprès du Ministre des Grandes Villes. Chaque modification est négociée de la même manière que la convention initiale. VI. Durée de la convention Article 19 La présente convention entre en vigueur le 1/10/2013. Sa durée est annuelle. Elle pourra être reconduite, moyennant la signature d’une nouvelle convention. Pour la Commune de woluwe-Saint-Lambert,
Pour l’Etat fédéral,
Le Secrétaire communal,
Le Bourgmestre,
Le Ministre des Grandes Villes,
Patrick LAMBERT
Olivier MAINGAIN
Jean-Pascal LABILLE
L'intitulé de la présente délibération sera repris sur la liste à transmettre à M. le Ministre-Président de la Région de Bruxelles-Capitale, en application de l'ordonnance du 14/05/1998 organisant la tutelle sur les communes de la Région de Bruxelles-Capitale, ainsi que ses arrêtés et circulaires complémentaires. #018/16.12.2013/A/0061# ----------
216 DE RAAD, Gelet op de wet van 13/05/1999 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op de wet van 17/06/2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24/06/2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van toepassing vanaf 01/01/2014; Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 28/04/2006 betreffende de uitbreiding van de mogelijkheden tot oplegging van administratieve sancties in de strijd tegen overlastfenomenen; Overwegende het toekomstig koninklijk besluit houdende de minimumvoorwaarden en de modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, dat van toepassing zal zijn vanaf zijn aannaming; Gelet op het ministeriële besluit van 22/11/2013 houdende de toekenning van een toelage aan de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe in het kader van het Grootstedenbeleid; Op voorstel van het College van burgemeester en schepenen van 12/12/2013; BESLIST: de volgende samenwerkingsovereenkomst tussen de federale staat en de gemeente SintLambrechts-Woluwe in het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de federale regering M.B.T. de jeugdcriminaliteit goed te keuren; Tussen enerzijds, De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de federale Regering, in de persoon van Jean-Pascal LABILLE, Minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, waarnaar hierna wordt verwezen als “de federale Staat”; en anderzijds, De Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe ,vertegenwoordigd door de Gemeenteraad, in de persoon van Olivier MAINGAIN, Burgemeester, en Patrick LAMBERT, Gemeentesecretaris, die handelen in uitvoering van de zitting van de Gemeenteraad van 16/12/2013, waarnaar hierna wordt verwezen als “de Gemeente”; wordt het volgende overeengekomen: I. Vooraf De wet van 13 mei 1999 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet gaf de steden en gemeenten de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden administratieve sancties te voorzien tegen inbreuken op hun reglementen en verordeningen. Bovendien werd bij de wet van 17 juni 2004 het bemiddelingsinstrument in de nieuwe gemeentewet ingevoegd. De Gemeenteraad kan dus een bemiddelingsprocedure voorzien in het kader van de administratieve sancties. De voorbije jaren hebben de gemeentelijke administratieve sancties aanleiding gegeven tot heel wat maatschappelijk debat. De nieuwe GAS wet is op 24 juni 2013 goedgekeurd en voorziet in duidelijkere procedures en meer rechtswaarborgen.
217 De gemeentelijke autonomie blijft echter ook in de toekomst de basis voor de aanpak van lokale overlastfenomenen. In de nieuwe GAS wet is de leeftijdsgrens voor het opleggen van overlastboetes verlaagd van 16 naar 14 jaar. De verplichte bemiddeling reeds van toepassing voor minderjarigen vanaf 16 jaar wordt bijgevolg ook mogelijk voor minderjarigen vanaf 14 jaar, hetgeen een bijkomende werklast kan inhouden . Om de toepassing van deze alternatieve maatregel aan te moedigen als preventief instrument tegen overlast, biedt de Minister van Grote Steden sedert 2007 aan verschillende steden en gemeenten een financiële tegemoetkoming. II. Algemene bepalingen m.b.t. de uitvoering van de overeenkomst Artikel 1 In het kader van het veiligheidsbeleid en de aanpak van de jeugdcriminaliteit stelt de federale Staat een voltijdse bemiddelaar voor de politiezone Montgomery ter beschikking van de Gemeente SintLambrechts-Woluwe. Deze overeenkomst heeft tot doel de steden / gemeenten te ondersteunen bij de toepassing van de wet- en regelgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties. Steden / gemeenten ondertekenaars van dit verdrag verbinden zich aan deze voorschriften. De Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe verbindt zich ertoe de regelgeving na te leven. Artikel 2 De Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe verbindt zich ertoe de bemiddelaar in te zetten voor de implementering en toepassing van de bemiddelingsprocedure, zoals voorzien in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties van de wet van 24 juni 2013 en het koninklijk besluit van ……. Artikel 3 De bemiddelaar moet ten minste 18 jaar zijn en over een blanco strafblad beschikken. De bemiddelaar beschikt over een universitair diploma rechten of criminologie en heeft een professionele ervaring op het gebied van bemiddeling, of beschikt over een opleidingsattest bemiddeling, of is bereid een opleiding ‘bemiddeling’ te volgen. De bemiddelaar die gesubsidieerd wordt door Grootstedenbeleid moet vergoed worden volgens de loonschaal vastgelegd voor een functie van niveau A bij het stads- of gemeentebestuur; en is aangeworven krachtens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur met inachtneming van de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Artikel 4 Opdat de bemiddelaar zijn opdracht kan vervullen op het niveau van de politiezone Montgomery verbindt de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe zich ertoe partnerships aan te gaan met de gemeenten die onder de voormelde zone ressorteren. De voorwaarden van deze partnerships zullen in een overeenkomst(en) worden vastgelegd. Artikel 5 In navolging van het artikel 9 van het koninklijk besluit van (vast te leggen) zal de Gemeente een aangepast lokaal ter beschikking stellen van de bemiddelaar, opdat zijn bemiddelingssessies in optimale omstandigheden kunnen verlopen. De Gemeente zal daarnaast de administratieve ondersteuning verlenen nodig voor de uitoefening van de functie van bemiddelaar.
218 Artikel 6 De federale Staat verbindt zich ertoe de Gemeente op haar verzoek methodologische ondersteuning te bieden bij de implementering van de bemiddelingsprocedure. Deze zal worden verzekerd door de Dienst Grootstedenbeleid van de POD Maatschappelijke Integratie. De federale Staat zal bovendien op regelmatige basis een meeting organiseren voor de bemiddelaars die in de verschillende steden van het land werkzaam zijn, voor de uitwisseling van ervaringen en in het kader van de huidige maatregel. Artikel 7 De Gemeente verbindt zich ertoe de bemiddelaar de nodige tijd te geven om deel te kunnen nemen aan de meetings voor de uitwisseling van ervaringen, georganiseerd door de federale Staat. Artikel 8 De Gemeente verbindt zich ertoe om het activiteitenrapport van de bemiddelingsdienst over te brengen aan de Dienst Grootstedenbeleid binnen de drie maanden na het einde van de huidige overeenkomst. Artikel 9 De Gemeente verbindt zich ertoe om de gemeentelijke sanctionerende ambtenaar, de korpschef van de politiezone, de eventuele provinciaal sanctionerende ambtenaar en de vaststellende ambtenaren, aangesteld door de Gemeenteraad, op de hoogte te brengen van de huidige overeenkomst en van de contactgegevens van de persoon aangesteld om de functie van bemiddelaar uit te oefenen. Artikel 10 De Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe verbindt zich ertoe verschillende initiatieven te nemen ter bevordering van de toepassing van bemiddeling in kader van de gemeentelijke administratieve sancties. III. Financiële bepalingen Afdeling 1: Financiering ten laste van de federale Staat Artikel 11 De federale Staat verbindt zich ertoe de kosten voor bezoldiging van de bemiddelaar, alsook de werkings- en investeringskosten nodig voor de uitoefening van zijn functie, voor zijn rekening te nemen. Daartoe kent de federale Staat aan de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe een maximale subsidie toe van 53.000 € per jaar, aan te wenden in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 12 Er zal enkel rekening gehouden worden met: • de personeelskosten (bemiddelaar), de werkings- en investeringskosten die rechtstreeks en effectief verband houden met de uitvoering van deze overeenkomst; • de uitgaven waarvoor facturen, onkostennota’s, ontvangstbewijzen of kassabonnen kunnen worden voorgelegd. Onder ‘bezoldiging van de bemiddelaar’ wordt verstaan: • het brutoloon (met inbegrip van de eindejaarspremie); • de werkgeversbijdragen; • het vakantiegeld; • de tussenkomst van de werkgever in de verplaatsingskosten; • het werkgeversaandeel in de maaltijdcheques (indien de andere medewerkers ook deze tussenkomst genieten).
219 Worden dus niet in aanmerking genomen: • de afschrijvingskosten voor het gebruik van bestaande infrastructuren (gebouwen, materieel, inrichtingen, meubilair, …); • "interne facturatie": bijvoorbeeld de facturatie van huurgeld voor de terbeschikkingstelling van gebouwen en infrastructuren die eigendom zijn van een plaatselijke overheid of vereniging …; • de kosten verbonden aan de structurele werking van de Stad/Gemeente of een andere partner betrokken bij de implementering van deze overeenkomst; • aftrekbare beroepskosten; • BTW: terugvorderbare BTW is niet subsidieerbaar en kan bijgevolg niet worden ingebracht. Dit geldt voor alle BTW die op welke manier dan ook kan worden teruggevorderd. Ingeval van een gemengd BTW-statuut betekent dit dat enkel dat deel van de BTW subsidiabel is dat niet kan worden teruggevorderd; • boetes, financiële sancties en gerechtskosten zijn niet subsidiabel; • kosten waarvoor reeds een andere bron van financiering werd gevonden. De werkings- en investeringskosten mogen in totaal niet meer dan 15 % van het bedrag van de subsidie overschrijden, behalve als de Gemeente bewijst dat de gemaakte kosten een redelijk en gerechtvaardigd karakter hebben. Artikel 13 De Gemeente verbindt zich tot terugbetaling aan de federale Staat van de bedragen die ze niet zou opgebruiken of die niet werden aangewend in overeenstemming met de bepalingen van deze overeenkomst. Afdeling 2: Betalingsprocedure Artikel 14 Rekening houdend met de beschikbare kredieten zal de betaling van de door de federale Staat toegekende subsidie als volgt gebeuren: • een eerste betalingsschijf, voor het betrokken jaar gelijk aan 50 % van de subsidie, binnen de drie maanden na ondertekening van de overeenkomst. • een tweede schijf gelijk aan het saldo van de subsidie, op basis van een schuldvordering en een eindafrekening met de bewijsstukken die overeenstemmen met de eerste schijf en het gevraagde saldo en na goedkeuring van het activiteitenverslag ingediend door de Gemeente SintLambrechts-Woluwe. Het activiteitenverslag, de schuldverklaring en de eindafrekening moeten bij de Dienst Grootstedenbeleid worden ingediend binnen de drie maanden die volgen op het einde van de samenwerkingsovereenkomst tussen de federale Overheid en de Gemeente Sint-LambrechtsWoluwe. De schuldvordering is gedateerd, ondertekend en voor echt verklaard. De tabellen van de uitgavenstaten voor personeel, werking en investering overeenkomstig de modellen worden als bijlage bij deze richtlijnen gevoegd. De schuldvordering en de eindafrekening worden in twee exemplaren per post ingediend. Het activiteitenrapport wordt in één exemplaar per post of elektronisch (per mail onder word - formaat) aan de administratie overgemaakt. Het activiteitenrapport wordt opgemaakt overeenkomstig het model van de Dienst Grootstedenbeleid. Artikel 15 De federale Staat verbindt zich ertoe om in overeenstemming met de geldende normen en met de hoger beschreven betalingsprocedure, de aangerekende en goedgekeurde bedragen te storten op de bankrekening met het nummer IBAN BE38 0910 0019 8372, op naam van gemeentebestuur SintLambrechts-Woluwe, met de volgende vermelding ……………………………………………….
