De Verrekijker nr. 2/2013
Blz. 2.
3. 4. 6. 7. 9. 11.
14. 15. 20. 22. 23. 25. 28. 32.
Van de Groene Tafel: Ledenvergadering doorArno van Zaanen Zet de Oude IJsselstreek op de kaart door: Arno van Zaanen Een vreemde gast door: Rietje Hermans Achterhoekse almanak door: Doortje Vreeman Fietspomp door: Carin Holtslag Vogels als weerprofeten door: Doortje Vreeman Natuurvriendelijk tuinieren door: Maaike Menting, Rob van den Dikkenberg en Bennie Harmsen Mutaties Onkruid: Look door: Janrein van Oostrum Voor de Jeugd: de Linde door: Doortje Vreeman De Zoogdierwerkgroep door: Henriëtte v.d. Loo Verslagje eekhoornnesten tellen door: Henriëtte v.d. Loo De winterkoffer door: Wil Paulus en Riet van Dijk Milieuwerkgroep door: Carla Oostrhoff De Millingerwaard gaat op de schop door: Jan Cornelissen (aangepast)
Kopij voor de volgende Verrekijker graag uiterlijk donderdag 23 mei op het redactieadres. Per e-mail:
[email protected] of aan Janrein van Oostrum, Ph.P.Cappettilaan 8, 7071CS Ulft 1
De Verrekijker nr. 2/2013
door: Arno van Zaanen
Waarschijnlijk hebt u allang de uitnodiging voor de Algemene Ledenvergadering ontvangen. Die uitnodiging is naar alle leden gegaan en die uitnodiging geldt natuurlijk ook voor alle huisgenootleden. Heeft u het ‘jaarverslagenboekje’ met de uitnodiging niet ontvangen, maar u wilt de Algemene Ledenvergadering toch bijwonen? Dan komt u gewoon op
zaterdag 20 april 2013 naar Wielbergen, Mariëndaalseweg 21d, 6986 CB Angerlo. tel. 0313 491265 De aanvang is om 10.00 uur. Maar al wat eerder staat de koffie klaar. Na afloop is er een lezing of een wandeling. Opgeven voor de Algemene Ledenvergadering voor die datum bij Roel Brocx:
[email protected] 2
De Verrekijker nr. 2/2013
door: Arno van Zaanen Waarschijnlijk mag ik je wel vragen om een uitgebreid stuk(je) te schrijven over landschap, bos, landgoed of gebied waarin je graag en vaak wandelt. Het gebied van IVN ‘De Oude IJsselstreek’ is veel te groot om het helemaal te kennen. Ken je bijvoorbeeld het gebied rond Doesburg? Ken je de Byvanck goed? Ken je het gebied Engbergen bij Gendringen? Is park Overstegen jouw wandelfavoriet? Zijn de Rijnstrangen je bekend? Lijkt een dropping in het Bergherbos je wel wat?
Zelfs van een gebiedje waar ik redelijk goed bekend ben, weet ik niet alles! Zet me er in de zomer of in een ander jaargetijde neer en dan zie ik wel veel, maar… hoe heet die plant ook alweer en hoe zat het ook alweer met de landschapskenmerken? Voor jullie zal het geen vraag zijn, maar meer iets als: Wist je dat niet? Ooo, had ik dat nog niet verteld? Maar dat zijn……. Dat weet je toch wel! Als je nu eens de pen ter hand neemt, of de tekst in een document via e-mail aan ons stuurt. Dan kunnen we het gebied goed gevuld op onze prachtige website zetten. Nee, niet wachten, maar gelijk doen! Anders vergeet je het toch weer. Begin gewoon met schrijven en maak er iets moois van. Dat is voor de lezers al genieten bij voorbaat. Waarschijnlijk gaat hij of zij het dan ook nog controleren. Dan genieten de mensen er nog meer van. Dat is toch de taak, het educatieve moment van IVN! Doen! 3
De Verrekijker nr. 2/2013
door: Rietje Hermans, IVN gids RWG De Liemers.
Het is zaterdagochtend, en ik zit aan een ietwat verlaat ontbijt. Tja gisterenavond hebben we het weer later gemaakt dan we zouden moeten doen. Ik heb geen tafel gedekt en zit aan het bureau in slow motion een boterhammetje weg te kauwen. Heerlijk om hier zo te zitten, het is mijn favoriete plek in huis, want vanaf deze plek kan ik de hele tuin overzien. Het is heerlijk stil in huis, de radio staat nog uit en mijn man is een rondje lopen met de hond. In de tuin is het al behoorlijk druk. Het eerste wat ik ’s morgens doe is de vogels voeren, zo ook deze ochtend. Zaad, een appel in plakken en wat stukjes brood. De mussen tjilpen dat het een lieve lust is en doen zich te goed aan het zaad en het brood, er zitten ook twee dikke houtduiven op de grond te pikken en op het gras maken twee merels ruzie om die éne plak appel, waarom?? Er liggen er immers vier! In het vogelhuisje vlak voor het raam zitten kool- en pimpelmeesjes. De pot pindakaas die in het
4
De Verrekijker nr. 2/2013
huisje ligt is favoriet, net als de vetbollen die verspreid in de tuin hangen. Luid kwetterend vliegen opeens de mussen in een struik. O, ik zie het al, de Vlaamse gaai, die dénkt dat ie een koolmees is, hangt in de pindaslinger. Het is een vaste gast in onze tuin en ik blijf het een komisch gezicht vinden. En wat is het een prachtige vogel! De mussen komen weer terug naar hun voederplek en als ik dan opeens de boomklever langs het dakje van het vogelhuisje zie lopen, is mijn dag weer helemaal goed. En kijk achter in de tuin zit de roodborst heel oneerbiedig op Boeddha’s hoofd! Mijn man komt thuis en de hond blaft luid om aandacht. Ik laat de tuin en met z’n vogels even voor wat ’t is, geef Rinus (de hond) een aai over z’n bol en verdiep me in de krant. Maar niet voor lang want mijn man roept opeens dat ik even moet kijken, want er zit zo’n rare vogel in de struik bij de buren… Eerst zie ik helemaal niks, maar dan opeens…Tjéé, ik weet ook niet wat het is, nee, zéker geen merel, ik zie oranje en iets blauws! De ‘vreemde vogel’ draait zich om, alsof hij zeggen wil: “ja, ja kijk maar eens goed.