Symmetra™ MW II Systeem met Externe Statische Bypass-schakelaar Gebruik 03/2013
www.schneider-electric.com
Juridische informatie Het Schneider Electric-merk en alle gedeponeerde handelsmerken van Schneider Electric Industries SAS waarnaar in deze gids wordt verwezen, zijn het exclusieve eigendom van Schneider Electric SA en haar dochterondernemingen. Ze mogen voor geen enkel doel worden gebruikt zonder de schriftelijke toestemming van de eigenaar. Deze gids en zijn inhoud worden beschermd, in de zin der Franse intellectuele eigendomscode (Code de la propriété intellectuelle français, hierna aangeduid als 'de Code'), onder de copyrightwetten voor teksten, tekeningen en modellen alsook onder handelsmerkwetten. U gaat ermee akkoord deze gids of delen ervan niet te reproduceren, behalve voor uw eigen persoonlijke, nietcommerciële gebruik zoals in de Code is gedefinieerd, op welk medium dan ook zonder schriftelijke toestemming van Schneider Electric. U gaat er ook mee akkoord geen hypertekstkoppelingen naar deze gids of zijn inhoud te maken. Schneider Electric verleent geen rechten of licenties voor het persoonlijke en nietcommerciële gebruik van de gids of zijn inhoud, behalve voor een niet-exclusieve licentie om deze 'zoals deze is' te raadplegen op eigen risico. Alle andere rechten zijn voorbehouden. Elektrische apparatuur mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd, bediend, gerepareerd en onderhouden. Schneider Electric kan niet aansprakelijk worden gesteld voor consequenties die voortkomen uit het gebruik van dit materiaal. Omdat standaarden, specificaties en ontwerpen van tijd tot tijd worden gewijzigd, moet u om bevestiging vragen van de informatie die in deze publicatie wordt gegeven.
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Inhoudsopgave Inleiding ........................................................................................................5 UPS-navigatiestructuur ...............................................................................5 Navigatiestructuur Externe Statische Bypass-schakelaar...............................6 Symbolen en knoppen op display.................................................................8 Navigatiesymbolen ...............................................................................8 Schermsymbolen ..................................................................................8 Knoppen ..............................................................................................9 Schakelaars .........................................................................................9
Gebruik .......................................................................................................10 Gebruiksmodi...........................................................................................10 Normaal gebruik .................................................................................10 Batterijgebruik ....................................................................................10 Gebruik van statische bypass .............................................................. 11 Gebruik van handmatige bypass .......................................................... 11 Gebruiksprocedures .................................................................................12 De samenvattingsschermen openen vanaf de UPS ...............................12 De samenvattingsschermen openen vanaf de Externe Statische Bypass-schakelaar .............................................................................13 Het externe Symmetra MW II-display openen........................................14 Schermen beschermd met een gebruikerswachtwoord openen ..............15 Het systeem overzetten van Normal Operation (normaal gebruik) naar gebruik van Manual bypass (handmatige bypass) ..........................16 Het systeem opstarten in gebruik met Manual Bypass (handmatige bypass) ..............................................................................................17 Het systeem overzetten van Normal Operation (normaal gebruik) naar gebruik van Static Bypass (statische bypass) ................................19 Het systeem overzetten van gebruik van Static Bypass (statische bypass) naar Normal Operation (normaal gebruik).................................21
Het systeem configureren................................................................23 Het gebruikerswachtwoord wijzigen ...........................................................24 De touchscreeninstellingen configureren ....................................................25 De Modbus-instellingen configureren .........................................................26 De regionale instellingen configureren........................................................27 De netwerkconfiguratie configureren ..........................................................28 Het display configureren............................................................................34 De instellingen voor batterijtest configureren...............................................35
Onderhoud .................................................................................................37 Schermen voor preventief onderhoud.........................................................37 Scherm Inverter DC Capacitors (DC-condensatoren omvormer).............37 Scherm Inverter AC Capacitors (AC-condensatoren omvormer) .............38 Scherm Top Fans (Bovenste ventilatoren).............................................39 Scherm Inverter Fans (Omvormerventilatoren)......................................40 Scherm Main Static Switch Fans (Ventilatoren statische hoofdschakelaar) ................................................................................41 De schermen voor preventief onderhoud openen ..................................41 De luchtfilters vervangen...........................................................................43 990–1377F–022