220 De administratieve afhandeling zal gebeuren onder toezicht van de Dienst Grootstedenbeleid en de Dienst Subsidies en Overheidsopdrachten van de POD Maatschappelijke Integratie, Koning Albert IIlaan 30, 26ste verdieping, 1000 Brussel. Artikel 16 De Gemeente geeft aan de Minister van Grote Steden en de Dienst Grootstedenbeleid de gegevens van de administratieverantwoordelijke door die belast is met de administratieve en financiële opvolging van de overeenkomst. IV. Communicatie Artikel 17 De partijen verbinden zich ertoe te gelegener tijd alle relevante informatie uit te wisselen die betrekking heeft op de goede uitvoering van de overeenkomst. Bovendien verbindt de Gemeente zich ertoe om in hun communicatie de oorsprong van de aangewende fondsen en deze overeenkomst bij het publiek bekend te maken, met name via de vermelding « met de steun van het federale Grootstedenbeleid », alsook het aanbrengen van het logo van de federale Staat en van Grootstedenbeleid. V. Eventuele correctie en wijziging van deze overeenkomst Artikel 18 Op vraag van één van de partijen kunnen correcties en wijzigingen aan deze overeenkomst worden aangebracht. De eventuele correcties zijn het voorwerp van voorafgaand overleg en moeten dus tijdig worden betekend aan de Minister van Grote Steden. Over elke wijziging wordt op dezelfde manier onderhandeld als voor de oorspronkelijke overeenkomst. VI. Duur van de overeenkomst Artikel 19 Deze overeenkomst gaat in 01/10/2013 en is één jaar geldig. Deze kan worden verlengd mits ondertekening van een nieuwe overeenkomst. Voor de Gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, De Gemeentesecretaris,
Patrick LAMBERT
Voor de federale Staat,
De Burgemeester,
Olivier MAINGAIN
De Minister van Grote Steden,
Jean-Pascal LABILLE
De titel van deze beraadslaging zal worden vermeld op de lijst die naar de Hr Minister-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet worden doorgestuurd en dit in toepassing van de ordonnantie van 14/05/1998 houdende regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de bijhorende besluiten en omzendbrieven. #018/16.12.2013/A/0061# ---------Mmes MOLENBERG et HASQUIN-NAHUM rentrent en séance. Mwen MOLENBERG en HASQUIN-NAHUM komen de vergaderzaal terug binnen. ----------
221 64. Nuisances provoquées par les antennes GSM – Respect des normes – Motion (M. JAQUEMYNS) Hindernissen veroorzaakt door de GSM-antennes – Respect voor de normen – Motie (de Hr JAQUEMYNS) M. JAQUEMYNS soumet le texte d’une motion relative au respect des normes en matière de nuisances provoquées par les antennes GSM. Après un court débat et en raison de la complexité du problème, il est décidé de reporter ce point au premier Conseil de 2014 pour permettre de présenter un texte plus abouti, préparé par un groupe de travail. #018/16.12.2013/A/0062# ---------De Hr JAQUEMYNS stelt de volgende motie voor betreffende het respect van de normen in verband met de hindernissen veroorzaakt door de GSM-antennes. Na een kort debat en omwille van de complexiteit van het probleem wordt er beslist dit punt op de eerste Raad van 2014 terug te brengen om een verbeterde tekst voor te stellen dat door een werkgroep voorbereid zal worden. #018/16.12.2013/A/0062# ---------45. Semaine de l’emploi à Woluwe-Saint-Lambert – Interpellation (Mme VAN GOIDSENHOVENBOLLE) Week van de tewerkstelling te Sint-Lambrechts-Woluwe – Interpellatie (Mw VAN GOIDSENHOVEN-BOLLE) Ce point est retiré. Dit punt wordt ingetrokken. #018/16.12.2013/A/0063# ---------Mme LOUIS, MM. BOTT, VELDEKENS, MATGEN, LEMAIRE, JAQUEMYNS, VANDEVELDE et de HARENNE quittent la séance. Mw LOUIS, de HH. BOTT, VELDEKENS, MATGEN, LEMAIRE, JAQUEMYNS, VANDEVELDE en de HARENNE verlaten de vergaderzaal. --------46. Collecte de grands décombres – Déchetterie communale – Enfouissement de bulles à verre : quid ? – Interpellation (M. IDE) Inzameling grof huisvuil – Gemeentelijke stortplaats – Ingraven glascontainers: hoe zit het daarmee? – Interpellatie (de Hr IDE) M. IDE demande si, étant donné qu’il y a un nouveau bourgmestre à Woluwe-Saint-Pierre, il y a maintenant une oreille plus favorable à la demande de Woluwe-Saint-Lambert concernant l’installation d’une déchetterie permanente ou si on a renoncé à avoir recours à une déchetterie dans une commune limitrophe. Il demande en outre si on envisage une collecte à domicile, comment fonctionne le système de contrôle lors des collectes du premier samedi du mois et si l’estimation des volumes est scientifique.
222 M. MAINGAIN répond qu’il a réinterrogé son collègue de Woluwe-Saint-Pierre qui n’a pas opposé de refus mais a demandé un délai pour examiner les modalités. Il ajoute par ailleurs qu’à partir de 2014, les déchetteries et collectes de grands décombres ne pourront plus être organisées par les communes qui ne pourront donc plus inscrire de crédit budgétaire à cet effet car ce sera une compétence exclusive de la Région et on attend que celle-ci précise dans quel délai elle va s’organiser pour mettre cela en œuvre. Il précise que la commune est prête à aider la Région mais qu’il faut pour cela que cette dernière donne une ligne directrice le plus rapidement possible. Il signale que, lorsque le quota est atteint pour une commune en termes d’enlèvement d’encombrants, Bruxelles-Propreté informe les habitants qu’il faudra attendre l’année suivante et que, dans ce cas, l’intervention des communes permettait jusqu’à présent d’offrir quand même un certain service. Concernant le contrôle lors des collectes en face du stade communal, il explique que le contrôle est informatisé avec un relevé des identités et qu’il y a peu d’abus, hormis quelques camionnettes immatriculées à l’étranger et conduites par un habitant de la commune, transportant des briquaillons en provenance de chantiers visiblement extérieurs mais quelques contrôles ont permis de mettre fin à ce trafic. M. IDE rappelle sa question concernant Ies collectes à domicile. M. MAINGAIN répète que la commune n’est plus compétente et qu’il faudra attendre les initiatives de la Région. #018/16.12.2013/A/0064# ---------De Hr IDE vraagt of er, met het aantreden van een nieuwe burgemeester te Sint-Pieters-Woluwe, meer gehoor zou worden verleend aan het verzoek van Sint-Lambrechts-Woluwe voor de inrichting van een vaste stortplaats of dat men afziet van een stortplaats in een aangrenzende gemeente. Hij vraagt bovendien of men afvalophaling aan huis voorziet, hoe het controlesysteem functioneert bij de ophalingen op de eerste zaterdag van de maand en of de meting van de volumes wetenschappelijk is. De Hr MAINGAIN antwoordt dat hij zijn collega van Sint-Pieters-Woluwe hierover heeft aangesproken en dat deze zich niet verzet maar tijd heeft gevraagd om de voorwaarden te bestuderen. Hij voegt er trouwens aan toe dat vanaf 2014 de stortplaatsen en inzameling van grof huisvuil niet meer mag worden ingericht door de gemeenten, die dus ook geen kredieten hoeven in te schrijven op hun begroting, maar dat het een uitsluitende bevoegdheid zal worden van het Gewest waarvan verwacht wordt dat ze verduidelijkt binnen welke termijn ze dit ten uitvoer hoopt te brengen. Hij licht toe dat de gemeente klaar is om het Gewest hierbij te helpen maar dat het aan de laatste toekomt om zo vlug mogelijk richtlijnen uit te vaardigen. Hij merkt op dat wanneer het quotum voor een gemeente is bereikt voor wat betreft de inzameling van vuilnis, Brussel Net de inwoners inlicht dat dient gewacht te worden tot het volgend jaar en dat, in dat geval, de tussenkomst vanwege de gemeenten totnogtoe een bepaalde dienstverlening inhield. Hij legt uit dat de controle van de ophalingen tegenover het gemeentestadion geïnformatiseerd is met opgave van de identiteit en dat de misbruiken hierdoor zeer beperkt zijn, met uitzondering van enkele bestelwagens die ingeschreven zijn in het buitenland maar bestuurd door een inwoner van de gemeente en die puin vervoeren dat duidelijk afkomstig is van werven van buiten af, maar dat enkele gerichte controles deze trafiek hebben kunnen stoppen. De Hr IDE herhaalt zijn vraag betreffende de ophalingen aan huis. De Hr MAINGAIN antwoordt dat de gemeente niet langer bevoegd is en dat men dient te wachten op initiatieven vanwege het Gewest. #018/16.12.2013/A/0064# ----------
223 Mme LOUIS et M. de HARENNE rentrent en séance tandis que MM. DESIR et de MAERE d’AERTRYCKE la quittent. Mw LOUIS en de Hr de HARENNE komen de vergaderzaal terug binnen terwijl de HH. DESIR en de MAERE d’AERTRYCKE ze verlaten. --------47. Boxes à vélos – Interpellation (Mme CARON) Fietsenstallingen – Interpellatie (Mw CARON) Mme CARON expose comme suit la situation des parkings vélo à Woluwe-Saint-Lambert : « Le nombre sans cesse croissant de cyclistes à Woluwe-Saint-Lambert fait augmenter la demande de parkings vélo. Les parkings vélo peuvent être répartis en quatre catégories : le grand parking vélo collectif aux abords des carrefours de la mobilité ou des centres commerciaux, les parkings de quartier, les arceaux en U renversé et les boxes à vélos. Certaines communes de la Région bruxelloise ont choisi cette dernière solution pour répondre aux besoins locaux d’emplacements de parking vélo sûrs. En effet, beaucoup de cyclistes n’ont généralement pas de place dans leur habitation pour entreposer leur vélo. L’offre actuelle en nombre de boxes à vélos sécurisés est très faible alors que la demande est là. La presse ne cesse de se faire l’écho des études qui démontrent que Bruxelles est l’une des capitales la plus embouteillée au monde. M. Bruno DE LILLE, le Secrétaire d’Etat à la Mobilité de la Région bruxelloise, m’a fait part que des outils de soutien sont offerts par la Région aux communes pour exécuter leur politique de mobilité, elle subsidie les pouvoirs locaux pour placer des boxes dans l'espace public, pour le stationnement des vélos des riverains n'ayant pas de place à leur domicile. Vu son coût et son intérêt, ce type de stationnement vélo est subsidié à un taux majoré de 80 % au lieu de 60 % pour les barres en U renversé, et pour un montant total de maximum 15.000 EUR. Il revient à la commune d’apporter les 20 % complémentaires et de les mettre ensuite en location vu qu'il s'agira bien d'un équipement collectif et que toute relation à caractère privatif est exclue. Tel est le rôle de la commune. » Elle demande donc au Collège de lui dire pourquoi la commune de Woluwe-Saint-Lambert n’a pas encore souscrit à cette bonne initiative et à cette belle opportunité pour ses administrés alors qu’il y a déjà plusieurs communes de la Région bruxelloise qui y ont réagi positivement . M. MAINGAIN répond qu’il reçoit des remerciements réguliers du GRACQ, qu’il y a aujourd’hui sur le territoire communal plusieurs centaines d’emplacements en plein air et que 18 emplacements couverts ont été installés en 2012. Il précise que la commune ne peut demander des subsides pour des emplacements fermés que tous les deux ans et que le Collège travaille sur fonds propres pour aller plus vite mais prévoit d’introduire une demande de subsides régionaux pour 2014. Il ajoute qu’il y a un plan pluriannuel qui prévoit notamment l’installation d’un premier box à vélo fermé au parvis Saint-Henri et d’un deuxième qui est déjà en commande et devrait être installé au square JoséphineCharlotte au premier trimestre 2014. Il fait remarquer que la commune est plutôt en avance par rapport aux lenteurs régionales. #018/16.12.2013/A/0065# ---------Mw CARON geeft een uiteenzetting van de fietsenstallingen te Sint-Lambrechts-Woluwe: “Het steeds groeiende aantal fietsers te Sint-Lambrechts-Woluwe doet de vraag naar fietsenstallingen toenemen. De fietsstallingen kunnen worden opgedeeld in vier categorieën: de grote gezamenlijke fietsparkings aan de rand van de mobiliteitskruispunten of handelskernen, de wijkparkings, de hoepels in omgekeerde U-vorm en de fietsboxen. Bepaalde gemeenten van het Brussels Gewest hebben gekozen voor de laatste oplossing om tegemoet te komen aan plaatselijke noden voor beveiligde fietsstalling. Inderdaad, vele fietsers hebben over het algemeen geen plaats in hun woning om er hun fiets te plaatsen. Het huidige aanbod van beveiligde fietsboxen is zeer beperkt terwijl de vraag er degelijk is. De pers laat niet niet na om ruchtbaarheid te geven aan studies die aantonen dat Brussel één van de meest filebelaste hoofdsteden is ter wereld. De Hr Bruno DE LILLE, Staatssecretaris voor Mobiliteit van het Brussels Gewest, heeft me medegedeeld dat er steunmaateregelen worden aangeboden aan de gemeenten om een mobiliteitsbeleid uit te werken.
224 Het subsidieert de plaatselijke besturen om er fietsenboxen te plaatsen op het openbaar domein, voor de personen die geen plaats hebben in hun woning. Gelet op de kost en het belang, wordt dit type van fietsenstalling betoelaagd ten belope van 80 % in plaats van 60 % voor de hoepels in omgekeerde U-vorm en dit voor een totaal dat maximum 15.000 EUR bedraagt. De overige 20 % dienen te worden gedragen door de gemeente die ze vervolgens te huur zet, gelet op het feit dat het een openbaar goed betreft en dat elke private toeëigening verboden is. Zulks is de rol van de gemeente.” Ze vraagt dus waarom het College van Sint-Lambrechts-Woluwe nog niet heeft ingetekend op dit goed initiatief en voor deze mooie gelegenheid voor z'n ingezetenen terwijl er reeds meerdere gemeenten zijn in het Brussels Gewest die hierop positief reageerden. De Hr MAINGAIN antwoordt dat hij de regelmatige gelukwensen ontvangt van GRACQ, dat er vandaag op het gemeentelijk grondgebied reeds honderden stallingen zijn in open lucht en dat er 18 overdekte stallingen zijn geplaatst geweest in 2012. Hij benadrukt dat de gemeente slechts om de twee jaar subsidies kan aanvragen voor gesloten stallingen en dat het College put uit eigen middelen om sneller te kunnen gaan maar dat ze voorziet om gewestelijke subsidies aan te vragen in 2014. Hij voegt er aan toe dat het meerjarenplan voorziet in de oprichting van een eerste gesloten fietsbox op het Sint-Hendriksvoorplein en dat een tweede reeds besteld is en zou worden ingericht op de Josephine-Charlottesquare in de loop van het eerste trimester van 2014. Hij laat opmerken dat de gemeente eerder vooruitloopt op de gewestelijke traagheid. #018/16.12.2013/A/0065# ---------MM. BOTT, LEMAIRE et VANDEVELDE rentrent en séance tandis que Mme NAHUM-HASQUIN la quitte. De HH. BOTT, LEMAIRE en VANDEVELDE komen vergaderzaal terug binnen terwijl Mw NAHUMHASQUIN ze verlaat. --------48. Journée internationale de l’homme – Interpellation (Mme DRANSART) Internationale dag van de man – Interpellatie (Mw DRANSART) Mme DRANSART fait part de quelques réflexions suite à la « Journée Internationale de l'Homme » du 19 novembre dernier, à savoir que cette journée qui leur est dédiée nous rappelle que les hommes peuvent être, eux aussi, victimes d'inégalités, de discriminations et de préjugés et notamment de discriminations à l'embauche dans certaines professions. Elle relate le cas vécu dans une autre commune que Woluwe-Saint-Lambert où un homme s'est vu refuser le poste de puériculteur dans une crèche communale. Elle pose les questions suivantes quant à Woluwe-Saint-Lambert : - Quelle est la politique de la commune quant à l'embauche de puériculteurs ou d'instituteurs pour les crèches et les petites classes de maternelle ? - Quel est le pourcentage d'hommes puériculteurs ou d'instituteurs dans les crèches et les petites classes de maternelle ? - Les parents sont-ils favorables à cette présence masculine auprès de leurs enfants ? Elle considère pour sa part qu'une présence masculine dans les crèches et les écoles est certainement un grand « plus » pour l'épanouissement des bambins. Mme LOUIS répond que les candidatures masculines sont rares pour ce type d’emplois mais qu’il n’y a pas du tout de frein à l’embauche, au contraire : dans les crèches communales, il y a actuellement un puériculteur et il y a eu un stagiaire, ce qui constitue une expérience enrichissante dans ce milieu essentiellement féminin. Elle souligne la manière extraordinaire dont les enfants se rapprochent de leur puériculteur, sans doute en raison de la structure des familles où les papas sont souvent moins présents. Elle ajoute qu’en maternelle, il y a 5 messieurs avec lesquels la collaboration se passe extrêmement bien. Mme DRANSART demande s’il n’y a pas de résistance au niveau des parents.
