Het prachtige geluid van brekend ijs Dreigende verdroging Overasseltsche Vennen Bergharen het bezoeken waard Laden en lossen aan de Waal
22
magazine
rivieren winter 2009/2010
inhoud Rivierenmagazine is een gezamenlijke uitgave van Provincie Gelderland, Dienst Landelijk Gebied en Rijkswaterstaat Directie OostNederland teksten Ria Dubbeldam (
[email protected]) & Annemiek Simons (Grafisch Atelier Wageningen) redactie Ria Dubbeldam, Wilma de Goede (DLG), Jack Broeksteeg (Rijkswaterstaat), Kees Pieters, Roy Hendriks, Margot Elbertsen (Provincie Gelderland) redactieadres Provincie Gelderland Ine Koenen-Wijers Postbus 9090, 6800 GX Arnhem t 026 3598028 e
[email protected] vormgeving Wendy Buss, Jelle de Gruyter (Grafisch Atelier Wageningen) 2 druk Moderndruk b.v., Bennekom oplage 8500 ISSN 1388 - 1418 Het Rivierenmagazine verschijnt twee keer per jaar. De uitgave is voor mensen die in het Gelderse Rivierengebied wonen en/of werken. U kunt een gratis abonnement aanvragen bij het redactieadres.
4
18
IJsbrekers houden vaarwegen begaanbaar voor scheepvaart Sander Wels van Rijkswaterstaat vindt het schitterend klinken: het geluid van brekend ijs wanneer er een ijsbreker doorheen ploegt. Afgelopen winter konden de ijsbrekers voor het eerst sinds 1997 weer aan het werk.
Tweede-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem heeft goede herinneringen aan de Blauwe Kamer ‘Het was een buitenkansje dat ik het arbeiderswoninkje van de voormalige steenfabriek kon kopen.’ Vier jaar heeft Dijsselbloem in dit natuurgebied aan de Neder-Rijn bij Rhenen gewoond. Zo nu en dan komt hij er nog op de koffie bij tante Marie.
8 De Overasseltsche en Hatertsche Vennen dreigen ernstig te verdrogen Daarom is er een plan gemaakt om het vennengebied in oude glorie te herstellen. Het zijn drastische maatregelen: ongeveer 70 hectare bos zal in fasen verdwijnen. Veel planten en dieren in het gebied die verdwenen zijn of het moeilijk hebben, zullen er baat bij hebben.
14 Stichting Baet en Borgh zet zich in voor het behoud van monumenten in het Land van Maas en Waal en Rijk van Nijmegen De stichting probeert vergeten monumenten die in onbruik zijn geraakt, weer een nieuwe culturele of maatschappelijke functie te geven. Kroonjuweel is Stoomgemaal De Tuut in Appeltern.
24 Naast programma’s als Ruimte voor de Rivier, is er ook het Hoogwaterbeschermingsprogramma Dat moet ervoor zorgen dat alle primaire waterkeringen in Nederland ons goed beschermen tegen het water. Eens in de vijf jaar moeten alle waterkeringen hiervoor door de “APK”. En verder 6 Wonen en werken 11 Rondom Maas en Waal 16 Rondom Rijn en IJssel 20 Ruimte voor de Rivier in de Regio 26 Rivierennieuws 29 Column 30 Het bezoeken waard 32 Werk in uitvoering 34 Rivierenboeken 35 Websites 36 Waargenomen
foto Wim van Hof / bvBeeld
van de redactie
3
Koude winters met ijspret Zullen we weer zo’n koude winter beleven zoals afgelopen winter? Dat het vriest dat het kraakt? Het blijkt nog steeds te kunnen, ondanks de klimaatverandering. Ouderwets heerlijk was het. De schaatsen onder en zwieren maar. Bijvoorbeeld op een van de nieuwe nevengeulen langs de rivieren. Veel kinderen krabbelden voor het eerst op het ijs. Jongeren kochten massaal hun eerste Noren. Jonge vaders en moeders duwden op de schaats de kinderwagen voort. Geïmproviseerde koek- en zopiestandjes maakten de gezelligheid compleet. Wat is deze schaatspret een leuke bijverdienste van de nevengeulen. Voorheen moest je maar afwachten of bij vorst de uiterwaarden onder water stonden. Nu staat er altijd water in de geul. De komende jaren kunnen nog meer mensen langs de rivieren plezier gaan beleven van bevroren nevengeulen want er komen er heel wat bij. In de Heesseltsche Uiterwaarden langs de Waal bijvoorbeeld (p. 12), en bij de IJsselsprong bij Zutphen (p. 21). Komende winter kan er wellicht al geschaatst worden op de gloednieuwe nevengeul van het Lexkesveer bij Randwijk (p. 32). Natuurlijk gaat het bij dit soort nevengeulen in eerste instantie om waterstanddaling bij hoogwater en nieuwe natuur. In het nieuwe project Rijn in Beeld wordt de ontwikkeling van de natuur langs de Rijntakken (Neder-Rijn, Waal en IJssel) in kaart
gebracht. In 2009 is met extra aandacht gekeken naar de planten diersoorten in enkele nevengeulen. De Vreugderijkerwaard bleek tot grote verrassing helemaal vol te staan met de bijzondere planten rivierfonteinkruid en doorgroeid fonteinkruid. Terug naar het ijs. De laatste keer dat zelfs stromende rivieren zoals de Waal en de Rijn dichtvroren, was in de winter van 19621963. Het leverde bijzondere beelden op van mensen en auto’s die de rivier overstaken. Vorig winter kwam het dichtvriezen aardig dichtbij. Rijkswaterstaat zette voor het eerst sinds jaren weer ijsbrekers in. Weliswaar niet op de grote rivieren, maar wel op enkele kanalen om Oost-Nederland bevaarbaar te houden. In januari vroor het zo hard, dat er niet één maar twee ijsbrekers nodig waren om het Twentekanaal open te houden. Vooral belangrijk was dat de havens toegankelijk bleven. De ijsbrekers werkten soms twaalf uur achter elkaar door. Het was een mooi gezicht, dat bij veel mensen mooie herinneringen opriep. Het is nu even afwachten of er weer een stevige vorstperiode komt. U kunt in ieder geval in de stemming komen met het artikel over de ijsbrekers in deze Rivierenmagazine.
Namens de redactie, Ria Dubbeldam
IJsbrekers
foto’s Rijkswaterstaat
4 Waterwegen in Oost-Nederland bleven januari 2009 maar net bevaarbaar.
Het prachtige geluid van brekend ijs Afgelopen winter was weer eens ouderwets streng. Dit had ook gevolgen voor de scheepvaart. De ijsbrekers
konden voor het eerst sinds 1997 weer aan het werk. Daarmee zorgde Rijkswaterstaat ervoor dat onder meer het
Sommigen vinden het vreselijk, maar Sander Wels van Rijkswaterstaat OostNederland vindt het juist schitterend klinken: het geluid van brekend ijs wanneer er een ijsbreker doorheen ploegt. Het is een vrij zeldzaam geluid in Nederland. Wels legt uit hoe Rijkswaterstaat ’s winters altijd te werk gaat en wanneer actie nodig is om ijs te gaan breken. ‘In de winterperiode meet Rijkswaterstaat dagelijks de watertemperatuur. Als het vriest, geeft ons berichtencentrum voor
Twentekanaal en de vaarwegen tussen Zwolle en Meppel begaanbaar bleven voor het scheepverkeer.
het werkgebied Oost-Nederland in Arnhem een IJsbericht uit. Daarmee krijgen schippers inzicht over de ijstoestand van de vaarwegen. Als er een dun laagje ijs op het water ligt, komt Rijkswaterstaat nog niet in actie, want daar varen de schepen nog gemakkelijk doorheen. Is het ijs echter flink dik, zo’n 5 tot 7 centimeter, dan moet er wel iets gebeuren. Om het water bevaarbaar te houden hebben we in Oost-Nederland zes ijsbrekers voor de kanalen: twee voor het Twentekanaal vanaf de IJssel tot Enschede
en vier om in te zetten in de vaarweg tussen het Zwarte Water en het Meppelerdiep. Dit zijn doorgaande vaarwegen, en die moeten dag en nacht begaanbaar zijn. Ook breken de schepen ijs in de havens van de gemeenten die aan deze wateren liggen. Dat heeft Rijkswaterstaat aan de gemeenten beloofd.’ Een aannemer levert de zes ijsbrekers wanneer die nodig zijn. Dat zijn sleepboten met een extra versteviging om het ijs te kunnen breken. Wels: ‘Want daar komen geweldige krachten aan te pas.
Er zit na een periode van ijsbreken dan ook echt geen verf meer op de ijzeren romp van de schepen.’ Het ijsbreken wordt gedaan door de normale bemanning van het schip. Er gaat alleen een toezichthouder van Rijkswaterstaat mee.
In konvooi Wanneer bijvoorbeeld het Twentekanaal dichtvriest, zet Rijkswaterstaat in eerste instantie één ijsbreker in. ‘Maar afgelopen januari vroor het zo hard, dat we al snel de tweede ijsbreker nodig hadden om het kanaal open te houden. En vooral belangrijk was om de toegang tot de havens open te houden. De twee ijsbrekers hebben toen soms twaalf uur achter elkaar over het kanaal en in de havens ijs gebroken.’ Maar voorheen waren er winters die om nog meer actie vroegen. Wels: ‘Als het echt hard vriest en er hangt een Elfstedentocht in de lucht, dan moeten we ook ’s nachts doorvaren. En heel soms vriest het zo hard, dat er een konvooi nodig is. Dan varen vijf tot twintig schepen in een lang lint achter de ijsbreker aan. De ijsbreker bepaalt het tempo, dat zo rond de 5 kilometer per uur ligt. Dat is een schitterend gezicht. Als het ijs echt te dik wordt, dan houdt het op. Dat heb ik echter nog nooit meegemaakt. En ik werk al 36 jaar bij Rijkswaterstaat.’
5
Kruiend ijs In het meest extreme geval vriezen ook stromende rivieren dicht, zoals in de winter van 1962-1963, toen zelfs de Waal en de Rijn dichtvroren. Hier kan Rijkswaterstaat niet veel aan doen, dat is te gevaarlijk. ‘Het ijs kan gaan kruien, waardoor ijsschotsen over elkaar kunnen gaan schuiven. In dat geval kunnen we slechts de scheepvaart informeren en zorgen dat schepen op tijd de haven bereiken. Hoe vaak we in de toekomst ijsbrekers nog zullen inzetten, weet ik niet. Voor hetzelfde geld is het deze winter weer raak, maar er moet veel gebeuren voordat er ijsbrekers nodig zijn.’ Meer informatie: Sander Wels, Rijkswaterstaat Oost-Nederland, t 0570 503721, e
[email protected], i www.rijkswaterstaat
Bovenste twee foto’s: ijsbreker Spitsbergen aan het werk in het Twentekanaal.
De Beijer Kekerdom is producent en leverancier van zand, grind en steen aan allerlei industrieën in Nederland en daarbuiten. Het bedrijf begon vijftig jaar geleden
in de Ooijpolder als zand- en grindwinningsbedrijf. Nu zit het alweer 25 jaar in de uiterwaard aan de Waal, in Kekerdom nabij Millingen aan de Rijn. Vast staat
dat het bedrijf over enkele jaren moet verhuizen, om ruimte te maken voor de rivier.
Laden en lossen aan de Waal
6
Terwijl grote shovels en vrachtwagens af en aan rijden, wandelt directeur Han de Beijer langs de tientallen steensoorten die op het bedrijfsterrein in hoge bulten naast elkaar liggen. De verschillende edelsplitten, siergrind, sierkeien en breuksteen geven een prachtige kleurencombinatie. De Beijer vertelt honderduit over de grondstoffen die het bedrijf importeert, opslaat, bewerkt, overslaat (van schip naar schip of vrachtwagen) en transporteert. Ondertussen wordt er een schip gelost: een kraanmachinist hevelt de stenen uit het schip over in de vrachtwagen. Nog even en het schip is leeg en kan het weer terug de Waal op.
Familiebedrijf Han de Beijer stapte op zijn vijfentwintigste in het bedrijf van zijn vader. Sinds 2003 is hij samen met zijn broer Willem eindverantwoordelijk. ‘Ik zat al in de logistiek bij een scheepvaartbedrijf, toen ik besloot in het familiebedrijf te komen werken. Op dat moment had ik nog niet echt wat met steen, maar nu ben ik eraan verknocht.’ De afnemers van het bedrijf zijn heel divers. De Beijer noemt enkele voorbeelden. Rijkswaterstaat gebruikt
stortsteen voor de kribverlaging in de Waal. Staatsbosbeheer maakt wandelpaden met natuurlijke materialen van De Beijer. Landschapsontwerpers, architecten en kunstenaars gebruiken natuurstenen in hun ontwerpen. Bijvoorbeeld Chris Baeth die van hun steen het kunstwerk “Echo van de Veluwe” maakte, dat in de beeldentuin van het Kröller-Müller Museum is te bewonderen. Het kunstwerk is opgebouwd uit tientallen granietkeien, ingenieus aan elkaar bevestigd. Dierentuinen zoals Burgers Zoo en Dolfinarium Harderwijk nemen stenen en grote keien af voor de dierenverblijven. Kleinere zakken met sierstenen gaan richting tuincentra, maar de bulk wordt geleverd aan klanten in de betonindustrie en wegenbouw.
Laden en lossen De Beijer Kekerdom ligt strategisch aan de Waal. In de voormalige zandwinplas Kaliwaal meren de vrachtschepen aan om te lossen. Het bedrijf is gevestigd op 12 hectare verhard terrein, waar de materialen opgeslagen liggen en voor een deel ook nog bewerkt worden. De Beijer vertelt: ‘Hier in Kekerdom is de hoofdvestiging van De Beijer-groep.
Deze groep heeft activiteiten op het gebied van handel in bouwmaterialen, scheepvaart, steengroeven in Duitsland, en open overslag in Duitsland en Nederland. We varen en rijden niet alleen voor onszelf, maar ook voor andere bedrijven. En overslag van producten doen we ook voor anderen. Daar is een grote behoefte aan. Want er varen steeds grotere schepen op de rivieren, sommige kunnen wel 6000 ton vervoeren. Deze schepen kunnen de kleinere rivieren niet op. Bij ons kan de lading van deze grote schepen gelost worden en direct in kleinere schepen geladen worden. Ook hebben we een grote opslagcapaciteit waardoor we veel op voorraad kunnen hebben, en daardoor snel kunnen leveren aan bedrijven.’ De oude steenfabriek op het terrein is opgeknapt. Hier worden grondstoffen voor de keramische industrie opgeslagen die droog moeten blijven. Geïmporteerde grondstoffen komen vooral uit landen als Duitsland, Frankrijk en België, maar ook uit Schotland. De Beijer: ‘We zijn constant op zoek naar nieuwe producten, en reizen daarvoor door heel Europa. Zo hebben we de steensoort Grauwacke in Nederland op de markt gezet.’
foto’s Hans Dijkstra / bvbeeld
wonen & werken
7
Verhuizen Hoe ideaal de huidige plek in Kekerdom ook is: het bedrijf moet verhuizen. Want de Millingerwaard is aangewezen als Ruimte voor de Rivier-gebied, om te voorkomen dat Nijmegen in de toekomst onder water loopt bij hoge waterstanden. Ook moet de natuur hier nog meer ruimte krijgen. De Beijer vertelt: ‘Nu al zijn we omringd door natuur, en eigenlijk vinden we dat dit goed samengaat met onze activiteiten. Maar de overheid wil er toch een aaneengesloten natuurgebied van maken.’
