Rechtsgeleerdheid Studiegids 2009/2010
Inhoudsopgave 1 1.1
Studiegids Faculteit der Rechtsgeleerdheid Toelichting
7 7
2
Examonderdelen
9
Inhoudsopgave
5
6
Rechtsgeleerdheid
1
1.1
Studiegids Faculteit der Rechtsgeleerdheid Toelichting Met ingang van het collegejaar 2009-2010 biedt de Faculteit der Rechtsgeleerdheid de papieren studiegids alleen nog in een afgeslankte vorm aan. De steeds betere ontsluiting van informatie op de facultaire website en de VU-studiegidswebsite over de organisatie, opleidingen en (student)voorzieningen heeft hier onder andere toe aanleiding geven. De beperkte houdbaarheid van informatie op papier en de steeds verdergaande digitalisering zijn hiervoor tevens beweegredenen geweest. De digitale studiegids zal zoals gebruikelijk een accuraat beeld blijven geven van het onderwijsaanbod van de faculteit per collegejaar. Tussentijdse wijzigingen zullen zoveel mogelijk beperkt worden en met extra nadruk onder de aandacht worden gebracht van alle betrokkenen. De papieren studiegids in de huidige vorm is een naslagwerk van vakken en vakinformatie voor de medewerkers van de faculteit. Algemene informatie met betrekking tot en over de opleidingen is geïntegreerd in de digitale studiegids (www.studiegids.vu.nl). Voor informatie over de volgende onderwerpen verwijzen wij u graag naar de volgende digitale bronnen: www.rechten.vu.nl (studenten en medewerkers) en www.intranet.vu.nl/rechten (medewerkers) • informatie over de organisatie, doelstelling en bestuur van de faculteit; • informatie over commissie, verenigingen en afdelingen; • regelingen en reglementen met betrekking tot het onderwijs en de examens; • informatie over het doel, de opbouw en de eindtermen van de opleiding (Onderwijs en Examenregelingen); • voorzieningen en faciliteiten; • praktische informatie over de organisatie van het onderwijs; • contactgegevens medewerkers. www.studiegids.vu.nl • vakinformatie; • algemene informatie met betrekking tot en over de opleidingen. www.rooster.vu.nl • actuele roosterinformatie Voor algemene vragen en informatie over de organisatie van het onderwijs kunt u zich tevens wenden tot het studiesecretariaat van de faculteit. Voor de contactinformatie van het studiesecretariaat kunt u gaan naar: www.rechten.vu.nl/studiesecretariaat.
Studiegids Faculteit der Rechtsgeleerdheid
7
8
Rechtsgeleerdheid
2
Examonderdelen
naam Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) code 211202 Dit vak is één van de drie keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Privaatrecht en bereidt voor op het verdiepingsvak Aansprakelijkheid en verzekering. studiepunten 5,7 coördinator mr. E.M. Hoogeveen (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86289) docenten prof.mr. A.J. Akkermans; mr. E.M. Hoogeveen; mr. J.L. Smeehuijzen; dr.mr. K.A.P.C. van Wees periode week 15 - 25 doel Het vak Aansprakelijkheidsrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen Privaatrecht II. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het algemene aansprakelijkheidsrecht, waaronder de regels over de persoonlijke en kwalitatieve aansprakelijkheid, over causaliteit en schadevergoeding. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. werkwijze Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de werkcolleges staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. literatuur • Onrechtmatige daad; Monografieën Privaatrecht 4 (Verheij), Kluwer Deventer 2005; • T.A.W. Sterk, Arresten Burgerlijk Recht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, meest recente druk. Deze bundel wordt ook voorgeschreven bij Contractenrecht en Goederenrecht; • Overige arresten, te vinden op blackboard; • Syllabus Aansprakelijkheidsrecht, te vinden op blackboard; toetsing Schriftelijk tentamen en schriftelijke opdrachten. voorkennis Studenten Rechtsgeleerdheid Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar Studenten Notarieel recht Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. voorkennisvakken 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) naam code studiepunten coördinator periode doel
Aard, omvang en schade van criminaliteit (BC3) 212308 4 dr. F.H.M. van Gemert (kamer 8A-27, (020) 59 86224) week 36 - 43 Inzicht verschaffen in de temporele, geografische en sociale spreiding van
Examonderdelen
9
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
criminaliteit en van de diverse vormen van schade die criminaliteit teweeg kan brengen. In dit vak staan centraal de spreidingsproblematiek en de schade die wordt veroorzaakt door drie zeer verschillende fenomenen, zoals seriemoord en jeugdbendes. Wat spreiding betreft wordt gekeken naar achtereenvolgens temporele, geografische en de sociale spreiding van deze vormen van criminaliteit. Hoorcollege. • M. Maguire, R. Morgan & R. Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology (third edition). Oxford University Press, 2002; • Syllabus Aard, Omvang en Schade van Criminaliteit. Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar Criminologie. Actoren in de rechtshandhaving (BC1) 212207 6 mr. J.S.W. Boorsma (kamer 8A-24 tel. (020) 59 86217) week 13 - 22 Inzicht krijgen in de rol en taak van de verschillende instanties en functionarissen die samen verantwoordelijk zijn voor de handhaving van het recht en de vervolging en afdoening van strafbare feiten. In dit vak wordt ingegaan op de positie, samenstelling en organisatie van de belangrijkste instanties die een functie vervullen in de rechtspleging. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, het openbare ministerie, de rechtelijke macht, de reclassering, enkele supranationale instanties (zoals Europol, Eurojust, Olaf etc.) en de markt van de private opsporing. Hoorcolleges. Boek 'Actoren in de strafrechtspleging; een inleiding', en de syllabus 'Actoren in de rechtshandhaving' (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Actualiteiten burgerlijk recht (B3/M) 201751 6 mr. J.L. Smeehuijzen (kamer 14A-26, tel. (020) 59 86287) week 39 - 50 Met het vak wordt beoogd (i) de student inzicht te verschaffen in de wijze waarop rechtsontwikkeling door de Hoge raad plaatsvindt en (ii) het vergroten van de kennis van de onderwerpen die aan de orde zullen komen. inhoud Aan de orde komen deelonderwerpen van het burgerlijk recht waarover door de Hoge Raad recentelijk vanuit een oogpunt van rechtsontwikkeling interessante arresten zijn gewezen. werkwijze Er zijn 10 colleges. In 7 van de 10 colleges zal Prof. F.B. Bakels, raadsheer in de Hoge Raad, met de studenten van gedachten wisselen over recente rechtspraak van de Hoge Raad. Daarbij is uiteraard van belang welke beslissing de Hoge Raad heeft genomen, maar het kennen van die beslissing
10
Rechtsgeleerdheid
literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen
is eigenlijk nog maar het begin; tijdens het college vindt nadere gedachteontwikkeling plaats door te bezien welke alternatieven de Hoge Raad had tegen de achtergrond van het geldende recht, welke argumenten voor zijn beslissing pleiten en welke bedenkingen men eventueel bij zijn beslissing zou kunnen hebben. De colleges hebben daardoor feitelijk de vorm van een dialoog. De overige drie colleges worden verzorgd door vooraanstaande gastdocenten uit de wetenschap en de praktijk. De te bestuderen literatuur wordt steeds een week voor het college ter beschikking gesteld. De toetsing is tweeledig. Ten eerst is er een drie uur durend tentamen bestaand uit essayvragen. Er worden vijf vragen gesteld waarvan men er vier moet beantwoorden. Voorts is er gedurende de cursus een schrijfopdracht. Het cijfer van die opdracht telt voor 20% mee in het eindcijfer, mits het cijfer voor het essay hoger is dan het gemiddelde van de tentamenvragen. Als het cijfer voor het essay lager is dan het gemiddelde van de tentamenvragen, telt het niet mee in het eindcijfer. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na een afgerond eerste bachelorjaar en het privaatrechtelijk voorsorteertraject. Het vak wordt georganiseerd in samenwerking met de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvA. De colleges worden gevolgd door studenten van de VU en de UvA. De locatie van de colleges wordt afgewisseld: de eerste helft van de colleges zal worden gegeven in het hoofgebouw van de VU, het tweede deel in de Oudemanhuispoort (UvA). Actualiteiten internetrecht (M) 201548 12 mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 59 86215) week 36 - 45 Het behandelen van belangrijke vraagstukken van internetrecht en de oplossingen die daarvoor op basis van huidig en komend nationaal en internationaal recht worden geboden. Het internetrecht is als geen andere juridisch domein dynamisch en de keuze voor de onderwerpen van deze cursus wordt dan ook ingegeven door de actualiteit. De literatuur wordt aangevuld met online materiaal en (zeer) recente jurisprudentie. Mogelijke onderwerpen zijn: rechtsmacht op internet, reclame op internet, softwareoctrooien, online geschillenoplossing. Hoorcollege en werkgroepen. Wordt via Blackboard ter beschikking gesteld. De deelnemers maken gedurende de collegeperiode een aantal schriftelijke opdrachten. Aan het eind van de collegeperiode maken zij een eindwerkstuk dat zij aan hun medecursisten presenteren en verdedigen. Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de schriftelijke werkstukken alsmede de kwaliteit van de presentatie. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! Van de deelnemers wordt verwacht dat zij een bijdrage leveren aan de discussie in de werkgroepen. Er is geen afsluitend tentamen. Voor alle bijeenkomsten geldt een aanwezigheidsplicht. Examonderdelen
11
voorkennisvakken 200379 : IT, internet en recht (B3/M) (of) 200383 : Recht en internet (B3/M) naam code studiepunten coördinator docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Actueel strafrecht I (Terrorisme en strafrecht) (B3) 200384 6 prof.mr. E. van Sliedregt prof.mr. M.J. Borgers (kamer 8A-15, tel. (020) 59 86237) week 5 - 14 In het vak Actueel strafrecht 1 'een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht en criminologisch-juridisch' wordt thema's besproken die binnen het strafrecht in de belangstelling staan. Door deze opzet wisselen de thema's met regelmaat. Tijdens het collegejaar 2007/2008 staat het thema `strafrechtelijke bestrijding van terrorisme' centraal. De actuele ontwikkelingen in rechtspraak en wetgeving, zowel op nationaal als internationaal niveau, worden uitvoerig besproken. Gedurende negen weken wordt er twee uur per week hoorcollege gegeven. Van studenten wordt een actieve houding verwacht. Er zullen één of meer gastdocenten worden uitgenodigd. Reader Actueel strafrecht I. Mogelijk wordt er aanvullende literatuur voorgeschreven. Schriftelijk tentamen. Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en Materieel strafrecht. (Formeel strafrecht wordt sterk aanbevolen). 200355 : Materieel strafrecht (B2)
naam Actueel strafrecht II (B3) code 200374 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting strafrecht. studiepunten 6 docent dr.mr. L. Stevens (kamer 8A-19, tel. (020) 59 83969) periode week 15 - 25 doel Actueel strafrecht II beoogt juridische onderzoeksvaardigheden en schrijfvaardigheden aan te leren, en actieve interesse voor en kennis van het actuele strafrecht te bevorderen. inhoud De student schrijft twee papers over actuele strafrechtelijke ontwikkelingen en discussiepunten in de wetgeving, jurisprudentie en literatuur. De onderwerpen van de papers verschillen derhalve per jaar. werkwijze Het vak start met een inleidend hoorcollege waarin uitleg wordt gegeven over de gang van zaken van het vak en over 'onderzoeken, argumenteren en schrijven'. In de daaropvolgende weken schrijven studenten twee papers. Het schrijven gebeurt zelfstandig, doch onder begeleiding van de docenten. Dat houdt in dat studenten voorafgaand aan elke paper een opzet inleveren die door de docent becommentarieerd wordt. Daarnaast kunnen studenten over elke paper steeds in gesprek met de docent (op afspraak). literatuur • G.A.I. Schuijt e.a (red.), Leidraad voor juridische auteurs. Voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandstalige 12
Rechtsgeleerdheid
publicaties, Deventer: Kluwer 2007 (oudere drukken toegestaan); B. de Wilde, Zoeken naar strafrechtelijk relevante informatie (gepubliceerd op Blackboard); • B. de Wilde, Schrijven van juridische teksten (gepubliceerd op Blackboard). • J. Renkema, Schrijfwijzer, De Haag: Sdu Uitgevers 2005 (aanbevolen) • M.G. IJzermans, Oefening baart kunst. Onderzoeken, argumenteren en presenteren voor juristen, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2007 (aanbevolen) toetsing Twee papers. De eerste paper is een annotatie bij een recente rechterlijke uitspraak, de tweede is een klassieke paper aan de hand van een probleemstelling inzake een actueel strafrechtelijk thema. voorkennis Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en Materieel strafrecht. (Formeel strafrecht wordt sterk aanbevolen). voorkennisvak 200355 : Materieel strafrecht (B2) •
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator docenten periode
Ambtenarenrecht (B3/M) 201863 6 mr. F.H.J.G. Brekelmans (kamer 6A-19, tel. (020) 59 86264) week 2 - 10 Het doel van dit vak is dat de student kennis verwerft van de positie van de ambtenaar binnen ons staatsbestel en van de rechtspositie van de ambtenaar. De onderwerpen zijn onder te brengen in de volgende drie thema's: • De specifieke positie van de ambtenaar in het Nederlands staatsbestel: onderdelen van dit thema zijn o.m. grondrechten, integriteit, klokkenluidersregeling, de medezeggenschap en het primaat van de politiek en de wijze van totstandkomen van de rechtspositie van de ambtenaar (het overleg). • De (individuele ) rechtspositie: aanstelling en ontslag, verlofregelingen en bezoldiging, reorganisaties en de sociale zekerheid. Bij de genoemde onderwerpen wordt een vergelijking gemaakt met het arbeidsovereenkomstenrecht. • Rechtsbescherming van de ambtenaar. Werkcolleges. E. Verhulp, Inleiding in het Nederlands ambtenarenrecht (laatste druk) en een reader. Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. 200360 : Sociaal recht (B3) 200378 : Bestuursrecht (B3) Arbeidsrecht (B3/M) 201755 6 mr. W.L. Roozendaal (kamer 6A-16, tel. (020) 59 86268) mr. W.L. Roozendaal; mr. L. van den Berg week 5 - 14 Examonderdelen
13
doel Het doel van de cursus is het verwerven van een grondige kennis van en inzicht in de systematiek en inhoud van het Nederlandse arbeidsovereenkomstenrecht. De cursus beoogt voorts oefening te bieden in het analyseren en becommentariëren van wetgeving, rechtspraak, literatuur en andere bronnen van arbeidsrecht, alsmede een kritische reflectie op het arbeidsrecht te bevorderen. Door de bespreking van casus en het houden van een pleidooi wordt geoefend in het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex, het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen en het mondeling presenteren van een juridisch betoog. Voorts wordt door de verplichting een paper te schrijven oefening geboden in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. inhoud De stof omvat het gehele individuele arbeidsovereenkomstenrecht. Een belangrijk deel daarvan komt aan de orde in werkgroepen. Daarin wordt onder meer aandacht besteed aan de loondoorbetaling bij ziekte, zorgverlof, de aansprakelijkheid voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten, gelijke behandeling, overgang van onderneming, bijzondere bedingen, zoals het concurrentiebeding, en aan het ontslagrecht. Tijdens de werkgroepen worden casus besproken. Verder wordt van iedere deelnemer verwacht dat hij een pleidooi houdt in een fictief arbeidsrechtelijk geschil. Ten slotte dienen de deelnemers een paper te schrijven. werkwijze Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven. literatuur W.C.L. van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, Deventer 2008 (23e druk), bewerkt door W.H.A.C.M. Bouwens en R.A.A. Duk; I.P. AsscherVonk, Arbeidswetgeving 2009-2010, Deventer 2009 (26e druk); Syllabus Arbeidsrecht (BlackBoard). toetsing De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk (open boek) tentamen. De paper wordt voor 25% in de eindbeoordeling betrokken voorkennis Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en Sociaal recht. opmerkingen Verdeling van onderwerpen voor paper en pleidooi vindt plaats na een introductiebijeenkomst begin 2010. Wie niet bij deze bijeenkomst aanwezig kan zijn, wordt verzocht dit vooraf te melden aan de docent. voorkennisvak 200360 : Sociaal recht (B3) naam code studiepunten docenten periode doel
Arrest lezen (BC1) 212123 1 mr. C.J. Petiet; mr. L.S.M. Rutjens; mr. M.D.S. Wijkman week 36 - 39 Het doel van het vak is de eerstejaarsstudent criminologie de juridische basisvaardigheid arrest lezen bijbrengen. inhoud In het kader van dit vak wordt aandacht besteed aan het lezen en begrijpen van juridische (strafrechtelijke) uitspraken. Hierbij is met name van belang dat de student de structuur van rechterlijke uitspraken leert doorzien. werkwijze Hoorcollege en werkcolleges. Na een introducerend hoorcollege, waarin enkele richtlijnen voor het lezen van jurisprudentie worden aangereikt, gaan studenten in werkcolleges oefenen met het lezen van arresten. literatuur Teksten op Blackboard.
14
Rechtsgeleerdheid
toetsing Schriftelijk tentamen. opmerkingen Meer informatie over de inhoud en opzet van het vak is te vinden in de studiehandleiding, welke voor aanvang van het vak op Blackboard wordt geplaatst. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Auteursrecht (B3/M) 201756 6 mr. T.M. Kolle (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86289) week 36 - 46 Inzicht verwerven in het recht van de intellectuele eigendom in het algemeen en in het auteursrecht, de naburige rechten en het databankenrecht in het bijzonder. Het ontwikkelen van het vermogen zelfstandig problemen op dit rechtsgebied te kwalificeren en op te lossen. Auteursrecht is het recht van schrijvers, schilders, componisten, filmmakers en andere makers van 'werken van letterkunde, wetenschap of kunst'; dit begrip omvat ook meer functionele voortbrengselen, zoals computerprogramma's en producten van industriële vormgeving. Naburige rechten bieden onder meer bescherming aan uitvoerende kunstenaars. Het auteursrecht vormt het draagvlak voor de exploitatie, en daarmee niet zelden ook voor het maken van werken. Zonder auteursrecht zouden geen films gemaakt kunnen worden en zouden uitgeverijen niet kunnen bestaan. Technische ontwikkelingen en het internet stellen het auteursrecht voor nieuwe uitdagingen. Naar hun aard zijn werken van letterkunde, wetenschap of kunst niet aan landsgrenzen gebonden. Het vak heeft dan ook een duidelijk internationale dimensie via overeenkomsten als de Berner Conventie en het TRIPS-verdrag. Het Europese recht en het beleid van de Europese Commissie speelt een grote rol, o.a. in de vorm van Europese richtlijnen. Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. De literatuurlijst wordt bekend gemaakt op blackboard in de loop van augustus. Het tentamen wordt in beginsel mondeling afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wettekst toegestaan. Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. Voor dit vak dient u zich tevens aan te melden op blackboard. Voor contact bent u welkom op kamer 6A-34, maar mr. Kolle werkt in deeltijd en is vaak afwezig. Wie iets wil bespreken kan beter een e-mail sturen naar
[email protected]. Studenten kunnen tegen gereduceerde contributie lid worden van de Vereniging voor Auteursrecht.
naam code studiepunten coördinator
Bedrijfseconomie A (BN2/B2) 211203 5,7 mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 40 43875 b.g.g. (06) 546 82911 e-mail:
[email protected]) docenten mr.drs. P.R. de Geus; mr. B. Emmerig; mr. J. Scholten periode week 1 - 14 doel Het verkrijgen van voldoende kennis op het voor juristen relevante terrein Examonderdelen
15
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen
16
van de financiering van organisaties: ondernemingen en nonprofitorganisaties. De student dient deze kennis in de praktijk te kunnen toepassen op het terrein van de opzet en analyse van het financieel beleid van organisaties, in het bijzonder de financiële verslaggeving. Het einddoel is dat de student op elementair niveau een jaarverslag van een onderneming kan lezen en kan interpreteren. De colleges omvatten een inleiding in het financieel beleid en de toepassing daarvan in de financiële verslaggeving. Daarbij wordt de relatie met relevante rechtsgebieden behandeld. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • balans en winst- en verliesrekening; • behandeling van balansposten; • waardebepaling zowel van individuele bezittingen en schulden als van de onderneming als geheel; • financiering; • analyse van het jaarverslag van een onderneming. Hoor- en toepassingscolleges De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. In dit verband wordt ieder jaar een jaarverslag van een onderneming behandeld. • P.R. de Geus e.a. Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom, Juridische uitgevers, 2006 • A.H. Groot, De jaarrekening voor het midden- en kleinbedrijf, Kluwer, 2008. • Syllabus Bedrijfseconomie A. Schriftelijk tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald! 1. Voor dit vak worden dit jaar vier groepen overdag gegeven. Per groep zijn 60 plaatsen beschikbaar. Door (niet verplichte) participatie is het mogelijk om bonuspunten voor het tentamen te behalen.Vanaf november 2009 kunt u zich via TISVU inschrijven.(Ook voor het extensieve werkcollege moet u zich inschrijven!!!). De inschrijving sluit op 1 december 2009!!! Studenten die zich niet hebben ingeschreven, hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 2. Rechtseconomie is een verplicht vak voor de bacheloropleiding Criminologie. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichting Fiscaal recht en wordt aanbevolen voor de afstudeerrichting Ondernemingsrecht.Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. Op woensdag 2 november 2009 om 17.30 in zaal 6A-00 wordt een voorlichtingscollege gegeven om u te helpen om uw keuze te bepalen. 3. De syllabus Bedrijfseconomie A is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 4. Dit vak wordt in het studiejaar 2009/2010 in de avond aangeboden. Rechtsgeleerdheid
5. Meer informatie vindt u op www.economievakken.nl . naam Bedrijfseconomie B (B3/BN3) code 211355 Een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichtingen Bedrijfsrecht en Fiscaalrecht. studiepunten 5,7 coördinator mr.drs. P.R. de Geus ((020) 404 3875, b.g.g. 06 546 82 911 e-mail:
[email protected]) docenten mr.drs. P.R. de Geus; mr. J. Scholten periode week 5 - 14 doel Het financieel inzicht dat dit vak de student wil bijbrengen is met name gericht op situaties waar de fiscaal adviseur, de bedrijfsjurist en de notaris in de dagelijkse praktijk mee te maken krijgen, waarbij de elementaire kennis die de studenten hebben opgebouwd bij het vak Bedrijfseconomie A wordt toegepast en verdiept. Daarnaast zal de student een eenvoudige boekhouding moeten kunnen begrijpen en kunnen opmaken. inhoud Het verstrekken van boekhoudkundige basiskennis. Verdieping van de relatie bedrijfseconomie en jaarrekening. Daarnaast worden raakvlakken met het belastingrecht en het vennootschapsrecht belicht. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: - financiële administratie; - dubbel boekhouden; - holdingstructuren, kapitaalbelangen en consolidatie; - aandelenfusie, bedrijfsfusie en juridische fusie; - splitsing; - discontinuïteit en reorganisatie; - inbreng in een onderneming (V.O.F. en B.V.); - fiscale comptabiliteit. werkwijze De docent zal tijdens de hoorcolleges de te bestuderen stof toelichten en zal verbanden leggen met praktijksituaties waarin de oplossing van een rechtsvraag afhankelijk is van bedrijfseconomische kennis. Tijdens de werkcolleges worden cases behandeld. literatuur • P.R. de Geus e.a. Jaarrekeninglezen voor juristen, Boom Juridische uitgevers, 2006 • A. H. Groot, De jaarrekening voor het midden- en kleinbedrijf, Kluwer, 2008. • Syllabus Bedrijfseconomie B. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. opmerkingen 1. Voor deelname aan dit vak wordt voorkennis van Bedrijfseconomie A bekend verondersteld. In Bedrijfseconomie A is de elementaire kennis van de bedrijfseconomie aan de orde gesteld voorzover relevant voor juristen. Zonder deze kennis heeft het volgen van dit vak geen zin en is dit ook niet toegestaan. Alleen wanneer u een voldoende voor Bedrijfseconomie A heeft behaald, kunt u zich voor het vak inschrijven. 2. Voor dit vak wordt dit jaar één werkgroep overdag gegeven.Vanaf november 2009 kunt u zich via TISVU inschrijven .De inschrijving sluit op 1 januari 2010!!! Studenten die zich niet inschrijven hebben geen toegang tot Examonderdelen
17
de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 3. Bedrijfseconomie B is in bachelor 3 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichtingen Fiscaal recht en wordt aan bevolen voor de afstudeerrichting Ondernemingsrecht. 4. De syllabus Bedrijfseconomie B is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 5. Dit vak wordt in het studiejaar 2009/2010 niet in de avond aangeboden. voorkennisvak 211203 : Bedrijfseconomie A (BN2/B2) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
18
Beginselen bestuursrecht (B1/BN1) 200128 6 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267) week 14 - 22 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van de kern van het bestuursrechtelijk begrippenapparaat, waarop later in de bachelorfase wordt voortgeborduurd in de bestuursrechtelijke vakken. Uiteindelijk gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete bestuursrechtelijke rechtsvraag (het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen) van het bestuursrecht. In het vak Beginselen bestuursrecht ligt de nadruk op de eerste manier van redeneren. Na een algemene kennismaking met het huidige bestuursrecht, zullen worden besproken de organisatie van het openbaar bestuur, de toedeling van de bevoegdheden aan bestuursorganen en de verschillende wijzen waarop het bestuur in het dagelijks leven kan ingrijpen. Voorts wordt ingegaan op de bestuursrechtelijke normen die door het bestuur bij de uitoefening van zijn bevoegdheden in acht genomen moeten worden. Daarnaast zal enige aandacht worden besteed aan de handhaving van bestuursrechtelijke regels. Tot slot zullen de beginselen van het systeem van rechtsbescherming tegen de overheid aan de orde worden gesteld. Voor dit vak worden minder hoorcolleges op de VU gegeven dan gebruikelijk. Daarvoor in de plaats zijn er 8 hoorcolleges op CD-ROM, te bestuderen in samenhang met Hoofdzaken van het bestuursrecht van F.C.M.A. Michiels. Aan de hand van eveneens op CD-ROM opgenomen vragenseries kun je controleren of je de stof beheerst. De CD-ROM wordt verstrekt bij de syllabus. In zeven weken worden werkcolleges gegeven. Tijdens deze werkcolleges bestaat de gelegenheid om vragen te stellen naar aanleiding van de bestudeerde stof. • F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht, Kluwer, laatste druk; • syllabus Beginselen bestuursrecht. (De syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Gesloten boek tentamen
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen naam code studiepunten coördinator periode doel
Beginselen Europees recht (B1/BN1) 200130 6 dr. J.W. Sap (kamer 1D-28, tel. (020) 59 86302) dr.mr. R.A. Abdullah Khan; prof.dr. G.T. Davies week 14 - 22 Het thuis zijn in de elementaire begrippen van het Europese recht, het beschikken over denk- en redeneervaardigheden die nodig zijn voor het systematisch en creatief kunnen toepassen van deze begrippen op een casus, het kunnen analyseren van arresten van het Hof van Justitie van de EG en het inzicht hebben in het ingewikkelde bouwwerk van de Europese integratie, dat sinds de inwerkingtreding van het Verdrag van Maastricht in 1993 de Europese Unie wordt genoemd. Aan de orde komen de algemene kenmerken van het Europese recht, de institutionele structuur, de besluitvorming, de bronnen en doorwerking van het Europese recht, rechtsbescherming, marktintegratie, gemeenschappelijke regels en externe betrekkingen. Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding met veel aandacht voor het vergroten van inzicht in de beginselen van Europees recht. Daarnaast worden werkgroepen gegeven, waarin dieper op specifieke onderdelen van de stof wordt ingegaan en de stof wordt toegepast op concrete casusposities. Voor de hoor- en werkgroepen is een actieve voorbereiding vereist en dient de student te beschikken over een actuele wetgevingsbundel. Bij de werkgroepen dient een aantal schriftelijke opdrachten te worden ingeleverd. • Hoor- en werkcollegestof; • F. Amtenbrink en H.H.B. Vedder, Recht van de Europese Unie, Den Haag, Boom, laatste druk; • J.W. Sap en M.L. Smit (red); Jurisprudentie Europees recht 1963 - 2006. Nijmegen, Ars Aequi, 2007 • Syllabus Beginselen Europees recht, 2009-2010 (Syllabus is verkrijgbaar in de VU-boekhandel.) Schriftelijk tentamen met open vragen. Bij het tentamen mag gebruik worden gemaakt van een niet-geannoteerde wetgevingseditie en de arrestenbundel. Spreekuur dr. J.W. Sap, na afspraak. Beginselen privaatrecht I (B1/BN1) 200123 5 mr. L.G.J. Hendrix ((kamer 7A-23) tel. (020) 598 62 87) week 41 - 51 Aan het einde van het vak Beginselen privaatrecht I moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: • de meest elementaire begrippen van het algemeen deel van het vermogensrecht en het goederenrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd; • de meest elementaire onderscheidingen die binnen het systeem van subjectieve vermogensrechten en hun objecten kunnen worden gemaakt; • de eisen, waaraan moet zijn voldaan om de geldige overdracht van een Examonderdelen
19
goed te bewerkstelligen; ingeval er geen geldige overdracht van een goed tot stand komt doordat niet aan de daarvoor gestelde eisen is voldaan: de eisen, waaraan moet zijn voldaan voor een geslaagd beroep op derdenbescherming. Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: • het hanteren van het Burgerlijk Wetboek; • literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; • een goederenrechtelijk arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; • een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden goederenrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag . werkwijze Tijdens de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Tijdens de intensieve werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Op de extensieve werkcolleges is geen actieve voorbereiding vereist en worden kort de antwoorden op de opgaven besproken. literatuur • Werkboek Beginselen privaatrecht I 2009-2010 (verkrijgbaar in de VUboekhandel) • Jurisprudentiereader Beginselen privaatrecht I 2009-2010 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel Overige literatuur wordt bekendgemaakt in het werkboek en via Blackboard. toetsing Het tentamen is schriftelijk en bevat multiple choice vragen en casusvragen. •
naam code studiepunten coördinator docenten
Beginselen privaatrecht II (B1/BN1) 200125 6 dr.mr. K.A.P.C. van Wees (kamer 7A-19, tel. (020) 59 83553) prof.mr. A.J. Akkermans; prof.mr. C.E.C. Jansen; mr. E.M. Deen; mr. E.M. Hoogeveen; mr. J.W. Rutgers periode week 1 - 13 doel • Aan het einde van het vak Beginselen Privaatrecht II moet de student in staat zijn tot het opsommen, herkennen, toelichten en aan de hand van concrete voorbeelden hanteren van: • de meest elementaire begrippen van het verbintenissenrecht in samenhang met die van het algemeen deel van het vermogensrecht, hun onderscheidende kenmerken, alsmede de verbanden die tussen die begrippen kunnen worden gelegd, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden; • de belangrijkste bronnen van waaruit verbintenissen tussen rechtssubjecten kunnen ontstaan opsommen, herkennen en toelichten aan de hand van concrete voorbeelden; • de eisen waaraan moet zijn voldaan om van een geldige totstandkoming van een rechtshandeling in het algemeen en een meerzijdige rechtshandeling in het bijzonder te kunnen spreken, opsommen,
20
Rechtsgeleerdheid
herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (verdiepend); • de eisen die de wet stelt aan het op de juiste wijze vernietigen van een rechtshandeling opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (verdiepend); • de rechtsgevolgen van een vernietigde of nietige rechtshandeling opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (verdiepend); • de eisen die de wet stelt aan het tenietgaan van een verbintenis door de werking van een ontbindende voorwaarde, alsmede de rechtsgevolgen daarvan, opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (verdiepend); • de belangrijkste mogelijkheden waarover een schuldeiser beschikt om op te treden tegen een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis door diens schuldenaar opsommen, herkennen en toelichten aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); • de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis tot schadevergoeding op grond van een eigen onrechtmatige daad dan wel op grond van een kwalitatieve aansprakelijkheid te doen ontstaan opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); • de regels aan de hand waarvan de omvang van de verbintenis tot schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad dient te worden bepaald opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden (op hoofdlijnen); • de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis op grond van onverschuldigde betaling (verdiepend), zaakwaarneming of ongerechtvaardigde verrijking (op hoofdlijnen) te doen ontstaan opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van concrete voorbeelden. Aan het einde van het vak moet de student voorts in staat zijn tot: • het hanteren van het Burgerlijk Wetboek; • literatuur lezen en aangeven wat hoofd- en bijzaken zijn; • een arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is en wat de kernoverwegingen zijn geweest; een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden verbintenisrechtelijke rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van die rechtsvraag. werkwijze Op de hoorcolleges behandelen de docenten de hoofdlijnen van de stof en belichten zij moeilijke onderdelen. Op de intensieve werkgroepen staat het oefenen met de stof centraal aan de hand van casus. Derhalve wordt van de studenten een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Op de extensieve werkcolleges is geen actieve voorbereiding vereist en worden kort de antwoorden op de opgaven besproken. literatuur • Werkboek Beginselen Privaatrecht II 2009-2010 (verkrijgbaar in de VU boekhandel); • Overige literatuur wordt bekendgemaakt in het werkboek en via Blackboard. Examonderdelen
21
toetsing Het tentamen is schriftelijk en bestaat uit enkele casusvragen en 25 MC-vragen. naam code studiepunten coördinatoren docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Beginselen staatsrecht (B1/BN1) 200124 5 mr. A.J. Overbeeke (kamer 6A-27, tel. (020) 59 86269); prof.mr. A.E. Schilder prof.mr. A.E. Schilder; mr. A.J. Overbeeke; mr. S.A.J. Munneke; L.C. Groen; mr. A.E.M. van den Berg; mr. N. Jak week 41 - 51 Het kennen van de elementaire begrippen van het nationale en het internationale publiekrecht, het kunnen toepassen van deze begrippen op eenvoudige casus en het inzicht hebben in het functioneren van een democratische rechtsstaat, mede binnen de internationale rechtsorde. Vanuit het perspectief van de democratische rechtsstaat komen aan de orde de betekenis van constitutie, grondwet en verdragen; de ontwikkeling, inrichting en werking van de parlementaire democratie; historie en huidige betekenis van de grondrechten; alsmede de verschillende soorten regelgeving. Het hoorcollege heeft het karakter van een algemene inleiding. Daarnaast worden werkgroepen/werkcolleges verzorgd, waarin dieper op de verschillende onderdelen van de stof wordt ingegaan. Tijdens de werkgroepen wordt een actieve deelname verwacht in die zin, dat men de vragen en opdrachten heeft voorbereid. Men dient daarbij altijd een wetgevingsbundel paraat te hebben. • Hoor- en werkcollegestof; • Verdere literatuur (handboek) wordt later bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Dit vak moet zijn behaald alvorens tentamen te kunnen afleggen in Staatsrecht I en II (B2). Spreekuur: volgens afspraak.
naam code studiepunten coördinator docenten
Beginselen strafrecht (B1/BN1) 200122 6 mr. B. de Wilde (kamer 8A-18, tel. (020) 59 86233) mr. H.M. van Stein Callenfels; prof.mr. E. van Sliedregt; mr. C.J. Petiet; mr. H.A.J.M. Versteeg; mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg; mr. B. de Wilde; vacature periode week 41 - 51 doel Het doel van dit vak is het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staat. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casusgerichte vragen en kennisvragen op het gebied van materieel en formeel strafrecht kunnen beantwoorden. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. inhoud Het doel van dit vak is het aanleren van elementair inzicht in het geldende
22
Rechtsgeleerdheid
strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staat. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casusgerichte vragen en kennisvragen op het gebied van materieel en formeel strafrecht kunnen beantwoorden. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. werkwijze Hoorcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Werkgroepen. Studenten die actief en diepgaand op de stof willen ingaan, kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. De werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard. Iedere week maken casusvragen deel uit van de werkgroepopdrachten. In de laatste week wordt een recent tentamen besproken aan de hand van de modelantwoorden en modelnormering. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. Werkcolleges. Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Tijdens de werkcolleges komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkgroepen. literatuur • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2007; • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Update Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht 2009 (gepubliceerd op Blackboard). • M. Bosch (red.), Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2008. toetsing Het schriftelijke tentamen bestaat uit 20 meerkeuzevragen, twee open vragen en een taal-essayvraag. opmerkingen Op Blackboard wordt in de map 'Vakinformatie' een document geplaatst waarin alle informatie te vinden is over de opzet van het vak, de onderwijsvormen, de verplichte literatuur en jurisprudentie en de toetsing. naam code studiepunten coördinator docenten
Beginselen strafrecht (BC1) 212203 6 mr. B. de Wilde (kamer 8A-18, tel. (020) 59 86233) mr. H.M. van Stein Callenfels; prof.mr. E. van Sliedregt; mr. C.J. Petiet; mr. H.A.J.M. Versteeg; mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg; mr. B. de Wilde; vacature periode week 41 - 51 doel Het doel van dit vak is het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staat. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casusgerichte vragen en kennisvragen op het gebied van materieel en formeel Examonderdelen
23
strafrecht kunnen beantwoorden. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. inhoud Het doel van dit vak is het aanleren van elementair inzicht in het geldende strafrecht, waarbij de systematiek van het materiële en het formele strafrecht centraal staat. De student moet tijdens het tentamen in staat zijn casusgerichte vragen en kennisvragen op het gebied van materieel en formeel strafrecht kunnen beantwoorden. Het vak beoogt elementair inzicht te verschaffen in het strafrechtelijke systeem, waarbij materieel en formeel strafrecht zoveel mogelijk met elkaar in verband worden gebracht. werkwijze Hoorcolleges. Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Werkgroepen. Studenten die actief en diepgaand op de stof willen ingaan, kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. De werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard. Iedere week maken casusvragen deel uit van de werkgroepopdrachten. In de laatste week wordt een recent tentamen besproken aan de hand van de modelantwoorden en modelnormering. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. Werkcolleges. Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Tijdens de werkcolleges komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkgroepen. literatuur • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2007; • M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Update Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht 2009 (gepubliceerd op Blackboard). • M. Bosch (red.), Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2008. toetsing Het schriftelijke tentamen bestaat uit 20 meerkeuzevragen, twee open vragen en een taal-essayvraag. opmerkingen Op Blackboard wordt in de map 'Vakinformatie' een document geplaatst waarin alle informatie te vinden is over de opzet van het vak, de onderwijsvormen, de verplichte literatuur en jurisprudentie en de toetsing. naam code studiepunten coördinator periode doel
24
Beginselen volkenrecht (B3) 200375 2,9 dr. H.M.G. Denters (kamer 1D-16, tel (020) 59 86305) week 45 - 49 Het verwerven van inzicht in de structuur en beginselen van het volkenrecht. De student dient in staat te zijn om elementaire rechtsproblemen van Rechtsgeleerdheid
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvakken
internationale aard ter herkennen en op te lossen door toepassing van de rechtsbronnen. Dit vak behandelt de elementaire leerstukken van het volkenrecht. Hierbij komen onder meer aan de orde: bronnen, rechtssubjecten, jurisdictie en immuniteiten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan specifieke deelgebieden van het volkenrecht, zoals vrede en veiligheid. Hoor- en werkcolleges. • Syllabus Beginselen volkenrecht, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. • P.A. Nollkaemper, Kern van het Internationaal Publiekrecht, Boom Jurdische Uitgevers, 2005. Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkenisvak is behaald! 200110 : Beginselen Europees recht (B1) Belastingen van rechtsverkeer (M notarieel recht) 211416 5 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 1D-30, tel. (020) 598 6314) week 5 - 14 Grondige kennis van en inzicht in de toepassing van de overdrachtsbelasting, de kapitaalsbelasting en de formaliteit van registratie, zodanig dat men in de notariële praktijk op deze terreinen in korte tijd goed kan functioneren. Wetgeving, uitvoeringsregelingen en jurisprudentie inzake de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de Wet op de omzetbelasting 1968 voor wat betreft de levering van onroerend goed en de Registratiewet 1970. Hoorcollege en werkcolleges. J.C. van Straaten, Wegwijs in de overdrachtsbelasting, nieuwste druk. Schriftelijk tentamen Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht en de voorkennisvakken zijn behaald! Het vak Successiewet of Successierecht wordt sterk aanbevolen. 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200822 : Verbreding goederenrecht (BN3)
naam Belastingrecht (M notarieel recht) code 211414 2114141 werkgroepen (6 studiepunten) 2114142 tentamen (12 studiepunten) studiepunten 18 coördinator mr. H.A. Brasz (kamer 1D-36, tel. (020) 5986312) periode week 39 - 14 doel In het notariaat is kennis van het belastingrecht een absolute must. Naast de specifieke notarieel-fiscale vakken zoals successierecht, belastingen van rechtsverkeer en estate planning, is ook kennis van het 'algemene' belastingrecht zoals inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting en het internationaal belastingrecht van groot belang. De (kandidaat) notaris moet namelijk de fiscale gevolgen van juridische Examonderdelen
25
handelingen begrijpen en globaal kunnen duiden. Dit klemt te meer nu steeds vaker complexe juridische structuren met allerlei fiscale gevolgen via het notariaat formeel worden geregeld. Daarnaast is het zo dat juristen werkzaam in bestuurlijke functies, advocatuur en bedrijfsleven in toenemende mate worden geconfronteerd met gecompliceerde problematiek, waarbij fiscale aspecten een belangrijke en veelal doorslaggevende rol spelen. De jurist dient als intermediair te kunnen fungeren tussen opdrachtgevers (bijvoorbeeld ondernemingen en/of particulieren) en fiscale specialisten, m.a.w. fiscale problematiek te onderkennen. Dit wordt van steeds meer belang nu het belastingrecht jaarlijks gecompliceerder wordt en de fiscale gevolgen van allerlei beslissingen materieel een voortdurend grotere rol spelen. Het internationaal belastingrecht wint daarbij sterk aan betekenis als aspect van internationale juridische en economische betrekkingen. Hiertoe dient men kennis te hebben van het positieve belastingrecht, zoals dat is vastgelegd in heffingswetten en inzicht te verwerven in de onderlinge samenhang van de verschillende belastingen. Voorts dient men de basiskennis te verdiepen door deze toe te passen op aan de praktijk ontleende feitencomplexen in de vorm van cases, zodat men later in de praktijk fiscale aspecten kan onderkennen. Het is daartoe wenselijk de studie in het vak belastingrecht vanaf de aanvang van het studiejaar ter hand te nemen, aangezien het programma is gericht op het verwerven van (kritisch) inzicht en het leggen van verbanden met andere maatschappelijke en economische vraagstukken. Het belastingrecht is aan permanente verandering onderhevig. In verband hiermee is de studie van dit vak gericht op het leren onderkennen van de fiscale problematiek, die voortvloeit uit bepaalde juridische en economischmaatschappelijke vraagstukken. Deze methodiek prevaleert daarom boven het verwerven van parate-feitenkennis, zonder nochtans dit laatste te onderschatten. inhoud In de hoorcolleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Daarnaast worden capita selecta uit de belastingwetenschap behandeld, zoals de economische betekenis van de belastingen; het verband tussen belastingen, maatschappij en recht; grondslagen van een rechtvaardig belastingstelsel in het licht van inkomensverdeling en collectieve uitgaven, e.d. Aan het begin van het collegejaar wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. werkwijze De hoorcolleges worden gegeven in het eerste semester gedurende vier uur per week en in het tweede semester, gedurende twee uur per week. In totaal minimaal 52 college-uren, waarvan 20 uren belastingwetenschap (capita). Tevens wordt - in het tweede semester - een werkcollege 'techniek van de belastingheffing' gegeven (20 college-uren). Op het werkcollege wordt een aantal vraagstukken behandeld, welke tevoren door de studenten worden voorbereid. Hierbij komen met name aan de orde problemen met betrekking tot fiscale winstberekening, de fiscale balans, het aanmerkelijk belang, de inkomsten uit sparen en beleggen, alsmede enkele problemen op het gebied van de vennootschapsbelasting, internationaal en europees belastingrecht alsmede de omzetbelasting. Indien de werkcolleges onvoldoende resultaat opleveren, dient men deze (deels) over te doen. In 26
Rechtsgeleerdheid
bijzondere situaties kan de docent een aanvullend werkstuk verplicht stellen literatuur Verplichte literatuur • H.J. Hofstra e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Deventer, laatste druk. • L.G.M. Stevens, Elementair Belastingrecht voor Economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk (bedoeld als inleiding en orientering op de stof).E.J.W. Heithuis en R.P. van den Dool, Compendium Vennootschapsbelasting, Kluwer, Deventer, laatste druk. • Belastingwetten, SDU of, Kluwer of Vermande, uitgave 2009. In verband met de dynamiek in het belastingrecht dient men van alle literatuur steeds de laatste druk te raadplegen c.q. bijgewerkte losbladige uitgaven Ter oriëntatie aanbevolen literatuur • Weekblad voor Fiscaal Recht (weekblad). • Belastingbeschouwingen (maandblad). • Vakstudie Nieuws, Beslissingen Nederlandse Belasting Rechtspraak. (B.N.B.), • FED-losbladig Fiscaal Weekblad. • De Wegwijsserie, uitgaven van Kon.Vermande Lelystad • H. Mobach, e.a., Cursus Belastingrecht (losbladig naslagwerk), Gouda Quint/Noorduyn. (dit losbladige naslagwerk wordt ook gedeeltelijk in afzonderlijke boekjes uitgegeven, onder de naam: Studenteneditie 2009/2010 Cursus Belastingrecht, onderdeel Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting enz. enz.) Naslagwerken • Fiscale Encyclopedie de Vakstudie, Kluwer (zeer uitgebreid). • Fiscale Monografieën, Kluwer. • FED Fiscale Brochures (praktische toelichtingen op diverse onderwerpen). Bibliotheken: Juridische en Economische Bibliotheek VU, alsmede de grootste (internationaal) georiënteerde bibliotheek, Het Internationaal Belastingdocumentatiebureau, Wenckebachweg 210, Amsterdam (AmstelBedrijvenpark). toetsing Het tentamen Belastingrecht wordt uitsluitend schriftelijk (open vragen) afgenomen en bestaat uit een theoretisch deel, gebaseerd op de hoorcolleges en een praktisch deel, waarbij de werkcollegestof centraal staat. Op het tentamen mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van de pocketeditie Belastingwetten, uitgeverij Kluwer, SDU of Vermande, zonder toevoegingen. Zowel de hoor- als werkcolleges vormen verplichte tentamenstof. Het tentamen heeft, inclusief de voor de werkcolleges voldoende gemaakte werkstukken een studiebelasting van 18 punten. Deze studiebelasting is ondeelbaar, maar tentamen en werkcolleges dienen elk afzonderlijk een voldoende resultaat op te leveren. Het werkcollege heeft zonder het tentamen geen zelfstandige betekenis. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht is behaald!