3
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Problemen oplossen.................................................................................45 Alarmniveaus ...........................................................................................45 Alarmknop..........................................................................................45 Actieve alarmen weergeven ......................................................................45 Het gebeurtenislogboek weergeven ...........................................................46
4
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Inleiding
Inleiding UPS-navigatiestructuur Het UPS-display is de gebruikersinterface voor het parallelle UPS-systeem en bevindt zich in de bedieningssectie. Dit LCD-touchscreen wordt gebruikt om het systeem te configureren, het systeem te bewaken en de instellingen te wijzigen. Het display voorziet de gebruiker ook van hoorbare en visuele alarmen. De schermen op het display zijn hiërarchisch georganiseerd, met het scherm UPS Parallel System (Parallel UPS-systeem) boven in de hiërarchie van parallelle systemen en de UPS Summary (UPS-samenvatting) boven in de hiërarchie van enkele systemen. Parallel System (Parallel systeem) UPS Summary (UPSsamenvatting) Input Summary (Ingangssamenvatting) Bypass Summary (Bypasssamenvatting) Output Summary (Uitgangssamenvatting) Battery Summary (Batterijsamenvatting) Operation (Gebruik) UPS startup (UPS opstarten) UPS Shutdown (UPS uitschakelen) View Event Log (Gebeurtenislogboek weergeven) Predictive Maintenance (Preventief onderhoud)
990–1377F–022
5
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Inleiding
User Configuration (Gebruikersconfiguratie) Password Settings (Wachtwoordinstellingen) Touch-Screen Settings (Touchscreeninstellingen) Modbus Settings (Modbusinstellingen) Regional Settings (Regionale instellingen) Network Configuration (Netwerkconfiguratie) Display Settings (Displayinstellingen) Battery Test (Batterijtest)
Navigatiestructuur Externe Statische Bypass-schakelaar Bypass Parallel System (Bypass Parallel systeem) Bypass Summary (Bypasssamenvatting) Operation (Gebruik) View Event Log (Gebeurtenislogboek weergeven) User Configuration (Gebruikersconfiguratie) Password Settings (Wachtwoordinstellingen)
6
990–1377F–022
Inleiding
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Touch-Screen Settings (Touchscreeninstellingen) Modbus Settings (Modbusinstellingen) Regional Settings (Regionale instellingen) Network Configuration (Netwerkconfiguratie) Display Settings (Displayinstellingen)
990–1377F–022
7
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Inleiding
Symbolen en knoppen op display Navigatiesymbolen Home: direct het hoogste punt van de structuur gaan
Back (Terug): naar het vorige scherm teruggaan
Help: toegang tot meer informatie over het huidige scherm
Operation (Gebruik): naar het scherm Operation (Gebruik) gaan
Page Up: naar het vorige scherm over hetzelfde onderwerp gaan (alleen zichtbaar wanneer er meer schermen zijn over hetzelfde onderwerp) Page Down: naar het volgende scherm over hetzelfde onderwerp gaan (alleen zichtbaar wanneer er meer schermen zijn over hetzelfde onderwerp) Password Logout (Afmelden wachtwoord): afmelden bij de met wachtwoord beveiligde schermen System Input (Systeemingang): de schermen Input Summary (Ingangsamenvatting) openen System Output (Systeemuitgang): de schermen Output Summary (Uitgangsamenvatting) openen Static Switch (Statische schakelaar): de schermen Bypass Summary (Bypass-samenvatting) openen Battery (Batterij): de schermen Battery Summary (Batterijsamenvatting) openen Alarmknop: het scherm Active Alarms (Actieve alarmen) openen
Schermsymbolen Delta-omvormer
Hoofdomvormer
8
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Inleiding
Open schakelaar Gesloten schakelaar
Knoppen
•
Knop ON (AAN): druk op deze knop om de UPS of de externe statischebypass-schakelaar AAN te zetten
•
Knop UIT (OFF): druk op deze knop om de UPS of de externe statischebypass-schakelaar UIT te zetten
•
EMO-knop (Emergency Module OFF) (noodmodule UIT): alleen voor gebruik in noodsituaties. Met deze knop schakelt u alle schakelaars UIT, waarmee AC/ DC-invoer en -uitvoer in deze sectie wordt uitgezet. Houd er rekening mee dat deze actie de voeding van de belasting vanaf de betreffende sectie kan stopzetten.
Schakelaars Q1
UPS-ingangsschakelaar
Q2
UPS-uitgangsschakelaar (optioneel)
Q3
Handmatige bypass-schakelaar
Q4
Systeemuitgangsschakelaar (optioneel)
Q5
Statische bypass-ingangsschakelaar
Q6
Statische bypass-uitgangsschakelaar (optioneel)
Q7
Batterijschakelaar 1
Q8
Batterijschakelaar 2
OPMERKING: Gebruik een schakelaar alleen wanneer de bijbehorende schakelaar-led aan staat.
990–1377F–022
9
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
Gebruik Gebruiksmodi Normaal gebruik Bij normaal gebruik wordt de kritieke belasting door de omvormers ondersteund. Wanneer het UPS-systeem in deze modus werkt, wordt een lijnschema op het scherm weergegeven. De groene lijn toont de energiestroom vanaf de netvoeding door de UPS-eenheden en vervolgens naar de belasting.
Batterijgebruik Bij batterijgebruik wordt de kritieke belasting door de omvormers ondersteund. De hoofdomvormer wordt door batterijvoeding van stroom voorzien, zodat de belasting zonder onderbrekingen wordt ondersteund. Wanneer het UPS-systeem in deze modus werkt, wordt een lijnschema op het scherm weergegeven. De groene lijn toont de energiestroom vanaf de batterijen door de hoofdomvormers en vervolgens naar de belasting.
10
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
Gebruik van statische bypass Bij gebruik van statische bypass wordt de kritieke belasting direct door de netvoeding van stroom voorzien. Er wordt een lijnschema op het scherm weergegeven. De oranje lijn toont de energiestroom door de externe statische bypass-schakelaar naar de belasting.