De Beijer weet nu ongeveer al tien jaar dat het bedrijf hier mogelijk niet kan blijven. ‘Dat heeft ons al die jaren natuurlijk ook belemmerd, terwijl we juist verder wilden investeren in het bedrijf. Op een gegeven moment hebben we besloten om gewoon verder te gaan met waar we mee bezig zijn. We werken mee aan het vinden van een goede oplossing voor alle partijen. Het contact met de overheid is gelukkig goed.’
Watergebonden bedrijf Ook voor de veertig mensen in vaste dienst, heeft de verhuizing grote gevolgen. De Beijer: ‘Voor ons is de continuering van het bedrijf en het vasthouden van het personeel natuurlijk het belangrijkst. De meeste werknemers komen uit de omgeving van Arnhem en Nijmegen. De nieuwe locatie moet natuurlijk goed bereikbaar blijven voor ze. Daarnaast zijn we een watergebonden bedrijf. Er zijn maar weinig plekken langs de Nederlandse rivieren aangewezen als
mogelijke haven.’ Op dit moment is er een industrie-eiland aan de Waal in Druten in beeld als geschikte, nieuwe locatie, zo’n dertig kilometer ten westen van Kekerdom. ‘Dat zou betekenen dat het personeel relatief gemakkelijk mee kan verhuizen. Maar een bedrijfsverhuizing blijft natuurlijk een heel ingrijpend proces.’ Toch ziet De Beijer ook voordelen van de nieuwe locatie. ‘Een industrieeiland heeft meer faciliteiten en dat is beter voor de groei van het bedrijf. Ook kunnen we bepaalde activiteiten professioneler gaan aanpakken en we kunnen er de regionale overslag verder uitbreiden. We blijven verder werken aan innovatieve, duurzame producten: van bermmateriaal tot waterdoorlatende producten.’
8
De Overasseltsche en Hatertsche Vennen dreigen ernstig te verdrogen. Om dit tegen te gaan en het vennengebied in oude glorie
te herstellen, heeft Waterschap Rivierenland in opdracht van de provincie een plan gemaakt. Het gaat om drastische maatregelen. Ongeveer 70 hectare bos zal in
fasen verdwijnen. ‘Dit ligt gevoelig. Mensen zijn vaak gehecht aan de bestaande situatie’, zegt Harro Kraal van Waterschap Rivierenland.
Vennengebied in oude glorie herstellen Kraal: ‘De boeren in het gebied kunnen de percelen verkopen of ervoor kiezen tegen vergoeding natuur te beheren. En ze kunnen eventueel grond ruilen.’ In delen van het gebied is het goed om de voedselrijke bovenste laag van de landbouwgrond af te graven, zodat zandige, voedselarme grond overblijft. Met het afgraven komt het grondwater dichter aan de oppervlakte te liggen, waardoor het gebied ook natter wordt. Het gebied waarbinnen maatregelen worden getroffen is inclusief het beïnvloedingsgebied ongeveer 800 hectare. Want als de waterstanden omhoog gaan, heeft dat invloed op de omgeving. De boeren en de particulieren in dit beïnvloedingsgebied vrezen schade te ondervinden, omdat het grasland of akkerland te drassig wordt om te gebruiken. Uit onderzoek blijkt waar schade te verwachten is. Hier zullen met
de betrokkenen maatregelen worden afgesproken om schade te voorkomen. Voor schade die pas achteraf blijkt, kunnen mensen een beroep doen op een compensatieregeling van het waterschap.
Bezorgde bewoners Bewonersverenigingen, de landbouworganisatie ZLTO en de natuurorganisatie IVN hebben de plannen kritisch gevolgd. Tijdens de informatieavonden van het waterschap in oktober bleek dat de meningen over de geplande boskap verdeeld zijn. Veel mensen maken zich zorgen over de omvang van de ingreep en de gevolgen voor verkeerslawaai en de aantrekkelijkheid als wandelgebied. Tijdens de laatste informatieavond in november was er veel roerigheid. Vooral de bewoners van het gebied zijn bang dat hun tuin en paardenwei te nat worden
foto’s Wim van Hof / bvBeeld
Het 530 hectare grote natuurgebied tussen Nijmegen-Dukenburg, Wijchen en Heumen bestond voor de twintigste eeuw uit een mozaïek van heide, plukjes droge vegetatie, vennen en veen. Aan de randen lag grasland en bos. Maar in de twintigste eeuw werd op grote schaal bos aangelegd, voornamelijk voor houtproductie. Op sommige plekken werden natte heiden en vennen ontgonnen voor de landbouw. Vanaf de jaren zestig kwam het gebied in eigendom van Staatsbosbeheer en werd een begin gemaakt met het herstel van het vennengebied. ‘Vennen ontstaan doordat regenwater niet weg kan door de ondoorlaatbare lagen in de bodem. We gaan dus maatregelen nemen die ervoor zorgen dat het hemelwater niet meer wegloopt via greppels of verdampt door bos’, legt Harro Kraal van Waterschap Rivierenland uit. ‘Want bomen, vooral naaldbomen, verdampen veel water. Bovendien verrijken vallende bladeren en naalden de grond, terwijl heidegrond en vennen juist baat hebben bij een voedselarme grond. Daarom is bomenkap de belangrijkste maatregel van het gebiedsplan Hatertsche en Overasseltsche Vennen. Die kap wordt over een aantal jaren gespreid. Mensen uit de omgeving zijn zeer gehecht aan het bos. Daarom gaat de overheid op zoek naar plekken in de buurt van Nijmegen waar nieuw bos kan worden geplant. En hoewel het vennengebied een ander karakter krijgt, blijft het gewoon toegankelijk voor wandelaars. Er komen nieuwe wandelpaden aansluitend op bestaande routes.’
Afdammen en graven Andere maatregelen zijn afdammen van greppels en de omzetting van landbouwgrond in 170 hectare vochtige natuur.
Boswachter Nadja Lankamp wijst bijzondere paddenstoelen aan.
9
foto’s Wim van Hof / bvBeeld
Schapen zijn een must voor het vervolgbeheer in het vennengebied.
10
om nog goed te kunnen gebruiken en dat de waarde van de huizen zal dalen. Ook is er veel zorg over de rechtspositie en mogelijkheden om schade te verhalen. ‘Deze zorgen zijn goed te begrijpen, maar niet terecht’, zegt Martin Bons, projectleider vanuit de provincie. Op dit moment loopt er een onderzoek naar. Een onafhankelijk bureau stelt nauwkeurig de huidige situatie van de huizen en landerijen vast. Op die manier kan eventuele schade nauwkeurig worden vastgesteld. Daarnaast gaan we per situatie bekijken op welke manier we schade kunnen voorkomen. Welke sloot kan dicht en welke moet echt open blijven om schade te voorkomen? Dat neemt niet weg dat er ook enkele situaties zullen overblijven waar schade niet is te voorkomen, zonder in te boeten op de natuurdoelen. In die gevallen moeten we naar andere oplossingen zoeken, met als uiterste sluitpost een schadevergoeding. Het uitgangspunt is echter voorkomen van schade. Die boodschap is niet goed overgekomen en moeten we alsnog goed uitleggen.’
Prachtige knoflookpad Hoe de natuur na het herstel eruit komt te zien, is al heel goed te bewonderen in het centrale deel van het vennengebied. Rondom het Lange Ven en de Botersnijder heeft Staatbosbeheer in 2007 en 2008 in totaal 5 hectare bos omgevormd. Met boswachter Nadja Lankamp als gids,
lopen we dit gebied in. Ondertussen legt Lankamp uit: ‘Het vennengebied is als natuurgebied heel waardevol. Van de zestien Nederlandse amfibieënsoorten komen er maar liefst elf voor in het vennengebied! Bijvoorbeeld de prachtige knoflookpad, maar ook de alpenwatersalamander en de kamsalamander. De biodiversiteit van het gebied was rond 1900 het grootst, daarna is het schrikbarend achteruit gegaan. Van de levendbarende hagedis is een achteruitgang van 75 procent bekend. Ook andere soorten hebben het zwaar. Lankamp benadrukt dat de terugkeer van deze amfibieën en reptielen niet alleen afhangt van een hogere waterstand. ‘De moerassige randen van de vennen met natte heidevegetatie zijn heel belangrijk voor ze. Maar minstens zo belangrijk is de omvorming van bos naar heide. Het bos staat nu tussen de vennen in, maar straks ontstaat natte heidevegetatie op de lage delen en op de hogere delen zal voornamelijk de struikheide terugkeren. Daarmee komen de vennen ook weer met elkaar in verbinding te staan. De amfibieën en reptielen kunnen zich beter verplaatsen door het gebied en zijn niet meer geïsoleerd van elkaar. De populaties kunnen daardoor eindelijk weer herstellen.’
Meer openheid We lopen over een zanderige, kale heuvel. Dit stuk is in 2008 afgeplagd. Als je goed kijkt, zie je al de eerste struikheide-
plantjes de kop op steken. Lankamp wijst ze aan. ‘Dus daar waar bos stond, komen nu droge en natte heidegronden. Wel blijft hier en daar een groepje bomen staan, het is geen kaalslag.’ Door het ontbreken van bos, zie je goed het glooiende landschap, de hoge stuifzandkoppen en de laagtes van de vennen. Op het hoogste punt van de eerste heuvel is er ineens een adembenemend uitzicht over de Botersnijdervennen. Lankamp onderscheidt al de eerste voorzichtige plukjes beenbreek in de venranden. ‘Het is nu echt een vennengebied, in plaats van bos met wat vennetjes’, omschrijft ze de verandering. ‘Mensen voelen zich hier ook veiliger, omdat er meer openheid is.’ Bij een uitkijkpunt zien we schapen wit afsteken tegen de stemmige herfstkleuren. ‘De schapen begrazen het gebied, en vreten daarbij grassoorten en kleine boompjes weg en dragen ook bij aan de verspreiding van soorten, zoals de beenbreek. Ze zijn daarom echt een must voor het vervolgbeheer.’ In november zijn alle reacties van belanghebbenden verzameld en is het gebiedsplan Overasseltsche en Hatertsche Vennen in de stuurgroep behandeld. In 2010 zullen Gedeputeerde Staten beslissen over de uitvoering van het plan. Meer informatie: Harro Kraal, Waterschap Rivierenland, t 0344 649216, e
[email protected] i www.waterschaprivierenland > actueel > werk in de buurt > waterbeheer Een greep uit de planten en dieren die zich in de natte en droge delen van de Overasseltsche en Hatertsche Vennen gaan vestigen, en waarvan Staatsbosbeheer de aantallen en vindplaats gaat bijhouden. - (planten) zonnedauw, beenbreek, klokjesgentiaan, heidekartelblad, witte- en bruine snavelbies, moeraswolfsklauw, kleine veenbes, wateraardbei, duivelsnaaigaren, kruipberm, heidezegge. - (dieren) libellen, doodaars, geoorde fuut, heikikker en poelkikker, knoflookpad, alpenwatersalamander, kamsalamander, levendbarende hagedis, roodborsttapuit, aardbeivlinder, heivlinder, steppesprinkhaan en wrattenbijter.
rondom maas en waal
Impressie van de tegelstrook. De tegels verwijzen naar de kazematten en groepsschuilplaatsen in het landschap.
Het is druk op dijken van de Diefdijklinie. Door de vele auto’s en vrachtwagens op de smalle, hoge dijken voelen fietsers zich alles behalve veilig. Dat lieten omwonenden weten tijdens bijeenkomsten voor de dijkverbeteringen die op het programma staan bij Waterschap Rivierenland, en voor het project Lingekwartier.
de Nieuwe Zuiderlingedijk afsluiten voor gemotoriseerd verkeer. Dat deel is dan alleen toegankelijk voor fietsers en wandelaars. Voor de Diefdijk denken we aan vrachtwageninrijverboden op sommige stukken. Ook zijn we in overleg met het transportbedrijf dat naast de Diefdijk ligt. Misschien dat er een nieuwe weg komt vanaf het bedrijf naar de provinciale weg. Dat scheelt 250 vervoersbewegingen per dag!’
Door de aanwezigheid van een transportbedrijf en verschillende bedrijventerreinen in de omgeving, rijdt er veel vrachtverkeer’, vertelt landschapsarchitect Kees van der Velden van Dienst Landelijk Gebied (DLG). ‘Op de Nieuwe Zuiderlingedijk en de Diefdijk wordt hard gereden, vanwege de rechte stukken. Op de Meerdijk is het erg druk vanwege sluipverkeer dat een stuk van de provinciale weg richting Asperen afsnijdt.’ Het gebied maakt deel uit van de plannen voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Speciale tegels
Fietsdijk
Fietsers en auto’s op de Meerdijk.
Om de Diefdijklinie te veranderen van een drukke autodijk in een rustige fietsdijk zijn er dus maatregelen nodig. Tegelijkertijd zal geprobeerd worden de rijke historie van de Diefdijklinie als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie weer herkenbaar en beleefbaar te maken. Onder leiding van DLG is een werkgroep aan de slag gegaan met het bedenken van mogelijke maatregelen. Van der Velden licht de ideeën toe: ‘Om het sluipverkeer op de Meerdijk tegen te gaan, willen we het oostelijke deel van
Om het autoverkeer langzamer te laten rijden is een tegelstrook bedacht, die in het midden van de weg komt te liggen, waardoor twee fietsstroken ontstaan. Auto’s kunnen er blijven rijden, maar moeten wel vaart minderen vanwege de smalle rijstrook. De tegels zijn ongeveer 2 bij 1 meter en verwijzen door hun speciale vormgeving naar de kazematten en groepsschuilplaatsen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in het landschap. ‘Maar ze kunnen ook voor andere doel-
einden gebruikt worden, bijvoorbeeld opgestapeld tot bankjes en tafels. In ieder geval willen we één vormentaal afspreken, om rust en herkenbaarheid te creëren.’ Komende tijd zal onderzocht worden of de tegelstrook de juiste oplossing is, of dat er een alternatief plan moet komen. Wat er zeker komt zijn gemarkeerde wandelpaden die de weg oversteken, als alternatief voor verkeersdrempels. Van der Velden: ‘Dat heeft een verkeersremmende werking: je ziet en voelt de verandering in het wegdek. Maar hoe we dat precies gaan vormgeven, weten we nog niet. Een visuele markering is niet genoeg, maar het moet ook weer geen lawaai en trillingen produceren.’ De komende tijd gaat de werkgroep verder met het uitwerken van de ideeën, het rond krijgen van de financiering en het overleggen met betrokkenen en wegbeheerders. Meer informatie: Kees van der Velden, Dienst Landelijk Gebied, t 06 52401667 e
[email protected] i www.waterschaprivierenland.nl
foto Gerard Burgers Fotografie
Veiliger over de Diefdijk fietsen
11
foto Bureau Rivierengebied
Akkoord over herstructurering glastuinbouw Bommelerwaard 12
Op 9 december hebben de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel en de provincie Gelderland en Waterschap Rivierenland hun handtekening gezet onder het contract voor herstructurering van de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. De volgende stap is het instellen van een uitvoeringsorganisatie om het plan uit te gaan voeren. In het plan zijn acht gebieden aangewezen waar de tuinbouw zich duurzaam verder kan ontwikkelen. Daarbij spelen ook landschappelijke inpassing, ontsluiting en veiligheid een grote rol. De ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven buiten deze concentratiegebieden blijven beperkt. Tuinders met verspreidliggende kassen worden gestimuleerd om naar de concentratiegebieden te verhuizen. Dat komt ook ten goede aan de landschappelijke kwaliteit van de Bommelerwaard. De concentratiegebieden liggen bij Poederoijen, Brakel, Zuilichem, Nieuwaal, Gameren, Kerkwijk, Grote Ing en Velddriel. Dat betekent dat een aantal van de huidige concentratiegebieden hun status verliezen. Tijdens de voorbereiding van het akkoord is kritisch gekeken naar de uitbreiding van de glastuinbouw bij Zuilichem. De bezwaren richtten zich op te grote negatieve gevolgen voor het landschap.