225 Mme LOUIS répond qu’il n’y a aucun problème et que, dans les écoles, cela rencontre même une attente de la part des parents qui sont demandeurs d’une certaine mixité. #018/16.12.2013/A/0066# ---------Mw DRANSART doet konde van enkele bedenkingen naar aanleiding van de “Internationale Dag van de Man” van 19 november laatstleden, te weten dat deze dag dat hem is opgedragen ons eraan herinnert dat ook de man het slachtoffer kan zijn van ongelijkheid, discriminatie, vooroordelen en in het bijzonder discriminatie bij de aanwerving in bepaalde beroepen. Ze verhaalt het geval van een man in een andere gemeente dan Sint-Lambrechts-Woluwe die geen kinderverzorger mocht worden in een gemeentelijk kinderdagverblijf. Ze stelt volgende vragen voor wat betreft Sint-LambrechtsWoluwe : - Welk is het beleid van de gemeente met betrekkinng tot de aanwerving van kinderverzorgers of leerkrachten in de kinderdagverblijven of de eerste klasjes van het kleuteronderwijs? - Welk is het percentage van mannelijke kinderverzorgers of onderwijzers in de kinderdagverblijven en het peuteronderwijs? - Staan de ouders welwillend tegenover deze mannelijke aanwezigheid in het bijzijn van hun kinderen? Zij is van mening dat de mannelijke aanwezigheid in kinderdagverblijven en scholen beslist een positieve factor is voor de ontwikkeling van de kleintjes. Mw LOUIS antwoordt dat de mannelijke kandidaturen voor dit type tewerkstelling zeldzaam zijn maar dat er geen enkele hindernis bestaat voor de aanwerving, integendeel: in de gemeentelijke kinderdagverblijven is er op dit moment één kinderverzorger en er is één stagiair geweest, hetgeen een verrijkende ervaring betekent voor deze voornamelijk vrouwelijke omgeving. Ze benadrukt de buitengewone manier waarop de kinderen hun kinderverzorger benaderen, ongetwijfeld ten gevolge van de gezinsstructuur waar vaders dikwijls minder aanwezig zijn. In het kleuteronderwijs zijn er 5 heren waarmee de samenwerking uitstekend verloopt. Mw DRANSART vraagt of er geen tegenstand is vanwege de ouders. Mw LOUIS antwoordt dat er geen enkel probleem is en dat in de scholen er zelfs een zekere verwachting is vanwege de ouders voor een bepaalde gemengdheid. #018/16.12.2013/A/0066# ---------M. THAYER quitte la séance. De Hr THAYER verlaat de vergaderzaal. --------49. Sécurisation de l’avenue Marcel Thiry – Interpellation (Mme CHARUE) Veiligheid van de Marcel Thirylaan – Interpellatie (Mw CHARUE) Mme CHARUE interpelle le Collège concernant la sécurisation de l’avenue Marcel Thiry. Elle signale que les riverains sont nombreux à s’inquiéter de la vitesse excessive des véhicules automobiles ou cyclomoteurs sur cet axe régional. Elle rappelle qu’un accident grave est intervenu récemment, ayant suscité le décès de la victime. Elle fait remarquer que, malgré certains aménagements de voirie, cet axe présente incontestablement des risques élevés. Elle demande de lui communiquer le nombre d’accidents constatés depuis le début de l’année 2013, en précisant ceux ayant entraîné des préjudices physiques pour les victimes, ainsi que les mesures prises par la zone de police Montgomery afin de prévenir et de contrôler les excès de vitesse. Elle demande en outre si la commune peut recommander des mesures structurelles de réaménagement de la voirie afin de prévenir les inconvénients constatés.
226 M. MAINGAIN répond qu’en 2012, il y a eu 38 accidents avec 14 blessés et en 2013, 25 accidents avec 8 blessés et une personne décédée. Il signale que, suite à cela, il a demandé à la police de renforcer les contrôles de vitesse et que. depuis le 01/01/2013, 82 procès-verbaux ont été rédigés pour vitesse excessive. Il ajoute qu’il a demandé à Bruxelles Mobilité, par courrier du mois d’octobre, de prévoir des travaux de sécurisation de l’axe Marcel Thiry et notamment du carrefour Marcel Thiry – Monnet où la cause des accidents est souvent liée au manque de visibilité dû aux haies quand on tourne à gauche et aux bus qui brûlent parfois le feu. #018/16.12.2013/A/0067# ---------Mw CHARUE ondervraagt het College betreffende de beveiliging van de Marcel Thirylaan. Ze stipt aan dat talrijke inwoners ongerust zijn over de overdreven snelheid van de auto's of bromfietsen op deze gewestelijke as. Ze brengt in herinnering dat er onlangs nog een ernstig ongeluk plaats had met één dode tot gevolg. Ze laat opmerken dat, ondanks enkele aanpassingswerken van de wegenis, deze as ontegensprekelijk verhoogde risico's vertoont. Ze vraagt om haar het aantal ongevallen mede te delen in de loop van 2013, met vermelding van diegene die fysieke schade hebben teweeg gebracht voor de slachtoffers, alsook de maatregelen die werden genomen door de politiezone Montgomery om overdreven snelheid te voorkomen en te beteugelen. Ze vraagt bovendien of de gemeente structurele wegmaatregelen kan aanbevelen om de vastgestelde ongemakken te verhelpen. De Hr MAINGAIN antwoordt dat er in 2012, 38 ongevallen zijn gebeurd met 14 gewonden en in 2013, 25 ongevallen met 8 gewonden en 1 dode. Ten gevolge hiervan heeft hij de politie de opdracht gegeven de snelheidscontroles te verscherpen en sinds 01/01/2013, zijn er 82 processen-verbaal opgesteld voor overdreven snelheid. Hij voegt er aan toe dat hij, per brief in de maand oktober, aan Brussel-Mobiliteit heeft gevraagd om beveiligingswerken te voorzien aan de as Marcel Thiry, in het bijzonder aan het kruispunt Marcel Thiry – Monnet waar ongevallen vaak veroorzaakt worden door de hagen die bij het afdraaien naar links het zicht belemmeren of de bussen die soms het rode licht negeren. #018/16.12.2013/A/0067# ---------Mme NAHUM-HASQUIN, MM. VELDEKENS, THAYER et de MAERE d’AERTRYCKE rentrent en séance. Mw NAHUM-HASQUIN, de HH. VELDEKENS, THAYER en de MAERE d’AERTRYCKE komen de vergaderzaal terug binnen. --------50. Non-délivrance de subsides à l’ASBL Ateliers Malou (Mme CARON) Geen uitbetaling van toelagen aan de VZW “Ateliers Malou” (Mw CARON) Mme CARON interpelle le Collège concernant la non-délivrance de subsides à l’ASBL Ateliers Malou. Elle argumente comme suit en faveur de ladite ASBL : « Qui dans la commune et même en dehors de celle-ci ne connaît pas l’ASBL « Les Ateliers Malou » ? Ce lieu d’apprentissage et de création artistique peut se targuer d’être parmi les plus connus, au même titre que d’autres lieux artistiques importants, dans la Région de Bruxelles-Capitale. Les Ateliers Malou figurent parmi les Centres d'Expression et de Créativité (C.E.C.) les plus reconnus de Belgique. Près de 500 enfants et adultes ont pu bénéficier de leur savoir-faire artistique sur le territoire de la commune. Cette ASBL compte sur l’allocation de subsides annuelle de la commune pour assurer sa continuité et sa pérennité. En effet, il est question de 32 emplois de personnes qualifiées. Depuis plus de 40 ans, la commune de Woluwe-Saint-Lambert est le principal pouvoir subsidiant. Sur les 46.000 EUR qui leur sont alloués chaque année, qui ont encore été bien inscrits au budget de cette année et qui ont été votés au Conseil communal, seulement 8.000 EUR ont été perçus en 2013. Fin juin 2013, le montant des subsides attendus s’élevait à 23.400 EUR dont 15.400 EUR n’ont pas encore été payés.
227 La commune a décidé de faire procéder à un audit, pour vérifier la comptabilité de l’ASBL. Il s'avère que le fruit de cet audit s’est révélé positif. Rien de relevant ou d’important n’a été relevé à l’encontre de cette ASBL, bien au contraire ! D’autres motifs ont été invoqués par la commune pour ne pas procéder à la libération de l’allocation de subsides 2013, mais tous ceux-ci ont été levés par l’ASBL, minutieusement, un par un. Alors que rien ne va à l’encontre de l’octroi de ces subsides, l’ASBL est en droit de savoir quand ces subsides lui seront versés. La commune a-t-elle conscience de suspendre à un fil plus de 30 emplois, 30 familles qui risquent de se retrouver à la rue, en période de crise. Avouons qu’il est permis de rêver mieux ! L’ASBL ne reste pas les bras croisés et cherche d’autres pouvoirs subsidiants ; les démarches sont en cours auprès de plusieurs organismes. La gestion est un art mais, si elle est dépendante de subsides promis qui se révèlent être hasardeux, cela revient à naviguer les yeux bandés. Et la catastrophe n’est plus très loin ! La commune a le pouvoir de changer cela et d’offrir un paysage « artistique » serein à ses habitants. » Elle pose les questions suivantes : 1. Quand l’ASBL Ateliers Malou percevra-t-elle le restant des subsides accordés pour l’année 2013 ? 2. Toutes les conditions sont remplies par l’ASBL pour pouvoir avoir droit à ses subsides : qu’attend donc la commune pour libérer ces subsides ? 3. Quel signal la commune veut-elle donner aux habitants, si elle décidait de ne pas donner suite à ces subsides ? 4. Que fait la commune pour éviter un bain de sang social (32 emplois menacés) ? 5. Pourquoi ne pas aider une ASBL qui bénéficie d’une telle aura, même hors commune, et qui tient, après rapport d’audit, une comptabilité correcte ? 6. En n'aidant pas cette ASBL, cela ferait autant de personnes obligées de chercher un centre d’apprentissage de l’art hors commune. Ne serait-ce pas très dommageable pour les services offerts à la population ? M. MAINGAIN répond qu’une consultation juridique a été effectuée par un avocat, que l’audit n’est pas si favorable que Mme CARON veut bien l’affirmer et qu’il y a des faits mis en évidence par des pièces probantes sur base desquels le Collège a décidé de ne pas accorder le solde des subventions, à savoir : - gonflement des provisions, - gonflement des frais annuels d'entretien de la voiture de la directrice, - lacunes dans la gestion de la caisse (la caisse enregistre en décembre 2012 des frais de réception à hauteur de 500 EUR ainsi qu'une dépense de restaurant au Club House du golf du Zoute pour un montant de 140,60 EUR concernant un déjeuner d'affaires). Il ajoute qu’il y a 5 associations qui proposent des activités créatives sur le territoire de la commune et que le Collège n’accepte pas que celle-ci ait délocalisé l’essentiel de ses activités sur le territoire d’une autre commune, ceci impliquant qu’elle devrait plutôt demander des subsides à cette autre commune. Il signale que cela fait déjà quelques temps que le Collège se posait des questions quant à la gestion de cette ASBL, qu’il y a eu des démissions successives d’administrateurs et qu’il y a maintenant plus que des indices de gestion inappropriée. Sur base des documents recueillis, de l’analyse des services et de l’avis de l’avocat, le Collège a décidé de transmettre le dossier au Parquet de Monsieur le Procureur du Roi et à l’auditorat du travail. Le Collège ne préjuge pas mais conformément à l’article 29 du CIC, il est tenu d’informer les autorités judiciaires de faits susceptibles d’être qualifiés de délits. Il invite Mme CARON à être plus prudente dans ses affirmations et diffusions d’informations. #018/16.12.2013/A/0068# ---------Mw CARON ondervraagt het College over de niet uitkering van subsidies aan de VZW "Ateliers Malou". Zij redeneert als volgt ten voordele van genoemde VZW: “Wie in de gemeente en zelfs erbuiten kent de VZW “Les Ateliers Malou” niet? Deze leerplek en centrum van artistieke vormgeving kan zich meten met de meest gekende en belangrijke kunstcentra in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De "Ateliers Malou" behoren tot de meest notoire Centra voor Creatieve Expressie (C.C.E.) in België. Bijna 500 kinderen en volwassenen hebben kunnen genieten van hun artistieke kennis op het grondgebied van de gemeente. Deze VZW rekent op de toekenning van jaarlijkse subsidies vanwege de gemeente om haar voortbestaan te verzekeren.
