Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie
Verslag over het werkingsjaar 2010 Periode 1/01/2010 - 31/12/2010.
I. Voorwoord De beoordeling van de dossiers door het NSECD werd in 2010 aangepast aan de Dienstenrichtlijn: de bepalingen die verwijzen naar de economische dimensie werden geschrapt. Dit gaf aanleiding tot wijzigingen in de opbouw van de projectdossiers en uiteraard ook tot een aangepaste bespreking en afweging van de positieve en negatieve elementen van de aanvraag. Het NSECD heeft blijk gegeven van voldoende flexibiliteit om deze inhoudelijke veranderingen onmiddellijk na de wetswijziging door te voeren. In de wettelijke evaluatiecriteria is er nu meer aandacht voor het bevorderen van duurzame mobiliteit en van een functioneel evenwichtig vestigingsbeleid. Tot een omwenteling van de NSECD-beoordelingspraktijk heeft dit weliswaar niet geleid. Op de bottom line zien we nog steeds dat meer dan negen van de tien aanvragen een gunstig advies meekrijgen en dat de negatieve adviezen veelal ingegeven zijn door het samengaan van meerdere negatieve elementen. De kwaliteit van de aanvraagdossiers is er gemiddeld niet op vooruitgegaan. In heel wat gevallen moet de secretaris bijkomende informatie opvragen om de leden toe te laten met kennis van zaken te oordelen. Positieve effecten zijn er alleszins, wanneer we vaststellen dat bij een aantal grotere dossiers de kwaliteit van de aanvraag werd verbeterd als gevolg van de samenspraak tussen de aanvrager(s) en de betrokken overheidsinstantie(s), tijdens de voorbereiding van de vergunningsprocedure. Ook heel wat juridisch onzekere situaties konden tijdens de besprekingen in het NSECD opgehelderd worden, in het voordeel van de aanvrager. Intussen wordt de regionalisering van deze materie verder voorbereid in consultancyrapporten, studiedagen en seminaries. Misschien is het nu tijd voor een impactanalyse van de huidige federale wetgeving en haar toepassing op het terrein ? Erik Sterckx Voorzitter NSECD
2
II. De wet van 13 augustus 2004. De wet van 13 augustus 2004, gewijzigd bij wet van 22 december 2009, betreffende de vergunning van handelsvestigingen en van kracht vanaf 1 maart 2005 regelt de materie inzake het vergunnen van kleinhandelsbedrijven met een minimum netto verkoopoppervlakte van 400 m², bestemd voor verkoop en toegankelijk voor het publiek. In toepassing van artikel 16 van het KB van 23/02/2005 stelt het Nationaal SociaalEconomisch Comité voor de Distributie een verslag op over zijn werking over het voorbije jaar en maakt dit over aan de Minister van Economie en de Minister van Middenstand.
3
A. Procedures De wet van 13 augustus 2004, gewijzigd bij wet van 22 december 2009,voorziet verscheidene procedures naargelang de aard van het ontwerp van handelsvestiging. De wet stipuleert dat de termijnen waarbinnen een beslissing door het College van burgemeester en schepenen moet worden genomen, in kalenderdagen dient berekend te worden. De termijn waarbinnen een beslissing wordt genomen verschilt afhankelijk van de van toepassing zijnde procedure. Voor ontwerpen van meer dan 1000 m² netto verkoopoppervlakte dient het College van burgemeester en schepenen voorafgaandelijk advies te vragen bij het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie. De wet voorziet in drie procedures afhankelijk van de gebezigde netto verkoopoppervlakte: Procedure 1: is louter een meldingsprocedure, van toepassing bij verhuis binnen de gemeente of bij beperkte uitbreiding van de netto verkoopoppervlakte van de handelsonderneming die reeds over een machtiging beschikt. Deze meldingsprocedure is van toepassing bij: a)
uitbreidingen beperkt tot 20% van de bestaande voorheen vergunde netto verkoopoppervlakte met een maximum van 300 m². b) de verhuis van bestaande handelsvestigingen binnen een straal van maximum 1 km binnen de gemeente en met behoud van eenzelfde netto verkoopoppervlakte. c) de verplaatsingen vermeldt onder b) doch gecombineerd met een beperkte vergunde uitbreiding zoals bepaald onder a).