“ Dan zie ik een grappige kuif en een norse blik… Ik begin al flink enthousiast te roepen en grijp de verrekijker van ‘t schap, maar eigenlijk is dat al helemaal niet meer nodig want ik wéét het! Dit is een PESTVOGEL !!! Já een pestvogel gewoon in ònze tuin!!!! (Nou ja, in die van de buren eigenlijk). Mijn man pakt de verrekijker uit mijn hand en begint ook heel enthousiast verslag te doen van wat hij ziet. Ik moet er stiekem om lachen, want zo zoetjes aan heb ik hem al behoorlijk weten te ‘besmetten’ met mijn liefde en enthousiasme voor alles wat groeit en bloeit! De vogel is ondertussen druk bezig met het eten van de besjes. Ik zal tòch eens opzoeken hoe die struik nou eigenlijk heet. Later die middag zien we opeens vier Pestvogels, waarvan 3 in ònze tuin. Toen ik de volgende dag de buurvrouw sprak, vertelde zij mij van een hele mooie lichtbruine vogel, met een kuif, geel aan zijn veren en rood/oranje aan het kopje, die ze gezien had in de tuin. Leuk, dat ik wist wat ze bedoelde en haar vertellen kon dat deze vreemde gast de PESTVOGEL was. Waarom dit enthousiasme? Nooit eerder zag ik deze vogel, die doorgaans broedt in Noord Scandinavië. Soms doet een grote groep Pestvogels ons land aan, mogelijk heeft dat te maken met de hoeveelheid voedsel (voornamelijk besjes) die in het noorden voorhanden is. Waarschijnlijk zijn de vogels, die ik gezien heb wat afgedwaald van de groep. Of zat de grote groep (men spreekt meestal van een invasie) gewoon een paar tuinen verderop???? 5
De Verrekijker nr. 2/2013
Het IVN in het verleden Gezocht en gevonden door: Doortje Vreeman 1987-1989-1990- Instituut voor Natuurbeschermingseducatie. Afdeling: De Oude IJsselstreek, MW. T. A. Dinkla, Doetinchem. 1991- Instituut voor Natuurbeschermingseducatie. Afdeling: De Oude IJsselstreek, MW. M. Wenting, Doetinchem. 1993 - 2000- Vereniging voor Natuuren Milieueducatie. Afdeling: De Oude IJsselstreek, MW. L.O.G. Hetebrij Van Maanen, Varsseveld. 2001-2004- Vereniging voor natuur-en milieueducatie. Afdeling: De Oude IJsselstreek, MW. A. Bentvelsen, Didam. 2005- Vereniging voor natuur-en milieueducatie. Afdeling: De Oude IJsselstreek, K. Knol, Dinxperlo. Uit de oude almanak blijkt, dat aan de initialen IVN door de jaren heen verschillende betekenissen zijn gegeven. Het is moeilijk om de goede naam te vinden. Sinds 2012 is er een nieuw logo en alweer een nieuwe naamgeving: Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid. Hoe ze bij de D van duurzaamheid zijn gekomen is mij een raadsel. Mij spreekt meer aan de tekst die op het rugpand van de nieuwe kleding staat: beleef de natuur! Ik bezit niet alle jaargangen van de Achterhoekse almanak. Dit is - voor zover mogelijk - een overzicht van de naamgeving van onze afdeling en de namen van de secretarissen (denk ik). Voor de oudere leden moet dit gesneden koek zijn en waarschijnlijk weten die wel meer te vertellen. Zet het eens op papier en geef het door aan de redactie. Wie weet komt er zo een vervolg op “uit het IVN verleden” . 6
De Verrekijker nr. 2/2013
Door: Carin Holtslag Het is zomer en midden in de nacht schrik ik wakker. Even lijkt het stil… dan klinkt er een piepend geluid alsof iemand zijn fietsband oppompt en er telkens lucht ontsnapt. Ritmisch, elke 6 tot 8 seconden. Nou is er (bij mijn weten) niemand in mijn huishouden in de “nachtbrakersfase” en ook de jongens van de buren niet. Maar het klinkt wel van heel dichtbij. Ik begin te deduceren; mens? Of dier? Dier. Zoogdier of vogel? Vogel. Welke vogels maken ’s nachts zoveel kabaal? Uilen… maar welke? Het is geen steenuil, die ken ik wel. Ik stap uit bed, de trap af en ga naar buiten. Het is op het achterterras…. Ik gluur naar de pergola…: niets. Ik loop er onder door en ja hoor daar op de nok van het dak zit het silhouet van een uilvormige vogel. Zie je wel, te groot voor een steenuil. Maar wat dan wel? Maar eens even kijken en luisteren op google, geluid van…. Ik probeer kerkuil; nou, die maken veel kabaal maar net niet dit. Ik klik op een opname van jonge ransuilen en ja hoor…. Daar heb je het. Dus hoort u ‘s nachts een vreemd piepend geluid dan weet u nu wat het is: een jonge ransuil! Tenzij u natuurlijk buurjongens hebt van een zekere leeftijd…
7
De Verrekijker nr. 2/2013
8
De Verrekijker nr. 2/2013
Uit de Achterhoekse almanak van 1989 Gevonden door: Doortje Vreeman Het weer is een van de belangrijkste factoren die het leven beïnvloeden. In de tijd zonder barometers of satellieten was men voor het voorspellen van het weer afhankelijk van allerlei verschijnselen in de natuur. Zo ontstonden er bepaalde weerregels. Deze zijn tot op de dag van vandaag bekend gebleven en vaak wordt er meer geloof gehecht aan deze regels dan aan het KNMI. De oorsprong van de meeste van deze regels is vaak moeilijk te achterhalen; bovendien is hun geldigheid meestal twijfelachtig. Menig Achterhoeker is er bijvoorbeeld van overtuigd, dat het gedurende zes weken veel zal regenen, wanneer het op Sint- Margriet (20 juli) regent. De heilige Margaretha wordt daarom ook wel Pis-Griete genoemd. Deze weervoorspelling is al honderden jaren oud. Vaak werd bij het voorspellen van het weer gelet op het gedrag van dieren. Met name vogels vervullen daarbij een belangrijke rol. Vogels zijn immers nog meer dan veel andere dieren van het weer afhankelijk. Trekvogels Uit onderzoek is gebleken, dat seizoensveranderingen, voedselgebrek, dalende of stijgende temperatuur en veranderingen in daglengte veel minder invloed hebben op de vogeltrek, dan men altijd verondersteld heeft. Zomergasten trekken ook weg als hier nog voldoende voedsel is. Een warme septembermaand kan niet verhinderen, dat de zwaluwen naar het zuiden vertrekken. Vogels, die terugkeren naar hun broedplaatsen van landen langs de evenaar zullen nauwelijks door de daglengte beïnvloed zijn. De lengte van dag en nacht verandert in die landen immers weinig. Tegenwoordig denkt men dat allerlei stofwisselingsprocessen - vooral hormoonwerking - zich met een bepaalde jaarlijkse regelmaat herhalen. Hierdoor ontstaat steeds drang om te trekken. Is deze drang eenmaal aanwezig, dan kunnen uitwendige factoren - zoals temperatuur en windrichting - de trek wel beïnvloeden. Wind uit het zuiden of het westen brengt in de winter meestal zacht weer en noordenwind of oostenwind brengt kou. De trekrichting van overvliegende ganzen kan dus in de winter en in het vroege voorjaar een redelijke weersvoorspeller zijn. (let wel dit komt uit 1989, nu blijven veel 9