Examonderdelen
27
naam code studiepunten docent periode doel
Bestuurlijk organisatierecht (M) 201872 6 mr. M.C. de Voogd week 15 - 25 De leerdoelen van dit vak zijn: - het kennen van de juridische structuur van de bestuurlijke organisatie en van de juridische invalshoeken voor bestudering van de bestuurlijke organisatie; - het verwerven van inzicht in enkele belangrijke vraagstukken van bestuurlijk organisatierecht, mede aan de hand van wetgeving en jurisprudentie; - het zelfstandig kunnen analyseren, oplossen en bekritiseren van enkele casusposities van bestuurlijk organisatierecht, alsmede het schriftelijk kunnen presenteren van de bevindingen. inhoud De organisatie van het openbaar bestuur is niet statisch, maar voortdurend in beweging. Gemeenten worden samengevoegd en departementen heringedeeld, er wordt geprivatiseerd, verzelfstandigd, gecentraliseerd en gedecentraliseerd; op kleinere schaal worden bestuurscommissies, adviescommissies en afdelingen ingesteld en opgeheven, delegaties of mandaten verleend dan wel ingetrokken en worden politieke ambtsdragers en ambtenaren benoemd en ontslagen. Hoe zorgen we dat de grote steden hun economische positie kunnen versterken zonder de samen te voegen met hun randgemeenten? Is het aanvaardbaar dat voorzieningen voor gehandicapten in de ene gemeente anders zijn geregeld dan in de andere? Moeten de ministeries van Justitie en van BZK worden omgevormd tot een ministerie voor Veiligheid? Kunnen de gevangenissen worden verzelfstandigd of zelfs geprivatiseerd? Moet het Amsterdamse Gemeente Vervoer Bedrijf een NV worden? Wat zijn de gevolgen als de Staat haar aandelen in Schiphol NV verkoopt? Uiteenlopende vragen, maar allemaal een kwestie van organisatie(recht). Vragen waar het 'klassieke' staats- en bestuursrecht traditioneel weinig aandacht voor heeft, maar die voor burgers en de samenleving als geheel van enorm belang zijn. Niet zelden is de onrechtmatigheid van besluiten en andere handelingen van de overheid terug te voeren op manco's in de bestuurlijke organisatie. Het vak Bestuurlijk organisatierecht houdt zich bezig met de juridische aspecten van de organisatie van het openbaar bestuur. De bestuurlijke organisatie van Nederland is vandaag de dag gecompliceerder dan ooit. Ontwikkelingen zoals regiovorming, privatisering en de instelling van zelfstandige bestuursorganen hebben verstrekkende gevolgen voor de bestuurlijke organisatie. Kennis van gemeente- en provincierecht is daarvoor noodzakelijk maar tegelijkertijd ontoereikend. Het is de bedoeling te komen tot een geïntegreerde behandeling van de EG-rechtelijke en nationaalrechtelijke aspecten, alsmede van de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke (en soms zelfs strafrechtelijke) kanten van de bestuursorganisatie. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken, wellicht een excursie. Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (Blackboard).
28
Rechtsgeleerdheid
literatuur toetsing
voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
Een groot deel van de colleges wordt verzorgd door mr. M.C. de Voogd, senior consultant bij Berenschot. Daarnaast wordt onderwijs verzorgd door o.a. mr. H. Battjes, mr. S.A.J. Munneke, en prof.mr. S.E. Zijlstra. Zie Blackboard. Voor dit vak worden 10 colleges van elk twee uur aangeboden in het tweede blok van het tweede semester. Voor het vak dienen twee opdrachten te worden gemaakt die elk voor 25% meetellen in het eindcijfer. Aan het eind van de cursus wordt een tentamen afgelegd dat voor 50 % meetelt voor het eindcijfer. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorkennisvak is behaald! 200378 : Bestuursrecht (B3) Bestuursprocesrecht (B3/M) 201766 6 mr. F.A. de Lange (kamer 6A-17, tel. (020) 59 86342) week 15 - 25 Het doel van het keuzevak Bestuursprocesrecht is het verdiepen van de kennis van en het inzicht in (een aantal) leerstukken van het bestuursprocesrecht en de praktijk van de bestuursrechtelijke procedure en het aanleren van een aantal praktische vaardigheden: en het schrijven van een annotatie. Het vak bevat aldus twee componenten: een theoretische en een praktische. Het theoretische gedeelte bestaat uit vier hoorcolleges, waarin een aantal kernaspecten uit het bestuursprocesrecht nader worden uitgediept. Dit cursusjaar kent als rode draad de spanning die bestaat tussen de twee fundamentele tegenpolen in het bestuursprocesrecht, het recours objectif en het recours subjectief, en de ontwikkeling van het Nederlandse bestuursprocesrecht binnen dit spanningsveld. De praktische component bestaat uit het schrijven van processtukken en het pleiten in een concrete zaak. U dient daarbij als procesvertegenwoordiger voor uw cliënt (belanghebbende of bestuursorgaan) processtukken op te stellen en de zaak op een zitting te bepleiten. Een advocaat met veel proceservaring op het gebied van het bestuursrecht zal een gastcollege verzorgen. Hij besteedt aandacht aan de wijze waarop u in het bestuursrecht dient te procederen. Denk hierbij aan het verschil tussen pleiten vanuit de positie van eiser en het pleiten voor verweerder. Na het volgen van het vak bent u op de hoogte van recente ontwikkelingen in het bestuursprocesrecht en beschikt u over basisvaardigheden voor het voeren van een bestuursrechtelijke procedure. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een casus uitgedeeld. Afhankelijk van zijn rol schrijft elke student gedurende het trimester een beroepschrift of een verweerschrift. Daarnaast zal college worden gegeven over een aantal onderdelen van het bestuursprocesrecht. Zie blackboard. Het eindcijfer voor het vak wordt opgebouwd uit de volgende componenten: opstellen van het processtuk (4/10), het schrijven van een annotatie (4/10) en het pleiten (2/10). Bij het vak Bestuursrecht is ingegaan op de systematiek Examonderdelen
29
van het bestuursprocesrecht. De stof van dit vak wordt dan ook bekend verondersteld. voorkennis Deelname aan dit vak is alleen mogelijk na een afgerond eerste bachelorjaar. Bestuursrecht sterk aanbevolen. opmerkingen De opzet van het vak impliceert een actieve inbreng van de studenten en doet derhalve niet alleen beroep op enige basiskennis (verkregen uit het vak Bestuursrecht) maar ook op de interesse van de student voor het procesrecht. Het stelt de studenten tevens in staat uitdrukkingsvaardigheden (schriftelijk en mondeling) te oefenen. naam code studiepunten coördinator periode doel
Bestuursrecht (B3) 200378 8,6 mr. F.A. de Lange (kamer 6A-17, tel. (020) 59 86342) week 44 - 4 Het vak Bestuursrecht (B3) heeft als doel je te leren werken met het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Om dit doel te bereiken is het nodig dat je feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het bestuur, welke bevoegdheden zijn er, welke procedures gelden er etc. Bovendien leer je de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur? En; hoe functioneert het openbaar bestuur, hoe is de relatie van het bestuur tot de burgers geregeld en wat is de rol van de rechter? inhoud Het bestuursrecht (B3) biedt een verdieping en verbreding ten opzichte van het vak Beginselen bestuursrecht uit het eerste bachelorjaar (de inhoud daarvan wordt dan ook bekend verondersteld). Een deel van de vragen die tijdens de werkcolleges worden behandeld wordt gesteld op basis van een grotere casus (er zijn er twee voor het vak bedacht). Je leert de vragen te beantwoorden volgens een vast stramien: over welk leerstuk gaat deze vraag, wat houdt het leerstuk in, welke feiten uit de casus heb ik nodig om te kunnen beoordelen of het leerstuk van toepassing is, hoe waardeer ik de casus in het licht van het leerstuk, wat is mijn conclusie? Het vak bestaat uit de volgende vier globale thema's die gedurende 18 werkcolleges nader worden uitgewerkt: • basisbegrippen (bestuursorgaan, besluit en belanghebbende), • normen voor het handelen van bestuursorganen (zoals de algemene beginselen van behoorlijk bestuur), • normen voor bijzonder handelen van bestuursorganen (zoals handhaving) en • procesrecht in het bestuur. • de normen waaraan het bestuur zich moet houden; • de handhaving door het bestuur van de voor burgers geldende rechtsnormen; • de rechtsbescherming die burgers kunnen inroepen tegen beslissingen en handelingen van het bestuur. werkwijze Werkcolleges. Er zijn in totaal 3 werkcollege groepen (groep A, B en C). Er is geen apart hoorcollege of een aparte werkgroep. Alle drie de groepen komen twee keer
30
Rechtsgeleerdheid
per week bijeen in een werkcollege. Als je deelneemt aan groep A of groep C verwachten we dat je de stof voorafgaand aan het werkcollege goed hebt bestudeerd en actief meedoet tijdens het werkcollege. In groep B wordt twee keer per week de stof behandeld door de docent, maar verwachten we niet dat je het hebt voorbereid of dat je actief meedoet (hoewel we dat wel aanraden en overigens, vragen stellen mag natuurlijk altijd). Het werkcollege bestaat steeds uit een bespreking van de stof, gevolgd door een bespreking van de werkcollegevragen. Als je hebt gekozen voor groep A of C; dan verwachten we dus ook dat je die vragen van te voren zelf hebt voobereid. literatuur Prof. L.J.A. Damen (ed.) Bestuursrecht, deel 1 en deel 2, Boom Juridisch uitgevers. 2de druk en de Reader Bestuursrecht (B3) 2009-2010. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na een afgerond eerste bachelorjaar. naam code studiepunten coördinator periode doel
Bestuursrecht not (BN2) 211204 5,7 mr. F.A. de Lange (kamer 6A-07, tel. (020) 59 86342) week 15 - 25 Het BN2 vak Bestuursrecht heeft als doel je te leren werken met het bestuursrechtelijke begrippenapparaat. Om dit doel te bereiken is het nodig dat je feitelijke kennis omtrent bestuursrechtelijke onderwerpen verwerft: wat is de organisatie van het bestuur, welke bevoegdheden zijn er etc. Bovendien leer je de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen doorzien: op welke wijze hangt de toekenning van bestuursbevoegdheden samen met de organisatie van het bestuur? En: hoe functioneert het openbaar bestuur, hoe is de relatie van het bestuur tot de burgers geregeld? inhoud Bestuursrecht BN2 biedt een verdieping en een verbreding ten opzichte van het vak Beginselen bestuursrecht uit het eerste bachelor jaar. De inhoud van dat vak wordt dan ook als bekend verondersteld. Een deel van de vragen die tijdens de werkcolleges worden behandeld wordt gesteld op basis van een grotere casus (er zijn er twee voor het vak bedacht). Je leert de vragen te beantwoorden volgens een vast stramien: over welk leerstuk gaat deze vraag, wat houdt het leerstuk in, welke feiten uit de casus heb ik nodig om te kunnen beoordelen of het leerstuk van toepassing is, hoe waardeer ik de casus in het licht van het leerstuk, wat is mijn conclusie? Het vak bestaat uit de volgende drie globale thema's, die gedurende 11 werkcolleges nader worden uitgewerkt: 1) basisbegrippen (bestuursorgaan, besluit en belanghebbenden), 2) normen voor het handelen van bestuursorganen (zoals de algemene beginselen van behoorlijk bestuur) en 3) normen voor bijzonder handelen van bestuursorganen (zoals handhaving). NB Bij het vak Bestuursrecht notariaat (BN2) wordt het onderdeel bestuursprocesrecht niet behandeld. Het vak is daarom ook onvoldoende om civiel effect te kunnen genereren. Studenten die dat wel willen bereiken, dienen in plaats van dit vak het vak Bestuursrecht (B3) te volgen. werkwijze Werkcolleges, die steeds bestaan uit een bespreking van de stof, gevolgd door een bespreking van de werkcollegevragen. Er worden geen aparte Examonderdelen
31
hoorcolleges gegeven, omdat het boek zeer toegankelijk is geschreven. literatuur Prof. L.J.A. Damen(ed.) Bestuursrecht, deel 1, Boom Juridisch uitgevers. 3de druk en de Reader Bestuursrecht notariaat (BN2) 2009-2010. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. voorkennisvak 200108 : Beginselen bestuursrecht (B1) naam Bijbel, christelijk geloof en recht (B3/M) code 201830 201829: 3 studiepunten studiepunten 6 coördinator dr. J.W. Sap (kamer 1D-28, tel. (020) 598 6303) periode week 15 - 25 doel Doel van dit vak is studenten die in de relatie tussen bijbel, christelijk geloof en recht geïnteresseerd zijn mogelijkheden te geven bepaalde thema's nader uit te diepen, problemen te onderkennen en standpunten te verdedigen. Daarbij is de kennis van en inzicht in de standpunten van anderen een eerste stap om te komen tot een eigen mening en onderlinge discussie. Studenten worden gestimuleerd te reflecteren op de relatie tussen bijbel en christelijk geloof enerzijds en het recht anderzijds. Is de bril waarmee we naar problemen kijken wel adequaat? Wat zijn onze impliciete uitgangspunten met het oog op onze toekomstige positie in het werkveld? inhoud De centrale vragen die in dit vak aan de orde komen zijn de volgende: 1. Welke rol speelt het recht in de bijbel? 2. Welke rol spelen de bijbel en het christelijk geloof in het recht? De nadruk zal op de tweede vraag liggen. Deze vragen zijn op talloze manieren uit te werken. Om een aantal onderwerpen te noemen: - het sociale recht in de bijbel (de zorg voor weduwen en wezen); - het strafrecht in de bijbel; - het proces van Jezus; - recht in het nieuwe testament; - christelijke staatsvisies; - de visie van Paul Scholten op het recht; - medezeggenschap (o.a. in ondernemingen); - de verhouding tussen (positief) recht en gerechtigheid; - eerbied voor het leven. - vreemdelingenrecht. werkwijze Een paper en een literatuurpakket. literatuur Bij voldoende belangstelling (meer dan tien studenten) zal eventueel een syllabus worden uitgegeven toetsing Mondeling tentamen en/of paper. voorkennis Na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Schriftelijk aanmelden voor 1 maart 2010 bij de docent.
32
Rechtsgeleerdheid
naam Burgerlijk procesrecht (M) code 201846 Dit keuzevak maakt ook onderdeel uit van het vak Verdieping burgerlijk procesrecht (201845) studiepunten 6 coördinator mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020) 5986283) periode week 2 - 6 (N.B.: een andere periode dan gebruikelijk in de masterfase) doel Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het procesrechtelijke begrippenapparaat, toegespitst op het onderwerp spoedprocedures. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische, probleemoplossende en schriftelijke vaardigheden (zoals lezen en becommentariëren van rechtspraak, oplossing van casus, schriftelijk presenteren van een juridisch betoog) eigen maakt. inhoud Het deelonderwerp dat wordt behandeld is spoedprocedures. Dit is een belangrijk onderdeel van het burgerlijk procesrecht, omdat in veel zaken de uitslag van een gewone procedure niet kan worden afgewacht. Het is voor de student die in de praktijk gaat werken dan ook onmisbaar om kennis te hebben van spoedprocedures. werkwijze Studenten volgen colleges in week 2 tot en met 6 en maken tevens een opdracht. toetsing Tentamen en opdracht. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! opmerkingen Het aantal deelnemers is onbeperkt. voorkennisvakken 200215 : Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (B2/BN2) (of) 200210 : Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (B2/BN2) 200215 5,7 mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020) 59 86283) mr. H.L.G. Wieten; mr. E.F. Tjittes-Groot; prof.mr. C.J.J.C. van Nispen week 15 - 25 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het procesrechtelijke en insolventierechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische (lezen van rechtspraak) en probleemoplossende (oplossing van casus) vaardigheden eigen maakt. inhoud De volgende hoofdonderdelen komen aan de orde: de rechterlijke organisatie en de rol en bevoegdheid van de rechter; de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg; de verzoekschriftprocedure en het kort geding, arbitrage, bewijs, rechtsmiddelen, executie- en beslagrecht en insolventierecht. werkwijze Wekelijks worden hoorcolleges en werkcolleges verzorgd. Tijdens de hoorcolleges behandelt de docent de hoofdlijnen van de stof en tijdens de werkcolleges worden casus behandeld. literatuur • Studiereeks Burgerlijk Procesrecht, deel I tot en met VI, Kluwer, Examonderdelen
33
Deventer, laatste (!) drukken C.J.J.C. van Nispen, A.W. Jongbloed en G.J. Meijer, Rechtspraak Burgerlijk procesrecht, 5e druk, Sdu 2007; aanbevolen. • De op Blackboard voor de werkgroepen opgegeven arresten; deze staan in de aanbevolen arrestenbundel. toetsing Schriftelijk tentamen met multiple choice vragen. voorkennis Deelname aan tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. voorkennisvakken 200123 : Beginselen privaatrecht I (B1/BN1) 200125 : Beginselen privaatrecht II (B1/BN1) •
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing
voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Capita selecta belastingrecht (M) 201551 4 prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 1D-40, tel. (020) 59 86317) week 39 - 51 Het verwerven van kennis en inzicht in de betekenis van het belastingrecht voor de maatschappelijke structuur en ontwikkeling; het verwerven van enige kennis en inzicht met betrekking tot de overheidsfinanciën en de verhouding met de belastingheffing. In de hoorcolleges worden enkele capita selecta op het gebied van de belastingwetenschap behandeld. Tevens wordt aandacht geschonken aan de plaats van het belastingrecht in de samenleving. Gedurende tien weken wordt twee uur per week hoorcollege gegeven. Verplichte literatuur. • H.J. Hofstra e.a., Inleiding tot het Nederlands Belastingrecht, Kluwer, laatste druk; • Artikelen die bij de afzonderlijke colleges worden opgegeven Schriftelijk tentamen twee maal per jaar. Tevens dient verplicht een paper te worden geschreven voor het vak, waarvoor een apart cijfer wordt gegeven. Het eindcijfer wordt bepaald door beide cijfers te middelen, waarbij ieder onderdeel op zich ook tenminste met een voldoende moet zijn beoordeeld. Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
naam Capita selecta contractenrecht (B3/M) code 200372 Capita selecta contractenrecht is ook één van de vier keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Privaatrecht. studiepunten 6 coördinator mr. D. Haas (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86290 e-mail:
[email protected]) periode week 5 - 14 doel Capita selecta contractenrecht is vooral bedoeld voor studenten die 34
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing
voorkennis voorkennisvak
privaatrechtelijk willen afstuderen en die om die reden in het derde bachelorjaar een privaatrechtelijk voorsorteervak dienen te volgen. De cursus bouwt inhoudelijk voort op de cursus Contractenrecht die in het tweede bachelorjaar wordt gedoceerd. Tijdens de cursus zullen er drie nog nader te selecteren inhoudelijke thema's centraal staan. Aan de hand van de juridische vragen die in het kader van die thema's kunnen rijzen, kunnen studenten hun kennis van het overeenkomstenrecht verder verdiepen. (In het studiejaar 2008/2009 kwamen de volgende thema's aan bod: de rechtseconomische dimensie van het contractenrecht; Financiële Dienstverleningscontracten; Europeanisering van het contractenrecht; en aanbesteding en contractenrecht. Naast die beoogde kennisverdieping wordt ook het realiseren van een aantal vaardighedenleerdoelen beoogd. Hier kan met name worden gedacht aan de vaardigheden die nodig zijn om, op basis van een juridisch relevante vraagstelling, zelfstandig en onder tijdsdruk informatie te verzamelen en die kritisch te analyseren ten behoeve van een juridisch en maatschappelijk verdedigbare beantwoording van die vraagstelling. Voorts kan worden gedacht aan de vaardigheid om de resultaten van het verrichte onderzoek alsmede de op basis daarvan getrokken conclusies schriftelijk te rapporteren of mondeling te presenteren en te verdedigen. De werkwijze die in deze cursus wordt gevolgd, sluit aan bij de hiervoor genoemde vaardighedenleerdoelen die worden nagestreefd. Er wordt per inhoudelijk thema in de regel één college gegeven. Het werkboek bevat een aantal vragen die met dat thema verband houden en die beantwoord zullen moeten worden. Het werkboek bevat tevens een of meer inleidende publicaties op basis waarvan aanvullend materiaal kan worden gevonden om tot die beantwoording te komen. Mogelijk is dat de daarvoor noodzakelijke voorbereiding verder wordt gefaciliteerd door het opdragen van een voorlopige opdracht. De docent zal het college benutten als introductie op het centraal staande onderwerp en het onderwerp in een groter verband plaatsen. Vervolgens schrijven studenten een paper aan de hand van onderlinge informatie-uitwisseling tussen de studenten die aan het college deelnemen. De docent fungeert in de regel 'slechts' als coach die dat proces faciliteert en die op basis van de uitkomsten daarvan zonodig recapituleert. Electronisch werkboek Capita Selecta Contractenrecht 2009/2010, verkrijgbaar via Blackboard CourseInfo en Course Documents. Tijdens de cursusperiode moet de student diverse opdrachten uitvoeren die zijn gerelateerd aan de inhoudelijke thema's. In de eerste plaats moet er in groepsverband een onderzoek worden uitgevoerd, waarover gerapporteerd dient te worden door middel van het schrijven van een groepspaper en het verzorgen van een groepspresentatie. In de tweede plaats dient de student twee individuele onderzoeken uit te voeren en de resultaten daarvan kritisch te vergelijken met de resultaten die andere studenten hebben geboekt. De laatste opdracht behelst het zelfstandig bijhouden van de actuele en relevante arresten van de Hoge Raad die op het terrein van het overeenkomstenrecht zijn gewezen in de periode 1 april 2008 t/m 1 april 2009, of het schrijven van een juridisch advies in tweetallen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 200205 : Contractenrecht (B2/BN2)
Examonderdelen
35
naam Capita selecta omzetbelasting (M) code 201510 Dit vak wordt gegeven door de Universiteit van Tilburg en is uitsluitend toegankelijk voor studenten van de afstudeerrichting Fiscaal recht. Voor studenten die de variant: Indirecte belasting volgen is dit een verplicht vak. studiepunten 6 periode week 7 - 15 doel • Inzicht kunnen geven in enige onderwerpen op het gebied van de omzetbelasting, als ook in hun achtergronden en hun systematiek • Oordeel kunnen geven over de jurisprudentie die met betrekking tot de afzonderlijke onderwerpen verschijnt • Oordeel kunnen geven over of een gewezen arrest past in de voorheen gewezen jurisprudentie of juist niet • Op hoog niveau kunnen toepassen van de leerstukken ondernemerschap, prestaties en aftrek van voorbelasting bij de vastgestelde onderwerpen • Aan de hand van een casus de afzonderlijke leerstukken kunnen toepassen, het probleem analyseren, de betreffende regeling interpreteren en zijn antwoord motiveren • Creatief en kritisch kunnen omgaan met genoemde onderwerpen; feilen van bestaande regelingen kunnen formuleren alsmede oplossingen aan kunnen dragen om deze feilen te verhelpen. • De Nederlandse omzetbelastingwetgeving kunnen interpreteren in het licht van Europese Zesde richtlijn. • Omzetbelastingwetgeving van andere lidstaten kunnen interpreteren. • Overeenkomsten en verschillen tussen Europese, Nederlandse en regelgeving van andere lidstaten op het gebied van de omzetbelasting kunnen constateren en verklaren. inhoud De te behandelen onderwerpen van het vak aan de hand waarvan een verdere verdieping van Omzetbelasting plaatsvindt, kunnen in principe per jaar verschillen. De onderwerpen zullen voorafgaand aan het tweede semester, meestal in december, door de docenten worden vastgesteld. Het betreft in elk geval thema's die veelvuldig aan de orde komen in de (rechts)praktijk. literatuur • Reader Capita Selecta Omzetbelasting. • Pocket Belastingwetten. meest recente uitgave toetsing Paper, Referaat en debat, opgave, Oefenrechtbank opmerkingen De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! naam code studiepunten coördinator periode doel
Capita selecta pensioenrecht (B3/M) 201775 6 prof.dr. E. Lutjens (kamer 6A-24, tel. (020) 59 86268) week 15 - 25 Juridische verdieping van het vak Pensioenrecht. In dit vak wordt geen volledig overzicht gegeven van de diverse juridische aspecten betreffende pensioenvoorzieningen. In dit verdiepingsvak zal één bijzonder onderwerp nader uitgediept worden. inhoud De inhoud kan jaarlijks veranderen, rekening houdend met hetgeen op dat moment actueel is.
36
Rechtsgeleerdheid
werkwijze Schrijven en verdedigen van een werkstuk over een afgebakend pensioenjuridisch onderwerp literatuur Nader op te geven. toetsing Werkstuk en mondeling tentamen. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. opmerkingen Spreekuur: in beginsel elke donderdag van 10.00-11.00 uur, kamer 6A-24. voorkennisvak 201804 : Pensioenrecht (B3/M) naam code studiepunten coördinator periode doel
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
Casus recht (B2/BN2) 200214 0 mr. R. Mellenbergh (kamer 7A-21, tel. (020) 598 6336) week 15 - 25 De casus vermogensrecht vormt een onderdeel van het vaardigheden onderwijs. In tweetallen moeten studenten een casus op het terrein van het vermogensrecht, personen en familierecht of burgerlijk procesrecht zelfstandig uitwerken en oplossen. Voor een gelimiteerd aantal studenten bestaat ook de mogelijkheid een casus Staatsrecht te maken. Het resultaat moet een paper zijn waarin de casus is uitgewerkt/opgelost. Studenten dienen zelf de benodigde literatuur, rechtspraak en andere bronnen te zoeken. Het paper dient geschreven te zijn volgens de standaard zoals die bij het projectonderwijs in het eerste jaar is geleerd. Voor dit vak wordt geen onderwijs gegeven. In tweetallen moeten studenten een casus op het terrein van het vermogensrecht, personen en familierecht, burgerlijk procesrecht of staatsrecht zelfstandig uitwerken en oplossen. De gehele bibliotheek en alle databanken. Een paper met de casusuitwerking. Iedere paper wordt met de studenten doorgesproken. Deelname aan tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. 200129 : Juridische vaardigheden (B1/BN1) 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) 200104 : Beginselen staatsrecht (B1) (Verplicht voor studenten die een essay staatsrecht maken.)
subject code credits co-ordinator
Children's Rights from an International Perspective (M/IBL/Ex.) 200928 6 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A 38, telephone +31 (0) 20 59 86293 e-mail:
[email protected])) period week 4 - 13 aim Introduction to (1) interdisciplinary concepts essential to the study of children's rights, (2) children's rights in the European Convention on Human Rights and (3) the Convention on the Rights of the Child (content, interpretation, implementation and monitoring). content Topics to be dealt with include children's rights under the European Convention on Human Rights, the right to know one's origins and several Examonderdelen
37
aspects of the Convention on the Rights of the Child. In the second part of the course, students will write a paper and present it. literature Information will be made available on Black Board mode of assessment Paper outline, oral presentation, and paper. remarks This course will be given in English. Students must have a good spoken and written command of the English language. This course is meant for exchange and IBL students, as well as for regular students of our faculty. Exchange students must have completed basic courses on Family and Health Law and/or International (Human Rights) Law. Dutch students must have completed the course 'Familie- en gezondheidsrecht'. subject code credits co-ordinator period aim
content
literature mode of assessment remarks
Collective Crimes, Individual Responsibility (Mlpis) 200983 6 G.M. Gordon (room 1D-08, tel. 0031 (0) 20 59 85628) week 36 - 44 After completion of the course, students should: • Have thorough knowledge of the nature and structure of individual criminal responsibility under international law • Have an understanding of the criminological insights into the collective nature of many international crimes • Understand the political context in which many international crimes are committed • Understand the difficulties surrounding the application of individual criminal responsibility for crimes of a collective and often political nature • Be able to reflect critically on possible alternative ways of dealing with international crimes. This course is rooted in the research cooperation between the departments of international law, international relations, criminal law and criminology. It consists of a series of seminars with researchers working within the research program ´Dealing with the Deviant in the International Order´. The students are expected to read texts selected by a researcher, to formulate research questions for each seminar and to discuss theses handed out before class. The central problematique of this course is the tension between the collective and often political nature of international crimes and the attempt to regulate those crimes through the mechanism of individual legal responsibility. Reader. Papers, participation in discussion. The course is only open for students enrolled in the LLM programmes 'Law and Politics of International Security' and 'International Crimes and Criminology' .
naam code studiepunten coördinator
Contractenrecht (B2/BN2) 200205 5,7 mr. D. Haas (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86290 e-mail:
[email protected]) docent prof.mr. C.E.C. Jansen periode week 40 - 51
38
Rechtsgeleerdheid
doel Het vak Contractenrecht bouwt in grote lijnen voort op de kennis die studenten in het vak Beginselen Privaatrecht II hebben verworven met betrekking tot de totstandkoming van rechtshandelingen in het algemeen en meerzijdige rechtshandelingen in het bijzonder. Het doel van het vak Contractenrecht is in de eerste plaats om 'gegeven de geldige totstandkoming van de verbintenisscheppende overeenkomst' de student bij te brengen hoe met regels van contractenrecht diverse kwesties kunnen worden aangepakt die verband houden met de inhoud en de uitvoering van een overeenkomst (precontractuele redelijkheid en billijkheid; volmacht; uitleg; aanvullende en beperkende werking van redelijkheid en billijkheid; onvoorziene omstandigheden; algemene voorwaarden; de vordering tot nakoming, schadevergoeding en ontbinding; overeenkomsten en derdenwerking). Het doel is voorts dat de student de opgedane kennis aan het einde van het vak in een tentamen kan toepassen door middel van het analyseren en oplossen van een aantal casusposities. Daarbij zal de student dan allereerst 'gegeven de casus' tot de formulering van een juridische probleemstelling moeten komen. In de tweede plaats zullen de juridische argumenten die relevant zijn voor de beantwoording van die probleemstelling achtereenvolgens moeten worden verzameld, geanalyseerd en gewogen, waarna op basis van de uitkomst van dat proces een conclusie dient te worden getrokken. Belangrijke argumenten ontleent de student natuurlijk aan wetsbepalingen en aan jurisprudentie, doch zij vormen geen op zichzelf staande argumenten waarmee een probleemstelling op een tentamen afdoende kan worden beantwoord. De student zal telkens gemotiveerd moeten kunnen aangeven waarom hij meent dat hij voor een bepaalde wijze van beantwoorden van de probleemstelling een argument meent te kunnen ontlenen aan een (vereiste van een) wetsbepaling of een arrest. Dat betekent derhalve dat de wet en jurisprudentie steeds zal moeten worden toegepast in de specifieke context van de feiten en omstandigheden van de gegeven casuspositie. werkwijze Het vak Contractenrecht wordt gedoceerd gedurende 10 weken door middel van hoorcolleges en extensieve werkgroepen. Voor deelname aan de werkgroepen dient men zich in te schrijven. Tijdens de hoorcolleges staat telkens een bepaald thema centraal, dat betrekking heeft op één of meer van de belangrijkste leerstukken van het contractenrecht. De hoorcolleges beogen te voorzien in het leggen van een basis voor het oefenen met die leerstukken (door middel van de casustoepassing) tijdens het werkgroeponderwijs, ter voorbereiding op het tentamen. Deelname aan het werkgroeponderwijs vooronderstelt dat men voldoende is voorbereid om actief en op niveau over de toepassing van de leerstukken mee te praten. Die voorbereiding wordt gefaciliteerd door middel van het opdragen van voorbereidingsactiviteiten. literatuur • Werkboek Contractenrecht 2009/2010, verkrijgbaar in de VU boekhandel; • C.J.H. Brunner en G.T. de Jong, Verbintenissenrecht algemeen, Studiereeks Burgerlijk Recht, 2e druk 2004. • Jac. Hijma, C.C. van Dam, W.A.M. van Schendel en W.L. Valk, Rechtshandeling en Overeenkomst, Studiereeks Burgerlijk Recht, 5e druk, Deventer: Kluwer 2007. • P. Klik, Koop en Consumentenkoop, 6e druk, Deventer: Kluwer 2004. • Arresten burgerlijk recht met annotaties , verzameld door T.A.W. Sterk, Deventer: Kluwer 2009. Examonderdelen
39
toetsing Schriftelijk tentamen. NB: studenten die het tentamen Beginselen Privaatrecht II op of vóór 21 oktober 2005 hebben behaald, krijgen een extra vraag die verband houdt met de totstandkoming van rechtshandelingen. Voor deze studenten geldt een aanvulling op de verplicht te bestuderen studiestof. voorkennis Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. voorkennisvak 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen subject code credits co-ordinator period 40
Corporate finance en effectenrecht (M) 201612 6 prof.mr. G.T.M.J. Raaijmakers (kamer 6A-40, tel. (020) 59 86294); mr. R. Mellenbergh (kamer 6A-34, tel. (020) 59 86287) week 48 - 9 Verwerving van kennis en vaardigheden met betrekking tot de hieronder genoemde aspecten van Corporate finance en effectenrecht. Aan de orde komen: De opbouw van de Wet financieel toezicht; Verschillen soorten financiële instrumenten; Financiering van een onderneming; Capital Markets I; Capital Markets II; Transparantie en marktmisbruik; Openbare biedingen; Corporate governance; Toezicht en sancties. Er worden interactieve hoor- en werkcolleges gegeven. In de hoor- en werkcolleges wordt aandacht besteed aan een breed spectrum van regels en praktijken op het terrein van het financiële recht en het ondernemingsrecht. De beursgenoteerde onderneming staat daarbij centraal. Ook de financiële markten als zodanig komen aan de orde, alsmede de wijze waarop die functioneren en de soorten partijen die daarop actief zijn. Het onderwijs is gebaseerd op voorafgaand aan de colleges door de studenten te bestuderen jurisprudentie en literatuur. Literatuur wordt bekend gemaakt via Blackboard. De kennis van de deelnemende studenten wordt getoetst aan de hand van een schriftelijk tentamen. Tijdens de werkcolleges worden voorts diverse casussen, die voorafgaand aan het werkcollege schriftelijk door de studenten moeten worden beantwoord, besproken en bediscussieerd. Bovendien moeten de studenten in een betoog van 2000 woorden een effectenrechtelijk dilemma bespreken. Dat betoog bepaalt het eindcijfer voor 25%. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! De verplichte onderdelen van de afstudeerrichting Ondernemingsrecht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! Crime and Crime Policy in the Netherlands (Ex.) 200964 6 mr.drs. M.B. Schuilenburg (room 8A-22, telephone +31 (0)20 59 82981) week 44 - 51 Rechtsgeleerdheid
aim The purpose of this course is to provide students with an overview of the contemporary state of affairs concerning crime in the Netherlands and its containment. content The course will highlight the nature and extent of crime in the Netherlands. Several specific arrangements as those concerning coffeeshops, prostitution, juvenile delinquency, and euthanasia, will be addressed through various approaches. Literature, ethnographic data as well as legal constructions will be studied in order to come to an understanding of Dutch crime policy. literature Literature wil be dustributed via Blackboard. mode of assessment Written exam (not open book). naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten coördinator
Criminologie in de praktijk: studiereis Cleveland, USA (BC3/Mcrim) 212318 6 dr. F. van Gemert (kamer 8A-27, (020) 59 86224) week 21 - 25 (één week verblijf in USA) Het doel van dit vak is kennis maken met en kritisch reflecteren op de criminologische realiteit van een grote Amerikaanse stad (in vergelijking tot Nederlandse steden). Gedurende het verblijf in Cleveland worden bezoeken gebracht aan uiteenlopende instanties en locaties. Dit resulteert niét in een reeks academische lezingen, maar de studenten zullen zich bevinden in diverse settings waar ze de dagelijkse gang van zaken van nabij kunnen optekenen. Onderdelen zijn: rechtspraak (o.a. plea bargaining), (jeugd)detentie, jeugdcriminaliteit (o.a. gangs), school, bestuur en beleid, politie (federal en local), armoede in achterstandswijken. In juni 2009 wordt een studiereis gemaakt naar Cleveland (USA). Voorafgaand aan de reis wordt in enkele bijeenkomsten aan de hand van bestaande literatuur uitleg gegeven over centrale thema's. Studenten kiezen een onderwerp voor een paper dat ze schrijven na terugkeer in Nederland. Gedurende het verblijf in Cleveland wordt bijzondere aandacht besteed aan observeren en het maken van fieldnotes. Dit zijn belangrijke bouwstenen voor het te schrijven paper. Een beperkte hoeveelheid literatuur wordt voor de reis verstrekt en besproken. Paper wordt ingeleverd enige weken na terugkeer in Nederland. Deelname aan dit vak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar Criminologie • Aanmelding voor dit vak dient te gebeuren vóór 1-1- 2010 bij de docent. Studenten bekostigen zelf het grootste deel van de reis (circa 1000 Euro, afhankelijk van wisselkoers). Inbegrepen zijn vliegticket, verblijf en vervoer ter plekke en een deel van de maaltijden. • Alleen toegankelijk voor Bachelor 3 en Masterstudenten Criminologie. Het vak gaat alleen door als er minimaal 10 en maximaal 14 studenten hebben ingeschreven voor dit vak. Culturele criminologie en georganiseerde criminaliteit (M crim) 212405 6 dr. F.H.M. van Gemert ((kamer 8A-27, tel. (020) 59 86224) Examonderdelen
41
docent dr. F.H.M. van Gemert periode week 5 - 14 doel Het doel van dit vak is om studenten bekend te maken met Culturele Criminologie, een stroming die gebruik maakt van kwalitatieve methoden en criminaliteit 'van binnenuit' belicht. Studenten gaan dit perspectief zelf hanteren. inhoud Biografie is het centrale thema. Levensverhalen tonen het verband tussen (criminele) personen en de context waarin zij zich bevinden. Het gaat hierbij niet enkel om feiten maar ook om subjectieve elementen. werkwijze In enkele colleges wordt ingegaan op de wortels van CC als stroming en vooral op voorbeelden van biografieën uit de verplichte literatuur. Studenten kiezen vervolgens in tweetallen uit een reeks bestaande biografieën en houden daarover een referaat. Aan het eind schrijven zij een kort paper dat de vorm heeft van een wetenschappelijk artikel en dat (wederom) draait om het levensverhaal van een bestaande persoon. Studenten verzamelen hiervoor gegevens, bijvoorbeeld door zelf de hoofdpersoon te interviewen. literatuur Siegel, D. e.a., Culturele Criminologie, Boom, 2008 voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar!) van de Bacheloropleiding Criminologie opmerkingen Brede belangstelling voor kwalitatieve methoden van onderzoek. Maximaal 25 studenten kunnen deelnemen aan het vak Culturele criminologie. subject code credits co-ordinator period aim
content
literature mode of assessment naam code studiepunten coördinator 42
E-Commerce Law (IBL/M/Ex.) 200942 6 mr. A.R. Lodder (room 5A-27 telephone +31 (0)20 59 86215 e-mail:
[email protected]) week 36 – 43 (exclusive for Exchange students) and week 13 - 21 The prime goal of the course is to obtain a general understanding of legal issues that occur in an electronic environment and the legal solutions to those issues. The EU directives related to electronic commerce are taken as a starting point in this course, but each topic is also addressed from an NorthAmerican perspective. E-commerce conducted between businesses is already quite successful, and so is consumer e-commerce. Current legislation has been drafted for a paperbased society. For the information society services adaptations to existing legislation or drafting of new legislation is necessary. For that purpose the European Commission proposed several directives the last few years. At this moment most of these directives are adopted. The course gives insight into the main issues on e-commerce such as liability of service providers, electronic contracting, defamation, and online dispute resolution. A reader, available at the VU Bookstore and online materials are provided. A written examination (60%) and two papers (40%) Encyclopedie (Criminologie) (BC2) 212218 6 prof.mr. W.J. Veraart (kamer 7A-35, tel. (020) 59 86325) Rechtsgeleerdheid
periode week 15 - 25 doel De studenten handvatten aan te reiken die hen helpen fundamenteler na te denken over een aantal centrale problemen rond het functioneren van het recht, in het bijzonder het strafrecht, in onze samenleving. inhoud Het centrale thema van dit rechtsfilosofische vak is de spanning tussen fundamentele rechten van burgers en instrumenteel beleid, toegespitst op het strafrecht. De volgende subthema's komen aan de orde: • Wat is recht en waarom is er recht: behandeling van verschillende rechtsopvattingen. • Sociale contractstehorieën en het recht om te straffen. • De spanning tussen doelmatigheid en rechtvaardigheid in de rechtsorde, in het bijzonder met betrekking tot straffen. • De mens als verantwoordelijk rechtssubject. • Actuele thema's. werkwijze Hoorcolleges (twee uur per week) en werkcolleges (twee uur per week). De hoorcolleges dragen een ondersteunend karakter en dienen om de stof waar nodig uit te leggen, aan te vullen en te illustreren. Tijdens de werkcolleges is er ruimte voor debat. literatuur Reader Encyclopedie voor criminologen 2009-2010 (verkrijgbaar in VUboekhandel). Werkboek Encyclopedie voor criminologen 2009-2010 (verkrijgbaar in VUboekhandel). Collegestof. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald! naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1/BN1) 200127 6 mr. J. Zwart prof.mr. W.J. Veraart; dr. A.J. Wolthuis; mr. J. Zwart week 1 - 13 Het vak Encyclopedie der rechtswetenschap I behandelt de geschiedenis van de rechtsfilosofie. Het gaat hierbij om kennis van een aantal belangrijke stromingen in het westerse denken over recht en staat. Tevens leert men rechtsfilosofische grondteksten analyseren. Uitgangspunt is dat we niet goed kunnen nadenken over recht en staat in de huidige wereld wanneer we geen lering kunnen trekken uit het verleden. Het vak Encyclopedie II (B2) bouwt voort op Encyclopedie I. inhoud Aan de hand van een aantal centrale vraagstukken, zoals de Verlichtingswaarden van vrijheid en gelijkheid, de verhouding van recht en moraal en dergelijke, worden de hoofdlijnen van de geschiedenis van het westerse denken over recht en staat geschetst. werkwijze Het onderwijs wordt verzorgd in de vorm van hoorcolleges, werkgroepen en werkcolleges. Bij de werkgroepen, waarin intensief de voorgeschreven stof wordt behandeld, wordt een actieve voorbereiding en deelname van de student verwacht in die zin, dat hij de in de literatuur geformuleerde vragen Examonderdelen
43
en opdrachten vooraf schriftelijk moet beantwoorden, respectievelijk uitvoeren. literatuur • Nader op te geven literatuur. • Collegestof. toetsing Schriftelijk tentamen. naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) 200206 8,6 mr. B.C. van Beers (kamer 8A-33, tel. (020) 5982590) week 39 - 51 De bedoeling van het vak Encyclopedie der rechtswetenschap II is handvatten aan te reiken, die de studenten helpen (beter) te gaan nadenken over een aantal fundamentele vragen met betrekking tot het recht, inzicht te krijgen in sociaal-maatschappelijke aspecten van het recht en (beter) inzicht te krijgen in normatief-ethische aspecten van het recht. De volgende thema's komen aan de orde: • De verhouding tussen recht en moraal. • De grondslagen van de democratische rechtsstaat. • De grenzen van wetgeving. • Rechtsvinding. • Sociaal-wetenschappelijke bestudering van het recht.. Het onderwijs zal in de vorm van twee uur hoorcolleges per week gedurende het eerste trimester worden verzorgd. De hoorcolleges dragen een ondersteunend karakter en dienen om de stof waar nodig uit te leggen, aan te vullen en te illustreren. Tevens worden werkcolleges verzorgd waarin artikelen, arresten en stellingen nader worden uitgediept. Tijdens die werkcolleges is er ruimte voor debat. • Reader Encyclopedie II 2009-2010 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • Syllabus Encyclopedie II 2009-2010 (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • Collegestof. Schriftelijk tentamen met open vragen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 200127 : Encyclopedie der rechtswetenschap I (B1/BN1)
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Erfrecht I (BN2) 211201 5,7 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 1D-30, tel. (020) 5986314) mr. E.W.J. Ebben; mr. F.R. Salomons; mr. F.A. Groote Wassink week 1 - 13 Verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van het erfrecht, op zodanige wijze dat de student actief kan omgaan met de leerstof (oplossen van situaties en vraagstukken). inhoud In het vak Erfrecht I zal het erfrecht (boek 4 BW) worden behandeld. In het bijzonder komen aan de orde de algemene bepalingen (titel 1), het versterferfrecht (titel 2), de wettelijke verdeling en andere wettelijke rechten
44
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten coördinator
(titel 2A), uiterste willen (titel 3), waaronder begrepen de legitieme portie, en enkele soorten uiterste wilsbeschikkingen (titel 4, afd. 1 t/m 5). De bij deze stof behorende berekeningen zijn een onderdeel van de stof. In de hoorcolleges zullen de te behandelen onderwerpen uitgebreid behandeld worden en zal de plaats van de arresten in de stof aangegeven worden. In de werkcolleges zullen de onderwerpen gedetailleerd behandeld worden in voor te bereiden opgaven. De berekeningen en de arresten zullen hiervan vaste onderdelen uitmaken. Ter voorbereiding op het tentamen wordt een paper geschreven. M.J.A. van Mourik c.s., Handboek erfrecht , Kluwer 2006. ISBN 90-13027773-3 (ook als eboek:http://www.kluwerebooks.nl/kluwer/details.php?catp=&p_id=340) Schriftelijk openvragen tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. Dit tentamen vormt tevens het tentamen keuzevak Erfrecht I voor de studenten Rechtsgeleerdheid. 200123 : Beginselen privaatrecht I (B1/BN1) 200125 : Beginselen privaatrecht II (B1/BN1) Erfrecht II (BN3) 211357 5,7 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 1D-30, tel. (020) 598 6314) mr. E.W.J. Ebben; mr. F.R. Salomons; mr. F.A. Groote Wassink week 45 - 4 Verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van het erfrecht, op zodanige wijze dat de student actief kan omgaan met de leerstof (oplossen van situaties en vraagstukken). In het vak Erfrecht II zal het erfrecht (boek 4 BW) worden behandeld, in het bijzonder komen aan de orde executele en bewind (titel 4, afd. 6 en 7), de gevolgen van erfopvolging (titel 5, afd. 1), aanvaarding en verwerping (titel 5, afd. 2) de vereffing (titel 5, afd. 3) en de verdeling (titel 5, afd. 4). Bovendien wordt in dit kader aandacht besteed aan de titel 7 van boek 3 BW over de gemeenschap. Hoor- en werkcolleges. Ter voorbereiding op het tentamen wordt een paper geschreven. M.J.A. van Mourik c.s., Handboek erfrecht , Kluwer 2006. ISBN 90-13027773-3 (ook als e-boek:http://www.kluwerebooks.nl/ kluwer/details.php?catp=&p_id=340) Schriftelijke openvragen tentamen. Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en behaald voorkennisvak. 211201 : Erfrecht I (BN2) Estate planning (M notarieel recht) 211417 8 prof.mr. A.H.N. Stollenwerck (kamer 1D-32, tel (020) 59 86315) Examonderdelen
45
periode week 15 - 25 doel Het leren adviseren inzake en het daadwerkelijk kunnen begeleiden van de overheveling van (familie)vermogens naar de volgende generatie(s), bezien zowel vanuit nationaal en als internationaal perspectief. Dit betreft zowel de menselijke, familiale kant, een fiscaal gunstige oplossing en een redelijk beheer door de volgende generatie. inhoud De reeds bestudeerde vakken Erfrecht, Huwelijksvermogensrecht, Successierecht, Inkomstenbelasting en de daarmee verwante problemen van burgerlijk en fiscaal recht worden zodanig met elkaar in combinatie gebracht en toegepast dat deze een antwoord geven op de vragen die bij cliënten van notariskantoren en aanverwante financiële dienstverleners leven. werkwijze Hoorcollege en werkcollege. literatuur • Literatuur nog niet bekend. • Reader Estate Planning; • Collegestof en aangereikte of behandelde literatuur; • Rechtspraak Bundel Estate Planning (Estate Planning Expert) (aanbevolen). toetsing Mondeling tentamen. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht en de voorkennisvakken zijn behaald! Belastingen van rechtsverkeer en Successierecht dienen te zijn gevolgd. voorkennisvakken 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 211202 : Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 211352 : Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211201 : Erfrecht I (BN2) 211357 : Erfrecht II (BN3) 200822 : Verbreding goederenrecht (BN3) 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2) subject code credits co-ordinator period aim
European Competition Law (LBL/Ex.) 200943 6 dr.mr. R.A. Abdullah Khan (room 1D-28, telephone +31 (0)20 59 86302) week 5 - 12 The purpose of this course is a study of global antitrust law (competition law) and economics. This is not a course on comparative law in the sense of analysing comparisons purely in order to shed light on laws that are really national in application. Rather the conviction is that this combination of laws from varying nations in actual practice presents a truer picture of the overall regime of competition law that now faces multinational market players. content The focus is on EU and US for several reasons. First, as practical matter, the lion's share of global antitrust enforcement is done by the EU and US. Second, as a conceptual matter, nations outside those jurisdictions by and large borrow the basic statutory frameworks of either the US and EU and employ similar methods of antitrust analysis. Knowing how the US and EU have grappled with the standard set of antitrust problems thus goes a long way to understand how antitrust analysis is done in the rest of the world too.