Procedure 2: omvat de dossiers met een netto verkoopoppervlakte tussen de 400 en de 1000 m². Deze dossiers worden voor beslissing voorgelegd aan het College van burgemeester en schepenen van de vestigingsplaats. Procedure 3: bevat de dossiers met een netto verkoopoppervlakte van meer dan 1000 m². In deze procedure dient een advies van het NSECD de gemeentelijke beslissing vooraf te gaan. Wanneer de oppervlakte meer dan 2000 m² bedraagt worden de aangrenzende gemeenten in kennis gesteld van het project en worden zij uitgenodigd hun bemerkingen aan het NSECD mede te delen.
4
B. Termijnen en beslissingsbevoegdheden Voor procedures 2 en 3 ligt de beslissingsbevoegdheid volledig bij het College van burgemeester en schepenen. Enkel voor dossiers in procedure 3 is een voorafgaandelijk, niet bindend advies van het NSECD vereist. De termijn waarbinnen de beslissing moet genomen worden, verschilt afhankelijk van de van toepassing zijnde procedure. Zij begint te lopen vanaf het ogenblik van ontvangst van het dossier bij de gemeente. In een procedure 2 bedraagt deze termijn maximum 50 dagen. In een procedure 3 bedraagt deze termijn maximum 70 dagen, hierin begrepen de termijn voor aflevering van het advies door het NSECD. Voorafgaandelijk aan haar advies moet de secretaris het dossier volledig verklaren. Deze “volledig” verklaring dient te gebeuren binnen een termijn van 20 dagen na ontvangstmelding van het dossier door de gemeente. Indien binnen de voorziene tijdsspanne door het College van burgemeester en schepenen geen beslissing wordt genomen, wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de aanvrager ( de zogenaamde stilzwijgende vergunning). C. Beoordelingscriteria De wet van 13 augustus 2004 bepaalt dat het NSECD bij haar adviesopmaak en het College van burgemeester en schepenen bij de motivering van haar beslissing, rekening dient te houden met volgende vier criteria; de ruimtelijke lokalisatie van de bedoelde handelsvestiging, de handelsvestiging en het belang van de consument, de weerslag van de vestiging op de tewerkstelling en de weerslag op de bestaande handel. De wet van 22 december 2009 ( BS 29 december 2009), wet tot aanpassing van sommige wetgevingen aan de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt, wijzigt in haar hoofdstuk 12, de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen. Deze wet en het uitvoerend KB van 13 januari 2010 ( BS 22/01/2010), wijzigt de beoordelingscriteria waarmede het Comité in haar adviesverstrekking moet rekening houden. Zo moet bij het opstellen van het advies de ruimtelijke ligging, de bescherming van het stedelijk milieu, de bescherming van de consument, alsook het respect voor de sociale wetgeving en het arbeidsrecht in aanmerking worden genomen.