De Verrekijker nr. 2/2013
ganzen gewoon hier…) Maar hoe zit dat met de kraanvogels? Vliegen kraanvogels in grote groepen naar het zuiden zonder dat je ze hoort roepen, dan zeggen we in de Achterhoek dat er een ‘kranenzomer’ op komst is: dat houdt in dat er mooi weer komt. Vliegen de kraanvogels laag en schreeuwen ze veel naar elkaar, dan komt er storm of regen. (Ook kraanvogels trekken niet allemaal meer weg, deze winter zijn ze in de omgeving van Gendringen waargenomen!) ‘ At de kranen vliegt, kump ter vors… of doo weer’. In het algemeen kan er gezegd worden dat er een goede zomer verwacht wordt, wanneer de trekvogels vroeg terug zijn. ‘At den koekoek róp op 15 meert, is’t veur den boer een daalder weerd’. De winter zal echter streng worden als de zwaluwen en andere trekvogels bijtijds zuidwaarts trekken. Vogelzang Doorgaans zingen vogels het meest bij helder weer. De lichtintensiteit blijkt een factor te zijn, die de zang beïnvloedt. Wanneer de koolmees in het vroege voorjaar ‘Schiet in ’t vuur,schiet in ’t vuur’ zingt, blijft het mooi weer. De temperatuur gaat oplopen, zodat het vuur wel uit kan. Zingt de koolmees ‘Spin dikke, spin dikke’, dan moet met koud weer rekening gehouden worden. Echte regenprofeten zijn merels, spechten en pauwen. Dit geldt niet alleen voor de Achterhoek, want de ‘gietelink’- merel - is in heel Europa een regenaanzegger. Pauwen werden bij de oude Perzen al als weerprofeet gezien en over de hele wereld worden spechten met regen in verband gebracht. In Duitsland zou de specht ‘Giess, giess, ’roepen en in Frankrijk hoort men zijn roep ‘Pluie, pluie’. De koekoek voorspelt door zijn 10
De Verrekijker nr. 2/2013
roep ook vaak regen. Het roepen van de koekoek na Sint-Jan (24 juni) voorspelt weinig goeds: er komt misoogst, het koren wordt duur en de herfst wordt zeer regenachtig. Ook wordt regen verwacht als de mussen ’s morgens veel sjilpen, als hanen nog laat op de dag kraaien en de kippen lawaaierig zijn. Vroeger zag men boven de deur in de boerenkeuken vaak een kooi met tortelduif. Als deze duif meer dan normaal koerde werd er ook regen verwacht. In wat delen van de Achterhoek wordt gezegd dat fazanten door hun gekoer onweer voorspellen, in andere delen is deze voorspelling nauwelijks bekend. In China echter wordt deze vogel wel weer met onweer in verband gebracht. Donder, storm of ander slecht weer wordt verwacht wanneer de vinken veel ‘slaan’ en wanneer de roodborstjes veel en luid zingen. Als de ganzen veel lawaai maken komt er storm. Over de hele wereld worden vogels gezien als weerprofeten. Door hun vliegkunst staan ze dichter bij de hogere machten en zijn dus beter op de hoogte van hetgeen de atmosfeer ons aan weer te bieden heeft. Eeuwenlang bleef het geloof in de voorspellende kracht bestaan. De diepere achtergronden blijven een raadsel. Maar één ding is zeker: Reert de kiefte: Kiewiet, kiewiet’ Dan gef ’t manges raegen en manges ok niet!
Voor de eindopdracht van onze opleiding tot IVN- gids hebben wij, Maaike Menting, Rob van den Dikkenberg en Bennie Harmsen een draaiboek gemaakt dat gebruikt kan worden door iedereen in een straat, wijk of dorp om mensen te betrekken bij, te interesseren in en te prikkelen voor de natuur. Door de natuur naar je eigen leefomgeving te brengen, hopen we op de bewustwording dat niet alles verhard, bestraat of met een schutting afgeschermd hoeft te zijn. Dit blijkt overigens vaak nog duurder te zijn dan een groene tuin. Wat is er nou nog mooier dan dat je eigen tuin een stapsteen is voor vogels, vlinders, egels en allerlei andere dieren en planten. Zodat zij de mogelijkheid hebben hun leefgebied te vergroten en jouw tuin te gebruiken als verbindingspunt.
11
De Verrekijker nr. 2/2013
Criteria voor natuurvriendelijke tuin 1. Een natuurlijke vijver met een geleidelijke oever. 2. Struiken en bomen met vruchten, bessen en/of noten. 3. Zo min mogelijk bestrating. 4. Klimplanten en struiken met doornen naast of tegen een gevel. 5. Natuurlijke beschutting waar egels onderdoor kunnen. 6. Een soortenrijke beplanting met structuur. 7. Inheemse planten voor rupsen, vlinders en bijen. 8. Composthoop. 9. Rommelhoekjes en takkenhopen. 10. Nestkastjes voor vogels, zoogdieren en insecten. Aanleiding was het Groene Stapstenenplan van IVN Veenendaal – Rhenen. We wilden niet alleen een draaiboek maken, maar het plan ook in de praktijk toepassen. Tijdens de eerste stappen voor ons plan werden er in Beek 25 duurzame woningen gebouwd. Het leek ons een heel goed idee om het tuinenplan in die wijk toe te passen. Zo hadden we meteen een goede testcase om onze ervaringen te delen in dit draaiboek. Als eerste hebben we op een rij gezet wat we eigenlijk wilden uitvoeren. • Buurt informeren en uitnodigen • Infostand • Informatiemateriaal • Give a way’s • Vogelhuisjes • Wandeling of excursie Rondgang We zijn twee avonden bezig geweest om bij alle huizen aan te bellen en uit te leggen wat we van plan waren. De reacties waren spontaan. Veel mensen waren enthousiast en verbaasd dat hetgeen we aanboden gratis was.We lieten een envelop achter met erin een aantal formulieren: • Als eerste natuurlijk de brief waarin ons verhaal nogmaals omschreven staat en de data die van belang zijn. • Tevens hadden we een vogeltel-formulier bijgevoegd. We hebben de bewoners gevraagd een telmoment te houden in hun eigen tuin. Even een half uurtje tellen zodat de huidige stand van de verscheidenheid en hoeveelheid vogels bekend is. • Een waardebon waarmee men op 27 april een gratis tas met informatie en een zelf te kiezen vogelhuis kon afhalen in de stand. • Dit alles verzameld in een leuke envelop. 12