Ook bestond de vrees dat door de chrysantenteelt veel meststoffen en bestrijdingsmiddelen in het kwelwater terecht zouden komen en uiteindelijk in het oppervlaktewater. Om te bekijken of dit echt gebeurt loopt nu een onderzoek. Over de nieuwe locatie Velddriel langs de A2 hebben glastuinders bedenkingen geuit. Zij verwachten dat de bodem niet geschikt is voor de chrysantenteelt. Met bodemverbetering is dit op te lossen, maar dat brengt wel kosten met zich mee. Uiteindelijk hebben alle betrokken partijen ingestemd met het huidige plan. De komende tijd worden de plannen voor elk gebied verder uitgewerkt. Voor Poederoijen is al een integraal plan opgesteld. Meer informatie: Bureau Rivierengebied, Uvo van Erp, t 026 3599533
Tien jaar bescherming van het landschap De Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Bommelerwaard, ‘De Capreton’, bestaat tien jaar. Het begon klein in 1999, op initiatief van de stuurgroep Natuur- en milieueducatie met steun van de Rabobank en de provincie Gelderland. Intussen is de vereniging flink gegroeid. Leden zijn niet alleen agrariërs maar ook streekbewoners die natuur en landschap een warm hart toedragen. Er is nog veel werk te doen. De oudste activiteit is de vrijwillige bescherming
van de weidevogels. Er zijn op dit moment zo’n veertig vrijwilligers actief. De Bommelerwaard is een kerngebied voor broedende weidevogels, zoals grutto’s, kieviten, wulpen, scholeksters en tureluurs, maar de aantallen nemen af. De Capreton wil er alles aan doen om deze oerHollandse vogels te behouden. Daarnaast streeft de vereniging naar een duurzame landbouw en tuinbouw met een goede toekomst voor de boeren en tuinders en aandacht voor versterking van de landschappelijke waarden. Er is een professionele hoogstambrigade ingesteld om het achterstallig onderhoud aan fruitbomen weg te werken. En een werkploeg van agrariërs voert alle mogelijke diensten uit, van erfbeplanting tot beheer en onderhoud van het landschap. Meer informatie: Piet Nienhuis, t 073 5992218, i www.capreton.nl
Ook agrarisch landschap in Heesseltsche Uiterwaarden De Heesseltsche Uiterwaarden in de gemeente Neerijnen krijgt over een paar jaar een heel ander uiterlijk: er komt 200 hectare nieuwe natuur, de rivier zal meer de ruimte krijgen, maar ook is er plaats voor het huidige agrarisch landschap. Al in 1998 startte Rijkswaterstaat met een planstudie voor de Heesseltsche Uiterwaarden. Het project is onderdeel van NURG, dat staat voor de ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur langs de rivieren. Naast het aanleggen van nieuwe natuur wilde Rijkswaterstaat ook de veiligheid bij hoog water verbeteren. Tijdens de inspraakronde voor de eerste startnotitie in 2002 bleek dat omwonenden niet achter het plan stonden. Er zou weinig overblijven van het zo geliefde agrarisch landschap.
Goed geluisterd ‘Terwijl het juist zo belangrijk is dat omwonenden zich kunnen vinden in het plan’, vertelt omgevingsmanager Fred Tank van Rijkswaterstaat. ‘We hebben toen de herinrichting nog eens tegen het
Schakel EHS
Illustratie Rijkswaterstaat
Het plan bestaat uit drie onderdelen: nieuwe natuur, veiligheid bij hoog water en behouden van een deel van het agrarisch landschap. Door het verlagen van sommige delen van de uiterwaarden en door extra geulen aan te leggen, krijgt de rivier meer ruimte. Dat moet de kans op overstroming van het achterland bij extreem hoog water verminderen. In de plannen voor Ruimte voor de Rivier staat hier nu kribverlaging als maatregel gepland. De Heesseltsche Uiterwaarden vormen een belangrijke schakel van de Ecologische
foto Aerophoto Eelde
licht gehouden en daarbij goed naar de omwonenden en belangenorganisaties geluisterd.’ Dit resulteerde in 2004 in het zogenaamde compromisplan. Hierna heeft het project een tijd stil gelegen, omdat niet duidelijk was of het onderdeel uit zou gaan maken van het project Ruimte voor de Rivier. Maar sinds 2008 pakt Rijkswaterstaat de draad weer op met een geactualiseerd compromisplan als basis. In oktober en november heeft de nieuwe startnotitie ter inzage gelegen. Hierin staat wat Rijkswaterstaat allemaal wil gaan onderzoeken in de planstudie, bijvoorbeeld wat voor effecten de ingrepen hebben op het milieu. Mensen konden hierop reageren. Tank: ‘We hopen dat de mensen, ondanks de lange voorgeschiedenis van het project, weer vertrouwen hebben in Rijkswaterstaat. We doen in ieder geval ons uiterste best dat vertrouwen te herstellen.’
De Heesseltsche Uiterwaarden tussen Heesselt en Opijnen
Hoofdstructuur langs de Waal. Ook is het gebied aangewezen als Natura 2000gebied. Dit betekent dat alles in het werk gesteld wordt om de omgeving aantrekkelijk te maken voor bepaalde plant- en diersoorten die het nu moeilijk hebben in Nederland. Rondom de nieuwe geulen komen daarom schrale graslanden en rivierduinen. Rivierduinen trekken bepaalde plant- en diersoorten aan, zoals zeepkruid, zacht vetkruid, de zandhagedis, de rugstreeppad en diverse insectensoorten. In het hogere deel, tussen de verlegde zomerkade en de rivier, kunnen zich naast zachthoutooibossen met wilgen en populieren, die regelmatig overstromen, besloten moerassen ontwikkelen. In de ruigtes kan onder andere de blauwborst broeden. Verder broeden grauwe gans en
krakeend in de begroeide oevers. Mogelijk kan het gebied op termijn een betekenis krijgen als leefgebied voor de bever. De zomerkade schermt het noordelijk gebied af, waardoor het maar een paar dagen per jaar overstroomt.
Natuurbeheer De uiterwaarden zijn nu nog agrarisch gebied en dit cultuurlandschap blijft in het gebied binnen de nieuwe zomerkade zoveel mogelijk behouden. ‘Boeren blijven er boeren, maar minder intensief. Dit betekent dat er minder vee per hectare op het land kan dan nu, en dat boeren anders moeten maaien. Ze worden vooral natuurbeheerder en maken daarover afspraken met de overheid. De gronden zijn nu al voor de overgrote meerderheid in bezit van de overheid en worden verpacht aan de boeren. We zijn in overleg met agrarische natuurorganisaties om te kijken hoe het beheer vorm kan krijgen.’ Als de planstudie klaar is, wordt deze aangeboden aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Als die groen licht geeft, kan Rijkswaterstaat naar verwachting in 2012 opdracht geven voor de uitvoering. Meer informatie: Fred Tank, Rijkswaterstaat, t 026 3688911, e
[email protected], i www.rijkswaterstaat.nl/heesselt scheuiterwaarden
13
Stichting Baet en Borgh
14
Nieuwe functie voor vergeten monumenten Al 25 jaar zet Stichting Baet en Borgh zich in voor het behoud van monumenten in het Land van Maas en Waal
en Rijk van Nijmegen. De stichting probeert vergeten monumenten die in onbruik zijn geraakt, weer een nieuwe
De voormalige kolenschuur van Stoomgemaal De Tuut is met toestemming van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed omgebouwd tot een luxe ontvangstruimte. Schuifdeuren voor de nieuwe ramen zorgen ervoor dat het gebouw van buitenaf nog steeds op een schuur lijkt. Na een korte rondleiding vertelt voorzitter Jan Reijnen van Stichting Baet en Borgh hoe het allemaal begon. ‘Begin jaren tachtig was er de vraag wie zich over De Tuut zou ontfermen. Het stoomgemaal had al tijden geen functie meer voor het waterschap en was in vervallen staat geraakt.’ Reijnen, toen nog beleidsmedewerker bij gemeente Nijmegen, richtte mede de Stichting Baet en Borgh op, en een paar maanden later was de stichting de trotse
Stoomdag bij De Tuut.
culturele of maatschappelijke functie te geven. Kroonjuweel is Stoomgemaal De Tuut in Appeltern.
nieuwe eigenaar van het gemaal. ‘We betaalden destijds 15.000 gulden voor De Tuut, bijeen gebracht door alle betrokken gemeenten. Het was een verrot, vervallen gemaal, waar in de loop van de jaren een miljoen euro aan restauratiegeld in is gaan zitten. Tegenwoordig krijg je een bruidschat mee voor zo’n monument, maar daar was 25 jaar geleden nog geen sprake van.’
Kennis doorgeven Het stoomgemaal kwam in 1986 op de Rijksmonumentenlijst en kwam daarmee in aanmerking voor subsidie. ‘Maar die kregen we pas na elf jaar wachten, in 1997. Dat we zo lang hebben moeten wachten, ligt in mijn ogen aan een gebrek
aan belangstelling van waterschap, gemeente en rijk. Gelukkig keerde het tij en sloegen deze partijen uiteindelijk de handen ineen om De Tuut te behouden.’ Aan de inzet van de vrijwilligers heeft het in ieder geval nooit gelegen. Reijnen: ‘De laatste jaren zijn zo’n 38 vrijwilligers actief die allerlei taken verrichten. Van het ontvangen van bezoekers, het restaureren van machines en gebouwen tot educatieve taken. Het is een gemêleerde club. Sommigen werken niet meer, anderen nog wel, sommigen komen uit de werktuigbouwkunde of uit de cheepvaart en weer anderen werken in de zorg.’ Een interne opleiding door de stichting zorgt ervoor dat de technische kennis van stoomgemalen behouden blijft en
foto’s Stichting Baet en Borgh
doorgegeven wordt. ‘Belangrijk’, vindt Reijnen, ‘anders gaat die kennis definitief verloren als deze generatie er straks niet meer is. In oktober hebben we zelfs een handboek gepresenteerd dat speciaal voor De Tuut is gemaakt.’
Stoomtijdperk De Tuut is het enige overgebleven stoomgemaal van de 34 stoomgemalen die het Gelders Rivierengebied ooit rijk was. Met de komst van de stoomtechniek werd het mogelijk om het land bij hoge waterstanden droog te houden. De Tuut pompte het water dat de polder Nieuwe Wetering inliep, terug naar de Maas. Het gemaal is gebouwd tussen 1916 en 1918 en uitgerust met twee stoommachines, die tezamen 440 kubieke meter water per minuut kunnen wegpompen. Reijnen: ‘Het stoomgemaal heeft een belangrijke rol gespeeld voor het in cultuur brengen van de grond. Er kwam minder armoe doordat het land niet meer tot mei onder water stond. De bouw kostte destijds 350.000 gulden, daar kon je ook drie kerken voor bouwen.’ In 1967 was het stoomtijdperk echt voorbij en leek sloop van het gemaal onvermijdelijk. Maar slopen kost geld en werd daarom uitgesteld, totdat de stichting het gemaal dus in 1984 opkocht van het Polderdistrict. Na jaren van restauratie is het als werkend monument in mei 2001 geopend. Een aantal weekenden per jaar stoken vrijwilligers de ketels op, en draaien de machines weer als vanouds. Maar het restaureren duurt voort. Reijnen: ‘Twee stoomketels moeten nog gerestaureerd worden, maar we wachten nog op geld. We zijn nu 25 jaar bezig met restaureren, en dat is veel te lang. Het is iedere keer weer een hordeloop om het geld bij elkaar te krijgen.’
Nieuwe bestemmingen Nadat Stichting Baet en Borgh De Tuut had verworven, ontfermde de stichting zich al snel over allerlei andere monumenten in het Land van Maas en Waal. Met het doel om oude monumenten die geen maatschappelijke functie meer hebben, op te knappen en deze weer een nieuwe functie te geven. Zo kocht de stichting een kerkje in Althorst, knapte de buitenkant ervan op en zorgde ervoor dat het een nieuwe maatschappelijk bestemming kreeg. Er zit nu een particulier museum in.
Stoomgemaal De Tuut in Appeltern.
De stichting nam ook de kapelruïne van Sint Walrick in Overasselt onder handen. Zo´n zeshonderd jaar geleden was hier een kloostergemeenschap. Het klooster is verdwenen en de kapel raakte in verval. Reijnen: ‘Naast deze kapel staat de beroemde koortsboom waar mensen tot op de dag van vandaag lapjes hangen ter genezing van koortslijders.’ Een ander opgeknapt monument is het torentje dat eens onderdeel was van Slot den Blanckenburgh in Beuningen. Daar zit nu een therapeutenpraktijk in.
Dijkmagazijnen Waar de stichting zich ook sterk voor heeft gemaakt, is het behoud van markante dijkmagazijnen. Ooit waren er tientallen in het Land van Maas en Waal, nu nog dertien. Alle zijn in eigendom van Waterschap Rivierenland. De smalle, hoge gebouwtjes zijn overblijfselen van de eeuwenlange strijd die de inwoners van het rivierengebied hebben gevoerd tegen het rivierwater. Deze strijd had een hoogtepunt in de achttiende en negentiende eeuw: tussen 1750 en 1820 zijn de rivierdijken in het Land van Maas en Waal 25 keer bezweken, waardoor akkers onder water kwamen te staan. Dat had misoogsten en daardoor armoede en honger tot gevolg. Reijnen: ‘De tientallen dijkdoorbraken waren voor de provincie aanleiding om, naast de al aanwezige depots in de dorpspolder, noodschuren te bouwen op strategische en goed bereikbare plekken. De magazijnen moesten gemakkelijk met paard en wagen – het snelste vervoermiddel –
bereikbaar zijn. Er lagen allerhande gereedschappen opgeslagen en lantaarns, kruiwagens en ga zo maar door om bij hoog water een dijkdoorbraak te voorkomen.’ De dijkhuisjes zijn na 1960 nauwelijks meer gebruikt. ‘Toch heeft het waterschap ze altijd goed onderhouden, ook na 1960. Wij proberen voor deze vergeten monumenten een nieuwe, culturele of maatschappelijke bestemming te vinden.’ Meer informatie over Stoomgemaal De Tuut en de stoomdagen zie: i www.de-tuut.nl. Voor vragen kunt u bellen naar t 0487 541156 of een e-mail sturen naar e
[email protected]
Een gerestaureerd dijkmagazijn. Deed vroeger dienst als opslag voor allerhande gereedschappen.
15
foto DLG
rondom rijn en ijssel Rijnwaardense Uiterwaarden: bijzonder plan voor zes deelgebieden Opvallend aan het project Rijnwaardense Uiterwaarden is dat het uit zes delen bestaat. Elk deelgebied heeft een eigen initiatiefnemer. Gezamenlijk zorgen ze ervoor dat de plannen tot de gewenste hoogwaterveiligheid en natuurontwikkeling leiden.