Gebruik van handmatige bypass Bij gebruik van handmatige bypass wordt de kritieke belasting direct door de netvoeding van stroom voorzien. Handmatige bypass biedt de mogelijkheid de UPS-eenheden te isoleren voor onderhoudsdoeleinden. In handmatige bypass is er geen back-up van het UPS-systeem voor de belasting. Wanneer de het UPSsysteem in deze modus werkt, wordt een lijnschema op het scherm weergegeven. De oranje lijn toont de energiestroom vanaf de netvoeding naar de belasting via de Q3-schakelaar.
990–1377F–022
11
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
Gebruiksprocedures De samenvattingsschermen openen vanaf de UPS Vanaf het scherm Parallel System (Parallel systeem) Het scherm UPS Parallel System (Parallel UPS-systeem) biedt u een overzicht van het parallelle systeem en schakelaars. Het laat u de systeemstatus en de energiestroom door het systeem zien, en biedt u toegang tot de samenvattingsschermen van het systeem. OPMERKING: De UPS die gebruikt wordt, is op het scherm gemarkeerd en de andere UPS-eenheden worden vervaagd weergegeven. 1. Schermen Bypass Summary (Bypass-samenvatting) openen 2. Schermen Output Summary (Uitgangsamenvatting) openen 3. Schermen Input Summary (Ingangsamenvatting) openen 4. Schermen UPS Summary (UPS-samenvatting) openen
Vanaf het scherm UPS Summary (UPS-samenvatting) Het scherm UPS Summary (UPS-samenvatting) geeft een overzicht van de actuele UPS en installatie-automaten. Het laat u de systeemstatus zien en hoe de stroom door de UPS loopt, en biedt u toegang tot de samenvattingsschermen en het scherm Operation (Gebruik) van het systeem. 1. Schermen Bypass Summary (Bypass-samenvatting) openen 2. Schermen Output Summary (Uitgangsamenvatting) openen 3. Schermen Input Summary (Ingangsamenvatting) openen 4. Schermen UPS Summary (UPS-samenvatting) openen
12
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
De samenvattingsschermen openen vanaf de Externe Statische Bypassschakelaar Het scherm Bypass Parallel System (Bypass parallel systeem) biedt u een overzicht van het UPS-systeem en schakelaars. Het laat u de systeemstatus en de energiestroom door het systeem zien, en biedt u toegang tot de schermen Bypass Summary (Bypass-samenvatting) en het scherm Operation (Gebruik). Het scherm Operation (Gebruik) op de Externe Statische Bypass-schakelaar heeft beperkte functionaliteit vergeleken met het scherm Operation (Gebruik) op de UPS. 1. Schermen Bypass Summary (Bypass-samenvatting) openen 2. Scherm Operation (Gebruik) openen
990–1377F–022
13
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
Het externe Symmetra MW II-display openen De alleen-lezen displayschermen kunt u openen met een browser door het IPadres van het Symmetra MW II-display in het adresvak van de browser te typen. Configuratie van de Symmetra MW II UPS of het display via het externe display wordt niet ondersteund. Voor de functie voor extern display is Microsoft Internet Explorer 6 SP1 of hoger nodig. Voor de beste resultaten raden wij aan Sun JVM versie 1.4.2_05 of hoger te installeren. Deze is verkrijgbaar op de website van Sun. De Netscape-browser wordt niet ondersteund. OPMERKING: Bediening/configuratie moet plaatsvinden op de UPS. OPMERKING: Het scherm Event log (Gebeurtenislogboek) is toegankelijk via het scherm Operation (Gebruik). Alleen de 50 recentste gebeurtenissen op het scherm Event Log (Gebeurtenislogboek) kunnen worden gedownload. OPMERKING: Voor het gebruik van de functie voor het externe display moeten eerst de netwerkinstellingen worden geconfigureerd.
Een externe sessie via het web starten OPMERKING: Als Remote Display Inactivity Time-out (Time-out bij inactiviteit van extern display) op het scherm APC Remote Display Settings (Instellingen extern display APC) is ingesteld op Never (Nooit), moet de sessie handmatig worden beëindigd door de sessie via het externe display te sluiten. OPMERKING: Er mag slechts één externe sessie tegelijk actief zijn.
14
990–1377F–022
Gebruik
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
1. Typ het IP-adres van de UPS in het adresveld van de webbrowser om een externe sessie via het web te starten. Na enkele seconden verschijnt een nieuw venster met daarin het scherm, zoals hierboven getoond. 2. Gebruik de muis om op de knoppen te drukken en naar andere schermen te navigeren. 3. Sluit het venster of de webbrowser om de externe sessie te beëindigen.
Schermen beschermd met een gebruikerswachtwoord openen 1. Wanneer u om een gebruikerswachtwoord wordt gevraagd, drukt u op het wachtwoordveld om het toetsenbord te openen.
990–1377F–022
15
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
2. Typ het gebruikerswachtwoord en druk op ENTER. OPMERKING: Het gebruikerwachtwoord wordt bij de installatie ingesteld op apc.
Het systeem overzetten van Normal Operation (normaal gebruik) naar gebruik van Manual bypass (handmatige bypass) OPMERKING: Het scherm UPS Shutdown (UPS uitschakelen) op deze pagina toont een voorbeeld van een algemene uitschakelprocedure. Volg de uitschakelprocedure op het scherm UPS Shutdown (UPS uitschakelen). 1. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm Parallel System (Parallel systeem).