46
Rechtsgeleerdheid
Other nations are discussed in a bit more length where they seem to clearly raise a 'third way' of addressing an important antitrust issue. form of tuition assignments and a take home examination literature Einer Elhauge, Damien Geradin, Global Competition Law and Economics, Hart Publishing, 2007; Handouts and other literature to be announced. mode of assessment Grades will be based on compulsory weekly assignments and a take home examination. subject code credits co-ordinator lecturers period aim
content
literature mode of assessment remarks reqd. subjects
European Constitutional Law (M/Ex.) 201519 6 dr. J.W. Sap (Room 1D-28, (telephone +31 (0) 20 59 86302 e-mail:
[email protected]) dr. J.W. Sap; S.E.M. Herlin Karnell LLM week 44 - 51 The purpose of this course is to provide an advanced understanding of the constitutional questions of the EU. This course will teach the student to reflect critically on the significance of the legal order in Europe, using legal principles and the case law of the Court of Justice in Luxembourg and case law from courts in the Member States, especially the Constitutional Court in Germany. This course will be particularly useful for anyone who wants to work in the EU institutions, ministries or law-firms where good knowledge of EU constitutional law is vital. Moreover, this course provides a good basis for those wanting to do further research in European or constitutional matters. This course will discuss federalism and the meaning of the representation and sovereignty in the European Union. The course will address the failure of the Constitutional Treaty in 2005 well as the uncertain future of the Lisbon Treaty. The course pays a lot of attention to the relations between the EU and the Member States and examines thereby the distribution of competences within the EU. Moreover, the course aims to investigate the protection of fundamental rights in the EU, including the judicial dialogue between the European Court of Justice and national courts, as well as the constitutional dimension of EU citizenship. Finally the course offers a outlook at the third and second pillars of the EU by introducing the main characteristics in this area such as the question of judicial protection as well as the broader constitutional implications of an area of freedom, security and justice as such. The principal course objective is to enable students to acquire knowledge and understanding of the law in relation to the above subject matter, and to be able to discuss critically at an advanced level the legal and policy issues arising there from. Koen Lenaerts & Piet van Nuffel, Constitutional Law of the European Union. London: Sweet & Maxwell, latest edition, case law, and extra reading such as articles. Paper (4000 words) (15%) and examination (85%) The course will be given in English. Students must have completed the course 'Europees recht' or 'EU Law' or an equivalent course. 201515 : Europees recht (M) (of) Examonderdelen
47
200959 : European Union Law (IBL/Ex.) subject code credits co-ordinator lecturers period aim
content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements
remarks
European Private Law (M/IBL/Ex.) 200930 6 mr. J.W. Rutgers (room 6A-37, telephone + 31 20 59 86296) prof.dr.mr. M.V. Antokolskaia; dr.mr. L.M. Coenraad; mr. J.W. Rutgers week 44 - 51 European law has permeated the national legal orders to such an extent that European Private Law has truly become an integral part of every domestic system of private law in Europe. The course European Private Law offers you a unique opportunity to get the whole picture of already existing European Private Law in areas as different as: family law, contract law, property law, procedural law and private international law. The present incoherency of European Private Law has inspired various groups and commissions all over Europe to start projects aiming at drafting proposals for harmonised private law for the whole of Europe. The increasing involvement on the part of the European Institutions makes those proposals increasingly influential. Maybe in ten years, when you will be working as a legal professional, there will be one and the same European Civil Code in the whole of Europe. Or will at least contract law be harmonised? Or family law? And what about procedural law? Answers to those and many other questions will be given during the course European Private Law. This course focuses on the following subjects: • General issues of European Private Law • Methods of developing European Private Law, • European family law, • European contract law, • European property law, • European procedural law, • Private international law. The program consists of 7 lectures, two hours per week. All students enrolled in the course are expected to attend every lecture and to participate actively. Reader Students are required to write three assignments on subjects of the course. Final grades will be based on the grades acquired for the assignments and on the participation in the course. IBL students: Bachelor's degree; Exchange students: knowledge of your own domestic family -, contract -, property -, civil procedural - and private international law. Students of our own faculty: 150 Bachelor-ects (incl. Pleitoefening) The course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for regular students of our faculty as well as for foreign exchange - and ÍBL students.
subject European Union Law (IBL/Ex.) code 200959 credits 6 48
Rechtsgeleerdheid
co-ordinator prof.dr. G.T. Davies (room 1D-06, telephone +31 (0) 20 59 86303, e-mail:
[email protected]) period week 36 - 51 aim After following this course students should understand how the institutions of the EU work; how EU laws are made and enforced; the effect of EU law on national legal systems; and the principles of the core economic policies of the EU. Students should be able to apply the law they learn to practical problems of the sort they might meet in practice or policy functions. The largest part of the course is devoted to the EU's economic policies. content The course covers three main areas: • The structure of the EU: institutions; law-making procedures; the scope of EU powers; relationship with the Member States. • The application of EU law: enforcement; damages for non-compliance; national court relations with the European Court of Justice; direct effect of EU law in national courts; supremacy of EU law over national law. • The abolition of borders between Member States: free movement of goods, services and persons; the notion of an internal market; harmonisation; principles of competition law; EU citizenship and the rights of citizens and their families. form of tuition Lectures, with room for some discussion. literature Craig and de Burca, EU Law (OUP, 3rd edn, 2007) or Chalmers, European Union Law (CUP, 2006). mode of assessment (optional) assignment/paper (30%) and written examination (70%, or 100% if no paper). recommended No prior knowledge of EU law is required in order to participate in the background knowledge course. subject European Value Added Tax (M) code 201509 This course will be given by the Univesrsity Maastricht. credits 6 co-ordinator Arthur Denie (from the University Maastricht) period week 36 - 45 aim The course aims to familiarize its participants with European Value Added Tax. The structure of the Sixth Directive and some basic concepts (e.g. right to deductions/reclaims and exemptions) will also be briefly studied. After completing the course, students can handle similar problems (the three key issues easily), understand the economic and legal bases of VAT and are skilled to analyze problems from a theoretical point of view. content The structure of the Sixth Directive and some basic concepts (e.g. right to deductions/reclaims and exemptions) will also be briefly studied. The course involves an in-depth analysis of three key issues: • The legal scope of VAT (territorial application; taxable/non taxable; legal/illegal) • The concepts of taxable and non-taxable legal persons (e.g. holding companies; groups of companies; concerns; and parentsubsidiary/permanent establishment) • International and intracommunity business: cross border supply of goods and supply of services. Main themes running through the course include the neutrality principle, the Examonderdelen
49
form of tuition
literature mode of assessment remarks
VAT system itself and closely linked, the choice between the destination principle and the origin principle. Practical problems in the 'block-book' will lead to: • problem-solving on the basis of the Sixth Directive and case law of the EC Court of Justice; • analyses of current concepts of law, theoretical ideas and principles. The course involves an in-depth analysis of three key issues: - The legal scope of VAT (territorial application; taxable/non taxable; legal/illegal) - The concepts of taxable and non-taxable legal persons (e.g. holding companies; groups of companies; concerns; and parent-subsidiary/permanent establishment) - International and intracommunity business: cross border supply of goods and supply of services. Main themes running through the course include the neutrality principle, the VAT system itself and closely linked, the choice between the destination principle and the origin principle. Practical problems in the `block-book’ will lead to: (1) problem-solving on the basis of the Sixth Directive and case law of the EC Court of Justice; (2) analyses of current concepts of law, theoretical ideas and principles. Required Reading: a title will be announced in ELEUM. Reader; materials (Directive 2006/112/EC etc.) to be discussed in the first meeting. Written Examination The individual parts of the Tax Law course can not be studied as separate subjects in themselves.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Europees bestuursrecht (M) 201763 6 prof.mr. E. Steyger (kamer 6A-19, tel. (020) 59 86264) week 15 - 25 Inzicht verkrijgen in de invloed van het Europese recht op de werking van het nederlandse bestuursrecht. Zelfstandig een complexe casus op dit gebied kunnen oplossen. inhoud Het recht van de Europese Unie beïnvloedt alle componenten van het Nederlandse recht. Met name van het bestuur (zowel op europees als op nationaal niveau) dient met deze beïnvloeding voortdurend rekening te houden. In het vak Europees bestuursrecht behandelen wij de verdeling van de bevoegdheden tussen Unie en de lidstaten en de effecten van de communautaire wetgeving op het bestuurlijk handelen van de europese instellingen de vrijheid van het bestuur in de lidstaten beperkt en welke gevolgen dit heeft voor de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht. Tenslotte behandelen we de invloed van het materiële Europese recht (het mededingingsrecht en de bepalingen betreffende de interne markt) op de bestuurlijke organisatie in de lidstaten. werkwijze Hoorcolleges. literatuur Wordt op blackboard bekend gemaakt.
50
Rechtsgeleerdheid
toetsing Schriftelijke tentamen en een paper. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald en het voorkennisvak is behaald! Het vak Europees recht wordt sterk aanbevolen. voorkennisvak 200378 : Bestuursrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel
Europees en Nederlands mededingingsrecht (M) 201516 6 dr.mr. R.A. Abdullah Khan (kamer 1D-28, tel. (020) 59 86302) week 46 - 4 Het doel van dit vak is het redeneren aan de hand van mededingingsrechtelijke en economische concepten die centraal staan in de drie poten van de mededingingsbepalingen in het EG-Verdrag en de Mededingingswet: een kartelverbod, een verbod van misbruik van economische machtsposities en een concentratietoezicht. Bovenal dient de student zich te bekwamen in kritische analyse, zodat zelfstandig wordt geleerd lastige casusposities en vragen te behandelen. Het vak beoogt dan ook naast verdiepte kennis en inzicht, probleemoplossend denken en vermogen te ontwikkelen Het Europese en Nederlandse mededingingsrecht. Werkcolleges met verplichte wekelijks in te leveren assignments. Voorbereiding en actieve participatie is vereist. • Damian Chalmers., European Union Law Text and materials, Cambridge University Press, 2006 & Supplement 2008. • Slot c.s, Inleiding mededingingsrecht, BJU, (laatste druk); • Einer Elhauge, Damien Geradin, Global Competition Law and Economics, Hart Publishing, 2007; Verplichte assignments & take home tentamen Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! Het vak Europees recht wordt sterk aanbevolen. 200375 : Beginselen volkenrecht (B3) 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) 201515 : Europees recht (M) (wordt sterk aanbevolen) Europees recht (M) 201515 6 dr.mr. R.A. Abdullah Khan (kamer 1D-28, tel. (020) 59 86302) week 37 - 45 Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met behulp van het Europeesrechtelijk begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van kennis op onderwerpen als de doorwerking van het Europees recht in de nationale rechtsorde; de politieke instellingen van de Europese Unie; het recht van de interne markt; de plaats van het mededingingsrecht in het EGExamonderdelen
51
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
52
Verdrag; en het systeem van de commnautaire rechtspraak in het EGVerdrag. Om dit doel te bereiken is een voortdurende reflectie van de student noodzakelijk op zijn leerproces, de relevante vakinhoud, de dilemma's van de Europese integratie en de onderlinge verbanden tussen de verschillende onderwerpen die geanalyseerd worden. Het verwerven van kennis en inzicht in het recht van de Europese Unie waardoor de student actief met de leerstof kan omgaan. Met name wordt beoogd de student te bekwamen in het plaatsen van nationale rechtsproblemen in het perspectief van de Europese ontwikkeling. Hoorcolleges die verplicht zijn, waarin wordt behandeld vooraf opgegeven en door de studenten te bestuderen literatuur en jurisprudentie. • Damian Chalmers, European Union Law Text and materials, Cambridge University Press, 2006 & Supplement 2008. • Syllabus, Europees recht, 2009. • .Europocket Kluwer, laatste druk. Verplicht essay & schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200375 : Beginselen volkenrecht (B3) 200378 : Bestuursrecht (B3) Europees strafrecht (M) 201538 6 dr. N. Rozemond (kamer 8A-17, tel. (020) 59 86235) week 36 - 45 Het vak beoogt studenten vertrouwd te maken met de relevante Europeesrechtelijke ontwikkelingen op strafrechtelijk terrein en de effecten daarvan op het Nederlandse strafrecht. In dit vak staat de opkomst en ontwikkeling van het Europese strafrecht centraal. In het eerste deel van het vak wordt aandacht besteed aan de harmoniserende invloed van het recht van de Europese Unie op het nationale strafrecht. In het tweede deel staat de strafrechtelijke samenwerking tussen lidstaten in de Europese Unie centraal. Aan de hand van internationaalrechtelijke en Europese regelgeving wordt enkele samenwerkingsvormen, zoals de uitlevering en overlevering van personen, besproken. Gedurende acht weken worden er interactieve hoorcolleges verzorgd. Van studenten wordt een actieve houding verwacht. De verplichte literatuur wordt via Blackboard bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200368 : Materieel strafrecht (B3) Rechtsgeleerdheid
212305 : Formeel strafrecht (BC3) 212304 : Materieel strafrecht (BC2) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Europese rechtsgeschiedenis (B1/BN1) 200126 6 mr. J.H. Dondorp (kamer 7A-31, tel. (020) 59 86323) prof.mr. J. Hallebeek; mr. J.H. Dondorp; dr.mr. H. de Jong week 1 - 13 Het doel van de cursus is de student inzicht te geven in het Justiniaanse vermogensrecht dat de grondslag vormt van alle continentaal Europese privaatrechtsstelsels en in de historische wording van ons geldende privaatrecht op basis van dat Justiniaanse recht. De student leert een aantal elementaire begrippen uit het privaatrecht zowel actief als passief op een juiste wijze te hanteren. Aan het eind van de cursus is de student in staat vermogensrechtelijke teksten uit het Corpus iuris zelfstandig te analyseren, te interpreteren alsmede de daarin gegeven oplossing logisch te beredeneren. Daarnaast kan hij de ontwikkeling schetsen van een aantal onderwerpen van het Romeinse (privaat)recht tot ons privaatrecht, bijvoorbeeld de onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking en overdracht. Na een korte historische inleiding wordt een globale schets gegeven van het goederenrecht, het contractenrecht en de onrechtmatige daad vanaf het Romeinse recht tot aan het huidige BW. Daarbij vormt het Corpus iuris civilis steeds het uitgangspunt. Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoor- en werkgroepen/werkcolleges • J. Hallebeek, Fons et origo iuris, een historische inleiding tot het vermogensrecht, 2009 • Syllabus Europese rechtsgeschiedenis 2009-2010 inclusief de (via blackboard gepubliceerde) uitwerkingen; Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen, deels aan de hand van open vragen, deels aan de hand van historische teksten uit het Corpus iuris civilis.
naam Familie- en gezondheidsrecht (B3/M) code 200371 Voor de afstudeerrichting privaatrecht is het ook één van de vier keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak studiepunten 6 coördinator dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 5986293) periode week 5 - 14 doel Kennismaken met en inzicht verkrijgen in aspecten van het familie- en gezondheidsrecht en hun onderlinge samenhang. Daarnaast beoogt dit vak een beeld te schetsen van de door de sectie aangeboden keuze- en verdiepingsvakken in de Masterfase. inhoud Vanuit de diverse invalshoeken van het familie- en gezondheidsrecht zal aan de hand van een jaarlijks wisselend thema de regelgeving en rechtspraak worden behandeld. Afhankelijk van het thema zullen verschillende docenten deelonderwerpen behandelen aan de hand van actuele casuïstiek. In het studiejaar 2009-2010 staat de rechtspositie van de minderjarige en van de Examonderdelen
53
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis
voorkennisvakken
wilsonbekwame meerderjarige in het familie- en gezondheidsrecht centraal. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan aspecten van Europees en internationaal recht in dit verband, evenals aan bijzondere wetten op nationaal gebied. Hoorcolleges. Van de studenten wordt mondelinge en/of schriftelijke inbreng verwacht. Wordt nog nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen en een samen met een medestudent te schrijven paper. Beide toetsingsvormen wegen even zwaar. Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2) Financieel-economisch strafrecht (M/Mcrim) 201871 6 prof.mr. M.J. Borgers (kamer 8A-15, tel. (020) 59 86237) week 15 - 25 Het vak beoogt de deelnemers vertrouwd te maken met de belangrijkste thema's van het financieel-economische strafrecht. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de juridische normering, maar ook naar het functioneren van de regelgeving in de praktijk. Juridische kennis wordt, waar mogelijk, gecombineerd en geconfronteerd met bestaand empirisch onderzoek. Onderwerpen die tijdens het vak aan de orde komen, zijn onder meer de aanpak van misdaadgeld, organisatiecriminaliteit en fraude. Niet alleen de regelgeving, maar ook de achtergronden daarvan en het functioneren in de praktijk komen aan de orde. Er wordt tevens aandacht besteed aan relevante internationale ontwikkelingen. Gedurende negen weken wordt er twee uur per week college gegeven. Er worden één of meer gastsprekers uitgenodigd. Van de deelnemers wordt verwacht dat zij actief aan de colleges deelnemen. Gedurende het vak dienen de deelnemers een paper te schrijven over een aan het vak gerelateerd onderwerp. Syllabus Financieel-economisch strafrecht (verkrijgbaar bij VU boekhandel). Paper en schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Voor studenten Criminologie; nadat tenminste 150 stp van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! Verder dient Formeel strafrecht en Materieel strafrecht te zijn behaald. 200369 : Formeel strafrecht (B3) 200368 : Materieel strafrecht (B3) 212305 : Formeel strafrecht (BC3) 212304 : Materieel strafrecht (BC2)
subject Financing and Secured Transactions (IBL/Ex.) code 200945 credits 4 54
Rechtsgeleerdheid
co-ordinator mr. R.I.V.F. Bertrams (room 1D-26, telephone +31 (0)20 59 86305) period week 44 - 4 aim Acquiring legal insight and effective knowledge and skill in relation to the subject. content Major transactions nearly always require large pre-expenditure before performance by one contracting party, e.g. the seller, supplier of capital goods or building contractor, while they confer benefits to the other contracting party, e.g. the buyer or employer, only over a period of time. The element of 'credit' or 'financing' the transaction is, therefore, crucial. This issue entails questions such as which party will finance the transaction (or perhaps both), the role of banks and financing techniques (bank credits, bills of exchange, factoring, etc). The second crucial issue in international transactions is the element of 'risk' and 'risk management'. Here we will examine various techniques to reduce the risk of non-payment and nonperformance, such as letters of credit, bank guarantees and export credit insurance (secured transactions). The second part of this course focuses on general aspects of and financial law in relation to bonds, syndicated loans and commercial paper, financial leases and project finance. It is essential to attend all (seven) lectures. literature Reader Financing and Secured Transactions. mode of assessment Written examination naam code studiepunten coördinator periode doel
Fiscaal pensioenrecht (B3/M) 201558 6 prof.mr H.M. Kappelle (kamer 1D-40, tel. (020) 5986317) week 15 - 25 Studenten kennen de systematiek en de juridische regel omtrent de fiscale behandeling van pensioenen en overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten, weten waar een pensioenregeling aan moet voldoen teneinde te kwalificeren als een pensioenregeling in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 en weten wat de consequenties zijn als dit niet (meer) het geval is. inhoud Vanuit het in Nederland gebruikelijke drie pijler systeem (AOW, aanvullende pensioenen en lijfrenten) wordt eerst gekeken naar de fiscale behandeling van aanspraken in het algemeen en pensioenaanspraken in het bijzonder alsmede naar de werking en functie van de omkeerregel. Vervolgens komen de fiscaal toegestane pensioenopbouwsystemen (eindloon, middelloon en beschikbare premie) en pensioensoorten (ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen) aan de orde. Welke pensioenuitvoerders komen in aanmerking en wat gebeurt er indien oneigenlijke handelingen, zoals afkoop, belening of emigratie plaatsvinden. Speciale aandacht gaat uit naar de directeur-grootaandeelhouder en zijn pensioen, de internationale aspecten en de overige onderhoudsvoorzieningen zoals lijfrenten en levensloop. Uiteraard is er veel aandacht voor de recent gewijzigde wetgeving op het gebied van VUT, prepensioen en levensloop. werkwijze Hoorcolleges met in de loop van de cyclus een accentverschuiving naar zelfwerkzaamheid in de vorm van case. Excursies naar een pensioenuitvoerder is mogelijk. Examonderdelen
55
literatuur Hek/Lavrijssen/Brouwer/Polman, Fiscale aspecten van pensioen, SDU, Amersfoort (5 druk) toetsing Werkstukken en beperkt schriftelijk tentamen. voorkennis Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Het verdient aanbeveling om het vak Pensioenrecht tevens te volgen om zodoende het gehele pensioenterrein te bestrijken. Stagemogelijkheden bij pensioenuitvoerders of advieskantoren zijn aanwezig. voorkennisvakken 201804 : Pensioenrecht (B3/M) (wordt sterk aanbevolen.) 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) (wordt sterk aanbevolen.) naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Forensische psychiatrie (B3/M) 201784 6 vacature week 5 - 14 Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van het college is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. Veelal wordt de forensische psychiatrie slechts betekenis toegekend in haar relatie tot het strafrecht. Ook binnen andere rechtsgebieden zoals het jeugdrecht, het burgerlijk en het bestuursrecht heeft de forensische psychiatrie een belangrijke functie. Het eerste deel van de colleges wordt besteed aan de grondslagen van de psychiatrie, psychiatrische ziekteleer, onderzoek en behandeling in de psychiatrie en de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals het toerekenen en de toerekeningsvatbaarheid in relatie tot het psychiatrisch ziektebegrip, de wet BOPZ, de rechtspositie van onvrijwillig opgenomen patiënten, de terbeschikkingstelling, risico-taxatie en de organisatie van de forensisch psychiatrische zorg. Tien hoorcolleges van twee uur. • Collegestof. • Nader te bepalen, wordt bekend gemaakt via Blackboard. Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar!
naam Forensische psychiatrie (BC2) code 212215 Dit vak kan ook als keuzevak worden gevolgd door Bachelor 3 en Masterstudenten Criminologie en Nederlands recht studiepunten 6 docent vacature periode week 5 - 14 doel Forensische psychiatrie is de uitoefening van de psychiatrie in het kader van het rechtssysteem. Het doel van het college is inzicht te geven in de relatie tussen deze twee systemen. Veelal wordt de forensische psychiatrie slechts betekenis toegekend in haar relatie tot het strafrecht. Ook binnen andere rechtsgebieden zoals het jeugdrecht, het burgerlijk en het bestuursrecht heeft 56
Rechtsgeleerdheid
de forensische psychiatrie een belangrijke functie. inhoud Het eerste deel van de colleges wordt besteed aan de grondslagen van de psychiatrie, psychiatrische ziekteleer, onderzoek en behandeling in de psychiatrie en de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg. Het tweede deel omvat capita selecta uit de forensische psychiatrie, zoals het toerekenen en de toerekeningsvatbaarheid in relatie tot het psychiatrisch ziektebegrip, de wet BOPZ, de rechtspositie van onvrijwillig opgenomen patiënten, de terbeschikkingstelling, risico-taxatie en de organisatie van de forensisch psychiatrische zorg. werkwijze Tien hoorcolleges van twee uur. literatuur • Collegestof. • Nader te bepalen, wordt bekend gemaakt via Blackboard toetsing Schriftelijk tentamen voorkennis Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald! naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Formeel belastingrecht (M) 201552 4 dr.mr. A.M.J.G. van Amsterdam (kamer 1D-20, tel. (020) 59 86317) week 11 - 15 Het verwerven van kennis van en inzicht in het formele belastingrecht, dat de spelregels voor toepassing van het materiële belastingrecht bepaalt. Deze spelregels dicteren aan welke regels belastingplichtige en/of gemachtigde aan de ene zijde en de belastingdienst aan de andere zijde zich moeten houden. De spelregels waaraan belastingplichtige zich moet houden, zijn opgenomen in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR). Hierbij kan allereerst worden gedacht aan de aangifteplicht, maar ook aan de administratie- en informatieverplichtingen, zelfs in internationaal verband. De spelregels voor de belastingdienst zijn opgenomen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in beleidsregels en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Deze spelregels zijn onder meer van belang voor de beslistermijnen van de belastingdienst bij bezwaarschriften en voor de rechtsgelijkheid tussen belastingplichtigen onderling. In de hoorcolleges wordt de stof op hoofdlijnen toegelicht. Daarnaast is er ruimte voor vragen en discussie, en zullen praktische toepassingen van de stof aan bod komen en recente jurisprudentie worden besproken. De hoorcolleges worden verzorgd gedurende drie weken, twee maal per week. De Blieck, Van Amersfoort, Koopman, Wattel, Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, Deventer, Kluwer (laatste druk). Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200362 : Inleiding belastingrecht (B3)
Examonderdelen
57
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
Formeel strafrecht (B3) 200381 8,7 dr.mr. L. Stevens (kamer 8A-19, tel. (020) 59 83969) prof.mr. M.J. Borgers; mr. H.K. ter Brake; M. Cupido LLM; dr.mr. M.J.A. Duker week 45 - 4 Het vak Formeel strafrecht beoogt studenten grondige kennis van het Nederlandse strafprocesrecht bij te brengen. Studenten dienen na afloop van het vak a. te beschikken over kennis van de structuur van het strafprocesrecht en de belangrijkste leerstukken op dit terrein, b. in staat te zijn literatuur, rechtspraak en wetgeving op het terrein van het strafprocesrecht te begrijpen en te analyseren, en c. het vermogen te hebben (eenvoudige) juridische problemen van strafprocesrechtelijke aard te onderkennen, te analyseren en op te lossen. Tijdens het onderwijs wordt aandacht besteed aan: methoden en technieken, het systeem van het WvSv, het voorbereidend onderzoek, buitengerechtelijke afdoening, het onderzoek ter terechtzitting, bewijsvoering en einduitspraak, en rechtsmiddelen. Waar mogelijk worden actuele ontwikkelingen in het strafprocesrecht tijdens de colleges aan de orde gesteld. Het vak omvat 16 werkcolleges, verspreid over 8 weken. De werkcolleges bestaan uit uitleg van de theorie door de docent, en de toepassing van die theorie op verschillende casus door de student. Om maatwerk te kunnen leveren, worden de werkcolleges gegeven in drie groepen, A,B en C. Bij groepen A (recidivisten en studenten die moeite hebben met de stof) en B (studenten met goede resultaten die de stof ook diepgaander willen behandelen) worden voorbereiding en een actieve deelname verwacht. Voor zover de verplichte leerstof niet aan de orde komt tijdens college, wordt van de student verwacht dat deze stof door middel van zelfstudie eigen wordt gemaakt. • G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk • Arrestenbundel strafrecht/strafprocesrecht, laatste editie • Syllabus • Werkcollegestof Mogelijk wordt door middel van Blackboard aanvullende literatuur verspreid. Schriftelijk tentamen. Nadat alle onderdelen van het eerste Bachelorjaar zijn behaald.
naam code studiepunten coördinator docenten
Formeel strafrecht (BC3) 212316 8 dr.mr. L. Stevens (kamer 8A-19, tel. (020) 59 83969) prof.mr. M.J. Borgers; mr. H.K. ter Brake; M. Cupido LLM; dr.mr. M.J.A. Duker periode week 45 - 4 doel Het vak Formeel strafrecht beoogt studenten grondige kennis van het Nederlandse strafprocesrecht bij te brengen. Studenten dienen na afloop van
58
Rechtsgeleerdheid
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
het vak a. te beschikken over kennis van de structuur van het strafprocesrecht en de belangrijkste leerstukken op dit terrein, b. in staat te zijn literatuur, rechtspraak en wetgeving op het terrein van het strafprocesrecht te begrijpen en te analyseren, en c. het vermogen te hebben (eenvoudige) juridische problemen van strafprocesrechtelijke aard te onderkennen, te analyseren en op te lossen. Tijdens het onderwijs wordt aandacht besteed aan: methoden en technieken, het systeem van het WvSv, het voorbereidend onderzoek, buitengerechtelijke afdoening, het onderzoek ter terechtzitting, bewijsvoering en einduitspraak, en rechtsmiddelen. Waar mogelijk worden actuele ontwikkelingen in het strafprocesrecht tijdens de colleges aan de orde gesteld. Het vak omvat 16 werkcolleges, verspreid over 8 weken. De werkcolleges bestaan uit uitleg van de theorie door de docent, en de toepassing van die theorie op verschillende casus door de student. Om maatwerk te kunnen leveren, worden de werkcolleges gegeven in drie groepen, A,B en C. Bij groepen A (recidivisten en studenten die moeite hebben met de stof) en B (studenten met goede resultaten die de stof ook diepgaander willen behandelen) worden voorbereiding en een actieve deelname verwacht. Voor zover de verplichte leerstof niet aan de orde komt tijdens college, wordt van de student verwacht dat deze stof door middel van zelfstudie eigen wordt gemaakt. • G.J.M. Corstens, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer, laatste druk • Arrestenbundel strafrecht/strafprocesrecht, laatste editie • Syllabus • Werkcollegestof Mogelijk wordt door middel van Blackboard aanvullende literatuur verspreid. Schriftelijk tentamen. Nadat alle onderdelen van het eerste Bachelorjaar zijn behaald.
naam Geloofsgemeenschappen en recht (B3/M) code 201753 (voorheen het vak Kerk en recht) studiepunten 6 coördinator prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg ((kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) periode week 14 - 25 doel Kennismaken met en enig inzicht verkrijgen van de positie van geloofsgemeenschappen -in verschillende rechtsvormen- in het staatsrecht en het privaatrecht; het verkrijgen van inzicht in de positie van het recht vanuit theologisch (m.n. christelijk en islamitisch) perspectief. inhoud inleiding; scheiding van kerk en staat, verhouding wereldlijk -kerkelijk recht vanuit historisch perspectief; inleiding islam en recht; rechtspersoonsvorm, vertegenwoordiging en registratie van geloofsgemeenschappen;organisatietypen en bevoegdheden van kerkelijke organen; burgerlijk recht en conflicten in geloofsgemeenschappen; mensenrechten in geloofsgemeenschappen vanuit theologisch perspectief; rechtspositie van voorganger en van geestelijk verzorger; voor en tegen van multicultureel (multireligieus) recht. werkwijze Wekelijks wordt een hoorcollege van twee uur verzorgd. Het laatste college Examonderdelen
59
is een discussiecollege. • Kerk en recht, L.C. van Drimmelen en T.J. van der Ploeg (red.), Lemma Utrecht 2004. • syllabus Geloofsgemeenschappen en recht die in de VU-boekhandel is te verkrijgen. toetsing In principe een schriftelijk tentamen in week 25. Het is mogelijk te kiezen voor individuele toetsing van (een) deelonderwerp(en) met aanvullende literatuur. voorkennis Na een afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Dit vak is de opvolger van het vak Kerk en recht dat tot 2007 werd verzorgd. Het is niet meer specifiek gericht op de problematiek van de verhouding tussen de christelijke kerken en het recht. literatuur
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
naam code studiepunten coördinator periode doel
60
Geweld in het Gezin (Family violence) Extensieve Variant 825509 6 168 (3 tentamen, 141 literatuurstudie, 24 hoorcollege) 5 en 6 prof.dr. F. Lamers-Winkelman Kennis en inzicht verwerven in wetenschappelijk onderzoek rondom het verschijnsel geweld in het gezin, in het bijzonder kindermishandeling. Vanuit een interdisciplinair (pedagogisch, psychiatrisch, juridisch, ontwikkelingspsychologisch en medisch) perspectief wordt literatuur bestudeerd over diverse vormen (fysiek, psychisch, seksueel) van gezinsgeweld, in het bijzonder van geweld tegen kinderen. Het accent ligt daarbij op een kritische reflectie op a) maatschappelijke normen inzake de betrekkingen tussen gezinsleden; b) de normatieve en empirische onderbouwing van interventies en c) de uitkomsten van empirisch onderzoek naar oorzaken. hoorcolleges H.E.M. Baartman (1996), Opvoeden kan zeer doen; over oorzaken van kindermishandeling, hulpverlening en preventie, Amsterdam, SWP (230 blz), en andere literatuur. tentamen Ook studenten orthopedagogiek kunnen voor deze extensieve variant kiezen, maar daarmee wordt niet voldaan aan de eis van het volgen van minstens één masterclass. Dit vak kan ook als keuzevak gevolgd worden door medische studenten, rechten (criminologie), bewegingswetenschappen, psychologie en andere geïnteresseerden. Gezondheidsrecht I (integratievak) (M) 201571 6 mr. E.M. Deen (kamer 7A-17, tel. 020 59 82785) week 46 - 4 Het verkrijgen van inzicht in de plaats die het gezondheidsrecht inneemt in het Nederlandse recht vanuit bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke invalshoek. Rechtsgeleerdheid
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Kennis verwerven over de belangrijkste wet- en regelgeving en hun onderlinge samenhang op het gebied van het gezondheidsrecht. Behandeld worden onder meer: de geneeskundige behandelingsovereenkomst, de rechtspositie van de psychiatrische patiënt, de civiel-, straf- en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van beroepsoefenaren in de gezondheidszorg, de wijze waarop het Nederlandse stelsel van zorgverzekering is ingericht, alsmede verschillende bijzondere onderwerpen zoals de juridische aspecten van het begin van leven, euthanasie en aanverwante vormen van levensbeëindiging, medische experimenten met mensen, geslachtscellen en embryo's en orgaandonatie. Aandacht zal worden gegeven aan de actuele ontwikkelingen op dit gebied. De colleges hebben een interactief karakter en van de studenten zal mondelinge inbreng worden verwacht. Mogelijk zal ook het schrijven van een schriftelijke bijdrage verplicht zijn. • Prof. dr. H.J.J. Leenen, Handboek Gezondheidsrecht, deel 1 en 2 (5e druk 2007). • Syllabus Gezondheidsrecht voor rechtenstudenten 2009, verkrijgbaar in de VU-boekhandel. • SDU Wettenverzameling Gezondheidsrecht editie 2007. Schriftelijk tentamen met casusvragen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Gezondheidsrecht II (M) 201786 6 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 15 - 25 Het vergroten van de kennis van een of meer onderwerpen, die behandeld zijn tijdens de colleges Gezondheidsrecht I. In een actieve vorm zullen bepaalde gezondheidsrechtelijke onderwerpen nader worden bestudeerd en becommentarieerd. Daarbij zal het accent liggen op de gezondheidsrechtelijke onderzoeksprojecten die op dat moment binnen de faculteit worden uitgevoerd. Wordt al naargelang het onderwerp opgegeven, waarbij vooral recente publicaties van belang zijn. Toetsing zal plaatsvinden op grond van ingeleverde werkstukken en de deelname aan de werkcolleges. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald en het voorkennisvak is behaald! 201571 : Gezondheidsrecht I (integratievak) (M)
naam code studiepunten docenten
Goederen- en contractenrecht voor ondernemingen (M) 201611 6 mr. B. Breederveld (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293); mr. J.L. Smeehuijzen (kamer 7A-23, tel. (020) 59 86287); prof.mr. R.P.J.L. Tjittes periode week 42 - 47 Examonderdelen
61
doel De student heeft (diepgaande) kennis van het ondernemingsrechtelijke goederen- en contractenrecht; De student is in staat literatuur en juridische bronnen op het gebied van het ondernemingsrechtelijke goederen- en contractenrecht te analyseren en interpreteren en daarover kritische vragen te stellen; De student is in staat kennis van het ondernemingsrechtelijke goederen- en contractenrecht toe te passen in complexe casus en creatieve oplossingen aan te dragen voor complexe problemen; De student is in staat een wetenschappelijk juridisch betoog op het gebied van het ondernemingsrechtelijke goederen- en contractenrecht te schrijven. inhoud Aandacht zal uitgaan naar: Beginselen van contractenrecht; Precontractuele fase; Mergers & Acquisitions; Commerciële contracten ; Vertegenwoordiging en lastgeving; Beginselen van goederenrecht; zekerheden in de praktijk; Kredietdocumentatie; Insolventie werkwijze Het vak bestaat uit hoorcolleges. Op de hoorcolleges wordt telkens een specifiek onderwerp behandeld. De behandeling van de onderwerpen geschiedt aan de hand van de in de syllabus opgenomen casusposities. Van de studenten wordt een actieve deelname aan de colleges verwacht. Ter voorbereiding van elk hoorcollege dienen de studenten de casusposities (case studies) voor te bereiden. De oplossing van de casus moet aan de hand van de te bestuderen literatuur en rechtspraak worden gevonden. Tijdens het college wordt door de docent voor een algemeen juridisch kader gezorgd. De studenten worden gestimuleerd tot kritische benadering van de te behandelen problematiek alsmede tot het geven van een eigen mening literatuur De literatuur wordt op Blackboard bekend gemaakt. toetsing De kennis van de studenten wordt getoetst aan de hand van een schriftelijk tentamen bestaande uit een aantal casus. Bij elk van de casus horen vragen die gericht zijn op de oplossing van de in het kader van de casus gerezen problemen, alsmede worden vragen gesteld waarbij de studenten verzocht wordt om een kort juridisch betoog te houden ter verdediging van een bepaalde mening. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! opmerkingen De verplichte onderdelen van de afstudeerrichting Ondernemingsrecht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
62
Goederenrecht (B2/BN2) 200209 5,7 mr. E.F. Tjittes-Groot (kamer 6A-30, tel. (020) 59 86283) W.J.J.G. Speetjens; mr. J.L. Smeehuijzen; mr. E.F. Tjittes-Groot week 1 - 14 Het vak Goederenrecht bouwt voort op de basiskennis die is verworven in het vak Beginselen privaatrecht I. Doel is de verbreding en verdieping van de kennis op het terrein van het goederenrecht, waaronder de regels over de openbare registers, verkrijging en verlies van goederen, de beperkte zekerheidsrechten, overdracht en derdenbescherming, retentierecht en voorrechten. Voorzover nodig zullen de bepalingen in de Faillissementswet gebruikt worden. Niet alleen moeten de wetsartikelen waarin deze regels zijn Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
vervat, efficiënt en doeltreffend kunnen worden toegepast, maar ook moet men raad weten met de onvolkomenheden en open einden van het wettelijke systeem, zoals die mede een rol spelen in de rechtspraak. De vakken Contractenrecht en Goederenrecht hebben organisatorisch in grote lijnen dezelfde opzet. De vakken worden gedoceerd aan het begin van de tweede, derde respectievelijk vierde periode. Er worden hoorcolleges, werkcolleges en werkgroepen gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten summier behandeld; studenten hoeven zich niet voor te bereiden. Voor de werkgroepen dient men zich aan het begin van de onderwijsperiode in te schrijven. Tijdens de werkgroepen worden de opdrachten uitgebreid behandeld; studenten moeten voorafgaand aan de werkgroep opdrachten inleveren. Onderdeel van het vak Goederenrecht is de Casus recht (200214). U dient beide onderdelen te behalen om de studiepunten voor het vak Goederenrecht te behalen. Literatuur wordt nader bekend gemaakt. Zie ook blackboard Tentamen is schriftelijk (casus). Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1)
subject code credits co-ordinator period aim
Government Regulation of Business (IBL/M/Ex.) 200932 6 prof.dr. H.J. de Ru (room 6A-18, telephone +31 (0)20 59 86261) week 5 - 12 The course seeks to provide to students insight into the legal mechanisms of regulating markets. The course focuses on methods of regulation and the use of competition law. The course trains students in writing concise memos and complicated matters. content The legal framework for government regulation of business, also called 'regulated industries', within a market economy. • The meaning of privatisation, liberalisation and regulatory reform. • A general outline of competition law and its importance as an alternative of regulation of specific markets. • A general introduction into methods of government regulation of business on the basis of EC law. • A short introduction into separate legal methods for government regulation of business (regulation of access to markets, price regulation, licensing, quality regulation etc.) in several markets (such as telecoms, airlines, airports, water, postal services, energy). • How to cope with government regulation of business as an attorney or a legal consultant. literature Course reader, internet sources. mode of assessment Students receive individual assignments. Each student will have to write four 2-page papers with an analysis of a specific case. The papers are discussed in class. The course is concluded by a written examination. Examonderdelen
63
remarks Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for foreign exchange and IBL students as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Constitutional Law. Administrative Law is recommended. Dutch students must have successfully finalised the following courses: Staatsrecht I en II. Bestuursrecht is recommended. naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
64
Grondgebruikrecht (BN3) 211354 5,7 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267) week 44 - 51 Begrip hebben van privaat- en publiekrecht dat van toepassing is op onroerend goed. Het vak bestaat uit twee onderdelen, namelijk privaatrechtelijke aspecten (prof. mr. A.A. van Velten) en publiekrechtelijke aspecten (prof. mr. J. Struiksma). Het privaatrechtelijk deel is sterk praktijkgericht en veronderstelt een goede theoretische kennis van de hoofdzaken van het Nederlandse vermogensrecht, met name het goederenrecht. Aan de orde komen vraagstukken met betrekking tot koop en levering van onroerende zaken (inclusief kadastrale boekhouding en derdenbescherming), huurkoop en leasing, hypothecaire financiering, erfpacht en opstal, appartementsrecht, mandeligheid, gebruik in deeltijd (time share), alsmede economisch eigendom en trustconstructie. Ook wordt enige aandacht besteed aan buitenlandse rechtsstelsels en Europees recht. Getracht wordt een geïntegreerd beeld van het privaatrechtelijke onroerendgoedrecht te geven en de student te leren op welke wijze kan worden omgegaan met de vele vormen die ons recht biedt. Bij het onderdeel publiekrecht gaat het om een beknopte inleiding, waarbij speciaal aandacht wordt geschonken aan zaken die voor de notariële praktijk van het onroerend goed van belang zijn: de inhoud en gevolgen van bestemmingsplannen; verschillende vrijstellingsprocedures, de bouwvergunning en de Wet voorkeursrecht gemeenten. Het vak is opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. Nader op te geven hoofdstukken van A.A. van Velten, Privaatrechtelijke aspecten van onroerend goed, Kluwer 2003 en een deel uit Het systeem van het ruimtelijke ordeningsrecht. Dit deel wordt via blackboard ter beschikking gesteld, evenals een aantal andere aanvullende documenten. Gesloten boek tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald! 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 211204 : Bestuursrecht not (BN2)
Rechtsgeleerdheid
subject code credits co-ordinator lecturers period aim
content
form of tuition
literature mode of assessment
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Historical introduction to European legal science (M/Ex.) 200926 6 mr. J.H. Dondorp (room 7A-31, telephone +31 (0)20 59 86323) prof.mr. J. Hallebeek; mr. J.H. Dondorp week 40 - 49 The course offers the opportunity to pursue the historical development of law and legal doctrine in Europe. In order to show such a development for the 2009-2010 course one topic is chosen, viz. contracts for a third party beneficiary. This subject will be treated discussing Roman law, the medieval interpretation of the Roman texts, Canon law, legal Humanism and late scholastic doctrine, Hugo Grotius, Roman Dutch law and the codifications in continental Europe compared with Anglo-American common law. The course consists of a series of lectures and seminars. The lectures have an introductory character and provide for each period an overview of the topic. In the seminars texts from each period on third-party rights will be read and discussed. Jan Hallebeek & Harry Dondorp (ed), Contracts for a third party beneficiary. A historical and comparative account, Leiden 2008. (The book is available at a reduced price for participants of this course via our secretary (room 1D-12). The exam consists of an oral exam about the content of the course and the literature studied. Instead of such an exam students are alowed to write a paper on a subject related to the course. Historische criminologie (BC2) 212210 6 drs. A.M.J. Hulsebosch MSc week 46 - 4 Inzicht krijgen in de historische ontwikkeling van strafrechtspleging en criminaliteitsbestrijding. Geschiedenis van opvattingen, instellingen en praktijken op het terrein van strafrecht en criminaliteitsbestrijding. Hoorcolleges. • collegestof; • eventueel nader bekend te maken literatuur. Schriftelijk tentamen, open vragen. Deelname aan tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald
subject Human Rights Protection in Europe (M/Ex.) code 200933 The European Convention on Human Rigths (1950) credits 6 co-ordinator prof.mr M. Kuijer (room 8A-23, telephone + 31 (0) 20 59 86231 e-mail:
[email protected]) period week 5 - 14 aim This course deals with human rights law in Europe, both institutionally as Examonderdelen
65
content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements
well as substantially. The main focus is on the ECHR and its significance in European society for various areas of law (criminal law, administrative law and family/private law). The course also highlights the development of human rights law within the European Union. The course will deal with the historic development of the ECHR and its implementation into domestic legal orders, with procedural aspects before the European Court of Human Rights, with general doctrine and interpretation methods developed in the Strasbourg case-law, with the most important case-law of the Court in respect of Articles 2 (right to life), 3 (prohibition of torture), 5 (right to liberty), 6 (right to a fair trial), 8 (privacy and family life), 9 (freedom of religion), 10 (freedom of expression), 11 (freedom of assembly) ECHR. This course includes a series of approximately 8 lectures of 4 hours on Fridays. Guest lecturers may be invited. To be announced. The course will be evaluated by a final written exam. Students who have already successfully attended the course 'Mensenrechten en strafrecht' may not participate in this course.