16
Het inrichtingsplan voor de Rijnwaardense Uiterwaarden (1100 hectare) is ontwikkeld door Rijkswaterstaat. In 2006 kwam het project bij Ruimte voor de Rivier. De rivierverruimende maatregelen moeten in 2015 leiden tot 11 centimeter waterstanddaling bij hoogwater. Daarnaast zal er in 2018 ongeveer 500 hectare nieuwe natuur zijn gerealiseerd en ruimte voor recreatie zijn ontstaan. Een deel van de steenfabrieken, bouwstoffenwinning en andere bedrijvigheid mag blijven. De initiatiefnemers zijn: Dienst Landelijk Gebied (DLG) bij de Groene Rivier en de Geitenwaard, Rijkswaterstaat OostNederland bij de Oeverzone van het Bijlandsch Kanaal, Samenwerking Lobberdense Waard bij de Lobberdense Waard, Kleiwarenfabriek De Bylandt bij de Bijlandse Waard en het Recreatieschap Achterhoek Liemers bij de recreatieplas De Bijland.
Verschillende fases DLG coördineert de uitvoering en houdt in de gaten of alle doelstellingen bereikt worden. ‘Dat is lastig’, zegt Retze Talsma, projectleider van DLG. ‘De verschillende deelprojecten zitten in verschillende fases en gaan niet tegelijkertijd in uitvoering. Bovendien zijn nog niet alle onderdelen uit het plan van 2001 ondergebracht bij een initiatiefnemer.’
De Pannerdense Uiterwaarden bij het bovenstroomse deel van de aan te leggen Groene Rivier Pannerden.
Iedere twee maanden komen de initiatiefnemers bij elkaar. ‘In de bijeenkomsten wisselen we de opgedane kennis over inrichting, beheer en onderhoud uit. Bijvoorbeeld over de Natura 2000doelstellingen en de samenhang tussen de watermaatregelen. Want hoewel er verschillende initiatiefnemers zijn; uiteindelijk moeten we samen de afgesproken doelstellingen halen voor de gehele Rijnwaardense Uiterwaarden.’
Goede verdeling DLG onderzoekt momenteel de mogelijke effecten van alle geplande afgravingen op de hoogwaterveiligheid en de afvoerverdeling tussen het Pannerdensch Kanaal en de Waal. ‘Die waterverdeling moet goed zijn, anders komen scheepvaart en hoogwaterveiligheid in de problemen. Misschien zijn er nog extra maatregelen nodig. In 2010 komt hier meer duidelijkheid over.’ In 2010 zullen ook de milieu-effecten worden onderzocht voor de Lobberdensche Waard, worden belangrijke inrichtingskeuzes gemaakt over de Oeverzone en bereidt DLG de uitvoering van de Groene Rivier voor. Meer informatie: Retze Talsma, Dienst Landelijk Gebied, t 026 3781256 e,
[email protected]
De Rijnwaardense Uiterwaarden (1100 hectare) ter hoogte van het splitsingspunt van het Bijlandsch Kanaal naar de Waal en het Pannerdensch Kanaal bij Lobith en de zes deelgebieden. In de illustratie staan de contouren van de zes deelgebieden.
Duiven-Westervoort opnieuw ingericht Het gebied Duiven-Westervoort is heringericht. Het sluitstuk was de aanleg van een fietspad tussen het Horsterpark en de Loodijk. Het project heeft bijna vijftien jaar geduurd en ongeveer tien miljoen euro gekost. De herinrichting besloeg in totaal 2640 hectare. Wegen en verkeerssituaties zijn verbeterd en fietspaden zijn aangelegd. Langs de Duivense Wetering is een natuurvriendelijke oever aangelegd. Watergangen zijn verbeterd of nieuw aangelegd. Langs de Wijde Wetering is riet geplant en een houtwal aangelegd. Langs wegen zijn wegbermen verbreed en voorzien van beplanting. Verspreid door het gebied zijn kleine landschappelijke elementen aangebracht, zoals poelen, houtsingels en erfbeplanting op een honderdtal erven. In het oog springt de aanleg van het 55 hectare grote Horsterpark tussen Duiven en Westervoort. In 2001 werden de eerste bomen al geplant. Het is inmiddels uitgegroeid tot een natuurpark met vele recreatiemogelijkheden.
Grond aangekocht Voor de realisatie van alle maatregelen is 160 hectare grond aangekocht en 500 hectare grond uitgeruild. Ook zijn twee agrarische bedrijven verplaatst. Verder ging het bij de herinrichting om een betere verkaveling – meer aaneengesloten grond rondom de agrarische bedrijven –
foto DLG
Het nieuwe fietspad over de Schans bij Westervoort richting de dijk.
zodat boeren efficiënter kunnen werken. Door de betere verkaveling gaat nu ook minder landbouwverkeer door de bebouwde kom van Duiven. Meer informatie: Karel Morssink, Dienst Landelijk Gebied, t 026 3781350
‘En als ook deze het mocht begeven, dan kan de schuif altijd nog met de hand worden neergelaten’, aldus Lievens. Meer informatie: Arthur Lievens, Rijkswaterstaat, t 06 51348730, e
[email protected]
Rijkswaterstaat test regelmatig keerschuif
Plan Huissensche Waarden gaat door
Rijkswaterstaat test regelmatig met proefsluitingen of de keerschuif nog goed werkt. ‘In de wintermaanden zetten we maandelijks de keerschuif even dicht’, vertelt Arthur Lievens van Rijkswaterstaat. ‘Twee keer per jaar houden we een grote oefening, waarbij de aanvaarbescherming wordt ingevaren (zie foto). Mocht er dan toch een schip tegen de keerschuif varen, dan blijft deze ongeschonden.’ Tijdens de oefeningen blijven de twee sluizen van het Prinses Marijkesluizencomplex geopend, zodat de scheepvaart ongehinderd verder kan. Mocht er tijdens een serieuze dreiging van hoogwater een storing zijn in het stroomnet, dan staat er een noodaggregaat klaar.
Opvallend is dat het om een particulier initiatief gaat van delfstoffenbedrijf
17
De aanvaarbescherming wordt ingevaren bij de tweejaarlijkse proefsluiting. foto Rijkswaterstaat
Als het water in de Neder-Rijn/Lek tot gevaarlijke hoogte stijgt, gaat uit veiligheidsoogpunt de keerschuif van het Prinses Marijkesluizencomplex in Rijswijk dicht. De sluiting voorkomt dat de waterstand in het zuidelijke deel van het kanaal te hoog wordt.
De MER-procedure voor het project “De Huissensche Waarden” aan de Neder-Rijn en het Pannerdensch Kanaal is afgerond. Het project is een van de veertig maatregelen uit Ruimte voor de Rivier. Uit de streek komt ook kritiek.
Basal. Het bedrijf wil in ruil voor de winning van industriezand en klei ruimte voor de rivier maken (8 centimeter waterstanddaling), natuur ontwikkelen en het gebied toegankelijk maken voor recreatie. ‘Nu de MER-procedure is doorlopen zijn het Rijk, de provincie en de gemeente Lingewaard aan zet zich te buigen over alle vergunningenprocedures’, zegt Joost Bruckwilder van gemeente Lingewaard. Een melkveehouder met een bedrijf in de uiterwaard en enkele groepen uit de omgeving hebben kritiek op de grootschalige zandwinning. Die tast in hun ogen de ruimtelijke kwaliteit juist aan. De winning van veel kubieke meters rivierzand zou de belangrijkste drijfveren van de particuliere ontgronder zijn. Om die reden hebben ze een alternatief plan gemaakt met kleinschaliger zandwinning. ‘Omdat het alternatief uitgaat van veel minder ontgronding is het de vraag of dit plan economisch haalbaar is’, aldus Bruckwilder. De gemeente die het woordvoerderschap voert over het project, wil nog wel met de initiatiefnemers overleggen of er elementen uit het alternatief realiseerbaar zijn. ‘We vinden het niet erg zinvol om het hele alternatief te bestuderen nu de MER-procedure al doorlopen is. Dat levert vertraging op, terwijl we al in 2015 klaar moeten zijn. Vertraging zou kunnen betekenen dat we terug moeten naar het oorspronkelijke plan van Rijkswaterstaat van kribverlaging. Dat vinden we ongewenst.’ Meer informatie: Joost Bruckwilder, e
[email protected]
mijn mooiste plek
18
‘Het is bijna onvoorstelbaar da zo hoog stond’ Jeroen Dijsselbloem, Tweede-Kamerlid en vice-voorzitter van de PvdA-fractie, heeft goede herinneringen aan de Blauwe Kamer. Vier jaar heeft hij in dit natuurgebied aan de Neder-Rijn bij Rhenen gewoond. ‘Het was een buitenkans dat ik het arbeiderswoninkje van de voormalige steenfabriek waarin ik woonde, kon kopen.’ Zo nu en dan komt hij er nog op de koffie bij tante Marie. Haar broers, allen voormalig steenfabriekarbeiders, woonden ook in het rijtje woningen. Maar ome Jos, ome Broer en ome Rijk zijn
inmiddels overleden. ‘Het was een zwaar bestaan vroeger’, weet Dijsselbloem uit verhalen. ‘Gezinnen met acht kinderen woonden in één woning. De dochters sliepen bij de ouders beneden in een bedstee, de jongens lagen op de vliering direct onder de pannen. De winters waren veel strenger dan nu. Pas na de Tweede Wereldoorlog hebben de woningen een bovenverdieping gekregen.’ Twee bijzondere jaren heeft Dijsselbloem in de Blauwe Kamer meegemaakt: de hoogwaters van 1993 en 1995. Hij wijst naar de gegraveerde standen in de blauwe waterstandmeter. Je moet
foto’s Wim van Hof, bvBeeld
19
t het water in 1995 flink omhoog kijken om ze af te lezen. ‘Het is bijna niet voor te stellen dat het water zo hoog stond. Het was één grote watervlakte. In 1995 voeren we twee weken lang met een boot met buitenboordmotor vanaf de terp naar de dijk. Ome Jos en ome Broer, beiden gepensioneerd, zetten ons over. In die dagen ben ik een keer in de oude schoorsteen van de steenfabriek geklommen om foto’s te maken. Naderhand kreeg ik een uitbrander van de boswachter, want mijn actie was niet zonder gevaar. Maar ik had het niet willen missen.’ Bijna een jaar woont Dijsselbloem opnieuw in een uiterwaard,
nu bij Wageningen in een voormalige bedrijfsleiderwoning van de steenfabriek. ‘Ik verheug me al op hoogwater. Dat we met bootjes over moeten.’ Een groter contrast tussen zijn woordvoerderschap in Den Haag voor integratie & inburgering en thuis is bijna niet denkbaar. ‘Thuis is platteland en koeien, werk is stad en mensen. Thuis loop ik altijd op laarzen. Ik geniet enorm van het landschap. De wolkenluchten, de openheid, het bijzondere licht. Elke dag is anders. Ik ben geen vogelaar hoor, maar we hebben wel vogelboekjes aangeschaft en er staan inmiddels twee verrekijkers in de vensterbank.’
ruimte
voor de
Culemborg maakt eigen plan voor uiterwaarden Lek Bij Culemborg staat voor Ruimte voor de Rivier een dijkverversterking gepland. Gemeente Culemborg heeft een alternatief bedacht: rivierverruiming, natuur- en gebiedsontwikkeling.
Illustratie DN Urbland
20
foto gemeente Culemborg
De voorspelling is dat de waterafvoer in de grote rivieren zal toenemen. Voor de Lek is een toename berekend van 3.165 naar 3.376 kuub water per seconde. In het kader van Ruimte voor de Rivier heeft Rijkswaterstaat verschillende alternatieven onderzocht om bij deze afvoer de veiligheid van de bewoners te blijven waarborgen. Rijkswaterstaat koos uiteindelijk voor verversterking van de dijk. ‘Maar Ruimte voor de Rivier geeft gemeenten ook de mogelijkheid om met een goed alternatief te komen’, vertelt Sander Booms van de gemeente Culemborg. ‘Zo’n alternatief plan moet
dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Namelijk dat de rivier meer ruimte krijgt, waardoor de waterstand daalt en het veiliger wordt bij hoogwater. En dat de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving van de rivier er beter op wordt, bijvoorbeeld door aanleg van nieuwe natuur.’
Dijkversterking niet nodig De kans om een alternatief plan in te dienen, liet de gemeente niet liggen. Booms vertelt hoe het initiatief is ontstaan: ‘Enkele bedrijven zagen manieren om toch ruimte te maken voor de rivier in de uiterwaarden, bijvoorbeeld door zand
rivier te winnen en het afgegraven terrein op te leveren als natuur. Net als bij het project WaalWeelde, waar het bedrijfsleven ook betrokken is bij het ontwikkelen van de uiterwaarden van de Waal. Tegelijkertijd was de gemeente bezig met een plan voor het Veerweggebied, een gebied langs het spoor waar vroeger steen- en glasfabrieken waren. Deze gebouwen zijn lang geleden afgebroken. Sindsdien is er niets meer met de grond gedaan. Doordat de grond vervuild is, was het veel te duur om dit gebied te ontwikkelen.’ De gemeenteraad opperde daarom in 2007 om een veel groter gebied – van de spoorbrug tot de Redichemse Waard – te ontwikkelen. Het college van burgemeester en wethouders besloot deze gebiedsontwikkeling te combineren met het initiatief van het bedrijfsleven voor de uiterwaarden. De gemeente is samen met Ballast van Oord aan de tekentafel gaan zitten. Dit resulteerde in het plan “Culemborg aan de Lek”.
Goedkeuren De bedoeling is dat de ruimtelijke kwaliteit verbetert voor iedereen: bewoners, recreanten en bedrijven. De camping en jachthaven zijn van de gemeente. Volgens het plan gaat de camping verdwijnen en krijgt de jachthaven er een stuk bij. Op de plek van de camping komen nieuwe woningen, wat geld oplevert voor de overige maatregelen. Om ruimte te maken voor de rivier wordt de dijk meer landinwaarts verlegd, en maakt de landbouw in de Redichemse Waard en Lazaruswaard plaats voor nieuwe natuur met strangen, rietkragen en flauwe oevers. Het is nu afwachten of het rijk “Culemborg aan de Lek” goedkeurt als alternatief voor de geplande dijkverbreding. ‘Daarvoor wordt nu de haalbaarheid van het plan onderzocht en vergeleken met het dijkverbeteringsplan van Rijkswaterstaat. Als het rijk het plan goedkeurt, komt er een zogenaamd omwisselbesluit, wat betekent dat ons plan officieel wordt geruild met dat van Rijkswaterstaat. Daarna kan de staatssecretaris groen licht geven, en gaan we aan de slag.’ In 2012 wordt duidelijk of Culemborg dit plan mag gaan uitvoeren. Meer informatie: Sander Booms, t 0345 477803, e
[email protected] i www.culemborg.nl > Culemborg werkt aan
de
foto Rijkswaterstaat
in
regio
IJsselsprong krijgt 20 miljoen van het Rijk Het project IJsselsprong bij Zutphen krijgt 20 miljoen euro van de overheid, uit het budget van de Nota Ruimte. Daarnaast investeert staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat 9,5 miljoen euro in de waterveiligheid van het gebied. Het regelwerk. Op de achtergrond de bestaande dijk. Rechts de hoogwatergeul.