16
990–1377F–022
Gebruik
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
2. Druk op de knop Operation (Gebruik) op het scherm UPS Summary (UPSsamenvatting).
3. Druk op de knop Shutdown (Uitschakelen) .
4. Volg de specifiek voor uw systeem bedoelde procedure op het scherm.
Het systeem opstarten in gebruik met Manual Bypass (handmatige bypass) OPMERKING: Het scherm UPS Startup (UPS opstarten) op deze pagina toont een voorbeeld van een algemene opstartprocedure. Volg de opstartprocedure op het scherm UPS Startup (UPS opstarten).
990–1377F–022
17
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
1. Sluit de schakelaars Q5 en Q1 op het externe onderhoudsbypass-paneel om de interne stroomvoorziening in te schakelen. Wacht tot het display actief wordt. 2. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm UPS Parallel System (Parallel UPS-systeem).
3. Druk op de knop Operation (Gebruik) op het scherm UPS Summary (UPSsamenvatting).
4. Druk op de knop Startup (Opstarten) .
18
990–1377F–022
Gebruik
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
5. Het scherm UPS Startup (UPS opstarten) verschijnt en de stap Charge DC Capacitors (DC-condensators laden) is gemarkeerd. Volg de specifiek voor uw systeem bedoelde procedure op het scherm.
6. De status in de rechterbovenhoek moet Normal (Normaal) aangeven.
Het systeem overzetten van Normal Operation (normaal gebruik) naar gebruik van Static Bypass (statische bypass) 1. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm Parallel System (Parallel systeem).
990–1377F–022
19
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
2. Druk op de knop Operation (Gebruik) op het scherm UPS Summary (UPSsamenvatting).
3. Druk op de knop Online → Static Bypass (Statische bypass).
4. Druk op Initiate Transfer (Omschakeling starten).
5. De status in de rechterbovenhoek van het scherm moet Static Bypass (Statische bypass) aangeven.
20
990–1377F–022
Gebruik
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem overzetten van gebruik van Static Bypass (statische bypass) naar Normal Operation (normaal gebruik) 1. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm Parallel System (Parallel systeem).
2. Druk op de knop Operation (Gebruik) op het scherm UPS Summary (UPSsamenvatting).
3. Druk op de knop Static Bypass (Statische bypass) → Online.
990–1377F–022
21
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Gebruik
4. Druk op Initiate Transfer (Omschakeling starten).
5. De status in de rechterbovenhoek van het scherm moet Normal (Normaal) aangeven.
22
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
Het systeem configureren De UPS wordt geconfigureerd in het met wachtwoord beveiligde gebruikersconfiguratiegebied van het display. OPMERKING: Het gebruikerwachtwoord wordt bij de installatie ingesteld op apc. 1. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: druk op de gemarkeerde UPS op het scherm UPS Parallel System (Parallel UPS-systeem).
2. Druk op de knop Operation (Gebruik) op het scherm UPS Summary (UPSsamenvatting).
990–1377F–022
23
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
3. Druk op de knop User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) te openen.
4. Selecteer de parameter die u wilt instellen.
Het gebruikerswachtwoord wijzigen 1. Druk op de knop Password Settings (Wachtwoordinstellingen) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm Password Settings (Wachtwoordinstellingen) te openen.
24
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. Het gebruikerswachtwoord wijzigen:
a. Druk op het veld Enter current password (Huidig wachtwoord invoeren) en typ het huidige wachtwoord met gebruikmaking van het toetsenbord op het scherm. Druk vervolgens op ENTER. b. Druk op het veld Enter new password (Nieuw wachtwoord invoeren) en typ het nieuwe wachtwoord met gebruikmaking van het toetsenbord op het scherm. Druk vervolgens op ENTER. c. Druk op het veld Re–enter new password (Nieuw wachtwoord opnieuw invoeren) en typ het nieuwe wachtwoord opnieuw met gebruikmaking van het toetsenbord op het scherm. Druk vervolgens op ENTER. 3. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de procedure voor het wijzigen van het wachtwoord te voltooien.
De touchscreeninstellingen configureren OPMERKING: Als de backlightmodus is ingesteld op “Always on” (Altijd aan) wordt de levensduur van het scherm verkort. OPMERKING: Als een herstart van het display nodig is, kunt u dit doen door het display opnieuw te kalibreren. 1. Druk op de knop Touch-Screen Settings (Touchscreeninstellingen) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm TouchScreen Settings (Touchscreeninstellingen) te openen.
990–1377F–022
25
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. De touchscreeninstellingen wijzigen:
a. Brightness (Helderheid): plaats uw vinger op de indicator en schuif hem naar links of rechts om de gewenste instelling te verkrijgen. b. Contrast: plaats uw vinger op de indicator en schuif hem naar links of rechts om de gewenste instelling te verkrijgen. c. Backlight mode (Backlightmodus): Selecteer “Always on” (Altijd aan) of “Off after inactivity” (Uit na inactiviteit). d. Backlight timeout (minutes) (Backlighttime-out (minuten)): selecteer de tijdslimiet voor de backlight van het scherm. e. Recalibrate Display (Display opnieuw kalibreren): druk op deze knop om het kalibreren van het scherm te starten.
De Modbus-instellingen configureren Het scherm Modbus Settings (Modbus-instellingen) biedt de mogelijkheid de UPS met behulp van een GBS (gebouwbeheersysteem) te bewaken. 1. Druk op de knop Modbus Settings (Modbus-instellingen) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm Modbus Settings (Modbus-instellingen) te openen.