De Verrekijker nr. 2/2013
Brief Inhoud bevat: - Onszelf voorstellen - Uitleg project en eindopdracht - Aankondiging stand met informatiemateriaal - Belangrijke data - Inschrijving wandeling, in ons geval voor de Byvanck Intussen waren we druk bezig met het aanschrijven en bezoeken van bedrijven om de nodige sponsoring los te krijgen. Verschillende bedrijven en instanties hebben we aangeschreven voor sponsoring van materialen en/of folders. Je kunt daarbij heel divers denken, aan natuurorganisaties, maar ook commerciële bedrijven die enigszins iets te bieden hebben op tuingebied. We zijn ook naar de plaatselijke tuinderijen en doe het zelf zaken geweest om te informeren of er interesse was. Infotent met informatie Op de geplande datum stonden we met een mooie overdekte en aangeklede stand in de nieuwbouwwijk in Beek klaar om de mensen te ontvangen. We hadden allerlei materialen vergaard om de stand mee aan te kleden. Vlaggen van IVN, maar ook posters van Natuurmonumenten. Ook hadden we een plaatselijke imker, tevens IVN-er uitgenodigd omdat 2012 het jaar van de bij was en dit sloot natuurlijk prachtig aan bij een natuurlijke omgeving. Hij had een observatiekas bij zich en gaf uitleg. Verder had hij wat foldermateriaal over bijen en het imker zijn. Er waren insectenhotelletjes en artikelen van Tringa Paintings te koop en er lagen diverse folders over de aanleg van tuinen en vijvers. Ook waren er folders van de Vlinderstichting, tijdschriften van o.a. Groeiend Groen en Natuurmonumenten. Er lagen natuurboeken ter inzage, en natuurlijk de vogelkastjes en de tasjes met inhoud. We hadden zelf een folder ontwikkeld over het aanleggen van een natuurlijke tuin. We waren wel verbaasd dat er maar 25% van de mensen, die aangegeven hadden te komen, ook daadwerkelijk kwamen opdagen. Mede omdat er toch gratis artikelen in de aanbieding waren. De mensen die er wel waren bleken echter enthousiast en geïnteresseerd. Uiteindelijk was het een gezellige middag waarbij onder het genot van een drankje diverse wetenswaardigheden zijn uitgewisseld. Omdat de wijk tegen het natuurgebied de Byvanck aan ligt, leek het ons mooi om de mensen mee te nemen op een wandelexcursie door dit mooie 13
De Verrekijker nr. 2/2013
en gevarieerde bos. In de stand hadden we een formulier liggen waarop ze zich konden inschrijven voor deze wandeling. Tevens een mooie gelegenheid voor de nieuwe bewoners om elkaar beter te leren kennen. Het was mooi om het op te zetten en uit te voeren, vooral ook omdat wij, in tegenstelling tot IVN Veenendaal-Rhenen, het kleinschalig hebben gehouden. Wel hebben wij er van geleerd dat je het in een heel kort tijdsbestek moet uitvoeren. Men heeft al vrij snel de gedachten weer bij iets anders en de afspraak is dan weer vergeten of men is er gewoon al niet meer mee bezig. Wellicht is het ook een idee bij een eventueel vervolgproject, eerst bij een van de bewoners, een voorbeeld tuin aan te leggen zodat mensen kunnen zien wat er zoal mogelijk is.
Per april 2012 Nieuwe leden: Mevr. M.H. Krijnen, Doetinchem Mevr. B. Enter-Nauta, Doetinchem Nieuwe donateurs: Dhr. RJM Boerboom, Doetinchem Donateurs opgezegd: Mevr. A.IJ. Leenders-van Schaik, Zevenaar Mevr. C. Grievink, Marienvelde Mevr.A. Siebelink-Costijnse, Zelhem Huisgenoten donateurs opgezegd: Mevr. M.B.J. Karsten-Schoorel, Aalten 14
De Verrekijker nr. 2/2013
(Allium) door: Janrein van Oostrum Mijn vrouw doet aan bloemschikken. Het is prettig als er daarvoor in tuin wat voor het grijpen groeit. Met dat gegeven in het achterhoofd zagen we een jaar of wat geleden bij een tuincentum zakjes met een verleidelijk plaatje van een uienbloeiwijze met paarsige bolletjes en een leuke groene kuif van look erop. We hebben er toen een meegenomen en de bolletjes een plekje in de voortuin gegeven. Had ik nou maar op de Latijnse naam gelet! Niet gedaan dus. En daarmee haalden we ons een verschrikking in de tuin. Het bleek namelijk niets anders dan Kraailook te zijn. Waarom dat erg is lees je verderop. In de tuin is het een waar onkruid! Kraailook (Allium vineale) is een plant uit de lookfamilie (Alliaceae) met als familieleden onder andere Prei, Ui en Knoflook. De plant komt steeds vaker voor. Je vindt hem in weilanden, bossen, bosranden, bermen, lanen, parken en wijngaarden, op ruderale plaatsen in de duinen, stadswallen, rivierduinen, spoorbermen, rivierdijken, hogere delen van uiterwaarden en rotsachtige plaatsen, kortom: nagenoeg overal dus. En dat zegt al iets! De bloemen staan op lange, rechte, wat paarse stelen in een losbloemig scherm. De bloeiwijze bevat een massa bolletjes met soms een paar bloemen ertussen. Vaak bevat hij alleen maar van die bleke tot paarse broedbolletjes. Elk bolletje dat op de grond valt vormt een nieuwe plant. Broedsucces verzekerd dus! Eventuele bloembladeren zijn roze, paars of groenachtig wit, klokvormig en 2 tot 4½ mm lang. De meeldraden steken boven het bloemdek uit. De plant wordt ongeveer 30-70 cm hoog, en bloeit van juni t/m augustus.