Eerste fase van Hondsbroeksche Pleij voltooid Door de ligging bij de splitsing van de Neder-Rijn en IJssel heeft de Hondsbroeksche Pleij een sleutelfunctie in de verdeling van het water. Het is daarom een van de eerste projecten die voor Ruimte voor de Rivier in uitvoering zijn gegaan. In 2007 zijn de werkzaamheden begonnen. Op 18 december is de eerste fase van het project afgerond. Begin 2010 start de tweede fase. De verwachting is dat in 2011 het project helemaal klaar is. Bij de afronding is 15 centimeter waterstanddaling gerealiseerd en kan nieuwe natuur zich gaan ontwikkelen. Het omvangrijkste werk in de afgelopen jaren was het 150 tot 250 meter landinwaarts leggen van een deel van de huidige Pleijdijk. In het noordelijk deel van het gebied is een hoogwatergeul aangelegd voor extra waterafvoer bij extreem hoge waterstanden. ‘De hoogwatergeul ligt er al, maar is nog niet in werking gesteld’, zegt Rutger Blankvoort van Rijkswaterstaat. ‘Dat komt omdat er nog lege bedrijfspanden en twee huizen op het verhoogde terrein van de voormalige steenfabriek staan. Die moeten eerst worden gesloopt. Om te voorkomen dat de hoogwatergeul nu volloopt bij hoogwater, hebben we een tijdelijke dijk aangelegd.’
Regelwerk Aan de zuidelijke rand van de hoogwatergeul is een regelwerk gemaakt. Het regelwerk voorkomt dat de afvoerverdeling over de Neder-Rijn en IJssel verandert. In
de Hondsbroeksche Pleij zijn ook voorzorgsmaatregelen getroffen tegen kwel. Hoge rivierstanden veroorzaken kwelwater, waardoor het grondwaterpeil stijgt en kelders en kruipruimten onder kunnen lopen. Om een stijging van de grondwaterstand in Westervoort te voorkomen, is in de polder een kwelvenster aangelegd. Deze brede watergang vangt het kwelwater op dat de nieuwe Pleijdijk passeert. Vervolgens pompt een nieuw gemaal dit water naar de IJssel. Ook is gewerkt aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Deze wordt verbeterd door bij de herinrichting extra aandacht te geven aan natuurontwikkeling, cultuurhistorie en recreatievoorzieningen. In de Hondsbroeksche Pleij staan twee informatietafels waar wetenswaardigheden over het gebied zijn te vinden. Meer informatie: Rutger Blankvoort, t 06 53677641, e
[email protected]
Met het plan voor de IJsselsprong “Alles in 1 keer” gaan de gemeenten en andere betrokken partijen het gebied in één adem ontwikkelen. Dat betekent de veiligheid bij hoogwater regelen, de verkeersknelpunten bij Zutphen aanpakken, 3.000 tot 4.000 woningen bouwen en natuur ontwikkelen. Voor de hoogwaterveiligheid komt er een nevengeul bij Zutphen en worden er verderop twee dijken verlegd: bij Cortenoever ten zuiden van Zutphen en bij De Voorsterklei ten noorden van Zutphen. Waterschap Veluwe, die de dijkterugleggingen en aan te leggen nevengeul coördineert, is in gesprek gegaan met bewoners van Cortenoever en Voorster Klei. Daarnaast wordt geprobeerd de Stichting Stop de IJsselsprong – met 2000 sympathisanten – te blijven betrekken, om te kijken waar aan de bezwaren tegemoet te komen is. De actiegroep vindt onder meer dat zoveel woningbouw op die plek niet nodig is, dat een nevengeul langs Zutphen onveilig en duur is en dat het unieke open rivierlandschap voorgoed wordt vernield. In het najaar heeft de gemeenteraad van Zutphen het verzoek van de stichting om een referendum afgewezen. Zowel de bestuursrechter als de Commissie Bezwaarschriften zijn van oordeel dat de afwijzing van het referendumverzoek onvoldoende onderbouwd is. De gemeenteraad moet opnieuw en duidelijker aangeven waarom ze geen referendum organiseert. Dit beïnvloedt het plan voor de IJsselsprong echter niet. Meer informatie: Jaap Ruiter, provincie Gelderland, t 026 3599538
21
ruimte
voor de
rivier
Neder-Rijn en Lek: dijkverbetering is vaak de enige optie Delen van de dijk tussen Fort Everdingen en Arnhem voldoen niet meer aan de wettelijke veiligheidseisen. Daarom maakt Waterschap Rivierenland een plan om deze zwakke plekken aan te pakken. Met aandacht voor de bewoners, het landschap, de natuur en recreatie.
22
Het project Dijkverbeteringen Fort Everdingen – Arnhem komt voort uit het nationale programma Ruimte voor de Rivier. Maar ruimte voor de rivier maken is niet altijd mogelijk. Projectleider Richard Rijkers van Waterschap Rivierenland legt uit: ‘Langs de Lek en Neder-Rijn zijn daar maar beperkte mogelijkheden voor. De uiterwaarden bieden te weinig ruimte om bijvoorbeeld nevengeulen aan te leggen.’ Het Waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat hebben vervolgens onderzocht of de dijken sterk genoeg zijn om de toenemende hoeveelheid rivierwater veilig af te kunnen voeren. ‘Daaruit bleek dat er een aantal zwakke stukken in de dijk verbeterd moet worden door dijkverzwaring en -verhoging. In totaal gaat het om 23 kilometer dijk in de provincie Gelderland.’
Kwelbermen Sommige delen van de dijken zijn afgekeurd omdat ze niet hoog genoeg zijn, andere stukken omdat ze niet stevig genoeg zijn. En op sommige stukken bestaat het gevaar voor kwelwater, dat aan de polderzijde omhoog komt en de dijk vanonder uitholt. ‘We gaan nu bestuderen hoe we deze stukken gaan verbeteren’, legt Rijkers uit. ‘Dat kan door ophoging van de dijk, en op andere stukken door het aanbermen van de dijk. Mogelijke oplossingen tegen kwelwater zijn kwelbermen en damwanden. Ook beproeven we elders innovatieve
methoden, zoals dijkdeuvels en mixed in place (zie pagina 25). Als deze technieken goed werken, gaat het waterschap ze ook op bij deze dijken gebruiken).’ Of er ook bewoners weg moeten, kan Rijkers in dit stadium nog niet zeggen. Op een aantal plekken van het project Dijkverbeteringen Fort Everdingen – Arnhem zijn wel mogelijkheden voor rivierverruiming. Namelijk in de Middelwaard en de Tollewaard in de gemeente Buren. Daar gaat Rijkswaterstaat de uiterwaarden vergraven. Ook de gemeente Culemborg kijkt naar mogelijkheden voor rivierverruiming (p. 20).
Fraai uitzicht Bij de verbeteringen wil het waterschap de ruimtelijke kwaliteit niet uit het oog
verliezen. Rijkers: ‘We gaan onderzoeken wat precies de dijkomgeving karakteriseert, bijvoorbeeld een kerkje, een mooie rietkraag of een fraai uitzicht. We zorgen ervoor dat deze ruimtelijke kwaliteiten blijven of zelfs verbeterd worden. Begin 2010 zal de startnotitie klaar zijn, waar mensen vervolgens op kunnen reageren in een inspraakronde. In 2011 begint de grondaankoop voor de dijkverbetering, en naar verwachting kan het waterschap in 2013 beginnen met de uitvoering. In 2015 moet de uitvoering van de dijkverbeteringen klaar zijn. Voor meer informatie: Richard Rijkers, Waterschap Rivierenland, t 0344 649473, e
[email protected], i www.waterschaprivierenland.nl
in
de
Veel vragen op eerste info-avond WaalWeelde De eerste informatiebijeenkomst over het project WaalWeelde is goed bezocht. Ongeveer 70 inwoners, ondernemers en politici waren op 27 oktober naar het kantoor van Waterschap Rivierenland in Tiel gekomen, en stelden kritische vragen over de plannen voor het Waalgebied.
landschap.’ De Hartog betoogde vervolgens dat daar wel aandacht voor is, en dat op sommige plekken bewust niet te veel wordt ingegrepen om de weidsheid van het landschap te versterken.
regio De Hartog sloot af met de toezegging alle vragen en opmerkingen mee te nemen in het vervolgproces. Ook nodigde hij iedereen uit betrokken te blijven, ondermeer via de website: www.waalweelde.nl. Meer informatie: Henk de Hartog, e
[email protected] t 026 3598671 i www.waalweelde.nl
Jan de Haan van de provincie Gelderland ving de avond aan met een presentatie over de ambitie van WaalWeelde: de Waal veiliger en mooier maken én de economische ontwikkelingen in het gebied stimuleren. Vervolgens kregen de bezoekers de ruimte om vragen te stellen.
Bedrijventerreinen Een van de deelnemers had een opmerking bij de plannen om de bedrijventerreinen in het gebied met 30 à 40 hectare uit te breiden. ‘Waarom niet eerst inzetten op herstructurering en daarna bekijken of er inderdaad nog wel behoefte is aan nieuwe bedrijventerreinen.’ Dit voorstel kreeg grote bijval. ‘En wie heeft het werkeiland bij de Drutensche Waarden bedacht?’ En: ‘Is een binnendijkse ontwikkeling van bedrijvigheid geen beter alternatief?’ Een ondernemer was van mening dat overheden alleen maar naar bedreigingen kijken en niet de kansen pakken. ‘Laat alvast wat zien, want zo ontstaat er ook wat meer enthousiasme.’ Henk de Hartog, projectleider WaalWeelde, was het daarmee eens en zei dat ook gedeputeerde Co Verdaas graag kansen wil pakken, zoals de Waterhutten (drijvende trekkershutten) en kunstproject Bakens aan het Water. ‘Ik vind de conceptvisie innovatief en grensverleggend’, zei een andere deelnemer. Maar hij maakt zich zorgen over de veelheid van plannen. ‘Wordt het niet erg druk langs de Waal en gaat deze economisering niet ten koste van de aanwezige natuur?’
Beter luisteren Ook kwam de opmerking dat er te weinig geluisterd wordt naar wat in de streek leeft. ‘Inwoners vinden het onbegrijpelijk dat buitendijks wordt gebouwd en zien liever een combinatie van natuur en
Ruimtelijke kwaliteit Rijn en Waal versterken In de PKB Ruimte voor de Rivier staat dat rivierverruimende maatregelen naast veiligheid ook een betere ruimtelijke kwaliteit moeten opleveren. Maar hoe bereik je dat laatste? Om daarbij te helpen heeft de provincie Gelderland samen met het ministerie van VROM, Rijkswaterstaat Programmadirectie Ruimte voor de Rivier en de provincie Utrecht handreikingen ruimtelijke kwaliteit opgesteld voor de Rijn en de Waal. Eerder verscheen al een handreiking voor de IJssel. In eerste instantie is de handreiking een hulpmiddel voor het maken van inrichtingsplannen, zodat die goed aansluiten bij het karakter van de rivier en uiterwaarden. Burgers kunnen met de handreiking nagaan of inrichtingsplannen voldoende rekening houden met alle bijzondere aspecten van het gebied. ‘Bijvoorbeeld bij het maken van een nevengeul’, zegt Hans Takke van provincie Gelderland. ‘Maar ook voor andere ontwikkelingen in het gebied, zoals
natuurontwikkeling, delfstoffenwinning en recreatieve voorzieningen, geven de handreikingen houvast. Elke handreiking beschrijft wat de rivier kenmerkt en hoe de identiteit behouden blijft en zelfs beter kan worden.’ Voor de Rijn is de kleinschaligheid, de rust, de stuwwallen op diverse plekken kenmerkend. De Waal heeft een heel andere sfeer: een brede, druk bevaren rivier door laagland met economische bedrijvigheid op diverse plekken. Takke: ‘De handreiking voor de Waal is gebruikt als basis voor de visie WaalWeelde. Wij verwachten dat de handreiking voor de Rijn ook houvast zal bieden voor nieuwe ontwikkelingen langs de Neder-Rijn en Lek.’ De handreikingen worden gepubliceerd op de sites van onder meer Rijkswaterstaat, Programmadirectie Ruimte voor de Rivier, het ministerie van VROM en de provincie Gelderland. Meer informatie: provincie Gelderland, Hans Takke, t 026 3598369
23
Ruimte voor de Rivier kent iedereen wel. Maar het Hoogwaterbeschermingsprogramma? Toch is het een
omvangrijk landelijk programma dat ervoor zorgt dat onze dijken, sluizen en inlaatwerken, dammen en duinen ons goed beschermen
tegen het water. De dijkversterkingsprojecten komen voort uit de vijfjaarlijkse “APK” voor waterkeringen.
Dijkversterking blijft doorgaan Onder het Hoogwaterbeschermingsprogramma vallen alle primaire waterkeringen die versterkt moeten worden en niet bij een ander programma horen, zoals Ruimte voor de Rivier, Maaswerken en Zeeweringen Zeeland. Verder zijn de tien zwakke schakels bij het programma ondergebracht. Dat zijn keringen langs de Noordzee die volgens de nieuwste inzichten niet genoeg bestand zijn tegen de kracht van de golven. In totaal lopen er nu 94 projecten (inclusief Afsluitdijk, zie kaart). Daarvan zijn er 18 klaar, 20 zijn in uitvoering, voor 40 worden plannen gemaakt en 16 projecten moeten nog helemaal beginnen. ‘Misschien is ons programma in het Rivierengebied niet zo bekend, omdat daar niet zoveel projecten lopen en de projecten bovendien niet zo groot zijn’, zegt Bert van Andel van het Programmabureau Hoogwaterbeschermingsprogramma in Lelystad. De grotere, meer bekende projecten bevinden zich vooral langs de kust en in West-Nederland, waar de situatie vaak wat ingewikkeld is. Veel dijken staan er op slappe veengronden, waardoor dijkversterkingen moeilijk uit
24
te voeren zijn. Ook gaat het hier om langere trajecten te verstevigen dijk. Gelderland heeft negen projecten en die zijn inmiddels bijna allemaal afgerond. De Schaapdijk en Broekdijk in Arnhem bijvoorbeeld zijn klaar en ook de Waalkade in Nijmegen. De IJsseldijk bij Doesburg en Twentekanaaldijk zijn zo goed als afgerond. Alleen de dijkversterkingen langs de Zuidelijke Veluwerandmeren moeten nog worden uitgevoerd.
Elke vijf jaar toetsen De projecten komen voort uit de vijfjaarlijkse landelijke toetsronde die sinds 2001 wordt gehouden: de Toets op Veiligheid. Waterbeheerders – waterschappen, Rijkswaterstaat en soms een provincie – controleerden voor die tijd ook wel de toestand van hun waterkeringen, maar iedereen deed dat op zijn eigen manier. De overheid wilde dit, vanwege het toenemende belang van hoogwaterveiligheid, meer gestructureerd gaan aanpakken. Van Andel: ‘Er is besloten een soort APK voor primaire keringen op te zetten. De waterbeheerders leveren de toetsrapporten ter beoordeling in bij de
foto Richard van Hoek
Waterschap Rivierenland beproeft met dijkdeuvels een nieuwe manier van dijkversterking.
provincie en als die akkoord is gaan ze naar de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat voor een definitieve selectie van de projecten.’ De nu lopende versterkingsprojecten zijn naar voren gekomen na de tweede toetsronde in 2006. Maar sommige dateren nog van de eerste toetsing van 2001. Dat zijn ingewikkelde projecten waar meer tijd nodig was voor planvorming, inspraak en grondaankoop. Een voorbeeld is de Waalkade in Nijmegen, waar de voorbereiding extra tijd kostte.