26
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. De Modbus-instellingen wijzigen:
a. BMS modbus RTU address (RTU-adres GBS-modbus): het Modbus-adres van het UPS-apparaat. b. Baud rate (Baudsnelheid): selecteer 9600, 19200, 38400, 57600 of 115200. c. Parity (Pariteit): selecteer None (Geen), Odd (Oneven) of Even. 3. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen door te voeren.
De regionale instellingen configureren 1. Druk op de knop Regional Settings (Regionale instellingen) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm Regional Settings (Regionale instellingen) te openen.
990–1377F–022
27
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. De regionale instellingen wijzigen:
a. Temperature unit (Temperatuureenheid): selecteer Celsius of Fahrenheit. b. Date format (Datumnotatie): selecteer de gewenste datumnotatie. 3. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen door te voeren.
De netwerkconfiguratie configureren De netwerkfuncties kunnen pas worden gebruikt wanneer alle netwerkinstellingen zijn opgegeven. 1. Druk op de knop Network Configuration (Netwerkconfiguratie) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om de schermen Network Configuration (Netwerkconfiguratie) te openen.
28
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. De netwerkinstellingen configureren:
a. Enable network (Netwerk inschakelen): met dit selectievakje kunt u de UPS met het netwerk verbinden of de verbinding verbreken. b. IP address (IP-adres): het statische IP-adres. c. Subnet mask (Subnetmasker): het subnetmasker voor het netwerksegment dat de UPS bevat. d. Gateway: de netwerkgateway voor het segment dat de UPS bevat. e. Primary DNS server (Primaire DNS-server): het IP-adres van de DNSserver die door de UPS wordt gebruikt (optioneel). f. Secondary DNS server (Secundaire DNS-server): het IP-adres van een reserve DNS-server voor het geval de primaire server niet beschikbaar is (optioneel). g. Host name (Hostnaam): de netwerkhostnaam voor het systeem. Deze naam identificeert het systeem in het netwerk. U kunt hiervoor gewone letters (a-z en A-Z), cijfers (1-9) en het koppelteken (-) gebruiken. h. Domain name (Domeinnaam): het DNS-netwerkdomein dat de UPS bevat. U kunt hiervoor gewone letters (a-z en A-Z), cijfers (1-9) en het koppelteken (-) gebruiken. i. From address (Van-adres): het bronadres voor het verzenden van e-mails. j. SMTP server (SMTP-server): de SMTP-server die de verzending van de emails regelt. k. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen door te voeren en selecteer de pijl-omlaag om naar het volgende netwerkconfiguratiescherm te gaan. OPMERKING: Het display moet opnieuw worden opgestart om de wijzigingen aan de domeinnaam of DNS-servers door te voeren.
990–1377F–022
29
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
3. De E-mail Settings (E-mailinstellingen) configureren:
a. Enable E-mail (E-mail inschakelen): selecteer deze optie om emailkennisgevingen in te schakelen. b. Wanneer u een nieuwe e-mailontvanger wilt toevoegen, raakt u de knop Add New (Nieuwe toevoegen) aan, typt u het e-mailadres en geeft u het minimum ernstniveau van het alarm aan. Alles wat u invoert, wordt rood weergegeven, totdat u op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) drukt. c. U bewerkt of verwijdert een e-mailontvanger door de ontvanger in de lijst met ontvangers te selecteren, en deze vervolgens aan te passen of te verwijderen. d. Apply Changes (Wijzigingen toepassen): druk op deze knop nadat u alle wijzigingen hebt aangebracht. Alles wat u invoert, wordt rood weergegeven, totdat u deze knop aanraakt. e. Send Test E-mail (Testmail verzenden): wanneer u op deze knop drukt, wordt een testmail naar alle geconfigureerde e-mailontvangers gestuurd. U kunt deze knop gebruiken om de e-mailinstellingen te valideren. f. Druk op pijl-omlaag om naar het volgende netwerkconfiguratiescherm te gaan.
30
990–1377F–022
Het systeem configureren
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
4. De SNMP Settings (SNMP-instellingen) configureren: de UPS kan worden ingesteld op het verzenden van SNMP-traps als UPS-alarmcondities optreden, en wanneer de condities weer zijn teruggekeerd naar normaal. Elke trap bevat een beschrijving van de alarmconditie. Er kunnen maximaal 10 trapontvangers worden ingevoerd. De trapontvanger moet de APC PowerNet MIB (versie 3.6.1 of later) hebben. U kunt de nieuwste versie van de PowerNet MIB downloaden vanaf www.apc.com.
a. Enable SNMP (SNMP inschakelen): schakel de SNMP-functionaliteit in door dit selectievakje aan te vinken. b. Wanneer u een nieuwe trapontvanger wilt toevoegen, drukt u op de knop Add New (Nieuwe toevoegen) , typt u het adres en geeft u het minimum ernstniveau van het alarm aan. Alles wat u invoert, wordt rood weergegeven, totdat u op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) drukt. c. U bewerkt of verwijdert een trapontvanger door de ontvanger in de lijst met ontvangers te selecteren, en deze vervolgens aan te passen of te verwijderen. d. Apply Changes (Wijzigingen toepassen): druk op deze knop nadat u alle wijzigingen hebt aangebracht. Alles wat u invoert, wordt rood weergegeven, totdat u op deze knop drukt. e. Send Test SNMP (Test-SNMP verzenden): wanneer u op deze knop drukt, wordt een testtrap naar alle geconfigureerde testonvangers verzonden. U kunt deze knop gebruiken om de SNMP-instellingen te valideren. f. Druk op pijl-omlaag om naar het volgende netwerkconfiguratiescherm te gaan.