subject Humanitarian Intervention and Human Security (M) code 200977 case studies (Srebrenica. Kosovo, Israel -Palestine, Iraq) credits 6 lecturer prof.dr. M.J. Faber period week 5 - 14 aim • To understand the origins, the commonalities, the differences and the confusion regarding the concepts of humanitarian intervention and human security • To apply these concepts to Srebrenica, Kosovo, Israel - Palestine and Iraq content Recent events have been interpreted in different ways: • The NATO air campaign against Yugoslavia, in 1999, was widely seen as a humanitarian intervention, although NATO itself considered it an enforcement operation. • The safe area installed in Srebrenica in May 1993, protected by UN peacekeepers, had all the characteristics of a human security operation but Dutchbat (the Dutch UN Battalion) considered itself a traditional peacekeeping force. • In the Palestinian territories, occupied in 1967, human security had been practised by the Israeli's and the Palestinians until the middle of the 1990s. The so-called Oslo-process undermined the human security philosophy. • The USA/UK military intervention in Iraq, in 2003, was multi-functional according to the interveners. It was self-defence, regime change, as well as a humanitarian intervention. For the Iraqi's, it was liberation and occupation. Human security was the missing link. During the course we will investigate and analyse the various problems that emerge between different parties by the use of different concepts. form of tuition The course will be interactive. If necessary students will be divided in groups. Each group (student) will study some articles and prepare a class 66
Rechtsgeleerdheid
presentation. Moreover, each group (student) has to write a paper (6000 words) in which the characteristics of the cases under consideration (Srebrenica, Kosovo, Israel-Palestine, Iraq) are scrutinized. literature • Norbert Both, From Indifference to Entrapment, Amsterdam University Press, 2000. • Independent International Commission on Kosovo, Kosovo Report, Oxford University Press, 2000. • Human security and...., Jaap de Wilde (ed), Amsterdam University press, 2007 • Thomas Cushman (ed), A Matter of Principle: Humanitarian Arguments for the war on Iraq, California University Press, spring 2005. mode of assessment Testamur based on • Active participation in the course (25%) • Class presentation (25%) • Draft version of the paper (25%) • Final version of the paper (25%) remarks Some (local) people with field experiences in conflict areas (Srebrenica, Kosovo, Middle East, Iraq) will be invited as guest speakers. naam code studiepunten coördinator docent periode doel werkwijze literatuur
voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211352 8,6 mr.drs. M.R. Kremer (kamer 1D-30, tel. (020) 59 86314) mr.drs. M.R. Kremer week 44 - 4 Inzicht in de economische verhoudingen binnen het huwelijk en in relatie tot derden, zelfstandige oordeelsvorming inzake praktische casus. Hoorcolleges/werkcolleges. Ter voorbereiding op het tentamen wordt een paper geschreven. • J.G. Klaassen, prof.mr. J. Eggens, prof.dr. E.A.A. Luijten en prof.mr. W.R. Meijer Huwelijksgoederen- en erfrecht, (ook als e-boek: http://www.kluwerebooks.nl/kluwer/details.php/catp=12000&p_id=81) • de arrestenbundel Huwelijksvermogensrecht; • De op de arrestenlijst vermelde arresten; • Collegedictaat. Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en nadat de voorkennisvakken zijn behaald. Voor studenten die naast de opleiding Notarieel recht een aanvullende opleiding Nederlands recht, met afstudeerrichting Privaatrecht doen, geeft een aanvullende vaardighedenoefening van 2 studiepunten gekoppeld aan het onderdeel Huwelijksvermogensrecht vrijstelling van een privaatrechtelijk verdiepingsvak. Deze vaardighedenoefening bestaat uit het schrijven van een paper. 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2) 211201 : Erfrecht I (BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
naam Indirecte belastingen en internationale handel (M) code 201559 studiepunten 6 Examonderdelen
67
coördinator drs. F.L. Idsinga (en gastdocenten) periode week 15 - 23 doel Dit vak maakt deel uit van het landelijke 'Accent indirecte belastingen'. De indirecte belastingen, zoals de BTW, douanerechten, accijnzen en de energiebelasting, nemen in het fiscale spectrum een steeds belangrijkere positie in. De BTW is zelfs de belangrijkste inkomstenbron van de Nederlandse overheid. De BTW en douanerechten vormen een belangrijk onderdeel van de financiering van de Europese Unie. Er vindt bovendien steeds meer een verschuiving plaats van de directe belastingen naar de indirecte belastingen. Met de toenemende rol van indirecte belastingen binnen het belastingrecht, stijgt de vraag naar specialisten exponentieel. Het Accent indirecte belastingen voorziet in een behoefte aan verdieping en verbreding van kennis over indirecte belastingen. Het Accent indirecte belastingen is een samenwerking tussen de Universiteit van Tilburg, de Universiteit Maastricht en de Vrije Universiteit Amsterdam. Het Accent biedt in Tilburg een specialisatie binnen de masteropleidingen Fiscale Economie en Fiscaal Recht. In Maastricht kunt u het Accent volgen in de master Fiscaal Recht. Het Accent biedt bij deze drie opleidingen een verdere verdieping en bouwt verder op het vak omzetbelasting uit de bacheloropleiding. Aan de Vrije Universiteit vormt het Accent een specialisatie van de masteropleiding Rechtsgeleerdheid, afstudeervariant fiscaal recht. Het Accent biedt naast verdieping van kennis ook verbreding doordat aandacht wordt besteed aan douanerechten en accijnzen. Een afgeronde master Fiscale Economie, Fiscaal recht of Rechtsgeleerdheid, afstudeervariant fiscaal recht met een Accent indirecte belastingen levert een zeer goede basis op voor een loopbaan in de indirecte belastingen. Het huidige tekort aan specialisten op het gebied van de indirecte belastingen maakt dat het volgen van het Accent indirecte belastingen zeer gunstige carrièreperspectieven biedt. Op de website www.indirecttax.nl treft u gedetailleerde actuele informatie over het Accent indirecte belastingen. U kunt zich via de deze website aanmelden voor het Accent. inhoud In de gecombineerde hoor/werkcolleges wordt in het hoorcollege gedeelte de stof op hoofdlijnen verduidelijkt. Vervolgens komen de in het werkcollegegedeelte de praktische toepassingen van de stof aan bod. werkwijze De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vier a vijf weken, tweemaal drie uur per week. literatuur • Bundel wetteksten (meest recente), waarin onder meer opgenomen de Wet op de omzetbelasting 1968 en de BTW-Richtlijn. • De hand-outs van de colleges (sheets). • De tijdens de colleges uitgereikte en op 'Blackboard' geplaatste jurisprudentie, besluiten, e.d. toetsing Schriftelijk, open vragen. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! opmerkingen De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! voorkennisvakken 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 68
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Industriële eigendom (B3/M) 201564 6 prof.dr. M.R.F. Senftleben (kamer 6A-36, (020) 59 86289) mr. T.M. Kolle (kamer 6A-36, tel. (020) 59 86289); prof.dr. M.R.F. Senftleben week 47 - 4 Het verwerven van kennis van de rechtsobjecten, de manier waarop het recht wordt verkregen en tenietgaat, alsmede de inhoud en omvang van de voornaamste industriële eigendomsrechten; van het vermogen om die kennis toe te passen op eenvoudige praktijkgevallen; en van inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de afzonderlijke rechten. Industriële eigendom is een verzamelnaam voor een aantal rechten op immateriële goederen. Deze rechten zijn bij uitstek van belang voor het bedrijfsleven. Het vak omvat met name de volgende onderdelen: • octrooirecht, regelt rechten op uitvindingen; • modellenrecht, regelt rechten met betrekking tot de vormgeving van producten; • merkenrecht, beschermt de merken die ondernemingen gebruiken om hun goederen en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen; • handelsnaamrecht, beschermt de naam die een onderneming voert; • ongeoorloofde mededinging, goeddeels ongeschreven recht dat normen stelt voor het gedrag van marktdeelnemers Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. De literatuurlijst is omstreeks 15 oktober beschikbaar. Het tentamen wordt in beginsel schriftelijk afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wetteksten toegestaan. Na afgerond eerste bachelorjaar. Aanbevolen wordt om in het eerste blok van het eerste semester het keuzevak Auteursrecht te volgen; verplicht is dit echter niet. Problemen op het gebied van het recht van de industriële eigendom gaan vaak samen met kwesties op het gebied van auteursrecht. Het vak Industriële eigendom biedt verder de juiste basis voor het verdiepingsvak Intellectuele eigendom in de digitale samenleving dat in het eerste blok van het tweede semester wordt aangeboden. Voor contact bent u welkom op kamer 6A-34, maar prof. dr. Senftleben werkt in deeltijd en is vaak afwezig. Wie iets wil bespreken of een afspraak wil maken kan een e-mail sturen naar
[email protected].
subject code credits co-ordinator period aim
Information Technology (Mcrim/Ex) 200905 2 prof.mr. A. Oskamp week 45 - 49 The aim of the course is to give students an insight in information technology and its use in the judiciary and insight in the use of databases. content The students will get a general introduction in the technology of databases and will get an introduction in how to use databases and how to search these Examonderdelen
69
form of tuition literature mode of assessment target audience remarks naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
70
databases. Students will learn how to use various techniques in order to make their searches more fruitful. Students will get an introduction in information technology and will learn about the role of information technology in the judiciary. Special attention will be given to information Technology in developmental countries in correlation with corruption. Lectures. Reader. Essay. The course is open to master students. Attendance obligatory. Inkomstenbelasting niet-winst (M) 201553 6 dr. S.A. Stevens (kamer 1D-34, tel. (020) 59 86313) week 6 - 10 Dit vak beoogt meer inzicht te geven in de structuur en opzet van de Wet IB 2001. Als inleiding zal worden ingegaan op de achtergronden en de geschiedenis van de inkomstenbelasting, de belastingplicht en het fiscale inkomensbegrip. Vervolgens zal de werking en karakteristieken van de drie boxen in Wet IB 2001 uitgebreid aan bod komen. De onderwerpen die zullen worden behandeld zijn onder andere belastbaar loon, resultaat uit overige werkzaamheden, inkomsten uit eigen woning, de aftrekbare uitgaven voor inkomensvoorzieningen, persoonsgebonden aftrek (box I) en de positie van buitenlands belastingplichtigen. In dit kader zal ook de Wet op de loonbelasting 1964 worden behandeld. Daarnaast zal de positie van de zogenoemde directeur-grootaandeelhouder aan de orde komen (box II). Tevens zal inzicht worden verschaft in fiscale behandeling van sparen en beleggen in de inkomstenbelasting (box III). Tijdens de hoorcolleges wordt de stof behandeld en nader toegelicht. Gedurende de werkcolleges is er ruimte en mogelijkheid om de stof op onderdelen uit te diepen. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vijf weken, tweemaal vier uur per week. Tijdens de hoor/werkcolleges wordt een actieve participatie van de studenten verwacht. • L.W. Sillevis & F.H. Lugt, Studenteneditie 20092010 Cursus Belastingrecht, onderdeel inkomstenbelasting ; • De in de studiewijzer en via blackboard aangegeven artikelen en jurisprudentie; • Literatuur Loonbelasting nader op te geven. Schriftelijk, open vragen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Inkomstenbelasting winst (M) 201554 6 mr. H.A. Brasz (kamer !D-36, tel. (020) 59 86312) week 36 - 41 Het doel van het vak is kennis van en inzicht in de fiscale winstbepaling van ondernemingen te verkrijgen. Behandeling van de verschillen en overeenkomsten tussen de fiscale en commerciële winstbepaling. Aan de orde komen onder meer: het fiscale ondernemingsbegrip en het fiscale begrip ondernemer, het fiscale winstbegrip, de waardering van activa en passiva, het aangaan van samenwerkingsverbanden (maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap). Onderwerpen als de omzetting van een eenmanszaak in een B.V., de beëindiging van de ondernemingsactiviteiten door verkoop, overlijden, echtscheiding, liquidatie vormen het sluitstuk van dit vak. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende 5 weken, twee maal vier uur per week. Tijdens de hoor/werkcolleges wordt een actieve participatie van de studenten verwacht, mede mogelijk in de vorm van het houden van een presentatie. • L.W. Sillevis & F.H. Lugt, Studenteneditie 2009/2010 Cursus Belastingrecht, Inkomstenbelasting; onderdeel Winst uit onderneming; • D.Brüll, J.W. Zwemmer, R.P.C. Cornelisse, Goed koopmansgebruik, laatste druk; • Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2009; • De in de studiewijzer en via blackboard aangegeven artikelen en jurisprudentie. Schriftelijk, open vragen. Een deel van het eindcijfer wordt mede bepaald aan de hand van door de student gemaakte en ingeleverde werkstukken, alsmede van de gehouden presentatie. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Inleiding belastingrecht (B3) 200362 5,7 mr. H.A. Brasz (kamer 1D-36, tel. (020) 59 86312) week 15 - 25 Het verwerven van enige elementaire kennis van het Nederlands belastingrecht. Behandeld worden de loon- en inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting alsmede de omzetbelasting. Tevens wordt aandacht besteed aan formele bepalingen en aan enige capita selecta op het gebied van de belastingwetenschap. De stof omvat ook beginselen van het internationaal belastingrecht. inhoud In de colleges wordt de stof uit de voorgeschreven studieboeken, die het Examonderdelen
71
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis naam code studiepunten docent 72
positieve belastingrecht tot onderwerp hebben, verduidelijkt. Aan het begin van de collegecyclus wordt daartoe een gespecificeerd collegeprogramma uitgereikt. De colleges worden gegeven gedurende acht weken, vier uur per week in de vorm van hoor- en werkcolleges, waarbij actieve participatie door de studenten is vereist. • L.G.M. Stevens, Elementair belastingrecht voor economen en bedrijfsjuristen, Deventer, laatste druk 2009/2010; • Belastingwetten, Teksteditie, Kluwer, SDU of Vermande, uitgave 2010. Schriftelijk, open vragen. Deelname aan dit derdejaars bachelorvak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. Bestuursrecht wordt sterk aanbevolen. Het vak is niet toegankelijk als keuzevak voor studenten Notarieel recht. 200204 : Staatsrecht I (B2) Inleiding criminologie (B3) 200363 5,7 prof.dr. H. Elffers (kamer 8A-23, tel. (020) 59 86226) week 15 - 25 Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de empirie van de criminaliteitsbeheersing en de meerwaarde van criminologisch onderzoek. De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen en ook de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Hoorcolleges. • Dijk van, J.J.M., Sagel-Grande, H.I., Toornvliet, L.G. Actuele criminologie. Den Haag: Sdu Uitgevers 2006 (5e herziene druk). • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie I, Aard, Omvang en verklaringen. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2005. • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie II, Gevolgen en reacties. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2006. • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie III, Historische en klassieke teksten. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2005. Schriftelijk tentamen, open vragen. Na afgerond eerste bachelorjaar. Inleiding criminologie (BC1) 212201 6 prof.dr.mr. W. Huisman (kamer 8A-28, tel. 020-59 863560) Rechtsgeleerdheid
periode week 36 - 43 doel Het vak Inleiding criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende velden en thema's waar de criminologie zich mee bezig houdt. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te hebben in de belangrijkste criminologische begrippen en theorieën, methoden van dataverzameling, reacties op criminaliteit en de rol van criminologisch onderzoek. inhoud De verschillende velden en thema's worden tijdens de colleges zoveel mogelijk geïllustreerd aan de hand van concrete delictsvormen, actuele voorbeelden en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Ook wordt bij ieder thema een aantal kernbegrippen uit de criminologie geïntroduceerd. werkwijze De cursus bestaat uit hoorcolleges, waarin telkens een hoofdstuk uit het tekstboek en een of twee artikelen uit de bundels basisteksten worden besproken, die tevoren door de studenten moeten worden bestudeerd, en waarvoor antwoorden op vragen moeten worden voorbereid. Regelmatig treden ook gastdocenten op. literatuur • Dijk van, J.J.M., Sagel-Grande, H.I., Toornvliet, L.G. Actuele criminologie. Den Haag: Sdu Uitgevers 2006 (5e herziene druk). • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie I, Aard, Omvang en verklaringen. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2005. • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie II, Gevolgen en reacties. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2006. • Bruinsma, G.J.N., Huisman, W., Swaaningen van, R. Basisteksten in de criminologie III, Historische en klassieke teksten. Den Haag: Boom juridische uitgevers 2005. toetsing Schriftelijk tentamen, multiplechoice en open vragen naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur
Inleiding in de rechtswetenschappen (B1/BN1) 200121 5 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel. (020) 59 86326) week 35 - 40 (In week 40 is het tentamen van het vak Inleiding in de rechtswetenschappen) De student maakt kennis met alle onderdelen van het recht waar hij of zij in het eerste jaar mee geconfronteerd wordt. Dit vak geef een eerste inleiding in het recht. Aan de orde komt allereerst de vraag wat recht voor iets is. Maar ook wordt nagegaan wat we kunnen weten over rechtvaardigheid. Eveneens worden de rol van de staat in het moderne recht en de grondbeginselen van een democratische rechtsorde behandeld. De internationale dimensie van het recht wordt daarbij niet vergeten. Ook verschillende onderdelen van het recht, die later in het jaar in aparte vakken behandeld worden, worden geïntroduceerd. Ten slotte wordt aandacht gegeven aan de rechtsbronnen en aan de rechtsvinding (hoe kunnen we met behulp van algemene regels concrete rechtsvragen beantwoorden?) Iedere week wordt twee uur hoorcollege en vier of twee uur werkgroep gegeven. • A. Soeteman, Inleiding in de rechtswetenschap, Ars Aequi Libri 2009, t e verkrijgen bij de VU boekhandel (de titel kan nog variëren) Examonderdelen
73
A.M. Honoré, About Law, Oxford University Press 1996, te verkrijgen bij de VU-boekhandel. • werkboek Inleiding in de rechtswetenschap, waarin de vragen staan die tijdens de werkcolleges behandeld worden, te verkrijgen bij de VUboekhandel. • Ook verplicht is een wettenbundel (2009/2010). • De collegestof is eveneens verplicht. toetsing Schriftelijk tentamen. •
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Inleiding in de rechtswetenschappen (BC1) 212121 5 mr. J. Zwart (kamer 7A-37, tel. (020) 59 86326) week 35 - 40 (In week 40 is het tentamen van het vak Inleiding in de rechtswetenschappen) De student maakt kennis met alle onderdelen van het recht waar hij of zij in het eerste jaar mee geconfronteerd wordt. Dit vak geef een eerste inleiding in het recht. Aan de orde komt allereerst de vraag wat recht voor iets is. Maar ook wordt nagegaan wat we kunnen weten over rechtvaardigheid. Eveneens worden de rol van de staat in het moderne recht en de grondbeginselen van een democratische rechtsorde behandeld. De internationale dimensie van het recht wordt daarbij niet vergeten. Ook verschillende onderdelen van het recht, die later in het jaar in aparte vakken behandeld worden, worden geïntroduceerd. Ten slotte wordt aandacht gegeven aan de rechtsbronnen en aan de rechtsvinding (hoe kunnen we met behulp van algemene regels concrete rechtsvragen beantwoorden?) Iedere week wordt twee uur hoorcollege en vier of twee uur werkgroep gegeven. • A. Soeteman, Inleiding in de rechtswetenschap, Ars Aequi Libri 2009, t e verkrijgen bij de VU boekhandel (de titel kan nog variëren) • A.M. Honoré, About Law, Oxford University Press 1996, te verkrijgen bij de VU-boekhandel. • werkboek Inleiding in de rechtswetenschap, waarin de vragen staan die tijdens de werkcolleges behandeld worden, te verkrijgen bij de VUboekhandel. • verplicht is een wettenbundel (2009/2010). • De collegestof is eveneens verplicht. Schriftelijk tentamen.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Inleiding psychologie (BC2) 212212 6 dr. M.A.J. Ezinga (kamer 8A-34, tel. (020) 598 2982) week 46 - 5 Oriëntatie bieden op de belangrijkste begrippen en theoretische stromingen uit de psychologie. inhoud Alle relevante domeinen van de psychologie zullen worden geïntroduceerd, met als rode draad de theoretische stromingen. Verscheidene thema's die zich goed lenen voor de criminologie zullen extra aandacht krijgen. Doel is om
74
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
het vak psychologie te herkennen in de criminologische wereld in de ruime zin. Als onderwerpen wordt andere waarnemen, denken, geheugen, motivatie emotie, angst stress, agressie, psychologische ontwikkeling en persoonlijkheid behandeld. Hoorcollege • Gerrig & Zimbardo (2008). Psychology and Life (18th Ed). Boston, Allyn and Bacon. • Diverse papers, nader bekend te maken Schriftelijk tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald! Inleiding publiekrecht (BC1) 212125 6 mr. E. Hilbrink (kamer 6A-28, tel. (020) 59 86272) week 1 - 13 Met dit vak wordt beoogd de student inleidende kennis bij te brengen over het staats- en bestuursrecht, zodanig dat de plaats, de rol en de bevoegdheden van de verschillende actoren in de rechtshandhaving begrepen kunnen worden. Een algemene inleiding in het staats- en bestuursrecht, de organisatie van de staat, de beginselen van de democratische rechtsstaat, het begrip bestuursorgaan, normen voor bestuursrechtelijk handelen, publiekrechtelijke rechtshandhaving, rechtsbescherming. Hoor- en werkcolleges. A.D. Belinfante en J.L. de Reede, Beginselen van het Nederlands staatsrecht, 15e druk. F.C.M.A. Michiels, Hoofdzaken van het bestuursrecht, 4e druk. Schriftelijk tentamen.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Inleiding sociologie (BC1) 212202 6 dr. J.D.A. de Jong (kamer 8A-24, tel.: (020) 59 86223) week 14 - 22 Oriëntatie bieden op de belangrijkste begrippen en theoretische stromingen uit de sociologie. Daarnaast wordt kennis bijgebracht over de belangrijkste maatschappelijke ontwikkelingen en vraagstukken. inhoud Ingegaan zal worden op de belangrijkste aspecten van het moderniseringsproces, zoals differentiatie, comodificatie, en rationalisatie. Problemen met betrekking tot sociale cohesie, sociale ongelijkheid en identiteit, zullen daarbij centraal staan. werkwijze Hoorcollege en werkcollege. literatuur Hoof, J. van & J. van Ruysseveldt (red.) (2008) Sociologie en de moderne samenleving. Maatschappelijke veranderingen van de industriële omwenteling tot in de 21ste eeuw. Heerlen: Open Universiteit Nederland/Boom Onderwijs. Daarnaast zal een aantal losse artikelen op Blackboard worden geplaatst. Examonderdelen
75
toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen. naam code studiepunten coördinator docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
opmerkingen
76
Intellectuele eigendom in de digitale samenleving (B3/M) 201570 6 prof.dr. M.R.F. Senftleben (kamer 6A-34, tel. (020) 59 82886) mr. T.M. Kolle (kamer 6A-34, tel. (020) 59 82886) week 5 - 15 Het verwerven van inzicht in de bijzondere problemen die de digitale samenleving op het gebied van de intellectuele eigendom oproept; van het vermogen regels uit het analoge verleden van de intellectuele eigendom in het licht van de digitale omgeving kritisch te heroverwegen; en van het vermogen aan de hand van grondbeginselen en de ratio van het recht van de intellectuele eigendom oplossingen voor problemen in de digitale omgeving te ontwikkelen. Intellectuele eigendomsrechten spelen een belangrijke rol in de digitale samenleving. Ze beïnvloeden de mogelijkheden van het individu om kennis te nemen van digitale informatiebronnen en bij te dragen aan de creatie van deze bronnen, de mogelijkheid van mededinging in en de opsplitsing van digitale markten, en het gedrag van marktdeelnemers die hun waren en diensten op internet aanbieden. Het oogmerk is niet alleen op rechtsregels maar ook op achterliggende sociale, economische en culturele belangen gericht. In het kader van de cursus komen met name de volgende vraagstellingen aan de orde: • de 'kunstmatige' uitbreiding van auteursrechten via technische voorzieningen en digital rights management; • de toekomst van beperkingen van het auteursrecht, zoals het privilege voor privé-kopiëren en de onderwijsexceptie, in de digitale omgeving; • de rol van het auteursrecht ten opzichte van user-created content en bijbehorende platforms, zoals Facebook, Wikipedia en YouTube; • het gebruik van merken op het internet; de verhouding tussen merken en domeinnamen en de oplossing van domeinnamengeschillen. Per week wordt twee uur hoorcollege gegeven. Literatuur voor dit vak wordt op BlackBoard beschikbaar gesteld. Het tentamen wordt in beginsel schriftelijk afgenomen. Bij het tentamen is uitsluitend het gebruik van de wetteksten toegestaan. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar Aanbevolen wordt om in het eerste semester één van de volgende vakken gevolgd te hebben: Auteursrecht, Industriële eigendom, Actualiteiten internetrecht; verplicht is dit echter niet. Voor contact bent u welkom op kamer 6A-34. Wie iets wil bespreken of een afspraak wil maken kan verder een e-mail sturen naar
[email protected].
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten contacturen periode coördinatoren periode doel
inhoud
literatuur toetsing
opmerkingen
Interfacultair keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 60000010 6 24 (4 werkcollege, 20 hoorcollege) in de basiscursus. In het vervolgtraject zijn er enkele persoonlijke begeleidingsgesprekken. 1, 2, 3 en 4 dr. J.A. Jordaan (contactpersoon); drs. B.G. Keuper • 1e en 2e periode -basiscursus op de donderdagmorgen • 3e en 4e periode -vervolgtraject, het dagdeel varieert Studenten verwerven kennis van en inzicht in actuele thema’s en ideeën ten aanzien van de armoede- en ontwikkelingsproblematiek in Afrika en kunnen deze begrijpen, analyseren en in een historische en multidisciplinaire context plaatsen. Ook kunnen studenten reflecteren op een deelterrein van de ontwikkelingsproblematiek door het schrijven van een werkstuk en het deelnemen aan discussies. Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus (periodes 1 en 2) en een vervolgtraject (perioden 3 en 4). De basiscursus (voor 6 ects) omvat een serie van tien hoorcolleges waarin vanuit verschillende disciplines aspecten van ontwikkelingsvraagstukken besproken worden aan de hand van voorbeelden over Afrika. Daarnaast zijn er twee werkcollege bijeenkomsten ter stimulering van reflectie en discussie. Het vervolgtraject (3 tot 12 ects) kan ingevuld worden met het deelnemen aan het simulatiespel Africulture over rurale ontwikkeling in Afrika en het schrijven van een werkstuk naar aanleiding hiervan; met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp uit de lezingenserie van de Society for International Development (SID) op de VU; of over een onderwerp naar eigen keuze. Szirmai, A., The Dynamics of Socio-Economic Development. An Introduction. Cambridge University Press. 2005. schriftelijk tentamen 65 procent essay 35 procent Een informatieboekje met nadere beschrijving van basiscursus en vervolgtraject is aan te vragen bij: Mw. G.E. Heemskerk, Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde (FEWEB), Afd. Ontwikkelingseconomie, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 2E-71, tel. 020-5986140, e-mail:
[email protected].
naam code studiepunten coördinator periode doel
Internationaal en EG-belastingrecht (M) 201550 12 prof.dr.mr. F.P.G. Potgens (kamer 1D-38, tel. (020) 59 86295) week 15 - 24 Het doel van dit vak is de student inzicht te verschaffen in de beginselen van belastingheffing van grensoverschrijdende inkomsten, winsten en vermogen, alsmede van de invloed van het Europees recht op de heffing van de directe belastingen en de vormgeving van belastingverdragen. inhoud De stof omvat voor wat betreft het onderdeel internationaal belastingrecht de Examonderdelen
77
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
toepassing van belastingverdragen, de doorwerking van de buitenlandse belastingplicht voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting onder de werking van belastingverdragen en de toepassing van het Besluit ter voorkoming van dubbele belasting 2001. In het onderdeel Europees belastingrecht zal worden ingegaan op de invloed van de vrijheden van het EG-verdrag (met name vestigingsvrijheid, vrijheid van dienstverlening en vrijheid van kapitaalverkeer) op de directe belastingen, alsmede op de harmonisatie van belastingrecht in de EU door middel van richtlijnen (moeder/dochter-richtlijn, fusierichtlijn, rente/royalty-richtlijn). Wekelijks vinden twee onderwijsbijeenkomsten plaats. Dit betreft gecombineerde hoor/werkcolleges. Deze worden verzorgd gedurende negen weken, twee maal vier uur per week.Van de studenten wordt een actieve participatie tijdens de gecombineerde hoor/werkcolleges verwacht. • C. van Raad, Cursus belastingrecht, Internationaal Belastingrecht (hierna aangehaald als 'Cursus IBR'; Kluwer-Deventer 2007 , Studenteneditie 2009/2010 • Brandsma/Van der Paardt/Pancham en Weber, Europees Belastingrecht (hierna aangehaald als 'Cursus EBR"); Kluwer-Deventer 2008. • Teksten Internationaal & EG belastingrecht, editie 2009/2010, KluwerDeventer. • Op 'Blackboard' geplaatste jurisprudentie, besluiten richtlijnen en andere publicaties Schriftelijk tentamen met open vragen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3)
naam Internationaal ondernemingsrecht (M) code 201613 Internationaal ondernemingsrecht is een verplicht vak voor de afstudeerrichting Ondernemingsrecht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. P. Vlas (kamer 1D-14, tel. (020) 5986304) docenten prof.mr. P. Vlas; mr. M. Zilinsky periode week 2 - 9 doel Het doel van het vak is het leren oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtstelsels voor de toepassing in aanmerking komen, in het bijzonder problemen waarbij ondernemingen zijn betrokken. inhoud Internationaal ondernemingsrecht kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende (privaatrechtelijke) onderwerpen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels zijn verbonden. Ook in de bedrijfsjuridische praktijk zal men met deze internationale rechtsverhoudingen te maken krijgen. Denk aan internationale koopcontracten, internationale samenwerkingen (joint ventures) tussen 78
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis
voorkennisvakken
ondernemingen, gevallen van internationale productenaansprakelijkheid, erkenning van buitenlandse rechtspersonen, geldigheid van rechtskeuze- en forumkeuzeclausules in internationale contracten, etc. Daarbij rijzen vragen naar het op de rechtsverhouding toepasselijke recht en de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. Het vak bestaat uit hoorcolleges. Op de hoorcolleges wordt telkens een specifiek onderwerp behandeld. De behandeling van de onderwerpen geschiedt aan de hand van de in de syllabus opgenomen casusposities. Van de studenten wordt een actieve deelname aan de colleges verwacht. Ter voorbereiding van elk hoorcollege dienen de studenten de casusposities (case studies) voor te bereiden. Naast de stof van de colleges dienen bestudeerd te worden nader op te geven gedeelten uit: • P. Vlas, Rechtspersonen, Praktijkreeks IPR, deel 9, Deventer: Kluwer, 2002; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlands Internationaal Privaatrecht, 9e druk, Deventer: Kluwer, 2008; • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, uitgave T.M.C. Asser Instituut. Schriftelijk tentamen (casusvragen). Na Contractenrecht, Goederenrecht en Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I én nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3)
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Internationaal privaatrecht (notarieel recht) (Mnot) 211413 6 prof.mr. P. Vlas (kamer 1D-14, tel. (020) 59 86304) prof.mr. P. Vlas; mr. M. Zilinsky week 36 - 44 Het oplossen van internationale notarieel-juridische problemen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. inhoud Internationaal privaatrecht (IPR) kan worden omschreven als het geheel van regels betreffende privaatrechtelijke rechtsverhoudingen die internationale aspecten vertonen, doordat zij met meerdere rechtsstelsels verbonden zijn. Ook in de notariële praktijk zal men met deze rechtsverhoudingen te maken krijgen. Zo kan een in Nederland opengevallen nalatenschap toebehoord hebben aan een erflater met een buitenlandse nationaliteit of vermogensbestanddelen omvatten die in het buitenland gelegen zijn (bijvoorbeeld een huis of een effectendepot). Ook kan de geldigheid van een door een Nederlander in het buitenland gemaakt testament discutabel zijn. Voorts doen huwelijken tussen echtgenoten van verschillende nationaliteit vragen van internationaal huwelijksgoederenrecht rijzen. werkwijze Gedurende de eerste twee weken van het semester zullen hoorcolleges worden gegeven, waarin de aard en methode van het IPR, de bronnen en Examonderdelen
79
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
enkele algemene onderwerpen van personen- en familierecht aan de orde komen. Deze colleges vallen samen met de colleges IPR-I. Aansluitend wordt gedurende zeven weken hoorcollege gegeven, waarin aandacht zal worden besteed aan de specifiek notariële onderwerpen van IPR: erfrecht, huwelijksgoederenrecht en vennootschapsrecht. Tevens zullen notariële praktijkgevallen worden behandeld. Naast de op de colleges behandelde stof moeten worden bestudeerd nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, 9e druk, 2008; • I.S. Joppe, Huwelijksvermogensrecht, Praktijkreeks IPR, deel 7, tweede druk 2003; • Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar in de VU-boekhandel de syllabus Internationaal privaatrecht-Notariaat met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemd studiemateriaal, alsmede de te behandelen praktijkgevallen. Voor studenten die de deeltijdopleiding volgen en niet in staat zijn de colleges bij te wonen, is in de syllabus een lijst met vervangende literatuur opgenomen. Mondeling tentamen, zulks in overleg met prof. mr. P. Vlas. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht en de voorkennisvakken zijn behaald! 211202 : Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2)
naam Internationaal privaatrecht I (M) code 201506 Internationaal privaatrecht I is verplicht voor de afstudeerrichtingen Privaatrecht en Internationaal en Europees recht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. P. Vlas (kamer 1D-14 tel. (020) 59 86304) docenten prof.mr. P. Vlas; mr. M. Zilinsky periode week 36 - 44 doel Het oplossen van internationale problemen van privaatrechtelijke aard, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. inhoud Het vak Internationaal privaatrecht (IPR) houdt zich bezig met de vraag welk recht van toepassing is op privaatrechtelijke verhoudingen met internationale elementen, waarbij meerdere rechtsstelsels voor toepassing in aanmerking komen. Voorts rijst de vraag of aan de Nederlandse rechter de bevoegdheid toekomt om kennis te nemen van geschillen omtrent dergelijke verhoudingen, dan wel of een buitenlands vonnis in Nederland voor erkenning en tenuitvoerlegging in aanmerking komt. Verdragen en EGVerordeningen vormen een belangrijke bron van IPR, terwijl in het kader van 80
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
de voortgaande codificatie van het Nederlandse IPR tal van afzonderlijke wetten gelden. Daarnaast blijft de bron van het ongeschreven recht, tot uitdrukking komend in de rechtspraak, van belang. Op de colleges wordt uitvoerig aandacht besteed aan de bovengenoemde driedeling (toepasselijk recht, rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van vreemde vonnissen). Voorts zullen in werkcolleges, oude tentamenopgaven worden behandeld, waarbij van de studenten een actieve inbreng wordt verwacht. Naast de stof van de colleges dienen bestudeerd te worden nader op te geven gedeelten uit: • Internationaal Privaatrecht, Verordeningen, Verdragen en Wetten, uitgave T.M.C. Asser Instituut/Stichting Ars Aequi; • Internationaal Privaatrecht, Rechtspraak, uitgave T.M.C. Asser Instituut; • L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht, 9e druk, 2008; Bij het begin van de colleges is voorts verkrijgbaar in de VU-boekhandel Syllabus Internationaal privaatrecht I met daarin opgenomen de te bestuderen nummers uit bovengenoemde werken, alsmede de op de werkcolleges te behandelen casusposities. Schriftelijk tentamen (casusvragen) Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! In het studiejaar 2009-2010 wordt ook avondonderwijs aangeboden. 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
naam Internationaal privaatrecht II (masterclass) (M/Mnot) code 201788 Internationaal privaatrecht II is een optioneel verplicht vak voor de verschillende afstudeerrichtingen (zie omschrijving afstudeerrichtingen) studiepunten 6 docent prof.mr. P. Vlas (Kamer 1D-14, tel. (020) 59 86304) periode week 5 - 14 doel Verdieping in bepaalde actuele onderwerpen van internationaal privaatrecht (capita selecta), waarbij naast inhoudelijke behandeling van het gekozen onderwerp de student in de vorm van een masterclass getraind wordt in juridische vaardigheden. inhoud Gedurende tien weken worden o.l.v. prof. Vlas in de vorm van een masterclass recente ontwikkelingen op het terrein van het IPR besproken. Tijdens de masterclass worden nieuwe rechtspraak en regelgeving besproken. De onderwerpen kunnen variëren van personen- en familierecht tot vermogens- en procesrecht. werkwijze In verband met de aard van de masterclass is een regelmatige en actieve deelname aan de masterclass vereist. De masterclass wordt, afhankelijk van het aantal deelnemers, gedurende maximaal tien weken gegeven, gedurende twee uur per week. Van iedere student wordt verwacht dat hij de tijdens de masterclass te behandelen onderwerpen goed voorbereid en intensief aan de bespreking van deze onderwerpen deelneemt. literatuur Voor iedere wekelijkse masterclass wordt literatuur en rechtspraak via Examonderdelen
81
Blackboard ter beschikking gesteld. toetsing Na afloop van de masterclass ontvangt iedere deelnemende student een takehome-tentamen en volgt een mondeling evaluatiegesprek over het door de student gepresenteerde werk. De datum van dit eindgesprek wordt bepaald in overleg met prof. mr. P.Vlas. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! voorkennisvakken 201506 : Internationaal privaatrecht I (M) (of) 211413 : Internationaal privaatrecht (notarieel recht) (Mnot) (of) 201613 : Internationaal ondernemingsrecht (M) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak subject code credits lecturer 82
Internationaal sociaal recht (B3/M) 201789 6 prof.dr. K. Boonstra (kamer 6A-18, tel. (020) 5988183) week 15 - 25 De studenten leren de internationale organisaties die zich met de ontwikkeling van internationale arbeidsnormen bezighouden kennen; de ILO, Raad van Europa en de EU. Zij leren de belangrijkste normen en hun verschillende wijzen van doorwerken in het nationale rechtsstelsel, alsook de verschillen tussen de organisaties en normen kennen. Het Nederlandse arbeids-, socialeverzekerings- en pensioenrecht wordt sterk beïnvloed door het internationale recht. De Nederlandse Staat heeft zich door lidmaatschap van de internationale organisaties en de ratificatie van verdragen verplicht om de wet en praktijk aan te passen aan normen over uiteenlopende zaken als: vrijheid van vakvereniging en stakings- recht, minimumnormen voor socialezekerheidsregelingen, discriminatie in verband met de arbeid en arbeidsvoorwaarden, minimumloon, arbeidsomstandigheden, arbeidsbemiddeling enzovoort. Vaak betreft het normen die kunnen worden gerekend tot de grond- of zelfs mensenrechten, maar het kan ook gaan om eenvoudig regelend recht of harmonisering van verschillende rechtsstelsels. In dit vak zullen we elk van de genoemde organisaties onderzoeken op de grondbeginselen, samenstelling, actoren, instrumenten en de toezichtmechanismen. De verschillende organisaties zullen onderling worden vergeleken. Gedurende twee uren per week worden werkgroepen gegeven, deelname aan deze werkgroepen is verplicht. Wordt nog nader bekendgemaakt. De literatuur wordt op blackboard geplaatst. Schriftelijk door middel van het schrijven van een paper. Deelname aan dit vak is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 200360 : Sociaal recht (B3) International Commercial Arbitration (IBL/Ex.) 200953 6 dr. J. van Haersolte-van Hof (e-mail:
[email protected]) Rechtsgeleerdheid
period week 36 - 43 aim The aim of this course is to introduce students to the contemporary practice of international commercial arbitration and the core internationally applicable instruments, rather than individual national legislation. It also aims through practical exercises to allow students to develop skills in drafting arbitral clauses and in dealing with procedural issues that arise in arbitration. content The course will focus on arbitration, the preferred method of dispute resolution in international trade. Attention will be given to major arbitral institutions and their rules of procedure, as well as ad hoc arbitration; the arbitration agreement with respect to drafting as well as its formal and substantive validity; the State as a party to arbitration; applicable procedural and substantive law; and the supporting and supervisory role of the national courts, taking into account, in particular, the UNCITRAL Model Law on International Commercial Arbitration and the 1958 New York Convention on the Recognition and Enforcement of Foreign Arbitral Awards form of tuition Lectures; student presentations literature • Reader International Commercial Arbitration containing excerpts from: International Encyclopedia of Comparative Law, Volume XVI, Civil Procedure, Chapter 12, 'Arbitration' by Pieter Sanders (J.C.B. Mohr (Paul Siebeck) 1996) • Alan Redfern and Martin Hunter, Law and Practice of International Commercial Arbitration, 3rd ed. (Sweet & Maxwell 1999) (pp. 483-489 in New Materials) • International Council for Commercial Arbitration, Congress Series no. 9, Gen. Ed., Albert Jan van den Berg, Improving the Efficiency of Arbitration Agreements and Awards: 40 Years of Application of the New York Convention (Kluwer Law International 1999) • Jan Paulsson, Nigel Rawding, Lucy Reed and Eric Schwartz, The Freshfields Guide to Arbitration and ADR. Clauses in International Contracts (Kluwer Law International 1999) • Pieter Sanders, The Work of UNCITRAL on Arbitration and Conciliation (Kluwer Law International 2001) • United Nations Commission on International Trade Law, Vienna, UNCITRAL Model Law on International Commercial Arbitration, "Explanatory note of the UNCITRAL Secretariat on the Model Law on International Commercial Arbitration" (UN Publication V.93-91207, February 1994). mode of assessment Evaluation will be in the form of an exam and in-class participation. subject code credits co-ordinator
International Company Law (M/IBL/Ex.) 200936 6 mr A.J.M. Klein Wassink (room 6A-31, telephone +31 (0)20 59 86284 email:
[email protected]) lecturer prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg period week 5 - 14 aim This course is intended for students from abroad as well as for regular students of the faculty. Through international trade and transnational activities of companies as well Examonderdelen
83
content
literature mode of assessment entry requirements
remarks subject code credits co-ordinator period aim content
literature mode of assessment 84
as non-commercial organisations, contacts with companies and organisations of different national laws are becoming more intense. National laws in these areas differ in many, often unexpected, ways. The objective of this course is to broaden the perspective and understanding of the participants of differences in legal approaches to commercial and noncommercial organisations and deepen their knowledge and insight of international influences, especially the law of the European Union, on company and corporation law. • Introduction: the approach of common law and civil law concerning company law. • Basics of European company law. • Law of trusts, foundations and associations. • Internal governance of companies. • Liability of directors and supervisory directors. • Securities and regulation of stock exchanges • Rights and obligations of shareholders. • Anti-take-over devices and transnational merger. • Reader International Company Law; • EC Directives & EC Documents on company law. Paper, oral presentation and oral exam. IBL students and Exchange students must have successfully finalised courses on the basics of Company Law (exam required). Dutch students must have successfully finalised the following course: Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Course will be given in English. An active command of the English International Contract Law (IBL) 200971 4 O.O. Cherednychenko (room (6A-29, telephone +31 (0)20 59 86292 e-mail:
[email protected]) week 44 - 51 The main goal of this course is to equip students with the knowledge on the basic terminology and concepts of international contract law and their application in international contract practice. The purpose of this course is to familiarise students with the basics of terminology and concepts of international contract law, and to explain how these concepts are generally applied in international commercial contract practice. The referential framework is provided by the Principles of International Commercial Contract 1994 (Unidroit) and the Principles of European Contract Law. The course examines the way these Principles, as well as the major legal systems, deal with pre-contractual liability, formation of contract, validity, agency, interpretation, hardship and remedies. This course provides the necessary basis for the course International Specific Contracts Law where the aforesaid topics will be elaborated in the context of the international supply of goods, international carriage of goods, and distribution contracts Reader (VU Bookstore). A written examination. Rechtsgeleerdheid
subject code credits co-ordinator lecturer period aim content
form of tuition literature mode of assessment target audience remarks
International Crimes (M/Mcrim/Ex.) 200901 6 dr. J. van Wijk (kamer 8A-22, tel. (020) 59 82981) dr. J. van Wijk week 36 - 44 The aim of this course is to make students familiar with the concepts, nature, causes and consequences of international crimes such as war crimes, crimes against humanity and genocide. In this course the concepts and definitions of international crimes such as war crimes, crimes against humanity and genocide will be discussed. Students should know the difference between these types of criminality and ordinary crimes and know when, where and why these types of crime occur. We will focus on the social context in which these crimes are committed. The preconditions and facilitating factors to this type of criminality will be pinpointed and the relationship between political conflict and GHRV will be analyzed. Attention will be given to themes such as: the circular logic of political terror, the genocidal process, the role of ideologies. The political dynamics of the state which used political violence and the possible role of third states and the international community will be analyzed. In the course we will furthermore analyze when and why and under what conditions others can intervene and how they can intervene and give a brief insight in how states can and should deal with international crimes in a period of transition. Interactive lectures. Smeulers and Grünfeld (2010, forthcoming) International crimes and other gross human rights violations - towards and interdisciplinary approach Reader with articles Paper. The course is open to ICC-students, LPIS-students and a limited number of Exchange students. Attendance obligatory
subject code credits co-ordinator lecturer period aim
International Criminal Courts and Tribunals (M/Mcrim/Ex.) 200904 6 prof.mr. E. van Sliedregt prof.mr. E. van Sliedregt week 45 - 4 This course enables students to acquire and deepen their knowledge of the international criminal justice system. At the end of the course students will have learnt about substantive and procedural law issues that lie at the heart of international criminal law. By adopting a comparative criminal law method, this course also provides students with a better understanding of their own national criminal law system. content With the trials of 'major war criminals' in Nuremberg and Tokyo after WW II the international community made clear that international crimes (genocide, crimes against humanity, war crimes), even when committed by sovereigns or senior government officials, should not go unpunished. The famous quote taken from the Nuremberg Judgement that 'crimes against international law Examonderdelen
85
form of tuition literature mode of assessment target audience remarks reqd. subjects
subject code credits co-ordinator period aim content
form of tuition literature mode of assessment remarks
86
are committed by men, not by abstract legal entities' underlies the development of a system of international criminal justice. The establishment of the International Tribunal for the Former Yugoslavia (ICTY) and the International Criminal Tribunal for Rwanda (ICTR), and the adoption of the Rome Statute establishing an International Criminal Court represent the maturation of the international criminal justice system. The Netherlands as host-country of the ICTY and the ICC has contributed considerably to this development. There will be 9 lectures (one every week), of which one lecture is a guest lecture. Robert Cryer et al. (eds.), An Introduction to International Criminal Law & Procedure, Cambridge 2007. Reader with course information and additional reading materials. Paper. Master students of the Master Programme in International Crimes and Criminology. Attendance obligatory and required preparation by students. 200355 : Materieel strafrecht (B2) 212304 : Materieel strafrecht (BC2) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 212305 : Formeel strafrecht (BC3) International Economic Law (IBL/M/Ex.) 200972 8 dr. H.M.G. Denters (room 1D-16, telephone +31 (0)20 59 86305) week 36 - 51 To gain insight into the substantive principles and rules, the decision making process and modalities of dispute settlement in international economic relations. The course focuses on the evolution and progressive development of international economic law since 1945. International economic law will be introduced in the context of public international law. The relationship between the IMF, World Bank and WTO/GATT is a recurring theme. A premise in the course is that the IMF and the WTO are two sides of one coin. Issues such as IMF conditionality, convertibility and sovereign debt are highlighted. The institutional framework and the functioning of the WTO will also be discussed. Issues will be non-discrimination in trade, subsidies, dumping, safeguard measures, dispute settlement, balance of payments measures, preferential treatment and trade/environment problems. Key issues of international investment law are also discussed. Lectures and class discussions. • Course Book, International Economic Law; • Peter van den Bossche, The Law and Policy of the World Trade Organisation, Cambridge University Presse, 2005. 2 assignments (40%) and exam (60%). Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for exchange and IBL students as well as for regular students of our faculty. Rechtsgeleerdheid
Furthermore exchange students must have successfully finalised a basic courses on International Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Volkenrecht. subject code credits co-ordinator period aim
content
form of tuition literature mode of assessment remarks
International Humanitarian Law (M) 200985 6 dr T. Gazzini (room 1D-08, tel. 0031 (0) 20 59 86207) week 45 - 4 After completion of this course the student should: • Have a thorough understanding of the sources of international humanitarian law, especially the four Geneva Conventions and their Additional Protocols • Know the historical development of international humanitarian law • Know and understand the basic categories, rules, principles and doctrines of international humanitarian law • Be able to apply international humanitarian law to actual situations of armed conflict • Understand the difficulties that arise in applying international humanitarian law to contemporary armed conflicts • Be able to critically reflect on the foundations of international humanitarian law and to be able to discuss possible proposals for reform. This course deals with the body of law applicable in times of armed conflict. It takes up questions such as: Who counts as a combatant under international law? • What are military objectives and what means of warfare may be lawfully employed? • What are the rights and duties of an occupying power? • What is the position of ´terrorists´ under international humanitarian law? The course includes a role play, organized in cooperation with the Red Cross, where students have to apply international humanitarian law to concrete problems arising at the battlefield. The role play will be judged by a panel of experts from the military, the Red Cross, the international criminal tribunals and research institutions. Lectures, discussion, role play. To be announced. Assignments, role play. An active command of the English language is required. The course is open for Master students who have successfully completed the course 'Public International Law' (or the Dutch equivalent 'Volkenrecht').