D. Samenstelling van het NSECD Het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie, is als adviesorgaan samengesteld uit 18 werkende leden, aangeduid door de Koning, en gevormd door 5
ambtenaren van federale(4) en regionale overheden (6), vertegenwoordigers van sociaal-economische groeperingen ( verbruikersorganisaties) (2), werknemersvertegenwoordigers (3), vertegenwoordigers van grote distributie-ondernemingen (2), vertegenwoordigers van de KMO’s en zelfstandigen (3) en vertegenwoordigers van de KMO’s uit provinciale economische raden (2 per provincie). E. Beroep Beroep tegen een beslissing van het College van burgemeester en schepenen kan worden ingesteld bij het Interministerieel Comité voor de Distributie ( ICD). Dit beroep kan worden ingediend door de aanvrager zelf, het NSECD of minstens 7 leden van voormeld Comité. F. Het openbaar maken van de vergunning. Het KB van 1 maart 2005 stelt dat de vergunning moet kenbaar gemaakt worden door te voorzien in de aanplakking op de plaats waar het ontwerp van handelsvestiging paalt aan de openbare weg, of aan elk van de openbare wegen indien het project paalt aan verscheidene openbare wegen. Afhankelijk van de aard van het vergunnen, worden twee modellen van bekendmaking bij koninklijk besluit opgelegd. De bekendmaking heeft als voornaamste doel, derden in staat te stellen kennis te nemen van de aflevering van een vergunning, zodat bij bezwaar tegen de uitvoering alsnog beroep kan worden ingesteld. G. Verval van de vergunning De vergunning vervalt van rechtswege wanneer binnen de vier jaar na toekenning de uitvoering van het project niet werd aangevat. Een verlenging van de vergunning is evenwel mogelijk voor een periode van één jaar, indien de aanvraag hiervoor minstens twee maand voor de afloop van voormelde termijn van vier jaar bij aangetekend schrijven wordt ingediend.
6
III. Overzicht van de werking van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie over de periode 1/1/2010 tot en met 31/12/2010. De belangrijkste opdracht van het Comité bestaat erin aan de gemeentelijke beleidsinstanties adviezen over te maken met betrekking tot de voorgelegde dossiers met een netto verkoopoppervlakte van meer dan 1000 m². Naast deze adviesbevoegdheid kan het Comité of 7 leden van het Comité tevens beroep instellen tegen gemeentelijke beslissingen genomen in dossiers behandeld zowel onder procedure 2 als procedure 3. In haar werking wordt het NSECD bijgestaan door een secretaris die op zijn beurt, voor de administratieve en logistieke werkzaamheden beroep kan doen op administratieve medewerkers. A. Huishoudelijk reglement Artikel 2 § 4 van het KB van 22 februari 2005 bepaalt dat de interne werking van het Comité wordt geregeld door een door het Comité opgesteld intern huishoudelijk reglement. B. Zittingen Bijgaande tabellen geven een overzicht van het aantal door het NSECD ontvangen dossiers, samen met een overzicht van het aantal georganiseerde advieszittingen in toepassing van dossiers haar overgemaakt in procedure 3. TABEL 1 Aantal door het NSECD ontvangen dossiers over de werkingsperiode 01/01/2010 tem 31/12/2010
Aard van de gevoerde procedure
Vlaams Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest totaal
Waals Gewest
Procedure 1 Procedure 2 Procedure 3
10 94 118
9 48 80
1 12 6
20 154 204
totaal
222
137
19
378
7
Tabel 1 bis Vergelijkend overzicht van het aantal door het NSECD ontvangen dossiers 2005 - 2010 Aard gevoerde procedure
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
2006
2007
2008
2009
2010
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Proc. 3 TOTAAL
Waals Gewest
2005 Proc. 1 Proc. 2
Vlaams Gewest
85 102 83 270
45 142 171 358
48 156 166 370
25 137 134 296
33 111 147 291
10 94 118 222
48 113 72 233
58 126 107 291
32 96 121 249
20 76 107 203
16 62 104 182
9 48 80 137
1 3 5 9
3 9 5 17
3 7 18 28
0 4 6 10
0 7 6 13
1 12 6 19
Grafiek 1: Vergelijkend overzicht van het aantal door het NSECD ontvangen dossiers 2005-2010 350
300
250
200 Procedure 1 Procedure 2 150
Procedure 3
100
50
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
8
Grafiek 1 bis: Vergelijkend overzicht, per Gewest, van het aantal door het NSECD ontvangen dossiers 2005 - 2006 - 2007- 2008 -2009 - 2010. 180 160 140 120 100 80
Procedure 1 Procedure 2
60
Procedure 3
40
Vlaams Gew est
Waals Gew est
2009 2010
2008
2007
2006
2010 2005
2009
2008
2006 2007
2005
2010
2008 2009
2007
2006
0
2005
20
Brussels Hoof dstedelijk Gew est
9
Tabel 2 Overzicht van het aantal door het NSECD in procedure 3 behandelde dossiers in haar zittingen in 2010. Brussels aantal
periode januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december TOTAAL
zittingen
3 2 2 2 2 2 1 0 3 2 2 2
dossiers
dossiers
dossiers
dossiers
dossiers
Vlaams
dossiers
dossiers
dossiers
dossiers
dossiers
Waals
hoofdst.