15
De Verrekijker nr. 2/2013
Tussen het gras vallen de looksprieten niet op. Ze zijn lang, smal en groen. In de voortuin staan ze intussen overal, zaaien zich uit als een gek en zijn niet uit te roeien. De bolletjes zitten zo diep en vast dat je het plantje niet in zijn geheel uit de klei kunt trekken en dus ieder plantje apart moet uitsteken. Als je ze laat staan nemen ze de hele tuin over. En zo mooi zijn ze nou ook weer niet… Bieslook (Allium schoenoprasum ook wel pijpgras genoemd) is een vaste plant uit de lookfamilie (Alliaceae) die afkomstig is uit Europa en Noord-Azië. Hij bloeit in juni en juli met blauw-roze-violette schermen. In België en Nederland komt bieslook in het wild voor, het liefst op kalkrijke, goed bemeste, vochtige grond, zowel in de zon als in de schaduw. Maar Bieslook kun je net zo goed in een bloempot op de vensterbank of het balkon kweken. Met koffiedik en compost kun je bemesten. De plant heeft winterharde bolletjes, zodat hij in de lente heel snel op kan komen, bloeien en zaad produceren. Iedere bol vormt een aantal nieuwe bolletjes en plant zich zo ongeslachtelijk voort. Hij doet dat ook geslachtelijk door middel van zaden. De plantenkloon vormt een pol. Knip rustig regelmatig bladstengeltjes af: de plant groeit steeds weer aan. Vermeerderen is eenvoudig: graaf in de lente de plant uit, hak de kluit in tweeën en plant beide delen apart op. Na vier jaar is de grond uitgeput en kun je hem beter op een andere plaats zetten. Het is een prima drachtplant voor bijen. Geneeskundig In de volksgeneeskunde wordt Bieslook traditioneel gebruikt vanwege het feit dat het de eetlust en spijsvertering bevordert, vocht afdrijft, de bloeddruk verlaagt, licht laxerend werkt, wormen verdrijft, vet afbreekt, hoestdempend werkt en ook nog eens energie geeft. Daarnaast beweerde 16
De Verrekijker nr. 2/2013
men vroeger ook dat het dronkenschap kon verdrijven en zelfs dat het aanspoorde tot onkuisheid. Naast vitamine A en B bevat de plant een hoog gehalte aan vitamine C. Mijn liefje, wat wil je nog meer… Die plant mag in je tuin toch zeker niet ontbreken! Culinair Je gebruikt in de keuken vooral de jonge dunne stengels. Fijngesneden Bieslook is goed te combineren met peterselie en kan toegevoegd worden aan salades, kruidenboter, ragouts, (dip-)sauzen en dressings. Maar door koken, bakken of frituren verdwijnt de smaak. Bieslook moet je dan ook pas op het laatste moment aan een gerecht toevoegen. Ook bij drogen verliest bieslook zijn aroma. Invriezen is de beste manier om het voor keukengebruik te bewaren. De bloemen lenen zich uitstekend als garnering van allerlei gerechten en kunnen rustig gegeten worden. In bloemstukken of droogboeketten misstaan ze niet. Variant Chinese bieslook (chin suàn) heeft grasachtig, plat blad. Het lijkt op gewone bieslook, maar heeft een zachte knoflooksmaak, waardoor het kan dienen als vervanger van knoflook. Deze soort kun je zelf zaaien en is ook winterhard. Chinese bieslook kan wel tegen verhitten en kan ook worden ingevroren. In veel toko's is het als groente in bosjes te koop.
17
De Verrekijker nr. 2/2013
Daslook (Allium ursinum) is ook een waardig lid van de familie. Het is in het wild in België en Nederland een vrij zeldzame soort en hier wettelijk beschermd. Maar in die bossen waar hij groeit is hij massaal aanwezig. De soortaanduiding ursinum (‘van de beren’, Ursus = beer) is ontstaan door het oude bijgeloof dat beren zich na hun winterslaap eerst op deze plant zouden storten. Dit zou er tevens de oorzaak van zijn dat de plant ook wel Berelook wordt genoemd. De naam Daslook zal wel afgeleid zijn van het feit dat dassen vroeger in het bos vaak hun holen onder deze planten hadden. De ovale bladeren zijn 3-5 cm breed, donkergroen en parallelnervig, niet lookachtig dus! De zuiver witte bloemen hebben zes witte bloemdekbladen en staan in losse bolvormige schermen. Hij bloeit van april tot juni, soms tot in juli en wordt 30-40 cm hoog. Waar hij groeien wil is hij een woekeraar, staat daar in grote groepen en valt op door de sterke uienlucht. De bloem heeft zes meeldraden en een driedelige stamper met daar omheen zes breed ovale bloemdekbladen. De zaden zijn zwartbruin. De naam De naam Daslook werd al in 1608 door Dodonaeus gebruikt: ‘in Brabant van den gemeynen man Dasloock gheheeten’. Maar de naam Berelook werd in de vorige eeuw in het boekje ‘In het bos’ van E. Heimans en Jac. P. Thijsse ook gebruikt. Of dat nu een echte volksnaam is geweest of een rechtstreekse vertaling van het Latijnse ursinum weet ik niet. De Duitse volksnaam is in ieder geval Bärenlauch. Dodonaeus schreef al ‘dattet hedens daechs gemeynlijck Allium ursinum - dat is Beer Loock - ghenaemt wordt’. De namen Daslook en Berelook zouden ook kunnen wijzen op het feit dat allebei de diersoorten nu bepaald geen aangename geur verspreiden. Een oude Duitse volksnaam is daarom niet voor niets Stinkende Lauch. In het Engelse Lincolnshire is de volksnaam Stink plant en in Somerset heten ze Stinking Lilies. Vooral in Zuid-Duitsland zijn de laatste tijd veel streekproducten met een Daslookcomponent ontwikkeld. Je kunt er een heerlijke pesto mee 18
De Verrekijker nr. 2/2013
maken. Ook ter vervanging van knoflook wordt het wel gebruikt, met als voordeel het ontbreken van de kenmerkende knoflookgeur. Geneeskundig Daslook is van oudsher geen onbekende in de geneeskunde. De plant wordt gebruikt bij darminfecties, als ontwormmiddel en vooral bij aderverkalking ter voorkoming van plaque in de bloedvaten. Het is goed tegen voorjaarsmoeheid en helpt bij gewrichtspijn. In de volksgeneeskunde werd hij vroeger zelfs als een soort universeel geneesmiddel beschouwd, wat uit het volgende Engelse versje blijkt: 'Eat leeks in Lide and ramsons in May and all the year after the physicians may play.' Hetgeen - vrij vertaald - wil zeggen: `Eet prei in maart en daslook in mei; dan heb je het gehele jaar geen dokter nodig.' Net zoiets dus als ‘An apple a day keeps the doctor away.‘ Was het maar zo gemakkelijk… Culinair Op de website NRC.nl/koken vond ik een recept: (N.B. Dit kun je maken als je het zelf in de tuin hebt of er op een andere manier legaal aan kunt komen, want in de vrije natuur mag je Daslook absoluut niet plukken!) Daslook- of bieslooksoep (voor 6 personen) 2 middelgrote uien, klontje roomboter, 6 aardappelen, 300 g daslookbolletjes en –bladeren, 300 g bieslook, 4 teentjes knoflook, 2 l kippenbouillon, 2 dl slagroom, 250 g zachte schapenkaas of creme fraiche. Snij de uien in stukjes. Schil de aardappelen en snij die ook in stukjes. Verwijder de worteltjes van de daslookbolletjes en snijd de bolletjes en de bladeren van het daslook fijn. De bloemstengels zijn te hard: weggooien. Bak de uien vijf minuten zachtjes in de roomboter. Doe de aardappelen en de daslook erbij. Leg een stuk bakpapier over de pan en doe het deksel erop. Laat op laag vuur tien minuten smoren. Voeg de bouillon toe, laat 20 minuten zachtjes koken en maal fijn met een staafmixer. Voeg de room toe, verwarm het geheel weer en dien de soep op met in elk bord een dotje zachte schapenkaas of creme fraiche. Eet smakelijk! Bronnen: Diverse internetsites, o.a. Wikipedia en NRC.nl/koken ‘Planten en hun naam’ H. Kleijn, Meulenhoff, Amsterdam, 1970 Úit grootmoeders kruidenkast’, J.H. Gottmer, Haarlem 1975 19