subject code credits co-ordinator
International Insolvency Law (IBL/Ex.) 200947 4 prof.mr. B. Wessels (room 6A-37, telephone +31 (0)78 6290028 e-mail:
[email protected]) period week 5 - 12 aim The specific short-time goals of the course are: • to acquaint participants with policy issues behind insolvency legislation; • to recognise the diversity of interest of all stakeholders (different Examonderdelen
87
creditors, debtor); to specify specific roles and tasks in given insolvency proceedings (aim of the proceeding, role of office holders and courts); • to understand, interpret and apply the recent (draft-) legislation dealing with cross-border insolvency cases; • to identify practical and commercial issues raised during a cross-border settlement of a given case; • to transfer skills necessary to apply aforementioned legislation to make international insolvency law work in practice. For all participants the general, longer term goals of the course are: • to gather materials, knowledge and experience to be able to provide adequate advice to a country's legislator (considering renewal of its domestic legislation) or to a foreign client seeking for advice with regard to his legal position; • to recognise the on-going need of streamlining the procedures within the court(s) to permit international insolvency matters to proceed quickly and efficiently; and • to identify and recognise that policy choices reflected in the bankruptcy legislation carry various economic costs both at the micro (enterprise) level and at the macro-economic (country-wide) level. content The course focuses on the concept of insolvency (reorganizations, winding up, bankruptcy) and the formal and informal ways in which corporate insolvency are regulated by legislation or regulation of a different nature. The subject involves considerations with regard to insolvency from the point of view of a countries market and economy (in development or in transition), the view of a debtor, a creditor and an insolvency administrator, and the role of a court. Emphasis is placed on the insolvency law in corporate practice and the effectiveness of mechanisms for dealing with cross-border insolvency. Recent results of cross-border collaboration will be dealt with in detail, with practical case illustrations, e.g. the United Nations Committee on International Trade Law (UNCITRAL) Model Law on Cross-Border Insolvency of 1997, its enactment in a new Chapter 15 in the US Bankruptcy Code in 2005 and several other countries, and the EU Regulation on Insolvency Proceedings of 2002, including court cases applying this Regulation from courts in around 10 European countries, including such cases as Daisytek, Parmalat, Collins & Aikman and BenQ Mobile. The course addresses substantive insolvency laws in key jurisdictions, the access of foreign representatives of the estate and creditors in domestic courts, the recognition of foreign proceedings, the coordination of concurrent proceedings and the cross-border collaboration between judges and liquidators. literature A hard copy binder with all key materials will be provided for. Additional materials will be available electronically mode of assessment The method of exam is a 20% for active participation, a 20% for more detailed answers asked during the course (Socrates method), and 60 % for a 3 hour written exam. Students who take up the challenge to do a 15 minutes oral presentation on a theme, chosen by the lecturer, can earn 30% of the end marks. •
88
Rechtsgeleerdheid
subject code credits co-ordinator period aim
International Intellectual Property Law (IBL/Ex.) 200991 6 prof.dr. M.R.F. Senftleben (room 6A-34, tel. +31 (0)20 59 86287) week 5 - 13 The course provides an overview of the international legal framework for the protection of intellectual property (IP). Participants will obtain a general understanding of the role of IP protection in international trade, underlying policy considerations and the current debate on imbalances in the international protection system. content The course focuses on the principles and minimum standards of protection established in the Berne Convention for the Protection of Literary and Artistic Works, the Paris Convention for the Protection of Industrial Property (see www.wipo.int/treaties/en/) and, in particular, the Agreement on TradeRelated Aspects of Intellectual Property Rights (TRIPS) (see www.wto.org/english/docs_e/legal_e/legal_e.htm). The following issues will be raised: • the adaptation of the copyright system to the digital environment; • patent protection and public health; • the relationship between individual and collective rights in signs: trademarks and geographical indications; • the discussion on the protection of traditional knowledge and traditional cultural expressions. International IP registration systems constitute an additional topic of the course. In this regard, the Madrid System for the International Registration of Marks (see www.wipo.int/madrid/en/) will serve as an example. literature The WIPO Intellectual Property Handbook and additional material that will be made available on BlackBoard. mode of assessment Student presentations of case law 50%. Written exam 50%. subject code credits co-ordinator
International Labour Law (BL/Ex) 200948 6 prof.dr. K. Boonstra (room 6A-18, telephone: +31 (0)20 59 88183 e-mail:
[email protected]) period week 44 - 51 aim Through a general Introduction in international labour law and international social security law students will be made familiar with the institutional framework and the legal nature of international social law ( from both a global and a regional perspective), and various legislative techniques, material aspects and the impact of international social law on the Dutch national legal order. content Through the course several topics are discussed: • the institutional framework within which international social law has come into existence • the legal nature of international social law and various legislative techniques • the main principles of international social law seen from a material point of view Examonderdelen
89
the impact of international labour law on the Dutch national legal order Reader International Labour Law, Literature; • Reader International Labour Law, Materials. mode of assessment Presentation, paper(s) and written examination. literature
subject code lecturer credits period aim content
form of tuition literature
mode of assessment target audience remarks
• •
International Relations Theory 705139 dr. E.B. van Apeldoorn 6 1st half 1st semester. • Acquiring knowledge of and insight into contemporary world politics. • Introduction to rival theories and concepts of International Relations and their application to contemporary international and global affairs. This course offers students an introduction to the subject of International Relations (IR), examining in particular the main concepts and rival theoretical perspectives that IR has to offer. What are the main actors in world politics? And which structures shape the behaviour of those actors? Is world politics driven by (political) power, by economic forces, by ideas, institutions, or possibly even legal norms? We will review how different theories provide fundamentally different answers to these key questions. One central theme in our review of current debates is whether what many view as the globalisation of world politics is changing, or ought to change, the way we conceptualise and theorise about world politics. Whereas traditionally the object of study for IR has been the conflict between and co-operation of sovereign states, this model is increasingly regarded as outdated inasmuch as more and more non-state actors such as multinationals, NGOs and transnational social movements and groups appear to play a prominent role in world politics. With this less traditional themes such as the global economy and global governance have also come to the fore. On the other hand, there are still many instances where state power is very visible. Moreover, recent developments have also once more brought home the message that the `classical theme' of war and peace has not lost its relevance in this new era of globalised world politics. Lecture. • John Baylis and Steve Smith (eds.) (2005). Globalization of World Politics: An Introduction to International Relations (3rd Edition). Oxford University Press. (appr. 40 euro). • Richard Little, Michael Smith (eds) (1999) Perspectives on World Politics (3rd Edition). Routledge. (appr. 35 euro). Testamur based on written examination (70 %) and a written assignment (30%). Students of the LLM Law and Politics of International Security. • This ourse is taught as part of the 2nd year Bachelor Political Science Course, International Relations. • It is obligatory to subscribe for this course in TIS.
subject International Security (M) code 200986 credits 6 90
Rechtsgeleerdheid
co-ordinator dr. W.M. Wagner period week 45 - 4 aim The course aims at familiarizing students with prominent issues of and theoretical perspectives on international security politics. The course aims at familiarizing students with prominent issues of and theoretical perspectives on international security politics content The course is divided into two main parts. The first part addresses the prospects and limits of security institutions. Whereas neorealist authors point to anarchy and the security dilemma as obstacles to cooperation, institutionalists demonstrate how institutions help to establish norms of appropriate behaviour, increase transparency and build trust among participants. The second part on domestic politics and international conflict focuses on the distinct impact of democratic politics on conflict behaviour. literature • Booth, Ken/Wheeler, Nicholas 2008: The Security Dilemma. Fear, Cooperation and Trust in World Politics, London: Routledge. • Additional literature mode of assessment • Class participation and assignments subject code credits co-ordinator period aim content
literature mode of assessment
International Specific Contracts Law (IBL) 200909 8 O.O. Cherednychenko (room 6A-29, telephone +31 (0)20 59 86292 e-mail:
[email protected]) week 9 - 21 The main goal of this course is to equip students with the knowledge and skills to negotiate and draft contracts in international commercial trade practice. This course builds upon the basis provided by the course International Contract Law. It focuses on the specific contracts that are considered most relevant form international commercial practice: sale of goods, carriage of goods, and distribution of goods and services. Students will examine the rights and duties of the parties to these contracts, having regard to the following relevant rules: the INCOTERMS 2000, the UN Convention on International Sale of Goods 1980 (CISG), the Hague-Visby Rules, the Warsaw Convention, the CMR, the Unidroit Model Franchise Disclosure Law, and the International Chamber of Commerce Model International Franchising Contract. Having regard to the aim of the course, a large number of sample clauses are discussed during the lectures. Reader (VU Bookstore). Grades will be based on written assignments and a written examination.
subject code credits co-ordinator
International Tax Law (IBL/Ex.) 200949 6 prof.mr. J.W. Bellingwout (room 1D-40, telephone +31 (0)20 59 86317 e-mail:
[email protected]) period week 44 - 51 aim You will acquire a structured understanding of the concepts and principles of international tax law. You will know • what to look for when dealing with international tax situations; Examonderdelen
91
the right questions to ask; the different approaches of national tax systems; and • how to apply tax treaties. Perhaps most importantly, you will obtain an overview of the framework of international tax law. This will provide you with the background knowledge and the confidence to pursue specific enquiries independently. content This course discusses the principles and mechanisms of international (direct) taxation of companies, the contents and effects of EC corporate tax directives and the impact of EC case law on the tax systems of EU members. The emphasis is on concepts rather than on technical details. The perspective is multilateral (mainly OECD and EU) rather then domestic, although examples of approaches and systems of various OECD Member States will be given. literature Reader containing various articles and overviews. mode of assessment Grades will be based on an essay and on a written test. • •
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken 92
Internationale contracten (M) 201790 6 mr. R.I.V.F. Bertrams (kamer 1D-26, tel. (020) 59 86305) week 41 - 51 Het doel van dit vak is de studenten vertrouwd te maken met diverse aspecten, structuren en problemen die kenmerkend zijn voor internationale, veelal omvangrijke en langlopende commerciële contracten en begrip bij te brengen van de internationale handelspraktijk in het algemeen. Hierdoor geldt het vak tevens als voorbereiding op een toekomstige werkkring in de advocatuur, het bedrijfsleven en internationale organisaties. De inhoud bestaat uit acht verschillende onderwerpen. Met opzet zijn onderwerpen gekozen waarmee men tijdens de studie niet of nauwelijks in aanraking komt, maar waar men later in de praktijk juist wel mee te maken kan krijgen. De onderwerpen bevatten veelal elementen die het strikt juridische overschrijden en ook de financiële en commerciële kanten van internationale transacties raken. De materie is niet eenvoudig. De aanpak is praktijkgericht. Ter oriëntatie worden hier de onderwerpen uit 2008 vermeld: force majeure/hardship clausules; internationale bouwcontracten; internationale fusies en overnames; exportkredietverzekering; betaling en zekerheden bij internationale contracten; franchising; internationale handelsarbitrage; internationale faillissementen. Een gedeelte van het onderwijs wordt gedoceerd door praktijkjuristen uit bedrijfsleven en advocatuur. Voor nadere gegevens raadplege men de berichten in Ad Valvas in augustus/september en Blackboard. Acht colleges van twee uur. Het bijwonen van deze colleges is verplicht. Het studiemateriaal, gedeeltelijk Engelstalig, is gebundeld in een syllabus. Het schrijven van een paper volgens de aanwijzingen vermeld in de syllabus. Een gedeelte van deze toets kan vervangen worden door een schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) Rechtsgeleerdheid
200209 : Goederenrecht (B2/BN2) subject Internship (IBL) code 200973 credits 6 naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
IT Analyse jurisprudentie internetrecht 201862 6 mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 59 86215,
[email protected]) week 36 - 25 (naar keuze in te delen) Het verhelderen van rechterlijke uitspraken op het terrein van het internetrecht, door de onderliggende internettechnologie te analyseren en de juridische uitkomst naar aanleiding van deze analyse mogelijk te wijzigen. Hierbij worden zowel praktische vaardigheden geoefend zoals het vinden van relevante bronnen en het schrijven van een helder betoog, als inhoudelijke kennis op het terrein van IT & Recht verdiept. Wat 'recht' is op het internet blijkt niet altijd even helder te zijn. Dat heeft verschillende oorzaken. Soms is het niet duidelijk wat het juiste 'offline' equivalent is van een probleem op het internet, bijvoorbeeld bij de aansprakelijkheid van providers. Soms worden problemen als gevolg van de technologische mogelijkheden van het internet veel groter, bijvoorbeeld bij het inbreuk maken op het auteursrecht. Ook is het mogelijk dat de regels helder zijn, maar dat handhaving van deze regels betrekkelijk illusoir is, zoals bij de kopiëren van muziek via het internet. Bij sommige uitspraken kan men achteraf zelfs twijfel hebben over de deskundigheid van de rechter op het terrein van het internetrecht. Een van de problemen voor de rechter is dat deze niet altijd goed kan overzien wat er technisch plaats heeft gevonden. In dit vak worden een of meerdere recente uitspraken op het terrein van het internetrecht geanalyseerd. Onder andere door navraag bij partijen en advocaten wordt een technisch juiste reconstructie van de casus gemaakt. Naar aanleiding van de analyse zal mogelijk een andere juridische uitkomst kunnen worden gepresenteerd. Individuele begeleiding en een werkstuk. Afhankelijk van de geselecteerde rechterlijke uitspraken. Beoordeling werkstuk. Na een afgerond eerste bachelorjaar (Recht of Kunstmatige Intelligentie)
naam code studiepunten coördinator docenten
Jeugdrecht I (integratievak) (M/MCrim) 201572 6 mr. G.C.A.M. Ruitenberg (kamer 6A-12 , tel. (020) 59 86296) prof.dr.mr. M.V. Antokolskaia; mr. G.C.A.M. Ruitenberg; dr.mr. C. Blankman (en enkele gastdocenten.) periode week 42 - 51 doel Het verkrijgen van inzicht in diverse onderdelen van het Jeugdrecht en recente ontwikkelingen die zich in dit rechtsgebied voordoen. inhoud Aan zowel de privaatrechtelijke, strafrechtelijke als internationale aspecten van het Jeugdrecht wordt aandacht besteed. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer: het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Examonderdelen
93
werkwijze
literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis
94
Kind (IVRK), afstamming en adoptie, gezag en omgang, jeugdbescherming, de Wet op de Jeugdzorg, internationale kinderontvoering en jeugdstrafrecht. Hoorcolleges en werkgroepen. Tijdens de werkgroepen worden er twee stellingen gepresenteerd, waarna een groepsdiscussie plaatsvindt. Iedere student houdt een keer een mondelinge presentatie waarin een stelling wordt verdedigd danwel aangevallen. Tevens dient een annotatie bij een recente rechtelijke uitspraak te worden vervaardigd. • Reader Jeugdrecht I (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • J.E. Doek & P. Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, 'sGravenhage: Elseviers Bedrijfsinformatie 2009. Het resultaat wordt bepaald aan de hand van drie onderdelen: • schriftelijk tentamen (0,5) • annotatie (0,3) • mondelinge presentatie (0,2) Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Voor de werkgroepen geldt, in verband met de gekozen werkvorm, een aanwezigheidsplicht. Stellingen die tijdens de werkgroepen worden behandeld, moeten zijn voorbereid. Masterstudenten Criminologie, profiel Levensloop, kunnen dit vak ook volgen. Jeugdrecht II (M) 201791 6 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 37 - 25 (naar keuze) Het verdiepen van het inzicht dat door het volgen van het onderwijs in Jeugdrecht I (integratievak) is verkregen door kennismaking met de praktijk in de vorm van een - observerende - stage of een meer theoretische verdieping in een onderdeel van de stof door middel van een werkstuk of een literatuurstudie. De stageperiode bestaat uit vier weken bij voorbeeld bij de kinderrechter en wordt gevolgd door een aantal dagen voor het schrijven van een stageverslag. Bij een werkstuk of mondeling tentamen wordt met de betrokken student een bepaalde hoeveelheid literatuur (mondeling tentamen; circa 750 pagina's) of een studieprestatie van een bepaalde omvang (werkstuk; circa 15 pagina's) afgesproken. Van de student wordt veel zelfwerkzaamheid verwacht. Bij een stage inclusief het opstellen van het verslag en bij een werkstuk vindt begeleiding plaats door mr. C. Blankman. Een aanvraag voor een stageplaats dient tijdig (d.w.z. circa drie à zes maanden voor het geplande aanvangstijdstip) en gemotiveerd bij mr. C. Blankman te worden ingediend. In overleg samen te stellen. Werkstuk of mondeling tentamen. Bij een stage vindt de beoordeling plaats aan de hand van het stageverslag. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn Rechtsgeleerdheid
behaald en het voorkennisvak is behaald! voorkennisvak 201572 : Jeugdrecht I (integratievak) (M/MCrim) naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
voorkennis
opmerkingen voorkennisvakken subject code credits coördinator period aim
Jeugdstrafrecht (M) 201540 6 mr. C.J. Petiet; mr. H.A.J.M. Versteeg (kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234) week 15 - 25 Met behulp van literatuur en praktijk wordt aandacht besteed aan het gehele terrein van het jeugdstrafrecht. De taak van rechter, advocaat, officier en de ketenpartners worden belicht. De relatie tussen het civiele jeugdrecht en het jeugdstrafrecht komt ter sprake Er worden gastcolleges gegeven door vertegenwoordigers van genoemde Ketenpartners en er worden jeugdstrafrechtzittingen bijgewoond. Tevens wordt er een jeugdinrichting bezocht. Ook zijn studenten aanwezig bij een Ketenoverleg en doen zij een 'ministage' van drie dagen bij een advocaat die jeugdstrafrechtzaken behandelt. Kennis nemen van het materiële- en het formele jeugdstrafrecht en inzicht krijgen in specifieke vraagstukken op het terrein van het jeugdstrafrecht. Ervaring opdoen met de praktijksituatie (rechterlijke macht, OM, de jeugdadvocatuur en de keten) en daarbij betrekken de bijzondere sancties voor jeugdigen zoals de maatregel Hulp en Steun, ITB harde kern, CRIEM en jeugddetentie. Kennis nemen van de relevante internationale verdragen op het terrein van jeugdstrafrecht en jeugddetentie. De stof wordt doorgenomen in 8 colleges, waarbij een bijzonder actieve werkhouding van de deelnemers wordt verwacht. G. de Jonge en A.P. van der Linden, Jeugd & Strafrecht, leer- en praktijkboek over het (internationale) jeugdstrafrecht en jeugdstrafprocesrecht. Reader: in overleg met 'gastdocenten en advocaten'. • Paper, waarin opgenomen verslaglegging (waarin één uitgewerkt onderbouwd aspect) van meelopen advocatuur; • Schriftelijke toetsing n.a.v. een casus; • Eindgesprek gebaseerd op het boek. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald en het voorkennisvak is behaald! Deelname aan het vak staat alleen open voor Masterstudenten Strafrecht die bij voorkeur ook- aan het integratievak jeugdrecht hebben deelgenomen. Er kunnen maximaal 12 studenten deelnemen aan dit vak 201537 : Verdieping strafrecht (M) 201572 : Jeugdrecht I (integratievak) (M/MCrim) (sterk aanbevolen.) Juridisch Engels (M) 200938 6 F.M. Gilligan (
[email protected]) (All academic terms (3 x per year)) To provide students with a solid grounding in the theory, language and Examonderdelen
95
content
form of tuition
literature mode of assessment entry requirements remarks
naam code studiepunten coördinator periode doel
96
practice of English Law. The course has a high Added Value. Participation in this course makes future foreign legal study and employment more likely. Education • Apprecitation of the problems of civil to common law translation • The historical development of the common Law System • The British Constitution • The court structure • The English judiciary • The English Legal Profession • Criminal procedure and substantive criminal law • The English law of contract and the concept of Consideration • British Company law Skills • Learning English law from English legal texts • Listening to lectures on English law given by a native speaker • Reading, understanding, summarising and critically comparing English case law. • Legal correspondence and e-mails • Writing an English C.V. • Writing a letter of job application in English • Drafting Legal memoranda in English • Researching documents and jurisprudence from legal internet sites • Preparing and presenting a Moot Court Student self study from English Legal Textbooks followed by Socratic and exercise based weekly tutorials (werkgroepen) of 2 academic hours. WERKGROEP. Hoog werkniveau en voorbereiding vereist. Aanwezigheid verplicht. Course syllabus, Textbooks, Jurisprudence. Continuous assessment plus two exams:1000 word essay plus Moot Court. Only Masters students. Good level of English.Pleading experience necessary. Students who do not attend the first lesson automatically loose course place. Minimally 90% course attendance required - gives access to examination. No re-sit examinations. Max 16 students. Due to the high demand for places in this course students are advise to contact the study secretariat regarding placement and waiting lists. Do not contact the teacher directly regarding placement. Juridische vaardigheden (B1/BN1) 200129 9 dr. B.M.J. van Klink (kamer 7A-40, tel. 020 - 59 86327) week 36 - 21 (week 36 - 50 (1e semester); 1 - 18 (2e semester) In dit vak worden juridische academische vaardigheden getraind die elke jurist moet beheersen. Het gaat hierbij om basisvaardigheden die in de loop van de studie bij andere vakken verder worden ontwikkeld. Het vak Juridische vaardigheden richt zich met name op: Rechtsgeleerdheid
Analytische vaardigheden van het lezen en begrijpen van juridische teksten (arresten, wetten, parlementaire stukken en rechtswetenschappelijke literatuur); • Informatievaardigheden van het vinden van juridische informatie in (digitale) bibliotheken en databestanden en het beoordelen van (onder meer) de relevantie, actualiteit en kwaliteit van deze informatie; • Het analyseren van juridische redeneringen en het beoordelen van de geldigheid en aanvaardbaarheid van deze redeneringen; • Academische oordeelsvorming, dat wil zeggen het vormen van een eigen mening over actuele maatschappelijke kwesties die het recht betreffen, op basis van een goede kennis van het recht en van de feiten ter zake, en onderbouwd door een goede (geldige en aanvaardbare) argumentatie; • Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden, zoals het schrijven van een paper van wetenschappelijk niveau en in correct Nederlands. Het vak Juridische vaardigheden bestaat uit de volgende onderdelen, die - in onderstaande volgorde - gedurende het jaar worden getoetst: • diagnostische taaltoets (deelname verplicht); • arrest lezen (toets); • juridische informatievaardigheden (opdracht); • argumentatieleer (toets); • wetenschappelijk schrijven (opdracht en paper). Aan het bijbrengen van schriftelijke vaardigheden wordt in dit vak veel waarde gehecht. Om die reden is bepaald dat de student, om te kunnen slagen voor dit vak, in ieder geval moet meedoen aan de diagnostische taaltoets en als hij daarvoor een onvoldoende resultaat heeft behaald - ook aan de afsluitende toets van de remediërende cursus, verzorgd door het Talalcentrum-VU. Het resultaat van de eindtoets telt niet mee bij de bepaling van het eindcijfer voor dit vak (zie verder hieronder). Het merendeel van het onderwijs voor dit vak vindt plaats in werkgroepen. Van de student wordt verwacht dat hij voorafgaand aan iedere bijeenkomst de voorgeschreven literatuur heeft bestudeerd en de hierbij behorende opdrachten schriftelijk heeft gemaakt. Ook tijdens de bijeenkomsten is een actieve houding van de studenten vereist. Studenten die zich niet hebben voorbereid, worden niet tot de werkgroep toegelaten. Daarnaast worden er hoorcolleges verzorgd over alle onderdelen van het vak. • Syllabus Juridische vaardigheden 2009-2010; • Bart van Klink en Ankie Broekers-Knol, Juridisch wijzer: De staat, Europa en het recht. Praktische handleiding juridische vaardigheden, Amsterdam: Prometheus (verschijnt medio 2009); • Leidraad voor juridische auteurs, Deventer: Kluwer 2007; • Mariët Hermans, De kleine schrijfgids, Bussum: Countinho 2006; • Vanaf week 1 in 2010: boek van Arend Soeteman over juridische argumentatie (verschijnt eind 2009, nadere gegevens volgen op Blackboard). De tentamens Arrest lezen en Argumentatieleer worden schriftelijk afgenomen (resp. in het 1e en 2e semester). De eerste opdracht wordt in groepsverband gemaakt (1e semester). De tweede opdracht en de paper worden door elke student zelfstandig geschreven en individueel beoordeeld door de docent (2e semester). Voor elk onderdeel dient een voldoende te worden behaald. Het eindcijfer komt tot stand na weging van de behaalde •
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
Examonderdelen
97
resultaten bij de verschillende onderdelen (voor 2 toetsen, 2 opdrachten en 1 paper), met uitzondering van de diagnostische taaltoets waarvoor slechts een deelnameverplichting geldt. opmerkingen • Voor deze onderwijscursus zal intensief gebruik worden gemaakt van de digitale leeromgeving van Blackboard. Op de webpagina van Juridische vaardigheden zullen mededelingen, sheets en aanvullend onderwijsmateriaal (zoals opdrachten en literatuur) worden geplaatst. Daarnaast zal Blackboard worden gebruikt om de opdrachten en de paper in te leveren. • De taaltoets wordt georganiseerd door het Taalcentrum-VU. Nadere informatie hierover krijgt u aan het begin van het collegejaar. subject code credits co-ordinator period aim
Legal English (IBL) 200908 6 F.M. Gilligan (
[email protected]) week 36 - 49 The aim of the course is to train and exercise English language skills in the context of the LLM in International Business Law. The training exposes students to methods and strategies which assist effective study and writing ability content Students engage in practical exercises using authentic and relevant legal materials which are designed to reflect the demands of the LLM programme. In this way, students gain practical experience using technical legal language necessary for their own independent research and study. The course consists of 10 lessons of 2 hours. literature • Course reader Legal English for LLM students; • Concise Oxford Dictionary, 10th edition, ISBN 0-19-860259-6; • Osborn's Concise Law Dictionary, 8th edition, ISBN 0-421-38900-1. mode of assessment Assignments and exam. naam code studiepunten coördinator periode doel
Levensloopcriminologie (Mcrim.) 212403 6 dr. A.S. Slotboom (kamer 8A-34, tel. . (020) 59 82982) week 36 - 43 Inzicht krijgen in ontwikkeling van criminaliteit over de levensloop vanuit verschillende theoretische (criminologische, psychologische, sociologische) perspectieven, waarbij de individuele dader centraal staat. Met name aandacht voor het 'stoppen' met criminaliteit . inhoud In het vak Levensloopcriminologie wordt ingegaan op theorieën over delinquent gedrag over de hele levensloop. In die zin bouwt dit vak voort op het vak 'Ontstaan en ontwikkeling' uit de Bachelor Criminologie. We behandelen een aantal prominente theorieën binnen levensloopcriminologie, die in meer of mindere mate heterogeniteit veronderstellen binnen daders, bijvoorbeeld de theorieën van Moffitt, Sampson en Laub en Gottfredson en Hirschi, en die elk een andere verklaring geven voor het verloop van de agecrime curve. We zullen behandelen in hoeverre deze verschillende theorieën empirisch ondersteund worden (met name kijkend naar recent werk van
98
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
naam code studiepunten docenten periode doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing opmerkingen
Nagin, en van Sampson & Laub). Wij behandelen daarbij ook de geldigheid van deze theorieën voor het gebruik van verschillende soorten data over delinquent gedrag (m.n. officiële data vs. self-report gegevens). Naast theorieën over het ontstaan van antisociaal en delinquent gedrag komen ook nadrukkelijk theorieën over 'desistance' aan de orde. Meer in het bijzonder kijken we daarbij naar wat bekend is over het effect van interventies in criminele carrières. Daarbij richten we ons op een aantal speciale groepen daders, zoals veelplegers, tbs-gestelden en vrouwen, speciaal voor de Nederlandse situatie. Het vak is nadrukkelijker dan 'Ontstaan en ontwikkeling', dat een sterke psychologische oriëntatie had, interdisciplinair van karakter. In twee colleges wordt speciaal aandacht besteed aan longitudinale methoden van onderzoek, alsmede aan meer in het algemeen kwantitatieve en kwalitatieve methoden om verandering te meten. Hoorcolleges en een opdracht. Nader in te vullen Schriftelijk tentamen en de opdracht. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar !) van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! Dringend advies om Levensloopcriminologie alleen te volgen na het vak Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (212301)! Masterclass ondernemingsrecht (M) 201610 6 prof.mr. J.B. Huizink (kamer 6A-31, tel. (020) 59 86284); mr. W.J.M. van Veen (kamer 6A-31, tel. (020) 59 86285) week 36 - 41 Het doel van het vak is het verwerven van diepgaande kennis van en gedegen inzicht in het vennootschapsrecht en de toepassing daarvan in de (geavanceerde) ondernemingsrechtelijke praktijk. Aan de orde zullen komen: Besluit en stemrecht; Vertegenwoordiging; Bestuur en toezicht; Jaarverslaggeving; Aansprakelijkheid; Aandelen en kapitaal; Aandeelhouderschap; Fusie, splitsing, overnames; Personenvennootschap. De cursus bestaat uit interactieve hoorcolleges. De studenten krijgen een opdracht uitgereikt die zij voorafgaand aan het college moeten uitwerken aan de hand van relevante rechtsbronnen zoals literatuur, jurisprudentie, wetgeving en parlementaire geschiedenis. De opdracht wordt tijdens het college met de studenten besproken. Tijdens het college ligt de nadruk op het analyseren van de probleemstelling en de methodologie bij het uitwerken daarvan. Bovendien gaat belangrijke aandacht uit naar het taalgebruik van de student. Literatuur wordt bekend gemaakt op Blackboard. De kennis van de studenten wordt getoetst tijdens de bijeenkomsten aan de hand van hun uitwerkingen van de casus. De toetsing wordt afgesloten door middel van een twee a drie uur durend tentamen bestaande uit twee casus. De verplichte onderdelen van de afstudeerrichting Ondernemingsrecht zijn niet als losse keuzevakken te volgen!
Examonderdelen
99
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak
Materieel strafrecht (B2) 200355 5,7 dr. N. Rozemond (kamer 8A-17, tel. (020) 59 86235) week 15 - 25 Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht in en kennis van de algemene leerstukken en de systematiek van het materiële strafrecht te verschaffen. Het vak heeft eveneens tot doel om studenten te leren jurisprudentie en wetgeving inzake het materiële strafrecht te lezen, te begrijpen en te analyseren en om casus op te lossen met behulp van een methode die op de colleges en in de werkgroepen wordt uitgelegd en geoefend. Op colleges en werkgroepen komen de volgende onderwerpen aan de orde: de methode van het materiële strafrecht, opzet, schuld, causaliteit, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding, daderschap en deelneming. Hoorcolleges, werkcolleges en intensieve werkgroepen. Nadere informatie hierover wordt gepubliceerde op Blackboard. • Klaas Rozemond, De methode van het materiele strafrecht, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2006; • Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces)recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk. • Nadere literatuur en rechtspraak wordt bekendgemaakt via Blackboard. Het tentamen bestaat uit casusopdrachten en open vragen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 200122 : Beginselen strafrecht (B1/BN1)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Materieel strafrecht (BC2) 212304 6 dr. N. Rozemond (kamer 8A-17, tel. (020) 59 86235) week 15 - 25 Het vak Materieel strafrecht beoogt de student inzicht in en kennis van de algemene leerstukken en de systematiek van het materiële strafrecht te verschaffen. Het vak heeft eveneens tot doel om studenten te leren jurisprudentie en wetgeving inzake het materiële strafrecht te lezen, te begrijpen en te analyseren en om casus op te lossen met behulp van een methode die op de colleges en in de werkgroepen wordt uitgelegd en geoefend. inhoud Op colleges en werkgroepen komen de volgende onderwerpen aan de orde: de methode van het materiële strafrecht, opzet, schuld, causaliteit, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding, daderschap en deelneming. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges en intensieve werkgroepen. Nadere informatie hierover wordt gepubliceerde op Blackboard. literatuur • Klaas Rozemond, De methode van het materiele strafrecht, Nijmegen, Ars Aequi Libri, 2006; • Het verdient aanbeveling gebruik te maken van de Arresten Straf(proces)recht (Stolwijk/Bosch), Kluwer, laatste druk.
100
Rechtsgeleerdheid
• Nadere literatuur en rechtspraak wordt bekendgemaakt via Blackboard. toetsing Het tentamen bestaat uit casusopdrachten en open vragen. voorkennis Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. voorkennisvak 212203 : Beginselen strafrecht (BC1)
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis naam code studiepunten coördinator periode doel
Media- en communicatierecht (integratievak) (M) 201573 6 drs. R. van den Hoven van Genderen (kamer 5A-27, tel. (020) 5986215) week 46 - 4 Het geven van een inzicht in de rechtsregels betreffende de organisatie en het functioneren van massamedia als maatschappelijk onmisbaar onderdeel van de uitoefening van het recht op vrijheid van meningsuiting. Deze regels zijn onderdeel van verschillende rechtsgebieden zoals het constitutionele recht, het bestuursrecht, het privaatrecht, het strafrecht en het IT-recht. De massamedia pers, omroepen en andere media als internet komen in de cursus aan de orde, gegroepeerd rond de volgende thema's: • Grondrechten: vrijheid van meningsuiting en vrijheid van informatiegaring. • Regeling van de schrijvende pers; fonds voor de pers, verschoningsrecht voor journalisten, gedragscode, aansprakelijkheid, mededinging. • Regeling van omroep (Mediawet): duaal bestel. • Reclamerecht • Massamedia en auteursrecht • Onrechtmatige publicaties, aansprakelijkheid • Toegang tot omroepinfrastructuur. De telecommunicatie, infrastructuur en diensten, (omroep-) zenders, kabeltelevisienetten, internet etc. • Convergentie tussen telecommunicatie, omroep en andere audiovisuele toepassingen. Hoorcolleges en werkgroepen. De studenten maken in kleine groepen een zestal gezamenlijke schriftelijke opdrachten. Het gemiddelde cijfer dat hiermee behaald wordt telt voor 1/3 mee in het eindcijfer • F.W. Grosheide, Communicatie- en Mediarecht, 3e druk, Ars Aequi Libri 2007; • Reader met aanvullende literatuur. Schriftelijk tentamen. Het eindcijfer bestaat voor 2/3 deel uit het resultaat van het schriftelijk tentamen en voor 1/3 deel uit het resultaat van de schriftelijke opdrachten. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid! Mensenrechten en strafrecht (B3/M) 201794 6 prof.mr M. Kuijer (kamer 8A-23, tel.: (020) 59 86231) week 15 - 25 Het keuzevak heeft tot doel de student vertrouwd te maken met procedurele Examonderdelen
101
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
102
en inhoudelijke aspecten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) die van belang zijn voor de strafrechtspleging in Nederland. Ook wordt aandacht besteed aan andere Raad van Europa instrumenten (zoals het CPT) en het EU grondrechtenhandvest. De historische ontwikkeling van het EVRM en het belang van het EVRM voor de Nederlandse rechtsorde worden besproken. Vervolgens zal aandacht worden besteed aan de procedure voor het Straatsburgse Hof (EHRM). Daarna volgt een behandeling van de belangrijkste jurisprudentie van het EHRM inzake de artikelen 2 (recht op leven), 3 (verbod van onmenselijke behandeling), 5 (recht op vrijheid), 6 (fair trial) en 8 (privacy) EVRM. Gedurende 7 of 8 weken wordt een werkcollege van vier uur verzorgd op de vrijdag. Nog nader te bepalen. Schriftelijke eindtoets (gesloten boek tentamen). Na afgerond eerste bachelorjaar en Formeel strafrecht en Materieel strafrecht. Spreekuur: Na afloop van het college.Human rights protection in Europe Studenten die reeds het vak Human rights protection in Europe met goed gevolg hebben afgelegd kunnen niet deelnemen aan dit vak, gezien de inhoudelijke overlap. 200355 : Materieel strafrecht (B2) 200381 : Formeel strafrecht (B3) Methoden en technieken (BC2) 212226 6 dr. J.M. Harte (kamer 8A-24, tel. (020) 59 86217) week 36 - 45 Het verkrijgen van een overzicht van gangbare methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. In staat zijn om, gegeven een onderzoeksvraag, mogelijke opties voor een onderzoeksopzet te beoordelen op hun voor- en nadelen. Algemeen overzicht van methodologische aspecten van kwalitatief en kwantitatief criminologisch onderzoek, waaronder bronnen van informatie, bevragingsmethoden, onderzoeksopzetten, dataverwerking en toetsing van de bevindingen aan de theorie. Hoorcollege en werkcollege. C. Bijleveld, Methoden en Technieken van onderzoek in de Criminologie, 4e druk, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2009. Schriftelijk tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 212124 : Statistiek (BC1)
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
voorkennis
Milieurecht (B3/M) 201796 6 dr.mr. L.A.J. Spaans (kamer 6A-18, tel. (020) 59 86261) week 15 - 25 Doel van het vak Milieurecht is het verwerven van kennis van en inzicht in de hoofdzaken en de systematiek van het nationale milieurecht, in het bijzonder het milieubestuursrecht. Deze kennis en dit inzicht kan de student na afronding van de collegecyclus zelfstandig en kritisch toepassen in complexe en specialistische milieurechtelijke casus. Milieurecht is dat deel van het recht waarmee de 'fysieke omgeving' wordt beschermd en beheerd. Het milieurecht is in die zin bijzonder, dat het als een rode draad door allerlei min of meer traditionele rechtsgebieden loopt. Daar komt bij dat de inhoud van het nationale milieurecht in hoge mate wordt bepaald door internationaal recht. Binnen de collegecyclus wordt niet alleen aandacht besteed aan de nationale milieurechtelijke regelgeving - met de nadruk op het milieubestuursrecht - maar ook aan die rechtsgebieden die een raakvlak met die regelgeving vertonen en aan de internationale regelgeving ter zake. Gecombineerde hoor- en discussiecolleges waarbij een actieve deelname wordt verwacht. Om het inzicht in de grote hoeveelheid regelingen te vergroten, is gekozen voor een opdeling van de collegecyclus in een deel "hoofdlijnen Nederlands milieubestuursrecht" en een blok "capita selecta". In het eerste blok wordt de student vertrouwd gemaakt met het systeem van het nationale milieubestuursrecht, waarbij de Wet milieubeheer en de daarop betrekking hebbende jurisprudentie centraal staan. Het tweede blok van de collegecyclus betreft een verdieping, waarbij onder meer wordt ingegaan op het raakvlak tussen het milieu- en ruimtelijke ordeningsrecht en tussen het milieu- en natuurbeschermingsrecht • Een nader bekend te maken handboek; • Actuele milieuwetbundel, bijvoorbeeld van Kluwer; • Literatuur die op Blackboard wordt genoemd. Voorwaarde voor deelname aan het tentamen is dat een schriftelijke opdracht is uitgevoerd. De beoordeling van deze opdracht vormt een vijfde (1/5) deel van het eindcijfer, met dien verstande dat voor zowel opdracht als tentamen tenminste het cijfer 5 (5,0) moet worden gehaald. De opdracht wordt via Blackboard beschikbaar gemaakt en moet via Blackboard (Safe Assignment) worden ingeleverd. Na afgerond eerste bachelorjaar. Bestuursrecht sterk aanbevolen.
naam code studiepunten coördinator docent periode doel
Misdaadanalyse (M) 201797 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) drs. J.J. van der Kemp week 44 - 4 Studenten kennis laten maken met de theorie en praktijk van de verschillende typen van misdaadanalyse. inhoud Misdaadanalyse is het gebruiken van (wetenschappelijke) methoden voor het Examonderdelen
103
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
analyseren van criminaliteit op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Het vakgebied van de misdaadanalist ontwikkelt zich in hoog tempo, waarbij de interactie tussen de praktijk en de wetenschap van groot belang is. In de colleges wordt aandacht besteed aan de actuele ontwikkelingen binnen de opsporing, zoals informatiegestuurde opsporing, om het kader te schetsen van de rol die misdaadanalyse daarin speelt. Daarna worden een selectie van methoden en technieken van misdaadanalyse uitgelegd en voorzien van wetenschappelijke reflectie. Achtereenvolgens zullen strategische analyses als het criminaliteitsbeeld en geografische analyses als HotSpots besproken worden. Meer specialistische vormen van criminaliteitsanalyse als geografische en psychologische daderprofilering sluiten de reeks af. Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. Studenten krijgen opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek. Hoor- en werkcolleges. Nader te bepalen, wordt bekend gemaakt via Blackboard. Opdrachten en tentamen Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van deze cijfers. Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Dit vak is alleen toegankelijk voor Masterstudenten Rechtsgeleerd, afstudeerrichting Strafrecht en afstudeerrichting Criminologie en recht.
naam code studiepunten coördinator docent periode doel
Misdaadanalyse (Mcrim) 212404 6 drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) drs. J.J. van der Kemp week 44 - 4 Studenten kennis laten maken met de theorie en praktijk van de verschillende typen van misdaadanalyse. inhoud Misdaadanalyse is het gebruiken van (wetenschappelijke) methoden voor het analyseren van criminaliteit op strategisch en operationeel niveau. Het vakgebied van de misdaadanalist ontwikkelt zich in hoog tempo, waarbij de interactie tussen de praktijk en de wetenschap van groot belang is. In de colleges wordt aandacht besteed aan de actuele ontwikkeling binnen de opsporing naar informatie-gestuurde opsporing om het kader te schetsen van de rol die misdaadanalyse daarin speelt. Daarna worden een selectie van methoden van misdaadanalyse uitgelegd en voorzien van een kritische wetenschappelijke reflectie. Achtereenvolgens zullen strategische analyses als het criminaliteitsbeeld en geografische analyses als HotSpots besproken worden. Meer specialistische vormen van criminaliteitsanalyse als geografische en psychologische daderprofilering sluiten de reeks af. Dergelijke vormen van misdaadanalyse zullen in de toekomst een steeds grotere rol spelen in de preventie en de
104
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis naam code studiepunten docent periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
opsporing van criminaliteit, alsmede bij het ontwikkelen van beleid door politie, justitie, het openbaar bestuur en de beveiligingsindustrie. Studenten krijgen opdrachten waarmee zij zichzelf oefenen in het toepassen van deze vormen van onderzoek. In totaal krijgen de studenten drie opdrachten. De typen onderzoek kunnen beschouwd worden als bijzondere varianten van sociaal wetenschappelijk onderzoek. Hoor- en werkcolleges. Nader te bepalen, wordt bekend gemaakt via Blackboard. Opdrachten en tentamen. Voor iedere opdracht wordt een cijfer gegeven. Het eindcijfer is het gewogen gemiddelde van deze cijfers. Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar !) van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! Multivariate analyse (BC2) 212220 6 prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld (kamer 8A-28, tel. (020) 59 86226) week 5 - 14 Het verkrijgen van een overzicht van gangbare multivariate methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. Het kunnen kiezen van een bepaalde methode gegeven een bepaalde vraag en kenmerken van de data. Het verkrijgen van vaardigheden van het gebruik van deze technieken voor de beantwoording van multivariate vragen. De resultaten kunnen interpreteren en terugvertalen naar wetenschappelijke en beleidsimplicaties. Algemeen overzicht van gangbare multivariate methoden en technieken voor empirisch criminologisch onderzoek. Toepassing op echte datasets met behulp van SPSS. Hoor/werkcolleges. Opdrachten thuis. C. Bijleveld & J. Commandeur, Multivariate Analyse, Boom. Tweede druk, 2009 Schriftelijk tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 212124 : Statistiek (BC1) (Ingangseis geldt voor studenten die in het studiejaar 2006/2007 en later zijn gestart met de opleiding Criminologie.)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) 200202 5,7 mr. J.H. Dondorp (kamer 7A-31, tel. (020) 59 86323) week 44 - 51 Het bevorderen van kennis en inzicht betreffende de geschiedenis en ontwikkeling van het Nederlandse recht tegen de achtergrond van de geschiedenis van Europa. inhoud periodisering, recht en rechtspraak in de Frankische periode, investituurstrijd, opkomst canonieke recht, geleerd recht en inheems recht in de late Middeleeuwen, humanisme, Rooms-Hollands recht en ius commune, ontstaan en ontwikkeling van het Anglo-Amerikaanse recht, codificatie in Examonderdelen
105
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Nederland, Duitsland en Frankrijk, opkomst internationaal recht en Europese integratie. Hoorcolleges. R. Lesaffer, Inleiding tot de Europese rechtsgeschiedenis, Universitaire Pers Leuven 2008 Schriftelijk tentamen (multiple choice). Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald! Spreekuur: na de colleges of op een ander af te spreken tijdstip. Notariswet (BN3) 211353 2,9 mr.drs. M.R. Kremer (kamer 1D-30, tel. (020) 59 86314) week 36 - 44 Het kennen van en inzicht hebben in functie en taak van de (aankomende) (kandidaat-)notaris, in het bijzonder bezien vanuit praktische en theoretische toepassingen van de notariswet. De Notariswet en daarin voorkomende en daarmee samenhangende onderwerpen en regelingen. Hoorcolleges. • B.C.M. Waaijer, De notariswet, 7e druk, 2002, Kluwer, Deventer; • Collegedictaat. Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar! Een eventuele extra opgave van literatuur en/of jurisprudentie wordt op het college gegeven.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Omzetbelasting (M) 201556 6 drs. F.L. Idsinga (kamer 1D-20, tel. (020) 59 86295) week 1 - 5 Het verwerven van kennis van en inzicht in de opzet en het systeem van de BTW-richtlijn en de Wet op de omzetbelasting 1968 als uitwerking hiervan. Er wordt aandacht besteed aan het van de inkomstenbelasting afwijkende ondernemerschap. Daarnaast wordt het onderscheid tussen leveringen en diensten voor de omzetbelasting behandeld. Daarbij mag een toelichting op het bedrag waarover omzetbelasting verschuldigd is (de maatstaf van heffing) en op het moment van verschuldigdheid van omzetbelasting (het tijdstip van de levering of dienst) niet ontbreken. De uitzondering(en) op de verschuldigdheid van omzetbelasting (de vrijstellingen) en het recht op aftrek van omzetbelasting passeren eveneens de revue. De internationale aspecten (de intracommunautaire leveringen, diensten en de uitvoer) vormen tot slot het sluitstuk van dit vak. inhoud In de gecombineerde hoor/werkcolleges wordt in het hoorcollege gedeelte de stof op hoofdlijnen verduidelijkt. Vervolgens komen de in het
106
Rechtsgeleerdheid
werkcollegegedeelte de praktische toepassingen van de stof aan bod. werkwijze De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende vier weken, tweemaal drie uur per week. literatuur • M.E. van Hilten & H.W.M. van Kesteren, Omzetbelasting (Fiscale studieserie fed), Deventer: Kluwer, laatste druk (primair studieboek). • Bundel wetteksten (meest recente), waarin onder meer opgenomen de Wet op de omzetbelasting 1968 en de BTW-Richtlijn. • De hand-outs van de colleges (sheets). De tijdens de colleges uitgereikte en op 'Blackboard' geplaatste jurisprudentie, besluiten, e.d. toetsing Schriftelijk, open vragen. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! opmerkingen De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! voorkennisvakken 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) naam Ondernemingsrecht (B3/BN3/M) code 211358 Dit vak is een van de vier keuze mogeljikheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Privaatrecht. Voor de opleiding Notarieel recht is dit vak een verplicht vak. studiepunten 6 coördinator mr. A.J. van der Kuyl (kamer 6A-31, tel. (020) 59 86284) docenten mr. A.J. van der Kuyl; mr A.J.M. Klein Wassink periode week 5 - 14 doel Voortbouwend op het vak Vennootschaps- en rechtspersonenrecht uitbreiden van kennis en aan de hand daarvan verdiepen van inzicht in een aantal thema's uit het ondernemingsrecht en het leggen van verbanden tussen ondernemingsrecht en vermogensrecht. inhoud In het vak Ondernemingsrecht wordt aandacht besteed aan een drietal belangrijke thema's voor nv's en bv's . Zo komen aan de orde: zorgvuldig vermogensbeheer vanuit het voorrecht van exclusieve aansprakelijkheid, flexibele ondernemingsstructuren en geschillen tussen aandeelhouders. Actuele ontwikkelingen in wetgeving en rechtspraak worden daarin betrokken. werkwijze Hoorcolleges en werkcolleges. Voorafgaand aan de werkcolleges dient een opgave schriftelijk te worden uitgewerkt. Deze opgaven worden beoordeeld, de beoordeling vormt een onderdeel van het eindcijfer. literatuur • Een overzicht van de per week te bestuderen literatuur en jurisprudentie wordt op blackboard gepubliceerd; • Nader op te geven arrestenbundel; • Nader aan te geven gedeelten uit Huizink, Rechtspersoon, Vennootschap en Onderneming, laatste druk toetsing Schriftelijk tentamen. Daarnaast worden vaardigheden getoetst (zie werkwijze). voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. Examonderdelen
107
voorkennisvak 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
Onderwijsrecht (B3/M) 201801 6 mr. A.J. Overbeeke (kamer 7A-20, tel. (020) 59 88174) week 5 - 15 Inzicht hebben in de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht en de structuur van het Nederlandse onderwijssysteem. In dit vak komt allereerst de juridische grondstructuur van het Nederlandse onderwijsbestel aan bod (Grondwet, onderwijswetten). Daarnaast wordt aandacht besteed aan de betekenis van mensenrechtenverdragen en het EGrecht. Ten slotte wordt ingegaan op een aantal actuele thema's, zoals de vrijheid van onderwijs, de financiering van het onderwijs, de rol van de gemeente in het onderwijsbeleid, het fenomeen witte en zwarte scholen, het islamitisch onderwijs, de rol van de inspectie, de rechtsposities van de leraar, de leerling/ouders en de student en de bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Literatuur wordt nader opgegeven. Mondeling tentamen Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats-en bestuursrecht volgen. Het vak is ook te volgen door niet-rechtenstudenten, in het bijzonder studenten pedagogiek of onderwijskunde, met een zekere kennis van onderwijsbeleid of de onderwijspraktijk. Aanvullend op het vak kan een stage worden gevolgd. Studenten die bij een Tweede-Kamerfractie stage willen lopen worden verzocht zo spoedig mogelijk met de docent contact op te nemen. Spreekuur: Volgens afspraak. 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.)