228 Er zijn 32 gekwalificeerde banen in het geding. Sedert 40 jaar is de gemeente Sint-LambrechtsWoluwe de voornaamste subsidiërende overheid. Op een totaal van 46.000 EUR die hen elk jaar wordt toegekend en die ook dit jaar nog werden ingeschreven op de begroting en goedgekeurd door de Gemeenteraad, zijn er maar 8.000 EUR geïnd in 2013. Eind juni 2013 bedroegen de verwachte subsidies 23.400 EUR waarvan er 15.400 EUR nog niet waren uitbetaald. De gemeente heeft besloten om over te gaan tot een audit van de boekhouding van de VZW. Het blijkt dat de resultaten van deze audit positief zijn. Niets opzienbarend is er kunnen ingebracht worden tegen de VZW, integendeel! Andere beweegredenen werden ingeroepen door de gemeente om niet te moeten overgaan tot de vrijmaking van de subsidies voor 2013 maar de VZW heeft deze allemaal, één voor één, nauwkeurig weerlegd. Bijgevolg staat niets nog in de weg voor de toekenning van deze subsidies. De VZW is gerechtigd om te vernemen wanneer de subsidies zullen worden uitgekeerd. Is de gemeente zich bewust van meer dan 30 jobs op de helling te zetten? 30 families die in crisistijd op de straat riskeren te belanden. Laat ons beter hopen! De VZW blijft niet bij de pakken zitten en is actief op zoek naar andere subsidiërende overheden: de stappen hiertoe worden genomen. Het beheer is een kunst maar wanneer ze afhankelijk is van beloofde subsidies die onzeker dreigen te worden, dan wordt het geblinddoekt navigeren. En de katastrofe is niet meer veraf! De gemeente kan dit veranderen en een sereen artistiek landschap aanbieden aan haar inwoners.” Ze stelt volgende vragen: 1. Wanneer zal de VZW "Ateliers Malou" het saldo innen van de toegekende subsidies voor het jaar 2013? 2. De VZW voldoet aan alle voorwaarden om deze subsidies te ontvangen: waarop wacht de gemeente nog om ze vrij te maken? 3. Welk signaal wenst de gemeente te geven aan de inwoners indien ze beslist geen gevolg te geven aan de vrijmaking van deze subsidies? 4. Wat doet de gemeente om een sociaal bloedbad te vermijden (32 jobs bedreigd)? 5. Waarom een VZW niet helpen die zulke uitstraling, zelfs buiten de gemeente, en die, ingevolge het auditverslag, een correcte boekhoudng voert? 6. Door de VZW niet te helpen zullen vele personen verplicht zijn om een kunstschool te zoeken buiten de gemeente. Is dit niet schadelijk voor de dienstverlening vanwege de gemeente aan haar bevolking? De Hr MAINGAIN antwoordt dat een advocaat een juridisch advies heeft verstrekt dat niet zo gunstig is als Mw CARON wil voorstellen en dat daarin feiten zijn opgenomen, gestaafd door afdoende stukken, op basis waarvan het College heeft beslist het saldo van de subsidies niet toe te kennen, te weten: - het opblazen van de voorzieningen, - het opblazen van de jaarlijkse onderhoudskosten van het voertuig van de directrice, - leemtes in het kasbeheer (de kas registreert in december 2012 receptieonkosten ten belope van 500 Eur evenals een restaurantuitgave in het golf Club House van het Zoute voor een bedrag van 140,60 Eur voor een zakendiner). Hij voegt er aan toe dat er 5 verenigingen zijn op het grondgebied van de gemeente die creatieve activiteiten inrichten en dat het College niet aanvaardt dat deze vereniging het leeuwendeel van haar activiteiten op het grondgebied van een andere gemeente organiseert, hetgeen in feite impliceert dat ze eerder subsidies zou moeten aanvragen bij die andere gemeente. Hij merkt op dat het College zich reeds een tijdje de vraag stelde over het beheer van die VZW. Meerdere bestuurders werden ontslagen en nu zijn er meer dan aanwijzingen van onzorgvuldig beheer. Op basis van de bijeengebrachte documenten, de analyse van de diensten en het advies van de advocaat, heeft het College beslist om het dossier over te maken aan het Parket van de Procureur des Konings en het arbeidsauditoraat. Het College wil niet vooruitlopen op de feiten maar conform artikel 29 van het wetboek van strafvordering, is het gehouden de gerechtelijke autoriteiten in kennis te stellen van feiten die mogelijk kunnen worden omschreven als misdrijven. Hij verzoekt Mw CARON om voorzichtiger te zijn met haar beweringen en de verspreiding van informatie. #018/16.12.2013/A/0068# ----------
229 M. THAYER quitte la séance. De Hr THAYER verlaat de vergaderzaal. --------51. Société Fluxys – Opération d’entretien des installations avec purge des canalisations les 24 et 25/10/2013 – Interpellation (Mme MELARD) Maatschappij Fluxys – Onderhoud van de installaties met purgeren van de leidingen op 24 en 25/10/2013 – Interpellatie (Mw MELARD) Mme MELARD signale que la société FLUXYS a procédé à une nouvelle opération d'entretien des installations avec purge des canalisations, les 24 et 25 octobre dernier. Elle demande quelles mesures ont été prises en la circonstance tant par l’autorité communale que par Bruxelles Environnement afin de constater les éventuels inconvénients résultant de cette opération. M. MAINGAIN répond que les travaux ont été suivis sur place par un membre du service Inspectorat de l’IBGE, que celui-ci a rédigé un rapport, transmis par la suite à la commune, qui confirme que ces travaux n’impliquaient aucun dégazage et consistaient en des vérifications et entretiens périodiques. Il précise que ces travaux ont nécessité la purge de deux canalisations de gaz et l’installation d’une petite torchère portative mais le représentant de l’IBGE n’a mesuré aucune concentration de gaz dans le voisinage de la torchère ni auprès des habitations du clos Van Rijn et cette opération s’est déroulée sans nuisance sonore ni olfactive. Il ajoute que des experts scientifiques seront consultés pour déterminer dans quel délai une séance d’information aux habitants pourrait être organisée afin de leur faire connaître les mesures à suivre en cas de risque particulier. #018/16.12.2013/A/0069# ---------Mw MELARD laat weten dat de onderneming FLUXYS op 24 en 25 oktober jl. overgegaan is tot een nieuwe onderhoudsbeurt van de installaties met de purgering van de leidingen. Ze vraagt welke maatregelen werden genomen te dier gelegenheid zowel door de gemeentelijke overheid als door Leefmilieu Brussel om eventuele ongemakken bij deze operatie vast te stellen. De Hr MAINGAIN antwoordt dat de werkzaamheden ter plaatse opgevolgd werden door een lid van de inspectiedienst van het BIM en dat deze persoon een verslag heeft opgesteld, overgemaakt aan de gemeente, die bevestigt dat de werken geen enkele ontgassing met zich meebrachten en bestonden uit natrekkingen en periodiek onderhoud. Hij licht toe dat de werken de purgering van twee gasleidingen en de installatie van een kleine draagbare toorts behelsden maar dat de vertegenwoordiger van het BIM geen enkele gasconcentratie heeft gemeten, noch in de omgeving van de toorts noch bij de woningen aan de Van Rijngaard en dat deze operatie verlopen is zonder geluids- of geurhinder. Hij voegt er aan toe dat wetenschappelijke experts zullen geraadpleegd worden om vast te stellen binnen welke termijn een infosessie met de bewoners kan worden georganiseerd om hen de te volgen maatregelen toe te lichten in geval van een bijzonder risico. #018/16.12.2013/A/0069# --------M. DEVILLE quitte la séance. De Hr DEVILLE verlaat de vergaderzaal. ---------
230 52. Modification de l’objet social de l’ASBL Wolu-International – Interpellation (M. VAN DER AUWERA) Wijziging van het doel van de vennootschap van de VZW Wolu-International – Interpellatie (de Hr VAN DER AUWERA) M. VAN DER AUWERA interpelle le Collège concernant la modification de l'objet social de l'ASBL Wolu-International. Il situe le contexte de sa question : lors d'une réunion du Conseil d’administration de cette ASBL, dans lequel siègent notamment des membres du Collège et des conseillers communaux dont MM. MAINGAIN, VELDEKENS et FRANKIGNOUL, des modifications de statuts ont été proposées, alors que, lors d'une réunion en commission Finances en octobre, à propos des projets de solidarité internationale, il a été répondu par l'échevin que la finalité de l'association était essentiellement d'offrir un véhicule pour l'envoi de fonds vers la RDC dans le cadre de projets menés en RDC et que cette association n'avait pas pour objet l'animation de projets spécifiques. Il s'interroge donc sur les motivations du Conseil d’administration au vu des changements inclus dans les statuts de l’ASBL et cite 2 exemples pris dans l'article 4 : - la « promotion des activités à caractère international » se mue en « soutien aux activités menées dans le cadre des relations extérieures de la commune... » ; - on y inclut maintenant « la promotion de la francophonie... ». Puisque le budget de cette association est attribué par le Conseil communal, il souhaite être éclairé quant aux intentions du Collège et demande de citer quelques projets inédits qui ont motivé la nécessité impérieuse de ces changements. Il a en effet le sentiment que cette association devient presque une extension du bureau de campagne du FDF et remet en question la participation d’ECOLO vu le changement d’objet social. M. MAINGAIN répond que la solidarité n’a pas de frontières et que le Collège défend de manière déterminée et volontaire les droits de l’homme et les droits fondamentaux, lorsqu’ils sont bafoués, que ce soit au bout du monde ou à 500 mètres de Woluwe et quelles que soient les personnes concernées. Il ajoute que d’autres communes bruxelloises, notamment Uccle, ont des projets du même type et que Wolu-International est un des vecteurs de cet engagement en faveur de la défense des droits de l’homme. M. VAN DER AUWERA s’étonne que le Conseil d’administration n’ait pas encore été informé de ces actions alors qu’elles sont déjà annoncées dans le Wolu info et émet des réserves quant à la participation d’ECOLO à cette ASBL dans cette option-là. M. MAINGAIN répond que cela figure dans le PV de l’Assemblée générale du 04/06/2013 au cours de laquelle un budget de 45.000 EUR a été dédié à la promotion des droits fondamentaux, notamment en périphérie bruxelloise. Il ajoute que la réalité juridique est telle que la loi n’est pas du côté des autorités flamandes, moultes fois condamnées. #018/16.12.2013/A/0070# ---------De Hr VAN DER AUWERA ondervraagt het College betreffende de wijziging van het sociaal voorwerp van de VZW "Wolu-International". Hij situeert de context van zijn vraag: tijdens een vergadering van de Raad van beheer van deze VZW, waarin onder meer leden van het College zetelden en van de Gemeenteraad waaronder de HH. MAINGAIN, VELDEKENS en FRANKIGNOUL, werden er wijzigingen in het statuut voorgesteld. Tijdens een vergadering van de commissie Financiën in oktober heeft de schepen echter, naar aanleiding van projecten van internationale solidariteit, geantwoord dat het doel van de vereniging in essentie het doorsluizen was van fondsen naar de DRC in het kader van projecten die geleid worden vanuit de DRC en dat deze vereniging zich niet bezig hield met de animatie van specifieke projecten. Hij stelt zich dus vragen bij de motivateringen van de Raad van beheer in het licht van de wijzigingen die vervat zijn in de statuten van de VZW en vermeldt twee voorbeelden uit artikel 4: - de “bevordering van activiteiten van internationale aard” verandert in “hulp aan de activiteiten in het kader van de buitengemeentelijke relaties..”; - men voegt er nu ook aan toe “de bevordering van de franstaligheid...”.
231 Vermits de begroting van deze vereniging toegekend wordt door de Gemeenteraad, wil hij toelichting krijgen bij de bedoelingen van het College en vraagt hij enkele onuitgegeven projecten op te noemen die noodwendigheid aantonen van deze koerswijziging. Hij heeft namelijk het gevoel dat deze vereniging een veruitwendiging vormt van een campagnebureau van het FDF en trekt de deelname van ECOLO in twijfel gelet op de wijziging van het sociaal doel. De Hr MAINGAIN antwoordt dat solidariteit geen grenzen kent en dat het College op vastbesloten en vrijwillige wijze de mensenrechten en de fundamentele rechten verdedigt bij schending ervan, of het nu aan de andere kant van de wereld is of op 500 meter van Woluwe en ongeacht wie er betrokken is. Hij voegt er aan toe dat andere Brusselse gemeenten waaronder Ukkel projecten hebben van dezelfde aard en dat "Wolu-International" drager is van dit streven ten gunste van de verdediging van de mensenrechten. De Hr VAN DER AUWERA verwondert er zich over de dat de Raad van beheer nog niet geïnformeerd is geweest over deze acties terwijl ze reeds verschenen waren in de Wolu info en uit zijn voorbehoud voor wat betreft de deelname van ECOLO aan deze VZW in de huidige opmaak. De Hr MAINGAIN antwoordt dat dit vermeld staat in de notulen van de algemene vergadering van 04/06/2013 tijdens dewelke een begroting van 45.000 EUR werd voorbestemd aan de bevordering van de fundamentele rechten, in het bijzonder in de Brusselse rand. Hij voegt er aan toe dat de juridische werkelijkheid dusdanig is dat ze niet aan de zijde staat van de Vlaamse overheid, veelvuldig hiervoor veroordeeld. #018/16.12.2013/A/0070# ---------MM. MATGEN, THAYER, JAQUEMYNS et DEVILLE rentrent en séance tandis que Mme LOUIS, M. VELDEKENS et Mme DESTREE-LAURENT la quittent. De HH. MATGEN, THAYER, JAQUEMYNS en DEVILLE komen de vergaderzaal terug binnen terwijl Mw LOUIS, de Hr VELDEKENS en Mw DESTREE-LAURENT ze verlaten. --------53. Budget réservé aux activités de l’échevin néerlandophone de la commune – Interpellation (M. IDE) Begroting voorbehouden aan de activiteiten van de Nederlandstalige schepen van de gemeente – Interpellatie (de Hr IDE) Ce point est traité conjointement avec les points 57 et 63. M. IDE rappelle que le but du « milliard Polycarpe » est d’être un incitant afin de permettre à un représentant de l’autre communauté de participer aux délibérations du Collège. Il fait remarquer que celui-ci avait été refusé dans un premier temps mais finalement accepté dans la nouvelle législature pour servir la politique du président du FDF, accompagné de « son petit caniche néerlandophone qui lui sert d’échevin flamand ». M. MAINGAIN souligne le caractère insultant et inacceptable de ces propos. M. IDE pose les questions suivantes : - Dans la communication du bourgmestre parue dans le journal « Le Soir » du 20 novembre, que signifie « le reste » dans la phrase « Nous irons jusqu’à 150 à 180.000 EUR, le reste finance les fonctions de l’Echevin » ? - Sur quels articles budgétaires ces sommes sont-elles perçues et dépensées ? - Quelle est la délibération du Collège qui organise tout ceci ? - La tutelle régionale a-t-elle éventuellement été saisie et/ou a-t-elle réagi à cette question ?