Strengere normen Het is zeker niet zo dat afgekeurde waterkeringen onveilig zijn. Meestal is versterking nodig, omdat door nieuwe inzichten en rekenregels de normen strenger zijn geworden. ‘Als een dijk of kunstwerk inderdaad onvoldoende scoort door veranderde regels, dan financiert Rijkswaterstaat de versterking. Maar wanneer een dijk afgekeurd is vanwege achterstallig onderhoud, financieren we de versterking niet.’ Geregeld komt het voor dat een waterbeheerder gelijk met versterking wat met de omgeving wil doen. Hoewel de subsidie daarvoor niet in eerste instantie bedoeld is, zijn er wel mogelijkheden. ‘Een rijksweg kun je ook niet zomaar in het landschap plempen en dan zeggen: jammer dan’, zegt Van Andel. ‘Dat geldt ook voor dijkversterking. Daar hebben we dus subsidie voor. Eventuele ‘gouden randjes’ financieren we niet.’
Nieuwe technieken Het meeste overheidsgeld gaat naar Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (Noord-Holland), Waterschap Hollandse Delta (Zuid-Holland) én Waterschap Rivierenland. Rivierenland als derde op de lijst? ‘Ja’, zegt Van Andel, ‘dit waterschap heeft maar drie projecten, maar er zit een heel kostbare tussen. De versterking van de Lekdijk in Zuid-Holland
illustratie Rijkswaterstaat
tussen Nieuw Lekkerland en GrootAmmers staat nu voor 175 miljoen euro op het programma. Behalve 12 kilometer versterking is het de bedoeling op delen twee innovatieve methoden toe te passen: mixed in place en dijkdeuvels (zie kader). Het zijn veelbelovende oplossingen voor dijken op een dik pakket van slappe (veen)lagen, waarbij bovendien vanwege bebouwing te weinig ruimte is voor binnendijkse verzwaring met grond.’ Van Andel: ‘Wij stimuleren dit soort innovaties om de gevolgen voor mensen zo beperkt mogelijk te houden of om geld te besparen.’
In 2015 alles klaar
Meer informatie: Bert van Andel, Hoogwaterbeschermingsbureau, t 0320 298849, e
[email protected]
25
De projecten van het nationale Hoogwaterbeschermingsprogramma.
illustratie Waterschap Rivierenland
De derde landelijke toetsronde is in volle gang. In 2011 moeten de waterbeheerders hun rapporten inleveren. In deze ronde wordt vooral gekeken naar de 32 procent waterkeringen waarover in vorige rondes nog onvoldoende informatie was om een goed oordeel te kunnen geven. Van Andel: ‘Informatie verzamelen van eeuwenoude dijken en kunstwerken is heel moeilijk. Vaak is niet bekend waaruit de dijk is opgebouwd en dus is het lastig te bepalen of hij sterk genoeg is. En van erg oude kunstwerken bestaan geen tekeningen, waaraan je het een en ander kunt aflezen.’ Voor de nieuwe projecten wordt het opschieten. Het hele programma moet in 2015 klaar zijn. Het Programmabureau, dat onder Rijkswaterstaat valt, ziet erop toe dat het snel genoeg gaat. Daarbij helpt het bureau een handje door ondersteuning te geven bij de opstelling van de plannen. Ook ziet het bureau zichzelf als een soort makelaar tussen de waterbeheerders. ‘Als een waterbeheerder iets interessants doet, bijvoorbeeld een bijzondere aanpak om met bewoners te overleggen of een nieuwe techniek toepassen, dan raden wij anderen aan daar vooral te gaan kijken.’ Of er na 2015 een vervolg komt op het Hoogwaterbeschermingsprogramma is nog niet bekend. ‘Daarover zijn nog geen nieuwe beleidsafspraken. Het kan heel goed zijn dat we tegen die tijd zeggen dat we op een andere manier Nederland veilig moeten houden.’
Dijkdeuvels. Dunne stalen palen worden in de grond geschroefd. Om iedere paal zit een steunkous, die na het plaatsen van de paal wordt opgeblazen met een cementmengsel. De grond om de paal wordt hierdoor samengedrukt en dit zorgt zo voor stevigheid.
Mixed in Place. De aanwezige slappe grond wordt vermengd met cement in paalvorm. Door de palen tegen elkaar te plaatsen, ontstaan blokken met cement gemengde grond, die zo zorgen voor verbetering van de dijk.
foto Michel Backus
Praten over beheerplannen Rijntakken
De Palmerwaard bij Rhenen, een van de proefgebieden van Stroomlijn.
Landelijke aanpak onderhoud uiterwaarden
26
Een aantal jaren geleden kwam Rijkswaterstaat erachter dat het onderhoud van de vegetatie langs de rivieren zo achterliep, dat dit de doorstroming belemmerde. Het leverde een waterstandstijging op van 3 tot 5 centimeter ten opzichte van de jaren 1996-1998. Actie Stroomlijn was geboren. Allereerst is opgeschoten wilgenopslag op de kribben en harde oevers tot aan de grond afgezet. De volgende stap was de aanpak van uiterwaarden. Het gaat om enkele duizenden hectares grond van terreinbeherende organisaties (zoals Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, provinciale landschappen) en particulieren (bedrijven, boeren, landgoedeigenaren) en ook eigen gronden van Rijkswaterstaat zelf. Om goed te bekijken wat de effecten zijn van kap en snoei op de veiligheid en natuurlijke en landschappelijke waarden, is een proef gedaan in tien uiterwaarden. ‘Je moet zorgvuldig afwegingen kunnen maken’, zegt Lion de Wit van Rijkswaterstaat. ‘Bij beschermde natuur bijvoorbeeld, mag je niet zomaar struweel snoeien of ooibos kappen. Ook kunnen maatregelen gevoelig liggen bij omwonenden.’
Het laatste proefgebied is in oktober opgeleverd. De situatie in elke uiterwaard was zo anders dat dit leidde tot verschillende maatregelen. De Wit: ‘In de Hedelse Waard langs de Maas bij Den Bosch wordt in het stromingsluwe deel ooibos toegestaan en in delen met meer stroming wordt de begroeiing verwijderd. De kleiputten in de Romeinenweerd bij Venlo waren vol gegroeid met struweel. De beverburcht die daar is, wil je natuurlijk niet verwijderen. Het struweel hebben we behouden door de kleiputten met elkaar te verbinden, waardoor een soort nevengeul is ontstaan.’ Rijkswaterstaat wil het project landelijk uitrollen. Het is nog niet duidelijk of de financiering door het ministerie van Verkeer en Waterstaat en van LNV rond komt. Er is zowel geld nodig voor het wegwerken van achterstallig onderhoud als voor het voortzetten van het beheer. Ook is het belangrijk alle particuliere grondbezitters te betrekken en hen bereid te vinden om op belangrijke punten de vegetatie terug te dringen. Meer informatie: Lion de Wit, Rijkswaterstaat, t 06 11377209, e
[email protected]
De werkversie van het beheerplan voor de vijf Natura 2000-gebieden langs de Rijntakken (Neder-Rijn, IJssel en Waal) is klaar. Het beheerplan beschrijft onder meer concrete natuurmaatregelen voor een periode van zes jaar en het kader voor de vergunningverlening. De vijf Natura 2000-gebieden van de Rijntakken zijn: Gelderse Poort, Uiterwaarden van de IJssel, Uiterwaarden van de Nederrijn, Uiterwaarden van de Waal en Loevestein. Vooral boeren hebben moeite met de beheerplannen. Jan Willem van der Vegte, projectleider van Natura 2000 Rijntakken: ‘Veel bedrijven komen bij huidige voorschriften rondom de toegestane ammoniakuitstoot klem te zitten. Ze mogen niet meer uitbreiden. Maar bij veel uiterwaardennatuur heeft het geregeld onderstromen van de grond een groter effect op de natuur dan de ammoniakuitstoot van omliggende bedrijven. Door een goede analyse te maken van de situatie, kunnen we de ammoniakvoorschriften voor de Rijntakken aanpassen. Hopelijk is dan de angel voor de boeren met een bedrijf dichtbij de uiterwaarden eruit.’ Van eind november tot half december waren er speciale bijeenkomsten voor de agrarische sector en inloopavonden voor geïnteresseerden om vragen te stellen, van gedachten te wisselen en suggesties in te brengen voor de afronding van de beheerplannen. Na vaststelling van de beheerplannen door de provincies Gelderland, Overijssel en Utrecht, en de ministers van LNV en Verkeer en Waterstaat gaat het beheerplan in september 2010 de inspraak in. Dat gebeurt tegelijk met de bekendmaking van de definitieve begrenzing en doelen van de Natura 2000-gebieden. Meer informatie: Jan Willem van der Vegte, projectleider, e
[email protected]
nieuws
rivieren
foto provincie Gelderland
rivieren nieuws Subsidiestop Nationale Landschappen Provincie Gelderland heeft een tijdelijke subsidiestop ingesteld voor de zeven Nationale Landschappen. Er is even geen geld meer voor nieuwe subsidieaanvragen. Het grote enthousiasme heeft volgens de provincie geleid tot veel subsidieaanvragen, waardoor het begrote bedrag halverwege de periode nagenoeg op is. Dat is geen verrassing. De provincie vond het totale bedrag van 12,1 miljoen euro van het Rijk voor 2007 tot 2014 altijd al te krap. De provincie heeft er daarom 7 miljoen euro bij gedaan. Klaas Tammes, voorzitter van de stuurgroep Nationaal Landschap Rivierengebied en Gerd Prick, voorzitter van de stuurgroep Nationaal Landschap Gelderse Poort, zijn teleurgesteld dat de gebiedsprocessen abrupt tot stilstand zijn gekomen. In hun Nationale Landschap was tijd nodig om draagvlak te verwerven en om projecten op de rails te krijgen. Achter de schermen is hard gewerkt aan de formulering van regionaal aansprekende projecten. Nationaal Landschap Rivierengebied moest bovendien met provincie Utrecht tot overeenstemming komen over de aanpak. In beide gebieden is draagvlak voor het Nationaal Landschap ontstaan en zijn projecten in uitvoering gegaan. Zo voert Landgoed Hemmen een pakket aan recreatieve en landschappelijke projecten uit, loopt er in De Gelderse Poort een marketingcampagne, wordt Fort
foto Provincie Gelderland
Vergroting waterberging en verdrogingbestrijding op landgoed Hemmen in Nationaal Landschap Rivierenland.
Gedeputeerde Harry Keereweer en Dijkgraaf Gerrit Kok doen een waterproefje in het Watermuseum bij de ondertekening van de overeenkomst.
Pannerden gerestaureerd en krijgt de uitvoering van een kunstroute in Millingen ondersteuning. Gedeputeerde Keereweer heeft beide stuurgroepen om steun gevraagd bij de onderhandelingen met het Rijk om meer geld. Ze hebben daarmee ingestemd en onderzoeken in de tussentijd hoe de ambities toch tot uitvoering zijn te brengen. Meer informatie: Kees Pieters, Bureau Rivierengebied, t 026 3598027
Waterovereenkomst voor Gelders Rivierengebied In september heeft provincie Gelderland met alle Gelderse waterschappen – Rijn en IJssel, Veluwe, Vallei & Eem en Rivierenland – een waterovereenkomst afgesloten. Hiermee komt 103,5 miljoen euro beschikbaar voor diverse projecten tot en met 2013. De provincie draagt 67 miljoen euro bij, de waterschappen 36,5 miljoen. In het Rivierengebied wordt 24 miljoen euro geïnvesteerd. Het is de eerste keer dat de provincie met alle waterschappen tegelijk een overeenkomst hebben getekend. Eerder gebeurde dat al voor Vallei & Eem en Veluwe. In de waterovereenkomsten staan afspraken over uit te voeren projecten voor natte natuur, waterkwaliteit en klimaatbestendigheid. In het Rivierengebied gaat het onder meer om de aanleg van ecologische verbindingszones langs watergangen, het tegengaan van verdroging van de natuurgebieden Overasseltsche en Hatertsche
Vennen en de Nieuwe ZuiderlingedijkDiefdijk Zuid, behoud en herstel van cultuurhistorie en bescherming van wateren met een zeer hoge ecologische waarde, waaronder de Linge. Waterschappen vinden het prettig om met waterovereenkomsten te werken. Daardoor ontstaat duidelijkheid over de financiering van alle projecten tegelijk, en hoeft het waterschap niet voor elk afzonderlijk project met de provincie afspraken te maken en financiering vast te stellen. Het bespaart tijd en maakt de uitvoering van projecten wat flexibeler. Meer informatie: Loek Stalpers, provincie Gelderland, t 026 3599993
Natuur van Rijntakken in beeld De ontwikkeling van natuur langs de Rijntakken (Neder-Rijn, Waal en IJssel) sinds de jaren tachtig levert veel op: nieuwe plant- en diersoorten hebben zich gevestigd en andere soorten hebben zich kunnen verspreiden. Om hiervan een goed beeld te krijgen, gaan ecologen Bart Peters en Gijs Kurstjens de komende drie jaar in het project Rijn in Beeld minimaal 22 uiterwaarden en verschillende nevengeulen inventariseren. Inmiddels zijn negen uiterwaarden en vier nevengeulen bezocht. Bart Peters: ‘We hebben al veel bijzondere dingen gevonden. De Ewijkse Plaat (Waal) stond helemaal vol met brede ereprijs. In de jaren tachtig was deze plant bijna uit Nederland verdwenen. De zijgeul in de
27
foto Bart Peters
rivieren nieuws Muziektheater de Plaats van 30 juni tot en met 10 juli. Meer informatie: i www.parklingezegen.nl
Aankooppauze grond voor Ecologische Hoofdstructuur
28
Klompenwaard bij Doornenburg blijkt plots vol te staan met duizenden poleiplanten, een echte riviersoort waarvan het aantal standplaatsen in de jaren negentig nog op één hand te tellen was. In de Duursche Waarden (IJssel bij Olst) doet de moerassprinkhaan het erg goed.’ De bedoeling van de inventarisaties is nieuwe kennis te verwerven en gerichter advies te kunnen geven voor een beter natuur- en rivierbeheer en een betere inrichting van nieuwe natuurgebieden. Op verzoek van Rijkswaterstaat is in 2009 ook gekeken naar vier nevengeulen. In de Vreugderijkerwaard bijvoorbeeld bleek de nevengeul helemaal vol te staan met rivierfonteinkruid en doorgroeid fonteinkruid. Meer informatie: Bart Peters, t 06 45018861, i www.rijninbeeld.nl
Inspraak bij Park Lingezegen De projectorganisatie Park Lingezegen organiseerde afgelopen lente en zomer bijeenkomsten om grondeigenaren, bewoners, statenleden en raadsleden te informeren over de inrichtingsplannen voor Park Lingezegen. Veel mensen maakten gebruik van de mogelijkheid te reageren op de plannen. Ook kon iedereen tot 1 augustus schriftelijk reageren. Alle reacties zijn gebundeld in een Reactienota. Daarin staat wat er met de inbreng wordt gedaan. Deze nota betrekt de projectorganisatie bij het opstellen van de MER (milieueffectrapportage), de intergemeentelijke structuurvisie en de bestemmingsplannen. Als alles volgens
planning gaat, wordt de MER eind 2009 aangeboden aan de gemeenteraden van Lingewaard en Overbetuwe. Naar verwachting zullen zij begin 2010 beoordelen of zij dit rapport aanvaarden. Daarna komt het ter inzage te liggen, evenals de Intergemeentelijke Structuurvisie en de voorontwerpbestemmingsplannen. In 2010 zijn er weer grote en kleinere evenementen om het park onder de aandacht te brengen: de Boomfeestdag op 17 maart, de Dag van het Park op 30 mei en de voorstellingen van Park Lingezegen en de contouren van de deelgebieden.