990–1377F–022
31
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
5. De Remote Monitoring Service-instellingen configureren: De APC Remote Monitoring Service (RMS) is een professionele APC-service die de NetworkCritical Physical Infrastructure (NCPI) van een klant veilig bewaakt vanuit een extern 24x7 operationcenter, en reageert op gebeurtenissen volgens een vooraf gedefinieerde escalatieprocedure van de klant. Ga naar http://rms.apc. com voor meer informatie over deze service. De APC Remote Monitoring Service maakt gebruik van het HTTP-protocol om informatie in zijn database te zetten. Als voor de internetverbinding een proxyserver wordt gebruikt, moeten de vereiste poortinstellingen van de proxyserver worden opgegeven. (Een proxyserver fungeert als tussenstation tussen werkstation of ander netwerkapparaat en internet om beveiliging, administratie en caching te regelen.)
OPMERKING: De APC Remote Monitoring Service (RMS) wordt pas geactiveerd als hierover contact is opgenomen met het RMS-team. U vindt de contactgegevens op http://rms.apc.com. a. Enable APC RMS (APC RMS inschakelen): schakel dit selectievakje in om de service te gebruiken. Wanneer dit is ingeschakeld, wordt periodiek informatie over uw UPS naar de Remote Monitoring Service van APC gestuurd. b. Use Proxy (Proxy gebruiken): schakel dit selectievakje in als een HTTPproxyserver wordt gebruikt om verbinding te maken met internet. c. Proxy server address (Adres van proxyserver): voer het volledig gekwalificeerde IP-adres of de volledig gekwalificeerde domeinnaam van de proxyserver in. Raadpleeg uw netwerkbeheerder als u het serveradres of poortnummer niet weet. d. Proxy server port (Poort van proxyserver): voer het poortnummer van de proxyserver in. e. Use authentication (Verificatie gebruiken): schakel dit selectievakje in als een aanmelding voor de proxyserver vereist is. Geef vervolgens een gebruikersnaam en wachtwoord voor de proxyserver op. f. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen door te voeren en selecteer de pijl-omlaag om naar het volgende netwerkconfiguratiescherm te gaan.
32
990–1377F–022
Het systeem configureren
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
6. Scherm APC ISX Settings (APC ISX-instellingen) configureren:
a. Enable ISX discovery (ISX-detectie inschakelen): druk op het veld om de APC ISX Manager of ISX Central de mogelijkheid te bieden uw Symmetra MW II te detecteren. b. Read/Write Community name (Communitynaam lezen/schrijven): geef een geldige communitynaam op. Deze wordt automatisch ingesteld op openbaar. De naam moet overeenkomen met de naam die op het ISXapparaat is ingesteld om detectie mogelijk te maken. c. System name (Systeemnaam) (optioneel). d. System location (Systeemlocatie) (optioneel). e. System contact (Systeemcontact) (optioneel). f. FTP User name (FTP-gebruikersnaam). Deze moet overeenkomen met de gebruikersnaam die op het ISX-apparaat is ingesteld om detectie mogelijk te maken. g. FTP Password (FTP-wachtwoord). Dit moet overeenkomen met het wachtwoord dat op het ISX-apparaat is ingesteld om detectie mogelijk te maken. h. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen door te voeren.
990–1377F–022
33
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
7. De Remote Display Settings (Instellingen voor extern display) configureren:
a. Enable Remote Display (Extern display inschakelen): schakel dit selectievakje in om sessies via een extern scherm mogelijk te maken. b. Remote Display Inactivity Time-out (Time-out bij inactiviteit van extern display): geef de gewenste time-outperiod voor het externe display op (5, 10, 15, 30 minuten of never (nooit)). Als u Never (Nooit) selecteert, treedt niet automatisch een time-out van de sessie via het externe display op, maar moet de verbinding handmatig worden verbroken. c. Druk op Apply Changes (Wijzigingen toepassen) om de wijzigingen door te voeren.
Het display configureren 1. Druk op de knop Display Settings (Displayinstellingen) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm Display Settings (Displayinstellingen) te openen.
34
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. De displayinstellingen configureren:
a. Enable APC Q breaker prefix (APC Q-schakelaarprefix inschakelen): met dit selectievakje kunt u de APC Q-schakelaarprefix in- of uitschakelen. b. Enable audible alarms (Hoorbare alarms inschakelen): met dit selectievakje kunt u hoorbare alarms in- of uitschakelen.
De instellingen voor batterijtest configureren 1. Druk op de knop Battery Test Settings (Instellingen batterijtest) op het scherm User Configuration (Gebruikersconfiguratie) om het scherm Battery Test Settings (Instellingen batterijtest) te openen.
990–1377F–022
35
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Het systeem configureren
2. Pas de batterijtestinstellingen aan. Vanaf het scherm Battery Test Settings (Instellingen batterijtest) kunnen twee verschillende batterijtests worden uitgevoerd en kan tevens de batterijmonitor worden gereset.