232 M. GEELHAND ajoute qu’il semble une fois de plus que le bourgmestre ne sache pas faire la distinction entre la présidence de son parti et sa fonction de bourgmestre de TOUS les Woluwéens. Il ne souhaite pas mettre de l’huile sur le feu de cette provocation cynique. Ce qui le préoccupe, c’est qu’à l’ordre du jour de presque chaque Conseil communal, des modifications budgétaires sont demandées. Au vu des difficultés financières dans lesquelles la commune entre, comme beaucoup d’autres, il estime qu’il faut dépenser chaque eurocent, y compris les deniers de Judas, au profit de tous les Woluwéens et que ce n’est pas le rôle de la commune et de son administration de perdre du temps et de l’argent avec une surenchère fédérale et communautaire. Pour terminer, il ajoute que le bourgmestre qui se présente toujours comme un vrai démocrate n’hésite pas à accorder des subsides sans les soumettre préalablement à un Conseil communal élu démocratiquement. Il demande : - quel budget est alloué à ces mesures de soutien, - une liste détaillée des dépenses (site web, associations, etc.), - quelles associations seront soutenues, quel est leur statut juridique et qui sont les mandataires. Mme BROCHÉ fait remarquer que, sur les 480.000 EUR dont 150 à 180.000 EUR sont alloués en faveur d’actions en périphérie, il reste 300.000 EUR pour les actions menées par l’échevin néerlandophone. Elle demande quelles sont ces actions. Elle se demande en outre s’il ne serait pas préférable d’accorder un tarif préférentiel aux CCLM aux habitants de la périphérie plutôt qu’un accès à la piscine au tarif communal alors que celle-ci est déjà surpeuplée. M. MAINGAIN répond que le meilleur témoignage est celui des Européens qui habitent en périphérie : ceux-ci y voient enfin une initiative citoyenne car ils ne comprennent pas que ce qui se fait à WoluweSaint-Lambert ne puisse pas se faire 500 mètres plus loin. Il précise qu’à Woluwe-Saint-Lambert, on accueille les citoyens non seulement dans les langues officielles mais aussi dans plusieurs autres langues et qu’une prime est accordée au personnel pour cela. Il fait remarquer que la cohabitation consiste à permettre à chacun de parler sa langue mais que, dans certaines infrastructures sportives en périphérie, les clubs francophones sont littéralement chassés. Il pointe du doigt la commune de Zaventem qui n’est pas capable de respecter l’esprit et la volonté démocratique des institutions européennes. Il ajoute que le Conseil de l’Europe, institution gardienne des droits de l’homme, condamne cette attitude, que la dénoncer n’est pas une provocation et que son groupe politique a annoncé aux électeurs qu’il assumerait cette solidarité qui ne s’adresse d’ailleurs pas uniquement aux francophones. Il explique que les fonds sont alloués notamment au site internet de M. LIENART dont certaines parties sont en 27 langues. Il est d’avis que cela ne peut choquer que les nationalistes obtus. Il est pour sa part du côté de ceux qui veulent abolir les frontières et non en ériger. Il estime que ce qui se passe en Flandres nous regarde tous au nom de la démocratie et que toutes les causes démocratiques méritent d’être soutenues, en particulier le fait d’interdire l’usage d’une langue qui est un principe non démocratique et discriminatoire. Il annonce que plusieurs autres initiatives seront encore prises dans les prochaines années. Il précise que plusieurs services travaillent à ces projets (Relations extérieures, Informatique…). M. IDE demande s’il y a une décision du Collège. M. MAINGAIN répond qu’il ne faut pas de décision du Collège pour demander à un service de travailler sur un projet. M. GEELHAND fait remarquer qu’au moment du budget, il n’y a pas eu de réponse aux questions posées quant à l’utilisation de ces fonds. M. MAINGAIN répond qu’à ce moment, les projets n’étaient pas encore élaborés. M. IDE demande s’il y a eu une réaction de la tutelle. Il demande par ailleurs s’il y a eu une réunion du Collège pour fixer les compétences de l’échevin néerlandophone.
233 M. MAINGAIN répond que la Région ne s’est pas émue de ces projets, contrairement au cabinet du ministre BOURGEOIS (qui refuse aussi de nommer les bourgmestres en périphérie) mais que la commune n’a pas donné suite à cette réaction. Il se demande comment on peut trouver normal de verser une aide à une association qui travaille à l’autre bout du monde et pas à une association qui travaille aux portes de Bruxelles. M. IDE rappelle que, début 2013, le Collège a refusé de répondre aux questions posées à ce sujet. M. MAINGAIN répète que les projets étaient en cours d’élaboration. Il précise que certaines décisions passent par les ASBL et que les crédits seront affectés par différents biais : travail d’un fonctionnaire (par exemple à 50 % de son temps), don à une ASBL comme Wolu-International… Il prévoit de faire la somme de ces dépenses en fin d’année. M. IDE souhaite recevoir une réponse écrite. M. GEELHAND trouve que M. MAINGAIN reste très vague et qu’il n’a reçu de réponse à aucune de ses 3 questions. #018/16.12.2013/A/0071# ---------Dit punt word samen met punten 57 en 63 behandeld. De Hr IDE herinnert eraan dat “het miljard in het kader van de Lambermont-akkoorden” bedoeld was als stimulus om een vertegenwoordiger van de andere gemeenschap de kans te geven om de beraadslagingen van het College bij te wonen. Hij merkt op dat deze in een eerste instantie geweerd werd, maar nadien bij de nieuwe legislatuur aanvaard werd om de politiek te dienen van de voorzitter van het FDF die daarbij wordt bijgestaan door “zijn kleine Nederlandstalige poedel die als Vlaamse schepen optreedt”. De Hr MAINGAIN onderstreept de beledigende en onaanvaardbare strekking van deze woorden. De Hr IDE stelt de volgende vragen : - In het bericht van de burgemeester dat op 20 november in de krant “Le Soir” verscheen, wat betekende daar “de rest” in de zin “We zullen tot 150 à 180.000 EUR gaan, de rest financiert de functies van de Schepen”? - Op welke begrotingsartikels zijn deze sommen ingeschreven en uitgegeven? - Welke beraadslaging van het College heeft dit allemaal geregeld? - Werd de gewestelijke toezichthoudende overheid hiervan op de hoogte gebracht en/of heeft ze hierop gereageerd? De Hr GEELHAND voegt eraan toe dat de burgemeester weereens geen onderscheid kan maken tussen het voorzitterschap van zijn partij en zijn functie van burgemeester van ALLE Woluwenaars. Hij wil dan ook geen olie op het vuur van deze cynische provocatie gooien. Waar hij wel mee inzit, is dat er op de agenda van bijna elke Gemeenteraad budgetaanpassingen gevraagd worden. Gezien de financiële moeilijkheden die er voor de gemeente, net zoals voor vele andere, aankomen, meent hij dat elke eurocent, ook de Lombardgelden, moeten worden uitgegeven ten bate van alle Woluwenaars en dat het niet de rol is van de gemeente en haar bestuur om tijd en geld te verliezen met federaal en communautair opbod. Tenslotte voegt hij eraan toe dat de burgemeester die zichzelf altijd als een echte democraat voorstelt, het niet nalaat subsidies toe te kennen zonder deze eerst aan een democratisch verkozen Gemeenteraad voor te leggen. Hij vraagt : - welk budget wordt er aangesproken voor deze steunmaatregelen, - een gedetailleerde lijst van de uitgaven (website, verenigingen, enz.), - welke verenigingen gesteund zullen worden, wat hun juridisch statuut is en wie de mandatarissen zijn.
234 Mw BROCHÉ merkt op dat er van de 480.000 EUR, waarvan er 150 à 180.000 EUR bestemd zijn voor acties in de Rand, nog 300.000 EUR overblijft voor acties van de Nederlandstalige schepen. Ze vraagt wat deze acties zijn. Ze vraagt zich af of het niet meer aangewezen zou zijn om de inwoners van de Rand een voorkeurstarief aan te bieden voor de lessen aan de CCLM i.p.v. toegang tot het gemeentelijk zwembad dat toch al overvol zit. De Hr MAINGAIN antwoordt dat de beste getuigenis die van de Europeanen is die in de Rand wonen: deze zien hier eindelijk een burgerinitiatief in. Ze begrijpen namelijk niet waarom wat er in SintLambrechts-Woluwe gedaan wordt 500 m verder onmogelijk is. Hij wijst erop dat men in SintLambrechts-Woluwe de burgers niet enkel in de officiële talen ontvangt, maar ook in andere talen en dat het personeel hiervoor een premie krijgt. Hij merkt op dat samenleven betekent dat ieder zijn eigen taal mag spreken, maar dat in bepaalde cultuur- en sportinstellingen in de Rand de Franstalige clubs letterlijk worden weggejaagd. Hij verwijst naar de gemeente Zaventem die niet bij machte is de democratische geest en wil van de Europese instellingen na te leven. Hij voegt eraan toe dat de Raad van Europa, die toeziet op de Rechten van de Mens, deze houding veroordeelt en dat dit hekelen geen provocatie is. Zijn politieke groep heeft de kiezers meegedeeld dat hij deze solidariteit niet uit de weg zou gaan, solidariteit die zich trouwens niet tot de Franstaligen beperkt. Hij legt uit dat de fondsen met name gebruikt worden voor de website van de Hr LIENART waarvan sommige stukken in 27 talen worden weergegeven. Hij is van mening dat dit enkel de meest hardnekkige nationalisten kan shockeren. Hij staat aan de kant van zij die grenzen willen neerhalen, niet optrekken. Hij meent dat wat er in Vlaanderen gebeurt ons allen aangaat in naam van de democratie en dat iedere democratische zaak gesteund moet worden, vooral wanneer het gebruik van een taal verboden wordt, iets wat ondemocratisch en discriminerend is. Hij kondigt aan dat er de volgende jaren verschillende andere initiatieven zullen worden genomen. Hij preciseert dat verschillende diensten aan deze projecten werken (Externe Betrekkingen, Informatica…). De Hr IDE vraagt of er een beslissing van het College is. De Hr MAINGAIN antwoordt dat er geen beslissing van het College nodig is om aan een dienst te vragen aan een project te werken. De Hr GEELHAND merkt op dat op het ogenblik van de begroting men niet geantwoord heeft op de vraag naar de besteding van deze fondsen. De Hr MAINGAIN antwoordt dat op dat ogenblik de projecten nog niet waren uitgewerkt. De Hr IDE vraagt of er een reactie geweest is vanwege de toezichthoudende overheid. Hij vraagt bovendien of er een vergadering van het College geweest is om de bevoegdheden van de Nederlandstalige schepen vast te leggen. De Hr MAINGAIN antwoordt dat het Gewest zich niets aantrekt van deze projecten, in tegenstelling tot het kabinet van minister BOURGEOIS (die ook weigert de burgemeesters in de Rand te benoemen) maar dat de gemeente geen gevolg heeft gegeven aan deze reactie. Hij vraagt zich af hoe men het normaal kan vinden om hulp te geven aan een vereniging die aan de andere kant van de wereld werkt, maar niet aan een vereniging die voor de deur van Brussel werkt. De Hr IDE herinnert eraan dat het College begin 2013 geweigerd heeft om op vragen in verband hiermee te antwoorden. De Hr MAINGAIN herhaalt dat de projecten toen in voorbereiding waren. Hij wijst erop dat bepaalde beslissingen via VZW’s genomen worden en dat de kredieten door verschillende acties toegewezen zullen worden: werk van een ambtenaar (bv. 50 % van zijn tijd), gift aan een VZW zoals WoluInternational… Hij zegt dat hij de optelsom van de uitgaven aan het einde van het jaar zal maken. De Hr IDE wenst een geschreven antwoord te krijgen.