naam code studiepunten coördinator docenten
Onderzoekstraining Criminologie (BC3) 212319 4 drs. A.M.J. Hulsebosch MSc (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) drs. W.M.E.H. Beijers; dr. F.H.M. van Gemert; dr. J.D.A. de Jong (en diverse werkgroepdocenten.) periode week 4 - 12 doel Het doel van het vak Onderzoekstraining criminologie is het aanreiken van kennis en het oefenen van vaardigheden die nodig zijn voor het opzetten en uitvoeren van een empirisch criminologisch onderzoek. inhoud Tijdens het vak wordt instructie en oefeningen aangeboden ten aanzien van diverse onderwerpen: het ontwerpen van een onderzoek; het verrichten van veldwerk; observeren; interviewen; het opstellen van een vragenlijst; het analyseren van kwalitatieve data met behulp van het computerprogramma Atlas-ti, en; het analyseren van kwantitatieve data met behulp van het
108
Rechtsgeleerdheid
computerprogramma SPSS. werkwijze In het kader van het vak worden diverse werkvormen gehanteerd. Allereerst wordt informatie van theoretische aard aangereikt middels hoorcolleges. De diverse vaardigheden worden getraind tijdens werkgroepbijeenkomsten. Tot slot worden diverse oefeningen met betrekking tot de statistische verwerking van data in het computerprogramma SPSS uitgevoerd tijdens werkcolleges in de computerzaal. literatuur Diverse teksten op Blackboard en een boek; wordt nader bekend gemaakt toetsing De eindbeoordeling van het vak wordt vastgesteld op basis van het gewogen gemiddelde van een aantal opdrachten: - een observatieopdracht (wegingsfactor: 0,20); - een interviewopdracht (wegingsfactor: 0,20); - een kwalitatieve analyse opdracht (wegingsfactor: 0,10); - enkele SPSS-opdrachten (wegingsfactor: 0,50). voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. opmerkingen De bij het vak behorende studiehandleiding, opdrachtbeschrijvingen en aanvullende onderwijsmaterialen worden aangereikt via Blackboard. Houd er rekening mee dat het een intensief vak betreft, waarin per week een inzet van minstens tien uur van de studenten wordt gevergd. voorkennisvakken 212124 : Statistiek (BC1) (of) 212103 : Inleiding methoden en technieken (BC1) 212216 : Methoden en technieken I (BC2) (of) 212226 : Methoden en technieken (BC2) naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Onderzoeksvaardigheden in de criminologie (BC3) 212307 12 drs. A.M.J. Hulsebosch MSc (kamer 8A-30, tel. (020) 598 5629) drs. A.M.J. Hulsebosch MSc (en diverse docenten van de sectie criminologie en medewerkers van het Nederlands Centrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).) week 13 - 25 Het opzetten, uitvoeren en rapporteren van een empirisch criminologisch onderzoek. Studenten voeren in groepjes van circa vijf personen een empirisch onderzoek uit van probleemstelling tot en met conclusie / discussie, rapporteren hierover en verzorgen een posterpresentatie. Het onderwerp van het leeronderzoek wordt aangereikt door de docenten óf door studenten zelf bepaald. Afhankelijk van het leeronderzoek. De eindbeoordeling van het vak wordt vastgesteld op basis van een gewogen gemiddelde van de posterpresentatie en het bachelorwerkstuk. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. Het betreft een intensief vak, in het kader waarvan van studenten een inspanning van ongeveer 28 uur per week (drieëneenhalve dag) wordt verwacht. 212226 : Methoden en technieken (BC2) (of) 212216 : Methoden en technieken I (BC2) Examonderdelen
109
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak
Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit (BC3) 212309 4 dr. A.S. Slotboom (kamer 8A-34, tel (020) 59 82982) week 36 - 43 Inzicht verkrijgen in ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit bij jeugdigen vanuit verschillende theoretische (criminologische, psychologische) perspectieven, waarbij de individuele dader centraal staat. Inzicht verkrijgen in conceptuele en empirische vragen over sociale, psychologische en biologische risico- en beschermende factoren van crimineel gedrag. Inzicht krijgen in kenmerken en belang van longitudinaal onderzoek. In dit vak wordt ingegaan op het fenomeen jeugdcriminaliteit en in het bijzonder op het ontstaan en de ontwikkeling van crimineel gedrag bij jeugdigen en adolescenten. Centraal staat de prevalentie en ontwikkeling van antisociaal gedrag en er zullen verschillende verklaringsmodellen en theorieën aan bod komen. Hierbij komen ook de onderlinge verschillen tussen de theorieën aan bod. Op de belangrijkste risico en beschermingsfactoren wordt ingegaan en de interactie tussen de verschillende factoren wordt besproken. In het bijzonder zal aandacht gegeven worden aan sekse verschillen in crimineel gedrag en de verklaringsmodellen die nodig zijn voor crimineel gedrag van jongens en meisjes. Tot slot wordt ingegaan op de preventie van crimineel gedrag waarbij het met name gaat om 'risk focused' preventie. Hoorcollege. • Moffitt, Caspi, Rutter, Silva (2001). Sex differences in antisocial behavior: conduct disorder, delinquency and violence in the Dunedin Longitudinal Study. • Warr (2002). Companions in Crime: the social aspects of criminal conduct. • Aanvullende literatuur Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. 212204 : Theoretische criminologie (BC2)
subject code credits co-ordinator period aim
Organizational Crminology (M/Mcrim) 200903 6 prof.dr.mr. W. Huisman week 45 - 51 Many forms of crime are organised and committed in cooperation. The aim of this course is to achieve a better understanding of the role the element of 'organisation' in these crimes. content This course will focus on forms of crime that are committed in the context of some sort of organization. In criminology, several concepts have been developed to grasp these crimes, such as gang-related crime, organized crime, corporate crime, state crime, and synthesis of these (state-corporate crime, state-organized crime). Studies on these forms of crime have pointed
110
Rechtsgeleerdheid
form of tuition literature
target audience remarks
out the significance of the fact that the crimes are committed in the context of an organization. Many criminologists argue that these crimes should be studied in the light of organizational theory. However, an integrated, fundamental theory on the role that the factor organization plays in the prevalence and causes of these crimes is missing so far. In this course, the foundations of such a theory will be investigated. Central questions are: To what extent does organizational theory provide a framework for a better understanding of the prevalence and causes of crimes that are committed in an organizational context? And to what extent will the theories on these specific forms crime help to understand the organisational dimension of these crimes? And finally, which lessons can be drawn from this organisational analysis for the prevention and deterrence of these crimes. To answer these questions many cases in which criminal organizations, corporations and governmental authorities where involved in crime will be discussed. Lectures and working groups. • M.D. Ermann & R.J. Lundman (2002), Corporate and Governmental Deviance, Problems of Organizational Behavior in Contemporary Society (Sixth Edition), Oxford University Press. • Reader. The course is open to master students and criminology students with a minimum of 150 ECTS obtained at the VU, inclusive the first bachelor year. For students of the program of International Crimes and Criminology, the applicability of the concepts and theories discussed in this course to obtain a better understanding of international crime will be studied. The selected cases will mainly involve violations of international criminal law.
naam Overheid en privaatrecht (B3/M) code 201750 Overheid en privaatrecht is ook één van de zes keuzemogelijkheden als verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht. studiepunten 6 coördinator prof.mr. F.J. van Ommeren (kamer 6A-15, tel. (020) 59 86343) docent mr. P.J. Huisman (kamer 6A-23; tel.: 59 86279) periode week 5 - 14 doel Veel juristen krijgen met de verhouding tussen publiek- en privaatrecht te maken, ongeacht of ze nu werkzaam zijn bij de overheid, bij particuliere organisaties, in het bedrijfsleven, in de wetenschap of in een rechtsprekend of adviserend beroep (advocatuur, notariaat, enz.). De praktijk houdt zich nu eenmaal niet goed aan de kunstmatige onderverdeling van het recht in aparte deelgebieden. Voor juristen die met de overheid hebben te maken, is daarom kennis van het terrein `Overheid en privaatrecht' eigenlijk onmisbaar. Doel van dit vak is het verwerven van inzicht in het optreden van de overheid in privaatrechtelijke verhoudingen. Aan het eind van dit vak dient u de casuïstiek op dit terrein zelf te kunnen rubriceren en rechtsvragen zelfstandig te kunnen beantwoorden aan de hand van wetgeving, jurisprudentie en literatuur. Voorts dient u dan vertrouwd te zijn met de verschillende invalshoeken die hiervoor kunnen worden gekozen. inhoud De overheid maakt in veel situaties gebruik van het privaatrecht. Tegelijk staat ook een privaatrechtelijk optredende overheid allesbehalve los van Examonderdelen
111
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
staats- en bestuursrechtlijke kaders. Dit levert een spanningsveld op, dat zowel theoretisch als praktisch van zeer grote betekenis is. In dit vak komen ondermeer de volgende vragen en onderwerpen aan de orde: • Welk overheidshandelen dient als privaatrechtelijk te worden aangemerkt? • Hoeveel ruimte heeft de overheid de privaatrechtelijke weg te bewandelen en waarom is daar behoefte aan? • Wat betekent dit voor privatisering en verzelfstandiging? • Wat is de betekenis van de doorwerking van publiekrechtelijke normen in privaatrechtelijke verhoudingen? • Welke rechter is bevoegd kennis te nemen van dit soort geschillen? Deze algemene vraagstukken worden toegepast op een aantal rechtsfiguren dat in het overheidsprivaatrecht van bijzonder belang is, zoals: • overheidsstichting en overheidsdeelneming (en andere organisatievormen); • overheidscontracten; • overheidsaansprakelijkheid • overheidseigendom. Er worden hoorcolleges en enige aansluitende werkcolleges gegeven. Van de studenten wordt een actieve inbreng verwacht. De twee thuis te maken vaardigheidsopdrachten worden op het college besproken. Syllabus Overheid en privaatrecht. Schriftelijk tentamen. De twee thuis te maken vaardigheidsopdrachten tellen elk voor 10% mee voor het eindcijfer en kunnen dan ook als take-home tentamenvraag worden beschouwd. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.)
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Penitentiair recht (B3/M) 201803 6 mr. C.J. Petiet (kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234) mr. C.J. Petiet; mr. H.A.J.M. Versteeg week 5 - 14 Studenten worden geacht aan het eind van de cursus begrip te hebben van de rechtspositie van gedetineerden, van de geschiedenis en achtergronden van de vrijheidsstraf, van de opbouw van en het beleid in het gevangeniswezen. Zij dienen de verschillende rechtswegen voor gedetineerden (o.a. het beklagrecht) te kunnen toepassen. inhoud In dit keuzevak wordt de nadruk gelegd op vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. De benadering is berust op twee pijlers: theorie en praktijk. Allereerst theoretisch kader waarbinnen het penitentiair recht - in enge zin zich afspeelt. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar alle regels die gelden ten aanzien van degenen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, dus zowel degenen die zich in voorlopige hechtenis bevinden als degenen die een gevangenisstraf uitzitten. Dit complex van regels is de laatste twintig jaar sterk in beweging geraakt. Ook onder invloed van de
112
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen
mensenrechtenverdragen is de belangstelling voor penitentiair recht gegroeid en hebben allerlei fundamentele rechtsbeginselen in het penitentiaire recht hun toepassing gevonden. De beklagregeling voor gedetineerden is een exponent van deze toegenomen belangstelling. Voorts zal ruime aandacht besteed worden aan de differentiatie van de penitentiaire inrichtingen, de selectie van gedetineerden over die inrichtingen alsmede aan actuele problemen en de veranderingen die zich ten aanzien van het penitentiair beleid voordoen. Hoor-/werkcolleges, referaten en excursies. Literatuur wordt bekend gemaakt op Blackboard Tot de cursus behoort de verplichting een annotatie te schrijven naar aanleiding van een beschikking van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, de hoogste penitentiaire rechter. Tevens dient men een referaat te houden. Elke student wacht een individuele opdracht (is het schrijven van een essay). Aan het eind van de cursus vindt een mondelinge toets plaats. Het eindcijfer wordt bepaald door de cijfers van de annotatie, het essay en de mondelinge toets. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. Tot het onderwijs behoren excursies naar penitentiaire inrichtingen, als illustratie van en confrontatie met de praktijk van het Nederlandse gevangeniswezen. Op de eerste bijeenkomst wordt een onderwijsbulletin uitgereikt. Voor degenen die gekozen hebben voor de afstudeerrichting Strafrecht en van plan zijn bij de Rechterlijke Macht of het Openbaar Ministerie te gaan werken, is penitentiair recht een onontbeerlijk vak, omdat het inzicht geeft in de inhoud en betekenis van de straf die men eist of oplegt. Voor degenen die de advocatuur in willen, is het een nuttig vak omdat bij beklagzaken in penitentiaire inrichtingen steeds vaker advocaten worden toegevoegd. De mogelijkheid bestaat een scriptie te schrijven op het terrein van penitentiair recht en/of stage te lopen bij een penitentiaire inrichting. Verplichte inschrijving via TIS voor deelname aan dit vak. Er is een limiet aan het aantal deelnemers.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Pensioenrecht (B3/M) 201804 6 prof.dr. E. Lutjens (kamer 6A-24, tel. (020) 59 86268) week 5 - 14 Studenten kennen de regels voor het verwerven en behoud van pensioenrechten in het kader van de maatschappelijke aandachtpunten als vergrijzing, betaalbaarheid van de pensioenen en Europese ontwikkelingen. De colleges richten zich hoofdzakelijk op de aanvullende pensioenen voor werknemers, met inbegrip van overheidswerknemers. inhoud De verwerving van pensioenrechten is gebaseerd op een pensioenovereenkomst of op de verplichtstelling van deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Er geldt specifieke wetgeving op het terrein van het pensioenrecht, in het bijzonder de Pensioenwet en de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. De inhoud van deze wetten en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor werkgevers, werknemers en Examonderdelen
113
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvak subject code credits co-ordinator lecturers period aim content
form of tuition
114
pensioenfondsen of verzekeringsmaatschappijen vormt de kern van de inhoud van het vak Pensioenrecht. Het pensioenrecht wordt toegepast op actuele onderwerpen als: de medezeggenschap van gepensioneerden, pensioen bij de overgang van een onderneming, leeftijdonderscheid en andere gelijke behandelingsnormen in het pensioenrecht. Het Nederlandse pensioenrecht wordt in belangrijke mate gestuurd door het EG-recht, er zijn diverse op pensioenregelingen toegesneden EG-richtlijnen. Ook deze Europese invloed komt aan de orde. Hoor-/werkcollege en het schrijven van 1 werkstuk. • Syllabus Pensioenrecht; • Bundel Pensioenwetgeving; • Boek Pensioenwet, analyse en commentaar Werkstukken en schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. In het vak Fiscaal Pensioenrecht (docent de heer Kappelle) komt de fiscale behandeling van pensioenen aan de orde. Tezamen met het vak Pensioenrecht ontstaat zo een beeld van de vaak met elkaar samenhangede civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke pensioenvraagstukken.Voor verdere verdieping kan het vak Capita selecta pensioenrecht worden gevolgd of een scriptie worden geschreven. Ook zijn er regelmatig stagemogelijkheden bij Verzekeraars, Pensioenfondsen of Adviesorganisaties. 200360 : Sociaal recht (B3) Perpetrators and Bystanders (M/Mcrim/Ex.) 200980 6 dr. A.L. Smeulers (room 8A-32, telephone +31 (0)20 59 86241 e-mail:
[email protected]) J.A.M. Stuifbergen; dr. A.L. Smeulers week 5 - 14 To understand what drives perpetrators of international crimes such as war crimes, crimes against humanity and genocide to commit these crimes and why bystanders stand by. In this course we will focus on the perpetrators of international crimes. These crimes often stand out because of their extreme and atrocious nature and the mass scale on which they are committed yet research has shown that the perpetrators are ordinary people. In the course we will try to understand what transforms ordinary people into perpetrators. We will study the laboratory experiments on obedience by Milgram and the prison experiment by Zimbardo. We will watch a documentary on how in Greece under the colonel's regime (1967-1974) ordinary recruits were trained at a torture school and will analyze these training methods and the way how they affect the individual. We will discuss whether it is true that everyone can be trained to become a torturer and discuss the different types of perpetrators. Lastly we will focus on the role of the individual bystander and try to understand why some people act and others do not. There will be one lecture every week and 2 working group sessions. Students will have to discuss the role of the perpetrators and bystanders Rechtsgeleerdheid
literature
mode of assessment target audience remarks naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
naam code studiepunten co-ordinator periode aim
under the supervision of a tutor in the tutorial groups. Several videos amongst which Milgram's obedience experiment, Zimbardo's prison experiment and the Greek torture school (1967-1974) will be shown and analyzed. A reader with articles will be compiled including : Arendt (1964), Milgram (1974), Zimbardo (1974), Staub (1989), Kelman and Hamilton (1989), Lifton (1988), Haritos-Fatouras (2003), Huggins (2002), Smeulers (1996, 2002 and 2008), Gupta (2001), Rhue (1982) Lerner (1980), Oliner and Oliner (1992). An exam and an essay or a paper and an essay. The course is open to master students. Attendance obligatory. Personen- en familierecht (B2/BN2) 200203 2,9 mr. G.C.A.M. Ruitenberg (kamer 6A-12, tel. (020) 59 86296) prof.dr.mr. M.V. Antokolskaia; mr. G.C.A.M. Ruitenberg; dr.mr. C. Blankman (e.a.) week 36 - 43 Het verkrijgen van inzicht in de belangrijkste onderdelen van het personenen familierecht inclusief het huwelijksvermogensrecht. De zes hoofdonderwerpen zijn: • huwelijk en geregistreerd partnerschap; • echtscheiding en levensonderhoud; • huwelijksvermogensrecht; • afstamming en adoptie; • gezag en omgang; • naamrecht, meer- en minderjarigheid Hoor- en werkcolleges. • Reader Personen- en familierecht (verkrijgbaar in de VU-boekhandel); • S.F.M. Wortmann & J. van Duijvendijk-Brand, Compendium Personenen familierecht, Deventer: Kluwer 2009 (tiende druk). Schriftelijk tentamen. Het tentamen bestaat uit twee gedeeltes die elk een maximale beoordeling van 50 punten kennen. Het eerste gedeelte betreft meerkeuzevragen en het tweede gedeelte casusvragen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. Philosophy of International Law (M/Ex.) 200988 6 dr.mr. O.J. Tans (Room 7A-34, tel. + 31 (0) 20 59 86334) week 15 - 25 After following this course students should: • Understand various theories about the nature of international law. • Be able to critically reflect on classical and contemporary theories to justify the existence and authority of the international legal order. • Be able to analyse how this works out in practice: how these theories are reflected in actual legal decision-making. Examonderdelen
115
content We shall read a number of texts related to the topics mentioned above. Each session features a presentation by one or more students (depending on the number of participants), in which the texts of that week are discussed and issues for debate are raised. The other students are also asked to give input to the discussion by putting forward propositions. The course ends with a peerreview session, in which the students give each other comments on their paper proposals. literature Reader. entry requirements This course is open to exchange students and regular students of our faculty (including IBL, LPIS, ICC). Participants should have completed the Bachelor's course Volkenrecht (201522) or an equivalent course on Public International Law. Regular students also should have accumulated at least 150 ects of the Bachelor's programme Rechtsgeleerdheid. remarks The maximum number of participants is 20. Students who don't attend the first class will lose their participation-right to those on the waiting list. naam code studiepunten coördinator periode doel
Pleitoefening (B3/BN3) 200376 6 mr. M.A.V. Verdaasdonk (kamer 7A-32, tel. (020) 59 86332) week 36 - 26 Het vak geldt als de belangrijkste en zwaarste vaardighedentraining in de juridische opleiding en heeft ten doel: • het praktisch leren toepassen van verworven theoretische kennis door confrontatie ervan met aan de rechtspraktijk ontleende vraagstukken. • het ontleden van deze vraagstukken op hun juridische en overige merites. • het op een efficiënte manier leren raadplegen van juridische bronnen en informatie verzamelen uit juridische (digitale) bibliotheken en databestanden. • het zowel schriftelijk als mondeling leren formuleren en presenteren van uw standpunt aan de hand van argumenten, waarmee u de rechter en andere instanties tracht te overtuigen. • het bewustmaken van de grenzen van de vakgebieden en inzicht verschaffen in de maatschappelijke context waarin het recht zich manifesteert. • het leren innemen van een gefundeerde, beargumenteerde positie in een maatschappelijk, juridisch debat. • het bewustmaken en leren sturen van het eigen leerproces. • het leren onderscheiden van uw voorkeuren voor de verschillende deelgebieden van het recht. inhoud Aan de hand van een verstrekte casus schrijft u (in teamverband) een processtuk en maakt u (individueel) een pleitnotitie. Daarbij maakt u gebruik van de speciaal voor Pleitoefening ontworpen webcursus van de faculteitsbibliotheek, welke u na het doorlopen ervan evalueert via een daartoe verstrekt onderzoeksformulier. Het vak wordt afgesloten met uw pleidooi voor een meervoudige kamer van de rechtbank. Er zijn in de 6 ects, die het vak oplevert, voorts twee verplichte hoorcolleges
116
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing
voorkennis opmerkingen
alsmede drie verplichte vaardighedentrainingen van een dagdeel (ochtend of middag) geïncorporeerd: tijdens het eerste dagdeel ontvangt u een algemene vaardighedentraining, tijdens het tweede dagdeel een specifiek op uw pleidooi gerichte training, de derde training is een generale repetitie voor uw optreden ter zitting. De dagdelen worden met een tussenpoos van een tot twee weken gegeven. Er wordt op een nog aan te geven tijdstip een introductiebijeenkomst in de vorm van een hoorcollege gehouden, waarbij de juiste benadering en de werkwijze van het vak worden uiteengezet. Uw aanwezigheid is daarbij verplicht. U wordt ingedeeld in groepen van 12 studenten per casus. De groep wordt begeleid door een docent. Aan de hand van een casus op het gebied van privaatrecht, strafrecht of bestuursrecht ontwerpt u in samenwerking met twee medestudenten, dus in groepjes van drie, allereerst het processtuk. De groepsdocent stelt vast wie voor welke partij gaat optreden (eiser / gedaagde, verzoeker / verweerder, officier van justitie / verdediging e.d.). Na het processtuk gaat ieder individueel verder met de pleitnotitie of het requisitoir, waarin de basis wordt gelegd voor het optreden ter zitting. Ankie Broekers-Knol en Bart van Klink, Pleitwijzer. Bert Bakker, Amsterdam 2005 (7e druk)-verplichte literatuur. U wordt beoordeeld op het processtuk dat u in groepsverband heeft geschreven, op uw pleitnotitie en op uw pleiten ter zitting. Er wordt één (eind)cijfer gegeven na het pleidooi, waarin alle aspecten van uw deelname (waaronder ook inzet, aanwezigheid, bijzondere bijdragen) zijn opgenomen. Na afgerond eerste bachelorjaar èn nadat tenminste 120 studiepunten uit de bacheloropleiding zijn behaald en de voorkenisvakken (Rechtzoeken en Casus recht hebben behaald. Het vak wil bij uitstek een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van uw persoonlijke stijl en presentatie - zowel schriftelijk als mondeling - en is daarom enig in zijn soort. Het bevat geen wedstrijdelement (zo wordt er geen prijs uitgereikt voor het beste pleidooi) omdat ervan wordt uitgegaan dat ieders persoonlijkheid uniek is. Ook diegenen die niet opteren voor de togaberoepen zullen veel baat hebben bij dit vak. Het reikt vaardigheden aan die in elke juridische omgeving onontbeerlijk zijn. De oefening van de verschillende vaardigheden zal leiden tot toename van het zelfvertrouwen. Aldus wordt het voor ieder eenvoudiger om zich een duidelijk beeld te vormen van wat men met deze studie beoogt en kan bereiken. Voor de periode september - december en voor de periode februari - juni geldt een elektronische inschrijvingsprocedure. U schrijft zich in, hetzij als groep van 3 of 2 studenten, hetzij individueel. De precieze inschrijftermijn en het elektronisch inschrijfadres worden in Ad Valvas en in de facultaire studentenmail bekend gemaakt. Inschrijving: Let op: als u zich niet inschrijft, kunt u niet verder deelnemen aan Pleitoefening. U ontvangt dan geen casus, geen presentatietraining en u wordt niet ingedeeld op een pleitzitting. Evenzeer kan het niet bijwonen van verplichte bijeenkomsten leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan het vak. Het studiesecretariaat controleert bij aanvang van het vak of u aan de Examonderdelen
117
instapeisen voor Pleitoefening voldoet, derhalve of u alle eerstejaars vakken plus Casus Recht en Rechtzoeken hebt behaald, en zal u uitsluiten van deelname als dat niet het geval is. Vrijstellingsverzoeken voor dit vak dienen vóór het sluiten van de inschrijvingstermijn bij de Examencommissie te zijn ingediend. voorkennisvakken 200201 : Rechtzoeken (B2/BN2) 200214 : Casus recht (B2/BN2) subject code lecturer credits period aim
Political and Legal Aspects of Security Governance 701738 prof.dr. M. den Boer (prof. dr. B. Hoogenboom, 1 lecture) 6 2nd half 1st semester. The seminar seeks to expand the analytical knowledge of students about the governance of security from an international and comparative perspective in the following areas: • Shifts in state sovereignty concerning security matters. • The international governance of internal security through multi-lateral actors. • The police function, the police organisation and police models. • The merger between internal and external security. • The governance of security through border control and identity management. • Domestic and European governance of counter-terrorism. • Domestic and European governance against organized crime. • Ethical aspects of the globalization and virtualization of internal security content The seminar starts with a general introduction on governance theories and concepts that will be frequently used throughout the course. The transformation of the state will be analyzed from the perspective of shifts in governance and their effect on the distribution of power and influence concerning internal security. We will also pay attention to the effects for governance of the merger between internal and external security (e.g. in terrorism and illegal immigration), and human security. Second, we will focus on shifts in policing by comparing different models, ranging from the bureaucratic-hierarchical policing to nodal policing. Third, we will look at international (cross-border) policing. The main objective will be to clarify and reflect upon the multitude of international actors and multilateral initiatives in international law enforcement co-operation. Major trends will be discussed, such as the growth of extraterritorial action, the policing tasks of the military and vice versa, and the exportation of policing models and organizational structures. Fourth, we will focus on the domestic and international governance of anti-terrorism strategies, whereby we will take into account the trends in global terrorism as well as the new counterterrorism networks. Fifth, we will devote attention to the domestic and international governance of anti-organized crime strategies, whereby we will focus in the trends and transformations in the perception of organized crime, as well as the multi-lateral policies; a special theme will be the Europeanization of anti-organized crime law enforcement structures in the Member States of the EU. Sixth, we will analyse and discuss multi-lateral
118
Rechtsgeleerdheid
form of tuition
literature
mode of assessment
entry requirements target audience remarks
policies on migration and border-security, as well as special agencies that deal with it. We will draw to a close with a final session on the rise of the surveillance society against the background of globalization and virtualization and the application of an ethical framework and good governance criteria: are principles as data protection for individuals, coherence, consistency, transparency, integrity, legitimacy and accountability under pressure as a result of the internationalization of internal security? Lecture and tutorial. Attendance is compulsory. The students have to prepare individual class presentations about the literature. At the beginning of the seminar there will be an inventory of the themes for the final seminar theses; students will be asked to submit an outline and this will be discussed with the tutor on an individual basis. • Mark Findlay, Governing through Globalised Crime: Futures for International Criminal Justice, Willan Publishing, 2008 (ISBN 978-184392-308-4 pbk) • Wyn Rees (2006), Transatlantic-Counter Terrorism Cooperation. The New Imperative, Routledge (ISBN10: 0-415-33139-0; ISBN13: 978-0415-33139-5 pbk). • Elia Zureik and Mark B. Salter (2005), Global Surveillance and Policing. Borders, security, identity, Willan Publishing (ISBN 1-84392-160-X pbk). • Working papers and articles: PM Testamur based on presentation (40%) and individual thesis (60%). The individual presentation by students throughout the seminar will account for 40% the final mark. The students are requested to submit a written version of their presentation to the tutor one day prior to the presentation date (per e-mail:
[email protected]) and in printed form. Presentation and written submission are compulsory. The assessment of the final individual thesis by students accounts for 60% of the final mark. The individual thesis comprises a maximum of 5000 words, including bibliography and footnotes. The thesis has to be submitted on 18 January 2010, both per e-mail (see above) as well as in printed form. Marks will be available two weeks after the final date of submission. In the event of mediate marks below 5,5, students are granted a second chance. Submission of revised essay due on 15 February 2010. In the event of a second failure, students are granted the possibility to rewrite their final individual thesis, but about a completely different subject. Content and structure will be discussed with the tutor, however, there will be no supervision throughout the writing process. The final date of submission for this is 27 August 2010. Early submission is possible but does not guarantee an early marking. Students who do not pass this third assessment are advised to re-attend the course. Students are expected to be familiar with main governance concepts; if not, please read Jan Kooiman (2005), Governing as Governance, London, Sage (ISBN 0-7619-4036-7 pbk), prior to the start of the seminar. Master students of the Master's Programme in Law and Politics of International Security. It is obligatory to sign up for a course, for more information on dates to sign up, go to www.fsw.vu.nl/schedules. It is desirable, but not compulsory, to write and submit the essay in the Examonderdelen
119
English language. naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvakken
Politieke en parlementaire geschiedenis (B3/M) 201805 6 prof.dr. J. de Bruijn (kamer 1B-36, tel. (020) 5985271) week 5 - 14 Kennen of begrip hebben van de hoofdlijnen van de Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis. Inzicht hebben in de Nederlandse politieke cultuur en de onderlinge verhouding van regering en parlement. De Nederlandse politieke en parlementaire geschiedenis van 1848 tot heden. In dit keuzevak wordt geen college gegeven, maar de studenten worden na een persoonlijk introductiegesprek individueel begeleid door de docent. Van de studenten wordt verwacht dat zij een van de drie hieronder genoemde handboeken bestuderen, in voorkomende gevallen aangevuld met enige relevante literatuur. Daarnaast schrijven zij een paper van circa tien pagina's naar aanleiding van een in overleg met de docent te kiezen specifieke gebeurtenis of ontwikkeling uit de politieke/parlementaire geschiedenis. Speciale aandacht wordt besteed aan het helder en leesbaar schrijven van het werkstuk. P.J. Oud/J. Bosmans, Staatkundige vormgeving in Nederland, . 2 delen: '1840-1940' en 'De tijd na 1940'. Elfde/twaalfde druk, Assen 1997/1999; R. Aerts, H. de Liager Bohl, P. de Rooy en H. te Velde, Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland 1870-1990. Vijfde druk, Nijmegen 2007; P.P.T. Bovend 'Eert/R.H.B.M. Kummeling, Van Raalte's 'Het Nederlandse Parlement'. Tiende druk, Deventer 2004. Mondeling tentamen en paper. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. 200202 : Nederlandse rechtsgeschiedenis (B2/BN2) 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2)
naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Practicum beschrijvende criminologie (BC1) 212205 6 W.D. van Kalmthout MSc (kamer 8A-31, tel. (020) 59 80985) mr. L.S.M. Rutjens; W.D. van Kalmthout MSc; J.A.M. Stuifbergen week 1 - 13 Het doel van het vak is: 1. het zelfstandig kunnen toepassen van criminologische bronnen en inzichten zoals opgedaan in het vak Inleiding Criminologie op actuele vraagstukken. 2. het op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als schriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. inhoud Criminologische inzichten over de aard, omvang en aanpak van criminaliteit en de bepaling hiervan worden toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen.
120
Rechtsgeleerdheid
werkwijze Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 15 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel vormt. In de werkgroepen monden groepsgewijze discussies over een casus uit in een probleemstelling op basis waarvan de studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken waarna studenten zelfstandig een paper schrijven. De papers worden beoordeeld en besproken. literatuur De literatuur wordt bekend gemaakt op blackboard. toetsing Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de papers. naam code studiepunten coördinatoren docenten periode doel
inhoud werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis voorkennisvak
Practicum verklarende criminologie (BC2) 212206 6 W.D. van Kalmthout MSc; mr. M.D.S. Wijkman (kamer 8A-31, tel. (020) 59 80985) J.A.M. Stuifbergen; mr. L.S.M. Rutjens; mr. M.D.S. Wijkman week 39 - 51 Zelfstandig kunnen toepassen van criminologische theorieën zoals opgedaan in het vak Theoretische criminologie op actuele vraagstukken. Op kritische wijze kunnen formuleren, zowel mondeling als schriftelijk, van opgedane kennis en inzichten. Criminologische theorieën over het ontstaan van criminaliteit worden toegepast op actuele casus, praktijkproblemen en beleidsvragen. Het onderwijs zal in de vorm van werkgroepen van ongeveer 15 personen plaatsvinden. Het vak heeft een activerend karakter. Dit betekent dat niet zozeer de kennisoverdracht door de docent, maar het zelf vergaren en toepassen van kennis door de student centraal staat. Het vak heeft een zeer intensief karakter waarbij participatie een belangrijk onderdeel vormt. In de werkgroepen monden groepsgewijze discussies over een casus uit in een probleemstelling op basis waarvan de studenten zelfstandig naar relevante bronnen op zoek gaan. De gevonden informatie wordt in een volgende bijeenkomst kritisch besproken, waarna studenten zelfstandig een paper schrijven. Hierbij geldt de norm voor wetenschappelijk schrijven zoals voorgeschreven in het vak Project en het Practicum Beschrijvende Criminologie. Literatuur van het vak Theoretische criminologie. Casus materiaal en opdrachten worden via Blackboard verstrekt. Tijdens de cursus zal de student bovendien veelvuldig zélf op zoek moeten gaan naar relevante wetenschappelijke literatuur. Het eindcijfer wordt berekend aan de hand van de behaalde cijfers voor de papers. Aanmelding via TIS is voor dit vak verplicht. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 212101 : Project criminologie (BC1)
Examonderdelen
121
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Preventie en bestraffing van criminaliteit (BC3) 212313 4 mr.drs. M.B. Schuilenburg (kamer 8A-22, tel. (020) 59 86217) week 44 - 51 Het doel van dit vak is het bieden van een kritische reflectie over de preventie en bestraffing van criminaliteit, met name vanuit een rechtsvergelijkend, theoretisch en filosofisch perspectief. `Preventie en Bestraffing' gaat over het voorkomen (preventie) en bestraffen van criminaliteit. Dit onderdeel van de criminologie wordt 'penologie' genoemd. 'Poena' betekent straf. In het vak wordt ingegaan op de maatschappelijke context waarin vormen van preventie en bestraffing zijn ingebed. Verschillende theoretische aspecten rond de beoogde strafdoelen en de effecten van criminaliteitspreventie komen aan de orde. Aansluitend worden actuele ideeën behandeld over hoe het veiligheidsvraagstuk wordt ingevuld. Nieuwe technieken als (video)surveillance en de veranderde toegang tot (semi-)publieke gebieden spelen daarbij een belangrijke rol. Twee uur hoorcollege per week gedurende zes weken. Reader Preventie en Bestraffing. Schriftelijk tentamen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 212204 : Theoretische criminologie (BC2)
subject code credits lecturer period aim
Private International Commercial Law (IBL/Ex.) 200969 4 prof.mr. P. Vlas week 4 - 12 The main goal of this course is to equip students with the knowledge and skills to apply private international law rules in international commercial trade practice. content This course deals with aspects of private international law that may be relevant whenever cross-border commercial disputes are to be resolved. Students will first be familiarised with general principles of private international law. Subsequently, they will be introduced to how to resolve the question of jurisdiction in international contracts, and how parties to a contract may prevent themselves from being sued in a foreign jurisdiction. The course further deals with issues of choice of law. In particular, it will examine which law governs an international commercial contract, having regard to the rules of the Rome I Regulation. Issues regarding recognition and enforcement of foreign court judgements conclude the topics that are focussed on in this literature • Reader (VU Bookstore). • M. Bogdan, Concise Introduction to EU Private International Law, Europa Law Publishing: Groningen, 2006 • M. Bogdan & U. Mannsback, EU Private International Law: An EC Court Casebook, Europa Law Publishing: Groningen, 2006 mode of assessment A written examination. 122
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen naam code studiepunten coördinator docent periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
Privatissimum (M) 201566 6 prof.mr. A.F. Verdam (kamer 6A-31, tel. (020) 59 86284) week 15 - 21 Het privatissimum heeft tot doel de deelnemende studenten te trainen in mondelinge en schriftelijke vaardigheden. Voorts wordt verdieping van de stof nagestreefd tegen de achtergrond van toepassing daarvan in de praktijk van het (internationale) bedrijfsleven. In korte tijd dient een aantal opdrachten te worden vervuld, die liggen op het terrein van het ondernemingsrecht. In een periode van ongeveer zes weken vindt twee maal per week een bijeenkomst plaats. Op interactieve wijze worden opdrachten en referaten van de studenten besproken, met een sterk accent op de toepassing in de wereld van de praktijk Wordt bij aanvang van het onderwijs vastgesteld. De eindbeoordeling geschiedt op basis van werkstukken, referaten en inbreng in de werkgroepbesprekingen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! De verplichte onderdelen van de afstudeerrichting Ondernemingsrecht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! Project criminologie (BC1) 212101 6 drs. A.M.J. Hulsebosch MSc (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) drs. A.M.J. Hulsebosch MSc (en diverse docenten van de sectie criminologie.) week 36 - 49 Het doel van Project criminologie is het aanleren van wetenschappelijke schrijf- en presentatievaardigheden waarover de student in de verdere studie dient te beschikken. Daarnaast heeft het vak tot doel om de student basale informatievaardigheden bij te brengen. Het vak Project criminologie is een introducerend vak dat de nadruk legt op vaardigheden die de student nodig heeft voor de rest van de studie. Vaardigheden die aan bod komen zijn: het schrijven van een wetenschappelijke tekst, het verzorgen van een mondelinge presentatie, het raadplegen van criminologische bronnen, het verzamelen van informatie uit juridische en sociaal-wetenschappelijke bibliotheken en (digitale) databestanden, en het verwerken van deze wetenschappelijke literatuur in een paper. Het onderwijs vindt plaats in de vorm van werkgroepen van ongeveer 15 personen, waarbij studenten zowel individueel als in groepsverband verschillende opdrachten uitvoeren, waaronder het schrijven van een paper en het verzorgen van een mondelinge presentatie. Er geldt een aanwezigheidsplicht en van de student wordt actieve participatie verwacht. Syllabus Project Criminologie 2009-2010. Examonderdelen
123
Studenten dienen zelf aanvullende literatuur te verzamelen over het onderwerp van hun paper. toetsing Op basis van de verschillende opdrachten (paper, mondelinge presentatie en overige opdrachten) wordt het eindcijfer berekend. opmerkingen Meer informatie over de inhoud en opzet van het vak is te vinden in de studiehandleiding, welke voor aanvang van het vak op Blackboard wordt geplaatst. subject code credits co-ordinator lecturer period aim
content
literature
mode of assessment remarks
Public International Law (B3/M/Ex.) 200950 6 dr. H.M.G. Denters (room 1D-16, telephone +31 (0)20 59 86305 e-mail:
[email protected]) dr. T. Gazzini week 36 - 44 A successful student is expected to be able to (i) identify relationships between areas of international law, (ii) recognize the legal import of various international problems, and (iii) identify relevant sources of international law for the solution of these problems. This course deals with the key issues in public international law: the sources of law, the law of treaties, sovereignty and jurisdiction, the concept of immunity, state responsibility, the principle of sustainable development, and the peaceful settlement of international disputes. Some common features of the law of international organisations are also discussed. mandatory Martin Dixon & Robert McCorquodale, Cases and Materials on International Law, third ed., London: Blackstone Press Limited, 2000 recommended Malcolm D. Evans, Blackstone's International Law Documents, 5th ed., London: Blackstone Press Limited, 2003 A. Cassese, International Law, Oxford: Oxford University Press, 2001 2 assignments (40%) and exam (60%). Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for exchange as well as for regular students of our faculty. Furthermore Exchange students must have successfully finalised basic courses on Introduction to Public International Law. Dutch students must have successfully finalised the following course: Beginselen volkenrecht. Dutch students also must have completed the first bacheloryear.
naam Public International Law, Selected Topics: Measures Short of War and Economic Sanctions (M/Ex.) code 200975 studiepunten 6 co-ordinator dr T. Gazzini (kamer 1D-08) periode week 5 - 12 aim After completion of this course the student should: • Know the evolution of 'measures short of war' in international law since the 19th century 124
Rechtsgeleerdheid
Know and understand the current status of measures short of war in international law • Know the different sanction regimes that are in place in contemporary international relations, especially those under the auspices of the United Nations • Understand the legal and moral dilemmas that surround the application of economic sanctions Be able to assess the legality of existing sanction regimes in terms of the law of international organizations, State sovereignty, non-intervention and international human Public International Law, Selected Topics´ central focus will be on the measures short of war and economic sanctions. It takes up the issue of the lawfulness and effectiveness of sanctions, the evolution of sanction regimes since the 1990´s and the possible downsides of sanction regimes. Secial attention will be paid to the sanction regimes that have been set up in order to deal with international terrorism. To be announced Papers, assignment. Course will be given in English. An active command of the English language is required. This course is meant for LL.M students, regular Master students of our faculty and a selected group of exchange students. Exchange students must have successfully finalised basic courses on Public International Law or Law of Nations . Students of our own faculty: 150 Bachelor ects (incl. Pleitoefening) and must have successfully finalised the following courses: Public International Law or Volkenrecht. Maximum 25 students. •
content
literature mode of assessment remarks
naam code studiepunten coördinator periode doel
Publiekrechtelijke rechtshandhaving (integratievak) (M/Mcrim) 201574 6 prof.dr.mr. W. Huisman (kamer 8A-28, tel. 020-59 863560) week 47 - 4 Door bestudering van de toepasselijke rechtsregels en de wijze waarop zij in de praktijk worden gehanteerd, inzicht te verkrijgen in de toenemende verstrengeling van strafrecht en bestuursrecht bij de publiekrechtelijke handhaving. inhoud Op allerlei terreinen vervagen de grenzen tussen strafrecht en bestuursrecht. Men denke bijvoorbeeld aan het milieu, de prostitutiebranche, de horeca etc. In het vak wordt onder meer ingegaan op deze ontwikkelingen en de achtergronden daarvan. Welke bestuurlijke en strafrechtelijke instrumenten zijn beschikbaar? Welke 'spelers' zijn bij de handhaving betrokken? Moet men kiezen voor bestuurlijke of justitiële handhaving of is zelfregulering het meest effectief? Welke overwegingen en (juridische) eisen spelen daarbij een rol? Op welke wijze gebruiken toezichthouders en opsporingsambtenaren hun bevoegdheden en welke sancties staan ter beschikking? De nadruk ligt in het vak op de toepassing van bestuursrechtelijke en strafrechtelijke instrumenten in de praktijk. Hoe wordt (in de praktijk) de keuze gemaakt tussen verschillende soorten sancties? Hoe is de handhaving Examonderdelen
125
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
126
georganiseerd en hoe verlopen toezicht en opsporing? Welke handhavingsstrategieën worden gehanteerd en waarom? Hoe staat het met de effectiviteit van de handhaving? Vindt afstemming plaats tussen verschillende met handhaving belaste organen, provincies, gemeenten, OM, etc.? Werkcolleges. Er wordt een actieve inbreng van studenten verwacht. Syllabus en de daarin aangegeven overige verplichte en aanbevolen literatuur. Schriftelijk tentamen. Studenten Rechtsgeleerdheid: Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! Studenten Criminologie Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar !) van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! Recht en internet (B3/M) 200383 6 mr. A.R. Lodder (kamer 5A-27, tel. (020) 59 86215) week 5 - 14 Inzicht verkrijgen in de rechtsvragen die aan het gebruik van internet zijn verbonden en verkenning van de mogelijkheden om internet te gebruiken binnen de rechtspraktijk en de wetenschap. In de praktijk krijgt iedere jurist te maken met rechtsvragen rond internet. Mede door de snelle ontwikkelingen is het noodzakelijk om in aanvulling op de traditionele disciplines aan deze onderwerpen afzonderlijk aandacht te besteden. Daarnaast vormt internet door op steeds grotere schaal beschikbare juridische informatie en de elektronische communicatie een onmisbare en integrale toepassing voor iedere jurist. Er is geen rechtsgebied dat niet door internet wordt beïnvloed. De veranderingen kunnen ingrijpend zijn, zoals de invoering van de Wet elektronische handel in het BW. Wekelijks verschijnen nieuwe rechterlijke uitspraken over opvragen van persoonsgegevens, muziekfiles op internet, klaagsites, vacaturebanken, etc. Onderwerpen die specifiek aan de orde komen zijn ondermeer Auteursrecht op Internet, Privacybescherming, Recht rond elektronische handel, Oplossen van conflicten via internet en Internet als juridische informatiebron. Hoorcolleges en werkgroepen. Jurisprudentie Internetrecht Annotaties (2009) is verkrijgbaar bij de VUboekhandel. Overig materiaal komt beschikbaar via Blackboard. Drie schriftelijk uit te werken casus (1/3) en een schriftelijk tentamen met open vragen (2/3). Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar.