Illustratie Projectorganisatie Park Lingezegen
In de Duursche Waarden doet de moerassprinkhaan het erg goed.
Gelderland is tijdelijk gestopt met de aankoop van gronden voor de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Door de recessie is er minder interesse voor de ruilgronden, terwijl er wel met succes gronden zijn aangekocht. Hierdoor is er tijdelijk geen budget meer voor de aankoop van nieuwe gronden. De aankooppauze geeft lucht, vindt Erik Dubelaar van Dienst Landelijk Gebied, de organisatie die voor de provincie de aanen verkoop en het ruilen van gronden uitvoert. ‘We hebben nu tijd om gronden te ruilen en gronden waarvoor geen interesse bestaat, te verkopen. Daarmee komt er ook weer geld in de kas voor grondaankoop.’ Naar verwachting nemen Gedeputeerde Staten eind dit jaar of begin 2010 een besluit over hoe verder te gaan. ‘Mocht blijken dat de pauze langer moet duren, dan zullen grondeigenaren die grond aan ons wilden verkopen, wellicht gaan zoeken naar een andere koper, bijvoorbeeld steenfabrieken, zandwinbedrijven of agrariërs. Dat is natuurlijk niet goed voor de EHS.’ De pauze heeft mogelijk
illustratie Stichting GeoFort
gevolgen voor de onlangs gesloten waterovereenkomst met Waterschap Rivierenland. Het waterschap draagt zorg voor de aanleg van diverse ecologische verbindingszones langs wateren. Meer informatie: Dienst Landelijk Gebied, Erik Dubelaar, t 06 50409063
GeoFort wint cultuurprijs Stichting GeoFort heeft in december de Edgar Doncker Prijs in ontvangst genomen. Deze prijs wordt eens in de drie jaar uitgereikt aan een project dat valt onder de noemer “waarachtig Nederlandse cultuur”. Het thema van de prijs was dit keer militair erfgoed. Geofort is het plan van Willemijn Simon van Leeuwen en Bart Bennis om van Fort bij de Nieuwe Steeg in Herwijnen een educatief themapark en living lab te maken op het gebied van cartografie, navigatie en geo-simulaties. De bedoeling is om een breed publiek op een boeiende wijze te laten beleven hoe relevant en
interessant de geowereld is. Het fort krijgt met GeoFort een eigentijdse functie met een maatschappelijk belang, waarmee het fort in stand te houden is. Aan de Edgar Doncker Prijs is een bedrag van 150.000 euro verbonden. De provincie
Gelderland verleende eerder al subsidie voor het bouw- en inrichtingsplan en voor het in stijl nabouwen van de toegangsbrug. GeoFort opent in najaar 2011 haar poorten. Meer informatie: i www.geofort.nl
Natura 2000: kans of bedreiging?
29
Ruimte voor de Rivier-maatregelen kunnen ingrijpende gevolgen hebben. Een dijkverlegging of het graven van een nevengeul kan betekenen dat mensen moeten verhuizen. Soms leidt dit tot protesten, maar in het algemeen kunnen de maatregelen rekenen op een groot politiek en maatschappelijk draagvlak. Dat komt natuurlijk omdat de veiligheid in het geding is.
mogelijk zijn. Ook in het Rivierengebied zijn gedeelten van uiterwaarden langs de Waal en Neder-Rijn aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege de bijzondere plant- en diersoorten die er voorkomen. De gebieden zijn ook erg in trek bij recreanten en toeristen. Kijk naar de vele campings, jachthavens en recreatieparken. Vele boeren hebben er grond.
wordt gevonden tussen natuur en economie zal er een maatschappelijk draagvlak ontstaan voor Natura 2000. Voorlopig zien de voorstanders alleen maar kansen en de tegenstanders alleen maar bedreigingen. Misschien is er door veel te polderen nog consensus te bereiken. De toekomst zal het leren.
Bij Natura 2000 is het een heel ander verhaal. Hier gaat het niet om een afweging van belangen in relatie tot veiligheid. Het gaat om behoud en versterking van de natuur versus het bieden van ruimte aan toerisme en recreatie, agrarische bedrijvigheid of wonen. Er is politiek en maatschappelijk veel onrust.
De provincie heeft inmiddels vanwege Natura 2000 een gedeelte van het bestemmingsplan Eiland van Maurik in de gemeente Buren afgekeurd. Terwijl sinds jaar en dag dit gebied op de kaart staat als een grootschalig concentratiegebied voor toerisme en recreatie. Oók in het huidige streekplan. De Natura 2000-gebieden zijn aangewezen, daar is niets meer tegen te doen. Maar de provincie is nog wel bezig met de beheerplannen voor de Natura 2000gebieden, waaruit moet blijken wat wel of niet is toegestaan in de toekomst. Het komt erop aan dat inwoners en andere betrokkenen reageren, nu het nog kan. Alleen wanneer er een goede balans
Wim Hompe,
Gemeenten, de landbouworganisatie LTO en de ondernemersorganisatie VNO hebben bezorgd gereageerd op de aanwijzing van Natura 2000-gebieden, en spreken van een verstikkende regelbrij. Ze vrezen dat gebieden op slot gaan en nieuwe ontwikkelingen niet meer
wethouder gemeente Buren en ambassadeur Nationaal Landschap Rivierengebied.
column
het bezoeken waard
30
foto’s Wim van Hof/bvBeeld
Wandelen over rivierduinen en komgronden Rondom Bergharen zijn vier wandelroutes aangelegd. Geldersch Landschap en Kasteelen wil hier de cultuurhistorie en het landschap in het Land van Maas en Waal beleefbaar maken. Wandelen in de omgeving van Bergharen is een bijzondere ervaring. In de lage, natte komgronden steken her en der heuvels boven het landschap uit. Het blijken oude rivierduinen te zijn. Ongeveer 10.000 jaar geleden is het duinencomplex ontstaan door opwaaiend zand vanuit de drooggevallen beddingen van de Maas en de Rijn. De duinen zijn nu grotendeels bedekt met rivierafzettingen. Je ziet tegenwoordig alleen nog de toppen van de zandbergen. In de vorige eeuw is het stuifzand door bebossing definitief vastgelegd.
Templetroute Tussen het rivierduin bij Bergharen en de volgende een paar kilometer verderop bij kasteel Hernen loopt een van de vier
nieuwe wandelroutes: de Templetroute van 6,6 kilometer (zie kaart). Het is een gevarieerde route langs boerderijen, bos, water en diverse kerken, verzekert Geldersch Landschap en Kasteelen. Onderweg passeer je ook diverse punten met herinneringen aan de geschiedenis van het water. De route begint bij de oprijlaan van het middeleeuwse kasteel Hernen (1). Doordat het kasteel nooit belegerd is geweest, is het authentieke karakter goed bewaard gebleven. Niet verwonderlijk dat dit kasteel in de jaren zestig heeft gediend als filmlocatie voor de tv-serie Floris. Na een stukje wandelen door een mooie beukenlaan kom je bij de monumentale boerderij De Templet uit 1739 (2). Omdat de boerderij op de noordrand van het rivierduin van Hernen ligt, is deze plek is altijd vrij geweest van wateroverlast. De naam Templet herinnert aan een nabij gelegen stuk grond ‘De Tempel’, waar in de dertiende eeuw een geestelijke orde van kruisridders woonde. Deze Tempelorde beschermden pelgrims en reizigers,
boden hulp, ontgonnen grond en legden moerassen droog.
Binnenrivier Na de boerderij gaat de zandgrond plots over in zompige klei. De beukenbomen maken plaats voor riet en populieren. Vroeger was dit gebied met vlechtende rivieren, moerassen en wisselende waterstanden moeilijk toegankelijk (3). Hier lag ook een geul waar regen- en overslagwater uit de oostelijke komgronden afvloeide naar het westen: het Wijchens Maasje. Later, in het begin van de veertiende eeuw, is door deze geul de Nieuwe Wetering gegraven (4). De wandelroute gaat over twee voetgangersbruggen over het water richting Bergharen, langs diverse idyllische, verstilde plekjes. Bij de voormalige Mariakerk, de huidige protestantse kerk (5), kom je via een rustig zandpad het dorp binnen. De komgronden hebben weer plaatsgemaakt voor rivierduinzand. De route voert langs de oude pastorie (6) en de Sint-Anna kerk (7). Na het dorp
31
steekt de voormalige stuifduin liefst 15 meter boven het omringende landschap uit. Daar tref je de windkorenmolen De Verrekijker (8) aan en bedevaartsplaats De Kapelberg (9). De route over de Stompendijk met de voormalige Tolbrug is wat saai. Je wandelt over het fietspad naast de weg.
Veldovens De routekaart wijst je op een plek waar in 2002 resten van grote veldovens zijn blootgelegd (11). De ovens stammen uit de middeleeuwen en zijn waarschijnlijk gebruikt om bakstenen voor kasteel Hernen te bakken. Een veldoven bestond uit een metershoge en metersbrede opstapeling van ongebakken stenen, met daarbinnen stookgangen. Het geheel werd met leem afgesmeerd en gestookt. Meestal werd een oven maar één keer gebruikt. De wandeling leidt je weer het stuifduin bij Hernen op en gaat langs prachtige vlechtheggen en goed onderhouden meidoornhagen richting het kasteel.
Na de St. Judocuskerk (12) ben je terug bij het begin. Kinderen stormen net het kasteel uit. ‘Hartstikke spannend, het was best eng’, zegt een meisje. Het kasteel bezoeken kan alleen van 1 april tot 31 oktober op woensdagen,
donderdagen, zaterdagen, zondagen en enkele feestdagen. De komende maanden zijn er werkzaamheden rondom het kasteel, waardoor wandelaars af en toe hinder kunnen ondervinden.
Andere routes
het nabijgelegen landgoed Leur. U kunt in de gerestaureerde oude Vlaamse Schuur dan ook terecht voor andere informatie over het Land van Maas en Waal. In het bezoekerscentrum staan de heerlijkheden centraal. Heerlijkheden waren in de middeleeuwen kleine bestuurlijke eenheden met een grote invloed op het landschap van het Land van Maas en Waal door de aanleg landgoederen, kastelen, kerken, boerderijen, dorpsuitbreidingen, infrastructuur en waterbeheersing. De wandelroutes rond Bergharen en het bezoekerscentrum zijn het resultaat van het project ‘Stappen in de Toekomst’ van Geldersch Landschap en Kasteelen, voor herstel en ontwikkeling van het cultuurlandschap in het Rijk van Nijmegen en het Land van Maas en Waal. Binnenkort komen er ook vier fietsroutes.
De andere drie routes rondom Bergharen hebben elk een thema. De Munnikhofroute (4,5 km) is een wandeling door de natuur, het Roedens Ommetje (7,5 km) gaat door agrarisch gebied en de Heuvelrustroute (6,2 km) voert langs bijzondere gebouwen. Deze drie routes beginnen elk bij het Kulturhus de Zandloper, Weem (3) in Bergharen. Omdat de routes nog niet zijn gemarkeerd, is het raadzaam een wandelfolder mee te nemen. Deze zijn te downloaden van www.mooigelderland.nl. Kijk op natuur en cultuur > wandelen > wandelfolder > Bergharen en Horssen.
Nieuw bezoekerscentrum Vanaf 15 april 2010 zijn de folders ook af te halen bij het nieuwe bezoekerscentrum van het Geldersch Landschap en Kasteelen op
Herstel rietmoeras Rijnstrangen in De Gelderse Poort
Feestelijke afsluiting Project Lexkesveer
32
Met een feestelijke bijeenkomst op 19 november is het project Lexkesveer na ongeveer twee jaar werkzaamheden afgerond. Over een traject van 7 kilometer langs de Neder-Rijn bij Wageningen en Randwijk zijn diverse werkzaamheden voor rivierverruiming en natuurontwikkeling uitgevoerd. De veerdam die vanaf de zuidoever naar het veer leidde, is grotendeels vervangen door een opmerkelijke 250 meter lange brug. In augustus is de brug opengesteld voor het verkeer. Daarna is het laatste deel van de hoogwatergeul onder de brug door gegraven. Bestaande zomerkades zijn verlaagd en een nieuwe zomerkade is aangelegd. Door de rivierverruimende maatregelen zal de waterstand bij hoogwater 11 centimeter lager zijn dan voorheen. Ook is er ruimte gemaakt voor nieuwe natuur in de uiterwaarden. Op de noordoever zijn kwelmoerassen, een moeraszone en amfibieënpoelen aangelegd. Voor natuurlijk beheer lopen er paarden en runderen in het gebied. Voor vogelliefhebbers worden in de Schoutenwaard en de Bovenste Polder onder Wageningen vogelkijkschermen geplaatst. In sommige kribvakken is de steenbestorting verwijderd, zodat de rivier er natuurlijker uit gaat zien. In andere kribvakken zijn vooroeverconstructies geplaatst. Daarmee ontstaat een luwte die de groei van oeverplanten en de voortplanting van vissen bevordert.
In de Rijnstrangen, een rivierenlandschap tussen Zevenaar en Pannerden, wordt de komende jaren 50 hectare rietmoeras hersteld. Op die manier moet het gebied weer aantrekkelijk worden voor kwetsbare moerasvogels als de roerdomp, grote karekiet, baardman en blauwborst. Deze vogels zijn afhankelijk van zwaar overjarig riet (waterriet). Dat komt in dit gebied echter steeds minder voor vanwege opkomend bos met bomen en struiken. Door het herstellen van het rietmoeras, vinden deze vogels weer voedsel en broedgelegenheid. Dienst Landelijk Gebied heeft het plan samen met de grondeigenaren Staatsbosbeheer en Stichting Twickel ontwikkeld. In januari 2010 gaat de aannemer de eerste 10 hectare herstellen. De werkzaamheden bestaan uit het verwijderen van houtopslag van vooral wilgen, het maaien van riet, het verwijderen en afvoeren van de humusrijke bovenlaag en het graven van een watervoerende geul. Op die plekken
zal jong rietland ontstaan. Op andere plekken blijft het oude riet in stand. Daar worden de maatregelen pas later uitgevoerd. Bovendien wordt nooit aan beide zijden van de strang tegelijk gewerkt. Door deze gefaseerde werkwijze ondervinden vogels en amfibieën zo min mogelijk verstoring. Het project zal in 2012 klaar zijn. Meer informatie: Karel Morssink, Dienst Landelijk Gebied, t 026 3781350, e
[email protected]
Nevengeul en brug in uiterwaarden Olst Het project IJsseluiterwaarden Olst (450 hectare) omvat de aanleg van geulen om de rivier meer de ruimte te geven, het omvormen van landbouwgrond naar natuur en een aantal recreatieve voorzieningen. ‘Op dit moment is de aannemer bezig met het graven van een nevengeul en het bouwen van een brug daaroverheen’, vertelt Matthijs Logtenberg van Dienst Landelijk gebied (DLG). De brug is bedoeld voor het oversteken van vee en onderhoudsverkeer. Rijkswaterstaat heeft op dit traject ook een kribverlaging op het programma staan, die DLG nu voor zijn rekening neemt. Logtenberg: ‘We verlagen de achttien kribben, en geven de kribvakken
Zuidstrang in de Rijnstrangen, een rivierenlandschap tussen Zevenaar en Pannerden.