De Verrekijker nr. 2/2013
door: Doortje Vreman
Lindeboom, Koningsboom. Vroeger bij de Kelten en de Germanen was de Linde een heilige boom. De geest van de Linde gold als bescherming voor mens, huis en kerk. Ook later werd de lindeboom als ’goede boom’ beschouwd. Huwelijken werden gesloten onder de lindeboom, de duimen van de geliefden werden in de bast gedrukt. Een lindetak zou helpen als middel tegen tandpijn bij kinderen. Ook gaf het bescherming tegen heksen en boze geesten. Lindebomen kunnen heel oud worden. In Sambeek (bij Boxmeer) staat de dikste linde van Nederland die is 775 cm, dus bijna 8 meter. Deskundigen schatten dat de boom 500 jaar oud is. Lindes worden veel aangeplant als herdenkingsboom. Zo heeft Staatsbosbeheer, bij de geboorte van Prinses Amalia, de Nederlandse gemeenten een, ‘Koningslinde’ aangeboden. In 260 gemeenten is ter gelegenheid van de geboorte van Prinses Amalia (7 dec. 2003) een Linde geplant. In het verleden zijn er Wilhelmina-, Juliana-, Bernhard-, Beatrix- en Alexander Lindes in verschillende gemeenten geplant. Ter gelegenheid van de troonswisseling zullen er dit jaar rond 30 april ook wel herdenkingslinden geplant worden. Ga in je woonplaats maar eens opzoek naar een lindeboom. Vaak staan ze op een plein in dorp of stad, ook bij scholen staan vaak lindebomen. Bekijk een grote linde eens van een paar meter afstand: Wat maakt deze boom zo aantrekkelijk en geliefd? En hoe hoog zou de boom zijn? Een leuk werkje om dat te meten, je moet dat met je tweeën doen. Je 20
De Verrekijker nr. 2/2013
hebt daar een potlood voor nodig. • Houd het potlood rechtop in je hand.(verticaal) • Houd je arm gestrekt. • Houd één oog dicht en kijk langs het potlood. • Ga zover van de boom staan dat het potlood even lang is (lijkt) als de boom. • Draai nu het potlood horizontaal om. • Laat iemand op de plek gaan staan waar de punt neer komt. • Meet nu de afstand van deze persoon tot de boom. Dit is ongeveer de lengte van de boom. Voor het gemak kun je afspreken, dat één flinke stap één meter is.
21
De Verrekijker nr. 2/2013
door: Henriëtte v.d. Loo We zijn er trots op dat dit jaar alweer het13e is dat de groep bestaat. We hebben 20 leden die allemaal meer of minder actief zijn en vaak hun eigen voorkeur voor de verschillende onderzoekjes hebben. Zoogdierwerkgroepen zijn er niet of nauwelijks bij het IVN, zelfs niet bij de KNNV. Zelfs in heel Nederland (of daarbuiten) zijn er maar weinig. Dat heeft er vermoedelijk mee te maken dat je zoogdieren zelden te zien krijgt. Dan zijn vogels, zelfs amfibieën, reptielen en vissen of vlinders etc. veel gemakkelijker. Meestal moet je het doen met allerlei sporen die de aanwezigheid van zoogdieren verraden: knaag- en krabsporen, poepjes, prenten, prooiresten. Ook zijn de meeste zoogdieren ‘s avonds en ’s nachts actief. Maar daarom is het des te spannender om er toch achter te komen welk dier waar en hoe rondspookt. Met onze groep proberen we dus wijzer te worden en bijv. kleine gebieden te inventariseren door die sporen te vinden en te proberen ze goed te lezen. (En intussen kijken we naar alle andere dieren en planten die we interessant vinden). We tellen in februari eekhoornnesten in Koekendaal, ’s zomers vleermuizen op (kerk)zolders en we houden een of meer avondexcursies waarop je meer kans maakt reeën, vossen of steenmarters te betrappen en vleermuizen te zien jagen. In het najaar vangen we muizen met live-traps, ’s winters pluizen we braakballen en determineren de resten van de er in aanwezige muizensoorten. We zijn net deze winter begonnen met ottersporen te zoeken en we hebben nu 2 jaren achtereen meegeholpen met de bevertelling in de Liemers. Veel van deze onderzoeken lopen via de landelijke Zoogdiervereniging die ook de ontheffingen al dan niet toewijzen en regelen bij het “LNV”. Want jammer genoeg zijn diverse zoogdieronderzoeken gebonden aan persoonlijke, jaarlijkse ontheffingen en om die te krijgen moet je vaak weer een cursus gevolgd hebben. Bijv. bij het tellen van vleermuizen op zolder en in winterverblijven en er moet dan plaats zijn voor een nieuwe teller... Bovendien doe je zoiets met maar 2, maximaal 3 personen, voor de veiligheid. Voor het vangen van vleermuizen moet je bovendien ingeënt zijn tegen rabiës. Maar vaak kun je ook zonder enting wel goed helpen bij dit onderzoek en er net zoveel plezier aan beleven als de vanger zelf. 22
De Verrekijker nr. 2/2013
We proberen het gezellig te houden. Op ons jaarlijks dagje uit afgelopen jaar kanoden we bijv.in de Weerribben. Omdat we proberen elke maand tenminste een activiteit te plannen, vergaderen we weinig: 2 keer per jaar, waarbij we samen terugkijken op het afgelopen halfjaar en bekijken wat we verder gaan doen en wanneer en wie wat doet: 15 maart jl. vergaderden we bij Jannie Klein Lebbink. De ‘pen’ gaat nu naar de werkgroep Winkeltje/tentoonstellingen. Zet ‘m op, meiden van W& T!!
Door: Henriëtte van der Loo Zaterdag 9 febr. 2013 begon met een zonnetje over de nog hier en daar liggende restjes sneeuw en rijp. Het vroor nog een beetje maar dat weerhield diegenen de niet met griep waren gezegend, niet om dapper met kompas en schrijfplank in de aanslag, zich een weg te banen door kreupelhout en bramen. Wie waren die dapperen? In willekeurige volgorde: Bennie, Wilber, Rick, Ronald, Jeltje, Marion (zelfs met -lichte- griep) Riet, Barry en Marleen, Arie en ik. Gelukkig mochten we eerst in de gemeenteboerderij zodat de uitleg aan de nieuwelingen en nogmaals de uitleg van hoe een kompas in het veld te gebruiken door Ronald (we kunnen nu allemaal zo de landmacht in), warm kon verlopen. Elf mensen dus ‘n mooi aantal voor de 5 looproutes en zo hoort het ook als je monitoort: “zorg dat de omstandigheden waaronder je tellingen verricht zo identiek mogelijk zijn bij elke telling”. Na afloop konden we elkaar ook vertellen wat we nu weer tijdens het tellen hadden gezien / gevonden.