Rechtsgeleerdheid
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Recht in de digitale samenleving (B3/M) 200382 6 C.M.M. Zwinkels (kamer 5A-35, tel. (020) 59 86214) week 15 - 25 Inzicht verkrijgen in de rechtsvragen die aan het gebruik van internet zijn verbonden en verkenning van de mogelijkheden om internet te gebruiken binnen de rechtspraktijk en de wetenschap. De invalshoek is voornamelijk publiekrechtelijk. De privaatrechtelijke invalshoek komt aan de orde in Recht en Internet. De overheid maakt in toenemende mate gebruik van het internet. Rechtsbronnen werden rond de eeuwwisseling via Internet beschikbaar gesteld (wetten, rechtspraak, kamerstukken). Locale overheden verstrekten veel informatie via internet en bieden een groot aantal diensten langs elektronische weg aan. Ook de rechterlijke macht introduceert steeds meer onderdelen van het proces via internet en introduceert bijvoorbeeld digitale dossiers. Voor een deel volstaat bestaande regelgeving, voor een ander deel is nieuwe regelgeving geïntroduceerd, maar op onderdelen ontbreken noodzakelijke nieuwe normen. Aan al deze drie thema's wordt aandacht besteed. Daarnaast wordt ingegaan op de eisen die de digitale samenleving aan bestuur, wetgeving en rechtspraak stelt en de mogelijkheden die internet en andere technologie de overheid bieden. Onderwerpen die in ieder geval aan de orde komen zijn Computercriminaliteit, Openbaarheid van overheidsinformatie, Elektronisch procederen, Normen voor IT gebruik en Dienstverlening door de overheid. Hoorcolleges en werkgroepen. Litteratuur verkrijgbaar via Blackboard. Drie schriftelijke uit te werken casus (1/3) en een schriftelijk tentamen met open vragen (2/3). Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar!
naam Rechtseconomie (B2) code 200207 Rechtseconomie met vakcode 212217 is speciaal voor Bachelor 2 studenten criminologie studiepunten 5,7 coördinator mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 4043875 b.g.g. (06) 54682911 e-mail:
[email protected]) docenten mr.drs. P.R. de Geus; mr.drs. R. Verheggen; K.J. de Rooij periode week 1 - 14 inhoud De aard van de rechtseconomie laat zich in vier punten samenvatten: De rechtseconomie analyseert rechtsregelingen met behulp van de economisch wetenschap. De rechtseconomie stelt zich tot taak de economische effecten van rechtsregelingen te voorspellen. De rechtseconomie gaat ervan uit dat de rechtssubjecten calculerend gedrag vertonen. De rechtseconomie doet normatieve uitspraken met behulp van normen die aan de welvaartseconomie zijn ontleend over de vraag hoe een goede rechtsregeling eruit moet zien. Aan de orde komen onder andere de volgende onderwerpen: eigendom, Examonderdelen
127
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
contracten en contractuele aansprakelijkheid, ongevalssituaties tussen derden, risicohouding en verzekeringen, misdaad en straf en productenaansprakelijkheid. Hoor- en toepassingscollege. De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. • B.C.J. van Velthoven en P.W. van Wijk (red.), Recht en Efficiëntie, Kluwer, Groningen, 2007. • Syllabus Rechtseconomie (verkrijgbaar bij de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald. 1. Voor dit vak worden dit jaar vier groepen overdag gegeven. Per groep zijn 40 plaatsen beschikbaar. Door (niet verplichte) participatie is het mogelijk om bonuspunten voor het tentamen te behalen.Vanaf november 2009 kunt u zich via TISVU inschrijven (ook voor het extensieve werkcollege moet u zich inschrijven!!!). De inschrijving sluit op 1 december 2009!! Studenten die zich niet hebben ingeschreven, hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 2. Rechtseconomie is een verplicht vak voor de bacheloropleiding Criminologie. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichting Fiscaal recht en wordt aanbevolen voor de afstudeerrichting Ondernemingsrecht. Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. Op woensdag 2 november 2009 om 17.30 in zaal 6A-00 wordt een voorlichtingscollege gegeven om u te helpen om uw keuze te bepalen. 3. De syllabus Rechtseconomie is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 4. Dit vak wordt niet in de avond aangeboden. 5. Meer informatie vindt u op www.economievakken.nl .
naam code studiepunten coördinator
Rechtseconomie (BC2) 212217 6 mr.drs. P.R. de Geus (tel. (020) 4043875 b.g.g. (06) 54682911 e-mail:
[email protected]) docenten mr.drs. P.R. de Geus; mr.drs. R. Verheggen; K.J. de Rooij periode week 1 - 14 inhoud De aard van de rechtseconomie laat zich in vier punten samenvatten: De rechtseconomie analyseert rechtsregelingen met behulp van de economisch wetenschap. De rechtseconomie stelt zich tot taak de economische effecten van rechtsregelingen te voorspellen. De rechtseconomie gaat ervan uit dat de rechtssubjecten calculerend gedrag vertonen. De rechtseconomie doet normatieve uitspraken met behulp van normen die aan de welvaartseconomie zijn ontleend over de vraag hoe een goede rechtsregeling eruit moet zien.
128
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
Aan de orde komen onder andere de volgende onderwerpen: eigendom, contracten en contractuele aansprakelijkheid, ongevalssituaties tussen derden, risicohouding en verzekeringen, misdaad en straf en productenaansprakelijkheid. Hoor- en toepassingscollege. De hoorcolleges beogen een inleiding te geven op bovengenoemde onderwerpen aan de hand van de verplichte literatuur. Tijdens de toepassingscolleges wordt de behandelde stof nader toegelicht aan de hand van opgaven en casus. • B.C.J. van Velthoven en P.W. van Wijk (red.), Recht en Efficiëntie, Kluwer, Groningen, 2007. • Syllabus Rechtseconomie (verkrijgbaar bij de VU-boekhandel). Schriftelijk tentamen Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald! 1. Voor dit vak worden dit jaar vier groepen overdag gegeven. Per groep zijn 40 plaatsen beschikbaar. Door (niet verplichte) participatie is het mogelijk om bonuspunten voor het tentamen te behalenVanaf november 2009 kunt u zich via TISVU inschrijven (ook voor het extensieve werkcollege moet u zich inschrijven!!!). De inschrijving sluit op 1 december 2009!! Studenten die zich niet hebben ingeschreven, hebben geen toegang tot de colleges. De toegang zal strikt worden gecontroleerd! 2. Rechtseconomie is een verplicht vak voor de bacheloropleiding Criminologie. Bedrijfseconomie A is in bachelor 2 een verplicht vak voor Notarieel recht en de afstudeerrichting Fiscaal recht en wordt aanbevolen voor de afstudeerrichting Ondernemingsrecht.Voor alle overige afstudeerrichtingen geldt dat er in bachelor 2 de keuze is tussen Bedrijfseconomie A en Rechtseconomie. Op woensdag 2 november 2009 om 17.30 in zaal 6A-00 wordt een voorlichtingscollege gegeven om u te helpen om uw keuze te bepalen. 3. De syllabus Rechtseconomie is beperkt verkrijgbaar. Wanneer de syllabus is uitverkocht zal deze alleen via blackboard te downloaden zijn. 4. Dit vak wordt niet in de avond aangeboden. 5. Meer informatie vindt u op www.economievakken.nl
naam Rechtsfilosofie (B3/M) code 201811 201810: 6 studiepunten studiepunten 12 coördinator prof.mr. W.J. Veraart (kamer 7A-35, tel. (020) 59 86325) periode week 5 - 14 (plus volgens afspraak) doel Het doel van het vak is de student enigszins vertrouwd te maken met rechtsfilosofische aspecten van het recht, toegespitst op het strafrecht. De student dient één of meer rechtsfilosofische vraagstukken systematisch te verkennen dan wel zich (nader) te verdiepen in een rechtsfilosofische stroming of in een afzonderlijke auteur. Hierdoor dient de student te leren rechtsfilosofische elementen in juridische vraagstukken te onderkennen. Teven dient hij te leren kritisch te reflecteren op het positieve recht en/of de wijze waarop daarmee wordt omgegaan, bijvoorbeeld in de rechtsvinding. Examonderdelen
129
inhoud Het keuzevak wordt gegeven als literatuurstudie met individuele begeleiding. Alleen bij grotere belangstelling wordt een aantal weken werkgroepen gegeven waarin vooraf bestudeerde literatuur intensief doorgesproken wordt. De eerste 6 punten zijn vooral gewijd aan reflectie op moderne rechtsfilosofische opvattingen. In de tweede helft kan de student zich nader specialiseren Wanneer voor 12 punten rechtsfilosofie gedaan wordt dient een afsluitend paper geschreven te worden over een door de student in overleg met de docent te kiezen onderwerp. Er is voorde eerste 6 punten een algemeen basispakket, waar in overleg van afgeweken kan worden. werkwijze Individuele besprekeing van gedeelten van de literatuur met de docent. literatuur .A. van Dijk, Strafrechtelijke aansprakelijkheid heroverwogen. Over opzet, schuld, schulduitsluitingsgronden en straf, Apeldoorn-Antwerpen, Maklu, 2008, p.125-164. Lon L. Fuller, The Morality of Law, revised edition, New Haven & London, Yale University Press, 1969, 262 blz. Wiene van Hattum, 'Tbs en levenslang', in: F. Koenraadt en I. Weijers (red.), Vrijheid en verlangen. Liber amicorum prof. dr. Antoine Mooij, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2009, p. 125-149. A.M. Honoré, 'Being Responsible and Being a Victim of Circumstance', in A.M. Honoré, Responsibility and Fault (Oxford, Portland: Hart Publishing 1999), p. 121-142. Geert Knigge, 'Opzet en bewustzijn', in: F. Koenraadt en I. Weijers (red.), Vrijheid en verlangen. Liber amicorum prof. dr. Antoine Mooij, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2009, p. 187-199. In overleg met de docent kan andere literatuur gekozen worden. Voor het 12 puntenvak is aanvullende literatuur vereist. toetsing Mondeling tentamen. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar! voorkennisvak 200206 : Encyclopedie der rechtswetenschap II (B2/BN2) naam Rechtspsychologie en bewijs (BC3/Mcrim/B3/M) code 212317 studiepunten 6 coördinator prof.dr. P.J. van Koppen (kamer 8A-19, e-mail:
[email protected]) periode week 5 - 14 doel In het vak 'Rechtspsychologie en bewijs' staan de rechtspsychologische aspecten van het strafproces centraal. Aan de hand van een empirische analyse van enkele geruchtmakende strafzaken (Puttense moordzaak, Schiedamse parkmoord, Deventer moordzaak, Eper incestzaak), zullen veel voorkomende problemen bij opsporing, vervolging en berechting vanuit een rechtspsychologische c.q. strafvorderlijke invalshoek aan de orde worden gesteld, zoals: recherche en groot onderzoek, bewijs en de beslissing van de rechter, seksueel misbruik en hervonden herinneringen, valse bekentenissen, geursorteerproef literatuur De literatuur wordt vermoedelijk tijdens college op te geven hoofdstukken uit P.J. van Koppen, D.J. Hessing, H.L.G.J. Merckelbach en H.F.M. Crombag (red), Het Recht van Binnen, Psychologie van het Recht, Deventer, Kluwer 2002 en een aanvullende reader met jurisprudentie en literatuur. Maar let op: wellicht wordt een nieuw boek voorgeschreven, dus wacht even 130
Rechtsgeleerdheid
met aanschaffen. toetsing Schriftelijke toetsing. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar! opmerkingen Spreekuur: na college. voorkennisvakken 200381 : Formeel strafrecht (B3) (sterk aanbevolen (of)) 212305 : Formeel strafrecht (BC3) (sterk aanbevolen (of)) 212316 : Formeel strafrecht (BC3) (sterk aanbevolen (of)) naam Rechtssociologie en rechtspleging (integratievak) (M) code 201864 Voorheen de vakken Rechtspleging (integratievak) en Praktijk van de Rechtspleging. studiepunten 6 coördinator dr. E. Niemeijer (Kamer 7A-29, tel. (020) 59 86322) periode week 15 - 25 doel Het doel van dit vak is kennis te krijgen over het sociaal wetenschappelijk perspectief op het recht. Het gaat daarbij enerzijds om de invloed van uiteenlopende "sociale" factoren op het recht en anderzijds om de betekenis van het recht in de samenleving. Met andere woorden, niet "law in the books", maar "law in action" staat centraal. Het vak beoogt duidelijk te maken wat de inhoud en de betekenis is van sociaal wetenschappelijke theorie en onderzoek van het recht en waarin deze benadering verschilt van het juridisch perspectief. Voorts komt de vraag aan de orde naar de opbrengst, wetenschappelijk en praktisch, en het nut ervan (voor juristen). inhoud In het eerste deel van het college wordt de sociaal wetenschappelijke benadering verkend: wat is het, hoe werkt het en wat heb je er aan. In het tweede deel van het vak staat de rechtspleging centraal. Wat betekent onafhankelijkheid? Is de rechtspraak nog wel bij de tijd? Verdient mediation stimulering? Welke ontwikkelingen spelen zich af in de advocatuur? Wat vinden betrokkenen (zoals partijen en advocaten) van het huidig functioneren van de rechtspraak? Moet er lekenrechtspraak komen? Waarom dan? Nadere invulling van literatuur en colleges is te zijner tijd te vinden op Blackboard. werkwijze Hoor- en werkcolleges. literatuur Syllabus met artikelen. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Nadat tenminste 150 stp (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! naam Rechtsvergelijking (B3/M) code 201521 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. studiepunten 6 coördinator mr. R.I.V.F. Bertrams (kamer 7A-21, tel. (020) 59 86305) periode week 5 - 14 doel Het verkrijgen van inzicht in de structuur van het - ons eigen - continentaals recht als basis voor vergelijking met het Engels (privaat)recht/common law. Het verkrijgen van kennis en inzicht in het Engels (privaat) recht/common law waarmee men, onder meer, in staat is een casus op basis van dit Examonderdelen
131
rechtssysteem op te lossen. inhoud De cursus bestaat uit twee delen: • Inleiding Continentaal recht (Nederland, Duitsland, Frankrijk): vier - vijf uur. Bij de korte karakterisering van dit - ons eigen - systeem wordt speciale aandacht gegeven aan de benadering van het recht en de rechtsvinding, de daarbij gebruikte rechtsbronnen en technieken. Deze karakterisering dient vooral als basis voor de vergelijking met het volgende deel. • Engels (privaat)recht/common law, ongeveer 30 uur. Het zwaartepunt van de cursus Rechtsvergelijking ligt sterk bij dit onderdeel. De reden hiervoor is dat dit rechtssysteem in vele opzichten beduidend afwijkt van de diverse systemen op het Europese continent en met name in het internationale handels- en rechtsverkeer een belangrijke rol speelt. Het kenmerkende van het Engels (privaat)recht/common law, alsmede de technieken en concepten/rechtsbegrippen worden hierbij blootgelegd. De cursus geeft een basiskennis van common law, equity, de relatieve positie van de rechtsbronnen, i.h.b. de rechtspraak met haar precedentwerking, en het rechterlijk proces. De onderwerpen trust, fiduciary verhoudingen, negligence en een caput contractenrecht worden intensief bestudeerd. Eén en ander geschiedt aan de hand van vonnissen en excerpten uit Engelse literatuur, die gebundeld zijn in de syllabus (privaatrechtelijke) Rechtsvergelijking. Deze bundel bevat uitsluitend Engelstalig materiaal. werkwijze Colleges gedurende negen weken, tweemaal twee uur per week. In verband met de aard van het vak, de wijze van behandelen (geen handboeken, veel praktijkgevallen en rechtspraak) en de aard van het tentamen (nadruk op casusoplossing) is een zeer regelmatige en actieve deelname aan de colleges noodzakelijk. literatuur Syllabus (privaatrechtelijke) Rechtsvergelijking. De inhoud hiervan wordt beheersbaar door middel van de colleges. toetsing Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaal. voorkennisvakken 200205 : Contractenrecht (B2/BN2) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2) naam code studiepunten coördinator periode
Rechtzoeken (B2/BN2) 200201 2,9 dr. A.J. Wolthuis (kamer 7A-37, tel. (020) 59 86326) Rechtzoeken wordt tweemaal per jaar gegeven: direct na de zomervakantie en direct na de kerstvakantie. Let goed op de collegeroosters voor de precieze datum van het hoorcollege. doel Rechtzoeken is een vaardighedenvak. U schrijft een werkstuk en houdt een toespraak aan de hand van een door de docent op het hoorcollege uit te reiken opdracht. U werkt samen met één andere student. Door een werkstuk te maken en een toespraak te houden, oefent u in het vinden en raadplegen van juridische bronnen, het begrijpen van juridische teksten, het stellen en beantwoorden van een juridische vraag en het schrijven en presenteren van
132
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
een juridisch betoog. Tenslotte oefent u de vaardigheid samen met een ander binnen een bepaalde termijn een opdracht uit te voeren. U dient zich samen met een collega-student voor het vak in te schrijven op een lijst die op de kamer van het secretariaat op de zevende etage (7A-42) ligt. Het is verstandig u al vóór de vakantie in te schrijven voor de cursus, die direct na de vakantie van start gaat. U schrijft zich automatisch in voor een presentatiedatum. Schrijf uw naam onder een presentatiedatum die u schikt. Noteer uw inschrijfnummer en de presentatiedatum. Rechtzoeken kent per gelegenheid één hoorcollege waar uitgelegd wordt wat van u wordt verwacht. Op dat hoorcollege worden bovendien de opdrachten uitgedeeld. Als het hoorcollege is verstreken, worden geen opdrachten meer uitgereikt. Het werkstuk moet twee weken na het uitdelen worden ingeleverd in 7A-42. Wanneer u een onvoldoende voor het werkstuk hebt behaald, komt u niet in aanmerking voor het houden van een presentatie. Syllabus Rechtzoeken 2009 (te zijner tijd verkrijgbaar via Blackboard). Werkstuk en presentatie Deelname aan het vak Rechtzoeken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. 200109 : Project (B1) (of) 200129 : Juridische vaardigheden (B1/BN1)
subject code credits co-ordinator period aim
Research Methodology of International Crimes (Mcrim/Ex.) 200902 6 prof.dr. C.C.J.H. Bijleveld week 36 - 44 The aim is to focus on the specific research methods needed to study international crimes and to be able to present the research result to others. content Students need to acquire methodological skills to conduct criminological research in this field: both quantitative research as well as qualitative research. Students should be able to have sufficient knowledge of the following research topics: measuring the number of victims; comparing mortality rates; victim surveys; interviewing victims, perpetrators; assess the effectiveness of judicial interventions and specific measures. Evaluate supranational criminal law functioning. Students should know which research methods can and should be used when studying this type of crime. They should know which ordinary research methods can be used and what the specific difficulties in relation to this type of crime are and how to deal with them. Specific attention will be given to questions on how criminologists and analysts can support fact finding missions, can help gather evidence which can be used in trials, can assess the reliability of estimates etc. Special attention will be given on how to translate research finding to make them useful for others like policymakers or make their findings acceptable as evidence in court. form of tuition Lectures and take home assignment. literature Bijleveld, C.C.J.H. (2008), Research methodology for international criminology; proofs will be supplied Examonderdelen
133
Asher, J., Banks, D. & Scheuren, F.J. (2008), Statistics for human rights. Springer. mode of assessment Exam. target audience The course is open to master students Criminology. subject code credits co-ordinator period aim
content
form of tuition literature target audience
Research Seminar International Crimes (Mlpis/Mcrim) 212411 2 dr. J. van Wijk (room 8A-22, telephone +31 (0) 20 59 862981) week 36 - 25 (Over the year a max. of 3 seminars will be organized) After successfully completing this course the student should: • have a profound knowledge of a specific topic regarding international crimes, in all its multidisciplinary breadth; • have orally presented a paper on this given topic; • have read and discussed academic literature on this given topic Two to four times a year distinguished (foreign) guest lecturers will be invited to extensively discuss and explore specific topics of their expertise. A maximum of fifteen students will be selected to join these two-day seminars in which they have the possibility delve into the respective topic together with the renowned scholar. Prior to the seminar students are provided with reading material, so that they are sufficiently prepared. During the seminars the students are required to give an oral presentation and actively engage in the debates that follow. Based on their presentation and participation the students can either 'pass' or 'not pass' for this course Lectures/discussion groups. Variety of articles. The course is open to a maximum of fifteen selected students from either the Master International Crimes and Criminology or the Master Law and Politics of International Security.
naam code studiepunten coördinator docent periode doel
Risicosamenleving (Mcrim) 212402 6 mr.drs. M.B. Schuilenburg (kamer 8A-22, tel. (020) 59 86217) dr. N. Rozemond week 36 - 42 Inzicht verwerven in de verschillende aspecten van de huidige veiligheidsamenleving, met name vanuit een vergelijkend, theoretisch en filosofisch perspectief. inhoud Met het begrip risicosamenleving wordt de kwetsbaarheid van de samenleving en de daarmee samenhangende behoefte aan absolute veiligheid bedoeld. De conflicten gaan daarin steeds minder over de verdeling van welvaart en steeds meer over de bescherming tegen risico's. Het vak Risicosamenleving gaat in op de vraag hoe de dominante opvattingen in dezelfde samenleving over misdaad en misdaadbestrijding tot stand komen. Welke ontwikkelingen en trends kunnen worden onderscheiden in de criminele politiek? In het vak wordt een actueel boek van een vooraanstaand criminoloog behandeld. Niet alleen wordt dit boek besproken, ook worden aanverwante thema's verder uitgediept aan de hand van verschillende
134
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
artikelen. Hierbij wordt vooral aandacht besteed aan de maatschappelijke betekenis die het veiligheidsbeleid nu heeft. Hoorcolleges. Zie blackboard. Eindpaper. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar!) van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald!
naam Risicotaxatie en interventies (Mcrim) code 212408 Dit vak kan alleen gevolgd worden door studenten Criminologie die in de masterfase zitten. studiepunten 6 coördinator dr. J.M. Harte (kamer 8A-28, tel. (020) 59 863560) periode week 45 - 4 doel In deze cursus wordt geleerd op welke wijze risicotaxatie-instrumenten in combinatie met behandelinterventies een bijdrage leveren aan de veiligheid van de maatschappij. De student leert zelfstandig een oordeel te vormen over de kwaliteit van een instrument. De theorie wordt toegelicht aan de hand van casuïstiek en actualiteit inhoud Een van de manieren om de maatschappij te beveiligen is door delinquenten die een delict hebben gepleegd dat is voortgekomen uit een psychiatrische stoornis een behandelinginterventie op te leggen. Een voorbeeld van een dergelijke maatregel is de terbeschikkingstelling (tbs). Het opleggen van een tbs-maatregel is zeer ingrijpend voor de betrokkene en brengt hoge kosten met zich mee. Echter, het ten onrechte niet opleggen of het ten onrechte beëindigen van een maatregel kan ernstige incidenten tot gevolg hebben, leidende tot grote maatschappelijke verontwaardiging en gevoelens van onveiligheid. Zowel voor het opleggen als voor het beëindigen van een dergelijke ingrijpende interventie is het dan ook van groot belang om een goede inschatting te kunnen maken van toekomstig delictgevaar. In het verleden baseerden behandelverantwoordelijken in de forensische psychiatrie hun oordeel over toekomstig delictgedrag vaak op een globaal klinisch oordeel. Tegenwoordig wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van zogeheten risicotaxatie-instrumenten. In deze cursus wordt kennisgemaakt met dergelijke instrumenten en wordt bekeken op welke manier en in welke mate deze instrumenten in combinatie met behandelinterventies een bijdrage kunnen leveren aan de veiligheid van de maatschappij. werkwijze Hoorcolleges, referaat en schrijfopdrachten. literatuur Nader bekend te maken. toetsing Schrijfopdrachten en referaat. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar!) van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! naam code studiepunten coördinator periode
Ruimtelijke ordeningsrecht (B3/M) 201813 6 prof.mr. J. Struiksma (kamer 6A-23, tel. (020) 59 86267) week 5 - 14 Examonderdelen
135
doel Ruimtelijke ordeningsrecht behoort tot de belangrijkste onderdelen van het bijzondere bestuursrecht. Veel juristen krijgen ermee te maken, of ze nu in het bedrijfsleven, bij de overheid of in een adviserend beroep werkzaam zijn. Met het vak wordt beoogd studenten te leren redeneren met de belangrijkste onderdelen van het begrippenapparaat uit het ruimtelijke ordeningsrecht. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene wettelijke en jurisprudentiële regels op bijzondere gevallen (casus), maar ook om het afleiden van algemene regels uit de bijzondere gevallen. Bij dat laatste ligt de nadruk op het opsporen van inconsistenties in het bestaande systeem. inhoud Om het doel te kunnen bereiken is het nodig dat u kennis verwerft omtrent verschillende ruimtelijke ordeningsonderwerpen. Begonnen wordt met een uiteenzetting over de totstandkoming van het ruimtelijke ordeningsrecht. Vervolgens wordt het ruimtelijke ordeningsbeleid van de verschillende overheidslagen aan een onderzoek onderworpen. Daarna staat het gemeentelijk niveau centraal, waarin de belangrijkste aandacht uitgaat naar het bestemmingsplan en de zogenaamde artikel 19-procedure. Ook wordt aandacht geschonken aan de relatie tussen ruimtelijke ordenings- en milieurecht. In het keuzevak ligt het accent op het gemeentelijk instrumentarium: het bestemmingsplan neemt een centrale plaats in. werkwijze Het vak is op opgenomen in blackboard. Daar is uitgebreide informatie opgenomen over het collegeschema, literatuur, opdrachten en tentamen. literatuur J. Struiksma, Het systeem van het ruimtelijke ordeningsrecht, als pdf-bestand via Blackboard ter beschikking. toetsing Gesloten boek tentamen. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. voorkennisvak 200378 : Bestuursrecht (B3) (sterk aanbevolen.) subject code credits co-ordinator period aim content form of tuition
literature mode of assessment
136
Skills Training (IBL) 200951 2 dr. H.M.G. Denters (room 1D-16, telephone +31 (0)20 59 86305 e-mail:
[email protected]) week 2 - 3 Train oral skills. The student researches a subject and holds a 15 min.oral presentation, followed by a discussion. A student will make a presentation in one of the following subgroups: • EU Law • International Economic Law Each group will hold a session. Students must attend all presentations in their subgroup. The course co-ordinatot will publish the list of students and subjects in the second week of December. Legal sources required for preparing the memorandum and presentation. At the oral presentation students should not read from the paper. Preferably the presentation should be supported by overhead sheets or PowerPoint. Criteria for the oral presentation: • speaking ability (articulation, tempo) Rechtsgeleerdheid
• •
naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis
ability to convey an opinion attitude and contact with the audience
Sociaal recht (B3) 200360 5,7 prof.dr.mr. W.H.A.C.M. Bouwens (kamer 6A-22, tel. (020) 59 86266) week 36 - 44 Na succesvolle afronding van de cursus hebben de deelnemers een gedegen basiskennis van en inzicht in de hoofdlijnen, geschiedenis en systematiek van (verschillende onderdelen van) het sociaal recht. Voorts zijn zij vertrouwd geraakt met de theoretische en de sociaal-politieke kaders waarin de wetgeving en de uitvoering van en de rechtspraak inzake het sociaal recht tot ontwikkeling zijn gekomen. Ten slotte hebben zij zich verder kunnen bekwamen in het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen (casusbehandeling). Het sociaal recht omvat zowel het arbeidsrecht als het sociale zekerheidsrecht. In de cursus wordt aandacht besteed aan: het arbeidsovereenkomstenrecht - waaronder het ontslagrecht is begrepen -, de arbeidstijden- en arbeidsomstandighedenwetgeving, het CAO-recht, het stakingsrecht en het medezeggenschapsrecht. Verder wordt stilgestaan bij de algemene aspecten van de sociale verzekeringen en voorzieningen en meer in het bijzonder bij de regelingen betreffende arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ten slotte wordt aandacht besteed aan zorgverzekeringen en het pensioenrecht. Contacturen: in de regel vier uren per week. Het onderwijs wordt aangeboden in hoorcolleges. Het collegeschema is in de syllabus opgenomen • I.P. Asscher-Vonk & W.H.A.C.M. Bouwens, H.L. Bakels Schets van het Nederlandse arbeidsrecht, 20e druk, Deventer: Kluwer 2009; • I.P. Asscher-Vonk, Arbeidswetgeving 2009-2010, 27e druk, Deventer: Kluwer 2009; • Syllabus Sociaal recht 1 2009-2010 (deel 1 en deel 2) (te koop in de VU boekhandel). Het tentamen wordt schriftelijk afgenomen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar.
naam code studiepunten coördinator periode doel
Sociale zekerheidsrecht (B3/M) 201816 6 prof.mr G.J. Vonk (kamer 6A-22, tel. (020) 59 86226) week 15 - 25 De studenten beschikken over inzicht in het sociale zekerheidsrecht. Voorts zijn zij in staat zelfstandig een deelonderwerp te bewerken en daarover schriftelijk en mondeling te rapporteren. inhoud Het keuzevak socialezekerheidsrecht heeft in de afgelopen jaren een vast format gekregen. De cursus vangt aan met het leggen van een kennisfundament van het Nederlandse socialezekerheidstelsel. In dit kader moeten studenten ieder een regeling mondeling toelichten. Vervolgens wordt een aantal colleges verzorgd waarin aandacht wordt besteed aan één centraal Examonderdelen
137
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing 138
thema. Thema's die de afgelopen jaren aan de orde kwamen, zijn: de rechtspositie van buitenlandse werknemers, de positie van het kind in de sociale zekerheid, armoede en recht, de plicht tot werken. Studenten dienen over het centrale thema een werkstuk te schrijven. Ten slotte dienen de werkstukken te worden geopponeerd en verdedigd. De focus ligt steeds op het Nederlandse socialezekerheidsrecht maar uitstapjes naar het internationale recht en de stelsels van andere landen zijn niet ongebruikelijk. In het keuzevak wordt telkens één bijzondere activiteit ondernomen (bezoek SZW, CRvB of socialezekerheidsinstelling; bijzonder gastcollege, openbaar debat, etc.; studenten zijn betrokken bij de organisatie) Werkcolleges, mondelinge presentaties en paper. Wisselend, wordt per jaar opnieuw bekeken. Paper en mondeling examen. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 200360 : Sociaal recht (B3) Sport en recht (B3/M) 201817 6 mr. M. Olfers (kamer 7A-32 (020) 59 86278) week 2 - 11 Het verkrijgen van vaardigheid in het denken en discussiëren over sportvormen en relaties in de sport met behulp van de rechtsgebieden, die daarop van toepassing zijn. In het centrum hiervan staat de afbakening van de immuniteit van specifieke sporteigen regels ten opzichte van het 'dwingend' recht. De vaardigheid moet worden toegepast bij het onderbouwen van de opvatting waarom in het ene geval de rechtsregel moet wijken voor de sportregel en in het andere geval niet. Om het doel te bereiken is kennis nodig van de organisatievormen in de sport en de daarin voorkomende rechtsbetrekkingen die gebaseerd zijn op het amateurisme, de topsport en de beroepssport. Daartoe is gekozen voor de volgende onderwerpen. • De ontwikkeling in het algemeen van spel- en sportregel in verhouding tot rechtsregels. • De rechtspersonenrechtelijke structuur van sportorganisaties. • Lidmaatschaps- en arbeidsverhoudingen van topsporters en beroepssporters. • Het tuchtrecht in de sport. • Het recht dat van toepassing is op transfers en overschrijvingen in de sport. • De rechten op exploitatie van sportprestaties. Het wordt gegeven in werkcolleges, waarin informatie wordt overgedragen en waarin met de deelnemers wordt gediscussieerd over door hen ingediende werkstukken, die meetellen voor de eindbeoordeling. Afhankelijk van de grootte van de groep zal ook van de deelnemers gevraagd worden een kort mondeling referaat te houden over een van te voren vastgesteld onderwerp. niet bekend. Afhankelijk van het aantal deelnemers zal het keuzevak afgesloten worden Rechtsgeleerdheid
met een mondelinge of schriftelijke toets. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. opmerkingen Het is voor dit keuzevak gewenst dat de student kennis heeft van het rechtspersonenrecht in het algemeen en het arbeidsovereenkomstenrecht. voorkennisvak 200360 : Sociaal recht (B3) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Staatsrecht I (B2) 200204 5,7 mr. E. Geurink (kamer 6A-27, tel. (020) 59 86269) mr. S.A.J. Munneke; mr. E. Geurink week 1 - 14 De doelstelling van Staatsrecht I is een drieledige. Allereerst wordt beoogd om de onderwerpen van het eerstejaarsvak Beginselen Staatsrecht op te frissen. Het verdient daarom aanbeveling om als introductie op het onderhavige vak het desbetreffende materiaal nog eens door te nemen. Verder beoogt dit vak u diepere en bredere kennis van en inzicht in het Nederlandse staatsrecht te bieden. Ten derde komt in het onderhavige vak een aantal nieuwe onderwerpen aan de orde. Thema's die aan de orde worden, zijn onder andere: filosofische concepten van het staatsgezag, democratiebegrip, kiesrecht, parlementair stelsel in Nederland, parlementaire controle, ministeriële verantwoordelijkheid, verhouding kabinet versus Eerste en Tweede Kamer, ambten en bevoegdheden, delegatie, legaliteitsbeginsel, wetgevingsprocedure, decentralisatie en Koninkrijksrecht. Hoorcolleges en werkgroepen. • Van der Pot, Handboek van het Nederlandse Staatsrecht, bewerkt door: D.J. Elzinga, R. de Lange, m.m.v. H.G. Hoogers, Deventer: Kluwer 2006, 15e druk, ISBN: 90-13-03351-2 • Jurisprudentie en aanvullende tentamenliteratuur (Blackboard of reader) Schriftelijk tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. Voor dit vak kan facultatief een werkstuk worden gemaakt. Wie dat doet krijgt vrijstelling voor de (verplichte) Casus recht (B2/BN2) 200104 : Beginselen staatsrecht (B1) Staatsrecht II (B2) 200208 5,7 mr. H. Battjes (kamer 6A-28, tel. (020) 59 86272) K.M. de Vries LLM; mr. A.J. Overbeeke week 15 - 25 Doel van het vak is dat u kunt redeneren met behulp van het staatsrechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzonder gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen. De eerste manier van redeneren wordt gebruikt bij het beantwoorden van een concrete staatsrechtelijke rechtsvraag Examonderdelen
139
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak
(het oplossen van een casus); de tweede manier is aan de orde bij discussies over de ontwikkeling van (onderdelen van) het staatsrecht. Daartoe dient u kennis over genoemde onderdelen op te doen, de samenhang tussen deze onderdelen te doorzien, alsmede uw vaardigheid in het analyseren van nationale en internationale rechtspraak te vergroten. In Staatsrecht II staat een aantal deel-onderwerpen van het Nederlandse staatsrecht centraal: doorwerking van internationaal en Europees recht in de Nederlandse rechtsorde, grondrechten en de positie van de rechter ten aanzien van deze onderwerpen alsmede ten opzichte van de andere staatsmachten. Hoorcolleges en werkgroepen. De verplichte literatuur wordt nader bekend gemaakt. Schriftelijk tentamen. Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. Voor dit vak kan facultatief een werkstuk worden gemaakt. Wie dat doet krijgt vrijstelling voor de (verplichte) Casus recht (B2/BN2). 200104 : Beginselen staatsrecht (B1)
naam code studiepunten coördinator periode doel
Stage ondernemingsrecht (M) 201614 6 mr. J.L. Smeehuijzen ((kamer 7A-23, tel. (020) 59 86287) week 9 - 16 Tijdens zijn stage maakt de student kennis met de dagelijkse praktijk van een van de aan de master Ondernemingsrecht deelnemende kantoren.. Het doel is dat de student na de stage een goed beeld heeft van de manier van werken in de ondernemingsrechtelijke advocatuur. Bovendien is zijn ondernemingsrechtelijke kennis vergroot en zijn zijn voor de ondernemingsrechtelijke advocatuur noodzakelijke vaardigheden verbeterd. werkwijze Tijdens zijn stage verricht de student een aantal van de volgende activiteiten: - jurisprudentieonderzoek (resulterend in een notitie of anderszins); - literatuuronderzoek (resulterend in een notitie of anderszins); - schrijven van (concept-)processtukken; - schijven van (concept-)adviezen; - schrijven van (concept-)overeenkomsten; - schrijven van gespreksverslagen; - deelnemen aan besprekingen met cliënten; - vergezellen van advocaten naar rechterlijke colleges; - bijwonen van onderhandelingen; - deelnemen aan vakinhoudelijke kantoorbijeenkomsten. literatuur Geen. toetsing De student wordt beoordeeld op: - technisch-juridische kennis; - analytisch vermogen; - schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid; - mondelinge uitdrukkingsvaardigheid; - inzet.
140
Rechtsgeleerdheid
De stage wordt beoordeeld met een voldoende of een onvoldoende. De beoordeling vindt plaats door de stagecoördinator. Hij hecht daarbij belangrijke waarde aan de beoordeling van het kantoor, omdat nu eenmaal de stage zich op het kantoor afspeelt. Voorts betrekt de stagecoördinator bij zijn beoordeling het stageverslag alsmede de daarbij gevoegde stukken. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! opmerkingen De verplichte onderdelen van de afstudeerrichting Ondernemingsrecht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud werkwijze literatuur
toetsing
Statistiek (BC1) 212124 12 mr. M.D.S. Wijkman drs. V.R. van der Geest week 1 - 13 De studenten kennis te laten maken met de theorie en praktijk van de statistische analyse van criminologische gegevens. Beschrijvende en toetsende statistiek. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de statistische analyse van gegevens met behulp van het computerprogramma SPSS. Hoorcollege en practicum SPSS. • Hinkle, Wiersma, Jurs (2003), Applied statistics for the behavioral sciences, Boston-New York: Houghton Mifflin company, ISBN: 0-81812405-5 • Vocht, Alfons de (2007), Basisboek SPSS 15, Utrecht: Bijleveld Press, ISBN 90-5548-168-8. Voor het statistiek-gedeelte: schriftelijk tentamen, multiple choice. Voor het SPSS-gedeelte moeten opdrachten ingeleverd worden.
naam Strafrecht, bijzondere onderwerpen (B3/M) code 201819 201818: 3 studiepunten 201820: 9 studiepunten studiepunten 6 coördinator mr. S.M. Cornelissen-Sjöberg (kamer 8A-20, tel. (020) 59 86234) periode (naar keuze) doel Enerzijds het (verder) ontwikkelen van schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, anderzijds het verkrijgen van behoorlijke kennis en inzicht met betrekking tot een bepaald onderwerp op het terrein van de strafrechtspleging. inhoud Op basis van eigen belangstelling kan men een bijzonder onderwerp binnen de strafrechtswetenschap kiezen, waartoe een literatuurpakket wordt bestudeerd dat in overleg met de betrokken docent wordt vastgesteld. De student schrijft een werkstuk waarin hij zijn visie op het onderwerp ontvouwt. De opzet van het werkstuk is vergelijkbaar met die van de scriptie, dus: een titelpagina, een inhoudsopgave, een inleiding (waarin het onderwerp wordt afgebakend, de probleemstelling wordt geformuleerd en de gevolgde werkwijze wordt verantwoord), een hoofdtekst (met logisch verantwoorde Examonderdelen
141
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
indeling in hoofdstukken en/of paragrafen) uitmondend in een conclusie (waarin de in de hoofdtekst uiteengezette redenering wordt samengevat en de in de probleemstelling geformuleerde vraag wordt beantwoord) en een literatuurlijst. Ook de beoordeling vindt plaats op basis van dezelfde criteria als die aan de hand waarvan de scriptie wordt beoordeeld. Gelet wordt derhalve op: inhoud, creatief gehalte, structuur, gebruik van bronnen, taalgebruik, vormgeving en zelfstandigheid. Voorafgaand aan het schrijven wordt de opzet (voorl. probleemstelling, indeling en voorl. bibliografie) besproken met de betrokken docent. Het schrijven dient in beginsel in zelfstandigheid te geschieden, maar uiteraard is tussentijds contact mogelijk indien men vast dreigt te lopen. Uitgaande van zes studiepunten, bedraagt de omvang van het werkstuk 15 tot 20 pagina’s (de omvang neemt evenredig toe of af bij een hoger of lager puntenaantal). Een gesprek waarin de kwaliteit van het werkstuk wordt beoordeeld, met vaststelling van een cijfer, en gediscussieerd wordt over de stellingname van de auteur. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. Er wordt geen college gegeven. Belangstellenden kunnen zich voor dit keuzevak op elk moment aanmelden. 200381 : Formeel strafrecht (B3) 200355 : Materieel strafrecht (B2)
naam code studiepunten coördinator docent periode doel
Strafrechtelijke keten doorgelicht (Mcrim) 212407 6 drs. J.J. van der Kemp (kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) drs. J.J. van der Kemp week 15 - 25 Het voorbereiden op de beroepspraktijk, door de mogelijkheden en beperkingen van het doorlichten van de strafrechtelijke keten inzichtelijk te maken. inhoud In dit vak worden de belangrijkste mechanismen uit de strafrechtelijke keten (politie, Openbaar Ministerie, rechter, executie) behandeld: hoe werkt 'de' keten en hoe kunnen de prestaties gemeten en beoordeeld worden? Aan de hand van concrete wetenschappelijke onderzoeken wordt geleerd hoe dergelijke vragen door onderzoekers beantwoord kunnen worden. In het kader van de huidige trend van prestatiecontracten is het van steeds groter belang om de prestaties van strafrechtelijke organisaties te meten. Effectiviteitvragen als: Is het ophelderingspercentage de beste maat voor het meten van de kwaliteit van de recherche? Kan het gevangeniswezen worden afgerekend op de recidivepercentages van ex-gedetineerden? Hoe effectief is cameratoezicht? Hoe meet je op een verantwoorde wijze prestaties, en hoe kun je verschillende parketten/gevangenissen/korpsen op kwaliteit met elkaar vergelijken? Door vanuit verschillende perspectieven de mogelijkheden van handhaving en het meten daarvan te bediscussiëren, wordt inzicht geven in het doorlichten van de keten.
142
Rechtsgeleerdheid
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Hoor- en werkcolleges, opdrachten en referaat. Literatuur via blackboard. Referaat, opdrachten en eindpaper. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar!) van de Bacheloropleiding Criminologie zijn behaald! opmerkingen Aanwezigheid bij de bijeenkomsten is verplicht. naam Strafrechtstheorie (B3/M) code 201832 201831: 3 studiepunten 201833: 9 studiepunten studiepunten 6 docent dr. N. Rozemond (kamer 8A-17 tel. (020) 59 86235) periode (naar keuze) doel Het keuzevak heeft tot doel de student te laten nadenken over de grondslagen en beginselen van het Straf(proces)recht. Het is de bedoeling dat de student zich verdiept in de achterliggende ideeën van het Materiële en Formele strafrecht. Van de student wordt verwacht dat hij zich een eigen beargumenteerde mening vormt over het doel of de zin van het straf(proces)recht of van onderdelen daaruit. inhoud In het vak kunnen strafrechtstheoretische onderwerpen worden bestudeerd. Ook kan strafrechtelijke en theoretische kennis worden gecombineerd. Voorbeelden van onderwerpen zijn: Waarom mag de Staat burgers straffen? Welke gedragingen mogen strafbaar worden gesteld en met welk doel wordt gestraft? Wat houdt het schadebeginsel of het schuldbeginsel in? Wat is de zin van de strafbaarstelling van drugshandel of van euthanasie of van racistische meningsuiting of van met voorkennis handelen in aandelen? Wat is de zin of het doel van sancties als TBS of alternatieve straffen? Wat is de achterliggende gedachte achter de uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs of van het beginsel dat de verdachte niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken? werkwijze De student dient een werkstuk te schrijven waarin strafrechtelijke en strafrechtstheoretische literatuur wordt verwerkt. Uitgaande van vier studiepunten dient circa 500 bladzijden literatuur te worden bestudeerd en een werkstuk te worden geschreven van circa 15 bladzijden. De omvang van de te bestuderen literatuur en het te schrijven werkstuk neemt evenredig toe of af bij een hoger of lager puntenaantal. literatuur Studenten kunnen in overleg met de docent een literatuurlijst samenstellen. Ook kunnen zij bij de docent tips krijgen over recent verschenen interessante boeken over strafrechtstheorie. toetsing Het tentamen bestaat uit een gesprek over de literatuur en het werkstuk voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. voorkennisvakken 200355 : Materieel strafrecht (B2) 212304 : Materieel strafrecht (BC2) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 212316 : Formeel strafrecht (BC3)
Examonderdelen
143
naam code studiepunten coördinator docent periode doel inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvakken
Successiewet (M notarieel recht) 211412 5 mr. F.A. Groote Wassink (kamer 1D-31, tel. (020) 59 86315) vacature week 41 - 51 Verwerven van grondige kennis van het systeem en de inhoud van de belastingen betreffende successie, schenkingen en overgang. Vaardigheid tot het oplossen van casus. De fiscale gevolgen van (rechtshandelingen m.b.t.) overlijden en schenkingen. Hoorcolleges en werkcolleges. prof.dr. F. Sonneveldt en mr. C.J.M. Martens Wegwijs in de Successiewet laatste druk. Schriftelijk tentamen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Notarieel recht zijn behaald en de voorkennisvakken zijn behaald! 211251 : Erfrecht I 211352 : Huwelijksvermogensrecht (BN3) 211357 : Erfrecht II (BN3) 200822 : Verbreding goederenrecht (BN3) 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
subject code credits co-ordinator period aim content
Terrorism (M/Mcrim/Ex.) 200989 6 dr. J. van Wijk (room 8A-22, telephone +31 (0) 20 59 862981) week 5 - 14 Present students an introduction into the various aspects of terrorism. The global fight against terrorism has over the last years had significant effects on society. New policies are constantly introduced, counter-strategies have been adopted and new laws have been implemented. In this course we will explore what recent changes have taken place and evaluate to what extent such measures have proven to be successful. Insights from political science and criminology will be discussed and (inter)national case law will be analysed. form of tuition Lectures. literature Reader. target audience The course is open to all master students in Law and Criminology. naam code studiepunten co-ordinator
The Changing Nature of War: Legal and Political Perspectives (M) 200984 12 prof.dr. W.G. Werner (room 1D-10, telephone +31 (0)20 59 86306 e-mail:
[email protected]) lecturers dr. W.M. Wagner (
[email protected]); prof.dr. W.G. Werner periode week 36 - 4 aim After completion of this course students should:
144
Rechtsgeleerdheid
Have knowledge of the history of war as a legal and political concept Know the basic tenets of contemporary conflict and security law, especially the UN Charter regime on collective security • Have knowledge and understanding of the transformation of warfare since the 17th century • Have insight in the nature and structure of contemporary armed conflicts • Understand the interplay of law and politics in the area of collective security • Understand the difficulties of applying existing normative structures to contemporary armed conflict. Be able to think critically about existing international institutions and to discuss possible ways for international legal reform. This course discusses the phenomena of war and security, as viewed through the lens of international law and politics. The course situates the current UN system of collective security in a historical context and examines the interplay between law and politics in the area of security. Topics include: just war doctrines, colonialism and the use of force, nationalism and international law, the League of Nations, the United Nations, guerilla warfare, self-defense and the position of the Security Council. • Stephen Neff, War and the Law of Nations, Cambridge University Press, 2005. • Kaldor, Mary (2006). New and Old Wars: Organized Violence in a Global Era. 2nd edition, Cambridge, Polity. • Reader with articles from an IR and International Law perspective on contemporary issues of international security. Assignments, presentations, paper. The course is open for students enrolled in the LLM programme 'Law and Politics of International Security'. • •
content
literature
mode of assessment remarks naam code studiepunten coördinator docent periode doel
Theoretische criminologie (BC2) 212204 6 mr. M.D.S. Wijkman (kamer 8A-36, tel. (020) 59 86340) vacature week 36 - 45 Het vak Theoretische criminologie beoogt een overzicht te geven van de verschillende theoretische stromingen binnen de criminologie alsmede inzicht te bieden in de verschillende verklaringen van criminaliteit en crimineel gedrag alsmede de daaruit voortvloeiende meest efficiënte wijze van bestrijding van criminaliteit. inhoud Door zowel recente als vroegere theoretische inzichten aan bod te laten komen wordt een beeld gegeven van de ontwikkeling van de criminologie als wetenschap en hoe deze door maatschappelijke ontwikkelingen wordt beïnvloed. werkwijze Hoorcollege. literatuur Verplichte literatuur: • Mark Lanier & Stuart Henry, Essential Criminology 2e. Boulder, Colorado: Westview Press, 2004; • Eugene McLaughlin, John Muncie & Gordon Hughes (red.), Criminological Perspectives; essential readings 2nd ed. Londen: Sage, Examonderdelen
145
2003; Aanbevolen literatuur: • Mike Maguire, Rod Morgan & Robert Reiner (red.), The Oxford Handbook of Criminology 3rd ed. Oxford: University Press, 2002. • G.J.N. Bruinsma, W. Huisman, R. van Swaaningen (red.), Basisteksten in de criminologie I-III, Den Haag: Boom juridische uitgevers, 2005 toetsing Schriftelijk tentamen, open vragen. voorkennis Deelname aan tentamens van tweedejaars bachelorvakken is alleen mogelijk als 39 van de 60 studiepunten van de vakken van het eerste bachelorjaar met voldoende resultaat zijn behaald en het voorkennisvak is behaald. voorkennisvak 212201 : Inleiding criminologie (BC1) subject code lecturer credits period aim
Transnational Governance 705729 dr. L.C. Horn 6 2nd half 1st semester. • To advance students’ understanding of the epistemological issues involved in political science and thereby rendering them capable of developing sound research designs; • To increase students' knowledge of major empirical developments in Transnational Governance; • To train students in identifying the policy relevance of the results of political research as well as detecting pitfalls and shortcomings; • To stimulate critical theoretical and normative reflection on research results; • To invite reflection on the policy relevance and strategic consequences of research; • To enhance students' abilities in academic writing and reporting on research for different audiences as well as drafting summaries for discussion. content This course teaches students how to apply the basic theories and core concepts of political science to substantial issues in international studies. At the same time, students will be made aware of the current state of research within the field of transnational governance. Governance refers to the phenomenon that many public functions increasingly seem to be assumed and carried out by actors other than the government actors of the nation-state. Governance becomes transnational if these political processes are not contained within national borders, but are enmeshed with external developments, such as the spread of global market relations, cross-border environmental pollution or the evolution of new political actors such as Greenpeace and Amnesty International. Different types of transnational governance are distinguished, from the most traditional, inter-governmental regimes to the more recent private forms of cooperation. For each type of transnational governance, a selection of important examples will be analysed, with a focus on global political economy. Students are encouraged to make their own contributions in the form of two research papers: one essay that lays out a research design (e.g., for a PhD project), and one longer paper that presents original research. Both papers shall apply theories of international
146
Rechtsgeleerdheid
form of tuition literature mode of assessment target audience remarks
relations or core political science concepts such as 'power' or `democracy' to a specific form of transnational governance within a given issue area. Thus, papers will, e.g., explain the evolution of the international debt regime by utilising neo-realist and neo-liberal theories, apply the notion of power to the evolution of private transnational governance organizations within the financial sector, or ask for the implications of the increasing role of globally operating nongovernmental environmentalist lobbying groups for the democratic legitimacy of environmental governance. Student papers will not undertake substantial empirical research, but rather demonstrate the application of basic theories or theoretical concepts on empirical issues, thereby training the development of research questions. Tutorial. Information will be made available via the internet. Testamur based on one 1,000 and one 4,000 word essay on assigned topics. Each essay carries 30% respectively 70% of the overall grade. Master students of the Master Law and Politics of International Security. It is obligatory to sign up for a course, for more information on dates to sign up, go to www.fsw.vu.nl/schedules.