WestVl.
Gewest
Henegouwen
Luik
Luxemburg
Namen
W.-Brabant
Gewest
Gewest
TOTAAL
19 12 10 13 11 16 8 0 18 9 12 12
5 0 1 2 3 3 0 0 3 0 2 2
1 0 2 0 2 0 0 0 3 3 0 1
4 0 0 1 1 1 0 0 1 0 0 2
1 0 1 1 0 0 1 0 1 2 0 1
17 5 6 8 7 5 5 0 11 9 4 6
1 0 2 1 0 0 0 0 1 0 2 0
37 17 18 22 18 21 13 0 30 18 18 18
Antwerpen
Oost-Vl.
Limburg
Vl. - Brabant
3 5 3 2 4 2 2 0 3 3 3 2
5 1 1 3 3 4 2 0 4 0 2 1
1 2 2 0 0 5 1 0 1 2 3 5
3 0 1 1 0 1 1 0 3 0 1 1
4 2 1 5 2 2 1 0 4 2 1 1
6 5 2 4 1 1 4 0 3 4 2 0
23
32
26
22
12
25
140
21
32
12
10
8
83
7
230
% aandeel
13,91
11,30
9,57
5,22
10,87
60,87
9,13
13,91
5,22
4,35
3,48
36,09
3,04
100,00
Over 230 dossiers werd door het Comité een advies uitgebracht. 60,87% van deze geadviseerde dossiers had betrekking op dossiers uit het Vlaams Gewest, 36,09% op dossiers uit het Waals Gewest en 3,04% op dossiers uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
10
C. Behandelde dossiers Bij lezing van de tabellen is de begripsinhoud belangrijk. 1. Inplanting Het betreft hier de NVO ( netto verkoopoppervlakte )van een nog te realiseren volledig nieuwe detailhandelsvestiging ( gebouw moet nog gebouwd worden) of nieuw handelsgeheel. 2. Uitbreiding Uitbreiding is steeds verbonden met een bestaande voorheen reeds vergunde of wettelijk in regel zijnde, maar niet vergunde operationele netto verkoopoppervlakte (vb wettige buitenoppervlakte). De uitbreiding zal in de toekomst deze bestaande NVO in meer of min beïnvloeden. Deze uitbreiding kan gebeuren door het in de toekomst in gebruik nemen van reeds bestaande bruto oppervlakte, door aflevering van een vergunning voor voorheen niet vergunde maar ook niet in overtreding zijnde NVO ( wettige buitenoppervlakte ) of door toekomstige uitbreiding aan een bestaand vergunde detailhandelsvestiging. 3. Verhuis Het betreft een bestaande vestiging met een vergunde NVO die verhuist. De zuivere verhuis levert voor zijn deel geen nieuwe NVO op. 4. Herbestemming Het betreft een bestaande niet aan de regelgeving onderworpen vestiging, die in de toekomst een detailhandelsfunctie, zoals in de wet van 13/08/2004 omschreven , zal vervullen. 5. Wijziging assortiment Enkel het aangeboden assortiment wijzigt in belangrijke mate. Er wordt geen NVO toegevoegd. 6. Regularisatie Elke bestaande en nog niet vergunde NVO ( in overtreding met de wet van 29/06/1975 of 13/08/2004) die een vergunning vraagt in toepassing van de wet van 13/08/2004.