235 De Hr GEELHAND vindt dat de Hr MAINGAIN erg vaag blijft en dat hij op geen enkele van zijn 3 vragen een antwoord heeft gehad. #018/16.12.2013/A/0071# ---------Mme DESTREE-LAURENT rentre en séance tandis que MM. BOTT, LEMAIRE, DEVILLE et DEROUBAIX la quittent. Mw DESTREE-LAURENT komt de vergaderzaal terug binnen terwijl de HH. BOTT, LEMAIRE, DEVILLE en DEROUBAIX ze verlaten. ---------54. Projet de supprimer une venelle ? Sentier 26 – Interpellation (M. VAN DER AUWERA) Plan om een steegje af te schaffen? Pad 26 – Interpellatie (de Hr VAN DER AUWERA) M. VAN DER AUWERA a noté sur le site de la commune l'invitation faite aux habitants du quartier Kerkedelle de donner leur avis sur un projet « d'adaptation du tracé du sentier 26 ». Il pose les questions et émet les remarques suivantes : - Sauf erreur, il ne s'agit pas d'une enquête publique. Celle-ci devrait-elle intervenir ultérieurement ? - Le dossier peut être consulté du 2 au 20 décembre auprès de la division Réalisation et Entretien. Quid de l'implication de la cellule Mobilité et du service de l'Urbanisme ? - Une séance d'information est prévue le 15 janvier. Pourquoi ne pas programmer l'information au public pendant la consultation du projet ? (c'est une demande récurrente) - Le projet tel que présenté va à l'encontre du PCM qui fait l’éloge des nombreuses venelles et a pour objectif de favoriser les déplacements doux. - Pourquoi inviter aux comportement NIMBY par la formulation utilisée dans l'invitation faite aux habitants alors que la commune a toute latitude de remédier aux défauts invoqués : « - le sentier actuel n'est pas assez éclairé - il donne accès à l'arrière d'habitations, ce qui suscite des risques d'effractions - la présence de haies, clôtures et plantations diverses rend le site actuel difficile à entretenir » -> en quoi le nouveau tracé y remédie-t-il ? - Dans le nouveau tracé, la pente de rue des Floralies est dangereuse et le cheminement malaisé (parents avec poussette, enfants à vélo, personnes âgées...). Le chemin actuel offre un tracé beaucoup plus confortable et sécurisé. - Quel est le statut cadastral des terrains sur lesquels il est envisagé de tracer un nouveau chemin (partie 5 – PPAS 6 en voie d'abrogation) ? M. MAINGAIN répond que, dans le cadre de la démocratie participative, plusieurs habitants ont demandé que l’on envisage la modification de ce sentier, notamment pour des raisons de sécurité. Il signale qu’il existe une servitude de passage et qu’à tout moment, les propriétaires pourraient décider d’y mettre fin. Il précise que l’enquête préalable est organisée en application du code de la participation et permettra de déterminer si les habitants confirment cette intention mais que rien n’est encore décidé et que l’intention n’est pas de créer des voiries. Il ajoute qu’il y a un projet de mise à gabarit du réseau d’égouttage mais que, pour cela, il faut aussi une voie de servitude de passage du réseau d’égouttage. Il fait remarquer que le chemin tel qu’il est aujourd’hui n’est pas tellement praticable pour les poussettes, PMR, etc. Il répète qu’il s’agit simplement d’une enquête pour obtenir l’avis des habitants et que rien n’est décidé. #018/16.12.2013/A/0072# ---------De Hr VAN DER AUWERA heeft op de website van de gemeente de uitnodiging aan de inwoners van de wijk Kerkedelle gezien om hun mening te geven over een project om “het tracé van voetweg 26 aan te passen”. Hij heeft de volgende vragen en opmerkingen: - Behoudens vergissing gaat het hier niet om een openbaar onderzoek. Volgt er daarna nog een? - Het dossier kan tussen 2 en 20 december worden ingekeken bij de afdeling Realisatie en Onderhoud. Wat met de inbreng van de cel Mobiliteit en van de dienst Stedenbouw?
236 - Er is een infosessie voorzien op 15 januari. Waarom programmeert men de informatie van het publiek niet tijdens de consultatiefase van het project? (deze vraag komt steeds weer). - Het voorgestelde project gaat in tegen het GMP dat lyrisch doet over de vele steegjes en dat de zachte verplaatsingen net wil bevorderen. - Waarom een NIMBY-gedrag uitlokken door de formulering van de uitnodiging voor de bewoners terwijl de gemeente alle aangehaalde problemen kan verhelpen: “- de huidige voetweg is niet goed genoeg verlicht - hij geeft toegang tot de achterkant van de woningen, dit verhoogt de kans op overtredingen - door de aanwezigheid van hagen, afsluitingen en verschillende aanplantingen is de site momenteel moeilijk te onderhouden” -> waaraan verhelpt het nieuwe tracé eigenlijk? - In het nieuwe tracé is de afdaling van de Floraliënstraat gevaarlijk en kan men er moeilijk voorbij (ouders met kinderwagen, kinderen met de fiets, senioren…). Het huidige tracé is veel makkelijker en veiliger. - Wat is het kadastraal statuut van de terreinen waarover de nieuwe weg zal lopen (deel 5 – BBP 6 in staat van opheffing)? De Hr MAINGAIN antwoordt dat in het kader van de participatieve democratie verschillende inwoners gevraagd hebben dat men zou overwegen om dit pad te wijzigen, meer bepaald om veiligheidsredenen. Hij wijst erop dat er een erfdienstbaarheid van doorgang bestaat en dat de eigenaars hier op ieder moment een einde aan zouden kunnen maken. Hij preciseert dat de voorafgaande enquête georganiseerd wordt in toepassing van de participatiecode en toelaat om vast te stellen of de inwoners deze intentie bevestigen. Er is echter nog niets beslist en het is niet de bedoeling om wegen te creëren. Hij voegt eraan toe dat er een project bestaat om het riolennetwerk aan te passen maar dat er hiervoor een erfdienstbaarheid van doorgang van het riolennetwerk nodig is. Hij laat opmerken dat de huidige voetweg niet echt aangewezen is voor kinderwagens, mensen die slecht ter been zijn, enz. Hij herhaalt dat het enkel om een enquête gaat om de mening van de inwoners te kennen en dat er nog niets beslist is. #018/16.12.2013/A/0072# ---------MM. BOTT, LEMAIRE, DEVILLE et DEROUBAIX rentrent en séance tandis que M. LIENART, Mmes HENRY, DE VALCKENEER et DRANSART la quittent. De HH. BOTT, LEMAIRE, DEVILLE en DEROUBAIX komen de vergaderzaal terug binnen terwijl de Mwen HENRY, DE VALCKENEER en DRANSART ze verlaten. ---------55. Parking rue Tombu – Etat de la question – Interpellation (M. VAN DER AUWERA) Parking Tombulaan – Stand van zaken – Interpellatie (de Hr VAN DER AUWERA) M. VAN DER AUWERA rappelle que, depuis plus de 3 ans, ce terrain constructible est utilisé par les services communaux (fonctionnaires et enseignants) comme parking, que le terrain a été aménagé en parking en toute illégalité et qu’au moins un arbre à haute tige a été abattu sans autorisation. Il ajoute qu’en 2012, une barrière automatique a été placée à l'entrée pour un coût de 10.000 EUR et que cette barrière est aujourd’hui détruite et hors d’usage. Il demande au Collège quelles actions vont été prises dans le futur pour respecter la légalité. M. MAINGAIN répond qu’il n’y a pas d’aménagement définitif d’un parking en ce lieu mais que, dans l’attente d’un projet définitif pour ce terrain et à la demande des habitants, une mesure provisoire a été prise pour que l’accès à ce terrain soit réservé en journée au personnel de la crèche, de l’école Prince Baudouin et de l’Académie et en soirée aux riverains, et ce pour faire face aux problèmes de stationnement dans le quartier. Il précise que cette facilité disparaîtra quand le terrain aura reçu son affectation définitive. Quant à la barrière, il signale qu’il s’agit d’un problème d’alimentation électrique. #018/16.12.2013/A/0073# ----------
237 De Hr VAN DER AUWERA herinnert eraan dat dit stuk bouwgrond al meer dan 3 jaar als parkeerplaats gebruikt wordt door de gemeente (ambtenaren en leerkrachten), dat dit stuk grond op illegale wijze als parkeerplaats werd ingericht en dat er minstens één hoogstammige boom werd geveld zonder toestemming. Hij voegt eraan toe dat er in 2012 een automatische slagboom aan de ingang werd geplaatst. Prijskaartje: 10.000 EUR. Vandaag is deze slagboom stuk en buiten gebruik. Hij vraagt aan het College welke maatregelen er in de toekomst genomen zullen worden om de wet na te leven. De Hr MAINGAIN antwoordt dat deze plek niet definitief als parkeerplaats is ingericht maar dat er in afwachting van een definitief project, en op aanvraag van de inwoners, een tijdelijke maatregel werd genomen om de toegang tot het terrein voor te behouden aan het personeel van het kinderdagverblijf en de school “Prince Baudouin” en van de Academie, en ’s avonds aan de omwonenden. Dit in een poging om de parkeersituatie in de wijk wat te verlichten. Hij wijst erop dat deze maatregel afloopt zodra het terrein zijn definitieve bestemming krijgt. Wat de slagboom betreft, gaat het om een probleem met de elektrische voeding. #018/16.12.2013/A/0073# ---------Mme LOUIS, M. LIENART, Mmes HENRY, DE VALCKENEER et DRANSART rentrent en séance tandis que Mme MOLENBERG la quitte. Mw LOUIS, de Hr LIENART, Mwen HENRY, DE VALCKENEER en DRANSART komen de vergaderzaal terug binnen terwijl Mw MOLENBERG ze verlaat. ---------Le Secrétaire communal, De Gemeentesecretaris,
Le Président, De Voorzitter,
Patrick LAMBERT
Daniel FRANKIGNOUL -----------
M. FRANKIGNOUL, Président, n’assure plus la présidence. Il prend place parmi les conseillers communaux . Il est remplacé par Mme CALMEYN, suppléante, qui assure la présidence. De Hr FRANKIGNOUL, Voorzitter, neemt het voorzitterschap niet meer waar. Hij neemt plaats mits de gemeenteraadsleden. Hij wordt vervangen door Mw CALMEYN, plaatsvervangster, die het voorzitterschap waarneemt. ---------56. Parking de l’école européenne – Interpellation (M. FRANKIGNOUL) Parking van de Europese school – Interpellatie (de Hr FRANKIGNOUL) M. FRANKIGNOUL signale qu’il passe fréquemment par la rue de l'Ecluse et constate depuis des mois la situation suivante : La commune de Woluwe-Saint-Lambert a été expropriée de superbes terrains à bâtir de près de 10.000 m2 à cet endroit pour la construction d’un parking réservé exclusivement à la cinquantaine de bus de l'Ecole européenne. Face à un tel gâchis et au problème soulevé par l'imperméabilisation de cette surface énorme, la commune avait introduit un recours contre les permis d’urbanisme et d’environnement... et les avait évidemment perdus ! Ce parking, qui constitue une véritable « mare de béton », est inoccupé pendant la plus grande partie de la journée. Les grilles installées et les quelques traces de végétation ne semblent pas conformes aux permis délivrés.
238 Alors que ce parking est totalement vide à l’heure de midi, on y trouve une demi-douzaine de bus qui, étant donné que les grilles sont fermées (M. FRANKIGNOUL montre des photos pour étayer ses propos) : • sont rangés sur les emplacements de parking privatifs de l’immeuble situé au bas de la rue à gauche, perpendiculairement au traçage des places de stationnement, • ou sont rangés sur le côté droit de la chaussée, obligeant ainsi tout véhicule remontant la rue de l’Ecluse à franchir la ligne blanche continue et l’obligeant ainsi à commettre une infraction aux règles de la circulation routière, • ou encore, le plus souvent, sont rangés perpendiculairement devant les grilles. L'arrière des véhicules, étant donné leur longueur, déborde à ce point sur le trottoir que celui-ci n'est plus praticable par les piétons qui doivent alors emprunter la chaussée. Ceci est d'autant plus dangereux qu'il n'existe pas de trottoir de l'autre côté de la rue en Région flamande. Il qualifie de scandale cette expulsion d’un terrain de 10.000 m2 pour ne rien en faire et créer des dangers. Il demande si le Collège va demander à la direction de l’Ecole européenne de faire respecter une fois pour toutes les réglementations en la matière et, le cas échéant, les y contraindre par des contrôles de police. M. MAINGAIN répond que les faits ont été vérifiés par les services communaux qui ont constaté en date du 15/05/2012 que le parking n’était pas utilisé de même que les 09/12, 10/12, 11/12 et 12/12/2013 où l’inoccupation du parking a été constatée à 09h et à 14h. Il ajoute que le surveillant de chantier de la commune a rencontré sur place un responsable du parking qui a confirmé qu’il n’ouvrait le parking qu’à partir de 07h50 jusqu’à 08h20 et de 14h15 à 15h30 mais les bus arrivent dès 14h et se garent alors devant les grilles, empiétant ainsi sur l’espace public. Il signale que l’explication donnée par le responsable des grilles fait état d’un problème de maîtrise d’ouverture des grilles et d’une volonté de restreindre au maximum le temps de gestion des bus car cela exige un nombre important de personnes pour encadrer et accompagner les enfants. Il a l’intention de reprendre contact avec les responsables. Il précise que la gestion des bus dépend de l’association des parents qui s’en réfère au SPF des Affaires étrangères. M. FRANKIGNOUL fait remarquer que les photos ont été prises à 11h40 et à 12h20 et que les bus sont vides à ce moment-là. #018/16.12.2013/A/0074# ---------De Hr FRANKIGNOUL wijst erop dat hij vaak voorbij de Sasstraat komt en al maanden de volgende situatie opmerkt: De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe werd op die plek onteigend van zo’n 10.000 m² fantastische bouwgrond om er een parkeerplaats aan te leggen die exclusief voorbehouden is aan het vijftigtal bussen van de Europese school. Toen de gemeente zich hiermee geconfronteerd zag en wilde protesteren tegen het ondoorlaatbaar maken van zo’n grote oppervlakte, heeft ze verzet aangetekend tegen de stedenbouwkundige vergunning en tegen de milieuvergunning. Natuurlijk heeft ze dit verloren. Deze parkeerplaats, een ware zee van beton, staat het overgrote deel van de dag leeg. De geplaatste hekken en de enkele aanplantingen lijken niet overeen te stemmen met de afgeleverde vergunning. En terwijl deze parkeerplaats op de middag volledig leeg is, ziet men een half dozijn bussen die, aangezien de hekken gesloten zijn (de Hr FRANKIGNOUL staaft zijn betoog met een aantal foto’s): • op de private parkeerplaats staan van het gebouw onderaan links in de straat, loodrecht op het tracé van de parkeerplaatsen, • of rechts van de rijweg staan, waardoor ze ieder voertuig dat de Sasstraat oprijdt ertoe verplichten voortdurend over de volle witte lijn te rijden en zo de verkeersregels te overtreden, • of nog het vaakst, naast elkaar staan loodrecht op de hekken. Gezien hun lengte hangt hun achterkant zo ver over de stoep dat voetgangers die hier langs moeten, het voetpad niet kunnen gebruiken. Dit is des te gevaarlijker omdat er aan de overkant van de straat, in Vlaanderen, geen voetpad ligt.