2011 2012 2013
zeker nest 51 49 40
met doorzicht 15 7 8
mogelijk nest 14 5 4
aantal tellers 10 10 11(2nieuw)
bijzonderheden
Spoorsneeuw,-15Cº
We telden dit jaar een tiental nesten minder dan vorige 2 jaren terwijl de telsterkte, dus bosdoorkruising, even sterk was.
23
De Verrekijker nr. 2/2013
Reden van achteruitgang?? Toevallig een dip? 2011 was een erg slecht mastjaar, dus een moeilijke winter 2011 / 2012. Minder voortplanting? Het gaat om zo’n 2 territoria. Andere zoogdieren die we hadden gezien: 6 reeën, 1 konijn, 2 keer, 1 haas en 1 bosmuis. Verder molshopen en een hol van 1 vos (??) diameter 25 x 30 cm. maar meer liggend ovaal dan staand. Dat hol is er al jaren. Er stonden nu geen prenten bij maar het werd wel gebruikt want het was schoon en open. En verder onduidelijke sporen, putjes, die mogelijk op een das wezen. Dus mogelijk…. En tot ieders grote vreugde trakteerde Riet de groep op koffie/chocola met gebak bij Het Onland. ‘Reden’: 1 maart is ze jarig. Het werd een heel gezellige afsluiting van een mooie wintermorgen.
Dat “de Achterhoek samenwerkt met de provincie aan biogasinstallaties op o.a. het A18 Bedrijventerrein en via AGEM” vinden we een eenzijdig beeld van de stand van zaken. De “Achterhoek” is geen democratisch georganiseerd gremium. Inmiddels wordt ook onder meer een constructie als AGEM (een white label constructie) door de NMA niet meer toegestaan. De initiatieven voor alternatieve energie gaan uit van “het duurzame karakter van biovergisting op agrarische bedrijven”, maar daar zijn grote twijfels over. Vóór deze mogelijkheden in bestemmingsplannen worden opgenomen pleiten wij voor nadere onderzoeken naar het duurzame karakter hiervan.
24
De Verrekijker nr. 2/2013
Door: Wil Paulus en Riet van Dijk In februari zijn we (Wil Paulus en Riet van Dijk) met kinderen van groep 5 in het verzorgingshuis Maria Magdalena Postel in Gendringen geweest met de winterkoffer. Eerst op 24-01 met 5 kinderen bij de dagverzorging en op 21-02 met 8 andere kinderen bij de Meerzorg. Dat de kinderen ervan genoten hebben, getuigen deze verslagjes van 2102-2013 :
Verslag 1: Hallo beste mensen fijn dat we mochten komen. Het was super luek dat ik met en meneer mocht. de stokken die wij kregen zijn erg mooi!!! Het was luek dat we met de natuur werkte.
25
De Verrekijker nr. 2/2013
Verslag 2: Hoi allemaal! Ik wil vertellen hoe ik 21 februari 2013 op donderdag het vond. Oke dan beginnen we: Op donderdag 21 februari 2013 vond ik het geweldig! Met u ook mvr. Van Dooren. Ik vond het heel leuk. Ik hoop dat jullie het ook vonden. Ik hoop dat wij elkaar nog een keertje zien. Doei! Tot gauw! Groetjes Esmanur.
Verslag 3 van Noor: ik vond het erg leuk. de oude mensen waren erg lief. en het was ook leuk dat we uitleg kregen over de natuur. wij mochten ook kijken naar een kastanjetak. mijn schoen mocht op een ouderwetse schaats. Aan het eind kregen we een folder. en een zakje chips We hebben ook ranja gedronken Het was erg leuk Verslag 4 hallo ik ben Delano Heister. ik vond het leuk bij jullie. ik vond het leuk met diegene te werken. We hebben samen naar takken gekeken. We hebben samen naar dingen gekeken. We hebben ranja gedronken. aan het eind kregen wij een volder en mars. 26
De Verrekijker nr. 2/2013
Verslag 5: We waren aan het lopen en toen waren er (?=onleesbaar) kreeg spaning. En we loopten in de kelder ik von het eng ik wou in de midden lopen. Maar we waren al in de kamer. En ik zag mijn buuren ik von het wel leuk dat hun er waren en jelmer was wel grapig. Ik moes laggen in me zelf en ik vond het een leuke dag. Dit wil ik gaan doen met Henk:
27
De Verrekijker nr. 2/2013
door: Carla Oosterhoff
Motto milieuwerkgroep Het motto is: Kritisch volgen van plannen en een handelingsperspectief bieden. Het doel is: Burgers motiveren om “gewoontegedragingen” te veranderen zodat de waarden van natuur, milieu en landschap er minder op achteruit gaan. Zoals al vaker werd toegelicht hoeven we niet terug naar de middeleeuwen maar “minder verspillen” zou al veel helpen. Dit keer enkele voorbeelden van “kritisch volgen” en van “handelingsperspectief bieden”. Voorjaar buiten, netjes? Door de Reclame Advies Commissie werd vastgesteld dat de Roundupreclame misleidend is. En wat zien we in maart 2013 weer in consumentenreclames? Handzame groen met gele literflessen Roundup Onkruidvrij. Volgens het etiket bestrijdt Roundup “de meest voorkomende onkruiden van blad tot wortel”. Zoals alle natuurgidsen weten is het begrip onkruid niet iets waar het middel Roundup rekening mee houdt: het doodt alles van blad tot wortel, ook de (on)kruiden die heel nuttig zijn voor de natuur. Het spuiten van vergif is geen oplossing voor het realiseren van “netjes”, voor je het weet zijn ook alle bomen en struiken weg (te duur in onderhoud en er vallen blaadjes af) en hoe komen er dan de wél gewenste vlinders en vogels? Het begrip “netjes” is voor het kringloopidee in tuinen veel beter en helemaal anders in te vullen, dat weten IVN-ers zo langzamerhand wel. Maar de educatieve rol richting familie, vrienden, buren, (klein)kinderen en politiek houdt natuurlijk nooit op.