11
Tabel 3 Procedure 1 (voorafgaande verklaring) : verhuis met of zonder uitbreiding.
aantal dossiers 20 verhuis
aard van het dossier uitbreiding combinatie
netto verkoopoppervlakte in surplus
Vlaams Gewest 10
0
10
0
2.374
0
3
0
708
0
1
0
287
0
3
0
726
0
1
0
194
0
2
0
459
0
9
0
2.059
0
2
0
600
0
5
0
916
0
2
0
543
1
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
0
300
20
0
20
0
4.733
Antwerpen 3 Limburg 1 O.-Vl. 3 Vl.- Br 1 W.-Vl 2 Waals Gewest 9 Henegouwen 2 Luik 5 Luxembourg 2 Namen 0 Waals-Brabant 0 Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1
TOTAAL :
Over de werkingperiode 2010 ontving het secretariaat 20 dossiers in procedure 1 vertegenwoordigend 4.733 m² netto verkoopoppervlakte in meer.
12
Tabel 4 Procedure 2 :
Handelsvestigingen met een netto verkoopoppervlakte van meer dan 400 maar minder dan 1000 m² in 2010.
aantal m² nvo opgesplitst naar de aard van het aanvraag uitbreiding verhuis herbestemming inplanting (2) (3) (4)
wijziging assortiment (5)
regularisatie (6)
aan CBS voorgelegde
Door CBS besliste m² nvo
nieuwe m² nvo
gunstig
(aangroei)
waarvan bij afw besl.
(1)+(2)+(4)+(6)
Vlaams Gewest Antwerpen Limburg O.-Vl. Vl.- Br W.-Vl
7.005 4.503 6.716 5.101 3.681
2.144 652 2.359 2.359 1.327
1.551 1.810 2.247 1.437 1.509
0 0 0 0 959
0 0 1.888 0 1.632
0 0 0 809 0
9.149 5.155 9.075 8.269 5.967
7.727 3.857 8.575 8.269 4.987
1.161 1.301 2.652 3.026 959
Waals Gewest Henegouwen Luik Luxemburg Namen Waals-Brabant
3.546 5.589 0 0 2.929
3.273 4.043 89 969 1.513
1.496 400 1.469 430 0
820 0 0 0 0
0 0 0 800 875
0 500 0 0 0
7.639 10.132 89 969 4.442
6.640 8.533 89 370 4.442
2.971 3.294 0 0 2.474
Brussels hoofdst. Gewest Brussel
4.151
1.084
497
0
1.415
598
5.833
TOTAAL
43.221
19.812
12.846
1.779
6.610
1.907
66.719
53.489
17.838
In procedure 2 werd over de rapporteringsperiode 2010, 66.719 m² NVO ( aangroei) voor beslissing aan het College van burgemeester en schepenen voorgelegd. 53.489 m² NVO of 80,17% van de voorgelegde oppervlakte werd door het College van burgemeester en schepenen gunstig beslist. 33,35 % van de gunstige beslissingen kwam tot stand bij "afwezigheid van beslissing" vanwege het College van burgemeester en schepenen.