239 Hij vindt het schandalig dat er 10.000 m2 onteigend werd om niets mee te doen behalve dan een gevaarlijke situatie creëren. Hij vraagt of het College aan de directie van de Europese school zal vragen om eens en voor altijd de bestaande regels na te leven en of het ze hiertoe zal verplichten d.m.v. politiecontroles. De Hr MAINGAIN antwoordt dat de feiten werden nagegaan door de gemeentelijke diensten die op 15/05/2012 vastgesteld hebben dat de parkeerplaats niet gebruikt werd, evenals op 09/12, 10/12, 11/12 en 12/12/2013 toen werd vastgesteld dat de parkeerplaats niet werd gebruikt tussen 09u en 14u. Hij voegt eraan toe dat de werfleider van de gemeente ter plaatse een verantwoordelijke van de parkeerplaats ontmoet heeft die bevestigd heeft dat hij de parkeerplaats enkel opende van 07u50 tot 08u20 en van 14u15 tot 15u30 maar dat de bussen al vanaf 14u aankomen en dan voor de hekken parkeren waardoor ze de openbare ruimte bezetten. Hij wijst erop dat de uitleg van de verantwoordelijke van de hekken op een probleem rond het openen van deze hekken wijst en op de wil het ogenblik waarop de bussen bereikbaar zijn zoveel mogelijk te beperken. Het is namelijk zo dat men enorm veel mensen nodig heeft om de kinderen op dat ogenblik te omkaderen en te begeleiden. Hij zal opnieuw contact opnemen met de verantwoordelijken. Hij wijst erop dat het beheer van de bussen afhangt van de oudervereniging die samenwerkt met de FOD Buitenlandse Zaken. De Hr FRANKIGNOUL merkt op dat de foto’s om 11u40 en om 12u20 genomen werden en dat de bussen op die momenten leeg zijn. #018/16.12.2013/A/0074# ---------Le Secrétaire communal, De Gemeentesecretaris,
La Président suppléante, De Plaatsvervangster-Voorzitster,
Patrick LAMBERT
Ariane CALMEYN ----------
M. FRANKIGNOUL, Président, reprend la présidence. De Hr FRANKIGNOUL, Voorzitter, neemt het voorzitterschap terug waar. ---------57. Steunmaatregelen in de Vlaamse Rand – Interpellatie (de Hr GEELHAND) Mesures de soutien à la périphérie flamande – Interpellation (M. GEELHAND) Dit punt wordt samen met punten 53 en 63 behandeld. Ce point est traité conjointement avec les points 53 et 63. #018/16.12.2013/A/0075# ---------Mme MOLENBERG et M. VELDEKENS rentrent en séance tandis que M. THAYER la quitte. Mw MOLENBERG en de Hr VELDEKENS komen de vergaderzaal terug binnen terwijl de Hr THAYER ze verlaat. --------
240 58. Hoe staat het met ons rampen- en urgentieplannen in onze gemeente – Interpellatie (de Hr DE SMUL) Où en est-on avec notre plan catastrophe et d’urgence dans notre commune – Interpellation (M. DE SMUL) De Hr DE SMUL vraagt hoe het staat met het rampen-, nood- en interventieplan. Hij vraagt of er een nieuwe ambtenaar belast met het nood- en interventieplan aangesteld is. De Hr MAINGAIN antwoordt dat het noodplan aan de gouverneur werd bezorgd en dat er nog op het akkoord voor één van de disciplines wordt gewacht aangezien de arts die verantwoordelijk is voor het psychosociaal gedeelte momenteel geen tijd heeft om ernaar te kijken. Hij wijst erop dat er een oefening werd gehouden met een simulatie van een ramp in de Paul Hymanslaan en dat deze oefening erg leerrijk was. Hij voegt eraan toe dat er onlangs een ernstige brand in de Marcel Thirylaan was en dat een deel van het ANIP in werking gesteld moest worden. Daarbij is alles vlot verlopen. Hij looft het uitstekende werk van de gemeenteambtenaar die belast is met het ANIP, de Hr DEVOS, die intussen al tweemaal bij hoogdringendheid heeft moeten optreden. Hij benadrukt dat deze laatste niet rechtstreeks mag worden ingeschakeld. De Hr DE SMUL vraagt of hij het plan kan verkrijgen. De Hr MAINGAIN antwoordt dat dit plan niet voor derden bestemd is, enkel voor de hulpdiensten die het moeten uitvoeren. De Hr DE SMUL kan op het gemeentesecretariaat echter wel het ANIP verkrijgen dat indertijd door de Gemeenteraad werd goedgekeurd. #018/16.12.2013/A/0076# ---------M. DE SMUL demande où on en est avec le plan catastrophe, d’urgence et d’intervention. Il demande si un nouveau fonctionnaire chargé du plan d’urgence et d’intervention a été désigné. M. MAINGAIN répond que le plan d’urgence a été déposé sur le bureau du gouverneur et est en attente d’accord pour une des disciplines, le médecin chargé du volet psychosocial n’ayant pas le temps de s’y consacrer pour le moment. Il signale qu’un exercice simulant une catastrophe avenue Paul Hymans a été réalisé et s’est révélé très instructif. Il ajoute qu’un incendie assez grave s’est déclaré récemment avenue Marcel Thiry et a nécessite la mise en oeuvre d‘une partie du PGUI et que tout s’est très bien passé. Il félicite pour son excellent travail le fonctionnaire communal chargé du PGUI, M. DEVOS, qui a déjà dû intervenir deux fois en urgence. Il précise que celui-ci ne peut pas être interpellé en ligne directe. M. DE SMUL demande s’il peut obtenir ce plan. M. MAINGAIN répond que ce plan n’est pas communicable aux tiers mais seulement aux services de secours qui doivent le mettre en œuvre mais que M. DE SMUL peut obtenir au secrétariat communal le PGUI qui a été adopté en son temps par le Conseil communal. #018/16.12.2013/A/0076# ---------59. Maatregelen voor de winter voor de inwoners die in de nood zijn en in de problemen zitten met de koude – Interpellatie (de Hr DE SMUL) Quelles sont les mesures pour l’hiver destinées aux habitants qui sont dans le besoin ou qui subissent des problèmes dus au froid – Interpellation (M. DE SMUL) De Hr DE SMUL vraagt of alle gemeentediensten klaar zijn voor de winter die er aankomt, of het OCMW, de sociale diensten, SAMU Sociaal en andere diensten klaar zijn om in te grijpen als het koud wordt voor de oudere mensen, daklozen, armen zonder verwarming en alle inwoners die het nodig hebben. Hij vraagt ook of er een telefoon voorzien is voor deze mensen die in nood zijn.
241 Mw MOLENBERG antwoordt dat de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, net zoals de vorige jaren, voor de winter 2013-2014 een “grote kou”-plan heeft opgesteld. Ze wijst erop dat het College de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis de toestemming heeft gegeven om tijdens periodes van grote kou daklozen op te vangen in lokalen die het ter beschikking krijgt van het gemeentebestuur. Het College heeft ook de toestemming gegeven om, alweer tijdens periodes van grote kou, de douches van het gemeentedepot ter beschikking te stellen van de daklozen tussen 22u en 23u30. Het Rode Kruis en zijn vrijwilligers zorgen dan voor de omkadering van de daklozen en voor het poetsen van de douches. Ze voegt eraan toe dat het Rode Kruis ook instaat voor de nodige verzekeringen tijdens deze periode. Ze vermeldt de verschillende instanties waarmee tijdens deze periode contact kan worden opgenomen : het OCMW, de sociale dienst van de gemeente en de SAMU. #018/16.12.2013/A/0077# ---------M. DE SMUL demande si les services communaux sont prêts pour l’hiver qui arrive, si le CPAS, les services sociaux, le SAMU social et d’autres services sont prêts à intervenir lorsqu’il commence à faire froid pour les personnes âgées, les sans-abri, les personnes défavorisées privées de chauffage et tous les habitants qui en ont besoin. Il demande en outre si un n° de téléphone est prévu pour ces personnes qui sont dans le besoin. Mme MOLENBERG répond que, comme les années précédentes, la commune de Woluwe-SaintLambert a adopté, pour l’hiver 2013-2014, un plan « grand froid ». Elle précise que le Collège a autorisé l’hébergement des sans-abri, pendant les périodes de grand froid, par la section locale de la Croix-Rouge dans les locaux mis à sa disposition par l’administration communale et a également autorisé l’utilisation des douches du dépôt communal par ces sans-abri, durant une tranche horaire fixée entre 22h et 23h30 en période de grand froid, l’encadrement des sans-abri et le nettoyage des douches étant assurés par la Croix-Rouge et ses bénévoles. Elle ajoute que la Croix-Rouge prend également en charge les assurances nécessaires au bon déroulement de cette opération. Elle cite les différentes instances qui peuvent être contactées durant cette période : le CPAS, le service social communal et le SAMU. #018/16.12.2013/A/0077# ---------M. IDE quitte la séance. De Hr IDE verlaat de vergaderzaal. --------60. Comité consultatif pour les personnes vivant avec un handicap – Interpellation (M. de HARENNE) Adviescomité voor de mensen die met een handicap leven – Interpellatie (de Hr de HARENNE) Dans le cadre de la Journée internationale des personnes vivant avec un handicap du 3 décembre, M. de HARENNE aimerait savoir si la commune de Woluwe-Saint-Lambert dispose d’un Comité consultatif dédié à ces personnes, en particulier à l’écoute de leurs problèmes, idées, propositions, etc. Il signale que c’est le cas dans plusieurs communes voisines, notamment Evere et Etterbeek. Il explique que, depuis 2003, Etterbeek dispose d’un « Conseil consultatif de l'aide aux personnes handicapées », lieu de discussion et de suggestions réunissant, en majorité, les associations actives dans le domaine et des habitants de la commune. Il précise que plusieurs services communaux y sont également représentés, à savoir les Travaux publics ou encore l’Aménagement du territoire, et que ce Conseil est présenté sur la page internet de la commune, en ce compris des numéros de téléphone et adresses e-mail permettant aux personnes intéressées de s’informer à ce sujet. Il demande si des actions et/ou initiatives similaires existent à Woluwe-Saint-Lambert.
242 Mme MOLENBERG répond que la commune de Woluwe-Saint-Lambert a choisi de ne pas mettre sur pied de Conseil consultatif des personnes handicapées car elle a préféré, comme pour les seniors et les familles, privilégier une instance ouverte à toutes les personnes concernées. Elle signale qu’en avril 2013, la commune a organisé un FORUM des personnes handicapées ayant pour but de permettre aux habitants de Woluwe-Saint-Lambert en situation de handicap de s’informer sur les aides qui existent à leur intention mais aussi de faire part de leurs préoccupations, de leurs attentes et de leurs besoins afin que les autorités communales puissent améliorer encore les services proposés. Elle explique que, suite aux échanges avec les personnes handicapées qui se sont exprimées sur les problèmes qu’elles rencontraient dans leur vie quotidienne, il a été décidé de mettre en place un groupe de travail centré sur les difficultés de mobilité de ces personnes et que, durant l’année 2013, le « groupe de travail sur l’accessiblité des personnes à mobilité réduite » s’est réuni quatre fois et a rassemblé différentes associations du secteur du handicap ainsi que des personnes en situation de handicap, l’objectif étant de veiller à l’accessibilité des personnes à mobilité réduite dans l’espace public de la commune, de créer des aménagements adéquats et de favoriser la collaboration avec les associations présentes. Elle ajoute que la commune dispose d’un service spécifique pour l’accueil et l’écoute des problèmes rencontrés par les personnes handicapées domiciliées à Woluwe-Saint-Lambert et que ce service, situé avenue Baden Powell 2, met à disposition, entre autres, un service social, un centre de loisirs (salle « Evasion »), un service de transport et un service d’aides ménagères afin de répondre au mieux aux diverses demandes. Elle précise qu’une page internet sur le site communal lui est consacré et mentionne l’adresse des locaux, les numéros de téléphone et les adresses courriel. M. DE HARENNE signale qu’il sait qu’il existe plusieurs initiatives positives et que c’est suite au forum qu’il a introduit cette interpellation. Mme MOLENBERG répond que l’on veillera à poursuivre l’organisation de ces forums à intervalles réguliers, que toutes les thématiques abordées au forum ont été reprises par le groupe mobilité mais qu’on n’a pas épuisé tous les sujets et qu’il y a encore des projets pour 2014. #018/16.12.2013/A/0078# ---------De Hr de HARENNE wil, in het kader van de Internationale Dag van de Personen met een Handicap op 3 december ll., weten of de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe over en consultatiecomité voor deze personen beschikt waar ze terecht kunnen met hun problemen, ideeën, voorstellen, enz. Hij wijst erop dat dat in verschillende buurgemeenten zoals Evere en Etterbeek wel het geval is. Hij legt uit dat Etterbeek sinds 2003 over een “Adviesraad voor personen met een handicap” beschikt waar de meeste verenigingen die op dit vlak actief zijn en de inwoners van de gemeente samenkomen om er te overleggen en ideeën op te doen. Hij stelt dat er ook verschillende diensten van de gemeente vertegenwoordigd zijn zoals Openbare Werken en Inrichting van het Grondgebied. Deze Raad wordt voorgesteld op de webpagina van de gemeente met telefoonnummers en e-mailadressen waar geïnteresseerden informatie kunnen verkrijgen. Hij vraagt of er in Sint-Lambrechts-Woluwe gelijkaardige acties en/of initiatieven bestaan. Mw MOLENBERG antwoordt dat de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe ervoor gekozen heeft om geen Adviesraad voor gehandicapte personen op te richten omdat ze er de voorkeur aan gegeven heeft, net zoals voor de senioren en de families, een instantie te promoten die voor alle betrokken personen openstaat. Ze wijst erop dat de gemeente in april 2013 een FORUM voor gehandicapte personen georganiseerd heeft. Doel hiervan was om inwoners van Sint-Lambrechts-Woluwe met een handicap de kans te geven om informatie in te winnen over de hulp waarop ze beroep kunnen doen. Ze konden er ook terecht met hun zorgen, verwachtingen en noden opdat de gemeente de aangeboden diensten nog zou kunnen verbeteren. Ze vertelt dat dankzij deze gesprekken met de gehandicapte personen over hun dagelijkse problemen, er besloten werd een werkgroep op te richten rond de mobiliteitsproblemen van deze personen. Deze “werkgroep rond toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit” is in 2013 viermaal samengekomen met verschillende verenigingen uit de gehandicaptensector en met personen die zelf het slachtoffer van een handicap zijn.