in uitvoering
werk
foto Kees Buddingh, DLG
foto AtelierVelp
Meer informatie: Rijkswaterstaat, Norbert van der Hoek, t 06 51115127, e
[email protected], i www.rijkswaterstaat.nl/lexkesveer
foto luchtfoto DLG
Natuurontwikkelingsproject De Coehoorn
De uiterwaarden bij Olst, waar nevengeulen komen en nieuwe natuur ontstaat.
weer een natuurlijk aanzicht, door de stortstenen weg te halen.’ Daarnaast wordt de bovenste laag van de landbouwgrond afgegraven zodat er arme, zandige grond overblijft. Hier kan de gewenste natuur zich ontwikkelen. Logtenberg: ‘We graven in deze fase zo’n 450.000 kubieke meter grond af. We zijn nu ongeveer op de helft, eind volgend jaar moet het klaar zijn.’ Het gehele project moet eind 2015 klaar zijn. Alle maatregelen samen moeten een waterstandsdaling van 7,8 centimeter en 450 hectare nieuwe riviergebonden natuur opleveren. Na de inrichting zal het gebied een grote aantrekkingskracht hebben op allerlei vogelsoorten, zoals grote zilverreiger, aalscholver, scholekster, kievit, witgatje, groenpootruiter en diverse eendensoorten. Meer informatie: Matthijs Logtenberg, Dienst Landelijk Gebied, t 038 4271239, e
[email protected]
tuigen en kano’s. Dit komt de economie ten goede en het levert werk op. Daarnaast is het baggeren goed voor de waterkwaliteit.’ Om het nog aantrekkelijker te maken om over het water naar Buren te komen, realiseert de gemeente een nieuwe, vaste steiger, die geschikt is voor plezierjachten en kano’s. De aannemer is al aan het baggeren. Hans Vos van Waterschap Rivierenland vertelt: ‘In totaal zullen we 20.000 kuub bagger afvoeren. In maart 2010 moet het werk klaar zijn. De bagger gaat naar Beuningen, waar het gebruikt wordt voor een geluidswal.’ Ook zal er beschoeiing worden aangebracht, zodat de oevers beschermd zijn tegen de golfslag die de boten veroorzaken. Ter hoogte van Buren komt er beschoeiing van houten schotten, buiten de stad zal deze bestaan uit rijshout. Meer informatie: Hans Vos, Waterschap Rivierenland, t 0344 649090, e
[email protected]
De Coehoorn is een uiterwaardengebied bij Nederasselt, aan de Gelderse kant van de Maas. Hier voert Dekker Van de Kamp een natuurontwikkelingsproject uit, waarbij ook het maasheggenlandschap in ere wordt hersteld. Het gaat om een gebied van circa 9 hectare; in totaal komt er 150.000 kuub klei voor de baksteenindustrie vrij. In 2006 is gestart met de uitvoering. Het streven is om eind 2010 klaar te zijn. Na het afgraven levert het bedrijf De Coehoorn op als natuurgebied. Hiervoor zijn er onder andere twee waterplassen gegraven, een aan de noordzijde en een grotere in de zuidoosthoek. Bij de grote waterplas zijn flauwe oevers gemaakt, zodat hier moerasnatuur kan ontstaan met riet en zachthout struweel. De plas aan de noordkant is gereed, de grote plas is bijna gereed. De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap en Stichting Heggen zijn ook betrokken bij het project, want bestaande maasheggen blijven behouden en er zullen enkele nieuwe heggen worden aangeplant. De Stichting Menno van Coehoorn en Stichting Graeft Voort werken tegelijkertijd in het naastgelegen terrein om het verdedigingsbouwwerk De Coehoorn te reconstrueren. Door het planten van struiken zijn de contouren van dit kroonwerk weer zichtbaar gemaakt. Er zitten nog veel muurresten onder het maaiveld. Meer informatie: Cees Meijer, Provincie Gelderland, t 06 50273175, e
[email protected]
33
Stadje Buren beter toegankelijk per boot De Korne wordt uitgebaggerd. Dit kleine riviertje vormt de verbinding tussen de Maurikse Wetering en de Linge, en door het baggeren wordt deze verbinding hersteld. De provincie Gelderland is de opdrachtgever van het baggerproject, dat wordt uitgevoerd onder begeleiding van Waterschap Rivierenland. Via het actieplan Gelderse Recessie heeft Buren hiervoor subsidie gekregen. Sjef van Elk van de gemeente Buren: ‘Het baggeren verbetert de bereikbaarheid van het stadje voor kleine pleziervaar-
foto Waterschap Rivierenland
Baggerwerkzaamheden in de Korne bij Buren.
Ontdekking Nederlandse cultuur en natuur Op ontdekkingsreis in Nederland. Dat lijkt een tegenstelling in een land waar iedere vierkante meter vast ligt in een bestemmingsplan. Maar tussen de uitdijende groeikernen en een wijdvertakt wegennetwerk, liggen veertig parels van natuur en cultuur: de Nationale Landschappen en parken. Waaronder Nationaal Landschap Rivierengebied en Gelderse Poort. Ieder gebied heeft z’n eigen bijzondere natuur, landschap en erfgoed. De Nationale Landschappen zijn rustpunten waar je even je sores kunt vergeten. Nationale Landschappen en Parken Uitgave: ANWB ISBN 9789018029432, prijs: € 14,95 voor ANWB-leden Verkrijgbaar in ANWB-winkels
Van regen tot Maas Auteur: Marcel de Wit Uitgeverij: Veen Magazines ISBN: 9789085712305, prijs: € 39,95
kansen om te genieten. De conceptvisie biedt een kapstok om dit te realiseren. Het gaat erom daarbij goed te luisteren naar omwonenden, private partijen, belangenorganisaties en publieke partners. Pas dan ontstaan goede plannen. Conceptvisie WaalWeelde Uitgave: project WaalWeelde Te downloaden van: www.waalweelde.nl > downloads
Boerderijen en landschappen langs IJssel Een IJsselhoeven-agenda 2010 met fraaie foto’s van boerderijen en landschappen. De agenda heeft twee bladzijdes per week en is uitgevoerd in een ringband. Een echte tafelagenda. En iedere week een uitspraak die je even aan het denken zet. Ingeleid met een gedicht van Esther Jansma en informatie over Stichting IJsselhoeven. IJsselhoeven agenda 2010 Uitgave: Stichting IJsselhoeven Bestellen: www.ijsselhoeven.nl Prijs: € 12,50 excl. portokosten
35
De Nieuwe Hollandse Waterlinie was de voornaamste verdedigingslinie van ons land. De forten vormden de meest markante onderdelen. In Levende Forten schetsen Jeroen Junte en fotograaf Hans Van Rhoon een fraai beeld van de nieuwe invulling van vijftien van deze forten. Variërend van het Arsenaal van Jan des Bouvries in Naarden Vesting, toneelstukken en kersendiners op Fort Vechten, een wijnhandel in Fort Jutphaas tot ruige natuur op Fort Tienhoven. Levende Forten - De Nieuwe Hollandse Waterlinie Auteur: Jeroen Junte Fotografie: Hans van Rhoon Uitgave: Uitgeverij Blauwdruk ISBN: 978907527139, prijs: € 27,90
De Maas in droge en natte tijden In korte tijd kan de Maas veranderen van een miezerig stroompje in een kolkende watermassa. Stroomt er te weinig water door de rivier, dan ontstaan er problemen voor drinkwaterbedrijven, scheepvaart, energieproducenten, boeren en natuur. Stroomt er te veel water door de rivier, dan lopen grote gebieden het risico op overstroming. Zijn die grillen niet te temperen of hebben menselijke ingrepen de rivier juist grilliger gemaakt? Het boek geeft antwoord op deze en veel andere vragen.
Nieuwe invulling voor forten
Mooie en veilige Waal Het project WaalWeelde streeft naar een mooie en veilige Waal, met kansen voor economische ontwikkeling en vooral veel
boeken
rivieren
Leidraad voor uiterwaardennatuur Bij de herinrichting van veel uiterwaarden langs de grote rivieren gaat het om een combinatie van natuurontwikkeling, hoogwaterbescherming en delfstoffenwinning. Voor de laatste twee functies zijn duidelijke richtlijnen. Bij natuurontwikkeling zijn er veel minder richtlijnen. Terwijl het erg bepalend is voor het uiterlijk van het rivierenlandschap en hoe we het gaan beleven. Daarom is er een boekje gemaakt voor iedereen die bij uiterwaardprojecten betrokken zijn. Of voor mensen die meer willen weten over uiterwaardinrichting. Kwaliteitsprincipes uiterwaardinrichting Auteur: Bart Peters Uitgave: Ministerie van LNV, Staatsbosbeheer, Rijkswaterstaat, Dienst Landelijk Gebied Uitgave: Bureau Drift Te downloaden van www.drift.nl of voor papieren versie: e
[email protected], t 06 45018861
Genieten van uiterwaardennatuur Om Nederland tegen overstromingen te beschermen en om natuur te ontwikkelen, worden uiterwaarden vergraven,
nevengeulen aangelegd en dijken versterkt of verplaatst. Wat vinden de mensen in de omgeving ervan? De auteurs van dit boekje gingen op stap. Elke maand bezochten ze een uiterwaard en voerden gesprekken met voorbijgangers. Het leverde een boek op met sfeerbeschrijvingen en persoonlijke verhalen. Vandaag is er een lichte lucht – voorbijgangers over veranderend rivierlandschap Auteurs: Alied van der Meer en Heleen Bosma Uitgave: Ministerie van LNV Verkrijgbaar bij: DLG, Wilma de Goede, t 026 37815112, e
[email protected]
Van kleine agrarische nederzetting tot belangrijke stad In drie delen – waarvan deel 1 en 3 al zijn verschenen – staat de intrigerende historie van de Arnhem vanaf de prehistorie tot het eind van de twintigste eeuw beschreven. Het cruciale tweede deel smeedt de band tussen de middeleeuwen en de twintigste eeuw. De basis voor de huidige stad werd tussen 1700 en 1900 gelegd. In de negentiende eeuw was Arnhem de snelst groeiende stad van het land. Het werd een parkenstad waar het goed leven was. Toch waren er ook schaduwzijden: slechte behuizing voor arbeiders en ziekte-epidemieën. De stad was een belangrijk overslagcentrum tussen Duitsland en het westen. Arnhem van 1700 tot 1900 Auteur: F. Keverling Buisman (red.) Uitgave: Matrijs i.s.m. Stichting Geschiedschrijving Arnhem ISBN: 978905345902, prijs: € 29,95
www.ijsselhoeven.nl Stichting IJsselhoeven, opgericht door een groep bewoners van de IJsselvallei, maakt zich sterk voor het behoud van de karakteristieke IJsselhoeven en hun erven. De stichting helpt eigenaren bij het verwerven van subsidies voor onderhoud en geeft adviezen. Ook worden excursies georganiseerd om eens bij anderen te kijken hoe zij hun hoeve in stand houden. www.hegenlandschap.nl Stichting Heg-en-Landschap wil heggen weer een plek op het platteland. Dat doet ze door het stimuleren van de aanleg van nieuwe heggen en goed onderhoud en beheer. Er zijn diverse projecten en er worden cursussen en wedstrijden georganiseerd. Op 17 januari 2010 vindt het eerste Kampioenschap IJsselheggenvlechten plaats. www.waterliniekennis.nl De kenniswebsite van de Nieuwe Hollandse Waterlinie geeft veel interessante informatie over de historie, forten, werken, groepschuilplaatsen, betonwerken, et cetera. Boeiend zijn video’s met ooggetuigenverhalen over het onder water zetten van de linie aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Kijk ook naar het Polygoonjournaal.
35
www.landschapsbeheergelderland.nl Deze website brengt u van de weidevogelbescherming naar de kamsalamander en van cultuurhistorische elementen naar (erf)beplantingsprojecten. Gelderland is de provincie in Nederland met de meeste landschapselementen. Op de site vindt u ook informatie over het steunpunt Hoogstamfruit en het steunpunt Heggen en Houtwallen. www.natuurbericht.nl Natuurbericht houdt u op de hoogte van de actuele gebeurtenissen in de natuur. Biologen geven dagelijks informatie over onder meer vlinders, zoogdieren, amfibieën, libellen, planten, zeedieren en vogels. De trek van ganzen is via de site op de voet te volgen en krijgt u dagelijks een natuurverwachting voor planten, vlinders en libellen.
websites
www
Muskusrat (foto en tekst Bendiks Westerink)
Bezoekerscentra Bezoekerscentrum en VisserijMuseum “De Grote Rivieren” Langestraat 38, 6624 AB Heerewaarden t 0487 572831 i www.degroterivieren.nl Open: april t/m oktober, di. t/m vr. en op zo. 10.00 – 17:00 uur. Groepen op afspraak op ma. en za. en buiten het seizoen.
Bezoekerscentrum Huis Aerdt Molenhoek 2, 6914 KM Herwen t 0316 246505 e
[email protected] Open: april t/m okt. do t.e.m. zo: 11.00 16.00 uur. Groepen op afspraak.
Natuurinformatiecentrum Grenspost Gelderse Poort Rijndijk 5-6, 6566 CG Millingen a/d Rijn t 0481 434176 Open: di 14.00 - 17.00 uur, wo t/m zo 12.00 - 17.00 uur
Infocentrum Keeken ‘De Gelderse Poort’ Spicker 45, 47533 Kleve, Duitsland t +49 (0)2821 896879 Open: april t/m okt. di t/m vr 14.00 18.00 uur; za en zo 11.00 - 18.00 uur
Besucherzentrum De Geldersche Poort Deze muskusrat in de uiterwaarden bij Opheusden kwam erg dichtbij, terwijl deze dieren normaal gesproken toch vrij schuw zijn. Het knaagdier – ook wel bisamrat of waterkonijn genoemd – leeft voornamelijk van planten zoals zegge en paardenstaarten. De muskusrat is een exoot die van oorsprong uit Noord-Amerika komt. Aan het begin van de twintigste eeuw nam een Tsjechische graaf een paar van deze pelsdieren mee vanuit Alaska en zette ze uit in in een visvijver op zijn buitenverblijf in Bohemen. Omdat de dieren zich te sterk voortplantten, probeerde hij ze af te schieten. Een flink aantal wist te ontkomen. De muskusrat verspreidde zich in vrij korte tijd door bijna heel Europa. In Nederland werd hij voor het eerst waargenomen in 1941. Alleen Engeland is erin geslaagd de soort weer te verdrijven, nadat hij zich daar in 1930 had gevestigd. Omdat muskusratten gangen en holen in dijken graven, worden ze gevangen door muskusrattenvangers. In het Gelderse Rivierengebied zijn dat mensen van Waterschap Rivierenland. Ze vangen elk jaar minder dieren, wat betekent dat het aantal afneemt. In 2003 werden er ongeveer 45.000 gevangen, in 2007 waren dat er 11.935. In heel Nederland ging het in 2003 om zo’n 400.000 muskusratten en vorig jaar 187.748. Faunabeschermingsorganisaties stellen de bestrijding ter discussie. Vangen zou niet echt werken.
waar
genomen
Bahnhofstrasse 15, 47559 Kranenburg t +49 (0)2826 92094 Open: ma t/m vr 10.00 - 16.00 uur, za, zo en feestdagen 10.00 - 18.00 uur i www.besucherzentrum-kranenburg.de
Natuurmuseum Nijmegen Gerard Noodtstraat 121, 6511 ST Nijmegen t 024 3297070, i www.natuurmuseum.nl Open: ma t/m vr 10.00 - 17.00 uur; zo 13.00 - 17.00 uur
36