– Battery monitor test (Batterijmonitortest): wanneer u deze waarde op True (Waar) zet, vindt automatisch een batterijmonitortest plaats volgens de batterijtestopties die door de onderhoudstechnicus zijn geconfigureerd. – Battery capacity test (Batterijcapactiteittest): wanneer u deze waarde op True (Waar) zet, worden de batterijen ontladen tot deze laag spanningsniveau bereiken. Deze test kan alleen handmatig worden uitgevoerd. Deze test wordt gebruikt om batterijen af te wisselen om de back-uptijd te kalibreren in overeenstemming met de huidige belasting en geïnstalleerde batterijmodules. – Battery monitor reset (Batterijmonitorreset): bij een zwakke batterij of ander batterijprobleem gebruikt u deze knop om de batterijmonitor te resetten.
36
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
Onderhoud Schermen voor preventief onderhoud De schermen voor Predictive Maintenance (Preventief onderhoud) geven de belastingsstatus en de Expected Remaining Lifetime (ERL) (VRL (verwachte resterende levensduur)) van de kritieke onderdelen van het Symmetra MW UPSsysteem aan.
Scherm Inverter DC Capacitors (DC-condensatoren omvormer)
Het scherm DC Capacitors (DC-condensatoren omvormer) geeft de actuele status en de Expected Remaining Lifetime (ERL) (VRL (verwachte resterende levensduur)) van de DC-condensatoren van de omvormer aan. U kunt de gegevens anders sorteren door op een van de kolomtitels te drukken. •
Stress Status (Belastingsstatus): toont de actuele status van de DCcondensatoren van de omvormer. De mogelijke waarden zijn: – Normaal (groen weergegeven) – Belast (geel weergegeven) – Hoge belasting (rood weergegeven)
•
990–1377F–022
ERL (months) (VRL (in maanden)): voorspelt de verwachte resterende levensduur van het specifieke onderdeel.
37
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
Scherm Inverter AC Capacitors (AC-condensatoren omvormer)
Het scherm Inverter AC Capacitors (AC-condensatoren omvormer) geeft de actuele status en de Expected Remaining Lifetime (ERL) (VRL (verwachte resterende levensduur)) van de AC-condensatoren van de omvormer aan. U kunt de gegevens anders sorteren door op een van de kolomtitels te drukken. •
Stress Status (Belastingsstatus): toont de actuele status van de ACcondensatoren van de omvormer. De mogelijke waarden zijn: – Normaal (groen weergegeven) – Belast (geel weergegeven) – Hoge belasting (rood weergegeven)
•
38
ERL (months) (VRL (in maanden)): voorspelt de verwachte resterende levensduur van het specifieke onderdeel.
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
Scherm Top Fans (Bovenste ventilatoren)
Het scherm Top Fans (Bovenste ventilatoren) toont de actuele status en de Expected Remaining Lifetime (ERL) (VRL (verwachte resterende levensduur)) van de bovenste ventilatoren. U kunt de gegevens anders sorteren door een van de kolomtitels aan te raken. •
Stress Status (Belastingsstatus): toont de actuele status van de bovenste ventilatoren. De mogelijke waarden zijn: – Normaal (groen weergegeven) – Belast (geel weergegeven) – Hoge belasting (rood weergegeven)
•
990–1377F–022
ERL (months) (VRL (in maanden)): voorspelt de verwachte resterende levensduur van het specifieke onderdeel.
39
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
Scherm Inverter Fans (Omvormerventilatoren)
Het scherm Inverter Fans (Omvormerventilatoren) toont de actuele status en de Expected Remaining Lifetime (ERL) (VRL (verwachte resterende levensduur)) van de omvormerventilatoren. U kunt de gegevens anders sorteren door op een van de kolomtitels te drukken. •
Stress Status (Belastingsstatus): toont de actuele status van de omvormerventilatoren. De mogelijke waarden zijn: – Normaal (groen weergegeven) – Belast (geel weergegeven) – Hoge belasting (rood weergegeven)
•
40
ERL (months) (VRL (in maanden)): voorspelt de verwachte resterende levensduur van het specifieke onderdeel.
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
Scherm Main Static Switch Fans (Ventilatoren statische hoofdschakelaar)
Het scherm Main Static Switch Fans (Ventilatoren statische hoofdschakelaar) toont de actuele status en de Expected Remaining Lifetime (ERL) (VRL (verwachte resterende levensduur)) van de ventilatoren van de statische hoofdschakelaar. U kunt de gegevens anders sorteren door op een van de kolomtitels te drukken. •
Stress Status (Belastingsstatus): toont de actuele status van de ventilatoren van de statische hoofdschakelaar. De mogelijke waarden zijn: – Normaal (groen weergegeven) – Belast (geel weergegeven) – Hoge belasting (rood weergegeven)
•
ERL (months) (VRL (in maanden)): voorspelt de verwachte resterende levensduur van het specifieke onderdeel.
De schermen voor preventief onderhoud openen 1. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm Parallel System (Parallel systeem).
990–1377F–022
41
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
2. Druk op de knop Operation (Gebruik) linksonder om het scherm Operation (Gebruik) te openen.
3. Druk op de knop Predictive Maintenance (Preventief onderhoud) om de schermen voor Predictive Maintenance (Preventief onderhoud) te openen.