13
Tabel 5 Procedure 3 : Handelsvestigingen met een netto verkoopoppervlakte van meer dan 1000 m² in 2010. Totaal m² nvo voor advies voorgelegd
aangroei m² nvo in 2010 geadviseerd
(1+2+3+4+5+6)
(1+2+4+6) =
aantal m² nvo opgesplitst naar de aard van het dossier
Vlaams Gewest Antwerpen Limburg O.-Vl. Vl.- Br W.-Vl Waals Gewest Henegouwen Luik Luxemburg Namen Waals-Brabant Brussels hoofdst. gewest TOTAAL
inplanting
uitbreiding
verhuis
herbestemming
1
2
3
22.770 10.369 9.443 59.423 17.683
33.837 6.255 57.307 10.442 21.356
32.302 31.609 2.700 8.000 1.477 2.098
197.874
Door NSECD gunstig geadviseerd nvo mbt (7)
beslissing CBS gunstig (in m²) mbt (7)
mbt aangroei nvo waarvan gunstig bij afwezigheid van beslissing (in m²) mbt (9)
(7)
(8)
(9)
(10)
Regularisa tie
4
wijziging assortimen t 5
1.900 750 1.095 681 3.191
0 0 0 0 0
6.383 5.168 4.689 0 6.762
7.880 8.337 2.250 2.780 3.853
72.770 30.879 74.784 73.326 52.845
64.487 24.961 69.000 72.645 42.892
58.806 22.918 64.340 71.605 34.376
61.681 22.918 68.400 71.605 39.039
14.191 385 4.560 530 1.805
21.226 17.355 2.572 8.576 6.546 10.133
0 2.139 2.204 1.800 0
1.250 0 48.196 0 0 0
2.499 6.439 3.516 10.353 0 12.253
2.100 975 0 18.114 0 0
59.377 58.517 56.984 47.247 9.823 24.484
56.878 49.939 53.468 34.690 8.023 12.231
49.025 35.656 53.468 11.149 8.023 12.231
49.025 35.988 53.468 31.090 8.023 12.223
700 8.251 359 3.641 1.650 1.072
195.605
13.760
49.446
58.062
46.289
561.036
489.214
421.597
453.460
37.144
0
6
Voor 86,18% van voornoemde oppervlakte werd door het Comité een gunstig advies geformuleerd. 92,69% van voornoemde oppervlakte kreeg een gunstige beslissing vanwege het College van burgemeester en schepenen. 8,19% van de in procedure 3 ( meer dan 1000 m² nvo) geautoriseerde netto verkoopoppervlakte kwam tot stand door afwezigheid van een binnen de wettelijke termijn genomen gemeentelijke beslissing.
14
Tabel 6 Aangroei van de netto verkoopoppervlakten in m² in 2010 ( periode 1/1/2010 tem 31/12/2010 ) Naar aard van de procedure Netto verkoopoppervlakten in m² Procedure 1
4.733
Procedure 2
53.489
Procedure 3
453.460
Totaal
511.682
Over de periode 1/1/2010 tem 31/12/2010 werd de vergunde netto verkoopoppervlakte uitgebreid met 511.682 m².
Tabel 6 bis Vergelijkend overzicht van de aangroei van de netto verkoopoppervlakten in m² 2005-2010 Aard van de procedure
2005*
2006
2007
2008
Procedure 1
25.905
20.480
17.105
9.672
9.185
4.733
Procedure 2
101.835
123.192
116.263
104.325
88.863
53.489
Procedure 3
355.213
699.937
563.863
378.421
516.065
453.460
843.609
697.231
492.418
614.113
511.682
Totaal
482.953
2009
2010
(*) : voor 2005 bedroeg de referentieperiode 10 maanden (1/3/2005 t.e.m. 31/12/2005)
15
Grafiek 6 bis: Vergelijkend overzicht van de aangroei van de netto verkoopoppervlakten in m² 2005-2010
900.000 800.000 700.000 600.000 Procedure 1
500.000
Procedure 2 400.000
Procedure 3 Totaal
300.000 200.000 100.000 0 2005*
2006
2007
2008
2009
2010
16
IV Beroep bij het Interministerieel Comité voor de Distributie ( ICD). Artikel 11 van de wet van 13 augustus 2004 bepaalt dat binnen bepaalde termijnen, een beroep tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan worden ingediend bij het Interministerieel Comité voor de Distributie. Dit beroep kan enerzijds worden ingediend door de aanvrager, anderzijds door het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie ( NSECD ) en / of ten minste zeven leden van voormeld Comité. Tabel 7 Overzicht van de “beroepen” ingediend bij het Interministerieel Comité voor de Distributie voor de jaren 2005 tem 2010 Aantal dossiers Netto verkoopoppervlakte Gunstige beslissing (m²) Ongunstige beslissing (m²) Beslissing gunstig met voorwaarden (m²) Andere* (m²)