243 Het is de bedoeling van deze werkgroep om te waken over de toegankelijkheid van de openbare ruimte voor personen met een beperkte mobiliteit, om een geschikte infrastructuur te creëren, en de samenwerking met de aanwezige verenigingen te bevorderen. Ze voegt eraan toe dat de gemeente over een specifieke dienst beschikt voor het onthaal en de zorg voor personen met een handicap die in Sint-Lambrechts-Woluwe gedomicilieerd zijn. Deze dienst, die zich in de Baden Powelllaan 2 bevindt, beschikt o.a. over een sociale dienst, een vrijetijdscentrum (zaal “Evasion”), een transportdienst en een dienst huishoudhulp om aan de verschillende vragen te kunnen voldoen. Ze verduidelijkt dat deze dienst wordt voorgesteld op een webpagina van de gemeentelijke website en dat men daar het adres, de telefoonnummers en de e-mailadressen vindt. De Hr de HARENNE merkt op dat hij weet dat er verschillende positieve initiatieven bestaan en dat het als gevolg van het forum is dat hij deze interpellatie gehouden heeft. Mw MOLENBERG antwoordt dat men deze fora op geregelde tijdstippen wil herhalen, dat alle onderwerpen die tijdens het forum naar voren kwamen door de groep mobiliteit werden overgenomen, maar dat ze nog niet allemaal ten gronde behandeld konden worden en dat er voor 2014 nog projecten op stapel staan. #018/16.12.2013/A/0078# ---------MM. THAYER et IDE rentrent en séance tandis que Mme MOLENBERG la quitte. De HH. THAYER en IDE komen de vergaderzaal terug binnen terwijl Mw MOLENBERG ze verlaat. --------61. Hygiène dans les écoles communales – Interpellation (M. de HARENNE) Hygiëne in de gemeentelijke scholen – Interpellatie (de Hr de HARENNE) M. de HARENNE voudrait connaître les dispositions prises dans les écoles communales de WoluweSaint-Lambert en matière d’hygiène. Il signale que des parents l’ont informé que, dans une école communale, il n’y a jamais ni savon, ni matériel permettant de se sécher les mains (ni papier, ni ventilateurs sèche-mains) dans les toilettes. Il est d’avis qu’en matière d’hygiène, en particulier au sein d’écoles, en cette période de nids à microbes, l’absence de matériel de cet ordre est pour le moins problématique. Il demande ce que fait la commune dans ce domaine, si elle peut par exemple aider les écoles à acquérir des ventilateurs sèche-mains, voire également promouvoir la présence de savon dans les toilettes. Il demande en outre ce qu’il convient de faire lorsque des situations de cet ordre sont constatées par des parents dans l’une ou l’autre école communale. Mme LOUIS regrette de ne pas savoir de quelle école il s’agit car toutes les écoles communales sont normalement fournies en savon (pains, distributeurs ou « pousse-mousse ») par le biais de commandes bisannuelles et certaines mettent à disposition, afin que les élèves puissent se sécher les mains, soit du papier fourni également par la commune, soit des essuies cousus par les ménagères (car on retrouvait régulièrement des papiers par terre) mais l‘AFSCA demande que l’on remette du papier. M. de HARENNE veillera à lui communiquer le nom de l’école. Mme LOUIS ajoute qu’en cas de problème, la première personne à qui s’adresser est la direction de l’école. Elle signale par ailleurs que, selon certains avis scientifiques, les sèche-mains électriques feraient remonter les bactéries vers le visage des utilisateurs. #018/16.12.2013/A/0079# ----------
244 De Hr de HARENNE wil weten welke maatregelen er in de gemeentescholen van Sint-LambrechtsWoluwe van kracht zijn op het gebied van hygiëne. Ouders hebben hem verteld dat er in een bepaalde gemeenteschool nooit zeep noch materiaal om de handen te drogen (papier of blazers) aanwezig is in de toiletten. Hij meent dat op het vlak van hygiëne, vooral op scholen en in deze tijd waarin de microben welig tieren, het gebrek aan dergelijk materiaal zorgbarend is. Hij vraagt wat de gemeente op dit vlak doet en of ze de scholen misschien kan helpen om blazers aan te schaffen of het gebruik van zeep in de toiletten kan bevorderen. Hij vraagt ook wat er gedaan moet worden wanneer zoiets door de ouders in de een of andere gemeenteschool wordt vastgesteld. Mw LOUIS vindt het jammer dat ze niet weet over welke school het gaat aangezien alle gemeentescholen normaal gezien bevoorraad worden met zeep (blokken, verdelers of vloeibare zeep) d.m.v. twee bestellingen per jaar. Sommige scholen zorgen voor papier (dat door de gemeente geleverd wordt) om de handen te drogen en andere voor handdoeken die door de huishoudsters gemaakt worden omdat men vaak papier terugvond op de vloer. Het FAVV wil echter dat men weer overstapt op papier. De Hr de HARENNE zal haar de naam bezorgen. Mw LOUIS voegt eraan toe dat de eerste persoon tot wie men zich moet wenden wanneer er problemen zijn, de schooldirectie is. Ze wijst er ook op dat volgens bepaalde wetenschappers de blazers de bacteriën in het gezicht van de gebruikers blazen. #018/16.12.2013/A/0079# ---------62. Réfection du clos Marinus – Interpellation (M. de HARENNE) Herstelwerkzaamheden in de Marinusgaarde – Interpellatie (de Hr de HARENNE) M. de HARENNE interpelle le Collège concernant le clos Marinus et en particulier l’état de ses trottoirs : seule une toute petite partie du trottoir a été entièrement refaite récemment et, selon ses informations, à l’initiative et aux frais d’un habitant du clos lui-même. Il signale que des « rabibochages » peuvent également être constatés par endroits. Il demande par conséquent si la commune envisage des travaux de réfection générale des trottoirs du clos Marinus et pour quand on peut les espérer. La voirie du clos étant constituée de pavés, il demande par ailleurs si la commune a prévu une réfection générale du clos, en ce compris de la voirie et, le cas échéant, si les pavés seront conservés et si le Collège a une estimation de la date à laquelle le chantier débuterait. M. MAINGAIN répond qu’il ne peut donner aucun engagement quant au délai de réalisation car il n’a pas d’information de la part des sociétés concessionnaires de services publics mais que la volonté est de concevoir un nouvel aménagement de l’intérieur du clos Marinus (l’espace vert) et peut-être même de l’agrémenter d’une sculpture, étant donné qu’il s’agit d’un des sites retenus par Pierre BERTRAND pour accueillir son œuvre. Il précise qu’une réunion doit avoir lieu avec les impétrants et que l’aménagement de l’intérieur du clos fait l’objet d’une étude par les services concernés mais qu’il est peu probable qu’il puisse se faire en 2014 et qu’au mieux, les premiers aménagements pourront se faire en 2015, voire même en 2016. M. DE HARENNE signale qu’il y a un habitant qui pratique une profession médicale et qui a refait son trottoir lui-même. Il demande si la commune est prête à prendre en charge ce type de réaménagement partiel dans le cas d’une profession médicale ou autre présentant des besoins particuliers. M. MAINGAIN répond qu’il ne faut pas oublier qu’on est propriétaire de son trottoir et qu’on est libre de le réaménager soi-même (il s’agit même d’une obligation lors de la construction d’une nouvelle maison). Il ajoute que, si on en informe la commune, le service peut donner des conseils et que la commune peut également accepter dans certains cas de réaliser des réaménagements partiels pour répondre aux besoins d’une profession médicale, paramédicale… #018/16.12.2013/A/0080# ----------
245 De Hr de HARENNE interpelleert het College i.v.m. de Marinusgaarde en meer bepaald de staat van de voetpaden: er werd recent slechts een heel klein stuk van het voetpad opnieuw aangelegd en dit, volgens wat hij hoort, op kosten en op initiatief van een inwoner van de gaarde. Hij wijst erop dat het voetpad op verschillende plaatsen werd “opgelapt”. Hij vraagt dus of de gemeente een algemene heraanleg van het voetpad in de Marinusgaarde voorzien heeft en voor wanneer. Aangezien de straat uit kasseien bestaat, vraagt hij of de gemeente voorzien heeft dat de hele gaarde opnieuw wordt aangelegd, met inbegrip van de rijweg. Indien ja, worden de kasseien dan behouden en kan het College een schatting geven over wanneer de werken zullen beginnen? De Hr MAINGAIN antwoordt dat hij zich tot geen enkele termijn voor de werken kan verbinden aangezien er geen informatie voorhanden is van de nutsbedrijven, maar dat de wil wel degelijk bestaat om het interieur van de Marinusgaarde opnieuw in te richten (groene ruimte). Misschien kan men deze verfraaien met een beeldhouwwerk, aangezien het een van de sites is die werden aangeduid door Pierre BERTRAND om zijn œuvre te ontvangen. Hij wijst erop dat er een vergadering moet komen met de nutsbedrijven en dat de inrichting van de gaarde het voorwerp uitmaakt van een studie die door de betrokken diensten wordt uitgevoerd. Het is echter weinig waarschijnlijk dat dit in 2014 zal gebeuren. De eerste werken zullen waarschijnlijk ten vroegste in 2015, en misschien zelfs pas in 2016, kunnen starten. De Hr de HARENNE wijst erop dat er een bewoner is die geneeskunde bedrijft en zijn voetpad zelf heraangelegd heeft. Hij vraagt of de gemeente bereid is om dergelijke gedeeltelijke heraanleg op zich te nemen in het geval van medische beroepen of andere functies met specifieke behoeften. De Hr MAINGAIN antwoordt dat men niet mag vergeten dat men eigenaar is van z’n voetpad en dat men dit zelf mag inrichten (dit is zelfs verplicht bij een nieuwbouw). Hij voegt eraan toe dat wanneer men de gemeente hierover inlicht, de dienst nuttige raad kan geven en dat de gemeente in bepaalde gevallen een gedeeltelijke heraanleg kan uitvoeren om aan de noden te voldoen van medische, paramedische beroepen… #018/16.12.2013/A/0080# --------63. Recyclage des « deniers de Judas » ou quid de l’affectation du montant de 480.000 EUR pour un échevin néerlandophone au sein du Collège – Interpellation (Mme BROCHÉ) Recyclage van de judaspenningen of wat met de bestemming van een bedrag van 480.000 EUR voor een Nederlandstalige schepen van het College – Interpellatie (Mw BROCHÉ) Ce point est traité conjointement avec les points 53 et 57. Dit punt wordt samen met punten 53 en 57 behandeld. #018/16.12.2013/A/0081# ---------SÉANCE À HUIS CLOS VERGADERING MET GESLOTEN DEUREN PRÉSENTS/AANWEZIG : M./de Hr FRANKIGNOUL, Président/Voorzitter, M./de Hr MAINGAIN, Bourgmestre/Burgemeester, Mme/Mw LOUIS, M./de Hr BOTT, Mme/Mw MOLENBERG, NAHUMHASQUIN, M./de Hr VELDEKENS, Mme/Mw DESTREE-LAURENT, MM./de HH. MATGEN, THAYER, LIENART, Echevins/Schepenen, Mme/Mw CARON, MM./de HH. LEMAIRE, VANDERWAEREN, DE SMUL, de MAERE d’AERTRYCKE, Mmes/Mwen HENRY, CHARUE, M./de Hr IDE, Mme/Mw BROCHÉ, M./de Hr VAN DER AUWERA, Mmes/Mwen de VALKENEER, MELARD, DRION du CHAPOIS, DRANSART, CALMEYN, MM./de HH. JAQUEMYNS, VANDEVELDE, DEVILLE, MM./de HH. DEROUBAIX, GEELHAND, de HARENNE, Membres/Leden et/en M./de Hr LAMBERT, Secrétaire communal/Gemeentesecretaris. --------
246
Ainsi décidé en séance du 16/12/2013.
Aldus beslist in vergadering van 16/12/2013.
Le Secrétaire communal, De Gemeentesecretaris,
Le Président, De Voorzitter,
Patrick LAMBERT
Daniel FRANKIGNOUL
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