42
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
De luchtfilters vervangen Inspecteer de luchtfilters met regelmatige tussenpozen (om de drie maanden bij normale gebruiksomstandigheden) op opeenhoping van stof op het oppervlak tegenover de afwerkingspanelen. Vervang all filters tegelijkertijd. 1. Trek het onderste deel van het bovenste afwerkingspaneel van de UPS af.
2. Til het afwerkingspaneel van het voorpaneel af en verwijder het.
990–1377F–022
43
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Onderhoud
3. Volg deze procedure tot alle panelen in een kolom zijn verwijderd. Volg dezelfde procedure voor de volgende kolom met panelen tot alle panelen van het UPS-systeem zijn verwijderd. OPMERKING: Onthoud de oriëntatie van het luchtfilter. 4. Verwijder de luchtfilters en installeer nieuwe filters.
5. Zet de afwerkingspanelen in omgekeerde volgorde weer terug.
44
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Problemen oplossen
Problemen oplossen Alarmniveaus De kleur van de bovenkant van het scherm verandert van blauw in rood wanneer er een alarmsituatie optreedt, en het alarmsymbool wordt boven aan het scherm weergegeven. Er zijn drie verschillende alarmniveaus: •
Info: informatief alarm. Geen onmiddellijke actie vereist. Controleer de oorzaak van het alarm bij de volgende onderhoudsronde.
•
Warning (Waarschuwing): Voorbeeld: Het UPS-systeem kan naar bypass-stand zijn overgeschakeld. De belasting wordt nog steeds ondersteund, maar er moet wel actie worden ondernomen. Bel technische ondersteuning. Het gebied rechts op het bovenste scherm is afwisselend blauw en rood.
•
Severe (Ernstig): Er moet onmiddellijk actie worden ondernomen. Bel technische ondersteuning. Het rode gebied boven aan het scherm is afwisselend blauw en rood.
Alarmknop Wanneer u de alarmknop aanraakt, verschijnt het scherm Active Alarms (Actieve alarmen) met alle actieve alarmen en informatie over hoe u elk alarm kunt opheffen. Wanneer u de alarmknop of andere displayknop aanraakt, wordt het alarm onmiddellijk afgezet.
Actieve alarmen weergeven 1. Druk op het alarmsymbool (rode driehoek) om de actieve alarmen te zien. 2. Alleen de actieve alarmen worden in deze lijst weergegeven. Eerdere alarmen worden opgeslagen in het gebeurtenislogboek, dat een gedetailleerde registratie bevat van de laatste 1024 gebeurtenissen op het systeem. Druk op de knop Event Log (Gebeurtenislogboek) om naar het gebeurtenislogboek te gaan.
OPMERKING: Het scherm Active Alarms (Actieve alarmen) bevat voor elk probleem een aanbevolen oplossing.
990–1377F–022
45
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Problemen oplossen
Het gebeurtenislogboek weergeven OPMERKING: U moet de netwerkinstellingen en e-mailinstellingen correct configureren en inschakelen om het gebeurtenislogboek te kunnen mailen. U kunt het gebeurtenislogboek openen door op de knop Event Log (Gebeurtenislogboek) te drukken op het scherm Active Alarms (Actieve alarmen) of door deze procedure te volgen: 1. Deze stap geldt alleen voor parallelle systemen: Druk op de gemarkeerde UPS op het scherm Parallel System (Parallel systeem).
2. Druk op de knop Operation (Gebruik) linksonder om het scherm Operation (Gebruik) te openen.
46
990–1377F–022
Systeem met Externe Statische Bypassschakelaar
Problemen oplossen
3. Druk op de knop View Event Log (Gebeurtenislogboek weergeven) om het scherm Event Log (Gebeurtenislogboek) te openen.
Het scherm Event Log (Gebeurtenislogboek) bevat een gedetailleerde registratie van de laatste 1024 gebeurtenissen op het systeem. Deze omvatten wijzigingen aan de gebruiksmodus, systeemalarmen, enzovoort. De kolom Param (Parameter) wordt gebruikt om een gebeurtenis aan een specifiek onderdeel te koppelen. Wanneer er gegevens zijn over een bepaalde gebeurtenis, dan worden deze getoond in de kolom Data (Gegevens). Wanneer bijvoorbeeld een temperatuurdrempel is overschreden, wordt de temperatuur op het moment van de gebeurtenis getoond.
990–1377F–022
•
Refresh (Vernieuwen): druk op de knop Refresh (Vernieuwen) om het gebeurtenislogboek bij te werken.
•
Stop (alleen zichtbaar tijdens het bijwerken): druk op deze knop om het downloaden van het gebeurtenislogboek stop te zetten. Deze knop is handig wanneer u alleen de recentste gebeurtenissen wilt zien.
•
E-mail Event Log (Gebeurtenislogboek e-mailen): druk op deze knop om het gebeurtenislogboek naar een specifiek e-mailadres te verzenden. Typ het emailadres en druk op Send (Verzenden).
47
Schneider Electric 35 rue Joseph Monier 92500 Rueil Malmason Frankrijk + 33 (0) 1 41 29 70 00 www.schneider-electric.com Vraag om bevestiging van de informatie in deze publicatie, aangezien standaarden, specificaties en ontwerp van tijd tot tijd veranderen. © 2013 – Schneider Electric. All rights reserved. 990–1377F–022