28
De Verrekijker nr. 2/2013
Vuurwerk in voorjaar De milieuvervuiling die veroorzaakt wordt door vuurwerk met Oud en Nieuw is bekend, maar men wil dat blijkbaar handhaven. Nu gaan er stemmen op om het vuurwerk eind april (Oranjefeesten) te verbieden en
alternatieven te zoeken. Reden waarom een vuurwerkverbod deze keer wel een kans maakt is het argument van “schade voor vogels in het broedseizoen”. Zo zie je maar dat alleen milieuargumenten meestal niet doorslaggevend zijn. Maar als er iets aaibaars bij betrokken is kan er, terecht, veel meer bereikt worden. Goede tip dus om te onthouden: meerdere argumenten verzamelen en contact houden met de maatschappij. Als IVN-ers moeten we goed opletten bij de plannen die (op termijn) schade toebrengen aan natuur en landschap. Hiervoor zullen we deel moeten nemen aan klankbordgroepen, overleggroepen en beleidsstukken moeten lezen. Buiten relaxen is fijner maar helaas … Klankbordgroepen De gemeente Doetinchem heeft de milieuwerkgroep uitgenodigd voor de “structuurvisie tot 2030”, wie gaat dit doen? Ons gezicht laten zien en 29
De Verrekijker nr. 2/2013
opkomen voor natuur-, milieu- en landschapsbelangen is belangrijk. Het kritisch volgen van gemeenten (B&W´s en ambtenaren) is hard nodig om onze belangen niet te laten ondersneeuwen in het besluitvormingsproces. Natuur- en milieuoverleg met de GNMF (Gelderse Natuur- en Milieufederatie). Dit is een platform voor het contact van natuur- en milieuorganisaties met de provincie. Zo kregen we via de GNMF de concept omgevingsvisie van de provincie Gelderland. Een deel van de inspraakreactie staat in cursief onderaan. Verder bespreken we de ontwikkelingen op het gebied van water, landschap, landbouw en natuurontwikkeling. Inrichting Wehlse Broeklanden De inrichting van dit jaren geleden aangewezen “groen in en om de stad” gebied komt heel langzaam op gang. De natuurcompensatie voor het bouwproject naast natuurgebied de Koekendaal (1 miljoen euro) had binnen een jaar plaats moeten vinden. De politiek doet net of ze van niets weet, er ligt daarom nog een schone taak om te bevorderen dat gemeenten (ambtenaren en gemeenteraad) op de hoogte zijn van de regels. Maar ondanks deze perikelen heeft “Buur maakt Natuur” onlangs de Pluk van de Petteflet prijs gewonnen: doorzetters gefeliciteerd! En wie weet is straks het gebied van de Wehlse Broeklanden een ecologisch visitekaartje voor de Achterhoek. A18 bedrijventerrein Het regionale bedrijventerrein in Wehl is inmiddels omgedoopt tot bedrijvenPARK maar wordt het daar groener van? Nee dus: een kapvergunning voor 60 bomen met een omtrek groter dan 120 cm is half februari op een misleidende wijze gepubliceerd. Volgens de gepubliceerde omgevingsvergunning gaat het om “diverse bomen Martinuslaan 1 Wehl”. Overleg met de gemeente heeft weinig geholpen: alle bomen moeten weg, de reden voor de kap is weer kaalslag (“dan ziet het er netjes uit”). Dit is des te vreemder omdat er een raadsbesluit is genomen (na een besluit van B&W op advies van de bezwarencommissie) dat er alleen gekapt mag worden als een stuk bedrijventerrein is verkocht en de nieuwe eigenaar de bomen weg wil hebben. En dan nu stiekem toch het terrein/park “schoonvegen”, bah. Deel van de reactie van de milieuwerkgroep op de concept omgevingsvisie van de provincie Gelderland: De gebruikte termen “ruimte bieden binnen kaders” en “regionaal gedifferentieerd” bieden ook voor de ontwikkelingen in de Achterhoek goede perspectieven. Toch hebben we enkele kritische opmerkingen 30
De Verrekijker nr. 2/2013
omdat volgens ons de belangen van natuur, milieu, landschap en leefbaarheid te weinig worden meegewogen. Het vaststellen van de kaders voor ruimtelijke ontwikkelingen is van groot belang. De milieuwerkgroep heeft bezwaren tegen de voorgestelde “grotere rol bij gemeenten en ondernemer”. De wet- en regelgeving is helder en democratisch vastgesteld. De voorgestelde grotere rol gaat ten koste van milieukwaliteit en leefbaarheid. Dat “de Achterhoek samenwerkt met de provincie aan biogasinstallaties op o.a. het A18 Bedrijventerrein en via AGEM” vinden we een eenzijdig beeld van de stand van zaken. De “Achterhoek” is geen democratisch georganiseerd gremium. Inmiddels wordt ook onder meer een constructie als AGEM (een white label constructie) door de NMA niet meer toegestaan. De initiatieven voor alternatieve energie gaan uit van “het duurzame karakter van biovergisting op agrarische bedrijven”, maar daar zijn grote twijfels over. Vóór deze mogelijkheden in bestemmingsplannen worden opgenomen pleiten wij voor nadere onderzoeken naar het duurzame karakter hiervan.
31
De Verrekijker nr. 2/2013
In ‘Bladsmoes’, van de IVN-afdeling Rijk van Nijmegen las ik een artikel van Jan Cornelissen. (aangepast) De meesten van ons zijn er wel eens geweest. Beversporen en stroomdalplanten zoeken. Struinen langs de wilde wilgen aan de Waal en Woodhenge, even naar de Theetuin. Dat blijft allemaal grotendeels wel mogelijk in de Millingerwaard, de trots van de
natuurontwikkelaars, het vlaggenschip van de 'nieuwe natuur'. Nevengeulen Niet alleen ‘onze’ Oude IJssel wordt van nevengeulen voorzien, de Waal ook. Om het waterpeil bij extreem hoge waterstanden voor onze veiligheid met 9 cm te verlagen. Prima toch! Maar er verandert wel erg veel. Een keerzijde van de medaille is dat het gebied voor mensen beperkter toegankelijk zal zijn: het wordt waterrijker en de geulen krijgen waarschijnlijk geen bruggen. Voor planten en de rust van dieren is dat wel aangenaam: een aantal plekken zullen voor mensen niet meer bereikbaar zijn. Maar dat hoeft ook niet…
32
De Verrekijker nr. 2/2013
Dynamiek Die nieuwe geulen staan stroomafwaarts in verbinding met de Waal. Een nog aanwezig bedrijf verhuist. Bij het afgraven wordt het oorspronkelijke rivierlopenpatroon zoveel mogelijk gevolgd. De oevers worden zacht glooiend gemaakt. Moerasvorming wordt bevorderd, waarvan vogels zullen profiteren. Ook de vissen gaan er op vooruit: voor paaien en opgroeien ontstaat een goede beschutting. Door de open verbinding met de Waal zal het waterpeil sterker gaan wisselen. Dat is boeiend om te zien. De natuur moet zich aanpassen aan de omstandigheden. Het wordt wel een paar jaar afzien. Veel werk Een grote zandzuiger zal minstens tot 2015 bezig zijn. Er komen een persleiding en bezinkbekkens voor zand en grind en aan de Waal een overslaghaven. Een deel van het materiaal wordt per auto afgevoerd. Erg onrustig allemaal. Maar rond 2020 moet de klus geklaard zijn en zal het gebied best weer mooi worden. De uitvoering begint in de komende herfst (2013). Excursie Dejubilerende IVN-afdeling Nijmegen zal- samen met het KNNV- op 15 juni een zestal rondleidingen verzorgen in de Millingerwaard. Een mooie kans om nog eens rond te kijken voordat de `verbouwing' begint. Op hun website vind je de bijzonderheden.
33
De Verrekijker nr. 2/2013
34