2005 33 106.492 76.839 23.064 5.789 800
2006 38 227.736 70.340 115.949 41.447 0
2007 40 261.908 111.356 33.343 104.570 12.639
2008 32 119.969 46.718 69.249 2.677 1.325
2009 27 146.639 61.774 55.813 29.052 0
2010 26 107.555 16.077 24.679 10.327 56.472
* “andere” hieronder wordt verstaan de beroepen door het IMC beschouwd als zijnde zonder voorwerp of buiten termijn In geval van uitbreiding van een bestaand handelsgeheel, wordt de beslissing genomen voor het totaal van de te vergunnen oppervlakte van het handelsgeheel. Bron: ICD
Grafiek 7: Overzicht van de " beroepen" ingediend bij het ICD over de periode 2005-2010 Aantal dossiers 45 40 35 30 25 Aantal dossiers 20 15 10 5 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
17
Grafiek 7 bis: Overzicht van de beslissingen vanwege het ICD voor de beroepsdossiers ingediend in 2005, 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 140.000
120.000
100.000 Gunstige beslissing (m²) 80.000 Ongunstige beslissing (m²) 60.000
Beslissing gunstig met voorwaarden (m²)
40.000
20.000
0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
18
V. Samenstelling van het Nationaal Sociaal-economisch Comité voor de Distributie
LEDEN NSECD
INSTANTIE
(toestand eind maart 2010) AERTS
Peter
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Antwerpen
AUVRAY
Olivier
de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
BAIJOT
Anne
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province du Brabant wallon
BARLET
Anne-Valérie
la Région wallonne
BEULEN
Ludo
de Sociaal-Economische Raad Voor Vlaanderen voor de Provincie Limburg
BITAINE
Georges
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Luxembourg
BOSSICART
Cécile
le Conseil économique et social de la Région pour la Province de Luxembourg
BREYNE
Petra
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie West-Vlaanderen
BUTENEERS
Patrick
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Limburg
CANTAGALLO
Martine
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province du Hainaut
COLIN
Laurence
le Conseil supérieur des Indépendants et des P.M.E.
DE DEYN
Erwin
de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven namens de werknemersorganisaties
de LAMINNE de BEX
Gérard
le Conseil de la Consommation, pour le commerce intégré
DE MUYNCK
Sophie
le Conseil économique et social de la Région
19
wallonne pour la Province de Namur DE NEEF
Johan
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Vlaams-Brabant
DE ROECK-ISEBAERT
Ann
de Raad voor het Verbruik namens de verbruikersorganisaties
DE ROOVER
Alain
la Région wallonne
DE VILLENFAGNE DE Thibaut VOGELSANCK
la Région wallonne
DECRAEMER
Thomas
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Oost-Vlaanderen
DELBROUCK
Brigitte
le Conseil supérieur des indépendants et des P.M.E.
DERCK
Patrick
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie West-Vlaanderen
DÉSIR
Caroline
la Région de Bruxelles-Capitale
DETHY
Dominique
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Namur
DIEUSSAERT
Erik
het Vlaamse Gewest
DU BLED
Sophie
le Ministre de l'Emploi
ERNOTTE
Pascal
le Conseil supérieur des Indépendants et des P.M.E.