subject Transnational Organized Crime (BC3/Ex.) code 200965 voorheen het vak Grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (212203) credits 6 co-ordinator dr. E.R. Kleemans period week 5 - 12 aim The purpose of this course is to provide students with an in-depth analysis of the organized crime in the world. content The course is divided in three parts: • Theoretical notions on organized crime; • Empirical knowledge on criminal activities and criminal groups; • Prevention and combat of organized crime. • Theoretical notions on organized crime;Empirical knowledge on criminal activities and criminal groups; literature Literature will be distributed by Blackboard. mode of assessment Written exam with open-end questions. entry requirements This course is accessible after having completed the first year of the Bachelor programme Criminology. naam Vaardighedenoefening internationaal recht (M) code 201523 Verplicht onderdeel van de afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. studiepunten 3 coördinator mr. M. Zilinsky (kamer 1D-12, tel. (020) 59 86318) docenten dr. H.M.G. Denters; mr. M. Zilinsky; dr. J.W. Sap periode week 45 - 1 doel Verbeteren van schriftelijke en mondelinge vaardigheden. inhoud Tijdens het vak zullen internationale thema's vanuit verschillende rechtsgebieden nader worden onderzocht. Examonderdelen
147
werkwijze De student dient een wetenschappelijk onderbouwde paper te schrijven op het gebied van volkenrecht, Europees recht en/of internationaal privaatrecht. De (multidisciplinaire) thema's en individuele onderwerpen zijn vooraf in grote lijnen vastgesteld. Ter afsluiting worden de resultaten van het onderzoek in werkgroepen gepresenteerd en verdedigd. De contacturen bestaan uit een eerste bijeenkomst in week 43 en werkgroepen in week 2. Tijdens deze contacturen geldt een aanwezigheidsplicht. In de weken 43-51 verricht de student zelfstandig onderzoek. literatuur Bronnenmateriaal noodzakelijk voor een wetenschappelijk onderbouwde paper. De syllabus is vanaf week 41 beschikbaar via blackboard. toetsing De paper, de mondelinge presentatie en de participatie in de werkgroepen worden gezamenlijk beoordeeld. De wegingsfactor en specifieke toetscriteria zijn opgenomen in de syllabus. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid zijn behaald! Gedegen kennis van het Internationaal Privaatrecht, Europees recht en/of Volkenrecht wordt sterk aanbevolen. opmerkingen Inschrijving voor het vak vindt plaats via TISVU. Bij deze cursus wordt zeer intensief gebruikgemaakt van blackboard. U dient zich voorafgaand aan de eerste bijeenkomst op blackboard aan te melden. Let daarbij op het invoeren van uw courante e-mailadres! N.B. Dit vak staat uitsluitend open voor studenten van de Masteropleiding Rechtsgeleerdheid, afstudeerrichting Internationaal en Europees recht. naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
148
Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) 200352 5,7 mr. C.H.C. Overes (kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg; mr A.J.M. Klein Wassink; mr. A.J. van der Kuyl week 36 - 42 Kennis en begrip van de grote lijnen van het Vennootschaps- en rechtspersonenrecht. Dit houdt in kennis van het systeem van de wet (met name boek 2 BW), begrip van de belangrijkste algemene leerstukken van het rechtspersonenrecht en van de verschillende rechtsvormen, alsmede inzicht in de verscheidenheid aan aspecten die juridische problemen in dit rechtsgebied hebben. Kennis, begrip en inzicht dienen te kunnen worden toegepast bij de oplossing van casusposities. De vennootschappen- niet rechtspersoon; kenmerken van rechtspersoonsvormen; kapitaal en vermogen; de BV i.o.; het begrip orgaan en bevoegdheden van organen; bestuurschap, aandeelhouderschap, lidmaatschap; besluiten en vernietiging van besluiten; vertegenwoordiging en onrechtmatige daad van de rechtspersoon. Gedurende zeven weken worden er hoor- en werkcolleges gegeven. • P. van Schilfgaarde; Van de BV en de NV, Gouda Quint, Arnhem, 14e druk, 2006; • Dijk-Van der Ploeg; Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, Deventer, 5e druk, 2007; Rechtsgeleerdheid
Syllabus Vennootschaps- en rechtspersonenrecht I 2009/2010 (verkrijgbaar bij de VU Boekhandel); • Arrestenbundel Vennootschaps-en rechtspersonenrecht. toetsing Schriftelijke tentamen met casus. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. voorkennisvakken 200103 : Beginselen privaatrecht I (B1) 200105 : Beginselen privaatrecht II (B1) •
naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator periode doel
Vennootschapsbelasting (M) 201508 10 prof.mr. J.W. Bellingwout (kamer 1D-40 tel. (020) 59 86317) week 41 - 49 Kennis en begrip van de vennootschapsbelasting, in mindere mate ook de dividendbelasting, met de nadruk op de belastingheffing van ondernemingen. Behandeling van de vennootschapsbelasting waarbij gedurende de eerste weken aandacht wordt besteed aan de functie van de vennootschapsbelasting en aan meer algemene begrippen zoals subjectieve belastingplicht, vestigingsplaats, winstbepaling (stortingen en onttrekkingen). In de daarop volgende colleges wordt diepgaand aandacht besteed aan aspecten als concernfinanciering (renteaftrek), de deelnemingsvrijstelling, faciliteiten voor fusie en splitsing en de fiscale eenheid. Tevens wordt kort ingegaan op de heffing van dividendbelasting. De gecombineerde hoor/werkcolleges worden verzorgd gedurende acht weken, twee maal vier uur per week. Van de studenten wordt een actieve participatie tijdens de gecombineerde hoor/werkcolleges verwacht. • N.H. de Vries/L.W. Sillevis, Studenteneditie 2009/2010 Cursus Belastingrecht, onderdeel Vennootschapsbelasting. Kluwer-Deventer. • De in de studiewijzer of via blackboard aangegeven artikelen en jurisprudentie Schriftelijk, open vragen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! De onderdelen van de afstudeerrichting Fiscaal recht zijn niet als losse keuzevakken te volgen! 211355 : Bedrijfseconomie B (B3/BN3) 200362 : Inleiding belastingrecht (B3) Verbreding goederenrecht (BN3) 200822 2,9 mr. B. Breederveld (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) week 36 - 44 Het verwerven van een gedegen basiskennis van die delen van het goederenrecht die voor de notariële praktijk van bijzonder belang zijn. Dit betreft ondermeer de behandeling van het burenrecht, de gemeenschap en enige beperkte rechten, zoals vruchtgebruik. Het zelfstandig kunnen bestuderen en hanteren van de wet, rechtspraak, Examonderdelen
149
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
handboeken en andere relevante bronnen. Het kunnen toepassen van de verworven kennis, het verworven inzicht en de verworven vaardigheden bij het oplossen van theoretische vragen en casus. Er worden hoor- en casuscolleges gegeven. De hoorcolleges zijn grotendeels overzichtscolleges en voor een klein deel thematische colleges. Wordt nog bekend gemaakt in de syllabus. Het schriftelijke tentamen is geen openboek tentamen. Er mag slechts gebruik worden gemaakt van ongeannoteerde wetboeken en arrestenbundels. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. 200209 : Goederenrecht (B2/BN2)
naam Verdieping aansprakelijkheid en verzekering (M) code 201501 201836: Aansprakelijkheidsrecht (keuzevak) 6 studiepunten 201835: Verzekeringsrecht (keuzevak) 6 studiepunten studiepunten 12 coördinator dr.mr. A.J. Van (6A-12 tel: 020-59 86287) docent prof.mr. A.J. Akkermans periode week 37 - 4 doel In het onderdeel Verdieping aansprakelijkheidsrecht staat het uitdiepen van een aantal praktisch en theoretisch belangrijke onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht centraal. Het leerdoel van het onderdeel Verzekeringsrecht is dat de student de belangrijkste regels op het gebied van het verzekeringsrecht alsmede de wetsartikelen uit Boek 7 titel 17 BW (verzekering) waarin deze regels zijn vervat, efficiënt en doeltreffend kan toepassen op feitelijke situaties (casus). Bij beide onderdelen is een bijkomend leerdoel het verbeteren van de mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid van studenten en het vermogen tot analyseren en oplossen van praktische problemen die zich op beide gebieden voordoen. inhoud Het verdiepingsvak Aansprakelijkheid en Verzekering bestaat uit twee zelfstandige onderdelen die nauw met elkaar samenhangen. Zo is de invloed van verzekeringen bij de ontwikkeling van het aansprakelijkheidsrecht aanzienlijk. In het kader van de beantwoording van bepaalde vragen van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht wordt door de wetgever uitdrukkelijk betekenis toegekend aan de verzekering. In art. 6:109 lid 2 BW wordt bijvoorbeeld bepaald dat de rechter een wettelijke verplichting tot schadevergoeding niet mag matigen tot een lager bedrag dan waarvoor de schuldenaar zijn aansprakelijkheid door verzekering heeft gedekt of verplicht was te dekken. In het onderdeel Verdieping aansprakelijkheidsrecht wordt een aantal actuele en problematische onderwerpen van het aansprakelijkheidsrecht onder de loep genomen, waarbij een accent ligt op het terrein van de personenschade. Belangrijke onderwerpen zijn de werkgeversaansprakelijkheid, waarbij onder andere aan de orde komen de aansprakelijkheid voor asbest en voor psychische schade, problemen van causaliteit en schadevergoeding, zoals bewijslastverdeling, proportionele aansprakelijkheid, en meervoudige causaliteit en verjaring. Bij het onderdeel Verzekeringsrecht komen met name de volgende onderwerpen aan de orde: het begrip verzekering, het indemniteitsbeginsel, de mededelingsplicht en 150
Rechtsgeleerdheid
werkwijze
literatuur
toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvak naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud
werkwijze toetsing voorkennis
verzwijging, opzet en grove schuld, de directe actie, erkenning van aansprakelijkheid door de verzekeraar, tussenpersonen, meervoudige verzekeringen en co-assurantie. Er zullen hoorcolleges en een enkel casuscollege worden gegeven. De hoorcolleges voor de afzonderlijke onderdelen zullen zo veel mogelijk om en om worden gegeven. De ene week is er dan dus een college aansprakelijkheidsrecht en de week daarop is er een college verzekeringsrecht en zo verder. Alleen bij aanvang en tegen het eind van de collegecyclus vindt hierop een uitzondering plaats. Van de studenten wordt een actieve voorbereiding en deelname verwacht. Gebruik van Blackboard speelt een belangrijke rol bij dit vak (zie nader onder literatuur) Wordt voor beide onderdelen via Blackboard bekend gemaakt. Et wordt geen reader gemaakt. Alle informatie en het benodigde studiemateriaal zal per week op Blackboard bekend worden gemaakt. Een deel van het benodigde studiemateriaal wordt full text op Blackboard beschikbaar gesteld. Het overige studiemateriaal zal door de studenten zelfstandig bij elkaar moeten worden gezocht. Dit bij elkaar zoeken van het studiemateriaal is onderdeel van de leerdoelen van het vak. Schriftelijk tentamen en schriftelijke opdrachten in week 4. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorkennisvak is behaald! De beide onderdelen Verzekeringsrecht en Aansprakelijkheidsrecht kunnen ook elk afzonderlijk als keuzevak worden gevolgd. 211202 : Aansprakelijkheidsrecht (BN2/B3) Verdieping burgerlijk procesrecht (M) 201845 12 mr. H.L.G. Wieten (kamer 6A-30, tel. (020) 59 86283) week 2 - 12 (Let op: Een andere periode dan gebruikelijk in de masterfase.) Het doel van dit vak is het kunnen redeneren met het executierechtelijke begrippenapparaat. Daarbij gaat het om het toepassen van algemene kennis op bijzondere gevallen, maar ook om het afleiden van algemene kennis uit verschillende bijzondere gevallen, dus om het formuleren van een regel. Een nevendoel is dat men zich analytische, probleemoplossende en schriftelijke en mondelinge vaardigheden (o.a. lezen en becommentariëren van rechtspraak, oplossing van casus, schriftelijk en mondeling presenteren van een juridisch betoog, schrijven van processtukken) eigen maakt. Het deelonderwerp dat wordt behandeld is spoedprocedures. Dit is een belangrijk onderdeel van het burgerlijk procesrecht, omdat in veel zaken de uitslag van een gewone procedure niet kan worden afgewacht. Het is voor de student die in de praktijk gaat werken dan ook onmisbaar om kennis te hebben van spoedprocedures. Studenten volgen eerst het Keuzevak burgerlijk procesrecht (in week 2-6; zie 201846). Daarna vervullen zij in week 7 tot en met 11 diverse opdrachten. Opdrachten; voor het cijfer telt het cijfer van het keuzevak ook mee. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorkennisvak zijn behaald! Examonderdelen
151
opmerkingen Het aantal deelnemers is beperkt tot een maximum van 24. voorkennisvakken 200215 : Burgerlijk procesrecht en insolventierecht (B2/BN2) (of) 200210 : Burgerlijk procesrecht en faillissementsrecht (B2/BN2) naam Verdieping criminologie (M) code 201531 De Verdieping criminologie is opgebouwd uit twee vakken, te weten: A. Theoretische criminologie (2015311) B. Practicum verklarende criminologie (2015312) studiepunten 12 coördinator drs. W.M.E.H. Beijers (kamer 8A-30, tel. (020) 59 86225) inhoud Zie voor vakinformatie Theoretische criminologie (BC2) (212204) en Practicum verklarende criminologie (BC2) (212206). toetsing Het eindcijfer is het gemiddelde van de cijfers voor het tentamen Theoretische criminologie en de bijdragen aan het practicum verklarende criminologie. Voor beide onderdelen moet een voldoende zijn behaald. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! voorkennisvakken 200363 : Inleiding criminologie (B3) 200384 : Actueel strafrecht I (Terrorisme en strafrecht) (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
voorkennis
Verdieping ondernemingsrecht (M) 201507 12 prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg (kamer 6A-32, tel. (020) 59 86285) week 43 - 4 Inzicht verwerven in de beginselen en het systeem van het ondernemingsrecht en in de keuzemogelijkheden ter verbetering van het bestaande recht, alsmede het kunnen toepassen van dit inzicht op specifieke onderwerpen en casus. Aanbod komen belangerijke thema's, zoals de positie van de vennootschapsorganen (bestuur, raad van commissarissen, algemene vergadering), beurs-nv's, openbaar bod, beschermingsconstructies, kapitaal en aandelen, de Europese vennootschap, en de nieuwe regeling van personenvennootschappen. Deze thema's komen aan de orde via komende wet inzake personenvennootschappen, de code Tabaksblat, het rapport van het ministerie Justitie over modernisering van het ondernemings- en vennootschapsrecht, het rapport vereendiging en flexibilisering van BV-recht en de rechtlijn en de uitvoeringswet inzake het openbaar bod. Er worden enkele korte inleidingen over de onderwerpen verzorgd door de docenten. De studenten maken opdrachten, houden over een onderwerp, een presentatie en schrijven over hetzelfde onderwerp een paper. Tevens wordt van alle studenten actieve deelname aan de discussie over de presentatie verwacht. Het studiemateriaal wordt op blackboard gezet. Er wordt geen eindtoets afgenomen. Het cijfer wordt bepaald door presentatie en paper (50%) en door de opdrachten (50%). Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar
152
Rechtsgeleerdheid
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing
en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorkennisvak is behaald! opmerkingen Er kunnen maximaal 30 studenten deelnemen. voorkennisvakken 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) 211358 : Ondernemingsrecht (B3/BN3/M) (wordt aanbevolen.) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis voorkennisvak
Verdieping personen- en familierecht (M) 201502 12 dr.mr. C. Blankman (kamer 6A-38, tel. (020) 59 86293) prof.dr.mr. M.V. Antokolskaia; dr.mr. L.M. Coenraad; mr. B. Breederveld; dr.mr. C. Blankman; mr. N.D. Spalter; prof.mr. E. Örücü; prof.mr. F.J.A. van der Velden week 5 - 17 Het verkrijgen van een dieper en breder inzicht in de juridische regulering van de echtscheiding en haar gevolgen in Nederland met aandacht voor enkele regelingen inzake echtscheiding in landen waar de belangrijkste migrantengroepen in Nederland affiniteit mee hebben. Het onderwijs vangt aan met een historisch en rechtsvergelijkend overzicht van de echtscheiding. Vervolgens komt het Nederlandse echtscheidingsrecht uitgebreid aan de orde. Daarbij staan de vraagstukken betreffende administratieve echtscheiding, echtscheidingsprocesrecht, gezag en omgang na scheiding, alimentatie en boedelverdeling na scheiding centraal. Hierna wordt het echtscheidingsrecht van een drietal landen, Marokko, Turkije en Rusland en tevens ter vergelijking het Joods echtscheidingsrecht, behandeld. Deze stelsels zijn uitgekozen omdat ze voor relatief grote migrantengroepen in Nederland relevant zijn. Met enige regelmaat heeft de Nederlandse rechter met het Turkse, Marokkaanse of Oost-Europees echtscheidingsrecht te maken. Interactieve hoorcolleges en werkgroepen. Het maken van een wetsvoorstel (opdracht in groepjes), het schrijven van een paper (individueel). • Reader Verdieping Personen- en familierecht (verkrijgbaar in de VUboekhandel); • Nog nader te bepalen literatuur. Aan de hand van de ingeleverde paper en het met enkele medestudenten opgestelde wetsvoorstel. Tevens een Multiple Choice tentamen. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorkennisvak is behaald! 200203 : Personen- en familierecht (B2/BN2)
naam code studiepunten coördinator docenten
Verdieping sociaal recht (M) 201752 12 mr. L. van den Berg (kamer 6A-16, (020) 59 83691) prof.dr.mr. W.H.A.C.M. Bouwens (kamer 6A-22, tel. (020) 59 86266); mr. L. van den Berg (kamer 6A-16, (020) 59 83691); mr. W.L. Roozendaal (kamer 6A-16, (020) 59 83691) periode week 36 - 50 doel Na afronding van de cursus heeft de deelnemer diepgaande en specialistische Examonderdelen
153
inhoud
werkwijze
literatuur toetsing voorkennis opmerkingen 154
kennis van en inzicht in een aantal belangrijke onderdelen van het sociaal recht verworven. Hij of zij is in staat een probleem vanuit verschillende deelgebieden van het sociaal recht (m.n. het arbeidsrecht en het sociale zekerheidsrecht) op een integratieve manier te benaderen. Door de beantwoording en bespreking van casus wordt geoefend in het selecteren van juridisch relevante feiten uit een algemeen feitencomplex en het hanteren van een systematische aanpak bij het toepassen van rechtsregels op concrete gevallen. De verplichting tot het houden van een referaat, een pleidooi en een tweetal opposities bevordert de vaardigheid mondeling een juridisch betoog te presenteren. Door de verplichting een paper te schrijven wordt oefening geboden in het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het schriftelijk rapporteren over de resultaten daarvan. In de cursus komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: De afstemming van private en publieke instrumenten bij de inkomensvoorziening en reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers (loondoorbetaling, Ziektewet, Wet WIA); Reorganisatie en ontslag (overgang van onderneming, opzegging en ontbinding, collectief ontslag, faillissement, WW). De cursus bestaat uit twee delen (A en B). Tijdens onderdeel A komen de verschillende thema's min of meer als afzonderlijke onderdelen aan bod. In dat deel staat het verwerven van kennis centraal. Tijdens onderdeel B worden de onderwerpen geïntegreerd behandeld. In dat deel ligt de nadruk op het toepassen van de opgebouwde kennis, onder andere in discussie. In onderdeel A worden aan ieder thema twee of drie werkgroepbijeenkomsten gewijd. Ieder thema begint met een 'traditionele' werkgroep, waarin de docent als inleider optreedt en de behandeling van een casus centraal staat. De antwoorden op de casusvragen moeten door de deelnemers voorafgaand aan de werkgroep per e-mail worden ingeleverd bij de docenten. Na deze inleidende werkgroep volgen voor ieder thema nog een of twee werkgroepen. Tijdens die bijeenkomst(en) nemen studenten het voortouw. Zo houdt iedere student een keer een referaat en leidt een discussie over het onderwerp daarvan. Tijdens onderdeel B staan de paperpresentaties centraal. Iedere paper moet worden afgesloten met een (goed onderbouwde) stelling. De stelling vormt de basis voor het door de student te houden pleidooi. Het pleidooi moet worden ondersteund door een powerpointpresentatie. Een of twee andere deelnemers treden op als opponent. Tevens is in onderdeel B plaats ingeruimd voor gastsprekers, die vraagstukken uit de praktijk voorleggen aan de studenten. Contacturen:voor beide onderdelen in de regel 2x2 uren per week. Voor elk van beide onderdelen geldt, dat actieve en volledige deelname aan de werkgroepen verplicht is. Nader bekend te maken. Beoordeling vindt plaats op basis van de door de deelnemers gemaakte werkstukken en verrichte opdrachten. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en het voorkennisvak is behaald! Tijdens een introductiebijeenkomst in week 36 worden de thema's kort Rechtsgeleerdheid
geïntroduceerd. Aansluitend vindt een verdeling plaats van de verschillende opdrachten. Indien u niet aanwezig kunt zijn bij de introductiebijeenkomst, dient u vooraf contact met de coördinator op te nemen. Wie ook het keuzevak Arbeidsrecht (B3/M) gaat doen, doet er verstandig aan dat laatste vak te volgen voordat aan Verdieping Sociaal Recht wordt deelgenomen. voorkennisvak 200360 : Sociaal recht (B3) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
Verdieping staats- en bestuursrecht: Wetgevingsleer I en II (M) 201511 12 mr. S.A.J. Munneke (kamer 6A-27, tel. 59 86269) mr. S.A.J. Munneke; prof.mr. S.E. Zijlstra week 37 - 4 Het doel van dit vak is allereerst een verdieping van de in de bachelor verkregen inzichten in de juridische aspecten van wetgeving. Tevens is een doel van het vak het verwerven van vaardigheid in het analyseren, toetsen en opstellen van wettelijke regelingen. inhoud Voor een jurist is de wet het gereedschap waarmee gewerkt wordt. In zoverre is de wet een gegeven. Wetten zijn er nu eenmaal. Tijdens de rechtenstudie leert de student dan ook hoofdzakelijk hoe wetten moeten worden gelezen. Dat wetten ooit zijn geschreven teneinde bepaalde doelen te realiseren komt niet, althans niet structureel, aan de orde. En dat wetten niet alleen via een grondwettelijke procedure tot stand komen, maar daarnaast heel praktisch door mensen in elkaar worden gezet, leeft bij de student wel ergens in het onderbewuste, maar speelt overigens geen rol in de juridische opleiding. Dat is een gemis. Ten eerste levert een vak wetgevingsleer een belangrijke bijdrage aan de vorming tot jurist. In ieder beroep is de jurist bezig met het lezen, uitleggen en toepassen van wetten. Door scholing in wetsanalyse, maar meer nog door het zelf opzetten van wettelijke regelingen, krijgt men een ruime ervaring in het snel doordringen tot de kern van wetgeving en juiste wetsuitleg. Maar ook bestaat voor de wetgevingsjurist een fraai carrièreperspectief. Bij met name ministeries bestaat een toenemende behoefte aan juristen die zich specifiek met wetgeving bezighouden. Het vak biedt dan ook een goede voorbereiding op de Academie voor Wetgeving (http://www.academievoorwetgeving.nl), die door het ministerie van Justitie is opgezet om wetgevingsjuristen bij de overheid op te leiden. Onder de titel 'Wetgevingsleer' worden in de Verdieping staats- en bestuursrecht de verschillende juridische aspecten van wetgeving en wettelijke voorschriften behandeld. Na een inleidend college komt de constitutioneelrechtelijke kant van wetgeving aan de orde: de betekenis van de wetsfiguur in het licht van de beginselen van de democratische rechtsstaat. Hierbij wordt kritisch bezien in hoeverre wetten daadwerkelijk (kunnen) voldoen aan hetgeen er traditioneel van wordt verwacht (democratische legitimatie, rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, machtenscheiding). Na een onderdeel over de procedure van wetgeving, wordt meer precies gekeken naar aard en structuur van rechtsnomen (geboden, verboden, ontheffing, vergunning, aanspraken, definities, bevoegdheden, ficties etc.). Hierna wordt aandacht besteed aan de instrumentele functie van wetgeving. Wetten beogen doeleinden te realiseren: bestendiging of juist verandering van gedrag. Hoe los je de files Examonderdelen
155
werkwijze
literatuur toetsing
voorkennis
156
op? Door rekeningrijden, tolpoorten, een vrije baan voor auto's met meerdere personen, subsidies op carpoolen, of door een maximumsnelheid van 80 km/u? En hoe zorg je dat mensen zich aan die maximumsnelheid houden? Bezien wordt welke effecten wetten kunnen hebben en hoe moet worden voorzien in handhaving. Ook wordt de studenten geleerd te denken in alternatieven binnen wetgeving (verbod/gebod, vergunningstelsels, subsidies, strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of privaatrechtelijke handhaving) en zelfs in alternatieven voor wetgeving (convenanten, voorlichting). Het laatste college van dit eerste deel behandelt de implementatie van Europese regelgeving. In het tweede deel wordt het vak meer praktisch van aard: in enkele stappen wordt toegewerkt naar het zelf ontwerpen van een wettelijke regeling. Het onderwerp daarvan wordt nog ingevuld, waarbij zoveel mogelijk op de actualiteit wordt ingespeeld. Om een indruk te geven: in het jaar 2006-2007 is op verzoek van de KNVB gewerkt aan het opstellen van een zogeheten 'voetbalwet', in 2007-2008 is gewerkt aan een regeling om beginnende (minderjarige) bestuurders alvast rijervaring op te laten doen en in 20082009 stond het opstellen van een nieuwe Pandhuiswet centraal. In het kader van wetgevingsleer II is ook een excursie voorzien naar een of meer instanties waar met vakspecialisten over het onderwerp van de wettelijke regeling wordt gesproken. De precieze bestemming hangt af van het nog te kiezen onderwerp; te denken valt aan het bureau Wetgeving van de Tweede Kamer, de Directie Wetgeving van het Ministerie van Justitie, de Stafafdeling Wetgeving van de Raad van State en/of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het eerste deel van het vak (wetgevingsleer I) bestaat met name uit hoorcolleges en de bespreking van individuele huiswerkopdrachten. In het tweede deel van het vak (wetgevingsleer II) wordt in groepjes intensief gewerkt aan het zelf opstellen van een wettelijke regeling. Tevens is er een verplichte excursie. Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (blackboard) Het eerste deel van het vak (wetgevingsleer I) bestaat met name uit hoorcolleges en de bespreking van individuele huiswerkopdrachten. In het tweede deel van het vak (wetgevingsleer II) wordt in groepjes intensief gewerkt aan het zelf opstellen van een wettelijke regeling. Tevens is er een verplichte excursie. Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (blackboard) Wordt nader bekend gemaakt op blackboard. Het eerste deel wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Het hiervoor behaalde cijfer vormt samen met de voor de individuele huiswerkopdrachten behaalde bonuspunten het eindcijfer van wetgevingsleer I. Slechts indien het op het tentamen behaalde cijfer voldoende is, kan worden deelgenomen aan het tweede deel van het vak. Het cijfer voor wetgevingsleer II is het cijfer dat is behaald met de wettelijke regeling die in groepsverband is gemaakt. Het eindcijfer van de Verdieping staats- en bestuursrecht is het gemiddelde van de cijfers van wetgevingsleer I en II. Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de Rechtsgeleerdheid
voorkennisvakken zijn behaald! voorkennisvakken 200208 : Staatsrecht II (B2) 200204 : Staatsrecht I (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel
Verdieping strafrecht (M) 201537 6 dr.mr. M.J.A. Duker (kamer 8A-21, tel. (020) 59 86236) week 36 - 46 Het vak Verdieping strafrecht behandelt enkele relevante thema's die in het strafrechtelijk bachelorprogramma niet of slechts in algemene zin aan de orde zijn gekomen. Daarmee wordt enerzijds beoogd de reeds door de student vergaarde kennis over het materiële en het formele strafrecht uit te breiden en te verdiepen, terwijl anderzijds wordt beoogd het strafrecht en het strafprocesrecht vanuit verschillende perspectieven (effectiviteit, belangen slachtoffer, wetsystematiek, internationale dimensie) te bestuderen. Het vak heeft voorts als doel de studenten inzicht te verschaffen in de belangrijkste methoden van rechtsvinding. Voor een goed begrip van het straf(proces)recht en voor het functioneren in de strafrechtspleging is vereist dat men wetsgeschiedenis, rechtspraak en literatuur goed kan duiden en daarover een zelfstandig en onderbouwd standpunt kan formuleren. Dat methodologische leerdoel heeft met name ten aanzien van rechtspraak reeds aandacht gekregen in het bachelorprogramma. Met onderhavig vak wordt een verdieping daarvan beoogd en wordt de aandacht ook gevestigd op andere bronnen van rechtsvinding. Het streven is om bij de studenten een kritische en genuanceerde houding ten aanzien van het geldende recht te bevorderen. Een dergelijke houding is een onmisbare voorwaarde voor het leveren van een nuttige bijdrage aan de strafrechtswetenschap of de strafrechtpraktijk. Het doel van dit vak is voorts om in dit verband de schriftelijke en mondelinge vaardigheden te verbeteren. In een schriftelijke opdracht en in de discussies tijdens hoorcolleges dient de beoogde kritische houding tot uitdrukking te komen. inhoud De thema's die behandeld zullen worden hangen samen met zowel het materiële strafrecht als het formele strafrecht. Het gaat om 1. de positie van het slachtoffer in het strafproces , 2. ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en witwassen, 3. (extra) territoriale rechtsmacht en 4. bijzondere strafwetgeving (Opiumwet, Wet Economische Delicten etc.). Deze onderwerpen zullen in algemene zin worden behandeld en nader worden toegelicht aan de hand van illustratieve voorbeelden van totstandkoming van wetgeving en aan de hand van een uitvoerige bespreking (en zo nodig casuïstische analyse) van relevante rechtspraak. werkwijze In het eerste deel van het programma zal elk van de vier thema's in twee interactieve hoorcolleges worden behandeld. De onderwerpen ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en witwassen en (extra) territoriale rechtsmacht zullen worden behandeld door respectievelijk de ter zake deskundige hoogleraren M.J. Borgers en E. van Sliedregt. In het tweede deel zullen studenten een paper schrijven over een door de docent opgegeven wetswijziging of rechterlijke uitspraak over een thema dat niet in de Examonderdelen
157
hoorcolleges is behandeld. literatuur Syllebus (verkrijgbaar in de VU-boekhandel). toetsing Een schriftelijk tentamen met open vragen over de vier thema’s zal worden afgenomen. Daarbij zal van de student met name verlangd worden gemotiveerde uitleg te geven over wetgeving en rechtspraak. Voorts vindt toetsing plaats door middel van het schrijven van de eerdergenoemde paper. Het schriftelijk tentamen maakt driekwart van het eindcijfer uit, het commentaar een kwart. voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! opmerkingen Voor het met goed gevolg afleggen van het schriftelijk tentamen is het volgen van alle hoorcolleges noodzakelijk. Tijdens de interactieve hoorcolleges wordt de voorgeschreven stof, waaronder wetsgeschiedenis en rechtspraak, grondig en toegespitst behandeld en wordt van studenten verwacht daarover standpunten in te nemen. Het is voor een succesvolle afronding van dit vak van wezenlijk belang dat de student voorbereid op de hoorcolleges verschijnt en ook daar actief aan deelneemt. voorkennisvakken 200384 : Actueel strafrecht I (Terrorisme en strafrecht) (B3) 200374 : Actueel strafrecht II (B3) 200381 : Formeel strafrecht (B3) 200355 : Materieel strafrecht (B2) naam code studiepunten coördinator docent periode doel
Verenigingen- en stichtingenrecht (BN3/M) 200821 6 mr. W.J.M. van Veen (kamer 7A-21, tel. (020) 59 86336) prof.dr.mr. T.J. van der Ploeg week 15 - 25 Verdiepen van kennis en verwerven van inzicht in de eigenschappen, de inrichting en het functioneren betreft dit zowel het interne functioneren als het functioneren ten opzichte van derden, waaronder de subsidieërende overheid. inhoud Het programma is verdeeld in een drietal clusters: • De verhouding tussen non profit organisaties en hun deelnemers (de rechten en verplichtingen van de leden, aangeslotenen en degenen die deel uitmaken van de organen); • De inrichting van nonprofit organisaties en de wijzen waarop daaraan vorm kan worden gegeven en hoe deze het functioneren bepalen (verhouding contract-statuten-reglementen-besluiten, delegatie, bestuursmodellen, corporate governance, toezicht); • De inrichting van complexe organisaties waarbij verschillende non profit organisaties met elkaar door middel van statuten en/of overeenkomsten met elkaar zijn verbonden; • De verhouding tot de subsidierende overheid en de medezeggenschapsorganen van werknemers en clienten (overheidsbemoeienis-bestuurstaak, ondernemings/cliëntenraad-
158
Rechtsgeleerdheid
bestuur/algemene vergadering, verslaglegging) werkwijze Twee uur hoorcollege per week. Tijdens de colleges wordt driemaal een huiswerk opdracht uitgereikt die op een volgend college worden besproken. literatuur • Dijk/Van der Ploeg, Van vereniging en stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij, Gouda Quint, laatste druk. toetsing Er worden drie huiswerkopdrachten verstrekt waarvan de uitwerking moet worden ingeleverd. Het vak wordt schriftelijk getentamineerd. Het eindcijfer wordt voor 40% bepaald door het resultaat dat is behaald met de huiswerkopdrachten en voor 60% door het cijfer dat is behaald met het schriftelijk tentamen. voorkennis Studenten Notarieel recht: Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar Notarieel recht en het voorkennisvak is behaald. Studenten Rechtsgeleerdheid: Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en en het voorkennisvak is behaald! opmerkingen Dit vak is verplicht voor studenten notarieel recht. voorkennisvak 200352 : Vennootschaps- en rechtspersonenrecht (B3/BN3) naam code studiepunten coördinator periode doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen voorkennisvakken
Vergelijkend staats- en bestuursrecht (B3/M) 201823 6 mr. H. Battjes (kamer 6A-28, tel. (020) 59 86272) week 15 - 25 Het publiekrecht kan niet langer worden bestudeerd zonder kennis van de internationale context, mede met het oog op het toenemende belang van de Europese Unie. In dit vak wordt het accent geldgd op een vergelijking van een aantal verschillende nationale rechtssystemen. Aan de hand van bestudering van een aantal themata/leerstukken wordt kennis verworven van en inzicht verkregen in de belangrijkste beginselen en uitgangspunten van het staatsrecht van een aantal EU-landen (met name de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). Zulks moet kunnen leiden tot een kritische reflectie op het Nederlandse (of het buitenlandse!) staatsrecht. De exacte inhoud wordt nader bekend gemaakt. Een combinatie van hoor-/discussiecolleges en werkcolleges. Syllabus Vergelijkend staats- en bestuursrecht (uitgereikt op het eerste hc). Tentamen (schriftelijk dan wel mondeling, afhankelijk van het aantal deelnemers). Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en de voorkennisvakken zijn behaald. Dit vak is zeer geschikt voor studenten die de afstudeerrichting Staats- en bestuursrecht of Internationaal recht volgen of ter voorbereiding op een studieverblijf in het buitenland. 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) (wordt sterk aanbevolen.)
Examonderdelen
159
subject code credits co-ordinator period aim content
form of tuition literature target audience naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis opmerkingen
voorkennisvakken
160
Victimology (M/Mcrim/Ex.) 200910 6 dr. J. van Wijk (room 8A-22, telephone +31 (0) 20 59 862981) week 15 - 25 Present students a broad introduction into the various aspects of victimology. The course will have a strong focus on victims of international crimes. Victimology includes the study of victims of ordinary crimes, natural disasters, accidents and abuse of power like international state crime. In the course general theories, the historical context and different forms and typologies of victims will be discussed. The similarities and differences between victims of ordinary crimes and victims of international crime and state crimes will be addressed giving special attention to the latter. We will discuss the consequences of victimization and especially posttraumatic stress disorder (PTSD) as being the most common and intrusive consequence. We will discuss the needs of victims and will focus more in particular on the special position of victims of international crimes and state crime in international criminal law and the right to reparation. Lectures/discussion groups. Reader. The course is open to all master students in Law and Criminology. The maximum number of students is 50. Vluchtelingenrecht (B3/M) 201825 6 prof.mr. T.P. Spijkerboer (7A-18, tel. (020) 59 86274) week 15 - 25 Verwerven van kennis van en inzicht in bronnen en hoofdlijnen van het vluchtelingenrecht op internationaal, Europees en nationaal niveau. Aan de orde komen de vluchtenlingendefinitie, het verbod om vluchtelingen terug te zenden naar het land van herkomst (zgn. verbod van refoulement), veilige derde landen-regelingen, de gronden voor verlening, weigering en intrekking van de Nederlandse verblijfstitels voor vluchtelingen, de asielprocedure en de Europeesrechtelijke context van het asielrecht. Hoorcolleges. Wordt nader bekend gemaakt Schriftelijk tentamen, paper. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. Het vak Vluchtelingenrecht is ook toegankelijk voor studenten van buiten de juridische faculteit. In het tweede semester wordt het vak Vreemdelingenrecht gegeven, waarin primair aandacht wordt besteed aan de structuur van de Vreemdelingenwet, andere toelatingsgronden dan asiel (gezinshereniging, arbeid, e.d.) en aan het vreemdelingenprocesrecht. Naast het vak kan een vreemdelingenrechtelijke stage gevolgd worden. Nadere informatie wordt tijdens de cursus 200378 : Bestuursrecht (B3) (wordt sterk aanbevolen) 201826 : Vreemdelingenrecht (B3/M) (wordt sterk aanbevolen.) Rechtsgeleerdheid
naam Volkenrecht (B3/M) code 201522 Dit vak is een verplicht voorsorteervak voor de afstudeerrichting Internationaal en Europeesrecht. studiepunten 6 coördinator dr. H.M.G. Denters (kamer 1D-16, tel. (020) 59 86305) periode week 15 - 25 doel Het verwerven van inzicht in de functie en werking van het volkenrecht. Van bijzonder belang is het vermogen om (I) relaties tussen volkenrechtelijke leerstukken te herkennen; en (II) problemen van volkenrechtelijke aard op te lossen met behulp van de rechtsbronnen. inhoud Bij de aanvang van de colleges wordt een schema uitgereikt met de onderwerpen van de colleges en de verplichte tentamenstof. Volkenrecht bevat een algemene verdieping op onderdelen die eerder zijn behandeld bij Beginselen volkenrecht. De colleges richten zich daarnaast op verdere bestudering van enkele hoofdstukken van volkenrecht, zoals jurisdictie van staten, immuniteiten, internationale geschillenbeslechting, internationaal strafrecht, duurzame ontwikkeling, het VN-systeem en mensenrechten. werkwijze De colleges bestaan uit hoor-/responsiecolleges. Het bijwonen van de colleges is verplicht. Studenten worden geacht de stof van te voren te hebben bestudeeerd. In het eerste uur zal de docent een volkenrechtelijk onderwerp inleiden en de student aanwijzingen geven over de systematiek en relevantie van de te bestuderen literatuur. In het tweede uur zal een reeks vragen over de bestudeerde stof worden behandeld. literatuur • Martin Dixon & Robert McCorquodale, Cases and Materials on International Law, Blackstone Press Limited, laatste druk; • Syllabus Volkenrecht. toetsing Studenten kunnen maximaal 100 punten vergaren. Deze worden behaald door inlevering van drie papers die in de loop van de cursus worden geschreven. (Actieve deelname aan de colleges beïnvloedt het eindcijfer gunstig). voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. opmerkingen Deeltijdstudenten dienen contact op te nemen met de docent. voorkennisvak 200375 : Beginselen volkenrecht (B3) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel inhoud werkwijze
Vreemdelingenrecht (B3/M) 201826 6 prof.mr. T.P. Spijkerboer (kamer 7A-18 tel. (020) 59 86274) prof.mr. T.P. Spijkerboer; K.M. de Vries LLM; prof.dr. G.T. Davies; dr.mr. S.K. van Walsum week 5 - 14 Verwerven van kennis en inzicht in bronnen en hoofdlijnen van het vreemdelingenrecht. Aan de orde komen de Nederlandse Vreemdelingenwet, inclusief de procedures, het vluchtelingenrecht, gezinshereniging, het EG-migratierecht, de vrijheidsbeneming van vreemdelingen. Hoorcollege. Examonderdelen
161
literatuur Wordt nader bekend gemaakt. toetsing Schriftelijk tentamen. voorkennis Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar. opmerkingen Naast het vak kan een vreemdelingenrechtelijke stage gevolgd worden. Nadere informatie wordt tijdens de cursus verstrekt. Het gaat om een stage van 10 weken, 3 dagen per week. Het vluchtelingenrecht wordt in het gelijknamige vak in het tweede semester, tweede blok nader uitgediept. voorkennisvak 200378 : Bestuursrecht (B3) (wordt sterk aanbevolen.) naam code studiepunten coördinator docenten periode doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
voorkennis voorkennisvakken naam code studiepunten coördinator 162
Werkgroep verdieping en synthese (BC3) 212314 6 drs. A.M.J. Hulsebosch MSc (kamer 8A-30, (020) 59 86225) dr. M.A.J. Ezinga; drs. J.J. van der Kemp; dr.mr. A.J.G. Tijhuis; drs. A.M.J. Hulsebosch MSc week 44 - 50 Verdieping en toepassing van de kennis, zoals opgedaan in het BC2-jaar en de BC3-hoofdvakken Ontstaan en ontwikkeling van criminaliteit, Aard, omvang en schade van criminaliteit en Preventie en bestraffing van criminaliteit. In de werkgroep worden diverse theoretische noties die in de hoorcolleges van de vakken AO&S, O&O en P&B zijn/worden behandeld, verder uitgediept en toegepast. Iedere groep concentreert zich hierbij op één bepaald hoofdthema. Het onderwijs wordt gegeven in de vorm van werkgroepen met maximaal 15 studenten. Studenten kunnen naar eigen voorkeur een werkgroep selecteren. In de werkgroep worden in groepsgewijs presentaties verzorgd over subthema's van het thema van de werkgroep. Daarnaast schrijft iedere student een individuele paper waarin één van de subthema's van de werkgroep nader wordt uitgewerkt. - Literatuur behorende bij de BC3-hoofdvakken. - Door de docent geselecteerde wetenschappelijke publicaties. - Studenten dienen zelf aanvullende literatuur over één van de tijdens de werkgroepen behandelde subthema's te verzamelen. Groepsgewijze mondelinge presentatie en individuele paper; beiden dienen tenminste met een voldoende te worden afgerond om het vak te behalen. In geval van een onvoldoende voor (één van) beide onderdelen volgt een nieuwe opdracht. Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkenisvak is behaald. 212206 : Practicum verklarende criminologie (BC2) (of) 212205 : Practicum beschrijvende criminologie (BC1) Wetgevingsleer I (M) 201827 6 mr. S.A.J. Munneke (kamer 6A-27, tel. (020) 59 86269) Rechtsgeleerdheid
doel Verdieping van in bachelor verkregen inzicht in juridische aspecten van wetgeving, alsmede het verwerven van vaardigheid in het analyseren, toetsen en opstellen van wettelijke regelingen. inhoud Zie het vak Verdieping Staats- en bestuursrecht: Wetgevingsleer I + II. Het keuzevak Wetgevingsleer I is het eerste deel van die Verdieping, dat wordt afgesloten met een tentamen. De tentamenstof omvat: • de op Blackboard vermelde literatuur; • stof van de hoor- en werkcolleges. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, het schrijven van werkstukken (waaronder wettelijke bepalingen). Er wordt veelvuldig interactief gewerkt (Blackboard). literatuur Wordt op Blackboard bekend gemaakt. toetsing Beoordeling individuele werkstukken, schriftelijk tentamen voorkennis Nadat tenminste 150 studiepunten (inclusief een afgerond eerste bachelorjaar en het vak Pleitoefening!) van de Bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid en de voorkennisvakken zijn behaald! voorkennisvakken 200204 : Staatsrecht I (B2) 200208 : Staatsrecht II (B2) 200378 : Bestuursrecht (B3) naam code studiepunten coördinator periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing voorkennis
Zorgverzekeringsrecht (B3/M) 201828 6 prof.mr G.R.J. de Groot week 5 - 14 Kennis van en inzicht in structuur en werking van het zorgverzekeringsrecht. Zorgverzekeringsrecht is het recht met betrekking tot de sociale en de particuliere ziektekostenverzekeringen. Het onderwijs in het zorgverzekeringsrecht betreft tevens de daarmee nauw samenhangende wetgeving over budgetten en tarieven, planning en bouw, en kwaliteit in de gezondheidszorg. Ook aan relevante Europeesrechtelijke en mededingingsrechtelijke aspecten wordt aandacht besteed. Bij de gezondheidszorg is een groot aantal spelers betrokken: instellingen en beroepsbeoefenaren, zorgverzekeraars, diverse zelfstandige bestuursorganen en de minister van VWS als eindverantwoordelijke. De onderlinge verhouding tussen deze partijen én hun verantwoordelijkheden jegens de patiënt/verzekerde vormen specifiek onderwerp van aandacht. Daarbij komen vragen aan de orde zoals: op welke vormen van zorg heeft de patiënt/verzekerde recht? Door wie en hoe wordt daarover beslist? Wat zijn de rechten van de patiënt als niet tijdig zorg wordt verleend (wachtlijsten)? In hoeverre is de patiënt/verzekerde vrij om zelf zijn arts of ziekenhuis te kiezen (al dan niet in Nederland)? De gezondheidszorg is in beweging. Er wordt gestreefd naar hervorming in de richting van een stelsel met méér marktwerking en minder overheidsregulering. Uiteraard komen de actuele ontwikkelingen op dit gebied aan de orde. Colleges in werkgroepvorm Reader. Schriftelijk tentamen Deelname aan derdejaars bachelorvakken is alleen mogelijk na afgerond eerste bachelorjaar en het voorkennisvak is behaald. Examonderdelen
163
voorkennisvak 200360 : Sociaal recht (B3)
164
Rechtsgeleerdheid