FELIX
Maryse
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Luxembourg
GAILLY
Jean-Paul
le Ministre de la Mobilité et des Transports
GALLIAERT
Ilse
de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven namens de werknemersorganisaties
GARCIA-VILAR
Isabel
le Ministre de l'Economie
GERARD
Félix
le Conseil économique et social de la Région wallonne pur la Province de Liège
20
GHILMOT
Séverine
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour le Province du Hainaut
GILLAIN
Léon
le Ministre de la Mobilité
GODFROID
Philippe
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Hainaut
GOEBELS
Xavier
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Luxembourg
GOOSSENS
Marleen
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Antwerpen
HAEGEMAN
Peter
de Raad voor het Verbruik namens de geïntegreerde handel
HENDERICK
Vincent
la Région de Bruxelles-Capitale
HENROT
Alex
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province du Brabant wallon
HENROT
Alex
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Namur
HOREMANS
Eline
het Vlaamse Gewest
HOUBEN
Raphael
la Région de Bruxelles-Capitale
INDEKEU
Jacques
le Conseil économique et social pour la Région du Bruxelles-Capitale
JUNGLING
Jean
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Liège
KIEKEN
Thierry
la Région wallonne
LENAERS
Wim
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Limburg
LINSEN
Louis
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Limburg
LOULTCHEFF
Tania
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Liège
21
MARIS
Geert
de Raad voor het Verbruik namens de geïntegreerde handel
MATTON
Stefaan
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie West-Vlaanderen
MAUS
Reinout
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Oost-Vlaanderen
MEIRSMAN
Adriaan
le Conseil de la Consommation, pour les organisations de consommateurs
MIGNOLET
Frédéric
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Liège
MOËS
Grégoire
la Ministre des Classes moyennes
NAVET
Gilbert
le Conseil économique et social de Région wallonne pour la Province de Namur
PETRE
Irène
le Conseil Central de l'Economie, pour les organisations de travailleurs
PINT
Nathalie
de Raad voor het Verbruik namens de geïntegreerde handel
ROSKAMS
Jeroen
de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven namens de werknemersorganisaties
RUELENS
Philippe
de Hoge Raad voor Zelfstandigen en K.M.O.'s
SERRUYS
Frederik
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie West-Vlaanderen
SOMVILLE
René
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province du Brabant wallon
STERCKX
Erik
de Minister voor Economie
THIJSSENS
Kristof
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Antwerpen
TIMMERMANS
Romain
secretaris
VAN ASSCHE
Benny
het Vlaamse Gewest
VAN ASSCHE
Anton
de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
22
VAN DROOGENBROECK Chris
de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven namens de werknemersorganisaties
VAN ESPEN
Nancy
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Vlaams-Brabant
VAN HECKE
Rudi
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Oost-Vlaanderen
VAN LOMMEL
Luc
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Antwerpen
VAN SINTJAN
Peter
de Minister voor Werkgelegenheid
VAN WINKEL
Clem
de Raad voor het Verbruik namens de verbruikersorganisaties
VANCOMPERNOLLE
Mia
de Hoge Raad voor Zelfstandigen en de K.M.O.'s
VANDERCAMMEN
Marc
de Raad voor het Verbruik namens de verbruikersorganisaties
VANDERGETEN
Pierre
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province du Brabant wallon
VANDERSTRAETEN
Jan
het Vlaamse Gewest
VANHOREBEEK
Steve
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Vlaams-Brabant
VANHOVE
Nicolas
la Région de Bruxelles-Capitale
VERDONCK
Paul
de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen voor de Provincie Oost-Vlaanderen
VERHAMME
Michiel
de Hoge Raad voor Zelfstandigen en K.M.O.'s
VERMEYLEN
Margaretha
de Minister voor Middenstand
WAMBERSIE
Christophe
le Conseil économique et social de la Région wallonne pour la Province de Hainaut
WERTH
Francine
le Conseil économique et social pour la Région de Bruxelles-Capitale
WIDART
Angélique
le Conseil central de l'Economie, pour les organisations de travailleurs
23
WILLEMS
Véronique
de Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen voor de Provincie Vlaams-Brabant
24